Quod Apostolici Muneris
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Quod Apostolici Muneris
Over het socialisme, communisme, nihilisme
Paus Leo XIII
28 december 1878
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1939, Ecclesia Docens (0110), uitg. Gooi & Sticht
Vertaling uit het Latijn (uitg. Desclée Vol. I, p. 46 seqq.)
Oorsponkelijke spelling van de vertaling is gehandhaafd
Alineaverdeling en - nummering, tussentitels: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Oorsponkelijke spelling van de vertaling is gehandhaafd
Alineaverdeling en - nummering, tussentitels: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1939
F.A.J. van Nimwegen C.ss.R.
10 juni 2024
822
nl
Referenties naar dit document: 9
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- INLEIDING
- De groei van het kwaad in de maatschappij noodzaakt den paus zijn stem opnieuw te verheffen
1
Wat de ware opvatting van ons apostolisch ambt van ons vorderde, dat deden wij reeds aanstonds na den aanvang van ons pontificaat. Wij lieten nl. in de tot u, eerbiedwaardige broeders, gerichte encycliek niet na, u te wijzen op een doodelijke kwaal, die tot in de diepste geledingen der maatschappij voortwoekert en haar in het uiterste gevaar brengt. Tegelijk wezen wij op de meest krachtdadige middelen, waardoor de maatschappij genezen kan worden, en waardoor zij aan de ernstige gevaren, die haar bedreigen, kan ontkomen. Maar het kwaad, waarover wij toen onze droefheid uitspraken, heeft in korten tijd zulk een omvang aangenomen, dat wij ons genoodzaakt voelen opnieuw het woord tot u te richten. De stem van den profeet klinkt ons als het ware in de ooren: "Roep zonder ophouden, verhef uw stem als een bazuin." (Jes. 58, 1)[b:Jes. 58, 1]
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I - HET KWAAD WAAROVER HET GAAT
- 1 - Het onderwerp dezer encycliek: socialisme, communisme, nihilisme: de voornaamste leeringen en strevingen daarvan
2
Gij begrijpt het vanzelf, eerbiedwaardige broeders, wij spreken over de partij dergenen, die zich met verschillende, eenigszins vreemd klinkende namen socialisten, communisten of nihilisten noemen. Over heel de wereld zijn zij verspreid, en onderling door een misdadig verdrag nauw vereenigd. Zij zoeken hun heil niet meer in het duister van heimelijke bijeenkomsten, maar openlijk en brutaal treden zij voor het licht en pogen zij hun reeds lang beraamd plan ten uitvoer te brengen, nl. het omverhalen der grondslagen van iedere maatschappelijke orde. Het zijn nl. de lieden, die naar het woord der heilige Schrift “hun vleesch bezoedelen, de heerschappij verachten, de majesteit beschimpen." (Judas 8)[b:Judas 8] Niets van hetgeen door menschelijke of goddelijke wetten wijselijk is vastgesteld tot behoud en tot veredeling van het leven laten zij onaangerand of in zijn bestaan. Aan de hoogere machten, waaraan volgens het woord van den apostel ieder mensch onderworpen moet zijn, en die hun recht om te bevelen aan God ontleenen, weigeren zij gehoorzaamheid. Hun leuze is de absolute gelijkheid in rechten en plichten van alle menschen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De natuurlijke vereeniging van man en vrouw, die zelfs bij barbaarsche volken iets heiligs is, berooven zij van haar eer, en den huwelijksband, den voornaamsten factor van duurzame vereeniging in het huisgezin, verzwakken zij of geven zij zelfs aan de opwellingen der lusten prijs.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Uit begeerte eindelijk naar de tijdelijke goederen, een begeerte, die “de wortel is van alle kwaad en door wier inwilliging sommigen zijn afgedwaald van het geloof" (1 Tim. 6, 19)[b:1 Tim. 6, 19], bestrijden zij het door de natuurwet gesanctionneerde eigendomsrecht, en onder den schijn van in de behoeften van alle menschen te willen voorzien en aller verlangens te willen bevredigen, is hun monsterachtig, misdadig streven, alles wat op titel van wettige erfenis, of door geestes- of handenarbeid, of door spaarzame levenswijze verkregen is, te rooven en tot eigendom der gemeenschap te maken. Deze heillooze theorieën verkondigen zij in hun vergaderingen; zij maken er propaganda voor in pamfletten, en verbreiden die ideeën onder het volk in een wolk van dagbladen. Dientengevolge is de majesteit en het gezag der koningen zo0zeer een voorwerp van haat geworden voor het revolutionair gezinde lagere volk, dat verraderlijke misdadigers, wars van alle teugels, in verloop van korten tijd moer dan eens in een vermetelen aanslag hun wapen tegen den persoon der vorsten hebben gericht.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2 - De oorzaak van dit kwaad is het rationalisme, dat op zijn beurt een gevolg is der zg. hervorming
5
Deze vermetele overmoed van verraderlijke menschen, die de menschelijke samenleving met dagelijks zwaardere onheilen bedreigt, en aller hart met schrik en zorg vervult, heeft zijn ontstaan te danken aan de giftige leerstellingen, die in vorige eeuwen als slechte zaden onder de volken zijn uitgestrooid en nu op hun tijd verderfelijke vruchten hebben opgeleverd. Gij weet het immers heel goed, eerbiedwaardige broeders; de verwoede strijd, die in het begin der 16e eeuw door de hervormers tegen het katholiek geloof begonnen is en tot nu toe met den dag heviger is gevoerd, heeft de strekking, door het omverwerpen van alle openbaring en van alle bovennatuurlijke orde de deur open te zetten voor de bedenksels, of juister gezegd voor de onzinnigheden, der rede alleen. Die dwaling, die ten onrechte zich een naam aanmatigt aan de rede ontleend, is verleidelijk en prikkelend voor de natuurlijke begeerte van den mensch tot zelfverheffing; zij viert de teugels aan allerlei begeerten en heeft door dit alles uiteraard zeer veel ingang gevonden, niet alleen in den geest van een groot getal menschen maar ook in de burgerlijke maatschappij. Het gevolg was: door een nieuwe goddeloosheid, die zelfs bij de heidenen ongehoord was, heeft men een staatsinrichting gevestigd, waarin met God en met de door Hem vastgestelde orde niet de minste rekening gehouden is. Men heeft bij herhaling verkondigd, dat het openbaar gezag zijn beginsel, zijn hoogheid, zijn recht om te bevelen absoluut niet aan God ontleent, maar veeleer aan de volksmassa. Deze waande zich dus los van iedere goddelijke verordening, en wilde alleen nog maar staan onder wetten, die zij zelf naar willekeur had uitgevaardigd.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Na de bestrijding en verwerping der bovennatuurlijke waarheden, alsof die strijdig met de rede waren, wordt de Schepper en Verlosser zelf van het menschdom geleidelijk, stap voor stap, van de universiteiten, lycea en gymnasia en uit heel het openbare leven verbannen.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ten slotte heeft men de belooning en de straf in het toekomstige, eeuwige leven, aan de vergetelheid prijsgegeven, en aan het vurig verlangen naar geluk den tijd van dit leven als begrenzing aangewezen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Geen wonder, dat als gevolg van het wijd en zijd verbreiden dezer leerstellingen en van het verwerven eener teugellooze vrijheid in denken en doen, de menschen der minst bedeelde klasse genoeg kregen van hun armelijk huisje of van de werkplaats, en hun begeerte gezet hebben op de paleizen en de bezittingen der rijkeren. Geen wonder, dat er absoluut geen rust meer is voor het particuliere leven of het openbaar leven, en dat het menschdom reeds bijna tot den rand van den ondergang is gekomen.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3 De waarschuwingen en maatregelen der pausen
9
De opperherders der Kerk, wier taak het is de kudde des Heeren te beschermen tegen de hinderlagen van haar vijanden, hebben bijtijds getracht maatregelen te nemen tot keering van het gevaar en tot behoud der geloovigen. Bij het eerste ontstaan immers der geheime genootschappen, in wier boezem de zaden der juist vermelde dwalingen reeds toen werden aangekweekt, hebben de pausen Clemens XII en Benedictus XIV de goddelooze plannen dier genootschappen aan het licht gebracht en de geloovigen der geheele wereld gewaarschuwd voor het verderf, dat in het geheim werd beraamd. Toen echter degenen, die zich beroemden op den naam van wijsgeeren, aan de menschen een teugellooze vrijheid toekenden, en men een zg. nieuw recht tegen de natuurlijke en goddelijke wet in begon uit te denken en vast te stellen, heeft Pius VI z.g. aanstonds het boosaardig karakter dezer leerstellingen en haar valschheid in openlijke documenten aangetoond, en tegelijk met vooruitzienden, apostolischen blik de onheilen voorspeld, waartoe het jammerlijk bedrogen volk zich liet meesleepen.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Doch ondanks dat alles werden er geen afdoende maatregelen genomen, om de dagelijks sterkere verbreiding van de verkeerde theorieën dier genootschappen onder de volken en den overgang ervan in openbare staatswetten te voorkomen. Daarom hebben paus Pius VII en paus Leo XII de geheime genootschappen onder straffe van den ban veroordeeld en de maatschappij opnieuw voor het van hun kant dreigende gevaar gewaarschuwd.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Aan allen eindelijk is overbekend de ernstige taal, de zielskracht en standvastigheid, waarmede onze roemvolle voorganger Pius IX z.g. in zijn allocuties of in zijn encyclieken aan de bisschoppen der geheele wereld zoowel tegen het misdadig gekuip der genootschappen als met name tegen het daaruit voortgekomen heillooze socialisme gestreden heeft.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Het valt echter te betreuren: degenen, op wie de zorg voor het algemeen welzijn rust, hebben zich door het bedrog dier goddelooze lieden laten misleiden en zich door hun bedreigingen schrik laten aanjagen, en zijn daardoor tegen de Kerk altijd met achterdocht of zelfs met vijandschap bezield geweest. Zij begrepen niet, dat de pogingen der verkeerde partijen zouden mislukken, als de leer der katholieke Kerk en het gezag der pausen van Rome zoowel bij de vorsten als bij de volken altijd, zooals het behoort, in eere was gebleven. “De Kerk' nl. “van den levenden God", die “de zuil en de grondslag der waarheid" (1 Tim. 3, 15)[b:1 Tim. 3, 15] is, geeft de leer en de voorschriften, die uitmuntend geschikt zijn voor het behoud en de rust der maatschappij en voor de volslagen uitroeiing van het socialistische onkruid.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - DE LEER DER KERK TEGENOVER DAT KWAAD
- 1 - De leer der Kerk omtrent de gelijkheid der menschen en omtrent het gezag
13
Inderdaad, de socialisten misbruiken weliswaar zelfs het Evangelie, om menschen die minder behoedzaam zijn, gemakkelijker te misleiden, en zijn gewoon het in hun zin te verdraaien, maar in werkelijkheid bestaat er tusschen hun verkeerde leerstellingen en de zuivere leer van Christus de grootst mogelijke tegenstelling. “Want wat hebben gerechtigheid en ongerechtigheid gemeen, of wat. heeft het licht met de duisternis te maken?" (2 Kor. 6, 14)[b:2 Kor. 6, 14] Zooals wij reeds aanstipten, komen zij voortdurend aan met de bewering, dat alle menschen van nature aan elkaar gelijk zijn. Daarvan uitgaande beweren zij, dat men geen eer of achting aan de majesteit, en geen gehoorzaamheid aan de wetten verschuldigd is, behalve dan misschien aan wetten, die zij zelf volgens hun goedvinden hebben vastgesteld.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Volgens de leer van het Evangelie daarentegen bestaat de gelijkheid der menschen hierin: zij hebben allen dezelfde natuur gekregen en zijn allen tot dezelfde hooge waardigheid van kinderen Gods geroepen. Eveneens is hun allen één en hetzelfde doel voor oogen gesteld; allen moeten eenmaal naar dezelfde wet geoordeeld worden, om naar verdienste loon of straf te ontvangen. Er bestaat echter een ongelijkheid van recht en gezag, en die is afkomstig van den Schepper zelf der natuur, “aan wien alle vaderschap in den hemel en op aarde zijn naam ontleent." (Ef. 3, 15)[b:Ef. 3, 15] Tusschen vorsten en onderdanen echter bestaat er volgens de katholieke leer en moraal een band van wederzijdsche verplichtingen en rechten, en wel van dien aard, dat willekeur bij de uitoefening van het gezag in toom gehouden wordt, en de gehoorzaamheid gemakkelijk, op goeden grond steunend, en eervol wordt gemaakt.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zeker, de Kerk scherpt aan alle onderdanen voortdurend de les van den apostel in: ,,Alle gezag komt van God; en ook het thans bestaande gezag is verordend door God. Wie zich dus verzet tegen het gezag, verzet zich tegen de verordening van God; en de weerspannigen zullen hun veroordeeling inloopen." En elders beveelt hij: “het is dus noodzakelijk, dat men zich onderwerpt, niet alleen om de straf, maar ook uit plichtsbesef", en verder: ,Geeft dus aan allen wat hun toekomt, belasting aan wien gij belasting, tol aan wien gij tol, ontzag aan wien gij ontzag, eer aan wien gij eer verschuldigd zijt." (Rom. 13, 1-7)[b:Rom. 13, 1-7]
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Immers, de Schepper en bestuurder van het heelal heeft het in Zijn wijze voorzienigheid zoo ingericht, dat het laagste door het middelste, en het middelste door het hoogste zijn eigen doeleinden zou bereiken. Zoo wilde Hij dan ook, dat er zelfs in het hemelsche rijk een onderscheid zou bestaan tusschen de koren der engelen, en dat de eenen ondergeschikt zouden zijn aan de anderen; zoo heeft Hij ook in de Kerk verschillende hiërarchische rangen ingesteld en vercheidenheid van bedieningen: niet allen zouden Apostelen zijn, niet allen leeraren, niet allen herders. (1 Kor. 12, 28)[b:1 Kor. 12, 28] Welnu, zoo heeft Hij ook bepaald, dat er n de burgerlijke maatschappij meerdere standen ouden zijn, die in waardigheid, rechten en gezag verschillen. Zoo moest de staat, juist als de Kerk, één lichaam zijn met vele ledematen, waarvan het vene hooger staat dan het andere, maar die alle voor elkander noodig zijn en die ieder zorg dragen voor het welzijn van het geheel.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2 - De leer der Kerk omtrent de plichten der gezagsdragers
17
Van den anderen kant echter: om te bereiken dat de regeerders der volken van het hun verleende gezag gebruik maken tot opbouw en niet tot vernietiging, herinnert de Kerk van Christus hen zeer te recht aan de waarheid, dat ook de vorsten het strenge oordeel van den oppersten Rechter boven het hoofd hangt, en roept zij hun allen met de woorden der goddelijke wijsheid in den naam van God toe: ,Leent uw oor, gij die over de menigte heerschappij voert en uw behagen vindt in scharen van volkeren; want de heerschappij is u van den Heer gegeven, en de macht van den Allerhoogste, die onderzoek zal doen naar uw werken en uw overleggingen zal navorschen.... want zij die over anderen gesteld zijn, zullen een allerstrengst oordeel ondergaan.... Want God zal voor niemand beducht zijn, noch iemands grootheid ontzien; want kleinen en grooten, Hij heeft ze gemaakt, en Zijn zorg strekt zich gelijkelijk uit over allen. Doch den grooteren wacht een grooter straf." (Wijsh. 6, 3-4.8-9)[b:Wijsh. 6, 3-4.8-9]
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Gebeurt het nu somtijds toch, dat de vorsten bij de uitoefening van het openbaar gezag onberaden optreden en de maat te buiten gaan, dan laat de leer der katholieke Kerk niet toe, eigenmachtig tegen hen op te staan; opdat niet nog grootere verstoring van orde en rust en nog grooter nadeel voor de maatschappij volge. Komt het zoover, dat er geen straal van hoop op redding meer over is, dan leert zij, door de verdiensten: van het christelijk geduld en door aanhoudend gebed tot God, spoedig middelen tot uitkomst te bekomen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Als de besluiten van wetgevers en vorsten iets bepalen of bevelen, dat met de goddelijke wet of met de natuurwet in strijd is, dan zeggen de waardigheid en de plicht van christen en het woord der apostelen, “dat men aan God meer moet gehoorzamen dan aan de menschen." (Hand. 5, 29)[b:Hand. 5, 29]
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3 - De leer der Kerk omtrent huwelijk en huisgezin
20
De heilzame invloed der Kerk, die zulke overvloedige vruchten heeft voor het volkomen handhaven der orde en voor het behoud der maatschappij, is ook voelbaar en merkbaar in de huiselijke gemeenschap, die het beginsel is van iedere maatschappij en staat. Gij weet het immers, eerbiedwaardige broeders, de Juiste inrichting dezer gemeenschap steunt volgens de dwingende wet van het natuurrecht allereerst op de onverbreekbare vereeniging tusschen man en vrouw, en wordt gecompleteerd door de wederzijdsche plichten en rechten tusschen ouders en kinderen, tusschen meesters en dienstpersoneel. Gij weet het ook: door de socialistische leer wordt de huiselijke gemeenschap zoo goed als uiteengerukt. Immers, heeft zij de hechtheid, die van het godsdienstig huwelijk op haar overgaat, verloren, dan moet het gezag van den vader over de kinderen en de plichtsvervulling der kinderen jegens de ouders onvermijdelijk een groote verslapping ondergaan.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De Kerk daarentegen leert, dat het , “in alle opzichten eerbare huwelijk" (Hebr. 13, 4)[b:Hebr. 13, 4], dat God zelf bij het begin der wereld tot voortplanting en instandhouding van het menschdom heeft ingesteld en waarvan Hij de onverbreekbaarheid plechtig heeft vastgesteld, door Christus nog hechter en heiliger is geworden. Deze heeft het immers de waardigheid van sacrament geschonken en het tot een afbeelding willen hebben van Zijn vereeniging met de Kerk. Daarom is naar het woord van den apostel (12) de man het hoofd van de vrouw, zooals Christus het hoofd is der Kerk; en zooals de Kerk onderdanig is aan Christus, die haar in zuivere, altijddurende liefde omhelst, zoo moeten ook de vrouwen onderdanig zijn aan haar mannen, en omgekeerd door hen met trouwe, nooit verflauwende genegenheid bemind worden.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Eveneens geeft de Kerk aan het gezag van vader en meester zulk een wijzen regel, dat het sterk genoeg is om kinderen en dienstbaren binnen de perken van hun plicht te houden, en toch niet al te groote afmetingen aanneemt. Want volgens de katholieke leer stroomt het gezag van den Vader en den Heer in den hemel over op de ouders en meesters. Hun gezag heeft dientengevolge niet alleen zijn oorsprong en beteekenis van God, maar moet ook zijn natuur en aard aan Hem ontleenen. Daarom spoort de apostel de kinderen aan: “aan hun ouders gehoorzaam te zijn in den Heer, en hun vader en hun moeder te eeren; dit is het eerste gebod waaraan de belofte verbonden is." (Ef. 6, 1.2)[b:Ef. 6, 1.2] Den ouders echter beveelt hij: “En gij, vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt ze op in de tucht en in de vermaning des Heeren." (Ef. 5, 4)[b:Ef. 5, 4] En wederom wordt door denzelfden apostel aan dienstbaren en meesters als een goddelijk gebod voorgehouden, dat de eersten aan hun aardsche meesters gehoorzamen als aan Christus .... en met goeden wil hun dienst verrichten als dienden zij den Heer", en dat de laatsten “het dreigen achterwege laten, wetend, dat de Meester van dien in den hemel is en dat er bij God geen aanzien van personen bestaat." (Ef. 6, 5; Ef. 6, 7)[b:Ef. 6, 5; Ef. 6, 7]
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Als al deze geboden door allen, wien ze aangaan, volgens het welbehagen van Gods wil onderhouden werden, dan zou ongetwijfeld ieder huisgezin een beeld vertoonen van het huisgezin in den hemel, en dan zouden de heerlijke weldaden, die daarvan het gevolg zijn, niet binnen de muren van het huis besloten blijven, maar ook aan den staat in overvloed ten goede komen.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 4 - De leer der Kerk omtrent het eigendomsrecht, haar eerbied en zorg voor de armen, haar leer omtrent de plichten der rijken
24
Wat nu de rust in maatschappij en gezin betreft, daarvoor heeft de katholieke wijsheid, die op de voorschriften van de natuurwet en de goddelijke wet steunt, met veel overleg gezorgd, óók door haar overtuiging en haar leer omtrent het eigendomsrecht en omtrent de verdeeling der goederen, die voor het leven noodig of nuttig zijn. De socialisten maken het eigendomsrecht uit voor een menschelijke uitvinding, die strijdig is met de natuurlijke gelijkheid der menschen. Overeenkomstig hun streven naar gemeenschap van goederen meenen zij, dat men armoede niet met gelatenheid moet dragen en dat men de bezittingen en de rechten der rijkeren straffeloos mag aantasten. Daartegenover handelt de Kerk veel beter en nuttiger, door onder de menschen, die nu eenmaal van nature in lichaamskracht en in geestelijken aanleg verschillen, ook een ongelijkheid in bezit te erkennen. Zij wil dat ieders recht op bezit en eigendom, een recht dat van de natuur zelf afkomstig is, ongekrenkt en ongeschonden blijve. Want zij weet het: diefstal en roof zijn door God, den oorsprong en den wreker van alle recht, zoo streng verboden, dat men een andermans goed niet eens mag begeeren, en dieven en roovers worden, even goed als echtbrekers en afgodendienaars, uit het hemelrijk uitgesloten.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Maar daarom verwaarloost zij toch de zorg voor de armen niet en verzuimt zij niet als liefdevolle moeder in hun behoeften te voorzien. Integendeel, zij trekt zich hun lot met moederlijke genegenheid aan, en wel wetend, dat de armen den persoon van Christus zelf vertegenwoordigen, die de weldaad, zelfs aan den geringsten arme, door wien ook bewezen, als aan Zichzelf bewezen acht, houdt zij hen in hooge eere. Zij verlicht hun nood zooveel zij vermag; zij zorgt voor de oprichting, overal ter wereld, van huizen en toevluchtsoorden om hun onderdak, levensonderhoud en verpleging te verschaffen, en neemt die inrichtingen onder haar bescherming. Zij houdt den rijken met nadruk hun ernstige verplichting voor om het overtollige aan de armen te geven. Zij bedreigt hen met het oordeel Gods, waardoor zij, als zij de behoeftigen in hun nood niet te hulp komen, tot eeuwige straffen zullen veroordeeld worden. Ten slotte, zij brengt den armen de grootste bemoediging en troost. Zij doet dit door hun het voorbeeld van Christus voor oogen te stellen, die “om onzentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was." (2 Kor. 8, 9)[b:2 Kor. 8, 9] Ofwel zij roept in het geheugen de woorden, waarmee Hij de armen zalig prees en hun de hoop op eeuwige belooningen voorhield.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Wie zou niet inzien, dat dit de beste manier is om den eeuwenouden strijd tusschen armen en rijken bij te leggen? Gelijk de feiten en gebeurtenissen het evident bewijzen: als men deze manier verwerpt of verzuimt, dan is één van de twee het onvermijdelijk gevolg: ofwel het grootste deel van het menschdom zal vervallen tot den schandelijken staat van slavernij, die bij de heidenen zoolang heeft bestaan, ofwel de maatschappij zal door voortdurende beroeren worden verontrust en door roof en plundering worden geteisterd, zooals wij dat ook in de laatste tijden met droefheid hebben zien gebeuren.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- BESLUIT
- 1 - Beroep op volken en vorsten
27
Om al deze redenen, eerbiedwaardige broeders, hebben wij, op wie thans het bestuur der geheele Kerk rust, van het begin van ons pontificaat af, aan volken en vorsten, die door den woesten storm worden heen en weer geslingerd, de veilige toevluchtshaven aangewezen, en zoo verheffen wij, bewogen door het uiterste, dreigende gevaar, opnieuw onze apostolische stem tot hen. Wij bidden hen bij hun eigen heil en bij dat van den staat telkens opnieuw, en wij bezweren hen: laten zij welwillend luisteren naar de lessen der Kerk, die zich voor het welzijn hunner staten zoo hoog verdienstelijk heeft gemaakt. Laten zij ten volle overtuigd zijn, dat de belangen van staat en godsdienst zoo verbonden zijn, dat iedere afbreuk aan den godsdienst evenveel afbreuk doet aan de plichtsvervulling der onderdanen en aan de hoogheid van hun gezag. Zij weten, dat de Kerk van Christus ter afwering van het socialistische verderf een kracht heeft, zooals menschelijke wetten, verboden van overheden en wapenen van soldaten niet bezitten; welnu, laten zij dan de Kerk zelf weer herstellen in den toestand van vrijheid, die haar in staat stelt haar heilzamen invloed ten bate van heel de menschelijke maatschappij uit te oefenen.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2 - Beroep op de bisschoppen
28
Gij echter, eerbiedwaardige broeders, doorschouwt 28 den oorsprong en den aard der dreigende gevaren; legt er u dus met inspanning van al uw zielskracht op toe, dat de katholieke leer in aller harten worde geplant en diep wortel schiete. Doet wat gij kunt om te maken, dat allen reeds van hun prille jaren of zich gewennen aan kinderlijke liefde jegens God en aan eerbied voor Zijn gebod, aan gehoorzaamheid jegens den verheven persoon der vorsten en de wetten, van verzaking hunner begeerten en aan het nauwkeurig onderhouden der orde, die God in de burgerlijke of de huiselijke maatschappij heeft vastgesteld. Daarbij moet gij ook uw best doen, dat de kinderen der katholieke Kerk het niet wagen, lid te worden van die verderfelijke partij of ze op eenige wijze steunen. Integendeel, laten zij door hun uitstekend dra en hun in alle opzichten correcte levenswijze toonen, hoe goed en gelukkig de toestand in de maatschappij zou zijn, als al haar leden ieder voor zich een lichtend voorbeeld van goed gedrag en deugd zouden geven.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Eindelijk, de aanhangers van het socialisme worden vooral geworven uit de ambachtslieden of loonarbeiders, die wellicht uit afkeer van hun lot als arbeider, zich zeer licht door de hoop op rijkdom en de belofte van bezit laten verleiden; daarom lijkt een praktisch middel, de bevordering van bonden van ambachts- en handwerkslieden, bonden, wier doel is, onder de bescherming van den godsdienst al hun leden te brengen tot tevredenheid met hun lot, tot arbeidzaamheid, en tot een stil, rustig leven.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3 - Aansporing tot gebed; zegenwensch
30
Mogen echter onze en ook uw pogingen begunstigd worden door Hem, aan wien wij het begin en het einde van alle goed te danken hebben. Trouwens, het karakter van deze dagen, waarin de jaarlijksche herinnering aan de geboorte des Heeren plechtig wordt gevierd, verlevendigt in ons de hoop op spoedige hulp. Want het nieuwe heil, dat Christus door Zijn geboorte gebracht heeft aan de reeds verouderde wereld, die bijna in den diepsten afgrond van ellenden was gevallen: datzelfde heil moeten ook wij volgens Zijn wil verhopen, en den vrede, dien Hij toen door de engelen aan de menschen liet verkondigen, heeft Hij ook aan ons beloofd. Immers, “de hand des Heeren is niet te kort om te redden, en Zijn oor is niet doof om te hooren." (Jes. 59, 1)[b:Jes. 59, 1] Terwijl wij dan in deze heilspellende dagen u, eerbiedwaardige broeders, en de geloovigen uwer kerken alle blijdschap en geluk toewenschen, smeeken wij den Schenker van alle goed met aandrang, dat wederom “aan de menschen moge verschijnen de goedertierenheid en menschlievendheid van God, onzen Zaligmaker" (Tit. 3, 4)[b:Tit. 3, 4], die ons ontrukt heeft aan de macht van den verbitterden vijand en ons overgebracht heeft tot de verheven waardigheid van kinderen (Gods).
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
En om des te spoediger en te voller te verkrijgen wat wij wenschen, richt ook gij met ons uw vurige gebeden tot God, eerbiedwaardige broeders, en vraagt om de tusschenkomst van de allerheiligste, onbevlekt ontvangen Maagd, van haar bruidegom, den H. Joseph, van de heilige apostelen Petrus en Paulus, op wier voorspraak wij het grootste vertrouwen stellen.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Intusschen verleenen wij als voorteeken der goddelijke gaven met innige liefde aan u, eerbiedwaardige broeders, aan uw geestelijkheid en aan heel uw geloovig volk den apostolischen zegen in den Heer.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGegeven te Rome, bij St. Pieter, den 28en December 1878,
in het eerste jaar van ons pausschap.
PAUS LEO XIII.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 9
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/822-quod-apostolici-muneris-nl