In Christus is God nabij gekomen

Beminde broeders en zusters:

In de liturgie van vandaag presenteert de evangelist heilige Mattheüs, die ons dit liturgisch jaar zal vergezellen, de aanvang van Christus' openbare missie. Het bestaat in wezen in de aankondiging van Gods koninkrijk en in de genezing van de zieken om aan te tonen dat dit koninkrijk reeds nabij is, meer nog, het is al tot ons gekomen. Jezus begint te verkondigen in Galilea, het gebied waar hij opgroeide, een gebied aan de "periferie" met betrekking tot het centrum van de Joodse natie, Judea, en daarin Jeruzalem. Maar de profeet Jesaja had aangekondigd dat dit land, toegewezen aan de stammen van Zebulon en Naftali, een glorieuze toekomst zou kennen: een volk dat in duisternis wandelt, zou een groot licht zien (Jes. 8, 23-9, 1)[[b:Jes. 8, 23-9, 1]], het licht van Christus en van zijn Evangelie. (Mt. 4, 12-16)[[b:Mt. 4, 12-16]]

De term 'evangelie' werd ten tijde van Jezus door de Romeinse keizers gebruikt voor hun proclamaties. Ongeacht de inhoud ervan werden deze als 'goed nieuws' gedefinieerd, dat wil zeggen aankondigingen van heil, omdat de keizer werd beschouwd als de heer van de wereld, en zijn edicten als goede voortekens. Daarom kreeg de toepassing van dit woord op Jezus' prediking een zeer kritische betekenis, het beduidde zo veel als: God, en niet de keizer, is de Heer van de wereld en het ware Evangelie is dat van Jezus Christus.

Het "goede nieuws" dat Jezus verkondigt, wordt als volgt samengevat: “Het rijk van God - of het rijk der hemelen - is nabij” (Mt. 4, 17; Mc. 1, 15)[b:Mt. 4, 17; Mc. 1, 15]. Wat betekent deze uitdrukking? Zeker, het duidt niet op een aards koninkrijk, begrensd in ruimte en tijd; het kondigt aan dat het God is die regeert, dat God de Heer is en dat zijn heerschappij aanwezig is, actueel is, en wordt gevestigd.

Daarom is de nieuwheid van Christus' boodschap dat God in hem dichtbij is gekomen, dat hij reeds te midden van ons heerst, zoals blijkt uit de wonderen en genezingen die hij verricht. God regeert in de wereld door zijn Zoon die mens geworden is en met de kracht van de Heilige Geest, die de "vinger Gods" wordt genoemd. (Lc. 11, 20)[[b:Lc. 11, 20]] De Schepper Geest stort leven in waar Jezus komt, en de mensen worden genezen van de ziekten naar lichaam en geest. De heerschappij van God openbaart zich dan in de totale genezing van de mens. Op deze wijze wil Jezus het gelaat van de ware God onthullen, de nabije God, vol barmhartigheid jegens iedere mens; de God die ons leven in overvloed geeft, zijn eigen leven. Bijgevolg is het koninkrijk van God het leven dat zegeviert over de dood, het licht der waarheid dat de duisternis van de onwetendheid en de leugen verdrijft.

Laten we de allerheiligste Maria vragen dat zij voor de Kerk altijd dezelfde hartstocht voor het koninkrijk van God verkrijgt die de zending van Jezus Christus inspireerde: hartstocht voor God, voor zijn heerschappij van liefde en leven; passie voor de mens, om hem waarachtig te vinden met het verlangen hem de meest waardevolle schat te schenken: de liefde van God, zijn Schepper en Vader.