Art. 3
Ten aanzien van het geval, voorzien bij het 17de artikel der overeenkomst in den jare 1801 aangegaan, wordt het volgende bepaald:
Zoo dikwerf de aartsbisschoppelijke of bisschoppelijke stoel zal openkomen, zullen de kapittels dier kerken, binnen den tijd van eene maand, te rekenen van den dag der vacature af, ter kennisse van Z.M. den Koning brengen de namen der kandidaten, tot de Nederlandsche geestelijkheid behoorende welke zij waardig en bekwaam zullen oordeelen, de aartsbisschoppelijke of bisschoppelijke kerk te bestieren, en welke zij zullen weten, met zoodanige vroomheid, kunde en beleid begaafd te zijn, als bij de wetten der kerk, in de bisschoppen vereischt wordt.
Indien echter bij toeval eenige der kandidaten aan Z. M. den Koning minder aangenaam mogten zijn, zullen de kapittels hen van de lijst schrappen, zoo nogtans, dat er een voldoende getal van kandidaten zal overblijven, waaruit een nieuwe aartsbisschop of bisschop kan gekozen worden. De kapittels zullen alsdan tot de kanonieke keus van den aartsbisschop of bisschop uit een der overgebleven kandidaten, volgens de gewone kanonieke voorschriften overgaan, en het authentieke proces-verbaal der keuze, binnen ééne maand, aan den Paus doen toekomen.
De Paus zal het proces-informatief over de gesteldheid der kerk en over de hoedanigheden van hem, die tot de aartsbisschoppelijke of bisschoppelijke kerk zal worden verheven, doen opmaken, overeenkomstig de voorschriften van URBANUS VIII (zaliger gedachtenis), en hetzelve aangenomen zijnde zal de Paus, wanneer hij in hem, welke benoemd zal worden, die hoedanigheden erkent, die bij de kanons vereischt worden, hem zoo spoedig, als zulks zal kunnen plaatsgrijpen, overeenkomstig de vastgestelde regelen, door apostolische brieven bevestigen.
Wanneer echter de keus niet kanoniek genoeg mogt zijn geschied, of indien het mogt blijken, dat hij die benoemd zou worden, voorzegde hoedanigheden niet bezit, zal de Paus door eene bijzondere gunst toelaten, dat het kapittel tot eene nieuwe keus op bovengemelde kanonieke wijze overga.
De bekrachtiging van de tegenwoordige overeenkomst zal van beide zijden, binnen den tijd van zestig dagen te Rome, of spoediger, wanneer zulks mogelijk is, plaats grijpen.
Gegeven te Rome, den 18 Juny 1827.
(Was geteekend)
(L.S.) Cie DE, CELLES.
(L.S.) GERMAIN.
(L.S.) D. MAURUS, CARDINALIS CAPPELLARI.
(L.S.) FRANCISCUS CAPACCINI.