Inhoudsopgave
- Inhoud
Geachte heer voorzitter,
Excellenties, geëerde professoren,
beste collega's!
Het verheugt mij u te mogen verwelkomen op deze bijeenkomst in een vertrouwde sfeer, die herinneringen oproept aan een lange periode van intensieve samenwerking met velen van u. In 1969 werd ik benoemd tot lid van de , waarvan ik vanaf 1982 voorzitter was. Allereerst wil ik aartsbisschop Levada, die voor het eerst een bijeenkomst van de voorzit, hartelijk danken voor zijn groet. Ik verzeker hem van mijn gebeden dat het licht en de kracht van de Heilige Geest hem mogen vergezellen bij het vervullen van de taak die hem is toevertrouwd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
De plenaire vergadering die deze dagen plaatsvindt, zet het werk voort van het zevende Quinquenniums van de Commissie, dat vorig jaar onder mijn voorzitterschap begon. Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om ieder van u aan te moedigen verder na te denken over de studiethema's die voor de komende jaren zijn gekozen. Tijdens de ontvangst voor de leden op 7 oktober vorig jaar heeft wijlen paus Johannes Paulus II twee onderwerpen die op dit moment onderwerp van studie zijn als bijzonder belangrijk naar voren gebracht: Het ene onderwerp is het lot van kinderen die zonder doopsel sterven in de context van Gods universele heilsplan, de unieke bemiddeling van Jezus Christus en de sacramentaliteit van de Kerk; het andere onderwerp is de natuurlijke morele wet. Dit laatste is vooral belangrijk voor het begrijpen van de basis van rechten die geworteld zijn in de natuur van de persoon, die als zodanig voortkomen uit de wil van God de Schepper. Omdat ze aan elk positief staatsrecht voorafgaan, zijn ze universeel, onschendbaar en onvervreemdbaar en moeten daarom door alle mensen als zodanig erkend worden, vooral door de staatsautoriteiten, die geroepen zijn om de eerbiediging ervan te bevorderen en te garanderen. Hoewel het concept van de "menselijke natuur" verloren lijkt te zijn gegaan in de huidige cultuur, blijft het een feit dat mensenrechten alleen begrepen kunnen worden als we bedenken dat de mens, in zijn essentie, de drager is van waarden en normen die herontdekt en bevestigd moeten worden, niet uitgevonden of opgelegd op een subjectieve en willekeurige manier. Op dit punt is de dialoog met de seculiere samenleving van groot belang: het moet duidelijk gemaakt worden dat de ontkenning van een ontologische basis voor de fundamentele waarden van het menselijk leven onvermijdelijk eindigt in positivisme en het recht afhankelijk maakt van de heersende denkrichtingen in een gegeven samenleving, waardoor het misbruikt wordt als machtsinstrument in plaats van de macht ondergeschikt te maken aan het recht.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Niet minder belangrijk is het derde thema dat in de loop van de plenaire vergadering van vorig jaar werd gedefinieerd: het statuut en de methode van katholieke theologie. Theologie kan alleen ontstaan uit gehoorzaamheid aan de impuls van waarheid en liefde, die de Geliefde, in dit geval God zelf, wiens goedheid we in de geloofsdaad hebben erkend, steeds beter wil leren kennen. Wij kennen God omdat Hij zich aan ons bekend heeft gemaakt in Zijn oneindige goedheid, namelijk in de schepping, maar vooral in Zijn eniggeboren Zoon, die mens werd, stierf en verrees voor ons en voor onze verlossing.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
De openbaring van Christus is daarom het gezaghebbende basisprincipe voor de theologie. Ze wordt altijd beoefend in de Kerk en voor de Kerk, voor het lichaam van Christus, dat één is met Christus, en op deze manier ook in trouw aan de apostolische traditie. Het werk van de theoloog moet daarom worden uitgevoerd in gemeenschap met de levende stem van de Kerk, dat wil zeggen met het levende leergezag van de Kerk en onder haar gezag. Theologie beschouwen als een privéaangelegenheid voor de theoloog is de ware aard ervan verkeerd inschatten. Alleen binnen de kerkgemeenschap, verenigd met de legitieme herders van de Kerk, heeft theologisch werk enige betekenis. Het vereist natuurlijk wetenschappelijke competentie, maar ook, en in niet geringe mate, de geest van geloof en de nederigheid van iemand die weet dat de levende en ware God, het object van zijn reflectie, oneindig alle menselijke vermogens te boven gaat. Alleen door gebed en contemplatie kan men een godsbesef en de volgzaamheid aan de Heilige Geest verwerven die theologisch onderzoek vruchtbaar maken voor het welzijn van de hele Kerk en, zou ik zeggen, van de hele mensheid. Men zou hier bezwaar tegen kunnen maken: Is theologie op deze manier gedefinieerd nog steeds wetenschap, en is het nog steeds verenigbaar met onze rede en haar vrijheid? Ja, want rationaliteit, wetenschappelijkheid en denken in gemeenschap met de Kerk sluiten elkaar niet alleen niet uit, ze horen bij elkaar. De Heilige Geest leidt de Kerk in alle waarheid , de Kerk staat in dienst van de waarheid en haar leidende hand is onderwijs in waarheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Ik wens dat jullie studiedagen bezield mogen zijn door de broederlijke en gemeenschappelijke zoektocht naar de waarheid die de Kerk aan alle mensen wil verkondigen, en ik vraag de Heilige Maagd Maria, Zetel van Wijsheid, om jullie stappen te leiden in christelijke vreugde en hoop. Met deze gevoelens spreek ik nogmaals mijn achting en vertrouwen in u uit en geef ik u van harte mijn apostolische zegen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/733-onderwerpen-van-studie-niet-gedoopte-gestorven-kinderen-natuurwet-nl