Canones

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Canones
2e Concilie van Lateranen
2e Concilie van Lateranen
4 april 1139
Concilies en synodes - Canones
2015, Stg. InterKerk
4 april 1139
George Dölle pr.,
Lucas Verlinden,
Bram Witvliet
16 november 2022
5935
nl
Toon meer

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
2
Canon 2
Als iemand een prebende, of prioraat, of decanaat, of ereambt of andere kerkelijke promotie, of wat voor kerkelijk sacrament dan ook, zoals het chrisma of de heilige olie, of wijdingen van altaren of kerken, heeft verkregen door geld met tussenkomst van het vervloekte vuur van de hebzucht: {dan} moet hij het slecht verkregen ereambt verliezen, en de koper en verkoper en de bemiddelaar moeten worden getroffen door het teken van de schande. En noch voor voeding, noch onder het voorwendsel van een of andere gewoonte mag eerder of later iets door iemand geëist worden of mag hij zichzelf voornemen {iets} te geven: want dat is simonistisch; maar vrijelijk en zonder enige vermindering moet hij volop genieten van de verkregen waardigheid en prebende.

Referenties naar alinea 2: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Canon 13
Verder veroordelen wij de verfoeilijke en schandelijke, door goddelijke en menselijke wetten door de Heilige Schrift in het Oude en Nieuwe Testament veroordeeld, deze – zo zeg ik - onverzadigbare roofzucht van de woekeraars, en wij sluiten hen uit van alle kerkelijke vertroosting, terwijl wij bevelen, dat geen aartsbisschop, geen bisschop of abt van welke orde dan ook, of wie dan ook het zich voorneemt om rente-ontvangers in een orde en in de geestelijkheid op te nemen, tenzij met de grootste voorzichtigheid, maar zij moeten gedurende het hele leven als eerloos worden beschouwd en, als zij niet weer tot hun verstand komen, moeten zij van een christelijke begrafenis beroofd worden.

Referenties naar alinea 13: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Canon 22
“Omdat er voorzeker onder andere één ding is, wat de heilige Kerk het meest verstoort, namelijk valse boetedoening, drukken wij onze medebroeders en priesters op het hart, dat zij niet dulden dat de zielen van leken worden bedrogen door valse boetedoeningen en in de hel worden getrokken. Maar het staat vast dat het een valse boetedoening is, wanneer men met veronachtzaming van zeer vele zondes, de boetedoening slechts voor één doet: of wanneer men zo vanwege één zonde boete doet, dat men van een andere zonde dan niet afziet. Daarom is er geschreven: ‘Wie de hele wet in acht heeft genomen, maar in één punt haar overtreedt, is schuldig bevonden aan alles’ (Jak. 2, 10)[b:Jak. 2, 10]: namelijk met betrekking tot het eeuwige leven. Want zoals iemand, als hij verstrikt zou zijn in alle zonden, niet de poort van het eeuwige leven zal binnengaan, zo ook als iemand slechts in één zonde blijft hangen.

Ook wordt de boetedoening vals, wanneer de boetedoener niet terugtreedt uit zijn functie aan het hof of zakelijk ambt, dat op geen enkele wijze zonder zonde kan worden uitgevoerd; of als haat in het hart wordt gedragen, of als men geen genoegdoening doet aan de een of andere beledigde, of als de beledigde de belediger niet vergeeft, of als iemand de wapens tegen de rechtvaardigheid opneemt.” 1[[5941|(16)]] 2[[5942]]

Referenties naar alinea 22: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Canon 23
“Maar diegenen die, terwijl ze een schijn van religiositeit hooghouden, het sacrament van het lichaam en bloed van de Heer, het doopsel van kinderen, het priesterschap en de overige kerkelijke wijdingen en legitieme huwelijkssluitingen veroordelen, verbannen wij als ketters uit de Kerk van God en veroordelen wij en wij schrijven voor dat zij gestraft moeten worden door de externe krachten. Ook de verdedigers van hen binden wij met de keten van dezelfde veroordeling.” 3[[5943]]

Referenties naar alinea 23: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media