Informatie over dit document

De betekenis van de oorspronkelijke menselijke ervaring
Theologie van het Lichaam,
Deel 1, De oorspronkelijke eenheid van man en vrouw,
catechese over het Boek Genesis
nr. 11
Pauselijke geschriften - Audiënties
1981, "Naar Gods beeld, man en vrouw", uitg. Nieuwe Stad, Antwerpen
Aanvullende vertalingen: Stg. InterKerk, Poeldijk
Toon meerReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzicht
Extra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord
Reageer op dit document
Deel op social media
Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Inleidende overweging
De analyse van de eerste hoofdstukken van Genesis dwingt ons, zo mag men wel zeggen, tot een reconstructie van de constituerende elementen van de oorspronkelijke ervaring van de mens. In die zin is de jahwistische tekst uiteraard een bijzondere bron. Wanneer wij over die oorspronkelijke menselijke ervaringen spreken, denken we niet zozeer aan het ver-verwijderd-zijn in de tijd als wel aan de funderende betekenis ervan. Belangrijk dus is niet dat deze ervaringen tot de prehistorie van de mens (tot zijn 'theologische prehistorie') behoren, maar dat zij aan de wortel liggen van elke menselijke ervaring. Dit is een feit, ook al wordt er in de loop van het normale menselijke bestaan nauwelijks aandacht besteed aan deze essentiële ervaringen. Ze zijn zo sterk vermengd met de alledaagse dingen van het leven dat we ons normaal geen rekenschap geven van het buitengewoon karakter ervan. Op basis van de tot nu toe gemaakte analyses hebben we ons er reeds rekenschap van kunnen geven dat wat wij in het begin 'openbaring van het lichaam' hebben genoemd, ons in zekere zin helpt ontdekken wat voor uitzonderlijks er in het alledaagse steekt. Dit is mogelijk, omdat de openbaring (die van het begin, eerst uitgedrukt in het jahwistisch verhaal van Genesis 2-3 en vervolgens in de elohistische tekst van Genesis 1) juist die allereerste ervaringen in overweging neemt waaruit welhaast volledig de absolute oorspronkelijkheid blijkt van wat de mens, man-vrouw, is: als mens, dus ook door zijn lichaam. De menselijke ervaring van het lichaam, zoals we die ontdekken in de reeds aangehaalde bijbelteksten, ligt ongetwijfeld op de drempel van heel de daaropvolgende 'historische' ervaring. Ze schijnt echter ook op een zo diepe ontologische basis te berusten dat de mens er in zijn dagelijks leven niets van merkt, ook al veronderstelt en postuleert hij haar tegelijkertijd als deel van het vormingsproces van zijn eigen beeld.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Zonder deze inleidende overweging, zou het onmogelijk zijn de betekenis van de oorspronkelijke naaktheid te preciseren en te beginnen met de analyse van Genesis 2, 25 waar staat:
'Zij waren beiden naakt, de mens en zijn vrouw, maar zij voelden geen schaamte voor elkaar'.
Op het eerste gezicht lijkt de inlassing van dit schijnbaar bijkomstige detail in het jahwistische scheppingsverhaal van de mens iets niet ter zake doend, iets misplaatst. Men zou kunnen denken dat deze passage echt niet de vergelijking kan doorstaan met wat in de eraan voorafgaande verzen wordt ontwikkeld en dat ze in zekere zin niet in de context past. Maar dit oordeel is niet opgewassen tegen een dieper gravende analyse. Genesis 2, 25 biedt namelijk een van de sleutelelementen van de oorspronkelijke openbaring, even beslissend als de andere teksten van Genesis , waardoor wij reeds de betekenis hebben kunnen preciseren van de oorspronkelijke eenzaamheid en van de oorspronkelijke eenheid van de mens. Als derde element komt hier nu nog bij de betekenis van de oorspronkelijke naaktheid, die in de context duidelijk reliëf krijgt; en in het eerste Bijbelse ontwerp tot antropologie heeft die betekenis niets accidenteels. Ze is integendeel juist de sleutel voor het volledig volkomen begrip ervan.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Schaamte als drempelervaring
Het is duidelijk dat juist dit element van de oude bijbeltekst een specifieke bijdrage levert voor de theologie van het lichaam, een bijdrage die men absoluut niet terzijde mag laten. De navolgende analyses zullen dit voor ons bevestigen. Alvorens daarmee te beginnen echter, veroorloof ik me op te merken dat de tekst van Genesis 2, 25 uitdrukkelijk vraagt, de beschouwingen over de theologie van het lichaam vast te knopen aan de dimensie van de persoonsgebonden subjectiviteit van de mens; in dat kader verloopt namelijk het inzicht in de betekenis van het lichaam. Genesis 2, 25 spreekt daar op een oneindig veel rechtstreekser manier over dan de andere gedeelten van deze jahwistische tekst die we al gedefinieerd hebben als eerste registratie van het menselijk bewustzijn. De passage die ons leert dat de eerste mensen, man en vrouw, 'naakt waren' maar 'daar geen schaamte over voelden', beschrijft ongetwijfeld hun bewustzijnstoestand, of liever hun wederzijdse ervaring van het lichaam, dat wil zeggen de ervaring die de man opdeed van de vrouwelijkheid die bleek uit de naaktheid van het lichaam, en wederkerig een analoge ervaring van de mannelijkheid die de vrouw opdeed. Met de uitspraak dat zij 'geen schaamte voor elkaar voelden' tracht de auteur die wederzijdse ervaring van het lichaam met de grootst mogelijke nauwkeurigheid te beschrijven. Men kan zeggen dat dit soort nauwkeurigheid een fundamentele ervaring van de mens weerspiegelt, in 'algemene' en voorwetenschappelijke zin, en dat die ook beantwoordt aan de eisen van de antropologie en met name van de hedendaagse antropologie die gaarne teruggaat naar de zogeheten 'basis' -ervaringen, zoals de ervaring van het schaamtegevoel.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Doordat wij hier zinspelen op de nauwkeurigheid van het verhaal, voorzover die voor de schrijver van de jahwistische tekst mogelijk was, worden wij ertoe gebracht even stil te staan bij de ervaringsgradaties van de 'historische' mens die de erfelijke last van de zonde draagt; gradaties die hun uitgangspunt methodologisch in de toestand van oorspronkelijke onschuld hebben. Wij hebben in voorgaande analyses van de context reeds vastgesteld dat Christus door terug te gaan naar 'het begin' indirect de gedachte invoert van continuïteit en samenhang tussen beide toestanden, alsof hij ons toestond van de drempel van de 'historische' zondetoestand van de mens terug te gaan naar die van zijn oorspronkelijke onschuld. En juist Genesis 2, 25 eist heel speciaal die drempel te overschrijden. Men kan gemakkelijk opmerken dat deze passage, evenals de betekenis van de oorspronkelijke naaktheid die eraan vastzit, opgenomen is in het geheel van de context van het jahwistische verhaal. Enkele verzen verder schrijft de auteur immers:
'Nu gingen hun beiden de ogen open en zij ontdekten dat zij naakt waren. Daarom hechtten ze vijgenbladen aaneen en maakten daar lendenschorten van' .
Het bijwoord '
nu' geeft een nieuw moment en een nieuwe situatie aan: gevolgen van het verbreken van het eerste Verbond; het is een situatie die in het verlengde ligt van het mislukken van de eerste beproeving in verband met de boom van de kennis van goed en kwaad, die tegelijk de eerste 'proef' was van gehoorzaamheid, dat wil zeggen van luisteren naar het woord van God in heel zijn waarheid, en van aanvaarding van de liefde, in de totale onderwerping aan de eisen van de scheppende wil. Dit nieuw moment of deze nieuwe situatie brengt ook een nieuwe inhoud mee en een nieuwe hoedanigheid van de lichaamservaring, zodat men niet meer kan zeggen: 'zij waren naakt maar voelden geen schaamte voor elkaar'. De schaamte is hier dus niet alleen een oorspronkelijke maar ook een 'drempel'-ervaring.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Het verschil in de formules van Genesis 2, 25 en Genesis 3, 7 is dus veelbetekenend. In het eerste geval '
waren zij naakt maar voelden geen schaamte voor elkaar', in het tweede geval '
wisten zij dat zij naakt waren'. Wil dat zeggen dat zij in een eerste moment 'niet beseft hadden dat zij naakt waren '? dat zij het niet wisten, de naaktheid van hun lichaam bij elkaar niet zagen? De veelzeggende verandering waarvan getuigd wordt door de Bijbeltekst over het voelen van schaamte (waarover ook nog sprake is in Genesis 3, 10-12) ligt op een veel dieper niveau dan het louter gebruik van het gezichtsvermogen. De vergelijkende analyse van Genesis 2, 25 en Genesis 3 leidt noodzakelijk tot de conclusie dat het hier niet gaat om een overgang van 'niet-kennis' naar 'kennis' maar om een radicale verandering in de betekenis van de oorspronkelijke naaktheid van de vrouw in aanwezigheid van de man en van de man in aanwezigheid van de vrouw. Die komt in hun bewustzijn op, als vrucht van de boom van de kennis van goed en kwaad:
'Wie heeft u verteld dat gij naakt zijt? Hebt ge soms gegeten van de boom die Ik u verboden heb?' .
Deze verandering betreft rechtstreeks de ervaring van de betekenis van het eigen lichaam tegenover de Schepper en de schepselen. Dit wordt vervolgens bevestigd door de woorden van de mens:
'Ik hoorde uw donder in de tuin, en toen werd ik bang, omdat ik naakt ben; daarom heb ik mij verborgen' .
Maar in het bijzonder betreft deze verandering die de jahwistische tekst zo bondig en dramatisch beschrijft, rechtstreeks, en misschien wel op de meest directe manier die mogelijk is, de man-vrouwrelatie.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Verder in onze studie zullen wij nog moeten terugkomen op de analyse van deze verandering. Maar op de grens gekomen die loopt door het gebied van 'het begin' waarop Christus zich heeft beroepen, zullen we ons nu moeten afvragen of het mogelijk is, op een bepaalde manier tot een reconstructie te komen van de oorspronkelijke betekenis van de naaktheid die in het boek Genesis de naaste context vormt van de leer omtrent de eenheid van de mens als man en vrouw. Dat lijkt mogelijk als wij als referentiepunt de ervaring van de schaamte nemen zoals die in de oude bij beltekst zo duidelijk wordt voorgesteld als 'drempel' -ervaring. In onze zullen we proberen dit te reconstrueren.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/593-de-betekenis-van-de-oorspronkelijke-menselijke-ervaring-nl