Evangelii Nuntiandi
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Evangelii Nuntiandi
Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld
Paus Paulus VI
8 december 1975
Pauselijke geschriften - Postsynodale Apostolische Exhortaties
1975, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vert. uit het Italiaans
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
2005
Past. Chr. van Buijtenen, pr.
27 maart 2023
519
nl
Referenties naar dit document: 67
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inleiding
1
Bijzondere inzet voor de Evangelisatie
Vandaar de plicht de broeders te bevestigen, die wij tegelijk met de taak van opvolger van Petrus (Lc. 22, 32)[[b:Lc. 22, 32]] ontvangen hebben van de Heer, en die voor ons een "dagelijkse bekommernis" (2 Kor. 11, 28)[b:2 Kor. 11, 28] is, een programma van leven en werk, en een fundamentele inzet van ons Pontificaat.
Deze plicht lijkt ons nog des te edeler en ook noodzakelijker waar het er om gaat onze broeders in hun zending als evangeliserenden te bemoedigen, opdat zij in deze tijden van onzekerheid en verwarring die zending met steeds groter liefde, ijver en vreugde vervullen.
Eerbiedwaardige Broeders,Zich inzetten voor de verkondiging van het Evangelie aan de mensen van deze tijd, die bezield worden door hoop maar tegelijkertijd dikwijls geplaagd door vrees en angst, is ongetwijfeld een dienst aan de christelijke gemeenschap maar ook aan heel de mensheid.
en geliefde Zonen en Dochters,
heil en Apostolische Zegen!
Vandaar de plicht de broeders te bevestigen, die wij tegelijk met de taak van opvolger van Petrus (Lc. 22, 32)[[b:Lc. 22, 32]] ontvangen hebben van de Heer, en die voor ons een "dagelijkse bekommernis" (2 Kor. 11, 28)[b:2 Kor. 11, 28] is, een programma van leven en werk, en een fundamentele inzet van ons Pontificaat.
Deze plicht lijkt ons nog des te edeler en ook noodzakelijker waar het er om gaat onze broeders in hun zending als evangeliserenden te bemoedigen, opdat zij in deze tijden van onzekerheid en verwarring die zending met steeds groter liefde, ijver en vreugde vervullen.
Referenties naar alinea 1: 1
“De volken wandelen bij haar licht” (Openb. 21,24) ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Naar aanleiding van drie gebeurtenissen
Dat is nu juist wat wij hier willen doen, aan het einde van dit Heilig Jaar, in de loop waarvan de Kerk - "met heel haar kracht strevend naar de verkondiging van het evangelie aan alle mensen" vgl: Ad Gentes Divinitus, 1[[[703|1]]] - niets anders heeft willen doen dan haar eigen taak te vervullen als brengster van de Blijde Boodschap van Jezus Christus, verkondigd krachtens twee fundamentele opdrachten: "Bekleed u met de nieuwe mens" (Ef. 4, 24; Ef. 2, 15; Kol. 3, 10; Gal. 3, 27; Rom.13, 14; 2 Kor. 5, 17)[[b:Ef. 4, 24; Ef. 2, 15; Kol. 3, 10; Gal. 3, 27; Rom.13, 14; 2 Kor. 5, 17]], en "Laat u met God verzoenen". (2 Kor. 5, 20)[b:2 Kor. 5, 20]
We willen het doen bij deze tiende verjaardag van de sluiting van het Tweede Vaticaans Concilie[d:4], waarvan de doelstellingen zich uiteindelijk in één enkele laten samenvatten: de Kerk van de twintigste eeuw steeds geschikter maken om het Evangelie te kunnen verkondigen aan de mensheid van de twintigste eeuw.
We willen het doen één jaar na de Derde Algemene Vergadering van de Bisschoppensynode[d:58] - gewijd, zoals bekend, aan de evangelisatie - te meer omdat ons dit gevraagd is door de Synodevaders zelf. Aan het eind van die gedenkwaardige Vergadering hebben dezen inderdaad besloten de vrucht van hun arbeid in groot vertrouwen en eenvoud neer te leggen bij de Herder van de universele Kerk, en daarbij verklaard dat zij van de Paus een nieuwe impuls verwachtten die nieuwe tijden van evangelisatie zou kunnen doen aanbreken, in een Kerk die nog meer in de kracht en blijvende mogelijkheden van Pinksteren geworteld is. vgl: Aan het einde van de 3e Gewone Bisschoppensynode over "Evangelisatie in de moderne wereld"[[[446]]]
Dat is nu juist wat wij hier willen doen, aan het einde van dit Heilig Jaar, in de loop waarvan de Kerk - "met heel haar kracht strevend naar de verkondiging van het evangelie aan alle mensen" vgl: Ad Gentes Divinitus, 1[[[703|1]]] - niets anders heeft willen doen dan haar eigen taak te vervullen als brengster van de Blijde Boodschap van Jezus Christus, verkondigd krachtens twee fundamentele opdrachten: "Bekleed u met de nieuwe mens" (Ef. 4, 24; Ef. 2, 15; Kol. 3, 10; Gal. 3, 27; Rom.13, 14; 2 Kor. 5, 17)[[b:Ef. 4, 24; Ef. 2, 15; Kol. 3, 10; Gal. 3, 27; Rom.13, 14; 2 Kor. 5, 17]], en "Laat u met God verzoenen". (2 Kor. 5, 20)[b:2 Kor. 5, 20]
We willen het doen bij deze tiende verjaardag van de sluiting van het Tweede Vaticaans Concilie[d:4], waarvan de doelstellingen zich uiteindelijk in één enkele laten samenvatten: de Kerk van de twintigste eeuw steeds geschikter maken om het Evangelie te kunnen verkondigen aan de mensheid van de twintigste eeuw.
We willen het doen één jaar na de Derde Algemene Vergadering van de Bisschoppensynode[d:58] - gewijd, zoals bekend, aan de evangelisatie - te meer omdat ons dit gevraagd is door de Synodevaders zelf. Aan het eind van die gedenkwaardige Vergadering hebben dezen inderdaad besloten de vrucht van hun arbeid in groot vertrouwen en eenvoud neer te leggen bij de Herder van de universele Kerk, en daarbij verklaard dat zij van de Paus een nieuwe impuls verwachtten die nieuwe tijden van evangelisatie zou kunnen doen aanbreken, in een Kerk die nog meer in de kracht en blijvende mogelijkheden van Pinksteren geworteld is. vgl: Aan het einde van de 3e Gewone Bisschoppensynode over "Evangelisatie in de moderne wereld"[[[446]]]
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Een thema al dikwijls onderstreept tijdens ons Pontificaat
Van dit thema van de evangelisatie hebben wij al veel eerder dan de viering van de Synode bij herhaling het belang onderstreept. "De omstandigheden van de huidige samenleving - zo zeiden wij op 22 juli 1973 tot het Heilig College van Kardinalen - verplichten ons allen de methodes te herzien en met alle middelen te trachten de vraag te bestuderen hoe aan de moderne mens de christelijke boodschap gebracht kan worden, waarin deze - en daarin alleen - het antwoord kan vinden op zijn vragen en tevens de kracht voor zijn inzet voor menselijke solidariteit" Tot het College van Kardinalen, 25[[4230|25]] En wij voegden er aan toe dat, om een geldig antwoord te kunnen geven volgens de eisen die het Concilie stelt, en die voor ons een uitdaging zijn, het absoluut noodzakelijk is dat wij ons er rekenschap van geven dat we met een geloofserfgoed te maken hebben, waarvan de Kerk de plicht heeft het in ongerepte zuiverheid te bewaren, maar ook om het voor zover mogelijk op een begrijpelijke en overtuigende manier te presenteren aan de mensen van onze tijd.
Van dit thema van de evangelisatie hebben wij al veel eerder dan de viering van de Synode bij herhaling het belang onderstreept. "De omstandigheden van de huidige samenleving - zo zeiden wij op 22 juli 1973 tot het Heilig College van Kardinalen - verplichten ons allen de methodes te herzien en met alle middelen te trachten de vraag te bestuderen hoe aan de moderne mens de christelijke boodschap gebracht kan worden, waarin deze - en daarin alleen - het antwoord kan vinden op zijn vragen en tevens de kracht voor zijn inzet voor menselijke solidariteit" Tot het College van Kardinalen, 25[[4230|25]] En wij voegden er aan toe dat, om een geldig antwoord te kunnen geven volgens de eisen die het Concilie stelt, en die voor ons een uitdaging zijn, het absoluut noodzakelijk is dat wij ons er rekenschap van geven dat we met een geloofserfgoed te maken hebben, waarvan de Kerk de plicht heeft het in ongerepte zuiverheid te bewaren, maar ook om het voor zover mogelijk op een begrijpelijke en overtuigende manier te presenteren aan de mensen van onze tijd.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
In de lijn van de Synode van 1974
Deze trouw aan een boodschap waarvan wij de dienaren zijn, en aan de mensen aan wie wij haar ongeschonden en levend moeten overbrengen, vormt de centrale as van de evangelisatie. Zij stelt drie brandende vragen die de Synode van 1974[d:58] voortdurend voor ogen heeft gehad:
Deze trouw aan een boodschap waarvan wij de dienaren zijn, en aan de mensen aan wie wij haar ongeschonden en levend moeten overbrengen, vormt de centrale as van de evangelisatie. Zij stelt drie brandende vragen die de Synode van 1974[d:58] voortdurend voor ogen heeft gehad:
- Hoe staat het vandaag de dag met deze verborgen energie van de Blijde Boodschap, die in staat is het geweten van de mens diep te raken?
- Tot op welke hoogte en hoe is deze evangelische kracht in staat de mens van deze eeuw echt te veranderen?
- Welke methodes moeten gevolgd worden bij de verkondiging van het Evangelie, wil deze evangelische kracht ook haar uitwerking hebben?
Referenties naar alinea 4: 1
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
"Geroepen om het woord van de waarheid te laten schitteren" (Porta Fidei, 6) * ->=geentekst=
Uitnodiging tot bezinning
We zien allemaal hoe dringend noodzakelijk het is om op deze vraag een eerlijk, nederig en moedig antwoord te geven, en om daarnaar dan ook te handelen. In onze "zorg voor alle kerken" (2 Kor. 11, 28)[b:2 Kor. 11, 28] zouden wij onze broeders en onze zonen en dochters willen helpen deze vragen te beantwoorden. Mogen onze woorden die, vertrekkend vanuit de rijkdom van de Synode, een bezinning willen zijn op de evangelisatie, heel het Volk van God dat in de Kerk verzameld is uitnodigen tot zo'n zelfde bezinning, en mogen zij allen een nieuwe impuls geven, speciaal degenen "die zich belasten met prediking en onderricht" (1 Tim. 5, 17)[b:1 Tim. 5, 17], opdat ieder van hen een "getrouwe uitdeler van het woord van de waarheid" (2 Tim. 2, 15)[b:2 Tim. 2, 15] mag zijn, het werk mag verrichten van een prediker van het Evangelie, en op volmaakte wijze het eigen dienstwerk mag uitoefenen.
Zo'n aansporing leek ons van kapitaal belang, omdat de presentatie van de evangelische boodschap voor de Kerk geen vrijblijvende bijdrage is: het is de verplichting die op haar rust krachtens een mandaat van de Heer Jezus, opdat de mensen kunnen geloven en gered worden. Ja, deze boodschap is noodzakelijk. Zij is uniek. Zij is onvervangbaar. Zij verdraagt geen onverschilligheid, noch vermenging, noch aanpassing. Het heil van de mensen staat op het spel. Zij vertegenwoordigt de schoonheid van de Openbaring. Zij brengt een wijsheid met zich die niet van deze wereld is. Zij is in staat uit zichzelf het geloof te wekken, een geloof dat steunt op de kracht van God. (1 Kor. 2, 5)[[b:1 Kor. 2, 5]] Zij is de Waarheid. Zij is het waard dat de Apostel er al zijn tijd aan wijdt, heel zijn werkkracht, en er indien nodig zijn eigen leven voor offert.
We zien allemaal hoe dringend noodzakelijk het is om op deze vraag een eerlijk, nederig en moedig antwoord te geven, en om daarnaar dan ook te handelen. In onze "zorg voor alle kerken" (2 Kor. 11, 28)[b:2 Kor. 11, 28] zouden wij onze broeders en onze zonen en dochters willen helpen deze vragen te beantwoorden. Mogen onze woorden die, vertrekkend vanuit de rijkdom van de Synode, een bezinning willen zijn op de evangelisatie, heel het Volk van God dat in de Kerk verzameld is uitnodigen tot zo'n zelfde bezinning, en mogen zij allen een nieuwe impuls geven, speciaal degenen "die zich belasten met prediking en onderricht" (1 Tim. 5, 17)[b:1 Tim. 5, 17], opdat ieder van hen een "getrouwe uitdeler van het woord van de waarheid" (2 Tim. 2, 15)[b:2 Tim. 2, 15] mag zijn, het werk mag verrichten van een prediker van het Evangelie, en op volmaakte wijze het eigen dienstwerk mag uitoefenen.
Zo'n aansporing leek ons van kapitaal belang, omdat de presentatie van de evangelische boodschap voor de Kerk geen vrijblijvende bijdrage is: het is de verplichting die op haar rust krachtens een mandaat van de Heer Jezus, opdat de mensen kunnen geloven en gered worden. Ja, deze boodschap is noodzakelijk. Zij is uniek. Zij is onvervangbaar. Zij verdraagt geen onverschilligheid, noch vermenging, noch aanpassing. Het heil van de mensen staat op het spel. Zij vertegenwoordigt de schoonheid van de Openbaring. Zij brengt een wijsheid met zich die niet van deze wereld is. Zij is in staat uit zichzelf het geloof te wekken, een geloof dat steunt op de kracht van God. (1 Kor. 2, 5)[[b:1 Kor. 2, 5]] Zij is de Waarheid. Zij is het waard dat de Apostel er al zijn tijd aan wijdt, heel zijn werkkracht, en er indien nodig zijn eigen leven voor offert.
Referenties naar alinea 5: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst="Geroepen om het woord van de waarheid te laten schitteren" (Porta Fidei, 6) * ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 Van een Evangeliserende Christus naar een Evangeliserende Kerk
6
Getuigenis en zending van Jezus
Het getuigenis dat de Heer over zichzelf geeft en dat Lucas in zijn Evangelie heeft opgenomen - "Ik moet de Blijde Boodschap van het Godsrijk verkondigen" (Lc. 4, 43)[[b:Lc. 4, 43]] - is zonder twijfel van groot belang, want het definieert met één woord de zending van Jezus: "want daarvoor ben Ik uitgezonden." (Lc. 4, 43)[[b:Lc. 4, 43]] Deze woorden krijgen hun volle betekenis als ze in verband gebracht worden met de voorafgaande verzen, waar Christus de uitdrukking van de profeet Jesaja op zichzelf betrekt: "De geest des Heren is over mij gekomen omdat Hij mij gezalfd heeft. Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen." (Lc. 4, 18)[b:Lc. 4, 18] (Jes. 61, 1)[[b:Jes. 61, 1]]
Van stad tot stad en vooral aan de allerarmsten, die er dikwijls het meest voor open staan, de vreugdevolle boodschap verkondigen dat Gods aanbod, zijn beloften en zijn Verbond, nu in vervulling gaan: dat is de zending waarvoor Jezus zegt dat de Vader Hem gezonden heeft. En al de aspecten van zijn Mysterie - de incarnatie, de wonderen, het onderricht, de roeping van de leerlingen, de zending van de Twaalf, het Kruis en de Verrijzenis, en zijn blijvende tegenwoordigheid te midden van de zijnen - vormen evenzoveel bestanddelen van zijn evangeliserende werkzaamheid.
Het getuigenis dat de Heer over zichzelf geeft en dat Lucas in zijn Evangelie heeft opgenomen - "Ik moet de Blijde Boodschap van het Godsrijk verkondigen" (Lc. 4, 43)[[b:Lc. 4, 43]] - is zonder twijfel van groot belang, want het definieert met één woord de zending van Jezus: "want daarvoor ben Ik uitgezonden." (Lc. 4, 43)[[b:Lc. 4, 43]] Deze woorden krijgen hun volle betekenis als ze in verband gebracht worden met de voorafgaande verzen, waar Christus de uitdrukking van de profeet Jesaja op zichzelf betrekt: "De geest des Heren is over mij gekomen omdat Hij mij gezalfd heeft. Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen." (Lc. 4, 18)[b:Lc. 4, 18] (Jes. 61, 1)[[b:Jes. 61, 1]]
Van stad tot stad en vooral aan de allerarmsten, die er dikwijls het meest voor open staan, de vreugdevolle boodschap verkondigen dat Gods aanbod, zijn beloften en zijn Verbond, nu in vervulling gaan: dat is de zending waarvoor Jezus zegt dat de Vader Hem gezonden heeft. En al de aspecten van zijn Mysterie - de incarnatie, de wonderen, het onderricht, de roeping van de leerlingen, de zending van de Twaalf, het Kruis en de Verrijzenis, en zijn blijvende tegenwoordigheid te midden van de zijnen - vormen evenzoveel bestanddelen van zijn evangeliserende werkzaamheid.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De zending in het hart van het christelijk geloof ->=geentekst=
Jezus, de eerste die Evangeliseert
Heel dikwijls hebben de bisschoppen in de loop van de Synode[d:58] herinnerd aan deze waarheid: Jezus zelf - Evangelie van God (Mc. 1,1; Rom. 1, 1-3)[[b:Mc. 1,1; Rom. 1, 1-3]] - is absoluut de eerste die geëvangeliseerd heeft en de grootste. Hij is dat geweest tot aan het einde, in de dubbele betekenis: tot aan de volmaaktheid en tot aan het offer van zijn leven.
Evangeliseren: welke betekenis heeft deze opdracht voor Christus gehad? Het is zeker niet gemakkelijk in een samenvatting die toch volledig is de zin, de inhoud en de vormen van evangelisatie ter sprake te brengen zoals Christus die verstond en gerealiseerd heeft. Bovendien zou zo'n samenvatting nooit af zijn. Laat het voor ons voldoende zijn te herinneren aan enkele essentiële aspecten ervan.
Heel dikwijls hebben de bisschoppen in de loop van de Synode[d:58] herinnerd aan deze waarheid: Jezus zelf - Evangelie van God (Mc. 1,1; Rom. 1, 1-3)[[b:Mc. 1,1; Rom. 1, 1-3]] - is absoluut de eerste die geëvangeliseerd heeft en de grootste. Hij is dat geweest tot aan het einde, in de dubbele betekenis: tot aan de volmaaktheid en tot aan het offer van zijn leven.
Evangeliseren: welke betekenis heeft deze opdracht voor Christus gehad? Het is zeker niet gemakkelijk in een samenvatting die toch volledig is de zin, de inhoud en de vormen van evangelisatie ter sprake te brengen zoals Christus die verstond en gerealiseerd heeft. Bovendien zou zo'n samenvatting nooit af zijn. Laat het voor ons voldoende zijn te herinneren aan enkele essentiële aspecten ervan.
Referenties naar alinea 7: 2
Evangelii Gaudium ->=geentekst=De zending in het hart van het christelijk geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De verkondiging van het Rijk van God
Als evangeliserende, kondigt Christus eerst en vooral een Rijk aan, het Rijk van God, dat wat Hem betreft zo belangrijk is dat al het andere "de rest" wordt, dat "erbij gegeven zal worden". (Mt. 6, 33)[[b:Mt. 6, 33]] Alleen dit Rijk heeft absolute geldigheid en het maakt al het andere betrekkelijk. De Heer omschrijft graag op allerlei verschillende manieren wat een geluk het is om tot dit Rijk te mogen behoren, een geluk dat op paradoxale manier bestaat uit zaken die de wereld afwijst (Mt. 5, 3-12)[[b:Mt. 5, 3-12]]; hij omschrijft de eisen die dit Rijk stelt en zijn Magna Charta (Mt. 5-7)[[b:Mt. 5-7]], de herauten van het Rijk (Mt. 10)[[b:Mt. 10]], en de geheimen ervan (Mt. 13)[[b:Mt. 13]]; Hij spreekt over de kleinen in dit Rijk (Mt. 18)[[b:Mt. 18]]; en over de waakzaamheid en trouw die van ieder gevraagd worden die uitziet naar de definitieve komst ervan. (Mt. 24-25)[[b:Mt. 24-25]]
Als evangeliserende, kondigt Christus eerst en vooral een Rijk aan, het Rijk van God, dat wat Hem betreft zo belangrijk is dat al het andere "de rest" wordt, dat "erbij gegeven zal worden". (Mt. 6, 33)[[b:Mt. 6, 33]] Alleen dit Rijk heeft absolute geldigheid en het maakt al het andere betrekkelijk. De Heer omschrijft graag op allerlei verschillende manieren wat een geluk het is om tot dit Rijk te mogen behoren, een geluk dat op paradoxale manier bestaat uit zaken die de wereld afwijst (Mt. 5, 3-12)[[b:Mt. 5, 3-12]]; hij omschrijft de eisen die dit Rijk stelt en zijn Magna Charta (Mt. 5-7)[[b:Mt. 5-7]], de herauten van het Rijk (Mt. 10)[[b:Mt. 10]], en de geheimen ervan (Mt. 13)[[b:Mt. 13]]; Hij spreekt over de kleinen in dit Rijk (Mt. 18)[[b:Mt. 18]]; en over de waakzaamheid en trouw die van ieder gevraagd worden die uitziet naar de definitieve komst ervan. (Mt. 24-25)[[b:Mt. 24-25]]
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
De verkondiging van bevrijdend heil
Als kern en hart van de Blijde Boodschap verkondigt Christus het heil - grote gave van God - dat niet alleen bevrijding inhoudt van al wat de mens onderdrukt, maar dat bovenal bevrijding betekent van de zonde en van de Boze, in de vreugde God te kennen en door Hem gekend te zijn, Hem te zien, zich aan Hem over te kunnen geven. Dat alles begint tijdens het leven van Christus, wordt definitief verworven door zijn dood en zijn verrijzenis, maar moet geduldig door het verloop van de geschiedenis gevoerd worden, om ten volle gerealiseerd te worden op de dag van de definitieve komst van Christus, waarvan niemand weet wanneer die plaats zal vinden, behalve de Vader. (Mt. 24, 36; Hand. 1, 7; 1 Tess. 5, 1-2)[[b:Mt. 24, 36; Hand. 1, 7; 1 Tess. 5, 1-2]]
Als kern en hart van de Blijde Boodschap verkondigt Christus het heil - grote gave van God - dat niet alleen bevrijding inhoudt van al wat de mens onderdrukt, maar dat bovenal bevrijding betekent van de zonde en van de Boze, in de vreugde God te kennen en door Hem gekend te zijn, Hem te zien, zich aan Hem over te kunnen geven. Dat alles begint tijdens het leven van Christus, wordt definitief verworven door zijn dood en zijn verrijzenis, maar moet geduldig door het verloop van de geschiedenis gevoerd worden, om ten volle gerealiseerd te worden op de dag van de definitieve komst van Christus, waarvan niemand weet wanneer die plaats zal vinden, behalve de Vader. (Mt. 24, 36; Hand. 1, 7; 1 Tess. 5, 1-2)[[b:Mt. 24, 36; Hand. 1, 7; 1 Tess. 5, 1-2]]
Referenties naar alinea 9: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Ten koste van een inspanning die kruisigend ios
Dit "Rijk" en dit "heil" - sleutelwoorden van de evangelisatie door Jezus Christus - kan iedere mens als gave en erbarming ontvangen, en niettemin moet ieder die tegelijkertijd met kracht zien te verwerven - aan 'geweldenaren' horen zij toe, zegt de Heer (Mt. 11, 12; Lc. 16, 16)[[b:Mt. 11, 12; Lc. 16, 16]] - met inspanning en lijden, door een leven volgens het Evangelie, door zelfverloochening en kruis, met de geest van de zaligsprekingen. Maar ieder verwerft die vóór alles door een innerlijke omwenteling, die het evangelie aanduidt met "metanoia", een radicale bekering, een diepe verandering van geest en hart. (Mt. 4, 17)[[b:Mt. 4, 17]]
Dit "Rijk" en dit "heil" - sleutelwoorden van de evangelisatie door Jezus Christus - kan iedere mens als gave en erbarming ontvangen, en niettemin moet ieder die tegelijkertijd met kracht zien te verwerven - aan 'geweldenaren' horen zij toe, zegt de Heer (Mt. 11, 12; Lc. 16, 16)[[b:Mt. 11, 12; Lc. 16, 16]] - met inspanning en lijden, door een leven volgens het Evangelie, door zelfverloochening en kruis, met de geest van de zaligsprekingen. Maar ieder verwerft die vóór alles door een innerlijke omwenteling, die het evangelie aanduidt met "metanoia", een radicale bekering, een diepe verandering van geest en hart. (Mt. 4, 17)[[b:Mt. 4, 17]]
Referenties naar alinea 10: 1
Ware taak van de missie en de evangelisatie ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Onvermoeibare prediking
Dit uitroepen van het Rijk van God verricht Christus door de onvermoeibare prediking van een Woord dat nergens zijn weerga kent: "Een nieuwe leer met gezag" (Mc. 1, 27)[b:Mc. 1, 27], en "allen betuigden Hem hun instemming en verbaasden zich dat woorden zo vol van genade uit zijn mond vloeiden" (Lc. 4, 22)[b:Lc. 4, 22]; "nooit heeft iemand zo gesproken als die man" (Joh. 7, 46)[b:Joh. 7, 46]. Zijn woorden onthullen het geheim van God, zijn plan en zijn belofte, zij veranderen daardoor het hart van de mens en doen hem een andere richting inslaan!
Dit uitroepen van het Rijk van God verricht Christus door de onvermoeibare prediking van een Woord dat nergens zijn weerga kent: "Een nieuwe leer met gezag" (Mc. 1, 27)[b:Mc. 1, 27], en "allen betuigden Hem hun instemming en verbaasden zich dat woorden zo vol van genade uit zijn mond vloeiden" (Lc. 4, 22)[b:Lc. 4, 22]; "nooit heeft iemand zo gesproken als die man" (Joh. 7, 46)[b:Joh. 7, 46]. Zijn woorden onthullen het geheim van God, zijn plan en zijn belofte, zij veranderen daardoor het hart van de mens en doen hem een andere richting inslaan!
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Met Evangelische tekenen
Maar dit uitroepen van het Rijk voltrekt Hij ook door talrijke tekenen, die het volk verbaasd doen staan en waardoor zij tegelijkertijd tot Hem getrokken worden, om Hem te zien, naar Hem te luisteren en zich door Hem te laten veranderen: zieken die genezen worden, water dat in wijn veranderd wordt, brood dat vermenigvuldigd wordt, doden die tot leven komen. En temidden van dat alles het teken waaraan hij zelf een groot belang hecht: de kleinen, de armen worden geëvangeliseerd, worden zijn leerlingen, komen "in zijn Naam" samen in de grote gemeenschap van die in Hem geloven. Want de Jezus die verklaarde: "Ik moet de Blijde Boodschap van het Rijk Gods verkondigen" (Lc. 4, 43)[b:Lc. 4, 43], is dezelfde Jezus waarover de evangelist Johannes zei dat Hij gekomen is en moest sterven om "de verstrooide kinderen van God samen te brengen" (Joh. 11, 52)[b:Joh. 11, 52]. Zo vervult Hij de openbaring, vult Hij haar aan en bevestigt Hij haar, met heel zijn openbaar optreden, door zijn woorden en werken, door zijn tekenen en wonderen, en meer in het bijzonder door zijn dood, door zijn verrijzenis en door de Geest van Waarheid te zenden. vgl: Dei Verbum, 4[[[576|4]]]
Maar dit uitroepen van het Rijk voltrekt Hij ook door talrijke tekenen, die het volk verbaasd doen staan en waardoor zij tegelijkertijd tot Hem getrokken worden, om Hem te zien, naar Hem te luisteren en zich door Hem te laten veranderen: zieken die genezen worden, water dat in wijn veranderd wordt, brood dat vermenigvuldigd wordt, doden die tot leven komen. En temidden van dat alles het teken waaraan hij zelf een groot belang hecht: de kleinen, de armen worden geëvangeliseerd, worden zijn leerlingen, komen "in zijn Naam" samen in de grote gemeenschap van die in Hem geloven. Want de Jezus die verklaarde: "Ik moet de Blijde Boodschap van het Rijk Gods verkondigen" (Lc. 4, 43)[b:Lc. 4, 43], is dezelfde Jezus waarover de evangelist Johannes zei dat Hij gekomen is en moest sterven om "de verstrooide kinderen van God samen te brengen" (Joh. 11, 52)[b:Joh. 11, 52]. Zo vervult Hij de openbaring, vult Hij haar aan en bevestigt Hij haar, met heel zijn openbaar optreden, door zijn woorden en werken, door zijn tekenen en wonderen, en meer in het bijzonder door zijn dood, door zijn verrijzenis en door de Geest van Waarheid te zenden. vgl: Dei Verbum, 4[[[576|4]]]
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Met het oog op een geëvangeliseerde en Evangeliserende gemeenschap
Degenen die in oprechtheid de Blijde Boodschap aanvaarden, zullen juist in de kracht van deze aanvaarding en van het gedeelde geloof, bijeenkomen in de Naam van Jezus om samen het Rijk te zoeken, het op te bouwen en het te beleven. En zo vormen zij een gemeenschap die op haar beurt evangeliseert. De opdracht die gegeven werd aan de apostelen - "Gaat en verkondigt het Evangelie" - geldt, ook al verschilt de wijze waarop, voor alle christenen. Juist daarom noemt Petrus deze laatsten "Gods volk dat Hij zich heeft verworven om zijn wondere daden te verkondigen" (1 Petr. 2, 9)[b:1 Petr. 2, 9], diezelfde wondere daden die ieder in zijn eigen taal heeft kunnen beluisteren. (Hand.2, 11)[[b:Hand.2, 11]] Trouwens, de blijde boodschap over het Rijk dat komt en al begonnen is, is bestemd voor alle mensen van alle tijden. Degenen die haar hebben ontvangen en degenen die zij samenbrengt in de gemeenschap van het heil, kunnen en moeten haar met anderen communiceren en haar verspreiden.
Degenen die in oprechtheid de Blijde Boodschap aanvaarden, zullen juist in de kracht van deze aanvaarding en van het gedeelde geloof, bijeenkomen in de Naam van Jezus om samen het Rijk te zoeken, het op te bouwen en het te beleven. En zo vormen zij een gemeenschap die op haar beurt evangeliseert. De opdracht die gegeven werd aan de apostelen - "Gaat en verkondigt het Evangelie" - geldt, ook al verschilt de wijze waarop, voor alle christenen. Juist daarom noemt Petrus deze laatsten "Gods volk dat Hij zich heeft verworven om zijn wondere daden te verkondigen" (1 Petr. 2, 9)[b:1 Petr. 2, 9], diezelfde wondere daden die ieder in zijn eigen taal heeft kunnen beluisteren. (Hand.2, 11)[[b:Hand.2, 11]] Trouwens, de blijde boodschap over het Rijk dat komt en al begonnen is, is bestemd voor alle mensen van alle tijden. Degenen die haar hebben ontvangen en degenen die zij samenbrengt in de gemeenschap van het heil, kunnen en moeten haar met anderen communiceren en haar verspreiden.
Referenties naar alinea 13: 2
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Ware taak van de missie en de evangelisatie ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
“De volken wandelen bij haar licht” (Openb. 21,24) ->=geentekst=
Propositiones van de 2e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika ->=geentekst=
“Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u” (Joh. 20,21) ->=geentekst=
Jongeren opvoeden tot gerechtigheid en vrede ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Migratie en nieuwe evangelisatie ->=geentekst=
Propositiones van de 13e Gewone Bisschoppensynode over de nieuwe evangelisatie ->=geentekst=
Werktuigen zijn van eenheid en gemeenschap ->=geentekst=
Principes van de Curiehervorming ->=geentekst=
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Bij gelegenheid van de 100e verjaardag van de publicatie van "Maximum Illud" ->=geentekst=
Aan het pelgrimerende volk van God in Duitsland ->=geentekst=
"En het Woord is vleesgeworden en heeft onder ons gewoond" (Joh. 1, 14) ->=geentekst=
"Het is voor ons onmogelijk niet te spreken over hetgeen wij gezien en gehoord hebben" (Hand. 4, 20) ->=geentekst=
Evangelisatie, de eigen roeping van de Kerk
De Kerk weet het. Zij is zich er levendig van bewust dat het woord van de Heiland - "Ik moet de Blijde Boodschap verkondigen van het Rijk van God" (Lc. 4, 43)[b:Lc. 4, 43] - in heel zijn waarheid ook op haar zelf van toepassing is. Graag voegt zij er met de H. Paulus aan toe: "Dat ik het evangelie verkondig, is voor mij geen reden om te roemen: ik kan niet anders. Wee mij als ik het evangelie niet verkondig!" (1 Kor. 9, 16)[b:1 Kor. 9, 16]
Tot onze vreugde en troost hoorden wij aan het eind van de grote synodevergadering[d:58] van oktober 1974 deze lichtgevende woorden: "Opnieuw willen wij bevestigen dat de opdracht om alle mensen te evangeliseren de wezenlijke zending uitmaakt van de Kerk" Slotverklaring 3e Algemene Gewone Synode; De Evangelisatie van de hedendaagse wereld, 4[[518|4]], een opdracht en een zending die de weidse en diepgaande veranderingen van de huidige maatschappij niet minder urgent maken.
Evangeliseren is inderdaad de eigen genade en roeping van de Kerk. Zij vindt daarin haar diepste identiteit. Zij bestaat om te evangeliseren, dat wil zeggen om te preken en onderricht te geven, het kanaal te zijn voor de gave van de genade, de zondaars met God te verzoenen, het offer van Christus voort te zetten in de heilige Mis, die de gedachtenis is van zijn dood en van zijn glorierijke verrijzenis.
De Kerk weet het. Zij is zich er levendig van bewust dat het woord van de Heiland - "Ik moet de Blijde Boodschap verkondigen van het Rijk van God" (Lc. 4, 43)[b:Lc. 4, 43] - in heel zijn waarheid ook op haar zelf van toepassing is. Graag voegt zij er met de H. Paulus aan toe: "Dat ik het evangelie verkondig, is voor mij geen reden om te roemen: ik kan niet anders. Wee mij als ik het evangelie niet verkondig!" (1 Kor. 9, 16)[b:1 Kor. 9, 16]
Tot onze vreugde en troost hoorden wij aan het eind van de grote synodevergadering[d:58] van oktober 1974 deze lichtgevende woorden: "Opnieuw willen wij bevestigen dat de opdracht om alle mensen te evangeliseren de wezenlijke zending uitmaakt van de Kerk" Slotverklaring 3e Algemene Gewone Synode; De Evangelisatie van de hedendaagse wereld, 4[[518|4]], een opdracht en een zending die de weidse en diepgaande veranderingen van de huidige maatschappij niet minder urgent maken.
Evangeliseren is inderdaad de eigen genade en roeping van de Kerk. Zij vindt daarin haar diepste identiteit. Zij bestaat om te evangeliseren, dat wil zeggen om te preken en onderricht te geven, het kanaal te zijn voor de gave van de genade, de zondaars met God te verzoenen, het offer van Christus voort te zetten in de heilige Mis, die de gedachtenis is van zijn dood en van zijn glorierijke verrijzenis.
Referenties naar alinea 14: 19
Evangelium Vitae ->=geentekst=Ware taak van de missie en de evangelisatie ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
“De volken wandelen bij haar licht” (Openb. 21,24) ->=geentekst=
Propositiones van de 2e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika ->=geentekst=
“Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u” (Joh. 20,21) ->=geentekst=
Jongeren opvoeden tot gerechtigheid en vrede ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Migratie en nieuwe evangelisatie ->=geentekst=
Propositiones van de 13e Gewone Bisschoppensynode over de nieuwe evangelisatie ->=geentekst=
Werktuigen zijn van eenheid en gemeenschap ->=geentekst=
Principes van de Curiehervorming ->=geentekst=
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Bij gelegenheid van de 100e verjaardag van de publicatie van "Maximum Illud" ->=geentekst=
Aan het pelgrimerende volk van God in Duitsland ->=geentekst=
"En het Woord is vleesgeworden en heeft onder ons gewoond" (Joh. 1, 14) ->=geentekst=
"Het is voor ons onmogelijk niet te spreken over hetgeen wij gezien en gehoord hebben" (Hand. 4, 20) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Erga migrantes caritas Christi ->=geentekst=
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Principes van de Curiehervorming ->=geentekst=
Aan het pelgrimerende volk van God in Duitsland ->=geentekst=
Hartstocht voor de evangelisatie 8. - De eerste weg van de evangelisatie: het getuigenis (cfr Evangelii nuntiandi) ->=geentekst=
Wederzijdse banden tussen de Kerk en de Evangelisatie
Ieder die in het Nieuwe Testament de eerste aanzetten van de Kerk herleest, haar geschiedenis stap voor stap volgt en haar beschouwt in haar leven en handelen, bemerkt dat zij met de evangelisatie verbonden is vanuit wat haar het meest eigen is:
Ieder die in het Nieuwe Testament de eerste aanzetten van de Kerk herleest, haar geschiedenis stap voor stap volgt en haar beschouwt in haar leven en handelen, bemerkt dat zij met de evangelisatie verbonden is vanuit wat haar het meest eigen is:
- De Kerk wordt geboren uit de evangeliserende werkzaamheid van Jezus en van de Twaalf. Zij is er de gewone, als zodanig gewilde, meest onmiddellijke en meest zichtbare vrucht van: "Gaat dus, en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen" (Mt. 28, 19)[b:Mt. 28, 19]. Welnu: "die zijn woord aannamen lieten zich dopen, zodat op die dag ongeveer drieduizend mensen zich aansloten (...) En elke dag bracht de Heer er meer bijeen, die gered zouden worden" (Hand. 2, 41.47)[b:Hand. 2, 41.47].
- Geboren als zij is uit de zending, wordt de Kerk op haar beurt uitgezonden door Jezus. De Kerk blijft in de wereld, terwijl de Heer van de heerlijkheid terugkeert naar de Vader. Zij blijft, als een tegelijk duister en lichtend teken van een nieuwe aanwezigheid van Jezus, van zijn heengaan en van zijn blijvende tegenwoordigheid. Zij verlengt die en zet die voort. En het is juist zijn zending en zijn leven als verkondiger van het evangelie die zij vóór alles geroepen is voort te zetten. vgl: Lumen Gentium, 8[[[617|8]]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 5[[[703|5]]] De gemeenschap van de christenen is inderdaad nooit in zichzelf opgesloten. In haar komt het innerlijk leven - het leven van gebed, het luisteren naar het Woord en naar de verkondiging van de Apostelen, de beleving van de broederlijke liefde en het breken van het brood (Hand. 2, 42-46; Hand. 4, 32-35; Hand. 5, 12-16)[[b:Hand. 2, 42-46; Hand. 4, 32-35; Hand. 5, 12-16]] - niet aan zijn volle betekenis toe tenzij het getuigenis wordt, bewondering afroept en bekering bewerkt, tot prediking en verkondiging wordt van de Blijde Boodschap. Zo ontvangt de hele Kerk de zending tot evangeliseren, en ieders werk is van belang voor het geheel.
- Als Kerk die evangeliseert, begint zij met zichzelf te evangeliseren. Als gemeenschap van gelovigen, als gemeenschap van geleefde en gedeelde hoop, als gemeenschap van broederlijke liefde, heeft zij het nodig steeds weer te horen wat zij moet geloven, de redenen van haar hoop, het nieuwe gebod van de liefde. Als volk van God dat helemaal in de wereld staat en dat dikwijls door de afgoden wordt bekoord, heeft zij het steeds weer nodig de "grote werken van God" (Hand. 2, 11; 1 Pt. 2, 9)[[b:Hand. 2, 11; 1 Pt. 2, 9]] te horen verkondigen, die haar bekeerd hebben tot de Heer, en moet zij steeds weer opnieuw door Hem worden samengeroepen bijeengebracht. Zij heeft, in één woord gezegd, het steeds nodig zelf geëvangeliseerd te worden, wil zij de frisheid, het vuur en de kracht behouden om het evangelie te verkondigen. Het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] heeft er aan herinnerd, vgl: Ad Gentes Divinitus, 5,11-12[[[703|5.11-12]]] en de Synode van 1974[d:58] heeft dit thema met kracht weer opgepakt, dat de Kerk zichzelf moet evangeliseren door een voortdurende bekering en vernieuwing, wil zij van haar kant de wereld op een geloofwaardige manier evangeliseren.
- De Kerk is de schatbewaardster van de Blijde Boodschap die verkondigd moet worden. De beloften van het Nieuwe Verbond in Jezus Christus, het onderricht van de Heer en van de Apostelen, het Woord van Leven, de bronnen van de genade en de mildheid van God, de weg van het heil: het werd aan haar toevertrouwd. De inhoud van het Evangelie en dus van de evangelisatie, bewaart zij als een levende en kostbare schat, niet om deze verborgen te houden, maar om ze mee te delen.
- Zelf gezonden en geëvangeliseerd, zendt de Kerk op haar beurt mensen uit die evangeliseren. Zij legt hen het woord in de mond dat heil brengt, legt hen de boodschap uit die zij zelf in bewaring heeft, geeft aan hen de opdracht die zij zelf heeft ontvangen en zendt hen uit om te prediken: maar niet om hun eigen persoon of de eigen persoonlijke ideeën te prediken (2 Kor. 4, 5)[[b:2 Kor. 4, 5]] vgl: XLVI, De Pastoribus: CCL XLI, blz. 529-530[[[880]]], alswel een Evangelie waarvan noch zij noch de Kerk absolute meesters of eigenaars zijn die er naar willekeur over kunnen beschikken, maar dienaars om het door te geven met de grootst mogelijke trouw.
Referenties naar alinea 15: 14
Redemptoris Missio ->=geentekst=Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Erga migrantes caritas Christi ->=geentekst=
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Principes van de Curiehervorming ->=geentekst=
Aan het pelgrimerende volk van God in Duitsland ->=geentekst=
Hartstocht voor de evangelisatie 8. - De eerste weg van de evangelisatie: het getuigenis (cfr Evangelii nuntiandi) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Laten wij voor alle volken de in Christus mensgeworden zegen van God uitstralen! ->=geentekst=
De Kerk, niet van Christus te scheiden
Er is dus een diepe band tussen Christus, de Kerk en de evangelisatie. Zolang de Kerk duurt, is zij het die de opdracht tot evangelisatie heeft. Deze opdracht wordt niet zonder haar vervuld, en nog minder tegen haar in.
Het is goed hierop te wijzen in een tijd dat zich tot ons verdriet personen laten horen - waarvan we willen geloven dat ze het goed bedoelen maar die in hun geest gedesoriënteerd zijn - die bij herhaling zeggen dat zij van Christus willen houden maar niet van de Kerk, dat zij naar Christus willen luisteren maar niet naar de Kerk, dat zij bij Christus willen horen maar buiten de Kerk.
Hoe absurd deze tweedeling is, blijkt duidelijk uit deze evangeliewoorden: "Wie u verstoot, verstoot mij" (Lc. 10, 16)[b:Lc. 10, 16] vgl: PL 4, 527[[[883]]] vgl: Sermo II, 14: PL 37, 1140[[[838]]] vgl: 6: PG 52, 402[[[1567]]]. En hoe kan men van Christus willen houden zonder van de Kerk te houden, waar toch het mooiste getuigenis over Christus dat van de heilige Paulus is: "Hij heeft de Kerk lief gehad en zich voor haar overgeleverd"? (Ef. 5, 25)[b:Ef. 5, 25]
Er is dus een diepe band tussen Christus, de Kerk en de evangelisatie. Zolang de Kerk duurt, is zij het die de opdracht tot evangelisatie heeft. Deze opdracht wordt niet zonder haar vervuld, en nog minder tegen haar in.
Het is goed hierop te wijzen in een tijd dat zich tot ons verdriet personen laten horen - waarvan we willen geloven dat ze het goed bedoelen maar die in hun geest gedesoriënteerd zijn - die bij herhaling zeggen dat zij van Christus willen houden maar niet van de Kerk, dat zij naar Christus willen luisteren maar niet naar de Kerk, dat zij bij Christus willen horen maar buiten de Kerk.
Hoe absurd deze tweedeling is, blijkt duidelijk uit deze evangeliewoorden: "Wie u verstoot, verstoot mij" (Lc. 10, 16)[b:Lc. 10, 16] vgl: PL 4, 527[[[883]]] vgl: Sermo II, 14: PL 37, 1140[[[838]]] vgl: 6: PG 52, 402[[[1567]]]. En hoe kan men van Christus willen houden zonder van de Kerk te houden, waar toch het mooiste getuigenis over Christus dat van de heilige Paulus is: "Hij heeft de Kerk lief gehad en zich voor haar overgeleverd"? (Ef. 5, 25)[b:Ef. 5, 25]
Referenties naar alinea 16: 3
Redemptoris Missio ->=geentekst=Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Laten wij voor alle volken de in Christus mensgeworden zegen van God uitstralen! ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 Wat betekent Evangeliseren?
17
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
De complexiteit van het evangeliseringswerk
Er zijn in het evangeliseringswerk van de Kerk zeker elementen en aspecten die de moeite van het onderstrepen waard zijn. Sommige zijn zelfs zo belangrijk dat de neiging bestaat ze eenvoudigweg met evangelisatie te identificeren. Zo heeft men evangelisatie kunnen definiëren in termen van verkondiging van Christus aan hen die Hem niet kennen, van prediking, van catechese, van het toedienen van het Doopsel en van andere Sacramenten.
Geen enkele gedeeltelijke of fragmentarische definitie kan echter rekenschap geven van de rijke, complexe en dynamische werkelijkheid van de evangelisatie, zonder het risico te lopen haar te verarmen en zelfs haar te verminken. Zij kan niet begrepen worden als men niet probeert een omvattend zicht te krijgen op al de wezenlijke elementen.
Deze elementen, duidelijk onderstreept tijdens de genoemde Synode, worden tot op dit moment nog verder uitgediept, onder invloed van de werkzaamheden van de Synode. Het verheugt ons dat deze zich in wezen situeren in de rij van die welke het Tweede Vaticaans Concilie ons gegeven heeft, vooral in de Constituties "Lumen Gentium[617]", "Gaudium et Spes[575]", en in het Decreet "Ad Gentes Divinitus[703]".
Er zijn in het evangeliseringswerk van de Kerk zeker elementen en aspecten die de moeite van het onderstrepen waard zijn. Sommige zijn zelfs zo belangrijk dat de neiging bestaat ze eenvoudigweg met evangelisatie te identificeren. Zo heeft men evangelisatie kunnen definiëren in termen van verkondiging van Christus aan hen die Hem niet kennen, van prediking, van catechese, van het toedienen van het Doopsel en van andere Sacramenten.
Geen enkele gedeeltelijke of fragmentarische definitie kan echter rekenschap geven van de rijke, complexe en dynamische werkelijkheid van de evangelisatie, zonder het risico te lopen haar te verarmen en zelfs haar te verminken. Zij kan niet begrepen worden als men niet probeert een omvattend zicht te krijgen op al de wezenlijke elementen.
Deze elementen, duidelijk onderstreept tijdens de genoemde Synode, worden tot op dit moment nog verder uitgediept, onder invloed van de werkzaamheden van de Synode. Het verheugt ons dat deze zich in wezen situeren in de rij van die welke het Tweede Vaticaans Concilie ons gegeven heeft, vooral in de Constituties "Lumen Gentium[617]", "Gaudium et Spes[575]", en in het Decreet "Ad Gentes Divinitus[703]".
Referenties naar alinea 17: 2
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Libertatis conscientia ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Ex corde Ecclesiae ->=geentekst=
Propositiones van de 13e Gewone Bisschoppensynode over de nieuwe evangelisatie ->=geentekst=
Vernieuwing van de mensheid . . .
Evangeliseren betekent voor de Kerk: de Blijde Boodschap dragen naar alle lagen van de mensheid en door de inwerking daarvan de mensheid zelf van binnenuit omvormen en vernieuwen: "Zie, Ik maak alles nieuw." (Openb. 21, 5; 2 Kor. 5, 17; Gal. 6, 15)[b:Openb. 21, 5; 2 Kor. 5, 17; Gal. 6, 15]. Maar er komt geen nieuwe mensheid als er niet eerst nieuwe mensen zijn, nieuw door het doopsel (Rom. 6, 4)[[b:Rom. 6, 4]] en door een leven volgens het Evangelie (Ef. 4, 23-24; Kol. 3, 9-10)[[b:Ef. 4, 23-24; Kol. 3, 9-10]]. Het doel van de evangelisatie is nu juist deze innerlijke verandering. Als het in één zin zou moeten worden uitgedrukt dan zou men het best kunnen zeggen dat de Kerk evangeliseert wanneer zij op grond van de goddelijke kracht van de Boodschap die zij verkondigt (Rom. 1, 16; 1 Kor. 1, 18; 1 Kor. 2, 4)[[b:Rom. 1, 16; 1 Kor. 1, 18; 1 Kor. 2, 4]], het persoonlijke geweten van de mensen tracht te bekeren, en tegelijk daarmee het collectieve geweten, de activiteiten waar ze in betrokken zijn, hun leven en hun concrete levensomstandigheden.
Evangeliseren betekent voor de Kerk: de Blijde Boodschap dragen naar alle lagen van de mensheid en door de inwerking daarvan de mensheid zelf van binnenuit omvormen en vernieuwen: "Zie, Ik maak alles nieuw." (Openb. 21, 5; 2 Kor. 5, 17; Gal. 6, 15)[b:Openb. 21, 5; 2 Kor. 5, 17; Gal. 6, 15]. Maar er komt geen nieuwe mensheid als er niet eerst nieuwe mensen zijn, nieuw door het doopsel (Rom. 6, 4)[[b:Rom. 6, 4]] en door een leven volgens het Evangelie (Ef. 4, 23-24; Kol. 3, 9-10)[[b:Ef. 4, 23-24; Kol. 3, 9-10]]. Het doel van de evangelisatie is nu juist deze innerlijke verandering. Als het in één zin zou moeten worden uitgedrukt dan zou men het best kunnen zeggen dat de Kerk evangeliseert wanneer zij op grond van de goddelijke kracht van de Boodschap die zij verkondigt (Rom. 1, 16; 1 Kor. 1, 18; 1 Kor. 2, 4)[[b:Rom. 1, 16; 1 Kor. 1, 18; 1 Kor. 2, 4]], het persoonlijke geweten van de mensen tracht te bekeren, en tegelijk daarmee het collectieve geweten, de activiteiten waar ze in betrokken zijn, hun leven en hun concrete levensomstandigheden.
Referenties naar alinea 18: 9
Evangelium Vitae ->=geentekst=Redemptoris Missio ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Libertatis conscientia ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Ex corde Ecclesiae ->=geentekst=
Propositiones van de 13e Gewone Bisschoppensynode over de nieuwe evangelisatie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Christifideles laici ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Fides et inculturatio ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Libertatis conscientia ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
Verbum Domini ->=geentekst=
Zijn leven geven en het gezuiverd en vereeuwigd terugkrijgen ->=geentekst=
De aarde is een gave van God voor alle mensen ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
. . . en van alle lagen van de mensheid
Lagen van de mensheid die worden omgevormd: voor de Kerk gaat het er immers niet alleen om het Evangelie te prediken in geografisch steeds uitgestrekter gebieden of tot steeds grotere volksmenigten, maar het gaat er haar ook om door de kracht van het Evangelie door te dringen tot en als het ware een omwenteling te bewerken in de beoordelingscriteria, de bepalende waarden, de punten die de belangstelling hebben, de denkwijzen, de inspiratiebronnen en levensmodellen van de mensheid, die in strijd zijn met het Woord van God en met zijn heilsplan.
Lagen van de mensheid die worden omgevormd: voor de Kerk gaat het er immers niet alleen om het Evangelie te prediken in geografisch steeds uitgestrekter gebieden of tot steeds grotere volksmenigten, maar het gaat er haar ook om door de kracht van het Evangelie door te dringen tot en als het ware een omwenteling te bewerken in de beoordelingscriteria, de bepalende waarden, de punten die de belangstelling hebben, de denkwijzen, de inspiratiebronnen en levensmodellen van de mensheid, die in strijd zijn met het Woord van God en met zijn heilsplan.
Referenties naar alinea 19: 12
Redemptoris Missio ->=geentekst=Christifideles laici ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Fides et inculturatio ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Libertatis conscientia ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
Verbum Domini ->=geentekst=
Zijn leven geven en het gezuiverd en vereeuwigd terugkrijgen ->=geentekst=
De aarde is een gave van God voor alle mensen ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Fides et Ratio ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Erga migrantes caritas Christi ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Aetatis Novae ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Fides et inculturatio ->=geentekst=
Ecclesia sub Verbo Dei mysteria Christi celebrans pro salute mundi ->=geentekst=
Libertatis conscientia ->=geentekst=
Aan Kardinaal Agostino Casaroli, staatssecretaris, waarmee de Pauselijke Raad voor de Cultuur ingesteld is ->=geentekst=
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
Verbum Domini ->=geentekst=
Ex corde Ecclesiae ->=geentekst=
Drie woorden voor La Civiltà Cattolica ->=geentekst=
De Paus wil uw stem zijn ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Evangelisatie van de culturen
Men zou dat alles ook zo kunnen zeggen: het is nodig - niet voor de sier, alsof het om een oppervlakkige vernislaag zou gaan, maar op een vitale manier, die diep gaat en tot in de wortels reikt - de cultuur en de culturen van de mens te evangeliseren. De termen "cultuur" en "culturen" daarbij nemend in de rijke en brede zin die deze hebben in de Constitutie Gaudium et Spes[575] vgl: Gaudium et Spes, 53[[[575|53]]], waarbij steeds uitgegaan wordt van de menselijke persoon en ook steeds wordt teruggekeerd naar de betrekkingen die de personen hebben met elkaar en met God.
Het Evangelie en daarmee ook de evangelisatie laten zich niet vereenzelvigen met de cultuur, en zijn onafhankelijk ten opzichte van alle culturen. Toch wordt het Rijk van God dat het Evangelie verkondigt, geleefd door mensen die ten diepste met een cultuur verbonden zijn, en de opbouw van het Rijk van God kan er niet omheen zich te bedienen van elementen van de cultuur en van de verschillende menselijke culturen. Onafhankelijk ten opzichte van de culturen, zijn het Evangelie en de evangelisatie er niet noodzakelijk onverenigbaar mee, maar integendeel juist in staat alle culturen te doordringen, zonder de een of ander onderdanig te worden.
Ongetwijfeld vormt juist de breuk tussen Evangelie en cultuur het drama van onze tijd, zoals dat ook in andere tijden het geval was. Het is daarom nodig met alle kracht te werken aan een ruimhartige evangelisatie van de cultuur, beter gezegd: van de culturen. Deze moeten uit de ontmoeting met de Blijde Boodschap herboren worden. Maar deze ontmoeting komt niet tot stand als de Blijde Boodschap niet wordt verkondigd.
Men zou dat alles ook zo kunnen zeggen: het is nodig - niet voor de sier, alsof het om een oppervlakkige vernislaag zou gaan, maar op een vitale manier, die diep gaat en tot in de wortels reikt - de cultuur en de culturen van de mens te evangeliseren. De termen "cultuur" en "culturen" daarbij nemend in de rijke en brede zin die deze hebben in de Constitutie Gaudium et Spes[575] vgl: Gaudium et Spes, 53[[[575|53]]], waarbij steeds uitgegaan wordt van de menselijke persoon en ook steeds wordt teruggekeerd naar de betrekkingen die de personen hebben met elkaar en met God.
Het Evangelie en daarmee ook de evangelisatie laten zich niet vereenzelvigen met de cultuur, en zijn onafhankelijk ten opzichte van alle culturen. Toch wordt het Rijk van God dat het Evangelie verkondigt, geleefd door mensen die ten diepste met een cultuur verbonden zijn, en de opbouw van het Rijk van God kan er niet omheen zich te bedienen van elementen van de cultuur en van de verschillende menselijke culturen. Onafhankelijk ten opzichte van de culturen, zijn het Evangelie en de evangelisatie er niet noodzakelijk onverenigbaar mee, maar integendeel juist in staat alle culturen te doordringen, zonder de een of ander onderdanig te worden.
Ongetwijfeld vormt juist de breuk tussen Evangelie en cultuur het drama van onze tijd, zoals dat ook in andere tijden het geval was. Het is daarom nodig met alle kracht te werken aan een ruimhartige evangelisatie van de cultuur, beter gezegd: van de culturen. Deze moeten uit de ontmoeting met de Blijde Boodschap herboren worden. Maar deze ontmoeting komt niet tot stand als de Blijde Boodschap niet wordt verkondigd.
Referenties naar alinea 20: 21
Evangelium Vitae ->=geentekst=Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Fides et Ratio ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Erga migrantes caritas Christi ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Aetatis Novae ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Fides et inculturatio ->=geentekst=
Ecclesia sub Verbo Dei mysteria Christi celebrans pro salute mundi ->=geentekst=
Libertatis conscientia ->=geentekst=
Aan Kardinaal Agostino Casaroli, staatssecretaris, waarmee de Pauselijke Raad voor de Cultuur ingesteld is ->=geentekst=
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
Verbum Domini ->=geentekst=
Ex corde Ecclesiae ->=geentekst=
Drie woorden voor La Civiltà Cattolica ->=geentekst=
De Paus wil uw stem zijn ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Propositiones n.a.v. de 10e Bisschoppensynode over de Leken ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Propositiones van de 2e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Messaggio per la Giornata Missionaria Mondiale 2022 ->=geentekst=
"Laat de hoop u blij maken" (Rom 12,12) ->=geentekst=
Het getuigenis van het leven van het grootste belang
En deze verkondiging moet vóór alles gebeuren door het getuigenis. Laten we ons een christen of een groep christenen voorstellen. Temidden van de gemeenschap van mensen tussen wie zij leven, geven zij er blijk van in staat te zijn tot begrip en tonen zij zich gastvrij; leven en levenslot delen zij met de anderen, en solidair met hen zetten zij zich met allen mee in voor al wat edel en goed is. Zij stralen bovendien op een eenvoudige en spontane manier uit dat zij geloven in enkele waarden die uitgaan boven de gangbare, en dat zij hopen op iets dat onzichtbaar is en waar zij zich geen voorstelling van zouden durven maken. Dan wekken deze christenen, met een dergelijk getuigenis zonder woorden, in de harten van hen die hen zien leven onweerstaanbaar vragen op: Waarom zijn zij zo? Waarom leven ze op die manier? Wat of wie is het die hen inspireert? Waarom zijn zij temidden van ons?
Welnu, een dergelijk getuigenis is reeds verkondiging van de Blijde Boodschap, stilzwijgend maar heel krachtig en werkzaam. Misschien zijn dit wel de eerste vragen die veel niet christenen zich stellen, of het nu gaat om personen aan wie Christus nog nooit verkondigd is, of om niet praktiserende gedoopten, of om personen die wel binnen het christendom leven maar volgens beginselen die verre van christelijk zijn, dan wel om personen die niet zonder pijn op zoek zijn naar iets of Iemand van wie zij het bestaan vermoeden maar aan wie zij geen naam kunnen geven. Andere vragen zullen nog opkomen, die dieper gaan en een grotere impact hebben, opgeroepen door dit getuigenis, dat aanwezigheid, deelname en solidariteit omvat, en dat een wezenlijk element, meestal het eerste, is in de evangelisatie vgl: 39: CCL, I, blz. 150-153[[[968]]] vgl: 9 en 31: CSLP, Turijn 1963, blz. 11-13, 47-48[[[8644]]] Tot dit getuigenis zijn alle christenen geroepen en zij kunnen allen in dit opzicht echte evangelieverkondigers zijn. Wij denken in het bijzonder aan de verantwoordelijkheid van de emigranten in de landen die hen ontvangen.
En deze verkondiging moet vóór alles gebeuren door het getuigenis. Laten we ons een christen of een groep christenen voorstellen. Temidden van de gemeenschap van mensen tussen wie zij leven, geven zij er blijk van in staat te zijn tot begrip en tonen zij zich gastvrij; leven en levenslot delen zij met de anderen, en solidair met hen zetten zij zich met allen mee in voor al wat edel en goed is. Zij stralen bovendien op een eenvoudige en spontane manier uit dat zij geloven in enkele waarden die uitgaan boven de gangbare, en dat zij hopen op iets dat onzichtbaar is en waar zij zich geen voorstelling van zouden durven maken. Dan wekken deze christenen, met een dergelijk getuigenis zonder woorden, in de harten van hen die hen zien leven onweerstaanbaar vragen op: Waarom zijn zij zo? Waarom leven ze op die manier? Wat of wie is het die hen inspireert? Waarom zijn zij temidden van ons?
Welnu, een dergelijk getuigenis is reeds verkondiging van de Blijde Boodschap, stilzwijgend maar heel krachtig en werkzaam. Misschien zijn dit wel de eerste vragen die veel niet christenen zich stellen, of het nu gaat om personen aan wie Christus nog nooit verkondigd is, of om niet praktiserende gedoopten, of om personen die wel binnen het christendom leven maar volgens beginselen die verre van christelijk zijn, dan wel om personen die niet zonder pijn op zoek zijn naar iets of Iemand van wie zij het bestaan vermoeden maar aan wie zij geen naam kunnen geven. Andere vragen zullen nog opkomen, die dieper gaan en een grotere impact hebben, opgeroepen door dit getuigenis, dat aanwezigheid, deelname en solidariteit omvat, en dat een wezenlijk element, meestal het eerste, is in de evangelisatie vgl: 39: CCL, I, blz. 150-153[[[968]]] vgl: 9 en 31: CSLP, Turijn 1963, blz. 11-13, 47-48[[[8644]]] Tot dit getuigenis zijn alle christenen geroepen en zij kunnen allen in dit opzicht echte evangelieverkondigers zijn. Wij denken in het bijzonder aan de verantwoordelijkheid van de emigranten in de landen die hen ontvangen.
Referenties naar alinea 21: 8
Kijk met nieuwe ogen naar Jezus Christus ->=geentekst=Propositiones n.a.v. de 10e Bisschoppensynode over de Leken ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Propositiones van de 2e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Messaggio per la Giornata Missionaria Mondiale 2022 ->=geentekst=
"Laat de hoop u blij maken" (Rom 12,12) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Een lange gemeenschappelijke geschiedenis doet ons vandaag de onvolledige maar werkelijke gemeenschap ontdekken, welke onder ons bestaat ->=geentekst=
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
Ik verkondig de vrijheid tot een rechtmatige en eerlijke mate van zelfbeschikking in uw leven als volk ->=geentekst=
Verbum Domini ->=geentekst=
Noodzaak van expliciete verkondiging
Toch blijft dat onvoldoende, want zelfs het mooiste getuigenis zal op den duur krachteloos blijken als het niet wordt toegelicht en verantwoord - Petrus noemde dat "rekenschap geven van de hoop die in u leeft" (1 Pt. 3, 15)[b:1 Pt. 3, 15] - en als het niet expliciet gemaakt wordt door een heldere en ondubbelzinnige verkondiging van de Heer Jezus.
De Blijde Boodschap, verkondigd door het getuigenis van het leven, zal dus vroeg of laat verkondigd moeten worden door een woord van leven. Er is geen sprake van echte evangelisatie als de naam, het onderricht, het leven, de beloften, het mysterie van Jezus van Nazareth, de Zoon van God, niet worden verkondigd.
Al vanaf de toespraak van Petrus op Pinkstermorgen is de geschiedenis van de Kerk met de geschiedenis van deze verkondiging vermengd en verweven. Voortdurend geplaagd door het verlangen om te evangeliseren, wordt de Kerk bij elke nieuwe etappe van de menselijke geschiedenis slechts door één zorg gedreven: wie uit te zenden om het mysterie van Jezus te verkondigen? In welke taal dit mysterie verkondigen? Hoe er voor te zorgen dat het gehoord wordt en aankomt bij degenen die het moeten horen? Deze verkondiging - kerygma, prediking of catechese - neemt in de evangelisatie zo'n belangrijke plaats in, dat zij er dikwijls het synoniem voor geworden is. Toch vormt zij er slechts een aspect van.
Toch blijft dat onvoldoende, want zelfs het mooiste getuigenis zal op den duur krachteloos blijken als het niet wordt toegelicht en verantwoord - Petrus noemde dat "rekenschap geven van de hoop die in u leeft" (1 Pt. 3, 15)[b:1 Pt. 3, 15] - en als het niet expliciet gemaakt wordt door een heldere en ondubbelzinnige verkondiging van de Heer Jezus.
De Blijde Boodschap, verkondigd door het getuigenis van het leven, zal dus vroeg of laat verkondigd moeten worden door een woord van leven. Er is geen sprake van echte evangelisatie als de naam, het onderricht, het leven, de beloften, het mysterie van Jezus van Nazareth, de Zoon van God, niet worden verkondigd.
Al vanaf de toespraak van Petrus op Pinkstermorgen is de geschiedenis van de Kerk met de geschiedenis van deze verkondiging vermengd en verweven. Voortdurend geplaagd door het verlangen om te evangeliseren, wordt de Kerk bij elke nieuwe etappe van de menselijke geschiedenis slechts door één zorg gedreven: wie uit te zenden om het mysterie van Jezus te verkondigen? In welke taal dit mysterie verkondigen? Hoe er voor te zorgen dat het gehoord wordt en aankomt bij degenen die het moeten horen? Deze verkondiging - kerygma, prediking of catechese - neemt in de evangelisatie zo'n belangrijke plaats in, dat zij er dikwijls het synoniem voor geworden is. Toch vormt zij er slechts een aspect van.
Referenties naar alinea 22: 6
De pastorale zorg voor migranten: Onderdeel van de missie van de Kerk in deze tijd ->=geentekst=Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Een lange gemeenschappelijke geschiedenis doet ons vandaag de onvolledige maar werkelijke gemeenschap ontdekken, welke onder ons bestaat ->=geentekst=
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
Ik verkondig de vrijheid tot een rechtmatige en eerlijke mate van zelfbeschikking in uw leven als volk ->=geentekst=
Verbum Domini ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Met het oog op adhesie door verandering van leven en door toetreden tot de gemeenschap
Er is inderdaad pas ten volle sprake van verkondiging waar deze ook wordt verstaan, aanvaard en eigen gemaakt, en waar zij in degene die haar ontvangen heeft een adhesie van het hart wekt. Een adhesie met de waarheden die de Heer uit barmhartigheid heeft geopenbaard. Maar méér nog een adhesie met het program van leven - van een van dan af vernieuwd leven - dat Hij voorhoudt. In één woord: een adhesie met het Rijk van God, dat wil zeggen met de "nieuwe wereld", de nieuwe stand der dingen, de nieuwe manier van zijn, van leven, van samenleven, waar het Evangelie een begin mee maakt.
Een dergelijke adhesie kan niet abstract blijven maar moet zich incarneren, en concreet blijken uit een zichtbaar toetreden tot de gemeenschap van gelovigen. Degenen wier leven veranderd is, treden zo toe tot een gemeenschap die uit zichzelf een teken is van verandering en nieuwheid van leven: dat is de Kerk, zichtbaar sacrament van heil. vgl: Lumen Gentium, 1,9,48[[[617|1.9.48]]] vgl: Gaudium et Spes, 42,45[[[575|42.45]]] vgl: 1.5[[[703]]]. Dit toetreden tot de kerkelijke gemeenschap zal op haar beurt concreet tot uitdrukking komen in veel andere tekenen die een verlengstuk vormen van het teken van de Kerk en die het uitleggen. In het proces van de evangelisatie, zal degene die het Evangelie aanvaardt als Woord dat redt (Rom. 1, 16; 1 Kor. 1, 18)[[b:Rom. 1, 16; 1 Kor. 1, 18]] dat gewoonlijk in deze sacramentele gebaren vertalen: eerst adhesie met de Kerk en vervolgens het ontvangen van de Sacramenten, waaruit deze adhesie blijkt en die haar ondersteunen met de genade die zij geven.
Er is inderdaad pas ten volle sprake van verkondiging waar deze ook wordt verstaan, aanvaard en eigen gemaakt, en waar zij in degene die haar ontvangen heeft een adhesie van het hart wekt. Een adhesie met de waarheden die de Heer uit barmhartigheid heeft geopenbaard. Maar méér nog een adhesie met het program van leven - van een van dan af vernieuwd leven - dat Hij voorhoudt. In één woord: een adhesie met het Rijk van God, dat wil zeggen met de "nieuwe wereld", de nieuwe stand der dingen, de nieuwe manier van zijn, van leven, van samenleven, waar het Evangelie een begin mee maakt.
Een dergelijke adhesie kan niet abstract blijven maar moet zich incarneren, en concreet blijken uit een zichtbaar toetreden tot de gemeenschap van gelovigen. Degenen wier leven veranderd is, treden zo toe tot een gemeenschap die uit zichzelf een teken is van verandering en nieuwheid van leven: dat is de Kerk, zichtbaar sacrament van heil. vgl: Lumen Gentium, 1,9,48[[[617|1.9.48]]] vgl: Gaudium et Spes, 42,45[[[575|42.45]]] vgl: 1.5[[[703]]]. Dit toetreden tot de kerkelijke gemeenschap zal op haar beurt concreet tot uitdrukking komen in veel andere tekenen die een verlengstuk vormen van het teken van de Kerk en die het uitleggen. In het proces van de evangelisatie, zal degene die het Evangelie aanvaardt als Woord dat redt (Rom. 1, 16; 1 Kor. 1, 18)[[b:Rom. 1, 16; 1 Kor. 1, 18]] dat gewoonlijk in deze sacramentele gebaren vertalen: eerst adhesie met de Kerk en vervolgens het ontvangen van de Sacramenten, waaruit deze adhesie blijkt en die haar ondersteunen met de genade die zij geven.
Referenties naar alinea 23: 1
De Kerk, moeder van de roepingen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=
Het doet een nieuw apostolaat ontstaan
Tenslotte zal wie geëvangeliseerd is, op zijn beurt gaan evangeliseren. Hier ligt de proef op de som, de toetsteen van waarachtige evangelisatie: het is ondenkbaar dat iemand het Woord heeft aanvaard en zich overgegeven heeft aan het Rijk van God zonder iemand te worden die op zijn beurt getuigenis geeft en verkondigt!
Aan het eind van deze overwegingen over de betekenis van de evangelisatie moet nog een laatste opmerking worden gemaakt, die wij verhelderend vinden voor de bezinning die nog volgt. De evangelisatie - zo hebben wij gezegd - is een complex proces dat verschillende elementen bevat: vernieuwing van de mensheid, getuigenis, expliciete verkondiging, adhesie van het hart, toetreden tot de gemeenschap, het ontvangen van tekenen, initiatieven van apostolaat.
Deze elementen kunnen met elkaar in strijd lijken, ja zelfs elkaar uit lijken te sluiten. Maar in werkelijkheid vullen zij elkaar aan en verrijken zij elkaar. Het is nodig elk van die elementen te bezien in samenhang met de andere. De verdienste van de recent gehouden synode is juist dat zij ons uitgenodigd heeft die elementen bijeen te houden, veeleer dan ze tegen elkaar uit te spelen, om zo tot een volledig begrip te komen van de evangelisatieactiviteit van de Kerk.
Het is deze omvattende visie die wij nu uiteen willen zetten door de inhoud van de evangelisatie en de middelen tot evangeliseren nader te onderzoeken, en door nauwkeuriger aan te geven tot wie zich de verkondiging van het evangelie richt en wie met die taak vandaag de dag belast is.
Tenslotte zal wie geëvangeliseerd is, op zijn beurt gaan evangeliseren. Hier ligt de proef op de som, de toetsteen van waarachtige evangelisatie: het is ondenkbaar dat iemand het Woord heeft aanvaard en zich overgegeven heeft aan het Rijk van God zonder iemand te worden die op zijn beurt getuigenis geeft en verkondigt!
Aan het eind van deze overwegingen over de betekenis van de evangelisatie moet nog een laatste opmerking worden gemaakt, die wij verhelderend vinden voor de bezinning die nog volgt. De evangelisatie - zo hebben wij gezegd - is een complex proces dat verschillende elementen bevat: vernieuwing van de mensheid, getuigenis, expliciete verkondiging, adhesie van het hart, toetreden tot de gemeenschap, het ontvangen van tekenen, initiatieven van apostolaat.
Deze elementen kunnen met elkaar in strijd lijken, ja zelfs elkaar uit lijken te sluiten. Maar in werkelijkheid vullen zij elkaar aan en verrijken zij elkaar. Het is nodig elk van die elementen te bezien in samenhang met de andere. De verdienste van de recent gehouden synode is juist dat zij ons uitgenodigd heeft die elementen bijeen te houden, veeleer dan ze tegen elkaar uit te spelen, om zo tot een volledig begrip te komen van de evangelisatieactiviteit van de Kerk.
Het is deze omvattende visie die wij nu uiteen willen zetten door de inhoud van de evangelisatie en de middelen tot evangeliseren nader te onderzoeken, en door nauwkeuriger aan te geven tot wie zich de verkondiging van het evangelie richt en wie met die taak vandaag de dag belast is.
Referenties naar alinea 24: 3
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 De inhoud van de Evangelisatie
25
Boodschap aan het Volk van God over de catechese ->=geentekst=
Wezenlijke inhoud en elementen die op de tweede plaats komen
De boodschap die de Kerk verkondigt, bevat zeker veel elementen die op de tweede plaats komen. De presentatie daarvan hangt veel af van de wisselende omstandigheden. Zelf veranderen ze ook. Maar er is ook de wezenlijke inhoud, de levende substantie, die niet aangepast of verzwegen kan worden zonder de evangelisatie zelf in haar ware aard aan te tasten.
De boodschap die de Kerk verkondigt, bevat zeker veel elementen die op de tweede plaats komen. De presentatie daarvan hangt veel af van de wisselende omstandigheden. Zelf veranderen ze ook. Maar er is ook de wezenlijke inhoud, de levende substantie, die niet aangepast of verzwegen kan worden zonder de evangelisatie zelf in haar ware aard aan te tasten.
Referenties naar alinea 25: 2
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Boodschap aan het Volk van God over de catechese ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Getuigenis van de liefde van de Vader
Het is niet overbodig eraan te herinneren: evangeliseren is vóór alles op eenvoudige en directe manier getuigen van God, geopenbaard door Jezus Christus, in de heilige Geest. Getuigen dat Hij in zijn Zoon de wereld heeft liefgehad; dat Hij in zijn mensgeworden Woord aan alles het bestaan heeft gegeven, en dat Hij de mensen tot het eeuwig leven heeft geroepen.
Dit getuigen van God zal velen de onbekende God (Hand. 17, 22-23)[[b:Hand. 17, 22-23]] nabij brengen, die zij aanbidden zonder Hem een naam te geven, of die zij zoeken vanuit een verborgen inspiratie van hun hart wanneer zij de ijdelheid ervaren van alle afgoden. Maar dit getuigenis wordt pas ten volle tot evangelisatie wanneer het laat zien dat voor de mens de Schepper geen anonieme en verre macht is: Hij is de Vader. "Wij worden kinderen van God genoemd, en zijn het ook" (1 Joh. 3, 1)[b:1 Joh. 3, 1] (Rom. 8, 14-17)[[b:Rom. 8, 14-17]] en zijn dus broeders van elkaar in God.
Het is niet overbodig eraan te herinneren: evangeliseren is vóór alles op eenvoudige en directe manier getuigen van God, geopenbaard door Jezus Christus, in de heilige Geest. Getuigen dat Hij in zijn Zoon de wereld heeft liefgehad; dat Hij in zijn mensgeworden Woord aan alles het bestaan heeft gegeven, en dat Hij de mensen tot het eeuwig leven heeft geroepen.
Dit getuigen van God zal velen de onbekende God (Hand. 17, 22-23)[[b:Hand. 17, 22-23]] nabij brengen, die zij aanbidden zonder Hem een naam te geven, of die zij zoeken vanuit een verborgen inspiratie van hun hart wanneer zij de ijdelheid ervaren van alle afgoden. Maar dit getuigenis wordt pas ten volle tot evangelisatie wanneer het laat zien dat voor de mens de Schepper geen anonieme en verre macht is: Hij is de Vader. "Wij worden kinderen van God genoemd, en zijn het ook" (1 Joh. 3, 1)[b:1 Joh. 3, 1] (Rom. 8, 14-17)[[b:Rom. 8, 14-17]] en zijn dus broeders van elkaar in God.
Referenties naar alinea 26: 1
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
“De volken wandelen bij haar licht” (Openb. 21,24) ->=geentekst=
Centraal in de boodschap: Het heil in Jezus Christus
De evangelisatie zal ook altijd als basis, middelpunt en hoogtepunt van heel haar dynamiek de heldere verkondiging bevatten dat in Jezus Christus - mensgeworden Zoon van God, gestorven en verrezen - aan iedere mens het heil is aangeboden als gave van genade en barmhartigheid van God zelf. (Ef. 2, 8; Rom. 1, 16)[[b:Ef. 2, 8; Rom. 1, 16]] vgl: : AAS 64 (1972), blz. 237-341[[[3192]]] En dan gaat het daarbij niet enkel om een immanent heil, naar de maat van de materiële of ook spirituele behoeften, die niet verder reiken dan het kader van dit tijdelijke, aardse bestaan en die samenvallen met de aardse verlangens, verwachtingen, bezigheden en strijd, maar integendeel ook om een heil dat al deze grenzen overstijgt om zich te verwerkelijken in een communio met de enig Absolute, met God: een transcendent en eschatologisch heil, dat zeker zijn begin heeft in dit leven, maar dat zijn voltooiing vindt in de eeuwigheid.
De evangelisatie zal ook altijd als basis, middelpunt en hoogtepunt van heel haar dynamiek de heldere verkondiging bevatten dat in Jezus Christus - mensgeworden Zoon van God, gestorven en verrezen - aan iedere mens het heil is aangeboden als gave van genade en barmhartigheid van God zelf. (Ef. 2, 8; Rom. 1, 16)[[b:Ef. 2, 8; Rom. 1, 16]] vgl: : AAS 64 (1972), blz. 237-341[[[3192]]] En dan gaat het daarbij niet enkel om een immanent heil, naar de maat van de materiële of ook spirituele behoeften, die niet verder reiken dan het kader van dit tijdelijke, aardse bestaan en die samenvallen met de aardse verlangens, verwachtingen, bezigheden en strijd, maar integendeel ook om een heil dat al deze grenzen overstijgt om zich te verwerkelijken in een communio met de enig Absolute, met God: een transcendent en eschatologisch heil, dat zeker zijn begin heeft in dit leven, maar dat zijn voltooiing vindt in de eeuwigheid.
Referenties naar alinea 27: 3
Redemptoris Missio ->=geentekst=Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
“De volken wandelen bij haar licht” (Openb. 21,24) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
In het teken van de hoop
Hieruit volgt dat de evangelisatie noodzakelijk de profetische verkondiging bevat van een alles overstijgende bestemming, als diepe en uiteindelijke roeping van de mens, in continuïteit maar ook in discontinuïteit met de situatie waarin hij nu leeft: aan gene zijde van de tijd en van de geschiedenis, overstijgend de realiteit van deze wereld waarvan de gestalte voorbijgaat, en van de dingen van deze wereld waarvan op zekere dag een verborgen dimensie openbaar zal worden; ook de mens zelf overstijgend, wiens ware bestemming niet opgaat in het hier en nu maar geopenbaard zal worden in het toekomstige leven. (1 Joh. 3, 2; Rom. 8, 29; Fil. 3, 20-21)[[b:1 Joh. 3, 2; Rom. 8, 29; Fil. 3, 20-21]] vgl: Lumen Gentium, 48-51[[[617|48-51]]]
Daarom omvat evangelisatie ook de prediking van de beloften die God in het nieuwe Verbond in Jezus Christus heeft gedaan; de prediking van de liefde van God voor ons en van onze liefde voor God; de prediking van de broederlijke liefde voor alle mensen - als vermogen tot geven en vergeven, tot zelfverloochening en tot het helpen van de broeders en zusters - een liefde die van God komt en die de kern van het Evangelie vormt; de prediking van het mysterie van het kwaad en van het actief zoeken van het goede.
Prediking eveneens - wat altijd heel erg nodig is - van het zoeken van God, in het gebed, vooral van aanbidding en dankbaarheid, maar ook door de communio met dat zichtbare teken van de ontmoeting met God: de Kerk van Jezus Christus. Deze gemeenschap, deze communio drukt zich op haar beurt uit in de verwerkelijking van die andere tekenen van de in de Kerk levende en werkzame Christus: de Sacramenten.
Op zo'n manier de Sacramenten beleven dat de viering ervan tot haar volheid wordt gebracht, betekent niet zoals de een of ander misschien zou beweren, voor de evangelisatie een hindernis opwerpen of een ontsporing ervan accepteren, maar integendeel er haar volheid aan geven. Want in haar volledigheid bestaat de evangelisatie niet alleen in de prediking van een boodschap, maar in het inplanten van de Kerk, en zij - de Kerk - kan niet zonder deze adem van het sacramentele leven, dat zijn hoogtepunt vindt in de Eucharistie. vgl: Mysterium Ecclesiae[[[437]]]
Hieruit volgt dat de evangelisatie noodzakelijk de profetische verkondiging bevat van een alles overstijgende bestemming, als diepe en uiteindelijke roeping van de mens, in continuïteit maar ook in discontinuïteit met de situatie waarin hij nu leeft: aan gene zijde van de tijd en van de geschiedenis, overstijgend de realiteit van deze wereld waarvan de gestalte voorbijgaat, en van de dingen van deze wereld waarvan op zekere dag een verborgen dimensie openbaar zal worden; ook de mens zelf overstijgend, wiens ware bestemming niet opgaat in het hier en nu maar geopenbaard zal worden in het toekomstige leven. (1 Joh. 3, 2; Rom. 8, 29; Fil. 3, 20-21)[[b:1 Joh. 3, 2; Rom. 8, 29; Fil. 3, 20-21]] vgl: Lumen Gentium, 48-51[[[617|48-51]]]
Daarom omvat evangelisatie ook de prediking van de beloften die God in het nieuwe Verbond in Jezus Christus heeft gedaan; de prediking van de liefde van God voor ons en van onze liefde voor God; de prediking van de broederlijke liefde voor alle mensen - als vermogen tot geven en vergeven, tot zelfverloochening en tot het helpen van de broeders en zusters - een liefde die van God komt en die de kern van het Evangelie vormt; de prediking van het mysterie van het kwaad en van het actief zoeken van het goede.
Prediking eveneens - wat altijd heel erg nodig is - van het zoeken van God, in het gebed, vooral van aanbidding en dankbaarheid, maar ook door de communio met dat zichtbare teken van de ontmoeting met God: de Kerk van Jezus Christus. Deze gemeenschap, deze communio drukt zich op haar beurt uit in de verwerkelijking van die andere tekenen van de in de Kerk levende en werkzame Christus: de Sacramenten.
Op zo'n manier de Sacramenten beleven dat de viering ervan tot haar volheid wordt gebracht, betekent niet zoals de een of ander misschien zou beweren, voor de evangelisatie een hindernis opwerpen of een ontsporing ervan accepteren, maar integendeel er haar volheid aan geven. Want in haar volledigheid bestaat de evangelisatie niet alleen in de prediking van een boodschap, maar in het inplanten van de Kerk, en zij - de Kerk - kan niet zonder deze adem van het sacramentele leven, dat zijn hoogtepunt vindt in de Eucharistie. vgl: Mysterium Ecclesiae[[[437]]]
Referenties naar alinea 28: 1
Ordo Lectionum Missae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Mutuae relationes ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Caritas in Veritate ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Uit de klassenstrijd kan geen solidariteit ontstaan met hen die onrecht lijden ->=geentekst=
Een boodschap die het hele leven erin betrekt
Maar de evangelisatie zou niet compleet zijn als er geen rekening wordt gehouden met het feit dat het Evangelie en het concrete, persoonlijke en sociale leven van de mens voortdurend op elkaar inwerken. Daarom vraagt evangeliseren om een uitdrukkelijke boodschap, aangepast aan de verschillende situaties en voortdurend geactualiseerd, over de rechten en de plichten van elke menselijke persoon, over het gezinsleven zonder welke de groei als persoon nauwelijks mogelijk is vgl: Gaudium et Spes, 47-52[[[575|47-52]]] vgl: Humanae Vitae[[[34]]] , over het leven als gemeenschap in de maatschappij, over het leven in internationaal verband, de vrede, de gerechtigheid en de ontwikkeling; een boodschap tenslotte, in onze dagen bijzonder krachtig van toon, over de bevrijding!
Maar de evangelisatie zou niet compleet zijn als er geen rekening wordt gehouden met het feit dat het Evangelie en het concrete, persoonlijke en sociale leven van de mens voortdurend op elkaar inwerken. Daarom vraagt evangeliseren om een uitdrukkelijke boodschap, aangepast aan de verschillende situaties en voortdurend geactualiseerd, over de rechten en de plichten van elke menselijke persoon, over het gezinsleven zonder welke de groei als persoon nauwelijks mogelijk is vgl: Gaudium et Spes, 47-52[[[575|47-52]]] vgl: Humanae Vitae[[[34]]] , over het leven als gemeenschap in de maatschappij, over het leven in internationaal verband, de vrede, de gerechtigheid en de ontwikkeling; een boodschap tenslotte, in onze dagen bijzonder krachtig van toon, over de bevrijding!
Referenties naar alinea 29: 7
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Mutuae relationes ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Caritas in Veritate ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Uit de klassenstrijd kan geen solidariteit ontstaan met hen die onrecht lijden ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Ik verkondig de vrijheid tot een rechtmatige en eerlijke mate van zelfbeschikking in uw leven als volk ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Een boodschap van bevrijding
Bekend is hoe tijdens de recente Synode talrijke Bisschoppen uit alle werelddelen erover hebben gesproken, vooral de Bisschoppen van de derde wereld, met een pastorale toon waarin de stem doorklonk van de miljoenen zonen en dochters van de Kerk waaruit die volkeren bestaan. Volkeren die - wij weten het - met al hun energie verwikkeld zijn in de inspanning en de strijd om al datgene te boven te komen dat hen nu veroordeelt tot de marge van het leven: meervoudige hongersnood, chronische ziekten, analfabetisme, uiterste armoede, onrechtvaardigheid in de internationale betrekkingen en speciaal in de handelsbetrekkingen, situaties van economisch en cultureel neokolonialisme, soms net zo wreed als het oude politieke kolonialisme. De Kerk heeft, zo hebben de bisschoppen bij herhaling gezegd, de plicht de bevrijding te verkondigen van miljoenen mensen, waarvan er veel haar eigen zonen en dochters zijn; de plicht om te helpen bij de geboorte van deze bevrijding, voor haar te getuigen en ervoor te zorgen dat ze totaal zal zijn. Dat alles is niet vreemd aan de evangelisatie.
Bekend is hoe tijdens de recente Synode talrijke Bisschoppen uit alle werelddelen erover hebben gesproken, vooral de Bisschoppen van de derde wereld, met een pastorale toon waarin de stem doorklonk van de miljoenen zonen en dochters van de Kerk waaruit die volkeren bestaan. Volkeren die - wij weten het - met al hun energie verwikkeld zijn in de inspanning en de strijd om al datgene te boven te komen dat hen nu veroordeelt tot de marge van het leven: meervoudige hongersnood, chronische ziekten, analfabetisme, uiterste armoede, onrechtvaardigheid in de internationale betrekkingen en speciaal in de handelsbetrekkingen, situaties van economisch en cultureel neokolonialisme, soms net zo wreed als het oude politieke kolonialisme. De Kerk heeft, zo hebben de bisschoppen bij herhaling gezegd, de plicht de bevrijding te verkondigen van miljoenen mensen, waarvan er veel haar eigen zonen en dochters zijn; de plicht om te helpen bij de geboorte van deze bevrijding, voor haar te getuigen en ervoor te zorgen dat ze totaal zal zijn. Dat alles is niet vreemd aan de evangelisatie.
Referenties naar alinea 30: 4
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Ik verkondig de vrijheid tot een rechtmatige en eerlijke mate van zelfbeschikking in uw leven als volk ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Een lange gemeenschappelijke geschiedenis doet ons vandaag de onvolledige maar werkelijke gemeenschap ontdekken, welke onder ons bestaat ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Caritas in Veritate ->=geentekst=
Ik verkondig de vrijheid tot een rechtmatige en eerlijke mate van zelfbeschikking in uw leven als volk ->=geentekst=
“Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u” (Joh. 20,21) ->=geentekst=
Identiteit en zending van de religieuze broeder in de Kerk ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
In noodzakelijk verband met het bevorderen van een menswaardiger bestaan
Tussen evangelisatie en het bevorderen van een menswaardig bestaan - in de zin van ontwikkeling en bevrijding - bestaan inderdaad diepe banden. Banden van antropologische orde, omdat de mens die te evangeliseren is, geen abstract wezen is, maar geconditioneerd wordt door sociale en economische kwesties. Banden van theologische orde, omdat het plan van de schepping niet losgemaakt kan worden van dat van de Verlossing, dat aan heel concrete situaties raakt van onrechtvaardigheid die te bestrijden is en van gerechtigheid die hersteld moet worden. Banden ook die van uitgesproken evangelische orde zijn, zoals de band van de naastenliefde: hoe zou men het nieuwe gebod willen verkondigen zonder in gerechtigheid en vrede de ware, authentieke groei van de mens te bevorderen?
Wij hebben dit willen onderstrepen door eraan te herinneren dat absoluut onaanvaardbaar is "dat in de evangelisatie de problemen zouden verwaarloosd worden die vandaag de dag zozeer besproken worden en die betrekking hebben op de gerechtigheid, de bevrijding, de ontwikkeling en de vrede in de wereld. Het zou betekenen dat we de les zouden vergeten die het Evangelie ons leert over de liefde voor de lijdende en behoeftige naaste." Openingstoespraak tot de 3e Algemene Gewone Bisschoppensynode, 8[[517|8]]
Welnu, dezelfde stemmen die tijdens de genoemde Synode dit cruciale thema met ijver, intelligentie en moed hebben aangesneden, hebben tot onze grote vreugde ook de heldere beginselen aangedragen om de reikwijdte en de diepe zin te kunnen bevatten van de bevrijding zoals Jezus Christus die verkondigd en gerealiseerd heeft, en zoals de Kerk die predikt.
Tussen evangelisatie en het bevorderen van een menswaardig bestaan - in de zin van ontwikkeling en bevrijding - bestaan inderdaad diepe banden. Banden van antropologische orde, omdat de mens die te evangeliseren is, geen abstract wezen is, maar geconditioneerd wordt door sociale en economische kwesties. Banden van theologische orde, omdat het plan van de schepping niet losgemaakt kan worden van dat van de Verlossing, dat aan heel concrete situaties raakt van onrechtvaardigheid die te bestrijden is en van gerechtigheid die hersteld moet worden. Banden ook die van uitgesproken evangelische orde zijn, zoals de band van de naastenliefde: hoe zou men het nieuwe gebod willen verkondigen zonder in gerechtigheid en vrede de ware, authentieke groei van de mens te bevorderen?
Wij hebben dit willen onderstrepen door eraan te herinneren dat absoluut onaanvaardbaar is "dat in de evangelisatie de problemen zouden verwaarloosd worden die vandaag de dag zozeer besproken worden en die betrekking hebben op de gerechtigheid, de bevrijding, de ontwikkeling en de vrede in de wereld. Het zou betekenen dat we de les zouden vergeten die het Evangelie ons leert over de liefde voor de lijdende en behoeftige naaste." Openingstoespraak tot de 3e Algemene Gewone Bisschoppensynode, 8[[517|8]]
Welnu, dezelfde stemmen die tijdens de genoemde Synode dit cruciale thema met ijver, intelligentie en moed hebben aangesneden, hebben tot onze grote vreugde ook de heldere beginselen aangedragen om de reikwijdte en de diepe zin te kunnen bevatten van de bevrijding zoals Jezus Christus die verkondigd en gerealiseerd heeft, en zoals de Kerk die predikt.
Referenties naar alinea 31: 12
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Een lange gemeenschappelijke geschiedenis doet ons vandaag de onvolledige maar werkelijke gemeenschap ontdekken, welke onder ons bestaat ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Caritas in Veritate ->=geentekst=
Ik verkondig de vrijheid tot een rechtmatige en eerlijke mate van zelfbeschikking in uw leven als volk ->=geentekst=
“Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u” (Joh. 20,21) ->=geentekst=
Identiteit en zending van de religieuze broeder in de Kerk ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Libertatis nuntius ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Zonder reductie of dubbelzinnigheid
Wij moeten inderdaad de ogen niet sluiten voor het feit dat veel ook edelmoedige christenen, met gevoel voor de dramatische kwesties die in het vraagstuk van de bevrijding besloten liggen, wanneer zij de Kerk willen bewegen tot inzet voor de bevrijding dikwijls bekoord worden, haar zending te reduceren tot de dimensies van een louter aards project; haar taken tot een antropologische doelstelling; het heil, waarvan zij boodschapster en sacrament is, tot een materieel welzijn; haar activiteit, onder verwaarlozing van elke geestelijke of godsdienstige bekommernis, tot initiatieven van politieke of sociale orde. Als het die kant uit zou gaan, zou de Kerk haar fundamentele betekenis verliezen. Dan zou haar boodschap van bevrijding geen enkele oorspronkelijkheid meer hebben en zou uiteindelijk opgeslokt en gemanipuleerd worden door ideologische systemen en politieke partijen.
Zij zou dan niet langer het gezag bezitten om bevrijding te verkondigen als komend van God. Daarom hebben wij in dezelfde toespraak aan het begin van de Derde Algemene Vergadering van de Synode willen onderstrepen "dat het noodzakelijk is opnieuw en duidelijk te stellen dat het doel van de evangelisatie een specifiek godsdienstig doel is. Zij zou haar bestaansreden verliezen als zij zich zou verwijderen van haar godsdienstige as waar alles om draait: het Rijk van God boven al het andere, in zijn volledige theologische betekenis". Openingstoespraak tot de 3e Algemene Gewone Bisschoppensynode, 8[[517|8]]
Wij moeten inderdaad de ogen niet sluiten voor het feit dat veel ook edelmoedige christenen, met gevoel voor de dramatische kwesties die in het vraagstuk van de bevrijding besloten liggen, wanneer zij de Kerk willen bewegen tot inzet voor de bevrijding dikwijls bekoord worden, haar zending te reduceren tot de dimensies van een louter aards project; haar taken tot een antropologische doelstelling; het heil, waarvan zij boodschapster en sacrament is, tot een materieel welzijn; haar activiteit, onder verwaarlozing van elke geestelijke of godsdienstige bekommernis, tot initiatieven van politieke of sociale orde. Als het die kant uit zou gaan, zou de Kerk haar fundamentele betekenis verliezen. Dan zou haar boodschap van bevrijding geen enkele oorspronkelijkheid meer hebben en zou uiteindelijk opgeslokt en gemanipuleerd worden door ideologische systemen en politieke partijen.
Zij zou dan niet langer het gezag bezitten om bevrijding te verkondigen als komend van God. Daarom hebben wij in dezelfde toespraak aan het begin van de Derde Algemene Vergadering van de Synode willen onderstrepen "dat het noodzakelijk is opnieuw en duidelijk te stellen dat het doel van de evangelisatie een specifiek godsdienstig doel is. Zij zou haar bestaansreden verliezen als zij zich zou verwijderen van haar godsdienstige as waar alles om draait: het Rijk van God boven al het andere, in zijn volledige theologische betekenis". Openingstoespraak tot de 3e Algemene Gewone Bisschoppensynode, 8[[517|8]]
Referenties naar alinea 32: 5
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Libertatis nuntius ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
De Evangelische bevrijding
Over de bevrijding zoals de evangelisatie die verkondigt en waarvoor zij zich inspant dat die wordt verwerkelijkt, moet veeleer gezegd worden:
Over de bevrijding zoals de evangelisatie die verkondigt en waarvoor zij zich inspant dat die wordt verwerkelijkt, moet veeleer gezegd worden:
- dat zij zich niet kan beperken tot de eenvoudige en strikt economische, politieke, sociale en culturele dimensie, maar de gehele mens moet beogen, in al zijn dimensies, inclusief zijn openheid voor het absolute, ook voor het Absolute van God;
- dat zij derhalve geworteld is in een bepaald mensbeeld, in een antropologie die zij nooit kan opofferen aan de eisen van de een of andere strategie, van een model van handelen of van een resultaat op korte termijn.
Referenties naar alinea 33: 4
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
“Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u” (Joh. 20,21) ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Gefundeerd op het Rijk van God
Daarom: in haar prediking van de bevrijding en haar solidarisering met hen die daarvoor werken en lijden, bevestigt de Kerk het primaat van haar geestelijke roeping, zonder daarmee te aanvaarden dat haar zending omschreven zou moeten worden als beperkt tot enkel het godsdienstige terrein onder verwaarlozing van de aardse problemen van de mens. Zij weigert de verkondiging van het Rijk van God te vervangen door de proclamatie van de menselijke bevrijding, en zij houdt staande dat ook haar bijdrage aan de bevrijding onvolledig is, als zij het zou verwaarlozen het heil te verkondigen in Christus Jezus.
Daarom: in haar prediking van de bevrijding en haar solidarisering met hen die daarvoor werken en lijden, bevestigt de Kerk het primaat van haar geestelijke roeping, zonder daarmee te aanvaarden dat haar zending omschreven zou moeten worden als beperkt tot enkel het godsdienstige terrein onder verwaarlozing van de aardse problemen van de mens. Zij weigert de verkondiging van het Rijk van God te vervangen door de proclamatie van de menselijke bevrijding, en zij houdt staande dat ook haar bijdrage aan de bevrijding onvolledig is, als zij het zou verwaarlozen het heil te verkondigen in Christus Jezus.
Referenties naar alinea 34: 6
Redemptoris Missio ->=geentekst=Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
“Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u” (Joh. 20,21) ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Mutuae relationes ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
En op een Evangelisch mensbeeld
De Kerk verbindt 'menselijke bevrijding' en 'heil in Jezus Christus' met elkaar, maar zegt niet dat zij een en hetzelfde zijn, want zij weet uit openbaring, uit historische ervaring en uit geloofsreflectie dat niet elk begrip van bevrijding noodzakelijk ook samengaat of verenigbaar is met een evangelische kijk op de mens, op de dingen en de gebeurtenissen. Zij weet dat bevrijding brengen, welvaart creëren of ontwikkeling bevorderen niet volstaat om het Rijk van God te doen komen.
Méér nog: de Kerk heeft de vaste overtuiging dat elke bevrijding op louter tijdelijk vlak, elke politieke bevrijding - ook al spant deze zich in daarvoor rechtvaardiging te vinden op de een of andere bladzijde van het Oude of het Nieuwe Testament, ook al beroept zij zich voor haar ideologische veronderstellingen en voor haar normen van actie op theologische gegevens en conclusies, en ook al pretendeert zij de theologie voor onze dagen te zijn - in zichzelf de kiemen draagt van haar eigen ontkenning, en daarmee van het ideaal afvalt dat zij zich had voorgesteld, ofwel omdat haar motieven niet die van rechtvaardigheid en naastenliefde zijn, ofwel omdat de impuls waardoor zij gedreven wordt geen echt geestelijke dimensie heeft en haar uiteindelijke doel niet het heil en de zaligheid in God is.
De Kerk verbindt 'menselijke bevrijding' en 'heil in Jezus Christus' met elkaar, maar zegt niet dat zij een en hetzelfde zijn, want zij weet uit openbaring, uit historische ervaring en uit geloofsreflectie dat niet elk begrip van bevrijding noodzakelijk ook samengaat of verenigbaar is met een evangelische kijk op de mens, op de dingen en de gebeurtenissen. Zij weet dat bevrijding brengen, welvaart creëren of ontwikkeling bevorderen niet volstaat om het Rijk van God te doen komen.
Méér nog: de Kerk heeft de vaste overtuiging dat elke bevrijding op louter tijdelijk vlak, elke politieke bevrijding - ook al spant deze zich in daarvoor rechtvaardiging te vinden op de een of andere bladzijde van het Oude of het Nieuwe Testament, ook al beroept zij zich voor haar ideologische veronderstellingen en voor haar normen van actie op theologische gegevens en conclusies, en ook al pretendeert zij de theologie voor onze dagen te zijn - in zichzelf de kiemen draagt van haar eigen ontkenning, en daarmee van het ideaal afvalt dat zij zich had voorgesteld, ofwel omdat haar motieven niet die van rechtvaardigheid en naastenliefde zijn, ofwel omdat de impuls waardoor zij gedreven wordt geen echt geestelijke dimensie heeft en haar uiteindelijke doel niet het heil en de zaligheid in God is.
Referenties naar alinea 35: 5
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Mutuae relationes ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Zij vereist een noodzakelijke bekering
De Kerk houdt het zeker voor belangrijk en dringend noodzakelijk dat er menselijker structuren worden opgebouwd, rechtvaardiger, met meer respect voor de rechten van de persoon, minder onderdrukkend en met minder dwang, maar zij is er zich ook van bewust dat de beste structuren, de meest ideale systemen gauw onmenselijk worden als de neigingen van het menselijk hart niet genezen worden, als er geen bekering van hart en geest is bij degenen die in die structuren leven of daarover heersen.
De Kerk houdt het zeker voor belangrijk en dringend noodzakelijk dat er menselijker structuren worden opgebouwd, rechtvaardiger, met meer respect voor de rechten van de persoon, minder onderdrukkend en met minder dwang, maar zij is er zich ook van bewust dat de beste structuren, de meest ideale systemen gauw onmenselijk worden als de neigingen van het menselijk hart niet genezen worden, als er geen bekering van hart en geest is bij degenen die in die structuren leven of daarover heersen.
Referenties naar alinea 36: 2
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Zij sluit geweld uit
De Kerk kan het geweld niet aanvaarden, vooral geen wapengeweld - onbeheersbaar wanneer het ontketend wordt - noch de dood van wie dan ook als weg van bevrijding, want zij weet dat geweld altijd geweld oproept en onweerstaanbaar nieuwe vormen voortbrengt van onderdrukking en slavernij, zwaarder nog dan die waarvan het pretendeerde te bevrijden. Wij hebben dat duidelijk gesteld op onze reis in Colombia: "Wij sporen u aan uw vertrouwen niet te stellen in het geweld noch in de revolutie; zo'n houding is in strijd met de christelijke geest en kan de sociale verheffing waarnaar u terecht verlangt ook vertragen in plaats van bevorderen" AAS 60 (1968), blz. 623[[3016|11]]; "wij moeten het eens en andermaal met klem bevestigen dat het geweld noch christelijk, noch evangelisch is, en dat bruuske en gewelddadige veranderingen van de structuren een bedrieglijke dwaling zouden betekenen, op zichzelf niet werkzaam en zeker niet in overeenstemming met de waardigheid van het volk." AAS 60 (1968), blz. 627[[3102|5]] vgl: 229, 2: PL 33, 1020[[[858]]]
De Kerk kan het geweld niet aanvaarden, vooral geen wapengeweld - onbeheersbaar wanneer het ontketend wordt - noch de dood van wie dan ook als weg van bevrijding, want zij weet dat geweld altijd geweld oproept en onweerstaanbaar nieuwe vormen voortbrengt van onderdrukking en slavernij, zwaarder nog dan die waarvan het pretendeerde te bevrijden. Wij hebben dat duidelijk gesteld op onze reis in Colombia: "Wij sporen u aan uw vertrouwen niet te stellen in het geweld noch in de revolutie; zo'n houding is in strijd met de christelijke geest en kan de sociale verheffing waarnaar u terecht verlangt ook vertragen in plaats van bevorderen" AAS 60 (1968), blz. 623[[3016|11]]; "wij moeten het eens en andermaal met klem bevestigen dat het geweld noch christelijk, noch evangelisch is, en dat bruuske en gewelddadige veranderingen van de structuren een bedrieglijke dwaling zouden betekenen, op zichzelf niet werkzaam en zeker niet in overeenstemming met de waardigheid van het volk." AAS 60 (1968), blz. 627[[3102|5]] vgl: 229, 2: PL 33, 1020[[[858]]]
Referenties naar alinea 37: 3
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Rerum Novarum nog altijd vitaal en geldig ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Specifieke bijdrage van de Kerk
Dit gezegd zijnde, verheugt het ons dat de Kerk zich steeds levendiger bewust wordt van de eigen, fundamenteel evangelische manier die zij heeft om mee te werken aan de bevrijding van de mensen. Wat zij doet? Steeds meer zoekt zij talrijke christenen aan te zetten om zich toe te wijden aan de bevrijding van de anderen. Zij biedt deze christenbevrijders een inspiratie vanuit het geloof, een motivatie van broederlijke liefde, en een sociale leer waar de ware christen niet aan voorbij kan zien, die hij aan de basis moet leggen van zijn wijsheid en zijn ervaring, teneinde die concreet te vertalen in categorieën van actie, deelname en inzet. Dat alles moet, zonder dat er verwarring ontstaat met tactische houdingen of met dienstbaarheid aan een politiek systeem, kenmerkend zijn voor het elan van de geëngageerde christen. De Kerk spant zich in om de christelijke strijd voor de bevrijding steeds in te passen in het wereldomvattende heilsplan dat zij zelf verkondigt.
Wat wij hier in herinnering hebben gebracht, komt meer dan eens naar voren uit de besprekingen van de Synode. Bovendien hebben wij zelf aan dit thema enkele verhelderende woorden willen wijden in de Toespraak tot de Vaders bij de sluiting van de Vergadering. Aan het einde van de 3e Gewone Bisschoppensynode over "Evangelisatie in de moderne wereld"[[446]]
Het is te hopen dat al deze overwegingen zullen helpen om de dubbelzinnigheid te vermijden die al te vaak om het woord "bevrijding" hangt in de ideologieën, de systemen en in politieke groeperingen. De bevrijding zoals de evangelisatie die verkondigt en voorbereidt is die welke Christus zelf heeft verkondigd en aan de mens heeft geschonken door zijn offer.
Dit gezegd zijnde, verheugt het ons dat de Kerk zich steeds levendiger bewust wordt van de eigen, fundamenteel evangelische manier die zij heeft om mee te werken aan de bevrijding van de mensen. Wat zij doet? Steeds meer zoekt zij talrijke christenen aan te zetten om zich toe te wijden aan de bevrijding van de anderen. Zij biedt deze christenbevrijders een inspiratie vanuit het geloof, een motivatie van broederlijke liefde, en een sociale leer waar de ware christen niet aan voorbij kan zien, die hij aan de basis moet leggen van zijn wijsheid en zijn ervaring, teneinde die concreet te vertalen in categorieën van actie, deelname en inzet. Dat alles moet, zonder dat er verwarring ontstaat met tactische houdingen of met dienstbaarheid aan een politiek systeem, kenmerkend zijn voor het elan van de geëngageerde christen. De Kerk spant zich in om de christelijke strijd voor de bevrijding steeds in te passen in het wereldomvattende heilsplan dat zij zelf verkondigt.
Wat wij hier in herinnering hebben gebracht, komt meer dan eens naar voren uit de besprekingen van de Synode. Bovendien hebben wij zelf aan dit thema enkele verhelderende woorden willen wijden in de Toespraak tot de Vaders bij de sluiting van de Vergadering. Aan het einde van de 3e Gewone Bisschoppensynode over "Evangelisatie in de moderne wereld"[[446]]
Het is te hopen dat al deze overwegingen zullen helpen om de dubbelzinnigheid te vermijden die al te vaak om het woord "bevrijding" hangt in de ideologieën, de systemen en in politieke groeperingen. De bevrijding zoals de evangelisatie die verkondigt en voorbereidt is die welke Christus zelf heeft verkondigd en aan de mens heeft geschonken door zijn offer.
Referenties naar alinea 38: 5
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Rerum Novarum nog altijd vitaal en geldig ->=geentekst=
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
De vrijheid van godsdienst
Van deze met de evangelisatie verbonden juiste bevrijding, die structuren zoekt te verkrijgen die de menselijke vrijheden waarborgen, mag het veilig stellen van de fundamentele rechten van de mens niet worden losgemaakt, waaronder de vrijheid van godsdienst een plaats van het hoogste belang inneemt. Nog onlangs hebben wij over de actualiteit van dit vraagstuk gesproken, en onder de aandacht gebracht "hoeveel christenen vandaag de dag nog, om het pure feit dat zij christenen, dat zij katholiek zijn, leven onder een verstikkende en systematische onderdrukking! Het drama van de trouw aan Christus en van de vrijheid van godsdienst duurt voort, al wordt het verborgen achter categorische verklaringen ten gunste van de rechten van de mens en van de menselijke socialiteit." Paus Paulus VI, Toespraak...Paus Paulus VI, Toespraak gehouden op 15 oktober 1975: L'Osservatore Romano (17 oktober 1975).
Van deze met de evangelisatie verbonden juiste bevrijding, die structuren zoekt te verkrijgen die de menselijke vrijheden waarborgen, mag het veilig stellen van de fundamentele rechten van de mens niet worden losgemaakt, waaronder de vrijheid van godsdienst een plaats van het hoogste belang inneemt. Nog onlangs hebben wij over de actualiteit van dit vraagstuk gesproken, en onder de aandacht gebracht "hoeveel christenen vandaag de dag nog, om het pure feit dat zij christenen, dat zij katholiek zijn, leven onder een verstikkende en systematische onderdrukking! Het drama van de trouw aan Christus en van de vrijheid van godsdienst duurt voort, al wordt het verborgen achter categorische verklaringen ten gunste van de rechten van de mens en van de menselijke socialiteit." Paus Paulus VI, Toespraak...Paus Paulus VI, Toespraak gehouden op 15 oktober 1975: L'Osservatore Romano (17 oktober 1975).
Referenties naar alinea 39: 1
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 De wegen van Evangelisatie
40
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
De Paus wil uw stem zijn ->=geentekst=
Op zoek naar aangepaste middelen
Het zo evidente belang van de inhoud van de evangelisatie moet niet het belang verbergen van de wegen en de middelen. Dit vraagstuk van "hoe te evangeliseren" blijft altijd actueel omdat de manieren waarop variëren naar gelang de omstandigheden van tijd, plaats en cultuur, waardoor zij een uitdaging zijn voor onze vindingrijkheid en ons aanpassingsvermogen.
Het is met name aan ons, Herders van de Kerk, er met durf en wijsheid, in volledige trouw aan de inhoud, voor te zorgen dat voorzien wordt in de best aangepaste en meest werkzame methoden om de evangelische boodschap te communiceren met de mensen van onze tijd. Laten we in deze bezinning volstaan met te herinneren aan enkele wegen die om de een of de andere reden van fundamenteel belang zijn.
Het zo evidente belang van de inhoud van de evangelisatie moet niet het belang verbergen van de wegen en de middelen. Dit vraagstuk van "hoe te evangeliseren" blijft altijd actueel omdat de manieren waarop variëren naar gelang de omstandigheden van tijd, plaats en cultuur, waardoor zij een uitdaging zijn voor onze vindingrijkheid en ons aanpassingsvermogen.
Het is met name aan ons, Herders van de Kerk, er met durf en wijsheid, in volledige trouw aan de inhoud, voor te zorgen dat voorzien wordt in de best aangepaste en meest werkzame methoden om de evangelische boodschap te communiceren met de mensen van onze tijd. Laten we in deze bezinning volstaan met te herinneren aan enkele wegen die om de een of de andere reden van fundamenteel belang zijn.
Referenties naar alinea 40: 3
Mutuae relationes ->=geentekst=Evangelii Gaudium ->=geentekst=
De Paus wil uw stem zijn ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Eerste Dag van het Godgewijde leven ->=geentekst=
Kijk met nieuwe ogen naar Jezus Christus ->=geentekst=
De waardigheid van ouderen en hun missie in de Kerk en de wereld ->=geentekst=
Aan de priesters bij het begin van het "Jaar van de priester" bij gelegenheid van de 150e "dies natalis" van Johannes Maria Vianney ->=geentekst=
Tot de deelnemers aan de Algemene Vergadering van de Pauselijke Raad ter bevordering van de Nieuwe Evangelisatie ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Roepingenpastoraal en pastoraal voor het Godgewijde leven. Horizonten en hoop ->=geentekst=
Messaggio per la Giornata Missionaria Mondiale 2022 ->=geentekst=
Hartstocht voor de evangelisatie 8. - De eerste weg van de evangelisatie: het getuigenis (cfr Evangelii nuntiandi) ->=geentekst=
Het getuigenis van het levende
Zonder al datgene te herhalen waaraan we hierboven al herinnerd hebben, is het goed vóór alles het volgende te onderstrepen: Voor de Kerk bestaat het eerste middel van de evangelisatie in het getuigenis van een authentiek christelijk leven in overgave aan God in een communio welke door niets onderbroken mag worden, maar tegelijk in zelfgave aan de naaste met een onbegrensde ijver. "De hedendaagse mens luistert liever naar getuigen dan naar leraren, en als hij luistert naar leraren, dan is dat omdat zij getuigen zijn." Tot de leden van het "Concilium de laïcis"[[4229]] De H. Petrus drukte dat goed uit toen hij het schouwspel beschreef van een kuis en eerzaam leven dat "zonder woorden hen kan overtuigen die nog geloofsgehoorzaamheid weigeren aan het Woord" (1 Pt. 3, 1)[b:1 Pt. 3, 1]. Het is dus vóór alles door haar gedrag, door haar leven dat de Kerk de wereld zal evangeliseren, dat wil zeggen door haar levensgetuigenis van trouw aan Jezus Christus, van armoede en onthechting, van vrijheid tegenover de machten van deze wereld, in één woord: van heiligheid.
Zonder al datgene te herhalen waaraan we hierboven al herinnerd hebben, is het goed vóór alles het volgende te onderstrepen: Voor de Kerk bestaat het eerste middel van de evangelisatie in het getuigenis van een authentiek christelijk leven in overgave aan God in een communio welke door niets onderbroken mag worden, maar tegelijk in zelfgave aan de naaste met een onbegrensde ijver. "De hedendaagse mens luistert liever naar getuigen dan naar leraren, en als hij luistert naar leraren, dan is dat omdat zij getuigen zijn." Tot de leden van het "Concilium de laïcis"[[4229]] De H. Petrus drukte dat goed uit toen hij het schouwspel beschreef van een kuis en eerzaam leven dat "zonder woorden hen kan overtuigen die nog geloofsgehoorzaamheid weigeren aan het Woord" (1 Pt. 3, 1)[b:1 Pt. 3, 1]. Het is dus vóór alles door haar gedrag, door haar leven dat de Kerk de wereld zal evangeliseren, dat wil zeggen door haar levensgetuigenis van trouw aan Jezus Christus, van armoede en onthechting, van vrijheid tegenover de machten van deze wereld, in één woord: van heiligheid.
Referenties naar alinea 41: 12
Redemptoris Missio ->=geentekst=Redemptoris Missio ->=geentekst=
Eerste Dag van het Godgewijde leven ->=geentekst=
Kijk met nieuwe ogen naar Jezus Christus ->=geentekst=
De waardigheid van ouderen en hun missie in de Kerk en de wereld ->=geentekst=
Aan de priesters bij het begin van het "Jaar van de priester" bij gelegenheid van de 150e "dies natalis" van Johannes Maria Vianney ->=geentekst=
Tot de deelnemers aan de Algemene Vergadering van de Pauselijke Raad ter bevordering van de Nieuwe Evangelisatie ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Roepingenpastoraal en pastoraal voor het Godgewijde leven. Horizonten en hoop ->=geentekst=
Messaggio per la Giornata Missionaria Mondiale 2022 ->=geentekst=
Hartstocht voor de evangelisatie 8. - De eerste weg van de evangelisatie: het getuigenis (cfr Evangelii nuntiandi) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Messaggio per la Giornata Missionaria Mondiale 2022 ->=geentekst=
Een levende prediking
Het is bovendien niet overbodig het belang en de noodzaak te onderstrepen van de prediking: "Hoe kan men in Hem geloven zonder van Hem te hebben gehoord? Hoe kan men van Hem horen als niemand Hem verkondigt? ... Zo ontstaat dan het geloof door de prediking, en de prediking geschiedt in opdracht van Christus." (Rom. 10, 14-17)[b:Rom. 10, 14-17]. Deze wet, ooit door de apostel Paulus zo geformuleerd, bewaart tot op de dag van vandaag heel haar kracht. Ja, de prediking - deze verkondiging van de boodschap met woorden - blijft onontbeerlijk.
We weten goed dat de moderne mens, verzadigd van gepraat, dikwijls tegenzin vertoont als het om luisteren gaat en, erger nog, voor het woord immuun geworden is. Wij zijn ook bekend met het gedachtegoed van talrijke psychologen en sociologen, die stellen dat de moderne mens de cultuur van het woord voorbij is, die niet meer werkt en nutteloos is geworden, en vandaag de dag in de beschaving van het beeld leeft. Deze feiten zouden ons zeker ertoe moeten aanzetten bij het overbrengen van de evangelische boodschap de moderne middelen in te zetten die deze beschaving heeft uitgevonden. Er zijn overigens in deze richting al heel waardevolle pogingen gedaan. Wij kunnen die alleen maar prijzen en moedigen aan ze nog verder te ontwikkelen.
Toch mogen de moeheid die zoveel lege verhalen vandaag de dag hebben opgeroepen, en de actualiteit van veel andere vormen van communicatie, niet de blijvende kracht doen verminderen van het woord of er het vertrouwen in doen verliezen. Het woord blijft altijd actueel, vooral wanneer het in Gods kracht gesproken is. (1 Kor. 2, 1-5)[[b:1 Kor. 2, 1-5]] Daarom blijft het axioma van Paulus actueel waar hij zegt: "Het geloof ontstaat door de prediking" (Rom. 10, 17)[b:Rom. 10, 17]. Het is juist het gehoorde Woord dat tot geloof brengt.
Het is bovendien niet overbodig het belang en de noodzaak te onderstrepen van de prediking: "Hoe kan men in Hem geloven zonder van Hem te hebben gehoord? Hoe kan men van Hem horen als niemand Hem verkondigt? ... Zo ontstaat dan het geloof door de prediking, en de prediking geschiedt in opdracht van Christus." (Rom. 10, 14-17)[b:Rom. 10, 14-17]. Deze wet, ooit door de apostel Paulus zo geformuleerd, bewaart tot op de dag van vandaag heel haar kracht. Ja, de prediking - deze verkondiging van de boodschap met woorden - blijft onontbeerlijk.
We weten goed dat de moderne mens, verzadigd van gepraat, dikwijls tegenzin vertoont als het om luisteren gaat en, erger nog, voor het woord immuun geworden is. Wij zijn ook bekend met het gedachtegoed van talrijke psychologen en sociologen, die stellen dat de moderne mens de cultuur van het woord voorbij is, die niet meer werkt en nutteloos is geworden, en vandaag de dag in de beschaving van het beeld leeft. Deze feiten zouden ons zeker ertoe moeten aanzetten bij het overbrengen van de evangelische boodschap de moderne middelen in te zetten die deze beschaving heeft uitgevonden. Er zijn overigens in deze richting al heel waardevolle pogingen gedaan. Wij kunnen die alleen maar prijzen en moedigen aan ze nog verder te ontwikkelen.
Toch mogen de moeheid die zoveel lege verhalen vandaag de dag hebben opgeroepen, en de actualiteit van veel andere vormen van communicatie, niet de blijvende kracht doen verminderen van het woord of er het vertrouwen in doen verliezen. Het woord blijft altijd actueel, vooral wanneer het in Gods kracht gesproken is. (1 Kor. 2, 1-5)[[b:1 Kor. 2, 1-5]] Daarom blijft het axioma van Paulus actueel waar hij zegt: "Het geloof ontstaat door de prediking" (Rom. 10, 17)[b:Rom. 10, 17]. Het is juist het gehoorde Woord dat tot geloof brengt.
Referenties naar alinea 42: 2
Redemptoris Missio ->=geentekst=Messaggio per la Giornata Missionaria Mondiale 2022 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
De liturgie van het Woord
Deze evangeliserende prediking kan allerlei vormen aannemen en de ijver zal die steeds weer weten te vernieuwen. In feite zijn er talloze levensgebeurtenissen en menselijke situaties die aanleiding bieden voor een discrete, maar echt rakende verkondiging van wat de Heer in die omstandigheid te zeggen heeft. Een echt geestelijk aanvoelingsvermogen is genoeg om in de gebeurtenissen de boodschap van God te kunnen lezen.
Maar gegeven het feit dat het Concilie de "Liturgie van het Woord" sterk heeft opgewaardeerd, zou het een vergissing zijn om in de homilie niet een waardevol en uiterst geschikt instrument van evangelisatie te zien. Men moet dan wel de vereisten en mogelijkheden van de homilie kennen en inzetten, wil deze heel haar pastoraal effect bereiken. Maar vóór alles moet men er van overtuigd zijn en er zich met liefde aan toewijden. Deze prediking, speciaal ingevoegd in de viering van de eucharistie waar zij bijzondere sterkte en kracht van krijgt, heeft zeker een eigen rol in de evangelisatie, naarmate zij het diepe geloof tot uitdrukking brengt van de gewijde bedienaar die preekt, en zij doordrongen is van liefde.
De gelovigen, bijeengekomen om een Paaskerk te vormen en het feest van Heer te vieren die in haar midden tegenwoordig is, verwachten veel van deze prediking, en zullen er vrucht uit halen, mits zij eenvoudig is en helder, direct en aan hen aangepast, diep geworteld in het onderricht van het evangelie en trouw aan het Leergezag van de Kerk, bezield door die evenwichtige apostolische vurigheid die bij de prediking hoort, vol hoop, voedzaam door het geloof, en een bron van vrede en eenheid. Veel gemeenschappen, parochies of andersoortige, leven van de zondagse preek en worden er hechter van, wanneer die dergelijke eigenschappen heeft.
Laten we hier nog aan toevoegen dat, dankzij dezelfde liturgische vernieuwing, de eucharistieviering niet het enige geëigende moment is voor de homilie. Zij heeft bij de viering van alle Sacramenten haar plaats en moet niet worden verwaarloosd, of ook bij paraliturgische vieringen en in het kader van bijeenkomsten van gelovigen. Dat zal altijd een gelegenheid bij uitstek zijn om het Woord van de Heer te spreken.
Deze evangeliserende prediking kan allerlei vormen aannemen en de ijver zal die steeds weer weten te vernieuwen. In feite zijn er talloze levensgebeurtenissen en menselijke situaties die aanleiding bieden voor een discrete, maar echt rakende verkondiging van wat de Heer in die omstandigheid te zeggen heeft. Een echt geestelijk aanvoelingsvermogen is genoeg om in de gebeurtenissen de boodschap van God te kunnen lezen.
Maar gegeven het feit dat het Concilie de "Liturgie van het Woord" sterk heeft opgewaardeerd, zou het een vergissing zijn om in de homilie niet een waardevol en uiterst geschikt instrument van evangelisatie te zien. Men moet dan wel de vereisten en mogelijkheden van de homilie kennen en inzetten, wil deze heel haar pastoraal effect bereiken. Maar vóór alles moet men er van overtuigd zijn en er zich met liefde aan toewijden. Deze prediking, speciaal ingevoegd in de viering van de eucharistie waar zij bijzondere sterkte en kracht van krijgt, heeft zeker een eigen rol in de evangelisatie, naarmate zij het diepe geloof tot uitdrukking brengt van de gewijde bedienaar die preekt, en zij doordrongen is van liefde.
De gelovigen, bijeengekomen om een Paaskerk te vormen en het feest van Heer te vieren die in haar midden tegenwoordig is, verwachten veel van deze prediking, en zullen er vrucht uit halen, mits zij eenvoudig is en helder, direct en aan hen aangepast, diep geworteld in het onderricht van het evangelie en trouw aan het Leergezag van de Kerk, bezield door die evenwichtige apostolische vurigheid die bij de prediking hoort, vol hoop, voedzaam door het geloof, en een bron van vrede en eenheid. Veel gemeenschappen, parochies of andersoortige, leven van de zondagse preek en worden er hechter van, wanneer die dergelijke eigenschappen heeft.
Laten we hier nog aan toevoegen dat, dankzij dezelfde liturgische vernieuwing, de eucharistieviering niet het enige geëigende moment is voor de homilie. Zij heeft bij de viering van alle Sacramenten haar plaats en moet niet worden verwaarloosd, of ook bij paraliturgische vieringen en in het kader van bijeenkomsten van gelovigen. Dat zal altijd een gelegenheid bij uitstek zijn om het Woord van de Heer te spreken.
Referenties naar alinea 43: 2
Evangelii Gaudium ->=geentekst=Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Fides per doctrinam ->=geentekst=
Tot de deelnemers aan de Algemene Vergadering van de Raad voor de Nieuwe Evangelisatie ->=geentekst=
Identiteit en zending van de religieuze broeder in de Kerk ->=geentekst=
De catechese
Een weg die bij de evangelisatie niet verwaarloosd moet worden is die van het catechetisch onderricht. Het verstand, in het bijzonder dat van kinderen en jongeren, heeft het nodig de fundamentele gegevens in een systematisch godsdienstonderricht te leren: de levende inhoud van de waarheid die God ons heeft willen toevertrouwen en die de Kerk in de loop van haar lange geschiedenis op steeds rijker manier heeft getracht uit te drukken. Dat dit onderricht gegeven moet worden om gewoonten te vormen van christelijk leven, en niet om louter verstandelijk te blijven, zal niemand betwisten.
Het is zeker zo dat de inspanning tot evangeliseren op het niveau van het catechetisch onderricht - gegeven in de kerk, op scholen waar dat mogelijk is, en in ieder geval in het christelijk gezin - er groot profijt van zal hebben wanneer de catecheten over geëigende teksten kunnen beschikken, die met wijsheid en deskundigheid en onder het gezag van de bisschoppen bij de tijd zijn gebracht. De methoden zullen aangepast moeten worden aan de leeftijd, de cultuur en het bevattingsvermogen van de betreffende personen, waarbij het er steeds om gaat in het geheugen, in het verstand en in het hart de wezenlijke waarheden te prenten die het hele leven zullen moeten doordringen.
Bovenal is het nodig goede catecheten op te leiden - parochiecatecheten, leraren, ouders - die er zorg voor hebben zich in deze verheven, onontbeerlijke en veeleisende vaardigheid van het godsdienstonderricht te bekwamen. Bovendien kan men, onder vermijding van het risico de vorming van kinderen in wat dan ook te verwaarlozen, vaststellen dat in de huidige omstandigheden het catechetisch onderricht in de vorm van een catechumenaat steeds dringender nodig wordt, met name voor talrijke jongeren en volwassenen die, door de genade geraakt, beetje voor beetje het gelaat van Christus ontdekken en de behoefte voelen zich aan Hem te geven.
Een weg die bij de evangelisatie niet verwaarloosd moet worden is die van het catechetisch onderricht. Het verstand, in het bijzonder dat van kinderen en jongeren, heeft het nodig de fundamentele gegevens in een systematisch godsdienstonderricht te leren: de levende inhoud van de waarheid die God ons heeft willen toevertrouwen en die de Kerk in de loop van haar lange geschiedenis op steeds rijker manier heeft getracht uit te drukken. Dat dit onderricht gegeven moet worden om gewoonten te vormen van christelijk leven, en niet om louter verstandelijk te blijven, zal niemand betwisten.
Het is zeker zo dat de inspanning tot evangeliseren op het niveau van het catechetisch onderricht - gegeven in de kerk, op scholen waar dat mogelijk is, en in ieder geval in het christelijk gezin - er groot profijt van zal hebben wanneer de catecheten over geëigende teksten kunnen beschikken, die met wijsheid en deskundigheid en onder het gezag van de bisschoppen bij de tijd zijn gebracht. De methoden zullen aangepast moeten worden aan de leeftijd, de cultuur en het bevattingsvermogen van de betreffende personen, waarbij het er steeds om gaat in het geheugen, in het verstand en in het hart de wezenlijke waarheden te prenten die het hele leven zullen moeten doordringen.
Bovenal is het nodig goede catecheten op te leiden - parochiecatecheten, leraren, ouders - die er zorg voor hebben zich in deze verheven, onontbeerlijke en veeleisende vaardigheid van het godsdienstonderricht te bekwamen. Bovendien kan men, onder vermijding van het risico de vorming van kinderen in wat dan ook te verwaarlozen, vaststellen dat in de huidige omstandigheden het catechetisch onderricht in de vorm van een catechumenaat steeds dringender nodig wordt, met name voor talrijke jongeren en volwassenen die, door de genade geraakt, beetje voor beetje het gelaat van Christus ontdekken en de behoefte voelen zich aan Hem te geven.
Referenties naar alinea 44: 4
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Fides per doctrinam ->=geentekst=
Tot de deelnemers aan de Algemene Vergadering van de Raad voor de Nieuwe Evangelisatie ->=geentekst=
Identiteit en zending van de religieuze broeder in de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Christus verkondigen in de media aan het begin van het nieuwe millennium ->=geentekst=
Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De Kerk en internet ->=geentekst=
Aetatis Novae ->=geentekst=
Rapid Movement ->=geentekst=
Het gebruik van de "massamedia"
In onze eeuw, gekenmerkt als zij wordt door de "massamedia" of sociale communicatiemiddelen, kunnen - zoals we al hebben onderstreept - de eerste verkondiging, de catechese of de verdere geloofsverdieping niet zonder deze middelen plaatsvinden.
In dienst genomen voor het Evangelie zijn zij in staat het terrein waar naar het Woord van God geluisterd wordt tot in bijna het oneindige uit te breiden, en zij maken dat de Blijde Boodschap miljoenen personen bereikt. De Kerk zou zich ten overstaan van de Heer schuldig voelen als zij deze machtige middelen, die het menselijk vernuft nog dagelijks perfectioneert, niet zou aanwenden. Door zich ervan te bedienen "verkondigt" de Kerk de boodschap waarvan zij de schatbewaarster is "van de daken" (Mt. 10, 27; Lc. 12, 3)[b:Mt. 10, 27; Lc. 12, 3]; zij vindt er een moderne en efficiënte preekstoel in. Dank zij die middelen slaagt zij er in tot de menigten te spreken.
Toch vormt het gebruik van de sociale communicatiemiddelen voor de evangelisatie ook een uitdaging: de boodschap van het evangelie zou met behulp daarvan menigten mensen moeten bereiken, maar dan met de capaciteit het geweten binnen te dringen, zich te nestelen in het hart van iedere mens alsof deze de enige was, met al wat hij aan bijzonders en persoonlijks heeft, om er zo adhesie voor te wekken in een heel persoonlijk engagement.
In onze eeuw, gekenmerkt als zij wordt door de "massamedia" of sociale communicatiemiddelen, kunnen - zoals we al hebben onderstreept - de eerste verkondiging, de catechese of de verdere geloofsverdieping niet zonder deze middelen plaatsvinden.
In dienst genomen voor het Evangelie zijn zij in staat het terrein waar naar het Woord van God geluisterd wordt tot in bijna het oneindige uit te breiden, en zij maken dat de Blijde Boodschap miljoenen personen bereikt. De Kerk zou zich ten overstaan van de Heer schuldig voelen als zij deze machtige middelen, die het menselijk vernuft nog dagelijks perfectioneert, niet zou aanwenden. Door zich ervan te bedienen "verkondigt" de Kerk de boodschap waarvan zij de schatbewaarster is "van de daken" (Mt. 10, 27; Lc. 12, 3)[b:Mt. 10, 27; Lc. 12, 3]; zij vindt er een moderne en efficiënte preekstoel in. Dank zij die middelen slaagt zij er in tot de menigten te spreken.
Toch vormt het gebruik van de sociale communicatiemiddelen voor de evangelisatie ook een uitdaging: de boodschap van het evangelie zou met behulp daarvan menigten mensen moeten bereiken, maar dan met de capaciteit het geweten binnen te dringen, zich te nestelen in het hart van iedere mens alsof deze de enige was, met al wat hij aan bijzonders en persoonlijks heeft, om er zo adhesie voor te wekken in een heel persoonlijk engagement.
Referenties naar alinea 45: 7
De christelijke boodschap in de computercultuur ->=geentekst=Christus verkondigen in de media aan het begin van het nieuwe millennium ->=geentekst=
Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De Kerk en internet ->=geentekst=
Aetatis Novae ->=geentekst=
Rapid Movement ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Het persoonlijk contact onmisbaar
Daarom blijft naast de verkondiging van het Evangelie in algemene vorm, ook die andere vorm van overbrengen, van persoon tot persoon, geldig en belangrijk. De Heer heeft die dikwijls in praktijk gebracht - zoals daarvan bijvoorbeeld de gesprekken getuigen met Nicodemus, Zacheüs, de Samaritaanse vrouw, Simon de Farizeeër en anderen - en ook de Apostelen brachten die vorm in praktijk. Is er eigenlijk wel een andere manier om aan anderen het Evangelie uit te leggen dan door hen de eigen geloofservaring over te brengen?
Het zou niet mogen gebeuren dat de dringende noodzaak om aan massa's mensen de Blijde Boodschap te verkondigen, ons deze vorm van verkondiging zou doen vergeten waardoor iemands persoonlijk geweten bereikt wordt, geraakt door een in alle opzichte uniek woord dat hij van een ander ontvangt. Wij kunnen niet genoeg die priesters prijzen die in het Sacrament van Bekering of in het pastorale gesprek zich bereid tonen de mensen te leiden op de wegen van het Evangelie, hen te bemoedigen in hun inspanningen, hen overeind te helpen als ze gevallen zijn, en hen altijd bij te staan met onderscheiding en hulpvaardigheid.
Daarom blijft naast de verkondiging van het Evangelie in algemene vorm, ook die andere vorm van overbrengen, van persoon tot persoon, geldig en belangrijk. De Heer heeft die dikwijls in praktijk gebracht - zoals daarvan bijvoorbeeld de gesprekken getuigen met Nicodemus, Zacheüs, de Samaritaanse vrouw, Simon de Farizeeër en anderen - en ook de Apostelen brachten die vorm in praktijk. Is er eigenlijk wel een andere manier om aan anderen het Evangelie uit te leggen dan door hen de eigen geloofservaring over te brengen?
Het zou niet mogen gebeuren dat de dringende noodzaak om aan massa's mensen de Blijde Boodschap te verkondigen, ons deze vorm van verkondiging zou doen vergeten waardoor iemands persoonlijk geweten bereikt wordt, geraakt door een in alle opzichte uniek woord dat hij van een ander ontvangt. Wij kunnen niet genoeg die priesters prijzen die in het Sacrament van Bekering of in het pastorale gesprek zich bereid tonen de mensen te leiden op de wegen van het Evangelie, hen te bemoedigen in hun inspanningen, hen overeind te helpen als ze gevallen zijn, en hen altijd bij te staan met onderscheiding en hulpvaardigheid.
Referenties naar alinea 46: 3
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Ordo Lectionum Missae ->=geentekst=
De rol van de Sacramenten
Bovendien kan nooit genoeg het feit worden benadrukt dat de evangelisatie niet ophoudt bij de prediking en bij het onderricht in een leer. Zij moet bij het leven uit komen: bij het natuurlijke leven waaraan zij een nieuwe zin geeft door de evangelische perspectieven die zij opent; en ook bij het bovennatuurlijke leven, dat geen ontkenning betekent maar zuivering en verheffing van het natuurlijke leven. Dit bovennatuurlijke leven vindt zijn levende uitdrukking in de zeven Sacramenten en in hun wonderlijke uitstraling van genade en heiligheid.
Zo ontvouwt de Evangelisatie pas heel haar rijkdom als zij de meest intieme band en, beter nog, de ononderbroken communicatie realiseert tussen het Woord en de Sacramenten. In zekere zin is het verwarrend en dubbelzinnig om, zoals soms gebeurt, evangelisering en sacramentalisering tegenover elkaar te stellen. Het is inderdaad waar, dat een bepaalde manier van het bedienen van de Sacramenten, zonder een gedegen ondersteuning door sacramentencatechese en door een algemene catechese, ze uiteindelijk van hun werking zou beroven. De taak van de evangelisatie bestaat er juist in op zo'n manier in het geloof op te voeden, dat zij iedere christen brengt tot het beleven van de Sacramenten als echte Sacramenten van het geloof, en ze niet passief te ontvangen of ze te ondergaan.
Bovendien kan nooit genoeg het feit worden benadrukt dat de evangelisatie niet ophoudt bij de prediking en bij het onderricht in een leer. Zij moet bij het leven uit komen: bij het natuurlijke leven waaraan zij een nieuwe zin geeft door de evangelische perspectieven die zij opent; en ook bij het bovennatuurlijke leven, dat geen ontkenning betekent maar zuivering en verheffing van het natuurlijke leven. Dit bovennatuurlijke leven vindt zijn levende uitdrukking in de zeven Sacramenten en in hun wonderlijke uitstraling van genade en heiligheid.
Zo ontvouwt de Evangelisatie pas heel haar rijkdom als zij de meest intieme band en, beter nog, de ononderbroken communicatie realiseert tussen het Woord en de Sacramenten. In zekere zin is het verwarrend en dubbelzinnig om, zoals soms gebeurt, evangelisering en sacramentalisering tegenover elkaar te stellen. Het is inderdaad waar, dat een bepaalde manier van het bedienen van de Sacramenten, zonder een gedegen ondersteuning door sacramentencatechese en door een algemene catechese, ze uiteindelijk van hun werking zou beroven. De taak van de evangelisatie bestaat er juist in op zo'n manier in het geloof op te voeden, dat zij iedere christen brengt tot het beleven van de Sacramenten als echte Sacramenten van het geloof, en ze niet passief te ontvangen of ze te ondergaan.
Referenties naar alinea 47: 2
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Ordo Lectionum Missae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Erga migrantes caritas Christi ->=geentekst=
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=
Fides et inculturatio ->=geentekst=
Fides et inculturatio ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
"Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
Aan Kard. Ouellet, president van de Pauselijke Raad voor Latijns Amerika ->=geentekst=
De volksvroomheid
Hier raken we aan een aspect van evangelisatie dat ons niet ongevoelig mag laten. We willen spreken over wat men vandaag de dag dikwijls met de term van volksreligiositeit aanduidt.
Zowel in de streken waar de Kerk al eeuwenlang is ingeplant, alsook daar waar zij bezig is ingeplant te worden, vindt men bij het volk bijzondere uitdrukkingen van zoeken naar God en van geloof. Lange tijd werden die als minder zuiver beschouwd en soms zelfs veracht, maar tegenwoordig worden ze bijna overal herontdekt. Tijdens de recente Synode[d:58] hebben de Bisschoppen zich met opmerkelijke pastorale werkelijkheidszin en ijver in de betekenis ervan verdiept.
De volksreligiositeit heeft, kan men zeggen, zeker haar grenzen. Zij staat dikwijls open voor het binnendringen van veel misvormingen van godsdienstigheid, ja zelfs van bijgeloof. Zij blijft dikwijls op het niveau van cultusuitingen zonder een authentieke geloofsadhesie te wekken. Zij kan ook leiden tot de vorming van sekten en de ware kerkelijke gemeenschap in gevaar brengen.
Maar als zij - vooral door een pedagogie van evangelisatie - in de goede richting geleid wordt, is zij rijk aan waarden. Zij vormt de uiting van een dorst naar God waarmee alleen de eenvoudigen en armen bekend kunnen zijn; zij stelt hen, waar het gaat om geloofsuitingen, in staat tot een edelmoedigheid en offerbereidheid tot het heldhaftige toe; zij brengt een intense gevoeligheid met zich mee voor de diepe eigenschappen van God: het vaderschap, de voorzienigheid, de liefdevolle en constante aanwezigheid; zij brengt ook innerlijke houdingen voort die zelden in dezelfde mate elders worden aangetroffen: geduld, gevoel voor het kruis in het dagelijkse leven, onthechting, openheid voor anderen, toewijding. Vanwege deze aspecten noemen wij haar graag "volksvroomheid", dat wil zeggen godsdienst van het volk, liever dan volksreligiositeit.
De herderlijke liefde moet degenen die de Heer aan het hoofd gesteld heeft van kerkelijke gemeenschappen de richtlijnen aan de hand doen voor de omgang met deze zo rijke en tegelijk zo kwetsbare realiteit. Nodig is vóór alles dat men er gevoel voor heeft, dat men er de innerlijke dimensies en de niet te ontkennen waarden van weet op te pakken, en dat men bereid is haar te helpen de risico's van ontsporing te overwinnen. Wordt zij in de goede richting geleid, dan kan deze volksreligiositeit voor onze volksmassa's steeds meer tot een ware ontmoeting worden met God in Jezus Christus.
Hier raken we aan een aspect van evangelisatie dat ons niet ongevoelig mag laten. We willen spreken over wat men vandaag de dag dikwijls met de term van volksreligiositeit aanduidt.
Zowel in de streken waar de Kerk al eeuwenlang is ingeplant, alsook daar waar zij bezig is ingeplant te worden, vindt men bij het volk bijzondere uitdrukkingen van zoeken naar God en van geloof. Lange tijd werden die als minder zuiver beschouwd en soms zelfs veracht, maar tegenwoordig worden ze bijna overal herontdekt. Tijdens de recente Synode[d:58] hebben de Bisschoppen zich met opmerkelijke pastorale werkelijkheidszin en ijver in de betekenis ervan verdiept.
De volksreligiositeit heeft, kan men zeggen, zeker haar grenzen. Zij staat dikwijls open voor het binnendringen van veel misvormingen van godsdienstigheid, ja zelfs van bijgeloof. Zij blijft dikwijls op het niveau van cultusuitingen zonder een authentieke geloofsadhesie te wekken. Zij kan ook leiden tot de vorming van sekten en de ware kerkelijke gemeenschap in gevaar brengen.
Maar als zij - vooral door een pedagogie van evangelisatie - in de goede richting geleid wordt, is zij rijk aan waarden. Zij vormt de uiting van een dorst naar God waarmee alleen de eenvoudigen en armen bekend kunnen zijn; zij stelt hen, waar het gaat om geloofsuitingen, in staat tot een edelmoedigheid en offerbereidheid tot het heldhaftige toe; zij brengt een intense gevoeligheid met zich mee voor de diepe eigenschappen van God: het vaderschap, de voorzienigheid, de liefdevolle en constante aanwezigheid; zij brengt ook innerlijke houdingen voort die zelden in dezelfde mate elders worden aangetroffen: geduld, gevoel voor het kruis in het dagelijkse leven, onthechting, openheid voor anderen, toewijding. Vanwege deze aspecten noemen wij haar graag "volksvroomheid", dat wil zeggen godsdienst van het volk, liever dan volksreligiositeit.
De herderlijke liefde moet degenen die de Heer aan het hoofd gesteld heeft van kerkelijke gemeenschappen de richtlijnen aan de hand doen voor de omgang met deze zo rijke en tegelijk zo kwetsbare realiteit. Nodig is vóór alles dat men er gevoel voor heeft, dat men er de innerlijke dimensies en de niet te ontkennen waarden van weet op te pakken, en dat men bereid is haar te helpen de risico's van ontsporing te overwinnen. Wordt zij in de goede richting geleid, dan kan deze volksreligiositeit voor onze volksmassa's steeds meer tot een ware ontmoeting worden met God in Jezus Christus.
Referenties naar alinea 48: 14
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Erga migrantes caritas Christi ->=geentekst=
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=
Fides et inculturatio ->=geentekst=
Fides et inculturatio ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
"Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
Aan Kard. Ouellet, president van de Pauselijke Raad voor Latijns Amerika ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 5 Voor wie de Evangelisatie bestemd is
49
Een universele bestemming
De laatste woorden van Jezus in het Evangelie volgens Marcus geven aan de evangelisatie, waartoe de Heer de Apostelen opdracht geeft, een universaliteit zonder grenzen: "Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie aan heel de schepping." (Mc. 16, 15)[b:Mc. 16, 15]
De Twaalf en de eerste generatie christenen hebben goed begrepen wat deze en andere soortgelijke teksten wilden zeggen: ze hebben er een program van actie van gemaakt. De vervolging zelf die de Apostelen uiteen deed gaan, heeft ertoe bijgedragen het Woord uit te zaaien en de Kerk in te planten in steeds verder afgelegen streken. De opname van Paulus in de rang van Apostel en zijn charisma van de prediking van de komst van Jezus Christus aan de heidenen - de niet-joden - heeft deze universele dimensie nog meer onderstreept.
De laatste woorden van Jezus in het Evangelie volgens Marcus geven aan de evangelisatie, waartoe de Heer de Apostelen opdracht geeft, een universaliteit zonder grenzen: "Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie aan heel de schepping." (Mc. 16, 15)[b:Mc. 16, 15]
De Twaalf en de eerste generatie christenen hebben goed begrepen wat deze en andere soortgelijke teksten wilden zeggen: ze hebben er een program van actie van gemaakt. De vervolging zelf die de Apostelen uiteen deed gaan, heeft ertoe bijgedragen het Woord uit te zaaien en de Kerk in te planten in steeds verder afgelegen streken. De opname van Paulus in de rang van Apostel en zijn charisma van de prediking van de komst van Jezus Christus aan de heidenen - de niet-joden - heeft deze universele dimensie nog meer onderstreept.
Referenties naar alinea 49: 1
Mutuae relationes ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Ondanks alle hindernissen
Door twintig even geschiedenis heen hebben generaties christenen perioden meegemaakt dat zij allerlei hindernissen tegenkwamen die deze universele zending in de weg stonden. Enerzijds is er de bekoring van de kant van de evangelisatiewerkers zelf om onder verschillende voorwendsels het veld van hun missionaire activiteit in te perken. Maar anderzijds is er ook de dikwijls menselijkerwijs onoverkoombare weerstand van degenen tot wie zich de evangelisatiewerker richt. Bovendien moeten wij met droefheid vaststellen dat het evangeliseringswerk van de Kerk zwaar tegengewerkt, zo niet verhinderd wordt door sommige publieke machten. Het komt ook in onze dagen voor dat de verkondigers van het Woord van God van hun rechten beroofd worden, dat ze worden vervolgd, bedreigd en uit de weg geruimd enkel en alleen om het feit dat zij Jezus Christus prediken en zijn Evangelie.
Ondanks die tegenwerking hernieuwt de Kerk steeds weer haar diepste inspiratie die zij rechtstreeks van haar Meester ontvangt: Aan iedereen! Aan heel de schepping! Tot aan het uiteinde der aarde! Zij heeft dat opnieuw gedaan tijdens de recente Synode, in de vorm van een oproep om de evangelieverkondiging niet op te sluiten door haar te beperken tot een bepaalde sector van de mensheid, of tot een klasse van mensen, of tot slechts één cultuurtype. Andere voorbeelden kunnen dit duidelijk maken.
Door twintig even geschiedenis heen hebben generaties christenen perioden meegemaakt dat zij allerlei hindernissen tegenkwamen die deze universele zending in de weg stonden. Enerzijds is er de bekoring van de kant van de evangelisatiewerkers zelf om onder verschillende voorwendsels het veld van hun missionaire activiteit in te perken. Maar anderzijds is er ook de dikwijls menselijkerwijs onoverkoombare weerstand van degenen tot wie zich de evangelisatiewerker richt. Bovendien moeten wij met droefheid vaststellen dat het evangeliseringswerk van de Kerk zwaar tegengewerkt, zo niet verhinderd wordt door sommige publieke machten. Het komt ook in onze dagen voor dat de verkondigers van het Woord van God van hun rechten beroofd worden, dat ze worden vervolgd, bedreigd en uit de weg geruimd enkel en alleen om het feit dat zij Jezus Christus prediken en zijn Evangelie.
Ondanks die tegenwerking hernieuwt de Kerk steeds weer haar diepste inspiratie die zij rechtstreeks van haar Meester ontvangt: Aan iedereen! Aan heel de schepping! Tot aan het uiteinde der aarde! Zij heeft dat opnieuw gedaan tijdens de recente Synode, in de vorm van een oproep om de evangelieverkondiging niet op te sluiten door haar te beperken tot een bepaalde sector van de mensheid, of tot een klasse van mensen, of tot slechts één cultuurtype. Andere voorbeelden kunnen dit duidelijk maken.
Referenties naar alinea 50: 1
Ecclesia in Africa ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Eerste verkondiging aan die veraf zijn
Jezus Christus en zijn Evangelie bekend maken aan wie daar niet mee bekend zijn, is vanaf Pinkstermorgen het basisprogramma dat de Kerk op zich heeft genomen als een programma dat zij van de Heer heeft ontvangen. Heel het Nieuwe Testament en de Handelingen van de Apostelen in het bijzonder getuigen van een bevoorrecht en in zekere zin exemplarisch moment van deze missionaire inspanning die men vervolgens tegenkomt door heel de geschiedenis van de Kerk heen.
Deze eerste verkondiging van Jezus Christus wordt door de Kerk gerealiseerd middels een geheel aan zeer uiteenlopende activiteiten, die soms wel eens worden aangeduid met "pre-evangelisatie" maar die, om de waarheid te zeggen, al evangelisatie zijn, zij het op het niveau van het begin en nog onvolledig. Een oneindig gamma aan middelen kan voor dit doel worden aangewend, waaronder uiteraard de expliciete verkondiging, maar ook de kunst, de wetenschappelijke benadering, het filosofisch onderzoek, en het terechte beroep op de gevoelens van het menselijke hart.
Jezus Christus en zijn Evangelie bekend maken aan wie daar niet mee bekend zijn, is vanaf Pinkstermorgen het basisprogramma dat de Kerk op zich heeft genomen als een programma dat zij van de Heer heeft ontvangen. Heel het Nieuwe Testament en de Handelingen van de Apostelen in het bijzonder getuigen van een bevoorrecht en in zekere zin exemplarisch moment van deze missionaire inspanning die men vervolgens tegenkomt door heel de geschiedenis van de Kerk heen.
Deze eerste verkondiging van Jezus Christus wordt door de Kerk gerealiseerd middels een geheel aan zeer uiteenlopende activiteiten, die soms wel eens worden aangeduid met "pre-evangelisatie" maar die, om de waarheid te zeggen, al evangelisatie zijn, zij het op het niveau van het begin en nog onvolledig. Een oneindig gamma aan middelen kan voor dit doel worden aangewend, waaronder uiteraard de expliciete verkondiging, maar ook de kunst, de wetenschappelijke benadering, het filosofisch onderzoek, en het terechte beroep op de gevoelens van het menselijke hart.
Referenties naar alinea 51: 1
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Verkondiging aan een ontkerstende wereld
Richt deze eerste verkondiging zich speciaal tot hen die nog nooit de Blijde Boodschap van Jezus hebben gehoord, of ook tot kinderen, zij blijkt vanwege dikwijls voorkomende situaties van ontkerstening ook steeds noodzakelijker voor menigten mensen die wel het doopsel hebben ontvangen maar volledig buiten het christelijke leven staan, voor eenvoudige mensen die wel een zeker geloof hebben maar er de grondslagen maar slecht van kennen, voor intellectuelen die de behoefte voelen Jezus Christus in een ander licht te kennen dan dat van het onderricht dat zij in hun kinderjaren hebben ontvangen, en voor nog vele anderen.
Richt deze eerste verkondiging zich speciaal tot hen die nog nooit de Blijde Boodschap van Jezus hebben gehoord, of ook tot kinderen, zij blijkt vanwege dikwijls voorkomende situaties van ontkerstening ook steeds noodzakelijker voor menigten mensen die wel het doopsel hebben ontvangen maar volledig buiten het christelijke leven staan, voor eenvoudige mensen die wel een zeker geloof hebben maar er de grondslagen maar slecht van kennen, voor intellectuelen die de behoefte voelen Jezus Christus in een ander licht te kennen dan dat van het onderricht dat zij in hun kinderjaren hebben ontvangen, en voor nog vele anderen.
Referenties naar alinea 52: 1
Ubicumque et semper ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Dominus Iesus ->=geentekst=
Het Christelijk geloof en de niet-christelijke godsdiensten ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
“De volken wandelen bij haar licht” (Openb. 21,24) ->=geentekst=
Toon betrokkenheid met het lot van migranten - Geloof werkt door barmhartigheid ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
De niet-christelijke godsdiensten
Zij - deze eerste verkondiging - richt zich ook tot de onmetelijk grote delen van de mensheid die niet-christelijke godsdiensten praktiseren, welke de Kerk respecteert en acht omdat zij de levende uitdrukking vormen van de ziel van grote groepen mensen. Zij dragen de echo in zich van duizenden jaren zoeken naar God, een onvolledig zoeken maar dikwijls met oprechtheid en met zuivere bedoelingen verricht. Zij bezitten een indrukwekkend erfgoed aan religieuze teksten en hebben generaties van personen leren bidden. Zij zijn bezaaid met talrijke "zaden van het Woord" vgl: 46, 1-4; PG 6[[[1026]]] vgl: 7 (8), 1-4; 10, 1-3; 13, 3-4: Florilegium patristicum II, Bonn 1911, blz. 81, 125, 129, 133[[[1127]]] vgl: I, 19, 91 en 94: S. CH. blz. 117-118, 119-120[[[1357]]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 11[[[703|11]]] vgl: Lumen Gentium, 17[[[617|17]]] en kunnen een authentieke "voorbereiding op het Evangelie" 1, 1: PG 21, 26-28[[3018]] vgl: Lumen Gentium, 16[[[617|16]]] vormen, om een gelukkige uitdrukking van het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] te gebruiken die werd ontleend aan Eusebius van Caesarea. Een dergelijke situatie roept zeker ingewikkelde vraagstukken en problemen op die men moet bestuderen in het licht van de christelijke Overlevering en van het Leergezag van de Kerk, teneinde aan de missionarissen van vandaag en morgen nieuwe perspectieven te kunnen bieden in hun contacten met de niet-christelijke godsdiensten.
Van onze kant willen wij met name in de huidige tijd naar voren brengen dat noch in het respect en de achting jegens deze godsdiensten, noch in de ingewikkeldheid van de opgeworpen vraagstukken, de Kerk een uitnodiging ziet om de verkondiging van Christus ten overstaan van de niet-christenen te verzwijgen. Zij is integendeel van mening dat deze menigten het recht hebben de rijkdom te kennen van het mysterie van Christus (Ef. 3, 8)[[b:Ef. 3, 8]], waarin wij geloven dat heel de mensheid in een onvermoede volheid al datgene kan vinden wat zij tastend zoekt over God, over de mens en zijn bestemming, over het leven en de dood, en over de waarheid.
Ook met betrekking tot de meest achtenswaardige uitingen van natuurlijke godsdienstigheid, baseert de Kerk zich op het feit dat de godsdienst van Jezus, die zij door middel van de evangelisatie verkondigt, de mens objectief in relatie brengt met het plan van God, met zijn levende tegenwoordigheid en met zijn werkzaamheid; zij laat hem het mysterie ontmoeten van het goddelijk Vaderschap dat zich over de mensheid buigt; met andere woorden: onze godsdienst vestigt daadwerkelijk met God een authentieke en levende relatie, die het de andere godsdiensten niet lukt tot stand te brengen, hoewel zij er om zo te zeggen met naar de hemel gestrekte armen naar reiken.
Daarom houdt de Kerk haar missionaire ijver levend, en wil die in dit historisch moment waarop wij ons bevinden bovendien nog intensifiëren. Zij voelt zich ten overstaan van hele volkeren verantwoordelijk. Zij heeft pas rust als zij alles gedaan heeft wat haar mogelijk is om de Blijde Boodschap te verkondigen van Jezus als Redder. Zij leidt steeds nieuwe generaties apostelen op. Dit stellen wij met vreugde vast op een moment dat het niet ontbreekt aan mensen die denken en ook zeggen dat het apostolisch vuur en elan uitgeput zijn en dat het tijdperk van de Missies voortaan voorbij is. De Synode heeft daarop geantwoord dat de missionaire verkondiging niet verdort en dat de Kerk steeds gericht zal zijn op de voltooiing ervan.
Zij - deze eerste verkondiging - richt zich ook tot de onmetelijk grote delen van de mensheid die niet-christelijke godsdiensten praktiseren, welke de Kerk respecteert en acht omdat zij de levende uitdrukking vormen van de ziel van grote groepen mensen. Zij dragen de echo in zich van duizenden jaren zoeken naar God, een onvolledig zoeken maar dikwijls met oprechtheid en met zuivere bedoelingen verricht. Zij bezitten een indrukwekkend erfgoed aan religieuze teksten en hebben generaties van personen leren bidden. Zij zijn bezaaid met talrijke "zaden van het Woord" vgl: 46, 1-4; PG 6[[[1026]]] vgl: 7 (8), 1-4; 10, 1-3; 13, 3-4: Florilegium patristicum II, Bonn 1911, blz. 81, 125, 129, 133[[[1127]]] vgl: I, 19, 91 en 94: S. CH. blz. 117-118, 119-120[[[1357]]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 11[[[703|11]]] vgl: Lumen Gentium, 17[[[617|17]]] en kunnen een authentieke "voorbereiding op het Evangelie" 1, 1: PG 21, 26-28[[3018]] vgl: Lumen Gentium, 16[[[617|16]]] vormen, om een gelukkige uitdrukking van het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] te gebruiken die werd ontleend aan Eusebius van Caesarea. Een dergelijke situatie roept zeker ingewikkelde vraagstukken en problemen op die men moet bestuderen in het licht van de christelijke Overlevering en van het Leergezag van de Kerk, teneinde aan de missionarissen van vandaag en morgen nieuwe perspectieven te kunnen bieden in hun contacten met de niet-christelijke godsdiensten.
Van onze kant willen wij met name in de huidige tijd naar voren brengen dat noch in het respect en de achting jegens deze godsdiensten, noch in de ingewikkeldheid van de opgeworpen vraagstukken, de Kerk een uitnodiging ziet om de verkondiging van Christus ten overstaan van de niet-christenen te verzwijgen. Zij is integendeel van mening dat deze menigten het recht hebben de rijkdom te kennen van het mysterie van Christus (Ef. 3, 8)[[b:Ef. 3, 8]], waarin wij geloven dat heel de mensheid in een onvermoede volheid al datgene kan vinden wat zij tastend zoekt over God, over de mens en zijn bestemming, over het leven en de dood, en over de waarheid.
Ook met betrekking tot de meest achtenswaardige uitingen van natuurlijke godsdienstigheid, baseert de Kerk zich op het feit dat de godsdienst van Jezus, die zij door middel van de evangelisatie verkondigt, de mens objectief in relatie brengt met het plan van God, met zijn levende tegenwoordigheid en met zijn werkzaamheid; zij laat hem het mysterie ontmoeten van het goddelijk Vaderschap dat zich over de mensheid buigt; met andere woorden: onze godsdienst vestigt daadwerkelijk met God een authentieke en levende relatie, die het de andere godsdiensten niet lukt tot stand te brengen, hoewel zij er om zo te zeggen met naar de hemel gestrekte armen naar reiken.
Daarom houdt de Kerk haar missionaire ijver levend, en wil die in dit historisch moment waarop wij ons bevinden bovendien nog intensifiëren. Zij voelt zich ten overstaan van hele volkeren verantwoordelijk. Zij heeft pas rust als zij alles gedaan heeft wat haar mogelijk is om de Blijde Boodschap te verkondigen van Jezus als Redder. Zij leidt steeds nieuwe generaties apostelen op. Dit stellen wij met vreugde vast op een moment dat het niet ontbreekt aan mensen die denken en ook zeggen dat het apostolisch vuur en elan uitgeput zijn en dat het tijdperk van de Missies voortaan voorbij is. De Synode heeft daarop geantwoord dat de missionaire verkondiging niet verdort en dat de Kerk steeds gericht zal zijn op de voltooiing ervan.
Referenties naar alinea 53: 11
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Dominus Iesus ->=geentekst=
Het Christelijk geloof en de niet-christelijke godsdiensten ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
“De volken wandelen bij haar licht” (Openb. 21,24) ->=geentekst=
Toon betrokkenheid met het lot van migranten - Geloof werkt door barmhartigheid ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Mutuae relationes ->=geentekst=
Ondersteuning van het geloof van de gelovigen
Toch voelt de Kerk zich niet ontslagen van een even onvermoeibare aandacht voor hen die het geloof ontvangen hebben en dikwijls al generaties lang met het Evangelie zijn omgegaan. Zij zoekt daarom het geloof te verdiepen, te bevestigen, te voeden en steeds rijper te maken van hen die al gelovigen genoemd worden, opdat zij het in steeds grotere mate ook zullen zijn.
Dit geloof heeft tegenwoordig bijna altijd te maken gehad met secularisme, en zelfs met strijdbaar atheïsme: het is een geloof dat aan beproeving en bedreiging is blootgesteld: méér nog, het is een belegerd en bestreden geloof. Het riskeert verloren te gaan bij gebrek aan adem en voeding als het niet voortdurend gevoed en ondersteund wordt.
De katholieke Kerk heeft op gelijke wijze een levendige zorg voor de christenen die niet in volledige communio met haar zijn: terwijl zij met hen de eenheid voorbereidt die Christus heeft gewild en om juist een eenheid te realiseren in waarheid, is zij er zich van bewust dat zij ernstig in haar plicht te kort zou schieten als zij bij hen niet zou getuigen van de volheid van de openbaring waarvan zij het depositum bewaart.
Toch voelt de Kerk zich niet ontslagen van een even onvermoeibare aandacht voor hen die het geloof ontvangen hebben en dikwijls al generaties lang met het Evangelie zijn omgegaan. Zij zoekt daarom het geloof te verdiepen, te bevestigen, te voeden en steeds rijper te maken van hen die al gelovigen genoemd worden, opdat zij het in steeds grotere mate ook zullen zijn.
Dit geloof heeft tegenwoordig bijna altijd te maken gehad met secularisme, en zelfs met strijdbaar atheïsme: het is een geloof dat aan beproeving en bedreiging is blootgesteld: méér nog, het is een belegerd en bestreden geloof. Het riskeert verloren te gaan bij gebrek aan adem en voeding als het niet voortdurend gevoed en ondersteund wordt.
De katholieke Kerk heeft op gelijke wijze een levendige zorg voor de christenen die niet in volledige communio met haar zijn: terwijl zij met hen de eenheid voorbereidt die Christus heeft gewild en om juist een eenheid te realiseren in waarheid, is zij er zich van bewust dat zij ernstig in haar plicht te kort zou schieten als zij bij hen niet zou getuigen van de volheid van de openbaring waarvan zij het depositum bewaart.
Referenties naar alinea 54: 2
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Mutuae relationes ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
Niet-gelovigen
Van betekenis is ook de bezorgdheid zoals die op de aangehaalde Synode werd geuit met betrekking tot twee terreinen die veel van elkaar verschillen, en die toch dicht bij elkaar liggen vanwege de uitdaging die beide op eigen manier stellen aan de evangelisatie.
Het eerste terrein is wat men zou kunnen noemen: de progressieve toename van de niet-gelovigheid in de moderne wereld. De synode heeft getracht te beschrijven wat "de moderne wereld" betekent: onder deze algemene benaming valt een grote hoeveelheid denkstromingen, waarden en antiwaarden, verborgen strevingen of kiemen van vernietiging, oude overtuigingen die verdwijnen of nieuwe die zich opleggen! Vanuit geestelijk oogpunt bezien, lijkt deze wereld betrokken te zijn in wat een hedendaags auteur "het drama van het goddeloos humanisme" ed. Spes, Parijs, 1945[[3019]] heeft genoemd.
Van de ene kant moet men wel in het hart van deze hedendaagse wereld het verschijnsel constateren dat er het meest opvallende kenmerk van is geworden: het secularisme.
We hebben het hier niet over de secularisatie, dat wil zeggen: de in zichzelf juiste en legitieme inspanning - op geen enkele manier met het geloof en de godsdienst onverenigbaar - om in de schepping, in elk ding en in elk gebeuren binnen het heelal, de wetten te ontdekken die het met een zekere autonomie besturen, terwijl men de diepe overtuiging bij zich draagt dat de Schepper er deze wetten ingelegd heeft. Het jongste Concilie heeft in deze zin de legitieme autonomie bevestigd van de cultuur en in het bijzonder van de wetenschappen. vgl: Gaudium et Spes, 59[[[575|59]]]
Wij hebben hier een echt secularisme op het oog: een begrip van de wereld, waarin deze zich uit zichzelf verklaart, zonder dat het daarvoor nodig is tot God zijn toevlucht te nemen, die in die zin overbodig en hinderlijk is geworden. Om de macht van de mens te erkennen voert dit secularisme uiteindelijk tot een houding van het zonder God te kunnen en tenslotte tot een ontkenning van Hem.
Nieuwe vormen van atheïsme - een antropocentrisch atheïsme dat niet langer abstract en metafysiek is maar pragmatisch, programmatisch en strijdbaar - lijken er uit voort te komen. In samenhang met dit atheïstisch secularisme worden wij dagelijks en in de meest verschillende vormen geconfronteerd met de consumptiemaatschappij, met een tot hoogste waarde verheven hedonisme, met de wil tot macht en overheersing, en met elke soort van discriminatie: evenzoveel onmenselijke tendensen van dit humanisme.
Van de andere kant kan men paradoxaal genoeg in deze zelfde moderne wereld, niet het bestaan ontkennen van echte christelijke aanknopingspunten, van evangelische waarden, minstens in de vorm van een leegte of van een nostalgie. Het zou niet overdreven zijn hier te spreken van een sterke en tegelijkertijd tragische roep om geëvangeliseerd te worden.
Van betekenis is ook de bezorgdheid zoals die op de aangehaalde Synode werd geuit met betrekking tot twee terreinen die veel van elkaar verschillen, en die toch dicht bij elkaar liggen vanwege de uitdaging die beide op eigen manier stellen aan de evangelisatie.
Het eerste terrein is wat men zou kunnen noemen: de progressieve toename van de niet-gelovigheid in de moderne wereld. De synode heeft getracht te beschrijven wat "de moderne wereld" betekent: onder deze algemene benaming valt een grote hoeveelheid denkstromingen, waarden en antiwaarden, verborgen strevingen of kiemen van vernietiging, oude overtuigingen die verdwijnen of nieuwe die zich opleggen! Vanuit geestelijk oogpunt bezien, lijkt deze wereld betrokken te zijn in wat een hedendaags auteur "het drama van het goddeloos humanisme" ed. Spes, Parijs, 1945[[3019]] heeft genoemd.
Van de ene kant moet men wel in het hart van deze hedendaagse wereld het verschijnsel constateren dat er het meest opvallende kenmerk van is geworden: het secularisme.
We hebben het hier niet over de secularisatie, dat wil zeggen: de in zichzelf juiste en legitieme inspanning - op geen enkele manier met het geloof en de godsdienst onverenigbaar - om in de schepping, in elk ding en in elk gebeuren binnen het heelal, de wetten te ontdekken die het met een zekere autonomie besturen, terwijl men de diepe overtuiging bij zich draagt dat de Schepper er deze wetten ingelegd heeft. Het jongste Concilie heeft in deze zin de legitieme autonomie bevestigd van de cultuur en in het bijzonder van de wetenschappen. vgl: Gaudium et Spes, 59[[[575|59]]]
Wij hebben hier een echt secularisme op het oog: een begrip van de wereld, waarin deze zich uit zichzelf verklaart, zonder dat het daarvoor nodig is tot God zijn toevlucht te nemen, die in die zin overbodig en hinderlijk is geworden. Om de macht van de mens te erkennen voert dit secularisme uiteindelijk tot een houding van het zonder God te kunnen en tenslotte tot een ontkenning van Hem.
Nieuwe vormen van atheïsme - een antropocentrisch atheïsme dat niet langer abstract en metafysiek is maar pragmatisch, programmatisch en strijdbaar - lijken er uit voort te komen. In samenhang met dit atheïstisch secularisme worden wij dagelijks en in de meest verschillende vormen geconfronteerd met de consumptiemaatschappij, met een tot hoogste waarde verheven hedonisme, met de wil tot macht en overheersing, en met elke soort van discriminatie: evenzoveel onmenselijke tendensen van dit humanisme.
Van de andere kant kan men paradoxaal genoeg in deze zelfde moderne wereld, niet het bestaan ontkennen van echte christelijke aanknopingspunten, van evangelische waarden, minstens in de vorm van een leegte of van een nostalgie. Het zou niet overdreven zijn hier te spreken van een sterke en tegelijkertijd tragische roep om geëvangeliseerd te worden.
Referenties naar alinea 55: 1
Redemptoris Missio ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Niet-praktiserenden
Een tweede terrein is dat van de niet-praktiserenden: een tegenwoordig groot aantal van gedoopten die grotendeels hun Doopsel formeel wel niet hebben afgezworen, maar er helemaal aan de rand van staan en het niet beleven. Het verschijnsel van de niet-praktiserenden is binnen de geschiedenis van het christendom heel oud, en verbonden met een natuurlijke zwakheid, een diepe incoherentie die wij helaas in ons dragen. Tegenwoordig vertoont het echter nieuwe kenmerken. Dikwijls wordt het verklaard uit de ontwortelingen die typerend zijn voor onze tijd. Het komt ook voort uit het feit dat de christenen zij aan zij leven met de niet-gelovigen en voortdurend de weerslag van de niet-gelovigheid ondervinden. Bovendien zoeken de hedendaagse niet-praktiserenden, meer dan die van vroeger, hun positie uit te leggen en te rechtvaardigen in naam van een innerlijke godsdienst, van persoonlijke autonomie en authenticiteit.
Atheïsten en niet-gelovigen enerzijds, en niet-praktiserenden anderzijds bieden dus aan de evangelisatie een niet onaanzienlijke weerstand. Bij de eersten gaat het om de weerstand van een zekere weigering, van een onvermogen om de nieuwe orde van de dingen, de nieuwe zin van de wereld, het leven en de geschiedenis te kunnen vatten, wat alleen maar kan als men uitgaat van het Absolute van God. Bij de anderen om de weerstand van de traagheid, die lichtvijandige grondhouding van iemand die er zich mee verwant voelt, die zegt alles al te weten, alles al te hebben uitgeprobeerd en er niet in te geloven.
Atheïstisch secularisme en afwezigheid van godsdienstige praxis zijn te vinden bij volwassenen en jongeren, bij de elite en bij de massa, in alle sectoren van de cultuur, zowel in oude als in jonge Kerken. Het evangeliseringswerk van de Kerk dat deze beide werelden niet kan ontkennen en er geen halt voor mag houden, moet aanhoudend op zoek gaan naar de aangepaste middelen en taal om hen iedere keer weer de openbaring voor te leggen van God en het geloof in Jezus Christus.
Een tweede terrein is dat van de niet-praktiserenden: een tegenwoordig groot aantal van gedoopten die grotendeels hun Doopsel formeel wel niet hebben afgezworen, maar er helemaal aan de rand van staan en het niet beleven. Het verschijnsel van de niet-praktiserenden is binnen de geschiedenis van het christendom heel oud, en verbonden met een natuurlijke zwakheid, een diepe incoherentie die wij helaas in ons dragen. Tegenwoordig vertoont het echter nieuwe kenmerken. Dikwijls wordt het verklaard uit de ontwortelingen die typerend zijn voor onze tijd. Het komt ook voort uit het feit dat de christenen zij aan zij leven met de niet-gelovigen en voortdurend de weerslag van de niet-gelovigheid ondervinden. Bovendien zoeken de hedendaagse niet-praktiserenden, meer dan die van vroeger, hun positie uit te leggen en te rechtvaardigen in naam van een innerlijke godsdienst, van persoonlijke autonomie en authenticiteit.
Atheïsten en niet-gelovigen enerzijds, en niet-praktiserenden anderzijds bieden dus aan de evangelisatie een niet onaanzienlijke weerstand. Bij de eersten gaat het om de weerstand van een zekere weigering, van een onvermogen om de nieuwe orde van de dingen, de nieuwe zin van de wereld, het leven en de geschiedenis te kunnen vatten, wat alleen maar kan als men uitgaat van het Absolute van God. Bij de anderen om de weerstand van de traagheid, die lichtvijandige grondhouding van iemand die er zich mee verwant voelt, die zegt alles al te weten, alles al te hebben uitgeprobeerd en er niet in te geloven.
Atheïstisch secularisme en afwezigheid van godsdienstige praxis zijn te vinden bij volwassenen en jongeren, bij de elite en bij de massa, in alle sectoren van de cultuur, zowel in oude als in jonge Kerken. Het evangeliseringswerk van de Kerk dat deze beide werelden niet kan ontkennen en er geen halt voor mag houden, moet aanhoudend op zoek gaan naar de aangepaste middelen en taal om hen iedere keer weer de openbaring voor te leggen van God en het geloof in Jezus Christus.
Referenties naar alinea 56: 1
Ubicumque et semper ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
In het hart van de massa's
Zoals Christus tijdens zijn prediking, en zoals de Twaalf op Pinkstermorgen, zo ziet ook de Kerk een onmetelijke mensenmenigte vóór zich die het Evangelie nodig heeft en er echt op heeft, want God "wil dat alle mensen gered worden en tot kennis van de waarheid komen." (1 Tim. 2, 4)[b:1 Tim. 2, 4]
Bewust van haar plicht om het heil te prediken aan allen, in de wetenschap dat de evangelische boodschap niet voorbehouden is aan een kleine groep van ingewijden, van bevoorrechten of van uitverkorenen, maar bestemd is voor allen, maakt de Kerk zich de bekommernis eigen van Christus om de verstrooide menigten, die uitgeput zijn "als schapen zonder herder", en herhaalt dikwijls zijn woord: "Ik heb medelijden met al deze mensen" (Mt. 9, 36; Mt. 15, 32)[b:Mt. 9, 36; Mt. 15, 32]. Maar zij is er zich ook van bewust dat, wil de prediking van het Evangelie effect hebben, zij haar boodschap moet richten aan geloofsgemeenschappen die in het hart van de massa staan en wier uitstraling de anderen kan en moet bereiken.
Zoals Christus tijdens zijn prediking, en zoals de Twaalf op Pinkstermorgen, zo ziet ook de Kerk een onmetelijke mensenmenigte vóór zich die het Evangelie nodig heeft en er echt op heeft, want God "wil dat alle mensen gered worden en tot kennis van de waarheid komen." (1 Tim. 2, 4)[b:1 Tim. 2, 4]
Bewust van haar plicht om het heil te prediken aan allen, in de wetenschap dat de evangelische boodschap niet voorbehouden is aan een kleine groep van ingewijden, van bevoorrechten of van uitverkorenen, maar bestemd is voor allen, maakt de Kerk zich de bekommernis eigen van Christus om de verstrooide menigten, die uitgeput zijn "als schapen zonder herder", en herhaalt dikwijls zijn woord: "Ik heb medelijden met al deze mensen" (Mt. 9, 36; Mt. 15, 32)[b:Mt. 9, 36; Mt. 15, 32]. Maar zij is er zich ook van bewust dat, wil de prediking van het Evangelie effect hebben, zij haar boodschap moet richten aan geloofsgemeenschappen die in het hart van de massa staan en wier uitstraling de anderen kan en moet bereiken.
Referenties naar alinea 57: 1
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
"Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
De kerkelijke basisgemeenschappen
De onlangs gehouden Synode[d:58] heeft zich veel beziggehouden met die kleine gemeenschappen, of "basisgemeenschappen", waar het in de Kerk van vandaag zo dikwijls over gaat. Wat zijn zij, waarom zou de evangelisatie zich in het bijzonder tot hen moeten richten, en waarom zouden juist zij dragers van de evangelisatie moeten zijn?
Te horen aan de verschillende getuigenissen op de Synode bloeien zij zo'n beetje overal in de Kerk, terwijl zij van elkaar, binnen een en dezelfde streek en nog meer van streek tot streek, veel verschillen.
In sommige streken komen ze op en ontwikkelen zij zich op enkele uitzonderingen na binnen de Kerk, hebben deel aan haar leven, worden gevoed door haar onderricht, en zijn één met haar herders. In dat geval ontstaan zij uit de behoefte nog intenser het leven van de Kerk te leven:
In andere streken, daarentegen, verenigen zich de basisgemeenschappen in een geest van bittere kritiek op de Kerk die zij graag als "institutioneel" brandmerken, waar zij zichzelf tegenoverstellen als charismatisch, vrij van structuren, alleen door het Evangelie geïnspireerd. Deze hebben dan ook als in het oog springend kenmerk een houding van kritiek en afwijzing ten aanzien van de uitdrukkingsvormen van de Kerk: haar hiërarchie en haar sacramentele tekenen. Op radicale wijze bestrijden zij de Kerk. In het verlengde daarvan wordt hun inspiratie al gauw ideologisch, en is het maar zelden dat zij niet ten prooi vallen aan een bepaalde politieke keuze, van een stroming, en dus van een systeem, ja van een partij, met alle risico die dat met zich brengt er een instrument van te worden.
Het verschil is maar al te duidelijk: de gemeenschappen die zich door hun geest van protest afsnijden van de Kerk, waar zij overigens de eenheid van schaden, kunnen inderdaad "basisgemeenschappen" worden genoemd, maar dan is dat louter een sociologische aanduiding. Ze kunnen echter niet zonder taalmisbruik kerkelijke basisgemeenschappen genoemd worden, ook al pretenderen zij in hun vijandigheid jegens de hiërarchie wel degelijk te willen blijven binnen de eenheid van de Kerk.
Deze kwalificatie "kerkelijk" hoort bij die andere gemeenschappen, die binnen de Kerk bijeenkomen om de Kerk te doen groeien. Deze laatste gemeenschappen zullen, zoals wij gezegd hebben aan het eind van de genoemde Synode, een plaats van evangelisatie zijn, tot voordeel van de grotere gemeenschappen en in het bijzonder van de particuliere Kerken, en een hoop voor de universele Kerk, in de mate dat:
De onlangs gehouden Synode[d:58] heeft zich veel beziggehouden met die kleine gemeenschappen, of "basisgemeenschappen", waar het in de Kerk van vandaag zo dikwijls over gaat. Wat zijn zij, waarom zou de evangelisatie zich in het bijzonder tot hen moeten richten, en waarom zouden juist zij dragers van de evangelisatie moeten zijn?
Te horen aan de verschillende getuigenissen op de Synode bloeien zij zo'n beetje overal in de Kerk, terwijl zij van elkaar, binnen een en dezelfde streek en nog meer van streek tot streek, veel verschillen.
In sommige streken komen ze op en ontwikkelen zij zich op enkele uitzonderingen na binnen de Kerk, hebben deel aan haar leven, worden gevoed door haar onderricht, en zijn één met haar herders. In dat geval ontstaan zij uit de behoefte nog intenser het leven van de Kerk te leven:
- ofwel uit een verlangen en zoeken naar een menselijker maat, die veel grotere kerkelijke gemeenschappen maar moeilijk kunnen bieden, vooral in de moderne grote steden die bevorderen dat mensen in de massa opgaan en tegelijkertijd in de anonimiteit leven; dergelijke gemeenschappen kunnen dan op hun manier zo'n beetje de kleine sociologische gemeenschap, naar het model van het dorp en dergelijke, voortzetten, zij het alleen op geestelijk en godsdienstig vlak: in eredienst en geloofsverdieping, in broederlijke liefde en gebed en in de communio rond de Herders;
- ofwel willen zij groepen bijeen brengen voor het beluisteren en bemediteren van het Woord, voor de Sacramenten en om de band van de Liefde te beleven: groepen die door leeftijd, cultuur, burgerlijke staat of sociale situatie homogeen zijn, zoals echtparen, jongeren, mensen met hetzelfde beroep, enz.;
- ofwel gaat het om mensen die het leven al bijeengebracht heeft in de strijd voor de rechtvaardigheid, voor de broederlijke hulp aan de armen, voor het bevorderen van een menswaardiger bestaan;
- of ook, tenslotte, verenigen deze gemeenschappen christenen waar het gebrek aan priesters het normale leven van een parochiegemeenschap in de weg staat.
In andere streken, daarentegen, verenigen zich de basisgemeenschappen in een geest van bittere kritiek op de Kerk die zij graag als "institutioneel" brandmerken, waar zij zichzelf tegenoverstellen als charismatisch, vrij van structuren, alleen door het Evangelie geïnspireerd. Deze hebben dan ook als in het oog springend kenmerk een houding van kritiek en afwijzing ten aanzien van de uitdrukkingsvormen van de Kerk: haar hiërarchie en haar sacramentele tekenen. Op radicale wijze bestrijden zij de Kerk. In het verlengde daarvan wordt hun inspiratie al gauw ideologisch, en is het maar zelden dat zij niet ten prooi vallen aan een bepaalde politieke keuze, van een stroming, en dus van een systeem, ja van een partij, met alle risico die dat met zich brengt er een instrument van te worden.
Het verschil is maar al te duidelijk: de gemeenschappen die zich door hun geest van protest afsnijden van de Kerk, waar zij overigens de eenheid van schaden, kunnen inderdaad "basisgemeenschappen" worden genoemd, maar dan is dat louter een sociologische aanduiding. Ze kunnen echter niet zonder taalmisbruik kerkelijke basisgemeenschappen genoemd worden, ook al pretenderen zij in hun vijandigheid jegens de hiërarchie wel degelijk te willen blijven binnen de eenheid van de Kerk.
Deze kwalificatie "kerkelijk" hoort bij die andere gemeenschappen, die binnen de Kerk bijeenkomen om de Kerk te doen groeien. Deze laatste gemeenschappen zullen, zoals wij gezegd hebben aan het eind van de genoemde Synode, een plaats van evangelisatie zijn, tot voordeel van de grotere gemeenschappen en in het bijzonder van de particuliere Kerken, en een hoop voor de universele Kerk, in de mate dat:
- zij hun voedsel zoeken in het Woord van God en zich niet laten opsluiten in politieke polarisatie of modieuze ideologieën, die er altijd op uit zijn hun onmetelijk menselijk potentieel uit te buiten;
- zij de bekoring vermijden die altijd dreigt van een systematisch protest en van een overmatig kritische geest, onder het voorwendsel van authenticiteit en van een geest van samenwerking;
- zij krachtig verbonden blijven met de particuliere Kerk, waar zij zich in voegen, en met de universele Kerk, en zo het helaas reële gevaar vermijden zich in zichzelf op te sluiten, vervolgens te menen dat zij de enige authentieke Kerk van Christus zijn, en daarmee de andere kerkelijke gemeenschappen te veroordelen;
- zij een oprechte communio bewaren met de Herders die de Heer aan zijn Kerk geeft en met het Leergezag dat de Geest van Christus hun heeft toevertrouwd;
- zij zich nooit als de enige beschouwen tot wie de evangelisatie gericht is, of als de enige evangeliserenden - of ook de enige bewaarders van het Evangelie! - ; maar zij zich ervan bewust zijn dat de Kerk veel weidser en veel diverser is, en aanvaarden dat deze Kerk ook gestalte krijgt op andere manieren dan zoals dat bij hen het geval is;
- zij dagelijks groeien in missionair besef, ijver, inzet en uitstraling;
- zij zich in alles universeel tonen en nooit sektarisch.
Referenties naar alinea 58: 8
Redemptoris Missio ->=geentekst=Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
"Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 6 De werkers van de Evangelisatie
59
Heel de Kerk missionair
Als er mensen zijn die in de wereld het Evangelie van het heil verkondigen, dan doen ze dat in opdracht van en in naam van Christus, de Redder, en met zijn genade. "Hoe zullen zij Hem verkondigen, als zij niet zijn gezonden?" (Rom. 10, 15)[b:Rom. 10, 15] schreef degene die ongetwijfeld een van de grootste evangelieserenden was. Niemand kan die taak uitoefenen zonder daartoe gezonden te zijn.
Maar wie heeft dan de zending tot evangeliseren? Het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] heeft daar klaar en duidelijk op geantwoord: op de Kerk "rust krachtens goddelijk bevel de opdracht om uit te gaan over de hele wereld en het evangelie te verkondigen aan heel de schepping". Dignitatis Humanae, 13[[702|13]] vgl: Lumen Gentium, 5[[[617|5]]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 1[[[703|1]]] En in een andere tekst: "De hele Kerk is missionair en het evangeliseringswerk is een fundamentele plicht van het volk van God...". Ad Gentes Divinitus, 35[[703|35]]
Wij hebben al gewezen op deze intieme band tussen Kerk en evangelisatie. Wanneer de Kerk het Rijk van God verkondigt en opbouwt, dan schiet zij zelf wortel in het hart van de wereld als teken en instrument van dit Rijk dat al aanwezig is en dat komt. Het Concilie heeft er deze veelbetekenende uitdrukking bijgehaald van de heilige Augustinus over de missionaire activiteit van de Twaalf: "Zij hebben de Kerken voortgebracht door het woord der waarheid te prediken". 44, 23: CCL XXXVIII, blz. 510[[838]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 1[[[703|1]]]
Als er mensen zijn die in de wereld het Evangelie van het heil verkondigen, dan doen ze dat in opdracht van en in naam van Christus, de Redder, en met zijn genade. "Hoe zullen zij Hem verkondigen, als zij niet zijn gezonden?" (Rom. 10, 15)[b:Rom. 10, 15] schreef degene die ongetwijfeld een van de grootste evangelieserenden was. Niemand kan die taak uitoefenen zonder daartoe gezonden te zijn.
Maar wie heeft dan de zending tot evangeliseren? Het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] heeft daar klaar en duidelijk op geantwoord: op de Kerk "rust krachtens goddelijk bevel de opdracht om uit te gaan over de hele wereld en het evangelie te verkondigen aan heel de schepping". Dignitatis Humanae, 13[[702|13]] vgl: Lumen Gentium, 5[[[617|5]]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 1[[[703|1]]] En in een andere tekst: "De hele Kerk is missionair en het evangeliseringswerk is een fundamentele plicht van het volk van God...". Ad Gentes Divinitus, 35[[703|35]]
Wij hebben al gewezen op deze intieme band tussen Kerk en evangelisatie. Wanneer de Kerk het Rijk van God verkondigt en opbouwt, dan schiet zij zelf wortel in het hart van de wereld als teken en instrument van dit Rijk dat al aanwezig is en dat komt. Het Concilie heeft er deze veelbetekenende uitdrukking bijgehaald van de heilige Augustinus over de missionaire activiteit van de Twaalf: "Zij hebben de Kerken voortgebracht door het woord der waarheid te prediken". 44, 23: CCL XXXVIII, blz. 510[[838]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 1[[[703|1]]]
Referenties naar alinea 59: 1
Identiteit en zending van de religieuze broeder in de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Moedige getuigen voor het Evangelie ->=geentekst=
Messaggio per la Giornata Missionaria Mondiale 2022 ->=geentekst=
Een kerkelijk handelen
De constatering dat de Kerk gezonden en bestemd is voor de evangelisatie, zou in ons twee overtuigingen moeten wekken.
Eerstens: evangeliseren is nooit en voor niemand een individueel en geïsoleerd handelen. Wanneer de onbekendste predikant, catechist of herder in de meest afgelegen plaats het evangelie verkondigt, zijn kleine gemeenschap verzamelt of een Sacrament bedient, dan voltrekt hij, zelfs al is hij alleen, een handelen van de Kerk, en is wat hij doet verbonden met de evangeliserende activiteit van heel de Kerk, door middel van - zeker - de institutionele bindingen, maar ook door middel van onzichtbare banden en diepe wortels in de orde van de genade. Dat veronderstelt echter dat hij niet handelt vanuit een zichzelf aangematigde zending, noch krachtens een persoonlijke inspiratie, maar in eenheid met de zending van de Kerk en in haar naam.
Hieruit volgt de tweede overtuiging: wanneer ieder die evangeliseert, dat doet in naam van de Kerk, en zij het op haar beurt doet krachtens een opdracht van de Heer, dan is geen enkele evangeliserende heer en meester over zijn eigen evangelisatiewerk met de beslissingsbevoegdheid daarbij volgens individualistische criteria en perspectieven te werk te gaan, maar moet het doen in communio met de Kerk en met haar Herders. De Kerk, dat hebben we al naar voren gebracht, is in haar geheel draagster van de evangelisatie. Dat betekent dat zij zich voor de wereld als geheel en voor elk deel van de wereld waar zij zich bevindt, verantwoordelijk voelt voor de taak het Evangelie te verspreiden.
De constatering dat de Kerk gezonden en bestemd is voor de evangelisatie, zou in ons twee overtuigingen moeten wekken.
Eerstens: evangeliseren is nooit en voor niemand een individueel en geïsoleerd handelen. Wanneer de onbekendste predikant, catechist of herder in de meest afgelegen plaats het evangelie verkondigt, zijn kleine gemeenschap verzamelt of een Sacrament bedient, dan voltrekt hij, zelfs al is hij alleen, een handelen van de Kerk, en is wat hij doet verbonden met de evangeliserende activiteit van heel de Kerk, door middel van - zeker - de institutionele bindingen, maar ook door middel van onzichtbare banden en diepe wortels in de orde van de genade. Dat veronderstelt echter dat hij niet handelt vanuit een zichzelf aangematigde zending, noch krachtens een persoonlijke inspiratie, maar in eenheid met de zending van de Kerk en in haar naam.
Hieruit volgt de tweede overtuiging: wanneer ieder die evangeliseert, dat doet in naam van de Kerk, en zij het op haar beurt doet krachtens een opdracht van de Heer, dan is geen enkele evangeliserende heer en meester over zijn eigen evangelisatiewerk met de beslissingsbevoegdheid daarbij volgens individualistische criteria en perspectieven te werk te gaan, maar moet het doen in communio met de Kerk en met haar Herders. De Kerk, dat hebben we al naar voren gebracht, is in haar geheel draagster van de evangelisatie. Dat betekent dat zij zich voor de wereld als geheel en voor elk deel van de wereld waar zij zich bevindt, verantwoordelijk voelt voor de taak het Evangelie te verspreiden.
Referenties naar alinea 60: 4
Redemptoris Missio ->=geentekst=Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Moedige getuigen voor het Evangelie ->=geentekst=
Messaggio per la Giornata Missionaria Mondiale 2022 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
Mutuae relationes ->=geentekst=
Het perspectief van de universele Kerk
Op dit punt van onze bezinning, willen wij met U, broeders, zonen en dochters, stilstaan bij een kwestie die tegenwoordig bijzonder van belang is. De eerste christenen brachten - in de liturgische viering, in hun getuigenis voor rechters en beulen, in hun apologetische teksten - graag hun diep geloof in de Kerk tot uitdrukking, haar belijdend als verspreid over de hele wereld. Zij waren zich ten volle bewust tot een grote gemeenschap te behoren die noch ruimte noch tijd zouden kunnen begrenzen: "Van Abel, de rechtvaardige, tot de laatste uitverkorene" 19, 1: PL 76, 1154[[967]], "tot aan de uiteinden van de aarde" (Hand. 1, 8)[b:Hand. 1, 8] vgl: 9, 1: Funk, Patres apostolici, 1, 22[[[1657]]], "tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 20)[b:Mt. 28, 20].
Zo heeft de Heer zijn Kerk gewild: universeel, een grote boom, tussen de takken waarvan zich de vogels van de hemel nestelen (Mt. 13, 22)[[b:Mt. 13, 22]], een net dat alle soorten vis verzamelt (Mt. 13, 47)[[b:Mt. 13, 47]], of dat Petrus aan wal sleept met honderddrieënvijftig grote vissen (Joh. 21, 11)[[b:Joh. 21, 11]], een kudde door één enkele herder naar de weide gebracht (Joh. 10, 1-16)[[b:Joh. 10, 1-16]]. Een universele Kerk zonder grenzen of begrenzing, met uitzondering helaas van die van het hart en van de geest van de zondaar.
Op dit punt van onze bezinning, willen wij met U, broeders, zonen en dochters, stilstaan bij een kwestie die tegenwoordig bijzonder van belang is. De eerste christenen brachten - in de liturgische viering, in hun getuigenis voor rechters en beulen, in hun apologetische teksten - graag hun diep geloof in de Kerk tot uitdrukking, haar belijdend als verspreid over de hele wereld. Zij waren zich ten volle bewust tot een grote gemeenschap te behoren die noch ruimte noch tijd zouden kunnen begrenzen: "Van Abel, de rechtvaardige, tot de laatste uitverkorene" 19, 1: PL 76, 1154[[967]], "tot aan de uiteinden van de aarde" (Hand. 1, 8)[b:Hand. 1, 8] vgl: 9, 1: Funk, Patres apostolici, 1, 22[[[1657]]], "tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 20)[b:Mt. 28, 20].
Zo heeft de Heer zijn Kerk gewild: universeel, een grote boom, tussen de takken waarvan zich de vogels van de hemel nestelen (Mt. 13, 22)[[b:Mt. 13, 22]], een net dat alle soorten vis verzamelt (Mt. 13, 47)[[b:Mt. 13, 47]], of dat Petrus aan wal sleept met honderddrieënvijftig grote vissen (Joh. 21, 11)[[b:Joh. 21, 11]], een kudde door één enkele herder naar de weide gebracht (Joh. 10, 1-16)[[b:Joh. 10, 1-16]]. Een universele Kerk zonder grenzen of begrenzing, met uitzondering helaas van die van het hart en van de geest van de zondaar.
Referenties naar alinea 61: 2
Ware taak van de missie en de evangelisatie ->=geentekst=Mutuae relationes ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
62
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Het perspectief van de particuliere Kerk
Toch belichaamt deze universele Kerk zich in feite in de particuliere Kerken, die op hun beurt bestaan uit het een of ander concrete deel van de mensheid, die een bepaalde taal spreken, die schatplichtig zijn aan hun cultureel erfgoed, aan een wereldbeeld, een historisch verleden, een bepaald menselijk substraat. De openheid voor de rijkdommen van de particuliere Kerken hangt samen met een bijzondere gevoeligheid van de moderne mens.
Maar we moeten er ons voor hoeden de universele Kerk te begrijpen als de optelsom of, om zo te zeggen, de ietwat merkwaardige federatie van onderling wezenlijk verschillende particuliere Kerken. Naar de bedoeling van de Heer is het dezelfde Kerk die enerzijds universeel is door roeping en door zending, en die anderzijds, wanneer zij wortel schiet in de cultureel, sociaal en menselijk zo verscheiden gebieden van deze wereld, overal een andere uitwendige gestalte en uitdrukkingsvormen aanneemt. Dat houdt in dat iedere particuliere Kerk die zich vrijwillig van de universele Kerk afscheidt, haar verwijzing naar het plan van God verliest en in haar kerkelijke dimensie verarmt. Anderzijds zou de Kerk - "verspreid over de hele wereld" - een abstractie worden, als zij zich niet zou belichamen en tot leven zou komen in de particuliere Kerken. Alleen wanneer men voortdurend deze twee polen van de Kerk in de gaten houdt, kan men zicht krijgen op de rijkdom van deze band tussen de universele Kerk en de particuliere Kerken.
Toch belichaamt deze universele Kerk zich in feite in de particuliere Kerken, die op hun beurt bestaan uit het een of ander concrete deel van de mensheid, die een bepaalde taal spreken, die schatplichtig zijn aan hun cultureel erfgoed, aan een wereldbeeld, een historisch verleden, een bepaald menselijk substraat. De openheid voor de rijkdommen van de particuliere Kerken hangt samen met een bijzondere gevoeligheid van de moderne mens.
Maar we moeten er ons voor hoeden de universele Kerk te begrijpen als de optelsom of, om zo te zeggen, de ietwat merkwaardige federatie van onderling wezenlijk verschillende particuliere Kerken. Naar de bedoeling van de Heer is het dezelfde Kerk die enerzijds universeel is door roeping en door zending, en die anderzijds, wanneer zij wortel schiet in de cultureel, sociaal en menselijk zo verscheiden gebieden van deze wereld, overal een andere uitwendige gestalte en uitdrukkingsvormen aanneemt. Dat houdt in dat iedere particuliere Kerk die zich vrijwillig van de universele Kerk afscheidt, haar verwijzing naar het plan van God verliest en in haar kerkelijke dimensie verarmt. Anderzijds zou de Kerk - "verspreid over de hele wereld" - een abstractie worden, als zij zich niet zou belichamen en tot leven zou komen in de particuliere Kerken. Alleen wanneer men voortdurend deze twee polen van de Kerk in de gaten houdt, kan men zicht krijgen op de rijkdom van deze band tussen de universele Kerk en de particuliere Kerken.
Referenties naar alinea 62: 7
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Aanpassing en trouw in de taal
De particuliere Kerken, ten diepste versmolten als zij zijn, niet alleen met de mensen maar ook met de aspiraties, rijkdommen en beperkingen, de manieren van bidden en liefhebben, de levens- en wereldbeschouwing die typisch zijn voor dat deel van de mensheid, hebben de opgave om het wezenlijke van de evangelische boodschap in zich op te nemen en het vervolgens, zonder de minste verandering van haar fundamentele waarheid, om te zetten in de taal die door deze mens wordt verstaan, en dus om het evangelie in diezelfde taal te verkondigen.
Dit omzetten moet - met de onderscheiding, de ernst, het respect en de deskundigheid die de materie vereist - gebeuren op het terrein van de liturgische uitdrukkingsvormen vgl: Sacrosanctum Concilium, 37-38[[[570|37-38]]] vgl. ook de liturgische...vgl. ook de liturgische boeken en de andere daarna door de H. Stoel uitgegeven documenten voor de uitvoering van de door het Concilie gewilde liturgische hervorming., van de catechese, van de theologische formulering, van de secundaire kerkstructuren en van de ambten. En de term "taal" moet hier niet zozeer in de semantische of letterlijke zin worden verstaan als wel in wat men zou kunnen noemen de antropologische of culturele zin.
Het gaat hier zonder twijfel om een delicate kwestie. De evangelisatie verliest veel van haar kracht en van haar werking als zij geen rekening houdt met het concrete volk waartoe zij zich richt, als zij niet hun taal gebruikt, hun tekenen en symbolen, als zij geen antwoord heeft op de door hen gestelde problemen, als zij geen belangstelling opbrengt voor hun werkelijke leven. Maar van de andere kant loopt de evangelisatie het risico haar eigen ziel te verliezen en te verdampen, als van haar inhoud niets overblijft of deze verminkt wordt onder het voorwendsel van hem te vertalen, of wanneer met de bedoeling de universele werkelijkheid aan te passen aan de plaatselijke situatie, deze werkelijkheid opgeofferd en de eenheid vernietigd wordt zonder welke er geen universaliteit bestaat. Welnu, alleen een Kerk die het bewustzijn bewaart van haar eigen universaliteit en die er blijk van geeft ook daadwerkelijk universeel te zijn, kan een boodschap hebben die begrijpelijk is voor allen, en die de regionale begrenzingen overstijgt.
Blijft staan dat een legitieme aandacht voor de particuliere Kerken de Kerk alleen maar kan verrijken. Het is zelfs onmisbaar en dringend gewenst. Het komt bovendien overeen met de diepste aspiraties van de volkeren en van de menselijke gemeenschappen om steeds meer hun eigen identiteit te ontdekken.
De particuliere Kerken, ten diepste versmolten als zij zijn, niet alleen met de mensen maar ook met de aspiraties, rijkdommen en beperkingen, de manieren van bidden en liefhebben, de levens- en wereldbeschouwing die typisch zijn voor dat deel van de mensheid, hebben de opgave om het wezenlijke van de evangelische boodschap in zich op te nemen en het vervolgens, zonder de minste verandering van haar fundamentele waarheid, om te zetten in de taal die door deze mens wordt verstaan, en dus om het evangelie in diezelfde taal te verkondigen.
Dit omzetten moet - met de onderscheiding, de ernst, het respect en de deskundigheid die de materie vereist - gebeuren op het terrein van de liturgische uitdrukkingsvormen vgl: Sacrosanctum Concilium, 37-38[[[570|37-38]]] vgl. ook de liturgische...vgl. ook de liturgische boeken en de andere daarna door de H. Stoel uitgegeven documenten voor de uitvoering van de door het Concilie gewilde liturgische hervorming., van de catechese, van de theologische formulering, van de secundaire kerkstructuren en van de ambten. En de term "taal" moet hier niet zozeer in de semantische of letterlijke zin worden verstaan als wel in wat men zou kunnen noemen de antropologische of culturele zin.
Het gaat hier zonder twijfel om een delicate kwestie. De evangelisatie verliest veel van haar kracht en van haar werking als zij geen rekening houdt met het concrete volk waartoe zij zich richt, als zij niet hun taal gebruikt, hun tekenen en symbolen, als zij geen antwoord heeft op de door hen gestelde problemen, als zij geen belangstelling opbrengt voor hun werkelijke leven. Maar van de andere kant loopt de evangelisatie het risico haar eigen ziel te verliezen en te verdampen, als van haar inhoud niets overblijft of deze verminkt wordt onder het voorwendsel van hem te vertalen, of wanneer met de bedoeling de universele werkelijkheid aan te passen aan de plaatselijke situatie, deze werkelijkheid opgeofferd en de eenheid vernietigd wordt zonder welke er geen universaliteit bestaat. Welnu, alleen een Kerk die het bewustzijn bewaart van haar eigen universaliteit en die er blijk van geeft ook daadwerkelijk universeel te zijn, kan een boodschap hebben die begrijpelijk is voor allen, en die de regionale begrenzingen overstijgt.
Blijft staan dat een legitieme aandacht voor de particuliere Kerken de Kerk alleen maar kan verrijken. Het is zelfs onmisbaar en dringend gewenst. Het komt bovendien overeen met de diepste aspiraties van de volkeren en van de menselijke gemeenschappen om steeds meer hun eigen identiteit te ontdekken.
Referenties naar alinea 63: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
64
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Communionis notio ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Openheid voor de universele Kerk
Maar deze verrijking vraagt van de particuliere kerken dat zij zichzelf ten diepste open houden voor de universele Kerk. Het is overigens goed er hier op te wijzen dat de meest eenvoudige, meest evangeliegetrouwe, meest voor de ware betekenis van de Kerk openstaande christenen, een spontane gevoeligheid bezitten voor deze universele dimensie. Zij voelen instinctief en heel sterk dat die nodig is, herkennen zich gemakkelijk in haar, zitten met haar op dezelfde golflengte en lijden in hun binnenste wanneer men hen in naam van theorieën die zij niet begrijpen, wil opsluiten in een Kerk die van deze universaliteit is ontdaan, in een tot hun streek beperkte kerk zonder horizon.
Overigens, en de geschiedenis laat dat goed zien, iedere keer dat de een of andere particuliere Kerk, zij het met de beste intenties, met theologische, sociologische, politieke of pastorale argumenten, of ook in het verlangen naar een zekere vrijheid van bewegen en handelen, zich uit de universele Kerk en haar vitaal en zichtbaar centrum heeft losgesneden, is zij maar moeilijk ontkomen - als zij al ontkomen is - aan twee even ernstige gevaren: van de ene kant het gevaar van een verdorrend isolationisme en vervolgens binnen korte tijd van de verstrooiing, omdat elk van haar cellen zich van haar los maakte, zoals zij zich van de centrale kern losgemaakt heeft; en van de andere kant het gevaar de eigen vrijheid te verliezen wanneer, losgemaakt van het centrum en van de andere Kerken die haar kracht en energie meedeelden, zij zich omdat zij alleen stond ten prooi zag aan de meest uiteenlopende krachten van onderdrukking en uitbuiting.
Hoe meer een particuliere Kerk met hechte banden van communio verenigd is met de universele Kerk - in de liefde en in de trouw, in de openheid voor het leergezag van Petrus, in de eenheid van de "lex orandi" die ook "lex credendi" is, in de zorg om de eenheid met alle andere Kerken die samen de universaliteit vormen - des te meer zal deze Kerk in staat zijn de geloofsschat te vertalen in de legitieme verscheidenheid van uitdrukkingsvormen van de belijdenis van het geloof, van het gebed en de eredienst, van het leven naar christelijk gedrag, en van de geestelijke invloed op het volk temmidden waarvan zij leeft; des te meer ook zal zij in de ware zin evangeliserend zijn, dat wil zeggen in staat om uit het universele erfgoed te putten ten gunste van haar eigen volk, alsook om met de universele Kerk de ervaring en het leven van haar volk te delen, tot welzijn van allen.
Maar deze verrijking vraagt van de particuliere kerken dat zij zichzelf ten diepste open houden voor de universele Kerk. Het is overigens goed er hier op te wijzen dat de meest eenvoudige, meest evangeliegetrouwe, meest voor de ware betekenis van de Kerk openstaande christenen, een spontane gevoeligheid bezitten voor deze universele dimensie. Zij voelen instinctief en heel sterk dat die nodig is, herkennen zich gemakkelijk in haar, zitten met haar op dezelfde golflengte en lijden in hun binnenste wanneer men hen in naam van theorieën die zij niet begrijpen, wil opsluiten in een Kerk die van deze universaliteit is ontdaan, in een tot hun streek beperkte kerk zonder horizon.
Overigens, en de geschiedenis laat dat goed zien, iedere keer dat de een of andere particuliere Kerk, zij het met de beste intenties, met theologische, sociologische, politieke of pastorale argumenten, of ook in het verlangen naar een zekere vrijheid van bewegen en handelen, zich uit de universele Kerk en haar vitaal en zichtbaar centrum heeft losgesneden, is zij maar moeilijk ontkomen - als zij al ontkomen is - aan twee even ernstige gevaren: van de ene kant het gevaar van een verdorrend isolationisme en vervolgens binnen korte tijd van de verstrooiing, omdat elk van haar cellen zich van haar los maakte, zoals zij zich van de centrale kern losgemaakt heeft; en van de andere kant het gevaar de eigen vrijheid te verliezen wanneer, losgemaakt van het centrum en van de andere Kerken die haar kracht en energie meedeelden, zij zich omdat zij alleen stond ten prooi zag aan de meest uiteenlopende krachten van onderdrukking en uitbuiting.
Hoe meer een particuliere Kerk met hechte banden van communio verenigd is met de universele Kerk - in de liefde en in de trouw, in de openheid voor het leergezag van Petrus, in de eenheid van de "lex orandi" die ook "lex credendi" is, in de zorg om de eenheid met alle andere Kerken die samen de universaliteit vormen - des te meer zal deze Kerk in staat zijn de geloofsschat te vertalen in de legitieme verscheidenheid van uitdrukkingsvormen van de belijdenis van het geloof, van het gebed en de eredienst, van het leven naar christelijk gedrag, en van de geestelijke invloed op het volk temmidden waarvan zij leeft; des te meer ook zal zij in de ware zin evangeliserend zijn, dat wil zeggen in staat om uit het universele erfgoed te putten ten gunste van haar eigen volk, alsook om met de universele Kerk de ervaring en het leven van haar volk te delen, tot welzijn van allen.
Referenties naar alinea 64: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Communionis notio ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
65
Het onveranderlijke "Depositum Fidei"
Precies in deze zin hebben wij bij de sluiting van de Derde Algemene Vergadering van de Synode met vaderlijke genegenheid een duidelijk woord willen spreken door te de rol te benadrukken van de Opvolger van Petrus als zichtbaar, levend en dynamisch beginsel van de eenheid tussen de Kerken, en derhalve van de universaliteit van de ene Kerk. Aan het einde van de 3e Gewone Bisschoppensynode over "Evangelisatie in de moderne wereld"[[446]] Ook hebben wij de nadruk gelegd op de zware verantwoordelijkheid, die op ons rust maar die wij delen met onze Broeders in het bisschopsambt, om de inhoud van het katholiek geloof, door de Heer aan de Apostelen toevertrouwd, onveranderlijk te bewaren. Al wordt hij in alle talen vertaald, deze inhoud mag niet worden aangetast of verminkt; al wordt hij aangekleed met de eigen symbolen van ieder volk, en uitgelegd door middel van theologische formuleringen die rekening houden met de verschillende culturele, sociale en raciale milieus, toch moet het de inhoud blijven van het katholieke geloof, zoals het kerkelijk leergezag die heeft ontvangen en doorgeeft.
Precies in deze zin hebben wij bij de sluiting van de Derde Algemene Vergadering van de Synode met vaderlijke genegenheid een duidelijk woord willen spreken door te de rol te benadrukken van de Opvolger van Petrus als zichtbaar, levend en dynamisch beginsel van de eenheid tussen de Kerken, en derhalve van de universaliteit van de ene Kerk. Aan het einde van de 3e Gewone Bisschoppensynode over "Evangelisatie in de moderne wereld"[[446]] Ook hebben wij de nadruk gelegd op de zware verantwoordelijkheid, die op ons rust maar die wij delen met onze Broeders in het bisschopsambt, om de inhoud van het katholiek geloof, door de Heer aan de Apostelen toevertrouwd, onveranderlijk te bewaren. Al wordt hij in alle talen vertaald, deze inhoud mag niet worden aangetast of verminkt; al wordt hij aangekleed met de eigen symbolen van ieder volk, en uitgelegd door middel van theologische formuleringen die rekening houden met de verschillende culturele, sociale en raciale milieus, toch moet het de inhoud blijven van het katholieke geloof, zoals het kerkelijk leergezag die heeft ontvangen en doorgeeft.
Referenties naar alinea 65: 1
Redemptoris Missio ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
Verschillende taken
Heel de Kerk is dus geroepen te evangeliseren, en toch zijn er op haar terrein van evangelisatie activiteiten te verrichten die van elkaar verschillen. Deze verscheidenheid van diensten binnen de eenheid van dezelfde zending, vormt de rijkdom en de schoonheid van de evangelisatie. Herinneren wij ons in het kort deze taken.
Vóór alles zij het ons toegestaan te wijzen op de nadruk waarmee de Heer op de bladzijden van het Evangelie aan zijn apostelen de taak toevertrouwt het Woord te verkondigen. Hij heeft hen uitgekozen (Joh. 15, 16; Mc. 3, 13-19; Lc. 6, 13-16)[[b:Joh. 15, 16; Mc. 3, 13-19; Lc. 6, 13-16]], hen gedurende meerdere jaren van vertrouwelijke omgang gevormd (Hand. 1, 21-22)[[b:Hand. 1, 21-22]], hen aangesteld (Mc. 3, 14)[[b:Mc. 3, 14]], en gezonden (Mc. 3, 14-15; Lc. 9, 2)[[b:Mc. 3, 14-15; Lc. 9, 2]] als getuigen en geautoriseerde leermeesters van de boodschap van het heil. Op hun beurt hebben de Twaalf hun opvolgers gezonden, die voortgaan met de Blijde Boodschap te verkondigen in de lijn van de apostelen.
Heel de Kerk is dus geroepen te evangeliseren, en toch zijn er op haar terrein van evangelisatie activiteiten te verrichten die van elkaar verschillen. Deze verscheidenheid van diensten binnen de eenheid van dezelfde zending, vormt de rijkdom en de schoonheid van de evangelisatie. Herinneren wij ons in het kort deze taken.
Vóór alles zij het ons toegestaan te wijzen op de nadruk waarmee de Heer op de bladzijden van het Evangelie aan zijn apostelen de taak toevertrouwt het Woord te verkondigen. Hij heeft hen uitgekozen (Joh. 15, 16; Mc. 3, 13-19; Lc. 6, 13-16)[[b:Joh. 15, 16; Mc. 3, 13-19; Lc. 6, 13-16]], hen gedurende meerdere jaren van vertrouwelijke omgang gevormd (Hand. 1, 21-22)[[b:Hand. 1, 21-22]], hen aangesteld (Mc. 3, 14)[[b:Mc. 3, 14]], en gezonden (Mc. 3, 14-15; Lc. 9, 2)[[b:Mc. 3, 14-15; Lc. 9, 2]] als getuigen en geautoriseerde leermeesters van de boodschap van het heil. Op hun beurt hebben de Twaalf hun opvolgers gezonden, die voortgaan met de Blijde Boodschap te verkondigen in de lijn van de apostelen.
Referenties naar alinea 66: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
67
De opvolger van Petrus
Zo is de opvolger van Petrus door de wil van Christus bekleed met het voornaamste dienstwerk, dat van de onderrichting van de geopenbaarde waarheid. Het Nieuwe Testament laat dikwijls een Petrus zien "vol van heilige Geest", die het woord neemt in naam van allen. (Hand. 4, 8)[b:Hand. 4, 8] (Hand. 2, 14; Hand. 3, 12)[[b:Hand. 2, 14; Hand. 3, 12]] Daarom spreekt Leo de Grote over Petrus als over degene die het primaat van het apostelschap heeft verdiend. vgl: 69, 3; Sermo 70, 1-3; Sermo 94, 3; Sermo 95, 2: S.C. 200, blz. 50-52, 58-66, 258-260, 268[[[913]]] Daarom ook stelt de stem van de Kerk de Paus voor "op de hoogste top - het hoogste punt, de uitkijkpost - van het apostolaat". vgl: in Conciliorum Oecumenicorum Decreta, Ed. Istituto per le Scienze Relgiose, Bologna 1973, blz. 278[[[4128]]] vgl: in Conciliorum Oecumenicorum Decreta, Ed. Istituto per le Scienze Relgiose, Bologna 1973, blz. 343[[[4129]]] vgl: in Conciliorum Oecumenicorum Decreta, Ed. Istituto per le Scienze Relgiose, Bologna 1973, blz. 608[[[4130]]] vgl: in Conciliorum Oecumenicorum Decreta, Ed. Istituto per le Scienze Relgiose, Bologna 1973, blz. 609[[[4131]]] vgl: in Conciliorum Oecumenicorum Decreta, Ed. Istituto per le Scienze Relgiose, Bologna 1973, blz. 614[[[4132]]] vgl: in Conciliorum Oecumenicorum Decreta, Ed. Istituto per le Scienze Relgiose, Bologna 1973, blz. 638[[[4133]]] Het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] heeft dit willen bevestigen door te verklaren: "De opdracht van Christus, om het Evangelie te verkondigen aan heel de schepping betreft hen (de bisschoppen), met Petrus en onder de leiding van Petrus". vgl: Ad Gentes Divinitus, 38[[[703|38]]]
De volle, hoogste en universele macht vgl: Lumen Gentium, 22[[[617|22]]] die Christus aan zijn Plaatsbekleder heeft toevertrouwd voor het pastorale bestuur van de Kerk, bestaat derhalve in het bijzonder in de door de Paus uitgeoefende activiteit van het prediken en doen prediken van de Blijde Boodschap van het heil.
Zo is de opvolger van Petrus door de wil van Christus bekleed met het voornaamste dienstwerk, dat van de onderrichting van de geopenbaarde waarheid. Het Nieuwe Testament laat dikwijls een Petrus zien "vol van heilige Geest", die het woord neemt in naam van allen. (Hand. 4, 8)[b:Hand. 4, 8] (Hand. 2, 14; Hand. 3, 12)[[b:Hand. 2, 14; Hand. 3, 12]] Daarom spreekt Leo de Grote over Petrus als over degene die het primaat van het apostelschap heeft verdiend. vgl: 69, 3; Sermo 70, 1-3; Sermo 94, 3; Sermo 95, 2: S.C. 200, blz. 50-52, 58-66, 258-260, 268[[[913]]] Daarom ook stelt de stem van de Kerk de Paus voor "op de hoogste top - het hoogste punt, de uitkijkpost - van het apostolaat". vgl: in Conciliorum Oecumenicorum Decreta, Ed. Istituto per le Scienze Relgiose, Bologna 1973, blz. 278[[[4128]]] vgl: in Conciliorum Oecumenicorum Decreta, Ed. Istituto per le Scienze Relgiose, Bologna 1973, blz. 343[[[4129]]] vgl: in Conciliorum Oecumenicorum Decreta, Ed. Istituto per le Scienze Relgiose, Bologna 1973, blz. 608[[[4130]]] vgl: in Conciliorum Oecumenicorum Decreta, Ed. Istituto per le Scienze Relgiose, Bologna 1973, blz. 609[[[4131]]] vgl: in Conciliorum Oecumenicorum Decreta, Ed. Istituto per le Scienze Relgiose, Bologna 1973, blz. 614[[[4132]]] vgl: in Conciliorum Oecumenicorum Decreta, Ed. Istituto per le Scienze Relgiose, Bologna 1973, blz. 638[[[4133]]] Het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] heeft dit willen bevestigen door te verklaren: "De opdracht van Christus, om het Evangelie te verkondigen aan heel de schepping betreft hen (de bisschoppen), met Petrus en onder de leiding van Petrus". vgl: Ad Gentes Divinitus, 38[[[703|38]]]
De volle, hoogste en universele macht vgl: Lumen Gentium, 22[[[617|22]]] die Christus aan zijn Plaatsbekleder heeft toevertrouwd voor het pastorale bestuur van de Kerk, bestaat derhalve in het bijzonder in de door de Paus uitgeoefende activiteit van het prediken en doen prediken van de Blijde Boodschap van het heil.
Referenties naar alinea 67: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
68
Bisschoppen en priesters
Verenigd met de opvolger van Petrus, ontvangen de bisschoppen als opvolgers van de apostelen, krachtens hun bisschopswijding, de bevoegdheid om in de Kerk de geopenbaarde waarheid te onderrichten. Zij zijn de leraren van het geloof.
Aan de bisschoppen geassocieerd in het dienstwerk van de evangelisatie, als personen die daarin op bijzondere titel verantwoordelijkheid dragen, zijn zij die door de priesterwijding "handelen in de persoon van Christus" vgl: Lumen Gentium, 10,37[[[617|10.37]]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 39[[[703|39]]] vgl: Presbyterorum Ordinis, 2,12,13[[[704|2.12.13]]] in zoverre zij optreden als de geloofsopvoeders van het Volk van God, als predikers, en tevens als de bedienaren van de Eucharistie en de andere Sacramenten.
Daarom worden wij, Herders, meer dan enig ander lid van de Kerk, allen uitgenodigd ons van deze plicht terdege bewust te zijn. Wat het bijzondere vormt van ons priesterlijk dienstwerk, wat aan de duizend en één zorgen die ons bezighouden in de loop van heel ons leven hun eenheid geeft, wat aan al onze activiteiten een specifiek kenmerk geeft, is juist dit oogmerk van al ons doen en laten: "het Evangelie van God verkondigen" (1 Tess. 2, 9)[[b:1 Tess. 2, 9]].
Hier hebben we te maken met een trek van onze identiteit waaraan geen enkele twijfel ooit afbreuk mag doen, en die door geen tegenwerping mag worden verduisterd: als Herders zijn wij door de barmhartigheid van de soevereine Herder (1 Pt. 5, 4)[[b:1 Pt. 5, 4]] in weerwil van onze ontoereikendheid uitgekozen om met gezag het Woord van God te verkondigen, het volk van God te verzamelen dat verstrooid was, dit volk te voeden met de tekenen van de werkzaamheid van Christus die de Sacramenten zijn, het te leiden op de weg van het heil, het te bewaren in die eenheid waarvan wij zelf op verschillende niveaus de werkzame en levende instrumenten zijn, en om onophoudelijk deze rond Christus verzamelde gemeenschap te bezielen volgens haar diepste roeping.
En wanneer wij binnen de maat van onze menselijke beperktheden en volgens de genade van God dat alles ten uitvoer brengen, verrichten wij een werk van evangelisatie. Wij als herder van de universele Kerk, onze Broeders in het bisschopsambt als de leiders van de particuliere Kerken, de priesters en diakens in eenheid met hun eigen Bisschoppen van wie zij de medewerkers zijn, door middel van een communio die haar bron heeft in het Wijdingssacrament en in de liefde van de Kerk.
Verenigd met de opvolger van Petrus, ontvangen de bisschoppen als opvolgers van de apostelen, krachtens hun bisschopswijding, de bevoegdheid om in de Kerk de geopenbaarde waarheid te onderrichten. Zij zijn de leraren van het geloof.
Aan de bisschoppen geassocieerd in het dienstwerk van de evangelisatie, als personen die daarin op bijzondere titel verantwoordelijkheid dragen, zijn zij die door de priesterwijding "handelen in de persoon van Christus" vgl: Lumen Gentium, 10,37[[[617|10.37]]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 39[[[703|39]]] vgl: Presbyterorum Ordinis, 2,12,13[[[704|2.12.13]]] in zoverre zij optreden als de geloofsopvoeders van het Volk van God, als predikers, en tevens als de bedienaren van de Eucharistie en de andere Sacramenten.
Daarom worden wij, Herders, meer dan enig ander lid van de Kerk, allen uitgenodigd ons van deze plicht terdege bewust te zijn. Wat het bijzondere vormt van ons priesterlijk dienstwerk, wat aan de duizend en één zorgen die ons bezighouden in de loop van heel ons leven hun eenheid geeft, wat aan al onze activiteiten een specifiek kenmerk geeft, is juist dit oogmerk van al ons doen en laten: "het Evangelie van God verkondigen" (1 Tess. 2, 9)[[b:1 Tess. 2, 9]].
Hier hebben we te maken met een trek van onze identiteit waaraan geen enkele twijfel ooit afbreuk mag doen, en die door geen tegenwerping mag worden verduisterd: als Herders zijn wij door de barmhartigheid van de soevereine Herder (1 Pt. 5, 4)[[b:1 Pt. 5, 4]] in weerwil van onze ontoereikendheid uitgekozen om met gezag het Woord van God te verkondigen, het volk van God te verzamelen dat verstrooid was, dit volk te voeden met de tekenen van de werkzaamheid van Christus die de Sacramenten zijn, het te leiden op de weg van het heil, het te bewaren in die eenheid waarvan wij zelf op verschillende niveaus de werkzame en levende instrumenten zijn, en om onophoudelijk deze rond Christus verzamelde gemeenschap te bezielen volgens haar diepste roeping.
En wanneer wij binnen de maat van onze menselijke beperktheden en volgens de genade van God dat alles ten uitvoer brengen, verrichten wij een werk van evangelisatie. Wij als herder van de universele Kerk, onze Broeders in het bisschopsambt als de leiders van de particuliere Kerken, de priesters en diakens in eenheid met hun eigen Bisschoppen van wie zij de medewerkers zijn, door middel van een communio die haar bron heeft in het Wijdingssacrament en in de liefde van de Kerk.
Referenties naar alinea 68: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
69
Vita Consecrata ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Roepingen ten dienste van de evangelisering van de Kerk ->=geentekst=
Roepingenzondag ->=geentekst=
Het religieuze leven als weg ter heiligheid ->=geentekst=
Religieuzen
De religieuzen vinden op hun beurt in het godgewijde leven een bevoorrecht middel voor een werkzame evangelisatie. De diepste aard zelf van hun zijn als religieus plaatst hen in de dynamiek van de Kerk, die dorst naar het Absolute van God en die geroepen is tot heiligheid. Van deze heiligheid zijn zij getuigen. Zij belichamen de Kerk, juist in zoverre deze er naar verlangt zich over te geven aan de radicale weg van de zaligsprekingen. Door hun leven zijn zij een teken van totale beschikbaarheid voor God, voor de Kerk, voor hun broeders en zusters.
In deze bekleden zij een plaats van speciaal belang waar het gaat om het geven van getuigenis, wat in de evangelisatie - wij hebben dat al aangegeven - op de eerste plaats komt. Dit stilzwijgende getuigenis van armoede en onthechting, van zuiverheid en transparantie, van overgave in gehoorzaamheid, kan - naast dat het een uitdaging is voor de wereld en de Kerk zelf - ook een welsprekende verkondiging worden, een die in staat is indruk te maken op niet-christenen die van goede wil zijn en gevoelig voor bepaalde waarden. In dit perspectief laat zich de rol begrijpen die juist die mannelijke en vrouwelijke religieuzen in de evangelisatie gespeeld hebben, die toegewijd zijn aan het gebed, het stilzwijgen, de boetvaardigheid en het offer.
Andere religieuzen wijden zich in grote getale aan de directe verkondiging van Christus. Hun missionaire werkzaamheid is uiteraard afhankelijk van de hiërarchie en moet gecoördineerd worden met het pastorale beleid dat deze voert. Maar wie kan de immense bijdrage over het hoofd zien die zij aan de evangelisatie hebben geleverd en nog steeds leveren? Juist dank zij hun religieuze godgewijdheid zijn zij bij uitstek bereid en vrij om alles achter zich te laten en het Evangelie te gaan verkondigen tot aan de uiteinden der aarde. Zij zijn ondernemend, en hun apostolaat wordt dikwijls gekenmerkt door een originaliteit en een genialiteit die bewondering afdwingen. Zij zijn edelmoedig: men vindt hen dikwijls op de voorposten van de missie, en zij nemen de grootste risico's voor hun gezondheid en zelfs voor hun leven. Ja, waarachtig, de Kerk is hen veel verschuldigd.
De religieuzen vinden op hun beurt in het godgewijde leven een bevoorrecht middel voor een werkzame evangelisatie. De diepste aard zelf van hun zijn als religieus plaatst hen in de dynamiek van de Kerk, die dorst naar het Absolute van God en die geroepen is tot heiligheid. Van deze heiligheid zijn zij getuigen. Zij belichamen de Kerk, juist in zoverre deze er naar verlangt zich over te geven aan de radicale weg van de zaligsprekingen. Door hun leven zijn zij een teken van totale beschikbaarheid voor God, voor de Kerk, voor hun broeders en zusters.
In deze bekleden zij een plaats van speciaal belang waar het gaat om het geven van getuigenis, wat in de evangelisatie - wij hebben dat al aangegeven - op de eerste plaats komt. Dit stilzwijgende getuigenis van armoede en onthechting, van zuiverheid en transparantie, van overgave in gehoorzaamheid, kan - naast dat het een uitdaging is voor de wereld en de Kerk zelf - ook een welsprekende verkondiging worden, een die in staat is indruk te maken op niet-christenen die van goede wil zijn en gevoelig voor bepaalde waarden. In dit perspectief laat zich de rol begrijpen die juist die mannelijke en vrouwelijke religieuzen in de evangelisatie gespeeld hebben, die toegewijd zijn aan het gebed, het stilzwijgen, de boetvaardigheid en het offer.
Andere religieuzen wijden zich in grote getale aan de directe verkondiging van Christus. Hun missionaire werkzaamheid is uiteraard afhankelijk van de hiërarchie en moet gecoördineerd worden met het pastorale beleid dat deze voert. Maar wie kan de immense bijdrage over het hoofd zien die zij aan de evangelisatie hebben geleverd en nog steeds leveren? Juist dank zij hun religieuze godgewijdheid zijn zij bij uitstek bereid en vrij om alles achter zich te laten en het Evangelie te gaan verkondigen tot aan de uiteinden der aarde. Zij zijn ondernemend, en hun apostolaat wordt dikwijls gekenmerkt door een originaliteit en een genialiteit die bewondering afdwingen. Zij zijn edelmoedig: men vindt hen dikwijls op de voorposten van de missie, en zij nemen de grootste risico's voor hun gezondheid en zelfs voor hun leven. Ja, waarachtig, de Kerk is hen veel verschuldigd.
Referenties naar alinea 69: 11
Redemptoris Missio ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Roepingen ten dienste van de evangelisering van de Kerk ->=geentekst=
Roepingenzondag ->=geentekst=
Het religieuze leven als weg ter heiligheid ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
70
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Leken
De leken, die door hun roeping midden in de wereld staan en met de meest uiteenlopende aardse taken zijn belast, hebben juist daardoor een bijzondere vorm van evangelisatie uit te oefenen. Hun eerste en onmiddellijke taak is niet het oprichten en ontwikkelen van de kerkelijke gemeenschap - wat de specifieke rol is van de Herders - maar het activeren van alle christelijke en evangelische mogelijkheden die reeds, zij het verborgen, aanwezig en werkzaam zijn in de werkelijkheid van de wereld.
Het eigen terrein voor hun evangelische werkzaamheid is de weidse en gecompliceerde wereld van de politiek, van de sociale werkelijkheid, van de economie; zo ook dat van de cultuur, van de wetenschappen en van de kunsten, van het internationale leven en van de sociale communicatiemiddelen; en ook die andere aspecten van de werkelijkheid die bijzonder open staan voor de evangelisatie zoals de liefde, het gezin, de opvoeding van de kinderen en de adolescenten, de professionele arbeid, het lijden.
Hoe meer er leken zijn, die doordrongen zijn van evangelische geest, verantwoordelijk voor deze werkelijkheden en er uitdrukkelijk in werkzaam, leken die deskundig zijn in het bevorderen er van en zich bewust zijn al hun christelijke, dikwijls verborgen gehouden en verdrongen mogelijkheden te moeten ontwikkelen, des te meer zullen deze werkelijkheden, zonder ook maar iets te verliezen of prijs te geven van hun menselijk karakter, in dienst raken van de opbouw van het Rijk van God, en daardoor van het heil in Jezus Christus.
De leken, die door hun roeping midden in de wereld staan en met de meest uiteenlopende aardse taken zijn belast, hebben juist daardoor een bijzondere vorm van evangelisatie uit te oefenen. Hun eerste en onmiddellijke taak is niet het oprichten en ontwikkelen van de kerkelijke gemeenschap - wat de specifieke rol is van de Herders - maar het activeren van alle christelijke en evangelische mogelijkheden die reeds, zij het verborgen, aanwezig en werkzaam zijn in de werkelijkheid van de wereld.
Het eigen terrein voor hun evangelische werkzaamheid is de weidse en gecompliceerde wereld van de politiek, van de sociale werkelijkheid, van de economie; zo ook dat van de cultuur, van de wetenschappen en van de kunsten, van het internationale leven en van de sociale communicatiemiddelen; en ook die andere aspecten van de werkelijkheid die bijzonder open staan voor de evangelisatie zoals de liefde, het gezin, de opvoeding van de kinderen en de adolescenten, de professionele arbeid, het lijden.
Hoe meer er leken zijn, die doordrongen zijn van evangelische geest, verantwoordelijk voor deze werkelijkheden en er uitdrukkelijk in werkzaam, leken die deskundig zijn in het bevorderen er van en zich bewust zijn al hun christelijke, dikwijls verborgen gehouden en verdrongen mogelijkheden te moeten ontwikkelen, des te meer zullen deze werkelijkheden, zonder ook maar iets te verliezen of prijs te geven van hun menselijk karakter, in dienst raken van de opbouw van het Rijk van God, en daardoor van het heil in Jezus Christus.
Referenties naar alinea 70: 5
Redemptoris Missio ->=geentekst=Redemptoris Missio ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
71
Familiaris Consortio ->=geentekst=
Familiaris Consortio ->=geentekst=
Ontmoeting met leiders van andere Kerken in Paushuize te Utrecht ->=geentekst=
"Ik heb de geboden van mijn Vader onderhouden en ik blijf in zijn liefde" ->=geentekst=
Tot de deelnemers aan het bidden van de Rozenkrans bij gelegenheid van de 6e Wereld Ontmoeting van de Gezinnen in Mexico-Stad ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Gezin
In het kader van het apostolaat van evangelisatie dat eigen is aan de leken is het onmogelijk geen aandacht te besteden aan de evangeliserende werkzaamheid van het gezin. Terecht heeft het op diverse momenten van de geschiedenis van de Kerk de mooie definitie van "huiskerk" gekregen, bekrachtigd door het Tweede Vaticaans Concilie. Lumen Gentium, 11[[617|11]] Apostolicam Actuositatem, 11[[653|11]] IV, 2; VII, 1: PG 54, 607-608[[928]] Dat betekent dat men in elk christelijk gezin de verschillende aspecten van de hele Kerk zou moeten kunnen tegenkomen. Bovendien moet het gezin, zoals de Kerk, een ruimte zijn waarbinnen het Evangelie wordt doorgegeven en van waar het Evangelie uitstraalt.
In het hart van een gezin dat zich van zijn zending bewust is, evangeliseren alle leden en worden er geëvangeliseerd. De ouders delen niet alleen aan de kinderen het Evangelie mee, maar kunnen van hen datzelfde diep geleefde Evangelie ontvangen. En dergelijk gezin wordt evangeliserend naar veel andere gezinnen en naar het milieu waar het staat. Ook de gezinnen die uit een gemengd huwelijk voortgekomen zijn hebben de plicht, die ten volle besloten ligt in het gemeenschappelijke Doopsel, om Christus te verkondigen aan de kinderen; bovendien hebben zij de niet gemakkelijke opgave bewerkers van eenheid te worden.
In het kader van het apostolaat van evangelisatie dat eigen is aan de leken is het onmogelijk geen aandacht te besteden aan de evangeliserende werkzaamheid van het gezin. Terecht heeft het op diverse momenten van de geschiedenis van de Kerk de mooie definitie van "huiskerk" gekregen, bekrachtigd door het Tweede Vaticaans Concilie. Lumen Gentium, 11[[617|11]] Apostolicam Actuositatem, 11[[653|11]] IV, 2; VII, 1: PG 54, 607-608[[928]] Dat betekent dat men in elk christelijk gezin de verschillende aspecten van de hele Kerk zou moeten kunnen tegenkomen. Bovendien moet het gezin, zoals de Kerk, een ruimte zijn waarbinnen het Evangelie wordt doorgegeven en van waar het Evangelie uitstraalt.
In het hart van een gezin dat zich van zijn zending bewust is, evangeliseren alle leden en worden er geëvangeliseerd. De ouders delen niet alleen aan de kinderen het Evangelie mee, maar kunnen van hen datzelfde diep geleefde Evangelie ontvangen. En dergelijk gezin wordt evangeliserend naar veel andere gezinnen en naar het milieu waar het staat. Ook de gezinnen die uit een gemengd huwelijk voortgekomen zijn hebben de plicht, die ten volle besloten ligt in het gemeenschappelijke Doopsel, om Christus te verkondigen aan de kinderen; bovendien hebben zij de niet gemakkelijke opgave bewerkers van eenheid te worden.
Referenties naar alinea 71: 9
Redemptoris Missio ->=geentekst=Familiaris Consortio ->=geentekst=
Familiaris Consortio ->=geentekst=
Ontmoeting met leiders van andere Kerken in Paushuize te Utrecht ->=geentekst=
"Ik heb de geboden van mijn Vader onderhouden en ik blijf in zijn liefde" ->=geentekst=
Tot de deelnemers aan het bidden van de Rozenkrans bij gelegenheid van de 6e Wereld Ontmoeting van de Gezinnen in Mexico-Stad ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
72
Jongeren
De omstandigheden nodigen ons uit speciale aandacht te besteden aan de jongeren. Hun toenemend aantal, hun groeiende aanwezigheid in de samenleving, en de problemen die hun bezighouden, moeten in allen de bekommernis wekken om hun met ijver en inzicht het evangelisch ideaal aan te reiken om het te leren kennen en te kunnen beleven. Van de andere kant is het nodig dat de jongeren, goed in het geloof en in het gebed gevormd, steeds meer de apostelen van de jeugd worden. De Kerk stelt een groot vertrouwen in hun bijdrage, en wij zelf hebben meermaals blijk gegeven van ons volle vertrouwen jegens hen.
De omstandigheden nodigen ons uit speciale aandacht te besteden aan de jongeren. Hun toenemend aantal, hun groeiende aanwezigheid in de samenleving, en de problemen die hun bezighouden, moeten in allen de bekommernis wekken om hun met ijver en inzicht het evangelisch ideaal aan te reiken om het te leren kennen en te kunnen beleven. Van de andere kant is het nodig dat de jongeren, goed in het geloof en in het gebed gevormd, steeds meer de apostelen van de jeugd worden. De Kerk stelt een groot vertrouwen in hun bijdrage, en wij zelf hebben meermaals blijk gegeven van ons volle vertrouwen jegens hen.
Referenties naar alinea 72: 1
Redemptoris Missio ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
73
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
De pastorale bekering van de parochiegemeenschap ten dienste van de missie van de Kerk tot evangelisatie van de Kerk ->=geentekst=
Antiquum ministerium ->=geentekst=
Begeleidend schrijven Ritus De Institutione Catechistarum ->=geentekst=
Andere bedieningen
Zo krijgt de actieve aanwezigheid van de leken in de aardse werkelijkheid haar volle betekenis. Toch moet die andere dimensie niet verwaarloosd of vergeten worden: de leken kunnen zich ook geroepen voelen of geroepen zijn tot meewerken met hun Herders in de dienst aan de kerkelijke gemeenschap, voor haar groei en vitaliteit, door de meest uiteenlopende bedieningen uit te oefenen, volgens de genade en de charismata die de Heer hun zal willen verlenen.
Wij ondervinden in ons hart een grote vreugde bij het zien van zoveel Herders, religieuzen en leken die, vol vuur als zij zijn in hun evangelisatiezending, steeds blijven zoeken naar meer aangepaste manieren om het Evangelie op werkzame wijze te verkondigen. Wij moedigen de opening aan die de Kerk momenteel in deze lijn en vanuit deze zorg bezig is te maken. In eerste aanzet een opening naar de reflectie, maar vervolgens een opening naar kerkelijke bedieningen die het mogelijk maken om haar dynamiek van evangelisatie te verjongen en te versterken. Het is zeker waar dat, naast de bedieningen met een wijding, waardoor sommigen opgenomen worden onder de herders en zich op bijzondere wijze toewijden aan de dienst van de gemeenschap, de Kerk ook de rol kent van bedieningen zonder wijding, die geschikt zijn om speciale soorten van dienstwerk van de Kerk in te kunnen vullen.
Een blik op het ontstaan van de Kerk is in deze heel verhelderend en maakt het mogelijk gebruik te maken van een oude ervaring, die des te waardevoller is omdat zij het de Kerk mogelijk heeft gemaakt zich te consolideren, te groeien en uit te breiden. Maar deze aandacht voor de bronnen moet worden aangevuld met aandacht voor de huidige noden van de mensheid en van de Kerk. Zijn dorst lessen aan deze bronnen, die steeds weer inspireren, niets van deze waarden prijs geven, en zich weten aan te passen aan de actuele vereisten en noden: dat zijn de hoofdlijnen die het mogelijk maken met wijsheid de bedieningen te zoeken en tot hun recht te laten komen die de Kerk nodig heeft en die veel van haar leden graag op zich zouden willen nemen omwille van een grotere vitaliteit van de kerkelijke gemeenschap. Deze bedieningen zullen een authentieke pastorale waarde hebben in de mate dat zij hun plaats zullen krijgen onder absolute eerbiediging van de eenheid, en men zich houdt aan de richtlijnen die de Herders gegeven hebben, die juist de verantwoordelijken en de bewerkers zijn van de eenheid van de Kerk. Dergelijke bedieningen, ogenschijnlijk nieuw maar nauw verbonden met ervaringen die de Kerk in de loop van haar bestaan heeft opgedaan - zoals die van catecheet, van voorganger in gebed en zang, van christenen die zich wijden aan de dienst van het Woord of aan het bijstaan van de broeders in nood, of ook die van de leiders van de kleine gemeenschappen, de verantwoordelijken van apostolische bewegingen, of van andere verantwoordelijken - zijn kostbaar voor de "plantatio", de inplanting van de Kerk, voor haar leven en haar groei, en om haar in staat te stellen tot meer uitstraling naar haar omgeving en naar hen die veraf staan. Ook zijn Wij bijzondere waardering verschuldigd aan al die leken die een deel van hun tijd, van hun energie en soms zelfs heel hun leven, wijden aan het helpen van de missies.
Voor alle werkers van de evangelisatie is een gedegen voorbereiding nodig. Dat geldt nog meer voor degenen die zich aan de dienst van het Woord wijden. Bezield door een steeds diepere overtuiging van de grootsheid en de rijkdom van het Woord van God moeten zij die de taak hebben het door te geven, blijk geven van de grootst mogelijke aandacht voor de waardigheid, de nauwkeurigheid en de aangepastheid van hun taal. Eenieder weet dat spreekvaardigheid momenteel een heel belangrijke rol speelt. Zouden predikers en catecheten die dan mogen verwaarlozen?
Wij koesteren de levendige wens dat in elke particuliere Kerk de Bisschoppen waakzaam zullen toezien op de adequate vorming van allen die het Woord bedienen. Deze gedegen voorbereiding zal in hen de onmisbare zekerheid doen groeien maar ook het enthousiasme voor het verkondigen van Jezus Christus in deze tijd.
Zo krijgt de actieve aanwezigheid van de leken in de aardse werkelijkheid haar volle betekenis. Toch moet die andere dimensie niet verwaarloosd of vergeten worden: de leken kunnen zich ook geroepen voelen of geroepen zijn tot meewerken met hun Herders in de dienst aan de kerkelijke gemeenschap, voor haar groei en vitaliteit, door de meest uiteenlopende bedieningen uit te oefenen, volgens de genade en de charismata die de Heer hun zal willen verlenen.
Wij ondervinden in ons hart een grote vreugde bij het zien van zoveel Herders, religieuzen en leken die, vol vuur als zij zijn in hun evangelisatiezending, steeds blijven zoeken naar meer aangepaste manieren om het Evangelie op werkzame wijze te verkondigen. Wij moedigen de opening aan die de Kerk momenteel in deze lijn en vanuit deze zorg bezig is te maken. In eerste aanzet een opening naar de reflectie, maar vervolgens een opening naar kerkelijke bedieningen die het mogelijk maken om haar dynamiek van evangelisatie te verjongen en te versterken. Het is zeker waar dat, naast de bedieningen met een wijding, waardoor sommigen opgenomen worden onder de herders en zich op bijzondere wijze toewijden aan de dienst van de gemeenschap, de Kerk ook de rol kent van bedieningen zonder wijding, die geschikt zijn om speciale soorten van dienstwerk van de Kerk in te kunnen vullen.
Een blik op het ontstaan van de Kerk is in deze heel verhelderend en maakt het mogelijk gebruik te maken van een oude ervaring, die des te waardevoller is omdat zij het de Kerk mogelijk heeft gemaakt zich te consolideren, te groeien en uit te breiden. Maar deze aandacht voor de bronnen moet worden aangevuld met aandacht voor de huidige noden van de mensheid en van de Kerk. Zijn dorst lessen aan deze bronnen, die steeds weer inspireren, niets van deze waarden prijs geven, en zich weten aan te passen aan de actuele vereisten en noden: dat zijn de hoofdlijnen die het mogelijk maken met wijsheid de bedieningen te zoeken en tot hun recht te laten komen die de Kerk nodig heeft en die veel van haar leden graag op zich zouden willen nemen omwille van een grotere vitaliteit van de kerkelijke gemeenschap. Deze bedieningen zullen een authentieke pastorale waarde hebben in de mate dat zij hun plaats zullen krijgen onder absolute eerbiediging van de eenheid, en men zich houdt aan de richtlijnen die de Herders gegeven hebben, die juist de verantwoordelijken en de bewerkers zijn van de eenheid van de Kerk. Dergelijke bedieningen, ogenschijnlijk nieuw maar nauw verbonden met ervaringen die de Kerk in de loop van haar bestaan heeft opgedaan - zoals die van catecheet, van voorganger in gebed en zang, van christenen die zich wijden aan de dienst van het Woord of aan het bijstaan van de broeders in nood, of ook die van de leiders van de kleine gemeenschappen, de verantwoordelijken van apostolische bewegingen, of van andere verantwoordelijken - zijn kostbaar voor de "plantatio", de inplanting van de Kerk, voor haar leven en haar groei, en om haar in staat te stellen tot meer uitstraling naar haar omgeving en naar hen die veraf staan. Ook zijn Wij bijzondere waardering verschuldigd aan al die leken die een deel van hun tijd, van hun energie en soms zelfs heel hun leven, wijden aan het helpen van de missies.
Voor alle werkers van de evangelisatie is een gedegen voorbereiding nodig. Dat geldt nog meer voor degenen die zich aan de dienst van het Woord wijden. Bezield door een steeds diepere overtuiging van de grootsheid en de rijkdom van het Woord van God moeten zij die de taak hebben het door te geven, blijk geven van de grootst mogelijke aandacht voor de waardigheid, de nauwkeurigheid en de aangepastheid van hun taal. Eenieder weet dat spreekvaardigheid momenteel een heel belangrijke rol speelt. Zouden predikers en catecheten die dan mogen verwaarlozen?
Wij koesteren de levendige wens dat in elke particuliere Kerk de Bisschoppen waakzaam zullen toezien op de adequate vorming van allen die het Woord bedienen. Deze gedegen voorbereiding zal in hen de onmisbare zekerheid doen groeien maar ook het enthousiasme voor het verkondigen van Jezus Christus in deze tijd.
Referenties naar alinea 73: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Redemptoris Missio ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
De pastorale bekering van de parochiegemeenschap ten dienste van de missie van de Kerk tot evangelisatie van de Kerk ->=geentekst=
Antiquum ministerium ->=geentekst=
Begeleidend schrijven Ritus De Institutione Catechistarum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 7 De geest van de Evangelisatie
74
Dringend beroep
Wij willen deze samenspraak met onze geliefde Broeders, zonen en dochters niet beëindigen zonder een dringend beroep op hen te doen wat betreft de innerlijke houdingen die de werkers van de evangelisatie moeten bezielen. In de Naam van onze Heer Jezus Christus, en in de naam van de apostelen Petrus en Paulus sporen wij allen aan die dankzij de genadegaven van de heilige Geest en de opdracht van de Kerk ware werkers in de evangelisatie zijn, om deze roeping waardig te zijn, haar uit te oefenen zonder daarin teruggehouden te worden door twijfel of vrees, en de voorwaarden niet te verwaarlozen die een dergelijke evangelisatie niet alleen mogelijk maar ook werkzaam en vruchtbaar maken. Naast vele andere zijn dit de fundamentele voorwaarden die wij zouden willen benadrukken.
Wij willen deze samenspraak met onze geliefde Broeders, zonen en dochters niet beëindigen zonder een dringend beroep op hen te doen wat betreft de innerlijke houdingen die de werkers van de evangelisatie moeten bezielen. In de Naam van onze Heer Jezus Christus, en in de naam van de apostelen Petrus en Paulus sporen wij allen aan die dankzij de genadegaven van de heilige Geest en de opdracht van de Kerk ware werkers in de evangelisatie zijn, om deze roeping waardig te zijn, haar uit te oefenen zonder daarin teruggehouden te worden door twijfel of vrees, en de voorwaarden niet te verwaarlozen die een dergelijke evangelisatie niet alleen mogelijk maar ook werkzaam en vruchtbaar maken. Naast vele andere zijn dit de fundamentele voorwaarden die wij zouden willen benadrukken.
Referenties naar alinea 74: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
75
Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
"Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8) ->=geentekst=
"Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8) ->=geentekst=
Werktuigen zijn van eenheid en gemeenschap ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Op de adem van de Heilige Geest
Zonder de werking van de heilige Geest zal de evangelisatie nooit mogelijk zijn. Op Jezus van Nazareth daalt de heilige Geest neer op het moment van het Doopsel, wanneer de stem van de Vader - "Deze is mijn Zoon, de veelgeliefde, in wie ik welbehagen heb" (Mt. 3, 17)[b:Mt. 3, 17] - op ervaarbare wijze zijn uitverkiezing en zending openbaart. "Door de Geest geleid" beleeft Jezus in de woestijn de beslissende strijd en uiterste beproeving alvorens zijn zending te beginnen. (Mt. 4, 1)[b:Mt. 4, 1] "In de kracht van de Geest" (Lc. 4, 14)[b:Lc. 4, 14] keert Hij naar Galilea terug, en maakt Hij in Nazareth een begin met zijn prediking, waar Hij op zichzelf de tekst uit Jesaja toepast: "De Geest des Heren is over mij gekomen". "Thans", zo legt Hij uit, "is dit Schriftwoord in vervulling gegaan". (Lc. 4, 18.21)[b:Lc. 4, 18.21] (Jes. 61, 1)[[b:Jes. 61, 1]] Wanneer Hij op het punt staat zijn leerlingen uit te zenden, zegt Hij, terwijl Hij over hen blaast: "Ontvangt de Heilige Geest" (Joh. 20, 22)[b:Joh. 20, 22].
Inderdaad, pas na de neerdaling van de Heilige Geest, op de dag van Pinksteren, vertrekken de apostelen in alle richtingen van de wereld om het grote werk van de Kerk, de evangelisatie, te beginnen en Petrus legt het gebeuren uit als de vervulling van de profetie van Joël: "Ik zal mijn Geest uitstorten" (Hand. 2, 17)[b:Hand. 2, 17]. Petrus wordt vervuld van de heilige Geest om tot het volk te spreken over Jezus, de Zoon van God. (Hand. 4, 8)[[b:Hand. 4, 8]] Paulus op zijn beurt wordt vervuld van de heilige Geest (Hand. 9, 17)[[b:Hand. 9, 17]] alvorens zich aan zijn apostolische bediening te gaan wijden, zoals ook Stefanus dat is wanneer hij gekozen wordt om de diaconie uit te oefenen, en later voor het getuigenis van het martelaarschap. (Hand. 6, 5.10; Hand. 7, 55)[[b:Hand. 6, 5.10; Hand. 7, 55]] Dezelfde Geest die Petrus, Paulus of de andere Apostelen doet spreken, door hen de woorden te inspireren die te zeggen zijn, daalt ook neer "op allen die naar de toespraak luisterden" (Hand. 10, 44)[b:Hand. 10, 44].
Vervuld van "de vertroosting van de Heilige Geest" (Hand. 9, 31)[b:Hand. 9, 31] groeit de Kerk. De Geest is de ziel van deze Kerk. Hij is het die de gelovigen de diepe betekenis uitlegt van het onderricht van Jezus en van zijn mysterie. Hij is het die vandaag de dag net zo goed als bij het begin van de Kerk, werkt in ieder die evangeliseert en zich daarbij door Hem laat bezitten en leiden. Hij is het die hen de woorden ingeeft die zij uit zichzelf niet zouden weten te vinden, en die tegelijkertijd het hart van degene die luistert bewerkt om zich te openen voor het ontvangen van de Blijde Boodschap en van het verkondigde Rijk.
De technieken van evangelisatie zijn goed, maar zelfs de beste daarvan zouden de discrete werkzaamheid van de Geest niet kunnen vervangen. Ook de meest verfijnde voorbereiding van degene die evangeliseert, haalt zonder Hem niets uit. De overtuigendste redeneerkunst heeft zonder Hem geen vat op de geest van de mensen. De schemata op basis van sociologie en psychologie, hoe prachtig uitgewerkt ook, blijken zonder Hem leeg en waardeloos.
Wij beleven in de Kerk een bevoorrecht moment van de Geest. Overal zoekt men Hem beter te leren kennen zoals Hij door de heilige Schrift is geopenbaard. Men stelt zich graag onder zijn beweegkracht. Men verzamelt zich rond Hem en wil zich door Hem laten leiden. En terecht, want heeft de Geest een vooraanstaande plaats in heel het leven van de Kerk, bovenal werkt Hij in de zending tot evangelisatie: het is geen toeval dat het grote begin van de evangelisatie plaats vond op de morgen van Pinksteren, onder de adem van de Geest.
Men kan zeggen dat bij de evangelisatie de Heilige Geest de voornaamst handelende is: Hij is het die stuwt tot het verkondigen van het Evangelie en die in het binnenste van de gewetens het woord van heil doet aannemen en begrijpen. vgl: Ad Gentes Divinitus, 4[[[703|4]]] Maar evenzeer kan men zeggen dat Hij het beoogde doel is van de evangelisatie: Hij alleen brengt de nieuwe schepping te voorschijn, die nieuwe mensheid waarnaar de evangelisatie uitziet, in die eenheid in verscheidenheid die de evangelisatie in de christengemeenschap probeert op te roepen. Door Hem dringt het evangelie binnen in het hart van de wereld, want Hij geeft leiding aan het onderscheiden van de tekenen van de tijd - de tekenen van God - die de evangelisatie in de geschiedenis blootlegt en tot gelding laat komen.
De Bisschoppensynode van 1974, die veel nadruk heeft gelegd op de rol van de Heilige Geest in de evangelisatie, heeft ook de wens geuit dat Herders en theologen - en wij voegen daar aan toe: ook de gelovigen, getekend als zij zijn met het zegel van de heilige Geest door middel van het Doopsel - beter de aard en de wijze bestuderen waarop de Heilige Geest in de hedendaagse evangelisatie werkzaam is. Wij maken die wens tot de onze, terwijl wij tegelijkertijd allen die evangeliseren - wie zij ook zijn - aansporen onophoudelijk met geloof en vurigheid tot de heilige Geest te bidden, en zich met prudentie te laten leiden door Hem als de beslissende inspirator van hun programma's, hun initiatieven en hun evangeliserende activiteiten.
Zonder de werking van de heilige Geest zal de evangelisatie nooit mogelijk zijn. Op Jezus van Nazareth daalt de heilige Geest neer op het moment van het Doopsel, wanneer de stem van de Vader - "Deze is mijn Zoon, de veelgeliefde, in wie ik welbehagen heb" (Mt. 3, 17)[b:Mt. 3, 17] - op ervaarbare wijze zijn uitverkiezing en zending openbaart. "Door de Geest geleid" beleeft Jezus in de woestijn de beslissende strijd en uiterste beproeving alvorens zijn zending te beginnen. (Mt. 4, 1)[b:Mt. 4, 1] "In de kracht van de Geest" (Lc. 4, 14)[b:Lc. 4, 14] keert Hij naar Galilea terug, en maakt Hij in Nazareth een begin met zijn prediking, waar Hij op zichzelf de tekst uit Jesaja toepast: "De Geest des Heren is over mij gekomen". "Thans", zo legt Hij uit, "is dit Schriftwoord in vervulling gegaan". (Lc. 4, 18.21)[b:Lc. 4, 18.21] (Jes. 61, 1)[[b:Jes. 61, 1]] Wanneer Hij op het punt staat zijn leerlingen uit te zenden, zegt Hij, terwijl Hij over hen blaast: "Ontvangt de Heilige Geest" (Joh. 20, 22)[b:Joh. 20, 22].
Inderdaad, pas na de neerdaling van de Heilige Geest, op de dag van Pinksteren, vertrekken de apostelen in alle richtingen van de wereld om het grote werk van de Kerk, de evangelisatie, te beginnen en Petrus legt het gebeuren uit als de vervulling van de profetie van Joël: "Ik zal mijn Geest uitstorten" (Hand. 2, 17)[b:Hand. 2, 17]. Petrus wordt vervuld van de heilige Geest om tot het volk te spreken over Jezus, de Zoon van God. (Hand. 4, 8)[[b:Hand. 4, 8]] Paulus op zijn beurt wordt vervuld van de heilige Geest (Hand. 9, 17)[[b:Hand. 9, 17]] alvorens zich aan zijn apostolische bediening te gaan wijden, zoals ook Stefanus dat is wanneer hij gekozen wordt om de diaconie uit te oefenen, en later voor het getuigenis van het martelaarschap. (Hand. 6, 5.10; Hand. 7, 55)[[b:Hand. 6, 5.10; Hand. 7, 55]] Dezelfde Geest die Petrus, Paulus of de andere Apostelen doet spreken, door hen de woorden te inspireren die te zeggen zijn, daalt ook neer "op allen die naar de toespraak luisterden" (Hand. 10, 44)[b:Hand. 10, 44].
Vervuld van "de vertroosting van de Heilige Geest" (Hand. 9, 31)[b:Hand. 9, 31] groeit de Kerk. De Geest is de ziel van deze Kerk. Hij is het die de gelovigen de diepe betekenis uitlegt van het onderricht van Jezus en van zijn mysterie. Hij is het die vandaag de dag net zo goed als bij het begin van de Kerk, werkt in ieder die evangeliseert en zich daarbij door Hem laat bezitten en leiden. Hij is het die hen de woorden ingeeft die zij uit zichzelf niet zouden weten te vinden, en die tegelijkertijd het hart van degene die luistert bewerkt om zich te openen voor het ontvangen van de Blijde Boodschap en van het verkondigde Rijk.
De technieken van evangelisatie zijn goed, maar zelfs de beste daarvan zouden de discrete werkzaamheid van de Geest niet kunnen vervangen. Ook de meest verfijnde voorbereiding van degene die evangeliseert, haalt zonder Hem niets uit. De overtuigendste redeneerkunst heeft zonder Hem geen vat op de geest van de mensen. De schemata op basis van sociologie en psychologie, hoe prachtig uitgewerkt ook, blijken zonder Hem leeg en waardeloos.
Wij beleven in de Kerk een bevoorrecht moment van de Geest. Overal zoekt men Hem beter te leren kennen zoals Hij door de heilige Schrift is geopenbaard. Men stelt zich graag onder zijn beweegkracht. Men verzamelt zich rond Hem en wil zich door Hem laten leiden. En terecht, want heeft de Geest een vooraanstaande plaats in heel het leven van de Kerk, bovenal werkt Hij in de zending tot evangelisatie: het is geen toeval dat het grote begin van de evangelisatie plaats vond op de morgen van Pinksteren, onder de adem van de Geest.
Men kan zeggen dat bij de evangelisatie de Heilige Geest de voornaamst handelende is: Hij is het die stuwt tot het verkondigen van het Evangelie en die in het binnenste van de gewetens het woord van heil doet aannemen en begrijpen. vgl: Ad Gentes Divinitus, 4[[[703|4]]] Maar evenzeer kan men zeggen dat Hij het beoogde doel is van de evangelisatie: Hij alleen brengt de nieuwe schepping te voorschijn, die nieuwe mensheid waarnaar de evangelisatie uitziet, in die eenheid in verscheidenheid die de evangelisatie in de christengemeenschap probeert op te roepen. Door Hem dringt het evangelie binnen in het hart van de wereld, want Hij geeft leiding aan het onderscheiden van de tekenen van de tijd - de tekenen van God - die de evangelisatie in de geschiedenis blootlegt en tot gelding laat komen.
De Bisschoppensynode van 1974, die veel nadruk heeft gelegd op de rol van de Heilige Geest in de evangelisatie, heeft ook de wens geuit dat Herders en theologen - en wij voegen daar aan toe: ook de gelovigen, getekend als zij zijn met het zegel van de heilige Geest door middel van het Doopsel - beter de aard en de wijze bestuderen waarop de Heilige Geest in de hedendaagse evangelisatie werkzaam is. Wij maken die wens tot de onze, terwijl wij tegelijkertijd allen die evangeliseren - wie zij ook zijn - aansporen onophoudelijk met geloof en vurigheid tot de heilige Geest te bidden, en zich met prudentie te laten leiden door Hem als de beslissende inspirator van hun programma's, hun initiatieven en hun evangeliserende activiteiten.
Referenties naar alinea 75: 10
Veritatis Splendor ->=geentekst=Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
Mutuae relationes ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
"Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8) ->=geentekst=
"Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8) ->=geentekst=
Werktuigen zijn van eenheid en gemeenschap ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
76
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Hartstocht voor de evangelisatie 8. - De eerste weg van de evangelisatie: het getuigenis (cfr Evangelii nuntiandi) ->=geentekst=
Hartstocht voor de evangelisatie 8. - De eerste weg van de evangelisatie: het getuigenis (cfr Evangelii nuntiandi) ->=geentekst=
Hartstocht voor de evangelisatie 8. - De eerste weg van de evangelisatie: het getuigenis (cfr Evangelii nuntiandi) ->=geentekst=
Authentieke getuigen
Kijken we nu naar de persoon zelf van degene die evangeliseert. Er wordt tegenwoordig dikwijls gezegd dat onze tijd dorst naar authenticiteit. Bovenal waar het gaat om de jongeren wordt beklemtoond dat zij een afschuw hebben van het gemaakte, het onechte, en dat ze bovenal de waarheid zoeken en de transparantie.
Deze "tekenen van de tijd" zouden ons alert moeten maken. Stilzwijgend of met luid geroep, maar altijd met klem vragen zij ons: Geloven jullie echt in wat je verkondigt? Leef je naar wat je gelooft? Verkondigen jullie echt wat je beleeft? Het getuigenis van het leven is meer dan ooit een essentiële voorwaarde geworden voor de diepe werkzaamheid van de prediking. Om die reden zijn wij dus zelf tot op zekere hoogte verantwoordelijk voor het welslagen van het evangelie dat wij verkondigen.
"Hoe staat het met de Kerk tien jaar na het einde van het Concilie?" vroegen wij ons bij het begin van deze overweging af. Is zij echt geworteld in het hart van de wereld, en tegelijkertijd voldoende vrij en onafhankelijk om de wereld te bevragen? Geeft zij getuigenis van haar eigen solidariteit met de mensen en tegelijk met het Absolute van God? Is zij vuriger in de beschouwing en de aanbidding, en tegelijkertijd ijveriger in haar missionaire en caritatieve inzet voor de bevrijding? Is zij steeds meer betrokken bij de inspanning om de volle eenheid van de christenen te herstellen, die het gemeenschappelijk getuigenis werkzamer maakt "opdat de wereld gelooft" (Joh. 17, 21)[b:Joh. 17, 21]? Allen zijn wij verantwoordelijk voor de antwoorden die men op deze vragen zou kunnen geven.
Daarom sporen wij onze Broeders in het bisschopsambt aan, als degenen die door de heilige Geest zijn aangesteld om de Kerk te besturen. (Hand. 20, 28)[[b:Hand. 20, 28]] Wij sporen de priesters aan en de diakens, als medewerkers van de bisschoppen bij het bijeenbrengen van het volk van God en bij de geestelijke bezieling van de plaatselijke gemeenschappen. Wij sporen de religieuzen aan, als getuigen van een Kerk die geroepen is tot heiligheid, op grond waarvan ook zij zelf deel hebben aan een leven dat de evangelische zaligheden tot uitdrukking brengt. Wij sporen de leken aan: de christelijke gezinnen, de jongeren en de volwassenen, degenen die een beroep uitoefenen, degenen die de leiding hebben, zonder de armen te vergeten die dikwijls rijk zijn aan geloof en hoop, alle leken die zich bewust zijn van hun rol in de evangelisatie, ten dienste van de Kerk of midden in de samenleving en in de wereld. We zeggen het tegen allen: onze ijver moet ontspringen aan een ware heiligheid van leven, en de prediking, gevoed door het gebed en door de liefde voor de Eucharistie, moet op haar beurt - zoals het Tweede Vaticaans Concilie ons herinnert - degene die preekt doen groeien in heiligheid. Dignitatis Humanae, 13[[702|13]]
De mensen in de wereld die, ondanks talrijke tekenen van afwijzing van God, Hem paradoxalerwijze zoeken langs onverwachte wegen en met pijn de behoefte aan Hem gewaarworden, roepen om evangeliseerders die hen spreken over een God, die zij mogen kennen en die hun vertrouwd moge zijn alsof zij de Onzichtbare zagen. (Hebr. 11, 27)[[b:Hebr. 11, 27]] De wereld eist en verwacht van ons eenvoud van leven, geest van gebed, liefde jegens allen en speciaal jegens de allerkleinsten en de armen, gehoorzaamheid en nederigheid, onthechting van onszelf en zelfverloochening. Zonder dit kenmerk van heiligheid, zal ons woord maar moeilijk de weg kunnen banen naar het hart van de mens van onze tijd, en riskeert het leeg en vruchteloos te zijn.
Kijken we nu naar de persoon zelf van degene die evangeliseert. Er wordt tegenwoordig dikwijls gezegd dat onze tijd dorst naar authenticiteit. Bovenal waar het gaat om de jongeren wordt beklemtoond dat zij een afschuw hebben van het gemaakte, het onechte, en dat ze bovenal de waarheid zoeken en de transparantie.
Deze "tekenen van de tijd" zouden ons alert moeten maken. Stilzwijgend of met luid geroep, maar altijd met klem vragen zij ons: Geloven jullie echt in wat je verkondigt? Leef je naar wat je gelooft? Verkondigen jullie echt wat je beleeft? Het getuigenis van het leven is meer dan ooit een essentiële voorwaarde geworden voor de diepe werkzaamheid van de prediking. Om die reden zijn wij dus zelf tot op zekere hoogte verantwoordelijk voor het welslagen van het evangelie dat wij verkondigen.
"Hoe staat het met de Kerk tien jaar na het einde van het Concilie?" vroegen wij ons bij het begin van deze overweging af. Is zij echt geworteld in het hart van de wereld, en tegelijkertijd voldoende vrij en onafhankelijk om de wereld te bevragen? Geeft zij getuigenis van haar eigen solidariteit met de mensen en tegelijk met het Absolute van God? Is zij vuriger in de beschouwing en de aanbidding, en tegelijkertijd ijveriger in haar missionaire en caritatieve inzet voor de bevrijding? Is zij steeds meer betrokken bij de inspanning om de volle eenheid van de christenen te herstellen, die het gemeenschappelijk getuigenis werkzamer maakt "opdat de wereld gelooft" (Joh. 17, 21)[b:Joh. 17, 21]? Allen zijn wij verantwoordelijk voor de antwoorden die men op deze vragen zou kunnen geven.
Daarom sporen wij onze Broeders in het bisschopsambt aan, als degenen die door de heilige Geest zijn aangesteld om de Kerk te besturen. (Hand. 20, 28)[[b:Hand. 20, 28]] Wij sporen de priesters aan en de diakens, als medewerkers van de bisschoppen bij het bijeenbrengen van het volk van God en bij de geestelijke bezieling van de plaatselijke gemeenschappen. Wij sporen de religieuzen aan, als getuigen van een Kerk die geroepen is tot heiligheid, op grond waarvan ook zij zelf deel hebben aan een leven dat de evangelische zaligheden tot uitdrukking brengt. Wij sporen de leken aan: de christelijke gezinnen, de jongeren en de volwassenen, degenen die een beroep uitoefenen, degenen die de leiding hebben, zonder de armen te vergeten die dikwijls rijk zijn aan geloof en hoop, alle leken die zich bewust zijn van hun rol in de evangelisatie, ten dienste van de Kerk of midden in de samenleving en in de wereld. We zeggen het tegen allen: onze ijver moet ontspringen aan een ware heiligheid van leven, en de prediking, gevoed door het gebed en door de liefde voor de Eucharistie, moet op haar beurt - zoals het Tweede Vaticaans Concilie ons herinnert - degene die preekt doen groeien in heiligheid. Dignitatis Humanae, 13[[702|13]]
De mensen in de wereld die, ondanks talrijke tekenen van afwijzing van God, Hem paradoxalerwijze zoeken langs onverwachte wegen en met pijn de behoefte aan Hem gewaarworden, roepen om evangeliseerders die hen spreken over een God, die zij mogen kennen en die hun vertrouwd moge zijn alsof zij de Onzichtbare zagen. (Hebr. 11, 27)[[b:Hebr. 11, 27]] De wereld eist en verwacht van ons eenvoud van leven, geest van gebed, liefde jegens allen en speciaal jegens de allerkleinsten en de armen, gehoorzaamheid en nederigheid, onthechting van onszelf en zelfverloochening. Zonder dit kenmerk van heiligheid, zal ons woord maar moeilijk de weg kunnen banen naar het hart van de mens van onze tijd, en riskeert het leeg en vruchteloos te zijn.
Referenties naar alinea 76: 6
Ecclesia in Africa ->=geentekst=Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Hartstocht voor de evangelisatie 8. - De eerste weg van de evangelisatie: het getuigenis (cfr Evangelii nuntiandi) ->=geentekst=
Hartstocht voor de evangelisatie 8. - De eerste weg van de evangelisatie: het getuigenis (cfr Evangelii nuntiandi) ->=geentekst=
Hartstocht voor de evangelisatie 8. - De eerste weg van de evangelisatie: het getuigenis (cfr Evangelii nuntiandi) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
77
Ontmoeting met leiders van andere Kerken in Paushuize te Utrecht ->=geentekst=
Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Tijdens de deelname aan de goddelijke liturgie op het hoogfeest van de heilige Apostel Andreas ->=geentekst=
Gemeenschappelijke verklaring Paus Paulus VI en Aartsbisschop Coggan ->=geentekst=
Gemeenschappelijke verklaring van het Secretariaat voor eenheid van de Christenen en de Wereldraad van Kerken ->=geentekst=
Bewerkers van de eenheid
Als degenen die het Evangelie verkondigen onderling door zoveel breuken verdeeld blijven, zal uiteindelijk de kracht van de evangelisatie sterk afnemen. Ligt hier niet een van de grote oorzaken van het onbehagen bij de hedendaagse evangelisatie? Als inderdaad het evangelie dat wij verkondigen, een verscheurde indruk maakt door leerstellige discussies, door ideologische polarisatie of door veroordelingen over en weer tussen christenen, die beheerst worden door hun verschillende theorieën over Christus en de Kerk en doordat zij een verschillende kijk hebben op de samenleving en de menselijke instellingen, dan moeten degenen tot wie onze prediking gericht is zich toch wel verward, gedesoriënteerd, ja zelfs geschandaliseerd voelen?
Het geestelijk testament van onze Heer zegt ons dat de eenheid onder zijn volgelingen niet alleen het bewijs is dat wij de zijnen zijn, maar ook dat Hij de Gezondene van de Vader is, criterium derhalve van zowel de geloofwaardigheid van de christenen als van Christus zelf. Als evangeliserenden moeten wij aan degenen die in Christus geloven niet het beeld bieden van verdeelde mensen, van elkaar gescheiden door ruzies die verre van stichtend zijn, maar van mensen die in het geloof gerijpt zijn, in staat elkaar te hervinden boven de concrete spanningen uit, dankzij een gezamenlijk zoeken van de waarheid, oprecht en zonder eigen belang. Ja, het lot van de evangelisatie hangt zeker af van het getuigenis van eenheid dat de Kerk geeft. Dit is een motief tot verantwoordelijkheid maar ook een bron van troost.
Hier willen wij onderstrepen dat het teken van de eenheid tussen alle christenen zelf een weg en middel tot evangelisatie is. De verdeeldheid van de christenen is een ernstige stand van zaken, zozeer dat zij het werk zelf van Christus schaadt. Het Tweede Vaticaans Concilie stelt in alle helderheid en kracht dat zij "afbreuk doet aan de heilige zaak van de verkondiging van het Evangelie aan heel de schepping en voor velen de toegang tot het geloof afsluit". Ad Gentes Divinitus, 6[[703|6]] Unitatis Redintegratio, 1[[618|1]] Om deze reden hebben wij bij de afkondiging van het heilig Jaar gemeend alle gelovigen van de katholieke wereld eraan te moeten herinneren dat "de verzoening van alle mensen met God, onze Vader, afhangt van het herstel van de communio tussen hen die het geloof in Christus als de Heer van de barmhartigheid, die de mensen bevrijdt en hen verenigt in de Geest van liefde en waarheid, al erkend en aangenomen hebben." VII[[1743|7]]
Het is met een sterk gevoel van hoop dat wij de inspanningen zien die in de wereld van de christenen worden gedaan voor een dergelijk herstel van de volle eenheid die Christus heeft gewild. En wat dat betreft verzekert ons de H. Paulus: "De hoop wordt niet teleurgesteld" (Rom. 5, 5)[b:Rom. 5, 5].
Terwijl wij er nog aan werken om de volle eenheid van de Heer te verkrijgen, willen wij dat er intenser gebeden wordt. Bovendien maken wij de wens van de Vaders van de Derde Algemene Vergadering van de Bisschoppensynode[d:58] tot de onze, dat er met een groter inzet samengewerkt wordt met de christenbroeders, op basis van het Doopsel en van het erfgoed van het geloof dat ons gemeenschappelijk is, om van nu af aan in hetzelfde werk van de evangelisatie een breder gemeenschappelijk getuigenis voor Christus te geven ten overstaan van de wereld. Wij worden daartoe gedreven door het gebod van Christus, en het is een vereiste dat voortvloeit uit de plicht het Evangelie te prediken en ervan te getuigen.
Als degenen die het Evangelie verkondigen onderling door zoveel breuken verdeeld blijven, zal uiteindelijk de kracht van de evangelisatie sterk afnemen. Ligt hier niet een van de grote oorzaken van het onbehagen bij de hedendaagse evangelisatie? Als inderdaad het evangelie dat wij verkondigen, een verscheurde indruk maakt door leerstellige discussies, door ideologische polarisatie of door veroordelingen over en weer tussen christenen, die beheerst worden door hun verschillende theorieën over Christus en de Kerk en doordat zij een verschillende kijk hebben op de samenleving en de menselijke instellingen, dan moeten degenen tot wie onze prediking gericht is zich toch wel verward, gedesoriënteerd, ja zelfs geschandaliseerd voelen?
Het geestelijk testament van onze Heer zegt ons dat de eenheid onder zijn volgelingen niet alleen het bewijs is dat wij de zijnen zijn, maar ook dat Hij de Gezondene van de Vader is, criterium derhalve van zowel de geloofwaardigheid van de christenen als van Christus zelf. Als evangeliserenden moeten wij aan degenen die in Christus geloven niet het beeld bieden van verdeelde mensen, van elkaar gescheiden door ruzies die verre van stichtend zijn, maar van mensen die in het geloof gerijpt zijn, in staat elkaar te hervinden boven de concrete spanningen uit, dankzij een gezamenlijk zoeken van de waarheid, oprecht en zonder eigen belang. Ja, het lot van de evangelisatie hangt zeker af van het getuigenis van eenheid dat de Kerk geeft. Dit is een motief tot verantwoordelijkheid maar ook een bron van troost.
Hier willen wij onderstrepen dat het teken van de eenheid tussen alle christenen zelf een weg en middel tot evangelisatie is. De verdeeldheid van de christenen is een ernstige stand van zaken, zozeer dat zij het werk zelf van Christus schaadt. Het Tweede Vaticaans Concilie stelt in alle helderheid en kracht dat zij "afbreuk doet aan de heilige zaak van de verkondiging van het Evangelie aan heel de schepping en voor velen de toegang tot het geloof afsluit". Ad Gentes Divinitus, 6[[703|6]] Unitatis Redintegratio, 1[[618|1]] Om deze reden hebben wij bij de afkondiging van het heilig Jaar gemeend alle gelovigen van de katholieke wereld eraan te moeten herinneren dat "de verzoening van alle mensen met God, onze Vader, afhangt van het herstel van de communio tussen hen die het geloof in Christus als de Heer van de barmhartigheid, die de mensen bevrijdt en hen verenigt in de Geest van liefde en waarheid, al erkend en aangenomen hebben." VII[[1743|7]]
Het is met een sterk gevoel van hoop dat wij de inspanningen zien die in de wereld van de christenen worden gedaan voor een dergelijk herstel van de volle eenheid die Christus heeft gewild. En wat dat betreft verzekert ons de H. Paulus: "De hoop wordt niet teleurgesteld" (Rom. 5, 5)[b:Rom. 5, 5].
Terwijl wij er nog aan werken om de volle eenheid van de Heer te verkrijgen, willen wij dat er intenser gebeden wordt. Bovendien maken wij de wens van de Vaders van de Derde Algemene Vergadering van de Bisschoppensynode[d:58] tot de onze, dat er met een groter inzet samengewerkt wordt met de christenbroeders, op basis van het Doopsel en van het erfgoed van het geloof dat ons gemeenschappelijk is, om van nu af aan in hetzelfde werk van de evangelisatie een breder gemeenschappelijk getuigenis voor Christus te geven ten overstaan van de wereld. Wij worden daartoe gedreven door het gebod van Christus, en het is een vereiste dat voortvloeit uit de plicht het Evangelie te prediken en ervan te getuigen.
Referenties naar alinea 77: 7
Ut Unum Sint ->=geentekst=Ontmoeting met leiders van andere Kerken in Paushuize te Utrecht ->=geentekst=
Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Tijdens de deelname aan de goddelijke liturgie op het hoogfeest van de heilige Apostel Andreas ->=geentekst=
Gemeenschappelijke verklaring Paus Paulus VI en Aartsbisschop Coggan ->=geentekst=
Gemeenschappelijke verklaring van het Secretariaat voor eenheid van de Christenen en de Wereldraad van Kerken ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
78
Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Dienaren van de waarheid
Het Evangelie dat ons is toevertrouwd is ook: woord van waarheid. Een waarheid die bevrijdt (Joh. 8, 32)[[b:Joh. 8, 32]] en die als enige vrede kan schenken aan het hart: dat is wat de mensen zoeken als wij hen de Blijde Boodschap verkondigen. Waarheid over God, waarheid over de mens en over zijn mysterievolle bestemming, waarheid over de wereld. Moeilijke waarheid die wij zoeken in het woord van God, maar waarover wij - we herhalen het - geen heer en meester zijn, maar bewaarders, herauten, dienaren.
Van ieder die evangeliseert, wordt verwacht dat hij eerbied heeft voor de waarheid, des te meer omdat de waarheid waar hij zich in verdiept en die hij meedeelt, de geopenbaarde waarheid is en daarom - meer dan elke andere waarheid - deel uitmaakt van de allereerste waarheid die God zelf is. Wie het Evangelie predikt, zal dus iemand moeten zijn die, ook waar het persoonlijke zelfverloochening en lijden kost, steeds de waarheid zoekt die hij aan de anderen moet overbrengen. Nooit zal hij de waarheid verraden of verhelen om de mensen te behagen, om hen te verbazen of te verbluffen, ook niet om origineel te lijken of uit verlangen zich in de kijkerd te plaatsen. Hij weigert niet de waarheid door te geven; hij verduistert de geopenbaarde waarheid niet door luiheid in het zoeken ernaar, uit gemakzucht of uit vrees. Hij verwaarloost niet haar te bestuderen; hij dient haar edelmoedig zonder haar aan zichzelf dienstbaar te maken.
Als herders van het volk van gelovigen worden wij door onze pastorale bediening aangespoord de waarheid te bewaren, te verdedigen en mee te delen zonder acht te slaan op de offers die dat kost. Talrijke uitmuntende en heilige Herders hebben ons het voorbeeld nagelaten van deze in veel gevallen heldhaftige liefde voor de waarheid. De God van waarheid verwacht van ons dat wij er de waakzame verdedigers en toegewijde verkondigers van zijn. En U, hooggeleerden in theologie, exegese en kerkgeschiedenis, het werk van de evangelisatie heeft uw onvermoeibaar onderzoekswerk nodig, evenals de fijngevoelige aandacht die u hebt voor de overdracht van de waarheid, die uw studies u doen benaderen, maar die altijd groter is dan het mensenhart omdat het de waarheid van God zelf betreft.
Ouders en leraren, uw taak is het - al maken de veelvoudige moderne conflicten die zeker niet gemakkelijk - uw kinderen en uw leerlingen te helpen bij het ontdekken van de waarheid, inclusief de godsdienstige en geestelijke waarheid.
Het Evangelie dat ons is toevertrouwd is ook: woord van waarheid. Een waarheid die bevrijdt (Joh. 8, 32)[[b:Joh. 8, 32]] en die als enige vrede kan schenken aan het hart: dat is wat de mensen zoeken als wij hen de Blijde Boodschap verkondigen. Waarheid over God, waarheid over de mens en over zijn mysterievolle bestemming, waarheid over de wereld. Moeilijke waarheid die wij zoeken in het woord van God, maar waarover wij - we herhalen het - geen heer en meester zijn, maar bewaarders, herauten, dienaren.
Van ieder die evangeliseert, wordt verwacht dat hij eerbied heeft voor de waarheid, des te meer omdat de waarheid waar hij zich in verdiept en die hij meedeelt, de geopenbaarde waarheid is en daarom - meer dan elke andere waarheid - deel uitmaakt van de allereerste waarheid die God zelf is. Wie het Evangelie predikt, zal dus iemand moeten zijn die, ook waar het persoonlijke zelfverloochening en lijden kost, steeds de waarheid zoekt die hij aan de anderen moet overbrengen. Nooit zal hij de waarheid verraden of verhelen om de mensen te behagen, om hen te verbazen of te verbluffen, ook niet om origineel te lijken of uit verlangen zich in de kijkerd te plaatsen. Hij weigert niet de waarheid door te geven; hij verduistert de geopenbaarde waarheid niet door luiheid in het zoeken ernaar, uit gemakzucht of uit vrees. Hij verwaarloost niet haar te bestuderen; hij dient haar edelmoedig zonder haar aan zichzelf dienstbaar te maken.
Als herders van het volk van gelovigen worden wij door onze pastorale bediening aangespoord de waarheid te bewaren, te verdedigen en mee te delen zonder acht te slaan op de offers die dat kost. Talrijke uitmuntende en heilige Herders hebben ons het voorbeeld nagelaten van deze in veel gevallen heldhaftige liefde voor de waarheid. De God van waarheid verwacht van ons dat wij er de waakzame verdedigers en toegewijde verkondigers van zijn. En U, hooggeleerden in theologie, exegese en kerkgeschiedenis, het werk van de evangelisatie heeft uw onvermoeibaar onderzoekswerk nodig, evenals de fijngevoelige aandacht die u hebt voor de overdracht van de waarheid, die uw studies u doen benaderen, maar die altijd groter is dan het mensenhart omdat het de waarheid van God zelf betreft.
Ouders en leraren, uw taak is het - al maken de veelvoudige moderne conflicten die zeker niet gemakkelijk - uw kinderen en uw leerlingen te helpen bij het ontdekken van de waarheid, inclusief de godsdienstige en geestelijke waarheid.
Referenties naar alinea 78: 4
Catechesi Tradendae ->=geentekst=Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
79
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Bezield door de liefde
Het werk van de evangelisatie veronderstelt in degene die evangeliseert een steeds groeiende broederlijke liefde jegens degenen die hij evangeliseert. De apostel Paulus - model voor ieder die evangeliseert - schreef aan de Tessalonicensen deze woorden, die voor ons allen een program inhouden: "We waren u zo innig genegen, dat wij u graag mèt het evangelie van God ons eigen leven hadden geschonken; zo lief waart gij ons geworden." (1 Tess. 2, 8)[b:1 Tess. 2, 8] (Fil. 1, 8)[[b:Fil. 1, 8]]. Wat is dat voor genegenheid? Veel meer dan die van een pedagoog is zij die van een vader, en meer nog: die van een moeder. (1 Tess. 2, 8)[b:1 Tess. 2, 8] (Fil. 1, 8)[[b:Fil. 1, 8]] De Heer verwacht van eenieder die het evangelie predikt en van ieder die de Kerk opbouwt een dergelijke genegenheid. De zorg om de waarheid aan te bieden en in de eenheid binnen te leiden, is een teken van die liefde. Ook de toewijding, zonder voorbehoud of voorwendsel, aan de verkondiging van Jezus Christus, is een teken van zo'n liefde. Laten we nog een paar tekenen van deze liefde er aan toevoegen.
Het eerste is het respect voor de godsdienstige en geestelijke situatie van de personen die geëvangeliseerd worden. Respect voor hun levensritme, waar men niet het recht heeft bovenmatig druk op uit te oefenen. Respect voor hun geweten en hun overtuigingen, zonder enige hardheid.
Een ander teken is de aandacht om de ander, vooral wanneer deze zwak is in het geloof (1 Kor. 8, 9-13; Rom. 14, 15)[[b:1 Kor. 8, 9-13; Rom. 14, 15]], niet te verwonden met beweringen die helder kunnen zijn voor ingewijden, maar die voor de gelovigen een bron kunnen zijn van verwarring en van aanstoot, als een wonde in de ziel.
Een teken van zorg zal ook de moeite zijn om aan de christenen geen twijfels over te brengen en onzekerheden, voortgekomen uit geleerdheid die men zich slecht heeft eigen gemaakt, maar zekerheden die solide zijn omdat zij verankerd zijn in het Woord van God. De gelovigen hebben deze zekerheden nodig voor hun christelijk leven, en hebben er recht op als kinderen van God, die zich in zijn armen geheel aan de eisen van de liefde overgeven.
Het werk van de evangelisatie veronderstelt in degene die evangeliseert een steeds groeiende broederlijke liefde jegens degenen die hij evangeliseert. De apostel Paulus - model voor ieder die evangeliseert - schreef aan de Tessalonicensen deze woorden, die voor ons allen een program inhouden: "We waren u zo innig genegen, dat wij u graag mèt het evangelie van God ons eigen leven hadden geschonken; zo lief waart gij ons geworden." (1 Tess. 2, 8)[b:1 Tess. 2, 8] (Fil. 1, 8)[[b:Fil. 1, 8]]. Wat is dat voor genegenheid? Veel meer dan die van een pedagoog is zij die van een vader, en meer nog: die van een moeder. (1 Tess. 2, 8)[b:1 Tess. 2, 8] (Fil. 1, 8)[[b:Fil. 1, 8]] De Heer verwacht van eenieder die het evangelie predikt en van ieder die de Kerk opbouwt een dergelijke genegenheid. De zorg om de waarheid aan te bieden en in de eenheid binnen te leiden, is een teken van die liefde. Ook de toewijding, zonder voorbehoud of voorwendsel, aan de verkondiging van Jezus Christus, is een teken van zo'n liefde. Laten we nog een paar tekenen van deze liefde er aan toevoegen.
Het eerste is het respect voor de godsdienstige en geestelijke situatie van de personen die geëvangeliseerd worden. Respect voor hun levensritme, waar men niet het recht heeft bovenmatig druk op uit te oefenen. Respect voor hun geweten en hun overtuigingen, zonder enige hardheid.
Een ander teken is de aandacht om de ander, vooral wanneer deze zwak is in het geloof (1 Kor. 8, 9-13; Rom. 14, 15)[[b:1 Kor. 8, 9-13; Rom. 14, 15]], niet te verwonden met beweringen die helder kunnen zijn voor ingewijden, maar die voor de gelovigen een bron kunnen zijn van verwarring en van aanstoot, als een wonde in de ziel.
Een teken van zorg zal ook de moeite zijn om aan de christenen geen twijfels over te brengen en onzekerheden, voortgekomen uit geleerdheid die men zich slecht heeft eigen gemaakt, maar zekerheden die solide zijn omdat zij verankerd zijn in het Woord van God. De gelovigen hebben deze zekerheden nodig voor hun christelijk leven, en hebben er recht op als kinderen van God, die zich in zijn armen geheel aan de eisen van de liefde overgeven.
Referenties naar alinea 79: 3
Redemptoris Missio ->=geentekst=Redemptoris Missio ->=geentekst=
Catechesi Tradendae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
80
Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
"Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8) ->=geentekst=
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
Redemptionis Donum ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Werktuigen zijn van eenheid en gemeenschap ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Moedige getuigen voor het Evangelie ->=geentekst=
Moedige getuigen voor het Evangelie ->=geentekst=
Met de vurigheid van de Heiligen
Onze oproep put hier inspiratie uit de vurigheid van de grootste predikers en dragers van de evangelisatie, wier leven geheel aan het apostolaat was toegewijd: en onder hen willen wij graag wijzen op degenen die wij in dit heilig Jaar aan de gelovigen ter verering hebben voorgehouden. Zij hebben zoveel hindernissen voor de evangelisatie weten te overwinnen!
Van zulke hindernissen - ze zijn er ook in onze tijd - willen wij slechts het gebrek aan vurige ijver signaleren, wat des te ernstiger is omdat het van binnenuit komt. Het uit zich in vermoeidheid en ontgoocheling, in routine en nalatigheid, en vooral in een gebrek aan vreugde en hoop. Vandaar dat wij al degenen die op welke titel of op welk vlak dan ook de taak van de evangelisatie hebben, aansporen de vurigheid van geest te voeden. (Rom. 12, 11)[[b:Rom. 12, 11]] Deze vurigheid vraagt vóór alles dat wij ons weten te onttrekken aan uitvluchten die ons van de evangelisatie zouden kunnen afleiden. De meest verraderlijke zijn ongetwijfeld die waarvoor men steun beweert te kunnen vinden in het een of ander leerstuk van het Concilie.
Zo gebeurt het maar al te vaak dat men in verschillende bewoordingen hoort zeggen, dat het opleggen van een waarheid al is het die van het Evangelie, en het opleggen van een weg al is het die van het heil, wel moet inhouden dat men de godsdienstvrijheid geweld aandoet. Trouwens, zo voegen zij er dan nog aan toe, waarom het Evangelie verkondigen als het toch zo is dat allen gered worden op basis van een oprechte gezindheid van hart? Als van de andere kant de wereld en de geschiedenis toch vol "zaden van het Woord" zijn, is het dan niet een illusie het Evangelie daar te willen brengen waar het zich al bevindt, in de zaden die de Heer zelf er heeft gezaaid?
Ieder die de tijd neemt om zich met zorg en aan de hand van de conciliedocumenten te verdiepen in de vraagstellingen die zulke uitvluchten er al te oppervlakkig uit destilleren, zal daarin een heel andere kijk op de werkelijkheid aantreffen.
Het zou inderdaad een dwaling zijn iets op te leggen aan het geweten van onze broeders en zusters. Maar aan dit geweten de evangelische waarheid en het heil in Jezus Christus voorhouden, in alle helderheid en in absoluut respect voor de vrije keuze die het zal maken - zonder "druk of dwang, en zonder oneerbare of minder oprechte aansporingen" vgl: Dignitatis Humanae, 4[[[702|4]]] - dan is dat verre van een aanslag te zijn op de godsdienstvrijheid veeleer een eerbetoon aan deze vrijheid, waaraan de keuze geboden wordt van een weg, die zelfs de niet-gelovigen waarderen als edel en verheffend.
Is het dan een misdaad tegen de vrijheid van de ander wanneer men hem vol vreugde de Blijde Boodschap verkondigt die men zelf door de barmhartigheid van de Heer heeft vernomen? vgl: Dignitatis Humanae, 9-14[[[702|9-14]]] En waarom zouden alleen de leugen en de dwaling, datgene wat omlaag haalt en de pornografie het recht hebben te worden voorgehouden en dikwijls helaas te worden opgelegd door de vernietigende propaganda van de massamedia, door het gedoogkarakter van de wetten, door de timiditeit van de goeden en de vermetelheid van de slechten?
Deze respectvolle manier om Christus en zijn Rijk aan te bieden, is niet slechts een recht maar zelfs een plicht van degene die evangeliseert. En het is tegelijk ook een recht van de mensen - zijn broeders en zusters - om van hem de verkondiging van de Blijde Boodschap van het heil te kunnen ontvangen. Dit heil kan God inderdaad bewerken in wie Hij wil, en langs buitengewone wegen die Hij alleen kent. Ad Gentes Divinitus, 7[[703|7]] Als dan toch de Zoon is gekomen, dan is dat juist om ons door zijn woord en door zijn leven, de buitengewone wegen van het heil te openbaren. En ons heeft Hij opgedragen aan de anderen met zijn gezag deze openbaring door te geven.
Het zou niet zonder nut zijn als iedere christen en ieder die evangeliseert zich in zijn gebed verdiept in deze gedachte: de mensen zullen ook langs andere wegen gered kunnen worden dank zij de barmhartigheid van God, ook als wij hen het Evangelie niet verkondigen; maar zullen wij zelf gered kunnen worden als wij door veronachtzaming, uit vrees of uit schaamte - wat de H. Paulus noemt "zich schamen voor het Evangelie" (Rom. 1, 16)[[b:Rom. 1, 16]] - of ten gevolge van valse ideeën zouden nalaten het te verkondigen? Want dit zou neerkomen op verraad aan de roeping die wij van God ontvangen hebben, die immers bij monde van de bedienaren van het Evangelie het zaad wil doen ontkiemen. Het zal van ons afhangen of het een boom wordt en al zijn vruchten voortbrengt.
Bewaren we dus de vurigheid van geest. Bewaren wij de zachte en tegelijk sterkende vreugde te mogen evangeliseren, ook wanneer wij moeten zaaien in tranen. Laat dit voor ons - zoals voor Johannes de Doper, voor Petrus en Paulus, voor de andere Apostelen en voor een menigte buitengewone verkondigers van het evangelie in de loop van de geschiedenis van de Kerk - een innerlijk vuur zijn dat niets of niemand zal kunnen doven. Laat het de grote vreugde zijn van ons volledig ingezette leven. Moge de nu eens angstige dan weer hoopvol zoekende wereld van onze tijd de Blijde Boodschap ontvangen, niet van bedroefde, ontmoedigde, ongeduldige en angstige dragers van de evangelisatie, maar van dienaren van het evangelie wier leven vurigheid uitstraalt, die als eersten in zichzelf de vreugde van Christus hebben ontvangen, en die bereid zijn hun eigen leven op het spel te zetten opdat het Rijk verkondigd en de Kerk ingeplant wordt in het hart van de wereld.
Onze oproep put hier inspiratie uit de vurigheid van de grootste predikers en dragers van de evangelisatie, wier leven geheel aan het apostolaat was toegewijd: en onder hen willen wij graag wijzen op degenen die wij in dit heilig Jaar aan de gelovigen ter verering hebben voorgehouden. Zij hebben zoveel hindernissen voor de evangelisatie weten te overwinnen!
Van zulke hindernissen - ze zijn er ook in onze tijd - willen wij slechts het gebrek aan vurige ijver signaleren, wat des te ernstiger is omdat het van binnenuit komt. Het uit zich in vermoeidheid en ontgoocheling, in routine en nalatigheid, en vooral in een gebrek aan vreugde en hoop. Vandaar dat wij al degenen die op welke titel of op welk vlak dan ook de taak van de evangelisatie hebben, aansporen de vurigheid van geest te voeden. (Rom. 12, 11)[[b:Rom. 12, 11]] Deze vurigheid vraagt vóór alles dat wij ons weten te onttrekken aan uitvluchten die ons van de evangelisatie zouden kunnen afleiden. De meest verraderlijke zijn ongetwijfeld die waarvoor men steun beweert te kunnen vinden in het een of ander leerstuk van het Concilie.
Zo gebeurt het maar al te vaak dat men in verschillende bewoordingen hoort zeggen, dat het opleggen van een waarheid al is het die van het Evangelie, en het opleggen van een weg al is het die van het heil, wel moet inhouden dat men de godsdienstvrijheid geweld aandoet. Trouwens, zo voegen zij er dan nog aan toe, waarom het Evangelie verkondigen als het toch zo is dat allen gered worden op basis van een oprechte gezindheid van hart? Als van de andere kant de wereld en de geschiedenis toch vol "zaden van het Woord" zijn, is het dan niet een illusie het Evangelie daar te willen brengen waar het zich al bevindt, in de zaden die de Heer zelf er heeft gezaaid?
Ieder die de tijd neemt om zich met zorg en aan de hand van de conciliedocumenten te verdiepen in de vraagstellingen die zulke uitvluchten er al te oppervlakkig uit destilleren, zal daarin een heel andere kijk op de werkelijkheid aantreffen.
Het zou inderdaad een dwaling zijn iets op te leggen aan het geweten van onze broeders en zusters. Maar aan dit geweten de evangelische waarheid en het heil in Jezus Christus voorhouden, in alle helderheid en in absoluut respect voor de vrije keuze die het zal maken - zonder "druk of dwang, en zonder oneerbare of minder oprechte aansporingen" vgl: Dignitatis Humanae, 4[[[702|4]]] - dan is dat verre van een aanslag te zijn op de godsdienstvrijheid veeleer een eerbetoon aan deze vrijheid, waaraan de keuze geboden wordt van een weg, die zelfs de niet-gelovigen waarderen als edel en verheffend.
Is het dan een misdaad tegen de vrijheid van de ander wanneer men hem vol vreugde de Blijde Boodschap verkondigt die men zelf door de barmhartigheid van de Heer heeft vernomen? vgl: Dignitatis Humanae, 9-14[[[702|9-14]]] En waarom zouden alleen de leugen en de dwaling, datgene wat omlaag haalt en de pornografie het recht hebben te worden voorgehouden en dikwijls helaas te worden opgelegd door de vernietigende propaganda van de massamedia, door het gedoogkarakter van de wetten, door de timiditeit van de goeden en de vermetelheid van de slechten?
Deze respectvolle manier om Christus en zijn Rijk aan te bieden, is niet slechts een recht maar zelfs een plicht van degene die evangeliseert. En het is tegelijk ook een recht van de mensen - zijn broeders en zusters - om van hem de verkondiging van de Blijde Boodschap van het heil te kunnen ontvangen. Dit heil kan God inderdaad bewerken in wie Hij wil, en langs buitengewone wegen die Hij alleen kent. Ad Gentes Divinitus, 7[[703|7]] Als dan toch de Zoon is gekomen, dan is dat juist om ons door zijn woord en door zijn leven, de buitengewone wegen van het heil te openbaren. En ons heeft Hij opgedragen aan de anderen met zijn gezag deze openbaring door te geven.
Het zou niet zonder nut zijn als iedere christen en ieder die evangeliseert zich in zijn gebed verdiept in deze gedachte: de mensen zullen ook langs andere wegen gered kunnen worden dank zij de barmhartigheid van God, ook als wij hen het Evangelie niet verkondigen; maar zullen wij zelf gered kunnen worden als wij door veronachtzaming, uit vrees of uit schaamte - wat de H. Paulus noemt "zich schamen voor het Evangelie" (Rom. 1, 16)[[b:Rom. 1, 16]] - of ten gevolge van valse ideeën zouden nalaten het te verkondigen? Want dit zou neerkomen op verraad aan de roeping die wij van God ontvangen hebben, die immers bij monde van de bedienaren van het Evangelie het zaad wil doen ontkiemen. Het zal van ons afhangen of het een boom wordt en al zijn vruchten voortbrengt.
Bewaren we dus de vurigheid van geest. Bewaren wij de zachte en tegelijk sterkende vreugde te mogen evangeliseren, ook wanneer wij moeten zaaien in tranen. Laat dit voor ons - zoals voor Johannes de Doper, voor Petrus en Paulus, voor de andere Apostelen en voor een menigte buitengewone verkondigers van het evangelie in de loop van de geschiedenis van de Kerk - een innerlijk vuur zijn dat niets of niemand zal kunnen doven. Laat het de grote vreugde zijn van ons volledig ingezette leven. Moge de nu eens angstige dan weer hoopvol zoekende wereld van onze tijd de Blijde Boodschap ontvangen, niet van bedroefde, ontmoedigde, ongeduldige en angstige dragers van de evangelisatie, maar van dienaren van het evangelie wier leven vurigheid uitstraalt, die als eersten in zichzelf de vreugde van Christus hebben ontvangen, en die bereid zijn hun eigen leven op het spel te zetten opdat het Rijk verkondigd en de Kerk ingeplant wordt in het hart van de wereld.
Referenties naar alinea 80: 13
Redemptoris Missio ->=geentekst=Redemptoris Missio ->=geentekst=
Redemptoris Missio ->=geentekst=
"Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8) ->=geentekst=
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering ->=geentekst=
Redemptionis Donum ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Werktuigen zijn van eenheid en gemeenschap ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Moedige getuigen voor het Evangelie ->=geentekst=
Moedige getuigen voor het Evangelie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 8 Tot besluit
81
De erfenis van het Heilig Jaar
Zie hier dan, Broeders, zonen en dochters, de roep die opstijgt uit het diepst van ons hart, als een echo ook van de stem van onze Broeders die bijeen waren voor de Derde Algemene Vergadering van de Bisschoppensynode[d:58]. Ziehier de erfenis die wij hebben willen doorgeven aan het eind van een heilig Jaar, dat het ons mogelijk gemaakt heeft beter dan ooit zicht te krijgen op de noden en smeekbeden van een menigte broeders en zusters, christenen en niet-christenen, die van de Kerk het Woord van het heil verwachten.
Moge het licht van het Heilig Jaar, dat in de particuliere Kerken en hier in Rome is opgegaan voor miljoenen gewetens die zich met God hebben verzoend, net zo stralen na dit Jubeljaar, door een program van pastorale actie dat fundamenteel gekenmerkt wordt door de evangelisatie, voor deze jaren die de vooravond markeren van een nieuwe eeuw, de vooravond ook van het derde millennium van het christendom.
Zie hier dan, Broeders, zonen en dochters, de roep die opstijgt uit het diepst van ons hart, als een echo ook van de stem van onze Broeders die bijeen waren voor de Derde Algemene Vergadering van de Bisschoppensynode[d:58]. Ziehier de erfenis die wij hebben willen doorgeven aan het eind van een heilig Jaar, dat het ons mogelijk gemaakt heeft beter dan ooit zicht te krijgen op de noden en smeekbeden van een menigte broeders en zusters, christenen en niet-christenen, die van de Kerk het Woord van het heil verwachten.
Moge het licht van het Heilig Jaar, dat in de particuliere Kerken en hier in Rome is opgegaan voor miljoenen gewetens die zich met God hebben verzoend, net zo stralen na dit Jubeljaar, door een program van pastorale actie dat fundamenteel gekenmerkt wordt door de evangelisatie, voor deze jaren die de vooravond markeren van een nieuwe eeuw, de vooravond ook van het derde millennium van het christendom.
Referenties naar alinea 81: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
82
Maria, ster van de Evangelisatie
Dit is de wens die wij graag willen neerleggen in de handen en in het hart van de allerheiligste Maagd Maria, de Onbevlekte, op deze dag die speciaal aan haar is toegewijd, en die tevens de tiende verjaardag is van de sluiting van het Tweede Vaticaans Concilie[d:4]. Op Pinkstermorgen heeft zij met haar gebed het begin voorgezeten van de evangelisatie onder de werking van de Heilige Geest: moge zij de Ster zijn van de steeds hernieuwde evangelisatie die de Kerk, getrouw aan de opdracht van de Heer, heeft te bevorderen en te vervullen, vooral in deze moeilijke maar hoopvolle tijden!
In de naam van Christus zegenen wij U, uw gemeenschappen, uw gezinnen, al uw dierbaren, met de woorden die de heilige Paulus tot de Filippensen richtte: "Ik dank mijn God, telkens als ik u gedenk, altijd, bij al mijn gebeden voor u allen. En ik verricht mijn gebed met blijdschap omdat gij (...) uw deel hebt bijgedragen tot de prediking van het Evangelie (...) Ik draag U in mijn hart, u allen die (...) bij de verdediging en bekrachtiging van het evangelie deelt in de genade die mij gegeven wordt. God weet hoe vurig ik naar u allen verlang, met de innigheid van Christus Jezus zelf." (Fil. 1, 3-5.7-8)[b:Fil. 1, 3-5.7-8]
Dit is de wens die wij graag willen neerleggen in de handen en in het hart van de allerheiligste Maagd Maria, de Onbevlekte, op deze dag die speciaal aan haar is toegewijd, en die tevens de tiende verjaardag is van de sluiting van het Tweede Vaticaans Concilie[d:4]. Op Pinkstermorgen heeft zij met haar gebed het begin voorgezeten van de evangelisatie onder de werking van de Heilige Geest: moge zij de Ster zijn van de steeds hernieuwde evangelisatie die de Kerk, getrouw aan de opdracht van de Heer, heeft te bevorderen en te vervullen, vooral in deze moeilijke maar hoopvolle tijden!
In de naam van Christus zegenen wij U, uw gemeenschappen, uw gezinnen, al uw dierbaren, met de woorden die de heilige Paulus tot de Filippensen richtte: "Ik dank mijn God, telkens als ik u gedenk, altijd, bij al mijn gebeden voor u allen. En ik verricht mijn gebed met blijdschap omdat gij (...) uw deel hebt bijgedragen tot de prediking van het Evangelie (...) Ik draag U in mijn hart, u allen die (...) bij de verdediging en bekrachtiging van het evangelie deelt in de genade die mij gegeven wordt. God weet hoe vurig ik naar u allen verlang, met de innigheid van Christus Jezus zelf." (Fil. 1, 3-5.7-8)[b:Fil. 1, 3-5.7-8]
Gegeven te Rome, bij de H. Petrus,
8 december, op het Hoogfeest van de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd Maria,
van het jaar 1975, het 13de van ons Pontificaat. Paus Paulus VI
Referenties naar alinea 82: 1
Ware taak van de missie en de evangelisatie ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 67
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/519-evangelii-nuntiandi-nl