Volharden in de leer van de Apostelen (Hnd 2,42)
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Volharden in de leer van de Apostelen (Hnd 2,42)
Sint Pieter
H. Agatha, maagd en martelares
Paus Benedictus XVI
5 februari 2011
Pauselijke geschriften - Homilieën
2011, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / Nederlandse Bisschoppenconferentie
5 februari 2011
Dr. W.J.G.A. Veth pr.
4 maart 2025
4102
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Beminde broeders en zusters:Ik begroet met genegenheid deze vijf priesterbroeders die aanstonds de bisschopswijding zullen ontvangen: monseigneur Savio Hon Tai-Fai, monseigneur Marcello Bartolucci, monseigneur Celso Morga Iruzubieta, monseigneur Antonio Antonio Antonio Filipazzi en monseigneur Edgar Peña Parra. Ik wil hen mijn dankbaarheid en die van de kerk uitdrukken voor de dienst van edelmoedigheid en overgave die ze tot nu toe hebben geboden, en de uitnodiging formuleren om hen te vergezellen met het gebed in de dienstwerk waartoe ze in de Romeinse curie worden benoemd en in de pontificale vertegenwoordiging als opvolgers van de Apostelen, zodat de Heilige Geest hen verlicht en altijd in de oogst van de Heer begeleidt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media"De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraagt daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten" (Lc 10, 2)[b:Lc 10, 2]. Deze woorden van het Evangelie van de Mis van vandaag gaan ons aan op dit moment in het bijzonder. Het is het uur van de missie: beste vrienden, de Heer stuurt u naar zijn oogst. U moet meewerken in de taak waarvan de profeet Jesaja spreekt in de eerste lezing: "De Heer heeft mij gezonden om de armen het blijde nieuws te brengen, om te verbinden wier hart gebroken is" (Jes 61, 1)[b:Jes 61, 1]. Dit is het werk voor de oogst op Gods akker, op het veld van de menselijke geschiedenis: om mensen het licht van de waarheid te brengen, om hen te bevrijden van ware armoede, dat is de ware droefheid en ware armoede van de mens. Hen het goede nieuws te brengen dat niet alleen een woord is, maar ook een gebeurtenis: God, Hij zelf, is naar ons gekomen. Hij neemt ons bij de hand, leidt ons naar omhoog en geneest aldus het gebroken hart. Danken we de Heer omdat hij arbeiders zendt voor de oogst van de wereldgeschiedenis. Wij danken Hem omdat Hij u zendt, omdat u ja hebt gezegd en omdat u op dit moment uw "ja" uitspreekt om arbeiders van de Heer voor de mensen te zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media"De oogst is groot" ook vandaag, juist vandaag. Hoewel het lijkt dat grote delen van de moderne wereld, van de mensen van vandaag, hun rug keren naar God en denken dat het geloof iets uit het verleden is, bestaat er het verlangen dat gerechtigheid, liefde, vrede, dat armoede en lijden eindelijk worden gevestigd, dat de mensen vreugde vinden. Al dit verlangen is aanwezig in de wereld van vandaag, het verlangen naar wat groot is, naar wat goed is. Het is de hunkering naar de Verlosser, naar God zelf, zelfs waar dat ontkend wordt. Juist op dit uur is het werk op de akker van God zeer dringend en juist op dit uur ervaren we bijzonder pijnlijk de waarheid van Jezus' woorden: "Arbeiders zijn er weinig." Tegelijkertijd geeft de Heer ons te kennen dat we niet gewoon degenen kunnen zijn die arbeiders naar zijn oogst sturen; het is geen kwestie van management, van onze eigen organisatorische capaciteit. De arbeiders voor de akker van zijn oogst kunnen alleen door God zelf worden gestuurd. Maar Hij wil ze door de deur van ons gebed sturen. We kunnen meewerken aan de komst van de arbeiders, maar we kunnen dit alleen doen door met God mee te werken. Zo is dit uur van dankbaarheid omdat een zending tot stand komt, en is ook vooral het uur van gebed: Heer, zend arbeiders naar uw oogst. Open de harten voor uw roep. Sta niet toe dat ons smeekgebed tevergeefs is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe liturgie van vandaag geeft ons daarom twee definities van uw zending als bisschoppen, als priesters van Jezus Christus: arbeiders te zijn in de oogst van de wereldgeschiedenis met de taak om de deuren van de wereld te openen voor de heerschappij van God, zodat Gods wil op aarde wordt gedaan zoals in de hemel. En ons dienstwerk wordt beschreven als meewerken aan de missie van Jezus Christus, als deelname aan de gave van de Heilige Geest, die Hem werd gegeven als Messias, de gezalfde Zoon van God. De brief aan de Hebreeën -de tweede lezing- completeert dit vanuit het beeld van de hogepriester Melchisedek, die op mysterieuze wijze verwijst naar Christus, de ware Hogepriester, de Koning van vrede en gerechtigheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar ik wil enkele woorden zeggen over hoe deze geweldige taak in de praktijk te brengen, over wat het specifiek van ons vereist. Voor de week van gebed voor de eenheid van de christenen, hadden dit jaar de christelijke gemeenschappen van Jeruzalem een passage gekozen uit de Handelingen van de Apostelen, waarin heilige Lucas op een normatieve wijze wil illustreren wat de fundamentele elementen van het christelijke bestaan in de gemeenschap van de Kerk van Jezus Christus zijn. Hij formuleert het zo: "Zij legden zich ernstig toe op de leer der Apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en in de gebeden" (Hnd 2, 42)[b:Hnd 2, 42]. In deze vier basiselementen van de Kerk is tegelijkertijd de essentiële taak van haar herders beschreven. De vier elementen zijn verenigd door de uitdrukking "zij volhardden" - "erant perseverantes"-: de Latijnse Bijbel vertaalt zo de Griekse uitdrukking προσκαρτερέω: de volharding, het doorzetten, behoort tot het wezen van het christen-zijn en is essentieel voor de taak van de herders, van de arbeiders in de oogst van de Heer. De herder mag geen stok zijn die buigt naar de wind, een dienaar van de geest van de tijd. Onverschrokken zijn, de moed om zich te verzetten tegen de stromingen van het moment behoort in wezen tot de taak van de herder. Hij moet geen riet zijn, maar - naar het beeld van de eerste psalm - moet hij zijn als een boom die diep geworteld is waarmee hij stevig en goed staat. Wat niets te maken heeft met starheid of inflexibiliteit. Slechts waar stabiliteit is, is er ook groei. Kardinaal Newman, wiens pad werd gekenmerkt door drie bekeringen, zegt dat leven transformeren is. Zijn drie bekeringen en de transformaties die erin optreden, zijn echter een enkel coherent pad: het pad van de gehoorzaamheid aan de waarheid, aan God; het pad van ware de continuïteit die precies aldus vooruitgang boekt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media"Volharden in de leer van de Apostelen": het geloof heeft een specifieke inhoud. Het is geen onbepaalde spiritualiteit, een onbepaalde sensatie voor transcendentie. God heeft gehandeld en juist Hij heeft gesproken. Hij heeft werkelijk iets gedaan en heeft werkelijk iets gezegd. Zeker, het geloof is in de eerste plaats zich aan God toevertrouwen, een levende relatie met Hem. Maar de God die we vertrouwen heeft een gezicht en heeft ons zijn Woord gegeven. We kunnen rekenen op de stabiliteit van zijn Woord. De oude Kerk vatte de wezenlijke kern van de leer der Apostelen samen in de zogenaamde Regula fidei, die in wezen identiek is aan de geloofsbelijdenissen. Dit is het veilige fundament waarop we als christenen ook vandaag de dag vertrouwen. Het is de veilige basis waarop we het huis van ons geloof, van ons leven kunnen bouwen (vgl. Mt 7, 24 vv)[[b:Mt 7,24]]. En nogmaals, de stabiliteit en de definitieve aard van wat we geloven, betekenen niet stijfheid. Heilige Johannes van het Kruis vergeleek de wereld van geloof met een mijn waarin we altijd nieuwe schatten ontdekken, schatten waarin het enige geloof zich ontwikkelt, de belijdenis van de God die zich in Christus openbaart. Als herders van de kerk leven we van dit geloof en kunnen we het ook verkondigen als het goede nieuws dat ons de verzekering geeft van de liefde van God en dat Hij van ons houdt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe tweede pijler van het kerkelijk bestaan, heilige Lucas noemt ze κοινωνία: communio. Na het Tweede Vaticaanse Concilie is deze term een centraal woord van de theologie en de verkondiging geworden, omdat daarin alle dimensies van het christen-zijn en het kerkelijk leven worden uitgedrukt. Wat heilige Lucas precies wil uiten met dit woord in deze tekst, weten we niet. Daarom kunnen we het rustig begrijpen op basis van de globale context van het Nieuwe Testament en de apostolische Traditie. Een eerste geweldige definitie van communio geeft heilige Johannes aan het begin van zijn eerste brief: we hebben het gehoord en met eigen ogen gezien; onze handen hebben het aangeraakt, dat verkondigen wij ook aan u, opdat gij gemeenschap moogt hebben met ons. En onze communio is gemeenschap met de Vader en met Jezus Christus, zijn Zoon (1 Joh 1, 1-4)[[b:1 Joh 1, 1-4]]. God is voor ons zichtbaar en tastbaar geworden en heeft dus een echte gemeenschap met hem gemaakt. We gaan die gemeenschap binnen door te geloven en samen te leven met degenen die het hebben aangeraakt. Met hen en door hen zien wij zelf Hem op zekere wijze, en raken wij de God aan die Zich nabij gemaakt heeft. Aldus zijn de horizontale en verticale dimensie hier onlosmakelijk met elkaar verbonden. Omdat we in gemeenschap zijn met de Apostelen, door in hun geloof te verblijven, staan we zelf in contact met de levende God. Beste vrienden, hiervoor dient het dienstwerk van de bisschoppen: dat deze keten van gemeenschap niet wordt onderbroken. Dat is de essentie van de apostolische opvolging: de gemeenschap te bewaren met degenen die de Heer op een zichtbare en tastbare wijze hebben gevonden en aldus de hemel geopend vinden, de aanwezigheid van God onder ons. Alleen door de gemeenschap met de opvolgers van de Apostelen hebben ook wij contact met de mensgeworden God. Maar ook het tegenovergestelde is waar: alleen dankzij de gemeenschap met God, alleen dankzij de gemeenschap met Jezus Christus blijft deze keten van getuigen verenigd. We zijn nooit bisschoppen alleen, zegt ons Vaticanum II[646|1], maar altijd en alleen in het college van bisschoppen. Dit college kan zich ook niet opsluiten in de tijd van de eigen generatie. Tot de collegialiteit behoort de band van alle generaties, de levende Kerk aller tijden. U, beminde broeders, hebt de opdracht om deze katholieke gemeenschap te bewaren. U weet dat de Heer aan heilige Petrus en zijn opvolgers die in het middelpunt van deze gemeenschap stonden, heeft toevertrouwd dat zij de borgen zouden zijn om in de hele apostolische gemeenschap en haar geloof te staan. Biedt uw hulp opdat de vreugde levendig mag blijven voor de grote eenheid van de Kerk, voor de gemeenschap van alle plaatsen en alle tijden, voor de gemeenschap van het geloof die hemel en aarde omarmt. Leeft de communio, en leeft met het hart, dag na dag, haar diepste centrum op dit heilige moment, waarin de Heer zelf zich in de heilige Communie schenkt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHiermee hebben we het volgende fundamentele element van het kerkelijk bestaan bereikt, genoemd door heilige Lucas: de breking van het brood. De blik van de Evangelist keert op dit punt terug naar de leerlingen van Emmaüs, die de Heer herkenden door het gebaar van het breken van het brood. En van daaruit keert de blik nog verder terug, naar het uur van het laatste Avondmaal, waarin Jezus, bij het breken van het brood, zichzelf gaf, brood voor ons werd en vooruitliep op zijn dood en zijn verrijzenis. Het brood breken, de heilige Eucharistie, is het middelpunt van de Kerk en moet het centrum van ons christelijke wezen en ons priesterlijke leven zijn. De Heer zich aan ons. De verrezen Christus treedt bij mij binnen en wil me omvormen om mij een diepe gemeenschap met Hem te laten aangaan. Zo opent Hij me ook geopend voor alle anderen: wij, hoewel velen, vormen één brood en een enkel lichaam, zegt heilige Paulus (1 Kor 10, 17)[[b:1 Kor 10, 17]]. Laten we de Eucharistie trachten te vieren met overgave, een steeds diepere ijver; laten we proberen onze dagen te organiseren naar zijn maat; laten we proberen onszelf door deze maat te laten vormen. Het brood breken: zo wordt ook het delen uitgedrukt, het overdragen van onze liefde voor de anderen. De sociale dimensie, het delen is geen moreel aanhangsel dat wordt toegevoegd aan de Eucharistie, maar maakt er deel van uit. Dit blijkt duidelijk uit het vers dat in deHandelingen van de Apostelen volgt op dat wat we zojuist hebben genoemd: "De gelovigen ... bezaten alles gemeenschappelijk", zegt heilige Lucas (Hnd 2, 44)[b:Hnd 2, 44]. Letten we op het feit dat het geloof altijd wordt uitgedrukt in liefde en gerechtigheid voor elkaar en dat onze sociale praktijk is geïnspireerd door geloof; dat geloof in wordt liefde beleefd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAls laatste pijler van het kerkelijke bestaan noemt heilige Lucas "de gebeden". Hij spreekt in meervoud: gebeden. Wat wil hij daarmee zeggen? Hij denkt waarschijnlijk aan de deelname van de eerste gemeenschap van Jeruzalem aan de gebeden in de tempel, in de gemeenschappelijke organisatie van het gebed. Er wordt dus iets belangrijks benadrukt. Het gebed, enerzijds, moet heel persoonlijk zijn, om zich ten diepste met God te verenigen. Het moet mijn strijd met Hem zijn, mijn zoektocht naar Hem, mijn dankbaarheid jegens Hem en mijn vreugde in Hem. Het is echter nooit slechts iets privé van mijn individuele "ik", dat anderen niet aangaat. In wezen is bidden ook een bidden in het "wij" van de kinderen van God. Alleen in dit "wij" zijn wij kinderen van onze Vader, tot wie de Heer ons heeft geleerd te bidden. Slechts dit "wij" opent de toegang tot de Vader. Aan de ene kant moet ons gebed steeds persoonlijker zijn, de kern van ons "ik" raken en doordringen. Aan de andere kant moet het zich altijd voeden met de gemeenschap van de bidders, met de eenheid van het Lichaam van Christus, om me waarachtig te vormen vanuit de liefde van God. Zo is bidden uiteindelijk dus geen activiteit te midden van andere, een onderdeel van mijn tijd. Bidden is het antwoord op de imperatief die te vinden is aan het begin van de Canon van de eucharistische viering: Sursum corda: verheffen we ons hart. Het gaat er om mijn bestaan tot de hoogte van God te verheffen. In de heilige Gregorius de Grote vinden we een prachtig woord hierover. Hij herinnert dat Jezus Johannes de Doper een "lamp ontstoken om te verlichten" (Joh 5, 35)[b:Joh 5, 35] noemde en vervolgt: "ontstoken door het hemelse verlangen, stralend door het woord. Daarom, om de waarachtigheid te bewaren van de boodschap, moeten wij de hoogte bewaren van het leven" Hom. in Ez. 1, 11: 7 CCL 142, 134[[1190]]. De hoogte, de hoge mate van leven, die juist vandaag zo wezenlijk is voor het getuigenis ten gunste van Jezus Christus, kunnen we alleen vinden als we in gebed ons voortdurend laten aantrekken tot zijn hoogte.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDuc in altum (Lc 5, 4)[b:Lc 5, 4]: Vaar nu naar het diepe en gooi uw netten uit voor de vangst. Dit zei Hij tot Petrus en zijn gezellen toen Hij ze riep om "vissers van mensen" te worden. Duc in altum: Paus Johannes Paulus II nam in zijn laatste jaren dit woord op en verkondigde het luid aan de hedendaagse volgelingen van de Heer. Duc in altum zegt de Heer u op dit moment, beste vrienden. U bent geroepen tot taken die betrekking hebben op de universele Kerk. U bent geroepen om het net van het Evangelie in de stormachtige zee van deze tijd te gooien om de hechting van mensen aan Christus te verkrijgen; om ze zo, bij wijze van spreken, aan de zoute wateren van de dood en de duisternis te onttrekken waarin het hemelse licht niet doordringt. U moet ze meenemen naar het land van het leven, in de gemeenschap met Jezus Christus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn een passage uit het eerste boek van zijn werk over de heilige Eenheid, barst heilige Hilarius van Poitiers ineens uit in een gebed: Daarom bid ik "opdat Gij de zeilen die zijn uitgezet door ons geloof en door onze belijdenis vult met de adem van uw Geest en me voortdrijft op de reis van mijn verkondiging" De Trinitate, I 37 CCL 62, 35vv[[1360]]. Ja, daarom bidden we op dit moment voor u, beste vrienden. Daarom ontvouwt de zeilen van uw zielen, de zeilen van het geloof, van de hoop, van de liefde, zodat de heilige Geest ze kan vullen en u een gezegende reis kan schenken als vissers van mensen in de oceaan van onze tijd. Amen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/4102-volharden-in-de-leer-van-de-apostelen-nl