H. Robertus Bellarminus
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
H. Robertus Bellarminus
Paus Benedictus XVI
23 februari 2011
Pauselijke geschriften - Audiënties
2011, Libreria Editrice Vaticana
Vert.: Sorores Christi; alineaverdeling en -nummering: redactie
Vert.: Sorores Christi; alineaverdeling en -nummering: redactie
23 februari 2011
11 mei 2011
4054
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
Geboren op 4 oktober 1542, in Montepulciano bij Siena, is hij langs moeders zijde, een neef van Paus Marcellus II. Hij genoot een uitstekende humanistische opleiding voordat hij op 20 september 1560 toetrad tot de Sociëteit van Jezus. De studies van filosofie en theologie die hij volgde aan het Romeins College, in Padua en in Leuven, en die gecentreerd waren op de heilige Thomas[d:242] en de Kerkvaders, waren doorslaggevend voor zijn theologische gerichtheid. Nadat zijn priesterwijding op 25 maart 1570, was hij enkele jaren professor in theologie te Leuven. Vervolgens werd hij naar Rome geroepen als professor aan het Romeins College en werd hem de leerstoel Apologetica toevertrouwd; in het decennium waarin hij deze functie bekleedde (1576-1586), gaf hij een lessenreeks die uitmondden in “Disputationes de Controversiis[3701]”, een werk dat onmiddellijk bekend raakte door de helderheid, rijke inhoud en essentieel historische toon. Het Concilie van Trente[d:21] was kort voordien afgesloten en het was voor de katholieke Kerk noodzakelijk haar identiteit ten overstaan van de protestantse hervorming te versterken en bekrachtigen. De onderneming van Robertus Bellarminus staat in deze context. Van 1588 tot 1594 was hij eerst spirituele leider van de studenten – jezuïeten aan het Romeins College, onder wie hij de heilige Luigi Gonzaga ontmoette en begeleidde, daarna werd hij religieuze overste. Paus Clemens VIII stelde hem aan tot Pauselijk theoloog, adviseur van het Heilig Officie en rector van het Penitentiair College van de Sint-Pietersbasiliek. Zijn Catechismus[4055], die de christelijke leer bondig weergeeft, gaat terug tot de periode 1597-1598; ze werd zijn populairste boek.
Dierbare broeders en zusters,De heilige Robertus Bellarminus over wie ik u vandaag zou willen spreken, herinnert ons aan de tijd van de pijnlijke scheuring in het westerse Christendom, toen een zware politieke en religieuze crisis meebracht dat hele naties afvielen van de apostolische Stoel.
Geboren op 4 oktober 1542, in Montepulciano bij Siena, is hij langs moeders zijde, een neef van Paus Marcellus II. Hij genoot een uitstekende humanistische opleiding voordat hij op 20 september 1560 toetrad tot de Sociëteit van Jezus. De studies van filosofie en theologie die hij volgde aan het Romeins College, in Padua en in Leuven, en die gecentreerd waren op de heilige Thomas[d:242] en de Kerkvaders, waren doorslaggevend voor zijn theologische gerichtheid. Nadat zijn priesterwijding op 25 maart 1570, was hij enkele jaren professor in theologie te Leuven. Vervolgens werd hij naar Rome geroepen als professor aan het Romeins College en werd hem de leerstoel Apologetica toevertrouwd; in het decennium waarin hij deze functie bekleedde (1576-1586), gaf hij een lessenreeks die uitmondden in “Disputationes de Controversiis[3701]”, een werk dat onmiddellijk bekend raakte door de helderheid, rijke inhoud en essentieel historische toon. Het Concilie van Trente[d:21] was kort voordien afgesloten en het was voor de katholieke Kerk noodzakelijk haar identiteit ten overstaan van de protestantse hervorming te versterken en bekrachtigen. De onderneming van Robertus Bellarminus staat in deze context. Van 1588 tot 1594 was hij eerst spirituele leider van de studenten – jezuïeten aan het Romeins College, onder wie hij de heilige Luigi Gonzaga ontmoette en begeleidde, daarna werd hij religieuze overste. Paus Clemens VIII stelde hem aan tot Pauselijk theoloog, adviseur van het Heilig Officie en rector van het Penitentiair College van de Sint-Pietersbasiliek. Zijn Catechismus[4055], die de christelijke leer bondig weergeeft, gaat terug tot de periode 1597-1598; ze werd zijn populairste boek.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Op 3 maart 1599 werd hij door Paus Clemens VIII tot kardinaal gecreëerd en op 18 maart 1602 aangesteld als aartsbisschop van Capua. Op 21 april van hetzelfde jaar, kreeg hij de bisschopswijding. In de drie jaren dat hij diocesaan bisschop was, onderscheidde hij zich door zijn ijver als prediker in zijn kathedraal, door het wekelijks bezoek aan zijn parochies, drie diocesane synodes en het provinciaal concilie dat hij in het leven riep. Nadat hij deelgenomen had aan de conclaven die de Pausen Leo XI en Paulus V gekozen hadden, werd hij naar Rome geroepen waar hij lid werd van de Congregaties van het Heilig Officie, de Index, de Ritussen, de Bisschoppen en de Geloofsverkondiging. Hij kreeg tevens diplomatieke opdrachten bij de Republiek Venetië en Engeland, om de rechten van de apostolische Stoel te verdedigen. Tijdens die laatste jaren schreef hij verschillende boeken over spiritualiteit waarin hij de vruchten samenvatte van de jaarlijkse geestelijke oefeningen. Ze zijn ook vandaag nog stichtend voor het christenvolk. Hij stierf in Rome op 17 september 1621. Paus Pius XI verklaarde hem in 1923 zalig, in 1930 werd hij heilig verklaard en in 1931 uitgeroepen tot Kerkleraar[d:328].
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De heilige Robertus Bellarminus speelde een belangrijke rol in de Kerk van de laatste decennia van de XVIe eeuw en de eerste van de daarop volgende eeuw. Zijn “Controversiae[3701]” zijn een nog steeds waardevol referentiepunt voor de katholieke kerkleer aangaande de openbaring, de natuur van de Kerk, de Sacramenten en theologische antropologie. Daarin wordt het institutioneel aspect van de Kerk geaccentueerd omwille van de fouten die in die tijd rond deze kwesties circuleerden. Bellarminus verhelderde tevens de onzichtbare aspecten van de Kerk als mystiek lichaam en illustreerde ze in analogie met het lichaam en de ziel om de band te beschrijven tussen de inwendige rijkdom van de Kerk en de uitwendige aspecten die haar waarneembaar maken. In dit monumentale werk, dat de verschillende theologische controversen van die tijd probeert te systematiseren, vermijdt hij iedere polemische en agressieve benadering ten overstaan van de ideeën uit de protestantse hervorming maar gebruikt de argumenten van de rede en van de Traditie van de Kerk om de katholieke leer helder en efficiënt te illustreren.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zijn erfenis heeft echter te maken met de manier waarop hij zijn werk opvatte. De in beslag nemende taken van het beleid beletten hem inderdaad niet dagelijks te streven naar heiligheid en trouw aan de vereisten van zijn statuut als religieus, priester en bisschop. Uit deze trouw vloeit zijn engagement in de prediking voort. Als priester en bisschop is hij vooral een zielenherder en voelt hij de niet aflatende plicht om te prediken. Hij gaf honderden “sermones” – homilieën – in Vlaanderen, Rome, Napels en Capua ter gelegenheid van liturgische vieringen. Zijn “expositiones” en “explanationes[3800]” voor priesters, religieuzen en voor de studenten van het Romeins College zijn al even talrijk en hebben als onderwerp de Heilige Schrift, vooral de Brieven van de heilige Paulus. Zijn prediking en catechese vertonen hetzelfde essentiële karakter dat hij geleerd had tijdens zijn Ignatiaanse opleiding, waarbij beoogd wordt dat men de krachten van de ziel volledig op de Heer Jezus richt, die innig gekend, bemind en nagevolgd wordt.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
In de geschriften van deze beleidsman merkt men ondanks de terughoudendheid waarachter hij zijn gevoelens verbergt, heel duidelijk het primaat van het onderricht van Christus. De heilige Bellarminus biedt zo een voorbeeld van gebed, dat de ziel is van alle activiteit: een gebed dat luistert naar het woord van de Heer, dat zich tevreden stelt met het schouwen van de grootheid ervan, dat niet op zichzelf terugplooit maar gelukkig is zich aan God over te geven. Een onderscheidend teken van de spiritualiteit van Robertus Bellarminus is de levendige en persoonlijke waarneming van Gods immense goedheid, waardoor onze heilige zich werkelijk een welbeminde zoon van God voelde; het was een bron van grote vreugde zich sereen en eenvoudig in gebed in te keren en God te schouwen. In zijn boek “De ascensione mentis in Deum[4056]” – geschreven volgens het schema van het “Itinerarium[1588]” van de heilige Bonaventura - roept hij uit:
“O mijn ziel, uw voorbeeld is God, oneindige schoonheid, licht zonder schaduw, schittering die deze van zon en maan overstijgt. Hef uw ogen op naar God, in wie zich alle archetypen bevinden van alle dingen en uit wie deze bijna eindeloze verscheidenheid der dingen voortvloeit, zoals uit een bron een oneindige vruchtbaarheid voortkomt. Daarom moet ge besluiten: wie God vindt, vindt alles, wie God verliest, verliest alles”.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
In deze tekst hoort men de echo van de gekende “contemplatio ad amorem obtineundum” – beschouwing om de liefde te verkrijgen – uit de Geestelijke Oefeningen[2749] van de heilige Ignatius van Loyola. Robertus Bellarminus die in de pronkzieke en dikwijls verderfelijke samenleving leeft van het einde van de XVIe eeuw en het begin van de XVIIe eeuw, haalt praktische aspecten uit deze beschouwing en projecteert er de situatie van de Kerk van zijn tijd op met sterke pastorale bewogenheid. In het boek “De arte bene moriendi[4057]” geeft hij bijvoorbeeld als een zekere regel voor een goed leven en ook voor een goede dood, dikwijls en ernstig te mediteren over het feit dat men aan God zal moeten rekenschap geven van zijn daden en levenswijze en dat men moet proberen op deze aarde geen rijkdommen te verzamelen, maar eenvoudig en met naastenliefde te leven zodat men weldaden verzamelt voor de hemel. In het boek “De gemitu colombae[4058]”, waarin de duif de Kerk verbeeldt, roept hij heel de geestelijkheid en de gelovigen op tot persoonlijke en concrete hervorming van hun eigen leven door te doen wat de Heilige Schrift en de heiligen leren, onder wie hij in het bijzonder de H. Gregorius van Nazianze (1)[1966] citeert, de heilige Johannes Chrysostomus[2037], de heilige Hiëronymus[2097] en de heilige Augustinus[d:234], naast de grote stichters van religieuze ordes, zoals de heilige Benedictus[2297], de heilige Dominicus[3400] en de heilige Franciscus[3392]. Robertus Bellarminus leert met grote helderheid en door het voorbeeld van zijn eigen leven, dat er geen ware hervorming van de Kerk kan zijn, als de eigen persoonlijke hervorming en bekering van hart daar niet aan voorafgaan.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Robertus Bellarminus putte uit de Geestelijke Oefeningen[2749] van de heilige Ignatius raadgevingen om de schoonheid van de geloofsmysteries op een diepe manier, ook aan de meest eenvoudigen, door te geven. Hij schrijft: “Als ge wijs zijt, begrijpt ge dat ge geschapen zijt voor Gods glorie en voor uw eeuwig heil. Dat is uw doel, de kern van uw ziel, de schat van uw hart. Waardeer dus als een echte weldaad al wat u bij uw doel brengt en als een echt kwaad al wat u daarvan afbrengt. Gunstige gebeurtenissen of tegenkanting, rijkdom en armoede, gezondheid en ziekte, eer en smaad, leven en dood, de wijze moet ze niet zoeken noch vluchten. Zij zijn slechts goed en wenselijk indien zij bijdragen tot Gods glorie en tot uw eeuwig geluk, zij zijn slecht en men moet ze ontvluchten indien zij een hindernis vormen” grad. 1[[4056]].
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Deze woorden zijn zeker niet voorbijgestreefd, het zijn woorden waarover wij vandaag lang moeten mediteren om onze weg op deze aarde te oriënteren. Zij herinneren ons dat de Heer het doel is van ons leven, de God die zich in Jezus Christus geopenbaard heeft, in wie Hij ons blijft roepen en in wie Hij ons de gemeenschap met Hem belooft. Zij herinneren ons aan het belang zich aan de Heer over te geven, zich geheel te geven aan een leven in trouw aan het Evangelie, iedere omstandigheid en activiteit van ons leven vanuit het geloof en het gebed te aanvaarden en te belichten, steeds gericht op de vereniging met Hem.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/4054-h-robertus-bellarminus-nl