Mane nobiscum, Domine
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Mane nobiscum, Domine
Blijf bij ons, Heer
Paus Johannes Paulus II
7 oktober 2004
Pauselijke geschriften - Apostolische Brieven
2004, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vert. vanuit het Italians
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
7 oktober 2004
Past. Chr. van Buijtenen, pr.
3 juni 2022
351
nl
Referenties naar dit document: 8
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- HOOFDSTUK -1 Inleiding
1
Zo luidde de uitnodiging die de twee leerlingen, die op de dag van de verrijzenis op weg gegaan waren naar Emmaüs, bedroefd richtten tot de Wandelaar die zich op hun tocht bij hen gevoegd had. Gebukt als zij gingen onder bedroefde gedachten, kwam het niet bij hen op dat die onbekende hun intussen verrezen Meester was. Wel werden ze een innerlijke "gloed" (Lc. 24, 32) [[b:Lc. 24, 32]] gewaar, terwijl Hij met hen sprak en hun de Schriften "uitlegde." (Lc.24, 31) [[b:Lc.24, 31]] Bij alle schemer van de dag die ten einde liep, en van de duisternis die over hun ziel lag, was die Wandelaar een straal van licht die de hoop deed opleven en hun hart in verlangen opende voor het volle licht. "Blij bij ons", smeekten zij. En Hij aanvaardde die uitnodiging. Even later zou het gelaat van Jezus verdwijnen, maar de Meester "blijven", onder de sluier van "het gebroken brood", waarbij hun de ogen waren open gegaan.
Aan de Bisschoppen,"Blijf bij ons, Heer, want het wordt avond" (Lc. 24, 29) [[b:Lc. 24, 29]].
Priesters en diakens,
En aan de gelovigen
Bij gelegenheid van het Jaar van de Eucharistie [d:5]
OKTOBER 2004 - OKTOBER 2005
Zo luidde de uitnodiging die de twee leerlingen, die op de dag van de verrijzenis op weg gegaan waren naar Emmaüs, bedroefd richtten tot de Wandelaar die zich op hun tocht bij hen gevoegd had. Gebukt als zij gingen onder bedroefde gedachten, kwam het niet bij hen op dat die onbekende hun intussen verrezen Meester was. Wel werden ze een innerlijke "gloed" (Lc. 24, 32) [[b:Lc. 24, 32]] gewaar, terwijl Hij met hen sprak en hun de Schriften "uitlegde." (Lc.24, 31) [[b:Lc.24, 31]] Bij alle schemer van de dag die ten einde liep, en van de duisternis die over hun ziel lag, was die Wandelaar een straal van licht die de hoop deed opleven en hun hart in verlangen opende voor het volle licht. "Blij bij ons", smeekten zij. En Hij aanvaardde die uitnodiging. Even later zou het gelaat van Jezus verdwijnen, maar de Meester "blijven", onder de sluier van "het gebroken brood", waarbij hun de ogen waren open gegaan.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Het beeld van de leerlingen van Emmaüs leent zich goed om oriëntatie te geven aan een jaar waarin men de Kerk zich in het bijzonder zal zien toeleggen op de beleving van het mysterie van de heilige Eucharistie. Op de weg van onze vragen en ongerustheden, en soms van onze bittere ontgoochelingen, blijft de goddelijke Wandelaar zich bij ons voegen als onze tochtgenoot, om ons met zijn uitleg van de Schriften te brengen tot het verstaan van de mysteries van God. Bereikt die ontmoeting haar volheid, dan komt in de plaats van het licht van het Woord het licht dat voortkomt uit het "Brood des Levens", waarmee Christus in de hoogste mate zijn belofte vervult "met ons te zullen blijven alle dagen tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 20) [b:Mt. 28, 20].
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het "breken van het brood" - zoals de Eucharistie in het begin genoemd werd - heeft altijd in het centrum gestaan van het leven van de Kerk. Daarin stelt Christus, in het verloop van de tijd, het mysterie van zijn dood en verrijzenis tegenwoordig. Hijzelf wordt er in eigen persoon ontvangen als "het levend brood dat uit de hemel is neergedaald" (Joh. 6, 51) [b:Joh. 6, 51], en met Hem wordt ons het onderpand van het eeuwig leven gegeven, waardoor wij een voorsmaak hebben van het eeuwig gastmaal van het hemels Jeruzalem. Al vaker en nog onlangs in de encycliek Ecclesia de Eucharistia [87] heb ik de Kerk uitgenodigd zich op de Eucharistie te bezinnen, waarmee ik in het spoor trad van het onderricht van de Vaders, van de Oecumenische Concilies en van mijn eigen Voorgangers. Het is dan ook niet mijn bedoeling om met dit schrijven nog eens het onderricht aan te bieden dat al gegeven is. Ik verwijs ernaar, opdat men er zich in zal verdiepen en het zich eigen zal maken. Ik meen echter dat, juist met het oog daarop, een Jaar dat geheel gewijd zal zijn aan dit wonderbaar Sacrament, een grote hulp zal zijn.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zoals bekend zal het Jaar van de Eucharistie [d:5] lopen van oktober 2004 tot oktober 2005. De gunstige gelegenheid tot een dergelijk initiatief werd me geboden door twee gebeurtenissen die er heel geschikt het begin en het einde van zullen markeren: het Internationaal Eucharistisch Congres [d:29] dat gehouden gaat worden van 10 - 17 oktober 2004 in Guadalajara (Mexico), en de gewone vergadering van de Bisschoppensynode die van 2 tot 29 oktober 2005 gehouden zal worden in het Vaticaan over het thema: "De Eucharistie als bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk." Nog een andere overweging heeft mij bij deze stap richting gewezen: in dit jaar valt ook de Werelddag van de Jongeren, die in Keulen gehouden zal worden van 16-21 augustus 2005 [d:2]. De Eucharistie is het vitale centrum waaromheen ik verlang dat de jongeren zich verzamelen om hun geloof en hun enthousiasme te voeden. De gedachte aan een dergelijk eucharistisch initiatief leefde al geruime tijd in mijn hart: het vormt de voor de hand liggende volgende stap in de lijn van de pastorale oriëntatie die ik aan de Kerk heb willen meegeven, met name vanaf de voorbereidingsjaren op het Jubileum, en die ik weer heb opgepakt in de jaren daarna.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Het is mijn bedoeling in deze apostolische Brief deze continuïteit in pastorale oriëntatie te onderstrepen, opdat ieder er gemakkelijker de geestelijke strekking van begrijpen kan. Voor wat betreft de concrete invulling van het Jaar van de Eucharistie, reken ik op de persoonlijke zorg van de Herders van de particuliere Kerken. Hun toegewijde liefde voor dit zo grote Mysterie zal hun zeker de juiste initiatieven suggereren. Overigens zal het mijn broeders in het bisschopsambt niet moeilijk vallen om in te zien dat dit initiatief, kort na de afsluiting van het Jaar van de Rozenkrans, zich op een dusdanig diep geestelijk vlak situeert dat het op geen enkele wijze de pastorale programma's van de afzonderlijke kerken doorkruist. Het kan ze integendeel verlichten door ze te verankeren in het Mysterie dat de wortel en het geheim is van het geestelijk leven van de gelovigen, evenals van elk initiatief van de plaatselijke kerk. Ik vraag dan ook niet de eigen pastorale wegen van de afzonderlijke kerken te onderbreken, maar daarin de eucharistische dimensie te accentueren die eigen is aan het christelijk leven. Van mijn kant wil ik met deze Brief enkele fundamentele oriëntaties aanreiken in het vertrouwen dat het Volk van God in haar diverse geledingen mijn voorstel met bereidwillige volgzaamheid en vurige liefde wil aannemen!
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 In het spoor van het Concilie en van het Jubileum
- Artikel 1 Met de blik op Christus gericht
6
Tien jaar geleden mocht ik tot mijn vreugde in Tertio millennio adveniente [265] (10 november 1994) de Kerk de weg wijzen van voorbereiding op het Grote Jubileum van het Jaar 2000 [d:17]. Naar mijn gevoelen tekende zich die historische aanleiding aan de horizon af als een grote genade. Nee, ik maakte mij niet de illusie dat een eenvoudige gebeurtenis op chronologisch vlak, hoe suggestief ook, uit zichzelf grote veranderingen te weeg zou brengen. Helaas wijzen de feiten sinds het begin van het nieuwe millennium op een wreed soort continuïteit met de gebeurtenissen van voor de eeuwwisseling, en dikwijls met de allerergste daarvan. Een scenario is komen opdoemen dat, naast troostrijke perspectieven, donkere schaduwen van geweld en bloed laat zien die ons steeds weer bedroeven. Maar toen ik de Kerk uitnodigde om het Jubileum te vieren van tweeduizend jaar Menswording was ik er terdege van overtuigd - en dat ben ik nu meer dan ooit - te werken voor de "lange termijnen" van de mensheid.
Christus is inderdaad het middelpunt, niet alleen van de geschiedenis van de Kerk, maar ook van de geschiedenis van de mensheid. In Hem wordt alles onder één hoofd gebracht. (Ef. 1, 10; Kol. 1, 15-20) [[b:Ef. 1, 10; Kol. 1, 15-20]] Wie herinnert zich niet het élan waarmee het Tweede Vaticaans Concilie met de woorden van paus Paulus VI beleed dat Christus "het doel is van de mensengeschiedenis, het punt waarnaar alle verlangens van de geschiedenis en van de beschaving convergeren, het centrum van de mensheid, de vreugde van alle harten en de vervulling van hun verlangens." Gaudium et Spes [[575|45]] Het onderricht van het Concilie droeg nieuwe en verdiepte kennis aan van het wezen van de Kerk, terwijl het de harten van de gelovigen opende voor een opmerkzamer begrip van zowel de geloofsgeheimen als de aardse werkelijkheden zelf in het licht van Christus. In Hem, het vleesgeworden Woord, is immers niet alleen het mysterie van God geopenbaard, maar ook het mysterie zelf van de mens. Gaudium et Spes [[575|22]] In Hem vindt de mens verlossing en volheid.
Christus is inderdaad het middelpunt, niet alleen van de geschiedenis van de Kerk, maar ook van de geschiedenis van de mensheid. In Hem wordt alles onder één hoofd gebracht. (Ef. 1, 10; Kol. 1, 15-20) [[b:Ef. 1, 10; Kol. 1, 15-20]] Wie herinnert zich niet het élan waarmee het Tweede Vaticaans Concilie met de woorden van paus Paulus VI beleed dat Christus "het doel is van de mensengeschiedenis, het punt waarnaar alle verlangens van de geschiedenis en van de beschaving convergeren, het centrum van de mensheid, de vreugde van alle harten en de vervulling van hun verlangens." Gaudium et Spes [[575|45]] Het onderricht van het Concilie droeg nieuwe en verdiepte kennis aan van het wezen van de Kerk, terwijl het de harten van de gelovigen opende voor een opmerkzamer begrip van zowel de geloofsgeheimen als de aardse werkelijkheden zelf in het licht van Christus. In Hem, het vleesgeworden Woord, is immers niet alleen het mysterie van God geopenbaard, maar ook het mysterie zelf van de mens. Gaudium et Spes [[575|22]] In Hem vindt de mens verlossing en volheid.
Referenties naar alinea 6: 1
Missie: Brood gebroken voor het leven van de wereld ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Aan het begin van mijn pontificaat heb ik in de Encycliek Redemptor Hominis [237] deze thematiek uitvoerig uitgewerkt, en in verschillende andere omstandigheden weer opgepakt. Het jubileum [d:17] vormde het gunstige moment om de aandacht van de gelovigen op deze fundamentele waarheid te vestigen. De voorbereiding van dit grote gebeuren stond helemaal in het teken van de Drie-eenheid, terwijl Christus centraal stond. In deze opzet mocht uiteraard de Eucharistie niet worden vergeten. Nu wij ons opmaken een jaar van de Eucharistie te gaan vieren, herinner ik er graag aan dat ik al in Tertio millennio adveniente [265] schreef: "Het jaar 2000 zal een intens eucharistisch jaar zijn: in het sacrament van de Eucharistie blijft de Heiland, die 20 eeuwen geleden vleesgeworden is in de schoot van Maria, zich geven aan de mensheid als bron van goddelijk leven." Tertio millennio adveniente [[265|55]] Het Internationaal Eucharistisch Congres dat in Rome [d:18] gevierd werd, gaf concrete invulling aan dit aspect van het Grote Jubileum. Hier past het ook eraan te herinneren dat ik, terwijl de voorbereiding van het Jubileum in volle gang was, in de apostolische Brief Dies Domini [402] de gelovigen heb voorgehouden zich te bezinnen op de zondag als dag van de verrezen Heer en als bijzondere dag van de Kerk. Ik heb toen allen uitgenodigd om de Eucharistieviering opnieuw te ontdekken als het hart van de zondag. vgl: Dies Domini [[[402|32-34]]]
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Het gelaat van Christus beschouwen samen met Maria
8
Wat het Grote Jubileum ons heeft nagelaten werd in zekere zin bijeengebracht in de apostolische Brief Novo millennio ineunte [9]. In dit programmatisch document suggereerde ik een perspectief van pastorale inzet, gefundeerd op de beschouwing van het gelaat van Christus, in het kader van een kerkelijke pedagogie die in staat is de "hoge maat"aan te leggen van de heiligheid, welke vooral gezocht wordt door de beoefening van de kunst van het bidden. (heiligheid) [[9|30-31]] en (gebed) [[9|32-34]] Hoe zou in dit perspectief de liturgische inzet en in het bijzonder de aandacht voor het eucharistische leven kunnen ontbreken? Ik schreef toen: "In de twintigste eeuw heeft, met name na het Concilie, de wijze waarop de christelijke gemeenschap de sacramenten viert, en met name de eucharistie, een sterke ontwikkeling doorgemaakt. Men moet in deze richting verder gaan en een bijzondere nadruk leggen op de zondagse eucharistieviering en op de zondag zelf, die beleefd wordt als een speciale dag van het geloof, als de dag van de verrezen Heer en van de gave van de heilige Geest, als het Pasen van de week." Novo millennio ineunte [[9|35]] In de context van de opvoeding tot gebed nodigde ik daarna uit ook het Getijdengebed te cultiveren, waardoor de Kerk de verschillende uren van de dag heiligt evenals het ritme van de tijd volgens de eigen geleding van het liturgisch jaar.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Vervolgens heb ik het Jaar van de Rozenkrans afgekondigd en de apostolische Brief Rosarium Virginis Mariae [79] laten verschijnen. Daarin heb ik de draad van de beschouwing van het gelaat van Christus weer opgepakt, nu vanuit het mariale perspectief door een nieuwe aanbeveling van het Rozenkransgebed. Dit traditionele gebed, zo aanbevolen door het Leergezag en zo geliefd bij het volk van God, heeft inderdaad een uitgesproken Bijbelse en evangelische vorm, is vooral gecentreerd rond de naam en het gelaat van Jezus, en gefocust op de beschouwing van de geheimen en de herhaling van het Weesgegroet. Zijn verloop in herhalingsvorm vormt zoiets als een pedagogie van de liefde om het hart te doen ontbranden in dezelfde liefde die Maria koestert jegens haar Zoon. De eeuwenlange ontwikkeling van deze bevoorrechte vorm van contemplatie heb ik naar een verdere rijpheid willen brengen en er nog meer een samengevat evangelie van willen maken door er de geheimen van het licht in op te nemen. Rosarium Virginis Mariae [[79|19]] En staat niet bovenaan de mysteries van het licht de heilige Eucharistie?
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Van het jaar van de Rozenkrans naar het Jaar van de Eucharistie
10
Precies in het hart van het Jaar van de Rozenkrans heb ik de encycliek Ecclesia de Eucharistia [87] uitgevaardigd, waarmee ik het mysterie van de Eucharistie wilde belichten in zijn onlosmakelijke en vitale band met de Kerk. Ik heb eenieder opgeroepen het eucharistisch Offer te vieren met de inzet die het verdient, en aan Jezus die, ook buiten de Mis, in de Eucharistie aanwezig is, een eredienst van aanbidding te bewijzen die een zo groot Mysterie waardig is. Ik heb vooral gewezen op de noodzaak van een eucharistische spiritualiteit en als model daarvoor op Maria gewezen, "de vrouw van de Eucharistie." Ecclesia de Eucharistia [[87|53]]
Het Jaar van de Eucharistie [d:5] staat dus tegen een achtergrond die van jaar tot jaar rijker is geworden en die toch steeds goed verankerd bleef in het thema van Christus en van de beschouwing van zijn Gelaat. In zekere zin dient het zich aan als een jaar van synthese, als een soort top van heel de afgelegde weg Zoveel zou er te zeggen zijn over hoe dit Jaar goed te beleven. Ik zal mij ertoe beperken enkele perspectieven aan te geven die allen kunnen helpen om naar eenzelfde verlichte en vruchtbare grondhouding toe te groeien.
Het Jaar van de Eucharistie [d:5] staat dus tegen een achtergrond die van jaar tot jaar rijker is geworden en die toch steeds goed verankerd bleef in het thema van Christus en van de beschouwing van zijn Gelaat. In zekere zin dient het zich aan als een jaar van synthese, als een soort top van heel de afgelegde weg Zoveel zou er te zeggen zijn over hoe dit Jaar goed te beleven. Ik zal mij ertoe beperken enkele perspectieven aan te geven die allen kunnen helpen om naar eenzelfde verlichte en vruchtbare grondhouding toe te groeien.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 De Eucharistie een mysterie van Licht
- Artikel 1 "Hij verklaarde hun wat in al de Schriften op Hem betrekking had" (Lc. 24, 27)
11
Het verhaal van de verschijning van de verrezen Jezus aan de twee leerlingen van Emmaüs helpt ons de aandacht te vestigen op een eerste aspect van het mysterie van de Eucharistie dat altijd aanwezig moet zijn in de devotie van het volk van God: de Eucharistie als een mysterie van licht! In welke zin kan men dit zeggen, en wat houdt dat in voor de spiritualiteit en het christelijk leven?
Jezus heeft zichzelf aangeduid als "het licht van de wereld" (Joh. 8, 12) [b:Joh. 8, 12], en deze eigenschap blijkt heel duidelijk in levensmomenten van Hem als de Gedaanteverandering en de Verrijzenis, momenten waarop zijn goddelijke heerlijkheid helder straalt. In de Eucharistie is die heerlijkheid van Christus integendeel versluierd. Het eucharistisch Sacrament is bij uitstek "het geheim van het geloof" (mysterium fidei). En toch maakt Christus zich door dit mysterie van zijn totale verborgenheid tot mysterie van licht, waardoor de gelovige binnengeleid wordt in de diepte van het goddelijk leven. Dankzij een gelukkige intuïtie plaatst de beroemde icoon van de Drievuldigheid van Rublëv de Eucharistie dan ook in het centrum van het trinitaire leven.
Jezus heeft zichzelf aangeduid als "het licht van de wereld" (Joh. 8, 12) [b:Joh. 8, 12], en deze eigenschap blijkt heel duidelijk in levensmomenten van Hem als de Gedaanteverandering en de Verrijzenis, momenten waarop zijn goddelijke heerlijkheid helder straalt. In de Eucharistie is die heerlijkheid van Christus integendeel versluierd. Het eucharistisch Sacrament is bij uitstek "het geheim van het geloof" (mysterium fidei). En toch maakt Christus zich door dit mysterie van zijn totale verborgenheid tot mysterie van licht, waardoor de gelovige binnengeleid wordt in de diepte van het goddelijk leven. Dankzij een gelukkige intuïtie plaatst de beroemde icoon van de Drievuldigheid van Rublëv de Eucharistie dan ook in het centrum van het trinitaire leven.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De Eucharistie is vóór alles "licht" omdat in elke Mis de liturgie van het Woord vooraf gaat aan de liturgie van de eucharistie, in de eenheid van de twee "tafels", die van het Woord en die van het Brood. Deze continuïteit zien we ook in de uiteenzetting over de eucharistie in het evangelie volgens Johannes, waar de verkondiging van Jezus begint met een fundamentele uiteenzetting over zijn mysterie om dan over te gaan tot een belichting van de eigenlijke eucharistische dimensie: "Mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank" (Joh. 6, 55) [b:Joh. 6, 55]. We weten dat een groot deel van zijn toehoorders het daar heel moeilijk mee had, en dat het Petrus er toe bracht woordvoerder te worden van al de andere apostelen en van de Kerk van alle tijden: "Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven" (Joh. 6, 68) [b:Joh. 6, 68]. In het verhaal van de leerlingen van Emmaüs neemt Christus zelf het initiatief om, "te beginnen bij Mozes en al de profeten", duidelijk te maken hoe "al de Schriften" betrekking hebben op het mysterie van zijn Persoon. (Lc. 24, 27) [[b:Lc. 24, 27]] Zijn woorden doen het hart van de leerlingen "branden", onttrekken hen aan de duisternis van de droefheid en de wanhoop, en wekken in hen het verlangen om bij Hem te blijven: "Blijf bij ons, Heer". (Lc. 24, 29) [[b:Lc. 24, 29]]
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De Vaders van het Tweede Vaticaans Concilie hebben in de Constitutie Sacrosanctum Concilium [570] hun wil uitgesproken dat "de tafel van het woord" voor de gelovigen de schatten van de heilige Schrift overvloedig zou ontsluiten. Sacrosanctum Concilium [[570|51]] Daarom vonden zij het goed dat in de viering van de liturgie met name de Bijbellezingen in een taal zouden worden gehouden die allen kunnen verstaan. Christus zelf spreekt tot ons wanneer in de Kerk de heilige Schrift wordt gelezen. Sacrosanctum Concilium [[570|7]] Tegelijkertijd hebben zij de celebrant de homilie aanbevolen als onderdeel van de liturgie zelf, bedoeld om het Woord van God toe te lichten en het toe te passen op het christelijk leven nu. Sacrosanctum Concilium [[570|52]] Veertig jaar na het Concilie kan het Jaar van de Eucharistie [d:5] een belangrijke aanleiding vormen voor de christengemeenschappen zich op dit punt te toetsen. Het is immers niet voldoende dat de Bijbelperikopen in een verstaanbare taal voorgelezen worden, als de verkondiging niet gebeurt met die zorg, die voorbereiding, die godvruchtige luisterhouding en die meditatieve stilte die nodig zijn, wil het Woord van God het leven kunnen raken en verlichten.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 "Zij herkenden Hem aan het breken van het brood" (Lc. 24, 35)
14
Het is veelzeggend dat de beide leerlingen van Emmaüs, nadat ze goed voorbereid waren door de woorden van de Heer, Hem aan tafel hebben herkend aan het eenvoudige gebaar van "het breken van het brood" . Als het verstand eenmaal is verlicht en het hart verwarmd, gaan de tekenen "spreken". De Eucharistie voltrekt zich in een dynamische context van tekenen die een veelzeggende en lichtbrengende boodschap bevatten. Het is juist door de tekenen dat het mysterie zich in zekere zin opent voor de ogen van de gelovige.
Het is, zoals ik in de encycliek Ecclesia de Eucharistia [87] heb benadrukt, van belang dat geen enkele dimensie van dit Sacrament verwaarloosd wordt. De mens is immers steeds geneigd de Eucharistie te herleiden tot de eigen dimensies, terwijl het in werkelijkheid de mens is die zich moet openen voor de dimensies van het Mysterie. "De Eucharistie is een te groot geschenk dan dat wij dubbelzinnigheid en verschraling van de betekenis ervan zouden mogen dulden." Ecclesia de Eucharistia [[87|10]]
Het is, zoals ik in de encycliek Ecclesia de Eucharistia [87] heb benadrukt, van belang dat geen enkele dimensie van dit Sacrament verwaarloosd wordt. De mens is immers steeds geneigd de Eucharistie te herleiden tot de eigen dimensies, terwijl het in werkelijkheid de mens is die zich moet openen voor de dimensies van het Mysterie. "De Eucharistie is een te groot geschenk dan dat wij dubbelzinnigheid en verschraling van de betekenis ervan zouden mogen dulden." Ecclesia de Eucharistia [[87|10]]
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zonder enige twijfel is de meest in het oog springende dimensie van de Eucharistie die van de maaltijd. De Eucharistie is op de avond van Witte Donderdag ontstaan in de context van het paasmaal. Daarom staat het maaltijdkarakter in haar structuur ingegrift: "Neemt en eet... Daarna nam Hij de beker en ... reikte hen die toe met de woorden: Drinkt allen hieruit..." (Mt. 26, 26.27) [b:Mt. 26, 26.27]. Dit aspect laat goed uitkomen dat God met ons een band wil aangaan van gemeenschap (communio), een band die wij ook met elkaar moeten ontwikkelen.
Toch mag niet worden vergeten dat de eucharistische maaltijd ook ten diepste en primair een offerkarakter draagt. Ecclesia de Eucharistia [[87|10]] Redemptionis Sacramentum [[569|38]] Christus stelt daarin voor ons het offer tegenwoordig dat eens voor al op Golgotha werd gebracht. Ook al is Hij er als Verrezene tegenwoordig, toch draagt Hij de tekenen van zijn lijden, waarvan elke Heilige Mis de gedachtenis (memoriale) vormt, zoals de liturgie ons herinnert bij de acclamatie na de consecratie: "Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden ... dat Gij verrezen zijt." Terwijl zij enerzijds wat in het verleden gebeurd is, in het heden tegenwoordig stelt, richt de Eucharistie ons ook op wat nog staat te gebeuren: de definitieve komst van Christus aan het einde van de geschiedenis. Dit "eschatologische" aspect geeft aan het Sacrament van de Eucharistie een impliciete dynamiek, wat aan de christelijke weg de vaart verleent van de hoop.
Toch mag niet worden vergeten dat de eucharistische maaltijd ook ten diepste en primair een offerkarakter draagt. Ecclesia de Eucharistia [[87|10]] Redemptionis Sacramentum [[569|38]] Christus stelt daarin voor ons het offer tegenwoordig dat eens voor al op Golgotha werd gebracht. Ook al is Hij er als Verrezene tegenwoordig, toch draagt Hij de tekenen van zijn lijden, waarvan elke Heilige Mis de gedachtenis (memoriale) vormt, zoals de liturgie ons herinnert bij de acclamatie na de consecratie: "Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden ... dat Gij verrezen zijt." Terwijl zij enerzijds wat in het verleden gebeurd is, in het heden tegenwoordig stelt, richt de Eucharistie ons ook op wat nog staat te gebeuren: de definitieve komst van Christus aan het einde van de geschiedenis. Dit "eschatologische" aspect geeft aan het Sacrament van de Eucharistie een impliciete dynamiek, wat aan de christelijke weg de vaart verleent van de hoop.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 "Ik ben met u alle dagen..." (Mt. 28, 20)
16
Al deze dimensies van de Eucharistie komen samen in een aspect dat nog het meest van alle ons geloof op de proef stelt: het mysterie van de "werkelijke" tegenwoordigheid. Samen met heel de traditie van de Kerk geloven wij dat Jezus onder de eucharistische gedaanten werkelijk tegenwoordig is. Een tegenwoordigheid, zoals Paus Paulus VI zo treffend heeft uitgelegd, die "werkelijk" genoemd wordt niet in de exclusieve zin alsof de andere vormen van tegenwoordigheid niet werkelijk zouden zijn, maar in de benadrukkende zin, omdat Christus er zich geheel en al en substantieel aanwezig stelt in de werkelijkheid van zijn lichaam en zijn bloed. vgl: Mysterium Fidei [[[392|39]]] vgl: Eucharisticum Mysterium [[[1560|9]]] Vandaar dat het geloof ons vraagt om, als we bij de Eucharistie verblijven, dat te doen in het besef dat we bij Christus zelf zijn. Juist het feit van zijn aanwezigheid geeft aan de andere dimensies - die van de maaltijd, van de gedachtenis van het paasmysterie en van de eschatologische voorsmaak - een betekenis die ver uitgaat boven een louter symbolische. De Eucharistie is een mysterie van aanwezigheid, waardoor de belofte van Jezus op de hoogste wijze in vervulling gaat, dat Hij met ons zou zijn tot aan het einde van de wereld.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Vieren, aanbidden, beschouwen
17
Wat een groot mysterie, de Eucharistie! Een mysterie dat vóór alles goed gevierd moet worden. Het is nodig dat de heilige Mis in het centrum geplaatst wordt van het christelijk leven, en dat in elke gemeenschap er alles aan gedaan wordt om haar waardig te vieren, volgens de vastgestelde normen, met de deelname van het volk, gebruik makend van de verschillende bedieningen door hen de taken te laten uitvoeren die voor hen voorzien zijn, en ook met een serieuze aandacht voor het sacrale aspect dat aan de zang en de liturgische muziek eigen moet zijn. Een concrete invulling van dit Jaar van de Eucharistie zou kunnen zijn om in elke parochiegemeenschap een grondige studie te maken van de Beginselen en normen bij het gebruik van het Romeins Missaal. Verder blijft het getrouw volgen van het liturgisch Jaar een bijzonder vruchtbare manier om ingevoerd te raken in het mysterie van heil dat zich in de heilige "tekenen" voltrekt. Laten de Herders zich inspannen om deze "mystagogische" catechese te geven, die zo dierbaar was aan de Kerkvaders en die helpt om de betekenissen van de gebaren en woorden van de Liturgie te ontdekken. Het helpt de gelovigen om vanuit de tekenen bij het mysterie te komen en daar met heel hun bestaan in op te gaan.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Het is in het bijzonder nodig, zowel tijdens de viering van de Mis als bij de verering van de Eucharistie buiten de Mis, het besef te verlevendigen van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus, door zorgvuldig daarvan te getuigen in stemgeluid, in gebaren en bewegingen, en in heel het gedrag. Op dit punt herinneren de normen - en zelf heb ik dat onlangs nog eens kunnen onderstrepen Spiritus et Sponsa [[660|13]] - aan het belang dat gehecht moet worden aan de momenten van stilte, zowel tijdens de viering als tijdens de aanbidding van de Eucharistie. In één woord: het is noodzakelijk dat zowel de bedienaren als de gelovigen in heel hun manier van omgaan met de Eucharistie getuigen van een uiterste eerbied. vgl: Redemptionis Sacramentum [[[569]]] De aanwezigheid van Jezus in het tabernakel moet een steeds groter aantal zielen gaan aantrekken die in van liefde tot Hem vervuld zijn, en die in staat zijn om lang naar zijn stem te luisteren en als het ware zijn hart horen kloppen. "Proeft en ziet hoe goed de Heer is!" (Ps. 34, 9) [b:Ps. 34, 9].
Laat parochiegemeenschappen en religieuze gemeenschappen zich dit jaar in het bijzonder inzetten voor de aanbidding van de Eucharistie buiten de Mis. Laten wij uitgestrekt ter aarde neerliggen voor Jezus in de Eucharistie, en met ons geloof en onze liefde eerherstel brengen voor de verwaarlozing en de veronachtzaming en zelfs de beledigingen, die onze Heiland op zoveel plaatsen ter wereld te verduren heeft. Laten wij onze persoonlijke en gemeenschappelijke contemplatie uitdiepen in de aanbidding, daarbij ook gebruik makend van handreikingen tot gebed, steeds ontleend aan het Woord van God en aan de ervaring van zovele mystici van vroeger en van nu. De Rozenkrans zelf, verstaan in zijn diepe Bijbelse en christocentrische betekenis, die ik in mijn apostolische brief Rosarium Virginis Mariae [79] heb aanbevolen, zal een bijzonder geschikte weg kunnen zijn om te komen tot eucharistische contemplatie, een weg die gegaan wordt in het gezelschap en de leerschool van Maria. Rosarium Virginis Mariae [[79|37]]
Laat men dit jaar met een bijzondere vurigheid het Hoogfeest van het Lichaam en Bloed des Heren [d:346] vieren met zijn traditionele processie. Laat het geloof in God, die door vlees te worden zich tot onze reisgezel heeft gemaakt, overal verkondigd worden en in het bijzonder in onze straten en temidden van onze huizen, als uitdrukking van onze dankbare liefde en als bron van onuitputtelijke zegeningen.
Laat parochiegemeenschappen en religieuze gemeenschappen zich dit jaar in het bijzonder inzetten voor de aanbidding van de Eucharistie buiten de Mis. Laten wij uitgestrekt ter aarde neerliggen voor Jezus in de Eucharistie, en met ons geloof en onze liefde eerherstel brengen voor de verwaarlozing en de veronachtzaming en zelfs de beledigingen, die onze Heiland op zoveel plaatsen ter wereld te verduren heeft. Laten wij onze persoonlijke en gemeenschappelijke contemplatie uitdiepen in de aanbidding, daarbij ook gebruik makend van handreikingen tot gebed, steeds ontleend aan het Woord van God en aan de ervaring van zovele mystici van vroeger en van nu. De Rozenkrans zelf, verstaan in zijn diepe Bijbelse en christocentrische betekenis, die ik in mijn apostolische brief Rosarium Virginis Mariae [79] heb aanbevolen, zal een bijzonder geschikte weg kunnen zijn om te komen tot eucharistische contemplatie, een weg die gegaan wordt in het gezelschap en de leerschool van Maria. Rosarium Virginis Mariae [[79|37]]
Laat men dit jaar met een bijzondere vurigheid het Hoogfeest van het Lichaam en Bloed des Heren [d:346] vieren met zijn traditionele processie. Laat het geloof in God, die door vlees te worden zich tot onze reisgezel heeft gemaakt, overal verkondigd worden en in het bijzonder in onze straten en temidden van onze huizen, als uitdrukking van onze dankbare liefde en als bron van onuitputtelijke zegeningen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 De Eucharistie oorsprong en Epifanie van communio
19
"Blijft in Mij zoals Ik in u" (Joh. 15, 4)
Op het verzoek van de leerlingen van Emmaüs dat Hij toch "bij" hen zou blijven, antwoordde Jezus met een nog groter gave: door het sacrament van de Eucharistie vond Hij een manier om "in" hen te blijven. De Eucharistie ontvangen wil zeggen: binnengaan in een diepe gemeenschap (communio) met Jezus. "Blijf in Mij zoals Ik in u" (Joh. 15, 4) [b:Joh. 15, 4]. Deze betrekking van een intiem en wederzijds "blijven", maakt het ons mogelijk om in zekere zin al hier op aarde op de hemel vooruit te lopen. Ligt daar niet het diepste verlangen van de mens? Is dat niet wat God voor ogen stond, toen Hij in de geschiedenis zijn heilsplan realiseerde? Zelf heeft Hij in het hart van de mens de "honger" naar zijn Woord gelegd (Am. 8, 11) [[b:Am. 8, 11]], een honger die pas gestild zal zijn in de volledige vereniging met Hem. De eucharistische communio is ons gegeven om ons op deze aarde met God te "verzadigen", in afwachting van het volledig gestild worden in de hemel.
Op het verzoek van de leerlingen van Emmaüs dat Hij toch "bij" hen zou blijven, antwoordde Jezus met een nog groter gave: door het sacrament van de Eucharistie vond Hij een manier om "in" hen te blijven. De Eucharistie ontvangen wil zeggen: binnengaan in een diepe gemeenschap (communio) met Jezus. "Blijf in Mij zoals Ik in u" (Joh. 15, 4) [b:Joh. 15, 4]. Deze betrekking van een intiem en wederzijds "blijven", maakt het ons mogelijk om in zekere zin al hier op aarde op de hemel vooruit te lopen. Ligt daar niet het diepste verlangen van de mens? Is dat niet wat God voor ogen stond, toen Hij in de geschiedenis zijn heilsplan realiseerde? Zelf heeft Hij in het hart van de mens de "honger" naar zijn Woord gelegd (Am. 8, 11) [[b:Am. 8, 11]], een honger die pas gestild zal zijn in de volledige vereniging met Hem. De eucharistische communio is ons gegeven om ons op deze aarde met God te "verzadigen", in afwachting van het volledig gestild worden in de hemel.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Één brood, één lichaam
Maar deze bijzondere intimiteit die in de eucharistische "communio" tot stand komt, kan niet adequaat begrepen noch ten volle beleefd worden buiten de kerkelijke communio. Ik heb dat bij herhaling onderstreept in de encycliek Ecclesia de Eucharistia [87]. De Kerk is het lichaam van Christus: men is "met Christus" onderweg in de mate dat er sprake is van een band "met zijn lichaam". Om deze eenheid te scheppen en te koesteren heeft Christus de Heilige Geest uitgestort. En zelf houdt Hij niet op deze eenheid te bevorderen door zijn eucharistische tegenwoordigheid. Het is inderdaad het ene eucharistische Brood dat ons tot één lichaam maakt. De apostel Paulus bevestigt het: "Omdat het brood één is, vormen wij allen tezamen één lichaam, want allen hebben wij deel aan het ene brood" (1 Kor. 10, 17) [b:1 Kor. 10, 17]. In het mysterie van de Eucharistie bouwt Christus de Kerk op als communio, volgens dat allerhoogste model dat wordt opgeroepen in het hogepriesterlijk gebed: "Zoals gij, Vader, in mij zijt en ik in U, laat zo ook zij in ons één zijn, opdat de wereld gelove dat Gij mij gezonden hebt" (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21].
Maar deze bijzondere intimiteit die in de eucharistische "communio" tot stand komt, kan niet adequaat begrepen noch ten volle beleefd worden buiten de kerkelijke communio. Ik heb dat bij herhaling onderstreept in de encycliek Ecclesia de Eucharistia [87]. De Kerk is het lichaam van Christus: men is "met Christus" onderweg in de mate dat er sprake is van een band "met zijn lichaam". Om deze eenheid te scheppen en te koesteren heeft Christus de Heilige Geest uitgestort. En zelf houdt Hij niet op deze eenheid te bevorderen door zijn eucharistische tegenwoordigheid. Het is inderdaad het ene eucharistische Brood dat ons tot één lichaam maakt. De apostel Paulus bevestigt het: "Omdat het brood één is, vormen wij allen tezamen één lichaam, want allen hebben wij deel aan het ene brood" (1 Kor. 10, 17) [b:1 Kor. 10, 17]. In het mysterie van de Eucharistie bouwt Christus de Kerk op als communio, volgens dat allerhoogste model dat wordt opgeroepen in het hogepriesterlijk gebed: "Zoals gij, Vader, in mij zijt en ik in U, laat zo ook zij in ons één zijn, opdat de wereld gelove dat Gij mij gezonden hebt" (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21].
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Is de Eucharistie oorsprong van de kerkelijke eenheid, zij is er ook de hoogste uitdrukking van. De Eucharistie is epifanie van communio. Daarom stelt de Kerk voorwaarden aan de volledige deelname aan de viering van de Eucharistie. vgl: Ecclesia de Eucharistia [[[87|44]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|908]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium [[[574|(702)]]] vgl: Oecumenisch Directorium [[[1089|(122-125.129-131)]]] vgl: Ad exsequendam - De delictis gravioribus [[[3490]]] De diverse beperkingen moeten ons er steeds meer bewust van maken hoe veeleisend de communio is die Jezus van ons vraagt. Het gaat om een hiërarchische communio, gebaseerd op de erkenning van de diverse taken en ambten, steeds opnieuw bevestigd zoals ook in het eucharistisch gebed bij het noemen van de Paus en de diocesane bisschop. En het gaat om een broederlijke communio, die gevoed wordt met een "spiritualiteit van communio", die ons beweegt tot gevoelens van wederzijdse openheid, genegenheid, begrip en vergeving. vgl: Novo millennio ineunte [[[9|43]]]
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
"Één van hart en één van ziel" (Hand 4, 32)
In iedere heilige Mis worden wij geroepen ons te toetsen aan het communio-ideaal dat het boek van de Handelingen van de Apostelen schetst als model voor de Kerk van alle tijden: een Kerk verzameld rond de apostelen, samengeroepen door het Woord van God, in staat met elkaar niet alleen de geestelijke goederen maar ook de materiële goederen zelf te delen. (Hand. 2, 42-47; Hand. 4, 32-35) [[b:Hand. 2, 42-47; Hand. 4, 32-35]] In dit Jaar van de Eucharistie [d:5] nodigt de Heer ons uit dit ideaal zo dicht mogelijk te benaderen. Laat men daarom bijzonder werk maken van de momenten die de liturgie suggereert om een "statiemis" te houden: waarbij de bisschop in de kathedraal de Eucharistie viert samen met zijn priesters en diakens, en onder deelname van het volk van God in al zijn geledingen. Dat is de belangrijkste "zichtbaar wording" van de Kerk. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|41]]] Maar het zou prijzenswaardig zijn als men nog andere belangrijke gelegenheden zou kiezen, ook op parochieel niveau, opdat de zin voor de communio groeit en uit de viering van de Eucharistie nieuwe vurigheid wordt geput.
In iedere heilige Mis worden wij geroepen ons te toetsen aan het communio-ideaal dat het boek van de Handelingen van de Apostelen schetst als model voor de Kerk van alle tijden: een Kerk verzameld rond de apostelen, samengeroepen door het Woord van God, in staat met elkaar niet alleen de geestelijke goederen maar ook de materiële goederen zelf te delen. (Hand. 2, 42-47; Hand. 4, 32-35) [[b:Hand. 2, 42-47; Hand. 4, 32-35]] In dit Jaar van de Eucharistie [d:5] nodigt de Heer ons uit dit ideaal zo dicht mogelijk te benaderen. Laat men daarom bijzonder werk maken van de momenten die de liturgie suggereert om een "statiemis" te houden: waarbij de bisschop in de kathedraal de Eucharistie viert samen met zijn priesters en diakens, en onder deelname van het volk van God in al zijn geledingen. Dat is de belangrijkste "zichtbaar wording" van de Kerk. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|41]]] Maar het zou prijzenswaardig zijn als men nog andere belangrijke gelegenheden zou kiezen, ook op parochieel niveau, opdat de zin voor de communio groeit en uit de viering van de Eucharistie nieuwe vurigheid wordt geput.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De dag des Heren
Ik wens in het bijzonder dat men dit jaar speciaal moeite doet om de zondag opnieuw te ontdekken en ten volle te beleven als Dag des Heren en als dag van de Kerk. Ik zou heel gelukkig zijn als men nog eens zou overwegen wat ik in de apostolische brief Dies Domini heb geschreven: "In de zondagse Mis herleven de christenen op een bijzonder intense manier de ervaring die de apostelen op de avond van Pasen hebben opgedaan, toen de Verrezene zich aan hen openbaarde terwijl zij bijeen waren. (Joh. 20, 19) [[b:Joh. 20, 19]] In die kleine groep van leerlingen, pril begin van de Kerk, was in zekere zin het volk van God van alle tijden aanwezig". 33 [[402]] Laat van hun kant de priesters in dit jaar van genade een nog grotere aandacht besteden aan de zondagsmis, als een viering waarin de parochiegemeenschap als het ware als een veelstemmig koor aanwezig is, zodat het iets gewoons mag worden er ook de verschillende groepen, bewegingen, en verenigingen aanwezig te zien.
Ik wens in het bijzonder dat men dit jaar speciaal moeite doet om de zondag opnieuw te ontdekken en ten volle te beleven als Dag des Heren en als dag van de Kerk. Ik zou heel gelukkig zijn als men nog eens zou overwegen wat ik in de apostolische brief Dies Domini heb geschreven: "In de zondagse Mis herleven de christenen op een bijzonder intense manier de ervaring die de apostelen op de avond van Pasen hebben opgedaan, toen de Verrezene zich aan hen openbaarde terwijl zij bijeen waren. (Joh. 20, 19) [[b:Joh. 20, 19]] In die kleine groep van leerlingen, pril begin van de Kerk, was in zekere zin het volk van God van alle tijden aanwezig". 33 [[402]] Laat van hun kant de priesters in dit jaar van genade een nog grotere aandacht besteden aan de zondagsmis, als een viering waarin de parochiegemeenschap als het ware als een veelstemmig koor aanwezig is, zodat het iets gewoons mag worden er ook de verschillende groepen, bewegingen, en verenigingen aanwezig te zien.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 De Eucharistie: beginsel en ontwerp van zending
24
"Ze stonden onmiddellijk op en keerden ... terug" (Lc. 24, 33)
Nadat zij de Heer hadden herkend, stonden de twee leerlingen van Emmaüs "onmiddellijk op en keerden ... terug" (Lc. 24, 33) [b:Lc. 24, 33], om te gaan vertellen wat ze gezien en gehoord hadden. Als men de Verrezene waarlijk heeft ervaren door zich met zijn Lichaam en Bloed te voeden, kan men de vreugde die daarbij ondervonden is niet voor zichzelf houden! De ontmoeting met Christus, waar binnen de intimiteit van de Eucharistie voortdurend dieper op wordt ingegaan, wekt in de Kerk en in iedere christen de drang daarvan te getuigen en de Blijde Boodschap te verspreiden. In de homilie [286] waarin ik het Jaar van de Eucharistie aankondigde, heb ik dat onderstreept, onder verwijzing naar de woorden van Paulus: "Telkens als u van dit brood eet en uit deze beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer totdat Hij komt" (1 Kor. 11, 26) [b:1 Kor. 11, 26]. De Apostel brengt de maaltijd en de verkondiging met elkaar in een nauw verband: bij de gedachtenis van het Paasmysterie met Jezus in "communio" treden betekent tegelijkertijd ervaren dat men de plicht heeft om missionaris te worden van het gebeuren dat zich in die ritus voltrekt. Aankondiging "Jaar van de Eucharistie" [[286|1]] Bij de wegzending aan het eind van elke mis, krijgt men echt een opdracht toevertrouwd, waardoor men als christen aangespoord wordt tot inzet voor de verspreiding van het Evangelie en tot christelijke bezieling van de samenleving.
Nadat zij de Heer hadden herkend, stonden de twee leerlingen van Emmaüs "onmiddellijk op en keerden ... terug" (Lc. 24, 33) [b:Lc. 24, 33], om te gaan vertellen wat ze gezien en gehoord hadden. Als men de Verrezene waarlijk heeft ervaren door zich met zijn Lichaam en Bloed te voeden, kan men de vreugde die daarbij ondervonden is niet voor zichzelf houden! De ontmoeting met Christus, waar binnen de intimiteit van de Eucharistie voortdurend dieper op wordt ingegaan, wekt in de Kerk en in iedere christen de drang daarvan te getuigen en de Blijde Boodschap te verspreiden. In de homilie [286] waarin ik het Jaar van de Eucharistie aankondigde, heb ik dat onderstreept, onder verwijzing naar de woorden van Paulus: "Telkens als u van dit brood eet en uit deze beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer totdat Hij komt" (1 Kor. 11, 26) [b:1 Kor. 11, 26]. De Apostel brengt de maaltijd en de verkondiging met elkaar in een nauw verband: bij de gedachtenis van het Paasmysterie met Jezus in "communio" treden betekent tegelijkertijd ervaren dat men de plicht heeft om missionaris te worden van het gebeuren dat zich in die ritus voltrekt. Aankondiging "Jaar van de Eucharistie" [[286|1]] Bij de wegzending aan het eind van elke mis, krijgt men echt een opdracht toevertrouwd, waardoor men als christen aangespoord wordt tot inzet voor de verspreiding van het Evangelie en tot christelijke bezieling van de samenleving.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Voor een dergelijke zending geeft de Eucharistie niet alleen de innerlijke kracht, maar geeft er in zekere zin ook het ontwerp, het project voor. Want zij is een manier van zijn die van Jezus overgaat op de christen en die door middel van diens getuigenis uitstraling zoekt in de samenleving en in de cultuur. Maar wil dat lukken, dan is daarvoor nodig dat elke gelovige zich in persoonlijke en gemeenschappelijke meditatie de waarden eigen maakt die de Eucharistie uitdrukt, de grondhoudingen waartoe zij inspireert, de levensoriëntatie die zij wekt. Zouden we daarin niet de bijzondere opdracht mogen zien die aan het Jaar van de Eucharistie zou mogen ontspringen?
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Dank brengen
Een fundamenteel onderdeel van dit zendingsproject vloeit voort uit de betekenis zelf van het woord "eucharistie": het brengen van dank. In Jezus, in zijn offer, in zijn onvoorwaardelijk "ja" op de wil van de Vader, klinkt het "ja", het "dank u wel", het "amen" van heel de mensheid. Het is de roeping van de Kerk om de mensen aan deze grote waarheid te herinneren. Dat dit gebeurt, is te meer noodzakelijk in onze geseculariseerde cultuur, die de geest van godvergetenheid ademt, en die de lege zelfgenoegzaamheid van de mens cultiveert. Het eucharistisch project vlees en bloed laten worden in het dagelijks leven, waar gewerkt en geleefd wordt - in het gezin, op school, in de fabriek en in de verschillende levensomstandigheden - betekent onder andere ervan getuigen dat van de menselijke werkelijkheid geen rekenschap gegeven kan worden zonder verwijzing naar de Schepper: "Zonder een Schepper verdwijnt het schepsel in het niet". Gaudium et Spes [[575|36]] Deze verwijzing naar wat de mens overstijgt, zet ons aan tot een blijvend "dank u wel" voor al wat we hebben en zijn, en daarmee tot een eucharistische houding. Dat tast de legitieme autonomie van de aardse werkelijkheden niet aan, Gaudium et Spes [[575|36]] maar fundeert die meer in de waarheid en plaatst deze tegelijkertijd binnen haar juiste grenzen.
Laten de christenen in dit Jaar van de Eucharistie [d:5] zich van hun kant inzetten om krachtiger te getuigen van Gods aanwezigheid in de wereld. Laten we niet bang zijn om over God te spreken en met opgeheven hoofd de tekenen van het geloof te dragen. De "cultuur van de Eucharistie" bevordert een cultuur van de dialoog, die in de Eucharistie haar kracht en voedsel vindt. Wie meent dat publieke verwijzing naar het geloof de autonomie van de staat of van de burgerinstellingen zou aantasten, of zelfs houdingen van onverdraagzaamheid zou kunnen oproepen, die vergist zich! Ook al zijn er in de loop van de geschiedenis dwalingen op dit punt geweest, ook onder de gelovigen, zoals ik bij gelegenheid van het Jubileum heb erkend, dan mag dat niet de "christelijke wortels" worden aangerekend, maar veeleer het feit dat de christenen niet naar hun verworteling in het christendom leefden. Wie leert om op de manier van de gekruisigde Christus God te "danken", zal een martelaar kunnen worden, maar nooit een tiran.
Een fundamenteel onderdeel van dit zendingsproject vloeit voort uit de betekenis zelf van het woord "eucharistie": het brengen van dank. In Jezus, in zijn offer, in zijn onvoorwaardelijk "ja" op de wil van de Vader, klinkt het "ja", het "dank u wel", het "amen" van heel de mensheid. Het is de roeping van de Kerk om de mensen aan deze grote waarheid te herinneren. Dat dit gebeurt, is te meer noodzakelijk in onze geseculariseerde cultuur, die de geest van godvergetenheid ademt, en die de lege zelfgenoegzaamheid van de mens cultiveert. Het eucharistisch project vlees en bloed laten worden in het dagelijks leven, waar gewerkt en geleefd wordt - in het gezin, op school, in de fabriek en in de verschillende levensomstandigheden - betekent onder andere ervan getuigen dat van de menselijke werkelijkheid geen rekenschap gegeven kan worden zonder verwijzing naar de Schepper: "Zonder een Schepper verdwijnt het schepsel in het niet". Gaudium et Spes [[575|36]] Deze verwijzing naar wat de mens overstijgt, zet ons aan tot een blijvend "dank u wel" voor al wat we hebben en zijn, en daarmee tot een eucharistische houding. Dat tast de legitieme autonomie van de aardse werkelijkheden niet aan, Gaudium et Spes [[575|36]] maar fundeert die meer in de waarheid en plaatst deze tegelijkertijd binnen haar juiste grenzen.
Laten de christenen in dit Jaar van de Eucharistie [d:5] zich van hun kant inzetten om krachtiger te getuigen van Gods aanwezigheid in de wereld. Laten we niet bang zijn om over God te spreken en met opgeheven hoofd de tekenen van het geloof te dragen. De "cultuur van de Eucharistie" bevordert een cultuur van de dialoog, die in de Eucharistie haar kracht en voedsel vindt. Wie meent dat publieke verwijzing naar het geloof de autonomie van de staat of van de burgerinstellingen zou aantasten, of zelfs houdingen van onverdraagzaamheid zou kunnen oproepen, die vergist zich! Ook al zijn er in de loop van de geschiedenis dwalingen op dit punt geweest, ook onder de gelovigen, zoals ik bij gelegenheid van het Jubileum heb erkend, dan mag dat niet de "christelijke wortels" worden aangerekend, maar veeleer het feit dat de christenen niet naar hun verworteling in het christendom leefden. Wie leert om op de manier van de gekruisigde Christus God te "danken", zal een martelaar kunnen worden, maar nooit een tiran.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
De weg van de solidariteit
De Eucharistie is niet alleen uitdrukking van communio in het leven van de Kerk; zij is ook een project van solidariteit voor heel de mensheid. In de viering van de Eucharistie vernieuwt de Kerk voortdurend haar besef dat zij "teken en instrument" is, niet alleen "van de innige vereniging met God", maar ook "van de eenheid van heel het menselijk geslacht" vgl: Lumen Gentium [[[617|1]]]. Ook al zou ze in de verborgenheid of in een afgelegen gebied van de aarde worden gevierd, elke Mis draagt steeds het teken van de universaliteit. De christen die deelneemt aan de Eucharistie, leert daarvan dat hij zich in al de omstandigheden van zijn leven tot promotor moet maken van communio, van gemeenschap, van vrede en van solidariteit. De verscheurde aanblik van onze wereld, die aan het nieuwe Millennium is begonnen met het spook van het terrorisme en de tragedie van de oorlog, roept meer dan ooit de christenen op de Eucharistie te beleven als een grote leerschool van de vrede, waar mannen en vrouwen worden gevormd die op de verschillende niveaus van hun verantwoordelijkheid in het maatschappelijke, culturele en politieke leven de dialoog en de communio tot stand brengen.
De Eucharistie is niet alleen uitdrukking van communio in het leven van de Kerk; zij is ook een project van solidariteit voor heel de mensheid. In de viering van de Eucharistie vernieuwt de Kerk voortdurend haar besef dat zij "teken en instrument" is, niet alleen "van de innige vereniging met God", maar ook "van de eenheid van heel het menselijk geslacht" vgl: Lumen Gentium [[[617|1]]]. Ook al zou ze in de verborgenheid of in een afgelegen gebied van de aarde worden gevierd, elke Mis draagt steeds het teken van de universaliteit. De christen die deelneemt aan de Eucharistie, leert daarvan dat hij zich in al de omstandigheden van zijn leven tot promotor moet maken van communio, van gemeenschap, van vrede en van solidariteit. De verscheurde aanblik van onze wereld, die aan het nieuwe Millennium is begonnen met het spook van het terrorisme en de tragedie van de oorlog, roept meer dan ooit de christenen op de Eucharistie te beleven als een grote leerschool van de vrede, waar mannen en vrouwen worden gevormd die op de verschillende niveaus van hun verantwoordelijkheid in het maatschappelijke, culturele en politieke leven de dialoog en de communio tot stand brengen.
Referenties naar alinea 27: 1
Missie: Brood gebroken voor het leven van de wereld ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Eucharistie: levend Brood voor de vrede in de wereld ->=geentekst=
Eén enige menselijke familie ->=geentekst=
In dienst van de minsten
Er is nog een punt waar ik graag de aandacht op zou willen vestigen, want daar hangt in belangrijke mate de echtheid van de deelname aan de Eucharistieviering in de gemeenschap van af: het betreft de impuls die zij er aan ontleent om zich daadwerkelijk in te zetten voor de opbouw van een meer rechtvaardige en broederlijke samenleving. In de Eucharistie heeft onze God een liefde laten zien die tot het uiterste gaat, en daarmee heeft Hij alle criteria van heerschappij omvergeworpen die maar al te vaak de menselijke betrekkingen beheersen, terwijl Hij het criterium van de dienstbaarheid op radicale manier tot norm verhief: "Als iemand de eerste van allen wil zijn, moet hij de laatste van allen en de dienaar van allen zijn" (Mc. 9, 35). Niet voor niets treffen we in het evangelie volgens Johannes het verhaal van de instelling van de Eucharistie niet aan, maar wel dat van "de voetwassing" (Joh. 13, 1-20) [b:Joh. 13, 1-20]: door zich te bukken teneinde de voeten van de leerlingen te kunnen wassen, legt Jezus op ondubbelzinnige wijze de betekenis van de Eucharistie uit. Op zijn beurt stelt Paulus met klem de ongeoorloofdheid van een eucharistieviering waarin niet de naastenliefde schittert door het concrete getuigenis van het delen met de allerarmsten. (1 Kor. 11, 17-22.27-34) [[b:1 Kor. 11, 17-22.27-34]]
Zou het dan niet goed zijn om van dit Jaar van de Eucharistie [d:5] een periode te maken waarin de diocesane en parochiële gemeenschappen zich op een bijzondere manier inzetten om met broederlijke ijver tegemoet te komen aan de nood van mensen die aan een van de vele vormen van armoede lijden die in onze wereld te vinden zijn? Ik denk daarbij aan het drama van de honger waar honderden miljoenen mensen door worden geplaagd, ik denk aan de ziekten die de ontwikkelingslanden als een gesel treffen, aan de eenzaamheid van de ouderen, aan de ontberingen van de werkelozen en aan de tegenspoed van de geïmmigreerden. Dit zijn noden waar ook de allerrijkste landen, zij het in andere mate, mee te maken hebben. Laten we ons geen illusies maken: aan de onderlinge liefde en in het bijzonder aan de zorg voor de noodlijdende zullen wij als echte leerlingen van Christus worden herkend. (Joh. 13, 35; Mt. 25, 1-46) [[b:Joh. 13, 35; Mt. 25, 1-46]] Aan de hand van dit criterium ook zal de echtheid van onze eucharistievieringen worden getoetst.
Er is nog een punt waar ik graag de aandacht op zou willen vestigen, want daar hangt in belangrijke mate de echtheid van de deelname aan de Eucharistieviering in de gemeenschap van af: het betreft de impuls die zij er aan ontleent om zich daadwerkelijk in te zetten voor de opbouw van een meer rechtvaardige en broederlijke samenleving. In de Eucharistie heeft onze God een liefde laten zien die tot het uiterste gaat, en daarmee heeft Hij alle criteria van heerschappij omvergeworpen die maar al te vaak de menselijke betrekkingen beheersen, terwijl Hij het criterium van de dienstbaarheid op radicale manier tot norm verhief: "Als iemand de eerste van allen wil zijn, moet hij de laatste van allen en de dienaar van allen zijn" (Mc. 9, 35). Niet voor niets treffen we in het evangelie volgens Johannes het verhaal van de instelling van de Eucharistie niet aan, maar wel dat van "de voetwassing" (Joh. 13, 1-20) [b:Joh. 13, 1-20]: door zich te bukken teneinde de voeten van de leerlingen te kunnen wassen, legt Jezus op ondubbelzinnige wijze de betekenis van de Eucharistie uit. Op zijn beurt stelt Paulus met klem de ongeoorloofdheid van een eucharistieviering waarin niet de naastenliefde schittert door het concrete getuigenis van het delen met de allerarmsten. (1 Kor. 11, 17-22.27-34) [[b:1 Kor. 11, 17-22.27-34]]
Zou het dan niet goed zijn om van dit Jaar van de Eucharistie [d:5] een periode te maken waarin de diocesane en parochiële gemeenschappen zich op een bijzondere manier inzetten om met broederlijke ijver tegemoet te komen aan de nood van mensen die aan een van de vele vormen van armoede lijden die in onze wereld te vinden zijn? Ik denk daarbij aan het drama van de honger waar honderden miljoenen mensen door worden geplaagd, ik denk aan de ziekten die de ontwikkelingslanden als een gesel treffen, aan de eenzaamheid van de ouderen, aan de ontberingen van de werkelozen en aan de tegenspoed van de geïmmigreerden. Dit zijn noden waar ook de allerrijkste landen, zij het in andere mate, mee te maken hebben. Laten we ons geen illusies maken: aan de onderlinge liefde en in het bijzonder aan de zorg voor de noodlijdende zullen wij als echte leerlingen van Christus worden herkend. (Joh. 13, 35; Mt. 25, 1-46) [[b:Joh. 13, 35; Mt. 25, 1-46]] Aan de hand van dit criterium ook zal de echtheid van onze eucharistievieringen worden getoetst.
Referenties naar alinea 28: 3
Missie: Brood gebroken voor het leven van de wereld ->=geentekst=Eucharistie: levend Brood voor de vrede in de wereld ->=geentekst=
Eén enige menselijke familie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 5 Conclusie
29
Met het oog daarop zullen heel veel initiatieven kunnen worden gerealiseerd, die ter beoordeling zijn van de Herders van de afzonderlijke Kerken. De Congregatie voor de goddelijke Eredienst en voor de regeling van de Sacramenten zal op dat punt zeker nuttige suggesties en voorstellen doen. Maar ik vraag niet dat er buitengewone dingen worden gedaan, maar veeleer dat alle initiatieven het karakter dragen van een diepe innerlijkheid. Al zou de vrucht van dit Jaar enkel maar daarin bestaan dat de viering van de Zondagmis in alle christengemeenschappen weer tot leven wordt gewekt en dat de aanbidding van de Eucharistie buiten de Mis toeneemt, dan zou dit genadejaar een belangrijk resultaat opgeleverd hebben. Toch is het goed ons doel hoog te stellen en ons niet tevreden te stellen met middelmatige initiatieven, want we weten dat we altijd mogen rekenen op de hulp van God.
O heilige Maaltijd waarin Christus genuttigd wordt!Het Jaar van de Eucharistie [d:5] komt voort uit de verwondering die de Kerk ondervindt ten overstaan van dit grote Mysterie. Het is een verwondering die steeds weer in mijn hart opkomt. Daar is ook de Encycliek Ecclesia de Eucharistia [87] aan ontsprongen. In mijn beleving voel ik het als een grote genade van het zevenentwintigste jaar van mijn dienst in het Petrusambt - dat ik op het punt sta te beginnen - dat ik nu de Kerk mag oproepen op een heel bijzondere manier dit onuitsprekelijk Sacrament te beschouwen, te loven en te aanbidden. Moge het Jaar van de Eucharistie [d:5] aan allen de kostbare gelegenheid bieden om zich opnieuw bewust te worden van de onvergelijkbare schat die Christus zijn Kerk heeft toevertrouwd. Moge het een stimulans zijn tot een levendiger en meer doorleefde viering ervan, waaraan een christelijk bestaan moge ontspringen dat door de liefde getransformeerd is!
O Sacrum Convivium, in quo Christus sumitur!
Met het oog daarop zullen heel veel initiatieven kunnen worden gerealiseerd, die ter beoordeling zijn van de Herders van de afzonderlijke Kerken. De Congregatie voor de goddelijke Eredienst en voor de regeling van de Sacramenten zal op dat punt zeker nuttige suggesties en voorstellen doen. Maar ik vraag niet dat er buitengewone dingen worden gedaan, maar veeleer dat alle initiatieven het karakter dragen van een diepe innerlijkheid. Al zou de vrucht van dit Jaar enkel maar daarin bestaan dat de viering van de Zondagmis in alle christengemeenschappen weer tot leven wordt gewekt en dat de aanbidding van de Eucharistie buiten de Mis toeneemt, dan zou dit genadejaar een belangrijk resultaat opgeleverd hebben. Toch is het goed ons doel hoog te stellen en ons niet tevreden te stellen met middelmatige initiatieven, want we weten dat we altijd mogen rekenen op de hulp van God.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Aan U, Broeders in het Bisschopsambt, vertrouw ik dit jaar toe, in de overtuiging dat U mijn uitnodiging zult aanvaarden met heel de apostolische vurigheid die in U is.
U, priesters, die elke dag de woorden van de consecratie herhaalt en die de getuigen en verkondigers bent van het grote wonder van liefde dat zich in uw handen voltrekt: laat U aanspreken door de genade van dit bijzondere Jaar. Vier elke dag de heilige Mis met de vreugde en de vurigheid van de eerste keer, en verblijf graag in gebed voor het Tabernakel.
Laat het een Jaar van genade zijn voor U, diakens, die van nabij betrokken bent in de bediening van het Woord en in de dienst aan het Altaar. En wat U betreft, lectoren, acolieten, buitengewoon bedienaren van de communie: draag een levendig besef in u van de gave die u geschonken is in de taken die u werden toevertrouwd met het oog op een waardige viering van de Eucharistie.
In het bijzonder richt ik mij tot jullie, toekomstige priesters: zoek tijdens je seminarieleven te ervaren hoe zalig het niet alleen is om elke dag deel te nemen aan de heilige Mis, maar ook om lang te verblijven in het gesprek met Jezus in de Eucharistie.
U, godgewijde mannen en vrouwen, die krachtens uw toewijding aan Hem geroepen bent tot een langduriger beschouwing: herinnert u dat Jezus in het Tabernakel U aan zijn zijde verwacht, om uw harten de intieme ervaring van zijn vriendschap te schenken. Die alleen kan zin en volheid aan uw leven geven.
U allen, gelovigen, ontdek opnieuw de gave van de Eucharistie als licht en kracht voor uw dagelijks leven in de wereld, bij het uitoefenen van uw verschillende beroepen en in het omgaan met de meest uiteenlopende situaties. Ontdek die gave vooral om voluit de schoonheid en de zending van het gezin te kunnen beleven.
Veel verwacht ik tenslotte van jullie, jongeren, terwijl ik de afspraak hernieuw die ik met jullie heb voor de Wereldjongerendag in Keulen [d:2]. Het gekozen thema - "wij zijn gekomen om Hem te aanbidden" (Mt. 2, 2) [[b:Mt. 2, 2]] - leent zich bijzonder om jullie de juiste houding te doen vinden waarin je dit eucharistisch jaar kunt beleven. Breng bij je ontmoeting met Jezus, verborgen aanwezig onder de sluiers van de eucharistie, heel het enthousiasme mee van jullie leeftijd, van jullie hoop en van jullie vermogen tot liefhebben!
U, priesters, die elke dag de woorden van de consecratie herhaalt en die de getuigen en verkondigers bent van het grote wonder van liefde dat zich in uw handen voltrekt: laat U aanspreken door de genade van dit bijzondere Jaar. Vier elke dag de heilige Mis met de vreugde en de vurigheid van de eerste keer, en verblijf graag in gebed voor het Tabernakel.
Laat het een Jaar van genade zijn voor U, diakens, die van nabij betrokken bent in de bediening van het Woord en in de dienst aan het Altaar. En wat U betreft, lectoren, acolieten, buitengewoon bedienaren van de communie: draag een levendig besef in u van de gave die u geschonken is in de taken die u werden toevertrouwd met het oog op een waardige viering van de Eucharistie.
In het bijzonder richt ik mij tot jullie, toekomstige priesters: zoek tijdens je seminarieleven te ervaren hoe zalig het niet alleen is om elke dag deel te nemen aan de heilige Mis, maar ook om lang te verblijven in het gesprek met Jezus in de Eucharistie.
U, godgewijde mannen en vrouwen, die krachtens uw toewijding aan Hem geroepen bent tot een langduriger beschouwing: herinnert u dat Jezus in het Tabernakel U aan zijn zijde verwacht, om uw harten de intieme ervaring van zijn vriendschap te schenken. Die alleen kan zin en volheid aan uw leven geven.
U allen, gelovigen, ontdek opnieuw de gave van de Eucharistie als licht en kracht voor uw dagelijks leven in de wereld, bij het uitoefenen van uw verschillende beroepen en in het omgaan met de meest uiteenlopende situaties. Ontdek die gave vooral om voluit de schoonheid en de zending van het gezin te kunnen beleven.
Veel verwacht ik tenslotte van jullie, jongeren, terwijl ik de afspraak hernieuw die ik met jullie heb voor de Wereldjongerendag in Keulen [d:2]. Het gekozen thema - "wij zijn gekomen om Hem te aanbidden" (Mt. 2, 2) [[b:Mt. 2, 2]] - leent zich bijzonder om jullie de juiste houding te doen vinden waarin je dit eucharistisch jaar kunt beleven. Breng bij je ontmoeting met Jezus, verborgen aanwezig onder de sluiers van de eucharistie, heel het enthousiasme mee van jullie leeftijd, van jullie hoop en van jullie vermogen tot liefhebben!
Referenties naar alinea 30: 1
Eucharistie en de heiliging van de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
De voorbeelden van de Heiligen staan ons voor ogen, die in de Eucharistie het voedsel vonden voor hun weg naar de volmaaktheid. Hoe dikwijls hebben zij tranen van ontroering vergoten in de ervaring van dit grote mysterie en onzegbare uren van "bruidsvreugde" doorgebracht bij het Sacrament van het altaar. Moge vooral de heilige Maagd ons helpen, die met heel haar bestaan de logica van de Eucharistie beleefde. "De Kerk ziet naar Maria als naar haar voorafbeelding en is geroepen haar na te volgen, ook in haar band met dit allerheiligst Mysterie". Ecclesia de Eucharistia [[87|53]] Het Eucharistisch Brood dat wij ontvangen is het onbevlekte vlees van haar Zoon: "Wees gegroet waarachtig lichaam geboren uit de Maagd Maria" (Ave verum corpus natum de Maria Virgine). Moge de Kerk in dit Jaar van genade, daarbij ondersteund door Maria, een nieuw elan opdoen voor haar zending en steeds meer in de Eucharistie de bron en het hoogtepunt erkennen van heel haar leven.
Moge mijn Zegen allen bereiken en genade en vreugde met zich brengen,
Moge mijn Zegen allen bereiken en genade en vreugde met zich brengen,
gegeven vanuit het Vaticaan, op 7 oktober,
de gedachtenis van de heilige Maagd Maria van de Rozenkrans,
in het jaar 2004, het zesentwintigste van mijn pontificaat, Johannes Paulus II
Referenties naar alinea 31: 1
Het leven van een priester moet een "Eucharistische houding" hebben ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 8
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/351-mane-nobiscum-domine-nl