Gravissime Nos
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Gravissime Nos
Waardoor de Constituties van de Sociëteit van Jezus omtrent de te volgen leer van Sint-Thomas van Aquino worden bevestigd
Paus Leo XIII
30 december 1892
Pauselijke geschriften - Apostolische Brieven
Vert. uit het Latijn
Alineavedeling en -nummering: redactie
Bron: Allocutiones, Epistolae, Constitutiones Aliaque Acta Praecipua Leonix Papae XIII, Vol. 5 (1891-1894), Brugge,1908, pp. 133-143
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Alineavedeling en -nummering: redactie
Bron: Allocutiones, Epistolae, Constitutiones Aliaque Acta Praecipua Leonix Papae XIII, Vol. 5 (1891-1894), Brugge,1908, pp. 133-143
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
24 oktober 2023
Dr. Jörgen Vijgen
24 oktober 2023
2551
nl
Referenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
Het is met de grootste plechtigheid dat wij, op grond van onze apostolische plicht, die zowel de Kerk als de menselijke samenleving in de meest ernstige zaken met schipbreuk bedreigd zien, de belangrijkste oorzaak van zo'n situatie erkennen: terwijl de vaste principes en instellingen die de toegang tot het christelijk geloof beschermen aan alle kanten verwaarloosd en bijna veracht worden, verspreidt zich een ongebreidelde honger naar nieuwigheden die, onder het voorwendsel van leerstellige vooruitgang, de wijsheid van de goddelijke openbaring belemmeren en verwerpen. En het is niet moeilijk geweest om de juiste remedie aan te geven, namelijk de noodzakelijke terugkeer naar de verlaten bronnen van de authentieke leer. We hebben het bevolen in onze Encycliek Aeterni Patris[2514]; we hebben het vele malen bevestigd in talrijke besluiten van ons gezag, en in gesprekken met bisschoppen en oversten van religieuze ordes, het is ons vaste en weloverwogen besluit om de leer van Sint Thomas van Aquino terug te brengen in alle onderricht : De leer die geprezen wordt door de Romeinse pausen en de Heilige Concilies, en waaraan, naar de mening van alle eeuwen, niets stevigers en rijkers de voorkeur kan geven.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
We zijn ons ervan bewust dat onze zaak allerlei zorgen en inspanningen vraagt, omdat het een hervorming van het onderwijs van bijna alle belangrijke disciplines vereist: we streven er niettemin naar om het tot wasdom en vooruitgang te brengen, ook vertrouwend op de inspanningen van de religieuze Ordes, wier bewezen deugdzaamheid intelligentie noch wil mist om Onze gelofte te ondersteunen en uit te voeren. Onder hen is de illustere Sociëteit van Jezus, waarvan de glans opvalt in de Kerk en wiens essentiële taak het is om te zorgen voor de studies van jonge mensen. Wij worden in deze hoop gesterkt niet alleen door het eeuwige getuigenis van hun vroomheid jegens de Apostolische Stoel, maar ook door hun eerbiedwaardige regels die hun leerlingen verplichten de wijsheid van de Aquinaat te bestuderen en te waarderen. Opdat de Sociëteit van Jezus zo’n glorieus project trouw zou kunnen voortzetten en een van de belangrijkste actoren zou zijn in de bescherming en verspreiding van deze ware leer, die ons zo na aan het hart ligt, lijkt het gepast dat de wetten van deze zelfde Sociëteit, zoals voorgesteld in de Constituties[5263] van haar stichter Sint Ignatius, in de decreten van de Algemene Congregaties en in de mandaten van haar Oversten, kort in herinnering worden gebracht, bevestigd en zonder tijdslimiet goedgekeurd door Onze hoogste autoriteit. Dit zal Ons in staat stellen om, als er nog obstakels zijn als gevolg van bijzondere oorzaken, vreemde gewoonten of een minder juiste interpretatie van de leer van de Kerk, deze weg te nemen en een regel en norm vast te leggen die zeker, stabiel en helder is.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
In de eerste plaats is het iedereen welbekend dat de illustere auteur van de constituties van de Sociëteit bij vele gelegenheden heeft bepaald dat in elke discipline een solide en zekere leer moet worden gevolgd, zelfs “een zekerdere en beter goedgekeurde leer” p. IV, cap. V, § 4.[[5263]], die vaak als zodanig wordt herbevestigd door de decreten en bevelen van zowel congregaties als oversten. Bovendien beval hij dat de leer die door de Sociëteit werd gevolgd uniek en identiek moest zijn voor iedereen en in de uitoefening van elk ambt: “Laten we dezelfde gedachte hebben, laten we zoveel mogelijk hetzelfde spreken, volgens de apostel. Laat afwijkende leerstellingen niet worden toegelaten, noch in discussies of openbare lessen, noch in geschriften.” p. III, cap. I, § 13[[5263]] Evenzo: “De Vaders die in de verschillende naties waren aangesteld om het studieprogramma vast te stellen, toen zij zich moesten bezighouden met de keuze van de stellingen die in de eerste plaats moesten worden uiteengezet, en om in principe vast te stellen dat de leer van de Sociëteit uniform, zeker en solide moest zijn, volgens de Constituties...”. Congr. V (1593-1594), decr....Congr. V (1593-1594), decr. 56. Welnu, dit voorschrift van één enkele leer moet niet worden beperkt tot de stellingen die gebruikelijk zijn in de scholen, maar moet ook meer in het algemeen betrekking hebben op de meningen waar de overeenstemming tussen de leraren minder groot is: “Over kwesties waar katholieke leraren onderling van mening verschillen of een tegengestelde mening zijn toegedaan, zal erop worden toegezien dat er overeenstemming heerst in de Sociëteit”. p. III, cap. I, decl. O[[5263]] Inderdaad, wanneer de regel stelt dat “in de Sociëteit de leer van één enkele auteur wordt gekozen” p. VIII, cap. I, litt. K[[5263]] Congregatie V (1593-1594),...Congregatie V (1593-1594), decreet 56., is het duidelijk dat dit voorschrift zelfs meningen omvat waarover gedebatteerd en gediscussieerd wordt, aangezien in de gemeenschappelijke stellingen, wie ook de overheersende auteur mag zijn, niets veranderd hoeft te worden in deze instructie. Deze deugden zijn des te noodzakelijker om de vurigheid van de religieuze geest te voeden en de overvloed van de vruchten van het heil te verzekeren, omdat ze gemakkelijker verzwakken en vergaan in de verscheidenheid van meningen, aangezien een verschil in stellingen heel vaak leidt tot verdeeldheid in de harten: “De eenheid van de leden van deze Sociëteit onder elkaar en met de autoriteiten zal worden vergemakkelijkt door een uniforme leer”. P. X, § 9[[5263]]
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Om deze wijze van naastenliefde en eendracht, die hij zijn Sociëteit voorschreef, te verzekeren, achtte de heilige Ignatius dan ook terecht de oude en gewone praktijk van het tolereren van meningsverschillen ontoereikend: “In twijfelachtige kwesties is ieder vrij”; maar hij achtte een dergelijke meningsverscheidenheid niet noodzakelijk en verbood juist deze gewoonte. Maar opdat niemand dit voorschrift van een uniforme leer te moeilijk zou vinden, besloot hij wijselijk dat elk lid, voordat hij zijn geloften van religieuze staat aflegde, gevraagd moest worden “of hij bereid was zich aan dezelfde leer te onderwerpen” en "de stelling te volgen die door de Sociëteit is vastgesteld". Exam. C. III, § 11Exam. C. III, § 11 Op deze manier kregen de leden de mogelijkheid om vrij te kiezen voor een bepaling die moeilijk te accepteren leek in de regel die ze vanaf dat moment moesten volgen.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Dit is de reden waarom het volkomen vreemd zou zijn aan de aard en de geschreven wetten van de Sociëteit als iemand vrijheid van meningsuiting zou eisen, zoals velen dat buiten de Sociëteit doen. Zelfs als dit zeer waarschijnlijke stellingen zouden zijn, ontleend aan gezaghebbende leraren, maar die in strijd waren met de voorgeschreven doctrines, zouden degenen die ze volgden zeker het verwijt van nieuwigheid, van onbezonnenheid en van dwaling vermijden, maar ze zouden in werkelijkheid afwijken van deze unieke en identieke leer, zo gewenst en aanbevolen. Het zou zelfs nog ernstiger zijn als deze vrije diversiteit van meningen een beroep zou doen op de leerstellige hoofdstukken die de Sociëteit iedereen al duidelijk heeft opgedragen om aan te nemen of te verdedigen, in haar Constituties en in de programma’s die door de Afgevaardigen zijn opgesteld, op verzoek van de Algemene Congregaties; deze vrijheid zou veranderen in losbandigheid en fouten.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De Vader-Stichter stelde als principe binnen de Sociëteit - een overigens uitstekend oordeel-, de keuze vast van één enkele vorm van welomschreven doctrine, als de meest authentieke en eminente, naar de unanieme mening van de wijzen, bewezen door een lange gewoonte, waar de Kerk de voorkeur aan geeft, en kon dit terecht aan haar zonen opleggen, zonder hun intelligentie geweld aan te doen, maar integendeel door hen te voorzien van gezond en heilzaam voedsel: dit was de leer van de heilige Thomas van Aquino: “In de theologie zal … de scholastieke leer van Sint-Thomas bestudeerd worden.” p. IV, c. XIV, § 18[[5263]] Het moet worden toegegeven, volgens verschillende passages in de Constituties, dat de heilige stichter, behoudens het voorschrift van uniformiteit van de leer, en om die reden de voorkeur voor het thomisme, niettemin aan zijn opvolgers, door goedaardige voorzichtigheid, het vermogen overliet om een doctrine uit te tekenen die de tijd en de eigen methoden van het bedrijf als geschikter zouden beschouwen. Er moet ook worden erkend dat dezelfde opvolgers lange tijd van dit vermogen gebruik hebben gemaakt, wat hun verdienste is, zoals dat betaamt voor de erfgenamen van zijn geest en zijn deugden. Zo besloten de deelnemers tijdens de Vijfde Algemene Congregatie, zich het advies van de Constituties herinnerend om “de leer van één enkele auteur te kiezen” unaniem dat het noodzakelijk was “de leer van Sint-Thomas in de scholastieke theologie te volgen, als de meest solide, veiliger, beter goedgekeurd en beter in overeenstemming met de grondwetten”. Congr. V (1593-1594), decreet...Congr. V (1593-1594), decreet 41 Om deze beslissing nog steviger te maken, wilden ze eraan toevoegen: “Onze leden zullen Sint-Thomas altijd als hun eigen leraar hebben”, en nog meer: “Niemand zal worden aangesteld om theologie te doceren, die de leer van Sint-Thomas niet serieus heeft bestudeerd; wat betreft degenen die het niet weten, laat ze eenvoudig worden uitgesloten.” Congr. V (1593-1594), decreet...Congr. V (1593-1594), decreet 56 Al deze met zoveel reflectie en voorzichtigheid genomen beslissingen werden herhaaldelijk en één voor één bevestigd, vooral in de Congregatie XXIII, waar een speciaal decreet werd opgesteld. Toen dit decreet aan ons werd gepresenteerd op 16 november 1883, werd het door ons als aanmoediging waardig beoordeeld, en we hebben er graag de volgende woorden aan toegevoegd: “Het decreet betreffende de aanvaarding van de leer van de heilige Thomas van Aquino in de studies van de Sociëteit van Jezus, onlangs vernieuwd door een generaal kapittel van de Orde, krijgt onze volledige goedkeuring, en wij dringen er met klem op aan dat dit in de toekomst door iedereen wordt nageleefd.”
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Bovendien zal het voor degenen die zorgvuldig de voorschriften van de Sociëteit inzake studies onderzoeken, voor de hand liggen dat de leer van Sint-Thomas absoluut moet worden gevolgd, niet alleen in de theologie, maar ook op filosofisch gebied. De Regel vereist het volgen van Aristoteles in de filosofie, maar de filosofie van Sint-Thomas is niets anders dan het aristotelisme: de Engelachtige Leraar paste het met ongeëvenaarde wijsheid aan, bevrijdde het van fouten waaraan een heidense auteur, kerstende deze en gebruikte het om de katholieke waarheid uiteen te zetten en te verdedigen. Het moet tot de grootste voordelen worden gerekend die de Kerk aan Sint-Thomas te danken heeft dat zij de christelijke theologie met zo veel nauwkeurigheid heeft verbonden met de peripatetische filosofie, die nu overheerst, dat we Aristoteles nooit meer als een tegenstander van Christus zullen zien. Kardinaal Sfortia...Kardinaal Sfortia Pallavicini, Vindicationes Societatis Iesu, Rome 1649, cap. 24 Voor de prins van de scholastische theologen kan het niet anders zijn, omdat deze discipline, zoals iedereen weet, het kenmerk heeft haar eigen bronnen te putten uit goddelijk geopenbaarde leringen, en deze met vroomheid en aandacht naar haar vakgebied te brengen, maar zij vertrouwt in dit grote werk op de filosofie als de sterkste steun om het geloof te beschermen en te verlichten. Iedereen die daarom Aristoteles bestudeert en een zeker pad moet vinden, hoeft alleen maar de filosofie van Thomas van Aquino te omarmen, vooral omdat in de Sociëteit de professoren de opdracht geven de filosofie op zo’n manier te interpreteren “dat ze deze ondergeschikt en dienstbaar gemaakt wordt aan de ware scholastieke theologie aanbevolen door de Constituties[5263]” Congr. III (1573), can. 8Congr. III (1573), can. 8, en voor dit doel werd een programma van aristotelische studies gekozen, omdat het beter lijkt te beantwoorden aan deze resolutie: “Aangezien de Sociëteit de filosofie van Aristoteles heeft aangenomen als de meest bruikbare voor de theologie, zal men er zich absoluut aan houden.” Congr. XVI (1730), decreet 36Congr. XVI (1730), decreet 36
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De filosofie die de studenten van de Sociëteit belijden, kan, als deze niet in overeenstemming is met de geest en de opvattingen van de Engelachtige Leraar, van geen nut zijn voor de scholastieke theologie die iedereen werkelijk “moet volgen”. Laat het gezegd zijn aan diegenen die, in licht van de vertolkers van Aristoteles en de katholieke leraren die in uiteenlopende zaken en opinies van mening verschillen, van mening zijn dat het legitiem is de leer te kiezen die zij verkiezen zonder zich te bekommeren over de mening van Sint-Thomas: degenen in de eerste plaats het als vanzelfsprekend beschouwen die, gezien de vertolkers van Aristoteles of de katholieke artsen die uiteenlopen in uiteenlopende en gevarieerde meningen, het misschien legitiem zouden vinden om de doctrine te kiezen die zij verkiezen, zonder zich zorgen te hoeven maken over de mening van Sint-Thomas: door dit feit zouden deze zich van hem verwijderen, ook in de theologie, en om dezelfde reden zouden ze de “uniforme leer” opgeven, die de Stichter met de grootste standvastigheid had bevolen.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Dit is de reden waarom de XXIII Algemene Congregatie, die kort na de publicatie van Onze Encycliek Aeterni Patris[2514] bijeenkwam, het prijzenswaardige besluit nam over dit belangrijke punt: “De Sociëteit van Jezus heeft het nodig geacht om door middel van een openbare en plechtige getuigenis haar volledige onderwerping te manifesteren (aan deze encycliek) in de geest van kinderlijke gehoorzaamheid en goedkeuring” Congr. XXIII (1883), decreet...Congr. XXIII (1883), decreet 15; Onze encycliek[2514] heeft niets anders tot doel dan het herstel van de filosofie van Sint-Thomas in alle studiegebieden.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Het is echter niet onze bedoeling om iets weg te nemen van de verdiensten van de opmerkelijke auteurs die de Sociëteit door de tijd heen heeft opgeleid: integendeel, deze specifieke glorie moet worden gehandhaafd en bewaard, zodat iedereen, vooral onder de leden van de Sociëteit, “de betrouwbare en opmerkelijke leraren van de Sociëteit centraal plaatsen en zorgvuldig aanbevelen ter ere in de Kerk.” Congr. XXIII (1883), decreet...Congr. XXIII (1883), decreet 18 Zij waren zowel in deugd als in intelligentie uitmuntend en deden al hun moeite om de geschriften van de Engelachtige Leraar te bestuderen, zij zetten op briljante en uitgebreide wijze zijn gedachten uiteen, zij verfraaiden zijn leer met een apparaat van volmaakte eruditie, en als gevolg daarvan ontwikkelden zij talloze rechtvaardige argumenten en precieze argumenten. om nieuwe fouten te weerleggen, en vervolgens alles toe te voegen wat de Kerk in dezelfde zaken had bevestigd, uitvoeriger bevestigd of nauwkeuriger besloten had. Niemand zou zo’n meesterlijk werk zonder schade kunnen verachten. Maar we moeten er vooral voor waken dat uit de mening waarmee deze voortreffelijke auteurs uitblinken en uit de hoeveelheid werk die hun geschriften vertegenwoordigen, niet eerder een obstakel voor de uniformiteit van de leer naar voren komt dan een hulpmiddel voor de verspreiding van de ware leer van Sint-Thomas, zoals terecht is voorgesteld. Op deze eenheid valt op geen enkele manier te hopen, tenzij de studenten van de Sociëteit zich houden aan één enkele auteur, beproefd zoals het hoort, op wie alleen het voorschrift betrekking heeft: “Zij zullen Sint-Thomas volgen en hem beschouwen als hun eigen meester”. Daarom, als dezelfde auteurs die we hebben geprezen het op een bepaald punt niet eens zijn met de geschriften van de Algemene Leraar, is het niet nodig om te aarzelen over het te volgen pad; en het zal niet moeilijk zijn om daaraan vast te houden, aangezien het, wat betreft de werken die zeker aan Sint-Thomas worden toegeschreven, het niet gemakkelijk zal gebeuren dat de auteurs van de Sociëteit een andere mening hebben. Het zal voldoende zijn, voor zover de vraag dit vereist, om uit deze auteurs degenen te kiezen die het met hem eens zijn, en zo een tweevoudig doel te bereiken: zowel de Engelachtige Leraar volgen als de beste jezuïetengeleerden.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
“Laat niemand denken dat hij het recht heeft om zonder onderscheidingsvermogen stellingen te gebruiken die hij heeft gevonden in boeken die zijn geschreven door de auteurs van de Compagnie of die zijn gepubliceerd met toestemming van superieuren. Naast het feit dat veel ervan werden gepubliceerd voordat de Sociëteit de regels voor de Studies nauwkeurig had vastgesteld, hebben de Oversten nooit opgehouden zich tegen deze vrijheid te verzetten, en dit vaak en duidelijk, zelfs in onze tijd, omdat ze oordeelden dat het noodzakelijk was om meer ijver en strengheid aan de dag te leggen met betrekking tot de censuur van bepaalde werken.” Uit de brief van P.C....Uit de brief van P.C. Aquaviva (1613), De observanda ratione studiorum deque doctrina sancti Thomae; Verordening van P.F. Piccolomini: Pro studiis superioribus, 1651; Verordening van P. P. Beckx, 1858. Het is waar dat we niet weten dat in bepaalde passages van de Constituties een zekere toegeeflijkheid vereist is, en dat zelfs openlijk wordt bevestigd dat de Compagnie niet verplicht is zich zo strikt aan de leer van Sint-Thomas te houden dat “het in geen geval toegestaan is ervan af te wijken”. Congr. V (1593-1594), decreet...Congr. V (1593-1594), decreet 56 Maar iedereen die serieus naar de passages van de Constituties[5263] in kwestie verwijst, zal gemakkelijk begrijpen dat deze uitzondering verre van op enigerlei wijze afwijkt van de gevestigde wetten, maar deze integendeel versterkt. Er wordt in de eerste plaats een zekere vrijheid gelaten “als de positie van Sint-Thomas ooit dubbelzinnig is, of in zaken die hij niet heeft behandeld”. Congr. V (1593-1594), decreet...Congr. V (1593-1594), decreet 41 Bijgevolg is het op de punten die hij heeft aangesneden en waar zijn mening duidelijk naar voren komt, niet eens toegestaan ervan af te wijken. Hier is het nuttig om alle voorzorgsmaatregelen van het oordeel in herinnering te roepen die pater Aquaviva heeft gegeven: “Het is ook niet voldoende om twee of drie passages die hier en daar zijn genomen te benadrukken en ze naar voren te halen door de gevolgen of inconsistenties ervan aan te tonen, of zelfs door ze te forceren; alsof dit gezien moet worden als de mening van de heilige Leraar, omdat het op de een of andere manier een ander argument is dat hij in deze passages tot uitdrukking brengt. Integendeel, we moeten overwegen wat hij denkt, waar hij het probleem rechtstreeks aanpakt, en alles wat hij beweert zorgvuldig vergelijken met de rest van zijn doctrine, of het coherent is of enige dissonanties bevat.” P.C. Aquaviva De solidate et...P.C. Aquaviva De solidate et uniformitate doctrinae, 24 mei 1611. Met andere woorden: laat niemand er door ijdele subtiliteiten van overtuigen dat de positie van de engelachtige Leraar enige dubbelzinnigheid vertoont. Wat betreft de vragen die hij niet heeft behandeld, is het belangrijk dat de fundamentele principes en stellingen van zijn leer grondig bekend zijn, opdat de conclusies die daaruit worden getrokken deze op geen enkele manier tegenspreken: wat wordt vergemakkelijkt door de aanbevelingen van de XXIIIe Congregatie: “Laten onze leraren en studenten van zowel theologie als filosofie ernstig worden gewaarschuwd om niet overmatig te vertrouwen op hun persoonlijke oordeel, en niet de durf en de lichtheid te hebben om de nieuwe interpretaties te aanvaarden die zij zouden hebben bedacht voor de ware en authentieke leer van Sint-Thomas.” Congr. XXIII (1883), decreet...Congr. XXIII (1883), decreet 18
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
In de tweede plaats lijkt een soortgelijk vrij vermogen te bestaan “in zuiver filosofische kwesties, of zelfs in kwesties die betrekking hebben op de Schrift en het canoniek recht”. Congr. V (1593-1594), decreet...Congr. V (1593-1594), decreet 56 Als we de rest buiten beschouwing laten, is het in werkelijkheid duidelijk dat filosofische vragen, wanneer ze om welke reden dan ook met de theologie te maken hebben, van deze vrijheid zijn uitgesloten; en we zullen nauwelijks iets in Sint-Thomas kunnen vinden dat hij niet in verband zou brengen met de theologie. In deze “puur filosofische” zaken lijken twee opmerkingen passend: ten eerste: “over problemen van enig belang zullen we niet afwijken van Aristoteles (en om dezelfde reden van Sint-Thomas)” Congr. V (1593-1594), decreet...Congr. V (1593-1594), decreet 41; als gevolg daarvan zal er geen vrijheid van meningsuiting zijn, behalve over zaken van ondergeschikt of geen belang. In de tweede plaats zal worden overwogen dat het verboden is om af te wijken van Sint-Thomas “in de fundamentele stellingen en die welke als uitgangspunt dienen voor verschillende andere.” P.C. Aquaviva De solidate et...P.C. Aquaviva De solidate et uniformitate doctrinae, 24 mei 1611
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Tenslotte, waarom het niet overhaast zou zijn om een mening te hebben die in strijd is met dezelfde Meester, dat wil zeggen wanneer een leerstellige stelling die in strijd is met zijn mening “aangenomen zou worden op katholieke universiteiten” Congr. V (1593-1594), decreet...Congr. V (1593-1594), decreet 56, is het zelfs niet nodig om aan het volgende te herinneren: in onze tijd zijn dergelijke universiteiten in feite zeldzaam, en in bijna geen enkele kunnen we, als ze volgzaam zijn aan de Apostolische Stoel, een leerstelling vinden die tegengesteld is aan de engelachtige Leraar, in wiens de voetsporen men, integendeel, het als hun plicht beschouwt om te lopen. We zullen eenvoudigweg de gouden regel aanhalen, die deze instructies definitief bevestigt: “Bovendien, opdat wat we zojuist hebben gezegd niet als voorwendsel kan dienen voor sommigen om gemakkelijk af te wijken van de leer van Sint-Thomas, is het noodzakelijk om voor te schrijven dat niemand worden aangesteld om theologie te onderwijzen die de leer van Sint-Thomas niet serieus heeft bestudeerd; zij die het niet weten, mogen zij eenvoudigweg worden uitgesloten. Want degenen die zich volledig hebben toegewijd aan het volgen van de geest van Sint-Thomas zullen zeker niet van hem afwijken, behalve met tegenzin en bij wijze van uitzondering.”
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Deze twee voorwaarden verdienen het om zorgvuldig te worden beoordeeld. Als het niet wordt toegestaan behalve ‘met tegenzin’, zal niemand het riskeren om slechts een waarschijnlijke reden, maar gedwongen door zeer ernstige redenen, en zal men er in waarschijnlijke meningen de voorkeur aan geven om het eens te zijn met Sint-Thomas, om de “uniforme” en “veilige” regels te volgen. En dit zal alleen mogelijk zijn in “uitzonderlijke omstandigheden”, op voorwaarde dat men naar zijn mening juist heeft geoordeeld, op zo’n manier uiteraard dat men niet de hele zaak in twijfel trekt, maar alleen de vragen die tussen katholieke theologen betwist worden, met de beperkingen dat we zojuist hebben aangegeven: niemand zal zonder gevaar kunnen afwijken van de leer van Sint-Thomas, behalve “op basis van de ene of de andere conclusie, die geen speciaal belang heeft”, en in geen geval “in de fundamentele stellingen en die welke dienen als uitgangspunt voor verschillende anderen”.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Wat We zojuist hebben uitgelegd over de keuze van leerstellingen in het studieprogramma is precies wat de Sociëteit van Jezus, volgens de voorschriften van haar grondlegger, aan haar studenten gaf om hen zo goed mogelijk op te leiden in het voorbrengen van de glorie van God en het nut van de Kerk en haar naasten, niet minder dan om hun persoonlijke vooruitgang te verzekeren. Deze regeling leek ons zo eerlijk en passend dat, zelfs als deze niet door de regels van de Sociëteit was opgelegd, Wij deze zelf zouden hebben voorgeschreven; wat Wij krachtens Ons apostolisch gezag van nu af aan vaststellen en verordenen. En er ontstaat vreugde en hoop bij Ons bij het idee dat, wanneer we de studenten van de Sociëteit hebben gewonnen voor de zaak van het werk dat Wij zoeken, namelijk het vestigen van de thomistische filosofie, het enige wat ons nog rest is hen aan te sporen hun disciplinaire regels te volgen. Dat als Onze hierboven genoemde geboden vrome en ijverige gehoorzaamheid vereisen van dezelfde studenten van de Sociëteit, het docentencorps met nog grotere vroomheid en toewijding de jongeren opleidt die aan hun zorg zijn toevertrouwd, evenals de verantwoordelijken voor de studies, door middel van hun waakzaamheid en toepassing, zich zullen wijden aan het versterken ervan en ze in hun geheel doen naleven. In het bijzonder zullen de verantwoordelijken dit proberen te doen uit gewetensplicht ten aanzien van diegenen die verantwoordelijk zijn voor het kiezen van kandidaten voor onderwijsposities: dat zij in deze zaken niet aarzelen om zich met Ons gezag te bekleden, om oordeelkundig degenen te bevoordelen en te bevorderen die verschijnen voor hen met een gehoorzaam karakter en met studie-ijver voor de leer van Sint-Thomas, en om, zonder rekening te houden met wie dan ook, degenen van de leer uit te sluiten van wie zij een mindere gretigheid opmerken. Dus wat betreft de Pauselijke Gregoriaanse Universiteit, die als het ware voor Onze ogen staat, en in wiens voordeel Wij onze gedachten en zorgen niet hebben gespaard, zijn Wij blij dat het in overeenstemming is met Onze wensen en Onze bevelen, en Wij zien het bijgevolg bloeien met de toestroom van talrijke studenten en een reputatie voor een goede en solide leer. Dergelijke voortreffelijke vruchten zullen zeker niet lang meer verlangd worden, waar de leer wordt verspreid door mensen die door dezelfde geest worden bezield en die door dezelfde studies zijn gevoed.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Ten slotte, om de duur van Onze instructies te garanderen, evenals hun duurzame consolidatie en hun breedste en meest winstgevende gevolg, besluiten Wij dat deze Apostolische Brief, afgekondigd in de vorm van een Brief, dient als een strikte en definitieve wet betreffende de keuze van de leer binnen de gehele Sociëteit van Jezus, en dat deze door iedereen als zodanig wordt aanvaard; dat het wordt toegevoegd aan de andere pauselijke documenten die de statuten van dezelfde Sociëteit vervolledigen, en dat we ernaar verwijzen als een bepaalde regel als er vragen worden gesteld over de volgorde van de studies; dat exemplaren worden uitgedeeld aan ieder lid, of het nu gaat om superieuren, studieprefecten, professoren in de theologie of filosofie, of boekencensoren; dat het samen aan tafel wordt voorgelezen zodra het is ontvangen, en elk jaar wordt herhaald wanneer de lessen worden hervat, op alle universiteiten en huizen van de Sociëteit waar filosofie of theologie wordt gestudeerd. Bovendien, opdat Onze uitspraken en beslissingen in deze brief allemaal voor altijd onveranderlijk en standvastig blijven, verklaren Wij dat het tevergeefs en waardeloos is hetgeen wie dan ook in de toekomst er tegen in brengt en dat niets of niemand ertegen een obstakel kan vormen.
Gegeven te Rome nabij Sint-Pieter, onder de Vissersring, op 30 december 1892, tijdens ons vijftiende pontificaat.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/2551-gravissime-nos-nl