(Ecclesia Docens) - De datum van verschijnen der encycliek Mystici Corporis[433], 29 Juni 1943, zou bevreemding kunnen wekken, wanneer men bedenkt, dat een encycliek over een zo bij uitstek theologisch probleem verscheen op een tijdstip, dat geheel de wereld door de oorlog werd verscheurd, verscheidene landen van Europa door een vijandelijke macht waren bezet en gekneveld werden gehouden, op het tijdstip, dat de Anglo-Amerikaanse invasielegers op het punt stonden de Italiaanse grond te betreden. In die tijd van gespannenheid, waar het niet alleen een conflict gold der wapenen, maar nog veel meer van ideeën, verwachtte men vóór alles van den Vader der christenheid woorden van bemoediging en troost, zag men in hem den verdediger der primaire rechten van menselijke vrijheid en waardigheid, den verdediger der christelijke beschaving. Inderdaad, de H. Vader heeft niet gezwegen. Wij konden die stem beluisteren in verschillende kersttoespraken en andere pauselijke documenten.
Maar de Kerk is nu eenmaal universeel, niet alleen geografisch, maar ook in de tijd. Zij beziet niet slechts het heden, zij omvat in haar universele blik het verleden en de toekomst. Zij weet, dat bepaalde geestesstromingen werkzaam waren en blijven doorwerken ondanks de wisselvalligheden der veranderlijke uiterlijke omstandigheden van het wereldgebeuren. Zo geeft het historisch ogenblik van het verschijnen dezer encycliek Mystici Corporis[433] ons in tastbare, concrete vorm de waarheid van Christus' woord, dat Hij aan Zijn Kerk den Paracleet, den Geest der Waarheid zou zenden om bij haar "te blijven voor eeuwig." (Joh. 14, 16)[b:Joh. 14, 16] Wij kunnen krachtens deze belofte van den Geest der Waarheid er gerust op zijn, dat zij nooit haar blik zal verengen exclusief tot het eigentijdse, maar borg staat voor de volle waarheid, ook voor de komende eeuwen.
Dat de leer van het mystieke lichaam van Christus in het centrum stond van een bijzondere belangstelling in de laatste decennia, blijkt reeds uit de overvloedige literatuur over dit onderwerp verschenen in boekvorm en tijdschrift-artikelen. Zie hiervoor H. J. H. M.... Zie hiervoor H. J. H. M. Fortmann: Kroniek van de Dogmatische Theologie, Nederl. Kath. Stemmen, 1 (1941- 1945) 89-94. Bijzondere vermelding verdient het werk van onzen landgenoot Seb. Tromp S.J.: Corpus Christi quod est Ecclesia. I. Introductio Generalis. Romae, Universitas Gregoriana 1937. Voor de vergelijking der encycliek met bovengenoemd werk, zie H. J. H. M. Fortmann: De encycliek "Mystici Corporis", Ned. Kath. Stemmen 42 (1946) 7. "Deze theoloog, die als professor aan de Universitas Gregoriana te Rome verbonden is, moet wel zeer nauw bij de opstelling van deze encycliek betrokken zijn geweest." L.c. De geestelijke stromingen, die zich als achtergrond van deze encycliek aftekenen en welke de aanleiding werden tot haar ontstaan, tekenden zich ook in ons land duidelijk af. "Ook hier had men immers duidelijk een accentverschuiving in het kerkbegrip kunnen constateren, waarbij de aandacht van het zichtbare en organisatorische element overging op het daarachter gelegen innerlijke, bovennatuurlijke, mystieke element: ook hier had zich de drang naar een meer aan Christus gebonden godsdienstig leven geopenbaard en in velen was het besef gegroeid van hun mystieke eenheid met den verheerlijkten Christus. Vele jongeren hadden deze inzichten leren beleven en er een nieuwe bron van jeugdig enthousiasme in gevonden." H. J. H. M. Fortmann: De... H. J. H. M. Fortmann: De encycliek “Mystici Corporis", Nederl Kath. Stemmen, 2 (1946), 4 {volgt spoedig op deze site}
Men kan niet ontkennen, dat bij de behandeling van de Kerk door onze katholieke theologen wel wat eenzijdig de nadruk werd gelegd op het uitwendig, juridisch, organisatorisch element in de Kerk. Te verwonderen valt dit niet. Doordat de reformatie aan het uitwendig element, aan de "zichtbare Kerk" de goddelijke instelling en het goddelijk karakter ontzegde en de tegenstelling poneerde van de "onzichtbare Kerk" der gelovigen of gepraedestineerden als het rijk Gods, tegenover de "zichtbare Kerk", als zijnde van menselijke oorsprong en karakter, bezag de katholieke theoloog de Kerk bij voorkeur uit deze gezichtshoek. Tekenend daarvoor is wel, dat het dogmatisch tractaat over de Kerk practisch uitsluitend in de apologetica werd ondergebracht. Hoe natuurlijk was het dan, dat men zich op dit tekort bezinnend wederom teruggreep naar het kerkbegrip, zoals het in de oorspronkelijke christelijke documenten werd gevonden, vooral bij St. Paulus in zijn leer over de Kerk als het lichaam van Christus. Hierin toch zag men onmiddellijk het bovennatuurlijk element, waardoor zij, die met Christus in de Kerk verbonden zijn, bezield worden. Doch ook hier school een gevaar. Men ging de term "mystiek lichaam" als vanzelf uitstrekken tot allen, die met Christus verbonden zijn door de genade, ook tot de niet-katholieken. Zeer juist wordt daarom in een commentaar op de encycliek opgemerkt: "Zo dreigde het conflict, dat inhaerent is aan het protestantse kerkbegrip, naar eigen terrein te worden overgebracht: de tegenstelling tussen de zichtbare en de onzichtbare Kerk, waarbij de zichtbare Kerk gemakkelijk wordt gezien als het zuiver menselijke tegenover het goddelijke van de onzichtbare Kerk, die de eigenlijke Kerk is." H. J. H. M. Fortmann: De... H. J. H. M. Fortmann: De encycliek “Mystici Corporis", Nederl Kath. Stemmen, 2 (1946), 10-11 {volgt spoedig op deze site} Aldus wordt de tegenstelling rechtskerk en liefdekerk geschapen, hetgeen in deze encycliek als een verderfelijke dwaling wordt veroordeeld. In 1940, dus op de vooravond a.h.w. van het verschijnen dezer encycliek, schreef de bekende Duitse philosooph en theoloog Erich Przywara S.J.: „Seit den Aufsätzen von Max Scheler über «Soziologische Neuorientierung und die Aufgaben der deutschen Katholiken nach dem Krieg» wurde das «Corpus Christi Mysticum» im katholischen Deutschland zur Zentralidee, in bewusztem oder unbewusztem Gegensatz zur «ecclesia militans» und zur Kirche als Rechtsgebilde, Gesellschaft, Organisation, Amt. Diese Entwicklung ist heute deutlich in ihre Krise getreten." E. Przywara S.J.: Corpus... E. Przywara S.J.: Corpus Christi Mysticum Eine Bilanz, Zeitsch. für Aszese und Mystik 15 (1940) 197.
Toch moet men erkennen, dat de arbeid der theologen vruchtbaar is geweest voor het weer levendig worden onder het tegenwoordig geslacht der Corpus-Christi-Mysticum-idee en dat deze idee bezielend en bevruchtend heeft gewerkt voor de huidige spiritualiteit en voor de moderne zielzorg, met name voor het lekenapostolaat en de Katholieke Actie[d:247]. “Op de grondslag van een nieuwe oriëntatie in de dogmatiek der Kerk is er in het godsdienstig leven en ook in de zielzorg een beweging der geesten gaande, die de Corpus-Mysticum gedachte tot uitgangspunt heeft, daaruit haar bezieling put en haar leidraad tevens." L. Buys C.ss.R.: Kroniek der... L. Buys C.ss.R.: Kroniek der pastoraaltheologie, Kath. Stemmen 37 (1937) 1.
Op de ontwikkeling van het geestelijk leven werkte deze idee van Christus' mystieke lichaam bevruchtend. In het besef van onze mystieke eenheid met Christus wordt de spiritualiteit uitgesproken Christocentrisch en in die innige gebondenheid en dat steeds inniger gebonden worden met Christus wil men zijn spiritualiteit beleven. Ook hier echter kan de ware leer van het mystieke lichaam verkeerd worden begrepen en doorgevoerd: “alsof in onze levenseenheid met Christus lag opgesloten, dat wij niets anders hebben te doen dan in gezapige rust toe te zien, dat wij in Hem groeien en Zijn genade in ons werkt. Het ontgaat hun, dat juist die eenheid met Christus de klemmendste reden is om, geleid en voortgestuwd door Zijn genade «aan de zonde gestorven der gerechtigheid te leven. (1 Pt. 2, 24)[b:1 Pt. 2, 24]»" L. Buys C.ss.R.: Kroniek van...L. Buys C.ss.R.: Kroniek van Pastoraal, Neder. Kath. Stemmen 1 (1941-195) 231. Over de quietistische tendenzen in de vooroorlogsjaren, zie aangehaalde Kroniek, waar verwezen wordt naar Max. Kassiepe O.M.I.: Irrwege und Umwege im Frömmigkeitsleben der Gegenwart. Zweite erweiterte und verbesserte Auflage. Würzburg z.j. Echter Verlag. Die verbondenheid met Christus, te eenzijdig geprononceerd, leidt tot quietisme of tot verwaarlozing van sommige practijken van godsvrucht, als devotie-biecht, private gebeden, en tot het verwerpen van gebeden, die zich richten tot de persoon van Jesus Christus, alsof ons gebed zich uitsluitend moet richten tot den eeuwigen Vader. Die verbondenheid met Christus kan zelfs zóver worden uitgestrekt, dat het als een physieke eenheid wordt opgevat tussen Christus en Zijn ledematen, alsof de Verlosser en de leden der Kerk zich tot één physieke persoon verenigen en versmelten. Deze opvatting werd door Carolus Pelzer voorgestaan in zijn ‘pro manuscripto' verschenen werk: Der Christ als Christus, dat door een decreet van het H. Officie van 30 October 1940 op de Index werd geplaatst. Acta Apostolicae Sedis XXXII... Acta Apostolicae Sedis XXXII 12 (1940) 502. De auteur heeft zich na zijn veroordeling eerbiedig onderworpen. A.A.S. XXXIII, 13 (1941) 24.
Dat ook de zielzorg werkelijk geïnspireerd wordt door de idee van het mystieke lichaam, bleek o.a. uit de studiedagen der Katholieke Actie te Apeldoorn in 1937 H. J. H. M. Fortmann: De leer... H. J. H. M. Fortmann: De leer van het mystieke lichaam als grondslag van de Katholieke Actie. Studiedagen Apeldoorn 1937. Utrecht, St. Gregoriushuis z.j.; bleek eveneens uit het feit, dat een nieuw pastoraal-handboek in 1937 verscheen onder de titel van: Aedificatio Corporis Christi. Constantin Noppel S.J.:...Constantin Noppel S.J.: Aedificatio Corporis Christi. Herder Freiburg i. B. 1987. Cfr. L. Buys C.ss.R.: Kroniek der pastoraaltheologie, Ned. Kath. St. 37 (1937) 13.
Uit de bezinning op en het zich dieper bewust worden van de Kerk als het mystieke lichaam van Christus moesten als vanzelf voortvloeien een sterkere gemeenschapszin en een algemener verantwoordelijkheidsbesef voor het rijk van Christus. Een sterkere gemeenschapszin: vandaar een zich vaster concentreren om de Eucharistie, symbool en oorzaak onzer eenheid met Christus; een krachtige stuwing van de reeds in gang zijnde liturgische beweging en van het liturgisch leven. Liturgie immers is· in haar wezen gemeenschapsgodsdienst. Een algemener verantwoordelijkheidsbesef voor het rijk van Christus: doordat men zich verbonden weet in Christus met de andere ledematen in één mystiek lichaam, blijft men voor elkander niet onverschillig staan volgens St. Paulus: “God heeft het lichaam zo samengesteld, opdat in het lichaam geen tweedracht zou heersen, maar de leden gelijke zorg voor elkaar zouden dragen." ( 1 Kor. 12, 24-25)[b: 1 Kor. 12, 24-25]
Het providentiële en actuele van deze encycliek komt wel heel duidelijk naar voren, als wij haar stellen tegen de achtergrond der moderne tendenzen, die gesignaleerd werden in een schrijven van mgr. Conrad Gröber, aartsbisschop van Freiburg, aan het Duitse episcopaat dd. 18 Januari 1943. Dit schrijven werd tijdens de... Dit schrijven werd tijdens de oorlog hier en daar in ons land in stencil-afdrukken verspreid. “Bijna alle kwesties, waarover mgr. Gröber rapporteerde, krijgen in deze encycliek een duidelijk antwoord, hetzij bij de positieve uiteenzetting van de katholieke leer, hetzij bij de afwijzing van de dwalingen." H. J. H. M. Fortmann: De... H. J. H. M. Fortmann: De encycliek “Mystici Corporis", Ned. Kath. Stemmen 2 (1946) 5 {volgt spoedig op deze site}.
Wanneer wij aldus de encycliek plaatsen in het licht van de tijd van haar verschijnen, vertoont Rome zich aan ons als niet afkerig van nieuwere ideeën of van een heropnemen en in een nieuw licht plaatsen van vroegere leerstellingen, wat een natuurlijke en gezonde evolutie van de geopenbaarde geloofsleer en gevolgelijk een zich verder ontplooien der christelijke spiritualiteit betekent. Zij weet met forse lijnen de waarheid te omgrenzen en aldus af te bakenen van overdrijving te ener zijde en te bevrijden van een al te star vasthouden aan te enge of verstarde begrippen te anderer. Zij weet de kloof tussen vooruitstrevende jongeren en vasthoudende ouderen te overbruggen in waarheid en liefde, en aldus alle krachten in Gods Kerk mobiel te maken en te richten op de groei en opbouw van Christus' lichaam. “We zullen de waarheid bewaren in liefde, en zo in ieder opzicht opgroeien voor Hem, voor Christus, die het hoofd is. Door Hem wordt het ganse lichaam samengevoegd en samengehouden: zo voltrekt zich de groei van het lichaam tot eigen opbouw in liefde." (Ef. 4, 15-16)[b:Ef. 4, 15-16]
Al wordt de idee van het mystieke lichaam ook soms omgebogen naar een niet-rechtzinnige opvatting, al mochten uit een verkeerd inzicht conclusies voortkomen, afwijkend van de katholieke waarheid, daarom wordt de idee zelf niet prijsgegeven. De Kerk aanvaardt dankbaar die vernieuwing des geestes, die bevruchtend werkt op het geestelijk leven en de zielzorg. Zij spoort ons aan ons in die leer te verdiepen en haar verder uit te bouwen. “De door God geopenbaarde geheimen kunnen den mens immers niet verderfelijk zijn, noch moeten zij zonder vrucht blijven gelijk de in de akker verborgen schat; maar zij werden van Godswege medegedeeld opdat zij zouden bijdragen tot de geestelijke vooruitgang van hen, die ze godvruchtig beschouwen." Mystici Corporis Christi, 10[[433|10]]
Mogen de lezing en bestudering van deze verheven leer van het mystieke lichaam van Christus datgene in Gods Kerk en in de zielen uitwerken, waarvoor de H. Vader deze encycliek heeft uitgevaardigd: “Opdat nu de schoonheid der Kerk van een nieuwe glorie strale, opdat de buitengewone bovennatuurlijke adel der gelovigen, die in het lichaam van Christus met hun Hoofd verbonden worden, duidelijker worde gekend; opdat ten slotte aan allerlei dwalingen de toegang tot deze stof volkomen worde afgesloten." Mystici Corporis Christi, 11[[433|11]]
Rest ons nog iets te zeggen over deze uitgave der encycliek.
De vertaling is die, welke vrij spoedig na het verschijnen werd uitgegeven te Rome door de Tipografia Poliglotta Vaticana. Volgens de uit beste bron afkomstige informaties, waarover wij beschikken, moet deze vertaling als authentiek beschouwd worden. Ze is dan ook ongewijzigd afgedrukt. Alleen wat betreft de... Alleen wat betreft de spelling, het gebruik van hoofdletters e.d. hebben wij ons vrijheid voorbehouden. Tijdens de oorlog werd een aantal exemplaren der Romeinse vertaling ons Zand binnengesmokkeld en clandestien gemultipliceerd of gefotocopieerd. Vandaar ziet men verschillende uitgaven met variërende lettertypen, paginering en vignet van het pauselijk wapen, alle getekend met Tipografia Poliglotta Vaticana!
Wat de analyse betreft, in het nummer der Acta Ap. Sed. van 31 December 1943 staat onder de ‘Index rerum analyticus’ op p. 436 ook een korte analyse van deze encycliek. Deze analyse is gevolgd. Wel zou het kunnen schijnen, dat de behandeling der dwalingen Mystici Corporis Christi, 86-91[[433|86-91]] beter als behorend tot het dogmatisch gedeelte der encycliek was aangegeven, maar wij meenden dit toch niet te mogen wijzigen. Op één plaats hebben wij echter een kleine wijziging aangebracht. In de Acta nl. staat voor n. 69[433|69]: “vincula iuridica et socialia”. Het leek ons, dat de tekst eerst de sociale en dan de juridische banden bespreekt. Daarom hebben wij de volgorde in het opschrift gewijzigd. Verder, de Acta verwijzen wel naar bladzijden, maar geven niet aan, waar precies de tekst der analyse zou moeten worden ingevoegd. Bij de nummers 77-79[433|77-79] hebben wij de opschriften anders geplaatst dan in de Romeinse vertaling. Ten slotte hebben wij de analyse ook wat aangevuld. De aanvullingen zijn door een asteriscus kenbaar gemaakt.
De randnummers sluiten aan bij de alinea's van de Latijnse tekst. Deze laatste is gegeven volgens de Acta Apostolicae Sedis, vol. XXXV, 193-248. Voor commentaar verwijzen wij... Voor commentaar verwijzen wij naar de vervolgartikelen van H. J. H. M. Fortmann: De encycliek “Mystici Corporis", Ned. Kath. Stemmen 42 (1946) 4 , 42, 112, 158, en de commentaren aldaar aangegeven l.c. 3, voetnoot 3. {volgt spoedig op deze site} Begrijpelijkerwijze hebben de commentaren van pater S. Tromp S.J. hun speciale waarde, zie boven voetnoot 3. Wij verwijzen naar zijn Annotationes, Periodica de re morali canonica liturgica 32 (1943) 377-401. In de serie Textus et Documenta van de Gregoriana publiceerde dezelfde auteur de tekst van de encycliek en documenta varia, quae prodesse possunt ad erplicandas litteras encyclicas “Corporis Christi Mystici”. Textus et Documenta, Series Theologica 26. Romae, apud aedes Pont. Univ. Gregorianae 1943.
Om RK Documenten te kunnen verbeteren is uw reactie zeer waardevol. Heeft u aanmerkingen of suggesties voor verbeteringen of bent u een fout tegen gekomen? Laat het ons weten.