Rosarium Virginis Mariae
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Rosarium Virginis Mariae
Over de allerheiligste Rozenkrans
Paus Johannes Paulus II
16 oktober 2002
Pauselijke geschriften - Apostolische Brieven
16 oktober 2002
26 maart 2015
79
nl
Referenties naar dit document: 15
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
1
De rozenkrans van de Maagd Maria ('Rosarium Virginis Mariae'), die zich geleidelijk onder leiding van Gods Geest in het tweede millennium heeft ontwikkeld, is een gebed dat geliefd was bij veel heiligen en is aangemoedigd door het leerambt. In zijn eenvoud en diepzinnigheid blijft de rozenkrans ook in het zojuist begonnen millennium een gebed van grote betekenis, dat is voorbestemd vruchten van heiligheid te oogsten.
Dit gebed past goed in de spirituele weg van christelijk leven, dat na tweeduizend jaar niets van zijn frisheid van het prille begin heeft verloren, en dat zich door Gods Geest gesterkt voelt om "naar het diepe te gaan" (duc in altum!) om telkens opnieuw ten overstaan van de wereld te verklaren en zelfs te roepen dat Jezus Christus Heer en Redder is, "de weg, en de waarheid en het leven" (Joh. 14, 6)[b:Joh. 14, 6] en dat hij "het doel van de mensengeschiedenis is, het punt waarnaar alle verlangens van de geschiedenis en de beschaving samenkomen". 1[[575|45]]
Het rozenkransgebed, hoezeer hij ook betrekking heeft op de Maagd Maria, is eigenlijk een gebed dat ten diepste verband houdt met Christus. In de soberheid van zijn onderdelen heeft het gebed de diepgang van de volledige boodschap van het Evangelie, waarvan het tegelijkertijd ook een samenvatting is, in zich verenigt. 2[[598|42]] In de rozenkrans weerklinkt het gebed van Maria, haar eeuwigdurende Magnificat, de lofzang op het werk van de verlossende Menswording, die begon in haar maagdelijke schoot. Met het rozenkransgebed zitten christenen op de school van Maria om de schoonheid op het gezicht van Christus te overdenken en om de diepten van Zijn liefde te ervaren. Door dit gebed ontvangt de gelovige genade in overvloed alsof die uit de handen van de moeder van de Verlosser zelf komt.
Dit gebed past goed in de spirituele weg van christelijk leven, dat na tweeduizend jaar niets van zijn frisheid van het prille begin heeft verloren, en dat zich door Gods Geest gesterkt voelt om "naar het diepe te gaan" (duc in altum!) om telkens opnieuw ten overstaan van de wereld te verklaren en zelfs te roepen dat Jezus Christus Heer en Redder is, "de weg, en de waarheid en het leven" (Joh. 14, 6)[b:Joh. 14, 6] en dat hij "het doel van de mensengeschiedenis is, het punt waarnaar alle verlangens van de geschiedenis en de beschaving samenkomen". 1[[575|45]]
Het rozenkransgebed, hoezeer hij ook betrekking heeft op de Maagd Maria, is eigenlijk een gebed dat ten diepste verband houdt met Christus. In de soberheid van zijn onderdelen heeft het gebed de diepgang van de volledige boodschap van het Evangelie, waarvan het tegelijkertijd ook een samenvatting is, in zich verenigt. 2[[598|42]] In de rozenkrans weerklinkt het gebed van Maria, haar eeuwigdurende Magnificat, de lofzang op het werk van de verlossende Menswording, die begon in haar maagdelijke schoot. Met het rozenkransgebed zitten christenen op de school van Maria om de schoonheid op het gezicht van Christus te overdenken en om de diepten van Zijn liefde te ervaren. Door dit gebed ontvangt de gelovige genade in overvloed alsof die uit de handen van de moeder van de Verlosser zelf komt.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Maria en de missie van de Kerk ->
De pausen en de rozenkrans
Veel van mijn voorgangers hebben groot belang gehecht aan dit gebed. Bijzondere vermelding verdient in dit verband paus Leo XIII die op 1 september 1883 de Encycliek over de rozenkrans Supremi Apostolatus officio[356] afkondigde, een document van grote betekenis en de eerste uit een reeks van verklaringen over dit gebed. In deze Encycliek stelde hij het rozenkransgebed voor als een effectief spiritueel wapen tegen het kwaad dat de samenleving teistert. Onder de laatste pausen die, vanaf de tijd van het Tweede Vaticaans Concilie, zichzelf hebben onderscheiden in het stimuleren van het rozenkransgebed, wil ik de zalige Johannes XXIII 3[[389]] en vooral Paulus VI noemen. Deze laatste benadrukte in zijn apostolische Exhortatie Marialis Cultus[598], die geschreven was in de geest van het Tweede Vaticaans Concilie, het Evangelische karakter van het rozenkransgebed en zijn nadruk op Christus. Ikzelf heb vaak het veelvuldig bidden van de rozenkrans aangemoedigd. Van jongs af aan nam dit gebed in mijn spirituele leven een belangrijke plaats in. Ik werd er sterk aan herinnerd tijdens mijn laatste bezoek aan Polen en in het bijzonder aan het heiligdom van Kalwaria. Het rozenkransgebed heeft mij vergezeld in zowel momenten van geluk als van beproeving. Ik vertrouwde er mijn zorgen aan toe en ik vond er troost in. Vierentwintig jaar geleden, op 29 oktober 1978, nauwelijks twee weken na mijn verkiezing tot paus, erkende ik openhartig: "De rozenkrans is mijn favoriete gebed. Een wonderbaarlijk gebed! Prachtig in eenvoud en diepgang .... De rozenkrans is in zekere zin een gebed dat commentaar geeft op het laatste hoofdstuk van de Constitutie Lumen Gentium[617] van het Tweede Vaticaans Concilie. Hierin wordt ingegaan op het wonderbaarlijke bestaan van de Moeder Gods in het mysterie van Christus en de Kerk. Tegen de achtergrond van de woorden Wees gegroet passeren de belangrijkste episoden uit het leven van Jezus Christus voor de ogen van de ziel. De gebeurtenissen verschijnen in de blijde, droevige en glorievolle geheimen, en ze plaatsen ons in levende gemeenschap met Jezus door - zoals we zouden kunnen zeggen - het hart van Zijn moeder. Tegelijkertijd kan ons hart in de reeksen van tien Wees gegroeten van de rozenkrans alle gebeurtenissen opnemen die het leven van mensen, families, naties, de Kerk en de gehele mensheid vormgeven. Persoonlijke gebeurtenissen en gebeurtenissen van onze naasten, vooral die dichtbij ons staan en die ons het dierbaarst zijn. In het eenvoudige rozenkransgebed komt het ritme van menselijk leven tot uitdrukking." 4[[1437]]
Lieve broeders en zusters, met deze woorden plaatste ik het eerste jaar van mijn pontificaat in het teken van het dagelijkse ritme van de rozenkrans. Vandaag, aan het begin van mijn vijfentwintigste jaar in dienst als opvolger van Petrus, wil ik hetzelfde doen. Hoeveel genadegaven ontving ik niet door de jaren heen van de heilige Maagd door middel van het rozenkransgebed: Magnificat anima mea Dominum! (Hoog verheft mijn ziel de Heer!) Ik wil mijn dank richten tot de Heer in de woorden van zijn heiligste moeder, onder wier bescherming ik mijn apostolisch priesterschap heb gesteld: Totus Tuus!
Veel van mijn voorgangers hebben groot belang gehecht aan dit gebed. Bijzondere vermelding verdient in dit verband paus Leo XIII die op 1 september 1883 de Encycliek over de rozenkrans Supremi Apostolatus officio[356] afkondigde, een document van grote betekenis en de eerste uit een reeks van verklaringen over dit gebed. In deze Encycliek stelde hij het rozenkransgebed voor als een effectief spiritueel wapen tegen het kwaad dat de samenleving teistert. Onder de laatste pausen die, vanaf de tijd van het Tweede Vaticaans Concilie, zichzelf hebben onderscheiden in het stimuleren van het rozenkransgebed, wil ik de zalige Johannes XXIII 3[[389]] en vooral Paulus VI noemen. Deze laatste benadrukte in zijn apostolische Exhortatie Marialis Cultus[598], die geschreven was in de geest van het Tweede Vaticaans Concilie, het Evangelische karakter van het rozenkransgebed en zijn nadruk op Christus. Ikzelf heb vaak het veelvuldig bidden van de rozenkrans aangemoedigd. Van jongs af aan nam dit gebed in mijn spirituele leven een belangrijke plaats in. Ik werd er sterk aan herinnerd tijdens mijn laatste bezoek aan Polen en in het bijzonder aan het heiligdom van Kalwaria. Het rozenkransgebed heeft mij vergezeld in zowel momenten van geluk als van beproeving. Ik vertrouwde er mijn zorgen aan toe en ik vond er troost in. Vierentwintig jaar geleden, op 29 oktober 1978, nauwelijks twee weken na mijn verkiezing tot paus, erkende ik openhartig: "De rozenkrans is mijn favoriete gebed. Een wonderbaarlijk gebed! Prachtig in eenvoud en diepgang .... De rozenkrans is in zekere zin een gebed dat commentaar geeft op het laatste hoofdstuk van de Constitutie Lumen Gentium[617] van het Tweede Vaticaans Concilie. Hierin wordt ingegaan op het wonderbaarlijke bestaan van de Moeder Gods in het mysterie van Christus en de Kerk. Tegen de achtergrond van de woorden Wees gegroet passeren de belangrijkste episoden uit het leven van Jezus Christus voor de ogen van de ziel. De gebeurtenissen verschijnen in de blijde, droevige en glorievolle geheimen, en ze plaatsen ons in levende gemeenschap met Jezus door - zoals we zouden kunnen zeggen - het hart van Zijn moeder. Tegelijkertijd kan ons hart in de reeksen van tien Wees gegroeten van de rozenkrans alle gebeurtenissen opnemen die het leven van mensen, families, naties, de Kerk en de gehele mensheid vormgeven. Persoonlijke gebeurtenissen en gebeurtenissen van onze naasten, vooral die dichtbij ons staan en die ons het dierbaarst zijn. In het eenvoudige rozenkransgebed komt het ritme van menselijk leven tot uitdrukking." 4[[1437]]
Lieve broeders en zusters, met deze woorden plaatste ik het eerste jaar van mijn pontificaat in het teken van het dagelijkse ritme van de rozenkrans. Vandaag, aan het begin van mijn vijfentwintigste jaar in dienst als opvolger van Petrus, wil ik hetzelfde doen. Hoeveel genadegaven ontving ik niet door de jaren heen van de heilige Maagd door middel van het rozenkransgebed: Magnificat anima mea Dominum! (Hoog verheft mijn ziel de Heer!) Ik wil mijn dank richten tot de Heer in de woorden van zijn heiligste moeder, onder wier bescherming ik mijn apostolisch priesterschap heb gesteld: Totus Tuus!
Referenties naar alinea 2: 2
Redemptionis Sacramentum ->Maria en de missie van de Kerk ->
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maria en de missie van de Kerk ->
Oktober 2002-oktober 2003: het jaar van de rozenkrans
Daarom voel ik me geroepen een overweging op het rozenkransgebed te bieden als een soort mariale kroon op de apostolische Brief Novo millennio ineunte[9], waarin ik - na de ervaring van het Jubeljaar - Gods volk uitnodigde om "weer bij Christus te beginnen". 5[[9|20]] Deze overweging is ook een aansporing om het gelaat van Christus te aanschouwen in vereniging met, en op de school van Zijn allerheiligste moeder. De rozenkrans te bidden is niets anders dan het overwegen met Maria van het gelaat van Christus. Ik grijp de gelegenheid van de aanstaande 120ste verjaardag van de eerdergenoemde Encycliek[356] van Leo XIII aan om deze uitnodiging te benadrukken. Het is mijn wens dat gedurende dit jaar het rozenkransgebed speciale nadruk krijgt en dat het wordt gestimuleerd in de verschillende christelijke gemeenschappen. Daarvoor roep ik de twaalf maanden tussen oktober 2002 en oktober 2003 uit tot het jaar van de rozenkrans. Ik laat de uitvoering van dit pastorale voorstel over aan de initiatieven van elke kerkgemeenschap. Het is niet mijn intentie om pastorale programma's te belemmeren maar eerder om ze er in te passen en ze te versterken. Ik vertrouw erop dat het voorstel met bereidwilligheid en edelmoedigheid wordt ontvangen. Het rozenkransgebed, als dat in zijn volle betekenis wordt herontdekt, komt tot de kern van het christelijk leven. Het biedt een beproefde doch spiritueel vruchtbare en educatieve mogelijkheid voor persoonlijke overweging, voor de vorming van het volk Gods en voor de nieuwe evangelisatie. Het doet mij plezier om dit ook te bekrachtigen in de heugelijke herinnering van een ander jubileum: de veertigste verjaardag van de opening van het Tweede Vaticaans Concilie op 11 oktober 1962, de "grote genade" voor de Kerk in onze tijd, die werd voorbeschikt door Gods Geest. 6[[1634]]
Daarom voel ik me geroepen een overweging op het rozenkransgebed te bieden als een soort mariale kroon op de apostolische Brief Novo millennio ineunte[9], waarin ik - na de ervaring van het Jubeljaar - Gods volk uitnodigde om "weer bij Christus te beginnen". 5[[9|20]] Deze overweging is ook een aansporing om het gelaat van Christus te aanschouwen in vereniging met, en op de school van Zijn allerheiligste moeder. De rozenkrans te bidden is niets anders dan het overwegen met Maria van het gelaat van Christus. Ik grijp de gelegenheid van de aanstaande 120ste verjaardag van de eerdergenoemde Encycliek[356] van Leo XIII aan om deze uitnodiging te benadrukken. Het is mijn wens dat gedurende dit jaar het rozenkransgebed speciale nadruk krijgt en dat het wordt gestimuleerd in de verschillende christelijke gemeenschappen. Daarvoor roep ik de twaalf maanden tussen oktober 2002 en oktober 2003 uit tot het jaar van de rozenkrans. Ik laat de uitvoering van dit pastorale voorstel over aan de initiatieven van elke kerkgemeenschap. Het is niet mijn intentie om pastorale programma's te belemmeren maar eerder om ze er in te passen en ze te versterken. Ik vertrouw erop dat het voorstel met bereidwilligheid en edelmoedigheid wordt ontvangen. Het rozenkransgebed, als dat in zijn volle betekenis wordt herontdekt, komt tot de kern van het christelijk leven. Het biedt een beproefde doch spiritueel vruchtbare en educatieve mogelijkheid voor persoonlijke overweging, voor de vorming van het volk Gods en voor de nieuwe evangelisatie. Het doet mij plezier om dit ook te bekrachtigen in de heugelijke herinnering van een ander jubileum: de veertigste verjaardag van de opening van het Tweede Vaticaans Concilie op 11 oktober 1962, de "grote genade" voor de Kerk in onze tijd, die werd voorbeschikt door Gods Geest. 6[[1634]]
Referenties naar alinea 3: 2
Zie daar uw moeder (Joh 19,27) ->Maria en de missie van de Kerk ->
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Bezwaren tegen de rozenkrans
De geschiktheid van dit voorstel blijkt uit een aantal overwegingen. De eerste betreft de noodzaak het hoofd te bieden aan een zekere crisis waarin het rozenkransgebed verkeert. In de historische en theologische context van tegenwoordig bestaat het risico dat het gebed - ten onrechte - gedevalueerd wordt en niet meer wordt doorgegeven aan de jongere generaties. Sommigen denken dat het centraal stellen van de liturgie, zoals het Tweede Vaticaans Concilie terecht onderstreepte, het belang van het rozenkransgebed noodzakelijkerwijs doet afnemen. Maar niet alleen staat dit gebed niet in conflict met de liturgie, zoals paus Paulus VI duidelijk maakte, maar het rozenkransgebed ondersteunt het ook. Dit gebed dient als een uitstekende inleiding en een getrouwe weerklank van de liturgie, die mensen in staat stelt om volledig en innerlijk de liturgie te beleven en dagelijks de vruchten ervan te plukken.
Misschien zijn er ook mensen die vrezen dat het rozenkransgebed niet erg oecumenisch is wegens de nadruk op Maria. In werkelijkheid echter behoort het rozenkransgebed overduidelijk tot de vorm van verering van de Moeder Gods, zoals beschreven door het Concilie: een devotie die gericht is op het christologisch centrum van het christelijk geloof, Jezus Christus, op zulk een wijze dat "als de de moeder wordt vereerd, de Zoon ... waarlijk wordt gekend, bemind, en verheerlijkt". 7[[617|66]] Als het rozenkransgebed op een juiste manier wordt herontdekt, is het gebed behulpzaam voor de oecumene en vormt het zeker geen belemmering!
De geschiktheid van dit voorstel blijkt uit een aantal overwegingen. De eerste betreft de noodzaak het hoofd te bieden aan een zekere crisis waarin het rozenkransgebed verkeert. In de historische en theologische context van tegenwoordig bestaat het risico dat het gebed - ten onrechte - gedevalueerd wordt en niet meer wordt doorgegeven aan de jongere generaties. Sommigen denken dat het centraal stellen van de liturgie, zoals het Tweede Vaticaans Concilie terecht onderstreepte, het belang van het rozenkransgebed noodzakelijkerwijs doet afnemen. Maar niet alleen staat dit gebed niet in conflict met de liturgie, zoals paus Paulus VI duidelijk maakte, maar het rozenkransgebed ondersteunt het ook. Dit gebed dient als een uitstekende inleiding en een getrouwe weerklank van de liturgie, die mensen in staat stelt om volledig en innerlijk de liturgie te beleven en dagelijks de vruchten ervan te plukken.
Misschien zijn er ook mensen die vrezen dat het rozenkransgebed niet erg oecumenisch is wegens de nadruk op Maria. In werkelijkheid echter behoort het rozenkransgebed overduidelijk tot de vorm van verering van de Moeder Gods, zoals beschreven door het Concilie: een devotie die gericht is op het christologisch centrum van het christelijk geloof, Jezus Christus, op zulk een wijze dat "als de de moeder wordt vereerd, de Zoon ... waarlijk wordt gekend, bemind, en verheerlijkt". 7[[617|66]] Als het rozenkransgebed op een juiste manier wordt herontdekt, is het gebed behulpzaam voor de oecumene en vormt het zeker geen belemmering!
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Een weg tot contemplatie
Maar de belangrijkste reden om de praktijk van het rozenkransgebed sterk aan te moedigen, is omdat het staat voor een zeer effectieve manier om onder gelovigen die toewijding te bevorderen tot contemplatie van het christelijke mysterie, die ik reeds heb voorgesteld in de apostolische Brief Novo millennio ineunte[9] als een oorspronkelijke "pedagogiek van de heiligheid": "deze vraagt bovenal een christelijk leven dat zich onderscheidt in de kunst van het gebed". 8[[9|32]] Aangezien de hedendaagse cultuur - ondanks zoveel aanwijzingen van het tegendeel - heeft laten zien opnieuw behoefte te hebben aan spiritualiteit, mede onder invloed van andere religies, is het meer dan ooit nodig dat onze christelijke gemeenschappen "oorspronkelijke scholen van gebed" worden. 9[[9|33]] Het rozenkransgebed behoort tot de mooiste en prijzenswaardigste tradities van christelijke bezinning. Het is een typisch meditatief gebed, dat in het Westen ontstond, en dat in zekere zin in overeenstemming is met het 'gebed van het hart' of 'Jezusgebed' dat wortel schoot in de aarde van het christelijke Oosten.
Maar de belangrijkste reden om de praktijk van het rozenkransgebed sterk aan te moedigen, is omdat het staat voor een zeer effectieve manier om onder gelovigen die toewijding te bevorderen tot contemplatie van het christelijke mysterie, die ik reeds heb voorgesteld in de apostolische Brief Novo millennio ineunte[9] als een oorspronkelijke "pedagogiek van de heiligheid": "deze vraagt bovenal een christelijk leven dat zich onderscheidt in de kunst van het gebed". 8[[9|32]] Aangezien de hedendaagse cultuur - ondanks zoveel aanwijzingen van het tegendeel - heeft laten zien opnieuw behoefte te hebben aan spiritualiteit, mede onder invloed van andere religies, is het meer dan ooit nodig dat onze christelijke gemeenschappen "oorspronkelijke scholen van gebed" worden. 9[[9|33]] Het rozenkransgebed behoort tot de mooiste en prijzenswaardigste tradities van christelijke bezinning. Het is een typisch meditatief gebed, dat in het Westen ontstond, en dat in zekere zin in overeenstemming is met het 'gebed van het hart' of 'Jezusgebed' dat wortel schoot in de aarde van het christelijke Oosten.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Gebed voor vrede en voor de familie
Een aantal historische gebeurtenissen maakt de heropleving van het rozenkransgebed nog actueler. Ten eerste de noodzaak om God het geschenk van vrede af te smeken. De rozenkrans is verscheidene malen door mijn voorgangers en mijzelf voorgesteld als gebed voor vrede. Het millennium begon met de verschrikkelijke aanslagen van 11 september 2001, en laat elke dag overal ter wereld nieuwe scènes van bloedvergieten en geweld zien. Het rozenkransgebed te herontdekken betekent dat we onszelf onderdompelen in de overweging van het mysterie van Christus die 'onze vrede is', aangezien Hij van "de twee werelden één heeft gemaakt, en de scheidsmuur heeft neergehaald" (Ef. 2, 14)[b:Ef. 2, 14]. Daarom is het niet mogelijk de rozenkrans te bidden zonder zich betrokken te voelen en zich in te zetten voor de vrede, met name in het land van Jezus, dat nog steeds pijnlijk verscheurd wordt en dat zo na aan het hart ligt van elke christen. Een vergelijkbare noodzaak om inzet en gebed komt naar voren in een andere zaak die tegenwoordig wordt bedreigd: het gezin, de basiscel van de gemeenschap, die op zowel ideologisch als praktisch vlak in toenemende mate door ontbindende krachten wordt aangetast. Zozeer dat we zelfs moeten vrezen voor de toekomst van deze fundamentele en onmisbare instelling, en daarmee voor de toekomst van de samenleving in haar geheel. De heropleving van het rozenkransgebed in christelijke gezinnen zal, binnen een breder pastorale bediening, effectieve hulp bieden om de destructieve effecten van deze crisis, die zo kenmerkend zijn voor onze tijd, tot stilstand te brengen.
Een aantal historische gebeurtenissen maakt de heropleving van het rozenkransgebed nog actueler. Ten eerste de noodzaak om God het geschenk van vrede af te smeken. De rozenkrans is verscheidene malen door mijn voorgangers en mijzelf voorgesteld als gebed voor vrede. Het millennium begon met de verschrikkelijke aanslagen van 11 september 2001, en laat elke dag overal ter wereld nieuwe scènes van bloedvergieten en geweld zien. Het rozenkransgebed te herontdekken betekent dat we onszelf onderdompelen in de overweging van het mysterie van Christus die 'onze vrede is', aangezien Hij van "de twee werelden één heeft gemaakt, en de scheidsmuur heeft neergehaald" (Ef. 2, 14)[b:Ef. 2, 14]. Daarom is het niet mogelijk de rozenkrans te bidden zonder zich betrokken te voelen en zich in te zetten voor de vrede, met name in het land van Jezus, dat nog steeds pijnlijk verscheurd wordt en dat zo na aan het hart ligt van elke christen. Een vergelijkbare noodzaak om inzet en gebed komt naar voren in een andere zaak die tegenwoordig wordt bedreigd: het gezin, de basiscel van de gemeenschap, die op zowel ideologisch als praktisch vlak in toenemende mate door ontbindende krachten wordt aangetast. Zozeer dat we zelfs moeten vrezen voor de toekomst van deze fundamentele en onmisbare instelling, en daarmee voor de toekomst van de samenleving in haar geheel. De heropleving van het rozenkransgebed in christelijke gezinnen zal, binnen een breder pastorale bediening, effectieve hulp bieden om de destructieve effecten van deze crisis, die zo kenmerkend zijn voor onze tijd, tot stilstand te brengen.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
"Daar is je moeder!" (Joh. 19,27)
Veel tekenen wijzen erop dat de heilige Maagd vandaag de dag nog steeds door ditzelfde gebed haar moederlijke zorgzaamheid wil schenken aan alle zonen en dochters van de Kerk. Aan haar zorg droeg de stervende Verlosser immers zijn geliefde discipel op: "Vrouw, daar is nu je zoon" (Joh. 19, 26)[b:Joh. 19, 26]. Bekend zijn de gebeurtenissen in de 19de en 20ste eeuw waarbij de moeder van God haar aanwezigheid liet gelden en haar stem liet horen om Gods volk aan te sporen tot deze vorm van contemplatief bidden. In het bijzonder noem ik de verschijningen van Lourdes en Fatima 10Het is welbekend en het dient aanbeveling op te merken dat privé openbaringen niet hetzelfde zijn als publieke openbaringen, die gelden voor de gehele Kerk. Het is de taak van het leerambt om de authenticiteit en de aard van privé openbaringen voor de vroomheid van de gelovigen waar te nemen en te erkennen. wegens hun grote invloed op het leven van christenen en hun erkenning door het hoogste kerkelijke leerambt. Deze heiligdommen worden door grote aantallen pelgrims bezocht die op zoek zijn naar troost en hoop.
Veel tekenen wijzen erop dat de heilige Maagd vandaag de dag nog steeds door ditzelfde gebed haar moederlijke zorgzaamheid wil schenken aan alle zonen en dochters van de Kerk. Aan haar zorg droeg de stervende Verlosser immers zijn geliefde discipel op: "Vrouw, daar is nu je zoon" (Joh. 19, 26)[b:Joh. 19, 26]. Bekend zijn de gebeurtenissen in de 19de en 20ste eeuw waarbij de moeder van God haar aanwezigheid liet gelden en haar stem liet horen om Gods volk aan te sporen tot deze vorm van contemplatief bidden. In het bijzonder noem ik de verschijningen van Lourdes en Fatima 10Het is welbekend en het dient aanbeveling op te merken dat privé openbaringen niet hetzelfde zijn als publieke openbaringen, die gelden voor de gehele Kerk. Het is de taak van het leerambt om de authenticiteit en de aard van privé openbaringen voor de vroomheid van de gelovigen waar te nemen en te erkennen. wegens hun grote invloed op het leven van christenen en hun erkenning door het hoogste kerkelijke leerambt. Deze heiligdommen worden door grote aantallen pelgrims bezocht die op zoek zijn naar troost en hoop.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
In het spoor van de getuigen
Het is ondoenlijk om alle heiligen op te noemen die in het rozenkransgebed een oorspronkelijke ontwikkeling naar heiligheid hebben ontdekt. Maar we kunnen niet om de heilige Louis Marie Grignion de Montfort heen, de auteur van een bijzonder werk over de rozenkrans, 11[[2681]] en, meer van onze tijd, Pater Pio van Pietrelcina, die ik onlangs heb mogen heilig verklaren. Als een ware apostel van de rozenkrans is ook nog de zalige Bartolo Longo te noemen, die een bijzondere gave had. Zijn weg naar heiligheid rustte op een inspiratie die hij in de diepte van zijn hart hoorde: "Wie de rozenkrans doorgeeft is gered!" 12[[2682]] Als gevolg daarvan voelde hij zich geroepen om in Pompeï een kerk te bouwen, gewijd aan Onze Vrouwe van de Heilige Rozenkrans. De kerk staat tegen de achtergrond van de ruïnes van de oude stad, die nauwelijks de verkondiging van Christus had gehoord toen zij, in 79 na Chr. door een uitbarsting van de Vesuvius werd begraven om pas eeuwen later uit haar as te herrijzen als een getuige van het licht en de duisternis van de klassieke beschaving. Bartolo Longo bevorderde met zijn levenswerk en in het bijzonder met de praktijk van de 'Vijftien zaterdagen' het christocentrische en contemplatieve hart van het rozenkransgebed. Hij werd hierbij sterk aangemoedigd en gesteund door Leo XIII, de 'paus van de rozenkrans'.
Het is ondoenlijk om alle heiligen op te noemen die in het rozenkransgebed een oorspronkelijke ontwikkeling naar heiligheid hebben ontdekt. Maar we kunnen niet om de heilige Louis Marie Grignion de Montfort heen, de auteur van een bijzonder werk over de rozenkrans, 11[[2681]] en, meer van onze tijd, Pater Pio van Pietrelcina, die ik onlangs heb mogen heilig verklaren. Als een ware apostel van de rozenkrans is ook nog de zalige Bartolo Longo te noemen, die een bijzondere gave had. Zijn weg naar heiligheid rustte op een inspiratie die hij in de diepte van zijn hart hoorde: "Wie de rozenkrans doorgeeft is gered!" 12[[2682]] Als gevolg daarvan voelde hij zich geroepen om in Pompeï een kerk te bouwen, gewijd aan Onze Vrouwe van de Heilige Rozenkrans. De kerk staat tegen de achtergrond van de ruïnes van de oude stad, die nauwelijks de verkondiging van Christus had gehoord toen zij, in 79 na Chr. door een uitbarsting van de Vesuvius werd begraven om pas eeuwen later uit haar as te herrijzen als een getuige van het licht en de duisternis van de klassieke beschaving. Bartolo Longo bevorderde met zijn levenswerk en in het bijzonder met de praktijk van de 'Vijftien zaterdagen' het christocentrische en contemplatieve hart van het rozenkransgebed. Hij werd hierbij sterk aangemoedigd en gesteund door Leo XIII, de 'paus van de rozenkrans'.