Catechismus van de Katholieke Kerk

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Catechismus van de Katholieke Kerk
15 augustus 1997
Catechismus - Catechismus
1997, Libreria Editrice Vaticana / 2023, Nederlandse Bisschoppenconferentie
Hierin verwerkt de officiële aanpassingen aan de "editio typica" volgens o.a. het protocol van wijzigingen 1997
De referenties, de leeswijzer, trefwoorden (conform de Nederlandstalige uitgave) en nummertoevoegingen aan de inhoudsopgave zijn toevoegingen van de redactie om het gebruik van de Catechismus te bevorderen. Deze toevoegingen, hoewel getrouw aan de kerkelijke leer, vormen geen onderdeel van de geautoriseerde, door de Apostolische Constitutie Fidei Depositum vastgestelde uitgave.
Aanpassingen aan de 3e druk (2023), waar nodig, aangegeven. (Alleen van toepassing op de Nederlandstalige vertaling)
De nummers van de noten komen, om technische redenen, niet overeen met de officiële uitgaven.Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1997
3 april 2025
1
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 284

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
- Artikel 9 - Het negende gebod: Gij zult uw zinnen niet zetten op de vrouw van uw naaste (2514-2533)
2514

377
400
1264
Gij zult Uw zinnen niet zetten op het huis van uw naaste; gij zult uw zinnen niet zetten op de vrouw van uw naaste, niet op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, op niets wat hem toebehoort (Ex. 20, 17)[b:Ex. 20, 17]; Al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft in zijn hart al echtbreuk met haar gepleegd (Mt. 5, 28)[b:Mt. 5, 28].

De heilige Johannes onderscheidt drie soorten van begeerlijkheid of concupiscentie: de begeerlijkheid van het vlees, de begeerlijkheid van de ogen en de hovaardij van het leven. 1[[b:1 Joh. 2, 16]] Volgens de traditie van de Katholieke catechese veroordeelt het negende gebod de begeerlijkheid van het vlees; het tiende gebod (Het tiende gebod: Gij zult niet zetten (...) op iets wat uw naaste toebehoort)[1|+ 2951] veroordeelt het begeren van andermans goed.


Zie ook alinea's: -377-[al:377]-400-[al:400]

Referenties naar alinea 2514: 3

Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2515

405
1963
Etymologisch kan men met het woord "concupiscentie" (begeerlijkheid) elke intense vorm van menselijke begeerte aanduiden. De christelijke theologie heeft er de speciale betekenis aan toegekend van een beweging van het zinnelijk streefvermogen die ingaat tegen de werking van de menselijke rede. De apostel Paulus vereenzelvigt dat met de strijd die het "vlees" voert tegen de "geest". 2[[b:Gal. 5, 16-17.24; Ef. 2, 3]] De begeerlijkheid komt voort uit de ongehoorzaamheid van de eerste zonde (Gen. 3, 11)[b:Gen. 3, 11]. Zij ontregelt de zedelijke vermogens van de mens, en zonder op zichzelf een zonde te zijn, brengt ze de mens ertoe te zondigen. 3[[[667|5]]]


Zie ook alinea's: -405-[al:405]

Referenties naar alinea 2515: 2

De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2516

409
2819
2846
Omdat de mens een wezen is dat bestaat uit geest en lichaam, bestaat in de mens reeds een zekere spanning, een strijd tussen de strevingen van de "geest" en die van het "vlees". Maar die strijd behoort in feite tot het erfgoed van de zondigheid; ze is er het gevolg en tegelijk de bevestiging van. Ze maakt deel uit van de dagelijkse ervaring van de geestelijke strijd:

Voor de apostel betekent dit niet dat men het lichaam moet minachten en veroordelen, want het lichaam maakt, samen met de geestelijke ziel, de natuur zelf uit van de mens en van zijn persoonlijkheid als subject; de apostel heeft het integendeel over een werking, of beter een aantal stabiele gesteltenissen - deugden en ondeugden - die of zedelijk goed of zedelijk slecht zijn en die de vrucht zijn (in het eerste geval) van de onderwerping aan of (in het tweede geval) van de weerstand tegen de heilbrengende werking van de Heilige Geest. Daarom ook schrijft hij: "Daar wij leven door de Geest, willen we ook leven volgens de Geest" (Gal. 5, 25)[b:Gal. 5, 25]. 4[[7|55]]
Zie ook alinea's: -362-[al:362]-407-[al:407]

Referenties naar alinea 2516: 1

De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media