Aan onze beminde broeder Joannes

Een onschuldige mag weliswaar alle goeds verwachten en aan God om medelijden vragen, toch hebben wij door bemiddeling van de diaken Cyriacus een brief gezonden, waarin wij u aanmoedigden tot lijdzaamheid, geduld en lankmoedigheid in het verdragen van onrecht, opdat de boosheid en brutaliteit van de tegenstander niet méér vermag stuk te slaan dan een goed geweten in de hoop vermag te bezitten.

Gij, herder en leraar van zo'n groot volk, u behoeft er niet op te worden gewezen, dat zij die uitmunten in verdraagzaamheid en lankmoedigheid en die niet bezwijken onder het lijden van onrecht, steeds bewijzen tot de allerbeste te behoren. Het goed geweten is inderdaad een geweldige kracht, opgewassen tegen alle onrecht dat iemand wordt aangedaan. Als iemand het onrecht dat hen wordt aangedaan niet kan doorstaan, dan levert hij daardoor het bewijs van een verkeerde opvatting alsook van een foutieve instelling. Wie op God vertrouwt en vervolgens op zijn eigen goed geweten, moet alles kunnen verdragen. Een moedig en goed mens kan zich het beste trainen in het verdragen van onrecht, maar kan door onrecht niet overwonnen worden. De goddelijke Geschriften waken over zijn goede gesteltenis. Als men ze leest, vloeien ze over van goede voorbeelden, die wij aan de mensen voorhouden. Die Geschriften getuigen ervan, dat bijna alle heiligen op velerlei wijze en voortdurend onrecht hebben geleden en als in een examen beproefd zijn en zó door hun lankmoedigheid de kroon van de overwinning hebben behaald.

Zeer beminde broeder, uw geweten zelf moge u, mijn geliefde broeder troosten. In verdrukking is een goed geweten de grootste troost en steurt, voor het beoefenen van de deugd. ónder toezicht van onze Heer Jesus Christus zal een zuiver geweten zijn weg vinden naar de haven van vrede.