Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk
Informatie over dit document
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Taalopties voor dit document
Bekijk document in DuitsReferenties naar dit document: 26
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
De Icoon van Christus Pantokrator (Albeheerser) herinnert in zijn zeldzame kunstzinnige schoonheid aan de woorden van de psalmist: “Geen mens is u gelijk in edele gestalte, beminnelijk is uw gelaat” (Ps. 45, 3)[b:Ps. 45, 3].
De heilige Johannes Chrysostomos betrok deze lofprijzing op de Heer Jezus en schreef: “Christus was in de bloei van zijn leven, in de kracht van de geest, en in Hem straalde een dubbele schoonheid, die van de ziel en die van het lichaam.” (PG 52, 479)
In haar beeldtaal vormt deze icoon de samenvatting van de eerste oecumenische concilies, omdat zij erin slaagt zowel de pracht van Jezus’ mensheid als de glans van zijn godheid uit te drukken.
Christus is gekleed in een rode tuniek met daaroverheen een donkerblauwe mantel. De beide kleuren herinneren aan zijn twee naturen, terwijl de gouden weerschijn wijst op de goddelijke Persoon van het Woord. Aan zijn rechter schouder hangt een gouden stola: symbool van zijn eeuwig priesterschap. Zijn gelaat, majesteitelijk en sereen, omzoomd door een dichte haarkrans en omgeven door een aureool met een kruis, vormt de weergave van het trigramma “O Ω N” (“Hij die is”), wat weer verwijst naar de openbaring van de Naam van God in Exodus 3, 14. In de bovenhoeken van de icoon staan de twee digramma’s of letterparen “IC - XC” (“Jezus Christus”), die de titel vormen van de afbeelding zelf.
De rechterhand, waarvan duim en wijsvinger naar elkaar toegebogen zijn en elkaar raken (als verwijzing naar de tweevoudige natuur van Christus in de eenheid van de Persoon), maakt het gebaar dat typisch is voor het zegenen. De linkerhand houdt het evangeliarium vast, dat versierd is met drie sloten en met parels en waardevolle stenen. Het evangelie, symbool en samenvatting van het Woord van God, heeft tegelijkertijd ook een liturgische betekenis, vanwege het feit dat in iedere Eucharistieviering daar een passage uit wordt voorgelezen en bij de consecratie de woorden van Jezus zelf worden uitgesproken.
De afbeelding, die een schitterende synthese is van naturalistische en symbolische gegevens, is een uitnodiging tot beschouwing en navolging. Ook vandaag blijft Jezus, door de Kerk die zijn Bruid en zijn mystiek Lichaam is, de mensheid zegenen en door zijn evangelie verlichten, dat het authentieke boek is van de waarheid, van het geluk en van het heil van de mens.
In augustus van het jaar 386 hoorde Augustinus, terwijl hij zich in de tuin bevond, een stem die zei: “Neem en lees, neem en lees” 8, 12, 29[[850]]. Het Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk, als synthese van het Evangelie van Jezus dat door de catechese van de Kerk onderwezen wordt, is een uitnodiging om het boek van de waarheid te openen en te lezen, ja om het te verslinden, zoals de profeet Ezechiël deed (Ez. 3, 1-14)[[b:Ez. 3, 1-14]]
_____________________________
THEOPHANES VAN KRETA (1546), Christusicoon, Stavronikitaklooster, Berg Athos
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOp 11 oktober 1992 gaf paus Johannes Paulus II aan de gelovigen van heel de wereld de Catechismus van de Katholieke Kerk[1], die hij hun voorlegde als “een “referentietekst” voor een catechese die vernieuwd is vanuit de levende bronnen van het geloof” . Fidei Depositum, 1[[74|1]] Zo werd dertig jaar na de opening van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) op een geslaagde manier de wens vervuld, die de buitengewone Vergadering van de Bisschoppensynode in het jaar 1985 had geuit: dat namelijk een Catechismus zou worden samengesteld van heel de katholieke leer, zowel inzake het geloof alsook inzake de moraal.
Vijf jaar later bekrachtigde de Paus op 15 augustus 1997 bij gelegenheid van de afkondiging van de Editio typica van de Catechismus van de Katholieke Kerk[1] de fundamentele doelstelling van het werk: “een volledige en integrale uiteenzetting van de Katholieke leer te bieden, waaruit iedereen kan leren kennen wat de Kerk belijdt en viert, wat zij beleeft en in haar dagelijks leven bidt” . Laetamus Magnopere[[75]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOm de Catechismus[1] beter tot zijn recht te doen komen en om tegemoet te komen aan een verzoek dat bij gelegenheid van het Internationaal Catechetisch Congres van 2002 was gedaan, stelde Johannes Paulus II in 2003 een speciale commissie in, onder voorzitterschap van kardinaal Joseph Ratzinger, Prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, en vertrouwde haar de opdracht toe een Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk uit te werken, die een meer samenvattende formulering moest bevatten van dezelfde geloofsinhoud. Na twee jaar werk werd een Ontwerp van het Compendium voorbereid, dat ter raadpleging aan de kardinalen en aan de voorzitters van de Bisschoppenconferenties werd gestuurd. Dit ontwerp heeft in zijn geheel een positieve waardering gekregen van de absolute meerderheid van hen die geantwoord hebben. Daarom is de Commissie aan een herziening van genoemd Ontwerp begonnen en heeft, rekening houdend met de binnengekomen voorstellen tot verbetering, de uiteindelijke tekst van het werk klaargemaakt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe voornaamste kenmerken van het Compendium zijn deze drie:
- de strikte afhankelijkheid van de Catechismus van de Katholieke Kerk[1],
- het genre van de dialoog en
- het gebruik van afbeeldingen in de catechese.
Zoals de Catechismus, zo bestaat ook het Compendium uit vier delen die overeenkomen met de grondwetten van het leven in Christus.
Het eerste deel (De Geloofsbelijdenis)[663 |+ 12 ], getiteld “De geloofsbelijdenis”, bevat een geslaagde samenvatting van de lex credendi, dat wil zeggen van het geloof dat door de katholieke Kerk wordt beleden. Deze samenvatting is ontleend aan de apostolische geloofsbelijdenis, welke nader toegelicht wordt door de geloofsbelijdenis van Nicea en Constantinopel, waarvan de nog steeds aanhoudende proclamatie in de christelijke samenkomsten de gedachtenis levend houdt aan de belangrijkste waarheden van het geloof.
Het tweede deel (De viering van het Christusmysterie)[663 |+ 272 ], getiteld “De viering van het mysterie van Christus”, presenteert de wezenlijke elementen van de lex celebrandi. De verkondiging van het evangelie vindt immers bij voorkeur haar antwoord in het sacramentele leven. Daarin doen de gelovigen op elk moment van hun bestaan ervaring op en getuigen zij van de heilswerking van het Paasmysterie, waarin Christus het werk van onze verlossing heeft volbracht.
Het derde deel (Het leven in Christus)[663 |+ 440 ], getiteld “Het leven in Christus”, roept de lex vivendi in herinnering, dat wil zeggen de inzet waartoe gelovigen gehouden zijn om in hun gedrag en in hun morele keuzen te getuigen van hun trouw aan het beleden en gevierde geloof. De gelovigen worden immers door de Heer Jezus geroepen om de werken te volbrengen die overeenstemmen met hun waardigheid als kinderen van de Vader in de liefde van de Heilige Geest.
Het vierde deel (Het christelijke gebed)[663 |+ 654 ], getiteld “Het christelijk gebed”, biedt een synthese van de lex orandi, dat wil zeggen van het gebedsleven. Naar het voorbeeld van Jezus, het volmaakte model van de biddende, wordt ook de christen geroepen tot dialoog met God in het gebed, waarvan een van de bevoorrechte uitdrukkingsvormen het Onze Vader is, het gebed dat Jezus zelf ons geleerd heeft.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen tweede kenmerk van het Compendium is dat het de vorm heeft van de dialoog, waarmee een oud literair genre van de Catechese weer wordt opgenomen, dat bestaat uit vragen en antwoorden. Het gaat er om zoiets als een dialoog voor te stellen tussen de meester en de leerling, door middel van een onophoudelijke reeks van vragen, die de lezer er in betrekken en hem uitnodigen verder te gaan en steeds nieuwe aspecten van de waarheid van zijn geloof te ontdekken. Het genre van de dialoog draagt er ook toe bij de tekst aanmerkelijk in te korten door hem tot het wezenlijke te beperken. Dat zou bevorderlijk kunnen zijn voor het zich eigen maken en eventueel van buiten leren van de inhoud.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen derde kenmerk bestaat in de aanwezigheid van enkele afbeeldingen, die de indeling van het Compendium markeren. Zij komen uit het zeer rijke erfgoed van de christelijke iconografie. Uit de eeuwenoude traditie van de Concilies leren we, dat ook de afbeelding verkondiging van het Evangelie is. De kunstenaars van alle tijden hebben de voornaamste gebeurtenissen van het heilsmysterie aan de beschouwing en de verwondering van de gelovigen voorgehouden door ze in kleurenpracht en volmaakte schoonheid weer te geven. Dat geeft aan hoe de heilige afbeelding in de beeldcultuur van vandaag veel meer zou kunnen uitdrukken dan het woord, vanwege het feit dat haar dynamiek van communicatie en van overdracht van de boodschap van het Evangelie zo buitengewoon werkzaam is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVeertig jaar na de afsluiting van het Tweede Vaticaans Concilie en in het Jaar van de Eucharistie, kan het Compendium een extra hulpmiddel zijn om bij gelovigen van alle leeftijden en van alle rangen en standen de honger naar de waarheid te stillen en ook om aan de behoefte te voldoen van hen die, zonder gelovig te zijn, dorsten naar waarheid en gerechtigheid. Zijn publicatie zal plaats vinden op het hoogfeest van de heilige apostelen Petrus en Paulus, de steunpilaren van de universele Kerk en de voorbeeldige verkondigers van het Evangelie in de oude wereld. Deze apostelen hebben gezien wat zij hebben gepredikt, en hebben van de waarheid die Christus is getuigd tot in het martelaarschap. Laten wij hen navolgen in hun missionaire elan en bidden wij de Heer dat de Kerk altijd het onderricht van de Apostelen mag volgen, van wie zij de eerste vreugdevolle verkondiging van het geloof heeft ontvangen!
20 maart 2005, Palmzondag.
JOSEPH KARD. RATZINGER
Voorzitter van de speciale Commissie
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDit prachtige meesterwerk van de Aanbidding der Wijzen (Mt. 2, 1-12)[[b:Mt. 2, 1-12]] stelt de openbaring van Jezus aan alle volkeren voor. De menswording is een geschenk, niet alleen aan het geloof van Maria, Jozef, de vrouwen, de herders en de eenvoudige mensen uit het volk van Israël, maar ook aan het geloof van deze vreemdelingen, die uit het Oosten zijn gekomen om de pasgeboren Messias te aanbidden en Hem hun geschenken aan te bieden:
“Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria, en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde. Zij haalden hun schatten te voorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre” (Mt. 2, 11)[b:Mt. 2, 11].
Uit de volkeren die tot het geloof zijn geroepen, vormen de wijzen de eersten die tot Jezus naderen, niet met lege handen maar met de schatten van hun landen en culturen.
Het Evangelie van Jezus is heilswoord voor heel de mensheid. De heilige Leo de Grote zei:
” Mogen alle volkeren, vertegenwoordigd in de drie Wijzen, de Schepper van het heelal aanbidden, en moge God niet alleen in Judea gekend worden, maar over heel de aarde, opdat overal in Israël zijn Naam groot zij (Ps. 76, 2)[[b:Ps. 76, 2]]”. 3de Preek op het Feest van Epifanie[[913]]
Dit eerste deel van het Compendium belicht de ontmoeting tussen God en mens, en het geloofsantwoord dat de Kerk, in naam van alle mensen, geeft op het geschenk van de verlossende menswording van de Zoon van God en van zijn goddelijke openbaring.
___________________________________
GENTILE DA FABRIANO (1432), Aanbidding der Wijzen, Galleria degli Uffici, Florence
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze miniatuur stelt de hele reeks van zes scheppingsdagen voor tot en met de bekoring van de stamouders (Gen. 1-3)[[b:Gen. 1-3]].
“Hoeveel is het wat Gij gedaan hebt, HeerDe Kerk looft in de Paasnacht de Heer voor het nog groter werk van de verlossing van de mensheid en de wereld:
en alles in wijsheid gemaakt,
de aarde is vol van uw schepsels.
Maar ook in de zee, zo diep en zo wijd,
is het een gewemel van dieren,
ontelbaar, grote en kleine.
Daar zwemmen geweldige monsters rond.
Leviathan laat Gij daar spelen. -
En al deze dieren verwachten van U
dat Gij ze voedt op hun tijd.
Wat Gij voor hen uitstrooit verzamelen zij,
ze worden verzadigd als gij uw hand opent.
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer” (Ps. 104, 24-28.35)[b:Ps. 104, 24-28.35].
“Almachtige eeuwige God,________________________________
Gij zijt wonderbaar in de ordening van al uw werken.
Laat allen die door U verlost zijn begrijpen
dat de schepping van de wereld in den beginne,
overtroffen is op het einde der tijden,
toen Christus, ons paaslam, is geslacht.”
BIJBEL VAN SOUVIGNY, Miniatuur over de scheppingsdagen, Bibliothèque Municipale, Moulins
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod die oneindig volmaakt en gelukkig is in zichzelf, heeft volgens een plan van zuivere goedheid in vrijheid de mens geschapen, om hem te laten delen in zijn eigen gelukzalig leven. Toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God de Vader zijn Zoon gezonden als Verlosser en Redder van de mensen, die in zonde gevallen waren, om hen in zijn Kerk samen te roepen, opdat zij door de werking van de Heilige Geest zijn aangenomen kinderen, en erfgenamen van zijn eeuwige gelukzaligheid zouden worden.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1-25[1|1-25]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
"Groot zijt Gij, Heer, en alle lof waardig ...
Want Gij hebt ons gemaakt voor U
en onrustig is ons hart totdat het rust vindt in U."
(H.Augustinus)
Referenties naar alinea 1a: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod zelf heeft, door de mens naar zijn beeld te scheppen, in zijn hart het verlangen gegrift om Hem te zien. Ook al wordt dit verlangen dikwijls miskend, God houdt niet op de mens naar zich toe te trekken, opdat hij leeft, en in Hem die volheid vindt van waarheid en geluk, waarnaar hij zonder ophouden op zoek is. Van nature en krachtens roeping is de mens dus een godsdienstig wezen, dat in staat is in gemeenschap te treden met God. Deze intieme en vitale band met God, verleent de mens zijn fundamentele waardigheid.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 26-30[1|26-30]Catechismus van de Katholieke Kerk, 44-45[1|44-45]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAls hij uitgaat van de schepping, dat wil zeggen van de wereld en van de menselijke persoon, kan de mens, met alleen maar zijn verstand, God met zekerheid kennen als oorsprong en doel van het heelal, en als het hoogste goed, waarheid en oneindige schoonheid.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 31-36[1|31-36]Catechismus van de Katholieke Kerk, 46-47[1|46-47]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZoekt hij met alleen maar het licht van het verstand God te kennen, dan stuit de mens op tal van moeilijkheden. Bovendien kan hij niet uit zichzelf in de intimiteit van het mysterie van God binnengaan. Daarom heeft God hem met zijn Openbaring willen verlichten, niet alleen over waarheden die het menselijk begrip te boven gaan, maar ook over godsdienstige en zedelijke waarheden die voor het verstand op zichzelf wel toegankelijk zijn, maar die zo door allen gemakkelijk, met vaste zekerheid en zonder risico van dwaling, kunnen worden gekend.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 37-38[1|37-38]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMen kan over God tot alle mensen en met alle mensen spreken, als men uitgaat van de volmaaktheden van de mens en van de andere schepselen, die een afspiegeling zijn, – zij het een beperkte – van de oneindige volmaaktheid van God. Maar toch moeten wij ons spreken voortdurend zuiveren van beelden, en van wat er onvolmaakt aan is, omdat we goed weten dat het oneindige mysterie van God nooit uitputtend verwoord kan worden.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 39-43[1|39-43]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 48-49[1|48-49]
Pastoor Cor Mennen bespreekt het Compendium voor Radio Maria
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn zijn goedheid en wijsheid openbaart God zich aan de mensen. In de gebeurtenissen en in zijn woorden openbaart Hij zichzelf en zijn heilsplan, dat Hij van alle eeuwigheid in Christus voor de mensheid heeft vastgesteld. Dit plan houdt in: alle mensen door de genade van de Heilige Geest deelgenoten te maken aan zijn goddelijk leven, opdat zij aangenomen kinderen zouden zijn in zijn eniggeboren Zoon.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 50-53[1|50-53]Catechismus van de Katholieke Kerk, 68-69[1|68-69]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media636
Vanaf het begin openbaart God zich aan onze stamouders, Adam en Eva, en roept hen tot een innige gemeenschap met Hem. Na hun zondeval houdt Hij niet op zich aan hen te openbaren en belooft Hij voor al hun nakomelingen het heil. Na de zondvloed sluit Hij met Noach een verbond, tussen Hem en alle levende wezens.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 54-58[1|54-58]Catechismus van de Katholieke Kerk, 70-71[1|70-71]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media636
God kiest Abram uit, door hem weg te roepen uit zijn land om van hem "de vader van een menigte volken" (Gen. 17, 5)[b:Gen. 17, 5] te maken, en door hem te beloven in hem "alle geslachten op aarde" (Gen. 12, 3)[b:Gen. 12, 3] te zullen zegenen. De nakomelingen van Abraham, zullen de bewaarders zijn van de goddelijke beloften, aan de Aartsvaders gedaan. God heeft Israël tot zijn uitverkoren volk gevormd, door het uit de slavernij van Egypte te redden. Hij sluit er zijn verbond op de Sinaï mee en geeft het door Mozes zijn wet. De profeten kondigen een radicale verlossing van het volk aan, en een heil dat alle volken in een nieuw en eeuwig verbond zal omvatten. Uit het volk Israël, uit de stam van koning David, zal de Messias geboren worden: Jezus.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 59-64[1|59-64]Catechismus van de Katholieke Kerk, 72[1|72]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat is de fase die verwezenlijkt is in het vleesgeworden Woord, Jezus Christus, middelaar en de volheid van de openbaring. Omdat Hij de eniggeboren mensgeworden Zoon van God is, is Hij het volmaakte en definitieve Woord van de Vader. Met de zending van de Zoon en de gave van de Geest is voortaan de openbaring geheel en al voltooid, ook al zal het geloof van de Kerk in de loop der eeuwen geleidelijk aan de strekking ervan nog moeten gaan begrijpen.
"Sinds Hij heeft ons zijn Zoon gegeven heeft,
die zijn enige en uiteindelijke Woord is,
heeft God ons geen ander meer te geven.
Hij heeft in dit éne Woord alles gezegd in één keer.
Méér heeft Hij niet te zeggen."
(H. Johannes van het Kruis).
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 65-66[1|65-66]Catechismus van de Katholieke Kerk, 73[1|73]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHoewel zij niet tot de geloofsschat behoren, kunnen ze wel helpen datzelfde geloof te beleven, als ze maar duidelijk op Christus gericht blijven. Het leergezag van de Kerk, aan wie het toekomt zulke privé-openbaringen te beoordelen, kan er daarom geen aanvaarden, die beweren de definitieve openbaring die Christus is, te overtreffen of te verbeteren.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 67[1|67]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod "wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis komen van de waarheid" (1 Tim. 2, 4)[b:1 Tim. 2, 4], dat wil zeggen: van Jezus Christus. Daarvoor is het noodzakelijk dat Christus aan alle mensen verkondigd wordt, zoals Hij zelf heeft opgedragen: "Gaat uit over de hele wereld en maakt alle volken tot mijn leerlingen" (Mt. 28, 19)[b:Mt. 28, 19]. Dat gebeurt in de Apostolische Overlevering.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 74[1|74]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Apostolische Overlevering is het doorgeven van de boodschap van Christus, wat sinds het begin van het christendom gebeurt door de prediking, het getuigenis, de instellingen, de eredienst en de geïnspireerde geschriften. De apostelen hebben aan hun opvolgers, de bisschoppen, - en door hen aan alle geslachten tot aan de voleinding der tijden, - datgene doorgegeven, wat ze van Christus ontvangen, en door de Heilige Geest geleerd hebben.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 75-79[1|75-79]Catechismus van de Katholieke Kerk, 83[1|83]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 96,98[1|96.98]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Apostolische Overlevering gebeurt op twee manieren: door de levende doorgave van het Woord van God - ook gewoonweg ‘overlevering’ genoemd - en door de Heilige Schrift, die dezelfde verkondiging van het heil is, maar dan op schrift gesteld.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 76[1|76]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Overlevering en de heilige Schrift zijn nauw met elkaar verbonden en hebben deel aan elkaar. Beide stellen in de Kerk het mysterie van Christus tegenwoordig en maken dit vruchtbaar, en komen voort uit dezelfde goddelijke bron. Samen vormen zij het ene heilige geloofsgoed, waaruit de Kerk haar zekerheid put over al de geopenbaarde waarheden.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 80-82[1|80-82]Catechismus van de Katholieke Kerk, 97[1|97]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet geloofsgoed is door de apostelen toevertrouwd aan de Kerk in haar totaliteit. Het gehele Godsvolk neemt, bijgestaan door de Heilige Geest en geleid door het Leergezag van de Kerk, met zijn bovennatuurlijke geloofszin de goddelijke openbaring in ontvangst, begrijpt haar steeds beter en past haar toe op het leven.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 84,91-94[1|84.91-94]Catechismus van de Katholieke Kerk, 99[1|99]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe authentieke interpretatie van dit geloofsgoed komt alleen toe aan het levende Leergezag van de Kerk, d.w.z. aan de opvolger van Petrus, de bisschop van Rome, en aan de bisschoppen in gemeenschap met hem. Aan het Leergezag, dat in dienst van het Woord van God het zekere charisma van de waarheid bezit, komt het ook toe om dogma's te definiëren: dat zijn formuleringen van de waarheden die in de goddelijke openbaring vervat zijn. Dit gezag strekt zich ook uit tot de waarheden die noodzakelijkerwijs met de openbaring in verband staan.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 85-90[1|85-90]Catechismus van de Katholieke Kerk, 100[1|100]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij zijn zo nauw met elkaar verbonden en verenigd, dat geen van hen bestaat zonder de anderen. Samen dragen ze, elk op zijn eigen wijze, onder de werking van de Heilige Geest, werkdadig bij tot het heil van de mensen.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 95[1|95]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat God zelf er de auteur van is. De heilige Schrift wordt daarom geïnspireerd genoemd, en leert zonder dwaling die waarheden, welke voor ons heil noodzakelijk zijn. De Heilige Geest heeft de menselijke auteurs geïnspireerd, die datgene opgetekend hebben wat Hij ons heeft willen leren. Toch is het christelijk geloof geen "godsdienst van het boek", maar de godsdienst van het Woord van God, "niet van een geschreven en stom woord, maar van het mensgeworden, levende Woord". (H. Bernardus van Clairvaux).
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 105-108[1|105-108]Catechismus van de Katholieke Kerk, 135-136[1|135-136]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe heilige Schrift moet gelezen en verklaard worden met de hulp van de Heilige Geest en onder leiding van het leergezag van de Kerk, aan de hand van drie criteria:
- aandacht voor de inhoud en de eenheid van de hele Schrift;
- de Schrift lezen in de levende traditie van de Kerk;
- eerbiediging van de analogie van het geloof, d.w.z. van de onderlinge samenhang van de geloofswaarheden.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 109-119[1|109-119]Catechismus van de Katholieke Kerk, 137[1|137]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe canon van de Schrift is de volledige lijst van de heilige geschriften, zoals de apostolische overlevering die aan de Kerk heeft doen kennen. Deze canon omvat 46 geschriften van het Oude Testament en 27 geschriften van het Nieuwe.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 120[1|120]Catechismus van de Katholieke Kerk, 138[1|138]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe christenen vereren het Oude Testament als waarachtig het woord van God: al zijn geschriften zijn door God geïnspireerd en houden een blijvende waarde. Zij leggen getuigenis af van de goddelijke pedagogie van de reddende liefde van God. Zij zijn vooral geschreven om de komst van Christus voor te bereiden, de Redder van heel de wereld.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 121-123[1|121-123]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet Nieuwe Testament, waarvan het centrale onderwerp Jezus Christus is, verschaft ons de definitieve waarheid van de goddelijke openbaring. Daarin vormen de vier evangelies van Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes, omdat zij het voornaamste getuigenis zijn over het leven en de leer van Jezus, het hart van heel de Schrift, en nemen in de Kerk een unieke plaats in.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 124-127[1|124-127]Catechismus van de Katholieke Kerk, 139[1|139]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Schrift is één, omdat het Woord van God één is, één ook het heilsplan van God, en één de goddelijke inspiratie van beide Testamenten. Het Oude Testament bereidt het Nieuwe voor, en het Nieuwe vervult het Oude: de twee verlichten elkaar.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 128-130[1|128-130]Catechismus van de Katholieke Kerk, 140[1|140]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe heilige Schrift geeft aan het leven van de Kerk steun en kracht. Voor de kinderen van de Kerk is zij vastheid in het geloof, en voedsel en bron van geestelijk leven. Zij is de ziel van de theologie en van de pastorale prediking. De psalmist zegt: "Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, het is een licht op mijn pad." (Ps. 119, 105)[b:Ps. 119, 105]. Daarom spoort de Kerk aan tot de veelvuldige lezing van de Heilige Schrift, want “de Schriften niet kennen, betekent Christus niet kennen" (H. Hiëronymus).
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 103-104[1|103-104]Catechismus van de Katholieke Kerk, 131-133[1|131-133]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 141[1|141]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe mens, ondersteund door de goddelijke genade, antwoordt met de gehoorzaamheid van het geloof, wat inhoudt dat hij zich volledig aan God toevertrouwt en zijn Waarheid aanneemt, omdat zij gewaarborgd wordt door Hem die de Waarheid zelf is.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 142-143[1|142-143]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media636
Er zijn vele getuigen, maar twee in het bijzonder: Abraham, die "God heeft geloofd " (Rom. 4, 3)[b:Rom. 4, 3] toen hij op de proef werd gesteld, en altijd gehoorzaamde aan de roepstem van God, en die daarom geworden is tot "vader van allen die geloven" (Rom. 4, 11.18)[b:Rom. 4, 11.18]; en de maagd Maria, die de gehoorzaamheid van het geloof tijdens heel haar leven op de meest volmaakte manier heeft verwezenlijkt: "Fiat mihi secundum Verbum tuum – Mij geschiede naar uw Woord." (Lc. 1, 38)[b:Lc. 1, 38].
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 144-149[1|144-149]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet betekent, zich tot God zelf bekennen, door zich aan Hem toe te vertrouwen en in te stemmen met alle door Hem geopenbaarde waarheden, omdat God de Waarheid is. Het betekent geloven in één God in drie personen: Vader, Zoon en Heilige Geest.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 150-152[1|150-152]Catechismus van de Katholieke Kerk, 176-178[1|176-178]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet geloof, een onverdiende gave van God en toegankelijk voor wie er nederig om vragen, is de bovennatuurlijke deugd die noodzakelijk is om gered te worden. Een daad van geloof is een menselijke daad, dat wil zeggen een daad van het menselijk verstand dat vrijwillig instemt met de goddelijke waarheid, daartoe gedreven door de wil die door God wordt bewogen. Bovendien is het geloof zeker, omdat het gegrondvest is op het Woord van God; het is werkzaam “in liefde" (Gal. 5, 6)[b:Gal. 5, 6]; het is onophoudelijk in de groei door het luisteren naar het Woord van God en door het gebed. Het geeft ons een voorsmaak van de hemelse vreugde.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 153-165[1|153-165]Catechismus van de Katholieke Kerk, 179-180[1|179-180]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 183-184[1|183-184]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHoewel het geloof het verstand te boven gaat, kan er nooit sprake zijn van een werkelijke tegenstelling tussen geloof en verstand, omdat beide hun oorsprong hebben in God. Het is dezelfde God, die de mens zowel het licht van het verstand, als ook het geloof schenkt.
"Ik geloof om te begrijpen en ik begrijp om beter te geloven"
(H. Augustinus).
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 159[1|159]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet geloof is een persoonlijke daad, omdat het een vrij antwoord van de mens is op God, die zich openbaart. Maar tegelijkertijd is het een kerkelijke daad, die zich uitdrukt in de belijdenis: "Wij geloven". Het is immers de Kerk die gelooft; zij gaat zo door de genade van de Heilige Geest vooraf aan het geloof van de afzonderlijke christen, brengt het voort en voedt het. Daarom is de Kerk de Moeder en Lerares.
"Niemand kan God als Vader hebben als hij de Kerk niet als moeder heeft"
(H. Cyprianus).
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 166-169[1|166-169]Catechismus van de Katholieke Kerk, 181[1|181]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe geloofsformules zijn belangrijk omdat zij, het mogelijk maken om de waarheden van het geloof tot uitdrukking te brengen, ze eigen te maken, ze te vieren en samen met anderen te beleven, door het gebruik van een gemeenschappelijke taal.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 170-171[1|170-171]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHoewel de Kerk bestaat uit mensen die van elkaar verschillen in taal, cultuur en riten, belijdt zij eenstemmig het ene geloof, dat zij van de ene Heer ontvangen heeft en dat door de ene Apostolische Overlevering wordt doorgegeven. Zij belijdt één God – Vader, Zoon en Heilige Geest – en leert een en dezelfde heilsweg. Daarom geloven wij, één van hart en één van ziel, al wat vervat ligt in het overgeleverde of geschreven woord van God, en door de Kerk wordt voorgehouden als goddelijk geopenbaard.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 172-175[1|172-175]Catechismus van de Katholieke Kerk, 182[1|182]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDit oude mozaïek van de basiliek van de heilige Clemens in Rome, viert de overwinning van het Kruis, het centrale geheim van het christelijke geloof. Het laat de weelderige bloei zien van een acanthusstruik, van waaruit naar alle kanten talrijke ranken zich vertakken met hun bloemen en vruchten. De levenskracht van deze plant wordt geschonken door het kruis van Jezus, wiens offer de herschepping betekent van de mensheid en van de kosmos. Jezus is de nieuwe Adam, die door het mysterie van zijn lijden, dood en verrijzenis de mensheid doet opbloeien, door haar te verzoenen met de Vader.
Rondom de lijdende Christus zijn er twaalf witte duiven, die de twaalf apostelen voorstellen . Aan de voet van het kruis staan Maria en Johannes, de leerling die Hij liefhad:
”Toen Jezus zijn moeder zag en naast haar de leerling die Hij liefhad, zei Hij tot zijn moeder: Vrouw, ziedaar uw zoon. Vervolgens zei Hij tot de leerling: Zie daar uw moeder. En van dat ogenblik af nam de leerling haar bij zich in huis” (Joh. 19, 26-27)[b:Joh. 19, 26-27].
Bovenaan strekt zich de hand uit van de Vader, die een zegekrans aanbiedt aan zijn Zoon, die de dood overwonnen heeft door zijn paasmysterie.
Aan de voet van de plant bestrijdt een klein hert de slang van het kwaad.
Aan deze plant, die de boom van de verlossing voorstelt, ontspringt een bron van opborrelend water, die leven geeft aan vier beken, die de vier evangelies symboliseren, waaraan de gelovigen hun dorst lessen, zoals de herten aan de bronnen van levend water. De Kerk wordt hier voorgesteld als een hemelse tuin, die zijn leven ontvangt van Jezus, de ware boom des levens.
_______________
Het Kruis als de Levensboom, detail uit het apsismozaïek (12de eeuw). Basiliek San Clemente, Rome, met vriendelijke toestemming van de Ierse paters Dominicanen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe apostolische geloofsbelijdenis Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, en in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer, die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven; die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden; die opgestegen is ten hemel; zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader; vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest, de heilige katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven. Amen. | Symbolum Apostolicum Credo in Deum, Patrem omnipotentem, Creatorem caeli et terrae, et in Jesum Christum, Filium Ejus unicum, Dominum nostrum: qui conceptus est de Spiritu Sancto, natus ex Maria Virgine, passus sub Pontio Pilato, crucifixus, mortuus, et sepultus: descendit ad inferos; tertia die resurrexit a mortuis; ascendit ad caelos, sedet ad dexteram Dei Patris omnipotentis: inde venturus est judicare vivos ad mortuos. In Spiritum Sanctum, sanctam Ecclesiam catholicam, Sanctorum communionem, remissionem peccatorum, carnis resurrectionem, vitam aeternam. Amen. |
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media Geloofsbelijdenis van Nicea - Constantinopel | Symbolum Nicænum Constantinopolitanum |
Ik geloof in één God de almachtige Vader Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is. | Credo in unum Deum, Patrem omnipoténtem, Factórem cæli et terræ, visibílium ómnium et invisibílium |
En in één Heer, Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God, vóór alle tijden geboren uit de Vader. | Et in unum Dóminum Iesum Christum, Fílium Dei unigénitum et ex Patre natum ante ómnia sæcula: |
God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God. Geboren, niet geschapen, één in wezen met de Vader, en door wie alles geschapen is. | Deum de Deo, Lumen de Lúmine, Deum verum de Deo vero, génitum, non factum, consubstantiálem Patri: per quem ómnia facta sunt; |
Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil uit de hemel neergedaald. | qui propter nos hómines et propter nostram salútem, descéndit de cælis, |
Hij heeft het vlees aangenomen door de Heilige Geest uit de Maagd Maria en is mens geworden. | et incarnátus est de Spíritu Sancto ex María Vírgine et homo factus est, |
Hij werd voor ons gekruisigd, Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is begraven. | crucifíxus étiam pro nobis sub Póntio Piláto, passus et sepúltus est, |
Hij is verrezen op de derde dag, volgens de Schriften. | et resurréxit tértia die secúndum Scriptúras, |
Hij is opgevaren ten hemel: zit aan de rechterhand van de Vader. | et ascéndit in cælum, sedet ad déxteram Patris, |
Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden en aan zijn rijk komt geen einde. | et íterum ventúrus est cum glória, iudicáre vivos et mórtuos, cuius regni non erit finis. |
Ik geloof in de Heilige Geest die Heer is en het leven geeft die voortkomt uit de Vader en de Zoon; | Credo in Spíritum Sanctum, Dóminum et vivificántem, qui ex Patre Filióque procédit, |
die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten. | qui cum Patre et Fílio simul adorátur et conglorificátur, qui locútus est per prophétas. |
Ik geloof in de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk. | Et unam sanctam cathólicam et apostólicam Ecclésiam. |
Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden. | Confíteor unum Baptísma in remissiónem peccatórum. |
Ik verwacht de opstanding van de doden en het leven van het komend rijk. | Et exspécto resurrectiónem mortuórum, et vitam ventúri sæculi. |
Amen. | Amen. |
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat zijn formules in artikelen onderverdeeld, ook "geloofssymbola" of "Credo" genoemd, waarmee de Kerk vanaf haar eerste begin haar geloof samenvattend heeft uitgedrukt en doorgegeven, in een voor alle gelovigen bindende en gemeenschappelijke taal.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 185-188[1|185-188]Catechismus van de Katholieke Kerk, 192,197[1|192.197]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe oudste zijn de geloofsbelijdenissen bij het Doopsel. Omdat het Doopsel toegediend wordt "in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest" (Mt. 28, 19)[b:Mt. 28, 19], worden de geloofswaarheden die daarbij beleden worden, ingedeeld overeenkomstig hun verwijzing naar de drie personen van de Allerheiligste Drie-eenheid.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 189-191[1|189-191]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe belangrijkste zijn de geloofsbelijdenis van de apostelen, die de oude doopbelijdenis is die de Kerk van Rome gebruikte; en de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel, vrucht van de twee Eerste Oecumenische Concilies van Nicea (325) en Constantinopel (381) en tot op de dag van vandaag nog steeds gemeenschappelijk aan alle grote kerken van Oost en West.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 193-196[1|193-196]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat de bevestiging "ik geloof in God " de meest fundamentele is, de bron van alle andere waarheden over de mens en de wereld, en van heel het leven van ieder die in Hem gelooft.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 198-199[1|198-199]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat Hij zich aan het volk Israël heeft geopenbaard als de Enige, toen Hij zei: "Luister, Israël, de Heer is onze God, de Heer alleen!" (Dt. 6, 4)[b:Dt. 6, 4]; "Ik ben God en niemand anders" (Jes. 45, 22)[b:Jes. 45, 22]. Jezus zelf heeft dit bevestigd toen Hij zei, dat God "de enige Heer" is (Mc. 12, 29)[b:Mc. 12, 29]. Belijden, dat ook Jezus en de Heilige Geest God en Heer zijn, brengt in de ene God geen enkele scheiding aan.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 200-202[1|200-202]Catechismus van de Katholieke Kerk, 228[1|228]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media636
God openbaart zich aan Mozes als de levende God, als “de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob" (Ex. 3, 6)[b:Ex. 3, 6]. God openbaart aan diezelfde Mozes ook zijn mysterievolle naam "Ik ben die is” (YHWH). De onuitsprekelijke Naam van God werd al in de tijd van het Oude Testament door het woord Heer vervangen. Wanneer Jezus dan ook in het Nieuwe Testament Heer wordt genoemd, verschijnt Hij als waarachtig God.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 203-205[1|203-205]Catechismus van de Katholieke Kerk, 230-231[1|230-231]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTerwijl alle schepselen al wat zij zijn en al wat zij hebben, van Hem ontvangen hebben, is Hij alleen de volheid van het zijn en van alle volmaaktheid. Hij is de "Hij die Is", zonder begin en zonder einde. Jezus openbaart dat ook Hij de goddelijke naam draagt: "Ik ben". (Joh. 8, 28)[b:Joh. 8, 28]
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 212-213[1|212-213]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 229[1|229]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWanneer God zijn naam openbaart, maakt Hij de rijkdommen bekend die in zijn onuitsprekelijk mysterie vervat liggen: Hij alleen is, van oudsher en voor altijd, degene die de wereld en de geschiedenis overstijgt. Hij heeft de hemel en de aarde geschapen. Hij is de trouwe God, die zijn volk altijd nabij is om het te redden. Hij is de Heilige bij uitstek, "rijk aan erbarming" (Ef. 2, 4)[b:Ef. 2, 4] en altijd bereid om te vergeven. Hij is het geestelijke Wezen, alles overstijgend, almachtig, eeuwig, persoonlijk, volmaakt. Hij is waarheid en liefde.
"God is het oneindig volmaakte Wezen,
de allerheiligste Drie-eenheid"
(H. Turibius van Mogrovejo).
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 206-213[1|206-213]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod is de waarheid zelf, en als zodanig bedriegt Hij zichzelf niet, en kan Hij niet bedriegen. Hij "is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis" (1 Joh. 1, 5)[b:1 Joh. 1, 5]. De eeuwige Zoon van God, de mensgeworden Wijsheid, werd in de wereld gezonden "om getuigenis af te leggen van de waarheid." (Joh. 18, 37)[b:Joh. 18, 37]
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 214-217[1|214-217]Catechismus van de Katholieke Kerk, 231[1|231]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod openbaart zich aan Israël als degene wiens liefde groter is dan die van een vader of moeder voor hun kinderen, of dan die van een bruidegom voor zijn bruid. In zichzelf is Hij "Liefde" (1 Joh. 4, 8.16)[b:1 Joh. 4, 8.16], die zich volmaakt en om niet wegschenkt. "Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat de wereld door Hem zou worden gered." (Joh. 3, 16-17)[b:Joh. 3, 16-17] Door zijn Zoon en de Heilige Geest te zenden openbaart God dat Hijzelf eeuwige uitwisseling van liefde is.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 218-221[1|218-221]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGeloven in de ene en enige God, brengt met zich mee: besef hebben van zijn grootheid en majesteit; leven in dankzegging jegens Hem; altijd op Hem vertrouwen, zelfs bij tegenspoed; de eenheid en de ware waardigheid van alle mensen erkennen, geschapen als zij zijn naar zijn Beeld; op de juiste manier gebruik maken van wat door Hem geschapen is.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 222-227[1|222-227]Catechismus van de Katholieke Kerk, 229[1|229]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet centrale mysterie van het christelijk geloof en het christelijk leven is het mysterie van de allerheiligste Drie-eenheid. De christenen worden gedoopt in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 232-236[1|232-236]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod heeft wel sporen van zijn drie-ene wezen nagelaten in de schepping en in het Oude Testament, maar zijn diepste wezen als Heilige Drie-eenheid vormt een mysterie dat voor het menselijk verstand alleen niet toegankelijk is, evenmin voor het geloof van Israël, vóór de menswording van Gods Zoon en de zending van de Heilige Geest. Dit mysterie werd door Jezus Christus geopenbaard, en vormt de bron van alle andere mysteries.
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 237[1|237]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus Christus openbaart ons, dat God "Vader" is: niet alleen als Schepper van de wereld en van de mens, maar vooral omdat Hij van alle eeuwigheid in zijn schoot de Zoon voortbrengt, die zijn Woord is, "de afstraling van Gods heerlijkheid en het evenbeeld van zijn wezen" (Heb. 1, 3)[b:Heb. 1, 3].
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 238-242[1|238-242]Catechismus van de Katholieke Kerk, 262[1|262]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHij is de derde persoon van de Allerheiligste Drie-eenheid. Hij is God, één met en gelijk aan de Vader en de Zoon. Hij "gaat uit van de Vader" (Joh. 15, 26)[b:Joh. 15, 26], die als beginsel zonder begin, de oorsprong is van heel het leven van de Drie-eenheid. Hij komt ook voort uit de Zoon (Filioque), omdat de Vader Hem als eeuwige Gave meedeelt aan de Zoon. Door de Vader en door de mensgeworden Zoon gezonden, leidt de Heilige Geest de Kerk tot de kennis van “de volle waarheid" (Joh. 16, 13)[b:Joh. 16, 13].
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 243-248[1|243-248]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 263-264[1|263-264]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk drukt haar geloof in de Drie-eenheid uit, wanneer zij één God belijdt in drie personen: Vader, Zoon en Heilige Geest. De drie goddelijke personen zijn één enige God, want ieder van hen is identiek met de volheid van de enige en ondeelbare goddelijke natuur. Zij zijn werkelijk van elkaar onderscheiden door de betrekkingen waarmee zij naar elkaar verwijzen: de Vader brengt de Zoon voort, de Zoon wordt door de Vader voortgebracht, de Heilige Geest komt voort uit de Vader en de Zoon.
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 249-256[1|249-256]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 265-266[1|265-266]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOndeelbaar in hun éne wezen, zijn de goddelijke personen ook ondeelbaar in hun handelen: de Drie-eenheid heeft slechts één en hetzelfde handelen. Maar binnen het ene goddelijke handelen is iedere persoon aanwezig op de wijze die hem eigen is in de Drie-eenheid.
"O mijn God, Drie-eenheid, die ik aanbid, (...)
Breng mij tot rust en stilte -
mijn hart een hemel voor U,
een geliefd huis waar Gij rusten kunt!
Dat ik U daar nooit alleen laat:
ik wil bij U zijn met heel mijn wezen,
heel wakker in geloof, heel en al aanbidding,
helemaal prijsgegeven aan uw scheppende kracht!"
(Z. Elisabeth van de Drie-eenheid).
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 257-260[1|257-260]Catechismus van de Katholieke Kerk, 267[1|267]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod heeft zich geopenbaard als "de sterke, de machtige" (Ps. 24, 8)[b:Ps. 24, 8], als Degene voor wie "niets onmogelijk" is (Lc. 1, 37)[b:Lc. 1, 37]. Zijn almacht is universeel, vol mysterie, en openbaart zich in de schepping van de wereld uit het niets, en van de mens uit liefde, maar vooral in de menswording en de verrijzenis van zijn Zoon, in het geschenk ons als zijn kinderen aan te nemen, en in de vergeving van de zonden. Daarom richt de Kerk haar gebed tot de "almachtige, eeuwige God" (“Omnipotens sempiterne Deus ... ").
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 268-278[1|268-278]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat de schepping het fundament is van alle goddelijke heilsplannen; zij laat de almachtige en wijze liefde zien van God; zij is de eerste stap in de richting van een verbond van de enige God met zijn volk; zij is het begin van de heilsgeschiedenis, die in Christus zijn hoogtepunt heeft; zij is een eerste antwoord op de fundamentele vragen van de mens naar zijn oorsprong en zijn doel.
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 279-289[1|279-289]Catechismus van de Katholieke Kerk, 315[1|315]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn het enige en ondeelbare beginsel van de wereld, ook al wordt het werk van de schepping van de wereld vooral aan God de Vader toegeschreven.
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 290-292[1|290-292]Catechismus van de Katholieke Kerk, 316[1|316]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe wereld is voor de glorie van God geschapen, die zijn goedheid, waarheid en schoonheid heeft willen laten zien en heeft willen meedelen. Het uiteindelijke doel van de schepping is dat God in Christus "alles in allen" kan zijn (1 Kor. 15, 28)[b:1 Kor. 15, 28], tot zijn glorie en tot onze zaligheid.
"De glorie van God is immers de levende mens,
en het leven van de mens is immers de aanschouwing van God."
(H. Ireneüs).
Referenties naar alinea 53: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 293-294[1|293-294]Catechismus van de Katholieke Kerk, 319[1|319]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod heeft het heelal uit vrije wil met wijsheid en liefde geschapen. De wereld is niet het product van een of andere noodzaak, van een blind lot of van het toeval. God heeft "uit het niet" ("ex nihilo" (2 Mak. 7, 28)[b:2 Mak. 7, 28]) een geordende en goede wereld geschapen, die Hij oneindig overstijgt. God houdt zijn schepping in stand en ondersteunt haar, terwijl Hij haar de mogelijkheid geeft te handelen en haar naar haar voltooiing leidt door middel van zijn Zoon en van de Heilige Geest.
Referenties naar alinea 54: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 295-301[1|295-301]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 317-320[1|317-320]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij bestaat in de beschikkingen, waarmee God zijn schepselen tot de uiteindelijke volmaaktheid leidt, waartoe Hij ze geroepen heeft. God is de soevereine oorsprong van zijn heilsplan. Maar om dit plan te verwezenlijken bedient Hij zich ook van de medewerking van zijn schepselen. Tegelijkertijd schenkt Hij zijn schepselen de waardigheid zelf te handelen, en elkaars oorzaak te zijn.
Referenties naar alinea 55: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 302-306[1|302-306]Catechismus van de Katholieke Kerk, 321[1|321]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn respect voor zijn vrijheid, geeft God de mens de mogelijkheid en verlangt Hij van hem mee te werken door zijn handelen, zijn gebeden, maar ook door zijn lijden, terwijl Hij in hem "zowel het willen als het doen tot stand brengt om zijn heilsplan te verwezenlijken" (Fil. 2, 13)[b:Fil. 2, 13].
Referenties naar alinea 56: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 307-308[1|307-308]Catechismus van de Katholieke Kerk, 322-323[1|322-323]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOp deze vraag, tegelijkertijd smartelijk maar ook vol mysterie, kan alleen het christelijk geloof in zijn geheel een antwoord geven. God is op geen enkele manier, direct noch indirect, de oorzaak van het morele kwaad. Hij verheldert het mysterie van het kwaad door zijn Zoon Jezus Christus, die gestorven en verrezen is om het grote morele kwaad te overwinnen, dat de zonde van de mensheid is, en dat de wortel is van alle andere kwaad.
Referenties naar alinea 57: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 309-310[1|309-310]Catechismus van de Katholieke Kerk, 324,400[1|324.400]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet geloof geeft ons de zekerheid dat God het kwaad nooit zou toelaten, als Hij niet uit datzelfde kwaad het goede zou laten voortkomen. God heeft dit al op wonderbare wijze gedaan in de dood en de verrijzenis van Christus: uit het ergste morele kwaad, het vermoorden van zijn Zoon, heeft Hij het allergrootste goed laten voortkomen: de verheerlijking van Christus en onze verlossing.
Referenties naar alinea 58: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 311-314[1|311-314]Catechismus van de Katholieke Kerk, 324[1|324]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe heilige Schrift zegt: “In het begin schiep God de hemel en de aarde” (Gen. 1, 1)[b:Gen. 1, 1]. In haar geloofsbelijdenis verkondigt de Kerk dat God de Schepper is van al wat zichtbaar en onzichtbaar is, van alle geestelijke en stoffelijke wezens, dat wil zeggen van de engelen en van de zichtbare wereld, en in het bijzonder van de mens.
Referenties naar alinea 59: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 325-327[1|325-327]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe engelen zijn louter geestelijke schepselen, niet lichamelijke, onzichtbare, onsterfelijke, persoonlijke wezens, begiftigd met verstand en wil. Terwijl zij God voortdurend aanschouwen van aangezicht tot aangezicht, verheerlijken zij Hem, dienen zij Hem, en zijn zij Zijn boodschappers bij de vervulling van de heilszending voor alle mensen.
Referenties naar alinea 60: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 328-333[1|328-333]Catechismus van de Katholieke Kerk, 350-351[1|350-351]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk verenigt zich met de engelen om God te aanbidden; zij roept hun bijstand in en viert van sommige liturgisch de gedachtenis.
"Iedere gelovige wordt door een engel ter zijde gestaan
om hem naar het Leven te geleiden."
(H. Basilius de Grote)
Referenties naar alinea 61: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 334-336[1|334-336]Catechismus van de Katholieke Kerk, 352[1|352]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDoor het verhaal van de “zes dagen” van de schepping, doet de Heilige Schrift ons de waarde kennen van het geschapene en zijn gerichtheid op de lof van God en op de dienst aan de mens. Elk ding dankt zijn bestaan aan God, van Wie het zijn eigen goedheid en volmaaktheid, zijn eigen wetten en zijn plaats in de wereld ontvangt.
Referenties naar alinea 62: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 337-341[1|337-341]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe mens is het hoogtepunt van de zichtbare schepping in zoverre hij geschapen is naar Gods beeld en gelijkenis.
Referenties naar alinea 63: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 343-344[1|343-344]Catechismus van de Katholieke Kerk, 353[1|353]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTussen de schepselen bestaat er een door God gewilde onderlinge afhankelijkheid en hiërarchie. Tegelijkertijd bestaat er tussen de schepselen een eenheid en solidariteit, omdat allen dezelfde Schepper hebben, allen door Hem worden bemind en op zijn heerlijkheid zijn geordend. De wetten eerbiedigen die staan ingeschreven in de schepping, en de verhoudingen die voortvloeien uit de natuur der dingen, is dan ook een beginsel van wijsheid en een fundament van de moraal.
Referenties naar alinea 64: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 342,354[1|342.354]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet scheppingswerk vindt zijn hoogtepunt in het nog grotere werk van de verlossing. Met het verlossingswerk begint in feite de nieuwe schepping, waarin alles zijn volledige zin en zijn voltooiing zal hervinden.
Referenties naar alinea 65: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 345-349[1|345-349]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe mens is geschapen naar het beeld van God, in de zin dat Hij in staat is in vrijheid zijn eigen Schepper te kennen en lief te hebben. Hij is het enige schepsel op aarde dat God om zichzelf heeft gewild en dat Hij geroepen heeft met Hem zijn goddelijk te leven delen in de kennis en in de liefde. Omdat hij naar het beeld van God geschapen is, heeft de mens de waardigheid van een persoon: hij is niet iets, maar iemand, in staat zichzelf te kennen, zich in vrijheid te geven en in gemeenschap te treden met God en andere personen.
Referenties naar alinea 66: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 355-357[1|355-357]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod heeft alles voor de mens geschapen, maar de mens is geschapen om God te kennen, te dienen en te beminnen, om Hem in deze wereld heel de schepping in dankzegging aan te bieden, en om verheven te worden tot het leven met God in de hemel. Alleen in het mysterie van het mensgeworden Woord wordt het mysterie van de mens op de juiste wijze belicht. Want de mens is voorbestemd om getrouw het beeld weer te geven van de mensgeworden Zoon van God, die het volmaakte “beeld van de onzichtbare God” is (Kol. 1, 15)[b:Kol. 1, 15].
Referenties naar alinea 67: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 358-359[1|358-359]Catechismus van de Katholieke Kerk, 381[1|381]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAlle mensen vormen de eenheid van het mensengeslacht, vanwege hun gemeenschappelijke oorsprong die zij van God hebben. God heeft bovendien “heel het mensengeslacht uit één doen ontstaan” (Hand. 17, 26)[b:Hand. 17, 26]. Vervolgens hebben allen een en dezelfde Redder, en zijn allen geroepen om te delen in het eeuwig geluk van God.
Referenties naar alinea 68: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 360-361[1|360-361]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe menselijke persoon is een wezen dat tegelijk lichamelijk en geestelijk is. In de mens vormen de geest en de stof één enkele natuur. Deze eenheid is zo diep dat, dank zij het geestelijke beginsel dat de ziel is, het lichaam dat stoffelijk is, een menselijk en levend lichaam wordt, en deelheeft aan de waardigheid van het beeld van God.
Referenties naar alinea 69: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 362-365[1|362-365]Catechismus van de Katholieke Kerk, 382[1|382]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe geestelijke ziel komt niet van de ouders, maar wordt direct door God geschapen en is onsterfelijk. Wanneer zij zich in het uur van de dood van het lichaam scheidt, vergaat zij niet; en zij zal zich opnieuw met het lichaam verenigen op het ogenblik van de uiteindelijke verrijzenis.
Referenties naar alinea 70: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 366-368[1|366-368]Catechismus van de Katholieke Kerk, 382[1|382]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMan en vrouw zijn door God geschapen in een gelijke waardigheid als menselijke personen, en tegelijkertijd in een wederzijdse aanvulling ten opzichte van elkaar doordat zij mannelijk en vrouwelijk zijn. God heeft hen voor elkaar gewild om een gemeenschap van personen te vormen. Samen zijn ze ook geroepen het menselijk leven door te geven, door in het huwelijk “één vlees” te worden ((Gen. 2, 24; letterlijk))[b:Gen. 2, 24], en om als “rentmeesters” van God de aarde te onderwerpen.
Referenties naar alinea 71: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 369-373[1|369-373]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 383[1|383]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBij de schepping van de man en de vrouw had God hun een bijzondere deelname gegeven aan zijn eigen goddelijk leven, in heiligheid en rechtvaardigheid. Naar Gods plan had de mens niet hoeven te lijden noch te sterven. Bovendien heerste er een volkomen harmonie in de mens zelf, tussen het schepsel en de Schepper, tussen man en vrouw, alsook tussen het eerste mensenpaar en heel de schepping.
Referenties naar alinea 72: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 374-379[1|374-379]Catechismus van de Katholieke Kerk, 384[1|384]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de geschiedenis van de mens is de zonde aanwezig. Deze realiteit wordt slechts ten volle duidelijk in het licht van de goddelijke Openbaring en vooral in het licht van Christus, de Redder van alle mensen, die de genade mateloos heeft doen zijn, juist daar waar de zonde heeft gewoekerd.
Referenties naar alinea 73: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 385-390[1|385-390]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMet deze uitdrukking duidt men aan dat Satan en de andere demonen, over wie de Heilige Schrift en de Overlevering van de Kerk spreken, ofschoon ze door God als goede engelen geschapen waren, zich in slechte engelen veranderd hebben, omdat zij in vrije en onherroepelijke keuze God en zijn Rijk hebben afgewezen, en daarmee de hel hebben doen ontstaan. Zij proberen de mens te betrekken in hun opstand tegen God; maar God bevestigt in Christus zijn zekere overwinning over de Boze.
Referenties naar alinea 74: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 391-395[1|391-395]Catechismus van de Katholieke Kerk, 414[1|414]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media636
De mens, verleid door de duivel, heeft in zijn hart het licht van het vertrouwen in zijn Schepper laten uitgaan, en in ongehoorzaamheid aan Hem, heeft hij “gelijk aan God” willen zijn, maar dan zonder God en niet volgens God (Gen. 3, 5)[[b:Gen. 3, 5]]. Daarmee verloren Adam en Eva onmiddellijk voor zichzelf en voor al hun nakomelingen, de oorspronkelijke genade van de heiligheid en van de rechtvaardigheid.
Referenties naar alinea 75: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 396-403[1|396-403]Catechismus van de Katholieke Kerk, 415-417[1|415-417]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media636
De erfzonde, waarin alle mensen geboren worden, is een staat van gemis van de oorspronkelijke heiligheid en rechtvaardigheid. Het is een zonde die wij “meekrijgen” maar niet hebben “begaan”. In deze staat is de mens van geboorte af aan. Het is geen persoonlijke daad. Omdat alle mensen uit een en dezelfde oorsprong zijn, wordt deze staat van gemis op de nakomelingen van Adam overgedragen met de menselijke natuur, “niet door navolging maar door voortplanting”. Dit doorgeven van de erfzonde is een mysterie dat wij niet ten volle kunnen begrijpen.
Referenties naar alinea 76: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 404[1|404]Catechismus van de Katholieke Kerk, 419[1|419]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTen gevolge van de erfzonde is de menselijke natuur weliswaar niet geheel verdorven, maar wel in haar natuurlijke krachten gewond, onderworpen aan onwetendheid, aan het lijden, aan de heerschappij van de dood, en is zij geneigd tot zonde. Deze neiging heet concupiscentie (begeerlijkheid)
Referenties naar alinea 77: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 405-409[1|405-409]Catechismus van de Katholieke Kerk, 413,418[1|413.418]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNa de eerste zonde werd de wereld overstroomd door zonden, maar God heeft de mens niet overgelaten aan de macht van de dood. Integendeel: hij heeft hem op mysterievolle manier voorzegd - in het “proto-evangelie” (Gen. 3, 15)[b:Gen. 3, 15] - dat het kwaad overwonnen en de mens uit zijn zondeval overeind geholpen zou worden. Dit is de eerste aankondiging van de Messias, de Verlosser. Daarom zal de zondeval zelfs “gelukkige schuld” genoemd worden, “waaraan wij de Verlosser danken” liturgie van de Paaswakeliturgie van de Paaswake.
Referenties naar alinea 78: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 410-412[1|410-412]Catechismus van de Katholieke Kerk, 420-421[1|420-421]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media636
Dat is de aankondiging van Jezus Christus, de “Zoon van de levende God” (Mt. 16, 16)[b:Mt. 16, 16], gestorven en verrezen. Ten tijde van koning Herodes en van keizer Augustus heeft God de beloften die Hij aan Abraham en zijn nakomelingen gedaan had, in vervulling doen gaan, door “zijn Zoon” te zenden, “geboren uit een vrouw, geboren onder de Wet, opdat Hij hen die onder de wet stonden, zou bevrijden, opdat wij de rang van zonen zouden verkrijgen.” (Gal. 4, 4-5)[b:Gal. 4, 4-5].
Referenties naar alinea 79: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 422-424[1|422-424]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVanaf het begin hadden de eerste leerlingen het vurig verlangen Jezus Christus te verkondigen, met de bedoeling om alle mensen te brengen tot het geloof in Hem. Ook vandaag wordt uit de liefdevolle kennis van Christus het verlangen geboren om te evangeliseren en te catechiseren, dat wil zeggen in zijn Persoon heel het heilsplan van God te onthullen, en de mensheid te brengen tot de gemeenschap met Hem.
Referenties naar alinea 80: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 425-429[1|425-429]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe naam “Jezus”, die door de engel op het ogenblik van de Aankondiging werd gegeven, betekent "God redt”. Hij drukt zijn identiteit uit en zijn zending, “want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden” (Mt. 1, 21)[b:Mt. 1, 21]. Petrus bevestigt: “Er is geen andere naam onder hemel aan de mensen gegeven, waarin wij gered moeten worden” (Hand. 4, 12)[b:Hand. 4, 12].
Referenties naar alinea 81: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 430-435[1|430-435]Catechismus van de Katholieke Kerk, 452[1|452]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media“Christus” in het Grieks, “Messias” in het Hebreeuws, betekent “Gezalfde”. Jezus is de Christus omdat Hij door God gewijd en met de Heilige Geest gezalfd is voor zijn zending als Verlosser. Hij is de Messias, door Israël verwacht en door de Vader in de wereld gezonden. Jezus heeft de titel van Messias aanvaard, maar de betekenis ervan nader uitgelegd: “uit de hemel neergedaald” (Joh. 3, 13)[b:Joh. 3, 13], gekruisigd en vervolgens verrezen, is Hij de lijdende dienstknecht van God, die zijn leven geeft “als losprijs voor velen” (Mt. 20, 28)[b:Mt. 20, 28]. Van de naam Christus komt onze naam Christen.
Referenties naar alinea 82: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 436-440[1|436-440]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 453[1|453]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHij is dat in een unieke en volmaakte zin. Bij zijn Doop en bij de Gedaanteverandering wijst de stem van de Vader Jezus aan als zijn “welbeminde Zoon”. Door zichzelf voor te stellen als de Zoon die “de Vader kent” (Mt. 11, 27)[b:Mt. 11, 27], bevestigt Hij zijn unieke en eeuwige relatie met God als zijn Vader. Hij is “de eniggeboren Zoon van God” (1 Joh. 4, 9)[b:1 Joh. 4, 9], de tweede persoon van de Drie-eenheid. Hij staat centraal in de apostolische prediking: de apostelen “hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene van de Vader ontvangt” (Joh. 1, 14)[b:Joh. 1, 14].
Referenties naar alinea 83: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 441-445[1|441-445]Catechismus van de Katholieke Kerk, 454[1|454]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de Bijbel betekent deze titel gewoonlijk de soevereine God. Jezus geeft zichzelf deze titel, en openbaart zijn goddelijke soevereiniteit door zijn macht over de natuur, de demonen, de zonde en de dood, en vooral door zijn verrijzenis. De eerste christelijke belijdenissen verklaren, dat de macht, de eer en de heerlijkheid, die men aan God de Vader verschuldigd zijn, ook eigen zijn aan Jezus: God ”heeft Hem de naam verleend die boven alle namen is” (Fil. 2, 9)[b:Fil. 2, 9]. Hij is de Heer van de wereld en van de geschiedenis, de Enige aan wie de mens zijn persoonlijke vrijheid geheel mag onderwerpen.
Referenties naar alinea 84: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 446-451[1|446-451]Catechismus van de Katholieke Kerk, 455[1|455]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Zoon van God heeft door het werk van de Heilige Geest het vlees aangenomen in de schoot van de maagd Maria, voor ons mensen en omwille van ons heil; dat wil zeggen: om ons, zondaars, met God te verzoenen; om ons zijn oneindige liefde te doen kennen; om voor ons voorbeeld van heiligheid te zijn; om ons “deel te laten krijgen aan Gods eigen wezen” (2 Pt. 1, 4)[b:2 Pt. 1, 4].
Referenties naar alinea 85: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 456-460[1|456-460]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMet het woord “incarnatie” benoemt de Kerk het mysterie van de wonderbare eenwording van de goddelijke en de menselijke natuur in de ene goddelijke Persoon van het Woord. Om ons heil te tot stand te brengen, is de Zoon van God “vlees geworden” (Joh. 1, 14)[b:Joh. 1, 14], en is zo waarlijk mens geworden. Het geloof in de incarnatie is het kenmerkend voor het christelijk geloof.
Referenties naar alinea 86: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 461-463[1|461-463]Catechismus van de Katholieke Kerk, 483[1|483]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus is onscheidbaar ware God en ware mens, in de eenheid van zijn goddelijke Persoon. Hij, de Zoon van God, die “geboren niet geschapen, één in wezen met de Vader” is, is waarlijk mens geworden zonder op te houden God te zijn, onze Heer.
Referenties naar alinea 87: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 464-466[1|464-466]Catechismus van de Katholieke Kerk, 469[1|469]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet Concilie van Chalcedon leert te belijden: “één en dezelfde Zoon, onze Heer Jezus Christus, volmaakt in zijn godheid en volmaakt in zijn mensheid, waarlijk God en waarlijk mens, bestaande uit een verstandelijke ziel en een lichaam, één in wezen met de Vader overeenkomstig zijn godheid, één in wezen met ons overeenkomstig zijn mensheid, ‘in alles gelijk aan ons, behalve in de zonde’ (Hebr. 4, 15)[b:Hebr. 4, 15]; geboren uit de Vader vóór alle eeuwen overeenkomstig zijn godheid, en deze laatste dagen voor ons en tot ons heil geboren uit de maagd Maria, Moeder van God, overeenkomstig zijn mensheid”.
Referenties naar alinea 88: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 467[1|467]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij drukt dat uit, door te bevestigen dat Jezus Christus ware God en ware mens is, met twee naturen, de goddelijke en de menselijke, die niet met elkaar vermengd zijn maar verenigd, in de Persoon van het Woord. Daarom moet alles in de mensheid van Jezus - de wonderen, het lijden en de dood - toegeschreven worden aan zijn goddelijke Persoon, die handelt door de menselijke natuur die Hij aanneemt.
“Eniggeboren Zoon en Woord van God,
Gij zijt onsterfelijk en voor ons heil hebt Gij U verwaardigd
mens te worden uit de heilige Moeder van God en altijd maagd Maria...,
Gij die één van de heilige Drie-eenheid zijt,
verheerlijkt met de Vader en de Heilige Geest,
red ons!”
(Byzantijnse liturgie van de H. Johannes Chrysostomos)
Referenties naar alinea 89: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 464-469[1|464-469]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 479-481[1|479-481]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Zoon van God heeft een lichaam aangenomen, dat bezield werd door een menselijke, redelijke ziel. Met zijn menselijk verstand heeft Jezus veel door ervaring geleerd. Maar ook als mens had de Zoon van God een innige en onmiddellijke kennis van God, zijn Vader. Hij drong ook door tot de geheime gedachten van de mens en kende ten volle de eeuwige heilsbeschikkingen die Hij was komen openbaren.
Referenties naar alinea 90: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 470-474[1|470-474]Catechismus van de Katholieke Kerk, 482[1|482]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus heeft een goddelijke wil en een menselijke wil. Tijdens zijn aardse leven heeft de Zoon als mens datgene gewild wat Hij als God samen met de Vader en de Heilige Geest tot ons heil besloten had. De menselijke wil van Christus volgt zonder weerstand of verzet zijn goddelijke wil, of beter: is daaraan onderworpen.
Referenties naar alinea 91: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 475,482[1|475.482]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaChristus heeft een waarachtig menselijk lichaam aangenomen, waardoor de onzichtbare God zich zichtbaar heeft gemaakt. Om die reden kan Christus in de heilige afbeeldingen voorgesteld en vereerd worden.
Referenties naar alinea 92: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 476-477[1|476-477]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus heeft ons met een menselijk hart gekend en liefgehad. Zijn hart, dat omwille van ons heil werd doorboord, is het symbool van die oneindige liefde, waarmee Hij de Vader en iedere mens liefheeft.
Referenties naar alinea 93: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 478[1|478]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij betekent dat de maagd Maria de eeuwige Zoon in haar schoot ontvangen heeft door de werking van de Heilige Geest en zonder toedoen van een man: “De Heilige Geest zal over u komen” (Lc. 1, 35)[b:Lc. 1, 35], sprak de engel bij de Aankondiging.
Referenties naar alinea 94: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 484-486[1|484-486]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaria is werkelijk de Moeder van God omdat zij de Moeder is van Jezus (Joh. 2, 1; Joh. 19, 25)[b:Joh. 2, 1; Joh. 19, 25]. Hij die ontvangen is van de Heilige Geest, en die werkelijk haar Zoon is geworden, is in feite de eeuwige Zoon van God de Vader. Zelf is Hij God.
Referenties naar alinea 95: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 495,509[1|495.509]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod heeft Maria vóór alle tijden en uit pure genade uitgekozen om de Moeder van zijn Zoon te worden: om deze zending te kunnen vervullen, werd zij onbevlekt ontvangen. Dit betekent dat Maria door de genade van God en met het oog op de verdiensten van Jezus Christus gevrijwaard is van de erfzonde vanaf haar ontvangenis.
Referenties naar alinea 96: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 487-492[1|487-492]Catechismus van de Katholieke Kerk, 508[1|508]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDoor de genade van God is Maria heel haar leven lang van elke persoonlijke zonde gevrijwaard. Zij is “vol van genade” (Lc. 1, 28)[b:Lc. 1, 28], “de Geheel Heilige”. Wanneer de engel haar aankondigt dat zij “de Zoon van de Allerhoogste” (Lc. 1, 32)[b:Lc. 1, 32] ter wereld zal brengen, geeft zij met “de gehoorzaamheid van het geloof” (Rom. 1, 5)[b:Rom. 1, 5] vrij haar instemming. Zij geeft zich geheel aan de persoon en het werk van haar Zoon, Jezus, en omhelst met heel haar ziel de goddelijke heilswil.
Referenties naar alinea 97: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 493-494[1|493-494]Catechismus van de Katholieke Kerk, 508-511[1|508-511]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat betekent dat Jezus in de schoot van de Maagd alleen door de kracht van de Heilige Geest ontvangen is, zonder tussenkomst van een man. Hij is Zoon van de hemelse Vader naar zijn goddelijke natuur, en zoon van Maria naar zijn menselijke natuur, maar waarlijk Zoon van God in beide naturen, omdat er in Hem slechts één enkele Persoon is, namelijk de goddelijke.
Referenties naar alinea 98: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 496-498[1|496-498]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn die zin dat zij “maagd gebleven is toen zij haar zoon ontving, maagd toen zij hem baarde, maagd toen zij hem droeg, maagd toen zij Hem voedde aan haar borst, altijd maagd” 3[[1009]]. Waar in de evangelies sprake is van “broeders en zusters van Jezus”, betreft het daarom naaste verwanten van Jezus, volgens uitdrukking die in de heilige Schrift gebruikelijk is.
Referenties naar alinea 99: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 499-507[1|499-507]Catechismus van de Katholieke Kerk, 510[1|510]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media636
Maria heeft één enkele zoon, Jezus, maar in Hem strekt zich haar geestelijk moederschap uit tot alle mensen die Hij is komen redden. Gehoorzaam aan de zijde van de nieuwe Adam, Jezus Christus, is de Maagd de nieuwe Eva, de ware moeder van de levenden, die met moederlijke liefde meewerkt aan hun geboorte en aan hun vorming in de orde der genade. Als Maagd en Moeder is zij het beeld en de meest volmaakte verwezenlijking van de Kerk.
Referenties naar alinea 100: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 501-507[1|501-507]Catechismus van de Katholieke Kerk, 511[1|511]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHeel het leven van Christus is openbaringsgebeuren. Wat in het aardse leven van Jezus zichtbaar is, leidt naar zijn onzichtbare mysterie, vooral naar het mysterie van zijn goddelijk zoonschap: “Wie Mij ziet, ziet de Vader” (Joh. 14, 9)[b:Joh. 14, 9]. Bovendien, ook al wordt het heil voltooid door het Kruis en de Verrijzenis, toch is heel het leven van Christus heilsmysterie, want al wat Jezus heeft gedaan, gezegd en geleden, had tot doel de gevallen mens te redden en hem te herstellen in zijn roeping als kind van God.
Referenties naar alinea 101: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 512-521[1|512-521]Catechismus van de Katholieke Kerk, 561-562[1|561-562]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVóór alles is er een eeuwenlange verwachting die wij herbeleven, wanneer we de liturgie van de advent vieren. Naast de vage verwachting, die Hij in het hart van de heidenen heeft gewekt, heeft God de komst van zijn Zoon voorbereid door middel van het oude Verbond, tot aan Johannes de Doper, die de laatste en de grootste is van de profeten.
Referenties naar alinea 102: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 522-524[1|522-524]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Met Kerstmis openbaart zich de heerlijkheid van de Hemel in de zwakheid van een kind; de besnijdenis van Jezus is teken van zijn toebehoren tot het joodse volk en voorafbeelding van ons Doopsel;
- de Epifanie is de openbaring van de Messiaskoning van Israël aan alle volkeren;
- bij zijn opdracht in de tempel komt in Simeon en Anna heel de verwachting van Israël tot een ontmoeting met zijn Redder;
- de vlucht naar Egypte en de moord op de onschuldige kinderen kondigen aan dat heel het leven van Christus in het teken van de vervolging zal staan;
- zijn terugkeer uit Egypte herinnert aan de Uittocht en stelt Jezus voor als de nieuwe Mozes: Hij is de ware en definitieve bevrijder.
Referenties naar alinea 103: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 525-530[1|525-530]Catechismus van de Katholieke Kerk, 563[1|563]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTijdens zijn verborgen leven in Nazaret blijft Jezus in de stilte van een gewoon bestaan. Zo stelt Hij ons in staat in gemeenschap met Hem te zijn in de heiligheid van een dagelijks leven, dat doortrokken is van gebed, eenvoud, arbeid en gezinsliefde. Zijn onderdanigheid aan Maria en aan Jozef, zijn voedster-vader, is een beeld van zijn kinderlijke gehoorzaamheid aan de Vader. Maria en Jozef nemen het Mysterie van Jezus met geloof in zich op, ook al begrijpen zij het niet altijd.
Referenties naar alinea 104: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 531-534[1|531-534]Catechismus van de Katholieke Kerk, 564[1|564]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOm een begin te maken met zijn openbaar leven en als een voorteken van het doopsel van zijn dood: zo aanvaardt Hij, hoewel Hij zelf zonder zonde is, dat Hij bij de zondaars wordt gerekend, Hij, “het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt” (Joh. 1, 29)[b:Joh. 1, 29]. De Vader roept Hem uit tot zijn “Zoon, de veelgeliefde” (Mt. 3, 17)[b:Mt. 3, 17], en de heilige Geest daalt over Hem neer. Het doopsel van Jezus is een voorafbeelding van ons Doopsel.
Referenties naar alinea 105: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 535-537[1|535-537]Catechismus van de Katholieke Kerk, 565[1|565]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media636
De bekoringen van Jezus in de woestijn hernemen de bekoringen van Adam in het paradijs en van Israël in de woestijn. Satan bekoort Jezus in zijn gehoorzaamheid aan de zending die Hem door de Vader is toevertrouwd. Christus, de nieuwe Adam, weerstaat hem, en zijn overwinning kondigt de overwinning aan van zijn lijden: die uiterste gehoorzaamheid van zijn kinderlijke liefde. De Kerk verenigt zich met dit mysterie, heel in het bijzonder gedurende de liturgische Veertigdagentijd.
Referenties naar alinea 106: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 538-540[1|538-540]Catechismus van de Katholieke Kerk, 566[1|566]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus nodigt alle mensen uit tot deelname aan het Rijk van God. Ook de ergste zondaar wordt geroepen zich te bekeren en de oneindige barmhartigheid van de Vader te aanvaarden. Het Rijk behoort hier op aarde al aan degenen die het met een deemoedig hart in zich opnemen. Het is aan hen, dat de geheimen ervan geopenbaard worden.
Referenties naar alinea 107: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 541-546[1|541-546]Catechismus van de Katholieke Kerk, 567[1|567]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus laat zijn woord vergezeld gaan van tekenen en wonderen om te getuigen dat het koninkrijk aanwezig is in Hem, de Messias. Maar hoewel Hij enkele mensen geneest, is Hij niet gekomen om alle kwaad hier op aarde op te heffen, maar om ons vóór alles te bevrijden uit de slavernij van de zonde. Het uitdrijven van demonen kondigt aan, dat zijn Kruis zal zegevieren over “de vorst dezer wereld” (Joh. 12, 31)[b:Joh. 12, 31].
Referenties naar alinea 108: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 547-550[1|547-550]Catechismus van de Katholieke Kerk, 567[1|567]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus kiest de Twaalf uit, als toekomstige getuigen van zijn verrijzenis, en doet hen delen in zijn zending en in zijn gezag om onderricht te geven, zonden te vergeven, de Kerk op te bouwen en te besturen. In dit college ontvangt Petrus “de sleutels van het rijk der hemelen” (Mt. 16, 19)[b:Mt. 16, 19] en neemt er de eerste plaats in, met de zending het geloof ongeschonden te bewaren en zijn broeders te bevestigen.
Referenties naar alinea 109: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 551-553[1|551-553]Catechismus van de Katholieke Kerk, 567[1|567]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de gedaanteverandering verschijnt vóór alles de Drie-eenheid: “De Vader in de stem, de Zoon in de mens, de Heilige Geest in de lichtende wolk” Summa Theologiae Secunda Secundaeq. 45 a. 4 ad 2[[t:iia-iiae q. 45 a. 4 ad 2]]. Terwijl Hij met Mozes en Elia spreekt over “zijn heengaan” (Lc. 9, 31)[b:Lc. 9, 31], laat Jezus zien dat de weg naar zijn heerlijkheid over het kruis loopt, en geeft Hij een voorproef van zijn verrijzenis en van zijn glorievolle komst, “die ons armzalig lichaam zal herscheppen en het gelijkvormig zal maken aan zijn verheerlijkt lichaam” (Fil. 3, 21)[b:Fil. 3, 21].
“Gij hebt een andere gedaante aangenomen op de berg en, voor zover zij daartoe in staat waren, hebben uw leerlingen de heerlijkheid aanschouwd van U, Christus, God, opdat zij, wanneer zij U gekruisigd zouden zien, zouden begrijpen dat Uw lijden vrijwillig was en zij aan de wereld zouden verkondigen dat Gij werkelijk de uitstraling van de Vader zijt.”
(Byzantijnse liturgie)
Referenties naar alinea 110: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 554-556[1|554-556]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 568[1|568]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOp de vastgestelde tijd besluit Jezus op te gaan naar Jeruzalem, om er zijn lijden te ondergaan, te sterven en te verrijzen. Als de Messiaskoning, die duidelijk maakt dat het Rijk Gods is gekomen, trekt Hij, gezeten op een ezel, zijn stad binnen. Hij wordt er ontvangen door de kleinen, wier toejuiching hernomen wordt in het Sanctus van de Eucharistieviering: “Gezegend Hij die komt in de naam des Heren! Hosanna (red ons)!” (Mt. 21, 9)[b:Mt. 21, 9]. De liturgie van de Kerk opent de Goede Week met de viering van deze intocht in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 111: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 557-560[1|557-560]Catechismus van de Katholieke Kerk, 569-570[1|569-570]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet Paasmysterie van Jezus, dat zijn lijden en sterven, zijn verrijzenis en zijn verheerlijking omvat, staat centraal in het christelijk geloof, omdat het heilsplan van God eens en voor al in vervulling is gegaan in de verlossende dood van zijn Zoon, Jezus Christus.
Referenties naar alinea 112: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 571-573[1|571-573]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEnkele leiders van Israël beschuldigden Jezus ervan, te ageren tegen de Wet, tegen de tempel, en in het bijzonder tegen het geloof in de ene God, omdat Hij zich uitriep tot de Zoon van God. Daarom leverden zij Hem uit aan Pilatus, opdat deze Hem ter dood zou veroordelen.
Referenties naar alinea 113: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 574-576[1|574-576]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus heeft de Wet, die God aan Mozes gegeven heeft op de Sinaï, niet afgeschaft maar tot vervulling gebracht, terwijl hij haar zijn definitieve interpretatie gaf. Hij is de goddelijke Wetgever, die deze Wet op volmaakte wijze ten uitvoer brengt. Bovendien brengt Hij, als trouwe dienstknecht van God, met zijn verzoenend sterven het enige offer dat in staat is vergeving te bewerken voor “alle zonden die onder het eerste verbond zijn bedreven” (Hebr. 9, 15)[b:Hebr. 9, 15].
Referenties naar alinea 114: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 577-582[1|577-582]Catechismus van de Katholieke Kerk, 592[1|592]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus werd er van beschuldigd de tempel vijandig gezind te zijn. Maar Hij heeft hem geëerbiedigd als de woning van zijn Vader (Joh. 2, 16)[[b:Joh. 2, 16]], en er een aanzienlijk deel van zijn onderricht aan gewijd. Maar Hij heeft er ook, in samenhang met zijn dood, de verwoesting van aangekondigd, en zichzelf voorgesteld als de definitieve woning van God onder de mensen.
Referenties naar alinea 115: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 583-586[1|583-586]Catechismus van de Katholieke Kerk, 593[1|593]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus heeft het geloof in de enige God nooit weersproken, ook niet toen Hij het bij uitstek goddelijke werk verrichtte, dat de Messiaanse beloften vervulde, en dat Hem openbaarde als zijnde aan God gelijk: de vergeving van de zonden. De vraag van Jezus om in Hem te geloven en zich te bekeren, maakt het mogelijk het tragische onbegrip te begrijpen van het Sanhedrin, dat meende dat Jezus als godslasteraar de dood verdiende.
Referenties naar alinea 116: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 587-591[1|587-591]Catechismus van de Katholieke Kerk, 594[1|594]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet lijden en de dood van Jezus kunnen niet zonder onderscheid alle destijds levende Joden worden aangerekend, noch de andere Joden, die later gekomen zijn, in tijd en ruimte. Iedere individuele zondaar, iedere mens dus, is in werkelijkheid oorzaak en instrument van het lijden van de Verlosser, en nog schuldiger zijn degenen die, vooral als het christenen zijn, herhaaldelijk in de zonde terugvallen of behagen scheppen in de ondeugden.
Referenties naar alinea 117: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 595-598[1|595-598]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOm alle mensen, die vanwege de zonde ten dode stonden opgeschreven, met zich te verzoenen, heeft God het liefdevolle initiatief genomen zijn Zoon te zenden, opdat Hij zich voor de zondaars aan de dood zou uitleveren. Omdat de dood van Jezus in het Oude Testament was aangekondigd, in het bijzonder als offer van de lijdende dienstknecht, stierf Hij “volgens de Schriften”.
Referenties naar alinea 118: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 599-605[1|599-605]Catechismus van de Katholieke Kerk, 619[1|619]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHeel het leven van Christus is een vrijwillige offergave aan de Vader, om diens heilsplan te vervullen. Hij geeft zijn leven “als losprijs voor velen” (Mc. 10, 45)[b:Mc. 10, 45], en verzoent zo heel de mensheid met God. Zijn lijden en sterven laten zien hoe zijn mensheid het vrije en volmaakte instrument is van de liefde van God, die het heil van alle mensen wil.
Referenties naar alinea 119: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 606-609[1|606-609]Catechismus van de Katholieke Kerk, 620[1|620]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBij het Laatste Avondmaal met de apostelen, op de vooravond van zijn lijden, anticipeert Jezus op de vrijwillige offergave van zichzelf, dat wil zeggen: Hij brengt deze in tekenen tot uitdrukking en maakt zijn offer al op voorhand tot werkelijkheid: “Dit is mijn Lichaam dat voor u gegeven wordt” (Lc. 22, 19)[b:Lc. 22, 19]. “Dit is mijn bloed, dat... vergoten wordt” (Mt. 26, 28)[b:Mt. 26, 28]. Zo stelt Hij de Eucharistie in als “gedachtenis” (1 Kor. 11, 25)[b:1 Kor. 11, 25] van zijn offer, en stelt Hij tegelijkertijd zijn apostelen aan tot priesters van het Nieuwe Verbond.
Referenties naar alinea 120: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 610-611[1|610-611]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 621[1|621]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOndanks de afschuw die de dood oproept in de geheel heilige mensheid van Hem, die de “leidsman ten leven” (Hand. 3, 15)[b:Hand. 3, 15] is, stemt de menselijke wil van de Zoon van God toch in met de wil van de Vader: om ons te redden, is Jezus bereid onze zonden in zijn lichaam te dragen door “gehoorzaam te worden tot de dood” (Fil. 2, 8)[b:Fil. 2, 8].
Referenties naar alinea 121: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 612[1|612]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus heeft vrijwillig zijn leven gegeven als zoenoffer, dat wil zeggen: Hij heeft onze zonden goedgemaakt door de volmaakte gehoorzaamheid van zijn liefde tot de dood. Deze “liefde tot het uiterste” (Joh. 13, 1)[b:Joh. 13, 1] van de Zoon van God, verzoent heel de mensheid met de Vader. Het Paasoffer van Christus koopt dus alle mensen vrij, op een unieke, volmaakte en definitieve wijze, en opent voor hen de gemeenschap met God.
Referenties naar alinea 122: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 613-617[1|613-617]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 622-623[1|622-623]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDoor hen op te roepen hun kruis op zich te nemen en Hem te volgen wil Jezus zijn leerlingen, aan wie zijn verlossend offer het eerst ten goede komt, met dit offer verenigen.
Referenties naar alinea 123: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 618[1|618]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaChristus onderging een echte dood gekend en is werkelijk begraven. Maar de kracht van God heeft zijn lichaam gevrijwaard voor het bederf.
Referenties naar alinea 124: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 624-630[1|624-630]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze “hel” (of het 'dodenrijk')- anders dan de hel van de verdoemden - was de toestand van allen, goede of slechten, die vóór Christus waren gestorven. Jezus begaf zich met zijn ziel, die verbonden bleef met zijn goddelijke Persoon, in het dodenrijk onder de rechtvaardigen, die uitzagen naar hun Verlosser om eindelijk tot de aanschouwing van God te geraken. Na door zijn dood, zowel de dood als de duivel, “de vorst van de dood” (Hebr. 2, 14)[b:Hebr. 2, 14], te hebben overwonnen, heeft Hij de rechtvaardigen bevrijd die uitzagen naar hun Verlosser, en voor hen de poorten van de hemel geopend.
Referenties naar alinea 125: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 632-637[1|632-637]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe verrijzenis is de hoogste waarheid van ons geloof in Christus, en samen met het kruis is zij een wezenlijk onderdeel van het Paasmysterie.
Referenties naar alinea 126: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 631,638[1|631.638]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBehalve door het wezenlijke teken van het lege graf, is van de verrijzenis van Jezus ook getuigd door de vrouwen, die Hem als eersten ontmoet hebben en die Hem aan de apostelen hebben verkondigd. Daarna is Jezus “verschenen aan Kefas (Petrus) en daarna aan de Twaalf. Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk” (1 Kor. 15, 5-6)[b:1 Kor. 15, 5-6] en aan nog anderen. De apostelen kunnen de verrijzenis niet verzonnen hebben, want deze scheen hun onmogelijk: Jezus heeft hen zelfs een verwijt gemaakt om hun ongeloof.
Referenties naar alinea 127: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 639-644[1|639-644]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 656-657[1|656-657]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOok al is de verrijzenis een historisch gebeuren dat vastgesteld kan worden en door tekenen en getuigenissen bewezen is, toch gaat zij als mysterie van het geloof de geschiedenis te boven en overstijgt die in zoverre ze het binnengaan is van de mensheid van Christus in de heerlijkheid van God. Daarom openbaarde de verrezen Christus zich niet aan de wereld, maar aan zijn leerlingen, en maakte hen tot zijn getuigen voor het volk.
Referenties naar alinea 128: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 647[1|647]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 656-657[1|656-657]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe verrijzenis van Christus was geen terugkeer tot het aardse leven. Zijn verrezen lichaam is hetzelfde dat gekruisigd is en de tekenen draagt van het lijden, maar het deelt al in het goddelijk leven met de eigenschappen van een verheerlijkt lichaam. Daarom staat het de verrezen Jezus volledig vrij aan zijn leerlingen te verschijnen, in verschillende gedaanten. zoals en waar Hij wil.
Referenties naar alinea 129: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 645-646[1|645-646]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe verrijzenis van Christus is een transcendent werk van God. De drie Personen zijn er samen werkzaam, op de wijze die ieder eigen is: de Vader openbaart zijn macht; de Zoon “neemt” het leven dat Hij vrijwillig heeft gegeven “weer terug” (Joh. 10, 17)[b:Joh. 10, 17], door zijn ziel te herenigen met zijn lichaam, dat door de Geest levend gemaakt en verheerlijkt wordt.
Referenties naar alinea 130: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 648-650[1|648-650]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe verrijzenis vormt het hoogtepunt van de incarnatie. Zij bevestigt de Godheid van Christus, evenals alles wat Hij gedaan en geleerd heeft, en verwezenlijkt alle beloften die God ons gedaan heeft. Bovendien is de Verrezene, als Overwinnaar over zonde en dood, het beginsel van onze rechtvaardiging en onze verrijzenis: nu al bewerkt Hij voor ons de genade van het aangenomen kindschap, dat ons werkelijk doet delen in zijn leven als eniggeboren Zoon; vervolgens zal Hij, op het einde der tijden, ons lichaam doen verrijzen.
Referenties naar alinea 131: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 651-655[1|651-655]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 658[1|658]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNadat Hij zich gedurende veertig dagen aan de apostelen had getoond in de gedaante van een gewone, menselijke natuur, die zijn heerlijkheid als Verrezene verhulde, stijgt Christus ten hemel op en zet Hij zich neer aan de rechterhand van de Vader. Hij is de Heer, die voortaan met zijn menselijke natuur in de eeuwige heerlijkheid als Zoon heerst, en die onophoudelijk voor ons pleit bij de Vader. Hij zendt ons zijn Geest, en geeft ons de hoop dat wij ons eens bij Hem zullen voegen, omdat Hij voor ons een plaats heeft bereid.
Referenties naar alinea 132: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 659-667[1|659-667]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAls Heer van de kosmos en van de geschiedenis, en als Hoofd van zijn Kerk, blijft de verheerlijkte Christus op mysterievolle wijze op aarde, waar zijn Rijk als kiem en begin al aanwezig is in de Kerk. Eens zal Hij wederkomen in heerlijkheid, maar het uur kennen wij niet. Daarom leven wij in waakzaamheid, terwijl wij bidden: “Kom, Heer” (Openb. 22, 20)[b:Openb. 22, 20].
Referenties naar alinea 133: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 668-674[1|668-674]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 680[1|680]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNa de laatste kosmische verschrikkingen van deze wereld, die voorbijgaat, zal de komst in heerlijkheid van Christus aanbreken met de definitieve overwinning van God, en met het Laatste Oordeel. Zo zal het Rijk van God tot voltooiing komen.
Referenties naar alinea 134: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 675-677[1|675-677]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 680[1|680]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaChristus zal oordelen met de macht die Hij verworven heeft als Verlosser van de wereld, die gekomen is om de mensen te redden. De geheimen van de harten zullen worden onthuld, evenals het gedrag van eenieder tegenover God en de naaste. Iedere mens zal naar zijn werken ofwel het eeuwig leven ontvangen, ofwel voor eeuwig worden veroordeeld. Zo wordt “de gehele omvang van de volheid van de Christus” (Ef. 4, 13)[b:Ef. 4, 13] bereikt, waarbij “God alles in allen” zal zijn (1 Kor. 15, 28)[b:1 Kor. 15, 28].
Referenties naar alinea 135: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 678-679[1|678-679]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 681-682[1|681-682]
Luister (Soundcloud) naar de uitleg over de nummers 120 - 135 door pastoor Mennen voor Radio Maria.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGeloven in de Heilige Geest betekent: de derde Persoon van de heilige Drie-eenheid belijden, die voortkomt uit de Vader en de Zoon, en die “met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt”. De Geest werd “in ons hart gezonden” (Gal. 4, 6)[b:Gal. 4, 6] opdat wij het nieuwe leven van kinderen van God zouden ontvangen.
Referenties naar alinea 136: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 683-686[1|683-686]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de ondeelbare Drie-eenheid zijn de Zoon en de Heilige Geest wel onderscheiden, maar niet te scheiden. Van in den beginne tot aan het einde van de tijden namelijk, zendt de Vader wanneer Hij zijn Zoon zendt ook zijn Geest, die ons met Christus verenigt door het geloof, opdat wij als aangenomen kinderen God 'Vader' mogen noemen (Rom. 8, 15)[b:Rom. 8, 15]. De Geest is onzichtbaar maar wij kennen Hem aan zijn handelen, wanneer Hij ons het Woord openbaart en in de Kerk werkt.
Referenties naar alinea 137: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 687-690[1|687-690]Catechismus van de Katholieke Kerk, 742-743[1|742-743]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media“Heilige Geest” is de eigennaam van de derde Persoon van de heilige Drie-eenheid. Jezus noemt hem ook de Paracleet (Trooster, Helper) en Geest der Waarheid. Het Nieuwe Testament noemt Hem bovendien Geest van Christus, Geest des Heren, Geest van God, Geest der heerlijkheid, Geest van de belofte.
Referenties naar alinea 138: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 691-693[1|691-693]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTalrijke: het levende water dat uit het doorboorde Hart van Christus opwelt en dat de dorst lest van de gedoopten; de zalving met olie, die het sacramentele teken van het Vormsel is; het vuur, dat alles omvormt wat het raakt; de wolk, donker of lichtend, waarin zich de heerlijkheid Gods openbaart; de handoplegging, waardoor de Heilige Geest gegeven wordt; de duif, die bij de Doop op Christus neerdaalt en op Hem blijft rusten.
Referenties naar alinea 139: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 694-701[1|694-701]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMet het woord profeten worden hier al degenen bedoeld die door de heilige Geest werden geïnspireerd om te spreken in naam van God. De Geest leidt de profetieën van het Oude Testament naar hun volledige vervulling in Christus, van wie Hij het mysterie in het Nieuwe Testament onthult.
Referenties naar alinea 140: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 687-688[1|687-688]Catechismus van de Katholieke Kerk, 702-716 (De Geest en het Woord van God in de tijd van de beloften)[1|+842]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Geest vervult Johannes de Doper, de laatste profeet van het Oude Testament, die onder zijn werking wordt gezonden om “een welbereid volk te vormen voor de Heer” (Lc. 1, 17)[b:Lc. 1, 17], en om de komst aan te kondigen van Christus, de Zoon van God: degene op wie hij de Geest heeft zien neerdalen en blijven rusten, en “die doopt met de heilige Geest” (Joh. 1, 33)[b:Joh. 1, 33].
Referenties naar alinea 141: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 717-720[1|717-720]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe heilige Geest brengt In Maria al de verwachtingen van de komst van Christus en de voorbereiding daarop in het Oude Testament tot voltooiing. Op een unieke manier vervult Hij haar met genade, en maakt haar maagdelijkheid vruchtbaar om de Zoon van God geboren te doen worden in het vlees. Hij maakt haar tot moeder van de “gehele Christus”, dat wil zeggen tot moeder van Jezus, het Hoofd, en van de Kerk, zijn Lichaam. Maria is op Pinksterdag bij de Twaalf aanwezig, wanneer de Geest de “eindtijd” inluidt, door de Kerk te voorschijn te doen treden.
Referenties naar alinea 142: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 721-726[1|721-726]Catechismus van de Katholieke Kerk, 744[1|744]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Zoon van God is door de zalving van de Geest in zijn menszijn tot Messias gewijd vanaf zijn menswording. Hij openbaart Hem in zijn onderricht, terwijl Hij de belofte vervult die aan de vaderen is gedaan, en deelt Hem aan de Kerk mee in haar geboorte-uur, door over zijn apostelen te blazen na zijn verrijzenis.
Referenties naar alinea 143: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 727-730[1|727-730]Catechismus van de Katholieke Kerk, 745-746[1|745-746]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVijftig dagen na zijn verrijzenis, op pinksterdag, stort de verheerlijkte Jezus Christus de Geest in overvloed uit, en maakt Hij Hem kenbaar als goddelijke Persoon, zodat de heilige Drie-eenheid nu ten volle is geopenbaard. De zending van Christus en van de Geest wordt de zending van de Kerk, gezonden om het mysterie van de drie-ene gemeenschap te verkondigen en te verbreiden.
"Wij hebben het ware licht gezien,
wij hebben de hemelse Geest ontvangen,
wij hebben het ware geloof gevonden:
wij aanbidden de ondeelbare Drie-eenheid,
want Zij is het die ons gered heeft."
(Byzantijnse liturgie, Troparion van de vespers van Pinksteren)
Referenties naar alinea 144: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 731-732[1|731-732]Catechismus van de Katholieke Kerk, 738[1|738]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Geest bouwt, bezielt en heiligt de Kerk: als Geest van liefde geeft Hij aan de gedoopten de goddelijke gelijkenis terug die door de zonde verloren was gegaan, en doet hen leven in Christus, van het leven zelf van de heilige Drie-eenheid. Hij zendt hen uit, om te getuigen van de waarheid van Christus, en stemt hen af op elkaar in hun onderlinge taken, opdat allen “de vrucht van de Geest” (Gal. 5, 22)[b:Gal. 5, 22] dragen.
Referenties naar alinea 145: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 733-741[1|733-741]Catechismus van de Katholieke Kerk, 747[1|747]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDoor middel van de sacramenten deelt Christus aan de ledematen van zijn lichaam zijn Geest mee en de genade van God, die vruchten draagt in het nieuwe leven overeenkomstig de Geest. De heilige Geest tenslotte is de Leraar van het gebed.
Referenties naar alinea 146: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 738-741[1|738-741]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet betekent het volk, dat God bijeenroept en van de uiteinden der aarde verzamelt, om de vergadering te vormen van hen die door het geloof en het Doopsel kinderen van God worden, ledematen van Christus en tempel van de heilige Geest.
Referenties naar alinea 147: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 748-752[1|748-752]Catechismus van de Katholieke Kerk, 777,804[1|777.804]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de Heilige Schrift vinden wij veel beelden die verschillende, elkaar aanvullende aspecten beklemtonen van het mysterie van de Kerk. Het Oude Testament geeft de voorkeur aan beelden die samenhangen met het volk van God. De voorkeur van het Nieuwe Testament gaat uit naar beelden die samenhangen met Christus als het Hoofd van dit volk dat zijn Lichaam is; en aan die welke zijn ontleend aan het herdersleven (schaapstal, kudde, schapen), aan het leven op het land (akker, olijfboom, wijngaard), aan de huizenbouw (woning, steen, tempel), en aan het gezinsleven (bruid, moeder, gezin).
Referenties naar alinea 148: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 753-757[1|753-757]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk vindt haar oorsprong en voltooiing in het eeuwig heilsplan van God. Zij werd in het Oude Verbond voorbereid met de uitverkiezing van Israël, teken van de toekomstige vereniging van alle volken. Gegrondvest door het woord en de werkzaamheid van Jezus Christus, werd zij vooral verwezenlijkt door zijn verlossende dood en zijn verrijzenis. Zij werd vervolgens zichtbaar als mysterie van heil door de uitstorting van de heilige Geest op Pinksterdag. Zij zal op het einde der tijden worden voltooid als de hemelse vergadering van alle verlosten.
Referenties naar alinea 149: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 758-766[1|758-766]Catechismus van de Katholieke Kerk, 778[1|778]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is de zending van de Kerk om onder alle volkeren het Rijk van God aan te kondigen en te vestigen, dat door Jezus Christus werd ingeluid. Op aarde is zij de kiem en het begin van dit heilzame Rijk.
Referenties naar alinea 150: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 767-769[1|767-769]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk is een mysterie, in zoverre in haar zichtbare werkelijkheid een geestelijke, goddelijke werkelijkheid aanwezig en werkzaam is, die alleen maar met de ogen van het geloof is waar te nemen.
Referenties naar alinea 151: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 770-773[1|770-773]Catechismus van de Katholieke Kerk, 779[1|779]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat betekent dat de Kerk teken en instrument is van de verzoening en de gemeenschap van heel de mensheid met God, en van de eenheid van heel het menselijk geslacht.
Referenties naar alinea 152: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 774-776[1|774-776]Catechismus van de Katholieke Kerk, 780[1|780]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk is het volk van God, omdat het God heeft behaagd de mensen niet afzonderlijk te heiligen en te redden, maar door hen tot één enkel volk te maken, verenigd in de eenheid van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.
Referenties naar alinea 153: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 781[1|781]Catechismus van de Katholieke Kerk, 802-804[1|802-804]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDit volk, waarvan men lid wordt door het geloof in Christus en door het Doopsel, heeft als oorsprong God de Vader, als hoofd Jezus Christus, als levensstand de waardigheid en de vrijheid van de kinderen Gods, als wet het nieuwe gebod van de liefde, als zending de opdracht om het zout der aarde en het licht der wereld te zijn, en als doel het Rijk van God, dat op aarde reeds begonnen is.
Referenties naar alinea 154: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 782[1|782]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet volk van God deelt in de priesterlijke taak van Christus, in zoverre de gedoopten door de heilige Geest gewijd worden om geestelijke offers op te dragen; het deelt in zijn profetische taak in zoverre het door de bovennatuurlijke geloofszin onwankelbaar het geloof aanhangt, er zich in verdiept en ervan getuigt; het deelt in de koninklijke taak door de dienstbaarheid, in navolging van Christus die, ofschoon koning van het heelal, zich tot dienaar maakte van allen, bovenal van de armen en de lijdenden.
Referenties naar alinea 155: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 783-786[1|783-786]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDoor de heilige Geest verenigt de gestorven en verrezen Christus zijn gelovigen innig met zichzelf. Daardoor worden de christengelovigen, in zoverre zij bovenal door de Eucharistie nauw met Hem verbonden zijn, ook onderling in liefde verenigd, door samen één lichaam te vormen, de Kerk, waarvan de eenheid zich verwerkelijkt in de verscheidenheid van ledematen en functies.
Referenties naar alinea 156: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 787-791[1|787-791]Catechismus van de Katholieke Kerk, 805-806[1|805-806]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaChristus is “het hoofd van het lichaam dat de Kerk is” (Kol. 1, 18)[b:Kol. 1, 18]. De Kerk leeft van Hem, in Hem en voor Hem. Christus en de Kerk vormen samen “de gehele Christus” 21, 8[[859]]. “Hoofd en ledematen zijn, om zo te zeggen, één en dezelfde mystieke persoon” Summa Theologiae Tertia Parsq. 48 a. 2 ad 1[[t:iiia q. 48 a. 2 ad 1]].
Referenties naar alinea 157: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 792-795[1|792-795]Catechismus van de Katholieke Kerk, 807[1|807]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat de Heer zelf zich heeft aangeduid als “de bruidegom” (Mc. 2, 19)[b:Mc. 2, 19], die de Kerk heeft liefgehad en haar door een eeuwig Verbond aan zich gebonden heeft. Hij heeft zichzelf voor haar gegeven om haar te zuiveren met zijn bloed en “haar te heiligen” (Ef. 5, 26)[b:Ef. 5, 26], en tot vruchtbare moeder te maken van alle kinderen van God. Terwijl de uitdrukking “lichaam” de eenheid doet uitkomen van het “hoofd” met de ledematen, benadrukt het woord “bruid” het onderscheid van beiden in een persoonlijke relatie.
Referenties naar alinea 158: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 796,808[1|796.808]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat de heilige Geest in het lichaam woont dat de Kerk is: in zijn Hoofd en in zijn ledematen; bovendien bouwt Hij de Kerk op in de liefde, door het woord van God, de sacramenten, de deugden en de charismata.
"Wat onze geest, ik bedoel onze ziel, is voor onze ledematen,
dat is de heilige Geest voor de ledematen van Christus,
voor het lichaam van Christus dat de Kerk is”
(H. Augustinus).
Referenties naar alinea 159: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 797-798[1|797-798]Catechismus van de Katholieke Kerk, 809-810[1|809-810]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe charismata zijn bijzondere gaven van de heilige Geest, geschonken aan individuele personen voor het welzijn van de mensen, voor de noden van de wereld en in het bijzonder voor de opbouw van de Kerk; aan haar leergezag komt het toe ze te beoordelen.
Referenties naar alinea 160: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 799-801[1|799-801]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk is één omdat zij als oorsprong en voorbeeld de eenheid heeft van de ene God in de drie-eenheid van de Personen; als stichter en hoofd Jezus Christus, die de eenheid van alle volkeren herstelt in één lichaam; als ziel de heilige Geest, die alle gelovigen verenigt in de gemeenschap in Christus. Zij heeft één enkel geloof, één enkel sacramenteel leven, één enkele apostolische opvolging, een gemeenschappelijke hoop en dezelfde liefde.
Referenties naar alinea 161: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 811-815[1|811-815]Catechismus van de Katholieke Kerk, 866[1|866]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe ene Kerk van Christus, als een in de wereld gestichte en geordende gemeenschap, verwezenlijkt zich in (subsistit in) de katholieke Kerk, die bestuurd wordt door de opvolger van Petrus en door de bisschoppen in gemeenschap met hem. Alleen door haar kan men de volheid volheid van de heilsmiddelen verkrijgen. Want de Heer heeft alle goederen van het Nieuwe Verbond alleen aan het apostelcollege toevertrouwd, waarvan Petrus het hoofd is.
Referenties naar alinea 162: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 816[1|816]Catechismus van de Katholieke Kerk, 870[1|870]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de Kerken en kerkelijke gemeenschappen die zich van de volle gemeenschap van de katholieke Kerk hebben afgescheiden, komt men veel elementen van heiliging en waarheid tegen. Al deze goede elementen komen van Christus en tenderen naar de katholieke eenheid. De leden van deze Kerken en Gemeenschappen zijn door het Doopsel in Christus ingelijfd: wij erkennen hen daarom als broeders en zusters.
Referenties naar alinea 163: 1
Aan de Katholieke Kerk in de Volksrepubliek China ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 817-819[1|817-819]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet verlangen om de eenheid van alle christenen te herstellen is een gave van Christus en een oproep van de heilige Geest. Het gaat heel de Kerk aan, en verwerkelijkt zich in de bekering van het hart, het gebed, de wederzijdse broederlijke kennismaking, en de theologische dialoog.
Referenties naar alinea 164: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 820-822[1|820-822]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk is heilig in zoverre de Allerheiligste God aan haar oorsprong staat; Christus heeft zichzelf voor haar overgeleverd, om haar te heiligen en haar heiligend te maken; de heilige Geest bezielt haar met de liefde. In haar bevindt zich de volheid van de heilsmiddelen. De heiligheid is de roeping van al haar leden en het doel van heel haar werkzaamheid. De Kerk telt onder haar leden de Maagd Maria en talloze heiligen als voorbeelden en voorsprekers. De heiligheid van de Kerk is de bron van de heiliging van haar kinderen, die hier op aarde erkennen dat zij allen zondaars zijn en steeds bekering en loutering nodig hebben.
Referenties naar alinea 165: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 823-829[1|823-829]Catechismus van de Katholieke Kerk, 867[1|867]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk is katholiek, dat wil zeggen universeel, omdat Christus in haar tegenwoordig is: “Daar waar Christus is, daar is de katholieke Kerk” 8, 2[[945]]. Zij verkondigt het volledige en onvervalste geloof; zij draagt en bedient de volheid van de heilsmiddelen; zij is uitgezonden naar alle volken van alle tijden en culturen.
Referenties naar alinea 166: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 830-831[1|830-831]Catechismus van de Katholieke Kerk, 868[1|868]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaKatholiek is iedere particuliere Kerk (dat wil zeggen een diocees of een eparchie) die gevormd wordt door een gemeenschap van christenen die, wat betreft het geloof en de sacramenten, in gemeenschap zijn met hun bisschop, die in de apostolische successie gewijd is, en met de Kerk van Rome, die “voorzit in de liefde” (H. Ignatius van Antiochië).
Referenties naar alinea 167: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 832-835[1|832-835]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAlle mensen horen op verschillende wijze tot, of zijn gericht op de katholieke eenheid van het volk van God. Volledig in de Kerk ingelijfd is degene die, terwijl hij de Geest van Christus heeft, met haar verenigd is door de banden van de geloofsbelijdenis, de sacramenten, de kerkelijke leiding en de gemeenschap (communio). De gedoopten die deze katholieke eenheid niet ten volle verwerkelijken, bevinden zich in een zekere, zij het onvolmaakte gemeenschap met de katholieke Kerk.
Referenties naar alinea 168: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 836-838[1|836-838]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe katholieke Kerk erkent haar band met het joodse volk in het feit dat God het als eerste van allen heeft uitgekozen om zijn woord te ontvangen. Aan het joodse volk "behoort de aanneming tot zonen, de heerlijkheid, de verbonden, de wetgeving, de eredienst en de beloften; van hen zijn de aartsvaders en uit hen komt Christus voort naar het vlees" (Rom. 9, 4-5)[b:Rom. 9, 4-5]. In onderscheid met de andere niet-christelijke godsdiensten, is het joodse geloof al een antwoord op de openbaring van God in het Oude Verbond.
Referenties naar alinea 169: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 839-840[1|839-840]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr is een band, die vóór alles gegeven is door de gemeenschappelijke oorsprong en het gemeenschappelijke doel van het menselijk geslacht. De katholieke Kerk erkent dat wat er zich aan goeds en waars bevindt in de andere godsdiensten, van God komt en een straal is van zijn waarheid; dat het kan voorbereiden op de ontvangst van het evangelie, en naar de eenheid kan stuwen van de mensheid in de Kerk van Christus.
Referenties naar alinea 170: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 841-845[1|841-845]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze uitdrukking betekent dat alle heil komt van Christus het Hoofd, door middel van de Kerk, die zijn Lichaam is. Daarom kunnen diegenen niet gered worden, die de Kerk kennen als door Christus gesticht en voor het heil noodzakelijk, maar die toch niet tot haar toetreden of in haar volharden. Tegelijkertijd kunnen, dank zij Christus en zijn Kerk, diegenen het eeuwig heil verkrijgen, die zonder eigen schuld het evangelie van Christus en zijn Kerk niet kennen, maar die met een oprecht hart God zoeken en onder de invloed van de genade zich inspannen zijn wil te volbrengen, zoals zij die gekend wordt door de stem van het geweten.
Referenties naar alinea 171: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 846-848[1|846-848]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat de opdracht van Christus luidt: "Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest” (Mt. 28, 19)[b:Mt. 28, 19]. Deze missionaire opdracht van de Heer heeft als bron de eeuwige liefde van God, die zijn Zoon en zijn Geest gezonden heeft, omdat Hij “wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen" (1 Tim. 2, 4)[b:1 Tim. 2, 4].
Referenties naar alinea 172: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 849-851[1|849-851]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGeleid door de heilige Geest zet de Kerk in de loop van de geschiedenis de zending van Christus zelf voort. Daarom moeten de christenen aan allen Blijde Boodschap verkondigen die Christus heeft gebracht, door zijn weg te volgen, en bereid te zijn, zelfs tot het offer van zichzelf, tot aan het martelaarschap toe.
Referenties naar alinea 173: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 852-856[1|852-856]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk is apostolisch vanwege haar oorsprong, omdat zij is gebouwd op “het fundament van de apostelen” (Ef. 2, 20)[b:Ef. 2, 20]; vanwege haar onderricht, dat het onderricht van de apostelen is; vanwege haar structuur, in zoverre zij tot aan de wederkomst van Christus door de apostelen onderricht, geheiligd en geleid wordt, dank zij hun opvolgers, de bisschoppen, in gemeenschap met de opvolger van Petrus.
Referenties naar alinea 174: 1
Aan de Katholieke Kerk in de Volksrepubliek China ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 857[1|857]Catechismus van de Katholieke Kerk, 869[1|869]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet woord apostel betekent gezondene. Jezus, de gezondene van de Vader, riep twaalf van zijn leerlingen tot zich, en stelde hen aan als zijn apostelen, terwijl Hij hen tot de getuigen van zijn verrijzenis maakte en tot de fundamenten van zijn Kerk. Hij gaf hun de opdracht zijn zending voort te zetten, met de woorden: "Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u" (Joh. 20, 21)[b:Joh. 20, 21], en met de belofte bij hen te zullen zijn tot aan de voleinding der wereld.
Referenties naar alinea 175: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 858-861[1|858-861]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe apostolische successie is de overdracht, door het Sacrament van de Wijding, van de zending en de volmacht van de apostelen aan hun opvolgers, de bisschoppen. Dank zij deze overdracht blijft de Kerk in gemeenschap van geloof en leven verbonden met haar oorsprong, terwijl zij door de eeuwen heen voor de verspreiding van het rijk van Christus op aarde heel haar apostolaat ordent.
Referenties naar alinea 176: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 861-865[1|861-865]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaChristengelovigen zijn zij die, ingelijfd in Christus door middel van het Doopsel, tot ledematen van het volk van God zijn gemaakt. Ieder naar eigen staat delend in de priesterlijke, profetische en koninklijke taak van Christus, zijn zij geroepen de zending uit te voeren, die God aan de Kerk heeft toevertrouwd. Tussen hen bestaat een ware gelijkheid in hun waardigheid als kinderen van God.
Referenties naar alinea 177: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 871-872[1|871-872]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de Kerk zijn er krachtens goddelijke instelling gewijde bedienaren, die het Sacrament van de Wijding hebben ontvangen en die de hiërarchie van de Kerk vormen. De andere worden leken genoemd. Uit elk van deze beide groepen komen gelovigen die zich op bijzondere wijze aan God toewijden door de professie van de evangelische raden van kuisheid in het celibaat, armoede en gehoorzaamheid.
Referenties naar alinea 178: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 873[1|873]Catechismus van de Katholieke Kerk, 934[1|934]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaChristus heeft de kerkelijke hiërarchie ingesteld, met de zending om in zijn naam het volk van God te weiden, en hiervoor heeft Hij haar gezag gegeven. De hiërarchie is samengesteld uit de gewijde bedienaren: de bisschoppen, de priesters en de diakens. Dank zij het Sacrament van de Wijding handelen de bisschoppen en de priesters bij de uitoefening van hun bediening in de naam en in de persoon van Christus, het Hoofd. De diakens dienen het volk van God in de diaconie (dienst) van het Woord, van de liturgie en van de naastenliefde.
Referenties naar alinea 179: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 874-876[1|874-876]Catechismus van de Katholieke Kerk, 935[1|935]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNaar het voorbeeld van de twaalf apostelen, door Christus uitgekozen en samen uitgezonden, staat de eenheid van de leden van de kerkelijke hiërarchie in dienst van de gemeenschap van alle gelovigen. Iedere bisschop oefent, als lid van het bisschoppencollege, zijn ambt uit in gemeenschap met de Paus, en wordt zijn deelgenoot in de zorg voor de universele Kerk. De priesters oefenen hun ambt uit binnen het priestercollege van de particuliere Kerk, in gemeenschap met de bisschop en onder zijn leiding.
Referenties naar alinea 180: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 877[1|877]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet kerkelijk ambt heeft ook een persoonlijk karakter, in zoverre krachtens het Sacrament van de Wijding ieder verantwoordelijk is ten overstaan van Christus, die hem persoonlijk heeft geroepen en hem de zending heeft verleend.
Referenties naar alinea 181: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 878-879[1|878-879]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Paus, bisschop van Rome en opvolger van Petrus, is het blijvend en zichtbaar beginsel en fundament van de eenheid van de Kerk. Hij is de plaatsvervanger van Christus, het hoofd van het bisschoppencollege en herder van heel de Kerk, waarover hij krachtens goddelijke instelling de volledige, hoogste, rechtstreekse en universele macht heeft.
Referenties naar alinea 182: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 880-882[1|880-882]Catechismus van de Katholieke Kerk, 936-937[1|936-937]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet bisschoppencollege, in gemeenschap met de paus en nooit zonder hem, oefent eveneens de hoogste en volledige macht uit over de Kerk.
Referenties naar alinea 183: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 883-885[1|883-885]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe bisschoppen hebben, in gemeenschap met de paus, de plicht om aan allen getrouw en met gezag het evangelie te verkondigen, als authentieke getuigen van het apostolisch geloof, bekleed met het gezag van Christus. Door de bovennatuurlijke geloofszin hangt het volk van God het geloof onwankelbaar aan, onder de leiding van het levend leergezag van de Kerk.
Referenties naar alinea 184: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 888-890[1|888-890]Catechismus van de Katholieke Kerk, 939[1|939]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe onfeilbaarheid verwerkelijkt zich, wanneer de paus van Rome krachtens zijn gezag als opperste herder van de Kerk, of het bisschoppencollege in gemeenschap met de paus, vooral wanneer het in een oecumenisch concilie bijeen is, in een definitieve uitspraak een leer afkondigen inzake geloof of zeden; en ook wanneer de paus en de bisschoppen, bij het uitoefenen van het gewone leergezag, eensgezind een leer als definitief voorhouden. Met zulke onderrichtingen moet iedere gelovige in de volgzaamheid van het geloof instemmen.
Referenties naar alinea 185: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 891[1|891]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe bisschoppen heiligen de Kerk door de genade van Christus uit te delen door de bediening van het woord en de Sacramenten, in het bijzonder van de Eucharistie, en ook door hun gebed, hun voorbeeld en hun werk.
Referenties naar alinea 186: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 893[1|893]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAls lid van het bisschoppencollege draagt iedere bisschop op collegiale wijze de zorg voor alle particuliere kerken en voor geheel de Kerk, samen met de andere bisschoppen in vereniging met de paus. De bisschop aan wie een particuliere Kerk wordt toevertrouwd, bestuurt deze met het gezag van zijn eigen, gewone en onmiddellijke, heilige macht, uitgeoefend in naam van Christus, de goede Herder, in gemeenschap met heel de Kerk en onder leiding van de opvolger van Petrus.
Referenties naar alinea 187: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 886-887[1|886-887]Catechismus van de Katholieke Kerk, 894-896[1|894-896]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 938[1|938]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe lekengelovigen hebben als bijzondere roeping het koninkrijk van God te zoeken, door de tijdelijke werkelijkheid te belichten en te ordenen volgens de wil van God. Zo geven zij gestalte aan de oproep tot heiligheid en apostolaat, die gericht is aan alle gedoopten.
Referenties naar alinea 188: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 897-900[1|897-900]Catechismus van de Katholieke Kerk, 940[1|940]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij hebben daaraan deel door hun leven, vooral in de Eucharistie, op te dragen als een geestelijk offer “dat welgevallig is aan God door Jezus Christus” (1 Pt. 2, 5)[b:1 Pt. 2, 5], met alle werkzaamheden, gebeden en apostolische initiatieven, het gezinsleven en het dagelijkse werk, de geduldig verdragen moeilijkheden van het leven, en de lichamelijke en geestelijke ontspanning. Op die manier dragen ook de leken, toegewijd aan Christus en door de heilige Geest gewijd, de wereld zelf op aan God.
Referenties naar alinea 189: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 901-903[1|901-903]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij hebben daaraan deel door steeds meer het woord van Christus in geloof aan te nemen, en het aan de wereld te verkondigen met het getuigenis van hun leven en met het woord, door evangeliseringswerk en door catechese. Een dergelijke evangelisatie krijgt een bijzondere uitwerking door het feit dat zij gebeurt in de gewone levensomstandigheden.
Referenties naar alinea 190: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 904-907[1|904-907]Catechismus van de Katholieke Kerk, 942[1|942]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe leken hebben deel aan de koninklijke zending van Christus, doordat zij van Hem de macht ontvangen hebben om in zichzelf en in de wereld de zonde te overwinnen, door zelfverloochening en heiligheid van leven. Zij oefenen verschillende bedieningen uit ten dienste van de gemeenschap, en doordringen de aardse activiteiten van de mens en de instellingen van de maatschappij met morele waarde.
Referenties naar alinea 191: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 908-913[1|908-913]Catechismus van de Katholieke Kerk, 943[1|943]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet gewijde leven is een door de Kerk erkende levensstaat. Het is een vrij antwoord op een bijzondere oproep van Christus, waarin de gewijden zich geheel aan God toewijden en naar de volmaaktheid van de liefde streven, daartoe bewogen door de heilige Geest. Een dergelijke toewijding wordt gekenmerkt door de beoefening van de evangelische raden.
Referenties naar alinea 192: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 913-930Catechismus van de Katholieke Kerk, 944[1|944]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet gewijde leven draagt bij aan de zending van de Kerk door een volledige toewijding van zichzelf aan Christus en aan de broeders en zusters, aldus getuigend van de hoop op het hemels Koninkrijk.
Referenties naar alinea 193: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 972[1|972]Catechismus van de Katholieke Kerk, 974-975[1|974-975]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze uitdrukking betekent op vóór alles de gemeenschappelijk deelname van alle leden van de Kerk aan de heilige zaken (sancta): namelijk het geloof, de Sacramenten, vooral de Eucharistie, de charismata en de andere geestelijke gaven. Deze gemeenschap wortelt in de liefde die “niet zichzelf zoekt” (1 Kor. 13, 5)[b:1 Kor. 13, 5], maar die de gelovige er toe beweegt “alles gemeenschappelijk” (Hand. 4, 32)[b:Hand. 4, 32] te bezitten, ook de eigen materiële goederen, ten dienste van de armen.
Referenties naar alinea 194: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 946-953[1|946-953]Catechismus van de Katholieke Kerk, 960[1|960]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze uitdrukking slaat ook op de gemeenschap die er is onder de heilige personen (sancti): dat wil zeggen onder hen die door de genade verenigd zijn met de gestorven en verrezen Christus. Sommigen zijn pelgrims hier op aarde op; anderen zijn uit dit leven heengegaan en zijn aan hun loutering bezig, daarbij geholpen door onze gebeden; anderen tenslotte genieten al van de heerlijkheid van God en spreken voor ons ten beste. Allen tezamen vormen in Christus één gezin, de Kerk, tot lof en heerlijkheid van de Drie-eenheid.
Referenties naar alinea 195: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 954-959[1|954-959]Catechismus van de Katholieke Kerk, 961-962[1|961-962]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe heilige maagd Maria is Moeder van de Kerk in de orde van de genade, omdat zij Jezus ter wereld heeft gebracht, de Zoon van God, Hoofd van het lichaam dat de Kerk is. Bij zijn sterven aan het kruis heeft Jezus haar aan de leerling als Moeder aangewezen met deze woorden: “Zie daar, uw Moeder” (Joh. 19, 27)[b:Joh. 19, 27].
Referenties naar alinea 196: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 963-966[1|963-966]Catechismus van de Katholieke Kerk, 973[1|973]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNa de Hemelvaart van haar Zoon helpt zij de eerstelingen van de Kerk met haar gebeden. Ook na haar tenhemelopneming gaat zij door met ten beste te spreken voor haar kinderen, blijft zij voor allen een voorbeeld van geloof en liefde te zijn, en blijft zij op hen van een heilzame invloed uitoefenen die voortvloeit uit de overvloed van Christus’ verdiensten. De gelovigen zien in haar een beeld en een vooruitlopen van de verrijzenis die hen wacht, en roepen haar aan als voorspreekster, helpster, bijstand en middelares.
Referenties naar alinea 197: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 967-970[1|967-970]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is een bijzondere verering, maar deze verschilt wezenlijk van de eredienst van aanbidding, die alleen aan de heilige Drie-eenheid wordt gebracht. Deze eredienst van speciale verering vindt haar bijzondere uitdrukking in de liturgische feesten die aan de Moeder van God gewijd zijn, en in het gebed tot Maria, zoals de rozenkrans, die een samenvatting is van heel het Evangelie.
Referenties naar alinea 198: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 971[1|971]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWanneer de Kerk naar Maria kijkt, die geheel heilig is en reeds met ziel en lichaam verheerlijkt, beschouwt zij in haar, waartoe zij zelf op aarde geroepen is, en wat zij zal zijn in het hemels vaderland.
Referenties naar alinea 199: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 972[1|972]Catechismus van de Katholieke Kerk, 974-975[1|974-975]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet eerste en belangrijkste Sacrament voor de vergeving van de zonde is het Doopsel. Voor de zonden die na het Doopsel zijn begaan, heeft Christus het Sacrament van de boete en verzoening ingesteld, waardoor de gedoopte weer met God en de Kerk verzoend wordt.
Referenties naar alinea 200: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 976-980[1|976-980]Catechismus van de Katholieke Kerk, 984-985[1|984-985]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk heeft de zending en de macht om zonden te vergeven omdat Christus zelf haar die verleend heeft: “Ontvangt de Heilige Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven” (Joh. 20, 22-23)[b:Joh. 20, 22-23].
Referenties naar alinea 201: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 981-983[1|981-983]Catechismus van de Katholieke Kerk, 986-987[1|986-987]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet woord lichaam (vlees) duidt de mens aan in zijn zwakte en sterfelijkheid: “Het vlees is de spil van het heil” (Tertullianus). Wij geloven in God, die de Schepper is van het vlees; wij geloven in het Woord, dat vleesgeworden is om het lichaam te verlossen; wij geloven in de verrijzenis van het lichaam, als de voltooiing van de schepping en verlossing van het lichaam.
Referenties naar alinea 202: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 988-990[1|988-990]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1015[1|1015]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat betekent dat de uiteindelijke staat van de mens niet alleen de geestelijke, van het lichaam gescheiden ziel is, maar dat ook ons sterfelijk lichaam weer levend zal worden.
Referenties naar alinea 203: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 990-991[1|990-991]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZoals Christus waarlijk verrezen is uit de doden en voor altijd leeft, zo zal Hij zelf allen op de laatste dag tot leven wekken, met een onvergankelijk lichaam: “Die het goede deden zullen te voorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden tot de opstanding ten oordeel” (Joh. 5, 29)[b:Joh. 5, 29].
Referenties naar alinea 204: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 988[1|988]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1002-1003[1|1002-1003]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDoor de dood wordt de ziel van het lichaam gescheiden. Het lichaam gaat tot ontbinding over, terwijl de ziel, die onsterfelijk is, Gods oordeel tegemoet gaat, en erop wacht weer verenigd te worden met het lichaam, wanneer dat bij de wederkomst van de Heer in een veranderde gestalte zal verrijzen. Het hoe van de verrijzenis gaat ons voorstellingsvermogen en ons verstand te boven.
Referenties naar alinea 205: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 992-1004[1|992-1004]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1016-1018[1|1016-1018]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet betekent sterven in Gods genade, zonder doodzonde. Wie in Christus gelooft en zijn voorbeeld navolgt, kan zo de eigen dood omvormen tot een daad van gehoorzaamheid en liefde jegens de Vader: “Hoe waar is dit woord: Als wij met Hem gestorven zijn, zullen wij met Hem leven” (2 Tim. 2, 11)[b:2 Tim. 2, 11].
Referenties naar alinea 206: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1005-1014[1|1005-1014]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1019[1|1019]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet eeuwige leven is het leven dat onmiddellijk na de dood begint. Het zal geen einde kennen. Het zal voor iedere mens voorafgegaan worden door een bijzonder oordeel door Christus, de rechter over levenden en doden, en dat zal door het laatste oordeel worden bevestigd.
Referenties naar alinea 207: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1020[1|1020]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is het oordeel van de onmiddellijke vergelding, die ieder na zijn dood in zijn onsterfelijke ziel ontvangt, naar de mate van zijn geloof en zijn werken. Deze vergelding bestaat in het mogen binnentreden in de gelukzaligheid van de hemel, onmiddellijk dan wel na een evenredige loutering, of het verwezen worden naar de eeuwige verdoemenis in de hel.
Referenties naar alinea 208: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1021-1022[1|1021-1022]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1051-1052[1|1051-1052]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOnder “hemel” verstaat men de staat van het hoogste en definitieve geluk. Wie in de genade van God sterven en geen verdere loutering nodig hebben, worden verenigd rond Jezus en Maria, met de engelen en met de heiligen. Zo vormen zij de hemelse Kerk, waar zij God “van aangezicht tot aangezicht” (1 Kor. 13, 12)[b:1 Kor. 13, 12] zien, met de heilige Drie-eenheid in een gemeenschap van liefde leven, en voor ons ten beste spreken.
““De Vader is naar zijn wezen en in waarheid het Leven.
Over alles stort Hij door zijn Zoon en in de heilige Geest
zijn hemelse gaven uit.
En door zijn goedheid belooft Hij waarachtig ook aan ons mensen
de goddelijke goederen van het eeuwige leven.”
(H. Cyrillus van Jeruzalem)
Referenties naar alinea 209: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1023-1026[1|1023-1026]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1053[1|1053]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet vagevuur is de staat van degenen die in vriendschap met God sterven, maar die, ofschoon zij van hun eeuwig heil verzekerd zijn, nog loutering nodig hebben om de hemelse gelukzaligheid binnen te gaan.
Referenties naar alinea 210: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1030-1031[1|1030-1031]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1054[1|1054]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaKrachtens de gemeenschap van de heiligen kunnen de gelovigen die noch bezig zijn met hun aardse pelgrimstocht, de zielen in het vagevuur helpen door voor hen gebeden van voorspraak op te dragen, vooral het eucharistisch offer, maar ook aalmoezen, aflaten en werken van boetvaardigheid.
Referenties naar alinea 211: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1032[1|1032]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1055[1|1055]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij bestaat in de eeuwige verdoemenis van diegenen die uit vrije keuze in doodzonde sterven. De ergste straf van de hel bestaat in het eeuwig gescheiden zijn van God. In Hem alleen immers kan de mens het leven en het geluk vinden, waartoe hij geschapen is en waarnaar hij streeft. Christus brengt deze werkelijkheid tot uitdrukking in de woorden: “Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur!” (Mt. 25, 41)[b:Mt. 25, 41].
Referenties naar alinea 212: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1033-1035[1|1033-1035]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1056-1057[1|1056-1057]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod wil weliswaar “dat allen tot inkeer komen” (2 Pt. 3, 9)[b:2 Pt. 3, 9], maar Hij heeft de mens vrij geschapen en met een eigen verantwoordelijkheid, en Hij respecteert zijn keuzes. Het is daarom de mens zelf die zich in volkomen autonomie vrijwillig uitsluit van de gemeenschap met God als hij tot aan zijn dood in de doodzonde volhardt en de barmhartige liefde van God afwijst.
Referenties naar alinea 213: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1036-1037[1|1036-1037]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet laatste (algemene) oordeel zal bestaan in een vonnis tot gelukzalig leven of tot eeuwige verdoemenis, dat de Heer Jezus bij zijn wederkomst als rechter over levenden en doden, zal vellen over de “rechtvaardigen en onrechtvaardigen” (Hand. 24, 15)[b:Hand. 24, 15] die allen voor Hem bijeengebracht zullen zijn. In aansluiting op het laatste oordeel zal het verrezen lichaam deel krijgen aan de vergelding, die de ziel in het bijzonder oordeel heeft ontvangen.
Referenties naar alinea 214: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1038-1041[1|1038-1041]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1058-1059[1|1058-1059]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDit laatste oordeel zal plaatshebben aan het einde van de wereld, waarvan alleen God dag en uur kent.
Referenties naar alinea 215: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1040[1|1040]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNa het laatste oordeel zal ook het heelal zelf, verlost uit de slavernij van de vergankelijkheid, delen in de heerlijkheid van Christus, bij het aanbreken van de “nieuwe hemel” en de “nieuwe aarde” (2 Pt. 3, 13)[b:2 Pt. 3, 13]. Daarmee zal het Rijk Gods zijn volheid bereiken, dat wil zeggen de definitieve verwezenlijking van Gods heilsplan om “in Christus alles onder één hoofd te brengen, alle wezens in de hemelen en alle wezens op aarde”. God zal dan “alles in allen” zijn (1 Kor. 15, 28)[b:1 Kor. 15, 28], in het eeuwig leven.
Referenties naar alinea 216: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1042-1050[1|1042-1050]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1060[1|1060]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet hebreeuwse woord Amen, waarmee ook het laatste boek van de heilige Schrift, enige gebeden van het Nieuwe Testament en de liturgische gebeden van de Kerk sluiten, betekent ons vertrouwvolle en onbeperkte “ja” op wat wij beleden hebben te geloven, terwijl wij volledig vertrouwen op Hem die het definitieve "Amen" is: (Openb. 3, 14)[b:Openb. 3, 14]: Christus, de Heer.
Referenties naar alinea 217: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1061-1065[1|1061-1065]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOp het hier afgebeelde schilderij treedt Jezus op de apostelen toe, bij de tafel, en geeft hun één voor één de communie. Dit soort schilderijen laat de grote eucharistische vroomheid zien van de Kerk door de eeuwen heen.
“Sine domenico non possumus” (“wij kunnen niet buiten de zondag”) zei de martelaar Emeritus aan het begin van de 4de eeuw, tijdens een van de gruwelijkste christenvervolgingen, die onder Diocletianus, in het jaar 304 na Christus. Er van beschuldigd dat hij met zijn gemeenschap aan de Eucharistie had deelgenomen, gaf hij zonder terughoudendheid toe: “Zonder de Eucharistie kunnen wij niet leven.”En een van de martelaressen voegde er aan toe: “Ja, ik ben naar de bijeenkomst gegaan en heb met mijn broeders de maaltijd van de Heer gevierd, omdat ik christen ben” (Akten van de martelaren van Abitene, hfdst. 11 en hfdst. 7, 16). Om deze trouw aan de Eucharistie werden de 49 Noordafrikaanse martelaren ter dood veroordeeld. De eucharistische Jezus was het ware leven voor Saturninus en zijn gezellen, de martelaren van Abitene in het Afrika van de Proconsul. Zij wilden liever sterven dan afstand doen van het eucharistisch voedsel, het Brood van het eeuwige Leven.
De heilige Thomas van Aquino had de gewoonte op het middaguur naar de Kerk te gaan en, in vertrouwen en overgave zijn voorhoofd tegen het tabernakel te houden in een vertrouwelijk gesprek met Jezus in de Eucharistie. De grote middeleeuwse theoloog staat er ook bekend om, de liturgische teksten voor het feest van Sacramentsdag te hebben samengesteld, waarin hij heel zijn diepe devotie voor de Eucharistie heeft uitgedrukt.
In de hymne bij het morgengebed: “Het hoogste Woord daalt uit het licht” (Verbum supernum prodiens) staat de samenvatting van de katholieke eucharistische spiritualiteit:
“Een van zijn leerlingen verraadtThomas van Aquino, die de Eucharistie “hoogtepunt en voltooiing van heel het geestelijk leven” noemde, doet niets anders dan het geloofsbesef uitdrukken van de Kerk die in de Eucharistie gelooft als in de levende tegenwoordigheid van Jezus onder ons en het noodzakelijke voedsel voor het geestelijk leven. De Eucharistie is de rode draad die vanaf het laatste Avondmaal alle eeuwen van de geschiedenis van de Kerk met elkaar verbindt, tot op vandaag. De consecratiewoorden - “Dit is mijn lichaam... Dit is mijn bloed” - zijn altijd en overal uitgesproken, ook in de goelags, in de concentratiekampen en in de duizenden gevangenissen die er ook vandaag nog zijn. Op dit eucharistisch vergezicht heeft de Kerk haar leven, haar gemeenschap en haar zending gegrondvest.
Hem aan de vijand die Hem haat.
maar aan het maal des levens geeft
Hij zich aan hen als brood dat leeft.
In twee gedaanten, brood en wijn,
wil Hij ons aller voedsel zijn.
Hij geeft zichzelf, zijn vlees en bloed,
zodat Hij ons volkomen voedt.
Hij komt tot ons als lotgenoot,
Hij deelt zich aan ons uit als brood,
als losgeld geeft Hij zich aan ’t kruis
en als loon in ’t vaderhuis.”
____________________________________
Joos van Wassenhove, Jezus geeft de communie aan de apostelen, Galleria Nazionale delle Marche, Urbino
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet kruisoffer is de bron van het sacramentele heilsbestel van de Kerk. Op de afbeelding vangt Maria, symbool van de Kerk, met haar linker hand uit de doorboorde zijde van Jezus bloed en water op, symbolen de Sacramenten van de Kerk.
“Toen zij echter bij Jezus kwamen en zagen dat Hij reeds dood was, sloegen zij Hem de benen niet stuk, maar een van de soldaten doorstak zijn zijde met een lans; terstond kwam er bloed en water uit” (Joh. 19, 33-34)[b:Joh. 19, 33-34].
De heilige Augustinus schrijft daarover: “Christus, onze Heer, die in zijn lijden datgene voor ons offerde wat Hij bij zijn geboorte van ons had aangenomen, heeft, toen Hij voor eeuwig Hogepriester was geworden, bepaald dat het offer zou worden opdragen zoals u dat ziet: dat wil zeggen zijn lichaam en zijn bloed. Uit zijn lichaam, door de lans doorboord, stroomden immers water en bloed, waarmee hij onze zonden uitwiste. Treedt daarom, terwijl gij u deze genade herinnert en werk maakt van uw heil (dat trouwens veeleer door God in u bewerkt wordt), met vrees en beven nader, om deel te krijgen aan dit altaar. Erken in het brood hetzelfde (lichaam) dat aan het kruis hing, en in de kelk hetzelfde (bloed) dat uit zijn zijde stroomde. Ook de oude offers van het volk van God waren in hun veelvoud en verscheidenheid een voorafbeelding van dit ene offer, dat komen moest. En Christus is tegelijkertijd het lam, vanwege de onschuld van zijn reine ziel, als ook de bok, vanwege zijn vlees dat gelijk is aan dat van de zonde. En al het andere dat op velerlei en verschillende wijze in de offers van het Oude Testament is voorafgebeeld, heeft enkel en alleen betrekking op dit ene (offer) dat in het Nieuwe Testament is geopenbaard.
Neemt dus, en eet het lichaam van Christus, nu ook gij ledematen van Christus bent geworden in het lichaam van Christus; neemt en laaft u aan het bloed van Christus. Om niet van elkaar gescheiden te raken: eet wat u verenigt! Om uzelf niet gering te schatten, drinkt uw losprijs! Zoals dit zich verandert in u, wanneer u daarvan eet en drinkt, zo verandert u ook zelf in het lichaam van Christus, door gehoorzaam en vroom te leven. Hij nam namelijk, toen zijn lijden nabij kwam en Hij met zijn leerlingen het paasmaal hield, het brood, zegende het en sprak: Dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt. Op dezelfde wijze gaf Hij hun de kelk, nadat Hij hem gezegend had, en sprak: Dit is mijn bloed, het bloed van het Nieuwe Verbond, dat vergoten wordt voor velen tot vergeving van de zonden. Dit hebt u al in het evangelie gelezen of gehoord, maar u wist niet dat deze Eucharistie de Zoon zelf is. Maar nu uw hart gezuiverd is tot een smetteloos geweten en het lichaam met zuiver water is gewassen, nadert nu tot Hem, en gij zult verlicht worden en uw gelaat zal niet van schaamte rood worden” 228B[[880]]
______________________________________________
Mozaïek op de Wand van de Menswording, De kapel “Redemptoris Mater”, Vaticaanstad.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe liturgie is de viering van het mysterie van Christus, in het bijzonder van zijn Paasmysterie. In haar wordt, door door de uitoefening van het priesterlijk ambt van Jezus Christus, de heiliging van de mensen in waarneembare tekens aangeduid en tot stand gebracht en wordt door het mystieke Lichaam van Christus, dat wil zeggen: het Hoofd en de ledematen, de openbare eredienst voltrokken die God verschuldigd is.
Referenties naar alinea 218: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1066-1070[1|1066-1070]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe liturgie, heilige handeling bij uitstek, vormt het hoogtepunt waarnaar het handelen van de Kerk streeft, en tevens de bron waaruit haar hele kracht voortvloeit. Door de liturgie zet Christus in zijn Kerk, met haar en door haar, het werk van onze verlossing voort.
Referenties naar alinea 219: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1071-1075[1|1071-1075]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet sacramentele heilsbestel bestaat in het meedelen van de vruchten van de verlossing van Christus door de viering van de Sacramenten van de Kerk, op de eerste plaats van de Eucharistie, "totdat Hij komt" (1 Kor. 11, 26)[b:1 Kor. 11, 26].
Referenties naar alinea 220: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1076[1|1076]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de liturgie overlaadt de Vader ons met zijn zegeningen in zijn Zoon, die voor ons mensgeworden, gestorven en verrezen is, en stort Hij de Heilige Geest uit in onze harten. Tegelijkertijd zegent de Kerk de Vader door aanbidding, lofprijzing en dankzegging, en smeekt zij om de gave van zijn Zoon en van de Heilige Geest.
Referenties naar alinea 221: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1077-1083[1|1077-1083]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1110[1|1110]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de liturgie van de Kerk duidt Christus op de eerste plaats zijn Paasmysterie aan en bewerkt Hij het. Door de Heilige Geest aan de apostelen te geven, gaf Hij hun en hun opvolgers de macht het heilswerk te voltrekken door het eucharistisch Offer en de Sacramenten, waarin Hij zelf werkzaam is om zijn genade mee te delen aan de gelovigen van alle tijden en in heel de wereld.
Referenties naar alinea 222: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1084-1090[1|1084-1090]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de liturgie verwezenlijkt zich de meest innige samenwerking tussen de Heilige Geest en de Kerk. De Heilige Geest bereidt de Kerk er op voor haar Heer te ontmoeten; Hij brengt Christus in herinnering en maakt Hem kenbaar aan de gelovige gemeenschap; Hij stelt het Christusmysterie tegenwoordig en actualiseert het; Hij verenigt de Kerk met het leven en de zending van Christus en laat in haar de gave van de 'communio' (gemeenschap) vrucht dragen.
Referenties naar alinea 223: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1091-1109[1|1091-1109]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1112[1|1112]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Sacramenten zijn zintuiglijk waarneembare, werkzame tekenen van de genade, ingesteld door Christus en toevertrouwd aan de Kerk, waardoor ons het goddelijk leven verleend wordt. Het zijn er zeven: Doopsel, Vormsel, Eucharistie, Boete, Ziekenzalving, Wijding en Huwelijk.
Referenties naar alinea 224: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1113-1131[1|1113-1131]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe mysteries van het leven van Christus vormen het fundament, voor wat Christus voortaan door de bedienaren van zijn Kerk in zijn Sacramenten verleent.
"Wat zichtbaar was in onze Verlosser,
is overgegaan in zijn Sacramenten.”
(H. Leo de Grote)
Referenties naar alinea 225: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1114-1116[1|1114-1116]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaChristus heeft de Sacramenten aan zijn Kerk toevertrouwd. Zij zijn "van de Kerk" in een dubbele zin: zij zijn "door haar", omdat zij handelingen van de Kerk zijn, die het Sacrament van Christus’ handelen is; en zij zijn "voor haar", in de zin dat zij de Kerk opbouwen.
Referenties naar alinea 226: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1117-1119[1|1117-1119]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1131[1|1131]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is een geestelijk zegel, dat door de Sacramenten van het Doopsel, het Vormsel, en het Wijdingssacrament verleend wordt. Het is belofte en waarborg van de goddelijke bescherming. Krachtens dit zegel wordt de Christen met Christus gelijkvormig gemaakt, deelt hij op verschillende wijzen in zijn priesterschap, en maakt hij deel uit van de Kerk volgens de verschillende levensstaten en functies. Hij wordt dus toegewijd aan de goddelijke eredienst en de dienst van de Kerk. Omdat het merkteken onuitwisbaar is, worden de Sacramenten die het verlenen slechts één keer in het leven ontvangen.
Referenties naar alinea 227: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1121[1|1121]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Sacramenten veronderstellen niet alleen het geloof, maar door de woorden en de rituele elementen voeden zij het ook, versterken het en brengen het tot uitdrukking. Wanneer de Kerk de Sacramenten viert, belijdt zij het apostolische geloof. Vandaar het oude gezegde: “Lex orandi, lex credendi”, wat wil zeggen: de Kerk gelooft, zoals zij bidt.
Referenties naar alinea 228: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1122-1126[1|1122-1126]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1133[1|1133]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Sacramenten zijn werkdadig ex opere operato (“door het feit zelf dat de sacramentele handeling verricht is”), omdat het Christus zelf is die erin aan het werk is en de genade meedeelt die de Sacramenten aanduiden, onafhankelijk van de persoonlijke heiligheid van de bedienaar. De vruchten van de Sacramenten zijn evenwel ook afhankelijk van de gesteltenis van wie ze ontvangt.
Referenties naar alinea 229: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1127-1128[1|1127-1128]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1131[1|1131]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVoor hen die in Christus geloven, zijn de Sacramenten heilsnoodzakelijk omdat zij de sacramentele genaden verlenen, de vergeving van zonden, de aanname tot kind van God, het gelijkvormig worden aan Christus de Heer, en het behoren tot de Kerk, ook al worden niet alle Sacramenten aan iedere gelovige toegediend. De Heilige Geest geneest hen die de Sacramenten ontvangen en omvormt hen.
Referenties naar alinea 230: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1129[1|1129]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe sacramentele genade is de genade van de Heilige Geest, geschonken door Christus en eigen aan elk Sacrament. Deze genade helpt de gelovige op zijn weg van heiligheid, en helpt zo ook de Kerk in haar groei in de liefde en in het getuigenis.
Referenties naar alinea 231: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1129,1131[1|1129.1131]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1134,2003[1|1134.2003]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de Sacramenten ontvangt de Kerk reeds het onderpand van het eeuwig leven, terwijl zij blijft “uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop, de openbaring van de heerlijkheid van onze grote God en Heiland Jezus Christus" (Tit. 2, 13)[b:Tit. 2, 13].
Referenties naar alinea 232: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1130[1|1130]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de liturgie handelt de "gehele Christus" ("Christus totus"), Hoofd en Lichaam. Als hogepriester viert Hij die samen met zijn Lichaam, dat de hemelse en aardse Kerk is.
Referenties naar alinea 233: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1135-1137[1|1135-1137]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1187[1|1187]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe hemelse liturgie wordt gevierd door de engelen, door de heiligen van het Oude en het Nieuwe Verbond, in het bijzonder door de Moeder van God, de apostelen, de martelaren en door “een grote menigte“ die niemand tellen kan, “uit alle rassen en stammen en volken en talen” (Openb. 7, 9)[b:Openb. 7, 9]. Wanneer wij in de Sacramenten het heilsmysterie vieren, nemen wij deel aan deze eeuwige liturgie.
Referenties naar alinea 234: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1138-1139[1|1138-1139]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk op aarde viert de liturgie als priesterlijk volk, waarbinnen ieder handelt naar zijn eigen functie in de eenheid van de Heilige Geest. De gedoopten dragen zichzelf op als geestelijk offer; de gewijde bedienaren vieren overeenkomstig de wijding die zij ontvangen hebben ten dienste van alle leden van de Kerk; de bisschoppen en de priesters handelen in de Persoon van Christus, het Hoofd.
Referenties naar alinea 235: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1120,1132[1|1120.1132]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1140-1144[1|1140-1144]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1188[1|1188]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe liturgische viering is een weefsel van tekens en symbolen, waarvan de betekenis - die geworteld is in het scheppingswerk en de menselijke cultuur - duidelijker wordt in de gebeurtenissen van het Oude Verbond en zich ten volle openbaart in de Persoon en het werk van Christus.
Referenties naar alinea 236: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1145[1|1145]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaSommige komen uit de schepping (licht, water, vuur, brood, wijn, olie), weer andere uit het sociale leven (wassen, zalven, brood breken); andere uit de heilsgeschiedenis van het Oude Verbond (de paasriten, de offers, de handoplegging, de wijdingen). Dergelijke tekenen - waarvan sommige normatief zijn en onveranderlijk, omdat zij door Christus gekozen werden - worden dragers van heilbrengend en heiligend handelen.
Referenties naar alinea 237: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1146-1152[1|1146-1152]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1189[1|1189]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de sacramentele viering zijn handelingen en woorden nauw met elkaar verbonden. Immers, ook al zijn de symbolische gebaren op zich zelf al een taal, toch is het nodig dat de woorden van de ritus deze handelingen begeleiden en tot leven brengen. Woorden en de liturgische handelingen onlosmakelijk met elkaar verbonden, omdat zij tekens en onderrichting zijn, en omdat ze verwezenlijken wat zij betekenen.
Referenties naar alinea 238: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1153-1155[1|1153-1155]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1190[1|1190]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat zang en muziek nauw samenhangen met de liturgische handeling, dient men de volgende criteria in acht te nemen: de overeenstemming van de teksten met de katholieke leer, waarbij de teksten bij voorkeur worden ontleend aan de heilige Schrift en de liturgische bronnen; de expressieve schoonheid van het gebed; de kwaliteit van de muziek; de deelname van de verzamelde gemeenschap; de culturele rijkdom van het volk van God en het gewijde en plechtige karakter van de viering. “Wie zingt, bidt dubbel” (H. Augustinus).
Referenties naar alinea 239: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1156-1158[1|1156-1158]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1191[1|1191]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe afbeelding van Christus is de liturgische icoon bij uitstek. Andere afbeeldingen, die Maria en de heiligen voorstellen, verwijzen naar Christus, die in hen is verheerlijkt. Zij geven de evangelische boodschap weer met een beeld, zoals de heilige Schrift haar doorgeeft via het woord, en helpen het geloof van de Christenen op te wekken en te voeden.
Referenties naar alinea 240: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1159-1162[1|1159-1162]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1192[1|1192]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet middelpunt van de liturgische tijd is de zondag, de grondslag en de kern van heel het liturgisch jaar, dat zijn hoogtepunt heeft in het jaarlijkse Paasfeest, het feest der feesten.
Referenties naar alinea 241: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1163-1167[1|1163-1167]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1193[1|1193]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet gehele mysterie van Christus wordt door de Kerk gedurende het liturgisch jaar herdacht, vanaf de menswording tot aan zijn wederkomst in heerlijkheid. Op bepaalde dagen vereert de Kerk met een bijzondere liefde de heilige maagd Maria, de Moeder van God, en zij viert ook de gedachtenissen van de heiligen, die voor Christus geleefd en met Hem geleden hebben, en die met Hem zijn verheerlijkt.
Referenties naar alinea 242: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1168-1173[1|1168-1173]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1194-1195[1|1194-1195]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet Getijdengebed, het openbaar en gemeenschappelijke gebed van de Kerk, is het gebed van Christus dat Hij samen met zijn lichaam, de Kerk verricht. Het mysterie van Christus, dat wij in de Eucharistie vieren, heiligt door dit gebed de tijd van iedere dag en geeft hem een ander aanzien. Het Getijdengebed is voornamelijk samengesteld uit psalmen en andere Bijbelse teksten, en uit lezingen van de Vaders en de meesters van het geestelijk leven.
Referenties naar alinea 243: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1174-1178[1|1174-1178]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1196[1|1196]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe eredienst "in geest en waarheid" (Joh. 4, 24)[b:Joh. 4, 24] van het Nieuwe Verbond is niet gebonden aan een bepaalde plaats. Want Christus is de ware tempel van God, waardoor ook de Christenen en de gehele Kerk onder de werking van de Heilige Geest tot tempels van de levende God worden. Toch heeft het volk van God in haar aardse bestaan plaatsen nodig, waar de gemeenschap zich kan verzamelen om de liturgie te vieren.
Referenties naar alinea 244: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1179-1181[1|1179-1181]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1197-1198[1|1197-1198]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGewijde gebouwen zijn huizen van God en verwijzen naar de Kerk die op deze plek leeft, alsook naar de hemelse woning. Zij zijn plaatsen van gebed, waarin de Kerk vooral de Eucharistie viert en Christus aanbidt, die in het tabernakel werkelijk tegenwoordig is.
Referenties naar alinea 245: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1181[1|1181]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1198-1199[1|1198-1199]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat zijn: het altaar, het tabernakel, de plaats waar het heilig Chrisma en de andere heilige oliën worden bewaard, de zetel van de bisschop (cathedra) of van de priester, de ambo, de doopvont en de biechtstoel.
Referenties naar alinea 246: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1182-1186[1|1182-1186]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat de onpeilbare rijkdom van het Christusmysterie door geen enkele liturgische traditie uitputtend kan worden weergegeven. Vanaf het eerste begin heeft deze rijkdom dan ook in de verschillende volkeren en culturen uitdrukkingsvormen gevonden die gekenmerkt worden door een bewonderenswaardige verscheidenheid en doordat zij elkaar aanvullen.
Referenties naar alinea 247: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1200-1204[1|1200-1204]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1207-1209[1|1207-1209]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat is de trouw aan de Apostolische Overlevering, dit wil zeggen: de gemeenschap in het geloof en in de Sacramenten ontvangen van de apostelen, een gemeenschap die wordt aangeduid en gewaarborgd door de apostolische opvolging. De Kerk is katholiek: elke echte rijkdom van een cultuur kan zij, na zuivering, opnemen in haar eenheid.
Referenties naar alinea 248: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1209[1|1209]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de liturgie, met name in de liturgie van de Sacramenten, is er een onveranderlijke gedeelte dat - omdat het van goddelijke instelling is - aan de Kerk ter bewaring is toevertrouwd. Verder zijn er veranderlijke delen die door de Kerk kunnen en soms moeten aangepast aan de culturen van de verschillende volkeren.
Referenties naar alinea 249: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1205-1206[1|1205-1206]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe zeven Sacramenten van de Kerk zijn: Doopsel, Vormsel, Eucharistie, Boete, Ziekenzalving, Wijding, Huwelijk | Septem Ecclesiae Sacramenta: Baptismum, Confirmatio, Eucharistia, Paenitentia, Unctio Infirmorum, Ordo, Matrimonium |
___________________________________
Rogier van der Weijden, Triptiek van de zeven Sacramenten, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij worden onderscheiden in de Sacramenten van de christelijke initiatie (Doopsel, Vormsel en Eucharistie), de Sacramenten van genezing (Boete en Ziekenzalving) en de Sacramenten ten dienste van de geloofsgemeenschap en van de zending (Wijding en Huwelijk). Zij hebben te maken met alle belangrijke momenten in het leven van een Christen. Alle Sacramenten zijn op de Eucharistie gericht “als op hun eigenlijke doel” (H. Thomas van Aquino).
Referenties naar alinea 250: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1210-1211[1|1210-1211]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij voltrekt zich door de Sacramenten die de grondslag leggen van het christelijk leven: herboren door het Doopsel, worden de gelovigen door het Vormsel gesterkt en door de Eucharistie gevoed.
Referenties naar alinea 251: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1212,1275[1|1212.1275]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet wordt vooral het Doopsel genoemd, naar de centrale rite waarmee het gevierd wordt: dopen betekent “onderdompelen” in het water. Wie wordt gedoopt, wordt ondergedompeld in de dood van Christus en verrijst met Hem als een “nieuwe schepping” (2 Kor. 5, 17)[b:2 Kor. 5, 17]. Het wordt ook “het bad van de wedergeboorte en vernieuwing door de Heilige Geest” (Tit. 3, 5)[b:Tit. 3, 5] genoemd, of ook wel “verlichting”, want de gedoopten worden “kinderen van het licht” (Ef. 5, 8)[b:Ef. 5, 8].
Referenties naar alinea 252: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1213-1216[1|1213-1216]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1276-1278[1|1276-1278]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn het Oude Verbond zijn er verschillende voorafbeeldingen van het Doopsel: het water, bron van leven en dood; de Ark van Noach, die redding biedt door middel van het water; de doortocht door de Rode Zee, die Israël bevrijdt uit de Egyptische slavernij; de doortocht door de Jordaan die Israël binnenleidt in het beloofde land, beeld van het eeuwige leven.
Referenties naar alinea 253: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1217-1222[1|1217-1222]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus Christus, die zich aan het begin van zijn openbaar leven door Johannes de Doper laat dopen in de Jordaan; aan het kruis laat Hij uit zijn doorstoken zijde bloed en water vloeien, voorafbeeldingen van het Doopsel en de Eucharistie, en na de verrijzenis geeft Hij de volgende zending aan zijn apostelen: “Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest” (Mt. 28, 19)[b:Mt. 28, 19].
Referenties naar alinea 254: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1223-1224[1|1223-1224]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaSinds de dag van Pinksteren dient de Kerk het Doopsel toe aan wie gelooft in Jezus Christus.
Referenties naar alinea 255: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1226-1228[1|1226-1228]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe wezenlijke rite van het Doopsel bestaat in het onderdompelen van de dopeling N.v.d.red.: andere talen...N.v.d.red.: andere talen hebben 'kandidaat' in het water of in het gieten van water over zijn hoofd, terwijl de naam wordt aangeroepen van de Vader, en de Zoon en de Heilige Geest.
Referenties naar alinea 256: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1229-1245[1|1229-1245]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1278[1|1278]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIedere persoon die nog niet is gedoopt, kan het Doopsel ontvangen.
Referenties naar alinea 257: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1246-1252[1|1246-1252]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat zij geboren zijn met de erfzonde en het Doopsel nodig hebben om uit de macht van de duisternis te worden bevrijd en overgebracht te worden naar het domein N.v.d.red.: andere talen...N.v.d.red.: andere talen hebben "rijk" van de vrijheid van de kinderen Gods.
Referenties naar alinea 258: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1250,1282[1|1250.1282]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVan elke dopeling wordt de belijdenis van het geloof gevraagd, die - in geval het een volwassene betreft - door deze zelf, of - in het geval het een klein kind betreft - door de ouders en door de Kerk wordt uitgesproken. Ook de peter en meter en heel de kerkgemeenschap dragen een deel van de verantwoordelijkheid voor de voorbereiding op het Doopsel (catechumenaat), evenals voor de ontwikkeling van het geloof en de doopgenade.
Referenties naar alinea 259: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1253-1255[1|1253-1255]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe gewone bedienaars van het Doopsel zijn de bisschop en de priester; in de Latijnse Kerk ook de diaken. In geval van nood kan iedereen dopen, als hij maar de intentie heeft te doen wat de Kerk doet. Hij giet water uit over het hoofd van de dopeling en spreekt de trinitaire doopformule uit: “Ik doop u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.”
Referenties naar alinea 260: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1256,1284[1|1256.1284]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet Doopsel is heilsnoodzakelijk voor hen aan wie het Evangelie werd verkondigd en die de mogelijkheid hebben dit Sacrament te vragen.
Referenties naar alinea 261: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1257[1|1257]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat Christus gestorven is voor het heil van allen, kunnen ook zonder Doopsel diegenen gered worden, die omwille van het geloof sterven (Doopsel van bloed), de geloofsleerlingen, en ook allen die door de genade daartoe gedreven, zonder Christus en de Kerk te kennen, oprecht God zoeken en zich inspannen zijn wil te volbrengen (Doopsel van begeerte). Wat betreft de kinderen die zonder Doopsel gestorven zijn: de Kerk vertrouwt hen in haar liturgie toe aan de barmhartigheid van God.
Referenties naar alinea 262: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1258-1261[1|1258-1261]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1281,1283[1|1281.1283]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet Doopsel vergeeft de erfzonde, alle persoonlijke zonden en de straffen ten gevolge van zonde; het doet delen in het goddelijk leven van de Drie-eenheid door de heiligmakende genade, de genade van de rechtvaardiging die de dopeling inlijft in Christus en zijn Kerk; het doet delen in het priesterschap van Christus en vormt de grondslag van de gemeenschap met alle christenen; het schenkt de goddelijke deugden en de gaven van de heilige Geest. De gedoopte behoort voor altijd aan Christus toe: hij is immers getekend met het onuitwisbaar zegel van Christus (merkteken).
Referenties naar alinea 263: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Bewaak het hart ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1262-1274Catechismus van de Katholieke Kerk, 1279-1280[1|1279-1280]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe naam is belangrijk, want God kent ieder bij name, dat wil zeggen in zijn eenmaligheid. Bij het Doopsel krijgt de christen een eigen naam in de Kerk, bij voorkeur de naam van een heilige, opdat deze de gedoopte een voorbeeld van heiligheid biedt en hem verzekert van zijn voorspraak bij God.
Referenties naar alinea 264: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2156-2159[1|2156-2159]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2165-2167[1|2165-2167]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn het Oude Verbond hebben de profeten aangekondigd dat de Geest van de Heer zou worden meegedeeld aan de verwachte Messias en aan heel het messiaanse volk. Heel het leven en de zending van Jezus verlopen in een volledige gemeenschap met de heilige Geest. De apostelen ontvangen de heilige Geest op Pinksterdag en verkondigen "Gods grote daden” (Hand. 2, 11)[b:Hand. 2, 11]. Zij delen door de handoplegging de gave van dezelfde Geest mee aan de pasgedoopten. Door de eeuwen heen is de Kerk doorgegaan met te leven van de Geest en Hem mee te delen aan haar kinderen.
Referenties naar alinea 265: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1285-1288[1|1285-1288]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1315[1|1315]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMen spreekt van chrismatio of zalving (in de oosterse Kerken: chrismatie met het heilig Myron) vanwege zijn wezenlijke rite, die in de zalving bestaat. Men noemt het ook het Vormsel of bevestiging (confirmatio) omdat het de doopgenade bevestigt en sterkt.
Referenties naar alinea 266: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1289[1|1289]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe wezenlijke rite van het Vormsel is de zalving met het heilig chrisma (met balsem vermengde olie, gewijd door de bisschop), wat gebeurt door de handoplegging van de kant van de bedienaar, die daarbij de sacramentele woorden uitspreekt die eigen zijn aan de rite. In het westen wordt die zalving gedaan op het voorhoofd met de woorden: “Ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods.” Bij de oosterse Kerken van de byzantijnse ritus wordt de zalving ook op andere lichaamsedelen gedaan, met de formule: “Zegel van de gave van de heilige Geest.”
Referenties naar alinea 267: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1290-1292[1|1290-1292]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1293-1301[1|1293-1301]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1318[1|1318]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1320-1321[1|1320-1321]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe uitwerking van het Vormsel is de bijzondere uitstorting van de heilige Geest, zoals die op Pinksteren. Deze uitstorting drukt in de ziel een onuitwisbaar merkteken, en brengt een groei van de doopgenade tot stand: zij doet dieper wortelen in het goddelijk kindschap, verenigt hechter met Christus en zijn Kerk, sterkt in de ziel de gaven van de heilige Geest, en schenkt bijzondere kracht om voor het christelijk geloof getuigenis af te leggen.
Referenties naar alinea 268: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Bewaak het hart ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1302-1305[1|1302-1305]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1316-1317[1|1316-1317]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIeder die al gedoopt is, kan en moet het ontvangen, slechts één enkele keer, en om het met vrucht te ontvangen, moet hij in staat van genade zijn.
Referenties naar alinea 269: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1306-1311[1|1306-1311]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1319[1|1319]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOorspronkelijke bedienaar is de bisschop. Zo wordt de band zichtbaar gemaakt van de gevormde met de Kerk in haar apostolische dimensie. Wanneer de priester dit Sacrament toedient, zoals dat in het oosten gewoon is en in bijzondere gevallen ook in het westen gebeurt, dan wordt de band met de bisschop en de Kerk tot uitdrukking gebracht door de priester, medewerker van de bisschop, en door het heilig chrisma, door de bisschop zelf gewijd.
Referenties naar alinea 270: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1312-1314[1|1312-1314]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Eucharistie is het offer zelf van het Lichaam en Bloed van de Heer Jezus, dat Hij heeft ingesteld om het kruisoffer door de eeuwen heen te bestendigen tot aan zijn wederkomst en zo aan zijn Kerk de gedachtenisviering van zijn dood en verrijzenis toe te vertrouwen. Zij is teken van eenheid, band van liefde, paasmaaltijd waarbij Christus genuttigd, het hart met genade wordt vervuld en ons een onderpand van het eeuwig leven gegeven wordt.
Referenties naar alinea 271: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Bewaak het hart ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1322-1323[1|1322-1323]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1409[1|1409]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHij heeft haar ingesteld op Witte Donderdag, “in de nacht waarin Hij werd overgeleverd” (1 Kor. 11, 23)[b:1 Kor. 11, 23], terwijl Hij met zijn apostelen het laatste avondmaal vierde.
Referenties naar alinea 272: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1323[1|1323]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1337-1340[1|1337-1340]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNa zijn apostelen te hebben verzameld in de zaal van het laatste avondmaal, nam Jezus het brood in zijn handen en gaf het hun, met de woorden: "Neemt en eet hiervan, gij allen: Dit is mijn Lichaam dat voor u gegeven wordt.” Daarop nam Hij de kelk met wijn in zijn handen en zei tot hen: “Neemt deze beker en drinkt hier allen uit, want dit is de beker van het nieuwe en altijddurende verbond, dit is mijn Bloed dat voor u en voor alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Blijft dit doen om mij te gedenken.”
Referenties naar alinea 273: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1337-1340[1|1337-1340]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1365,1406[1|1365.1406]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij is bron en hoogtepunt van heel het christelijk leven. In de Eucharistie bereiken het heiligend handelen van God jegens ons, en onze eredienst jegens Hem hun hoogtepunt. In haar ligt heel het geestelijk goed van de Kerk besloten: Christus zelf, ons Pasen. De gemeenschap met het goddelijk leven en de eenheid van het volk van God worden door de Eucharistie tot uitdrukking en tot stand gebracht. Door de Eucharistieviering verenigen wij ons nu reeds met de liturgie van de hemel en lopen wij vooruit op het eeuwig leven.
Referenties naar alinea 274: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1324-1327[1|1324-1327]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1407[1|1407]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe onuitputtelijke rijkdom van dit Sacrament vindt zijn uitdrukking in verschillende namen die bijzondere aspecten ervan oproepen. De meest gebruikelijke benamingen zijn: Eucharistie; Heilige Mis; Maaltijd des Heren; Breken van het brood; Eucharistieviering; Gedachtenis van het lijden, de dood en de verrijzenis van de Heer; Heilig Offer; Heilige en Goddelijke Liturgie; Heilige Mysteries, Allerheiligst Sacrament van het Altaar; Heilige Communie.
Referenties naar alinea 275: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1328-1332[1|1328-1332]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn het Oude Verbond wordt de Eucharistie vooral aangekondigd in het jaarlijkse paasmaal dat door de Joden ieder jaar met ongedesemd brood wordt gevierd, ter herinnering aan het haastige en bevrijdende vertrek uit Egypte. Jezus heeft haar aangekondigd in zijn onderricht, en haar ingesteld bij de viering van het laatste avondmaal met zijn apostelen, tijdens een paasmaaltijd. In trouw aan de opdracht van de Heer: “Doet dit tot mijn gedachtenis” (1 Kor. 11, 24)[b:1 Kor. 11, 24], heeft de Kerk altijd de Eucharistie gevierd, vooral op zondag, dag van de verrijzenis van Jezus.
Referenties naar alinea 276: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1333-1344Catechismus van de Katholieke Kerk, 1406[1|1406]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij verloopt in twee grote delen die samen één enkele daad van eredienst vormen: de liturgie van het Woord, die de verkondiging van en het luisteren naar het Woord van God omvat; en de eucharistische liturgie, die de aanbieding van brood en wijn, het gebed of de anafora met de consecratiewoorden, en de communie omvat.
Referenties naar alinea 277: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1345-1355Catechismus van de Katholieke Kerk, 1408[1|1408]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat is de geldig gewijde priester (bisschop of presbyter) die handelt in de persoon van Christus, het Hoofd, en in naam van de Kerk.
Referenties naar alinea 278: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1348[1|1348]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1410-1411[1|1410-1411]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat zijn het brood van tarwe, en de wijn van de wijnstok.
Referenties naar alinea 279: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1350,1412[1|1350.1412]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Eucharistie is gedachtenis in die zin, dat zij tegenwoordig stelt en actualiseert het offer dat Christus eens en voor altijd op het kruis gebracht heeft aan de Vader ten bate van de mensheid. Het offerkarakter van de Eucharistie wordt duidelijk in de instellingswoorden zelf: “Dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt... Deze beker is het Nieuwe Verbond in mijn Bloed dat voor u vergoten wordt” (Lc. 22, 19-20)[b:Lc. 22, 19-20]. Het kruisoffer en het offer van de Eucharistie zijn één en hetzelfde offer. Een en dezelfde zijn het slachtoffer en de offeraar: wat alleen verschilt is de wijze van geofferd worden: bloedig op het kruis, onbloedig in de Eucharistie.
Referenties naar alinea 280: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
"Als ze hun ogen openen, herkennen ze Hem en verkondigen Hem". De zondagse Eucharistie is de getuigenis van liefde ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1356-1365[1|1356-1365]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1366-1367[1|1366-1367]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1412[1|1412]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de Eucharistie wordt het offer van Christus ook het offer van de ledematen van zijn lichaam. Het leven van de gelovigen, hun lofprijzing, hun lijden, hun gebed, hun werk, worden verenigd met die van Christus. Als offer wordt de Eucharistie ook opgedragen voor alle levende en overleden gelovigen, om de zonden te herstellen van alle mensen, en om van God geestelijke en tijdelijke weldaden te verkrijgen. Ook de hemelse Kerk is verenigd in het offer van Christus.
Referenties naar alinea 281: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1368-1372[1|1368-1372]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1414[1|1414]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus Christus is in de Eucharistie op een unieke en onvergelijkelijke wijze tegenwoordig. Hij is immers tegenwoordig op een waarachtige, werkelijke en substantiële wijze: met zijn Lichaam en zijn Bloed, met zijn Ziel en zijn Godheid. In haar is dus op sacramentele wijze, dat wil zeggen onder de gedaanten van brood en wijn, de hele Christus tegenwoordig: God en mens.
Referenties naar alinea 282: 4
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
H. Juliana van Cornillon ->=geentekst=
Bewaak het hart ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1373-1375[1|1373-1375]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1413[1|1413]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTranssubstantiatie betekent de verandering van de hele substantie van het brood in de substantie van het Lichaam van Christus en van de hele substantie van de wijn in de substantie van zijn Bloed. Deze verandering voltrekt zich in het eucharistisch gebed door de werkdadige kracht van het woord van Christus en van het handelen van de heilige Geest. Toch blijven de zintuiglijk waarneembare kenmerken van brood en wijn, de zogenaamde “eucharistische gedaanten”, onveranderd.
Referenties naar alinea 283: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1376-1377[1|1376-1377]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1413[1|1413]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDoor het breken van het brood wordt Christus niet opgedeeld: in elk van beide eucharistische gedaanten en in elk deel ervan is Christus helemaal en ongedeeld aanwezig.
Referenties naar alinea 284: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1377,1390[1|1377.1390]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZe duurt zolang als de eucharistische gedaanten bestaan.
Referenties naar alinea 285: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1377[1|1377]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDaaraan is de eredienst van de latria verschuldigd, dat wil zeggen van de aanbidding, welke alleen voor God is voorbehouden, hetzij tijdens de Eucharistieviering, hetzij daarbuiten. De Kerk bewaart de geconsacreerde hosties dan ook met de grootste zorgvuldigheid; zij brengt ze naar de zieken en naar andere mensen die in de onmogelijkheid verkeren om aan de Heilige Mis te kunnen deelnemen. Zij biedt ze aan voor de plechtige aanbidding door de gelovigen, draagt ze in processie en nodigt de gelovigen uit tot het veelvuldig bezoek en aanbidding van het Allerheiligst Sacrament, zoals dat wordt bewaard in het tabernakel.
Referenties naar alinea 286: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1378-1381[1|1378-1381]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1418[1|1418]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Eucharistie is het paasmaal in zoverre Christus, die er op sacramentele wijze zijn Pasen verwerkelijkt, ons zijn Lichaam en Bloed geeft, aangeboden als spijs en drank, en ons met zichzelf en onder elkaar verenigt in zijn offer.
Referenties naar alinea 287: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Bewaak het hart ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1382-1384[1|1382-1384]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1391-1396[1|1391-1396]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet altaar is het symbool van Christus zelf, die aanwezig is als slachtoffer dat wordt geofferd (altaar - kruisoffer), en als hemels voedsel dat ons wordt gegeven (altaar - tafel voor de Eucharistie).
Referenties naar alinea 288: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1383,1410[1|1383.1410]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk verplicht de gelovigen ertoe aan de Heilige Mis deel te nemen op iedere zondag en op voorgeschreven feestdagen, terwijl zij hen aanbeveelt ook op andere dagen eraan deel te nemen.
Referenties naar alinea 289: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1389,1417[1|1389.1417]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk beveelt de gelovigen die aan de Heilige Mis deelnemen, aan om in de goede gesteltenis ook de heilige communie te ontvangen, terwijl zij hen dit als plicht voorschrijft tenminste met Pasen.
Referenties naar alinea 290: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1389[1|1389]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOm de heilige Communie te kunnen ontvangen, moet men ten volle ingelijfd zijn in de katholieke Kerk en in staat van genade zijn, dat wil zeggen zonder zich van een doodzonde bewust te zijn. Hij die er zich van bewust is een zware zonde te hebben begaan, moet het Sacrament van de Verzoening ontvangen alvorens tot de communie te naderen. Van belang zijn ook de geest van inkeer en gebed, het onderhouden van het door de Kerk voorgeschreven vasten, en de lichaamshouding (gebaren, kleding), ten teken van eerbied voor Christus.
Referenties naar alinea 291: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1385-1389[1|1385-1389]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1415[1|1415]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe heilige Communie doet onze vereniging met Christus en zijn Kerk groeien, bewaart en vernieuwt het genadeleven dat in het Doopsel en in het Vormsel werd ontvangen, en doet ons groeien in de liefde tot de naaste. Doordat zij ons sterkt in de liefde, wist het de dagelijkse zonden uit en behoedt ons in de toekomst voor de doodzonden.
Referenties naar alinea 292: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1391-1397[1|1391-1397]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1416[1|1416]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe katholieke bedienaars dienen geoorloofd de heilige communie toe aan degenen die tot de oosterse Kerken behoren welke niet in volledige gemeenschap met de katholieke Kerk staan, wanneer deze er uit zichzelf om vragen en er de juiste gesteltenis voor bezitten. Wat de leden van de andere kerkelijke gemeenschappen betreft, dienen katholieke bedienaren geoorloofd de heilige communie toe aan die christenen die, bij een ernstige noodsituatie, er uit zichzelf om vragen, er de juiste gesteltenis voor bezitten, en blijk geven van het katholiek geloof ten aanzien van het Sacrament.
Referenties naar alinea 293: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1398-1401[1|1398-1401]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat de Eucharistie ons overlaadt met alle genade en zegening van de hemel, sterkt zij ons voor de pelgrimstocht van dit leven en doet zij ons verlangen naar het eeuwig leven, doordat zij ons nu al verenigt met Christus, opgestegen naar de rechterhand van de Vader, met de hemelse Kerk, met de heilige Maagd en met alle heiligen.
In de Eucharistie breken wij het
"ene brood, middel dat onsterfelijk maakt,
tegengif om niet te sterven,
maar om voor altijd te leven in Jezus Christus!"
(H. Ignatius van Antiochië)
Referenties naar alinea 294: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1402-1405[1|1402-1405]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1419[1|1419]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaChristus, de geneesheer van ziel en lichaam, heeft ze ingesteld omdat het nieuwe leven, dat hij ons heeft geschonken in de Sacramenten van de christelijke initiatie, door de zonde verzwakt kan worden en zelfs verloren kan gaan. Daarom wilde Hij dat de Kerk zijn werk van genezing en heil door deze twee Sacramenten zou voortzetten.
Referenties naar alinea 295: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1420-1421[1|1420-1421]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet wordt Sacrament genoemd van de boete, van de verzoening, van de vergeving, van de biecht, of van de bekering.
Referenties naar alinea 296: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1422-1424[1|1422-1424]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1486[1|1486]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat het nieuwe leven in de genade, dat in het Doopsel werd ontvangen, de zwakte van de menselijke natuur niet heeft opgeheven, noch de neiging tot zonde (concupiscentie), heeft Christus dit Sacrament ingesteld voor de bekering van de gedoopten die zich van Hem verwijderd hebben door de zonde.
Referenties naar alinea 297: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1425-1426[1|1425-1426]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1486[1|1486]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe verrezen Heer heeft dit Sacrament ingesteld toen Hij op paasavond aan zijn apostelen verscheen en tot hen zei: "Ontvang de heilige Geest. Aan wie gij de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven" (Joh. 20, 22-23)[b:Joh. 20, 22-23].
Referenties naar alinea 298: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1485[1|1485]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaChristus’ oproep tot bekering weerklinkt voortdurend in het leven van de gedoopten. De bekering is een voortdurende opgave voor heel de Kerk, die heilig is maar in haar schoot de zondaars bevat.
Referenties naar alinea 299: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1427-1429[1|1427-1429]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1487-1489[1|1487-1489]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is de dynamiek van een “vermorzeld hart” (Ps. 51, 19)[b:Ps. 51, 19], dat door de goddelijke genade bewogen wordt de barmhartige liefde van God te beantwoorden. Zij sluit het verdriet in en de afkeer van de begane zonden, het vaste voornemen om in de toekomst niet meer te zondigen, en het vertrouwen op de hulp van God. Zij wordt gevoed door de hoop op de goddelijke barmhartigheid.
Referenties naar alinea 300: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1430-1433[1|1430-1433]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1490[1|1490]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe boetvaardigheid komt tot uitdrukking in heel verschillende vormen, in het bijzonder in vasten, bidden en aalmoezen. Deze en vele andere vormen van boetvaardigheid kunnen in het dagelijks leven van de christen worden beoefend, in het bijzonder in de veertigdagentijd, en op de vrijdag, de dag van de boetvaardigheid.
Referenties naar alinea 301: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1434-1439[1|1434-1439]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet zijn er twee: de akten die worden verricht door degene die zich onder de inwerking van de heilige Geest bekeert, en de absolutie door de priester, die in naam van Christus de vergiffenis van de zonden schenkt en de wijze van de voldoening vastlegt.
Referenties naar alinea 302: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1440-1449[1|1440-1449]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat zijn: een zorgvuldig gewetensonderzoek; het berouw, dat volmaakt is als het uit liefde voor God voortkomt en onvolmaakt wanneer het op andere motieven berust, en dat het voornemen insluit om niet meer te zondigen; de belijdenis, die bestaat in het bekennen van de zonden ten overstaan van de priester; de genoegdoening dat wil zeggen het volbrengen van bepaalde akten van boetvaardigheid die de biechtvader de boeteling oplegt om de schade te herstellen die de zonde heeft aangericht.
Referenties naar alinea 303: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1450-1460Catechismus van de Katholieke Kerk, 1490-1492[1|1490-1492]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1494[1|1494]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMen moet alle zware zonden belijden die men nog niet beleden heeft en die men zich herinnert na een zorgvuldig gewetensonderzoek. De belijdenis van de zware zonden is de enige gewone manier om de vergeving te verkrijgen.
Referenties naar alinea 304: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1456[1|1456]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIedere gelovige heeft, wanneer hij tot de jaren van het verstand is gekomen, de verplichting zijn zware zonden tenminste eenmaal per jaar te belijden, en in ieder geval vóór het ontvangen van de heilige communie.
Referenties naar alinea 305: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1457[1|1457]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe belijdenis van de dagelijkse zonden wordt door de Kerk van harte aanbevolen, ook al is het niet strikt noodzakelijk, omdat het ons helpt ons geweten juist te vormen, te strijden tegen onze slechte neigingen, om ons door Christus te laten genezen en vooruit te gaan in het geestelijk leven.
Referenties naar alinea 306: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1458[1|1458]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaChristus heeft het dienstwerk van de verzoening toevertrouwd aan zijn apostelen, aan de bisschoppen als hun opvolgers, en de priesters als hun medewerkers, die daarmee werktuigen worden van Gods barmhartigheid en rechtvaardigheid. Zij oefenen de macht uit om zonden te vergeven in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.
Referenties naar alinea 307: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1461-1466[1|1461-1466]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1495[1|1495]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe absolutie van bepaalde, bijzonder zware zonden (zoals die waar de straf van de excommunicatie op staat), is voorbehouden aan de Heilige Stoel, of de lokale bisschop, of de door hen gevolmachtigde priesters, ook al kan iedere priester iemand die in stervensgevaar verkeert van elke zonde en elke excommunicatie ontslaan.
Referenties naar alinea 308: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1463[1|1463]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGezien het delicate karakter en de verhevenheid van dit dienstwerk en de eerbied die men aan personen verschuldigd is, is iedere biechtvader zonder uitzondering en onder zeer strenge straffen verplicht het sacramentele zegel te bewaren, dat wil zeggen het absolute stilzwijgen over zonden die hij in de biecht te weten is gekomen.
Referenties naar alinea 309: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1467[1|1467]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe uitwerkingen van het Boetesacrament zijn: de verzoening met God en bijgevolg de vergeving van de zonden; de verzoening met de Kerk; het terugkrijgen van de staat van genade indien deze verloren was; de kwijtschelding van de eeuwige straf die door de doodzonden verdiend was, en de minstens gedeeltelijke kwijtschelding van de tijdelijke straffen die het gevolg zijn van de zonden; de vrede en rust van het geweten en de geestelijke troost; de groei van de geestelijke krachten voor de christelijke strijd.
Referenties naar alinea 310: 1
Bewaak het hart ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1468-1470[1|1468-1470]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1496[1|1496]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn geval van ernstige noodzaak (bijvoorbeeld bij onmiddellijk stervensgevaar), kan men zijn toevlucht nemen tot een gezamenlijke viering van de Verzoening met de algemene belijdenis en de gemeenschappelijke absolutie, met eerbiediging van de richtlijnen van de Kerk, en met het voornemen op de gepaste tijd de zware zonden individueel te belijden.
Referenties naar alinea 311: 1
"Hoewel Hij Gods Zoon was, heeft Hij in de school van het lijden gehoorzaamheid geleerd" (vgl. Heb. 5, 8) - voorlopig Engelstalige versie ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1480-1484[1|1480-1484]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media636
Aflaten zijn de kwijtschelding ten overstaan van God van de tijdelijke straf die men verdiend heeft voor de zonden die, wat de schuld betreft, reeds vergeven werden; een kwijtschelding die de gelovige onder bepaalde voorwaarden verkrijgt, voor zichzelf of voor de overledenen, door middel van het dienstwerk van de Kerk die, als beheerster van de verlossing, de schat der verdiensten van Christus en de heiligen uitdeelt.
Referenties naar alinea 312: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1471-1479[1|1471-1479]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1498[1|1498]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn het Oude Testament ervaart de mens in tijden van ziekte zijn eigen grenzen, en tegelijkertijd merkt hij dat ziekte op een geheimvolle wijze samenhangt met de zonde. De profeten hebben vermoed dat zij ook een verlossende waarde kan hebben voor de eigen zonden en die van anderen. Zo werd de ziekte beleefd ten overstaan van God, van wie de mens de genezing afsmeekte.
Referenties naar alinea 313: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1499-1502[1|1499-1502]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet medelijden van Jezus met de zieken en zijn talrijke genezingen van gebrekkigen, zijn een duidelijk teken dat met Hem het Rijk van God is gekomen, en bijgevolg de overwinning over zonde, lijden en dood. Door zijn lijden en zijn dood geeft Hij een nieuwe zin aan het lijden dat, wanneer het met het zijne wordt verenigd, tot een middel van loutering en heil kan worden voor onszelf en voor de anderen.
Referenties naar alinea 314: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1503-1505[1|1503-1505]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat de Kerk van de Heer de opdracht heeft ontvangen om zieken te genezen, spant zij zich in deze te verwezenlijken door haar zorg voor de zieken, vergezeld van gebeden van voorspraak. Vóór alles bezit zij een specifiek Sacrament ten gunste van de zieken, dat is ingesteld door Christus zelf en waarvan de heilige Jakobus heeft getuigd: "Is iemand onder u ziek? Laat hij de presbyters van de gemeente roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren” (Jak. 5, 14)[b:Jak. 5, 14].
Referenties naar alinea 315: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1506-1513[1|1506-1513]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1526-1527[1|1526-1527]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIedere gelovige kan het ontvangen die door ziekte of ouderdom in levensgevaar begint te geraken. Diezelfde gelovige kan het ook andere keren ontvangen, wanneer wordt vastgesteld dat de ziekte verergert, of wanneer hem een andere ernstige ziekte treft. De viering van dit Sacrament dient zo mogelijk voorafgegaan te worden door de individuele biecht van de zieke.
Referenties naar alinea 316: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1514-1515[1|1514-1515]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1528-1529[1|1528-1529]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet kan alleen worden toegediend door priesters (bisschoppen of presbyters).
Referenties naar alinea 317: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1516,1530[1|1516.1530]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe viering van dit Sacrament bestaat wezenlijk in de zalving met olie, zo mogelijk gezegend door de bisschop, op het voorhoofd en op de handen van de zieke (in de Romeinse rite), of op nog andere lichaamsdelen (in het oosten), en gaat gepaard met het gebed van de priester, waarin hij bidt om de bijzondere genade van dit Sacrament.
Referenties naar alinea 318: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1517-1519[1|1517-1519]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1531[1|1531]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet verleent een bijzondere genade, die de zieke inniger verenigt met het lijden van Christus, tot zijn eigen welzijn en dat van heel de Kerk, terwijl het hem troost, vrede, en bemoediging schenkt, en ook de vergeving van de zonden, indien de zieke niet heeft kunnen biechten. Dit Sacrament staat soms, als God het wil, ook het herstel van de lichamelijke gezondheid toe. In ieder geval bereidt deze zalving de zieke voor op de overgang naar het huis van de Vader.
Referenties naar alinea 319: 1
Bewaak het hart ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1520-1523[1|1520-1523]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1532[1|1532]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat is de Eucharistie, ontvangen door hen die op het punt staan het aardse leven te verlaten en die zich voorbereiden op het eeuwig leven. De communie met het Lichaam en Bloed van de gestorven en verrezen Christus, ontvangen op het moment van de overgang uit deze wereld naar de Vader, is zaad van eeuwig leven en kracht tot verrijzenis.
Referenties naar alinea 320: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1524-1525[1|1524-1525]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTwee Sacramenten, dat van de Wijding en dat van het Huwelijk, verlenen een speciale genade voor een bijzondere zending in de Kerk ten dienste van de opbouw van het volk van God. Zij dragen in het bijzonder bij tot de kerkelijke gemeenschap en tot het heil van de anderen.
Referenties naar alinea 321: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1533-1535[1|1533-1535]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is het Sacrament waardoor de zending die Christus aan zijn apostelen heeft toevertrouwd, in de Kerk blijft uitgeoefend worden, tot aan het einde der tijden.
Referenties naar alinea 322: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1536[1|1536]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOrdo betekent een kerkelijk college, waarvan men deel gaat uitmaken door een speciale wijding (ordinatio) die, door een bijzondere gave van de heilige Geest, het mogelijk maakt een gewijde macht uit te oefenen in de naam en met het gezag van Christus, ten dienste van het volk van God.
Referenties naar alinea 323: 1
Bewaak het hart ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1537-1538[1|1537-1538]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn het Oude Verbond zijn de dienst van de Levieten, evenals het priesterschap van Aäron en de aanstelling van de zeventig “oudsten” (Num. 11, 25)[b:Num. 11, 25], voorafbeeldingen van dit Sacrament. Deze voorafbeeldingen vinden hun vervulling in Christus Jezus, die door zijn kruisoffer de “enige (...) middelaar tussen God en de mensen” (1 Tim. 2, 5)[b:1 Tim. 2, 5] is, en de “hogepriester naar de wijze van Melchisedek” (Hebr. 5, 10)[b:Hebr. 5, 10]. Het ene priesterschap van Christus wordt door het ambtelijk priesterschap tegenwoordig gesteld.
"Christus is de enige echte priester,
de anderen zijn slechts zijn dienaars"
(H. Thomas van Aquino)
Referenties naar alinea 324: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1539-1545[1|1539-1545]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1590-1591[1|1590-1591]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet bestaat uit drie graden, die onvervangbaar zijn voor de organische structuur van de Kerk: het episcopaat, het presbyteraat en het diaconaat.
Referenties naar alinea 325: 1
Bewaak het hart ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1554,1593[1|1554.1593]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe bisschopswijding verleent de volheid van het Sacrament van de Wijding. Het maakt de bisschop tot een rechtmatige opvolger van de apostelen, het neemt hem op in het bisschoppencollege, waar hij met de paus en de andere bisschoppen de zorg voor de gehele Kerk deelt, en het geeft hem de taken van onderricht, heiliging en bestuur.
Referenties naar alinea 326: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1555-1559[1|1555-1559]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1594[1|1594]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe bisschop aan wie een particuliere Kerk wordt toevertrouwd, is het zichtbare beginsel en fundament van de eenheid van die Kerk, waarvoor hij als plaatsvervanger van Christus de herderlijke taak vervult, geholpen door zijn priesters en diakens.
Referenties naar alinea 327: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1560-1561[1|1560-1561]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe zalving van de Geest tekent de priester met een onuitwisbaar geestelijk merkteken, maakt hem gelijkvormig aan Christus in diens hoedanigheid van priester, en stelt hem in staat te handelen in naam van Christus, het Hoofd. Als medewerker van de bisschoppelijke Ordo, is hij gewijd om het Evangelie te prediken, de goddelijke eredienst te vieren, vooral de Eucharistie waaruit zijn bediening kracht put, en om de herder te zijn van zijn gelovigen.
Referenties naar alinea 328: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1562-1567[1|1562-1567]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1595[1|1595]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOfschoon hij gewijd is voor een universele zending, oefent hij zijn ambt uit in een particuliere Kerk, in sacramentele broederschap met de andere priesters, die het presbyterium vormen en die, in gemeenschap met de bisschop en in afhankelijkheid van hem, de verantwoordelijkheid dragen voor de particuliere Kerk.
Referenties naar alinea 329: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1568[1|1568]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe diaken, gelijkvormig gemaakt aan Christus in zijn hoedanigheid van dienaar van allen, wordt gewijd voor de dienst aan de Kerk, welke hij vervult onder de verantwoordelijkheid van de eigen bisschop wat betreft de bediening van het woord, van de goddelijke eredienst, van de pastorale begeleiding en van de naastenliefde.
Referenties naar alinea 330: 1
Kinderen hebben het recht op een thuis zoals dat van Nazareth ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1569-1571[1|1569-1571]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1596[1|1596]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVoor elk van de drie graden wordt het Sacrament van de Wijding toegediend door middel van de handoplegging op het hoofd van wijdeling door de bisschop die het plechtige wijdingsgebed uitspreekt. Daarmee roept de bisschop voor de wijdeling van God een bijzondere uitstorting van de heilige Geest en zijn gaven af, met het oog op de bediening.
Referenties naar alinea 331: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1572-1574[1|1572-1574]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1597[1|1597]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet komt het de geldig gewijde bisschoppen als opvolgers van de apostelen toe, de drie graden van het Sacrament van de Wijding toe te dienen.
Referenties naar alinea 332: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1575-1576[1|1575-1576]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1600[1|1600]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGeldig ontvangen kan het alleen een gedoopte van het mannelijk geslacht: de Kerk weet zich gebonden door deze keuze die de Heer zelf heeft gemaakt. Niemand kan een recht doen gelden op het ontvangen van het Sacrament van de Wijding, maar men moet voor het ambt geschikt bevonden worden door het gezag van de Kerk.
Referenties naar alinea 333: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1577-1578[1|1577-1578]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1598[1|1598]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVoor het bisschopsambt is het celibaat altijd vereist. Voor het priesterschap worden in de latijnse Kerk gewoonlijk gelovige mannen uitgekozen die ongehuwd leven, en die de intentie hebben ongehuwd te blijven "omwille van het rijk der hemelen" (Mt. 19, 12)[b:Mt. 19, 12]. In de oosterse Kerken is het niet toegestaan te huwen na de wijding te hebben ontvangen. Tot het permanente diaconaat kunnen ook mannen toetreden die al gehuwd zijn.
Referenties naar alinea 334: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1579-1580[1|1579-1580]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1599[1|1599]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDit Sacrament schenkt een bijzondere uitstorting van de Heilige Geest, die de wijdeling gelijkvormig maakt aan Christus in zijn drievoudige functie van Priester, Profeet en Koning, overeenkomstig de betreffende graad van het Sacrament. De Wijding verleent een onuitwisbaar geestelijk merkteken: daarom kan zij niet worden herhaald noch worden verleend voor een beperkte tijd.
Referenties naar alinea 335: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1581-1589[1|1581-1589]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBij de uitoefening van hun heilig dienstwerk spreken en handelen de gewijde priesters niet op eigen gezag en ook niet krachtens een mandaat of delegatie van de gemeenschap, maar in de persoon van Christus, het Hoofd, en in naam van de Kerk. Daarom verschilt het bijzondere priesterschap wezenlijk, en niet alleen gradueel, van het gemeenschappelijk priesterschap van de gelovigen, ten dienste waarvan het door Christus werd ingesteld.
Referenties naar alinea 336: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1546-1553[1|1546-1553]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1592[1|1592]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod, die liefde is en die de mens uit liefde heeft geschapen, heeft hem geroepen tot liefhebben. Bij de schepping van de man en de vrouw heeft Hij hen in het Huwelijk geroepen tot een innige gemeenschap van leven en liefde met elkaar: “zo zijn zij dus niet langer twee, één vlees als zij geworden” zijn (Mt. 19, 6)[b:Mt. 19, 6]. Hen zegenend sprak God tot hen: "Wees vruchtbaar en wordt talrijk “ (Gen. 1, 28)[b:Gen. 1, 28].
Referenties naar alinea 337: 1
Kinderen hebben het recht op een thuis zoals dat van Nazareth ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1601-1605[1|1601-1605]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe huwelijksgemeenschap van man en vrouw, door de Schepper gegrondvest en van eigen wetten voorzien, is van nature gericht op de gemeenschap en het welzijn van de echtgenoten, en op het voortbrengen en opvoeden van kinderen. De huwelijksgemeenschap is volgens het oorspronkelijke plan van God onontbindbaar, zoals Jezus Christus bevestigt: "Wat God heeft verbonden heeft, mag een mens niet scheiden" (Mc. 10, 9)[b:Mc. 10, 9].
Referenties naar alinea 338: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1643-1644[1|1643-1644]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1652-1654[1|1652-1654]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1659-1660[1|1659-1660]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVanwege de eerste zonde, die ook de breuk veroorzaakt heeft in de gemeenschap tussen de man en de vrouw zoals die door de Schepper was geschonken, wordt de huwelijksgemeenschap heel dikwijls bedreigd door tweedracht en ontrouw. Maar in zijn oneindige barmhartigheid schenkt God de man en de vrouw zijn genade, opdat zij de vereniging van hun levens verwezenlijken volgens het oorspronkelijke goddelijke plan.
Referenties naar alinea 339: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1606-1608[1|1606-1608]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod helpt zijn volk, vooral door de pedagogie van de wet en de profeten, tot het volwassen besef te komen van de eenheid en onontbindbaarheid van het Huwelijk. Het huwelijksverbond van God met Israël is voorbereiding en voorafbeelding van het nieuwe Verbond dat de Zoon van God, Jezus Christus, gesloten heeft met zijn bruid, de Kerk.
Referenties naar alinea 340: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1609-1611[1|1609-1611]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus Christus heeft niet alleen de door God gewilde oorspronkelijke ordening hersteld, maar Hij geeft ook de genade, het Huwelijk te beleven in de nieuwe waardigheid van Sacrament, die het teken is van zijn huwelijksliefde voor de Kerk: "Mannen hebt uw vrouwen lief, zoals Christus de Kerk heeft liefgehad" (Ef. 5, 25)[b:Ef. 5, 25].
Referenties naar alinea 341: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1612-1617[1|1612-1617]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1661[1|1661]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet Huwelijk is geen plicht voor allen. God roept namelijk sommige mannen en vrouwen tot navolging van de Heer Jezus op de weg van de maagdelijkheid of van het celibaat omwille van het Rijk der hemelen, door af te zien van het grote goed dat het Huwelijk is, teneinde zorg te hebben voor de dingen van de Heer en te zoeken Hem te behagen, en aldus een teken te worden van de absolute voorrang van de liefde tot Christus, en van de vurige verwachting van zijn wederkomst in heerlijkheid.
Referenties naar alinea 342: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1618-1620[1|1618-1620]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat het Huwelijk de echtgenoten vestigt in een publieke levensstaat binnen de Kerk, is de liturgische viering ervan publiek, in aanwezigheid van een priester (of een bevoegde getuige van de Kerk) en van andere getuigen.
Referenties naar alinea 343: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1621-1624[1|1621-1624]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1663[1|1663]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe huwelijksinstemming is de wil, tot uitdrukking gebracht door een man en een vrouw, om zich wederzijds en definitief aan elkaar te geven, met het doel een trouw en vruchtbaar verbond van liefde te beleven. Omdat het Huwelijk door de instemming (consensus) tot stand komt, is deze onontbeerlijk en onvervangbaar. Om het Huwelijk geldig te laten zijn, moet de instemming betrekking hebben op het ware Huwelijk en moet zij een menselijke daad zijn, bewust en vrij, niet bepaald door geweld of dwang.
Referenties naar alinea 344: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1625-1632[1|1625-1632]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1662[1|1662]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOm geoorloofd te zijn hebben gemengde Huwelijken (Huwelijken tussen een katholiek en een gedoopte niet-katholiek) de toestemming nodig van het kerkelijke gezag. Huwelijken met een verschil in eredienst (tussen een katholiek en een niet gedoopte) hebben om geldig te zijn een dispensatie nodig. In alle gevallen is het een vereiste dat de echtgenoten de erkenning van de doeleinden en van de wezenlijke eigenschappen van het Huwelijk niet uitsluiten, en dat de katholieke partij de verplichtingen bevestigt, waarvan ook de andere partij op de hoogte moet zijn, om het geloof te bewaren en het Doopsel en de katholieke opvoeding van de kinderen te waarborgen.
Referenties naar alinea 345: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1633-1637[1|1633-1637]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet Sacrament van het Huwelijk schept tussen beiden echtgenoten een blijvende en exclusieve band. God zelf bezegelt de instemming van de echtgenoten. Daarom kan een Huwelijk, dat tussen gedoopten aangegaan en voltrokken is, nooit ontbonden worden. Bovendien verleent dit Sacrament de echtgenoten de noodzakelijke genade voor het bereiken van de heiligheid in het huwelijksleven, en voor het verantwoord aanvaarden en opvoeden van kinderen.
Referenties naar alinea 346: 1
Bewaak het hart ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1638-1642[1|1638-1642]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat zijn: de echtbreuk; de polygamie, omdat die in tegenstelling staat met de gelijke waardigheid van de man en de vrouw, en met de eenheid en exclusiviteit van de echtelijke liefde; de weigering van de vruchtbaarheid, die het huwelijksleven berooft van de gave van kinderen; en de echtscheiding, die tegen de onontbindbaarheid ingaat.
Referenties naar alinea 347: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1645-1648[1|1645-1648]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1664[1|1664]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk staat een fysieke scheiding (scheiding van tafel en bed) van de echtgenoten toe, in geval hun samenwonen om zwaar wegende redenen praktisch onmogelijk is geworden, ook al wenst zij hun verzoening. Maar zij zijn, zolang de ander leeft, niet vrij een nieuw Huwelijk aan te gaan, tenzij hun Huwelijk ongeldig is en dat als zodanig door het kerkelijke gezag is verklaard.
Referenties naar alinea 348: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1629,1649[1|1629.1649]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTrouw aan de Heer, kan de Kerk de verbintenis tussen gescheiden mensen die burgerlijk hertrouwd zijn, niet als een Huwelijk erkennen. "Wie zijn vrouw wegzendt en een andere huwt maakt zich tegenover haar schuldig aan echtbreuk. En wanneer zij haar man wegzendt en een andere huwt begaat zij echtbreuk" (Mc. 10, 11-12)[b:Mc. 10, 11-12]. Jegens hen beoefent de Kerk een aandachtige zorg, door hen uit te nodigen tot een leven van geloof, tot gebed, tot werken van naastenliefde en tot het christelijk opvoeden van hun kinderen. Maar zij kunnen de sacramentele absolutie niet ontvangen, noch tot de communie naderen, noch bepaalde kerkelijke verantwoordelijkheden uitoefenen, zolang deze situatie voortduurt, die objectief in strijd is met de wet van God.
Referenties naar alinea 349: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1650-1651[1|1650-1651]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1665[1|1665]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat het gezin het gemeenschaps- en gezinskarakter van de Kerk als gezin van God laat zien en verwerkelijkt. Ieder lid oefent, overeenkomstig de eigen rol, het door de doop verworven priesterschap uit, door ertoe bij te dragen van het gezin een gemeenschap van genade en gebed te maken, een leerschool van de menselijke en christelijke deugden, de plaats van de eerste verkondiging van het geloof aan de kinderen.
Referenties naar alinea 350: 1
Kinderen hebben het recht op een thuis zoals dat van Nazareth ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1655-1658[1|1655-1658]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1666[1|1666]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaSacramentaliën zijn heilige tekenen, door de Kerk ingesteld, waardoor bepaalde levensomstandigheden geheiligd worden. Zij bevatten een gebed dat vergezeld gaat van het kruisteken en andere tekenen. Een belangrijke plaats onder de sacramentaliën nemen de zegeningen in. Het zijn: een lofprijzing van God en een gebed om zijn gaven te verkrijgen, de zegeningen van personen, en de toewijdingen van voorwerpen aan de eredienst van God.
Referenties naar alinea 351: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1667-1672[1|1667-1672]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1677-1678[1|1677-1678]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr is sprake van exorcisme wanneer de Kerk met haar gezag in naam van Jezus vraagt, dat een persoon of een voorwerp tegen de invloed van de Boze beschermd moge zijn en aan diens heerschappij onttrokken moge worden. In gewone vorm wordt het in praktijk gebracht tijdens de viering van het Doopsel. Het plechtige, zo genoemde grote exorcisme, mag alleen in praktijk gebracht worden door een priester die daartoe door de bisschop geautoriseerd is.
Referenties naar alinea 352: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1673[1|1673]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe godsdienstzin van het christenvolk heeft altijd verschillende uitdrukkingen gevonden in allerlei vormen van vroomheid, die het sacramentele leven van de Kerk begeleiden, zoals de verering van relikwieën, het bezoek aan heiligdommen, de bedevaarten, de processies, de “kruisweg” en de rozenkrans. Met het licht van het geloof verheldert en bevordert de Kerk de authentieke vormen van volksvroomheid.
Referenties naar alinea 353: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1674-1676[1|1674-1676]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1679[1|1679]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe christen die in Christus sterft, bereikt aan het einde van zijn aardse leven de vervulling van het nieuwe leven dat met het Doopsel is begonnen, dat door het Vormsel wordt gesterkt, dat gevoed wordt door de Eucharistie, en een voorsmaak is van het hemels gastmaal. De zin van het christelijk sterven openbaart zich in het licht van de dood en de verrijzenis van Christus, onze enige hoop. De christen die in Christus Jezus sterft, gaat "zijn intrek te nemen bij de Heer" (2 Kor. 5, 8)[b:2 Kor. 5, 8].
Referenties naar alinea 354: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1680-1683[1|1680-1683]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe uitvaart, hoewel in verschillende riten gevierd, overeenkomstig de situaties en tradities van iedere streek, brengt steeds het paaskarakter tot uitdrukking van het christelijk sterven in de hoop op de verrijzenis, alsook de zin van de gemeenschap met de overledene, vooral door middel van het gebed om de loutering van zijn ziel.
Referenties naar alinea 355: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1684-1685[1|1684-1685]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGewoonlijk omvat de uitvaart vier kernmomenten: het ontvangen van het lichaam van de overledene door de gemeenschap met woorden van troost en hoop, de liturgie van het woord, het eucharistisch offer, en het “afscheid”, waarbij de ziel van de overledene wordt toevertrouwd aan God, Bron van eeuwig leven, terwijl zijn lichaam wordt begraven in afwachting van de verrijzenis.
Referenties naar alinea 356: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1686-1690[1|1686-1690]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe illustratie stelt het Laatste Avondmaal voor met de instelling van de Eucharistie in de grote bovenzaal die met ligbedden was toegerust (Mc. 14, 15)[[b:Mc. 14, 15]]. “Onder de maaltijd nam Jezus brood, sprak de zegen uit, brak het en gaf het aan zijn leerlingen met de woorden: ‘Neemt, eet, dit is mijn Lichaam.’ Daarna nam Hij de beker, en na het spreken van het dankgebed en reikte Hij hun die toe met de woorden: ‘Drinkt hier allen uit, want dit is mijn Bloed van het Verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden” (Mt. 26, 26-28)[b:Mt. 26, 26-28].
Op de afbeelding is Jezus te zien met de apostelen rond een tafel in de vorm van een kelk. Op de tafel staan de eucharistische gedaanten: brood en wijn. De zaal, die uitkijkt op een architectonisch rijk uitgewerkte achtergrond met bouwwerken en een rond tabernakel met zeven zuilen, symboliseert de Kerk, waarin de eucharistische Christus verblijft. Een veelbetekenend detail vormt de apostel Johannes, die zijn hoofd tegen laat rusten de borst van Jezus (Joh. 13, 25)[[b:Joh. 13, 25]]. Het duidt de gemeenschap van liefde aan die de Eucharistie in de gelovige tot stand brengt. Het is het antwoord van de leerling op de uitnodiging van de Meester:
“Ik ben de wijnstok, gij de ranken. Wie in Mij blijft, zoals ik in hem, die draagt veel vrucht... Blijft in mijn liefde. Als gij mijn geboden onderhoudt, zult gij in mijn liefde blijven” (Joh. 15, 5.9-10)[b:Joh. 15, 5.9-10].
De Eucharistie is gemeenschap met Jezus en geestelijke voedsel, ter ondersteuning van de goede dagelijkse strijd van de gelovige bij het onderhouden van de geboden:
“De Redder... is altijd en helemaal aanwezig voor hen die in Hem leven: Hij voorziet in al wat zij nodig hebben. Hij is alles voor hen en laat niet toe, dat zij hun blik naar iets anders richten, of dat zij iets anders zoeken buiten Hem. De heiligen hebben immers niets anders nodig dan Hem: Hij brengt hen voort, Hij doet hen groeien en Hij voedt hen. Hij is licht en adem; Hij vormt in hen het zicht op Hem zien, Hij verlicht het door zichzelf, en biedt zich tenslotte aan hun beschouwing aan. Hij is tegelijk degene die voedt als ook het voedsel. Hij is het die het brood van het leven aanreikt, en wat Hij aanreikt is Zichzelf: het leven van de levenden; de heerlijke geur voor wie ademt; het kleed voor wie het wil aantrekken. Hij is het ook die ons in staat stelt vooruit te gaan, Hijzelf is de weg, Hij is ook de plaats om te rusten, en Hij is het einddoel. Wij zijn de ledematen, Hij het Hoofd: is het nodig te strijden? Hij strijdt aan onze zijde, en Hij geeft de eervolle strijder de overwinning. Winnen wij? Dan is Hij de zegekrans. Zo leidt Hij onze geest van alle kanten naar Hem terug en laat niet toe, dat deze zich op iets anders richt, of op iets anders verliefd raakt ... Uit wat wij hebben gezegd, komt duidelijk naar voren dat het leven in Christus niet slechts de toekomst betreft, maar dat het nu al aanwezig is voor de heiligen die er in leven en werken” (N. Kabasilas, Het leven in Christus, 1, 13-15).
___________________________
JAKOB DE KOPIIST, Illustratie uit het Tetra-evangelie, Bibliotheek van de Mechitaristen, Wenen.
Referenties naar alinea 356a: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaria, de Panhagia (de alheilige), is het meesterwerk van de heilige Geest, Panhagion. Haar bestaan wordt, vanaf haar onbevlekte ontvangenis tot aan haar glorierijke tenhemelopneming, geheel door de goddelijke liefde ondersteund. De Geest van liefde van de Vader en de Zoon maakt van Maria een nieuwe schepsel, de nieuwe Eva, die hart en geest gericht heeft op de aanbidding van en de gehoorzaamheid aan de hemelse Vader, van wie zij geliefde dochter is; op de ontvangst van en de dienst aan de Zoon, van wie zij Moeder, leerlinge en gezellin is; en op de overeenstemming en medewerking met de heilige Geest, van wie zij kostbaar heiligdom is.
Op deze afbeelding wordt Maria omgeven door musicerende, feestvierende engelen; boven haar hoofd wordt hangt de schittering van de goddelijke liefde van de heilige Geest, die gesymboliseerd wordt door de duif. Maria is de moeder en de beschermster van de Kerk (aan haar voeten ziet men vaag een sacraal gebouw). Dank zij haar werkdadige moederlijke voorspraak bij Jezus, stort zij over de Kerk de overvloed uit van de hemelse genaden (aangeduid door de bloeiende rozenstruik).
Links onder symboliseert de apostel Johannes, die de Onbevlekte beschouwt, iedere gelovige die in de heilige Maagd het volmaakte voorbeeld ziet en tegelijkertijd de meesteres en leidsvrouw, in het leven in de Geest.
De Cisterciënzer abt Christiaan (12de eeuw) mediteert over hoe de apostelen hun geestelijke ervaringen deelden met Maria. Hen vergelijkend met de twaalf sterren die het hoofd van de gelukzalige Maagd kronen, schrijft hij: “Dikwijls kwamen zij samen rond de allervoorzichtigste Maagd, als leerlingen rond hun lerares, om nog vollediger de waarheid te begrijpen van hetgeen zij had verricht; een waarheid die zij te zijner tijd aan anderen hadden te verkondigen. Door God gewijd en onderricht, was zij voor hen als een echte bibliotheek van hemelse wijsheid, want in het dagelijks samenwonen was zij als bijzondere gezellin nabij geweest aan de Wijsheid zelf, dat wil zeggen aan haar Zoon, en had zij in haar geheugen opgeslagen en getrouw bewaard al wat zij gezien en gehoord had” (1ste Preek over de tenhemelopneming van de heilige Maria).
______________________________
EL GRECO, De heilige Johannes beschouwt de Onbevlekte Ontvangenis, Museo de la Santa Cruz, Toledo (Spanje)
Referenties naar alinea 356b: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWat het Symbolum van het geloof belijdt, delen de Sacramenten mee. Door de Sacramenten ontvangen de gelovigen immers de genade van Christus en de gaven van de heilige Geest, die hen in staat stellen het nieuwe leven als kinderen van God te leven, in Christus die zij in geloof hebben aanvaard.
"Christen erken uw waardigheid" (H. Leo de Grote)
Referenties naar alinea 357: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1691-1698[1|1691-1698]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe waardigheid van de menselijke persoon wortelt in zijn schepping naar Gods beeld en gelijkenis. Begiftigd met een geestelijke en onsterfelijke ziel, met verstand en vrije wil, is de menselijke persoon op God gericht, en met zijn ziel en zijn lichaam geroepen tot de eeuwige zaligheid.
Referenties naar alinea 358: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1699-1708[1|1699-1708]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1709-1715[1|1709-1715]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe mens bereikt de zaligheid krachtens de genade van Christus, die hem doet delen in het goddelijk leven. In het evangelie wijst Christus de zijnen de weg naar het geluk zonder einde: de zaligsprekingen. De genade van Christus werkt ook in iedere mens die, het juiste geweten volgend, het ware en het goede zoekt en liefheeft, en die het kwade mijdt.
Referenties naar alinea 359: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1716[1|1716]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media636
De Zaligsprekingen staan centraal in de prediking van Jezus; zij hernemen en voltooien de beloften van God, die sinds Abraham zijn gedaan. Zij tekenen het gelaat zelf van Jezus, kenmerken het authentieke christelijke leven en onthullen de mens het uiteindelijke doel van zijn handelen: de eeuwige zaligheid.
Referenties naar alinea 360: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1716-1717[1|1716-1717]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1725-1726[1|1725-1726]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij beantwoorden aan het aangeboren verlangen naar geluk, dat God in de het hart van de mens heeft gelegd om hem naar zich toe te trekken, en dat Hij alleen kan vervullen.
Referenties naar alinea 361: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1718-1719[1|1718-1719]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1725[1|1725]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij is het aanschouwen van God in het eeuwige leven, waarin we ten volle "deel krijgen aan Gods eigen wezen" (2 Pt. 1, 4)[b:2 Pt. 1, 4], aan de heerlijkheid van Christus en aan de genieting van het drie-ene leven. De zaligheid overstijgt de menselijke vermogens: ze is een bovennatuurlijke vrije gave van God, zoals de genade die ertoe leidt. De beloofde zaligheid stelt ons voor beslissende morele keuzes met betrekking tot de aardse goederen, doordat zij ons aanspoort God boven alles lief te hebben.
Referenties naar alinea 362: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1720-1724[1|1720-1724]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1727-1729[1|1727-1729]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is de vrijheid, door God aan de mens geschonken, om te handelen of niet te handelen, om dit of dat te doen, om zo uit zichzelf weloverwogen daden te stellen. De vrijheid kenmerkt de eigenlijk menselijke daden. Hoe meer men het goede doet, des te meer wordt men vrij. De vrijheid bereikt haar eigen volmaaktheid wanneer ze gericht is op God, het hoogste goed en onze zaligheid. De vrijheid impliceert ook de mogelijkheid om te kiezen tussen goed en kwaad. De keuze voor het kwaad is een misbruik van de vrijheid dat leidt tot de slavernij van de zonde.
Referenties naar alinea 363: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1730-1733[1|1730-1733]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1743-1744[1|1743-1744]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe vrijheid maakt de mens verantwoordelijk voor zijn daden, in de mate dat ze vrijwillig zijn, ook al kunnen de toerekenbaarheid van en de verantwoordelijkheid voor een daad verminderd of soms opgeheven worden door onwetendheid, onoplettendheid, geweld dat men heeft ondergaan, vrees, onbeheerste gemoedsaandoeningen of gewoonten.
Referenties naar alinea 364: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1734-1737[1|1734-1737]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1745-1746[1|1745-1746]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet recht op uitoefening van de vrijheid is iedere mens eigen, in zoverre dat onlosmakelijk verbonden is met zijn waardigheid als menselijke persoon. Daarom moet dit recht altijd geëerbiedigd worden, met name op moreel en godsdienstig vlak, en moet het wettelijk erkend en beschermd worden binnen de grenzen van het algemeen welzijn en de juiste publieke orde.
Referenties naar alinea 365: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1738,1747[1|1738.1747]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOnze vrijheid is verzwakt door de eerste zonde. Deze zwakte is erger geworden door de zonden die daarop volgden. Maar Christus heeft ons "voor de vrijheid vrijgemaakt" (Gal. 5, 1)[b:Gal. 5, 1]. Door zijn genade leidt de Heilige Geest ons naar de innerlijke vrijheid, om ons tot zijn vrije medewerkers te maken in de Kerk en in de wereld.
Referenties naar alinea 366: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1739-1742[1|1739-1742]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1748[1|1748]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe moraliteit van de menselijke daden hangt af van drie bronnen: van het gekozen object, of dat een werkelijk dan wel schijnbaar goed is; van de intentie van het handelend subject, dat wil zeggen van het doel, waarvoor hij de handeling verricht; en van de omstandigheden van de handeling, inclusief gevolgen.
Referenties naar alinea 367: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1749-1754[1|1749-1754]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1757-1758[1|1757-1758]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen daad is moreel goed wanneer zij tegelijkertijd de goedheid veronderstelt van het object, het doel en de omstandigheden. Het gekozen object kan op zichzelf de handeling als geheel slecht maken, ook als de intentie goed is. Het is niet geoorloofd het kwade te doen, opdat er iets goeds uit voortkomt. Een slecht doel kan een handeling bederven, ook al is haar object op zichzelf goed. Een goed doel daarentegen maakt een gedraging niet goed, die door haar object slecht is, in zoverre het doel niet de middelen rechtvaardigt. De omstandigheden kunnen de verantwoordelijkheid verminderen of vergroten van wie handelt, maar ze kunnen niet de morele kwaliteit van de daden zelf veranderen: nooit maken zij een op zich zelf slechte daad goed.
Referenties naar alinea 368: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1755-1756[1|1755-1756]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1759-1760[1|1759-1760]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr zijn daden waarvan de keuze altijd ongeoorloofd is vanwege hun object (zoals godslastering, moord, echtbreuk). De keuze daarvoor brengt een wanorde van de wil met zich mee, dat wil zeggen een moreel kwaad, dat niet kan worden gerechtvaardigd door een beroep op het goede dat er eventueel uit zou kunnen ontstaan.
Referenties naar alinea 369: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1756,1761[1|1756.1761]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe hartstochten zijn de gemoedsaandoeningen, de emoties of de bewegingen van het gevoelsvermogen - natuurlijke bestanddelen van de menselijke psychologie - die ertoe aanzetten te handelen of niet te handelen met het oog op wat als goed of als kwaad wordt waargenomen. De voornaamste zijn liefde en haat, verlangen en vrees, vreugde en droefheid, alsmede toorn. De belangrijkste hartstocht is de liefde, opgeroepen door de aantrekkelijkheid van het goede. Men houdt alleen maar van het goede, het werkelijk of het schijnbare.
Referenties naar alinea 370: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1762-1766[1|1762-1766]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1771-1772[1|1771-1772]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe hartstochten zijn, in zoverre het bewegingen van het gevoelsvermogen zijn, in zich noch goed noch slecht: zij zijn goed, wanneer zij bijdragen tot een goede daad; zij zijn slecht in het tegenovergestelde geval. Zij kunnen opgenomen worden in de deugden of ontaarden tot ondeugden.
Referenties naar alinea 371: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1767-1770[1|1767-1770]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1773-1775[1|1773-1775]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet morele geweten, aanwezig in het binnenste van de persoon, is een oordeel van de rede, die op het juiste moment de mens oplegt, het goede te doen en het kwade te mijden. Dankzij dit geweten neemt de menselijke persoon de morele kwaliteit waar van een nog te stellen of reeds gestelde daad, wat hem in staat stelt de verantwoordelijkheid er voor op zich te nemen. Wanneer hij naar het morele geweten luistert, kan de voorzichtige mens de stem van God horen die tot hem spreekt.
Referenties naar alinea 372: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1776-1780[1|1776-1780]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1795-1797[1|1795-1797]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe waardigheid van de menselijke persoon impliceert de juistheid van het morele geweten: dat het met andere woorden overeenstemt met wat juist en goed is volgens de rede en de wet van God. Op grond van waardigheid zelf van de persoon mag de mens niet gedwongen worden om tegen zijn geweten in te handelen, en mag men hem evenmin beletten - binnen de grenzen van het algemeen welzijn - om volgens zijn geweten te handelen, vooral op godsdienstig gebied.
Referenties naar alinea 373: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1780-1782[1|1780-1782]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1798[1|1798]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet juiste en waarachtige geweten wordt gevormd door de opvoeding, en door het in zich opnemen van het Woord van God en door het onderricht van de Kerk. Het wordt ondersteund door de gaven van de Heilige Geest en geholpen door raadgevingen van wijze personen. Bovendien zijn het gebed en het gewetensonderzoek een grote hulp bij de morele vorming.
Referenties naar alinea 374: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1783-1788[1|1783-1788]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1799-1800[1|1799-1800]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe drie voornaamste regels zijn:
- Het is nooit toegestaan het kwade te doen opdat er iets goed uit zou volgen.
- De zogenaamde gulden regel: “Alles wat gij wilt dat de mensen voor u doen, doet dat ook voor hen.” (Mt. 7, 12)[b:Mt. 7, 12].
- De liefde gaat altijd via de eerbied voor de naaste en diens geweten, ook al betekent dit niet: iets aanvaarden als een goed dat objectief een kwaad is.
Referenties naar alinea 375: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1789[1|1789]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen persoon moet altijd gehoorzamen aan het zekere oordeel van zijn geweten, maar kan ook verkeerde oordelen vellen om redenen, die niet altijd vrij zijn van persoonlijke schuld. Maar men mag een persoon niet het kwaad toerekenen dat hij uit onvrijwillige onwetendheid heeft bedreven, ook al blijft het objectief een kwaad. Het is daarom noodzakelijk zich in te spannen om het morele geweten op het punt van zijn dwalingen te corrigeren.
Referenties naar alinea 376: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1790-1794[1|1790-1794]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1801-1802[1|1801-1802]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe deugd is een habituele en standvastige gesteltenis om het goede te doen. "Het doel van een deugdzaam leven bestaat erin gelijkvormig te worden aan God" (H. Gregorius van Nyssa). Er zijn: menselijke en goddelijke deugden.
Referenties naar alinea 377: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1803[1|1803]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1833[1|1833]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe menselijke deugden zijn habituele en standvastige volmaaktheden van het verstand en de wil, die onze daden regelen, onze hartstochten ordenen en ons gedrag leiden in overeenstemming met de rede en het geloof. Verworven en versterkt door herhaalde, moreel goede daden, worden zij gezuiverd en verheven door de goddelijke genade.
Referenties naar alinea 378: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1804[1|1804]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1810-1811[1|1810-1811]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1834,1839[1|1834.1839]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat zijn de zogenaamde kardinale deugden, die alle andere rond zich groeperen en de scharnierpunten (cardines) vormen van het deugdzame leven. Het zijn:
- de voorzichtigheid,
- de rechtvaardigheid,
- de sterkte en
- de matigheid.
Referenties naar alinea 379: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1805,1834[1|1805.1834]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe voorzichtigheid stelt de praktische rede in staat in alle omstandigheden te onderscheiden wat werkelijk goed voor ons is, en de juiste middelen te kiezen om het tot stand te brengen. Zij leidt de andere deugden, door hun regel en maat aan te geven.De voorzichtigheid stelt de praktische rede in staat in alle omstandigheden het werkelijk goede te ontwaren en de juiste middelen te kiezen om het tot stand te brengen. Ze leidt de andere deugden door hun te wijzen op regel en maat.
Referenties naar alinea 380: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1806,1835[1|1806.1835]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe rechtvaardigheid bestaat in de volhardende en standvastige vaste wil om de anderen te geven wat hun toekomt. De rechtvaardigheid tegenover God wordt "deugd van godsvrucht" genoemd.
Referenties naar alinea 381: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1807,1836[1|1807.1836]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe sterkte verzekert de standvastigheid in moeilijkheden, en de volharding in het nastreven van het goede, tot en met het vermogen eventueel het offer van het eigen leven te brengen voor een rechtvaardige zaak.
Referenties naar alinea 382: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1808,1837[1|1808.1837]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe matigheid tempert de aantrekkingskracht van de genoegens, verzekert de heerschappij van de wil over de instincten en maakt het evenwicht mogelijk in het gebruik van de geschapen goederen.
Referenties naar alinea 383: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1809,1838[1|1809.1838]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet zijn de deugden die God zelf als hun oorsprong, motief en onmiddellijk doel hebben. Ingestort in de mens door de heiligmakende genade, stellen zij hem in staat te leven in verbondenheid met de Drie-eenheid, en vormen de grondslag en de bezieling van het morele handelen van de christen, door de menselijke deugden tot leven te brengen. Ze zijn het onderpand van de tegenwoordigheid en van het handelen van de heilige Geest in de vermogens van het menselijk wezen.
Referenties naar alinea 384: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1812-1813[1|1812-1813]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1840-1841[1|1840-1841]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe goddelijke deugden zijn
- het geloof,
- de hoop en
- de liefde.
Referenties naar alinea 385: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1813,1841[1|1813.1841]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet geloof is de goddelijke deugd waardoor we in God geloven, en in alles wat Hij ons geopenbaard heeft en wat de Kerk ons te geloven voorhoudt, omdat God de waarheid zelf is. Door het geloof vertrouwt de mens zich in vrijheid geheel aan God toe. Daarom probeert de gelovige de wil van God te kennen en te doen, want het geloof "uit zich door de liefde" (Gal. 5, 6)[b:Gal. 5, 6]
Referenties naar alinea 386: 1
Bewaak het hart ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1814-1816[1|1814-1816]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1842[1|1842]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe hoop is de goddelijke deugd waardoor wij van God het eeuwig leven verlangen en verwachten als ons geluk, terwijl wij ons vertrouwen stellen in de beloften van Christus en steunen op de hulp van de genade van de Heilige Geest, om het te verdienen en tot aan het einde van ons aards leven te volharden.
Referenties naar alinea 387: 1
Bewaak het hart ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1817-1821[1|1817-1821]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1843[1|1843]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe liefde is de goddelijke deugd waardoor wij God boven alles beminnen, en onze naaste als onszelf uit liefde tot God. Jezus maakt van de liefde het nieuwe gebod, de vervulling van de wet. Zij is de "band der volmaaktheid." (Kol. 3, 14)[b:Kol. 3, 14] en het fundament van de andere deugden, die zij bezielt, inspireert en ordent: zonder haar "ben ik niets" en "baat het mij niets" (1 Kor. 13, 1-3)[b:1 Kor. 13, 1-3].
Referenties naar alinea 388: 1
Bewaak het hart ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1822-1829[1|1822-1829]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1844[1|1844]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe gaven van de Heilige Geest zijn blijvende gesteltenissen die de mens gewillig maken om de goddelijke ingevingen te volgen. Het zijn er zeven:
- wijsheid,
- inzicht,
- raad,
- sterkte,
- kennis,
- vroomheid en
- ontzag voor God.
Referenties naar alinea 389: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1830-1831[1|1830-1831]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1845[1|1845]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe vruchten van de Heilige Geest zijn volmaaktheden, in ons gevormd als eerstelingen van de eeuwige heerlijkheid. De kerkelijke traditie noemt er twaalf:
- "liefde,
- vreugde,
- vrede,
- geduld,
- vriendelijkheid,
- goedheid,
- trouw,
- zachtheid,
- ingetogenheid,
- bescheidenheid,
- matigheid,
- kuisheid" ((Gal. 5, 22-23; vulg.))[b:Gal. 5, 22-23].
Referenties naar alinea 390: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1830-1831[1|1830-1831]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1845[1|1845]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet houdt dat wij onze fouten erkennen, en onze zonden berouwen. God zelf onthult door zijn Woord en zijn Geest onze zonden, schenkt ons de waarheid van het geweten en de hoop op vergeving.
Referenties naar alinea 391: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1846-1848[1|1846-1848]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1870[1|1870]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe zonde is "een woord, een daad of een verlangen in tegenspraak met de eeuwige wet." (H. Augustinus). Het is een belediging jegens God in ongehoorzaamheid aan zijn liefde. Ze verwondt de natuur van de mens en tast de menselijke solidariteit aan. Christus in zijn lijden onthult ten volle de zwaarte van de zonde en overwint haar door zijn barmhartigheid.
Referenties naar alinea 392: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1849-1851[1|1849-1851]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1871-1872[1|1871-1872]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe verscheidenheid van de zonden is groot. Zij kunnen worden onderscheiden naar hun object, of naar de deugden of de geboden waarmee ze in strijd zijn. Zij kunnen
- rechtstreeks God betreffen,
- of de naaste
- of ons zelf.
- door gedachten,
- woorden,
- werken, en
- nalatigheid.
Referenties naar alinea 393: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1852-1853[1|1852-1853]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1873[1|1873]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMen onderscheidt doodzonde en dagelijkse zonde.
Referenties naar alinea 394: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1854[1|1854]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMen begaat een doodzonde wanneer er tegelijk sprake is
- van zwaarwegende materie,
- van volle kennis en
- van weloverwogen instemming.
Referenties naar alinea 395: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1855-1861[1|1855-1861]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1874[1|1874]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe dagelijkse zonde, die wezenlijk verschilt van de doodzonde, wordt begaan wanneer er sprake is van lichte materie of ook van zwaarwegende materie maar zonder volle kennis of volledige instemming. Zij breekt het verbond met God niet, maar verzwakt de liefde; zij geeft blijk van een ongeordende genegenheid voor de geschapen dingen; zij belet de vooruitgang van de ziel in de beoefening van de deugden en de praktijk van het moreel goede; zij verdient tijdelijke louteringsstraffen.
Referenties naar alinea 396: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1862-1864[1|1862-1864]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1875[1|1875]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe zonde schept een drang naar de zonde en de herhaling ervan veroorzaakt de ondeugd.
Referenties naar alinea 397: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1865,1876[1|1865.1876]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe ondeugden, die het tegengestelde zijn van de deugden, zijn verkeerde gewoonten, die het geweten verduisteren en tot het kwaad neigen. De ondeugden kunnen in verband gebracht worden met de zeven zogenaamde hoofdzonden:
- hoogmoed,
- gierigheid,
- nijd,
- gramschap,
- onkuisheid,
- gulzigheid,
- traagheid of
- lauwheid.
Referenties naar alinea 398: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1866-1867[1|1866-1867]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze verantwoordelijkheid bestaat, wanneer wij daar schuldig aan meewerken.
Referenties naar alinea 399: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1868[1|1868]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat zijn sociale situaties of instellingen die tegengesteld zijn aan de wet van God, en zijn uitdrukking en gevolg van persoonlijke zonden.
Referenties naar alinea 400: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1869[1|1869]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTegelijk met de persoonlijke roeping tot de zaligheid heeft de mens de sociale dimensie als wezenlijk bestanddeel van zijn natuur en zijn roeping. Alle mensen zijn in feite tot het zelfde doel geroepen: God zelf; er bestaat een zekere gelijkenis tussen de gemeenschap van de goddelijke personen en de broederlijkheid die de mensen onder elkaar moeten stichten in de waarheid en in de liefde; de liefde tot de naaste is niet te scheiden van de liefde tot God.
Referenties naar alinea 401: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1877-1880[1|1877-1880]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1890-1891[1|1890-1891]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBeginsel, subject en doel van alle sociale instellingen is en moet zijn: de menselijke persoon. Sommige samenlevingsvormen, zoals het gezin en de burgerlijke samenleving, zijn voor de menselijke persoon noodzakelijk. Nuttig zijn ook andere verenigingen, zowel binnen de politieke gemeenschappen als op internationaal niveau, met eerbiediging van het beginsel van de subsidiariteit.
Referenties naar alinea 402: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1881-1882[1|1881-1882]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1892-1893[1|1892-1893]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDit beginsel houdt in dat een hogere instantie niet de taken mag overnemen van een lagere instantie, door haar bevoegdheden te ontnemen, maar haar veeleer moet ondersteunen in geval van noodzaak.
Referenties naar alinea 403: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1883-1885[1|1883-1885]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1894[1|1894]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij vraagt de rechtvaardigheid en de juiste hiërarchie van waarden te eerbiedigen, evenals de materiële en instinctieve dimensies onder te ordenen aan de innerlijke en geestelijke dimensies. Vooral daar, waar de zonde het sociale klimaat bederft, moet men een beroep doen op de bekering van de harten en op de genade van God, om sociale veranderingen te verkrijgen, die werkelijk ten dienste staan van iedere persoon en van heel de persoon. De liefde, die eist dat de rechtvaardigheid wordt beoefend en die daartoe in staat stelt, is het grootste sociale gebod.
Referenties naar alinea 404: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1886-1889[1|1886-1889]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1895-1896[1|1895-1896]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIedere menselijke gemeenschap heeft een wettig gezag nodig, dat de orde waarborgt en bijdraagt aan de verwezenlijking van het algemeen welzijn. Een dergelijk gezag vindt haar eigen fundament in de menselijke natuur, omdat het beantwoordt aan de door God vastgestelde orde.
Referenties naar alinea 405: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1897-1902[1|1897-1902]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1918-1920[1|1918-1920]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet gezag wordt op wettige wijze uitgeoefend, indien het handelt voor het algemeen welzijn en om dat te bereiken middelen aanwendt die moreel geoorloofd zijn. Daarom moeten de politieke bestuursvormen worden bepaald door de vrije beslissing van de burgers en moeten zij het beginsel van de "rechtsstaat" eerbiedigen, waarin de wet soeverein is en niet de willekeur van de mensen. Onrechtvaardige wetten en maatregelen die tegengesteld zijn aan de morele orde, zijn voor de gewetens niet verplichtend.
Referenties naar alinea 406: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1901[1|1901]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1903-1904[1|1903-1904]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1921-1923[1|1921-1923]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOnder algemeen welzijn verstaat men het geheel van die sociale omstandigheden, die het groepen zowel als individuen mogelijk maken hun eigen volmaaktheid te bereiken.
Referenties naar alinea 407: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1905-1906[1|1905-1906]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1924[1|1924]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet algemeen welzijn omvat de eerbiediging en bevordering van de fundamentele rechten van de persoon; de ontwikkeling van de geestelijke en tijdelijke goederen van de personen en van de samenleving; de vrede en veiligheid voor allen.
Referenties naar alinea 408: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1907-1909[1|1907-1909]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1925[1|1925]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe meest volledige verwerkelijking van het algemeen welzijn bevindt zich in die politieke gemeenschappen, die het welzijn van de burgers en van de groepen van het maatschappelijk middenveld beschermen en bevorderen, zonder het universeel welzijn van de mensenfamilie te vergeten.
Referenties naar alinea 409: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1910-1912[1|1910-1912]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1927[1|1927]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIedere mens, volgens de plaats die hij inneemt en de rol die hij speelt, neemt deel aan de bevordering van het algemeen welzijn, door de rechtvaardige wetten te eerbiedigen, en door zich in te spannen op die terreinen waar hij persoonlijk verantwoordelijkheid voor is, zoals de zorg voor het eigen gezin en de inzet bij de arbeid. Bovendien moeten de burgers voor zover mogelijk actief deelnemen aan het openbare leven.
Referenties naar alinea 410: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1913-1917[1|1913-1917]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1926[1|1926]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe samenleving waarborgt de sociale rechtvaardigheid wanneer zij de waardigheid en de rechten van de persoon eerbiedigt, wat het eigenlijke doel is van de samenleving. Bovendien streeft de samenleving naar de sociale rechtvaardigheid, die verbonden is met het algemeen welzijn en met de uitoefening van het gezag, wanneer zij de omstandigheden creëert die het verenigingen en individuen mogelijk maakt te verkrijgen wat hun toekomt.
Referenties naar alinea 411: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1928-1933[1|1928-1933]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1943-1944[1|1943-1944]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAlle mensen genieten een gelijke waardigheid en dezelfde fundamentele rechten, in zoverre zij geschapen zijn naar het beeld van de ene God en begiftigd met eenzelfde redelijke ziel; zij hebben dezelfde natuur en oorsprong, en zijn in Christus, de enige Redder, geroepen tot dezelfde goddelijke zaligheid.
Referenties naar alinea 412: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1934-1935[1|1934-1935]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1945[1|1945]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr bestaan onrechtvaardige ongelijkheden op economische en sociaal vlak die miljoenen mensen treffen. Ze zijn in openlijk contrast met het evangelie en tegengesteld aan de rechtvaardigheid, aan de waardigheid van de personen, en aan de vrede. Maar er bestaan ook verschillen tussen mensen, die door diverse factoren zijn veroorzaakt, en die passen binnen het plan van God. Hij wil in feite dat eenieder van de ander datgene ontvangt wat hij nodig heeft, en dat zij die bijzondere "talenten" hebben, deze delen met de anderen. Dergelijke verschillen moedigen de personen aan en verplichten hen vaak tot grootmoedigheid, tot welwillendheid en tot samen delen, en zetten de culturen aan tot wederzijdse verrijking.
Referenties naar alinea 413: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1936-1938[1|1936-1938]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1946-1947[1|1946-1947]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe solidariteit, die voortkomt uit de menselijke en christelijke broederlijkheid, drukt zich op de eerste plaats uit in de rechtvaardige verdeling van de goederen, in een billijke beloning van de arbeid en in de inzet voor een meer rechtvaardige sociale orde. De deugd van de solidariteit brengt ook het samen delen van de geestelijke goederen van het geloof tot stand, die nog belangrijker zijn dan de materiële goederen.
Referenties naar alinea 414: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1939-1942[1|1939-1942]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1948[1|1948]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe morele wet is het werk van de goddelijke wijsheid. Zij schrijft de mens de wegen en de gedragsregels voor die leiden naar de beloofde gelukzaligheid en de wegen verbieden die van God verwijderen.
Referenties naar alinea 415: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1950-1953[1|1950-1953]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1975-1978[1|1975-1978]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe natuurwet, ingeschreven door de Schepper in het hart van iedere mens, bestaat in een deelname aan de wijsheid en de goedheid van God, en drukt het oorspronkelijke morele besef uit, dat de mens in staat stelt met het verstand te onderscheiden tussen het goede en het kwade. Zij is universeel en onveranderlijk, en legt de basis voor de fundamentele rechten en plichten van de persoon, evenals voor de menselijke gemeenschap en voor de burgerlijke wet zelf.
Referenties naar alinea 416: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1954-1960[1|1954-1960]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1978-1979[1|1978-1979]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVanwege de zonde wordt de natuurwet niet altijd, en niet door allen met dezelfde onmiddellijke helderheid gekend.
Daarom heeft God
“de tafelen van de wet neergeschreven,
wat de mensen niet lazen in hun hart” (H. Augustinus)
Referenties naar alinea 417: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1960[1|1960]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe oude wet is het eerste stadium van de geopenbaarde wet. Zij brengt veel waarheden tot uitdrukking die voor de rede van nature toegankelijk zijn en die zo in de heilsverbonden bevestigd worden en gezag krijgen. Haar morele voorschriften, die zijn samengevat in de tien geboden van de decaloog, leggen de fundamenten voor de roeping van de mens, verbieden wat tegengesteld is aan de liefde voor God en de naaste, en gebieden wat daar wezenlijk voor is.
Referenties naar alinea 418: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1961-1962[1|1961-1962]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1980[1|1980]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe oude wet maakt het mogelijk veel waarheden te kennen die voor de rede toegankelijk zijn, zij laat zien wat men moet doen of niet moet doen en zij bereidt voor, zoals een wijze pedagoog doet, op de bekering en op het ontvangen van het evangelie, en brengt daarvoor in de juiste gesteltenis. Maar ook al is zij heilig, geestelijk en goed, de oude wet is toch nog onvolmaakt, want ze geeft uit zichzelf niet de kracht en de genade van de Geest om haar te kunnen onderhouden.
Referenties naar alinea 419: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1963-1964[1|1963-1964]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1982[1|1982]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe nieuwe of evangelische wet, die door Christus verkondigd en verwezenlijkt is, is de volheid en de vervulling van de goddelijke wet, de natuurlijke en de geopenbaarde. Zij wordt samengevat in het gebod God en de naaste te beminnen, en elkaar lief te hebben zoals Christus ons heeft liefgehad. Zij is ook een werkelijkheid in het innerlijk van de mens: de genade van de heilige Geest, die een dergelijke liefde mogelijk maakt. Zij is “de wet van de vrijheid” (Jak. 1, 25)[b:Jak. 1, 25], want zij brengt tot spontaan handelen onder de impuls van de liefde.
“De nieuwe wet is vooral de genade zelf van de heilige Geest,
die geschonken wordt aan degenen die in Christus geloven”
(H. Thomas van Aquino)
Referenties naar alinea 420: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1965-1972[1|1965-1972]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1983-1985[1|1983-1985]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe nieuwe wet bevindt zich in heel het leven en de prediking van Christus, en in de morele catechese van de apostelen: de Bergrede is er de voornaamste uitdrukking van.
Referenties naar alinea 421: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1971-1974[1|1971-1974]Catechismus van de Katholieke Kerk, 1986[1|1986]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe rechtvaardiging is het meest verheven werk van Gods liefde. Zij is het barmhartige en genadige handelen van God, die onze zonden uitwist en die ons in heel ons wezen rechtvaardig en heilig maakt. Dat gebeurt door de genade van de heilige Geest, die voor ons verdiend is door het lijden van Christus en die ons gegeven is in het Doopsel. De rechtvaardiging roept het vrije antwoord op van de mens, namelijk het geloof in Christus en de medewerking met de genade van de heilige Geest.
Referenties naar alinea 422: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1987-1995[1|1987-1995]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2017-2020[1|2017-2020]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe genade is de vrij geschonken gave die God ons geeft, om ons deelgenoten te maken van zijn drie-ene leven, en ons in staat te stellen te handelen uit liefde voor Hem. Zij wordt habituele, of heiligmakende of vergoddelijkende genade genoemd, omdat zij ons heiligt en ons vergoddelijkt. Zij is bovennatuurlijk, omdat zij geheel en al afhangt van het vrije initiatief van God, en omdat zij het bevattingsvermogen van het verstand en de krachten van de mens te boven gaat. Zij onttrekt zich dan ook aan onze ervaring.
Referenties naar alinea 423: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1996-1998[1|1996-1998]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2005,2021[1|2005.2021]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNaast de habituele genade zijn er: de actuele genaden (gaven naargelang de omstandigheden), de sacramentele genaden (gaven die eigen zijn aan de verschillende Sacramenten) en de bijzondere gaven of charismata (die het algemeen welzijn van de Kerk tot doel hebben), waaronder de genaden van staat, die de uitoefening van bedieningen in de Kerk en van verantwoordelijkheden in het leven begeleiden.
Referenties naar alinea 424: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 1999-2000[1|1999-2000]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2003-2004[1|2003-2004]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2023-2024[1|2023-2024]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe genade gaat aan het vrije antwoord van de mens vooraf, bereidt dit voor en wekt het op. Zij beantwoordt aan de diepe verlangens van de menselijke vrijheid, roept haar op tot medewerking en leidt haar naar haar volmaaktheid.
Referenties naar alinea 425: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2001-2002[1|2001-2002]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2022[1|2022]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe verdienste is wat recht geeft op de beloning voor een goede daad. Tegenover God kan de mens van zich uit geen verdienste laten gelden, want alles heeft hij van Hem om niet ontvangen. Toch geeft God hem de mogelijkheid verdiensten te verwerven, door de vereniging met de liefde van Christus, bron van onze verdiensten tegenover God. De verdiensten van de goede werken moeten dus op de eerste plaats toeschreven worden aan de genade van God, en pas dan aan de vrije wil van de mens.
Referenties naar alinea 426: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2006-2010[1|2006-2010]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2025-2026[1|2025-2026]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDaartoe bewogen door de heilige Geest, kunnen wij voor onszelf en voor anderen de genaden verdienen, die nuttig zijn voor onze heiliging en om het eeuwig leven te bereiken, evenals de tijdelijke goederen die volgens Gods plan goed voor ons zijn. Niemand kan de eerste genade verdienen, die welke aan de oorsprong ligt van de bekering en de rechtvaardiging.
Referenties naar alinea 427: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2010-2011[1|2010-2011]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2027[1|2027]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAlle gelovigen zijn geroepen tot de christelijke heiligheid. Zij is de volheid van het christelijk leven en de volmaaktheid van de liefde. Zij komt tot stand in de innige vereniging met Christus en in Hem met de allerheiligste Drie-eenheid. De weg van de heiliging van de christen zal, na te zijn gegaan via het kruis, haar vervulling bereiken in de uiteindelijke verrijzenis van de rechtvaardigen, waarin God alles in alles zal zijn.
Referenties naar alinea 428: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2012-2016[1|2012-2016]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2028-2029[1|2028-2029]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Kerk is de gemeenschap waarbinnen de christen het woord van God ontvangt en in “de Wet van Christus” (Gal. 6, 2)[b:Gal. 6, 2] onderricht wordt; waar hij de genade ontvangt van de Sacramenten; waar hij zich verenigt met de eucharistische offergave van Christus, zodat zijn morele leven tot een geestelijke eredienst wordt; en waar hij het voorbeeld van heiligheid van de Maagd Maria en de heiligen leert kennen.
Referenties naar alinea 429: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2030-2031[1|2030-2031]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2047[1|2047]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat het de taak is van het leergezag van de Kerk het geloof te verkondigen dat moet worden geloofd en in het leven in praktijk gebracht moet worden. Deze taak strekt zich ook uit tot de specifieke voorschriften van de natuurwet, omdat het onderhouden daarvan noodzakelijk is voor het heil.
Referenties naar alinea 430: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2032-2040[1|2032-2040]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2049-2051[1|2049-2051]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe vijf geboden van de Kerk hebben tot doel de gelovigen het onontbeerlijk minimum te waarborgen wat betreft de geest van gebed, het sacramentele leven, de morele inzet en de groei van de liefde tot God en tot de naaste.
Referenties naar alinea 431: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2041,2048[1|2041.2048]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe vijf geboden van de Kerk luiden:
- op zondagen en verplichte feestdagen aan de Mis deelnemen, en zich onthouden van werken en bezigheden die een beletsel zouden kunnen vormen voor de heiliging van deze dagen;
- de eigen zonden belijden, door tenminste eenmaal per jaar het Sacrament van de Verzoening te ontvangen;
- tot het Sacrament van de Eucharistie naderen, minstens met Pasen;
- zich onthouden van het eten van vlees en vasten op door de Kerk vastgestelde dagen;
- tegemoet komen aan de materiële noden van de Kerk, ieder naar eigen mogelijkheden.
Referenties naar alinea 432: 1
Bewaak het hart ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2042-2043[1|2042-2043]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat de Christenen, door hun leven in gelijkvormigheid aan de Heer Jezus, de mensen tot het geloof in de ware God trekken, de Kerk opbouwen, de wereld doordringen van de geest van het Evangelie, en de komst van het rijk Gods verhaasten.
Referenties naar alinea 433: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2044-2046[1|2044-2046]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen jonge man stelde aan Jezus deze vraag: “Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?” (Mt. 19, 16)[b:Mt. 19, 16]. Jezus antwoordde hem: “Als je het leven wilt binnengaan, onderhoudt dan de geboden” (Mt. 19, 17.21)[b:Mt. 19, 17.21].
Het volgen van Jezus impliceert het onderhouden van de geboden. De oude wet wordt niet afgeschaft, maar de mens wordt uitgenodigd deze in de Persoon van de goddelijke Leraar terug te vinden, die haar volmaakt vervult in zichzelf, er de volledige betekenis van openbaart en van haar blijvende geldigheid getuigt.
De afbeelding bij deze sectie stelt Jezus voor, die zijn leerlingen onderricht geeft in de zogenaamde Bergrede (Mt. 5, 7)[[b:Mt. 5, 7]]. De belangrijkste elementen van dit onderricht zijn: de zaligprijzingen, de vervolmaking van de oude wet, het Onze Vader, aanwijzingen over het vasten en de uitnodiging aan de leerlingen om zout der aarde en licht der wereld te zijn.
De berg, omdat hij boven de aarde oprijst en dicht bij de hemel komt, vormt een bij uitstek geschikte plaats om God te ontmoeten. Leraar Jezus, gezeten op de rots als op een voortreffelijke “kathedra”, met de wijsvinger van zijn rechterhand naar de hemel wijzend, duidt de goddelijke herkomst aan van zijn woorden van leven en geluk. De rol die hij met de linkerhand vasthoudt, laat de volledigheid zien van zijn leer, die Hij aan de apostelen toevertrouwt, terwijl Hij hen uitnodigt het evangelie aan alle volkeren te verkondigen, en hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.
De twaalf apostelen, die een kring vormen aan de voeten van de Leraar, hebben allen de aureool als aanduiding van hun trouw aan Jezus en van hun getuigenis van heiligheid in de Kerk. Slechts één, half verborgen aan de rechterzijde, heeft een zwarte aureool, als verwijzing naar zijn ontrouw aan het evangelie.
De aankondiging van het Rijk Gods in de prediking van Jezus was geen leeg en onsamenhangend woord, maar werkdadig en geldig optreden. Veel betekenend in deze is de episode van de lamme uit Kafarnaüm, waarover de drie synoptici bericht hebben:
“Jezus ging in een boot, stak over en kwam in zijn stad. Men bracht een lamme die op een bed lag, naar Hem toe. Toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tot de lamme: ‘Heb goede moed, mijn zoon, uw zonden zijn u vergeven.’ Enkele schriftgeleerden zeiden nu bij zichzelf: ‘Die man spreekt godslasterlijk.’ Maar Jezus kende hun gedachten en zei: ‘Waarom denkt gij kwaad bij uzelf? Wat is gemakkelijker, te zeggen: Uw zonden zijn u vergeven: of: Sta op en loop? Welnu, opdat ge zult weten, dat de Mensenzoon macht heeft op aarde zonden te vergeven - en nu sprak Hij tot de lamme -: Sta op, neem uw bed op en ga naar huis. En Hij stond op en ging naar huis” (Mt. 9, 1-7)[b:Mt. 9, 1-7].
In deze gebeurtenis is de lichamelijke genezing slechts de zichtbare kant van het geestelijke wonder van de bevrijding van de zonde. Genezen en vergeven blijven de eigenlijke tekenen van de pedagogie Jezus, de goddelijke Leraar.
________________________________
FRA ANGELICO, De Bergrede, Museum van San Marco, Florence
Referenties naar alinea 433a: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIk ben de Heer, uw God, die u heb weggeleid uit Egypte, het slavenhuis.
Gij zult geen andere goden hebben, ten koste van Mij. Gij zult geen afgodsbeelden hebben, ten koste van Mij. Gij zult geen godenbeelden maken, geen afbeelding van enig wezen boven in de hemel, beneden op aarde of in de wateren onder de aarde. Gij zult u voor hen niet ter aarde buigen en hun geen goddelijke eer bewijzen; want Ik, de Heer uw God, Ik ben voor hen die Mij haten een jaloerse God die de schuld van de vaders wreekt op hun kinderen, tot het derde en vierde geslacht, maar voor hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden een God die goedheid bewijst tot aan het duizendste geslacht.
Gij zult de naam van de Heer uw God niet lichtvaardig gebruiken; want de Heer laat degenen die zijn naam lichtvaardig gebruiken niet ongestraft.
Denk aan de sabbat: die moet heilig voor u zijn. Zes dagen zult gij werken en alle arbeid verrichten. Maar de zevende dag is de sabbat voor de Heer uw God. Dan moogt gij geen enkele arbeid verrichten: gij zelf niet, uw slaaf niet, uw slavin niet, uw dieren niet, zelfs niet de vreemdeling die bij u woont. In zes dagen immers heeft de Heer de hemel, de aarde, de zee met al wat er in is, gemaakt. Maar de zevende dag heeft Hij gerust en tot een heilige dag gemaakt.
Eer uw vader en uw moeder, dan zult gij lang leven op de grond die de Heer u schenkt.
Gij zult niet doden.
Gij zult geen echtbreuk plegen.
Gij zult niet stelen.
Gij zult tegen uw naaste niet leugenachtig getuigen.
Gij zult uw zinnen niet zetten op het huis van uw naaste.
Gij zult uw zinnen niet zetten op de vrouw van uw naaste, niet op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of ezel, op niets wat hem toebehoort. (Ex. 2,2-17)[b:Ex. 2,2-17]
Referenties naar alinea 433b: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIk ben de Heer uw God, die u uit Egypte heeft geleid, dat slavenhuis.
Naast Mij zult gij geen andere goden hebben.
Gij zult geen beelden maken in de vorm van enig wezen boven in de hemel, beneden op aarde of in de wateren onder de aarde. Ge moogt u niet voor hen neerbuigen en hen niet vereren, want Ik, de Heer uw God, ben een jaloerse God, die de schuld van de vaders wreekt op hun kinderen tot in het derde en vierde geslacht van hen die Mij verwerpen. Maar ik bewijs goedheid tot in het duizendste geslacht van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden.
Gij zult de naam van de Heer uw God niet misbruiken, want de Heer laat hen die zijn naam misbruiken niet ongestraft.
Onderhoudt de sabbat: die moet heilig voor u zijn, zoals de Heer uw God u heeft geboden. Zes dagen kunt gij werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een sabbat voor de Heer uw God. Dan moogt gij geen enkele arbeid verrichten, gij zelf niet, uw zoon niet, uw dochter niet, uw slaaf niet, uw slavin niet, uw rund niet, uw ezel niet, uw overige vee niet en ook niet de vreemdeling binnen uw poorten. Dan kunnen uw slaaf en uw slavin uitrusten evenals gij zelf. Bedenk dat gij slaaf zijt geweest in Egypte en dat de Heer uw God u met sterke hand en uitgestrekte arm uit dat land heeft geleid. Daarom heeft Hij u geboden de sabbat te onderhouden.
Eer uw vader en uw moeder, zoals de Heer uw God u heeft geboden. Dan zult ge lang leven en gelukkig zijn op de grond die Hij u schenkt.
Gij zult niet doden.
Gij zult geen echtbreuk plegen.
Gij zult niet stelen.
Gij zult tegen uw naaste niet vals getuigen.
Gij zult uw zinnen niet zetten op de vrouw van uw naaste; ge zult niet uit zijn op het huis van uw naaste, noch op zijn land, zijn slaaf, of zijn slavin, zijn rund, of zijn ezel, of iets dat hem toebehoort. (Deut. 5, 6-21)[b:Deut. 5, 6-21]
Referenties naar alinea 433c: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVlaanderen
| Nederland
|
Referenties naar alinea 433d: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAan de jonge man die Hem deze vraag stelt, antwoordt Jezus: “Als gij het leven wilt binnengaan, onderhoud dan de geboden” (Mt. 19, 26)[b:Mt. 19, 26]. Jezus volgen impliceert het onderhouden van de geboden. De wet wordt niet afgeschaft, maar de mens wordt uitgenodigd deze terug te vinden in de Persoon van de goddelijke Leraar, die haar volmaakt in zichzelf vervult, er de volledige betekenis van openbaart en van haar blijvende geldigheid getuigt.
Referenties naar alinea 434: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2052-2054[1|2052-2054]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2075-2076[1|2075-2076]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus interpreteert de haar in het licht van het tweevoudige en enige gebod van de liefde, die de volheid van de wet is: “Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de wet en de profeten” (Mt. 22, 37-40)[b:Mt. 22, 37-40].
Referenties naar alinea 435: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2055[1|2055]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDecaloog betekent “tien woorden” (Ex. 34, 28)[b:Ex. 34, 28]. Deze woorden vatten de wet samen die God aan het volk Israël heeft gegeven in de context van het verbond, door middel van Mozes. Door de geboden te geven van de liefde tot God (de eerste drie) en tot de naaste (de andere zeven), zet deze voor het uitverkoren volk en voor ieder afzonderlijk de weg uit van een leven dat bevrijd is uit de slavernij van de zonde.
Referenties naar alinea 436: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2056-2057[1|2056-2057]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe decaloog laat zich begrijpen in het licht van het Verbond, waarin God zich openbaart door zijn wil te doen kennen. In het onderhouden van de geboden, brengt het volk tot uitdrukking dat het God toebehoort, en geeft in dankbaarheid antwoord op zijn initiatief van liefde.
Referenties naar alinea 437: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2058-2063[1|2058-2063]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2077[1|2077]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTrouw aan de Schrift en aan het voorbeeld van Jezus, kent de Kerk aan de decaloog een fundamentele betekenis toe. De christenen zijn verplicht hem te onderhouden.
Referenties naar alinea 438: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2064-2068[1|2064-2068]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2078[1|2078]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe tien geboden vormen een organisch en ondeelbaar geheel, omdat elk gebod naar de andere verwijst en naar heel de decaloog. Eén gebod overtreden betekent daarom de hele wet schenden.
Referenties naar alinea 439: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2069,2079[1|2069.2079]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat de decaloog de fundamentele verplichtingen van de mens tegenover God en tegenover zijn naaste tot uitdrukking brengt.
Referenties naar alinea 440: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2070-2073[1|2070-2073]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2080-2081[1|2080-2081]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJa, want Christus, zonder wie wij niets kunnen doen, stelt ons in staat deze te onderhouden door de gave van zijn Geest en van zijn genade.
Referenties naar alinea 441: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2074,2082[1|2074.2082]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet houdt voor de gelovigen in: de drie goddelijke deugden bewaren en beoefenen, en de zonden mijden die daaraan tegengesteld zijn. Het geloof gelooft in God, en wijst af wat daaraan tegengesteld is, zoals bijvoorbeeld de opzettelijke twijfel, het ongeloof, de ketterij, de apostasie en het schisma. De hoop verwacht met vertrouwen de gelukzalige aanschouwing van God en zijn hulp, terwijl zij de wanhoop en het vermetel vertrouwen vermijdt. De liefde bemint God boven alles: daarom moeten de onverschilligheid, de ondankbaarheid, de lauwheid, de luiheid of geestelijke traagheid, en de haat tegen God die voortkomt uit de hoogmoed, worden afgewezen.
Referenties naar alinea 442: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2083[1|2083]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2083-2094 ("Gij zult de Heer uw God aanbidden en Hem alleen dienen")[1|+2448]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2133-2134[1|2133-2134]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet brengt met zich mee: God aanbidden als de Heer van al wat bestaat; Hem de verschuldigde eredienst brengen, individueel en gemeenschappelijk; tot Hem bidden met uitdrukkingen van lofprijzing, dankzegging en smeking; Hem offers brengen, vooral het geestelijk offer van ons leven in vereniging met het volmaakte offer van Christus; de beloften en geloften volbrengen die men Hem gedaan heeft.
Referenties naar alinea 443: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2095-2104[1|2095-2104]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2105[1|2105]
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2135-2136[1|2135-2136]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIedere mens heeft het recht en de morele plicht om de waarheid te zoeken, vooral in hetgeen God en de Kerk betreft, en om, zodra hij haar kent, haar te omhelzen en getrouw te bewaren, door aan God een waarachtige eredienst te brengen. Tegelijk vraagt de waardigheid van de menselijke persoon dat op godsdienstig gebied niemand gedwongen wordt tegen zijn geweten in te handelen, noch belemmerd wordt om, binnen de juiste grenzen van de publieke orde, in overeenstemming met zijn geweten te handelen, privé of in het openbaar, individueel of samen met anderen.
Referenties naar alinea 444: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2104-2109[1|2104-2109]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2137[1|2137]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media636
Dit gebod verbiedt:
het polytheïsme en de afgodendienst die een schepsel vergoddelijkt, de macht, het geld of zelfs de duivel;
het bijgeloof, dat een ontsporing is van de eredienst die de ware God verschuldigd is, en dat ook tot uitdrukking komt in diverse vormen van waarzeggerij, magie, toverij en spiritisme; de ongodsdienstigheid, die tot uitdrukking komt in het op de proef stellen van God in woorden of door daden;
in de heiligschennis, waarbij sacrale personen of zaken ontwijd worden, vooral de Eucharistie; in de simonie, waarbij men beoogt geestelijke goederen te kopen of te verkopen;
het atheïsme, dat het bestaan van God afwijst, dikwijls op grond van een verkeerd begrip van de menselijke autonomie;
het agnosticisme, volgens hetwelk men over God niets kan weten, en dat ook de onverschilligheid en het praktisch atheïsme omvat.
Referenties naar alinea 445: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2110-2128Catechismus van de Katholieke Kerk, 2138-2140[1|2138-2140]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn het Oude Testament werd met dit gebod verboden de absoluut transcendente God af te beelden. Sinds de menswording van de Zoon van God is de christelijke verering van heiligenbeelden gerechtvaardigd (zoals het tweede concilie van Nicea in 787 bevestigt), omdat zij berust op het mysterie van de mensgeworden Zoon van God, in wie de transcendente God zichtbaar wordt. Daarbij gaat het niet om de aanbidding van een beeld, maar om de verering van de persoon, die erdoor wordt voorgesteld: Christus, de heilige Maagd, de engelen of de heiligen.
Referenties naar alinea 446: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2129-2132[1|2129-2132]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2141[1|2141]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMen eerbiedigt de heilige Naam van God, door hem aan te roepen, te zegenen, te prijzen en te verheerlijken. Vermeden moeten dan ook worden: het misbruik zich op de Naam van God te beroepen om een misdaad te rechtvaardigen, evenals ieder ongepast gebruik van zijn Naam, zoals de godslastering, die uit haar aard een zware zonde is, het vloeken, en de ontrouw aan de beloften die men in Gods Naam gedaan heeft.
Referenties naar alinea 447: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2142-2149[1|2142-2149]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2160-2162[1|2160-2162]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat men daarmee God, die de waarheid zelf is, in het geding brengt als getuige voor een leugen.
"Zweer niet bij de Schepper noch bij een schepsel,
tenzij het gebeurt in waarheid, noodzaak en eerbied".
(H. Ignatius van Loyola)
Referenties naar alinea 448: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2150-2151[1|2150-2151]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2163-2164[1|2163-2164]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMeineed betekent, onder ede een belofte afleggen met de bedoeling zich er niet aan te houden, of de belofte verbreken die men onder ede heeft gedaan. Het is een zware zonde tegen God, die zijn beloften altijd trouw is.
Referenties naar alinea 449: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2152-2155[1|2152-2155]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat men op sabbat de rust van God op de zevende scheppingsdag gedenkt, evenals de bevrijding van Israël uit de slavernij van Egypte, en het verbond dat de Heer met zijn volk gesloten heeft.
Referenties naar alinea 450: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2168-2172[1|2168-2172]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2189[1|2189]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJezus erkent de heiligheid van de sabbat en geeft er met goddelijk gezag de authentieke interpretatie van: “De sabbat is gemaakt om de mens, niet de mens om de sabbat” (Mc. 2, 27)[b:Mc. 2, 27].
Referenties naar alinea 451: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2173[1|2173]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat de zondag de dag is van de verrijzenis van Christus. Als “eerste dag van de week” (Mc. 16, 2)[b:Mc. 16, 2] herinnert hij aan de eerste schepping. Als “achtste dag” die volgt op de sabbat, verwijst hij naar de nieuwe schepping, die met de verrijzenis van Christus een aanvang nam. Zo is hij voor de christenen geworden tot de eerste van alle dagen en van alle feesten: de dag des Heren, waarop Christus met zijn Pasen de geestelijke waarheid van de joodse sabbat tot vervulling brengt, en de eeuwige rust aankondigt van de mens in God.
Referenties naar alinea 452: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2174-2176[1|2174-2176]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2190-2191[1|2190-2191]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe christenen heiligen de zondag en de andere verplichte feestdagen, door deel te nemen aan de Eucharistie van de Heer, en door zich te onthouden van die activiteiten die de eredienst aan God belemmeren en die storend zijn voor de vreugde die past bij de dag des Heren of voor de noodzakelijke ontspanning van geest en lichaam. Toegestaan zijn de activiteiten die samenhangen met gezinsbehoeften of met diensten van groot maatschappelijk nut, mits zij geen gewoonten scheppen die schadelijk zijn voor de heiliging van de zondag, voor het gezinsleven en de gezondheid.
Referenties naar alinea 453: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2177-2185[1|2177-2185]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2192-2193[1|2192-2193]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOpdat alle mensen daadwerkelijk de reële mogelijkheid wordt gegeven om van voldoende rust en vrije tijd te kunnen genieten waardoor zij in staat zijn hun godsdienstig leven te verzorgen, hun gezinsleven, en hun culturele en sociale leven; om te kunnen beschikken over een gunstige tijd voor meditatie, bezinning, stilte en studie; en zich te kunnen wijden aan goede werken, vooral ten gunste van zieken en bejaarden.
Referenties naar alinea 454: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2186-2188[1|2186-2188]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2194-2195[1|2194-2195]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet gebiedt dat wij onze ouders eren en eerbiedigen, en al diegenen die God tot ons welzijn met zijn gezag heeft bekleed.
Referenties naar alinea 455: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2196-2200[1|2196-2200]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2247-2248[1|2247-2248]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen man en een vrouw, verenigd in het Huwelijk, vormen samen met hun kinderen een gezin. God heeft het gezin ingesteld en het zijn grondwet gegeven. Huwelijk en gezin zijn geordend op het welzijn van de echtgenoten, en op de voortplanting en op de opvoeding van de kinderen. Tussen de leden van eenzelfde gezin ontstaan persoonlijke relaties en basisverantwoordelijkheden. In Christus wordt het gezin tot huiskerk, want het is een gemeenschap van geloof, hoop en liefde.
Referenties naar alinea 456: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2201-2206[1|2201-2206]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2249[1|2249]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet gezin is de oorspronkelijke cel van de samenleving en gaat vooraf aan elke erkenning door het openbaar gezag. De beginselen en waarden van het gezin vormen de grondslag van het sociale leven. Het gezinsleven is de initiatie in het leven in een samenleving.
Referenties naar alinea 457: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2207-2208[1|2207-2208]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe samenleving heeft de plicht om, het Huwelijk en het gezin te ondersteunen en te bevestigen, met eerbiediging van het subsidiariteitsbeginsel. Het burgerlijk gezag moet de ware aard eerbiedigen, beschermen en bevorderen van het Huwelijk en het gezin, van de publieke moraal, van de rechten van de ouders en van de welvaart van de huisgezinnen.
Referenties naar alinea 458: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2209-2213[1|2209-2213]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2250[1|2250]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAan de ouders zijn de kinderen eerbied (kinderlijke piëteit), dankbaarheid, volgzaamheid en gehoorzaamheid verschuldigd. Zo dragen zij bij, ook door de goede relaties tussen broers en zussen, aan de groei van de harmonie en de heiligheid van heel het gezinsleven. Wanneer de ouders zich bevinden in situaties van armoede, ziekte, eenzaamheid of ouderdom, zijn de volwassen kinderen hen morele en materiële hulp verschuldigd.
Referenties naar alinea 459: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2214-2220[1|2214-2220]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2251[1|2251]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDelend in het vaderschap van God, zijn de ouders de eerstverantwoordelijken voor de opvoeding en de eerste verkondigers van het geloof. Zij hebben de plicht hun kinderen lief te hebben en te eerbiedigen als personen en als kinderen van God, en voor zover mogelijk te voorzien in hun materiële en geestelijke behoeften, door voor hen een geschikte school te kiezen, en hen met wijze raadgevingen te helpen bij de keuze van een beroep of levensstaat. In het bijzonder hebben zij de zending hen op te voeden in het christelijk geloof.
Referenties naar alinea 460: 1
Kinderen hebben het recht op een thuis zoals dat van Nazareth ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2221-2230[1|2221-2230]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2231[1|2231]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVoornamelijk door het voorbeeld, het gebed, de gezinscatechese en de deelname aan het kerkelijk leven.
Referenties naar alinea 461: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2225-2226[1|2225-2226]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2252-2253[1|2252-2253]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe familiebanden zijn, ook al zijn ze belangrijk, niet absoluut. Want de eerste roeping van een christen bestaat erin Christus na te volgen lief te hebben: “Wie vader of moeder meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig; wie zoon of dochter meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig” (Mt. 10, 37)[b:Mt. 10, 37]. De ouders moeten met vreugde bij hun kinderen bevorderen dat zij Jezus navolgen, in iedere levensstaat, ook in het gewijde leven en de priesterlijke bediening.
Referenties naar alinea 462: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2232-2233[1|2232-2233]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet moet steeds worden uitgeoefend als een dienst, met eerbiediging van de fundamentele rechten van de menselijke persoon, de juiste hiërarchie van waarden, de verdelende rechtvaardigheid en het beginsel van de subsidiariteit. Ieder moet bij het uitoefenen van het gezag het belang van de gemeenschap zoeken in plaats van dat van hemzelf, en zich bij zijn beslissingen laten inspireren door de waarheid over God, de mens en de wereld.
Referenties naar alinea 463: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2234-2237[1|2234-2237]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2254[1|2254]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij die aan het gezag onderworpen zijn, moeten hun overheden beschouwen als vertegenwoordigers van God, door hun loyale medewerking aan te bieden voor het goed functioneren van het publieke en sociale leven. Dat brengt met zich mee: liefde voor en dienst aan het vaderland, het recht en de plicht om te stemmen, het betalen van belastingen, de verdediging van het land en het recht op constructieve kritiek.
Referenties naar alinea 464: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2238-2241[1|2238-2241]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2255[1|2255]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe burger is in geweten verplicht niet te gehoorzamen aan de voorschriften van de burgerlijke overheid,wanneer deze ingaan tegen de eisen van de morele orde: "Men moet God meer gehoorzamen dan de mensen" (Hand. 5, 29)[b:Hand. 5, 29].
Referenties naar alinea 465: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2242-2246[1|2242-2246]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2256-2257[1|2256-2257]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOmdat het heilig is. Vanaf zijn oorsprong veronderstelt het Gods scheppende activiteit en het blijft voor altijd in een speciale relatie met de Schepper, zijn enige doel. Het is niemand geoorloofd rechtstreeks een onschuldig menselijk wezen te vernietigen, omdat dit ernstig in strijd is met de waardigheid van de persoon en met de heiligheid van de Schepper: “Breng iemand die onschuldig is en in zijn recht staat, niet ter dood” (Ex. 23, 7)[b:Ex. 23, 7].
Referenties naar alinea 466: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2258-2262[1|2258-2262]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2318-2320[1|2318-2320]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBij de wettige verdediging maakt men de keuze om zich te verdedigen en het recht op leven te doen gelden van zichzelf of van anderen, en niet de keuze om te doden. De wettigde zelfverdediging kan, voor wie verantwoordelijkheid draagt voor het leven van anderen, ook een ernstige plicht zijn. Maar dat mag er niet toe leiden dat men meer geweld gebruikt dan nodig is.
Referenties naar alinea 467: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2263-2265[1|2263-2265]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2321[1|2321]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen straf, opgelegd door een wettige publieke overheid, heeft tot doel wanorde te herstellen die door de fout is ontstaan, de openbare orde en de veiligheid van de mensen te verdedigen, en bij te dragen tot de verbetering van de schuldige.
Referenties naar alinea 468: 1
Een geschenk voor het leven: enkele overwegingen over het doneren van organen ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2266[1|2266]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe opgelegde straf moet in verhouding staan tot de ernst van het misdrijf. Vandaag de dag, tengevolge van de mogelijkheden waarover de staat beschikt om de misdaad te onderdrukken door de schuldige onschadelijk te stellen, zijn de gevallen waarin de doodstraf absoluut noodzakelijk is “uiterst zeldzaam of komen praktisch niet meer voor” Evangelium Vitae, 56[[2|56]]. Als de onbloedige middelen toereikend zijn, dient de overheid zich tot deze middelen te beperken, omdat ze beter beantwoorden aan de concrete voorwaarden van het algemeen welzijn, meer in overeenstemming zijn met de waardigheid van de persoon, en de schuldige niet definitief de mogelijkheid ontnemen om vrij te komen.
Referenties naar alinea 469: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2266-2267[1|2266-2267]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media636
Het vijfde gebod verbiedt als ernstig in strijd met de morele wet:
de rechtstreekse en vrijwillige doodslag en de medewerking daaraan;
de rechtstreekse abortus, als doel of als middel gewild, evenals de medewerking daaraan, op straffe van excommunicatie, omdat het menselijk wezen vanaf het moment van de conceptie volstrekt geëerbiedigd en beschermd moet worden in zijn integriteit;
de rechtstreekse euthanasie, die erin bestaat, door een handeling of door het nalaten van een verschuldigde handeling, een einde te maken aan het leven van gehandicapte, zieke of stervende personen;
de zelfmoord en de vrijwillige medewerking daaraan, omdat zij zware schending is van de juiste liefde voor God, voor zichzelf, en voor de naaste: wat de verantwoordelijkheid betreft, deze kan verzwaard zijn om reden van gegeven ergernis, of verminderd door bijzondere psychische storingen of ernstige angsten.
Referenties naar alinea 470: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2268-2283Catechismus van de Katholieke Kerk, 2322-2325[1|2322-2325]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe zorg die men gewoonlijk aan een zieke persoon verschuldigd is, kan niet geoorloofd onderbroken worden. Wel geoorloofd is de toepassing van pijnstillende, niet de dood beogende middelen, evenals het afzien van “therapeutische koppigheid”, dat wil zeggen van het aanwenden van medische handelwijzen die buiten verhouding zijn en zonder redelijke hoop op een positief resultaat.
Referenties naar alinea 471: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2278-2279[1|2278-2279]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet onvervreemdbaar recht op leven elk menselijk individu vanaf zijn conceptie, is een constitutief element van de burgerlijke samenleving en van haar wetgeving. Wanneer de staat zijn macht niet ten dienste stelt van de rechten van alle burgers, en speciaal van de zwaksten, waaronder de ongeboren kinderen, worden de fundamenten zelf van de rechtstaat ondermijnd.
Referenties naar alinea 472: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2273,2323[1|2273.2323]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaErgernis, die er in bestaat dat men anderen ertoe brengt dat zij kwaad begaan, is te vermijden door ziel en lichaam van de persoon te eerbiedigen. Als men anderen opzettelijk er toe brengt zwaar te zondigen, begaat men een zware overtreding.
Referenties naar alinea 473: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2284-2287[1|2284-2287]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2326[1|2326]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij moeten op een redelijke manier zorg dragen voor de eigen lichamelijke gezondheid en die van anderen, evenwel onder vermijding van de cultus van het lichaam en elke vorm van overdrijving. Vermeden dienen ook te worden: het druggebruik, dat ernstige schade toebrengt aan de gezondheid en het leven van de mens, en ook het misbruik van voedsel, alcohol, tabak en medicijnen.
Referenties naar alinea 474: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2288-2291[1|2288-2291]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZe zijn moreel geoorloofd, als ze ten dienste staan van het integrale welzijn van de persoon en van de samenleving, en geen onevenredige risico’s meebrengen voor het leven, of voor de lichamelijke of psychische integriteit van de degenen die ze ondergaan en die naar behoren geïnformeerd dienen te zijn en hun toestemming gegeven moeten hebben.
Referenties naar alinea 475: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2292-2295[1|2292-2295]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOrgaantransplantatie is moreel aanvaardbaar wanneer de donor er in toestemt en er voor hem geen buitensporige risico’s aan verbonden zijn. Voor de edele daad van orgaandonatie na de dood, moet de werkelijke dood van de donor met volledige zekerheid zijn vastgesteld.
Referenties naar alinea 476: 1
Een geschenk voor het leven: enkele overwegingen over het doneren van organen ->=geentekst=Notities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2296[1|2296]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat zijn: ontvoeringen en gijzelingen van personen, terrorisme, foltering, geweldplegingen en rechtstreekse sterilisatie. Alleen om strikt therapeutische redenen zijn amputaties of verminkingen van een persoon moreel toelaatbaar.
Referenties naar alinea 477: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2297-2298[1|2297-2298]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe stervenden hebben er recht op de laatste ogenblikken van hun aardse leven in waardigheid te mogen doorbrengen, vooral met de steun van het gebed, en van de Sacramenten die voorbereiden op de ontmoeting met de levende God.
Referenties naar alinea 478: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2299[1|2299]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe lichamen van overledenen moeten met respect en liefde behandeld worden. Hun crematie is toegestaan, mits die wordt uitgevoerd zonder dat daarbij het geloof in de verrijzenis van het lichaam in het geding komt.
Referenties naar alinea 479: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2300-2301[1|2300-2301]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Heer die “zalig” verklaart “die vrede brengen” (Mt. 5, 9)[b:Mt. 5, 9], vraagt de vrede van hart, en klaagt de immoraliteit aan van de gramschap, die verlangen is naar wraak voor het kwaad dat men geleden heeft, evenals van de haat, die ertoe brengt de naaste kwaad toe te wensen. Als zulke houdingen vrijwillig zijn en men er in zaken van groot belang mee instemt, zijn het zware zonden tegen de liefde.
Referenties naar alinea 480: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2302-2303[1|2302-2303]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe vrede in de wereld, die een vereiste is voor de eerbiediging en ontwikkeling van het menselijk leven, bestaat niet slechts in de afwezigheid van oorlog of in het evenwicht tussen tegengestelde machten, maar is “de rust van de orde” (H. Augustinus), vrucht “van de gerechtigheid” (Jes. 32, 17)[b:Jes. 32, 17], en de uitwerking van de liefde. De aardse vrede is beeld en vrucht van de vrede van Christus.
Referenties naar alinea 481: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2304-2305[1|2304-2305]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij vereist een rechtvaardige verdeling en bescherming van de goederen van personen, een vrije communicatie tussen de mensen, de eerbiediging van de waardigheid van personen en volkeren, en een volhardende beoefening van de rechtvaardigheid en de broederlijkheid.
Referenties naar alinea 482: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2304-2305[1|2304-2305]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet gebruik van militair geweld is moreel gerechtvaardigd door de gelijktijdige aanwezigheid van de volgende voorwaarden: zekerheid dat de geleden schade duurzaam en ernstig is; ondoeltreffendheid van elk vreedzaam alternatief; gegronde kansen op succes; afwezigheid van erger kwaad, rekening houdend met de huidige kracht van de vernietigingswapens.
Referenties naar alinea 483: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2307-2309[1|2307-2309]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDie komt toe aan het prudente oordeel van de regering, die tevens het recht heeft aan de burgers de plicht tot nationale verdediging op te leggen, met behoud van het persoonlijk recht op het gewetensbezwaar, dat dan geldend gemaakt wordt door een andere vorm van dienst aan de menselijke samenleving te verrichten.
Referenties naar alinea 484: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2309-2311[1|2309-2311]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe morele wet blijft altijd gelden, ook in geval van oorlog. Zij vraagt dat de niet-strijdende burgers, de gewonde soldaten en de krijgsgevangenen met menselijkheid behandeld worden. Handelingen die opzettelijke in strijd zijn met het volkenrecht, en bevelen die zulke handelingen opleggen, zijn misdaden, waarvoor blinde gehoorzaamheid niet voldoet als verontschuldiging. Te veroordelen zijn de massavernietigingen evenals het uitroeien van een volk of van een etnische minderheid, wat allerzwaarste zonden zijn: men is moreel verplicht zich tegen de bevelen te verzetten van degene die er opdracht toe geeft.
Referenties naar alinea 485: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2312-2314[1|2312-2314]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2328[1|2328]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMen moet alles doen wat redelijkerwijs mogelijk is om op alle manieren de oorlog te voorkomen, gegeven het kwaad en de ongerechtigheid die hij met zich meebrengt. In het bijzonder moet men vermijden: de opeenhoping van en de handel in wapens voor zover deze niet naar behoren geregeld zijn door de rechtmatige overheid; de onrechtvaardigheden, vooral de economische en de sociale; de etnische en godsdienstige discriminaties; de afgunst, het wantrouwen, de hoogmoed en de wraakzucht. Alles wat gedaan wordt om deze en andere wanordelijkheden weg te werken, helpt om de vrede op te bouwen en de oorlog te vermijden.
Referenties naar alinea 486: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2315-2317[1|2315-2317]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2327-2330[1|2327-2330]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod heeft de mens mannelijk en vrouwelijk geschapen met gelijke waardigheid als persoon, en heeft hem de roeping tot liefde en gemeenschap ingeprent. Ieder heeft als opgave de eigen seksuele identiteit te aanvaarden, er de betekenis van te erkennen voor heel de persoon, evenals haar specificiteit en haar complementariteit.
Referenties naar alinea 487: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2331-2336[1|2331-2336]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2392-2393[1|2392-2393]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe kuisheid is de positieve integratie van de seksualiteit in de persoonlijkheid. De seksualiteit wordt waarlijk menselijk wanneer zij op de juiste wijze wordt geïntegreerd in de relatie van persoon tot persoon. De kuisheid is een morele deugd, een gave van God, een genade en een vrucht van de Geest.
Referenties naar alinea 488: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2337-2338[1|2337-2338]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2395[1|2395]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij brengt met zich mee het verwerven van de zelfbeheersing als uitdrukking van een menselijke vrijheid die gericht is op de gave van zichzelf. Noodzakelijk daarvoor is een integrale en permanente opvoeding, die verloopt in fases van geleidelijke groei.
Referenties naar alinea 489: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Catechismus van de Katholieke Kerk, 2339-2343[1|2339-2343]Catechismus van de Katholieke Kerk, 2346[1|2346]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr staan tal van middelen ter beschikking:
- de genade van God;
- de hulp van de Sacramenten;
- het gebed; de zelfkennis;
- de beoefening van een ascese die aangepast is aan de verschillende situaties;
- het oefenen van de morele deugden, in het bijzonder van de deugd van matigheid, die beoogt de hartstochten te laten leiden door de rede.