Het Evangelie verkondigen
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Praedicate Evangelium
Het Evangelie verkondigen
Over de Romeinse Curie en haar dienst aan de Kerk in de wereld
Paus Franciscus
19 maart 2022
Pauselijke geschriften - Apostolische Constituties
2022, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / Bisdom Breda
De bijgaande tekst is een Werkvertaling
Doorverwijzingen binnen dit document en naar andere documenten in deze bibliotheek alsmede inhoudsopgaveverrijking: redactie
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Doorverwijzingen binnen dit document en naar andere documenten in deze bibliotheek alsmede inhoudsopgaveverrijking: redactie
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
9 augustus 2022
p. M. Lindeijer SJ
6 september 2023
6064
nl
Taalopties voor dit document
Bekijk document in ItaliaansReferenties naar dit document: 12
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Voorwoord
1
“Praedicate evangelium” - “Verkondigt het Evangelie” (Mc. 16, 15; Mt. 10, 7-8)[[b:Mc. 16, 15; Mt. 10, 7-8]]: dit is de taak die de Heer Jezus heeft toevertrouwd aan zijn leerlingen. Deze opdracht vormt “de eerste dienst die de Kerk aan iedere mens en aan de gehele mensheid kan verlenen in de huidige wereld”. Redemptoris Missio, 2[[4|2]] Daartoe is zij geroepen: om het Evangelie van de Zoon van God, Christus de Heer, te verkondigen en daarmee alle volkeren op te wekken om gehoor te geven aan het geloof. (Rom. 1, 1-5; Gal. 3, 5)[[b:Rom. 1, 1-5; Gal. 3, 5]] De Kerk vervult haar opdracht bovenal wanneer zij getuigt, in woord en daad, van de barmhartigheid die zij zelf om niet heeft ontvangen. Onze Heer en Meester heeft ons het voorbeeld hiervan nagelaten, toen Hij de voeten van zijn leerlingen waste en zei dat wij zalig zouden zijn als wij hetzelfde deden. (Joh. 13, 15-17)[[b:Joh. 13, 15-17]] Op die manier “neemt de evangeliserende gemeenschap door werken en gebaren een plaats in het dagelijkse leven van de anderen in, verkort zij de afstanden, verlaagt zich, indien nodig, tot verootmoediging en aanvaardt het menselijk leven door het lijdend vlees van Christus in het volk aan te raken”. Evangelii Gaudium, 24[[4984|24]] Door dit te doen vervult het volk van God de opdracht van de Heer die, toen Hij hen vroeg het Evangelie te verkondigen, hen aanspoorde zorg te dragen voor hun zwakkere, zieke en lijdende broeders en zusters.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De missionaire bekering van de Kerk
2
De “missionaire bekering” van de Kerk vgl: Evangelii Gaudium, 30[[[4984|30]]] is voorbestemd om de Kerk te vernieuwen naar het beeld van Christus’ eigen zending van liefde. Zijn leerlingen - mannen en vrouwen - zijn daarom geroepen om “het licht der wereld” te zijn (Mt. 5, 14)[b:Mt. 5, 14]. Zo weerspiegelt de Kerk de reddende liefde van Christus, die het Licht der wereld is. (Joh. 8, 12)[[b:Joh. 8, 12]] Zijzelf wordt stralender wanneer zij de mensen de bovennatuurlijke gave van het geloof brengt, “een licht dat onze gang in de tijd richting geeft”, en wanneer zij het Evangelie dient, opdat dit licht “groeit om het heden te verlichten, zodat het een ster wordt die de horizonten van onze weg laat zien, in een tijd waarin de mens in het bijzonder behoefte heeft aan licht”. Lumen Fidei, 4[[4200|4]]
Referenties naar alinea 2: 1
Over de samenwerking tussen de Dicasteries van de Romeinse Curie en het Algemeen Secretariaat van de Synode ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
In het kader van het missionaire karakter van de Kerk dringt zich ook de hervorming van de Romeinse Curie op. Dat was het geval op die momenten dat het verlangen naar hervorming het dringendst werd gevoeld, zoals in de 16e eeuw, met de apostolische constitutie Immensa Aeterni Dei[3267] van Sixtus V (1588), en in de 20e eeuw, met de apostolische constitutie Sapienti Consilio[2412] van Pius X (1908). Na de viering van het Tweede Vaticaans Concilie heeft Paulus VI, uitdrukkelijk verwijzend naar de wensen van de Concilievaders vgl: Christus Dominus, 9-10[[[646|9-10]]], met de apostolische constitutie Regimini Ecclesiae Universae[1311] (1967) een hervorming van de Curie bevolen en doorgevoerd. Vervolgens vaardigde Johannes Paulus II de apostolische constitutie Pastor Bonus[577] (1988) uit, teneinde de gemeenschap in het gehele lichaam van de Kerk blijvend te bevorderen.
In het verlengde van deze twee recente hervormingen en met dankbaarheid voor de edelmoedige en bekwame dienst die zovele leden van de Curie in de loop der tijden aan de bisschop van Rome en aan de universele Kerk hebben bewezen, is het de bedoeling van deze nieuwe apostolische constitutie de huidige uitoefening van de dienst van de Curie beter af te stemmen op de weg van evangelisatie die de Kerk, vooral in deze tijd, bewandelt.
In het verlengde van deze twee recente hervormingen en met dankbaarheid voor de edelmoedige en bekwame dienst die zovele leden van de Curie in de loop der tijden aan de bisschop van Rome en aan de universele Kerk hebben bewezen, is het de bedoeling van deze nieuwe apostolische constitutie de huidige uitoefening van de dienst van de Curie beter af te stemmen op de weg van evangelisatie die de Kerk, vooral in deze tijd, bewandelt.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De Kerk: mysterie van gemeenschap
4
Voor de hervorming van de Romeinse Curie is het van belang een ander aspect van het mysterie van de Kerk voor ogen te houden en naar waarde te schatten: in de Kerk is de zending dusdanig nauw verbonden met de gemeenschap dat men kan zeggen dat het precies het doel van de zending is om “aan allen de ‘nieuwe’ gemeenschap bekend te maken die in de mensgeworden Zoon van God de geschiedenis van de wereld is binnen gekomen en om allen daarin te doen leven.” Christifideles laici, 32[[692|32]]
Dit leven in gemeenschap geeft aan de Kerk het gezicht van de synodaliteit; een Kerk dus van wederzijds luisteren “waarin ieder iets te leren heeft. Het gelovige volk, het college van bisschoppen, de bisschop van Rome: de een luistert naar de ander, en allen luisteren naar de Heilige Geest, de Geest der waarheid (Joh. 14, 17)[[b:Joh. 14, 17]], om te weten wat Hij tot de Kerken zegt. (Openb. 2, 7)[[b:Openb. 2, 7]]” Viering van de 50e verjaardag van de oprichting van de Bisschoppensynode, 2[[6106|+3]] Zo zal deze synodaliteit van de Kerk ervaren worden als het “samen op weg zijn van de kudde Gods langs de paden van de geschiedenis, Christus de Heer tegemoet”. Het gaat om de zending van de Kerk, van die gemeenschap die bestaat voor de zending is en die zelf missionair is.
De vernieuwing van de Kerk en daarin ook van de Romeinse Curie kan niet anders dan deze fundamentele wederkerigheid weerspiegelen, opdat de gemeenschap van de gelovigen zoveel mogelijk de ervaring van de missionaire gemeenschap benadert die de apostelen met de Heer beleefden tijdens zijn aardse leven (Mc. 3, 14)[[b:Mc. 3, 14]] en, na Pinksteren, onder de werking van de heilige Geest, de eerste gemeenschap van Jeruzalem. (Hand. 2, 42)[[b:Hand. 2, 42]]
Dit leven in gemeenschap geeft aan de Kerk het gezicht van de synodaliteit; een Kerk dus van wederzijds luisteren “waarin ieder iets te leren heeft. Het gelovige volk, het college van bisschoppen, de bisschop van Rome: de een luistert naar de ander, en allen luisteren naar de Heilige Geest, de Geest der waarheid (Joh. 14, 17)[[b:Joh. 14, 17]], om te weten wat Hij tot de Kerken zegt. (Openb. 2, 7)[[b:Openb. 2, 7]]” Viering van de 50e verjaardag van de oprichting van de Bisschoppensynode, 2[[6106|+3]] Zo zal deze synodaliteit van de Kerk ervaren worden als het “samen op weg zijn van de kudde Gods langs de paden van de geschiedenis, Christus de Heer tegemoet”. Het gaat om de zending van de Kerk, van die gemeenschap die bestaat voor de zending is en die zelf missionair is.
De vernieuwing van de Kerk en daarin ook van de Romeinse Curie kan niet anders dan deze fundamentele wederkerigheid weerspiegelen, opdat de gemeenschap van de gelovigen zoveel mogelijk de ervaring van de missionaire gemeenschap benadert die de apostelen met de Heer beleefden tijdens zijn aardse leven (Mc. 3, 14)[[b:Mc. 3, 14]] en, na Pinksteren, onder de werking van de heilige Geest, de eerste gemeenschap van Jeruzalem. (Hand. 2, 42)[[b:Hand. 2, 42]]
Referenties naar alinea 4: 1
Over de samenwerking tussen de Dicasteries van de Romeinse Curie en het Algemeen Secretariaat van de Synode ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De dienst van het Primaat en het Bisschoppencollege
5
Onder deze door de Geest gegeven gaven ten dienste van de mensen, blinkt die van de apostelen uit, uitgekozen door de Heer en gevormd tot een “bestendige groep”, met Petrus uit hun midden gekozen en aan hun hoofd gesteld. Lumen Gentium, 19[[617|19]] Aan de apostelen vertrouwde Hij een zending toe die zal voortduren tot het einde der tijden. Daarom zorgden zij voor het aanstellen van opvolgers Lumen Gentium, 20[[617|20]], zodat, zoals Petrus en de andere apostelen door de wil van de Heer één enkel apostolisch college vormden, zo ook nu in de Kerk, die een hiërarchisch geordende maatschappij is vgl: Lumen Gentium, 8[[[617|8]]], de bisschop van Rome als opvolger van Petrus en de bisschoppen als opvolgers van de apostelen, onderling verenigd zijn in één enig apostolisch lichaam. De bisschoppen behoren hiertoe krachtens hun sacramentele consecratie en door middel van hun hiërarchische gemeenschap met het hoofd van het college en met zijn leden, d.w.z. met het college zelf. vgl: Lumen Gentium, 22[[[617|22]]] vgl: Pastores Gregis, 8,(55),56[[[711|8.(55).56]]]
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Het Tweede Vaticaans Concilie leert: “De collegiale saamhorigheid komt eveneens tot uiting in de onderlinge betrekkingen van de afzonderlijke bisschoppen met de particuliere Kerken en de universele Kerk. De paus van Rome, als opvolger van Petrus, is het blijvend en zichtbaar beginsel en fundament van de eenheid zowel van de bisschoppen als van de menigte van de gelovigen. Evenzo zijn de afzonderlijke bisschoppen het zichtbaar beginsel en fundament van de eenheid in hun particuliere Kerken: deze zijn naar het beeld van de universele Kerk gevormd en in en door hen bestaat de ene en enige katholieke Kerk. Daarom vertegenwoordigen de afzonderlijke bisschoppen ieder hun eigen Kerk, en allen tezamen met de paus de gehele Kerk in een band van vrede, liefde en eenheid”. Lumen Gentium, 23[[617|23]]
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Het is belangrijk te benadrukken dat dankzij de goddelijke Voorzienigheid in de loop der tijden op diverse plaatsen door de apostelen en hun opvolgers verschillende Kerken zijn gesticht, die zich op diverse manieren hebben gegroepeerd, vooral de oude patriarchale Kerken. De opkomst van de bisschoppenconferenties in de Latijnse Kerk is een van de meest recente vormen waarin de communio episcoporum zich heeft uitgedrukt ten dienste van de communio ecclesiarum, gebaseerd op de communio fidelium. Zonder afbreuk te doen aan de eigen bevoegdheid van de bisschop, als herder van de particuliere Kerk die hem is toevertrouwd, zijn de bisschoppenconferenties, met inbegrip van hun regionale en continentale unies, samen met de respectieve Oosterse hiërarchische structuren op dit moment een van de meest betekenisvolle manieren om de kerkelijke gemeenschap in de diverse regio’s tot uitdrukking te brengen en te dienen, samen met de bisschop van Rome, die borg staat voor de eenheid van geloof en van gemeenschap. vgl: Lumen Gentium, 18[[[617|18]]] vgl: Pastor Aeternus, 2[[[116|2]]]
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De dienst van de Romeinse Curie
8
De Romeinse Curie staat ten dienste van de paus, die als opvolger van Petrus het eeuwige en zichtbare beginsel en fundament is van de eenheid, zowel van de bisschoppen als van de menigte der gelovigen. Lumen Gentium, 23[[617|23]] Krachtens deze band staat het werk van de Romeinse Curie tevens in organisch verband met het college van bisschoppen en met de afzonderlijke bisschoppen, evenals met de bisschoppenconferenties en hun regionale en continentale unies, en de Oosterse hiërarchische structuren, die van groot pastoraal nut zijn en uitdrukking geven aan de affectieve en effectieve gemeenschap tussen de bisschoppen. De Romeinse Curie staat niet tussen de paus en de bisschoppen, maar stelt zich veeleer ten dienste van beide, op de wijze die past bij de aard van elk van hen.
Referenties naar alinea 8: 1
Over de samenwerking tussen de Dicasteries van de Romeinse Curie en het Algemeen Secretariaat van de Synode ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De aandacht die deze apostolische constitutie schenkt aan de bisschoppenconferenties en op dezelfde, passende wijze aan de Oosterse hiërarchische structuren, is erop gericht hen in hun capaciteiten te versterken vgl: Pastores Gregis, (63)[[[711|(63)]]], zonder dat zij zich plaatsen tussen de bisschop van Rome en de bisschoppen, maar veeleer hen volledig ten dienste staan. De bevoegdheden die hen in de huidige beschikkingen worden toegekend, hebben tot doel de collegiale dimensie van het bisschopsambt tot uitdrukking te brengen en, op indirecte manier, de kerkelijke gemeenschap te versterken vgl: Lumen Gentium, 23[[[617|23]]] door concreet gestalte te geven aan de gezamenlijke uitoefening van enkele pastorale functies ten behoeve van de gelovigen van hun respectieve naties of van een bepaald gebied. vgl: Apostolos Suos, 12[[[1862|12]]]
Referenties naar alinea 9: 1
Over de samenwerking tussen de Dicasteries van de Romeinse Curie en het Algemeen Secretariaat van de Synode ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Elke christen is een missionaire leerling
10
De paus, bisschoppen en andere gewijde ambtsdragers zijn niet de enige verkondigers van het Evangelie in de Kerk. Zij “zijn zich ervan bewust dat zij door Christus niet werden aangesteld om de gehele heilszending van de Kerk tegenover de wereld uitsluitend op eigen schouders te nemen”. Lumen Gentium, 30[[617|30]] Iedere christen is krachtens zijn doopsel een missionaire leerling “in de mate waarin hij Gods liefde in Jezus Christus heeft ontmoet”. Evangelii Gaudium, 120[[4984|120]] Het is onmogelijk hier geen rekening mee te houden bij de vernieuwing van de Curie; bij haar hervorming moet dus van meet af aan de inschakeling van vrouwelijke en mannelijke leken worden meegenomen, ook in functies van bestuur en verantwoordelijkheid. Hun aanwezigheid en deelname is bovendien onontbeerlijk, omdat zij meewerken aan het welzijn van heel de Kerk Lumen Gentium, 30[[617|30]] en omdat zij door hun gezinsleven, door hun kennis van de maatschappelijke werkelijkheid en door hun geloof dat hen ertoe brengt Gods wegen in de wereld te ontdekken, een waardevolle bijdrage kunnen leveren, vooral als het gaat om de bevordering van het gezin en van het respect voor de waarden van het leven en van het geschapene, van het Evangelie als zuurdesem van het leven hier en nu, en van de onderscheiding van de tekenen des tijds.
Referenties naar alinea 10: 1
Over de samenwerking tussen de Dicasteries van de Romeinse Curie en het Algemeen Secretariaat van de Synode ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Betekenis van de hervorming
11
De hervorming van de Romeinse Curie zal pas echt en mogelijk zijn als zij voortkomt uit een innerlijke hervorming, waarbij wij ons “het paradigma van de spiritualiteit van het Concilie” eigen maken, uitgedrukt in het “oude verhaal van de barmhartige Samaritaan” Hodie Concilium Oecumenicum, 5[[751|+7]], de man die van zijn pad afwijkt om een zwaargewonde nabij te zijn die niet tot zijn volk behoort en die hij niet eens kent. Het gaat hier om een spiritualiteit die haar bron vindt in de liefde van God die ons het eerst heeft liefgehad, toen wij nog armen en zondaars waren, en die ons eraan herinnert dat het onze plicht is onze broeders en zusters te dienen zoals Christus, vooral hen die het meest in nood verkeren, en dat het gelaat van Christus gezien wordt in het gelaat van iedere mens, in het bijzonder van de man of vrouw die lijdt. (Mt. 25, 40)[[b:Mt. 25, 40]]
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Het moet dus duidelijk zijn dat “de hervorming geen doel op zich is, maar een middel om een sterke christelijke getuigenis te geven; om een meer doeltreffende evangelisatie te bevorderen; om een vruchtbaarder oecumenische geest op te wekken; om een constructievere dialoog met allen aan te moedigen. De hervorming, ten zeerste gewenst door de meerderheid der kardinalen tijdens de algemene vergaderingen die aan het conclaaf voorafgingen, zou de identiteit van de Romeinse Curie zelf verder moeten verfijnen, namelijk die van het bijstaan van de opvolger van Petrus in de uitoefening van zijn hoogste herderlijke ambt ten bate en ten dienste van de universele Kerk en de particuliere Kerken. Door dit te doen versterkt men de eenheid van het geloof en de gemeenschap van het volk van God en bevordert men de zending zelf van de Kerk in de wereld. Het bereiken van een dergelijk doel is zeker niet gemakkelijk: het vergt tijd, vastberadenheid en vooral de medewerking van allen. Maar om dit te bereiken moeten wij ons allereerst toevertrouwen aan de Heilige Geest, die de ware gids van de Kerk is, en in gebed de gave van authentieke onderscheiding afsmeken”. Begroeting van de kardinalen die deelnemers aan het Consistorie, 5-6[[8629|+6-7]]
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Beginselen en criteria voor de dienst van de Romeinse Curie
Om de pastorale zending die de bisschop van Rome ontvangen heeft van Christus de Heer en Herder, in diens zorg voor de gehele Kerk (e.v.)[[b:Joh. 21, 15]], mogelijk te maken en te doen slagen, en om de relatie tussen het dienstwerk van Petrus en het dienstwerk van alle bisschoppen in stand te houden en te bevorderen “maakt de paus bij de uitoefening van zijn hoogste, volledige en rechtstreekse bevoegdheid over heel de Kerk gebruik van de dicasteries van de Romeinse Curie. Deze oefenen dan ook in zijn naam en op zijn gezag hun functie uit tot heil van de Kerken en ten dienste van de gewijde herders”. Christus Dominus, 9[[646|9]] Zo staat de Curie ten dienste van de paus en van de bisschoppen die “met de opvolger van Petrus het huis van de levende God besturen”. Lumen Gentium, 18[[617|18]] De Curie bewijst deze dienst aan de bisschoppen in hun particuliere Kerken met de gepaste eerbied voor hun verantwoordelijkheid als opvolgers van de Apostelen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
N.v.d.r.: In het Italiaanse origineel is de verwijzing naar "Joh. 21, 51 e.v.". Dit moet waarschijnlijk "Joh. 21, 15 e.v.Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media1. Dienst aan de zending van de Paus.
De Romeinse Curie is in de eerste plaats een instrument van dienst aan de opvolger van Petrus, om hem te helpen in zijn zending van “blijvend en zichtbaar beginsel en fundament van de eenheid, zowel van de bisschoppen als van de menigte van de gelovigen”. Lumen Gentium, 23[[617|23]] Zij is ook van nut voor de bisschoppen, de particuliere Kerken, de bisschoppenconferenties en hun regionale en continentale unies, de Oosterse hiërarchische structuren en andere instellingen en gemeenschappen in de Kerk.
De Romeinse Curie is in de eerste plaats een instrument van dienst aan de opvolger van Petrus, om hem te helpen in zijn zending van “blijvend en zichtbaar beginsel en fundament van de eenheid, zowel van de bisschoppen als van de menigte van de gelovigen”. Lumen Gentium, 23[[617|23]] Zij is ook van nut voor de bisschoppen, de particuliere Kerken, de bisschoppenconferenties en hun regionale en continentale unies, de Oosterse hiërarchische structuren en andere instellingen en gemeenschappen in de Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media2. Medeverantwoordelijkheid in de communio.
Deze hervorming is bedoeld om in de geest van een “heilzame ‘decentralisatie’” Evangelii Gaudium, 16[[4984|16]] aan de verantwoordelijke herders de bevoegdheid te laten om in de uitoefening van “hun eigen taak als leraar” en herder Dei Verbum, 9[[576|9]] de kwesties op te lossen die zij goed kennen Evangelii Gaudium, 31-32[[4984|31-32]] en die niet raken aan de eenheid van leer, discipline en gemeenschap van de Kerk; zij dienen daarbij steeds te handelen vanuit de medeverantwoordelijkheid die vrucht en uitdrukking is van het bijzondere mysterium communionis dat de Kerk is. Lumen Gentium, 8[[617|8]]
Deze hervorming is bedoeld om in de geest van een “heilzame ‘decentralisatie’” Evangelii Gaudium, 16[[4984|16]] aan de verantwoordelijke herders de bevoegdheid te laten om in de uitoefening van “hun eigen taak als leraar” en herder Dei Verbum, 9[[576|9]] de kwesties op te lossen die zij goed kennen Evangelii Gaudium, 31-32[[4984|31-32]] en die niet raken aan de eenheid van leer, discipline en gemeenschap van de Kerk; zij dienen daarbij steeds te handelen vanuit de medeverantwoordelijkheid die vrucht en uitdrukking is van het bijzondere mysterium communionis dat de Kerk is. Lumen Gentium, 8[[617|8]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media3. Dienst aan de zending van de bisschoppen.
Op het gebied van de samenwerking met de bisschoppen bestaat de dienst die de Curie hen wil bewijzen in de eerste plaats in de erkenning en ondersteuning van het werk dat zij voor het Evangelie en de Kerk verrichten, in tijdige raad, in het aanmoedigen van de pastorale bekering die zij bevorderen, in de solidaire steun aan hun verkondigingswerk en aan hun pastorale voorkeursoptie voor de armen, aan de bescherming van minderjarigen en kwetsbare personen, en aan elke bijdrage ten bate van de menselijke familie, de eenheid en de vrede - kortom, steun aan alles wat zij zelf doen om de volkeren op overvloedige wijze leven in Christus te doen bezitten. Deze dienst van de Curie aan de zending van de bisschoppen en aan de communio zoekt zij ook door op broederlijke wijze taken te vervullen van waakzaamheid, ondersteuning en vergroting van de wederzijdse affectieve en effectieve gemeenschap van de opvolger van Petrus met de bisschoppen.
Op het gebied van de samenwerking met de bisschoppen bestaat de dienst die de Curie hen wil bewijzen in de eerste plaats in de erkenning en ondersteuning van het werk dat zij voor het Evangelie en de Kerk verrichten, in tijdige raad, in het aanmoedigen van de pastorale bekering die zij bevorderen, in de solidaire steun aan hun verkondigingswerk en aan hun pastorale voorkeursoptie voor de armen, aan de bescherming van minderjarigen en kwetsbare personen, en aan elke bijdrage ten bate van de menselijke familie, de eenheid en de vrede - kortom, steun aan alles wat zij zelf doen om de volkeren op overvloedige wijze leven in Christus te doen bezitten. Deze dienst van de Curie aan de zending van de bisschoppen en aan de communio zoekt zij ook door op broederlijke wijze taken te vervullen van waakzaamheid, ondersteuning en vergroting van de wederzijdse affectieve en effectieve gemeenschap van de opvolger van Petrus met de bisschoppen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media4. Ondersteuning van de particuliere Kerken en hun bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren.
De katholieke Kerk omvat in de wereld een veelheid van volkeren, talen en culturen; dat maakt dat zij een grote schat aan gedegen ervaring op het gebied van evangelisatie bezit, die niet verloren mag gaan. Door haar dienst ten behoeve van het welzijn van de gehele communio is de Romeinse Curie in staat om vanuit de presentie van de Kerk in de wereld die rijkdom aan kennis bijeen te brengen en te bewerken, samen met de ervaringen van de beste initiatieven en creatieve ideeën op het gebied van evangelisatie van de diverse particuliere Kerken, bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren, en met de manier waarop problemen en uitdagingen creatieve kansen kunnen worden. Zij verzamelt deze ervaringen van de Kerk in haar totaliteit en maakt er de particuliere Kerken, bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren deelgenoot van, ter ondersteuning. Voor een dergelijke uitwisseling en dialoog zijn de bezoeken "ad limina Apostolorum" en de verslagen die de bisschoppen daarover uitbrengen, een belangrijk instrument.
De katholieke Kerk omvat in de wereld een veelheid van volkeren, talen en culturen; dat maakt dat zij een grote schat aan gedegen ervaring op het gebied van evangelisatie bezit, die niet verloren mag gaan. Door haar dienst ten behoeve van het welzijn van de gehele communio is de Romeinse Curie in staat om vanuit de presentie van de Kerk in de wereld die rijkdom aan kennis bijeen te brengen en te bewerken, samen met de ervaringen van de beste initiatieven en creatieve ideeën op het gebied van evangelisatie van de diverse particuliere Kerken, bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren, en met de manier waarop problemen en uitdagingen creatieve kansen kunnen worden. Zij verzamelt deze ervaringen van de Kerk in haar totaliteit en maakt er de particuliere Kerken, bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren deelgenoot van, ter ondersteuning. Voor een dergelijke uitwisseling en dialoog zijn de bezoeken "ad limina Apostolorum" en de verslagen die de bisschoppen daarover uitbrengen, een belangrijk instrument.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media5. Plaatsvervangende aard van de Romeinse Curie.
Elke curiale instelling voert haar zending uit krachtens de macht die zij heeft ontvangen van de bisschop van Rome, in wiens naam zij met plaatsvervangende macht optreedt bij de uitoefening van de haar toevertrouwde munus. Om die reden kan elke gelovige een dicasterie of orgaan voorzitten, al naar gelang de specifieke bevoegdheid, bestuursmacht en functie daarvan.
Elke curiale instelling voert haar zending uit krachtens de macht die zij heeft ontvangen van de bisschop van Rome, in wiens naam zij met plaatsvervangende macht optreedt bij de uitoefening van de haar toevertrouwde munus. Om die reden kan elke gelovige een dicasterie of orgaan voorzitten, al naar gelang de specifieke bevoegdheid, bestuursmacht en functie daarvan.
Referenties naar deze alinea: 1
Over het afwijzen van de oprichting van een "Synodale Raad", als uitvloeisel van de Duitse 'Synodale Weg' ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media6. Spiritualiteit.
De Romeinse Curie draagt slechts bij tot de gemeenschap van de Kerk met de Heer wanneer zij de band bevordert van al haar leden met Christus Jezus, met innerlijke ijver meewerkt met Gods plannen en met de gaven die de Heilige Geest aan zijn Kerk schenkt, en zich inzet ten bate van de roeping van alle gedoopten tot heiligheid. Het is daarom noodzakelijk dat in alle curiale instellingen de dienst aan de ‘Kerk als mysterie’ hand in hand gaat met een ervaring van het verbond met God, die tot uiting komt in het gezamenlijk gebed, de geestelijke vernieuwing en de periodieke gezamenlijke viering van de Eucharistie. Evenzo, dus vanuit de ontmoeting met Jezus Christus, dienen de leden van de Curie hun taak te vervullen in het vreugdevolle besef dat zij leerlingen-missionarissen zijn ten dienste van het gehele Volk van God.
De Romeinse Curie draagt slechts bij tot de gemeenschap van de Kerk met de Heer wanneer zij de band bevordert van al haar leden met Christus Jezus, met innerlijke ijver meewerkt met Gods plannen en met de gaven die de Heilige Geest aan zijn Kerk schenkt, en zich inzet ten bate van de roeping van alle gedoopten tot heiligheid. Het is daarom noodzakelijk dat in alle curiale instellingen de dienst aan de ‘Kerk als mysterie’ hand in hand gaat met een ervaring van het verbond met God, die tot uiting komt in het gezamenlijk gebed, de geestelijke vernieuwing en de periodieke gezamenlijke viering van de Eucharistie. Evenzo, dus vanuit de ontmoeting met Jezus Christus, dienen de leden van de Curie hun taak te vervullen in het vreugdevolle besef dat zij leerlingen-missionarissen zijn ten dienste van het gehele Volk van God.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media7. Persoonlijke integriteit en professionaliteit.
Het gelaat van Christus wordt weerspiegeld in de verscheidenheid van gezichten van zijn leerlingen, die met hun charismatische gaven ten dienste staan van de zending van de Kerk. Daarom worden degenen die in de Curie dienen gekozen uit bisschoppen, priesters, diakens, leden van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven, en leken die zich onderscheiden door hun geestelijk leven, hun goede pastorale ervaring, hun eenvoud van leven en liefde voor de armen, hun geest van gemeenschap en dienstbaarheid, hun bekwaamheid in de zaken die aan hen zijn toevertrouwd, en hun vermogen om de tekenen des tijds te onderscheiden. Daarom moet zorgvuldig aandacht worden besteed aan de keuze en de vorming van het personeel, alsmede aan de organisatie van het werk en de persoonlijke en professionele groei van elk individu.
Het gelaat van Christus wordt weerspiegeld in de verscheidenheid van gezichten van zijn leerlingen, die met hun charismatische gaven ten dienste staan van de zending van de Kerk. Daarom worden degenen die in de Curie dienen gekozen uit bisschoppen, priesters, diakens, leden van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven, en leken die zich onderscheiden door hun geestelijk leven, hun goede pastorale ervaring, hun eenvoud van leven en liefde voor de armen, hun geest van gemeenschap en dienstbaarheid, hun bekwaamheid in de zaken die aan hen zijn toevertrouwd, en hun vermogen om de tekenen des tijds te onderscheiden. Daarom moet zorgvuldig aandacht worden besteed aan de keuze en de vorming van het personeel, alsmede aan de organisatie van het werk en de persoonlijke en professionele groei van elk individu.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media8. Samenwerking tussen de dicasteries.
Het werk in de Curie en in elk van haar instellingen moet gekenmerkt worden door gezamenlijkheid en gedeelde verantwoordelijkheid. De Romeinse Curie moet steeds meer ten dienste staan van de gemeenschap van leven en de eenheid van werk rond de herders van de universele Kerk. Om deze reden moeten de verantwoordelijken van de dicasteries regelmatig samenkomen met de bisschop van Rome, zowel individueel als in gezamenlijke vergaderingen. De periodieke vergaderingen bevorderen de transparantie en een bundeling van krachten om de beleidsplannen van de dicasteries en hun uitvoering te bespreken.
Het werk in de Curie en in elk van haar instellingen moet gekenmerkt worden door gezamenlijkheid en gedeelde verantwoordelijkheid. De Romeinse Curie moet steeds meer ten dienste staan van de gemeenschap van leven en de eenheid van werk rond de herders van de universele Kerk. Om deze reden moeten de verantwoordelijken van de dicasteries regelmatig samenkomen met de bisschop van Rome, zowel individueel als in gezamenlijke vergaderingen. De periodieke vergaderingen bevorderen de transparantie en een bundeling van krachten om de beleidsplannen van de dicasteries en hun uitvoering te bespreken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media9. Interdicasteriële en intradicasteriële vergaderingen.
In vergaderingen tussen dicasteries, die een uitdrukking zijn van de bestaande gemeenschap en samenwerking in de Curie, worden zaken behandeld waarbij verschillende dicasteries betrokken zijn. De taak om zulke vergaderingen bijeen te roepen komt toe aan het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ], dat de functie van pauselijk secretariaat vervult. De gemeenschap en de samenwerking komen ook tot uiting in de geëigende periodieke vergaderingen van de leden van een dicasterie: plenaire zittingen, consulten en congressen. Deze geest moet ook de ontmoetingen van de bisschoppen met de dicasteries bezielen, zowel individueel als collectief, zoals bij gelegenheid van de bezoeken “ad limina Apostolorum”.
In vergaderingen tussen dicasteries, die een uitdrukking zijn van de bestaande gemeenschap en samenwerking in de Curie, worden zaken behandeld waarbij verschillende dicasteries betrokken zijn. De taak om zulke vergaderingen bijeen te roepen komt toe aan het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ], dat de functie van pauselijk secretariaat vervult. De gemeenschap en de samenwerking komen ook tot uiting in de geëigende periodieke vergaderingen van de leden van een dicasterie: plenaire zittingen, consulten en congressen. Deze geest moet ook de ontmoetingen van de bisschoppen met de dicasteries bezielen, zowel individueel als collectief, zoals bij gelegenheid van de bezoeken “ad limina Apostolorum”.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media10. Uiting van katholiciteit.
In de keuze van kardinalen, bisschoppen en andere medewerkers moet de katholiciteit van de Kerk tot uiting komen. Allen die worden uitgenodigd om in de Romeinse Curie te dienen, zijn een teken van gemeenschap en solidariteit met de bisschop van Rome van de kant van de bisschoppen en de oversten van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven, die gekwalificeerde medewerkers uit allerlei culturen ter beschikking stellen van de Romeinse Curie.
In de keuze van kardinalen, bisschoppen en andere medewerkers moet de katholiciteit van de Kerk tot uiting komen. Allen die worden uitgenodigd om in de Romeinse Curie te dienen, zijn een teken van gemeenschap en solidariteit met de bisschop van Rome van de kant van de bisschoppen en de oversten van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven, die gekwalificeerde medewerkers uit allerlei culturen ter beschikking stellen van de Romeinse Curie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media11. Vermindering van dicasteries.
Het bleek noodzakelijk om het aantal dicasteries te verminderen, waarbij die waarvan het doel sterk op elkaar leek of elkaar aanvulde, zijn samengevoegd, en om hun taken te scherper af te bakenen om overlapping van bevoegdheden te voorkomen en hun werkzaamheden doeltreffender te maken.
Het bleek noodzakelijk om het aantal dicasteries te verminderen, waarbij die waarvan het doel sterk op elkaar leek of elkaar aanvulde, zijn samengevoegd, en om hun taken te scherper af te bakenen om overlapping van bevoegdheden te voorkomen en hun werkzaamheden doeltreffender te maken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media12.
De hervorming zoals Paulus VI die wenste, moet allereerst ervoor zorgen dat in de Curie zelf en in de gehele Kerk de vonk van de goddelijke liefde “de beginselen, de leerstellingen en de voornemens die het Concilie heeft geformuleerd, in vuur en vlam zet, zodat deze, vervuld van liefde, in de Kerk en in de wereld daadwerkelijk die vernieuwing van denken en doen, van gebruiken en zedelijke kracht, van vreugde en hoop tot stand kunnen brengen, die het eigenlijke doel van het Concilie is geweest”. Ascolterete tra poco[[749]]
De hervorming zoals Paulus VI die wenste, moet allereerst ervoor zorgen dat in de Curie zelf en in de gehele Kerk de vonk van de goddelijke liefde “de beginselen, de leerstellingen en de voornemens die het Concilie heeft geformuleerd, in vuur en vlam zet, zodat deze, vervuld van liefde, in de Kerk en in de wereld daadwerkelijk die vernieuwing van denken en doen, van gebruiken en zedelijke kracht, van vreugde en hoop tot stand kunnen brengen, die het eigenlijke doel van het Concilie is geweest”. Ascolterete tra poco[[749]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - Algemene Normen (art. 1-43)
- Het begrip Romeinse Curie (art.1)
Artikel 1
De Romeinse Curie is de instelling waarvan de bisschop van Rome gewoonlijk gebruik maakt wanneer hij zijn hoogste pastorale ambt en zijn universele zending in de wereld uitoefent. Zij staat ten dienste van de paus, de opvolger van Petrus, en van de bisschoppen, opvolgers van de apostelen, volgens de modaliteiten die eigen zijn aan eenieders aard. Zij oefent de taak die haar toekomt uit in de geest van het Evangelie, zij werkt ten goede en ten dienste van de gemeenschap, van de eenheid en de opbouw van de universele Kerk, en is bedacht op het beroep dat de wereld doet, waarin de Kerk geroepen is haar zending te vervullen.
De Romeinse Curie is de instelling waarvan de bisschop van Rome gewoonlijk gebruik maakt wanneer hij zijn hoogste pastorale ambt en zijn universele zending in de wereld uitoefent. Zij staat ten dienste van de paus, de opvolger van Petrus, en van de bisschoppen, opvolgers van de apostelen, volgens de modaliteiten die eigen zijn aan eenieders aard. Zij oefent de taak die haar toekomt uit in de geest van het Evangelie, zij werkt ten goede en ten dienste van de gemeenschap, van de eenheid en de opbouw van de universele Kerk, en is bedacht op het beroep dat de wereld doet, waarin de Kerk geroepen is haar zending te vervullen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Pastorale aard van de werkzaamheden van de Curie (art. 2-6)
Artikel 2
Aangezien alle leden van het Volk van God, ieder naar eigen staat, deelnemen aan de zending van de Kerk, moeten zij die in de Romeinse Curie dienen met hen meewerken op een wijze die in verhouding staat met hun kennis en bekwaamheid, alsook met hun pastorale ervaring.
Aangezien alle leden van het Volk van God, ieder naar eigen staat, deelnemen aan de zending van de Kerk, moeten zij die in de Romeinse Curie dienen met hen meewerken op een wijze die in verhouding staat met hun kennis en bekwaamheid, alsook met hun pastorale ervaring.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 3
Het personeel van de Romeinse Curie en de andere instellingen die met de Heilige Stoel zijn verbonden, verleent een pastorale dienst ter ondersteuning van de zending van de bisschop van Rome en van de bisschoppen in hun respectieve verantwoordelijkheden jegens de universele Kerk. Deze dienst moet worden bezield en uitgevoerd met de grootst mogelijke zin voor samenwerking, medeverantwoordelijkheid en respect voor de bekwaamheid van anderen.
Het personeel van de Romeinse Curie en de andere instellingen die met de Heilige Stoel zijn verbonden, verleent een pastorale dienst ter ondersteuning van de zending van de bisschop van Rome en van de bisschoppen in hun respectieve verantwoordelijkheden jegens de universele Kerk. Deze dienst moet worden bezield en uitgevoerd met de grootst mogelijke zin voor samenwerking, medeverantwoordelijkheid en respect voor de bekwaamheid van anderen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 4
Het pastorale karakter van de dienst in de Curie wordt gevoed en verrijkt door een eigen spiritualiteit, die gebaseerd is op de wederzijdse innerlijke verbondenheid die bestaat tussen de universele Kerk en elk van de particuliere Kerken.
Het pastorale karakter van de dienst in de Curie wordt gevoed en verrijkt door een eigen spiritualiteit, die gebaseerd is op de wederzijdse innerlijke verbondenheid die bestaat tussen de universele Kerk en elk van de particuliere Kerken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 5
De eigen aard van de pastorale dienst van de Romeinse Curie vraagt dat eenieder zich bewust is van zijn of haar roeping tot een exemplarisch leven ten overstaan van de Kerk en de wereld. Dit brengt voor allen de zware plicht met zich mee om leerlingen-missionarissen te zijn, d.i. voorbeelden van toewijding, geestelijk leven, hartelijkheid jegens hen die zich tot de Curie wenden, en dienstbaarheid.
De eigen aard van de pastorale dienst van de Romeinse Curie vraagt dat eenieder zich bewust is van zijn of haar roeping tot een exemplarisch leven ten overstaan van de Kerk en de wereld. Dit brengt voor allen de zware plicht met zich mee om leerlingen-missionarissen te zijn, d.i. voorbeelden van toewijding, geestelijk leven, hartelijkheid jegens hen die zich tot de Curie wenden, en dienstbaarheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 6
Naast hun dienst in de Romeinse Curie moeten geestelijken, waar mogelijk en zonder afbreuk te doen aan hun bureauwerk, zich tevens bezighouden met de zorg voor de zielen. Op hun beurt moeten de leden van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven alsook de leken meewerken aan de pastorale activiteiten van hun eigen gemeenschappen of van andere kerkelijke instanties, al naar gelang ieders mogelijkheden en bekwaamheden.
Naast hun dienst in de Romeinse Curie moeten geestelijken, waar mogelijk en zonder afbreuk te doen aan hun bureauwerk, zich tevens bezighouden met de zorg voor de zielen. Op hun beurt moeten de leden van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven alsook de leken meewerken aan de pastorale activiteiten van hun eigen gemeenschappen of van andere kerkelijke instanties, al naar gelang ieders mogelijkheden en bekwaamheden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Werkbeginselen van de Romeinse Curie (art. 7-11)
Artikel 7
§ 1. Voor de goede werking van elk onderdeel van de Romeinse Curie is het onontbeerlijk dat degenen die er werken niet alleen toewijd en integer zijn, maar ook gekwalificeerd. Dit vraagt om professionaliteit, oftewel bekwaamheid en vaardigheid wat betreft het specifieke werk dat men geroepen is te doen. Deze professionaliteit wordt gevormd en verworven in de loop der tijd, door ervaring, studie en bijscholing; het is echter noodzakelijk dat men van meet af aan over voldoende voorbereiding op het werkveld beschikt.
§ 2. De verschillende onderdelen van de Romeinse Curie moeten, elk al naar gelang hun aard en bevoegdheid, zorgen voor een permanente vorming van hun personeel.
§ 1. Voor de goede werking van elk onderdeel van de Romeinse Curie is het onontbeerlijk dat degenen die er werken niet alleen toewijd en integer zijn, maar ook gekwalificeerd. Dit vraagt om professionaliteit, oftewel bekwaamheid en vaardigheid wat betreft het specifieke werk dat men geroepen is te doen. Deze professionaliteit wordt gevormd en verworven in de loop der tijd, door ervaring, studie en bijscholing; het is echter noodzakelijk dat men van meet af aan over voldoende voorbereiding op het werkveld beschikt.
§ 2. De verschillende onderdelen van de Romeinse Curie moeten, elk al naar gelang hun aard en bevoegdheid, zorgen voor een permanente vorming van hun personeel.
Referenties naar deze alinea: 1
Over de samenwerking tussen de Dicasteries van de Romeinse Curie en het Algemeen Secretariaat van de Synode ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 8
§ 1. Het werk van elk onderdeel van de Romeinse Curie moet steeds geïnspireerd zijn door criteria van rationaliteit en functionaliteit, beantwoordend aan de omstandigheden die zich in de loop der tijd voordoen en zich aanpassend aan de behoeften van de universele Kerk en van de particuliere Kerken.
§ 2. De functionaliteit, gericht op het bieden van de beste en meest doeltreffende dienst, vereist dat degenen die in de Romeinse Curie dienen steeds bereid zijn hun werk te verrichten op basis van de noden die zich aandienen.
§ 1. Het werk van elk onderdeel van de Romeinse Curie moet steeds geïnspireerd zijn door criteria van rationaliteit en functionaliteit, beantwoordend aan de omstandigheden die zich in de loop der tijd voordoen en zich aanpassend aan de behoeften van de universele Kerk en van de particuliere Kerken.
§ 2. De functionaliteit, gericht op het bieden van de beste en meest doeltreffende dienst, vereist dat degenen die in de Romeinse Curie dienen steeds bereid zijn hun werk te verrichten op basis van de noden die zich aandienen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 9
§ 1. Elk dicasterie, orgaan of bureau is geroepen om de eigen dienstverlening, juist omwille van de zending waaraan het deelneemt, te verrichten in lijn met de andere dicasteries, organen of bureaus, in een dynamiek van wederzijdse samenwerking, elk volgens zijn eigen bevoegdheid, in een voortdurende onderlinge afhankelijkheid en onderlinge verbondenheid inzake de werkzaamheden.
§ 2. Deze eenheid van lijn moet ook binnen elk dicasterie, orgaan of bureau door allen worden nagestreefd. Zij dienen hun taak op zodanige wijze te vervullen dat eenieders werkzaamheden een gedisciplineerde en doeltreffende werking bevorderen, die de culturele, taalkundige en nationale verschillen overstijgt.
§ 3. De bepalingen van de §§ 1 en 2 gelden ook voor het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ], op de wijze die past bij zijn eigenheid als pauselijk secretariaat.
§ 1. Elk dicasterie, orgaan of bureau is geroepen om de eigen dienstverlening, juist omwille van de zending waaraan het deelneemt, te verrichten in lijn met de andere dicasteries, organen of bureaus, in een dynamiek van wederzijdse samenwerking, elk volgens zijn eigen bevoegdheid, in een voortdurende onderlinge afhankelijkheid en onderlinge verbondenheid inzake de werkzaamheden.
§ 2. Deze eenheid van lijn moet ook binnen elk dicasterie, orgaan of bureau door allen worden nagestreefd. Zij dienen hun taak op zodanige wijze te vervullen dat eenieders werkzaamheden een gedisciplineerde en doeltreffende werking bevorderen, die de culturele, taalkundige en nationale verschillen overstijgt.
§ 3. De bepalingen van de §§ 1 en 2 gelden ook voor het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ], op de wijze die past bij zijn eigenheid als pauselijk secretariaat.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 10
Elk dicasterie, orgaan of bureau dient bij de uitoefening van zijn werkzaamheden regelmatig en getrouw gebruik te maken van de overlegorganen die in deze apostolische constitutie zijn voorzien, zoals het congres, de gewone en de plenaire zittingen. Er moeten ook regelmatig vergaderingen van dicasteriehoofden en interdicasteriële vergaderingen worden gehouden.
Elk dicasterie, orgaan of bureau dient bij de uitoefening van zijn werkzaamheden regelmatig en getrouw gebruik te maken van de overlegorganen die in deze apostolische constitutie zijn voorzien, zoals het congres, de gewone en de plenaire zittingen. Er moeten ook regelmatig vergaderingen van dicasteriehoofden en interdicasteriële vergaderingen worden gehouden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 11
Overeenkomstig zijn eigen taak en bevoegdheid is het Arbeidsbureau van de Heilige Stoel verantwoordelijk voor alle aangelegenheden betreffende de tewerkstelling van het personeel van de Romeinse Curie en alles wat daarmee te maken heeft, ter bescherming en bevordering van de rechten van de werknemers, volgens de beginselen van de sociale leer van de Kerk.
Overeenkomstig zijn eigen taak en bevoegdheid is het Arbeidsbureau van de Heilige Stoel verantwoordelijk voor alle aangelegenheden betreffende de tewerkstelling van het personeel van de Romeinse Curie en alles wat daarmee te maken heeft, ter bescherming en bevordering van de rechten van de werknemers, volgens de beginselen van de sociale leer van de Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Structuur van de Romeinse Curie (art. 12-19)
Artikel 12
§ 1. De Romeinse Curie bestaat uit het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ], de dicasteries en de organen, die alle juridisch op hetzelfde niveau staan.
§ 2. Onder de term ‘curiale instellingen’ worden verstaan de in § 1 genoemde onderdelen van de Romeinse Curie.
§ 3. De bureaus van de Romeinse Curie zijn de Prefectuur van het Pauselijk Huis[6064 |+ 308 ], het Bureau voor de Liturgische Vieringen van de Paus[6064 |+ 312 ], en de camerlengo van de Heilige Roomse Kerk[6064 |+ 317 ].
§ 1. De Romeinse Curie bestaat uit het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ], de dicasteries en de organen, die alle juridisch op hetzelfde niveau staan.
§ 2. Onder de term ‘curiale instellingen’ worden verstaan de in § 1 genoemde onderdelen van de Romeinse Curie.
§ 3. De bureaus van de Romeinse Curie zijn de Prefectuur van het Pauselijk Huis[6064 |+ 308 ], het Bureau voor de Liturgische Vieringen van de Paus[6064 |+ 312 ], en de camerlengo van de Heilige Roomse Kerk[6064 |+ 317 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 13
§ 1. Elke curiale instelling bestaat uit een prefect of equivalent, een passend aantal leden, één of meer secretarissen die de prefect bijstaan, samen met – zij het ondergeschikt – één of meer ondersecretarissen, die terzijde worden gestaan door de verschillende beambten en consultoren.
§ 2. Een curiale instelling kan wegens haar bijzondere eigen aard of krachtens een speciale wet een andere structuur hebben dan die welke in § 1 is vastgesteld.
§ 1. Elke curiale instelling bestaat uit een prefect of equivalent, een passend aantal leden, één of meer secretarissen die de prefect bijstaan, samen met – zij het ondergeschikt – één of meer ondersecretarissen, die terzijde worden gestaan door de verschillende beambten en consultoren.
§ 2. Een curiale instelling kan wegens haar bijzondere eigen aard of krachtens een speciale wet een andere structuur hebben dan die welke in § 1 is vastgesteld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 14
§ 1. De curiale instelling wordt bestuurd door de prefect, of een equivalent, die haar leidt en vertegenwoordigt.
§ 2. De secretaris staat, met medewerking van de ondersecretaris of ondersecretarissen, de prefect bij in de behandeling van de zaken van de curiale instelling en in de leiding van het personeel.
§ 3. De beambten, die zoveel mogelijk afkomstig moeten zijn uit de verschillende delen van de wereld opdat de Romeinse Curie de universaliteit van de Kerk weerspiegelt, moeten worden geselecteerd uit geestelijken, leden van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven, en leken, die zich onderscheiden door de nodige ervaring, door kennis gestaafd door de juiste diploma’s, en door deugdzaamheid en voorzichtigheid. Zij moeten volgens objectieve en transparante criteria worden uitgekozen en een passend aantal jaren ervaring op pastoraal gebied hebben.
§ 4. De geschiktheid van de kandidaat-beambten wordt op de gepaste wijze geverifieerd.
§ 5. Bij de keuze van geestelijken als beambten wordt zoveel mogelijk gestreefd naar een juist evenwicht tussen enerzijds diocesane of eparchiale geestelijken en anderzijds leden van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven.
§ 1. De curiale instelling wordt bestuurd door de prefect, of een equivalent, die haar leidt en vertegenwoordigt.
§ 2. De secretaris staat, met medewerking van de ondersecretaris of ondersecretarissen, de prefect bij in de behandeling van de zaken van de curiale instelling en in de leiding van het personeel.
§ 3. De beambten, die zoveel mogelijk afkomstig moeten zijn uit de verschillende delen van de wereld opdat de Romeinse Curie de universaliteit van de Kerk weerspiegelt, moeten worden geselecteerd uit geestelijken, leden van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven, en leken, die zich onderscheiden door de nodige ervaring, door kennis gestaafd door de juiste diploma’s, en door deugdzaamheid en voorzichtigheid. Zij moeten volgens objectieve en transparante criteria worden uitgekozen en een passend aantal jaren ervaring op pastoraal gebied hebben.
§ 4. De geschiktheid van de kandidaat-beambten wordt op de gepaste wijze geverifieerd.
§ 5. Bij de keuze van geestelijken als beambten wordt zoveel mogelijk gestreefd naar een juist evenwicht tussen enerzijds diocesane of eparchiale geestelijken en anderzijds leden van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 15
De leden van de curiale instellingen worden benoemd uit zowel de kardinalen die te Rome verblijven als daarbuiten. Aan hen worden toegevoegd, op basis van hun deskundigheid in de betreffende materie, enkele vooral diocesane of eparchiale bisschoppen, alsmede, al naar gelang de aard van het dicasterie, enkele priesters en diakens, enkele leden van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven, en enkele lekengelovigen.
De leden van de curiale instellingen worden benoemd uit zowel de kardinalen die te Rome verblijven als daarbuiten. Aan hen worden toegevoegd, op basis van hun deskundigheid in de betreffende materie, enkele vooral diocesane of eparchiale bisschoppen, alsmede, al naar gelang de aard van het dicasterie, enkele priesters en diakens, enkele leden van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven, en enkele lekengelovigen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 16
De consultoren van de curiale instellingen en van de bureaus worden benoemd uit gelovigen die zich onderscheiden door kennis van zaken, bewezen bekwaamheid en voorzichtigheid. Bij hun selectie en keuze moet zoveel mogelijk het criterium van universaliteit in acht worden genomen.
De consultoren van de curiale instellingen en van de bureaus worden benoemd uit gelovigen die zich onderscheiden door kennis van zaken, bewezen bekwaamheid en voorzichtigheid. Bij hun selectie en keuze moet zoveel mogelijk het criterium van universaliteit in acht worden genomen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 17
§ 1. De prefect of diens equivalent, de leden, de secretaris, de ondersecretaris en de andere hoge beambten die zijn aangesteld als bureauhoofden, hun equivalenten of deskundigen, alsmede de consultoren, worden door de bisschop van Rome benoemd voor een ambtstermijn van vijf jaar.
§ 2. Wanneer de prefect en de secretaris de leeftijd hebben bereikt die in het Algemeen Reglement van de Romeinse Curie is vastgesteld, moeten zij hun ontslag aanbieden aan de bisschop van Rome, die met inachtneming van alle omstandigheden de nodige voorzieningen zal treffen.
§ 3. Wanneer leden van een dicasterie de leeftijd van tachtig jaar hebben bereikt, vervallen zij van hun ambt. Zij die uit hoofde van een ander ambt tot een van de curiale instellingen behoren, houden eveneens op lid te zijn wanneer dat ambt vervallen is.
§ 4. In de regel keren de beambten afkomstig uit de geestelijkheid, de instituten van Godgewijd leven en de gemeenschappen van apostolisch leven die in de curiale instellingen en bureaus hebben gediend, na een ambtstermijn van vijf jaar terug naar de pastorale zorg in hun bisdom of eparchie, of in de instituten of gemeenschappen waartoe zij behoren. Indien de oversten van de Romeinse Curie zulks opportuun achten, kan hun dienst met een periode van nog eens vijf jaar worden verlengd.
§ 1. De prefect of diens equivalent, de leden, de secretaris, de ondersecretaris en de andere hoge beambten die zijn aangesteld als bureauhoofden, hun equivalenten of deskundigen, alsmede de consultoren, worden door de bisschop van Rome benoemd voor een ambtstermijn van vijf jaar.
§ 2. Wanneer de prefect en de secretaris de leeftijd hebben bereikt die in het Algemeen Reglement van de Romeinse Curie is vastgesteld, moeten zij hun ontslag aanbieden aan de bisschop van Rome, die met inachtneming van alle omstandigheden de nodige voorzieningen zal treffen.
§ 3. Wanneer leden van een dicasterie de leeftijd van tachtig jaar hebben bereikt, vervallen zij van hun ambt. Zij die uit hoofde van een ander ambt tot een van de curiale instellingen behoren, houden eveneens op lid te zijn wanneer dat ambt vervallen is.
§ 4. In de regel keren de beambten afkomstig uit de geestelijkheid, de instituten van Godgewijd leven en de gemeenschappen van apostolisch leven die in de curiale instellingen en bureaus hebben gediend, na een ambtstermijn van vijf jaar terug naar de pastorale zorg in hun bisdom of eparchie, of in de instituten of gemeenschappen waartoe zij behoren. Indien de oversten van de Romeinse Curie zulks opportuun achten, kan hun dienst met een periode van nog eens vijf jaar worden verlengd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 18
§ 1. Ingeval de Heilige Stoel vacant wordt, vervallen alle hoofden en leden van de curiale instituten van hun ambt. Er wordt een uitzondering gemaakt voor de Groot-Penitentiarius, die de gewone, onder zijn bevoegdheid vallende zaken blijft behartigen en die voorlegt aan het College van Kardinalen wat hij anders aan de bisschop van Rome zou rapporteren, en voor de aalmoezenier van Zijne Heiligheid[6064 |+ 133 ], die doorgaat met de beoefening van de werken van barmhartigheid volgens de criteria die gebruikt werden tijdens het afgelopen pontificaat; hij valt nu echter onder het College van Kardinalen, tot de verkiezing van de nieuwe bisschop van Rome.
§ 2. Tijdens de sedisvacatie nemen de secretarissen het gewone bestuur waar van de curiale instellingen, waarbij zij zich alleen met de gewone bestuurszaken bezighouden. Binnen drie maanden na de verkiezing van de bisschop van Rome moeten zij door hem in hun ambt worden bevestigd.
§ 3. De Meester van de pauselijke Liturgische Vieringen vervult de plichten voorzien in de normen betreffende het vacant komen van de Heilige Stoel en de verkiezing van de bisschop van Rome.
§ 1. Ingeval de Heilige Stoel vacant wordt, vervallen alle hoofden en leden van de curiale instituten van hun ambt. Er wordt een uitzondering gemaakt voor de Groot-Penitentiarius, die de gewone, onder zijn bevoegdheid vallende zaken blijft behartigen en die voorlegt aan het College van Kardinalen wat hij anders aan de bisschop van Rome zou rapporteren, en voor de aalmoezenier van Zijne Heiligheid[6064 |+ 133 ], die doorgaat met de beoefening van de werken van barmhartigheid volgens de criteria die gebruikt werden tijdens het afgelopen pontificaat; hij valt nu echter onder het College van Kardinalen, tot de verkiezing van de nieuwe bisschop van Rome.
§ 2. Tijdens de sedisvacatie nemen de secretarissen het gewone bestuur waar van de curiale instellingen, waarbij zij zich alleen met de gewone bestuurszaken bezighouden. Binnen drie maanden na de verkiezing van de bisschop van Rome moeten zij door hem in hun ambt worden bevestigd.
§ 3. De Meester van de pauselijke Liturgische Vieringen vervult de plichten voorzien in de normen betreffende het vacant komen van de Heilige Stoel en de verkiezing van de bisschop van Rome.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 19
Elk van de curiale instellingen en bureaus beschikt over een eigen lopend archief, waarin de ontvangen documenten en de kopieën van de verzonden documenten worden geregistreerd en op ordelijke, veilige en adequate manier worden bewaard.
Elk van de curiale instellingen en bureaus beschikt over een eigen lopend archief, waarin de ontvangen documenten en de kopieën van de verzonden documenten worden geregistreerd en op ordelijke, veilige en adequate manier worden bewaard.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Bevoegdheid en procedure van de curiale instellingen (art. 20-33)
Artikel 20
De bevoegdheid van de curiale instellingen wordt gewoonlijk bepaald op grond van de materie. Het is echter ook mogelijk dat bevoegdheden op andere gronden worden vastgesteld.
De bevoegdheid van de curiale instellingen wordt gewoonlijk bepaald op grond van de materie. Het is echter ook mogelijk dat bevoegdheden op andere gronden worden vastgesteld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 21
Elk van de curiale instellingen, op het gebied van haar eigen bevoegdheid:
Elk van de curiale instellingen, op het gebied van haar eigen bevoegdheid:
- behandelt de zaken die naar hun aard of door wettelijke bepalingen aan de Heilige Stoel zijn voorbehouden;
- behandelt de zaken toegewezen door de bisschop van Rome;
- onderzoekt de vraagstukken en problemen die de bevoegdheid van afzonderlijke diocesane of eparchiale bisschoppen of bisschoppelijke organen (conferenties of Oosterse hiërarchische structuren) overstijgen;
- bestudeert de ernstiger problemen van de huidige tijd, teneinde het pastorale handelen van de Kerk op een meer adequate, geregelde en doeltreffende wijze te bevorderen, steeds in goede verstandhouding met de particuliere Kerken, bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies en de Oosterse hiërarchische structuren, en met eerbiediging van hun eigen bevoegdheden.
- bevordert, begunstigt en stimuleert de initiatieven en voorstellen die het welzijn van de universele Kerk dienen;
- onderzoekt en beslist zo nodig over kwesties die de gelovigen, gebruik makend van hun recht, rechtstreeks aan de Heilige Stoel voorleggen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 22
Eventuele bevoegdheidsconflicten tussen dicasteries onderling en tussen dicasteries en het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ] worden voorgelegd aan de Hoogste Rechtbank van de Apostolische Signatuur[6064 |+ 264 ], tenzij de bisschop van Rome op een andere manier erin wil voorzien.
Eventuele bevoegdheidsconflicten tussen dicasteries onderling en tussen dicasteries en het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ] worden voorgelegd aan de Hoogste Rechtbank van de Apostolische Signatuur[6064 |+ 264 ], tenzij de bisschop van Rome op een andere manier erin wil voorzien.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 23
Elk van de curiale instellingen behandelt de aangelegenheden die onder haar bevoegdheid vallen in overeenstemming met het universele recht en het bijzondere recht van de Romeinse Curie, alsook in overeenstemming met haar eigen normen, waarbij zij het recht altijd met canonieke billijkheid toepast, met oog en zorg voor gerechtigheid, voor het welzijn van de Kerk en voor het heil van de zielen.
Elk van de curiale instellingen behandelt de aangelegenheden die onder haar bevoegdheid vallen in overeenstemming met het universele recht en het bijzondere recht van de Romeinse Curie, alsook in overeenstemming met haar eigen normen, waarbij zij het recht altijd met canonieke billijkheid toepast, met oog en zorg voor gerechtigheid, voor het welzijn van de Kerk en voor het heil van de zielen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 24
De hoofden van de curiale instellingen, of in hun plaats de secretarissen, worden persoonlijk door de bisschop van Rome ontvangen in de door hem bepaalde vorm, om regelmatig en frequent verslag uit te brengen over lopende zaken, activiteiten en programma’s.
De hoofden van de curiale instellingen, of in hun plaats de secretarissen, worden persoonlijk door de bisschop van Rome ontvangen in de door hem bepaalde vorm, om regelmatig en frequent verslag uit te brengen over lopende zaken, activiteiten en programma’s.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 25
Het is de taak van het dicasteriehoofd, tenzij voor afzonderlijke dicasteries anders is bepaald, het congres bijeen te roepen, bestaande uit het hoofd zelf, de secretaris, de ondersecretaris en, naar goeddunken van het dicasteriehoofd, alle of een deel der beambten:
Het is de taak van het dicasteriehoofd, tenzij voor afzonderlijke dicasteries anders is bepaald, het congres bijeen te roepen, bestaande uit het hoofd zelf, de secretaris, de ondersecretaris en, naar goeddunken van het dicasteriehoofd, alle of een deel der beambten:
- om specifieke kwesties te onderzoeken en per direct besluit te voorzien in hun oplossing, ofwel voor te stellen deze kwesties voor te leggen aan de gewone of de plenaire zitting of aan een interdicasteriële vergadering, of ze voor te leggen aan de bisschop van Rome;
- om kwesties die bijzondere studie behoeven toe te vertrouwen aan de consultoren of andere deskundigen;
- om verzoeken om volmachten en rescripties te onderzoeken, conform de bevoegdheden van het dicasterie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 26
§ 1. De leden van de dicasteries komen in gewone zittingen en plenaire zittingen bijeen.
§ 2. Voor de gewone zittingen betreffende de gebruikelijke of vaak terugkomende zaken is het voldoende dat de dicasterieleden worden opgeroepen die in Urbe verblijven.
§ 3. Voor de plenaire zitting worden alle dicasterieleden opgeroepen. Zij moet om de twee jaar worden gehouden, tenzij de Ordo servandus van het dicasterie een langere periode bepaalt, en altijd pas nadat de bisschop van Rome ervan op de hoogte is gebracht. Aan de plenaire zitting zijn voorbehouden de zaken en vraagstukken van groter belang, die als zodanig worden bepaald door de eigen aard van het dicasterie. Zij moet ook, wanneer dit opportuun is, worden bijeengeroepen voor kwesties die aan algemene beginselen raken en voor kwesties die het dicasteriehoofd nodig acht om op deze wijze te behandelen.
§ 4. Bij de werkplanning van de zittingen, met name de plenaire waarvoor de aanwezigheid van alle leden vereist is, moet men streven naar rationalisering van de verplaatsingen door mede gebruik te maken van videoconferenties en andere voldoende besloten en veilige communicatiemiddelen, die een doeltreffende samenwerking mogelijk maken, ook als men niet fysiek op dezelfde plaats aanwezig is.
§ 5. De secretaris neemt deel aan alle zittingen met stemrecht.
§ 1. De leden van de dicasteries komen in gewone zittingen en plenaire zittingen bijeen.
§ 2. Voor de gewone zittingen betreffende de gebruikelijke of vaak terugkomende zaken is het voldoende dat de dicasterieleden worden opgeroepen die in Urbe verblijven.
§ 3. Voor de plenaire zitting worden alle dicasterieleden opgeroepen. Zij moet om de twee jaar worden gehouden, tenzij de Ordo servandus van het dicasterie een langere periode bepaalt, en altijd pas nadat de bisschop van Rome ervan op de hoogte is gebracht. Aan de plenaire zitting zijn voorbehouden de zaken en vraagstukken van groter belang, die als zodanig worden bepaald door de eigen aard van het dicasterie. Zij moet ook, wanneer dit opportuun is, worden bijeengeroepen voor kwesties die aan algemene beginselen raken en voor kwesties die het dicasteriehoofd nodig acht om op deze wijze te behandelen.
§ 4. Bij de werkplanning van de zittingen, met name de plenaire waarvoor de aanwezigheid van alle leden vereist is, moet men streven naar rationalisering van de verplaatsingen door mede gebruik te maken van videoconferenties en andere voldoende besloten en veilige communicatiemiddelen, die een doeltreffende samenwerking mogelijk maken, ook als men niet fysiek op dezelfde plaats aanwezig is.
§ 5. De secretaris neemt deel aan alle zittingen met stemrecht.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 27
§ 1. Het is de taak van de consultoren en hun equivalenten om het hun toevertrouwde vraagstuk te bestuderen en, meestal schriftelijk, van advies te voorzien.
§ 2. Wanneer dit nodig wordt geacht en passend bij de eigen aard van het dicasterie, kunnen de consultoren - allen of een deel van hen, gelet op hun specifieke bevoegdheden - collegiaal bijeengeroepen worden om bepaalde vraagstukken te bestuderen en hun advies te geven.
§ 3. In bepaalde gevallen kunnen ook niet-consultoren geraadpleegd worden, die bekend staan om hun bijzondere deskundigheid en ervaring op het gebied van het te behandelen vraagstuk.
§ 1. Het is de taak van de consultoren en hun equivalenten om het hun toevertrouwde vraagstuk te bestuderen en, meestal schriftelijk, van advies te voorzien.
§ 2. Wanneer dit nodig wordt geacht en passend bij de eigen aard van het dicasterie, kunnen de consultoren - allen of een deel van hen, gelet op hun specifieke bevoegdheden - collegiaal bijeengeroepen worden om bepaalde vraagstukken te bestuderen en hun advies te geven.
§ 3. In bepaalde gevallen kunnen ook niet-consultoren geraadpleegd worden, die bekend staan om hun bijzondere deskundigheid en ervaring op het gebied van het te behandelen vraagstuk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 28
§ 1. De zaken van gemengde bevoegdheid, d.w.z. die onder meer dan één dicasterie vallen, worden door de betrokken dicasteries gezamenlijk onderzocht.
§ 2. Het hoofd van het dicasterie waarbij de zaak het eerst aanhangig is gemaakt, roept ambtshalve of op verzoek van een ander betrokken dicasterie de vergadering bijeen om de verschillende standpunten met elkaar te vergelijken en dienaangaande een besluit te nemen.
§ 3. Indien de aard van het vraagstuk zulks vereist, wordt het voorgelegd aan de gezamenlijke plenaire zitting van de betrokken dicasteries.
§ 4. De gezamenlijke vergadering wordt voorgezeten door het dicasteriehoofd dat haar heeft bijeengeroepen, of door de secretaris, indien alleen de secretarissen aanwezig zijn.
§ 5. Voor de behandeling van zaken van gemengde bevoegdheid die veelvuldig en onderling overleg vereisen, stelt het hoofd van het dicasterie dat als eerste de zaak in behandeling heeft genomen of waarbij de zaak het eerst aanhangig is gemaakt, een passende interdicasteriële commissie in, wanneer dit nodig wordt geacht en nadat de goedkeuring van de bisschop van Rome is verkregen.
§ 1. De zaken van gemengde bevoegdheid, d.w.z. die onder meer dan één dicasterie vallen, worden door de betrokken dicasteries gezamenlijk onderzocht.
§ 2. Het hoofd van het dicasterie waarbij de zaak het eerst aanhangig is gemaakt, roept ambtshalve of op verzoek van een ander betrokken dicasterie de vergadering bijeen om de verschillende standpunten met elkaar te vergelijken en dienaangaande een besluit te nemen.
§ 3. Indien de aard van het vraagstuk zulks vereist, wordt het voorgelegd aan de gezamenlijke plenaire zitting van de betrokken dicasteries.
§ 4. De gezamenlijke vergadering wordt voorgezeten door het dicasteriehoofd dat haar heeft bijeengeroepen, of door de secretaris, indien alleen de secretarissen aanwezig zijn.
§ 5. Voor de behandeling van zaken van gemengde bevoegdheid die veelvuldig en onderling overleg vereisen, stelt het hoofd van het dicasterie dat als eerste de zaak in behandeling heeft genomen of waarbij de zaak het eerst aanhangig is gemaakt, een passende interdicasteriële commissie in, wanneer dit nodig wordt geacht en nadat de goedkeuring van de bisschop van Rome is verkregen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 29
§ 1. De curiale instelling die een algemeen document opstelt, zendt de tekst, alvorens deze aan de bisschop van Rome voor te leggen, toe aan de andere betrokken curiale instellingen met de vraag om opmerkingen, wijzigingen en suggesties ter vervolmaking van de tekst, zodat men na de verschillende gezichtspunten en meningen naast elkaar te hebben gelegd, kan komen tot een eenstemmige toepassing van het document.
§ 2. De documenten of verklaringen over zaken die gerelateerd zijn aan de betrekkingen met de staten en met de andere subjecten van internationaal recht behoeven het voorafgaande nihil obstat van het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ].
§ 1. De curiale instelling die een algemeen document opstelt, zendt de tekst, alvorens deze aan de bisschop van Rome voor te leggen, toe aan de andere betrokken curiale instellingen met de vraag om opmerkingen, wijzigingen en suggesties ter vervolmaking van de tekst, zodat men na de verschillende gezichtspunten en meningen naast elkaar te hebben gelegd, kan komen tot een eenstemmige toepassing van het document.
§ 2. De documenten of verklaringen over zaken die gerelateerd zijn aan de betrekkingen met de staten en met de andere subjecten van internationaal recht behoeven het voorafgaande nihil obstat van het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 30
Een curiale instelling mag geen wetten of algemene decreten met kracht van wet uitvaardigen, noch afwijken van de voorschriften van het geldende universele recht, behalve in individuele en bijzondere gevallen die specifiek door de bisschop van Rome zijn goedgekeurd.
Een curiale instelling mag geen wetten of algemene decreten met kracht van wet uitvaardigen, noch afwijken van de voorschriften van het geldende universele recht, behalve in individuele en bijzondere gevallen die specifiek door de bisschop van Rome zijn goedgekeurd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 31
§ 1. Het is een dwingende norm dat in belangrijke of buitengewone zaken niets mag worden gedaan, voordat het hoofd van een curiale instelling dit heeft meegedeeld aan de bisschop van Rome.
§ 2. De besluiten en resoluties betreffende aangelegenheden van groter belang moeten ter goedkeuring aan de bisschop van Rome worden voorgelegd, met uitzondering van besluiten waarvoor aan de curiale instelling bijzondere volmacht is verleend, en van de vonnissen van het Tribunaal van de Romeinse Rota en van de Hoogste Rechtbank van de Apostolische Signatuur die binnen de grenzen van de eigen bevoegdheid zijn gewezen.
§ 3. Met betrekking tot de bijzondere volmachten die aan elke curiale instelling zijn verleend, is de prefect of diens equivalent verplicht om periodiek met de bisschop van Rome deze volmachten te controleren en evalueren op hun doeltreffendheid en uitvoerbaarheid, hun juiste toewijzing binnen de Romeinse Curie en hun doelmatigheid voor de universele Kerk.
§ 1. Het is een dwingende norm dat in belangrijke of buitengewone zaken niets mag worden gedaan, voordat het hoofd van een curiale instelling dit heeft meegedeeld aan de bisschop van Rome.
§ 2. De besluiten en resoluties betreffende aangelegenheden van groter belang moeten ter goedkeuring aan de bisschop van Rome worden voorgelegd, met uitzondering van besluiten waarvoor aan de curiale instelling bijzondere volmacht is verleend, en van de vonnissen van het Tribunaal van de Romeinse Rota en van de Hoogste Rechtbank van de Apostolische Signatuur die binnen de grenzen van de eigen bevoegdheid zijn gewezen.
§ 3. Met betrekking tot de bijzondere volmachten die aan elke curiale instelling zijn verleend, is de prefect of diens equivalent verplicht om periodiek met de bisschop van Rome deze volmachten te controleren en evalueren op hun doeltreffendheid en uitvoerbaarheid, hun juiste toewijzing binnen de Romeinse Curie en hun doelmatigheid voor de universele Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 32
§ 1. Hiërarchische beroepszaken worden volgens de norm der wet ontvangen, onderzocht en beslist door de bevoegde curiale instellingen. In geval van twijfel over de vaststelling van de bevoegdheid beslist de Hoogste Rechtbank van de Apostolische Signatuur.
§ 2. De zaken die op gerechtelijke wijze moeten worden behandeld, worden aan de bevoegde rechtbanken voorgelegd.
§ 1. Hiërarchische beroepszaken worden volgens de norm der wet ontvangen, onderzocht en beslist door de bevoegde curiale instellingen. In geval van twijfel over de vaststelling van de bevoegdheid beslist de Hoogste Rechtbank van de Apostolische Signatuur.
§ 2. De zaken die op gerechtelijke wijze moeten worden behandeld, worden aan de bevoegde rechtbanken voorgelegd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 33
De curiale instellingen werken overeenkomstig hun respectieve specifieke bevoegdheden mee aan de werkzaamheden van het Algemeen Secretariaat van de Synode, met inachtneming van de normen vastgesteld door de Synode zelf. Deze verleent doeltreffend medewerking aan de bisschop van Rome, op de door hem vastgestelde of vast te stellen wijze, in de zaken van groter belang, voor het welzijn van heel de Kerk.
De curiale instellingen werken overeenkomstig hun respectieve specifieke bevoegdheden mee aan de werkzaamheden van het Algemeen Secretariaat van de Synode, met inachtneming van de normen vastgesteld door de Synode zelf. Deze verleent doeltreffend medewerking aan de bisschop van Rome, op de door hem vastgestelde of vast te stellen wijze, in de zaken van groter belang, voor het welzijn van heel de Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Vergadering van de hoofden der curiale instellingen (art. 34-35)
Artikel 34
§ 1. Ter bevordering van een grotere coherentie en transparantie van het werk van de Curie worden de hoofden der curiale instellingen op last van de bisschop van Rome regelmatig bijeengeroepen om gezamenlijk de werkplannen van de afzonderlijke instellingen en de uitvoering daarvan te bespreken; om het gezamenlijke werk te coördineren; om informatie te geven en te ontvangen en zaken van groter belang te onderzoeken; om adviezen te geven en suggesties te doen; om besluiten te nemen die moeten worden voorgelegd aan de bisschop van Rome.
§ 2. De vergaderingen worden bijeengeroepen en gecoördineerd door de staatssecretaris, in overeenstemming met de bisschop met Rome.
§ 1. Ter bevordering van een grotere coherentie en transparantie van het werk van de Curie worden de hoofden der curiale instellingen op last van de bisschop van Rome regelmatig bijeengeroepen om gezamenlijk de werkplannen van de afzonderlijke instellingen en de uitvoering daarvan te bespreken; om het gezamenlijke werk te coördineren; om informatie te geven en te ontvangen en zaken van groter belang te onderzoeken; om adviezen te geven en suggesties te doen; om besluiten te nemen die moeten worden voorgelegd aan de bisschop van Rome.
§ 2. De vergaderingen worden bijeengeroepen en gecoördineerd door de staatssecretaris, in overeenstemming met de bisschop met Rome.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 35
Indien de paus het opportuun acht, kunnen de belangrijkste zaken van algemene aard, die reeds voorwerp van discussie zijn in de vergadering van de hoofden der curiale instellingen, eveneens worden behandeld door de in consistorie vergaderde kardinalen, overeenkomstig hun eigen recht.
Indien de paus het opportuun acht, kunnen de belangrijkste zaken van algemene aard, die reeds voorwerp van discussie zijn in de vergadering van de hoofden der curiale instellingen, eveneens worden behandeld door de in consistorie vergaderde kardinalen, overeenkomstig hun eigen recht.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De Romeinse Curie ten dienste van de particuliere Kerken (art. 36-37)
Artikel 36
§ 1. De curiale instellingen moeten in de belangrijkere aangelegenheden samenwerken met de particuliere Kerken, de bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies, en de Oosterse hiërarchische structuren.
§ 2. Wanneer de zaak het vereist, moeten documenten van algemene aard die van groot belang zijn of op bijzondere wijze bepaalde Kerken betreffen, worden voorbereid met inachtneming van de mening van de betrokken bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies en de Oosterse hiërarchische structuren.
§ 3. De curiale instellingen dienen onverwijld de ontvangst te bevestigen van verzoeken die hun door de particuliere Kerken worden voorgelegd, deze met zorg en aandacht te bestuderen en zo spoedig mogelijk een passend antwoord te geven.
§ 1. De curiale instellingen moeten in de belangrijkere aangelegenheden samenwerken met de particuliere Kerken, de bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies, en de Oosterse hiërarchische structuren.
§ 2. Wanneer de zaak het vereist, moeten documenten van algemene aard die van groot belang zijn of op bijzondere wijze bepaalde Kerken betreffen, worden voorbereid met inachtneming van de mening van de betrokken bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies en de Oosterse hiërarchische structuren.
§ 3. De curiale instellingen dienen onverwijld de ontvangst te bevestigen van verzoeken die hun door de particuliere Kerken worden voorgelegd, deze met zorg en aandacht te bestuderen en zo spoedig mogelijk een passend antwoord te geven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 37
In aangelegenheden die de particuliere Kerken betreffen, moeten de curiale instellingen de pauselijke vertegenwoordigers raadplegen die aldaar hun ambt uitoefenen en mogen zij niet nalaten deze en de bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren in kennis te stellen van de genomen besluiten.
In aangelegenheden die de particuliere Kerken betreffen, moeten de curiale instellingen de pauselijke vertegenwoordigers raadplegen die aldaar hun ambt uitoefenen en mogen zij niet nalaten deze en de bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren in kennis te stellen van de genomen besluiten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Bezoek "ad limina Apostolorum" (art. 38-42)
Artikel 38
Overeenkomstig de traditie en de bepalingen van het kerkelijk recht, leggen de herders van elke particuliere Kerk op de vastgestelde tijdstippen het bezoek “ad limina Apostolorum” af.
Overeenkomstig de traditie en de bepalingen van het kerkelijk recht, leggen de herders van elke particuliere Kerk op de vastgestelde tijdstippen het bezoek “ad limina Apostolorum” af.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 39
Zo’n bezoek is van bijzonder belang voor de eenheid en de gemeenschap in het leven van de Kerk, in zoverre zij het voornaamste moment vormt in de betrekkingen van de herders van elke particuliere Kerk, bisschoppenconferentie en Oosterse hiërarchische structuur met de bisschop van Rome. Door bij de ontvangst van zijn broeders in het bisschopsambt met hen zaken te bespreken die het welzijn van de Kerken en het pastorale beleid van bisschoppen betreffen, bevestigt en steunt deze hen namelijk in geloof en naastenliefde. Zo worden de banden van de hiërarchische gemeenschap versterkt en wordt zowel de katholiciteit van de Kerk als de eenheid van het bisschoppencollege benadrukt.
Zo’n bezoek is van bijzonder belang voor de eenheid en de gemeenschap in het leven van de Kerk, in zoverre zij het voornaamste moment vormt in de betrekkingen van de herders van elke particuliere Kerk, bisschoppenconferentie en Oosterse hiërarchische structuur met de bisschop van Rome. Door bij de ontvangst van zijn broeders in het bisschopsambt met hen zaken te bespreken die het welzijn van de Kerken en het pastorale beleid van bisschoppen betreffen, bevestigt en steunt deze hen namelijk in geloof en naastenliefde. Zo worden de banden van de hiërarchische gemeenschap versterkt en wordt zowel de katholiciteit van de Kerk als de eenheid van het bisschoppencollege benadrukt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 40
§ 1. De herders van elke particuliere Kerk die genodigd is voor het bezoek, moeten dit met zorg en toewijding voorbereiden door bij de Heilige Stoel binnen de door haar aangegeven termijn een gedetailleerd verslag in te dienen over de toestand van het bisdom of de eparchie welke aan hen is toevertrouwd, inclusief een overzicht van de financiële en patrimoniale situatie.
§ 2. Het verslag, dat beknoptheid aan helderheid paart, moet nauwkeurig en duidelijk zijn in de beschrijving van de feitelijke toestand van de particuliere Kerk. Het moet ook de steun evalueren die men van de curiale instellingen heeft gekregen en zeggen wat men van de Curie verwacht wat betreft het gezamenlijk uit te voeren werk.
§ 3. Om de gesprekken te vergemakkelijken, voegen de herders van de particuliere Kerken bij het gedetailleerde verslag een samenvattende tekst met daarin de belangrijkste onderwerpen.
§ 1. De herders van elke particuliere Kerk die genodigd is voor het bezoek, moeten dit met zorg en toewijding voorbereiden door bij de Heilige Stoel binnen de door haar aangegeven termijn een gedetailleerd verslag in te dienen over de toestand van het bisdom of de eparchie welke aan hen is toevertrouwd, inclusief een overzicht van de financiële en patrimoniale situatie.
§ 2. Het verslag, dat beknoptheid aan helderheid paart, moet nauwkeurig en duidelijk zijn in de beschrijving van de feitelijke toestand van de particuliere Kerk. Het moet ook de steun evalueren die men van de curiale instellingen heeft gekregen en zeggen wat men van de Curie verwacht wat betreft het gezamenlijk uit te voeren werk.
§ 3. Om de gesprekken te vergemakkelijken, voegen de herders van de particuliere Kerken bij het gedetailleerde verslag een samenvattende tekst met daarin de belangrijkste onderwerpen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 41
Het bezoek zal bestaan uit drie hoofdmomenten:
Het bezoek zal bestaan uit drie hoofdmomenten:
- de bedevaart naar de graven van de Prinsen der Apostelen,
- de ontmoeting met de bisschop van Rome en
- de gesprekken in de dicasteries en de gerechtelijke organen van de Romeinse Curie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 42
§ 1. De prefecten of hun equivalenten en de respectieve secretarissen van de dicasteries en van de gerechtelijke organen dienen zich ijverig voor te bereiden op de ontmoeting met de herders van de particuliere Kerken, bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren door de van hen ontvangen verslagen zorgvuldig te bestuderen.
§ 2. Wanneer de prefecten of hun equivalenten en de respectieve secretarissen van de dicasteries en van de gerechtelijke organen de in § 1 genoemde herders ontmoeten, treden zij met hen in een openhartige en hartelijke dialoog, waarin zij hen adviseren en bemoedigen, en hun suggesties doen en passende aanwijzingen geven om bij te dragen aan het welzijn en de ontwikkeling van de gehele Kerk en aan de naleving van de gemeenschappelijke discipline.
Op hun beurt krijgen zij van de genoemde herders suggesties en aanwijzingen om een steeds doeltreffender dienst te verlenen.
§ 1. De prefecten of hun equivalenten en de respectieve secretarissen van de dicasteries en van de gerechtelijke organen dienen zich ijverig voor te bereiden op de ontmoeting met de herders van de particuliere Kerken, bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren door de van hen ontvangen verslagen zorgvuldig te bestuderen.
§ 2. Wanneer de prefecten of hun equivalenten en de respectieve secretarissen van de dicasteries en van de gerechtelijke organen de in § 1 genoemde herders ontmoeten, treden zij met hen in een openhartige en hartelijke dialoog, waarin zij hen adviseren en bemoedigen, en hun suggesties doen en passende aanwijzingen geven om bij te dragen aan het welzijn en de ontwikkeling van de gehele Kerk en aan de naleving van de gemeenschappelijke discipline.
Op hun beurt krijgen zij van de genoemde herders suggesties en aanwijzingen om een steeds doeltreffender dienst te verlenen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Regelingen (art. 43)
Artikel 43
§ 1. Onverminderd de voorschriften van de geldende wetboeken, de beginselen en criteria beschreven in deel II[6064 |+ 22 ] en de normen[6064 |+ 36 ] die in deze apostolische constitutie zijn vastgesteld, dient bij de werkwijze van de Curie haar Algemeen Reglement[5708] in acht te worden genomen. Dit is het geheel van gemeenschappelijke normen, naar behoren goedgekeurd door de bisschop van Rome, waarin zijn vastgesteld de orde en de wijze van werken en van zaken behandelen in de Curie alsook, waar dit uitdrukkelijk is bepaald, in de instellingen die met de Heilige Stoel zijn verbonden.
§ 2. Elke curiale instelling en elk bureau moet zijn eigen Ordo servandus hebben, oftewel zijn eigen normen, goedgekeurd door de bisschop van Rome, volgens welke de zaken moeten worden behandeld.
§ 1. Onverminderd de voorschriften van de geldende wetboeken, de beginselen en criteria beschreven in deel II[6064 |+ 22 ] en de normen[6064 |+ 36 ] die in deze apostolische constitutie zijn vastgesteld, dient bij de werkwijze van de Curie haar Algemeen Reglement[5708] in acht te worden genomen. Dit is het geheel van gemeenschappelijke normen, naar behoren goedgekeurd door de bisschop van Rome, waarin zijn vastgesteld de orde en de wijze van werken en van zaken behandelen in de Curie alsook, waar dit uitdrukkelijk is bepaald, in de instellingen die met de Heilige Stoel zijn verbonden.
§ 2. Elke curiale instelling en elk bureau moet zijn eigen Ordo servandus hebben, oftewel zijn eigen normen, goedgekeurd door de bisschop van Rome, volgens welke de zaken moeten worden behandeld.
Referenties naar deze alinea: 1
Na publicatie van de Apostolische Constitutie Praedicate Evangelium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV - Staatssecretariaat (art. 44-52)
Artikel 44
Het Staatssecretariaat staat als pauselijk secretariaat de bisschop van Rome nauw bij in de uitoefening van zijn opperste zending.
Het Staatssecretariaat staat als pauselijk secretariaat de bisschop van Rome nauw bij in de uitoefening van zijn opperste zending.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 45
§ 1. Het wordt bestuurd door de staatssecretaris.
§ 2. Het bestaat uit drie afdelingen:
§ 1. Het wordt bestuurd door de staatssecretaris.
§ 2. Het bestaat uit drie afdelingen:
- de Afdeling Algemene Zaken[6064 |+ 92 ], onder leiding van de substituut, bijgestaan door de assessor;
- de Afdeling Relaties met Staten en Internationale Organisaties[6064 |+ 96 ], onder leiding van zijn eigen secretaris, bijgestaan door de ondersecretaris en een ondersecretaris voor de multilaterale sector;
- de Afdeling Diplomatiek Personeel van de Heilige Stoel[6064 |+ 100 ], onder leiding van de secretaris voor de pauselijke vertegenwoordigingen, bijgestaan door een ondersecretaris.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Afdeling Algemene Zaken (art. 46-48)
Artikel 46
De Afdeling Algemene Zaken heeft in het bijzonder tot taak de dagelijkse aangelegenheden van de bisschop van Rome te behartigen; de aangelegenheden te bestuderen die buiten de gewone bevoegdheid van de curiale instellingen en andere organen van de Heilige Stoel vallen; en de coördinatie tussen deze dicasteries, organen en bureaus te bevorderen, zonder afbreuk te doen aan hun autonomie. Het is haar taak alles uit te voeren wat de vertegenwoordigers van de staten bij de Heilige Stoel aangaat.
De Afdeling Algemene Zaken heeft in het bijzonder tot taak de dagelijkse aangelegenheden van de bisschop van Rome te behartigen; de aangelegenheden te bestuderen die buiten de gewone bevoegdheid van de curiale instellingen en andere organen van de Heilige Stoel vallen; en de coördinatie tussen deze dicasteries, organen en bureaus te bevorderen, zonder afbreuk te doen aan hun autonomie. Het is haar taak alles uit te voeren wat de vertegenwoordigers van de staten bij de Heilige Stoel aangaat.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 47
Zij is ook verantwoordelijk voor
Zij is ook verantwoordelijk voor
- 1° het opstellen en verzenden van apostolische constituties, decretalen, apostolische brieven, epistels en andere documenten die de bisschop van Rome aan haar toevertrouwt;
- 2° zorg te dragen voor de publicatie van de handelingen en openbare documenten van de Heilige Stoel in het officiële bulletin “Acta Apostolicae Sedis”;
- 3° het geven van instructies aan het Dicasterie voor Communicatie[6064 |+ 250 ] betreffende officiële mededelingen over zowel de handelingen van de bisschop van Rome als de activiteiten van de Heilige Stoel;
- 4° om het loden zegel en de vissersring te bewaken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 48
Het is ook de taak van deze afdeling om
Het is ook de taak van deze afdeling om
- 1° zorg te dragen voor alles wat raakt aan de periodieke vergaderingen van de hoofden van de curiale instellingen en aan de uitvoering van de beschikkingen van deze vergaderingen;
- 2° alle stukken te behandelen betreffende de benoemingen die door de bisschop van Rome zijn gedaan of goedgekeurd betreffende de prefect of diens equivalent, de leden, de secretaris, de ondersecretaris of ondersecretarissen en de consultoren van de curiale instellingen en bureaus, van de instellingen die met de Heilige Stoel verbonden zijn of er betrekking op hebben, en die van het diplomatiek personeel;
- 3° de stukken betreffende pauselijke onderscheidingen voor te bereiden;
- 4° het verzamelen, coördineren en publiceren van statistieken betreffende het leven van de Kerk wereldwijd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Afdeling Relaties met Staten en Internationale Organisaties (art. 49-51)
Artikel 49
De Afdeling Relaties met Staten en Internationale Organisaties heeft tot taak het behartigen van de zaken die met de respectieve gezagsinstanties moeten worden behandeld.
Zij is verantwoordelijk voor
De Afdeling Relaties met Staten en Internationale Organisaties heeft tot taak het behartigen van de zaken die met de respectieve gezagsinstanties moeten worden behandeld.
Zij is verantwoordelijk voor
- 1° het verzorgen van de diplomatieke en politieke betrekkingen van de Heilige Stoel met de staten en andere volkenrechtelijke subjecten en het behandelen van de algemene zaken ter bevordering van het welzijn van de Kerk en de burgermaatschappij, mede door het sluiten van concordaten en andere internationale akkoorden, waarbij zij rekening houdt met het oordeel van de betrokken bisschoppelijke organen;
- 2° de Heilige Stoel te vertegenwoordigen bij internationale intergouvernementele organisaties, alsmede bij multilaterale intergouvernementele conferenties, waarbij zij zo nodig gebruik maakt van de medewerking van de bevoegde dicasteries en organen van de Romeinse Curie;
- 3° het nihil obstat te verlenen telkens wanneer een dicasterie of orgaan van de Romeinse Curie voornemens is een verklaring of document te publiceren rakende internationale betrekkingen of betrekkingen met burgerlijke gezagsinstanties.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 50
§ 1. In bijzondere omstandigheden, op last van de bisschop van Rome en met advies van de bevoegde dicasteries van de Romeinse Curie, behandelt deze afdeling alles wat raakt aan de voorzieningen voor de particuliere Kerken, alsook de oprichting en de verandering van deze Kerken en hun organen.
§ 2. In andere gevallen, met name wanneer er een concordaatregeling van kracht is, is het haar taak zich bezig te houden met de zaken die met de burgerlijke regeringen moeten worden besproken.
§ 1. In bijzondere omstandigheden, op last van de bisschop van Rome en met advies van de bevoegde dicasteries van de Romeinse Curie, behandelt deze afdeling alles wat raakt aan de voorzieningen voor de particuliere Kerken, alsook de oprichting en de verandering van deze Kerken en hun organen.
§ 2. In andere gevallen, met name wanneer er een concordaatregeling van kracht is, is het haar taak zich bezig te houden met de zaken die met de burgerlijke regeringen moeten worden besproken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 51
§ 1. De afdeling wordt voor de behandeling van specifieke aangelegenheden bijgestaan door een eigen raad.
§ 2. In de afdeling kunnen zo nodig vaste commissies worden ingesteld ter behandeling van bepaalde aangelegenheden of algemene vraagstukken betreffende de verschillende werelddelen en bijzondere geografische gebieden.
§ 1. De afdeling wordt voor de behandeling van specifieke aangelegenheden bijgestaan door een eigen raad.
§ 2. In de afdeling kunnen zo nodig vaste commissies worden ingesteld ter behandeling van bepaalde aangelegenheden of algemene vraagstukken betreffende de verschillende werelddelen en bijzondere geografische gebieden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Afdeling Diplomatiek Personeel van de Heilige Stoel (art. 52)
Artikel 52
§ 1. De Afdeling Diplomatiek Personeel van de Heilige Stoel houdt zich bezig met de zaken aangaande de personen die werkzaam zijn in diplomatieke dienst van de Heilige Stoel, in het bijzonder met hun levens- en arbeidsomstandigheden en hun permanente vorming. De secretaris bezoekt voor de uitvoering van zijn taak de zetels van de pauselijke vertegenwoordigingen en belegt en leidt de vergaderingen over hun voorzieningen.
§ 2. De afdeling werkt samen met de president van de Pauselijke Kerkelijke Academie met betrekking tot de keuze en vorming van kandidaten voor de diplomatieke dienst van de Heilige Stoel en onderhoudt contacten met het diplomatiek personeel in ruste.
§ 3. De afdeling oefent haar taken uit in nauwe samenwerking met de Afdeling Algemene Zaken[6064 |+ 92 ] en met de Afdeling Relaties met Staten en Internationale Organisaties[6064 |+ 96 ], die elk volgens hun eigen taakstelling ook te maken hebben met datgene wat de pauselijke vertegenwoordigers raakt.
§ 1. De Afdeling Diplomatiek Personeel van de Heilige Stoel houdt zich bezig met de zaken aangaande de personen die werkzaam zijn in diplomatieke dienst van de Heilige Stoel, in het bijzonder met hun levens- en arbeidsomstandigheden en hun permanente vorming. De secretaris bezoekt voor de uitvoering van zijn taak de zetels van de pauselijke vertegenwoordigingen en belegt en leidt de vergaderingen over hun voorzieningen.
§ 2. De afdeling werkt samen met de president van de Pauselijke Kerkelijke Academie met betrekking tot de keuze en vorming van kandidaten voor de diplomatieke dienst van de Heilige Stoel en onderhoudt contacten met het diplomatiek personeel in ruste.
§ 3. De afdeling oefent haar taken uit in nauwe samenwerking met de Afdeling Algemene Zaken[6064 |+ 92 ] en met de Afdeling Relaties met Staten en Internationale Organisaties[6064 |+ 96 ], die elk volgens hun eigen taakstelling ook te maken hebben met datgene wat de pauselijke vertegenwoordigers raakt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V - Dicasteries (art. 53-188)
- Dicasterie voor de Evangelisatie (art. 53-68)
Artikel 53
§ 1. Het dicasterie staat ten dienste van het evangelisatiewerk, opdat Christus, licht der volkeren, wordt gekend en gepredikt in woord en daad, en zijn mystiek lichaam, dat de Kerk is, wordt opgebouwd. Het dicasterie is bevoegd voor de fundamentele vraagstukken van evangelisatie in de wereld en voor de oprichting, begeleiding en ondersteuning van nieuwe particuliere Kerken, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van het Dicasterie voor de Oosterse Kerken[6064 |+ 137 ].
§ 2. Het dicasterie bestaat uit twee afdelingen:
§ 1. Het dicasterie staat ten dienste van het evangelisatiewerk, opdat Christus, licht der volkeren, wordt gekend en gepredikt in woord en daad, en zijn mystiek lichaam, dat de Kerk is, wordt opgebouwd. Het dicasterie is bevoegd voor de fundamentele vraagstukken van evangelisatie in de wereld en voor de oprichting, begeleiding en ondersteuning van nieuwe particuliere Kerken, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van het Dicasterie voor de Oosterse Kerken[6064 |+ 137 ].
§ 2. Het dicasterie bestaat uit twee afdelingen:
- een voor de fundamentele vraagstukken van de evangelisatie in de wereld[6064 |+ 106 ] en
- een voor de eerste evangelisatie[6064 |+ 113 ] en de nieuwe particuliere Kerken in de gebieden die onder zijn bevoegdheid vallen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 54
Het Dicasterie voor de Evangelisatie wordt rechtstreeks voorgezeten door de bisschop van Rome. Elk van de twee afdelingen wordt in zijn naam en op zijn gezag bestuurd door een pro-prefect, bijgestaan volgens de norm vastgesteld in artikel 14 § 2[6064 |+ 54 ].
Het Dicasterie voor de Evangelisatie wordt rechtstreeks voorgezeten door de bisschop van Rome. Elk van de twee afdelingen wordt in zijn naam en op zijn gezag bestuurd door een pro-prefect, bijgestaan volgens de norm vastgesteld in artikel 14 § 2[6064 |+ 54 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Afdeling Fundamentele Vraagstukken van de Evangelisatie in de Wereld (art. 55-60)
Artikel 55
§ 1. Het is de taak van de afdeling om in samenwerking met de particuliere Kerken, de bisschoppenconferenties en de Oosters hiërarchische structuren, de instituten van Godgewijd leven en de gemeenschappen van apostolisch leven de fundamentele vraagstukken van de evangelisatie en van de ontwikkeling van een doeltreffende verkondiging van het Evangelie te bestuderen en daarbij geschikte vormen, instrumenten en manieren van spreken te vinden. De afdeling verzamelt de belangrijkste ervaringen op het gebied van de evangelisatie en stelt ze ter beschikking van de gehele Kerk.
§ 2. De afdeling moedigt reflectie aan over de geschiedenis van de evangelisatie en van de missie, vooral in verhouding tot de politieke, sociale en culturele gebeurtenissen die de prediking van het evangelie hebben getekend en bepaald.
§ 1. Het is de taak van de afdeling om in samenwerking met de particuliere Kerken, de bisschoppenconferenties en de Oosters hiërarchische structuren, de instituten van Godgewijd leven en de gemeenschappen van apostolisch leven de fundamentele vraagstukken van de evangelisatie en van de ontwikkeling van een doeltreffende verkondiging van het Evangelie te bestuderen en daarbij geschikte vormen, instrumenten en manieren van spreken te vinden. De afdeling verzamelt de belangrijkste ervaringen op het gebied van de evangelisatie en stelt ze ter beschikking van de gehele Kerk.
§ 2. De afdeling moedigt reflectie aan over de geschiedenis van de evangelisatie en van de missie, vooral in verhouding tot de politieke, sociale en culturele gebeurtenissen die de prediking van het evangelie hebben getekend en bepaald.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 55
§ 1. Door middel van studies en de uitwisseling van ervaringen ondersteunt de afdeling de particuliere Kerken bij het inculturatieproces van de Blijde Boodschap van Jezus Christus in de verschillende culturen en etnische groepen en bij de evangelisatie van deze culturen en groepen, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de volksvroomheid.
§ 2. Bij de bevordering en ondersteuning van de volksvroomheid besteedt zij bijzondere zorg aan de internationale heiligdommen. Het komt de afdeling toe om internationale heiligdommen op te richten en hun statuten goed te keuren, conform de canonieke bepalingen, en om in samenwerking met de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren, zorg te dragen voor de bevordering van een organische pastorale zorg voor deze heiligdommen als actieve centra van voortdurende evangelisatie.
§ 1. Door middel van studies en de uitwisseling van ervaringen ondersteunt de afdeling de particuliere Kerken bij het inculturatieproces van de Blijde Boodschap van Jezus Christus in de verschillende culturen en etnische groepen en bij de evangelisatie van deze culturen en groepen, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de volksvroomheid.
§ 2. Bij de bevordering en ondersteuning van de volksvroomheid besteedt zij bijzondere zorg aan de internationale heiligdommen. Het komt de afdeling toe om internationale heiligdommen op te richten en hun statuten goed te keuren, conform de canonieke bepalingen, en om in samenwerking met de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren, zorg te dragen voor de bevordering van een organische pastorale zorg voor deze heiligdommen als actieve centra van voortdurende evangelisatie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 57
De afdeling, in het licht van de politieke, sociale en culturele uitdagingen,
De afdeling, in het licht van de politieke, sociale en culturele uitdagingen,
- 1° bevordert de evangelisatie door de tekenen van de tijd te onderscheiden en de sociaaleconomische en ecologische leefomstandigheden te bestuderen van hen tot wie de verkondiging van het Evangelie gericht is;
- 2° bestudeert en bevordert de vernieuwende bijdrage van het Evangelie in de ontmoeting met culturen en met alles wat betrekking heeft op de bevordering van de menselijke waardigheid en van de godsdienstvrijheid. Zij bevordert en stimuleert tevens, in nauwe samenwerking met de particuliere Kerken, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren, de verbreiding en de toepassing van de kerkelijke leer betreffende de thematieken inzake de ontmoeting van het Evangelie met de culturen. Aangezien evangelisatie een voorkeursoptie voor de armen inhoudt, draagt de afdeling zorg voor de Werelddag van de Armen[d:456];
- 3° assisteert en ondersteunt de initiatieven van de diocesane en eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren aangaande de verkondiging van het Evangelie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 58
§ 1. De afdeling is bevoegd wat betreft de catechese en stelt zich ten dienste van de particuliere Kerken in hun taak het Evangelie van Jezus Christus te verkondigen
§ 1. De afdeling is bevoegd wat betreft de catechese en stelt zich ten dienste van de particuliere Kerken in hun taak het Evangelie van Jezus Christus te verkondigen
- aan hen die, na het doopsel ontvangen te hebben, in het dagelijks leven een christelijk leven leiden;
- aan hen die, hoewel zij blijk geven van een zeker geloof, de grondslagen ervan niet voldoende kennen;
- aan hen die de behoefte voelen het ontvangen geloofsonderricht meer en beter te verdiepen;
- en aan hen die het geloof hebben verlaten of het niet belijden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 59
§ 1. Aangezien ieder lid van het Volk van God krachtens het ontvangen doopsel een leerling-missionaris van het Evangelie is, ondersteunt de afdeling de groei van dit bewustzijn en van deze verantwoordelijkheid, opdat eenieder doeltreffend kan meewerken aan het missionaire werk in zijn of haar dagelijks leven, door middel van gebed, getuigenis en werken.
§ 2. De evangelisatie geschiedt vooral door de verkondiging van de goddelijke barmhartigheid, op verschillende manieren en in verschillende vormen. Een bijzondere bijdrage hieraan wordt geleverd door de werking van de missionarissen van barmhartigheid; de afdeling bevordert en ondersteunt hun vorming en reikt criteria aan voor hun pastoraal werk.
§ 1. Aangezien ieder lid van het Volk van God krachtens het ontvangen doopsel een leerling-missionaris van het Evangelie is, ondersteunt de afdeling de groei van dit bewustzijn en van deze verantwoordelijkheid, opdat eenieder doeltreffend kan meewerken aan het missionaire werk in zijn of haar dagelijks leven, door middel van gebed, getuigenis en werken.
§ 2. De evangelisatie geschiedt vooral door de verkondiging van de goddelijke barmhartigheid, op verschillende manieren en in verschillende vormen. Een bijzondere bijdrage hieraan wordt geleverd door de werking van de missionarissen van barmhartigheid; de afdeling bevordert en ondersteunt hun vorming en reikt criteria aan voor hun pastoraal werk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 60
§ 1. In het kader van de evangelisatie bevestigt en bevordert de afdeling de godsdienstvrijheid op alle maatschappelijke en politieke terreinen in de concrete werkelijkheid van deze wereld. In dit verband maakt zij ook gebruik van de medewerking van het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ].
§ 2. In samenwerking met het Dicasterie voor de Interreligieuze Dialoog[6064 |+ 210 ] en het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs[6064 |+ 217 ], al naar gelang hun eigen bevoegdheden, stimuleert en ondersteunt zij gelegenheden voor ontmoeting en dialoog met leden van andere godsdiensten en met hen die geen godsdienst belijden, als middel voor de evangelisatie.
§ 1. In het kader van de evangelisatie bevestigt en bevordert de afdeling de godsdienstvrijheid op alle maatschappelijke en politieke terreinen in de concrete werkelijkheid van deze wereld. In dit verband maakt zij ook gebruik van de medewerking van het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ].
§ 2. In samenwerking met het Dicasterie voor de Interreligieuze Dialoog[6064 |+ 210 ] en het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs[6064 |+ 217 ], al naar gelang hun eigen bevoegdheden, stimuleert en ondersteunt zij gelegenheden voor ontmoeting en dialoog met leden van andere godsdiensten en met hen die geen godsdienst belijden, als middel voor de evangelisatie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Afdeling Eerste Evangelisatie en Nieuwe Particuliere Kerken (art. 61-68)
Artikel 61
De afdeling ondersteunt de verkondiging van het Evangelie en de verdieping van het geloofsleven in de gebieden van eerste evangelisatie en behandelt alle aangelegenheden met betrekking tot de oprichting of wijziging van kerkelijke territoria, alsmede de voorzieningen daarvoor, en vervult de andere taken analoog aan wat het Dicasterie voor de Bisschoppen[6064 |+ 161 ] doet op zijn eigen gebied.
De afdeling ondersteunt de verkondiging van het Evangelie en de verdieping van het geloofsleven in de gebieden van eerste evangelisatie en behandelt alle aangelegenheden met betrekking tot de oprichting of wijziging van kerkelijke territoria, alsmede de voorzieningen daarvoor, en vervult de andere taken analoog aan wat het Dicasterie voor de Bisschoppen[6064 |+ 161 ] doet op zijn eigen gebied.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 62
In overeenstemming met het beginsel van de juiste autonomie steunt de afdeling de nieuwe particuliere Kerken in het werk van eerste evangelisatie en groei, in samenwerking met deze Kerken, de bisschoppenconferenties, de instituten van Godgewijd leven, de gemeenschappen van apostolisch leven, de verenigingen, de kerkelijke bewegingen, de nieuwe gemeenschappen en de kerkelijke hulporganisaties.
In overeenstemming met het beginsel van de juiste autonomie steunt de afdeling de nieuwe particuliere Kerken in het werk van eerste evangelisatie en groei, in samenwerking met deze Kerken, de bisschoppenconferenties, de instituten van Godgewijd leven, de gemeenschappen van apostolisch leven, de verenigingen, de kerkelijke bewegingen, de nieuwe gemeenschappen en de kerkelijke hulporganisaties.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 63
De afdeling werkt samen met de bisschoppen, de bisschoppenconferenties, de instituten van Godgewijd leven en de apostolische genootschappen bij het wekken van missionaire roepingen van geestelijken, leden van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven, en leken, en bij de vorming van diocesane geestelijken en catechisten in de gebieden die onder het dicasterie vallen, zonder te treden in de bevoegdheid van andere dicasteries in welbepaalde zaken als de institutionele vorming van geestelijken, de instituten voor hoger onderwijs, de opvoeding en de cultuur.
De afdeling werkt samen met de bisschoppen, de bisschoppenconferenties, de instituten van Godgewijd leven en de apostolische genootschappen bij het wekken van missionaire roepingen van geestelijken, leden van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven, en leken, en bij de vorming van diocesane geestelijken en catechisten in de gebieden die onder het dicasterie vallen, zonder te treden in de bevoegdheid van andere dicasteries in welbepaalde zaken als de institutionele vorming van geestelijken, de instituten voor hoger onderwijs, de opvoeding en de cultuur.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 64
§ 1. De afdeling bevordert de uitwisseling van ervaringen binnen de nieuwe particuliere Kerken en tussen deze en de Kerken die al langer geleden zijn gesticht.
§ 2. Zij begeleidt de integratie van de nieuwe particuliere Kerken, waarbij zij de andere Kerken aanmoedigt hen op solidaire en broederlijke wijze te steunen.
§ 3. Zij verzorgt en organiseert cursussen van eerste en voortgezette vorming voor bisschoppen en hun equivalenten, van de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen.
§ 1. De afdeling bevordert de uitwisseling van ervaringen binnen de nieuwe particuliere Kerken en tussen deze en de Kerken die al langer geleden zijn gesticht.
§ 2. Zij begeleidt de integratie van de nieuwe particuliere Kerken, waarbij zij de andere Kerken aanmoedigt hen op solidaire en broederlijke wijze te steunen.
§ 3. Zij verzorgt en organiseert cursussen van eerste en voortgezette vorming voor bisschoppen en hun equivalenten, van de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 65
De afdeling, teneinde de missionaire samenwerking te vergroten,
De afdeling, teneinde de missionaire samenwerking te vergroten,
- 1° zorgt voor de begeleiding van de nieuwe particuliere Kerken in de richting van economische zelfstandigheid door te helpen de voorwaarden daarvoor te scheppen;
- 2° helpt bij het stichten van de nodige fondsen ter ondersteuning van de nieuwe particuliere Kerken en bij het vormen van geschikt personeel voor de werving ervan en de samenwerking met de andere particuliere Kerken;
- 3° bevordert in de nieuwe particuliere Kerken en hun samenwerkingsorganen de oprichting van administratieve en controleorganen inzake het gebruik van de middelen en de kwaliteit van de investeringen;
- 4° ondersteunt de nieuwe particuliere Kerken in hun personeelsbeheer.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 66
De afdeling behandelt alle zaken betreffende de vijfjaarlijkse rapporten en de bezoeken “ad limina Apostolorum[6064 |+ 81 ]” van de particuliere Kerken die aan haar zorg zijn toevertrouwd.
De afdeling behandelt alle zaken betreffende de vijfjaarlijkse rapporten en de bezoeken “ad limina Apostolorum[6064 |+ 81 ]” van de particuliere Kerken die aan haar zorg zijn toevertrouwd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 67
§ 1. Aan de Afdeling Eerste Evangelisatie en Nieuwe Particuliere Kerken worden de Pauselijke Missiewerken toevertrouwd: het Pauselijk Werk ter Bevordering van het Geloof, het Pauselijk Werk van de H. Apostel Petrus, het Pauselijk Zendingswerk van Kinderen en de Pauselijke Missionaire Unie, als instrumenten ter bevordering van de missionaire verantwoordelijkheid van iedere gedoopte en ter ondersteuning van de nieuwe particuliere Kerken.
§ 2. Het beheer van de economische steun voor de missionaire samenwerking en de billijke verdeling ervan zijn toevertrouwd aan de adjunct-secretaris van de afdeling als voorzitter van de Pauselijke Missiewerken.
§ 1. Aan de Afdeling Eerste Evangelisatie en Nieuwe Particuliere Kerken worden de Pauselijke Missiewerken toevertrouwd: het Pauselijk Werk ter Bevordering van het Geloof, het Pauselijk Werk van de H. Apostel Petrus, het Pauselijk Zendingswerk van Kinderen en de Pauselijke Missionaire Unie, als instrumenten ter bevordering van de missionaire verantwoordelijkheid van iedere gedoopte en ter ondersteuning van de nieuwe particuliere Kerken.
§ 2. Het beheer van de economische steun voor de missionaire samenwerking en de billijke verdeling ervan zijn toevertrouwd aan de adjunct-secretaris van de afdeling als voorzitter van de Pauselijke Missiewerken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 68
Het patrimonium bestemd voor de missies wordt beheerd door een speciaal bureau, geleid door de adjunct-secretaris van de afdeling, onverminderd de verplichting om naar behoren rekening en verantwoording af te leggen aan het Secretariaat voor de Economie[6064 |+ 286 ].
Het patrimonium bestemd voor de missies wordt beheerd door een speciaal bureau, geleid door de adjunct-secretaris van de afdeling, onverminderd de verplichting om naar behoren rekening en verantwoording af te leggen aan het Secretariaat voor de Economie[6064 |+ 286 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor de Geloofsleer (art. 69-78)
Artikel 69
De taak van het Dicasterie voor de Geloofsleer is het bijstaan van de bisschop van Rome en de andere bisschoppen bij de wereldwijde verkondiging van het Evangelie door de zuiverheid van de katholieke leer op het gebied van geloof en zeden te bevorderen en te beschermen. Het put hierbij uit de schat van het geloof en tracht steeds dieper erin door te dringen, in het licht van nieuwe vragen.
De taak van het Dicasterie voor de Geloofsleer is het bijstaan van de bisschop van Rome en de andere bisschoppen bij de wereldwijde verkondiging van het Evangelie door de zuiverheid van de katholieke leer op het gebied van geloof en zeden te bevorderen en te beschermen. Het put hierbij uit de schat van het geloof en tracht steeds dieper erin door te dringen, in het licht van nieuwe vragen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 70
Het dicasterie bestaat uit twee afdelingen:
Het dicasterie bestaat uit twee afdelingen:
- de Doctrinaire Afdeling en
- de Disciplinaire Afdeling
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 71
De Doctrinaire Afdeling bevordert en ondersteunt de studie en reflectie inzake het goed begrip van geloof en zeden en de ontwikkeling van de theologie in de verschillende culturen, in het licht van de juiste leer en de uitdagingen van deze tijd, teneinde in het licht van het geloof antwoord te kunnen geven op de vragen en redeneringen die opkomen met de vooruitgang van de wetenschap en de ontwikkelingen op maatschappelijk gebied.
De Doctrinaire Afdeling bevordert en ondersteunt de studie en reflectie inzake het goed begrip van geloof en zeden en de ontwikkeling van de theologie in de verschillende culturen, in het licht van de juiste leer en de uitdagingen van deze tijd, teneinde in het licht van het geloof antwoord te kunnen geven op de vragen en redeneringen die opkomen met de vooruitgang van de wetenschap en de ontwikkelingen op maatschappelijk gebied.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 72
§ 1. Wat betreft de maatregelen die moeten worden genomen ter bescherming van geloof en zeden, opdat deze worden gevrijwaard van dwalingen die op allerlei wijzen worden verspreid, werkt de Doctrinaire Afdeling nauw samen met de diocesane of eparchiale bisschoppen, hetzij individueel, hetzij verenigd in bisschoppenconferenties of in particuliere concilies en Oosterse hiërarchische structuren, waar dezen hun zending als authentieke onderwijzers en leraren van het geloof uitoefenen, een zending die hen verplicht de zuiverheid van het geloof te bewaren en bevorderen.
§2. Deze samenwerking geldt vooral wat betreft de toelating om les te geven in de theologische vakken; de afdeling geeft daarover haar oordeel met inachtneming van de bevoegdheid die toekomt aan het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs[6064 |+ 217 ].
§ 1. Wat betreft de maatregelen die moeten worden genomen ter bescherming van geloof en zeden, opdat deze worden gevrijwaard van dwalingen die op allerlei wijzen worden verspreid, werkt de Doctrinaire Afdeling nauw samen met de diocesane of eparchiale bisschoppen, hetzij individueel, hetzij verenigd in bisschoppenconferenties of in particuliere concilies en Oosterse hiërarchische structuren, waar dezen hun zending als authentieke onderwijzers en leraren van het geloof uitoefenen, een zending die hen verplicht de zuiverheid van het geloof te bewaren en bevorderen.
§2. Deze samenwerking geldt vooral wat betreft de toelating om les te geven in de theologische vakken; de afdeling geeft daarover haar oordeel met inachtneming van de bevoegdheid die toekomt aan het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs[6064 |+ 217 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 73
De Doctrinaire Afdeling, teneinde de waarheid van het geloof en de zuiverheid van de zeden te beschermen:
De Doctrinaire Afdeling, teneinde de waarheid van het geloof en de zuiverheid van de zeden te beschermen:
- 1° onderzoekt de geschriften en meningen die strijdig met of schadelijk voor het juiste geloof en de zeden lijken te zijn; zij zoekt de dialoog met de auteurs ervan en stelt passende remedies voor, volgens de eigen normen;
- 2° streeft naar een adequate weerlegging van gevaarlijke dwalingen en doctrines, die worden verbreid onder het christenvolk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 74
Het is de taak van de Doctrinaire Afdeling, via het Huwelijksbureau, alles te onderzoeken wat betrekking heeft op het “privilegium fidei”, zowel in rechte als in feite.
Het is de taak van de Doctrinaire Afdeling, via het Huwelijksbureau, alles te onderzoeken wat betrekking heeft op het “privilegium fidei”, zowel in rechte als in feite.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 75
De documenten die moeten worden gepubliceerd door andere dicasteries, organen en bureaus van de Romeinse Curie dienen wat betreft de geloofs- en zedenleer vooraf te worden onderworpen aan het oordeel van de Doctrinaire Afdeling, die via een kritische en welwillende procedure zal helpen de juiste beslissingen te nemen.
De documenten die moeten worden gepubliceerd door andere dicasteries, organen en bureaus van de Romeinse Curie dienen wat betreft de geloofs- en zedenleer vooraf te worden onderworpen aan het oordeel van de Doctrinaire Afdeling, die via een kritische en welwillende procedure zal helpen de juiste beslissingen te nemen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 76
§ 1. De Disciplinaire Afdeling behandelt via het Disciplinaire Bureau misdrijven die zijn voorbehouden aan en behandeld worden door het dicasterie krachtens de jurisdictie van het daar gevestigde Apostolisch Hooggerechtshof. Zij vonnist deze door het uitspreken of opleggen van canonieke sancties volgens algemeen of eigen recht, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van de Apostolische Penitentiarie[6064 |+ 259 ].
§ 2. Bij de in § 1 genoemde misdrijven berecht de afdeling, met mandaat van de bisschop van Rome, de kardinalen, patriarchen, legaten van de Heilige Stoel, bisschoppen, alsook andere fysieke personen in overeenstemming met de canonieke beschikkingen.
§ 3. De afdeling bevordert de nodige gelegenheden tot vorming die het dicasterie aanbiedt aan de ordinarissen en de uitvoerders van het recht, teneinde een juist begrip en een juiste toepassing te kweken van de canonieke normen met betrekking tot eenieders bevoegdheidsgebied.
§ 1. De Disciplinaire Afdeling behandelt via het Disciplinaire Bureau misdrijven die zijn voorbehouden aan en behandeld worden door het dicasterie krachtens de jurisdictie van het daar gevestigde Apostolisch Hooggerechtshof. Zij vonnist deze door het uitspreken of opleggen van canonieke sancties volgens algemeen of eigen recht, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van de Apostolische Penitentiarie[6064 |+ 259 ].
§ 2. Bij de in § 1 genoemde misdrijven berecht de afdeling, met mandaat van de bisschop van Rome, de kardinalen, patriarchen, legaten van de Heilige Stoel, bisschoppen, alsook andere fysieke personen in overeenstemming met de canonieke beschikkingen.
§ 3. De afdeling bevordert de nodige gelegenheden tot vorming die het dicasterie aanbiedt aan de ordinarissen en de uitvoerders van het recht, teneinde een juist begrip en een juiste toepassing te kweken van de canonieke normen met betrekking tot eenieders bevoegdheidsgebied.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 77
Aan het dicasterie zijn toegevoegd de Pauselijke Bijbelcommissie[d:128] en de Internationale Theologische Commissie[d:132], beide voorgezeten door de prefect. Elke commissie werkt volgens haar eigen goedgekeurde normen.
Aan het dicasterie zijn toegevoegd de Pauselijke Bijbelcommissie[d:128] en de Internationale Theologische Commissie[d:132], beide voorgezeten door de prefect. Elke commissie werkt volgens haar eigen goedgekeurde normen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 78
§ 1. Aan het dicasterie is toegevoegd de Pauselijke Commissie voor de Bescherming van Minderjarigen[d:394], met de taak om de bisschop van Rome advies en raad te geven en de meest geschikte maatregelen voor te stellen ter bescherming van minderjarigen en kwetsbare personen.
§ 2. De Pauselijke Commissie verleent bijstand aan de diocesane of eparchiale bisschoppen, aan bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren, aan oversten van instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven en aan hun conferenties, wat betreft het ontwikkelen van passende strategieën en procedures, gevat in Richtlijnen, om minderjarigen en kwetsbare personen te beschermen tegen seksueel misbruik en om adequaat te reageren op zulk misbruik door geestelijken en door leden van instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven, volgens de canonieke normen en met inachtneming van de eisen van het burgerlijk recht.
§ 3. De leden van de Pauselijke Commissie worden door de bisschop van Rome benoemd voor vijf jaar en worden gekozen uit geestelijken, uit leden van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven en uit leken van verschillende nationaliteiten, die zich onderscheiden door wetenschap, bewezen bekwaamheid en pastorale ervaring.
§ 4. De Pauselijke Commissie wordt voorgezeten door een gedelegeerd voorzitter en een secretaris, beiden benoemd door de bisschop van Rome voor een periode van vijf jaar.
§ 5. De Pauselijke Commissie heeft haar eigen beambten en werkt volgens haar eigen goedgekeurde normen.
§ 1. Aan het dicasterie is toegevoegd de Pauselijke Commissie voor de Bescherming van Minderjarigen[d:394], met de taak om de bisschop van Rome advies en raad te geven en de meest geschikte maatregelen voor te stellen ter bescherming van minderjarigen en kwetsbare personen.
§ 2. De Pauselijke Commissie verleent bijstand aan de diocesane of eparchiale bisschoppen, aan bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren, aan oversten van instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven en aan hun conferenties, wat betreft het ontwikkelen van passende strategieën en procedures, gevat in Richtlijnen, om minderjarigen en kwetsbare personen te beschermen tegen seksueel misbruik en om adequaat te reageren op zulk misbruik door geestelijken en door leden van instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven, volgens de canonieke normen en met inachtneming van de eisen van het burgerlijk recht.
§ 3. De leden van de Pauselijke Commissie worden door de bisschop van Rome benoemd voor vijf jaar en worden gekozen uit geestelijken, uit leden van instituten van Godgewijd leven en van gemeenschappen van apostolisch leven en uit leken van verschillende nationaliteiten, die zich onderscheiden door wetenschap, bewezen bekwaamheid en pastorale ervaring.
§ 4. De Pauselijke Commissie wordt voorgezeten door een gedelegeerd voorzitter en een secretaris, beiden benoemd door de bisschop van Rome voor een periode van vijf jaar.
§ 5. De Pauselijke Commissie heeft haar eigen beambten en werkt volgens haar eigen goedgekeurde normen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor Liefdadigheid (art. 79-81)
Artikel 79
Het Dicasterie voor Liefdadigheid, ook wel de Apostolische Aalmoezenij genoemd, is een bijzondere uitdrukking van de barmhartigheid. Uitgaande van de keuze voor de armen, kwetsbaren en uitgeslotenen oefent zij waar ook ter wereld ten behoeve van dezen het werk uit van hulp en bijstand in naam van de bisschop van Rome, die in gevallen van bijzondere ontbering of andere nood persoonlijk bepaalt welke hulpmiddelen moeten worden verstrekt.
Het Dicasterie voor Liefdadigheid, ook wel de Apostolische Aalmoezenij genoemd, is een bijzondere uitdrukking van de barmhartigheid. Uitgaande van de keuze voor de armen, kwetsbaren en uitgeslotenen oefent zij waar ook ter wereld ten behoeve van dezen het werk uit van hulp en bijstand in naam van de bisschop van Rome, die in gevallen van bijzondere ontbering of andere nood persoonlijk bepaalt welke hulpmiddelen moeten worden verstrekt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 80
Het dicasterie wordt geleid door de prefect, zijnde de aalmoezenier van Zijne Heiligheid, en staat in contact met andere dicasteries die bevoegd zijn op dit gebied. Het geeft door zijn optreden handen en voeten aan de zorg en nabijheid van de bisschop van Rome, als herder van de universele Kerk, jegens hen die leven in situaties van ontbering, marginalisatie of armoede, alsmede bij gelegenheid van ernstige calamiteiten.
Het dicasterie wordt geleid door de prefect, zijnde de aalmoezenier van Zijne Heiligheid, en staat in contact met andere dicasteries die bevoegd zijn op dit gebied. Het geeft door zijn optreden handen en voeten aan de zorg en nabijheid van de bisschop van Rome, als herder van de universele Kerk, jegens hen die leven in situaties van ontbering, marginalisatie of armoede, alsmede bij gelegenheid van ernstige calamiteiten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 81
§ 1. Het dicasterie is bevoegd vrije giften te ontvangen, te zoeken en te werven, die bestemd zijn voor de liefdadige werken die de bisschop van Rome bewijst aan hen die het meest behoeftig zijn.
§ 2. De aalmoezenier van Zijne Heiligheid heeft tevens de volmacht om de Apostolische Zegen te verlenen door middel van behoorlijk gewaarmerkte certificaten op perkamentpapier.
§ 1. Het dicasterie is bevoegd vrije giften te ontvangen, te zoeken en te werven, die bestemd zijn voor de liefdadige werken die de bisschop van Rome bewijst aan hen die het meest behoeftig zijn.
§ 2. De aalmoezenier van Zijne Heiligheid heeft tevens de volmacht om de Apostolische Zegen te verlenen door middel van behoorlijk gewaarmerkte certificaten op perkamentpapier.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor de Oosterse Kerken (art. 82-87)
Artikel 82
§ 1. Het dicasterie houdt zich bezig met aangelegenheden betreffende de Oosterse katholieke Kerken sui iuris, zowel wat betreft de personen als de zaken.
§2. Aangezien sommige van deze Kerken, vooral de oude patriarchale Kerken, van antieke herkomst zijn, onderzoekt het dicasterie geval per geval, na zo nodig de betrokken dicasteries te hebben geraadpleegd, welke zaken op het gebied van het interne bestuur aan hun hogere gezagsinstanties kunnen worden overgelaten, in derogatie van het Canoniek Wetboek van de Oosterse Kerken[574].
§ 1. Het dicasterie houdt zich bezig met aangelegenheden betreffende de Oosterse katholieke Kerken sui iuris, zowel wat betreft de personen als de zaken.
§2. Aangezien sommige van deze Kerken, vooral de oude patriarchale Kerken, van antieke herkomst zijn, onderzoekt het dicasterie geval per geval, na zo nodig de betrokken dicasteries te hebben geraadpleegd, welke zaken op het gebied van het interne bestuur aan hun hogere gezagsinstanties kunnen worden overgelaten, in derogatie van het Canoniek Wetboek van de Oosterse Kerken[574].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 83
§ 1. Van rechtswege zijn leden van het dicasterie: de patriarchen, de hogere aartsbisschoppen van de Oosterse Kerken sui iuris en de prefect van het Dicasterie voor de Bevordering van de Eenheid van de Christenen[6064 |+ 204 ].
§ 2. Voor zover mogelijk worden de consultoren en beambten gekozen uit de gelovigen van de Oosterse ritus van de verschillende Kerken sui iuris, dan wel uit gelovigen van de Latijnse ritus.
§ 1. Van rechtswege zijn leden van het dicasterie: de patriarchen, de hogere aartsbisschoppen van de Oosterse Kerken sui iuris en de prefect van het Dicasterie voor de Bevordering van de Eenheid van de Christenen[6064 |+ 204 ].
§ 2. Voor zover mogelijk worden de consultoren en beambten gekozen uit de gelovigen van de Oosterse ritus van de verschillende Kerken sui iuris, dan wel uit gelovigen van de Latijnse ritus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 84
§ 1. Het dicasterie is bevoegd in alle aangelegenheden eigen aan de Oosterse Kerken, welke moeten worden voorgelegd aan de Heilige Stoel inzake
§ 2. Gesteld zijnde § 1, blijft onaangetast de eigen en exclusieve bevoegdheid van de
§ 3. Met betrekking tot aangelegenheden die ook de gelovigen van de Latijnse Kerk raken, dient het dicasterie, indien het belang van de zaak zulks vereist, alvorens daarin te handelen eerst het dicasterie te raadplegend dat ter zake bevoegd is wat betreft de gelovigen van de Latijnse Kerk.
§ 1. Het dicasterie is bevoegd in alle aangelegenheden eigen aan de Oosterse Kerken, welke moeten worden voorgelegd aan de Heilige Stoel inzake
- structuur en ordening van de Kerken;
- uitoefening van de ambten van lering, heiliging en bestuur;
- personen, hun staat, hun rechten en plichten.
§ 2. Gesteld zijnde § 1, blijft onaangetast de eigen en exclusieve bevoegdheid van de
- Dicasteries voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ],
- voor de Zaken van de Heiligen[6064 |+ 155 ],
- voor de Wetgevende Teksten[6064 |+ 241 ],
- van de Apostolische Penitentiarie[6064 |+ 259 ],
- van het de Hoogste Rechtbank van de Apostolische Signatuur[6064 |+ 264 ] en
- van het Tribunaal van de Romeinse Rota[6064 |+ 271 ].
§ 3. Met betrekking tot aangelegenheden die ook de gelovigen van de Latijnse Kerk raken, dient het dicasterie, indien het belang van de zaak zulks vereist, alvorens daarin te handelen eerst het dicasterie te raadplegend dat ter zake bevoegd is wat betreft de gelovigen van de Latijnse Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 85
Het dicasterie volgt aandachtig de gemeenschappen van Oosterse gelovigen die zich in de gebiedsomschrijvingen van de Latijnse Kerk bevinden. Het voorziet in hun spirituele noden door visitatoren en ook, voor zover mogelijk, door middel van een eigen hiërarchie, daar waar het aantal gelovigen en de omstandigheden zulks vereisen, na raadpleging van het bevoegde dicasterie voor de stichting van particuliere Kerken in het betreffende gebied.
Het dicasterie volgt aandachtig de gemeenschappen van Oosterse gelovigen die zich in de gebiedsomschrijvingen van de Latijnse Kerk bevinden. Het voorziet in hun spirituele noden door visitatoren en ook, voor zover mogelijk, door middel van een eigen hiërarchie, daar waar het aantal gelovigen en de omstandigheden zulks vereisen, na raadpleging van het bevoegde dicasterie voor de stichting van particuliere Kerken in het betreffende gebied.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 86
In de streken waar de Oosterse ritussen sedert de vroegste tijden de overhand hebben, zijn het apostolaat en de missionaire activiteit uitsluitend afhankelijk van dit dicasterie, ook wanneer zij worden verricht door missionarissen van de Latijnse Kerk.
In de streken waar de Oosterse ritussen sedert de vroegste tijden de overhand hebben, zijn het apostolaat en de missionaire activiteit uitsluitend afhankelijk van dit dicasterie, ook wanneer zij worden verricht door missionarissen van de Latijnse Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 87
Het dicasterie handelt in onderlinge overeenstemming met het Dicasterie voor de Bevordering van de Eenheid van de Christenen[6064 |+ 204 ] in zaken die betrekking kunnen hebben op de betrekkingen met de niet-katholieke Oosterse Kerken, alsook met het Dicasterie voor Interreligieuze Dialoog[6064 |+ 210 ] en met het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs[6064 |+ 217 ] in de zaken die hen aangaan.
Het dicasterie handelt in onderlinge overeenstemming met het Dicasterie voor de Bevordering van de Eenheid van de Christenen[6064 |+ 204 ] in zaken die betrekking kunnen hebben op de betrekkingen met de niet-katholieke Oosterse Kerken, alsook met het Dicasterie voor Interreligieuze Dialoog[6064 |+ 210 ] en met het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs[6064 |+ 217 ] in de zaken die hen aangaan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten (art. 88-97)
Artikel 88
Het Dicasterie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten bevordert de heilige liturgie volgens de vernieuwing ondernomen door het Tweede Vaticaans Concilie. De gebieden waarop zij bevoegd is betreffen alles wat rechtens toekomt aan de Heilige Stoel inzake de regeling en bevordering van de heilige liturgie en de waakzaamheid dat de wetten van de Kerk en de liturgische normen overal trouw worden nageleefd.
Het Dicasterie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten bevordert de heilige liturgie volgens de vernieuwing ondernomen door het Tweede Vaticaans Concilie. De gebieden waarop zij bevoegd is betreffen alles wat rechtens toekomt aan de Heilige Stoel inzake de regeling en bevordering van de heilige liturgie en de waakzaamheid dat de wetten van de Kerk en de liturgische normen overal trouw worden nageleefd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 89
§ 1. Het is de taak van het dicasterie om te voorzien in de redactie of de revisie en vernieuwing van de normatieve edities van de liturgische boeken.
§ 2. Het dicasterie bevestigt de vertalingen van de liturgische boeken in de moderne talen en verleent de recognitio van de gewenste aanpassing ervan aan de lokale cultuur, wanneer deze rechtmatig zijn goedgekeurd door de bisschoppenconferenties. Het verleent ook de recognitio van particuliere kalenders, het eigen van de Mis en het getijdengebed van de particuliere Kerken en van de instituten van Godgewijd Leven en de gemeenschappen van apostolisch leven, die zijn goedgekeurd door het geëigende bevoegde gezag.
§ 3. Het dicasterie helpt de diocesane bisschoppen en de bisschoppenconferenties met doeltreffende en geschikte middelen bij hun bevordering van het liturgisch pastoraal werk, in het bijzonder met betrekking tot de viering van de Eucharistie en van de andere sacramenten en liturgische handelingen, opdat de gelovigen steeds actiever eraan kunnen deelnemen. Samen met de bisschoppenconferenties stimuleert het de bezinning op eventuele geïncultureerde vormen van liturgie en begeleidt het de contextualisering ervan.
§ 1. Het is de taak van het dicasterie om te voorzien in de redactie of de revisie en vernieuwing van de normatieve edities van de liturgische boeken.
§ 2. Het dicasterie bevestigt de vertalingen van de liturgische boeken in de moderne talen en verleent de recognitio van de gewenste aanpassing ervan aan de lokale cultuur, wanneer deze rechtmatig zijn goedgekeurd door de bisschoppenconferenties. Het verleent ook de recognitio van particuliere kalenders, het eigen van de Mis en het getijdengebed van de particuliere Kerken en van de instituten van Godgewijd Leven en de gemeenschappen van apostolisch leven, die zijn goedgekeurd door het geëigende bevoegde gezag.
§ 3. Het dicasterie helpt de diocesane bisschoppen en de bisschoppenconferenties met doeltreffende en geschikte middelen bij hun bevordering van het liturgisch pastoraal werk, in het bijzonder met betrekking tot de viering van de Eucharistie en van de andere sacramenten en liturgische handelingen, opdat de gelovigen steeds actiever eraan kunnen deelnemen. Samen met de bisschoppenconferenties stimuleert het de bezinning op eventuele geïncultureerde vormen van liturgie en begeleidt het de contextualisering ervan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 90
§ 1. Het dicasterie zorgt voor de regeling van de sacramenten en de juridische implicaties die raken aan hun geldige en geoorloofde viering, alsmede van de sacramentaliën, onverlet de bevoegdheid van het Dicasterie voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ].
§ 2. Het onderzoekt en willigt verzoeken om indulten en dispensaties in, die wat betreft hun materie de bevoegdheid van de diocesane bisschoppen te boven gaan.
§ 1. Het dicasterie zorgt voor de regeling van de sacramenten en de juridische implicaties die raken aan hun geldige en geoorloofde viering, alsmede van de sacramentaliën, onverlet de bevoegdheid van het Dicasterie voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ].
§ 2. Het onderzoekt en willigt verzoeken om indulten en dispensaties in, die wat betreft hun materie de bevoegdheid van de diocesane bisschoppen te boven gaan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 91
Het dicasterie bevordert en geeft inhoud aan de periodieke viering van de Internationale Eucharistische Congressen en biedt zijn medewerking aan bij de viering van nationale eucharistische congressen.
Het dicasterie bevordert en geeft inhoud aan de periodieke viering van de Internationale Eucharistische Congressen en biedt zijn medewerking aan bij de viering van nationale eucharistische congressen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 92
Het dicasterie is actief op gebieden betreffende het liturgisch leven:
Het dicasterie is actief op gebieden betreffende het liturgisch leven:
- 1° door de liturgische vorming op verschillende niveaus te bevorderen, ook via multiregionale bijeenkomsten;
- 2° door steun te verlenen aan commissies of instituten die zijn opgericht ter bevordering van het liturgisch apostolaat, de muziek, de zang en de sacrale kunst;
- 3° door verenigingen op te richten die deze doeleinden op internationaal niveau bevorderen, of door hun statuten goed te keuren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 93
Het dicasterie houdt zich bezig met de regeling en ordening van de heilige liturgie wat betreftde buitengewone vorm van de Romeinse ritus. het gebruik – toegestaan volgens de vastgestelde normen – van de liturgische boeken van vóór de hervorming van het Tweede Vaticaans Concilie.
Het dicasterie houdt zich bezig met de regeling en ordening van de heilige liturgie wat betreft
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
N.v.d.r.: Doorgehaald de oorspronkelijke, op de Vaticaanse website gepubliceerde, versie van 19 maart 2022, onderstreept zoals het gewijzigde tekstgedeelte op diezelfde website vanaf 23 maart 2022 luidt.
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 94
Het dicasterie is verantwoordelijk voor het toezicht op de cultus van de heilige relieken, de bevestiging van patroonheiligen en de verlening van de titel van basilica minor.
Het dicasterie is verantwoordelijk voor het toezicht op de cultus van de heilige relieken, de bevestiging van patroonheiligen en de verlening van de titel van basilica minor.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 95
Het dicasterie werkt samen met de diocesane bisschoppen opdat de cultische uitingen van devotie van het christenvolk kunnen toenemen in overeenstemming met de normen van de Kerk en in harmonie met de heilige liturgie, door de beginselen ervan in herinnering te brengen en aanwijzingen te geven voor de vruchtbare uitvoering ervan in de particuliere Kerken.
Het dicasterie werkt samen met de diocesane bisschoppen opdat de cultische uitingen van devotie van het christenvolk kunnen toenemen in overeenstemming met de normen van de Kerk en in harmonie met de heilige liturgie, door de beginselen ervan in herinnering te brengen en aanwijzingen te geven voor de vruchtbare uitvoering ervan in de particuliere Kerken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 96
Het dicasterie helpt de bisschoppen in het ambt dat hen eigen is van moderatoren, promotoren en behoeders van het gehele liturgische leven van de hen toevertrouwde Kerk, door indicaties en suggesties te geven ter bevordering van een juiste liturgische vorming, teneinde mogelijke misbruiken te voorkomen en uit te bannen.
Het dicasterie helpt de bisschoppen in het ambt dat hen eigen is van moderatoren, promotoren en behoeders van het gehele liturgische leven van de hen toevertrouwde Kerk, door indicaties en suggesties te geven ter bevordering van een juiste liturgische vorming, teneinde mogelijke misbruiken te voorkomen en uit te bannen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 97
Om de eigen taken zo goed mogelijk uit te voeren, maakt het dicasterie, naast zijn leden en consultoren, gebruik van de samenwerking en het periodiek overleg met de bisschoppelijke commissies voor liturgie van de verschillende bisschoppenconferenties en met de internationale comités voor de vertaling van liturgische boeken in talen die in meerdere landen worden gebezigd. Het maakt ook en met aandacht gebruik van de bijdrage op liturgisch gebied van de Instituten voor Hogere Kerkelijke Studies.
Om de eigen taken zo goed mogelijk uit te voeren, maakt het dicasterie, naast zijn leden en consultoren, gebruik van de samenwerking en het periodiek overleg met de bisschoppelijke commissies voor liturgie van de verschillende bisschoppenconferenties en met de internationale comités voor de vertaling van liturgische boeken in talen die in meerdere landen worden gebezigd. Het maakt ook en met aandacht gebruik van de bijdrage op liturgisch gebied van de Instituten voor Hogere Kerkelijke Studies.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor de Zaken van de Heiligen (art. 98-102)
Artikel 98
Het Dicasterie voor de Zaken van de Heiligen behandelt volgens de voorgeschreven procedure alle aangelegenheden betreffende de zaken ter zalig- en heiligverklaring.
Het Dicasterie voor de Zaken van de Heiligen behandelt volgens de voorgeschreven procedure alle aangelegenheden betreffende de zaken ter zalig- en heiligverklaring.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 99
§ 1. Het dicasterie vaardigt speciale normen uit en staat de diocesane of eparchiale bisschoppen die verantwoordelijk zijn voor het voeren van de zaak, met raad en daad bij.
§ 2. Het onderzoekt de dossiers van de reeds gevoerde zaken door na te gaan of de procedure volgens de normen is verlopen, en door zich uit te spreken over de gegrondheid van de zaken zelf, om deze voor te kunnen leggen aan de bisschop van Rome.
§ 1. Het dicasterie vaardigt speciale normen uit en staat de diocesane of eparchiale bisschoppen die verantwoordelijk zijn voor het voeren van de zaak, met raad en daad bij.
§ 2. Het onderzoekt de dossiers van de reeds gevoerde zaken door na te gaan of de procedure volgens de normen is verlopen, en door zich uit te spreken over de gegrondheid van de zaken zelf, om deze voor te kunnen leggen aan de bisschop van Rome.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 100
Het dicasterie ziet toe op de toepassing van de normen die gelden voor het beheer van het fonds van de economische middelen van de zaken.
Het dicasterie ziet toe op de toepassing van de normen die gelden voor het beheer van het fonds van de economische middelen van de zaken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 101
Het dicasterie stelt de canonieke procedure vast die moet worden gevolgd om de echtheid van de heilige relieken te onderzoeken en te verklaren en om hun behoud te waarborgen.
Het dicasterie stelt de canonieke procedure vast die moet worden gevolgd om de echtheid van de heilige relieken te onderzoeken en te verklaren en om hun behoud te waarborgen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 102
Het komt het dicasterie toe te oordelen over de verlening van de titel van Kerkleraar, te dragen door een heilige, na het oordeel van het Dicasterie voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ] over de uitmuntendheid van zijn of haar leer te hebben verkregen.
Het komt het dicasterie toe te oordelen over de verlening van de titel van Kerkleraar, te dragen door een heilige, na het oordeel van het Dicasterie voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ] over de uitmuntendheid van zijn of haar leer te hebben verkregen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor Bisschoppen (art. 103-112)
Artikel 103
Het Dicasterie voor Bisschoppen is bevoegd in alles wat te maken heeft met de inrichting en voorziening van de particuliere Kerken en op de uitoefening van het bisschopsambt in de Latijnse Kerk, onverlet de bevoegdheid van het Dicasterie voor de Evangelisatie[6064 |+ 103 ].
Het Dicasterie voor Bisschoppen is bevoegd in alles wat te maken heeft met de inrichting en voorziening van de particuliere Kerken en op de uitoefening van het bisschopsambt in de Latijnse Kerk, onverlet de bevoegdheid van het Dicasterie voor de Evangelisatie[6064 |+ 103 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 104
Het komt het dicasterie toe om, na het verzamelen van de nodige informaties en in samenwerking met de bisschoppen en de bisschoppenconferenties, zaken te behandelen betreffende de inrichting van particuliere Kerken en hun verbanden, hun splitsing, eenmaking, opheffing en andere veranderingen, alsmede betreffende de oprichting van militaire ordinariaten en van persoonlijke ordinariaten voor de Anglicaanse gelovigen die in volledige gemeenschap treden met de katholieke Kerk binnen de territoriale grenzen van een bepaalde bisschoppenconferentie, na het Dicasterie voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ] te hebben gehoord en de conferentie zelf te hebben geraadpleegd.
Het komt het dicasterie toe om, na het verzamelen van de nodige informaties en in samenwerking met de bisschoppen en de bisschoppenconferenties, zaken te behandelen betreffende de inrichting van particuliere Kerken en hun verbanden, hun splitsing, eenmaking, opheffing en andere veranderingen, alsmede betreffende de oprichting van militaire ordinariaten en van persoonlijke ordinariaten voor de Anglicaanse gelovigen die in volledige gemeenschap treden met de katholieke Kerk binnen de territoriale grenzen van een bepaalde bisschoppenconferentie, na het Dicasterie voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ] te hebben gehoord en de conferentie zelf te hebben geraadpleegd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 105
§ 1. Het dicasterie voorziet in alles wat raakt aan de benoeming van bisschoppen, diocesaan en titulair, en van apostolische administrators, en in het algemeen aan de voorziening van de particuliere Kerken. Hierbij houdt het rekening met de voorstellen van de particuliere Kerken, de bisschoppenconferenties en de pauselijke vertegenwoordigingen en na raadpleging van de leden van het presidium van de betreffende bisschoppenconferentie en de metropoliet. In dit proces betrekt het ook op passende wijze de leden van het volk van God van de betrokken bisdommen.
§ 2. Het dicasterie bepaalt de criteria voor de keuze van kandidaten, in overleg met de bisschoppenconferenties en hun regionale en continentale unies. Deze criteria moeten rekening houden met de verschillende culturele vereisten en periodiek worden geëvalueerd.
§ 3. Het dicasterie houdt zich ook bezig met het afstand doen van hun ambt door bisschoppen, in overeenstemming met de canonieke bepalingen.
§ 1. Het dicasterie voorziet in alles wat raakt aan de benoeming van bisschoppen, diocesaan en titulair, en van apostolische administrators, en in het algemeen aan de voorziening van de particuliere Kerken. Hierbij houdt het rekening met de voorstellen van de particuliere Kerken, de bisschoppenconferenties en de pauselijke vertegenwoordigingen en na raadpleging van de leden van het presidium van de betreffende bisschoppenconferentie en de metropoliet. In dit proces betrekt het ook op passende wijze de leden van het volk van God van de betrokken bisdommen.
§ 2. Het dicasterie bepaalt de criteria voor de keuze van kandidaten, in overleg met de bisschoppenconferenties en hun regionale en continentale unies. Deze criteria moeten rekening houden met de verschillende culturele vereisten en periodiek worden geëvalueerd.
§ 3. Het dicasterie houdt zich ook bezig met het afstand doen van hun ambt door bisschoppen, in overeenstemming met de canonieke bepalingen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 106
Telkens wanneer men voor de inrichting of wijziging van particuliere Kerken en hun verbanden of voor de voorziening van particuliere Kerken moet onderhandelen met regeringen, zal het dicasterie alleen handelen na de Afdeling Relaties met Staten en Internationale Organisaties van het Staatssecretariaat[6064 |+ 96 ] en de betrokken bisschoppenconferenties te hebben geraadpleegd.
Telkens wanneer men voor de inrichting of wijziging van particuliere Kerken en hun verbanden of voor de voorziening van particuliere Kerken moet onderhandelen met regeringen, zal het dicasterie alleen handelen na de Afdeling Relaties met Staten en Internationale Organisaties van het Staatssecretariaat[6064 |+ 96 ] en de betrokken bisschoppenconferenties te hebben geraadpleegd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 107
§ 1. Het dicasterie biedt de bisschoppen alle medewerking aan met betrekking tot de goede en vruchtbare uitoefening van het pastorale ambt dat hen is toevertrouwd.
§ 2. Wanneer voor de goede uitoefening van het bisschopsambt een speciale interventie vereist wordt, omdat de metropoliet of de bisschoppenconferenties niet in staat zijn het probleem op te lossen, dan is het de taak van het dicasterie om, zo nodig in overeenstemming met de andere bevoegde dicasteries, broederlijke of apostolische visitaties in te stellen en op dezelfde manier de uitkomsten ervan te evalueren en de besluiten die men geschikt acht aan de bisschop van Rome voor te stellen.
§ 1. Het dicasterie biedt de bisschoppen alle medewerking aan met betrekking tot de goede en vruchtbare uitoefening van het pastorale ambt dat hen is toevertrouwd.
§ 2. Wanneer voor de goede uitoefening van het bisschopsambt een speciale interventie vereist wordt, omdat de metropoliet of de bisschoppenconferenties niet in staat zijn het probleem op te lossen, dan is het de taak van het dicasterie om, zo nodig in overeenstemming met de andere bevoegde dicasteries, broederlijke of apostolische visitaties in te stellen en op dezelfde manier de uitkomsten ervan te evalueren en de besluiten die men geschikt acht aan de bisschop van Rome voor te stellen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 108
Het komt het dicasterie toe alles te regelen wat te maken heeft met de bezoeken “ad limina Apostolorum” van de particuliere Kerken die aan haar zorg zijn toevertrouwd. Daartoe:
Het komt het dicasterie toe alles te regelen wat te maken heeft met de bezoeken “ad limina Apostolorum” van de particuliere Kerken die aan haar zorg zijn toevertrouwd. Daartoe:
- bestudeert het de rapporten die de diocesane bisschoppen hebben toegezonden volgens de norm van art. 40[6064 |+ 84 ];
- helpt het de bisschoppen tijdens hun verblijf in Urbe door op geschikte wijze de ontmoeting met de bisschop van Rome te regelen, de pelgrimages naar de pauselijke basilieken en de andere vergaderingen;
- doet het hen ten slotte, wanneer het bezoek beëindigd is, schriftelijk de conclusies, suggesties en voorstellen van het dicasterie toekomen voor de betreffende particuliere Kerken en bisschoppenconferenties.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 109
§ 1. Onverlet de bevoegdheid van het Dicasterie voor de Evangelisatie[6064 |+ 103 ] is het dicasterie verantwoordelijk voor de vorming van nieuwe bisschoppen, waarbij het gebruik maakt van de hulp van bisschoppen van beproefde wijsheid, voorzichtigheid en ervaring, alsmede van deskundigen die afkomstig zijn uit de verschillende gebieden van de universele Kerk.
§ 2. Het dicasterie biedt de bisschoppen periodiek de gelegenheid tot permanente vorming en het volgen van vernieuwingscursussen.
§ 1. Onverlet de bevoegdheid van het Dicasterie voor de Evangelisatie[6064 |+ 103 ] is het dicasterie verantwoordelijk voor de vorming van nieuwe bisschoppen, waarbij het gebruik maakt van de hulp van bisschoppen van beproefde wijsheid, voorzichtigheid en ervaring, alsmede van deskundigen die afkomstig zijn uit de verschillende gebieden van de universele Kerk.
§ 2. Het dicasterie biedt de bisschoppen periodiek de gelegenheid tot permanente vorming en het volgen van vernieuwingscursussen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 110
Het dicasterie verricht zijn werkzaamheden in een geest van dienstbaarheid en in nauwe samenwerking met de bisschoppenconferenties en hun regionale en continentale unies. Het zal zich jegens hen inspannen wat betreft de viering van particuliere concilies, de inrichting van bisschoppenconferenties en de recognitio van hun statuten. Het ontvangt van de voornoemde organen de handelingen en decreten, onderzoekt deze en na de betrokken dicasteries te hebben geraadpleegd, verleent zij aan de decreten de vereiste recognitio. Ten slotte voert het uit wat is vastgesteld in de canonieke bepalingen betreffende de kerkelijke provincies en regio’s.
Het dicasterie verricht zijn werkzaamheden in een geest van dienstbaarheid en in nauwe samenwerking met de bisschoppenconferenties en hun regionale en continentale unies. Het zal zich jegens hen inspannen wat betreft de viering van particuliere concilies, de inrichting van bisschoppenconferenties en de recognitio van hun statuten. Het ontvangt van de voornoemde organen de handelingen en decreten, onderzoekt deze en na de betrokken dicasteries te hebben geraadpleegd, verleent zij aan de decreten de vereiste recognitio. Ten slotte voert het uit wat is vastgesteld in de canonieke bepalingen betreffende de kerkelijke provincies en regio’s.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 111
§ 1. Aan het dicasterie is toegevoegd de Pauselijke Commissie voor Latijns-Amerika, die tot taak heeft zich bezig te houden met de studie van vraagstukken betreffende het leven en de ontwikkeling van de particuliere Kerken aldaar, ten behoeve van de dicasteries die ermee te maken hebben op grond van hun bevoegdheid, en hen bij te staan met advies en economische middelen.
§ 2. Zij is ook belast met het bevorderen van de betrekkingen tussen de internationale en nationale kerkelijke instellingen die werken voor de regio’s van Latijns-Amerika, en de curiale instellingen.
§ 1. Aan het dicasterie is toegevoegd de Pauselijke Commissie voor Latijns-Amerika, die tot taak heeft zich bezig te houden met de studie van vraagstukken betreffende het leven en de ontwikkeling van de particuliere Kerken aldaar, ten behoeve van de dicasteries die ermee te maken hebben op grond van hun bevoegdheid, en hen bij te staan met advies en economische middelen.
§ 2. Zij is ook belast met het bevorderen van de betrekkingen tussen de internationale en nationale kerkelijke instellingen die werken voor de regio’s van Latijns-Amerika, en de curiale instellingen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 112
§ 1. De voorzitter van de commissie is de prefect van het Dicasterie voor Bisschoppen, die wordt bijgestaan door een of meer secretarissen. Aan hen zijn als raadsleden enkele bisschoppen toegevoegd, gekozen hetzij uit de Romeinse Curie, hetzij uit de Kerken van Latijns-Amerika. De secretaris en de raadsleden worden benoemd door de bisschop van Rome voor vijf jaar.
§ 2. De leden van de commissie worden gekozen uit de curiale instellingen, de Bisschoppelijke Raad van Latijns-Amerika, de bisschoppen van de Latijns-Amerikaanse regio’s en de instellingen genoemd in het vorige artikel. Zij worden benoemd door de bisschop van Rome voor vijf jaar.
§ 3. De commissie heeft haar eigen beambten.
§ 1. De voorzitter van de commissie is de prefect van het Dicasterie voor Bisschoppen, die wordt bijgestaan door een of meer secretarissen. Aan hen zijn als raadsleden enkele bisschoppen toegevoegd, gekozen hetzij uit de Romeinse Curie, hetzij uit de Kerken van Latijns-Amerika. De secretaris en de raadsleden worden benoemd door de bisschop van Rome voor vijf jaar.
§ 2. De leden van de commissie worden gekozen uit de curiale instellingen, de Bisschoppelijke Raad van Latijns-Amerika, de bisschoppen van de Latijns-Amerikaanse regio’s en de instellingen genoemd in het vorige artikel. Zij worden benoemd door de bisschop van Rome voor vijf jaar.
§ 3. De commissie heeft haar eigen beambten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor de Clerus (art. 113-120)
Artikel 113
§ 1. Het Dicasterie voor de Clerus houdt zich bezig met alles wat de priesters en diakens van de diocesane clerus aangaat wat betreft hun persoon, hun pastorale dienstwerk en wat nodig is voor een vruchtbare uitoefening daarvan. In dergelijke zaken biedt het de nodige bijstand aan de bisschoppen.
§ 2. Het dicasterie toont in woorden en daden de zorg van de Heilige Stoel op het gebied van de vorming van kandidaten voor het gewijde ambt.
§ 1. Het Dicasterie voor de Clerus houdt zich bezig met alles wat de priesters en diakens van de diocesane clerus aangaat wat betreft hun persoon, hun pastorale dienstwerk en wat nodig is voor een vruchtbare uitoefening daarvan. In dergelijke zaken biedt het de nodige bijstand aan de bisschoppen.
§ 2. Het dicasterie toont in woorden en daden de zorg van de Heilige Stoel op het gebied van de vorming van kandidaten voor het gewijde ambt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 114
§ 1. Het dicasterie geeft de diocesane bisschoppen de benodigde hulp om in hun Kerken te voorzien in de pastorale zorg voor roepingen tot het gewijde ambt en in de seminaries, opgericht en geleid volgens de normen van het recht, de studenten adequaat op te leiden door middel van een degelijke menselijke, geestelijke, intellectuele en pastorale vorming.
§ 2. Voor zover dit krachtens het recht toekomt aan de Heilige Stoel, ziet het dicasterie erop toe dat het gemeenschapsleven en het bestuur van de seminaries in overeenstemming zijn met de eisen van de priestervorming, en tevens dat de oversten en formatoren door hun voorbeeld en zuivere leer zoveel mogelijk bijdragen aan de persoonsvorming van de toekomstige gewijde ambtsdragers.
§ 3. Het komt het dicasterie toe om alles te bevorderen wat de vorming van toekomstige geestelijken betreft door middel van passende normen als de Ratio fundamentalis institutionis sacerdotalis[6329] en de Ratio fundamentalis institutionis diaconorum permanentium[8680], alsmede door andere documenten betreffende de permanente vorming.
§ 4. Het dicasterie is bevoegd om de Ratio fundamentalis institutionis sacerdotalis opgesteld door de bisschoppenconferenties te bevestigen, alsook de oprichting van interdiocesane seminaries en hun statuten.
§ 5. Om de kwaliteit van de priestervorming te waarborgen en te verbeteren, bevordert het dicasterie de oprichting van interdiocesane seminaries wanneer de diocesane seminaries niet kunnen instaan voor een adequate vorming met een voldoende aantal kandidaten voor het gewijde ambt, met de vereiste kwaliteit van formatoren, docenten en geestelijke leidslieden, en met de andere noodzakelijke ondersteunende structuren.
§ 1. Het dicasterie geeft de diocesane bisschoppen de benodigde hulp om in hun Kerken te voorzien in de pastorale zorg voor roepingen tot het gewijde ambt en in de seminaries, opgericht en geleid volgens de normen van het recht, de studenten adequaat op te leiden door middel van een degelijke menselijke, geestelijke, intellectuele en pastorale vorming.
§ 2. Voor zover dit krachtens het recht toekomt aan de Heilige Stoel, ziet het dicasterie erop toe dat het gemeenschapsleven en het bestuur van de seminaries in overeenstemming zijn met de eisen van de priestervorming, en tevens dat de oversten en formatoren door hun voorbeeld en zuivere leer zoveel mogelijk bijdragen aan de persoonsvorming van de toekomstige gewijde ambtsdragers.
§ 3. Het komt het dicasterie toe om alles te bevorderen wat de vorming van toekomstige geestelijken betreft door middel van passende normen als de Ratio fundamentalis institutionis sacerdotalis[6329] en de Ratio fundamentalis institutionis diaconorum permanentium[8680], alsmede door andere documenten betreffende de permanente vorming.
§ 4. Het dicasterie is bevoegd om de Ratio fundamentalis institutionis sacerdotalis opgesteld door de bisschoppenconferenties te bevestigen, alsook de oprichting van interdiocesane seminaries en hun statuten.
§ 5. Om de kwaliteit van de priestervorming te waarborgen en te verbeteren, bevordert het dicasterie de oprichting van interdiocesane seminaries wanneer de diocesane seminaries niet kunnen instaan voor een adequate vorming met een voldoende aantal kandidaten voor het gewijde ambt, met de vereiste kwaliteit van formatoren, docenten en geestelijke leidslieden, en met de andere noodzakelijke ondersteunende structuren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 115
§ 1. Het dicasterie verleent de diocesane bisschoppen en bisschoppenconferenties bijstand bij de uitoefening van al hun bestuurstaken inzake het leven, de discipline, de rechten en de plichten van geestelijken en werkt mee aan de permanente vorming van laatstgenoemden. Het draagt tevens zorg ervoor dat de diocesane bisschoppen of de bisschoppenconferenties voorzien in het levensonderhoud en de sociale zekerheid van de geestelijkheid volgens de normen van het recht.
§ 2. Het is bevoegd tot administratief onderzoek van de eventuele geschillen en beroepen ingebracht door geestelijken, inclusief leden van instituten van Godgewijd Leven en gemeenschappen van apostolisch leven, betreffende de uitoefening van het ambt, onverlet hetgeen is voorgeschreven in artikel 28 § 1[6064 |+ 69 ].
§ 3. Met de hulp van de bevoegde dicasteries bestudeert het de problemen die voortvloeien uit het gebrek aan priesters dat in verschillende delen van de wereld enerzijds het volk van God de mogelijkheid ontneemt deel te nemen aan de Eucharistie en anderzijds de sacramentele structuur van de Kerk zelf doet verzwakken. Om die reden moedigt het de bisschoppen en de bisschoppenconferenties aan om te komen tot een meer juiste verdeling van de clerus.
§ 1. Het dicasterie verleent de diocesane bisschoppen en bisschoppenconferenties bijstand bij de uitoefening van al hun bestuurstaken inzake het leven, de discipline, de rechten en de plichten van geestelijken en werkt mee aan de permanente vorming van laatstgenoemden. Het draagt tevens zorg ervoor dat de diocesane bisschoppen of de bisschoppenconferenties voorzien in het levensonderhoud en de sociale zekerheid van de geestelijkheid volgens de normen van het recht.
§ 2. Het is bevoegd tot administratief onderzoek van de eventuele geschillen en beroepen ingebracht door geestelijken, inclusief leden van instituten van Godgewijd Leven en gemeenschappen van apostolisch leven, betreffende de uitoefening van het ambt, onverlet hetgeen is voorgeschreven in artikel 28 § 1[6064 |+ 69 ].
§ 3. Met de hulp van de bevoegde dicasteries bestudeert het de problemen die voortvloeien uit het gebrek aan priesters dat in verschillende delen van de wereld enerzijds het volk van God de mogelijkheid ontneemt deel te nemen aan de Eucharistie en anderzijds de sacramentele structuur van de Kerk zelf doet verzwakken. Om die reden moedigt het de bisschoppen en de bisschoppenconferenties aan om te komen tot een meer juiste verdeling van de clerus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 116
§ 1. Het komt het dicasterie toe om, conform de canonieke bepalingen, datgene te behandelen wat betrekking heeft op de geestelijke status als zodanig van alle geestelijken, inclusief de leden van instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven, alsook de permanente diakens, in overleg met de bevoegde dicasteries, al naar gelang de omstandigheden dit vereisen.
§ 2. Het dicasterie is bevoegd voor gevallen van dispensatie van de verplichtingen aangegaan bij de wijding tot het diaconaat en het presbyteraat door diocesane geestelijken en leden van instituten van Godgewijd Leven en gemeenschappen van apostolisch leven, van de Latijnse Kerk en van de Oosterse Kerken.
§ 1. Het komt het dicasterie toe om, conform de canonieke bepalingen, datgene te behandelen wat betrekking heeft op de geestelijke status als zodanig van alle geestelijken, inclusief de leden van instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven, alsook de permanente diakens, in overleg met de bevoegde dicasteries, al naar gelang de omstandigheden dit vereisen.
§ 2. Het dicasterie is bevoegd voor gevallen van dispensatie van de verplichtingen aangegaan bij de wijding tot het diaconaat en het presbyteraat door diocesane geestelijken en leden van instituten van Godgewijd Leven en gemeenschappen van apostolisch leven, van de Latijnse Kerk en van de Oosterse Kerken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 117
Het dicasterie is bevoegd voor alles wat toekomt aan de Heilige Stoel inzake de personele prelaturen.
Het dicasterie is bevoegd voor alles wat toekomt aan de Heilige Stoel inzake de personele prelaturen.
Referenties naar deze alinea: 3
Ut Sit ->=geentekst=Ad Charisma Tuendum ->=geentekst=
Le Prelature personali sono ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 118
Het dicasterie behandelt kwesties die onder de bevoegdheid van de Heilige Stoel vallen met betrekking tot:
Het dicasterie behandelt kwesties die onder de bevoegdheid van de Heilige Stoel vallen met betrekking tot:
- 1° de algemene regeling aangaande de Diocesane Raad voor Economische Aangelegenheden, de Priesterraad, het College van Consultoren, het Kapittel van Kanunniken, de Diocesane Pastorale Raad, de parochies, de kerken;
- 2° de verenigingen van geestelijken en de openbare verenigingen van geestelijken; aan deze laatste kan zij de volmacht geven om te incardineren, na de bevoegde dicasteries te hebben gehoord en de goedkeuring van de bisschop van Rome te hebben ontvangen;
- 3° de kerkelijke archieven;
- 4° de ontbinding van vrome wilsbeschikkingen en vrome stichtingen.
Referenties naar deze alinea: 1
Le Prelature personali sono ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 119
Voor zover het de Heilige Stoel aangaat, houdt het dicasterie zich bezig met zaken betreffende de ordening van kerkelijke goederen, in het bijzonder het behoorlijk beheer ervan, en verleent het de nodige vergunningen en machtigingen, onverlet de bevoegdheid van de Dicasteries voor de Evangelisatie[6064 |+ 103 ], voor de Oosterse Kerken[6064 |+ 137 ] en voor de Instituten van Godgewijd Leven en Gemeenschappen van Apostolisch Leven[6064 |+ 181 ].
Voor zover het de Heilige Stoel aangaat, houdt het dicasterie zich bezig met zaken betreffende de ordening van kerkelijke goederen, in het bijzonder het behoorlijk beheer ervan, en verleent het de nodige vergunningen en machtigingen, onverlet de bevoegdheid van de Dicasteries voor de Evangelisatie[6064 |+ 103 ], voor de Oosterse Kerken[6064 |+ 137 ] en voor de Instituten van Godgewijd Leven en Gemeenschappen van Apostolisch Leven[6064 |+ 181 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 120
Aan het dicasterie zijn toegevoegd het Pauselijk Werk voor de Priesterlijke Roepingen en de Interdicasteriële Permanente Commissie voor de Vorming tot de Gewijde Ambten, die ex officio worden voorgezeten door de prefect.
Aan het dicasterie zijn toegevoegd het Pauselijk Werk voor de Priesterlijke Roepingen en de Interdicasteriële Permanente Commissie voor de Vorming tot de Gewijde Ambten, die ex officio worden voorgezeten door de prefect.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor Instituten van Godgewijd Leven en Gemeenschappen van Apostolisch Leven (art. 121-127)
Artikel 121
Het is de bevoegdheid van het dicasterie om de beoefening van de evangelische raden te bevorderen, te begeesteren en te reguleren, zoals deze worden geleefd in de goedgekeurde vormen van religieus leven, en hetzelfde te doen wat betreft het leven en werken van de gemeenschappen van apostolisch leven in de gehele Latijnse Kerk.
Het is de bevoegdheid van het dicasterie om de beoefening van de evangelische raden te bevorderen, te begeesteren en te reguleren, zoals deze worden geleefd in de goedgekeurde vormen van religieus leven, en hetzelfde te doen wat betreft het leven en werken van de gemeenschappen van apostolisch leven in de gehele Latijnse Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 122
§ 1. Het komt het dicasterie toe om instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven goed te keuren en op te richten, alsmede om vergunning te verlenen voor de geldigheid van de oprichting van een instituut van Godgewijd leven of een gemeenschap van apostolisch leven van diocesaan recht door een bisschop.
§ 2. Fusies, unies en opheffingen van zulke instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven zijn eveneens voorbehouden aan het dicasterie.
§ 3. Het dicasterie is bevoegd tot de goedkeuring en regulering van vormen van religieus leven die nieuw zijn ten opzichte van degene die reeds bij wet zijn erkend.
§ 4. Het is de taak van het dicasterie om unies, confederaties en federaties van instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven op te richten en op te heffen.
§ 1. Het komt het dicasterie toe om instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven goed te keuren en op te richten, alsmede om vergunning te verlenen voor de geldigheid van de oprichting van een instituut van Godgewijd leven of een gemeenschap van apostolisch leven van diocesaan recht door een bisschop.
§ 2. Fusies, unies en opheffingen van zulke instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven zijn eveneens voorbehouden aan het dicasterie.
§ 3. Het dicasterie is bevoegd tot de goedkeuring en regulering van vormen van religieus leven die nieuw zijn ten opzichte van degene die reeds bij wet zijn erkend.
§ 4. Het is de taak van het dicasterie om unies, confederaties en federaties van instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven op te richten en op te heffen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 123
Het dicasterie spant zich ervoor in dat de instituten van Godgewijd Leven en de gemeenschappen van apostolisch leven voortgang maken in de navolging van Christus zoals voorgesteld door het Evangelie, volgens hun eigen charisma, voortgekomen uit de geest van de stichter, en volgens de beproefde gebruiken, waarbij zij trouw de doeleinden nastreven die hen eigen zijn en doeltreffend bijdragen tot de opbouw van de Kerk en haar zending in de wereld.
Het dicasterie spant zich ervoor in dat de instituten van Godgewijd Leven en de gemeenschappen van apostolisch leven voortgang maken in de navolging van Christus zoals voorgesteld door het Evangelie, volgens hun eigen charisma, voortgekomen uit de geest van de stichter, en volgens de beproefde gebruiken, waarbij zij trouw de doeleinden nastreven die hen eigen zijn en doeltreffend bijdragen tot de opbouw van de Kerk en haar zending in de wereld.
Referenties naar deze alinea: 1
Decreet goedkeuring Richtlijnen voor het bestuur en beheer van goederen van Diocesane Instituten van Gewijd Leven en Sociëteiten van Apostolische Leven in Nederland ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 124
§ 1. Conform de canonieke normen behandelt het dicasterie de kwesties waartoe de Heilige Stoel bevoegd is wat betreft het leven en werken van de instituten van Godgewijd leven en de gemeenschappen van apostolisch leven, in het bijzonder:
§ 1. Conform de canonieke normen behandelt het dicasterie de kwesties waartoe de Heilige Stoel bevoegd is wat betreft het leven en werken van de instituten van Godgewijd leven en de gemeenschappen van apostolisch leven, in het bijzonder:
- 1° de goedkeuring van de constituties de wijzigingen daarvan;
- 2° het gewone bestuur en de regeltucht van de leden;
- 3° de opname en de vorming van de leden, ook door middel van passende normen en richtlijnen;
- 4° de tijdelijke goederen en hun beheer;
- 5° het apostolaat;
- 6° de buitengewone maatregelen van bestuur.
- 1° de overgang van een lid naar een andere goedgekeurde vorm van religieus leven;
- 2° de verlenging van het absentieverlof en van de exclaustratie na de termijn toegestaan door de hoogste bestuurders;
- 3° het indult van uittreding van leden met eeuwige geloften uit instituten van Godgewijd leven of gemeenschappen van apostolisch leven van pauselijk recht;
- 4° de opgelegde exclaustratie;
- 5° het onderzoek van beroepen tegen het besluit tot ontslag van leden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 125
Het is de bevoegdheid van het dicasterie om internationale conferenties van hogere oversten op te richten, de statuten ervan goed te keuren en erop toe te zien dat hun activiteiten aan hun eigenlijke doel beantwoorden.
Het is de bevoegdheid van het dicasterie om internationale conferenties van hogere oversten op te richten, de statuten ervan goed te keuren en erop toe te zien dat hun activiteiten aan hun eigenlijke doel beantwoorden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 126
§ 1. Het kluizenaarsleven en de Ordo Virginum zijn vormen van religieus leven en als zodanig onderworpen aan het dicasterie.
§2. De oprichting van verenigingen van de Ordo Virginum op internationaal niveau komt toe aan het dicasterie.
§ 1. Het kluizenaarsleven en de Ordo Virginum zijn vormen van religieus leven en als zodanig onderworpen aan het dicasterie.
§2. De oprichting van verenigingen van de Ordo Virginum op internationaal niveau komt toe aan het dicasterie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 127
De bevoegdheid van het dicasterie strekt zich ook uit tot de Derde Orden en tot de verenigingen van gelovigen die zijn opgericht met het oogmerk een instituut van Godgewijd leven of een gemeenschap van apostolisch leven te worden.
De bevoegdheid van het dicasterie strekt zich ook uit tot de Derde Orden en tot de verenigingen van gelovigen die zijn opgericht met het oogmerk een instituut van Godgewijd leven of een gemeenschap van apostolisch leven te worden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor Leken, Familie en Leven (art. 128-141)
Artikel 128
§ 1. Het Dicasterie voor Leken, Gezin en Leven is bevoegd voor de ontwikkeling van het apostolaat van de lekengelovigen, voor de pastorale zorg voor de jongeren, het gezin en hun zending volgens het plan van God, en de ouderen, en voor de bevordering en bescherming van het leven.
§ 2. Bij de uitoefening van zijn bevoegdheden onderhoudt het dicasterie betrekkingen met de particuliere Kerken, met de bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies, de Oosterse hiërarchische structuren en andere kerkelijke organen, waarbij het de onderlinge uitwisseling bevordert en zijn medewerking aanbiedt, opdat de waarden en de initiatieven in verband met deze zaken kunnen worden bevorderd.
§ 1. Het Dicasterie voor Leken, Gezin en Leven is bevoegd voor de ontwikkeling van het apostolaat van de lekengelovigen, voor de pastorale zorg voor de jongeren, het gezin en hun zending volgens het plan van God, en de ouderen, en voor de bevordering en bescherming van het leven.
§ 2. Bij de uitoefening van zijn bevoegdheden onderhoudt het dicasterie betrekkingen met de particuliere Kerken, met de bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies, de Oosterse hiërarchische structuren en andere kerkelijke organen, waarbij het de onderlinge uitwisseling bevordert en zijn medewerking aanbiedt, opdat de waarden en de initiatieven in verband met deze zaken kunnen worden bevorderd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 129
Bij het begeesteren en aanmoedigen van de roeping en de zending van de lekengelovigen in de Kerk en in de wereld, werkt het dicasterie op zo’n manier samen met de verschillende kerkelijke lekengroeperingen dat de lekengelovigen in het pastoraat en het bestuur van de Kerk zowel hun geloofservaringen in de maatschappelijke werkelijkheid kunnen delen als hun bekwaamheden in de zaken van deze wereld.
Bij het begeesteren en aanmoedigen van de roeping en de zending van de lekengelovigen in de Kerk en in de wereld, werkt het dicasterie op zo’n manier samen met de verschillende kerkelijke lekengroeperingen dat de lekengelovigen in het pastoraat en het bestuur van de Kerk zowel hun geloofservaringen in de maatschappelijke werkelijkheid kunnen delen als hun bekwaamheden in de zaken van deze wereld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 130
Het dicasterie geeft uitdrukking aan de bijzondere zorg van de Kerk voor de jongeren, waarbij het hun voortrekkersrol te midden van de uitdagingen van deze wereld bevordert. Het steunt de initiatieven van de bisschop van Rome op het gebied van het jongerenpastoraat en staat ten dienste van de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren, alsook van de internationale verenigingen en bewegingen van jongeren; het moedigt hun samenwerking aan en organiseert ontmoetingen op internationaal niveau.
Het dicasterie geeft uitdrukking aan de bijzondere zorg van de Kerk voor de jongeren, waarbij het hun voortrekkersrol te midden van de uitdagingen van deze wereld bevordert. Het steunt de initiatieven van de bisschop van Rome op het gebied van het jongerenpastoraat en staat ten dienste van de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren, alsook van de internationale verenigingen en bewegingen van jongeren; het moedigt hun samenwerking aan en organiseert ontmoetingen op internationaal niveau.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 131
Het dicasterie spant zich in om de bezinning te verdiepen op de relatie tussen man en vrouw in hun beider eigenheid, wederkerigheid, complementariteit en gelijke waardigheid. Het levert zijn bijdrage aan de kerkelijke bezinning op de identiteit en de zending van vrouwen en mannen in Kerk en samenleving door hun deelname eraan te bevorderen, de vrouwelijke en mannelijke karakteristieken te valoriseren, en ook modellen van leidende posities voor vrouwen in de Kerk te ontwikkelen.
Het dicasterie spant zich in om de bezinning te verdiepen op de relatie tussen man en vrouw in hun beider eigenheid, wederkerigheid, complementariteit en gelijke waardigheid. Het levert zijn bijdrage aan de kerkelijke bezinning op de identiteit en de zending van vrouwen en mannen in Kerk en samenleving door hun deelname eraan te bevorderen, de vrouwelijke en mannelijke karakteristieken te valoriseren, en ook modellen van leidende posities voor vrouwen in de Kerk te ontwikkelen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 132
Het dicasterie bestudeert de thematieken betreffende de samenwerking tussen leken en gewijde ambtsdragers krachtens het doopsel, en de verscheidenheid van charisma’s en bedieningen, om bij beide groepen het bewustzijn te versterken van de medeverantwoordelijkheid voor het leven en de zending van de Kerk.
Het dicasterie bestudeert de thematieken betreffende de samenwerking tussen leken en gewijde ambtsdragers krachtens het doopsel, en de verscheidenheid van charisma’s en bedieningen, om bij beide groepen het bewustzijn te versterken van de medeverantwoordelijkheid voor het leven en de zending van de Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 133
Het is de taak van het dicasterie om, in overleg met de andere betrokken dicasteries, voorstellen te evalueren en goed te keuren van bisschoppenconferenties inzake de instelling van nieuwe bedieningen en kerkelijke ambten die kunnen worden toevertrouwd aan leken, volgens de noden van de particuliere Kerken.
Het is de taak van het dicasterie om, in overleg met de andere betrokken dicasteries, voorstellen te evalueren en goed te keuren van bisschoppenconferenties inzake de instelling van nieuwe bedieningen en kerkelijke ambten die kunnen worden toevertrouwd aan leken, volgens de noden van de particuliere Kerken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 134
Binnen zijn eigen bevoegdheid begeleidt het dicasterie de werking en ontwikkeling van de verenigingen van gelovigen en de kerkelijke bewegingen; zij erkent die groeperingen ervan die een internationaal karakter hebben of richt deze op, conform de bepalingen van het canonieke recht, en keurt de statuten ervan goed, onverlet de bevoegdheid van het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ]; het behandelt ook eventuele hiërarchische beroepen met betrekking tot het verenigingsleven en het apostolaat van de leken.
Binnen zijn eigen bevoegdheid begeleidt het dicasterie de werking en ontwikkeling van de verenigingen van gelovigen en de kerkelijke bewegingen; zij erkent die groeperingen ervan die een internationaal karakter hebben of richt deze op, conform de bepalingen van het canonieke recht, en keurt de statuten ervan goed, onverlet de bevoegdheid van het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ]; het behandelt ook eventuele hiërarchische beroepen met betrekking tot het verenigingsleven en het apostolaat van de leken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 135
Het dicasterie bevordert het huwelijks- en gezinspastoraat op basis van het onderricht van het kerkelijk leergezag. Het spant zich in om de erkenning te garanderen van de rechten en plichten van echtelieden en van het gezin in de Kerk, de maatschappij, de economie en de politiek. Het bevordert internationale ontmoetingen en evenementen.
Het dicasterie bevordert het huwelijks- en gezinspastoraat op basis van het onderricht van het kerkelijk leergezag. Het spant zich in om de erkenning te garanderen van de rechten en plichten van echtelieden en van het gezin in de Kerk, de maatschappij, de economie en de politiek. Het bevordert internationale ontmoetingen en evenementen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 136
In afstemming met de Dicasteries voor de Evangelisatie[6064 |+ 103 ] en voor Cultuur en Onderwijs[6064 |+ 217 ] ondersteunt het dicasterie de ontwikkeling en verspreiding van modellen voor de overdracht van het geloof in de gezinnen en moedigt het de ouders aan om werk te maken van hun geloof in het dagelijks leven. Het bevordert bovendien modellen van inclusie in het pastoraat en het onderwijs op school.
In afstemming met de Dicasteries voor de Evangelisatie[6064 |+ 103 ] en voor Cultuur en Onderwijs[6064 |+ 217 ] ondersteunt het dicasterie de ontwikkeling en verspreiding van modellen voor de overdracht van het geloof in de gezinnen en moedigt het de ouders aan om werk te maken van hun geloof in het dagelijks leven. Het bevordert bovendien modellen van inclusie in het pastoraat en het onderwijs op school.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 137
§ 1. Het dicasterie onderzoekt, met de bijdrage van de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren, de verscheidenheid aan antropologische, sociaal-culturele en economische omstandigheden die het samenleven van koppels en gezinnen bepalen.
§ 2. Het dicasterie bestudeert en onderzoekt, met de steun van deskundigen, de belangrijkste oorzaken van crises van huwelijken en gezinnen, met speciale aandacht voor de ervaringen van mensen die betrokken zijn bij gebroken huwelijken, in het bijzonder de kinderen, teneinde een groter besef te wekken van de waarde van het gezin en van de rol van ouders in de samenleving en de Kerk.
§ 3. Het is de taak van het dicasterie, in samenwerking met de bisschoppenconferenties en de Oosters hiërarchische structuren, om modellen te verzamelen en voor te stellen voor de pastorale begeleiding, gewetensvorming en integratie van gescheiden mensen die burgerlijk hertrouwd zijn, alsook voor degenen die, in sommige culturen, leven in situaties van polygamie.
§ 1. Het dicasterie onderzoekt, met de bijdrage van de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren, de verscheidenheid aan antropologische, sociaal-culturele en economische omstandigheden die het samenleven van koppels en gezinnen bepalen.
§ 2. Het dicasterie bestudeert en onderzoekt, met de steun van deskundigen, de belangrijkste oorzaken van crises van huwelijken en gezinnen, met speciale aandacht voor de ervaringen van mensen die betrokken zijn bij gebroken huwelijken, in het bijzonder de kinderen, teneinde een groter besef te wekken van de waarde van het gezin en van de rol van ouders in de samenleving en de Kerk.
§ 3. Het is de taak van het dicasterie, in samenwerking met de bisschoppenconferenties en de Oosters hiërarchische structuren, om modellen te verzamelen en voor te stellen voor de pastorale begeleiding, gewetensvorming en integratie van gescheiden mensen die burgerlijk hertrouwd zijn, alsook voor degenen die, in sommige culturen, leven in situaties van polygamie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 138
§ 1. Het dicasterie ondersteunt initiatieven ten gunste van een verantwoorde voortplanting, alsmede ten gunste van de bescherming van het menselijk leven vanaf de conceptie tot en met het natuurlijke einde, rekening houdend met de behoeften van de persoon in de verschillende fasen van ontwikkeling.
§ 2. Het dicasterie bevordert en bemoedigt organisaties en verenigingen die gezinnen en individuen helpen om het geschenk van het leven op verantwoorde wijze te verwelkomen en te koesteren, vooral in geval van moeilijke zwangerschappen, en om de toevlucht tot abortus te voorkomen. Het ondersteunt ook programma’s en initiatieven van de particuliere Kerken, bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren die gericht zijn op de hulp aan mensen die betrokken zijn bij een abortus.
§ 1. Het dicasterie ondersteunt initiatieven ten gunste van een verantwoorde voortplanting, alsmede ten gunste van de bescherming van het menselijk leven vanaf de conceptie tot en met het natuurlijke einde, rekening houdend met de behoeften van de persoon in de verschillende fasen van ontwikkeling.
§ 2. Het dicasterie bevordert en bemoedigt organisaties en verenigingen die gezinnen en individuen helpen om het geschenk van het leven op verantwoorde wijze te verwelkomen en te koesteren, vooral in geval van moeilijke zwangerschappen, en om de toevlucht tot abortus te voorkomen. Het ondersteunt ook programma’s en initiatieven van de particuliere Kerken, bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren die gericht zijn op de hulp aan mensen die betrokken zijn bij een abortus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 139
§ 1. Het dicasterie bestudeert de voornaamste problemen van de bio-geneeskunde en het recht met betrekking tot het menselijk geslacht, op basis van het kerkelijk leergezag en in dialoog met de verschillende theologische disciplines en andere relevante wetenschappen. Het onderzoekt de theorieën die ontwikkeld worden met betrekking tot het menselijk leven en de werkelijkheid van de menselijk geslacht. Bij de bestudering van voornoemde onderwerpen handelt het dicasterie in eensgezindheid met het Dicasterie voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ].
§ 2. Op dezelfde manier bezint het zich op de veranderingen in het maatschappelijk leven, teneinde de menselijke persoon te bevorderen in haar volledige en harmonische ontwikkeling, met waardering voor de vooruitgang en aandacht voor de misstanden die deze vooruitgang belemmeren op cultureel en sociaal niveau.
§ 1. Het dicasterie bestudeert de voornaamste problemen van de bio-geneeskunde en het recht met betrekking tot het menselijk geslacht, op basis van het kerkelijk leergezag en in dialoog met de verschillende theologische disciplines en andere relevante wetenschappen. Het onderzoekt de theorieën die ontwikkeld worden met betrekking tot het menselijk leven en de werkelijkheid van de menselijk geslacht. Bij de bestudering van voornoemde onderwerpen handelt het dicasterie in eensgezindheid met het Dicasterie voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ].
§ 2. Op dezelfde manier bezint het zich op de veranderingen in het maatschappelijk leven, teneinde de menselijke persoon te bevorderen in haar volledige en harmonische ontwikkeling, met waardering voor de vooruitgang en aandacht voor de misstanden die deze vooruitgang belemmeren op cultureel en sociaal niveau.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 140
Het dicasterie volgt de activiteiten van de nationale en internationale instellingen, verenigingen, bewegingen en katholieke organisaties die tot doel hebben het welzijn van het gezin te dienen.
Het dicasterie volgt de activiteiten van de nationale en internationale instellingen, verenigingen, bewegingen en katholieke organisaties die tot doel hebben het welzijn van het gezin te dienen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 141
§ 1. Het dicasterie werkt samen met de Pauselijke Academie voor het Leven waar het de thematieken aangaat van de bescherming en de bevordering van het menselijk leven, en maakt gebruik van haar deskundigheid.
§ 2. Het dicasterie werkt samen met het "Pauselijk Theologisch Instituut Johannes Paulus II voor de Wetenschappen van Huwelijk en Gezin"[d:494], zowel met de centrale afdeling als met de andere afdelingen en de geassocieerde of verbonden centra, om een gemeenschappelijk richting te bevorderen in de studies over huwelijk, gezin en leven.
§ 1. Het dicasterie werkt samen met de Pauselijke Academie voor het Leven waar het de thematieken aangaat van de bescherming en de bevordering van het menselijk leven, en maakt gebruik van haar deskundigheid.
§ 2. Het dicasterie werkt samen met het "Pauselijk Theologisch Instituut Johannes Paulus II voor de Wetenschappen van Huwelijk en Gezin"[d:494], zowel met de centrale afdeling als met de andere afdelingen en de geassocieerde of verbonden centra, om een gemeenschappelijk richting te bevorderen in de studies over huwelijk, gezin en leven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor de Bevordering van de Eenheid van de Christenen (art. 142-146)
Artikel 142
Het is de bevoegdheid van het Dicasterie voor de Bevordering van de Eenheid van de Christenen om zich met passende initiatieven en activiteiten toe te leggen op het werk van de oecumene, hetzij binnen de katholieke Kerk, hetzij in de betrekkingen met de andere Kerken en kerkelijke gemeenschappen, teneinde de eenheid onder de christenen te herstellen.
Het is de bevoegdheid van het Dicasterie voor de Bevordering van de Eenheid van de Christenen om zich met passende initiatieven en activiteiten toe te leggen op het werk van de oecumene, hetzij binnen de katholieke Kerk, hetzij in de betrekkingen met de andere Kerken en kerkelijke gemeenschappen, teneinde de eenheid onder de christenen te herstellen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 143
§ 1. Het is de taak van het dicasterie om werk te maken van de leer van het Tweede Vaticaans Concilie en van het post-conciliaire kerkelijke leergezag inzake de oecumene.
§ 2. Het houdt zich bezig met de juiste interpretatie en de getrouwe toepassing van de oecumenische beginselen en van de richtlijnen die zijn opgesteld om de oecumenische activiteit richting te geven, te coördineren en te ontwikkelen.
§ 3. Het begunstigt katholieke bijeenkomsten en evenementen, zowel op nationaal als op internationaal niveau, die gericht zijn op de bevordering van de eenheid van de christenen.
§ 4. Het coördineert de oecumenische initiatieven van de andere curiale instellingen, bureaus en instituten verbonden aan de Heilige Stoel, die zij samen met andere Kerken en kerkelijke gemeenschappen nemen.
§ 1. Het is de taak van het dicasterie om werk te maken van de leer van het Tweede Vaticaans Concilie en van het post-conciliaire kerkelijke leergezag inzake de oecumene.
§ 2. Het houdt zich bezig met de juiste interpretatie en de getrouwe toepassing van de oecumenische beginselen en van de richtlijnen die zijn opgesteld om de oecumenische activiteit richting te geven, te coördineren en te ontwikkelen.
§ 3. Het begunstigt katholieke bijeenkomsten en evenementen, zowel op nationaal als op internationaal niveau, die gericht zijn op de bevordering van de eenheid van de christenen.
§ 4. Het coördineert de oecumenische initiatieven van de andere curiale instellingen, bureaus en instituten verbonden aan de Heilige Stoel, die zij samen met andere Kerken en kerkelijke gemeenschappen nemen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 144
§ 1. Het dicasterie onderhoudt de betrekkingen met de andere Kerken en kerkelijke gemeenschappen, waarbij het de kwesties eerst voorlegt aan de bisschop van Rome. Het bevordert de theologische dialoog en de gesprekken om de eenheid met hen te begunstigen en maakt daarbij gebruik van de medewerking van deskundigen.
§ 2. Het komt het dicasterie toe om de katholieke leden van de theologische dialogen aan te wijzen, evenals de katholieke waarnemers en afgevaardigden voor de verschillende oecumenische bijeenkomsten. Wanneer het gepast lijkt, nodigt het waarnemers of ‘broederlijke afgevaardigden’ van andere Kerken en kerkelijke gemeenschappen uit voor de belangrijkere bijeenkomsten en evenementen van de katholieke Kerk.
§ 3. Het dicasterie begunstigt ook oecumenische initiatieven op geestelijk, pastoraal en cultureel gebied.
§ 1. Het dicasterie onderhoudt de betrekkingen met de andere Kerken en kerkelijke gemeenschappen, waarbij het de kwesties eerst voorlegt aan de bisschop van Rome. Het bevordert de theologische dialoog en de gesprekken om de eenheid met hen te begunstigen en maakt daarbij gebruik van de medewerking van deskundigen.
§ 2. Het komt het dicasterie toe om de katholieke leden van de theologische dialogen aan te wijzen, evenals de katholieke waarnemers en afgevaardigden voor de verschillende oecumenische bijeenkomsten. Wanneer het gepast lijkt, nodigt het waarnemers of ‘broederlijke afgevaardigden’ van andere Kerken en kerkelijke gemeenschappen uit voor de belangrijkere bijeenkomsten en evenementen van de katholieke Kerk.
§ 3. Het dicasterie begunstigt ook oecumenische initiatieven op geestelijk, pastoraal en cultureel gebied.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 145
§ 1. Aangezien het dicasterie zich van nature vaak met geloofszaken moet bezighouden, is het noodzakelijk dat het zijn werk afstemt met het Dicasterie voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ], vooral wanneer het gaat om het publiceren van openbare documenten of verklaringen.
§ 2. Bij de behandeling van zaken betreffende de betrekkingen tussen de Oosters-katholieke Kerken en de orthodoxe Kerken of Oosters-orthodoxe Kerken, werkt het samen met het Dicasterie voor de Oosterse Kerken[6064 |+ 204 ] en het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ].
§ 1. Aangezien het dicasterie zich van nature vaak met geloofszaken moet bezighouden, is het noodzakelijk dat het zijn werk afstemt met het Dicasterie voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ], vooral wanneer het gaat om het publiceren van openbare documenten of verklaringen.
§ 2. Bij de behandeling van zaken betreffende de betrekkingen tussen de Oosters-katholieke Kerken en de orthodoxe Kerken of Oosters-orthodoxe Kerken, werkt het samen met het Dicasterie voor de Oosterse Kerken[6064 |+ 204 ] en het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 146
Om de relatie tussen katholieken en joden te bevorderen, is aan het dicasterie de Commissie voor de Religieuze Betrekkingen tot het Jodendom[d:92] toegevoegd. Deze wordt geleid door de prefect.
Om de relatie tussen katholieken en joden te bevorderen, is aan het dicasterie de Commissie voor de Religieuze Betrekkingen tot het Jodendom[d:92] toegevoegd. Deze wordt geleid door de prefect.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor de Interreligieuze Dialoog (art. 147-152)
Artikel 147
Het Dicasterie voor de Interreligieuze Dialoog begunstigt en regelt de betrekkingen met leden en groepen van godsdiensten die niet onder de noemer christelijk vallen, met uitzondering van het jodendom, waarvoor het Dicasterie voor de Bevordering van de Eenheid van de Christenen[6064|+ 204 ] bevoegd is.
Het Dicasterie voor de Interreligieuze Dialoog begunstigt en regelt de betrekkingen met leden en groepen van godsdiensten die niet onder de noemer christelijk vallen, met uitzondering van het jodendom, waarvoor het Dicasterie voor de Bevordering van de Eenheid van de Christenen[6064|+ 204 ] bevoegd is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 148
Het dicasterie spant zich ervoor in dat de dialoog met de volgelingen van andere godsdiensten op passende wijze verloopt, luisterend, hoogachtend en respectvol. Het bevordert verschillende vormen van betrekkingen met hen, opdat met eenieders bijdrage de vrede, de vrijheid, de sociale rechtvaardigheid, de bescherming en het behoud van de schepping, en de geestelijke en morele waarden worden bevorderd.
Het dicasterie spant zich ervoor in dat de dialoog met de volgelingen van andere godsdiensten op passende wijze verloopt, luisterend, hoogachtend en respectvol. Het bevordert verschillende vormen van betrekkingen met hen, opdat met eenieders bijdrage de vrede, de vrijheid, de sociale rechtvaardigheid, de bescherming en het behoud van de schepping, en de geestelijke en morele waarden worden bevorderd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 149
§ 1. Het dicasterie is zich ervan bewust dat de interreligieuze dialoog tot stand komt door daden, theologische uitwisseling en geestelijke ervaringen en bevordert daarom onder alle mensen een echte zoektocht naar God. Het begunstigt passende studies en conferenties om de uitwisseling van informatie en de waardering voor elkaar te ontwikkelen en zo de menselijke waardigheid en de geestelijke en morele rijkdom van de mensen te doen laten groeien.
§ 2. Het is de taak van het dicasterie om de diocesane of eparchiale bisschoppen te helpen bij de vorming van degenen die zich inzetten voor de interreligieuze dialoog.
§ 1. Het dicasterie is zich ervan bewust dat de interreligieuze dialoog tot stand komt door daden, theologische uitwisseling en geestelijke ervaringen en bevordert daarom onder alle mensen een echte zoektocht naar God. Het begunstigt passende studies en conferenties om de uitwisseling van informatie en de waardering voor elkaar te ontwikkelen en zo de menselijke waardigheid en de geestelijke en morele rijkdom van de mensen te doen laten groeien.
§ 2. Het is de taak van het dicasterie om de diocesane of eparchiale bisschoppen te helpen bij de vorming van degenen die zich inzetten voor de interreligieuze dialoog.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 150
§ 1. Het dicasterie erkent dat er verschillende religieuze tradities zijn die oprecht God zoeken; het beschikt daarom over gespecialiseerd personeel voor verschillende gebieden.
§ 2. Ter bevordering van de betrekkingen met de leden van verschillende geloofsovertuigingen zijn aan het dicasterie commissies toegevoegd, onder leiding van de prefect en in samenwerking met de bisschoppenconferenties en de betrokken Oosterse hiërarchische structuren, waaronder één ter bevordering van de betrekkingen met moslims vanuit religieus oogpunt.
§ 1. Het dicasterie erkent dat er verschillende religieuze tradities zijn die oprecht God zoeken; het beschikt daarom over gespecialiseerd personeel voor verschillende gebieden.
§ 2. Ter bevordering van de betrekkingen met de leden van verschillende geloofsovertuigingen zijn aan het dicasterie commissies toegevoegd, onder leiding van de prefect en in samenwerking met de bisschoppenconferenties en de betrokken Oosterse hiërarchische structuren, waaronder één ter bevordering van de betrekkingen met moslims vanuit religieus oogpunt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 151
Bij de uitoefening van zijn functies handelt het dicasterie wanneer de zaak dit vereist in gezamenlijkheid met het Dicasterie voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ] en, zo nodig, met de Dicasteries voor de Oosterse Kerken[6064 |+ 137 ] en voor de Evangelisatie[6064 |+ 103 ].
Bij de uitoefening van zijn functies handelt het dicasterie wanneer de zaak dit vereist in gezamenlijkheid met het Dicasterie voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ] en, zo nodig, met de Dicasteries voor de Oosterse Kerken[6064 |+ 137 ] en voor de Evangelisatie[6064 |+ 103 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 152
§ 1. Bij de uitvoering van zijn taken verricht en plant het dicasterie zijn activiteiten in overleg met de particuliere Kerken, de bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies en de Oosterse hiërarchische structuren.
§ 2. Het dicasterie moedigt anderzijds de particuliere Kerken aan om initiatieven te nemen op het gebied van de interreligieuze dialoog.
§ 1. Bij de uitvoering van zijn taken verricht en plant het dicasterie zijn activiteiten in overleg met de particuliere Kerken, de bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies en de Oosterse hiërarchische structuren.
§ 2. Het dicasterie moedigt anderzijds de particuliere Kerken aan om initiatieven te nemen op het gebied van de interreligieuze dialoog.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs (art. 153-162)
Artikel 153
§ 1. Het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs werkt aan de ontwikkeling van de menselijke waarden in elke persoon op basis van de christelijke antropologie, door bij te dragen aan de volledige verwerkelijking van de navolging van Jezus Christus.
§ 2. Het dicasterie bestaat uit
§ 1. Het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs werkt aan de ontwikkeling van de menselijke waarden in elke persoon op basis van de christelijke antropologie, door bij te dragen aan de volledige verwerkelijking van de navolging van Jezus Christus.
§ 2. Het dicasterie bestaat uit
- de Afdeling Cultuur, die zich bezighoudt met de bevordering van de cultuur, de pastorale expressie en de valorisatie van het cultureel erfgoed, en
- de Afdeling Onderwijs, die de grondbeginselen van het onderwijs ontwikkelt met betrekking tot de scholen en hogere instituten voor onderwijs en onderzoek, katholiek en kerkelijk, en bevoegd is voor hiërarchische beroepen in deze materie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 154
De Afdeling Cultuur bevordert en ondersteunt de betrekkingen tussen de Heilige Stoel en de wereld van de cultuur, waarbij zij zoekt zich te verhouden tot de veelvuldige impulsen die uit die wereld voortkomen, en met name de dialoog bevordert als onontbeerlijk instrument voor echte ontmoeting, wederkerige interactie en wederzijdse verrijking. Zo kunnen de verschillende culturen zich meer en meer openstellen voor het Evangelie, alsook voor het christelijk geloof dat hen wordt voorgehouden, en weten en voelen de beoefenaars van de kunsten, literatuur, wetenschappen, techniek en sport zich door de Kerk erkend als personen die zich wijden aan de oprechte zoektocht naar het ware, het goede en het mooie.
De Afdeling Cultuur bevordert en ondersteunt de betrekkingen tussen de Heilige Stoel en de wereld van de cultuur, waarbij zij zoekt zich te verhouden tot de veelvuldige impulsen die uit die wereld voortkomen, en met name de dialoog bevordert als onontbeerlijk instrument voor echte ontmoeting, wederkerige interactie en wederzijdse verrijking. Zo kunnen de verschillende culturen zich meer en meer openstellen voor het Evangelie, alsook voor het christelijk geloof dat hen wordt voorgehouden, en weten en voelen de beoefenaars van de kunsten, literatuur, wetenschappen, techniek en sport zich door de Kerk erkend als personen die zich wijden aan de oprechte zoektocht naar het ware, het goede en het mooie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 155
De Afdeling Cultuur biedt haar hulp en medewerking aan, zodat de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren het historisch erfgoed beschermen en behouden, met name de juridische documenten en instrumenten die betrekking hebben op en getuigen van het kerkelijk leven en de pastorale zorg ter plaatse, alsook het artistieke en culturele erfgoed, dat met de grootste zorgvuldigheid bewaard moet worden in archieven, bibliotheken en musea, kerken en andere gebouwen, opdat het beschikbaar is voor iedereen die er belangstelling voor heeft.
De Afdeling Cultuur biedt haar hulp en medewerking aan, zodat de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren het historisch erfgoed beschermen en behouden, met name de juridische documenten en instrumenten die betrekking hebben op en getuigen van het kerkelijk leven en de pastorale zorg ter plaatse, alsook het artistieke en culturele erfgoed, dat met de grootste zorgvuldigheid bewaard moet worden in archieven, bibliotheken en musea, kerken en andere gebouwen, opdat het beschikbaar is voor iedereen die er belangstelling voor heeft.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 156
§ 1. De Afdeling Cultuur bevordert en stimuleert de dialoog tussen het veelvoud aan culturen dat in de Kerk aanwezig is en bevordert zo de wederzijdse verrijking.
§ 2. Zij spant zich ervoor in dat de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosters hiërarchische structuren de plaatselijke culturen met hun erfgoed van wijsheid en spiritualiteit valoriseren en beschermen als een schat voor de hele mensheid.
§ 1. De Afdeling Cultuur bevordert en stimuleert de dialoog tussen het veelvoud aan culturen dat in de Kerk aanwezig is en bevordert zo de wederzijdse verrijking.
§ 2. Zij spant zich ervoor in dat de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosters hiërarchische structuren de plaatselijke culturen met hun erfgoed van wijsheid en spiritualiteit valoriseren en beschermen als een schat voor de hele mensheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 157
§ 1. De Afdeling Cultuur neemt passende initiatieven inzake cultuur; zij volgt de projecten op die worden ondernomen door de geëigende instellingen van de Kerk en biedt deze zo nodig haar samenwerking, onverlet de autonomie van de respectieve onderzoeksprogramma’s.
§ 2. In afstemming met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ] volgt zij met belangstelling de actieprogramma’s van de staten en internationale organisaties ter bevordering van de cultuur en ter valorisatie van het cultureel erfgoed; al naar gelang de gelegenheid neemt zij deel aan internationale fora en gespecialiseerde conferenties op deze gebieden en bevordert of ondersteunt congressen.
§ 1. De Afdeling Cultuur neemt passende initiatieven inzake cultuur; zij volgt de projecten op die worden ondernomen door de geëigende instellingen van de Kerk en biedt deze zo nodig haar samenwerking, onverlet de autonomie van de respectieve onderzoeksprogramma’s.
§ 2. In afstemming met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ] volgt zij met belangstelling de actieprogramma’s van de staten en internationale organisaties ter bevordering van de cultuur en ter valorisatie van het cultureel erfgoed; al naar gelang de gelegenheid neemt zij deel aan internationale fora en gespecialiseerde conferenties op deze gebieden en bevordert of ondersteunt congressen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 158
De Afdeling Cultuur ontplooit en bevordert initiatieven voor een dialoog met hen die, hoewel zij niet een bepaalde godsdienst belijden, oprecht zoeken naar een ontmoeting met de goddelijke waarheid; ook toont zij de pastorale zorg van de Kerk voor hen die geen enkel geloof belijden.
De Afdeling Cultuur ontplooit en bevordert initiatieven voor een dialoog met hen die, hoewel zij niet een bepaalde godsdienst belijden, oprecht zoeken naar een ontmoeting met de goddelijke waarheid; ook toont zij de pastorale zorg van de Kerk voor hen die geen enkel geloof belijden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 159
§ 1. De Afdeling Onderwijs werkt samen met de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren, zodat de grondbeginselen van het onderwijs, vooral het katholieke, op zo’n manier worden ontvangen en verdiept dat ze in de eigen context en cultuur kunnen worden uitgevoerd.
§ 2. Zij ondersteunt de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren die ter bevordering van de katholieke identiteit van scholen en instituten voor hoger onderwijs, normen kunnen uitvaardigen waarin de criteria van deze identiteit in een bepaalde culturele context worden omschreven. Samen met hen ziet zij erop toe dat in het leerstellig onderwijs de heelheid van het katholieke geloof wordt gewaarborgd.
§ 1. De Afdeling Onderwijs werkt samen met de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren, zodat de grondbeginselen van het onderwijs, vooral het katholieke, op zo’n manier worden ontvangen en verdiept dat ze in de eigen context en cultuur kunnen worden uitgevoerd.
§ 2. Zij ondersteunt de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren die ter bevordering van de katholieke identiteit van scholen en instituten voor hoger onderwijs, normen kunnen uitvaardigen waarin de criteria van deze identiteit in een bepaalde culturele context worden omschreven. Samen met hen ziet zij erop toe dat in het leerstellig onderwijs de heelheid van het katholieke geloof wordt gewaarborgd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 160
§ 1. De Afdeling Onderwijs ondersteunt de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren bij het vaststellen van de normen volgens welke katholieke scholen van elke soort en graad moeten worden opgericht; hierin dient ook te worden voorzien in schoolpastoraat, als onderdeel van evangelisatie.
§ 2. Zij bevordert het onderwijs van de katholieke godsdienst op de scholen.
§ 1. De Afdeling Onderwijs ondersteunt de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren bij het vaststellen van de normen volgens welke katholieke scholen van elke soort en graad moeten worden opgericht; hierin dient ook te worden voorzien in schoolpastoraat, als onderdeel van evangelisatie.
§ 2. Zij bevordert het onderwijs van de katholieke godsdienst op de scholen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 161
§ 1. De Afdeling Onderwijs werkt samen met de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren bij de bevordering in de gehele Kerk van de oprichting en ontwikkeling van een voldoende aantal gekwalificeerde kerkelijke en katholieke instituten voor hoger onderwijs en andere studie-instituten, waarin de gewijde wetenschappen, de menswetenschappen en de technische wetenschappen worden verdiept en bevorderd, rekening houdend met de christelijke waarheid, zodat de studenten voldoende zijn gevormd voor de vervulling van hun rol in Kerk en samenleving.
§ 2. Zij is bevoegd wat betreft de vereisten die nodig zijn voor de erkenning door de staten van academische graden verleend in naam van de Heilige Stoel.
§ 3. Zij is het bevoegd gezag om instituten voor hoger onderwijs en andere kerkelijke academische instellingen goed te keuren en op te richten, hun statuten goed te keuren en toe te zien op de naleving ervan, ook in relatie tot de burgerlijke gezagsinstanties. Wat de katholieke instituten voor hoger onderwijs aangaat, houdt zij zich bezig met de zaken die krachtens het recht tot de bevoegdheid van de Heilige Stoel behoren.
§ 4. Zij bevordert de samenwerking tussen de kerkelijke en katholieke instellingen voor hoger onderwijs en hun verbanden.
§ 5. Zij is bevoegd om het nihil obstat te verlenen dat docenten nodig hebben om toegang te krijgen tot het onderwijs van de theologische vakken, gelet op art. 72 §2[6064 |+ 126 ].
§ 6. Het werkt samen met de andere bevoegde dicasteries bij de ondersteuning van de diocesane of eparchiale bisschoppen en de andere ordinarii of hiërarchen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren in de academische vorming van geestelijken, leden van instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven en van leken die zich voorbereiden op een dienstwerk in de Kerk.
§ 1. De Afdeling Onderwijs werkt samen met de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren bij de bevordering in de gehele Kerk van de oprichting en ontwikkeling van een voldoende aantal gekwalificeerde kerkelijke en katholieke instituten voor hoger onderwijs en andere studie-instituten, waarin de gewijde wetenschappen, de menswetenschappen en de technische wetenschappen worden verdiept en bevorderd, rekening houdend met de christelijke waarheid, zodat de studenten voldoende zijn gevormd voor de vervulling van hun rol in Kerk en samenleving.
§ 2. Zij is bevoegd wat betreft de vereisten die nodig zijn voor de erkenning door de staten van academische graden verleend in naam van de Heilige Stoel.
§ 3. Zij is het bevoegd gezag om instituten voor hoger onderwijs en andere kerkelijke academische instellingen goed te keuren en op te richten, hun statuten goed te keuren en toe te zien op de naleving ervan, ook in relatie tot de burgerlijke gezagsinstanties. Wat de katholieke instituten voor hoger onderwijs aangaat, houdt zij zich bezig met de zaken die krachtens het recht tot de bevoegdheid van de Heilige Stoel behoren.
§ 4. Zij bevordert de samenwerking tussen de kerkelijke en katholieke instellingen voor hoger onderwijs en hun verbanden.
§ 5. Zij is bevoegd om het nihil obstat te verlenen dat docenten nodig hebben om toegang te krijgen tot het onderwijs van de theologische vakken, gelet op art. 72 §2[6064 |+ 126 ].
§ 6. Het werkt samen met de andere bevoegde dicasteries bij de ondersteuning van de diocesane of eparchiale bisschoppen en de andere ordinarii of hiërarchen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren in de academische vorming van geestelijken, leden van instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven en van leken die zich voorbereiden op een dienstwerk in de Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 162
Het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs coördineert ook de activiteiten van bepaalde pauselijke academies, waarvan sommige van oude oorsprong, waarin de grotere internationale autoriteiten op het gebied van de theologische en humanistische wetenschappen worden benoemd, gekozen uit gelovigen en niet-gelovigen. Momenteel zijn dat:
Het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs coördineert ook de activiteiten van bepaalde pauselijke academies, waarvan sommige van oude oorsprong, waarin de grotere internationale autoriteiten op het gebied van de theologische en humanistische wetenschappen worden benoemd, gekozen uit gelovigen en niet-gelovigen. Momenteel zijn dat:
- de Illustere Pauselijke Academie voor Schone Kunsten en Letteren van de Virtuozen in het Pantheon[d:213];
- de Pauselijke Romeinse Academie voor Archeologie[d:129];
- de Pauselijke Theologische Academie[d:103];
- de Pauselijke Academie van Sint Thomas[d:102];
- de Pauselijke Internationale Mariale Academie[d:181];
- de Pauselijke Academie Cultorum Martyrum[d:192];
- de Pauselijke Academie voor Latijn[d:376].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor Integrale Menselijke Ontwikkeling (art. 163-174)
Artikel 163
§ 1. Het Dicasterie voor Integrale Menselijke Ontwikkeling heeft tot taak de bevordering van de menselijke persoon en haar door God gegeven waardigheid, de mensenrechten, gezondheid, gerechtigheid en vrede. Het richt zijn aandacht vooral op vraagstukken aangaande economie, werk, zorg voor de schepping en de aarde als “gemeenschappelijk huis”, migratie en humanitaire noodsituaties.
§ 2. Het verdiept en verbreidt de sociale leer van de Kerk over integrale menselijke ontwikkeling en erkent en interpreteert in het licht van het Evangelie de behoeften en zorgen van het menselijk geslacht in de huidige en de toekomstige tijd.
§ 3. Het steunt de particuliere Kerken, bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies en de Oosterse hiërarchische structuren op het gebied van integrale menselijke ontwikkeling en erkent hun bijdrage hierin.
§ 4. Het maakt gebruik van de bijdrage van deskundigen uit instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven, en uit humanitaire ontwikkelings- en hulporganisaties. Het werkt samen met vertegenwoordigers van de burgermaatschappij en internationale organen, met inachtneming van de bevoegdheden van het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ].
§ 1. Het Dicasterie voor Integrale Menselijke Ontwikkeling heeft tot taak de bevordering van de menselijke persoon en haar door God gegeven waardigheid, de mensenrechten, gezondheid, gerechtigheid en vrede. Het richt zijn aandacht vooral op vraagstukken aangaande economie, werk, zorg voor de schepping en de aarde als “gemeenschappelijk huis”, migratie en humanitaire noodsituaties.
§ 2. Het verdiept en verbreidt de sociale leer van de Kerk over integrale menselijke ontwikkeling en erkent en interpreteert in het licht van het Evangelie de behoeften en zorgen van het menselijk geslacht in de huidige en de toekomstige tijd.
§ 3. Het steunt de particuliere Kerken, bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies en de Oosterse hiërarchische structuren op het gebied van integrale menselijke ontwikkeling en erkent hun bijdrage hierin.
§ 4. Het maakt gebruik van de bijdrage van deskundigen uit instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven, en uit humanitaire ontwikkelings- en hulporganisaties. Het werkt samen met vertegenwoordigers van de burgermaatschappij en internationale organen, met inachtneming van de bevoegdheden van het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 164
Het dicasterie begeleidt, in samenwerking met de bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies en de Oosterse hiërarchische structuren, processen ter implementatie van het kerkelijk leergezag op het gebied van de bescherming en de integrale ontwikkeling van het milieu, in samenwerking met leden van andere christelijke denominaties en andere religies, met burgerlijke gezagsinstanties en organisaties, en met internationale organen.
Het dicasterie begeleidt, in samenwerking met de bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies en de Oosterse hiërarchische structuren, processen ter implementatie van het kerkelijk leergezag op het gebied van de bescherming en de integrale ontwikkeling van het milieu, in samenwerking met leden van andere christelijke denominaties en andere religies, met burgerlijke gezagsinstanties en organisaties, en met internationale organen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 165
Het dicasterie, in zijn eigen werkzaamheden ter bevordering van gerechtigheid en vrede:
Het dicasterie, in zijn eigen werkzaamheden ter bevordering van gerechtigheid en vrede:
- 1° werkt actief aan de preventie en oplossing van conflicten, mede door het detecteren en analyseren van mogelijke omstandigheden die deze kunnen uitlokken; het doet dit in eendracht met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ] en met betrokkenheid van de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren;
- 2° zet zich in om de waardigheid en de fundamentele rechten van de mens te verdedigen en te bevorderen, alsook zijn sociale, economische en politieke rechten;
- 3° steunt initiatieven tegen mensenhandel, gedwongen prostitutie, uitbuiting van minderjarigen en kwetsbare personen en de verschillende vormen van slavernij en foltering; spant zich ervoor in dat de internationale gemeenschap aandacht en gevoel heeft voor de problematiek van de behandeling van gevangenen en hun levensomstandigheden; en zet zich in voor de afschaffing van de doodstraf;
- 4° spant zich ervoor in dat in aan de particuliere Kerken doeltreffend en passend hulp wordt geboden op materieel en geestelijk gebied – zo nodig ook via passende pastorale structuren – aan migranten, vluchtelingen, ontheemden en andere subjecten van menselijke mobiliteit die specifieke pastorale zorg behoeven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 166
§ 1. Het dicasterie begunstigt in de particuliere Kerken de pastorale zorg voor zeevarenden, zowel op zee als in de haven, met name door middel van het Werk van het Apostolaat ter Zee, waarvan het de leiding heeft.
§ 2. Het heeft dezelfde zorg jegens hen die in dienst zijn van of werken in luchthavens of vliegtuigen.
§ 1. Het dicasterie begunstigt in de particuliere Kerken de pastorale zorg voor zeevarenden, zowel op zee als in de haven, met name door middel van het Werk van het Apostolaat ter Zee, waarvan het de leiding heeft.
§ 2. Het heeft dezelfde zorg jegens hen die in dienst zijn van of werken in luchthavens of vliegtuigen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 167
Het dicasterie bevordert, in samenwerking met de bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies en de Oosterse hiërarchische structuren, de strijd tegen de armoede, waarbij het ook samenwerkt met nationale en internationale werkverbanden die streven naar integrale menselijke ontwikkeling. Het moedigt initiatieven aan ter bestrijding van corruptie en ter bevordering van behoorlijk bestuur, ten dienste van het algemeen belang en om het vertrouwen in de internationale gemeenschap te doen groeien.
Het dicasterie bevordert, in samenwerking met de bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies en de Oosterse hiërarchische structuren, de strijd tegen de armoede, waarbij het ook samenwerkt met nationale en internationale werkverbanden die streven naar integrale menselijke ontwikkeling. Het moedigt initiatieven aan ter bestrijding van corruptie en ter bevordering van behoorlijk bestuur, ten dienste van het algemeen belang en om het vertrouwen in de internationale gemeenschap te doen groeien.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 168
Het dicasterie bevordert en verdedigt billijke modellen wat betreft de economie en een sobere levensstijl, waarbij het vooral initiatieven begunstigt tegen de economische en sociale uitbuiting van arme landen, ongelijke handelsbetrekkingen, financiële speculatie en ontwikkelingsmodellen die uitsluiting in de hand werken.
Het dicasterie bevordert en verdedigt billijke modellen wat betreft de economie en een sobere levensstijl, waarbij het vooral initiatieven begunstigt tegen de economische en sociale uitbuiting van arme landen, ongelijke handelsbetrekkingen, financiële speculatie en ontwikkelingsmodellen die uitsluiting in de hand werken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 169
Het dicasterie zet zich ervoor in, in samenwerking met de diocesane of eparchiale bisschoppen, bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren, dat het bewustzijn ten aanzien van vrede groeit, alsook de inzet voor gerechtigheid en solidariteit jegens de meest zwakke en sociaal kwetsbare mensen, vooral bij gelegenheid van de aan hen gewijde Werelddagen[d:24].
Het dicasterie zet zich ervoor in, in samenwerking met de diocesane of eparchiale bisschoppen, bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren, dat het bewustzijn ten aanzien van vrede groeit, alsook de inzet voor gerechtigheid en solidariteit jegens de meest zwakke en sociaal kwetsbare mensen, vooral bij gelegenheid van de aan hen gewijde Werelddagen[d:24].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 170
Het dicasterie analyseert, samen met de bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies en de Oosterse hiërarchische structuren, de belangrijkste oorzaken van migratie en vlucht uit de landen van oorsprong en werkt aan de opheffing daarvan, en bevordert initiatieven van solidariteit en integratie in de gastlanden. Het werkt, in eendracht met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ], samen met ontwikkelings- en humanitaire-hulporganisaties en internationale organisaties bij het opstellen en aannemen van normen ten behoeve van vluchtelingen, asielzoekers en andere migranten.
Het dicasterie analyseert, samen met de bisschoppenconferenties, hun regionale en continentale unies en de Oosterse hiërarchische structuren, de belangrijkste oorzaken van migratie en vlucht uit de landen van oorsprong en werkt aan de opheffing daarvan, en bevordert initiatieven van solidariteit en integratie in de gastlanden. Het werkt, in eendracht met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ], samen met ontwikkelings- en humanitaire-hulporganisaties en internationale organisaties bij het opstellen en aannemen van normen ten behoeve van vluchtelingen, asielzoekers en andere migranten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 171
Het dicasterie bevordert en stimuleert een rechtvaardige en integrale gezondheidszorg. Het ondersteunt de initiatieven van bisdommen of eparchiën, instituten van Godgewijd leven, gemeenschappen van apostolisch leven, de Caritas en lekenverenigingen ter voorkoming van de marginalisering van zieken en gehandicapten, alsook van ontoereikende zorg door gebrek aan personeel, ziekenhuisapparatuur en levering van geneesmiddelen in arme landen. Het schenkt aandacht aan het gebrek aan onderzoek in de strijd tegen ziektes.
Het dicasterie bevordert en stimuleert een rechtvaardige en integrale gezondheidszorg. Het ondersteunt de initiatieven van bisdommen of eparchiën, instituten van Godgewijd leven, gemeenschappen van apostolisch leven, de Caritas en lekenverenigingen ter voorkoming van de marginalisering van zieken en gehandicapten, alsook van ontoereikende zorg door gebrek aan personeel, ziekenhuisapparatuur en levering van geneesmiddelen in arme landen. Het schenkt aandacht aan het gebrek aan onderzoek in de strijd tegen ziektes.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 172
§ 1. Het dicasterie werkt samen met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ] door ook deel te nemen aan delegaties van de Heilige Stoel bij intergouvernementele bijeenkomsten in aangelegenheden die onder haar bevoegdheid vallen.
§ 2. Het onderhoudt nauwe betrekkingen met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ], met name wanneer het zich publiekelijk wenst uit te spreken, door middel van documenten of verklaringen, over kwesties die raken aan de betrekkingen met regeringen en andere subjecten van internationaal recht.
§ 1. Het dicasterie werkt samen met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ] door ook deel te nemen aan delegaties van de Heilige Stoel bij intergouvernementele bijeenkomsten in aangelegenheden die onder haar bevoegdheid vallen.
§ 2. Het onderhoudt nauwe betrekkingen met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ], met name wanneer het zich publiekelijk wenst uit te spreken, door middel van documenten of verklaringen, over kwesties die raken aan de betrekkingen met regeringen en andere subjecten van internationaal recht.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 173
Het dicasterie werkt samen met de Werken van de Heilige Stoel voor humanitaire hulp in crisisgebieden, en met de kerkelijke organen voor humanitaire hulp en ontwikkeling.
Het dicasterie werkt samen met de Werken van de Heilige Stoel voor humanitaire hulp in crisisgebieden, en met de kerkelijke organen voor humanitaire hulp en ontwikkeling.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 174
§ 1. Het dicasterie onderhoudt nauwe betrekkingen met de Pauselijke Academie voor Sociale Wetenschappen en met de Pauselijke Academie voor het Leven, rekening houdend met hun statuten.
§ 2. Het is bevoegd ten aanzien van de Caritas Internationalis en de Internationale Katholieke Commissie voor Migratie, overeenkomstig hun statuten.
§ 3. Het oefent de bij wet aan de Heilige Stoel voorbehouden bevoegdheden uit op het gebied van de oprichting van en het toezicht op internationale verenigingen van liefdadigheid en de voor dezelfde doeleinden opgerichte fondsen, overeenkomstig hetgeen in hun respectieve statuten is bepaald en met inachtneming van de geldende verordeningen.
§ 1. Het dicasterie onderhoudt nauwe betrekkingen met de Pauselijke Academie voor Sociale Wetenschappen en met de Pauselijke Academie voor het Leven, rekening houdend met hun statuten.
§ 2. Het is bevoegd ten aanzien van de Caritas Internationalis en de Internationale Katholieke Commissie voor Migratie, overeenkomstig hun statuten.
§ 3. Het oefent de bij wet aan de Heilige Stoel voorbehouden bevoegdheden uit op het gebied van de oprichting van en het toezicht op internationale verenigingen van liefdadigheid en de voor dezelfde doeleinden opgerichte fondsen, overeenkomstig hetgeen in hun respectieve statuten is bepaald en met inachtneming van de geldende verordeningen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor Wetgevende Teksten (art. 175-182)
Artikel 175
§ 1. Het Dicasterie voor Wetgevende Teksten bevordert en verbreidt in de Kerk de kennis en receptie van het canoniek recht van de Latijnse Kerk[30] en van de Oosterse Kerken[574] en biedt hulp bij de juiste toepassing ervan.
§ 2. Het vervult zijn taken ten behoeve van de bisschop van Rome, de curiale instellingen en bureaus, de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren, alsook van de hoogste bestuurders van de instituten van Godgewijd leven en de gemeenschappen van apostolisch leven van pauselijk recht.
§ 3. Bij de uitvoering van zijn taken maakt het gebruik van de medewerking van canonisten die behoren tot verschillende culturen en werken op verschillende continenten.
§ 1. Het Dicasterie voor Wetgevende Teksten bevordert en verbreidt in de Kerk de kennis en receptie van het canoniek recht van de Latijnse Kerk[30] en van de Oosterse Kerken[574] en biedt hulp bij de juiste toepassing ervan.
§ 2. Het vervult zijn taken ten behoeve van de bisschop van Rome, de curiale instellingen en bureaus, de diocesane of eparchiale bisschoppen, de bisschoppenconferenties en de Oosterse hiërarchische structuren, alsook van de hoogste bestuurders van de instituten van Godgewijd leven en de gemeenschappen van apostolisch leven van pauselijk recht.
§ 3. Bij de uitvoering van zijn taken maakt het gebruik van de medewerking van canonisten die behoren tot verschillende culturen en werken op verschillende continenten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 176
Het is de bevoegdheid van dit dicasterie om de authentieke interpretatie van de wetten van de Kerk te formuleren, die dan specifiek moet worden goedgekeurd door de bisschop van Rome als opperste wetgever en uitlegger. In zaken van groter belang hoort het dicasterie eerst de curiale instellingen en de bureaus van de Romeinse Curie die bevoegd zijn voor de individuele aangelegenheden in kwestie.
Het is de bevoegdheid van dit dicasterie om de authentieke interpretatie van de wetten van de Kerk te formuleren, die dan specifiek moet worden goedgekeurd door de bisschop van Rome als opperste wetgever en uitlegger. In zaken van groter belang hoort het dicasterie eerst de curiale instellingen en de bureaus van de Romeinse Curie die bevoegd zijn voor de individuele aangelegenheden in kwestie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 177
In geval van twijfel inzake het recht die geen authentieke interpretatie vergt, kan het dicasterie een passende verduidelijking geven van de betekenis van de normen door middel van een interpretatie geformuleerd volgens de criteria waarin de canonieke regelgeving voorziet. Deze verduidelijking kan de vorm aannemen van een verklaring of een verklarende noot.
In geval van twijfel inzake het recht die geen authentieke interpretatie vergt, kan het dicasterie een passende verduidelijking geven van de betekenis van de normen door middel van een interpretatie geformuleerd volgens de criteria waarin de canonieke regelgeving voorziet. Deze verduidelijking kan de vorm aannemen van een verklaring of een verklarende noot.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 178
Wanneer het dicasterie de geldende wetgeving van de Latijnse Kerk[30] en van de Oosterse Kerken[574] bestudeert naar aanleiding van vragen die opkomen vanuit de kerkelijke praktijk, onderzoekt het de mogelijke aanwezigheid van lacunae legis en doet het de bisschop van Rome passende voorstellen om deze te verhelpen. Ook gaat het na of de geldende regelgeving moet worden vernieuwd en stelt het verbeteringen voor, waarbij de harmonie en de doeltreffendheid van het recht worden gewaarborgd.
Wanneer het dicasterie de geldende wetgeving van de Latijnse Kerk[30] en van de Oosterse Kerken[574] bestudeert naar aanleiding van vragen die opkomen vanuit de kerkelijke praktijk, onderzoekt het de mogelijke aanwezigheid van lacunae legis en doet het de bisschop van Rome passende voorstellen om deze te verhelpen. Ook gaat het na of de geldende regelgeving moet worden vernieuwd en stelt het verbeteringen voor, waarbij de harmonie en de doeltreffendheid van het recht worden gewaarborgd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 179
Het dicasterie staat de curiale instellingen bij in de voorbereiding van algemene decreten van uitvoerende aard, instructies en andere teksten van normatieve aard, zodat zij overeenkomen met de voorschriften van het universeel geldende recht en zijn opgesteld in de juiste juridische vorm.
Het dicasterie staat de curiale instellingen bij in de voorbereiding van algemene decreten van uitvoerende aard, instructies en andere teksten van normatieve aard, zodat zij overeenkomen met de voorschriften van het universeel geldende recht en zijn opgesteld in de juiste juridische vorm.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 180
De algemene decreten uitgevaardigd door plenaire concilies of door bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren worden aan dit dicasterie voorgelegd door het dicasterie dat bevoegd is om de recognitio te verlenen, om deze decreten vanuit juridisch oogpunt te laten onderzoeken.
De algemene decreten uitgevaardigd door plenaire concilies of door bisschoppenconferenties en Oosterse hiërarchische structuren worden aan dit dicasterie voorgelegd door het dicasterie dat bevoegd is om de recognitio te verlenen, om deze decreten vanuit juridisch oogpunt te laten onderzoeken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 181
Op verzoek van de belanghebbenden bepaalt het dicasterie of de wetten en algemene decreten die door de wetgevers die ondergeschikt zijn aan de Romeinse Paus, in overeenstemming zijn met het universele recht van de Kerk.
Op verzoek van de belanghebbenden bepaalt het dicasterie of de wetten en algemene decreten die door de wetgevers die ondergeschikt zijn aan de Romeinse Paus, in overeenstemming zijn met het universele recht van de Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 182
§ 1. Het dicasterie bevordert de studie van het canoniek recht van de Latijnse Kerk[30] en van de Oosterse Kerken[574] en van andere wetgevende teksten door het organiseren van interdicasteriële bijeenkomsten en van conferenties, en het bevorderen van internationale en nationale verenigingen van canonisten.
§ 2. Het dicasterie besteedt bijzondere aandacht aan de juiste canonieke praktijk, zodat het recht in de Kerk goed wordt begrepen en correct wordt toegepast; evenzo, indien nodig, waarschuwt het dicasterie het bevoegde gezag wanneer zich onwettige praktijken aftekenen en geeft het hierover advies.
§ 1. Het dicasterie bevordert de studie van het canoniek recht van de Latijnse Kerk[30] en van de Oosterse Kerken[574] en van andere wetgevende teksten door het organiseren van interdicasteriële bijeenkomsten en van conferenties, en het bevorderen van internationale en nationale verenigingen van canonisten.
§ 2. Het dicasterie besteedt bijzondere aandacht aan de juiste canonieke praktijk, zodat het recht in de Kerk goed wordt begrepen en correct wordt toegepast; evenzo, indien nodig, waarschuwt het dicasterie het bevoegde gezag wanneer zich onwettige praktijken aftekenen en geeft het hierover advies.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dicasterie voor Communicatie (art. 183-188)
Artikel 183
Het Dicasterie voor Communicatie houdt zich bezig met het gehele communicatiesysteem van de Heilige Stoel en verenigt in een structurele eenheid, met respect voor eenieders werkwijze, alle instanties van de Heilige Stoel op het gebied van communicatie, zodat het gehele systeem op coherente wijze beantwoordt aan de behoeften van de missionaire zending van de Kerk, in een context die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid en ontwikkeling van digitale media en door de factoren van convergentie en interactiviteit.
Het Dicasterie voor Communicatie houdt zich bezig met het gehele communicatiesysteem van de Heilige Stoel en verenigt in een structurele eenheid, met respect voor eenieders werkwijze, alle instanties van de Heilige Stoel op het gebied van communicatie, zodat het gehele systeem op coherente wijze beantwoordt aan de behoeften van de missionaire zending van de Kerk, in een context die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid en ontwikkeling van digitale media en door de factoren van convergentie en interactiviteit.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 184
Het dicasterie voorziet in de behoeften van de missionaire zending van de Kerk door gebruik te maken van de productiemodellen, technologische innovaties en vormen van communicatie die heden ten dage beschikbaar zijn en in de komende tijd kunnen worden ontwikkeld.
Het dicasterie voorziet in de behoeften van de missionaire zending van de Kerk door gebruik te maken van de productiemodellen, technologische innovaties en vormen van communicatie die heden ten dage beschikbaar zijn en in de komende tijd kunnen worden ontwikkeld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 185
Naast de typisch uitvoerende taken die het dicasterie zijn toebedeeld, verdiept en ontwikkelt het de meer theologische en pastorale aspecten van de communicatie-activiteit van de Kerk. In die zin spant het zich ervoor in, ook op vormingsniveau, dat de communicatie niet wordt gereduceerd tot een puur technologische en instrumentele aangelegenheid.
Naast de typisch uitvoerende taken die het dicasterie zijn toebedeeld, verdiept en ontwikkelt het de meer theologische en pastorale aspecten van de communicatie-activiteit van de Kerk. In die zin spant het zich ervoor in, ook op vormingsniveau, dat de communicatie niet wordt gereduceerd tot een puur technologische en instrumentele aangelegenheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 186
Het is de taak van het dicasterie zich ervoor in te spannen dat de gelovigen zich steeds meer bewust worden van de plicht die op eenieder rust om zich ervoor in te zetten dat de veelsoortige instrumenten van communicatie benut kunnen worden voor de pastorale zending van de Kerk en voor de verheffing van de beschaving en de zeden; het wijdt zich vooral aan een dergelijke bewustmaking bij gelegenheid van de viering van de Werelddag van de Sociale Communicatie[d:31].
Het is de taak van het dicasterie zich ervoor in te spannen dat de gelovigen zich steeds meer bewust worden van de plicht die op eenieder rust om zich ervoor in te zetten dat de veelsoortige instrumenten van communicatie benut kunnen worden voor de pastorale zending van de Kerk en voor de verheffing van de beschaving en de zeden; het wijdt zich vooral aan een dergelijke bewustmaking bij gelegenheid van de viering van de Werelddag van de Sociale Communicatie[d:31].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 187
Voor zijn activiteiten maakt het dicasterie gebruik van de verbindings- en netwerkinfrastructuur van Vaticaanstad, conform de desbetreffende wetgeving en de internationale verplichtingen die de Heilige Stoel is aangegaan. Bij de vervulling van zijn taken handelt het in samenwerking met de bevoegde curiale instellingen en in het bijzonder met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ].
Voor zijn activiteiten maakt het dicasterie gebruik van de verbindings- en netwerkinfrastructuur van Vaticaanstad, conform de desbetreffende wetgeving en de internationale verplichtingen die de Heilige Stoel is aangegaan. Bij de vervulling van zijn taken handelt het in samenwerking met de bevoegde curiale instellingen en in het bijzonder met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 188
Het komt het dicasterie toe om de andere curiale instellingen en bureaus, de instellingen verbonden met de Heilige Stoel, het gouvernement van Vaticaanstad en de andere organen die aldaar gevestigd zijn of anderszins afhankelijk van de Heilige Stoel, te ondersteunen in hun communicatieactiviteiten.
Het komt het dicasterie toe om de andere curiale instellingen en bureaus, de instellingen verbonden met de Heilige Stoel, het gouvernement van Vaticaanstad en de andere organen die aldaar gevestigd zijn of anderszins afhankelijk van de Heilige Stoel, te ondersteunen in hun communicatieactiviteiten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VI - Gerechtelijke organen (art. 189-204)
Artikel 189
§ 1. De dienst van de gerechtelijke organen is een van de wezenlijke functies in het bestuur van de Kerk. Het doel van deze dienst, dat door elk van deze organen wordt nagestreefd voor het forum van hun eigen bevoegdheid, is dat van de zending van de Kerk zelf: het verkondigen en doen komen van het Rijk Gods, en door middel van de rechtsorde, toegepast met canonieke billijkheid, te werken aan het heil van de zielen, dat in de Kerk altijd de hoogste wet is.
§ 2. De gewone gerechtelijke organen zijn:
§ 1. De dienst van de gerechtelijke organen is een van de wezenlijke functies in het bestuur van de Kerk. Het doel van deze dienst, dat door elk van deze organen wordt nagestreefd voor het forum van hun eigen bevoegdheid, is dat van de zending van de Kerk zelf: het verkondigen en doen komen van het Rijk Gods, en door middel van de rechtsorde, toegepast met canonieke billijkheid, te werken aan het heil van de zielen, dat in de Kerk altijd de hoogste wet is.
§ 2. De gewone gerechtelijke organen zijn:
- de Apostolische Penitentiarie[6064 |+ 259 ],
- de Hoogste Rechtbank van de Apostolische Signatuur[6064 |+ 264 ] en
- het Tribunaal van de Romeinse Rota[6064 |+ 271 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Apostolische Penitentiarie (art. 190-193)
Artikel 190
§ 1. De Apostolische Penitentiarie is bevoegd voor alle zaken betreffende het forum internum en voor de aflaten[d:72] als uitdrukking van de goddelijke barmhartigheid.
§ 2. Het wordt bestuurd door de groot-penitentiaris, bijgestaan door de regent; zij worden terzijde gestaan door enkele ambtenaren.
§ 1. De Apostolische Penitentiarie is bevoegd voor alle zaken betreffende het forum internum en voor de aflaten[d:72] als uitdrukking van de goddelijke barmhartigheid.
§ 2. Het wordt bestuurd door de groot-penitentiaris, bijgestaan door de regent; zij worden terzijde gestaan door enkele ambtenaren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 191
Voor het forum internum, zowel sacramenteel als niet-sacramenteel, verleent zij absolutie van censuren, alsook dispensaties, commutaties, sanaties, gratie en andere gunsten.
Voor het forum internum, zowel sacramenteel als niet-sacramenteel, verleent zij absolutie van censuren, alsook dispensaties, commutaties, sanaties, gratie en andere gunsten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 192
§ 1. De Apostolische Penitentiarie voorziet erin dat in de pauselijke basilieken van Rome een voldoende aantal penitentiarissen aanwezig is, uitgerust met de benodigde volmachten.
§ 2. Zij ziet toe op de goede vorming van de penitentiarissen die in de pauselijke basilieken zijn aangesteld en van degenen die elders zijn aangesteld.
§ 1. De Apostolische Penitentiarie voorziet erin dat in de pauselijke basilieken van Rome een voldoende aantal penitentiarissen aanwezig is, uitgerust met de benodigde volmachten.
§ 2. Zij ziet toe op de goede vorming van de penitentiarissen die in de pauselijke basilieken zijn aangesteld en van degenen die elders zijn aangesteld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 193
Aan de Apostolische Penitentiarie is het mandaat gegeven inzake de toekenning en het gebruik van aflaten[d:72], onverlet de bevoegdheden van het Dicasterie voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ] wat betreft het onderzoek van alles wat de leer betreft, en van het Dicasterie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten[6064 |+ 144 ] op het gebied van de ritus.
Aan de Apostolische Penitentiarie is het mandaat gegeven inzake de toekenning en het gebruik van aflaten[d:72], onverlet de bevoegdheden van het Dicasterie voor de Geloofsleer[6064 |+ 122 ] wat betreft het onderzoek van alles wat de leer betreft, en van het Dicasterie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten[6064 |+ 144 ] op het gebied van de ritus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoogste Rechtbank van de Apostolische Signatuur (art. 194-199)
Artikel 194
De Apostolische Signatuur oefent de functie uit van Hoogste Rechtbank van de Kerk en voorziet tevens in de goede rechtsbedeling in de Kerk.
De Apostolische Signatuur oefent de functie uit van Hoogste Rechtbank van de Kerk en voorziet tevens in de goede rechtsbedeling in de Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 195
§ 1. De Hoogste Rechtbank van de Apostolische Signatuur bestaat uit kardinalen, bisschoppen en priesters die worden benoemd door de bisschop van Rome voor een periode van vijf jaar en voorgezeten door de kardinaal-prefect.
§ 2. Bij de werkzaamheden van het tribunaal wordt de prefect bijgestaan door een secretaris.
§ 1. De Hoogste Rechtbank van de Apostolische Signatuur bestaat uit kardinalen, bisschoppen en priesters die worden benoemd door de bisschop van Rome voor een periode van vijf jaar en voorgezeten door de kardinaal-prefect.
§ 2. Bij de werkzaamheden van het tribunaal wordt de prefect bijgestaan door een secretaris.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 196
Als rechtbank met gewone rechtsmacht oordeelt de Apostolische Signatuur over:
Als rechtbank met gewone rechtsmacht oordeelt de Apostolische Signatuur over:
- 1° strijdpunten van nietigheid en verzoeken om restitutio in integrum tegen vonnissen van de Romeinse Rota[6064 |+ 271 ];
- 2° beroepen in zaken betreffende de status van personen, tegen de weigering van een nieuw onderzoek van de zaak, uitgesproken door de Romeinse Rota[6064 |+ 271 ];
- 3° uitzonderingen van verdenking en andere zaken tegen rechters van de Romeinse Rota[6064 |+ 271 ] wegens handelingen gesteld in de uitoefening van hun functie;
- 4° bevoegdheidsconflicten tussen rechtbanken, die niet van dezelfde rechtbank van beroep afhankelijk zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 197
§ 1. Als administratieve rechtbank voor de Romeinse Curie beoordeelt de Apostolische Signatuur beroepen tegen bepaalde administratieve handelingen, zowel die gesteld zijn door de dicasteries en het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ] als die door deze zijn goedgekeurd, telkens wanneer de vraag rijst of de aangevochten handeling een wet heeft geschonden bij de besluitneming of de uitvoering ervan.
§ 2. Naast het oordeel over de schending van het recht kan de Apostolische Signatuur ook oordelen, indien de eiser daarom verzoekt, over de vergoeding van eventuele schade veroorzaakt door de handeling in kwestie.
§3. Zij oordeelt ook over andere administratieve geschillen die haar door de bisschop van Rome of door de curiale instellingen worden voorgelegd. Ten slotte oordeelt zij over bevoegdheidsconflicten tussen dicasteries en tussen deze en het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ].
§ 1. Als administratieve rechtbank voor de Romeinse Curie beoordeelt de Apostolische Signatuur beroepen tegen bepaalde administratieve handelingen, zowel die gesteld zijn door de dicasteries en het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ] als die door deze zijn goedgekeurd, telkens wanneer de vraag rijst of de aangevochten handeling een wet heeft geschonden bij de besluitneming of de uitvoering ervan.
§ 2. Naast het oordeel over de schending van het recht kan de Apostolische Signatuur ook oordelen, indien de eiser daarom verzoekt, over de vergoeding van eventuele schade veroorzaakt door de handeling in kwestie.
§3. Zij oordeelt ook over andere administratieve geschillen die haar door de bisschop van Rome of door de curiale instellingen worden voorgelegd. Ten slotte oordeelt zij over bevoegdheidsconflicten tussen dicasteries en tussen deze en het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 198
Als administratief-gerechtelijk orgaan in tuchtzaken is de Apostolische Signatuur ook bevoegd om:
Als administratief-gerechtelijk orgaan in tuchtzaken is de Apostolische Signatuur ook bevoegd om:
- 1° te waken over de goede rechtsbedeling in de verschillende kerkelijke rechtbanken en om, zo nodig, maatregelen te nemen tegen gerechtsfunctionarissen, advocaten of procuratoren;
- 2° te oordelen over de aan de Heilige Stoel gerichte verzoekschriften om verwijzing van de zaak naar de Romeinse Rota[6064 |+ 271 ] te verkrijgen;
- 3° te oordelen over elk verzoek met betrekking tot de rechtsbedeling;
- 4° de bevoegdheid van lagere rechtbanken te verleggen;
- 5° goedkeuring te verlenen aan een rechtbank van beroep, alsmede, indien voorbehouden aan de Heilige Stoel, aan de oprichting van interdiocesane, inter-eparchiale, inter-rituele, regionale, nationale en ook, zo nodig, supranationale rechtbanken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 199
De Apostolische Signatuur wordt geregeld door eigen wetgeving.
De Apostolische Signatuur wordt geregeld door eigen wetgeving.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tribunaal van de Romeinse Rota (art. 200-204)
Artikel 200
§ 1. Het Tribunaal van de Romeinse Rota fungeert gewoonlijk als hogere beroepsinstantie bij de Heilige Stoel om de rechten in de Kerk te beschermen; het voorziet in de eenheid van rechtspraak en staat door zijn vonnissen de lagere rechtbanken bij.
§ 2. Bij het Tribunaal van de Romeinse Rota bestaat een bureau dat bevoegd is om te oordelen over het niet geconsumeerd zijn van huwelijken en over de aanwezigheid van een geldige reden om dispensatie te verlenen.
§ 3. Dit bureau is ook bevoegd om zaken van nietigheid van de ambtswijding te behandelen, volgens de normen van het algemene en het eigen recht, al naar gelang het geval.
§ 1. Het Tribunaal van de Romeinse Rota fungeert gewoonlijk als hogere beroepsinstantie bij de Heilige Stoel om de rechten in de Kerk te beschermen; het voorziet in de eenheid van rechtspraak en staat door zijn vonnissen de lagere rechtbanken bij.
§ 2. Bij het Tribunaal van de Romeinse Rota bestaat een bureau dat bevoegd is om te oordelen over het niet geconsumeerd zijn van huwelijken en over de aanwezigheid van een geldige reden om dispensatie te verlenen.
§ 3. Dit bureau is ook bevoegd om zaken van nietigheid van de ambtswijding te behandelen, volgens de normen van het algemene en het eigen recht, al naar gelang het geval.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 201
§ 1. Het Tribunaal heeft een collegiale structuur en is samengesteld uit een zeker aantal rechters van beproefde geleerdheid, bekwaamheid en ervaring, die door de bisschop van Rome zijn gekozen uit de verschillende delen van de wereld.
§ 2. Het college van het Tribunaal wordt voorgezeten door de deken, als primus inter pares; hij of zij wordt benoemd voor een periode van vijf jaar door de bisschop van Rome en door deze gekozen uit de voornoemde rechters.
§ 3. Het bureau voor de dispensatieprocedures van voltrokken en niet geconsumeerde huwelijken en de gevallen van nietigheid van de ambtswijding wordt bestuurd door de deken, bijgestaan door eigen ambtenaren, zaakgelastigde commissarissen en consultoren.
§ 1. Het Tribunaal heeft een collegiale structuur en is samengesteld uit een zeker aantal rechters van beproefde geleerdheid, bekwaamheid en ervaring, die door de bisschop van Rome zijn gekozen uit de verschillende delen van de wereld.
§ 2. Het college van het Tribunaal wordt voorgezeten door de deken, als primus inter pares; hij of zij wordt benoemd voor een periode van vijf jaar door de bisschop van Rome en door deze gekozen uit de voornoemde rechters.
§ 3. Het bureau voor de dispensatieprocedures van voltrokken en niet geconsumeerde huwelijken en de gevallen van nietigheid van de ambtswijding wordt bestuurd door de deken, bijgestaan door eigen ambtenaren, zaakgelastigde commissarissen en consultoren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 202
§ 1. Het Tribunaal van de Romeinse Rota oordeelt in tweede aanleg over zaken die door gewone rechtbanken van eerste aanleg zijn berecht en die op grond van een gewettigd beroep naar de Heilige Stoel zijn verwezen.
§ 2. Het oordeelt in derde of verdere aanleg over zaken die reeds door hetzelfde apostolische tribunaal zijn behandeld of door welke andere rechtbank ook, mits deze zaken niet al definitief zijn afgehandeld.
§ 1. Het Tribunaal van de Romeinse Rota oordeelt in tweede aanleg over zaken die door gewone rechtbanken van eerste aanleg zijn berecht en die op grond van een gewettigd beroep naar de Heilige Stoel zijn verwezen.
§ 2. Het oordeelt in derde of verdere aanleg over zaken die reeds door hetzelfde apostolische tribunaal zijn behandeld of door welke andere rechtbank ook, mits deze zaken niet al definitief zijn afgehandeld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 203
§ 1. De Romeinse Rota oordeelt ook in eerste aanleg over:
§ 1. De Romeinse Rota oordeelt ook in eerste aanleg over:
- 1° bisschoppen in contentieuze zaken, mits het niet gaat om de rechten of tijdelijke goederen van een rechtspersoon, vertegenwoordigd door de bisschop;
- 2° de abt-primaten of hogere abten van kloostercongregaties en de hoogste bestuurders van de instituten van Godgewijd leven en gemeenschappen van apostolisch leven van pauselijk recht;
- 3° bisdommen of eparchiën en andere kerkelijke personen, hetzij fysiek, hetzij juridisch, die geen overste onder de bisschop van Rome hebben;
- 4° zaken die de bisschop van Rome aan ditzelfde tribunaal heeft toevertrouwd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 204
Het Tribunaal van de Romeinse Rota wordt geregeld door eigen wetgeving.
Het Tribunaal van de Romeinse Rota wordt geregeld door eigen wetgeving.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VII - Economische instellingen (art. 205-227)
- Raad voor de Economie (art. 205-211)
Artikel 205
§ 1. De Raad voor de Economie is bevoegd om toezicht te houden op de administratieve en financiële structuren en activiteiten van de curiale instellingen en bureaus, en de instellingen die met de Heilige Stoel verbonden zijn of er betrekking op hebben, zoals opgesomd in de lijst bij de raadsstatuten.
§ 2. De Raad voor de Economie oefent haar functies uit in het licht van de sociale leer van de Kerk, waarbij zij zich houdt aan de internationaal erkende beste praktijken in het openbaar bestuur, met het oog op een ethisch en efficiënt administratief en financieel beheer.
§ 1. De Raad voor de Economie is bevoegd om toezicht te houden op de administratieve en financiële structuren en activiteiten van de curiale instellingen en bureaus, en de instellingen die met de Heilige Stoel verbonden zijn of er betrekking op hebben, zoals opgesomd in de lijst bij de raadsstatuten.
§ 2. De Raad voor de Economie oefent haar functies uit in het licht van de sociale leer van de Kerk, waarbij zij zich houdt aan de internationaal erkende beste praktijken in het openbaar bestuur, met het oog op een ethisch en efficiënt administratief en financieel beheer.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 206
§ 1. De Raad bestaat uit acht kardinalen of bisschoppen, die het universele karakter van de Kerk vertegenwoordigen, en zeven leken, gekozen uit deskundigen van verschillende nationaliteiten. De vijftien leden worden voor vijf jaar benoemd door de bisschop van Rome.
§ 2. De Raad wordt bijeengeroepen en voorgezeten door de kardinaal-coördinator, bijgestaan door een secretaris.
§ 3. De prefect van het Secretariaat voor de Economie[6064 |+ 286 ] neemt zonder stemrecht deel aan de vergaderingen van de Raad.
§ 1. De Raad bestaat uit acht kardinalen of bisschoppen, die het universele karakter van de Kerk vertegenwoordigen, en zeven leken, gekozen uit deskundigen van verschillende nationaliteiten. De vijftien leden worden voor vijf jaar benoemd door de bisschop van Rome.
§ 2. De Raad wordt bijeengeroepen en voorgezeten door de kardinaal-coördinator, bijgestaan door een secretaris.
§ 3. De prefect van het Secretariaat voor de Economie[6064 |+ 286 ] neemt zonder stemrecht deel aan de vergaderingen van de Raad.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 207
De Raad legt de paus ter goedkeuring richtlijnen en normen voor die moeten waarborgen dat
De Raad legt de paus ter goedkeuring richtlijnen en normen voor die moeten waarborgen dat
- 1° het vermogen van de onder haar toezicht staande entiteiten en administraties worden beschermd;
- 2° de bezitsmatige en financiële risico’s worden beperkt;
- 3° de menselijke, materiële en financiële middelen op redelijke wijze worden toegewezen en prudent, efficiënt en transparant worden beheerd;
- 4° de entiteiten en administraties hun taken op een efficiënte manier uitvoeren, conform de activiteiten, programma’s en begrotingen die voor hen zijn goedgekeurd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 208
De Raad stelt de criteria vast, waaronder de geldelijke limiet, om te bepalen voor welke handelingen van vervreemding, verwerving of buitengewoon beheer door de entiteiten waarop zij toezicht houdt, de goedkeuring van de prefect van het Secretariaat voor de Economie[6064 |+ 286 ] vereist is ad validitatem.
De Raad stelt de criteria vast, waaronder de geldelijke limiet, om te bepalen voor welke handelingen van vervreemding, verwerving of buitengewoon beheer door de entiteiten waarop zij toezicht houdt, de goedkeuring van de prefect van het Secretariaat voor de Economie[6064 |+ 286 ] vereist is ad validitatem.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 209
§ 1. De Raad keurt de jaarbegroting en de geconsolideerde balans van de Heilige Stoel goed en legt deze voor aan de bisschop van Rome.
§ 2. Tijdens de sedisvacatie verstrekt de Raad voor de Economie aan de kardinaal-camerlengo van de Heilige Roomse Kerk de meest recente geconsolideerde balansen van de Heilige Stoel en de jaarbegrotingen voor het lopende jaar.
§ 1. De Raad keurt de jaarbegroting en de geconsolideerde balans van de Heilige Stoel goed en legt deze voor aan de bisschop van Rome.
§ 2. Tijdens de sedisvacatie verstrekt de Raad voor de Economie aan de kardinaal-camerlengo van de Heilige Roomse Kerk de meest recente geconsolideerde balansen van de Heilige Stoel en de jaarbegrotingen voor het lopende jaar.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 210
De Raad verzoekt de Autoriteit voor Financieel Toezicht en Informatie[6064 |+ 335 ], indien nodig en met inachtneming van haar zelfstandigheid van werken, om informatie met betrekking tot de doeleinden van de werkzaamheden die zij verricht. Zij wordt jaarlijks geïnformeerd over de werkzaamheden van het Instituut voor Godsdienstige Werken.
De Raad verzoekt de Autoriteit voor Financieel Toezicht en Informatie[6064 |+ 335 ], indien nodig en met inachtneming van haar zelfstandigheid van werken, om informatie met betrekking tot de doeleinden van de werkzaamheden die zij verricht. Zij wordt jaarlijks geïnformeerd over de werkzaamheden van het Instituut voor Godsdienstige Werken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 211
De Raad onderzoekt de voorstellen van het Secretariaat voor de Economie[6064 |+ 286 ], alsmede eventuele suggesties van de verschillende administraties van de Heilige Stoel, de Autoriteit voor Financieel Toezicht en Informatie[6064 |+ 335 ] en andere entiteiten genoemd in de eigen statuten.
De Raad onderzoekt de voorstellen van het Secretariaat voor de Economie[6064 |+ 286 ], alsmede eventuele suggesties van de verschillende administraties van de Heilige Stoel, de Autoriteit voor Financieel Toezicht en Informatie[6064 |+ 335 ] en andere entiteiten genoemd in de eigen statuten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Secretariaat voor de Economie (art. 212-218)
Artikel 212
§ 1. Het Secretariaat voor de Economie fungeert als pauselijk secretariaat voor economische en financiële aangelegenheden.
§ 2. Het oefent op administratief, economisch en financieel gebied controle en toezicht uit op de curiale instellingen en bureaus, en de instellingen die met de Heilige Stoel verbonden zijn of anderszins tot er betrekking op hebben, zoals opgesomd in de lijst bij de statuten van de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ].
§ 3. Zij oefent ook een gepast controle uit over de Pieterspenning en over de andere pauselijke fondsen.
§ 1. Het Secretariaat voor de Economie fungeert als pauselijk secretariaat voor economische en financiële aangelegenheden.
§ 2. Het oefent op administratief, economisch en financieel gebied controle en toezicht uit op de curiale instellingen en bureaus, en de instellingen die met de Heilige Stoel verbonden zijn of anderszins tot er betrekking op hebben, zoals opgesomd in de lijst bij de statuten van de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ].
§ 3. Zij oefent ook een gepast controle uit over de Pieterspenning en over de andere pauselijke fondsen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 213
§ 1. Het Secretariaat voor de Economie wordt voorgezeten door een prefect, bijgestaan door een secretaris.
§ 2. Het orgaan is verdeeld in twee werkvelden: het ene voor regelgeving, controle en toezicht op economisch en financieel gebied, het andere voor regelgeving, controle en toezicht op administratief gebied.
§ 1. Het Secretariaat voor de Economie wordt voorgezeten door een prefect, bijgestaan door een secretaris.
§ 2. Het orgaan is verdeeld in twee werkvelden: het ene voor regelgeving, controle en toezicht op economisch en financieel gebied, het andere voor regelgeving, controle en toezicht op administratief gebied.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 214
§ 1. Het Secretariaat voor de Economie moet de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ] raadplegen en aan deze de voorstellen en richtlijnen voorleggen die betrekking hebben op normen in zaken van groter belang of rakende aan algemene beginselen.
§ 2. Het Secretariaat voor de Economie pleegt op passende wijze overleg bij het opstellen van voorstellen of richtlijnen, en houdt daarbij naar behoren rekening met de autonomie en de bevoegdheden van de Autoriteiten en Bestuursorganen.
§ 3. Voor aangelegenheden die betrekking hebben op de betrekkingen met de Staten en andere volkenrechtelijke onderwerpen, handelt het Secretariaat voor de Economie in samenwerking met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ], dat de uitsluitende bevoegdheid bezit.
§ 1. Het Secretariaat voor de Economie moet de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ] raadplegen en aan deze de voorstellen en richtlijnen voorleggen die betrekking hebben op normen in zaken van groter belang of rakende aan algemene beginselen.
§ 2. Het Secretariaat voor de Economie pleegt op passende wijze overleg bij het opstellen van voorstellen of richtlijnen, en houdt daarbij naar behoren rekening met de autonomie en de bevoegdheden van de Autoriteiten en Bestuursorganen.
§ 3. Voor aangelegenheden die betrekking hebben op de betrekkingen met de Staten en andere volkenrechtelijke onderwerpen, handelt het Secretariaat voor de Economie in samenwerking met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ], dat de uitsluitende bevoegdheid bezit.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 215
Het Secretariaat voor de Economie
Het Secretariaat voor de Economie
- 1° geeft aanwijzingen op economisch en financieel gebied voor de Heilige Stoel en ziet erop toe dat activiteiten worden uitgevoerd conform de goedgekeurde werkplannen en programma’s;
- 2° houdt toezicht op de administratieve, economische en financiële activiteiten van de instellingen die aan haar controle en toezicht zijn toevertrouwd, en stelt eventuele corrigerende maatregelen voor en zorgt ervoor dat deze worden uitgevoerd;
- 3° stelt de jaarlijkse begroting op, waarbij zij controleert of deze wordt nageleefd, alsook de geconsolideerde balans van de Heilige Stoel, en dient deze in bij de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ];
- 4° verricht de jaarlijkse risicobeoordeling van de bezitsmatige en financiële situatie van de Heilige Stoel en legt deze voor aan de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 216
Het Secretariaat voor de Economie
Het Secretariaat voor de Economie
- 1° formuleert richtlijnen, aanwijzingen, modellen en procedures inzake aanbestedingen, die erop gericht zijn dat alle goederen en diensten die worden gevraagd door de curiale instellingen en bureaus, en door de instellingen die met de Heilige Stoel verbonden zijn of er betrekking op hebben, op de meest prudente, efficiënte en kosteneffectieve wijze worden aangeschaft, conform passende interne controles en procedures;
- 2° zij voorziet in passende digitale instrumenten die het administratieve, economische en financiële beheer doeltreffend en transparant maken en ervoor zorgen dat de archieven en de boekhouding getrouw worden bijgehouden, conform de normen en de goedgekeurde procedures.
Referenties naar deze alinea: 1
Betreffende de oprichting van het pauselijke comité voor de Wereldkinderdag ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 217
§ 1. Aan het Secretariaat voor de Economie is toegevoeg het Directoraat Personeel van de Heilige Stoel, hetwelk voorziet, in samenspraak en samenwerking met de betrokken entiteiten, in alle zaken betreffende de positie en arbeidsvoorwaarden van het personeel en de medewerkers van de entiteiten die onderworpen zijn aan de eigen wetgeving van de Heilige Stoel, onverlet het bepaalde in art. 48, 2°[6064 |+ 95 ].
§ 2. Naast zijn andere bevoegdheden verleent het Secretariaat voor de Economie via dit directoraat toestemming voor aanwervingen, waarbij het controleert of aan alle eisen is voldaan, en keurt het de personeelsformaties van de entiteiten goed.
§ 1. Aan het Secretariaat voor de Economie is toegevoeg het Directoraat Personeel van de Heilige Stoel, hetwelk voorziet, in samenspraak en samenwerking met de betrokken entiteiten, in alle zaken betreffende de positie en arbeidsvoorwaarden van het personeel en de medewerkers van de entiteiten die onderworpen zijn aan de eigen wetgeving van de Heilige Stoel, onverlet het bepaalde in art. 48, 2°[6064 |+ 95 ].
§ 2. Naast zijn andere bevoegdheden verleent het Secretariaat voor de Economie via dit directoraat toestemming voor aanwervingen, waarbij het controleert of aan alle eisen is voldaan, en keurt het de personeelsformaties van de entiteiten goed.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 218
§ 1. Het Secretariaat voor de Economie verleent zijn goedkeuring aan elke handeling van vervreemding, verwerving of buitengewoon beheer, verricht door de curiale instellingen en bureaus, en de instellingen die met de Heilige Stoel verbonden zijn of er betrekking op hebben, en waarvoor zijn goedkeuring vereist is ad validitatem, op basis van de door de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ] vastgestelde criteria.
§ 2. Tijdens de sedisvacatie verstrekt het Secretariaat voor de Economie aan de kardinaal-camerlengo van de Heilige Roomse Kerk alle inlichtingen die gevraagd zullen worden over de economische toestand van de Heilige Stoel.
§ 1. Het Secretariaat voor de Economie verleent zijn goedkeuring aan elke handeling van vervreemding, verwerving of buitengewoon beheer, verricht door de curiale instellingen en bureaus, en de instellingen die met de Heilige Stoel verbonden zijn of er betrekking op hebben, en waarvoor zijn goedkeuring vereist is ad validitatem, op basis van de door de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ] vastgestelde criteria.
§ 2. Tijdens de sedisvacatie verstrekt het Secretariaat voor de Economie aan de kardinaal-camerlengo van de Heilige Roomse Kerk alle inlichtingen die gevraagd zullen worden over de economische toestand van de Heilige Stoel.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Administratie voor het Patrimonium van de Heilige Stoel (Art. 219-221)
Artikel 219
§ 1. De Administratie van het Patrimonium van de Heilige Stoel is het orgaan dat belast is met de administratie en het beheer van het roerend en onroerend patrimonium van de Heilige Stoel, dat bedoeld is om de middelen te verschaffen die nodig zijn voor de vervulling van de taken van de Romeinse Curie ten bate en ten dienste van de particuliere Kerken.
§ 2. Het is haar bevoegdheid om het onroerend en roerend patrimonium te beheren van de entiteiten die hun vermogen aan de Heilige Stoel hebben toevertrouwd, overeenkomstig het specifieke doel waarvoor dit patrimonium is gesticht en conform de algemene richtlijnen en beleidslijnen die door de bevoegde organen zijn goedgekeurd.
§ 3. De uitvoering van de financiële transacties genoemd in §§ 1 en 2 geschiedt via de diensten van het Instituut voor de Godsdienstige Werken.
§ 1. De Administratie van het Patrimonium van de Heilige Stoel is het orgaan dat belast is met de administratie en het beheer van het roerend en onroerend patrimonium van de Heilige Stoel, dat bedoeld is om de middelen te verschaffen die nodig zijn voor de vervulling van de taken van de Romeinse Curie ten bate en ten dienste van de particuliere Kerken.
§ 2. Het is haar bevoegdheid om het onroerend en roerend patrimonium te beheren van de entiteiten die hun vermogen aan de Heilige Stoel hebben toevertrouwd, overeenkomstig het specifieke doel waarvoor dit patrimonium is gesticht en conform de algemene richtlijnen en beleidslijnen die door de bevoegde organen zijn goedgekeurd.
§ 3. De uitvoering van de financiële transacties genoemd in §§ 1 en 2 geschiedt via de diensten van het Instituut voor de Godsdienstige Werken.
Referenties naar deze alinea: 1
Rescriptum ex audientia Ss.mi - Instructie over de administratie en het beheer van financiële activa en liquiditeit van de Heilige Stoel en van de instellingen die verbonden zijn met de Heilige Stoel ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 220
§ 1. De Administratie van het Patrimonium van de Heilige Stoel voorziet in wat nodig is voor de gewone werkzaamheden van de Romeinse Curie, door zorg te dragen voor de kas, de boekhouding, de aankopen en andere diensten.
§ 2. De Administratie van het Patrimonium van de Heilige Stoel kan dezelfde in § 1 genoemde diensten ook verrichten voor instellingen die met de Heilige Stoel verbonden zijn of er betrekking op hebben, indien zij daarom verzoeken of indien dit is voorzien.
§ 1. De Administratie van het Patrimonium van de Heilige Stoel voorziet in wat nodig is voor de gewone werkzaamheden van de Romeinse Curie, door zorg te dragen voor de kas, de boekhouding, de aankopen en andere diensten.
§ 2. De Administratie van het Patrimonium van de Heilige Stoel kan dezelfde in § 1 genoemde diensten ook verrichten voor instellingen die met de Heilige Stoel verbonden zijn of er betrekking op hebben, indien zij daarom verzoeken of indien dit is voorzien.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 221
§ 1. De Administratie van het Patrimonium van de Heilige Stoel wordt geleid door een voorzitter. Hij wordt bijgestaan door een secretaris en door een raad, bestaande uit kardinalen, bisschoppen, priesters en leken, die de voorzitter helpen bij het uitwerken van de strategische beleidslijnen van de entiteit en bij de evaluatie van de verwezenlijking ervan.
§ 2. De interne organisatie van het orgaan kent drie werkvelden, die zorgdragen voor het vastgoedbeheer, de financiële zaken en de diensten.
§ 3. Het orgaan maakt gebruik van het advies van ter zake kundige experts, benoemd in de zin van art. 16-17 § 1[6064 |+ 56-57 ].
§ 1. De Administratie van het Patrimonium van de Heilige Stoel wordt geleid door een voorzitter. Hij wordt bijgestaan door een secretaris en door een raad, bestaande uit kardinalen, bisschoppen, priesters en leken, die de voorzitter helpen bij het uitwerken van de strategische beleidslijnen van de entiteit en bij de evaluatie van de verwezenlijking ervan.
§ 2. De interne organisatie van het orgaan kent drie werkvelden, die zorgdragen voor het vastgoedbeheer, de financiële zaken en de diensten.
§ 3. Het orgaan maakt gebruik van het advies van ter zake kundige experts, benoemd in de zin van art. 16-17 § 1[6064 |+ 56-57 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Bureau van de Revisor-Generaal (art. 222-224)
Artikel 222
De revisor-generaal is belast met de audit van de geconsolideerde balans van de Heilige Stoel.
De revisor-generaal is belast met de audit van de geconsolideerde balans van de Heilige Stoel.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 223
§ 1. Het bureau heeft tot taak, volgens het door de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ] goedgekeurde jaarlijkse auditprogramma, de jaarrekeningen te controleren van de afzonderlijke curiale instellingen en bureaus, en van de instellingen die met de Heilige Stoel verbonden zijn of er betrekking op hebben, welke samenkomen in de voornoemde geconsolideerde balansen.
§ 2. Het jaarlijkse auditprogramma wordt door de revisor-generaal ter goedkeuring aan de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ] voorgelegd.
§ 1. Het bureau heeft tot taak, volgens het door de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ] goedgekeurde jaarlijkse auditprogramma, de jaarrekeningen te controleren van de afzonderlijke curiale instellingen en bureaus, en van de instellingen die met de Heilige Stoel verbonden zijn of er betrekking op hebben, welke samenkomen in de voornoemde geconsolideerde balansen.
§ 2. Het jaarlijkse auditprogramma wordt door de revisor-generaal ter goedkeuring aan de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ] voorgelegd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 224
§ 1. Op verzoek van de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ], van het Secretariaat voor de Economie[6064 |+ 286 ] of van de verantwoordelijken van de in artikel 205 § 1[6064 |+ 279 ] bedoelde entiteiten en administraties voert het Bureau van de Revisor-Generaal audits uit bij bijzondere situaties die verband houden met: anomalieën bij het gebruik of de toewijzing van financiële of materiële middelen; onregelmatigheden bij de gunning van opdrachten of bij de uitvoering van transacties of vervreemdingen; gevallen van corruptie of fraude. Dezelfde audits kunnen autonoom worden geïnitieerd door de revisor-generaal, die er de kardinaal-coördinator van de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ] vooraf van in kennis stelt, met opgave van redenen.
§ 2. De revisor-generaal ontvangt de meldingen van bovengenoemde situaties van personen die er weet van hebben uit hoofde van de uitoefening van hun functie. Na bestudering van de melding legt hij deze met een verslag voor aan de prefect van het Secretariaat voor de Economie[6064 |+ 286 ] en, indien hij dat nodig acht, ook aan de kardinaal-coördinator van de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ].
§ 1. Op verzoek van de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ], van het Secretariaat voor de Economie[6064 |+ 286 ] of van de verantwoordelijken van de in artikel 205 § 1[6064 |+ 279 ] bedoelde entiteiten en administraties voert het Bureau van de Revisor-Generaal audits uit bij bijzondere situaties die verband houden met: anomalieën bij het gebruik of de toewijzing van financiële of materiële middelen; onregelmatigheden bij de gunning van opdrachten of bij de uitvoering van transacties of vervreemdingen; gevallen van corruptie of fraude. Dezelfde audits kunnen autonoom worden geïnitieerd door de revisor-generaal, die er de kardinaal-coördinator van de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ] vooraf van in kennis stelt, met opgave van redenen.
§ 2. De revisor-generaal ontvangt de meldingen van bovengenoemde situaties van personen die er weet van hebben uit hoofde van de uitoefening van hun functie. Na bestudering van de melding legt hij deze met een verslag voor aan de prefect van het Secretariaat voor de Economie[6064 |+ 286 ] en, indien hij dat nodig acht, ook aan de kardinaal-coördinator van de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Commissie voor Vertrouwelijke Zaken (art. 225-226)
Artikel 225
De Commissie van Vertrouwelijke Zaken is bevoegd om:
De Commissie van Vertrouwelijke Zaken is bevoegd om:
- 1° machtiging te verlenen voor elke handeling van juridische, economische of financiële aard die voor een groter goed van de Kerk of van personen moet worden geheimgehouden en onttrokken aan de controle en het toezicht van de bevoegde instanties;
- 2° de contracten van de Heilige Stoel controleren, die volgens de wet vertrouwelijkheid vereisen, en er toezicht op houden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 226
De commissie bestaat, conform haar statuten, uit enkele leden die worden benoemd voor vijf jaar door de bisschop van Rome. Zij wordt geleid door een voorzitter, bijgestaan door een secretaris.
De commissie bestaat, conform haar statuten, uit enkele leden die worden benoemd voor vijf jaar door de bisschop van Rome. Zij wordt geleid door een voorzitter, bijgestaan door een secretaris.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Comité voor Investeringen (art. 227)
Artikel 227
§ 1. Het Comité voor Investeringen is bevoegd om wat betreft de investeringen van de Heilige Stoel in roerende activa zowel hun ethisch karakter overeenkomstig de sociale leer van de Kerk[d:48] te waarborgen als hun rentabiliteit, geschiktheid en risiconiveau.
§ 2. Het comité bestaat, conform zijn statuten, uit leden en vooraanstaande beroepskrachten, die worden benoemd voor vijf jaar door de bisschop van Rome. Het wordt geleid door een voorzitter, bijgestaan door een secretaris.
§ 1. Het Comité voor Investeringen is bevoegd om wat betreft de investeringen van de Heilige Stoel in roerende activa zowel hun ethisch karakter overeenkomstig de sociale leer van de Kerk[d:48] te waarborgen als hun rentabiliteit, geschiktheid en risiconiveau.
§ 2. Het comité bestaat, conform zijn statuten, uit leden en vooraanstaande beroepskrachten, die worden benoemd voor vijf jaar door de bisschop van Rome. Het wordt geleid door een voorzitter, bijgestaan door een secretaris.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VIII - Bureaus (art. 228-237)
- Prefectuur van het Pauselijk Huis (art. 228-230)
Artikel 228
§ 1. De prefectuur houdt zich bezig met de interne orde inzake het Pauselijk Huis en geeft leiding op het gebied van regels en diensten aan allen die de Kapel en de Pauselijke Familie vormen.
§ 2. Zij wordt geleid door een prefect, bijgestaan door de regent, beiden benoemd voor vijf jaar door de bisschop van Rome en terzijde gestaan door enkele beambten.
§ 1. De prefectuur houdt zich bezig met de interne orde inzake het Pauselijk Huis en geeft leiding op het gebied van regels en diensten aan allen die de Kapel en de Pauselijke Familie vormen.
§ 2. Zij wordt geleid door een prefect, bijgestaan door de regent, beiden benoemd voor vijf jaar door de bisschop van Rome en terzijde gestaan door enkele beambten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 229
§ 1. De Prefectuur van het Pauselijk Huis draagt zorg voor de organisatie en het verloop van de pauselijke plechtigheden, met uitzondering van het strikt liturgische gedeelte, en stelt de voorrangsorde vast.
§ 2. Het is haar taak de dienst van de antichambre te regelen en de openbare, bijzondere en privé-audiënties van de bisschop van Rome en de bezoeken van personen te organiseren, waarbij zij overleg pleegt met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ] zo dikwijls als de omstandigheden dit vereisen. Zij regelt alles wat gedaan moet worden wanneer de paus een plechtige audiëntie verleent aan staatshoofden, regeringsleiders, ministers van staten, overheidsinstanties en andere vooraanstaande persoonlijkheden, alsmede ambassadeurs.
§ 3. Zij houdt zich bezig met hetgeen betrekking heeft op de geestelijke oefeningen van de bisschop van Rome, van het College van Kardinalen en van de Romeinse Curie.
§ 1. De Prefectuur van het Pauselijk Huis draagt zorg voor de organisatie en het verloop van de pauselijke plechtigheden, met uitzondering van het strikt liturgische gedeelte, en stelt de voorrangsorde vast.
§ 2. Het is haar taak de dienst van de antichambre te regelen en de openbare, bijzondere en privé-audiënties van de bisschop van Rome en de bezoeken van personen te organiseren, waarbij zij overleg pleegt met het Staatssecretariaat[6064 |+ 89 ] zo dikwijls als de omstandigheden dit vereisen. Zij regelt alles wat gedaan moet worden wanneer de paus een plechtige audiëntie verleent aan staatshoofden, regeringsleiders, ministers van staten, overheidsinstanties en andere vooraanstaande persoonlijkheden, alsmede ambassadeurs.
§ 3. Zij houdt zich bezig met hetgeen betrekking heeft op de geestelijke oefeningen van de bisschop van Rome, van het College van Kardinalen en van de Romeinse Curie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 230
§ 1. Het komt de prefectuur toe om de voorbereidingen te treffen voor elke keer dat de bisschop van Rome een bezoek aflegt op Vaticaans grondgebied of in Rome, of op reis gaat in Italië.
§ 2. De prefect vergezelt hem alleen bij ontmoetingen en bezoeken op Vaticaans grondgebied.
§ 1. Het komt de prefectuur toe om de voorbereidingen te treffen voor elke keer dat de bisschop van Rome een bezoek aflegt op Vaticaans grondgebied of in Rome, of op reis gaat in Italië.
§ 2. De prefect vergezelt hem alleen bij ontmoetingen en bezoeken op Vaticaans grondgebied.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Bureau voor de Liturgische Vieringen van de Paus (art. 231-234)
Artikel 231
§ 1. Het komt het Bureau voor de Liturgische Vieringen van de Paus toe alles voor te bereiden wat nodig is voor de liturgische vieringen en andere gewijde vieringen in het Vaticaan waarbij de bisschop van Rome celebreert, deelneemt of aanwezig is, of – namens deze of met diens volmacht – een kardinaal of prelaat, en deze vieringen te leiden volgens de geldende liturgische normen, waarbij het alles organiseert wat nodig of nuttig is voor hun waardig verloop en voor de actieve deelname van de gelovigen.
§ 2. Het bureau draagt ook zorg voor de voorbereiding en het verloop van alle pauselijke liturgische vieringen die plaatsvinden tijdens de herderlijke bezoeken van de bisschop van Rome op zijn apostolische reizen, waarbij het rekening houdt met de bijzonderheden eigen aan pauselijke vieringen.
§ 1. Het komt het Bureau voor de Liturgische Vieringen van de Paus toe alles voor te bereiden wat nodig is voor de liturgische vieringen en andere gewijde vieringen in het Vaticaan waarbij de bisschop van Rome celebreert, deelneemt of aanwezig is, of – namens deze of met diens volmacht – een kardinaal of prelaat, en deze vieringen te leiden volgens de geldende liturgische normen, waarbij het alles organiseert wat nodig of nuttig is voor hun waardig verloop en voor de actieve deelname van de gelovigen.
§ 2. Het bureau draagt ook zorg voor de voorbereiding en het verloop van alle pauselijke liturgische vieringen die plaatsvinden tijdens de herderlijke bezoeken van de bisschop van Rome op zijn apostolische reizen, waarbij het rekening houdt met de bijzonderheden eigen aan pauselijke vieringen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 232
§ 1. Aan het hoofd van het bureau staat de meester van de pauselijke liturgische vieringen, benoemd voor vijf jaar door de bisschop van Rome. Voor de gewijde vieringen wordt hij bijgestaan door de pauselijke ceremoniemeesters, benoemd voor vijf jaar door de bisschop van Rome.
§ 2. In het bureau wordt de meester terzijde gestaan door verschillende beambten en consultoren.
§ 1. Aan het hoofd van het bureau staat de meester van de pauselijke liturgische vieringen, benoemd voor vijf jaar door de bisschop van Rome. Voor de gewijde vieringen wordt hij bijgestaan door de pauselijke ceremoniemeesters, benoemd voor vijf jaar door de bisschop van Rome.
§ 2. In het bureau wordt de meester terzijde gestaan door verschillende beambten en consultoren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 233
§ 1. De meester van de pauselijke liturgische vieringen is ook verantwoordelijk voor de pauselijke sacristie en voor de kapellen van het Apostolisch Paleis.
§ 2. Hij is tevens verantwoordelijk voor de Pauselijke Muziekkapel, met als taak het leiden van alle activiteiten op liturgisch, pastoraal, geestelijk, artistiek en educatief gebied van deze kapel, die is opgenomen in het bureau als geëigend centrum van dienst aan de pauselijke liturgische optredens en tegelijkertijd aan de instandhouding en bevordering van het prestigieuze artistiek-muzikale erfgoed dat de kapel in de loop der eeuwen heeft voortgebracht ten behoeve van de plechtige liturgieën van de pausen.
§ 1. De meester van de pauselijke liturgische vieringen is ook verantwoordelijk voor de pauselijke sacristie en voor de kapellen van het Apostolisch Paleis.
§ 2. Hij is tevens verantwoordelijk voor de Pauselijke Muziekkapel, met als taak het leiden van alle activiteiten op liturgisch, pastoraal, geestelijk, artistiek en educatief gebied van deze kapel, die is opgenomen in het bureau als geëigend centrum van dienst aan de pauselijke liturgische optredens en tegelijkertijd aan de instandhouding en bevordering van het prestigieuze artistiek-muzikale erfgoed dat de kapel in de loop der eeuwen heeft voortgebracht ten behoeve van de plechtige liturgieën van de pausen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 233
De viering van het consistorie en de leiding van de liturgische vieringen van het College van Kardinalen tijdens de sedisvacatie valt binnen de bevoegdheid van het Bureau.
De viering van het consistorie en de leiding van de liturgische vieringen van het College van Kardinalen tijdens de sedisvacatie valt binnen de bevoegdheid van het Bureau.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Camerlengo van de Heilige Roomse Kerk (art. 235-237)
Artikel 235
§ 1. De kardinaal-camerlengo van de Heilige Roomse Kerk vervult de functies die hem zijn toevertrouwd door de bijzondere wet betreffende de vacatie van de Heilige Stoel en de verkiezing van de bisschop van Rome.
§ 2. De kardinaal-camerlengo van de Heilige Roomse Kerk en de vice-camerlengo worden benoemd door de bisschop van Rome.
§ 3. Bij de uitoefening van de hem toegewezen taken wordt de kardinaal-camerlengo van de Heilige Roomse Kerk bijgestaan, onder zijn gezag en verantwoordelijkheid, door drie kardinaal-assistenten, van wie één de kardinaal-coördinator van de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ] is en de andere twee zijn aangewezen conform de normen betreffende de vacatie van de Heilige Stoel en de verkiezing van de bisschop van Rome.
§ 1. De kardinaal-camerlengo van de Heilige Roomse Kerk vervult de functies die hem zijn toevertrouwd door de bijzondere wet betreffende de vacatie van de Heilige Stoel en de verkiezing van de bisschop van Rome.
§ 2. De kardinaal-camerlengo van de Heilige Roomse Kerk en de vice-camerlengo worden benoemd door de bisschop van Rome.
§ 3. Bij de uitoefening van de hem toegewezen taken wordt de kardinaal-camerlengo van de Heilige Roomse Kerk bijgestaan, onder zijn gezag en verantwoordelijkheid, door drie kardinaal-assistenten, van wie één de kardinaal-coördinator van de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ] is en de andere twee zijn aangewezen conform de normen betreffende de vacatie van de Heilige Stoel en de verkiezing van de bisschop van Rome.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 236
De taak om zorg te dragen voor de goederen en rechten van de Heilige Stoel ten tijde van haar vacatie is toevertrouwd aan de kardinaal-camerlengo van de Heilige Roomse Kerk. Ingeval hij verhinderd zou zijn, wordt deze functie opgenomen door de vice-camerlengo.
De taak om zorg te dragen voor de goederen en rechten van de Heilige Stoel ten tijde van haar vacatie is toevertrouwd aan de kardinaal-camerlengo van de Heilige Roomse Kerk. Ingeval hij verhinderd zou zijn, wordt deze functie opgenomen door de vice-camerlengo.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 237
Wanneer de Heilige Stoel vacant is, is de kardinaal-camerlengo van de Heilige Roomse Kerk gerechtigd en verplicht om:
Wanneer de Heilige Stoel vacant is, is de kardinaal-camerlengo van de Heilige Roomse Kerk gerechtigd en verplicht om:
- 1° alle van de Heilige Stoel afhankelijke administraties te verzoeken om een verslag van hun patrimoniale en economische situatie, alsmede informatie over de lopende buitengewone zaken;
- 2° de Raad voor de Economie[6064 |+ 278 ] te verzoeken om de begroting en de geconsolideerde balans van de Heilige Stoel van het voorgaande jaar, alsmede de begroting voor het volgende jaar;
- 3° het Secretariaat voor de Economie[6064 |+ 286 ], voor zover nodig, te verzoeken om welke informatie ook over de economische toestand van de Heilige Stoel.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IX - Advocaten (art. 238-240)
- Register van advocaten bij de Romeinse Curie (art. 238-239)
Artikel 238
Naast het Register van Advocaten bij de Romeinse Rota bestaat er een Register van Advocaten die bevoegd zijn om op verzoek van belanghebbenden de verdediging op zich nemen van zaken die lopen bij de Hoogste Rechtbank van de Apostolische Signatuur[6064 |+ 264 ] en tevens om hun diensten te verlenen in hiërarchische beroepen bij de curiale instellingen.
Naast het Register van Advocaten bij de Romeinse Rota bestaat er een Register van Advocaten die bevoegd zijn om op verzoek van belanghebbenden de verdediging op zich nemen van zaken die lopen bij de Hoogste Rechtbank van de Apostolische Signatuur[6064 |+ 264 ] en tevens om hun diensten te verlenen in hiërarchische beroepen bij de curiale instellingen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 239
§ 1. In dit register kunnen beroepskrachten worden ingeschreven die zich onderscheiden door passende voorbereiding, gestaafd door academische diploma’s, en door voorbeeldig christelijk leven, eerlijkheid van zeden en professionele bekwaamheid.
§ 2. De staatssecretaris voorziet, na raadpleging van een daartoe ingestelde commissie, in de inschrijving in het register van die beroepskrachten die in het bezit zijn van de in § 1 genoemde vereisten en een passend verzoek daartoe hebben gedaan. Wanneer niet meer aan deze vereisten wordt voldaan, worden zij uit het register geschrapt.
§ 1. In dit register kunnen beroepskrachten worden ingeschreven die zich onderscheiden door passende voorbereiding, gestaafd door academische diploma’s, en door voorbeeldig christelijk leven, eerlijkheid van zeden en professionele bekwaamheid.
§ 2. De staatssecretaris voorziet, na raadpleging van een daartoe ingestelde commissie, in de inschrijving in het register van die beroepskrachten die in het bezit zijn van de in § 1 genoemde vereisten en een passend verzoek daartoe hebben gedaan. Wanneer niet meer aan deze vereisten wordt voldaan, worden zij uit het register geschrapt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Corps van Advocaten van de Heilige Stoel (art. 240)
Artikel 240
§ 1. Het corps van advocaten van de Heilige Stoel bestaat bij voorkeur uit degenen die zijn ingeschreven in het register van advocaten bij de Romeinse Curie. Zij kunnen de verdediging van zaken op zich nemen, in naam van de Heilige Stoel of van de curiale instellingen, zowel voor kerkelijke als burgerlijke rechtbanken.
§ 2. De advocaten van de Heilige Stoel worden benoemd voor een verlengbare termijn van vijf jaar door de staatsecretaris, na de in artikel 239 § 2[6064 |+ 324 ] genoemde commissie te hebben gehoord; zij vervallen van hun ambt bij het bereiken van hun vijfenzeventigste levensjaar en kunnen om ernstige redenen worden ontslagen.
§ 3. De advocaten van de Heilige Stoel zijn verplicht een integer en voorbeeldig christelijk leven te leiden en de hun toevertrouwde taken op de meest gewetensvolle wijze uit te voeren en voor het goed van de Kerk.
§ 1. Het corps van advocaten van de Heilige Stoel bestaat bij voorkeur uit degenen die zijn ingeschreven in het register van advocaten bij de Romeinse Curie. Zij kunnen de verdediging van zaken op zich nemen, in naam van de Heilige Stoel of van de curiale instellingen, zowel voor kerkelijke als burgerlijke rechtbanken.
§ 2. De advocaten van de Heilige Stoel worden benoemd voor een verlengbare termijn van vijf jaar door de staatsecretaris, na de in artikel 239 § 2[6064 |+ 324 ] genoemde commissie te hebben gehoord; zij vervallen van hun ambt bij het bereiken van hun vijfenzeventigste levensjaar en kunnen om ernstige redenen worden ontslagen.
§ 3. De advocaten van de Heilige Stoel zijn verplicht een integer en voorbeeldig christelijk leven te leiden en de hun toevertrouwde taken op de meest gewetensvolle wijze uit te voeren en voor het goed van de Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- X - Instellingen verbonden met de Heilige Stoel (art. 241-249)
Artikel 241
Er zijn bepaalde instituten, zowel van oude oorsprong als recent opgericht, die hoewel ze geen deel uitmaken van de Romeinse Curie en hun eigen rechtspersoonlijkheid hebben, toch diverse diensten verrichten die noodzakelijk of nuttig zijn voor de bisschop van Rome, de Romeinse Curie en de universele Kerk, en die op een of andere manier met deze Curie zijn verbonden.
Er zijn bepaalde instituten, zowel van oude oorsprong als recent opgericht, die hoewel ze geen deel uitmaken van de Romeinse Curie en hun eigen rechtspersoonlijkheid hebben, toch diverse diensten verrichten die noodzakelijk of nuttig zijn voor de bisschop van Rome, de Romeinse Curie en de universele Kerk, en die op een of andere manier met deze Curie zijn verbonden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 242
Het Apostolisch Vaticaans Archief[d:196] is het instituut dat de eigen specifieke taak uitoefent van de bewaring en valorisatie van de akten en documenten betreffende het bestuur van de universele Kerk, zodat deze stukken eerst en vooral ter beschikking staan van de Heilige Stoel en de Romeinse Curie bij de vervulling van hun taken, en ten tweede, als pauselijke gunst, beschikbaar zijn voor alle wetenschappers, ongeacht hun herkomst of godsdienst, als bronnen voor de kennis - ook profaan - van de wederwaardigheden die in de loop der tijd nauw verweven zijn geweest met het leven van de Kerk.
Het Apostolisch Vaticaans Archief[d:196] is het instituut dat de eigen specifieke taak uitoefent van de bewaring en valorisatie van de akten en documenten betreffende het bestuur van de universele Kerk, zodat deze stukken eerst en vooral ter beschikking staan van de Heilige Stoel en de Romeinse Curie bij de vervulling van hun taken, en ten tweede, als pauselijke gunst, beschikbaar zijn voor alle wetenschappers, ongeacht hun herkomst of godsdienst, als bronnen voor de kennis - ook profaan - van de wederwaardigheden die in de loop der tijd nauw verweven zijn geweest met het leven van de Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 243
De Vaticaanse Bibliotheek[d:176], een instituut van oude oorsprong, is een voornaam instrument van de Kerk voor de ontwikkeling en de verspreiding van cultuur, ter ondersteuning van de werkzaamheden van de Heilige Stoel. Zij heeft de taak om via haar verschillende afdelingen een patrimonium te verzamelen en te bewaren dat allerrijkst is aan wetenschap en kunst, en het ter beschikking te stellen aan de geleerden die de waarheid zoeken.
De Vaticaanse Bibliotheek[d:176], een instituut van oude oorsprong, is een voornaam instrument van de Kerk voor de ontwikkeling en de verspreiding van cultuur, ter ondersteuning van de werkzaamheden van de Heilige Stoel. Zij heeft de taak om via haar verschillende afdelingen een patrimonium te verzamelen en te bewaren dat allerrijkst is aan wetenschap en kunst, en het ter beschikking te stellen aan de geleerden die de waarheid zoeken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 244
De Kerkfabriek van Sint Pieter[d:110] houdt zich bezig met alles betreffende de pauselijke basiliek van Sint Pieter, welke de herinnering bewaart aan het martelaarschap van de apostel alsook diens graf. Zij draagt zowel zorg voor het behoud en het decorum van het gebouw, als voor de interne orde van de kerkwachten, de pelgrims en de bezoekers, volgens haar eigen normen. Wanneer nodig handelen de voorzitter en de secretaris van de kerkfabriek in eendracht met het kapittel van deze basiliek.
De Kerkfabriek van Sint Pieter[d:110] houdt zich bezig met alles betreffende de pauselijke basiliek van Sint Pieter, welke de herinnering bewaart aan het martelaarschap van de apostel alsook diens graf. Zij draagt zowel zorg voor het behoud en het decorum van het gebouw, als voor de interne orde van de kerkwachten, de pelgrims en de bezoekers, volgens haar eigen normen. Wanneer nodig handelen de voorzitter en de secretaris van de kerkfabriek in eendracht met het kapittel van deze basiliek.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 245
De Pauselijke Commissie voor de Gewijde Archeologie heeft tot taak het bestuderen, bewaren, beschermen en valoriseren van de christelijke catacomben van Italië, waarin de gelovige en kunstzinnige getuigenissen van de eerste christelijke gemeenschappen op diepe wijze blijven spreken tot pelgrims en bezoekers.
De Pauselijke Commissie voor de Gewijde Archeologie heeft tot taak het bestuderen, bewaren, beschermen en valoriseren van de christelijke catacomben van Italië, waarin de gelovige en kunstzinnige getuigenissen van de eerste christelijke gemeenschappen op diepe wijze blijven spreken tot pelgrims en bezoekers.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 246
Voor het onderzoek naar en de verspreiding van de waarheid in de verschillende sectoren van de gewijde en profane wetenschap, zijn er binnen de katholieke Kerk verschillende academies ontstaan, waaronder de Pauselijke Academie van Wetenschappen[d:167], de Pauselijke Academie van Sociale Wetenschappen[d:174] en de Pauselijke Academie voor het Leven[d:160].
Voor het onderzoek naar en de verspreiding van de waarheid in de verschillende sectoren van de gewijde en profane wetenschap, zijn er binnen de katholieke Kerk verschillende academies ontstaan, waaronder de Pauselijke Academie van Wetenschappen[d:167], de Pauselijke Academie van Sociale Wetenschappen[d:174] en de Pauselijke Academie voor het Leven[d:160].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 247
Teneinde binnen de academische instituten die rechtstreeks afhangen van de Heilige Stoel een cultuur van kwaliteit te bevorderen en te ontwikkelen en hen te verzekeren van internationaal geldende kwaliteitscriteria is het Agentschap van de Heilige Stoel voor Kwaliteitsbeoordeling en -bevordering van Kerkelijke Universiteiten en Faculteiten opgericht.
Teneinde binnen de academische instituten die rechtstreeks afhangen van de Heilige Stoel een cultuur van kwaliteit te bevorderen en te ontwikkelen en hen te verzekeren van internationaal geldende kwaliteitscriteria is het Agentschap van de Heilige Stoel voor Kwaliteitsbeoordeling en -bevordering van Kerkelijke Universiteiten en Faculteiten opgericht.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 248
De Autoriteit voor Financieel Toezicht en Informatie is de instelling die de volgende functies uitoefent, op de door de wet en door haar eigen statuten voorgeschreven wijze:
De Autoriteit voor Financieel Toezicht en Informatie is de instelling die de volgende functies uitoefent, op de door de wet en door haar eigen statuten voorgeschreven wijze:
- toezicht ter voorkoming en bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme bij de entiteiten en subjecten die onder haar toezicht vallen;
- bedrijfseconomisch toezicht op de entiteiten die beroepsmatig werkzaamheden van financiële aard verrichten;
- bedrijfseconomische regulering van entiteiten die beroepsmatig werkzaamheden van financiële aard verrichten en, in gevallen voorgeschreven door de wet, op het gebied van voorkoming en bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. In die hoedanigheid vervult het ook de functie van financiële informatie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArtikel 249
Alle bovengenoemde met de Heilige Stoel verbonden instellingen worden bestuurd volgens hun eigen wetten wat betreft hun inrichting en administratie.
Alle bovengenoemde met de Heilige Stoel verbonden instellingen worden bestuurd volgens hun eigen wetten wat betreft hun inrichting en administratie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- XI - Overgangsbepaling (art. 250)
Artikel 250
§ 1. Wat op algemene wijze is bepaald in de normen van de onderhavige apostolische constitutie is van toepassing op het Staatssecretariaat, de dicasteries, de organen en de instellingen die deel uitmaken van de Romeinse Curie of anderszins verbonden zijn met de Heilige Stoel. Degene die tevens eigen statuten en wetten hebben, dienen deze slechts na te leven voor zover deze niet in strijd zijn met de onderhavige apostolische constitutie, en zo spoedig mogelijk de aanpassing ervan ter goedkeuring voor te leggen aan de bisschop van Rome.
§ 2. De uitvoerende normen die momenteel van kracht zijn voor de in § 1 genoemde subjecten, zowel als het “Algemeen Reglement van de Romeinse Curie”, de Ordo servandus en de interne modus procedendi van de curiale instellingen en bureaus moeten worden nageleefd in alles wat niet strijdig blijkt met de normen van de onderhavige apostolische constitutie, tot de goedkeuring van de nieuwe Ordo servandus en de statuten.
§ 3. Met het van kracht worden van de onderhavige apostolische constitutie wordt de constitutie Pastor Bonus[577] in haar geheel afgeschaft en worden daarmee ook die organen van de Romeinse Curie opgeheven die daarin worden genoemd en niet meer zijn voorzien, al dan niet gereorganiseerd, in de onderhavige constitutie.
Ik bepaal dat de onderhavige apostolische constitutie, nu en in de toekomst, gevestigd, geldig en werkzaam zal zijn en volledig van kracht met ingang van 5 juni 2022, hoogfeest van Pinksteren, en dat wordt gezorgd voor de volledige naleving ervan, in alle bijzonderheden, door degenen tot wie zij is gericht, voor het heden en voor de toekomst, ongeacht welke omstandigheid van het tegendeel, ook al zou deze de meest bijzondere vermelding waardig zijn.
§ 1. Wat op algemene wijze is bepaald in de normen van de onderhavige apostolische constitutie is van toepassing op het Staatssecretariaat, de dicasteries, de organen en de instellingen die deel uitmaken van de Romeinse Curie of anderszins verbonden zijn met de Heilige Stoel. Degene die tevens eigen statuten en wetten hebben, dienen deze slechts na te leven voor zover deze niet in strijd zijn met de onderhavige apostolische constitutie, en zo spoedig mogelijk de aanpassing ervan ter goedkeuring voor te leggen aan de bisschop van Rome.
§ 2. De uitvoerende normen die momenteel van kracht zijn voor de in § 1 genoemde subjecten, zowel als het “Algemeen Reglement van de Romeinse Curie”, de Ordo servandus en de interne modus procedendi van de curiale instellingen en bureaus moeten worden nageleefd in alles wat niet strijdig blijkt met de normen van de onderhavige apostolische constitutie, tot de goedkeuring van de nieuwe Ordo servandus en de statuten.
§ 3. Met het van kracht worden van de onderhavige apostolische constitutie wordt de constitutie Pastor Bonus[577] in haar geheel afgeschaft en worden daarmee ook die organen van de Romeinse Curie opgeheven die daarin worden genoemd en niet meer zijn voorzien, al dan niet gereorganiseerd, in de onderhavige constitutie.
Ik bepaal dat de onderhavige apostolische constitutie, nu en in de toekomst, gevestigd, geldig en werkzaam zal zijn en volledig van kracht met ingang van 5 juni 2022, hoogfeest van Pinksteren, en dat wordt gezorgd voor de volledige naleving ervan, in alle bijzonderheden, door degenen tot wie zij is gericht, voor het heden en voor de toekomst, ongeacht welke omstandigheid van het tegendeel, ook al zou deze de meest bijzondere vermelding waardig zijn.
Gegeven te Rome, bij Sint Pieter,
op het hoogfeest van de heilige Jozef, bruidegom van de heilige Maagd Maria, 19 maart 2022,
tiende verjaardag van mijn pontificaat.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 12
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/6064-praedicate-evangelium-nl