Munificentissimus Deus

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Munificentissimus Deus
Dogma verklaring Maria Tenhemelopneming
Paus Pius XII
1 november 1950
Pauselijke geschriften - Apostolische Constituties
1951, Katholiek Archief
1951
Katholiek Archief
1 december 2023
42
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 16

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
- Artikel 2 De redenen voor een nieuw dogma
40
Daarom heeft de hoogverheven Moeder Gods, met Jesus Christus vanaf alle eeuwigheid "in een en hetzelfde besluit" 1[[254|2]] der voorbestemming op egheimzinnige wijze verbonden, onbevlekt in haar ontvangenis, ongerepte maagd in haar goddelijke moederschap, edelmoedige gezellin van die Goddelijke Verlosser, die de volle triomf behaalde over de zonde en haar gevolgen: daarom heeft Zij uiteindelijk als de hoogste bekroning harer voorrechten dit privilege verworven, dat Zij vrij zou blijven van het bederf des grafs, en dat Zij, evenals reeds vroeger haar Zoon, na de overwinning op de dood, met ziel en lichaam in de Hemelglorie zou opgevoerd worden, om daar als Koningin te schitteren aan de rechterhand van haar Zoon, de onsterfelijke Koning der eeuwen. (1 Tim. 1, 17)[b:1 Tim. 1, 17]

Referenties naar alinea 40: 1

Op het Hoogfeest van Maria's Tenhemelopneming ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Omdat dus de unviversele Kerk, waarin de Geest der Waarheid leeft, die haar onfeilbaar geleidt om tot de verdieping der geopenbaarde waarheden te komen, op veelvuldige wijze in de loop der eeuwen haar geloof heeft kond gedaan en omdat de Bisschoppen van heel der aarde met bijna volkomen eenstemmigheid verzoeken, dat als dogma van het goddelijk en katholieke geloof de waarheid van der lichamelijke, Tenhemelopneming van de Allerzaligste Maagd Maria gedefiniëerd worde - een waarheid steunend op de H. Schrift, diep in de harten der christengelovigen ingeworteld, van de oudste tijden af door de kerkelijke eredienst bevestigd, met de, overige geopenbaarde waarheden volkomen overeenstemmend, door de studie, wetenschap en wijsheid der godgeleerden schitterend uiteengezet en verklaard - menen Wij, dat het ogenblik door de goddelijke Voorzienigheid bepaald nu gekomen is om dit glansrijk voorrecht der Maagd Maria plechtig uit te roepen.

Referenties naar alinea 41: 2

"Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
Inter Complures ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Wij, die Ons Pontificaat onder de bijzondere bescherming der Allerheiligste Maagd, tot Wie Wij in zoveel allerdroefste omstandigheden onze toevlucht namen, gesteld hebben; Wj, die aan haar Onbevlekt Hart heel het menselijk geslacht met openlijke plechtigheden hebben toegewijd en haar zo machtige bescherming telkens en telkens weer hebben ondervonden; Wij koesteren het volste vertrouwen, dat deze plechtige uitspraak en definitie der Assumptie niet weinig tot heil der menselijke samenleving zal bijdragen, wijl zij strekt tot eer der Allerheiligste Drievuldigheid, met welke de Maagd en Moeder Gods door bijzondere banden is verbonden. Het is immers te hopen, dat alle christengelovigen tot een inniger liefde tot hun hemelse Moeder zullen worden opgewekt; en dat de harten van hen allen, die fier gaan op hun naam van christen, de drang zullen voelen, om deel te nemen aan de eenheid van het Mystieke lichaam van Jesus Christus, en om hun liefde te vermeerderen jegens Haar, die alle leden van dat eerbiedwaardige Lichaam met een moederhart bemint. Zo is het ook te hopen, dat de overweging van Maria's roemrijk voorbeeld steeds meer de overtuiging moge vestigen, wat een mensenleven waard is, als het geheel en al, gewijd is aan de uitvoering van de wil des Hemelsen 'Vaders en aan het geluk aller medemensen: opdat, terwijl de leer van het materialisme en het daaruit voortspruitende zedenbederf de lichtbakens der deugd, in hun vloedgolf dreigen te verzwelgen en door nieuwe strijd mensenlevens te vernietigen, zó op zonneklare wijze voor aller ogen in het volle licht woi,de gesteld, tot welk een verheven doet onze ziel en ons lichaam bestemd zijn; en tenslotte opdat het geloof in Maria's lichaamlijke, Tenhemelopneming óók het geloof in onze eigen verrijzenis meer moge bevestigen en vruchtbaarder maken voor ons leven.

Referenties naar alinea 42: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Dat echter deze plechtige gebeurtenis door Gods Voorzienigheid samenvalt met het Heilig Jaar, dat ten einde spoedt, stemt Ons tot grote vreugde. Zó Immers is het Ons gegeven, bij het vieren van het Grote Jubilé, het hoofd der Moeder Gods met deze fonkelende edelsteen te sieren en een gedenkteken achter te laten duurzamer dan brons, van onze gloeiende kinderliefde jegens de Moeder Gods.

Referenties naar alinea 43: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media