De universele Kerk
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Universae Ecclesiae
De universele Kerk
Over de uitvoering van het Motu Proprio "Summorum Pontificum"
William Kardinaal Levada
Pauselijke Commissie Ecclesia Dei
30 april 2011
Curie - Instructies
2011, Libreria Editrice Vaticana - SRKK
Vert. vanuit het Italiaans
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
30 april 2011
drs. H.M.G. Kretzers
4 november 2024
4095
nl
Referenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- I - Inleiding
1
De Apostolische Brief Summorum Pontificum[1901] van Paus Benedictus XVI, bij Motu proprio uitgevaardigd op 7 juli 2007 en van kracht geworden op 14 september 2007, heeft de rijkdom van de Romeinse liturgie voor de universele Kerk toegankelijker gemaakt.
Referenties naar alinea 1: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Met dit Motu proprio[1901] heeft Paus Benedictus XVI een universele wet voorde Kerk gepromulgeerd met het doelnieuwe normen vast te stellen voor het gebruik van de Romeinse liturgie, zoals die van kracht was in 1962.
Referenties naar alinea 2: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Na te hebben herinnerd aan de inzet van de Pausen om te zorgen voor de heilige liturgie en de erkenning van de liturgische boeken bevestigt de Heilige Vader opnieuw het traditionele uitgangspunt dat sinds onheuglijke tijden wordt erkend en noodzakelijk is om voor de toekomst te worden gehandhaafd, volgens hetwelk “elke particuliere Kerk in overeenstemming moet zijn met de universele Kerk, niet alleen wat betreft de geloofsleer en de sacramentele tekenen, maar ook wat betreft de algemeen door de apostolische en ononderbroken overlevering aanvaarde gebruiken, die bewaard dienen te blijven niet alleen om dwalingen te vermijden, maar ook om het geloof ongeschonden over te leveren, want de regel van het gebed (lex orandi) van de Kerk beantwoordt aan de regel van het geloof (lex credendi)” Summorum Pontificum, 0[[1901|0]] vgl: Institutio Generalis Missalis Romani, 397[[[1798|397]]]
Referenties naar alinea 3: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De Paus brengt bovendien de Pausen van Rome in herinnering die zich in het bijzonder voor deze taak hebben ingezet, met name de heilige Gregorius de Grote en de heilige Pius V. De Paus onderstreept eveneens dat onder de heilige liturgische boeken het Missale Romanum[4106], dat in de loop der tijden tot aan de zalige Johannes XXIII verschillende bijgewerkte edities heeft gekend, in de geschiedenis een bijzondere plaats heeft ingenomen. Vervolgens keurde Paus Paulus VI ten gevolge van de liturgische hervorming na het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] in 1970 voor de Kerk van de Latijnse ritus een nieuw Missaal[1209] goed, dat vervolgens werd vertaald in verschillende talen. Paus Johannes Paulus II vaardigde[1798] in het jaar 2000 de derde editie ervan[4105] uit.
Referenties naar alinea 4: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Meerdere gelovigen, gevormd in de geest van de liturgische vormen van vóór het Tweede Vaticaans Concilie[d:4], hebben de vurige wens te kennen gegeven om de oude traditie te bewaren. Op grond hiervan stond Paus Johannes Paulus II met het bijzondere Indult Quattuor abhinc annos[1147], uitgevaardigd in 1984 door de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst[d:108], onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid toe het gebruik te hernemen van het Romeinse Missaal[4106] dat was uitgevaardigd door de zalige Paus Johannes XXIII. Bovendien spoorde Paus Johannes Paulus II met het Motu proprio Ecclesia Dei Adflicta[280] van 1988 de bisschoppen aan ruimhartig te zijn bij het toekennen van deze mogelijkheid ten gunste van alle gelovigen die daarom vroegen. Paus Benedictus XVI volgt dezelfde lijn met het Motu proprio Summorum Pontificum[1901], waarin op enkele essentiële criteria wordt gewezen voor de Usus Antiquior van de Romeinse Ritus, die hier dienen te worden vermeld.
Referenties naar alinea 5: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De teksten van het Romeins Missaal[1209] van Paus Paulus VI en het Missaal[4106] dat teruggaat op de laatste editie van Paus Johannes XXIII, zijn twee vormen van de Romeinse liturgie die resp. als ordinaria en extraordinaria worden omschreven: het betreft twee vormen van gebruik van de ene Romeinse Ritus die naast elkaar staan. De ene en de andere vorm zijn een uitdrukking van dezelfde lex orandi van de Kerk. Vanwege haar eerbiedwaardige en oude vorm moet de forma extraordinaria bewaard worden met de verschuldigde eer.
Referenties naar alinea 6: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Het Motu proprio Summorum Pontificum[1901] gaat vergezeld van een brief van de Heilige Vader aan de bisschoppen[1903] met dezelfde datum als het Motu proprio (7 juli 2007). Hiermee worden verdere toelichtingen gegeven over de gepastheid en de noodzaak van het Motu Proprio[1901] zelf; het ging er namelijk om te voorzien in een lacune door een nieuwe normering te geven voor het gebruik van de Romeinse liturgie zoals die van kracht was in 1962. Een dergelijke normering was in het bijzonder geboden door het feit dat het op het ogenblik van de invoering van het nieuwe Missaal[1209] niet noodzakelijk leek bepalingen uit te vaardigen over het gebruik van de liturgie zoals die in 1962 van kracht was. Vanwege het toenemend aantal personen die vroegen om de forma extraordinaria te mogen gebruiken, is het noodzakelijk dienaangaande enkele normen te geven.
Paus Benedictus XVI stelt onder andere: “Er is geen tegenstelling tussen de ene en de andere uitgave van het Missale Romanum. In de geschiedenis van de liturgie is er groei en vooruitgang, maar geen breuk. Wat voor de vorige generaties heilig was, blijft ook voor ons heilig en groots; het kan niet plotseling geheel verboden worden of zelfs schadelijk zijn.” Con Grande Fiducia, 7[[1903|7]]
Paus Benedictus XVI stelt onder andere: “Er is geen tegenstelling tussen de ene en de andere uitgave van het Missale Romanum. In de geschiedenis van de liturgie is er groei en vooruitgang, maar geen breuk. Wat voor de vorige generaties heilig was, blijft ook voor ons heilig en groots; het kan niet plotseling geheel verboden worden of zelfs schadelijk zijn.” Con Grande Fiducia, 7[[1903|7]]
Referenties naar alinea 7: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De Apostolische Brief Summorum Pontificum[1901] vormt een belangrijke uitdrukking van het leergezag van de Paus van Rome en van het munus dat hem eigen is om de heilige liturgie van de Kerk te regelen en te ordenen vgl: §§ 1 en 2[[[30|838]]] en maakt zijn zorg duidelijk als Plaatsbekleder van Christus en herder van de universele Kerk vgl: Codex Iuris Canonici, 331[[[30|331]]] en deze brief stelt zich ten doel:
- alle gelovigen de Romeinse liturgie aan te bieden volgens de Usus Antiquior, een liturgie die wordt beschouwd als een schat die moet worden bewaard;
- voor allen die er om vragen, het gebruik van de forma extraordinaria te garanderen en werkelijk te verzekeren, ervan uitgaande dat de mogelijkheid van het gebruik van de Romeinse liturgie die van kracht was in 1962 wordt gegeven voor het welzijn van de gelovigen en daarom ten gunste van de gelovigen voor wie deze voornamelijk is bedoeld, moet worden geïnterpreteerd;
- de verzoening binnen de Kerk te begunstigen.
Referenties naar alinea 8: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - Taken van de Pauselijke Commissie Ecclesia Dei
9
Misformulier voor Maria van Fatima voor de Buitengewone Vorm ->=geentekst=
De Paus heeft de Pauselijke Commissie 'Ecclesia Dei'[d:127] de gewone, plaatsvervangende macht verleend voor zaken die haarbevoegdheid betreffen, in het bijzonder het toezicht op de naleving en de toepassing van de bepalingen in het Motu proprio Summorum Pontificum[1901] vgl: Summorum Pontificum, 12[[[1901|12]]].
Referenties naar alinea 9: 2
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Misformulier voor Maria van Fatima voor de Buitengewone Vorm ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
§ 1. De Pauselijke Commissie[d:127] oefent deze macht, behalve middels de bevoegdheden die haar eerder door Paus Johannes Paulus II zijn verleend en door Paus Benedictus XVI zijn bevestigd vgl: Summorum Pontificum, 11-12[[[1901|11-12]]], ook uit middels haar bevoegdheid om als hiërarchische overste te beslissen in beroepszaken die op wettige wijze bij haar zijn ingediend tegen eventuele administratieve maatregelen van een ordinaris welke niet in overeenstemming zouden zijn met de Apostolische Brief[1901].
§ 2. De decreten waarmee de Pauselijke Commissie[d:127] in een beroep beslist, kunnen worden aangevochten ad normam iuris bij het Hoog Gerechtshof van de Apostolische Signatuur[d:78].
§ 2. De decreten waarmee de Pauselijke Commissie[d:127] in een beroep beslist, kunnen worden aangevochten ad normam iuris bij het Hoog Gerechtshof van de Apostolische Signatuur[d:78].
Referenties naar alinea 10: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De Pauselijke Commissie 'Ecclesia Dei'[d:127] komt na voorafgaande goedkeuring door de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten[d:108] de taak toe om te zorgen voor de eventuele uitgave van de liturgische teksten betreffende de forma extraordinaria van de Romeinse Ritus.
Referenties naar alinea 11: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - Specifieke normen
12
Krachtens het gezag dat haar is verleend en de bevoegdheden die zij geniet, vaardigt deze Pauselijke Commissie[d:127] na het verrichten van onderzoek bij de bisschoppen van heel de wereld, naar de norm van can. 34[30|+40+2063+2064] van het Wetboek van Canoniek Recht[30] deze Instructie uit om een correcte interpretatie en een juiste toepassing te garanderen van het Motu proprio Summorum Pontificum[1901].
Referenties naar alinea 12: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De bevoegdheden van de diocesane Bisschop
13
De diocesane bisschoppen moeten overeenkomstig het Wetboek van Canoniek Recht[30] toezicht houden op het vlak van de liturgie om het algemeen welzijn te garanderen en opdat alles in hun bisdom op waardige wijze in vrede en rust verloopt vgl: 223 § 2[[[30|+2187]]] vgl: 838 § 1 en § 4[[[30|+958+2665]]], steeds in overeenstemming met de gedachten van de Paus van Rome, zoals die tot uitdrukking komt in het Motu proprio Summorum Pontificum[1901]. vgl: Con Grande Fiducia[[[1903]]] Ingeval van geschil of twijfel omtrent de viering volgens de forma extraordinaria zal de Pauselijke Commissie 'Ecclesia Dei'[d:127] oordelen.
Referenties naar alinea 13: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Het is de taak van de diocesane bisschop de nodige maatregelen te nemen om het respect voor de forma extraordinaria van de Romeinse Ritus te garanderen naar de norm van het Motu proprio Summorum Pontificum[1901].
Referenties naar alinea 14: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De coetus fidelium (vgl. Motu Proprio Summorum Pontificum, art. 5 § 1)
15
Een coetus fidelium Noot red.: ‘groep...Noot red.: ‘groep gelovigen’ zal zich stabiliter existens Noot red.: ‘op stabiele...Noot red.: ‘op stabiele wijze bestaand’ in de zin van art. 5 § 1[1901|5] van het Motu proprio Summorum Pontificum[1901] kunnen noemen, wanneer deze bestaat uit enkele personen van een bepaalde parochie, die zich, ook na de publicatie van het Motu proprio[1901], hebben verenigd op grond van hun verering voor de liturgie volgens de Usus Antiquior en verzoeken dat deze in de parochiekerk of een oratorium of kapel wordt gevierd; deze coetus kan ook worden gevormd door personen die uit verschillende parochies of bisdommen afkomstig zijn en die met dit doel in een bepaalde parochiekerk of een oratorium of een kapel bijeenkomen.
Referenties naar alinea 15: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
In het geval van een priester die incidenteel in een parochiekerk of oratorium of kapel met enkele personen komt en wenst te celebreren volgens de forma extraordinaria, zoals voorzien door artikelen 2[1901|2] en 4[1901|4] van het Motu proprio Summorum Pontificum[1901], dient de pastoor of de rector van de kerk of de priester die voor een kerk verantwoordelijk is, een dergelijke viering toe te staan, zij het met inachtneming van de indeling van de tijden van de liturgievieringen van de kerk zelf.
Referenties naar alinea 16: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
§ 1. Om in individuele gevallen te beslissen zal de pastoor of de rector van de kerk of de priester die voor een kerk verantwoordelijk is, handelen naar eigen wijsheid en zich daarbij laten leiden door pastorale ijver en door een geest van edelmoedige gastvrijheid.
§ 2. In het geval van minder grote groepen zal men zich tot de ordinaris van de plaats wenden om een kerk te vinden waarin deze gelovigen kunnen bijeenkomen om daar deze vieringen bij te wonen, om zo een gemakkelijker deelname en een waardiger viering van de Heilige Mis te garanderen.
§ 2. In het geval van minder grote groepen zal men zich tot de ordinaris van de plaats wenden om een kerk te vinden waarin deze gelovigen kunnen bijeenkomen om daar deze vieringen bij te wonen, om zo een gemakkelijker deelname en een waardiger viering van de Heilige Mis te garanderen.
Referenties naar alinea 17: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Ook in de heiligdommen en pelgrimsoorden dient men groepen pelgrims die daarom vragen vgl: 3[[[1901|5]]] de mogelijkheid te bieden om volgens de forma extraordinaria de Mis te vieren, als er een geschikte priester is.
Referenties naar alinea 18: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De gelovigen die vragen om de viering volgens de forma extraordinaria mogen op geen enkele wijze groepen ondersteunen – of hiertoe behoren – die de geldigheid of legitimiteit van de Heilige Mis of van de Sacramenten die volgens de forma ordinaria worden gevierd, bestrijden of de Paus van Rome als hoogste herder van de universele Kerk afwijzen.
Referenties naar alinea 19: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Sacerdos idoneus ("Gekwalificeerde priester") (vgl. Summorum Pontificum, art. 5 § 4)
20
Met betrekking tot de kwestie wat de noodzakelijke vereisten zijn dat een priester idoneus (‘geschikt’) wordt geacht om te celebreren volgens de forma extraordinaria, wordt het volgende bepaald:
- Iedere priester die naar de regels van het canonieke recht[30] niet het recht is ontzegd de Heilige Mis te vieren vgl: 900 § 2[[[30|+2698]]], kan als geschikt worden beschouwd voor de viering van de Heilige Mis volgens de forma extraordinaria;
- Wat het gebruik van de Latijnse taal betreft, is een basiskennis zijnerzijds noodzakelijk die hem in staat stelt de woorden uit te spreken op een correcte wijze en de betekenis ervan te begrijpen;
- Wat de kennis over het verloop van de Ritus betreft, wordt verondersteld dat priesters die zich spontaan aanbieden om te celebreren volgens de forma extraordinaria, en dit eerder hebben gedaan, geschikt zijn.
Referenties naar alinea 20: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De ordinarissen wordt gevraagd de geestelijkheid de mogelijkheid te bieden om een goede voorbereiding te krijgen op de vieringen volgens de forma extraordinaria. Dit geldt ook voor de seminaries, waar men zal moeten voorzien in de passende vorming van de toekomstige priesters door de studie van het Latijn vgl: Codex Iuris Canonici, 249[[[30|249]]] vgl: Sacrosanctum Concilium, 36[[[570|36]]] vgl: Optatam Totius Ecclesiae, 13[[[675|13]]] en, als de omstandigheden dit aanbevelen, de mogelijkheid zal moeten bieden om de forma extraordinaria van de Romeinse Ritus te leren.
Referenties naar alinea 21: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
In de bisdommen waar geen geschikte priesters zijn, kunnen de diocesane bisschoppen om de samenwerking vragen van de priesters van de Instituten die door de Pauselijke Commissie 'Ecclesia Dei'[d:127] zijn opgericht, hetzij voor het celebreren, hetzij voor een eventueel leren daarvan.
Referenties naar alinea 22: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De bevoegdheid de Mis te vieren sine populo resp. met de deelname van slechts de bedienaar, volgens de forma extraordinaria van de Romeinse Ritus, wordt door het Motu proprio[1901] aan iedere, hetzij seculiere, hetzij reguliere, priester gegeven vgl: Summorum Pontificum, 2[[[1901|2]]]. Daarom hebben de priesters bij deze vieringen naar de normen van het Motu proprio[1901] geen enkele toestemming nodig van de ordinaris of overste.
Referenties naar alinea 23: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Liturgische en kerkelijke discipline
24
De liturgische boeken van de forma extraordinaria dienen te worden gebruikt zoals zij zijn. Al diegenen die wensen te celebreren volgens de forma extraordinaria van de Romeinse Ritus moeten de daarvoor bestaande rubrieken kennen en zijn gehouden deze correct te volgen bij het celebreren.
Referenties naar alinea 24: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Cum Sanctissima ->=geentekst=
In het Missaal[4106] van 1962 zullen nieuwe heiligen en enkele van de nieuwe prefaties kunnen en moeten worden ingelast vgl: Con Grande Fiducia, 5[[[1903|5]]] volgens de normering die in het vervolg zal worden aangegeven.
Referenties naar alinea 25: 2
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Cum Sanctissima ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Zoals het Motu proprio Summorum Pontificum[1901] voorziet in artikel 6[1901|6], wordt hierbij nader bepaald dat de lezingen van de Heilige Mis van het Missaal[4106] van 1962 ofwel uitsluitend in het Latijn worden gedaan, ofwel in het Latijn gevolgd door de vertaling in de volkstaal, of ook wel – in gelezen missen – alleen in de volkstaal.
Referenties naar alinea 26: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Betreffende de disciplinaire normen in verband met de viering, is de kerkelijke discipline die vervat is in het Wetboek van Canoniek Recht[30] van 1983 van toepassing.
Referenties naar alinea 27: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
35
35
Bovendien wijkt het Motu proprioSummorum Pontificum[1901] krachtens zijn karakter van bijzondere wet af van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de heilige Riten die zijn uitgevaardigd vanaf 1962 en die onverenigbaar zijn met de rubrieken van de in 1962 van kracht zijnde liturgische boeken.
Referenties naar alinea 28: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het Vormsel en de Wijdingen
29
De toestemming om de oude formule te gebruiken voor de Ritus van het Vormsel is bevestigd door het Motu Proprio Summorum Pontificum[1901] vgl: § 2[[[1901|9]]]. Daarom is het niet noodzakelijk voor de forma extraordinaria de vernieuwde formule te gebruiken van de Ordo Confirmationis[3471], uitgevaardigd in door Paus Paulus VI.
Referenties naar alinea 29: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Met betrekking tot de tonsuur, de lagere wijdingen en het subdiaconaat voert het Motu Proprio Summorum Pontificum[1901] geen enkele verandering in betreffende de discipline van het Wetboek van Canoniek Recht van 1983[30]; dientengevolge wordt in de Instituten van Gewijd Leven en in de Gemeenschappen van Apostolisch Leven die ressorteren onder de Pauselijke Commissie 'Ecclesia Dei'[d:127], degene die de eeuwige geloften heeft afgelegd of definitief is opgenomen in een kerkelijke gemeenschap van apostolisch leven, met de diakenwijding geïncardineerd als geestelijke in het instituut of in de gemeenschap naar de norm van canon 266 § 2[30|+2223] in het Wetboek van Canoniek Recht[30].
Referenties naar alinea 30: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
35
35
Alleen in de Instituten van Gewijd Leven en de Gemeenschappen van Apostolisch Leven die ressorteren onder de Pauselijke Commissie 'Ecclesia Dei'[d:127], en die waar men het gebruik handhaaft van de liturgische boeken van de forma extraordinaria, is het gebruik van het Cæremoniale Episcoporum[2695] van 1962 voor het toedienen van de lagere en hogere wijdingen geoorloofd.
Referenties naar alinea 31: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Breviarum Romanum
32
Geestelijken wordt de bevoegdheid gegeven het Breviarium Romanum[4099], zoals dat van kracht was in 1962, te gebruiken, overeenkomstigart. 9 § 3[1901|9] van het Motu proprioSummorum Pontificum[1901]. Het dient integraal en in het Latijn te worden gebeden.
Referenties naar alinea 32: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het Sacrum Triduum
33
De coetus fidelium Noot red.: ‘groep...Noot red.: ‘groep gelovigen’ die de vorige liturgische traditie volgt, kan, indien er een geschikte priester is, ook het Sacrum Triduum volgens de forma extraordinaria vieren. In het geval waarin er in geen kerk of oratorium uitsluitend voor deze vieringen is voorzien, dient de pastoor of de ordinaris in samenwerking met de geschikte priester de gunstigste regelingen te treffen voor het welzijn van de zielen, zonder de mogelijkheid uit te sluiten om de vieringen van het Sacrum Triduum te herhalen in dezelfde kerk.
Referenties naar alinea 33: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De riten van de religieuze ordes
34
Het gebruik van de liturgische boeken die eigen zijn aan Religieuze Ordes en van kracht waren in 1962, is geoorloofd.
Referenties naar alinea 34: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Pontificale Romanum en het Rituale Romanum
35
Het gebruik van het Cæremoniale Episcoporum[2695], het Rituale Romanum, evenals het Caeremoniale Episcoporum, zoals geldig in 1962 is toegestaan, overeenkomstig n. 28[al:28] van deze Instructie, en steeds met inachtnemening van n. 31[al:31] van deze zelfde Instructie.
Het gebruik van het Cæremoniale Episcoporum[2695] en het Rituale Romanum, evenals van het Caeremoniale Episcoporum, dat van kracht was in 1962, is toegestaan naar de norm van n. 28[al:28] van deze Instructie en behoudens hetgeen is bepaald in n. 31[al:31] van dezelfde Instructie.
Het gebruik van het Cæremoniale Episcoporum[2695] en het Rituale Romanum, evenals van het Caeremoniale Episcoporum, dat van kracht was in 1962, is toegestaan naar de norm van n. 28[al:28] van deze Instructie en behoudens hetgeen is bepaald in n. 31[al:31] van dezelfde Instructie.
Referenties naar alinea 35: 1
Verklarende nota bij de Instructie Universae Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Slot
36
Paus Benedictus XVI heeft in een audiëntie, toegestaan op 6 april 2011 aan ondergetekende, kardinaal, president van de Pauselijke Commissie 'Ecclesia Dei'[d:127] onderhavige Instructie goedgekeurd en opdracht gegeven tot de publicatie ervan.
Gegeven te Rome, vanuit de vestiging van de Pauselijke Commissie 'Ecclesia Dei'[d:127], 30 april 2011, op de gedachtenis van de heilige Pius V,
William Kardinaal LEVADA
President
Mons. Guido Pozzo
Secretaris
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/4095-universae-ecclesiae-nl