Geen enkele hinderpaal kon de liefde weerhouden waardoor de grote karmeliet werd bezield. Het is ook deze liefde die de inzet verklaart waarmee hij de oecumenische beweging bevorderde, met een houding van standvastige trouw aan de Kerk en van volledige loyaliteit voor hen die tot andere confessies behoorden.
Getroffen door zo'n lichtend getuigenis van evangelische samenhang zou een dominee van hem zeggen: "Onze dierbare broeder in Christus Titus Brandsma is werkelijk een mysterie van genade".
Een bijzonder doordringend oordeel! Wat vooral bewondering opwekt in het leven van pater Brandsma, is juist deze steeds duidelijkere ontplooiing van de genade van Christus. Hier ligt het geheim van de wijde uitstraling van zijn actie, de bron van de altijd frisse golf van zijn liefde. Pater Titus was er zichzelf overigens geheel van bewust alles aan de genade te danken te hebben, dat wil zeggen aan het goddelijk leven dat in hem werkte en in zijn ziel vloeide uit de onuitputtelijke bronnen van de Verlosser. Het woord van Christus: "
Los van Mij kunt gij niets" , was voor hem het leidend beginsel voor de dagelijkse keuzen. Hiervoor bad hij vurig. Hij zei: "Het gebed is leven, niet een oase in de woestijn van het leven". Als professor in de geschiedenis van de mystiek spande hij zich in de leer die hij onderwees, ieder ogenblik van zijn leven in praktijk te brengen. "Wij moeten geen scheiding maken tussen God en de wereld in ons hart", zei hij, "maar wij moeten naar de wereld kijken met God steeds op de achtergrond".
Uit deze diepe vereniging met God ontsprong in de ziel van pater Brandsma een voortdurende stroom van optimisme, dat hem de sympathie opleverde van allen die het geluk hadden hem te ontmoeten, en dat hem nooit in de steek liet: het vergezelde hem ook in de hel van het nazi-kamp. Tot het einde toe bleef hij voor de andere gevangenen een bron van steun en hoop: hij had voor allen een glimlach, een woord van begrip, een gebaar van goedheid. De "verpleegster" die hem op 26 juli 1942 het dodelijke spuitje gaf, getuigde later dat haar steeds levendig het gelaat voor de geest stond van die priester die "medelijden met mij had".
En vandaag staat het gelaat van pater Titus Brandsma ook ons voor de geest en wij zien de stralende glimlach daarop in Gods heerlijkheid. Hij spreekt tot de gelovigen van zijn land, Nederland, en tot alle gelovigen van de wereld, om nogmaals te bevestigen wat de overtuiging van heel zijn leven is geweest: "Al wil het nieuwe heidendom de liefde niet meer ... zal de liefde ons weer het hart van de heidenen doen winnen ... de praktijk van het leven zal haar altijd weer een kracht doen zijn die de harten van de mensen overwint en gevangen houdt".