Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters,
In 1988 ter gelegenheid van het Mariajaar, heeft de eerbiedwaardige Johannes Paulus II een Apostolische Brief geschreven, “”, die handelt over de kostbare rol die vrouwen - vroeger en nu - spelen in het leven van de Kerk. “De Kerk – zo leest men – is dankbaar voor alle uitingen van het vrouwelijk genie die zich in de loop van de geschiedenis manifesteerden onder alle volken en naties; zij is dankbaar voor alle charisma’s waarmee de Heilige Geest vrouwen begiftigd heeft in de geschiedenis van het volk Gods, voor alle zegeningen die verkregen werden dank zij hun geloof, hoop en liefde: zij is dankbaar voor alle vruchten van de vrouwelijke heiligheid” .
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ook in de eeuwen van de geschiedenis die wij gewoonlijk de Middeleeuwen noemen, onderscheiden verschillende vrouwenfiguren zich door de heiligheid van hun leven en de rijkdom van hun onderricht. Vandaag zou ik willen beginnen met één van hen: de heilige Hildegard van Bingen die leefde in het Duitsland van de XIIe eeuw. Zij werd in 1098 geboren in Bermersheim bij Alzey in het Rijnland en stierf in 1179 op 81-jarige leeftijd ondanks haar gezondheid die altijd wankel geweest is. Hildegard behoorde tot een adellijk, kroostrijk gezin en werd van bij haar geboorte door haar ouders voorbestemd voor de dienst aan God. Op de leeftijd van acht jaar, werd zij toevertrouwd aan de zorg van een lerares, Judith van Spannheim, die zich in het slotleven had teruggetrokken in het benedictijner klooster van de heilige Disibodus. Zo had zich een klein vrouwelijk slotklooster gevormd, dat de regel volgde van de heilige Benedictus. Hildegard ontving de sluier uit de handen van bisschop Otto van Bamberg en in 1136, bij de dood van moeder Judith, die overste geworden was van de gemeenschap, werd zij door haar medezusters gevraagd haar op te volgen. Zij vervulde deze taak door haar gaven van ontwikkelde, spiritueel hoogstaande vrouw te benutten, bekwaam om de organisatie van het slotleven aan te pakken. Enkele jaren later, meer bepaald door het stijgende aantal jonge vrouwen die bij het klooster aanklopten, stichtte Hildegard een andere gemeenschap in Bingen, genoemd naar de , waar zij de rest van haar leven doorbracht. De manier waarop zij het ambt van het gezag uitoefende, is voorbeeldig voor iedere religieuze gemeenschap: zij wekte een heilige wedijver op in de beoefening van het goede, zodanig dat de moeder en de dochters rivaliseerden in de ijver voor respect en wederzijdse dienstverlening, wat blijkt uit getuigenissen van die tijd.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Reeds in de jaren toen zij overste was in het klooster van de heilige Disibodus, was Hildegard de mystieke visioenen die zij reeds enige tijd had, beginnen dicteren aan haar geestelijke raadsman, de monnik Volmar en aan haar secretaresse, een medezuster die zij zeer genegen was, Richardis di Strade. Zoals steeds het geval is in het leven van echte mystici, wou Hildegard zich ook onderwerpen aan het gezag van wijze mensen om de oorsprong van haar visioenen te onderscheiden, uit vrees dat zij de vrucht zouden zijn van illusies en dat zij niet van God zouden komen. Zij richtte zich dus tot degene die in die tijd de hoogste achting in de Kerk genoot: de , over wie ik reeds in meerdere catecheses gesproken heb. Deze stelde Hildegard gerust en gaf haar moed. Maar in 1147 kreeg zij een andere, zeer belangrijke erkenning. Paus Eugenius III, die in Treviri een synode voorzat, las een tekst voor door Hildegard gedicteerd, die hem door aartsbisschop Enrico do Magonza was voorgesteld. De Paus gaf de mystica de toelating haar visioenen neer te schrijven en er in het openbaar over te spreken. Vanaf dat ogenblik, groeide het spiritueel aanzien van Hildegard steeds meer, zodanig dat haar tijdgenoten haar de titel “Teutonische profetes (profetes van de Duitsers)” toekenden. Dierbare vrienden, ziehier het zegel van een authentieke ervaring van de Heilige Geest, bron van elk charisma: wie ingewijd is in bovennatuurlijke gaven, gaat er nooit prat op, loopt er niet mee te koop en geeft vooral blijk van totale gehoorzaamheid aan de Kerkelijke overheid. Inderdaad, elke gave verleend door de Heilige Geest, is bestemd voor de opbouw van de Kerk en de Kerk erkent de authenticiteit ervan door haar herders.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Reeds in de jaren toen zij overste was in het klooster van de heilige Disibodus, was Hildegard de mystieke visioenen die zij reeds enige tijd had, beginnen dicteren aan haar geestelijke raadsman, de monnik Volmar en aan haar secretaresse, een medezuster die zij zeer genegen was, Richardis di Strade. Zoals steeds het geval is in het leven van echte mystici, wou Hildegard zich ook onderwerpen aan het gezag van wijze mensen om de oorsprong van haar visioenen te onderscheiden, uit vrees dat zij de vrucht zouden zijn van illusies en dat zij niet van God zouden komen. Zij richtte zich dus tot degene die in die tijd de hoogste achting in de Kerk genoot: de , over wie ik reeds in meerdere catecheses gesproken heb. Deze stelde Hildegard gerust en gaf haar moed. Maar in 1147 kreeg zij een andere, zeer belangrijke erkenning. Paus Eugenius III, die in Treviri een synode voorzat, las een tekst voor door Hildegard gedicteerd, die hem door aartsbisschop Enrico do Magonza was voorgesteld. De paus gaf de mystica de toelating haar visioenen neer te schrijven en er in het openbaar over te spreken. Vanaf dat ogenblik, groeide het spiritueel aanzien van Hildegard steeds meer, zodanig dat haar tijdgenoten haar de titel “Teutonische profetes (profetes van de Duitsers)” toekenden. Dierbare vrienden, ziehier het zegel van een authentieke ervaring van de Heilige Geest, bron van elk charisma: wie ingewijd is in bovennatuurlijke gaven, gaat er nooit prat op, loopt er niet mee te koop en geeft vooral blijk van totale gehoorzaamheid aan de Kerkelijke overheid. Inderdaad, elke gave verleend door de Heilige Geest, is bestemd voor de opbouw van de Kerk en de Kerk erkent de authenticiteit ervan door haar herders.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Ik zal nog een keer over deze grote “profetische” vrouw spreken, die ook vandaag met grote actualiteit tot ons spreekt, door haar moedige bekwaamheid de tekenen van de tijd te onderscheiden, haar liefde voor de schepping, haar geneeskunde, poëzie, haar muziek die vandaag reconstrueerd wordt, haar liefde voor Christus en Zijn Kerk, die ook in die tijd lijdende was, die ook in die tijd gekwetst was door de zondigheid van priesters en leken en daarom des te meer bemind werd als lichaam van Christus. Zo spreekt deze heilige Hildegard tot ons; wij zullen er verder over spreken. Dank voor uw aandacht.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/3714-h-hildegard-von-bingen-1-haar-leven-nl