Inhoudsopgave
- Inhoud
1
De wereld verandert. Dit zeer ernstige en wijd verbreide feit te bewijzen, is overbodig: cultuur, zeden, ordeningen, economie, techniek, efficiency, behoeften, politiek, mentaliteit, beschaving ... alles is in beweging, alles verkeert in overgangsfase.
Daarom verkeert de Kerk in moeilijkheden. Ook dit verschijnsel is onder allerlei opzicht evident. De Kerk, weten wij, is de zichtbare en mysterieuze maatschappij die leeft van de godsdienst van Christus. Nu lijkt er in de hedendaagse wereld geen welvarend bestaan weggelegd voor de godsdienst in het algemeen en des te minder voor een godsdienst als de onze, duidelijk omgrensd en georganiseerd, levend in het historisch decor van deze tijd maar doelbewust gericht op een eschatologisch eindpunt, dat zich, met andere woorden, pas voluit zal verwezenlijken aan gindse kant van de tijd, in een toekomstig leven. Het betreft bovendien een godsdienst met de pretentie dat zij de bestemming van de mensheid kan interpreteren, meer nog: vooraf bepalen. Hij beweert de waarheid te zijn omtrent God en omtrent de mens, de leraar van ons heil. Van de liefde tot God, onze onzichbare Vader, en tot de mensen, geen wolven meer, maar broeders, durft hij zelfs de grondwet te maken zowel voor het individuele als voor het sociale bestaan. Binnen het natuurlijke levensplan legt hij een buitengewoon bovennatuurlijk plan dat ermee samen leeft en het bezielt. Voor wie de dingen oppervlakkig waarneemt, lijkt een dergelijke godsdienst ondenkbaar in onze tijd. Het lijkt een Kerk die gedoemd is af te sterven en zich te laten vervangen door een begrijpelijker, een ervaarbare rationele, wetenschappelijke wereldbeschouwing, zonder dogma, zonder hiërarchie, zonder grenzen voor kansen op levensgenot, zonder Christus' kruis. En als het kruis van Christus wegvalt, mét alles wat het inhoudt, wat blijft er dan van onze godsdienst over? Wat blijft er over van de Kerk?
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Wie de dingen aldus bekijkt, begrijpt, hoe het kan, dat de Kerk in moeilijkheden verkeert. De Kerk is nog steeds een grote, wereldwijde instelling. Ze heeft zich waargemaakt in een geschiedenis van twintig eeuwen; ze heeft meer kwellingen dan geluk gekend, maar blijft altijd boordevol nieuwe energie, talrijk volk, grote persoonlijkheden, trouwe aanhangers, onvermoede hulpbronnen. Maar momenteel, we moeten ons geen illusies maken, verkeert zij onder bepaalde opzichten in groot lijden, in een fase van radicale tegenwerking, in een slijtageslag van contestatie.
Zou er misschien geen afgrond zijn uitgediept die niet· te dempen lijkt, tussen het moderne denken en de oude godsdienstige, Kerkelijke mentaliteit? Zou misschien de profane cultuur niet de schatten hebben geabsorbeerd van wijsheid, goedheid, medemenselijkheid die het kenmerkend familievermogen leken van de katholieke godsdienst? Zozeer zelfs dat deze vrijwel is uitgehold en beroofd van talloze bestaansredenen, nu dit familiegoed is overgegoten in het laïcale, burgerlijke fatsoen van onze tijd? Behoeft de Kerk ons nog te leren de armen lief te hebben? De rechten te erkennen van slaven en van mensen? Lijdenden te verplegen en bij te staan? Het alfabet uit te vinden voor ongeletterde volken? Enzovoorts. Dit alles doet de profane wereld al uit zichzelf en schijnbaar veel beter; de beschaving maakt voortgang op eigen kracht. Enzovoorts.
En zijn daarmee soms de motieven niet duidelijk van de moderne godsdienstloosheid? Van de angstvalligheid waarmee het laïcisme zijn emancipatie bewaakt? Van het gemak waarmee gehele bevolkingen hun godsdienstige praktijk opgeven? Van het materialisme onder een massa die ongevoelig blijft voor ieder geestelijk vermaan? Ja, de Kerk verkeert in moeilijkheden. Daar gaan ze, zelfs sommige zonen die aan de Kerk trouwen liefde hebben gezworen. Daar staan ze, de vele vrijwel leeggestroomde seminaries, de religieuze orden en congregaties die nauwelijks nieuwe leden kunnen vinden. Daar zijn ze, de gelovigen die niet langer vrezen ongelovigen te zijn ... De opsomming van deze rampen, die in weerwil van het concilie de Kerk van God thans treffen, zou door kunnen gaan, tot aan de constatering, dat ze de Kerk grotendeels niet van buiten af belagen, maar van binnen uit bedroeven, verzwakken, ontkrachten. Ons hart loopt vol bitter verdriet en vol tederder, heviger genegenheid dan ooit.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Als zo de zaken staan, wat dan te doen? Gelukkig is er nu begrip en besef ontwaakt bij de kerk die trouw blijft (en dat is het meest attente, meest talrijke deel). De haastige verdediging van de bressen verandert in verstandige therapieën niet alleen, maar in nieuwe, positieve getuigenissen van moedige, vertrouwvolle vitaliteit. Zalig degenen die er weet van hebben en er hun hart, hun handen voor lenen. Misschien zullen ook ditmaal de jongeren bij de voorhoede behoren: mogen zij gezegend zijn!
Maar nu stellen we een vraag die het hele geval bestrijkt: kan de kerk de huidige moeilijkheden te boven komen? Gelukkig voor ons is het antwoord gemakkelijk, want het wordt niet geformuleerd door menselijke voorzichtigheid en niet gebaseerd op onze schamele krachten. Het antwoord ligt in de belofte van Christus: ' ... zij zullen haar niet overweldigen' ; 'Ik ben met u' ; 'in de wereld leeft gij in verdrukking, maar hebt goede moed: Ik heb de wereld overwonnen' ; 'Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan' . Over de twijfelachtige resultaten heen van onze moeizame wederwaardigheden, staan deze uitlatingen van Christus als ware woorden, goddelijke woorden. Wij mogen, wij allen móéten ze ernstig nemen. Wat betekent dat 'ernstig nemen'? Het betekent déze fundamentele houding van onze kant: het betekent er vertrouwen aan schenken; het betekent erin geloven. Onomwonden gezegd: het geloof is de eerste voorwaarde om de huidige moeilijkheden te boven te komen.
Het is bevestigd door de apostel Johannes: 'Dit is de overwinning die de wereld overwint: ons geloof' .
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
En wat is het geloof-uiteindelijk'? Een verreikende vraag inderdaad, maar we beperken ons nu tot het meest beknopte antwoord. Het geloof is de instemming met het woord van God. En hoe kunnen wij het woord van God leren kennen, herkennen, interpreteren, toepassen? Ongetwijfeld hebben we een steun nodig die onze geestelijke vermogens aanvult en op gang brengt: de steun van de Heilige Geest die Christus voor ons heeft verdiend en die we genade noemen. Zij wordt niet onthouden aan wie doet wat hij kan om ze te verkrijgen, aan wie, met andere woorden, in grote oprechtheid zijn verstand en zijn hart gebruikt om de waarheid op te sporen in haar samenhang. Maar tenslotte wordt dit proces van instemming met de waarheid vervolmaakt en voltooid door de bijstand van het kerkelijk leerambt. Dat heeft Jezus onderwezen, toen Hij over de zending van de apostelen zei: 'Wie u hoort,hoort Mij'.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Kortom, we moeten ervan overtuigd raken, dat er een levendig, authentiek, actief geloof nodig is; en wel des te nodiger naarmate de moeilijkheden waarop we hebben gewezen tegenwoordig groter zijn. Wat subjectief niet volstaat, is een vaag, zwak en onzeker geloof; een louter sentimenteel sleurgeloof, bestaande uit veronderstellingen, meningen, twijfels, voorbehoud. En wat objectief niet volstaat is een geloof dat slechts aanvaardt wat ons aanstaat of dat de moeilijkheden tracht te ontwijken door instemming te weigeren met mysterieuze, moeilijke waarheden.
We moeten ons ervan verzekerd weten, dat het geloof geen vernedering betekent voor de rede, maar juist een steun tot zekerheid en tot het tenminste gedeeltelijke, maar lichtende en verblijdende verstaan van verheven, vitale waarheden. En we moeten ons de huiverende, maar voorbeeldige smeekbeden eigen maken uit het evangelie, zoals die van de vader die smeekte om genezing voor zijn ongelukkige zoon: 'Ik geloof, Heer: kom mijn ongeloof te hulp' en de smeekbede van de apostelen tot de Heer: 'Geef ons meer geloof' .
Met onze apostolische zegen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/6877-sta-sterk-in-het-geloof-nl