Ex corde Ecclesiae
x
Informatie over dit document
Ex corde Ecclesiae
Over Katholieke Universiteiten
Paus Johannes Paulus II
15 augustus 1990
Pauselijke geschriften - Apostolische Constituties
1990, Kerkelijke Documentatie 1990, p. 419-437
Vert.: G. Verwoerd
Vert.: G. Verwoerd
15 augustus 1990
14 maart 2016
4623
nl
Referenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Inleiding
1
Ontstaan vanuit het hart van de kerk bevindt de katholieke universiteit zich in het spoor van de traditie die teruggaat naar het allereerst begin van de universiteit als instelling. Zij bleek steeds een uniek centrum te zijn van creativiteit, van wetenschap die zij uitstraalde ten bate van de mensheid. De Universitas magistrorum et scholarium heeft als taak zich te wijden aan onderzoek, en aan het onderrichten en vormen van studenten die vanuit eenzelfde liefde voor de wetenschap uit zichzelf rond hun leermeesters zijn samengekomen. Met alle andere universiteiten deelt ze de gaudium de veritate waar St. Augustinus zo van hield, de vreugde namelijk om de waarheid te zoeken, te ontdekken en mee te delen; en dit op elk terrein van het denken. Ze heeft als voornaamste opdracht om bij de intellectuele arbeid twee benaderingen van de werkelijkheid tot een existentiële eenheid te brengen die men al te vaak tegenover elkaar wil stellen; alsof het zoeken naar de waarheid en de zekerheid dat men de bron van de waarheid al kent, niet met elkaar te verenigen zouden zijn.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Het heeft mij innerlijk rijker gemaakt dat ik jarenlang op een weldadige manier ondervonden heb wat het universitaire leven precies is: hartstochtelijk zoeken naar de waarheid en deze onzelfzuchtig doorgeven aan de jongeren en aan allen die leren logisch te redeneren. Zo komt men tot een juist handelen en het beter dienen van de menselijke samenleving.
Ik wil daarom de diepe achting die ik heb voor de katholieke universiteit, met allen delen. Ik wil mijn grote voldoening uitspreken over de inspanning die daar geleverd wordt op allerlei terreinen van wetenschap. In het bijzonder wil ik naar voren brengen hoe blij ik was met de talrijke ontmoetingen met katholieke universitaire gemeenschappen in de verschillende werelddelen, die de Heer mij vergunde tijdens mijn apostolische reizen . Voor mij zijn zij het levend bewijs en het veelbelovend teken, hoe vruchtbaar het christelijk denken is in het hart van alle culturen. Zij geven mij gegronde hoop dat de christelijke cultuur opnieuw zal gaan bloeien in deze afwisselende en kansrijke tijd die we beleven. De veranderingen daarin stellen ons beslist voor zware opgaven, maar het is dankzij de werking van de Geest van waarheid en liefde ook een veelbelovende tijd.
Ik wil verder blijk geven van mijn voldoening en dankbaarheid jegens de talrijke katholieke docenten die werkzaam zijn aan niet-katholieke universiteiten. Als zij hun taak van academicus en wetenschapper beleven vanuit hun christelijk geloof, is dat voor het welzijn der universiteiten waar zij doceren, van zeer grote waarde. Hun aanwezigheid is dan een blijvende stimulans om onzelfzuchtig te zoeken naar de waarheid en de wijsheid die van boven komt.
Ik wil daarom de diepe achting die ik heb voor de katholieke universiteit, met allen delen. Ik wil mijn grote voldoening uitspreken over de inspanning die daar geleverd wordt op allerlei terreinen van wetenschap. In het bijzonder wil ik naar voren brengen hoe blij ik was met de talrijke ontmoetingen met katholieke universitaire gemeenschappen in de verschillende werelddelen, die de Heer mij vergunde tijdens mijn apostolische reizen . Voor mij zijn zij het levend bewijs en het veelbelovend teken, hoe vruchtbaar het christelijk denken is in het hart van alle culturen. Zij geven mij gegronde hoop dat de christelijke cultuur opnieuw zal gaan bloeien in deze afwisselende en kansrijke tijd die we beleven. De veranderingen daarin stellen ons beslist voor zware opgaven, maar het is dankzij de werking van de Geest van waarheid en liefde ook een veelbelovende tijd.
Ik wil verder blijk geven van mijn voldoening en dankbaarheid jegens de talrijke katholieke docenten die werkzaam zijn aan niet-katholieke universiteiten. Als zij hun taak van academicus en wetenschapper beleven vanuit hun christelijk geloof, is dat voor het welzijn der universiteiten waar zij doceren, van zeer grote waarde. Hun aanwezigheid is dan een blijvende stimulans om onzelfzuchtig te zoeken naar de waarheid en de wijsheid die van boven komt.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Vanaf het begin van mijn pontificaat heb ik deze gevoelens en gedachten trachten te delen met mijn naaste medewerkers, de kardinalen, met de Congregatie voor de Katholieke Opvoeding en met ontwikkelde mannen en vrouwen uit de gehele wereld. Het gesprek van de Kerk met de culturen van onze tijd is namelijk dat vitale gebied "waarbij het lot van de Kerk en van de wereld op het eind van de twintigste eeuw in het geding is". Er is maar één cultuur: de cultuur van de mens, vanuit de mens en voor de mens. Naar het oordeel, door mijn voorganger Paulus VI onder woorden gebracht in de vergadering van de Verenigde Naties, heeft de Kerk op het gebied van menselijkheid veel ervaring. Dankzij de katholieke universiteiten en hun humanistisch en wetenschappelijk erfgoed, onderzoekt zij de mysteries van mens en wereld en brengt daarin verheldering met het licht dat de Openbaring haar schenkt.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De katholieke universiteit heeft de eervolle en verantwoordelijke taak zich zonder voorbehoud te wijden aan de zaak van de waarheid. Zo dient zij tegelijk de menselijke waardigheid en de zaak van de kerk die er "innig van overtuigd is ..... dat de waarheid haar waarachtige bondgenoot is en dat wetenschap en rede getrouwe beheerders zijn van het geloof'"? Zonder het verwerven van nuttige kennis ook maar enigszins te verwaarlozen kenmerkt de katholieke universiteit zich door een onbevangen zoeken naar de gehele waarheidaangaande natuur, de mens en God. Onze tijd heeft namelijk dringend behoefte aan zo'n vorm van onzelfzuchtige dienstbaarheid, waardoor de betekenis van de waarheid verkondigd wordt. Ontbreekt deze fundamentele waarde, dan raken vrijheid, gerechtigheid en menselijke waardigheid verstikt. Door een universeel humanisme legt de katholieke universiteit zich helemaal toe op het onderzoek van alle aspecten van de waarheid, en wel in hun wezenlijke verbondenheid met de opperste waarheid die God is. Daarom begaat ze onvervaard en met enthousiasme alle wegen van de wetenschap. Ze beseft daarbij dat Iemand haar voorgegaan is, Hij die "de weg is, de waarheid en het leven", de Logos, oorsprong en eindpunt van alle wetenschap, wiens Geest van verstand en liefde elke mens in staat stelt met zijn verstand de laatste werkelijkheid te vinden. Alleen deze is in staat ten volle die wijsheid te schenken zonder welke de toekomst van de wereld onzeker zou zijn.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
In die context van onzelfzuchtig zoeken naar de waarheid wordt het verband tussen geloof en rede duidelijk en krijgt het volop betekenis. "intellege ut credas' crede ut intellegas": Deze aansporing van St. Augustinus geldt ook de katholieke universiteiten, die geroepen zijn om de rijkdommen van de Openbaring en van de natuur onverschrokken na te speuren. Deze gezamenlijke inspanning van geloof en verstand zal het de mensen mogelijk maken het volwassen niveau te bereiken van hun menszijn, geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, na de zonde in Christus nog wonderlijker herschapen en geroepen om in het licht van de Geest te stralen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De katholieke universiteit bewerkt de ontmoeting tussen de onnaspeurlijke rijkdom van de heilsboodschap van het Evangelie enerzijds en het oneindige terrein van velerlei wetenschap anderzijds. Daar laat zij het Evangelie vlees en bloed worden. En zo biedt zij de kerk de mogelijkheid een onvergelijkelijk vruchtbare dialoog met alle mensen te beginnen van welke cultuur dan ook. Dankzij de cultuur leeft de mens zijn leven waardig; en als hij in Christus zijn vervulling vindt, zal het Evangelie hem ongetwijfeld raken en hem op alle gebied vernieuwen. En zo wordt het een vruchtbaar element voor de cultuur waaruit die mens zelf leeft.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
In de wereld van vandaag, gekenmerkt door snelle ontwikkelingen op wetenschappelijk en technologisch gebied, wordt de taak van de katholieke universiteit steeds belangrijker en voorziet zij in een steeds dringender behoefte. De wetenschappelijke en technologische ontdekkingen brengen een geweldige economische en industriële groei met zich mee. Tegelijk dwingen zij onvermijdelijk tot het noodzakelijke onderzoek naar hun zinvolheid. Alleen zo is te garanderen dat die nieuwe ontdekkingen gebruikt gaan worden voor het echte welzijn van de individuele personen en van de menselijke samenleving in zijn totaliteit. Elke universiteit heeft al de taak naar die zinvolheid te zoeken, maar de katholieke universiteit is wel op een bijzondere manier geroepen in het onderzoek de morele, geestelijke en religieuze aspecten te betrekken, en vervolgens te zien wat de verworvenheden van wetenschap en techniek waard zijn in het licht van de gehele menselijke persoon.
In deze omstandigheden worden de katholieke universiteiten opgeroepen tot voortdurende vernieuwing, omdat ze universiteit zijn èn katholiek. "De zin namelijk van het wetenschappelijk onderzoek en van de technologie, de zin van de samenleving als gemeenschap en van de cultuur, ja, de betekenis zelf van de mens staat op het spel". De vernieuwing eist dat men zich heel duidelijk bewust is hoe het katholieke karakter de universiteit meer geschikt maakt zich onbevangen toe te leggen op het onderzoek naar de waarheid, een onderzoek dat dus door geen enkel privé-belang ondergeschikt wordt gemaakt of met voorwaarden omgeven.
In deze omstandigheden worden de katholieke universiteiten opgeroepen tot voortdurende vernieuwing, omdat ze universiteit zijn èn katholiek. "De zin namelijk van het wetenschappelijk onderzoek en van de technologie, de zin van de samenleving als gemeenschap en van de cultuur, ja, de betekenis zelf van de mens staat op het spel". De vernieuwing eist dat men zich heel duidelijk bewust is hoe het katholieke karakter de universiteit meer geschikt maakt zich onbevangen toe te leggen op het onderzoek naar de waarheid, een onderzoek dat dus door geen enkel privé-belang ondergeschikt wordt gemaakt of met voorwaarden omgeven.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Nadat ik aan de kerkelijke universiteiten en faculteiten de Apostolische Constitutie Sapientia Christiana [1307] gewijd had, leek het me noodzakelijk aan de katholieke universiteiten een tekst van soortgelijke strekking voor te leggen. Deze kan voor hen een soort 'Magna Charta' zijn, verrijkt met de lange en vruchtbare ervaring van de kerk op universitair gebied. Tevens staat deze tekst open voor wat gerealiseerd is en wat voor de toekomst belooft, een toekomst die moedige, vindingrijke en strikte trouw vraagt.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Dit schrijven is speciaal bedoeld voor de leiders van de katholieke universiteiten, voor de verschillende academische gemeenschappen, voor alle geïnteresseerden, met name de bisschoppen, de religieuze congregaties en kerkelijke instellingen, de vele leken die betrokken zijn bij de grootse opdracht van het hoger onderwijs. Het wil bewerken "dat er een openbare, duurzame en universele aanwezigheid van de christelijke gedachte komt in het gehele gebied van de bevordering van een hogere cultuur. Zo mogen de studenten in deze instellingen worden gevormd tot mensen die werkelijk uitblinken door hun wetenschap en die bereid zijn om de zwaardere taken in de maat schappij op zich te nemen en getuigen te zijn van het geloof in de wereld".
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Behalve tot de katholieke universiteiten richt ik me ook tot de vele katholieke instellingen van hoger onderwijs. Naar hun wezen en eigen doelstelling hebben ze of sommige of alle kenmerken gemeen met een universiteit. Ze leveren hun eigen bijdrage aan kerk en samenleving hetzij door onderzoek, hetzij door vorming of beroepsopleiding. Ook al betreft dit document specifiek de katholieke universiteit, het is bedoeld voor alle katholieke instellingen van hoger onderwijs, die de boodschap van het Evangelie van Christus proberen te vertalen in het denken en in de cultuur.
Hoopvol gestemd en met groot vertrouwen spoor ik alle katholieke universiteiten aan met hun onvervangbare taak door te gaan. Hun opdracht blijkt steeds urgenter te zijn, nu de kerk te maken krijgt met de ontwikkeling van de wetenschappen en met de culturen van onze tijd.
Met al mijn broeders de bisschoppen die samen met mij belast zijn met de pastorale zorg, wil ik u deelgenoot maken van mijn diepe overtuiging, dat de katholieke universiteit beslist één van de beste instrumenten is die de kerk te bieden heeft aan onze tijd die zo op zoek is naar zekerheid en wijsheid. De kerk heeft de opdracht het Goede Nieuws te brengen aan alle mensen. Daarom mag zij haar interesse voor deze instelling nooit laten varen. Want de katholieke universiteiten helpen haar door hun onderzoek en onderwijs de oude en nieuwe cultuurschatten op een meer moderne wijze te vinden, "nova et vetera"; naar het woord van Jezus. (Mt. 13, 52) [b:Mt. 13, 52]
Hoopvol gestemd en met groot vertrouwen spoor ik alle katholieke universiteiten aan met hun onvervangbare taak door te gaan. Hun opdracht blijkt steeds urgenter te zijn, nu de kerk te maken krijgt met de ontwikkeling van de wetenschappen en met de culturen van onze tijd.
Met al mijn broeders de bisschoppen die samen met mij belast zijn met de pastorale zorg, wil ik u deelgenoot maken van mijn diepe overtuiging, dat de katholieke universiteit beslist één van de beste instrumenten is die de kerk te bieden heeft aan onze tijd die zo op zoek is naar zekerheid en wijsheid. De kerk heeft de opdracht het Goede Nieuws te brengen aan alle mensen. Daarom mag zij haar interesse voor deze instelling nooit laten varen. Want de katholieke universiteiten helpen haar door hun onderzoek en onderwijs de oude en nieuwe cultuurschatten op een meer moderne wijze te vinden, "nova et vetera"; naar het woord van Jezus. (Mt. 13, 52) [b:Mt. 13, 52]
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Tenslotte richt ik me tot de hele kerkgemeenschap, in de vaste overtuiging dat de katholieke universiteiten nodig zijn voor de groei en de ontwikkeling van de christelijke cultuur en de menselijke vooruitgang. Daarom wordt heel de kerkelijke gemeenschap aangespoord haar steun te verlenen aan de katholieke instellingen van hoger onderwijs en behulpzaam te zijn bij hun proces van ontwikkeling en vernieuwing. In het bijzonder geldt deze aansporing de bescherming van de rechten en vrijheden van die instellingen in de burgermaatschappij, het verlenen van economische steun vooral in die landen die er het meest behoefte aan hebben en het hulp bieden bij de stichting van nieuwe katholieke universiteiten waar het nodig blijkt te zijn.
Ik hoop dat deze regelingen die gebaseerd zijn op de leer van het Tweede Vaticaanse Concilie [d:4] en op de richtlijnen van het Wetboek van Canoniek Recht [30], de katholieke universiteiten en de andere instituten van hoger onderwijs in staat zullen stellen hun onontbeerlijke opdracht goed te vervullen in deze nieuwe genadevolle Advent die het derde millennium binnen gezichtsbereik brengt.
Ik hoop dat deze regelingen die gebaseerd zijn op de leer van het Tweede Vaticaanse Concilie [d:4] en op de richtlijnen van het Wetboek van Canoniek Recht [30], de katholieke universiteiten en de andere instituten van hoger onderwijs in staat zullen stellen hun onontbeerlijke opdracht goed te vervullen in deze nieuwe genadevolle Advent die het derde millennium binnen gezichtsbereik brengt.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 1 Identiteit en opdracht
- De identiteit van de katholieke universiteit
- Wezen en doelstelling
12
Elke katholieke universiteit is als universiteit een academische gemeenschap die op een streng wetenschappelijke en kritische wijze bijdraagt tot het behoud en de ontwikkeling van de menselijke waardigheid en van het culturele erfgoed. Dit doet zij door onderzoek, onderwijs en door de verschillende diensten aan plaatselijke, nationale en internationale gemeenschappen. Zij geniet deze institutionele autonomie die nodig is om haar taken efficiënt uit te oefenen; zij garandeert haar leden academische vrijheid, met alle respect voor de rechten van het individu en van de gemeenschap en binnen de grenzen die de waarheid en het algemeen welzijn stellen.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Omdat het de doelstelling van de katholieke universiteit is op institutionele wijze de christelijke aanwezigheid in de universitaire wereld te waarborgen met het oog op de grote problemen van samenleving en cultuur, moet zij vanwege haar katholiciteit absoluut de volgende kenmerken bezitten:
- Een christelijke inspiratie niet alleen bij de individuele personen, maar ookbij de universitaire gemeenschap als zodanig.
- Een voortdurende bezinning in het licht van het katholieke geloof op de steeds toenemende hoeveelheid menselijke kennis waaraan zij door eigen onderzoeken een bijdrage probeert te leveren.
- Trouw aan de christelijke boodschap zoals die door de kerk wordt voorgehouden.
- De verplichting als instelling tot dienst aan het volk Gods en de mensenfamilie behulpzaam te zijn bij de naar dat alles overstijgende doel dat het leven zinvol maakt.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
"In het licht van deze eigenschappen is het duidelijk dat de katholieke universiteit door haar verplichte betrokkenheid als instituut naast de taken van onderwijs en onderzoek en andere dienstverlening, die gemeenschappelijk zijn aan alle universiteiten, de inspiratie en het licht van de christelijke Openbaring inbrengt. Met groot respect voor de eigen aard en de autonomie van de academische werkzaamheden doordringt en bezielt ze deze met het katholieke ideaal, met katholieke houdingen en beginselen. Kortom, de katholieke universiteit wil een gemeenschap zijn van intellectuelen uit de verschillende takken van menselijke wetenschap, die vertegenwoordigen een universitaire instelling waarin het katholicisme actief aanwezig is".
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De katholieke universiteit is dus de plaats waar specialisten de werkelijkheid zeer grondig onderzoeken, met hun eigen methoden in de verschillende academische disciplines. Zo dragen ze ertoe bij de schat van de menselijke kennis te verrijken. Ieder vakgebied wordt systematisch bestudeerd en vervolgens worden de verschillende disciplines met elkaar in gesprek gebracht ter wederzijdse verrijking.
Dit soort onderzoek is niet alleen een steun voor de mannen en vrouwen die steeds bezig zijn met het achterhalen van de waarheid; het vormt voor hen ook het tegenwoordig zo noodzakelijk afdoende bewijs dat de Kerk vertrouwen heeft in de intrinsieke waarde van onderzoek en wetenschap.
Op een katholieke universiteit omvat onderzoek dus noodzakelijkerwijs:
Dit soort onderzoek is niet alleen een steun voor de mannen en vrouwen die steeds bezig zijn met het achterhalen van de waarheid; het vormt voor hen ook het tegenwoordig zo noodzakelijk afdoende bewijs dat de Kerk vertrouwen heeft in de intrinsieke waarde van onderzoek en wetenschap.
Op een katholieke universiteit omvat onderzoek dus noodzakelijkerwijs:
- het streven naar een geïntegreerde wetenschap;
- het gesprek tussen geloof en rede;
- een ethische bezorgdheid; en
- een theologisch perspectief
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De integratie van kennis is een proces dat altijd om vervolmaking vraagt. Bovendien maakt het alsmaar groeien van het weten in onze tijd, waarbij een toenemende opdeling van kennis in de verschillende academische disciplines optreedt, de opgave steeds moeilijker. Maar een universiteit, en zeker een katholieke universiteit "moet 'een levende eenheid' vormen van organismes die gericht zijn op het zoeken naar de waarheid .... Daarom is het nodig een hogere synthese te bevorderen, de enige waar de dorst naar waarheid, die diep in het mensenhart gegrift staat, gelest kan worden." Op weg geholpen door de specifieke bijdragen van filosofie en theologie zullen de universitaire specialisten steeds proberen de relatieve plaats en betekenis van elk vakgebied nader te bepalen. Zij doen dit binnen het kader van een visie op mens en wereld die verhelderd is door het Evangelie en dus door het geloof in Christus, de Logos, het middelpunt van de schepping en van de menselijke geschiedenis.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Bij het aanmoedigen van deze integratie zal de katholieke universiteit zich in het bijzonder bezighouden met de dialoog tussen geloof en rede. Dan is het mogelijk tot een dieper inzicht komen hoe geloof en rede elkaar treffen in de éne waarheid. Al behoudt elke academische discipline haar eigen integriteit en methodes, de dialoog brengt aan het licht "hoe methodisch onderzoek op alle terreinen van het weten, als het echt wetenschappelijk wordt uitgevoerd en de morele normen in acht neemt, nooit echt strijdig zal zijn met het geloof: de profane werkelijkheden en de realiteit van het geloof vinden hun oorsprong in dezelfde God". De vitale wisselwerking tussen beide onderscheiden niveaus van kennis van de éne waarheid leidt tot grotere liefde voor de waarheid zelf en draagt bij tot voller begrip van de zin van het menselijk leven en van het doel van de schepping.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Omdat het weten er is ten dienste van de mens, moet het onderzoek op een katholieke universiteit altijd worden uitgevoerd met veel aandacht voor de ethische en morele implicaties van de methoden die men gebruikt en van de ontdekkingen die men doet. Die zorg die men heeft bij alle onderzoek, is bijzonder noodzakelijk op het gebied van het wetenschappelijk en technologisch onderzoek. "Men moet de overtuiging krijgen dat ethiek de prioriteit heeft boven de techniek, dat de mens belangrijker is dan de dingen, dat de stof ondergeschikt is aan de geest. De zaak van de mens zal ermee gediend zijn, als wetenschap een verbond aangaat met het geweten. De wetenschapper zal de mensheid echt een dienst bewijzen, als hij blijft aanvoelen dat de mens de wereld te boven gaat en dat God de mens te boven gaat".
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Bij het zoeken naar een synthese in het weten, speelt de theologie een bijzonder grote rol, evenals in de dialoog tussen geloof en rede. Bovendien levert zij een bijdrage aan alle andere disciplines in hun zoeken naar betekenis. Niet alleen is ze hen behulpzaam bij het onderzoek welke invloed hun ontdekkingen zullen hebben op mens en samenleving, maar ook biedt ze hun perspectief en oriëntatie, die in hun methodiek ontbreken. Van de andere kant is het contact met andere disciplines en de confrontatie met hun ontdekkingen verrijkend voor de theologie. Daardoor gaat ze de wereld van vandaag beter begrijpen en beantwoordt het theologisch onderzoek meer aan de eisen van deze tijd. Gezien de specifieke plaats die de theologie inneemt te midden van de academische disciplines, moet elke katholieke universiteit een theologische faculteit hebben of minstens een leerstoel theologie. vgl: Gravissimum Educationis [[[647|10]]]
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Gezien de nauwe relatie tussen onderzoek en onderwijs is het goed, als bovengenoemde voorwaarden voor het onderzoek in het hele onderwijs doorwerken. Terwijl elk vak op basis van eigen methoden systematisch gegeven wordt, is de interdisciplinariteit die gesteund wordt door de bijdrage van filosofie en theologie, voor de studenten een hulpmiddel om een organische visie op de werkelijkheid te krijgen en hun onophoudelijk verlangen naar intellectuele vooruitgang te versterken. Bij de overdracht van wetenschap moet men ook duidelijk laten zien, hoe de menselijke rede in haar denkproces op steeds grotere vraagstukken stoot en hoe het antwoord dat zij daarbij krijgt, van boven komt via het geloof. Bovendien worden de morele implicaties van elke wetenschap als een vast onderdeel van dat vakgebied bestudeerd. En zo is het hele vormingsproces uiteindelijk gericht op de volledige ontwikkeling van de persoon. Ten slotte zal de katholieke theologie, onderwezen in volkomen trouw aan Schrift, Traditie en Kerkelijk Leergezag een helder inzicht verschaffen in de beginselen van het Evangelie waardoor het menselijk leven nog zinvoller wordt en een nieuwe waardigheid krijgt.
Men moet de studenten door onderzoek en onderwijs zo vormen in de verschillende vakgebieden, dat het echte vakmensen zullen worden op het specifieke terrein waaraan ze hun krachten zullen geven om samenleving en Kerk te dienen. Maar leer ze ook hoe ze voor het forum van de wereld van hun geloof kunnen getuigen.
Men moet de studenten door onderzoek en onderwijs zo vormen in de verschillende vakgebieden, dat het echte vakmensen zullen worden op het specifieke terrein waaraan ze hun krachten zullen geven om samenleving en Kerk te dienen. Maar leer ze ook hoe ze voor het forum van de wereld van hun geloof kunnen getuigen.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De universitaire gemeenschap
21
De katholieke universiteit behartigt haar doelstellingen in het bijzonder, wanneer zij een echt menselijke gemeenschap probeert te zijn, bezield door de geest van Christus. Haar bron van eenheid komt voort uit de gemeenschappelijke toewijding aan de waarheid, het idee dat men heeft van menselijke waardigheid en in laatste instantie uit de persoon en de boodschap van Christus die aan de instelling haar eigen karakter geeft. Als gevolg van die inspiratie wordt de universitaire gemeenschap bezield door een geest van vrijheid en liefde; ze kenmerkt zich door onderling respect, een open dialoog en door te waken over ieders rechten. Ze helpt al haar leden zich als mens volledig te ontplooien. Van zijn kant helpt ieder lid van de gemeenschap om tot meer eenheid te komen. Afhankelijk van plaats en mogelijkheid heeft hij zijn inbreng bij beslissingen die de gemeenschap zelf aangaan, en hij helpt ook het katholieke karakter van de instelling te bewaren en te versterken.
Referenties naar alinea 21: 1
Een meer broederlijke mensheid naar het beeld van de Drie-eenheid van Liefde ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De docenten aan de universiteit zullen hun bekwaamheid steeds trachten te vergroten. Zij zullen zich ervoor inspannen om inhoud en doelstellingen, methoden en onderzoeksresultaten van elk vakgebied steeds te situeren binnen de context van een samenhangende visie op de wereld. De christelijke docenten zijn geroepen om getuigen te zijn en hun studenten een vorm te geven voor een waarachtig christelijk leven. Zo'n leven laat zien hoe de integratie tot stand komt tussen geloof en cultuur, tussen vakbekwaamheid en christelijke wijsheid. Alle docenten zullen hun inspiratie vinden in de academische idealen en in de beginselen van een waarlijk menselijk leven.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De studenten moeten ertoe aangezet worden een opleiding na te streven die het voortreffelijke van een humanistische en culturele ontwikkeling combineert met de vakopleiding. Die ontwikkeling moet hun zoveel moed geven dat ze hun leven lang blijven zoeken naar de waarheid en haar betekenis. Want "de geest dient zo gevormd te worden, dat dit bevorderend werkt voor het vermogen om te bewonderen, voor het vermogen tot beschouwing, om ten slotte het vormen van een persoonlijk oordeel en een godsdienstige, zedelijke en sociale gevoeligheid te bereiken". Gaudium et Spes [[575|59]] Daardoor wordt het hun mogelijk een waarlijk christelijke levensstijl te verwerven en - zo ze die al hebben - deze te verdiepen. Ze moeten hun beroep ernstig opvatten en vreugde voelen omdat ze eens bekwame leiders zullen zijn, getuigen van Christus overal waar de vervulling van een opdracht op hen wacht.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Het is de taak van het bestuur en het administratief personeel van een katholieke universiteit om via een beleid van dienstbaarheid te bevorderen dat de universiteit en haar gemeenschap blijft doorgroeien. De toewijding en het getuigenis van niet-academisch personeel zijn onmisbaar voor de identiteit en het leven van de universiteit.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Zeer veel katholieke universiteiten zijn door religieuze congregaties gesticht en zijn nog steeds van hun steun afhankelijk. Aan de religieuze congregaties die het apostolaat van het hoger onderwijs beoefenen wordt gevraagd deze instellingen te - helpen hun betrokkenheid te vernieuwen en door te gaan met de opleiding van mannelijke en vrouwelijke religieuzen om een positieve bijdrage te kunnen leveren aan de opdracht van de katholieke universiteit.
Bovendien zijn de werkzaamheden van de universiteiten traditioneel het middel geweest waardoor de leken in de Kerk een belangrijke rol kunnen spelen. Tegenwoordig bestaat de academische gemeenschap bij de meeste katholieke universiteiten voor het grootste gedeelte uit leken die steeds meer hoge functies en daarmee bestuursverantwoordelijkheid op zich nemen. Deze katholieke leken geven gehoor aan de oproep van de Kerk "om, gedreven door intellectuele moed en creativiteit, present te zijn op de plekken die de cultuur bij uitstek karakteriseren, namelijk de wereld van de school en de universiteiten". Christifideles laici [[692|44]] De toekomst van de katholieke universiteit hangt voor een groot deel af van de royale en bekwame inzet van de katholieke leken. De Kerk beschouwt hun toenemende aanwezigheid in het hart van deze instellingen als een hoopvol teken en ziet daarmee bevestigd hoe onvervangbaar de roeping van de leek is in Kerk en wereld. Ze is vol vertrouwen dat de leken in het vervullen van hun eigen taak "alle tijdelijke realiteiten doorstralen en ordenen, zodat dit alles voortdurend volgens Christus geschiedt en bloeit en de lof van de Schepper en Verlosser verkondigt". Lumen Gentium [[617|31]] vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653]]] vgl: Gaudium et Spes [[[575|43]]]
Bovendien zijn de werkzaamheden van de universiteiten traditioneel het middel geweest waardoor de leken in de Kerk een belangrijke rol kunnen spelen. Tegenwoordig bestaat de academische gemeenschap bij de meeste katholieke universiteiten voor het grootste gedeelte uit leken die steeds meer hoge functies en daarmee bestuursverantwoordelijkheid op zich nemen. Deze katholieke leken geven gehoor aan de oproep van de Kerk "om, gedreven door intellectuele moed en creativiteit, present te zijn op de plekken die de cultuur bij uitstek karakteriseren, namelijk de wereld van de school en de universiteiten". Christifideles laici [[692|44]] De toekomst van de katholieke universiteit hangt voor een groot deel af van de royale en bekwame inzet van de katholieke leken. De Kerk beschouwt hun toenemende aanwezigheid in het hart van deze instellingen als een hoopvol teken en ziet daarmee bevestigd hoe onvervangbaar de roeping van de leek is in Kerk en wereld. Ze is vol vertrouwen dat de leken in het vervullen van hun eigen taak "alle tijdelijke realiteiten doorstralen en ordenen, zodat dit alles voortdurend volgens Christus geschiedt en bloeit en de lof van de Schepper en Verlosser verkondigt". Lumen Gentium [[617|31]] vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653]]] vgl: Gaudium et Spes [[[575|43]]]
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De universitaire gemeenschap van veel katholieke instellingen omvat ook collega's die behoren tot andere Kerken en Kerkelijke gemeenschappen of tot andere geloven; ze telt bovendien collega's die helemaal geen geloofsovertuiging hebben. Door hun vorming en ervaring hebben deze mannen en vrouwen hun inbreng bij de voortgang van de verschillende academische disciplines en bij het uitvoeren van andere universitaire taken.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De katholieke universiteit in de Kerk
27
Juist als universiteit heeft elke katholieke universiteit met de Kerk een relatie die wezenlijk is voor haar institutionele identiteit. Als zodanig neemt ze direkt deel aan het leven van de plaatselijke Kerk. Maar als academische instelling die deel uitmaakt van de internationale gemeenschap van wetenschap en onderzoek, heeft ze ook haar aandeel en inbreng in het leven van de universele Kerk. Ze onderhoudt bijgevolg een speciale band met de Heilige Stoel op grond van de dienst van eenheid die zij te vervullen heeft voor de Kerk in haar geheel. Deze wezenlijke band met de Kerk heeft onder andere als consequentie dat de universiteit als instelling trouw moet zijn aan de christelijke boodschap en dat zij op gebied van geloof en zeden het Kerkelijk leergezag erkent en er adhesie aan betuigt. De katholieke leden van de universiteit zijn op hun beurt ook geroepen tot persoonlijke trouw aan de Kerk met alles wat dit impliceert. Van de niet-katholieke leden tenslotte verwacht men respect voor het katholiek karakter van de instelling waarbinnen zij werkzaam zijn, terwijl de universiteit zelf hun godsdienstvrijheid zal respecteren. vgl: Dignitatis Humanae [[[702|2]]]
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Het is de bijzondere verantwoordelijkheid van de bisschoppen de katholieke universiteiten vooruit te helpen; zij dienen hen speciaal te bemoedigen en bij te staan, wanneer deze hun katholieke identiteit ten opzichte van de burgerlijke overheid willen bewaren en versterken. Dit zal des te beter lukken, naarmate universiteit en Kerkelijke overheid onderlinge nauwe, persoonlijke en pastorale contacten creeëren en instandhouden. Deze betrekkingen worden gekenmerkt door wederzijds vertrouwen, goede samenwerking en voortdurende dialoog. Ook al maken zij niet direct deel uit van de interne leiding van de universiteit, de bisschoppen "moeten niet als buitenstaanders worden beschouwd, maar eerder als echte deelnemers aan het leven van de katholieke universiteit."
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De Kerk die "de rechtmatige autonomie van de menselijke cultuur en vooral van de wetenschappen" accepteert, erkent ook de academische vrijheid van elke docent op zijn eigen vakgebied overeenkomstig de principes en methoden, eigen aan de wetenschap in kwestie Gaudium et Spes [[575|59]] maar binnen de grenzen van de waarheid en het algemeen welzijn.
Als wetenschap neemt ook de theologie op de universiteit een wettige plaats in naast de andere disciplines. Op haar terrein heeft zij haar eigen specifieke principes en methoden die haar juist tot wetenschap maken. Zodra theologen die principes volgen en ook de betreffende methode hanteren, genieten ook zij dezelfde academische vrijheid.
De bisschoppen moedigen de theologen aan creatief te werk te gaan. Deze bewijzen de Kerk een dienst, als ze hun onderzoek uitvoeren met inachtneming van de methode die de theologie eigen is. Zij proberen de betekenis van de christelijke Openbaring zoals deze door de Schriften, de Traditie en het Kerkelijke Leergezag wordt doorgegeven, beter te verstaan, verder te verklaren en doeltreffender over te dragen. Zij onderzoeken ook langs welke wegen de theologie licht kan brengen in de specifieke vragen die door de moderne cultuur gesteld worden. Aangezien de theologie de geopenbaarde waarheid tracht te verstaan waarvan de authentieke interpretatie aan de bisschoppen van de Kerk is toevertrouwd, moeten de theologen tegelijkertijd de autoriteit van de bisschoppen respecteren en de katholieke leer aanhangen overeenkomstig de graad van gezag waarmee deze uiteengezet wordt. vgl: Lumen Gentium [[[617|25]]] Dit is een wezenlijk onderdeel van de specifieke principes en de specifieke onderzoeks- en onderwijsbeginselen en methoden, eigen aan hun academische vakgebied. Vanwege de onderscheiden posities in de relatie die zij met elkaar hebben, is de dialoog tussen bisschoppen en theologen van wezenlijk belang. Dit is momenteel bijzonder het geval, nu de onderzoeksresultaten via de sociale communicatiemiddelen zo snel en zo uitvoerig in de publiciteit komen. vgl: Donum Veritatis [[[1091]]]
Als wetenschap neemt ook de theologie op de universiteit een wettige plaats in naast de andere disciplines. Op haar terrein heeft zij haar eigen specifieke principes en methoden die haar juist tot wetenschap maken. Zodra theologen die principes volgen en ook de betreffende methode hanteren, genieten ook zij dezelfde academische vrijheid.
De bisschoppen moedigen de theologen aan creatief te werk te gaan. Deze bewijzen de Kerk een dienst, als ze hun onderzoek uitvoeren met inachtneming van de methode die de theologie eigen is. Zij proberen de betekenis van de christelijke Openbaring zoals deze door de Schriften, de Traditie en het Kerkelijke Leergezag wordt doorgegeven, beter te verstaan, verder te verklaren en doeltreffender over te dragen. Zij onderzoeken ook langs welke wegen de theologie licht kan brengen in de specifieke vragen die door de moderne cultuur gesteld worden. Aangezien de theologie de geopenbaarde waarheid tracht te verstaan waarvan de authentieke interpretatie aan de bisschoppen van de Kerk is toevertrouwd, moeten de theologen tegelijkertijd de autoriteit van de bisschoppen respecteren en de katholieke leer aanhangen overeenkomstig de graad van gezag waarmee deze uiteengezet wordt. vgl: Lumen Gentium [[[617|25]]] Dit is een wezenlijk onderdeel van de specifieke principes en de specifieke onderzoeks- en onderwijsbeginselen en methoden, eigen aan hun academische vakgebied. Vanwege de onderscheiden posities in de relatie die zij met elkaar hebben, is de dialoog tussen bisschoppen en theologen van wezenlijk belang. Dit is momenteel bijzonder het geval, nu de onderzoeksresultaten via de sociale communicatiemiddelen zo snel en zo uitvoerig in de publiciteit komen. vgl: Donum Veritatis [[[1091]]]
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De dienende taak van de katholieke universiteit
30
Een universiteit heeft als voornaamste opdracht te blijven zoeken naar de waarheid door middel van wetenschappelijk onderzoek en het bewaren en doorgeven van kennis, ten bate van de samenleving. De katholieke universiteit heeft haar aandeel in die opdracht door haar eigen aard en specifieke bedoelingen.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De dienst aan Kerk en maatschappij
31
Via onderricht en onderzoek levert de katholieke universiteit aan de Kerk een onmiskenbare bijdrage. Ze behartigt namelijk de opleiding van mannen en vrouwen die - geïnspireerd door christelijke beginselen en bereid om op een volwassen en verantwoorde manier hun christelijke roeping te beleven - ook capabel zullen zijn voor verantwoordelijke posten binnen de Kerk. Dankzij de resultaten van wetenschappelijk onderzoek waarover zij beschikt, zal de katholieke universiteit de Kerk bovendien kunnen helpen om een antwoord geven op actuele problemen en noden.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Zoals iedere andere universiteit leeft de katholieke universiteit te midden van de menselijke samenleving. De dienst die zij de Kerk bewijst, kan een uitstraling hebben. Daarom is zij steeds binnen het kader van haar eigen deskundigheden geroepen om een steeds doeltreffender instrument te zijn van culturele vooruitgang zowel voor de individuele persoon als voor de maatschappij. Haar onderzoeksactiviteiten zullen dus ook de bestudering omvatten van ernstige actuele problemen zoals de waardigheid van het menselijk leven, het bevorderen van gerechtigheid voor iedereen, de kwaliteit van het beroeps- en gezinsleven, het behoud van de natuur, het zoeken naar vrede en politieke stabiliteit, een rechtvaardiger verdeling van de goederen der aarde en een nieuwe economische en politieke orde waarmee de nationale en internationale mensengemeenschap beter gediend is. Het universitaire onderzoek zal gericht moeten zijn op een grondige bestudering van wortels en oorzaken van de moeilijke problemen van onze tijd waarbij bijzonder de aandacht zal uitgaan naar de ethische en godsdienstige aspecten van deze kwesties. De katholieke universiteit zal bij gelegenheid de moed dienen te hebben om waarheden die onaangenaam zijn, toch te uiten. Daarmee verliest men wellicht de gunst van de publieke opinie, maar het is nodig om het werkelijke welzijn van de samenleving te behouden.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Twee dingen moet speciaal voorrang verleend worden: het onderzoek naar en een christelijke beoordeling van de heersende waarden en normen in de moderne samenleving en cultuur, alsook de verantwoordelijkheid om de hedendaagse maatschappij met die godsdienstige en ethische beginselen vertrouwd te maken die het mensenleven volop zin geven. Dat laatste is de tweede bijdrage die de universiteit kan leveren aan de ontwikkeling van een waarachtige christelijke antropologie waarvan de oorsprong ligt in de persoon van Christus en waardoor de dynamiek van schepping en verlossing de werkelijkheid kunnen beïnvloeden en de juiste oplossing van de problemen in het leven, in de hand kunnen werken.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
De christelijke geest van dienstbaarheid met het oog op de bevordering van sociale rechtvaardigheid is voor elke katholieke universiteit van bijzonder belang. Die instelling moet eigen zijn aan de docenten en ze dient bij de studenten ontwikkeld te worden. De Kerk maakt zich sterk voor de algehele ontwikkeling van elke man en vrouw. Sollicitudo Rei Socialis [[350|27-34]] Het evangelie, geïnterpreteerd door de sociale leer van de Kerk, is een dringend appèl om "mee te werken aan de ontwikkeling van die volkeren die worstelen om zich te bevrijden van het juk van honger, ellende, inheemse ziekten en onwetendheid; die verlangen naar een groter aandeel in de zegeningen der beschaving en naar een actievere waardering van hun menselijke kwaliteiten; die vastbesloten afgaan op het doel van hun zelfverwerkelijking". Populorum Progressio [[266|1]] Iedere katholieke universiteit voelt de verantwoordelijkheid om concreet bij te dragen aan de ontwikkeling van de samenleving waarbinnen zij werkzaam is. Zo zou ze bijvoorbeeld naar middelen kunnen zoeken om de universitaire opleiding toegankelijk te maken voor allen die daarbij baat kunnen hebben, vooral de armen of leden van minderheidsgroepen die daar traditioneel geen deel aan hadden. Bovendien heeft zij verantwoordelijkheid om binnen de grenzen van haar mogelijkheden mee te werken aan de ontwikkeling van naties die nog in opkomst zijn.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Bij de inspanning om tot een antwoord te komen op deze complexe problemen die zoveel aspecten van het menselijk leven en van de maatschappij raken, zal de katholieke universiteit samenwerking moeten bepleiten tussen de diverse academische vakgebieden die bij het zoeken naar oplossingen elk al hun eigen inbreng hebben.
Aangezien elk instituut bovendien maar beperkte economische en personele mogelijkheden heeft, is de samenwerking bij gemeenschappelijke onderzoeksprojecten geboden, of deze nu door de katholieke universiteiten onderling in stand worden gebracht dan wel met andere privé- of rijksinstellingen. In deze maar ook bij andere sectoren van de specifieke activiteiten van een katholieke universiteit moet men de rol kennen van de verschillende nationale en internationale federaties van katholieke universiteiten. Met name willen we hier de opdracht vernoemen van de Internationale Federatie van de Katholieke Universiteiten, opgericht door de Heilige Stoel die van haar een samenwerking verwacht die resultaat oplevert.
Aangezien elk instituut bovendien maar beperkte economische en personele mogelijkheden heeft, is de samenwerking bij gemeenschappelijke onderzoeksprojecten geboden, of deze nu door de katholieke universiteiten onderling in stand worden gebracht dan wel met andere privé- of rijksinstellingen. In deze maar ook bij andere sectoren van de specifieke activiteiten van een katholieke universiteit moet men de rol kennen van de verschillende nationale en internationale federaties van katholieke universiteiten. Met name willen we hier de opdracht vernoemen van de Internationale Federatie van de Katholieke Universiteiten, opgericht door de Heilige Stoel die van haar een samenwerking verwacht die resultaat oplevert.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Door programma's van voortgezette vorming voor volwassenen, door docenten voor consultatie beschikbaar te stellen, door gebruikmaking van de moderne communicatiemiddelen en op vele andere manieren, kan de katholieke universiteit bewerken dat de zich alsmaar ontwikkelende menselijke wetenschap en een steeds beter geloofsverstaan binnen het bereik komen van een breed publiek. Zo verleent de universiteit haar diensten tot ver buiten de puur academische kring.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Bij de dienst die men aan de samenleving bewijst zal uiteraard vooral de academische, culturele en wetenschappelijke wereld in het gebied waar de katholieke universiteit zich bevindt, gesprekspartner bij uitstek zijn. Het verdient aanmoediging dat de katholieke universiteiten met de andere universiteiten in den lande creatieve vormen van dialoog en samenwerking beoefenen, ter wille van de vooruitgang, van het onderling begrip tussen de culturen en ter wille van het behoud van de natuur vanuit een milieubesef dat over grenzen heen kijkt.
Zoals andere particuliere en openbare instellingen dienen ook de katholieke universiteiten het algemeen belang door onderzoek en hoger onderwijs; Zij vertegenwoordigen één van de verschillende soorten instellingen waardoor de culturele verscheidenheid zich vrijelijk kan uiten. Ze proberen in de samenleving en in de wereld het gevoel van solidariteit te versterken. Daarom mogen zij van de burgermaatschappij en van de burgerlijke overheid ook verwachten dat de autonomie van hun instelling alsook hun academische vrijheid erkend en beschermd worden. Eveneens mogen zij de nodige economische steun verwachten die hun voortbestaan en ontwikkeling garandeert.
Zoals andere particuliere en openbare instellingen dienen ook de katholieke universiteiten het algemeen belang door onderzoek en hoger onderwijs; Zij vertegenwoordigen één van de verschillende soorten instellingen waardoor de culturele verscheidenheid zich vrijelijk kan uiten. Ze proberen in de samenleving en in de wereld het gevoel van solidariteit te versterken. Daarom mogen zij van de burgermaatschappij en van de burgerlijke overheid ook verwachten dat de autonomie van hun instelling alsook hun academische vrijheid erkend en beschermd worden. Eveneens mogen zij de nodige economische steun verwachten die hun voortbestaan en ontwikkeling garandeert.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Universiteitspastoraat
38
Het universiteitspastoraat is de activiteit van de universiteit waardoor de leden van haar gemeenschap gelegenheid krijgen academische studie en nevenactiviteiten enerzijds en godsdienstige en morele beginselen anderzijds met elkaar te combineren. Zo kunnen leven en geloofsbeleving geïntegreerd worden. Dit pastoraat concretiseerd de opdracht van de Kerk in het hart van de universiteit en maakt integraal deel uit van haar werkzaamheden en structuur. Een universitaire gemeenschap die het katholieke karakter van de instelling met zorg tracht te bevorderen, zal zich bewust zijn van die pastorale kant, en zal ook gevoelig zijn voor de middelen waarmee dit pastoraat op het geheel van de activiteiten invloed kan uitoefenen.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
De universitaire gemeenschap kan haar katholieke identiteit op natuurlijke wijze vorm geven. Ze moet daartoe de kunst verstaan het geloof in haar dagelijks bezigheden een plaats te geven, waarbij momenten van bezinning en gebed belangrijk zijn. Dit zal aan katholieke leden van die gemeenschap de kans geven om de katholieke leer en praktijk in hun leven te integreren. Ze zullen worden aangemoedigd deel te nemen aan de viering der sacramenten, vooral aan het sacrament van de Eucharistie dat de meest volmaakte uitdrukking is van gemeenschappelijke eredienst. De academische gemeenschappen met een groot aantal personen die behoren tot andere Kerken, kerkelijke genootschappen of godsdiensten zullen de initiatieven van katholieken voor bezinning en gebed moeten respecteren en hun geloofsbeleving onverlet laten.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Allen die het pastoraat op de universiteit behartigen zullen docenten en studenten moeten aansporen zich meer bewust te worden van hun verantwoordelijkheid voor allen die lichamelijk of geestelijk te lijden hebben. In navolging van Christus zullen ze bijzonder aandacht hebben voor de allerarmsten en voor hen die op economisch, maatschappelijk, cultureel en godsdienstig gebied onrecht bejegend worden. De verantwoordelijkheid hiervoor wordt op de eerste plaats uitgeoefend binnen de academische gemeenschap zelf, maar is ook daarbuiten van toepassing.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Het pastoraat op de universiteit is een onmisbare activiteit. Hierdoor kunnen de katholieke studenten die hun doopbeloften ernstig nemen, worden voorbereid om actief deel te nemen aan het leven van de Kerk. Het pastoraat kan ertoe bijdragen, dat men hoogachting krijgt en houdt voor huwelijk en gezinsleven; dat de roeping tot het priesterschap en het religieuze leven wordt bevorderd; dat de christelijke betrokkenheid van de leken vergroot wordt en dat allerlei activiteiten doordrongen raken van de geest van het Evangelie. Bij de eensgezinde samenwerking tussen het universiteitspastoraat en de instellingen die binnen de plaatselijke Kerk hun werk verrichten onder leiding of met de goedkeuring van de bisschop, zal een ieder enkel maar baat kunnen hebben.
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Verschillende verenigingen of bewegingen voor geestelijk en apostolisch leven, met name die speciaal voor de studenten in het leven zijn geroepen, kunnen een flinke bijdrage leveren om de pastorale kanten van het universitaire leven tot ontwikkeling te brengen.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De dialoog met de cultuur
43
Naar haar wezen bevordert de universiteit door haar onderzoeksactiviteit de cultuur. Zij helpt om de plaatselijke cultuur via het onderwijs aan de komende generaties door te geven en met de hulp die zij geeft op educatief gebied steunt ze culturele initiatieven. Voor alle menselijke ervaring staat ze open; ze is bereid tot dialoog en wil hoe dan ook elke cultuur bestuderen. De katholieke universiteit neemt deel aan dit proces door de rijke culturele ervaring van de Kerk aan te bieden. In het volle besef dat de menselijke cultuur open staat voor de Openbaring en voor het transcendente is de katholieke universiteit bovendien de eerst aangewezen plaats voor een vruchtbare dialoog tussen Evangelie en cultuur.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Met die dialoog is zij de Kerk van dienst en helpt haar een betere kennis van de verschillende culturen te krijgen; de positieve en negatieve aspecten daarin te onderkennen; hun authentieke menselijke inbreng met open armen te ontvangen en hulpmiddelen te ontwikkelen waardoor het geloof begrijpelijker kan worden gemaakt voor mensen van een bepaalde cultuur. Het is waar dat het Evangelie niet met de cultuur samenvalt, maar eerder alle culturen overstijgt. Maar anderzijds is het ook zo, "dat het Koninkrijk dat door het Evangelie aangekondigd wordt, beleefd wordt door mensen die sterk met een bepaalde cultuur verbonden zijn en dat de opbouw van het Koninkrijk het niet kan stellen zonder elementen van beschaving en van de menselijke culturen. Evangelii Nuntiandi [[519|20]] vgl: Gaudium et Spes [[[575|58]]] "Een geloof dat zich situeert op de grens van wat menselijk is, dus aan de rand van de cultuur, zou een geloof zijn die geen weerspiegeling is van alles dat de volheid van het Woord Gods toont en openbaart; het zou een geamputeerd geloof zijn, ja erger nog, een geloof dat op weg is zichzelf te vernietigen".
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
De katholieke universiteit moet meer en meer oog krijgen voor de culturen in de wereld van vandaag en ook voor de verschillende culturele tradities binnen de Kerk. Daarmee wordt de duurzame en weldadige dialoog bevorderd tussen het Evangelie en onze moderne samenleving. Bij de criteria die de waarde van een cultuur kenmerken, komen op de eerste plaats de betekenis van de menselijke persoon, zijn vrijheid en waardigheid, zijn verantwoordelijkheidsgevoel en zijn ontvankelijkheid voor het transcendente. Eerbied voor de persoon is verbonden met de verheven waarde van het gezin, het voornaamste bestanddeel van elke menselijke cultuur.
Het zal de opgave zijn van de katholieke universiteiten om de aspiraties en tradities van de moderne cultuur te onderkennen en juist te beoordelen ten einde haar meer geschikt te maken voor een integrale ontwikkeling van mensen en volkeren. In het bijzonder worden de universiteiten aangespoord om door middel van geëigende studies te onderzoeken welke invloed demoderne technologie en met name de sociale communicatiemiddelen hebben op personen, gezinnen, instellingen en op het geheel van de moderne cultuur. Men moet de identiteit van traditionele culturen in bescherming nemen. Dat kan door hen te helpen moderne waarden in zich op te nemen zonder daarbij het goede dat zij geërfd hebben en dat voor de hele mensheid van grote waarde is, op te offeren. Universiteiten in gebieden met een traditionele cultuur zullen zorgvuldig moeten proberen de lokale culturen met de positieve bijdragen van moderne culturen te verzoenen.
Het zal de opgave zijn van de katholieke universiteiten om de aspiraties en tradities van de moderne cultuur te onderkennen en juist te beoordelen ten einde haar meer geschikt te maken voor een integrale ontwikkeling van mensen en volkeren. In het bijzonder worden de universiteiten aangespoord om door middel van geëigende studies te onderzoeken welke invloed demoderne technologie en met name de sociale communicatiemiddelen hebben op personen, gezinnen, instellingen en op het geheel van de moderne cultuur. Men moet de identiteit van traditionele culturen in bescherming nemen. Dat kan door hen te helpen moderne waarden in zich op te nemen zonder daarbij het goede dat zij geërfd hebben en dat voor de hele mensheid van grote waarde is, op te offeren. Universiteiten in gebieden met een traditionele cultuur zullen zorgvuldig moeten proberen de lokale culturen met de positieve bijdragen van moderne culturen te verzoenen.
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Wat de katholieke universiteit bijzonder aangaat is de dialoog tussen het christelijk denken en de moderne wetenschappen. Voor die taak zijn mensen nodig die bijzonder thuis zijn in de verschillende vakgebieden, een adequate theologische vorming hebben genoten, en de epistemologische problemathiek beheersen rond de betrekkingen tussen geloof en rede. Zowel de natuurwetenschappen als de menswetenschappen met hun nieuwe en complexe problemen van filosofische en ethische aard zijn bij deze dialoog betrokken. De christelijke onderzoeker moet laten zien hoe het menselijk verstand verrijkt wordt door de hogere waarheid die uit het Evangelie is afgeleid. "Het verstandelijk begrip neemt niet af, maar wordt juist gestimuleerd en versterkt door die innerlijke bron van diep inzicht, het Woord van God, en door de hiërarchie van waarden die daaruit voortkomt. ... Op een unieke wijze laat ook de katholieke universiteit zien dat de geest zo verheven is dat ze - op gevaar af zichzelf te verliezen - het zich nooit kan veroorloven iets anders te dienen dan het zoeken naar de waarheid".
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Naast de culturele dialoog kan de katholieke universiteit nog een andere dialoog aangaan. Met eerbiediging van haar specifieke doelstellingen, gelet ook op de verschillende religieuze en culturele omstandigheden en met inachtneming van de richtlijnen van de bekwame Kerkelijke autoriteiten, kan zij van nut zijn voor de oecumenische dialoog waardoor het zoeken naar eenheid van alle Christenen bevorderd wordt. Zij kan de dialoog tussen de godsdiensten bevorderen door behulpzaam te zijn bij het onderkennen van de geestelijke waarden die in de verschillende godsdiensten aanwezig zijn.
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Evangelisatie
48
Het is de voornaamste opdracht van de Kerk het Evangelie zo te verkondigen dat de band tussen geloof en leven gehandhaafd blijft, zowel bij de enkeling als in de maatschappelijke en culturele situatie waarin mensen leven, werken en contacten hebben. Evangelisatie betekent "het Goede Nieuws overal brengen waar mensen zijn en het op hen laten inwerken, zodat ze van binnenuit omgevormd worden en nieuw worden. . .. Het gaat er niet enkel om het Evangelie op steeds grotere schaal of aan steeds grotere bevolkingsgroepen te verkondigen. Waar het op aan komt is dat oordeelscriteria, overheersende waarden en belangen, denkpatronen, inspiratiebronnen en leefmodellen van de mensheid die strijdig zijn met Gods Woord en met het Heilsplan, worden geraakt en door de kracht van het Evangelie omver worden geworpen". Evangelii Nuntiandi [[519|18]]
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Overeenkomstig haar aard levert elke katholieke universiteit een belangrijke bijdrage aan de Kerk in haar evangelisatiewerk. Het gaat erom dat de instelling levendig getuigt van Christus en zijn boodschap. Dit is noodzakelijk en van belang voor culturen die gestempeld zijn door het secularisme en voor alle plaatsen waar Christus en zijn boodschap nog niet bekend zijn. Alle activiteiten van een katholieke universiteit moeten bovendien te verenigen en te harmoniëren zijn met de evangelisatie-opdracht van de Kerk. Het onderzoek dient verricht te worden in het licht van de christelijke boodschap om nieuwe menselijke ontdekkingen dienstig te laten zijn aan de enkeling en samenleving. De vorming moet plaatsvinden in een gelovige context zodat personen worden opgeleid om rationeel en kritisch te kunnen oordelen met het besef van de waardigheid van de menselijke persoon die alles te boven gaat. De beroepsopleiding moet rekening houden met ethische waarden en zich afvragen welk dienst er aan persoon en samenleving wordt bewezen. De dialoog met de cultuur is er om een beter begrip van het geloof te bevorderen. Het theologisch onderzoek dient het geloof behulpzaam te zijn bij de verwoording in modem taalgebruik. "Juist omdat de Kerk zich steeds bewuster wordt van haar heilsopdracht in deze wereld, wil ze dat deze centra met haar in contact staan, duidelijk van hun aanwezigheid blijk geven en meewerken om de echte boodschap van Christus te verbreiden".
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 2 Algemene normen
- === Algemene normen
- Artikel 1 Aard van deze algemene normen
50
Par. 1. Deze algemene normen berusten op het Wetboek van Canoniek Recht.é? waarvan ze een nadere uitwerking vormen, alsmede op de aanvullende Kerkelijke wetgeving. Onverkort blijft daarbij het recht van de Heilige Stoel om te interventiëren, als dat nodig blijkt. De normen zijn van toepassing op alle katholieke universiteiten en instellingen van hoger onderwijs overal ter wereld.
Par. 2. De algemene normen moeten lokaal en regionaal concreet worden toegepast door de bisschoppenconferenties en door andere vergaderingen van de katholieke hiërarchie, overeenkomstig het Wetboek van Canoniek Recht en de aanvullende Kerkelijke wetgeving. Men houde rekening met de statuten van elke universiteit of instelling, en indien mogelijk en wenselijk ook met het burgerlijk recht. Na beoordeling door de Heilige Stoel par. 2 [[30|455]] zullen deze plaatselijke of regionale reglementen gelden voor alle katholieke universiteiten en instellingen van hoger onderwijs van het desbetreffend gebied. Uitgezonderd zijn de Kerkelijke universiteiten en faculteiten. Deze instellingen alsmede de Kerkelijke faculteiten verbonden aan een katholieke universiteit vallen onder de normen van de Apostolische Constitutie Sapientia Christiana - Toepassingsnormen [4119].
Par. 3. Een universiteit, opgericht of goedgekeurd door de Heilige Stoel, door een bisschoppenconferentie of een andere vergadering van de katholieke hiërarchie, ofwel door een diocesane bisschop, moet deze algemene normen en de plaatselijke en regionale toepassingen in de bestuursdocumenten opnemen. Ze moet de nu geldende statuten aan de algemene normen en hun toepassingen aanpassen en deze ter goedkeuring voorleggen aan de bevoegde Kerkelijke overheid. Het spreekt vanzelf dat de andere katholieke universiteiten die met instemming van de lokale Kerkelijke overheid niet overeenkomstig één van bovengenoemde modellen georganiseerd zijn, deze algemene normen met hun lokale en regionale toepassingen zullen opnemen in hun bestuursdocumenten en - voor zover mogelijk - hun nu geldende statuten zullen aanpassen aan deze algemene normen en hun toepassingen.
Par. 2. De algemene normen moeten lokaal en regionaal concreet worden toegepast door de bisschoppenconferenties en door andere vergaderingen van de katholieke hiërarchie, overeenkomstig het Wetboek van Canoniek Recht en de aanvullende Kerkelijke wetgeving. Men houde rekening met de statuten van elke universiteit of instelling, en indien mogelijk en wenselijk ook met het burgerlijk recht. Na beoordeling door de Heilige Stoel par. 2 [[30|455]] zullen deze plaatselijke of regionale reglementen gelden voor alle katholieke universiteiten en instellingen van hoger onderwijs van het desbetreffend gebied. Uitgezonderd zijn de Kerkelijke universiteiten en faculteiten. Deze instellingen alsmede de Kerkelijke faculteiten verbonden aan een katholieke universiteit vallen onder de normen van de Apostolische Constitutie Sapientia Christiana - Toepassingsnormen [4119].
Par. 3. Een universiteit, opgericht of goedgekeurd door de Heilige Stoel, door een bisschoppenconferentie of een andere vergadering van de katholieke hiërarchie, ofwel door een diocesane bisschop, moet deze algemene normen en de plaatselijke en regionale toepassingen in de bestuursdocumenten opnemen. Ze moet de nu geldende statuten aan de algemene normen en hun toepassingen aanpassen en deze ter goedkeuring voorleggen aan de bevoegde Kerkelijke overheid. Het spreekt vanzelf dat de andere katholieke universiteiten die met instemming van de lokale Kerkelijke overheid niet overeenkomstig één van bovengenoemde modellen georganiseerd zijn, deze algemene normen met hun lokale en regionale toepassingen zullen opnemen in hun bestuursdocumenten en - voor zover mogelijk - hun nu geldende statuten zullen aanpassen aan deze algemene normen en hun toepassingen.
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De identiteit van een katholieke universiteit
51
Par. 1. Net als elke andere universiteit is een katholieke universiteit een gemeenschap van wetenschappers die verschillende takken van menselijke kennis vertegenwoordigen. Zij legt zich toe op onderzoek, onderricht en op verschillende vormen van dienstverlening die in overeenkomst zijn met haar culturele opdracht.
Par. 2. Vanwege haar katholiciteit laat een katholieke universiteit zich voor het onderzoek dat ze verricht, voor het onderricht dat ze geeft, en voor alle andere activiteiten bezielen door katholieke idealen, beginselen en grondhoudingen. Zij heeft een band met de Kerk hetzij formeel vanwege oprichting en statuten, hetzij door een binding die het bestuur is aangegaan.
Par. 3. Iedere katholieke universiteit moet haar katholieke identiteit kenbaar maken door een verklaring van haar opdracht of door een ander geschikt openbaar document, tenzij ze door het bevoegde Kerkelijk gezag gemachtigd is anders te handelen. Qua structuur en reglementen moet ze over middelen kunnen beschikken om die identiteit te kunnen uiten en handhaven overeenkomstig par. 2.
Par. 4. De katholieke leer en de katholieke disciplinelijn moeten op alle werkzaamheden van invloed zijn, uiteraard moet eerbiediging van ieders gewetensvrijheid. Iedere officiële daad van de universiteit moet in overeenstemming zijn met haar katholieke identiteit.
Par. 5. Een katholieke universiteit bezit de autonomie die nodig is om haar specifieke identiteit te ontwikkelen en haar specifieke opdracht ten uitvoer te brengen. Vrijheid van onderzoek en vrijheid van onderwijs worden erkend en gerespecteerd overeenkomstig de eigen principes en methoden van elke vakgebied, mits de rechten van het individu en van de gemeenschap steeds gehandhaafd blijven en men zich houdt binnen de grenzen van waarheid en algemeen welzijn." vgl: Gaudium et Spes [[[575|57.59]]] vgl: Gravissimum Educationis [[[647|10]]]
Par. 2. Vanwege haar katholiciteit laat een katholieke universiteit zich voor het onderzoek dat ze verricht, voor het onderricht dat ze geeft, en voor alle andere activiteiten bezielen door katholieke idealen, beginselen en grondhoudingen. Zij heeft een band met de Kerk hetzij formeel vanwege oprichting en statuten, hetzij door een binding die het bestuur is aangegaan.
Par. 3. Iedere katholieke universiteit moet haar katholieke identiteit kenbaar maken door een verklaring van haar opdracht of door een ander geschikt openbaar document, tenzij ze door het bevoegde Kerkelijk gezag gemachtigd is anders te handelen. Qua structuur en reglementen moet ze over middelen kunnen beschikken om die identiteit te kunnen uiten en handhaven overeenkomstig par. 2.
Par. 4. De katholieke leer en de katholieke disciplinelijn moeten op alle werkzaamheden van invloed zijn, uiteraard moet eerbiediging van ieders gewetensvrijheid. Iedere officiële daad van de universiteit moet in overeenstemming zijn met haar katholieke identiteit.
Par. 5. Een katholieke universiteit bezit de autonomie die nodig is om haar specifieke identiteit te ontwikkelen en haar specifieke opdracht ten uitvoer te brengen. Vrijheid van onderzoek en vrijheid van onderwijs worden erkend en gerespecteerd overeenkomstig de eigen principes en methoden van elke vakgebied, mits de rechten van het individu en van de gemeenschap steeds gehandhaafd blijven en men zich houdt binnen de grenzen van waarheid en algemeen welzijn." vgl: Gaudium et Spes [[[575|57.59]]] vgl: Gravissimum Educationis [[[647|10]]]
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De oprichting van een katholieke universiteit
52
Par. 1. Een katholieke universiteit kan worden opgericht of goedgekeurd door de Heilige Stoel, door een bisschoppenconferentie of een andere vergadering van de katholieke hiërarchie en door een diocesane bisschop.
Par. 2. Met de instemming van de bisschop van het diocees kan een katholieke universiteit ook worden opgericht door een religieus instituut of door een andere publieke rechtspersoon.
Par. 3. Ook kan een katholieke universiteit worden opgericht door andere geestelijken of door leken. Die universiteit kan pas als katholieke universiteit beschouwd worden, als de bevoegde kerkelijke overheid daarmee akkoord gaat overeenkomstig de voorwaarden die door de partijen zullen worden overeengekomen.
Par. 4. Voor de gevallen waarvan sprake is in Par. 1 en 2, moeten de statuten door het bevoegde kerkelijk gezag worden goedgekeurd.
Par. 2. Met de instemming van de bisschop van het diocees kan een katholieke universiteit ook worden opgericht door een religieus instituut of door een andere publieke rechtspersoon.
Par. 3. Ook kan een katholieke universiteit worden opgericht door andere geestelijken of door leken. Die universiteit kan pas als katholieke universiteit beschouwd worden, als de bevoegde kerkelijke overheid daarmee akkoord gaat overeenkomstig de voorwaarden die door de partijen zullen worden overeengekomen.
Par. 4. Voor de gevallen waarvan sprake is in Par. 1 en 2, moeten de statuten door het bevoegde kerkelijk gezag worden goedgekeurd.
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 De universitaire gemeenschap
53
Par. 1. De verantwoordelijkheid voor handhaving en versterking van de katholieke identiteit van de universiteit ligt op de eerste plaats bij de universiteit zelf. Hoewel die verantwoordelijkheid in principe toevertrouwd is aan het bestuur van de universiteit (en dus eventueel bij de Groot-Kanselier en/of de CVB/UR of een soortgelijk bestuursorgaan), is zij in verschillende gradatie ook een zaak van alle leden van die gemeenschap. Het aanwerven van adequaat personeel voor de universiteit, in het bijzonder van docenten en administratief personeel, is dan ook een vereiste. Het gaat om mensen die de identiteit willen en kunnen bevorderen. De identiteit van een katholieke universiteit hangt wezenlijk samen met de kwaliteit van de docenten en met het respect voor de katholieke leer. De bevoegde overheid heeft de plicht over deze voornaamste voorwaarden te waken, overeenkomstig de aanwijzingen van het Canoniek Recht.é?
Par. 2. Op het moment van hun benoeming moeten alle docenten en het gehele administratieve personeel op de hoogte worden gebracht van de katholieke identiteit van de instelling en van de consequenties die dat met zich meebrengt. Men dient hen te wijzen op hun verantwoordelijkheid om die identiteit te bevorderen of minstens te respecteren.
Par. 3. Op een wijze die afgestemd is op de verschillende academische vakgebieden moeten alle katholieke docenten bij hun onderzoek en onderricht trouw zijn aan de katholieke leer en moraal. De andere docenten moeten deze respecteren. Laten vooral de katholieke theologen die goed beseffen dat ze een Kerkelijke opdracht uitvoeren, trouw betonen aan het Kerkelijke Leergezag, dat de authentieke vertolker is van de Heilige Schrift en van de Gewijde Overlevering. Lumen Gentium [[617|25]] Dei Verbum [[576|8-10]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|812]]]
Par. 4. Docenten en administratief personeel, behorend tot andere Kerken, Kerkelijke gemeenschappen of godsdiensten, alsook degenen die geen enkele geloofsovertuiging hebben, en ook alle studenten hebben de plicht het katholieke karakter van de universiteit te erkennen en te eerbiedigen. Ten einde de katholieke identiteit van universiteit of hoger instituut niet op het spel te zetten, moet men voorkomen dat de niet-katholieke docenten de meerderheid gaan uitmaken binnen de instelling die katholiek is en moet blijven.
Par. 5. De vorming van de studenten moet een combinatie zijn van academische en professionele rijping enerzijds, en van vorming in morele en godsdienstige beginselen alsmede in de kennis van de sociale leer van de Kerk anderzijds. Het studieprogramma voor elk van de verschillende vakgebieden moet een morele vorming insluiten die afgestemd is op het vak waartoe men wordt opgeleid. Bovendien zal het een goede zaak zijn, als alle studenten de mogelijkheid krijgen colleges te volgen over de katholieke leer. vgl: Par. 2 [[[30|811]]]
Par. 2. Op het moment van hun benoeming moeten alle docenten en het gehele administratieve personeel op de hoogte worden gebracht van de katholieke identiteit van de instelling en van de consequenties die dat met zich meebrengt. Men dient hen te wijzen op hun verantwoordelijkheid om die identiteit te bevorderen of minstens te respecteren.
Par. 3. Op een wijze die afgestemd is op de verschillende academische vakgebieden moeten alle katholieke docenten bij hun onderzoek en onderricht trouw zijn aan de katholieke leer en moraal. De andere docenten moeten deze respecteren. Laten vooral de katholieke theologen die goed beseffen dat ze een Kerkelijke opdracht uitvoeren, trouw betonen aan het Kerkelijke Leergezag, dat de authentieke vertolker is van de Heilige Schrift en van de Gewijde Overlevering. Lumen Gentium [[617|25]] Dei Verbum [[576|8-10]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|812]]]
Par. 4. Docenten en administratief personeel, behorend tot andere Kerken, Kerkelijke gemeenschappen of godsdiensten, alsook degenen die geen enkele geloofsovertuiging hebben, en ook alle studenten hebben de plicht het katholieke karakter van de universiteit te erkennen en te eerbiedigen. Ten einde de katholieke identiteit van universiteit of hoger instituut niet op het spel te zetten, moet men voorkomen dat de niet-katholieke docenten de meerderheid gaan uitmaken binnen de instelling die katholiek is en moet blijven.
Par. 5. De vorming van de studenten moet een combinatie zijn van academische en professionele rijping enerzijds, en van vorming in morele en godsdienstige beginselen alsmede in de kennis van de sociale leer van de Kerk anderzijds. Het studieprogramma voor elk van de verschillende vakgebieden moet een morele vorming insluiten die afgestemd is op het vak waartoe men wordt opgeleid. Bovendien zal het een goede zaak zijn, als alle studenten de mogelijkheid krijgen colleges te volgen over de katholieke leer. vgl: Par. 2 [[[30|811]]]
Referenties naar alinea 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 De katholieke universiteit in de Kerk
54
Par. 1. Elke katholieke universiteit moet in gemeenschap blijven met de universele Kerk en met de Heilige Stoel. Ze moet nauw contact onderhouden met de particuliere Kerk, vooral met de diocesane bisschoppen van het gebied of het land. Overeenkomstig haar aard zal de katholieke universiteit haar inbreng hebben overal waar de Kerk evangeliserend bezig is.
Par. 2. Het is de verantwoordelijkheid van iedere bisschop te bevorderen dat de katholieke universiteiten in zijn bisdom goed functioneren. De bisschop heeft het recht en de plicht ervoor te waken dat het katholieke karakter van de instellingen bewaard blijft en versterkt wordt. Als er rond deze noodzakelijke voorwaarde problemen rijzen, moet de plaatselijke bisschop de nodige initiatieven nemen om tot een oplossing te komen, in goed overleg met de bevoegde academische overheden en volgens de procedures die zijn vastgesteld en indien nodig met hulp van de Heilige Stoel.
Par. 3. Op geregelde tijden moet elke katholieke universiteit krachtens Art. 3, par. 1 en 2 [al:52] bij de bevoegde kerkelijke overheid deskundig verslag uitbrengen over de universiteit en haar werkzaamheden. De andere katholieke universiteiten moeten deze informatie meedelen aan de bisschop van het diocees waar de voornaamste vestiging van de instelling zich bevindt.
Par. 2. Het is de verantwoordelijkheid van iedere bisschop te bevorderen dat de katholieke universiteiten in zijn bisdom goed functioneren. De bisschop heeft het recht en de plicht ervoor te waken dat het katholieke karakter van de instellingen bewaard blijft en versterkt wordt. Als er rond deze noodzakelijke voorwaarde problemen rijzen, moet de plaatselijke bisschop de nodige initiatieven nemen om tot een oplossing te komen, in goed overleg met de bevoegde academische overheden en volgens de procedures die zijn vastgesteld en indien nodig met hulp van de Heilige Stoel.
Par. 3. Op geregelde tijden moet elke katholieke universiteit krachtens Art. 3, par. 1 en 2 [al:52] bij de bevoegde kerkelijke overheid deskundig verslag uitbrengen over de universiteit en haar werkzaamheden. De andere katholieke universiteiten moeten deze informatie meedelen aan de bisschop van het diocees waar de voornaamste vestiging van de instelling zich bevindt.
Referenties naar alinea 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 Het pastoraat op de universiteit
55
Par. 1. De katholieke universiteit moet zorg dragen voor het pastoraat onder de leden van de universitaire gemeenschap, in het bijzonder voor de geestelijke ontwikkeling van hen die het katholieke geloof belijden. De voorkeur moet uitgaan naar mogelijkheden waardoor menselijke ontwikkeling en vakopleiding verbonden worden met religieuze waarden in het licht van de katholieke leer teneinde intellectuele vorming en de religieuze kant van het leven met elkaar te verenigen.
Par. 2. Er moeten voldoende gekwalificeerde personen - priesters, mannelijke en vrouwelijke religieuzen, leken - benoemd worden om het specifieke pastoraat ten behoeve van de universitaire gemeenschap mogelijk te maken. Deze dient te geschieden in samenwerking met het pastoraat van de plaatselijke Kerk, onder leiding of met goedkeuring van de diocesane bisschop. Men zal alle leden van de universitaire gemeenschap aansporen dit pastoraat te ondersteunen en mee te werken aan initiatieven op dit terrein.
Par. 2. Er moeten voldoende gekwalificeerde personen - priesters, mannelijke en vrouwelijke religieuzen, leken - benoemd worden om het specifieke pastoraat ten behoeve van de universitaire gemeenschap mogelijk te maken. Deze dient te geschieden in samenwerking met het pastoraat van de plaatselijke Kerk, onder leiding of met goedkeuring van de diocesane bisschop. Men zal alle leden van de universitaire gemeenschap aansporen dit pastoraat te ondersteunen en mee te werken aan initiatieven op dit terrein.
Referenties naar alinea 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 De samenwerking
56
Par. 1. Om de complexe problemen van de moderne maatschappij beter aan te kunnen en de katholieke identiteit van de instellingen te versterken, moet er op regionaal, nationaal en internationaal niveau bij onderzoek, onderwijs en andere universitaire werkzaamheden meer samenwerking komen tussen alle katholieke universiteiten met inbegrip van de Kerkelijke universiteiten en faculteiten. vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|820]]] vgl: Sapientia Christiana - Toepassingsnormen [[[4119|(49)]]] Samenwerking van de katholieke universiteiten met andere universiteiten en instituten van onderzoek en onderwijs, hetzij particuliere hetzij openbare, moet natuurlijk ook aangemoedigd worden.
Par. 2. Wanneer de mogelijkheid daar is en het overeenkomt met de katholieke beginselen en de katholieke leer, moeten de katholieke universiteiten meewerken aan overheidsprogramma's en aan projecten van nationale en internationale organisaties voor gerechtigheid, ontwikkeling en vooruitgang.
Par. 2. Wanneer de mogelijkheid daar is en het overeenkomt met de katholieke beginselen en de katholieke leer, moeten de katholieke universiteiten meewerken aan overheidsprogramma's en aan projecten van nationale en internationale organisaties voor gerechtigheid, ontwikkeling en vooruitgang.
Referenties naar alinea 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Overgangsbepalingen
57
Artikel 8
De huidige Constitutie zal van kracht worden op de eerste dag van het academische jaar 1991.
De huidige Constitutie zal van kracht worden op de eerste dag van het academische jaar 1991.
Referenties naar alinea 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
Artikel 9
De uitvoering van de Constitutie wordt opgedragen aan de Congregatie voor de Katholieke Opvoeding [d:119]. Deze krijgt de taak de noodzakelijke richtlijnen in deze vast te stellen en op te nemen.
De uitvoering van de Constitutie wordt opgedragen aan de Congregatie voor de Katholieke Opvoeding [d:119]. Deze krijgt de taak de noodzakelijke richtlijnen in deze vast te stellen en op te nemen.
Referenties naar alinea 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
Artikel 10
Het zal mettertijd wanneer de omstandigheden het vereisen de taak zijn van de Congregatie voor de Katholieke Opvoeding [d:119] wijzigingen voor te stellen in deze constitutie ten einde ze steeds aan te passen aan de nieuwe behoeften van de katholieke universiteiten.
Het zal mettertijd wanneer de omstandigheden het vereisen de taak zijn van de Congregatie voor de Katholieke Opvoeding [d:119] wijzigingen voor te stellen in deze constitutie ten einde ze steeds aan te passen aan de nieuwe behoeften van de katholieke universiteiten.
Referenties naar alinea 59: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
Artikel 11
Bijzondere of gewone wetten die op dit ogenblik gelden maar strijdig zijn met deze Constitutie, komen te vervallen. Hetzelfde gebeurt met privileges die tot nu toe door de Heilige Stoel verleend worden zowel aan fysieke als aan juridische personen, en die niet in overeenstemming zijn met deze Constitutie.
Bijzondere of gewone wetten die op dit ogenblik gelden maar strijdig zijn met deze Constitutie, komen te vervallen. Hetzelfde gebeurt met privileges die tot nu toe door de Heilige Stoel verleend worden zowel aan fysieke als aan juridische personen, en die niet in overeenstemming zijn met deze Constitutie.
Referenties naar alinea 60: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 3 Besluit
61
De opdracht die de Kerk vol goede hoop aan de katholieke universiteiten toevertrouwt, is op cultureel en godsdienstig gebied van vitaal belang, omdat ze te maken heeft met de toekomst van de mensheid. De vernieuwing die van de katholieke universiteiten verlangd wordt, zal hen meer geschikt maken om te voldoen aan hun plicht: de boodschap van Christus over te brengen aan de mensen, aan de samenleving en aan de culturen.
"Al het menselijke zowel op persoonlijk vlak als in de samenleving is door Christus bevrijdt; dat betreft de mensen zelf en de arbeid die ze leveren, waarvan de cultuur de hoogste èn de meest eigen uiting is. De heilzame invloed van de Kerk op de culturen wordt allereerst uitgeoefend door personen, gezinnen en opvoeders. ... Jezus Christus, onze Verlosser, biedt licht en hoop aan allen die zich bezig houden met kunst, wetenschap en letteren en werkzaam zijn op de talloze terreinen die door de moderne cultuur ontgonnen zijn. Alle zonen en dochters van de Kerk moeten beseffen wat hun opdracht is en ontdekken welke doordringende en vernieuwende werking de kracht van het Evangelie kan hebben op het heersende gedachtegoed en waardebesef die ten grondslag liggen aan elk van deze culturen en ook aan de meningen en houdingen die hieruit voortkomen".
Vol hoop richt ik dit schrijven tot alle mannen en vrouwen die op verschillende manieren meewerken aan de belangrijke opdracht van het katholiek hoger onderwijs.
Zeer geliefde broeders en zusters, moge zijn bemoediging en mijn vertrouwen u begeleiden bij uw harde dagelijkse arbeid die voor de evangelisatie steeds belangrijker, dringender en noodzakelijker wordt. U werkt voor de toekomst van de cultuur en van de culturen. Kerk en wereld hebben grote behoefte aan uw getuigenis en aan uw bekwame, vrije en verantwoorde bijdrage.
"Al het menselijke zowel op persoonlijk vlak als in de samenleving is door Christus bevrijdt; dat betreft de mensen zelf en de arbeid die ze leveren, waarvan de cultuur de hoogste èn de meest eigen uiting is. De heilzame invloed van de Kerk op de culturen wordt allereerst uitgeoefend door personen, gezinnen en opvoeders. ... Jezus Christus, onze Verlosser, biedt licht en hoop aan allen die zich bezig houden met kunst, wetenschap en letteren en werkzaam zijn op de talloze terreinen die door de moderne cultuur ontgonnen zijn. Alle zonen en dochters van de Kerk moeten beseffen wat hun opdracht is en ontdekken welke doordringende en vernieuwende werking de kracht van het Evangelie kan hebben op het heersende gedachtegoed en waardebesef die ten grondslag liggen aan elk van deze culturen en ook aan de meningen en houdingen die hieruit voortkomen".
Vol hoop richt ik dit schrijven tot alle mannen en vrouwen die op verschillende manieren meewerken aan de belangrijke opdracht van het katholiek hoger onderwijs.
Zeer geliefde broeders en zusters, moge zijn bemoediging en mijn vertrouwen u begeleiden bij uw harde dagelijkse arbeid die voor de evangelisatie steeds belangrijker, dringender en noodzakelijker wordt. U werkt voor de toekomst van de cultuur en van de culturen. Kerk en wereld hebben grote behoefte aan uw getuigenis en aan uw bekwame, vrije en verantwoorde bijdrage.
Gegeven te Rome bij St. Pieter, op het feest van de Ten Hemelopneming van de Allerheiligste Maagd Maria, 15 augustus 1990, in het twaalfde jaar van mijn pontificaat.
Johannes Paulus II
Referenties naar alinea 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/4623-ex-corde-ecclesiae-nl