Quartertemperdagen ná Pinksteren

In 2004 heeft de Nederlandse Bisschoppenconferentie de nieuwe regeling voor de kruisdagen en de quatertemperdagen, als uitvoering van de algemene regeling van de Wereldkerk, voor de Nederlandse Bisdommen ingevoerd.

In de Gewone Vorm van de Romeinse Ritus voor de liturgie zijn bepaalde woensdagen (in de Buitengewone Vorm ook vrijdagen en zaterdagen) als dagen van gebed (en boete) met betrekking tot de oogst aangewezen. Ze werden al vroegtijdig verbonden met het begin van elk van de vier jaargetijden. Omwille van deze vier tijden (“quattuor tempora”) kregen deze dagen de benaming “quatertemperdagen”. De tijden vallen dan in de Vasten, ná Pinksteren, in september en in de Advent.

– Volgens de kalender van de “Gewone Vorm” van de Romeinse Ritus, dat vanaf 1970 in gebruik is, is de quatertemperdag ‘ná Pinksteren’ op de woensdag ná Pinksteren, dat is dit jaar 8 juni.

– De kalender van de “Buitengewone Vorm” van de Romeinse Ritus, (de Vorm die sinds 14 september 2007 ruimer mogelijk is gemaakt door Paus Benedictus XVI) geeft sinds 1962 aan dat de quatertemperdagen de woensdag, vrijdag en zaterdag tijdens het Pinksteroctaaf (de 8 dagen ná Pinksteren) vallen, dit jaar dus 8, 10 en 11 juni.
Daarbij zijn de woensdag en de zaterdag halve onthoudingsdagen, dat wil zeggen dat het gebruik van vlees uitsluitend is toegestaan tijdens de hoofdmaaltijd. De vrijdag is een volledige onthoudingsdag, zoals alle vrijdagen in het jaar, met uitzondering van kerkelijke feestdagen.

Zie ook: Quatertemperdagen: dagen bij de vier seizoenen.