17/12 | O Sapientia, quae ex ore Altissimi prodisti, attingens a fine usque ad finem, fortiter suaviterque disponens omnia: veni ad docendum nos viam prudentiae. | | O WIJSHEID, Gij zijt voortgekomen uit de mond van de Allerhoogste en doordringt alles met milde kracht, kom nu, wijs ons uw wegen.
Afgeleid van |
18/12 | O Adonai, et Dux domus Israel, qui Moysi in igne flammae rubi apparuisti, et ei in Sina legem dedisti: veni ad redimendum nos in brachio extento. | | O ADONAI, Heer van Israël's huis, Gij zijt aan Mozes verschenen in het brandend braambos en hebt hem de wet gegeven op de Sinaï; kom nu, bevrijd ons met sterke hand.
Afgeleid van |
19/12 | O radix Jesse, qui stas in signum populorum, super quem continebunt reges os suum, quem gentes deprecabuntur: veni ad liberandum nos, iam noli tardare. | | O WORTEL VAN JESSE, Gij zijt het teken waar de volken op hebben gewacht; voor U staan koningen sprakeloos en werpen hun onderdanen zich biddend neer: kom nu, bevrijd ons, wacht niet langer.
Afgeleid van |
20/12 | O clavis David, et sceptrum domus Israel: qui aperis, et nemo claudit; claudis, et nemo aperit: veni, et educ vinctum de domo carceris, sedentem in tenebris et umbra mortis. | | O SLEUTEL VAN DAVID en Scepter van Israël's huis, wat Gij opent zal niemand meer sluiten; wat Gij sluit zal niemand meer openen; kom nu en bevrijd ons, gevangenen, uit de duisternis en de schaduw van de dood.
Afgeleid van |
21/12 | O Oriens, splendor lucis aeternae, et sol iustitiae: veni, et illumina sedentes in tenebris et umbra mortis. | | O DAGERAAD, Afglans van het eeuwig licht en Zon van gerechtigheid; kom nu met uw licht tot hen die in duisternis leven, in de schaduw van de dood.
Afgeleid van |
22/12 | O Rex gentium, et desideratus earum, lapisque angularis, qui facis utraque unum: veni, et salva hominem, quem de limo formasti. | | O KONING VAN DE VOLKEREN, zo lang verwacht, Gij zijt de hoeksteen waarop alles rust; kom nu, red de mens die Gij uit aarde hebt gevormd.
Afgeleid van |
23/12 | O Emmanuel, Rex et legifer noster, expectatio gentium, et Salvator earum: veni ad salvandum nos Domine Deus noster. | | O EMMANUEL, Koning en Wetgever, lang verwachte Redder van de volkeren, kom nu, red ons, Heer onze God.
Afgeleid van |