Auctorem fidei - Errores Synodi Pisoriensis

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Auctorem fidei - Errores Synodi Pisoriensis
Tegen de Gallicaanse en Jansenistische dwalingen van de Synode van Pistoia (1786)
Paus Pius VI
28 augustus 1794
Pauselijke geschriften - Constituties
2006, Stg. InterKerk, Wassenaar
(werkvertaling uit het Latijn); alineaverdeling en -titels: redactie
(nog niet volledig)
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
2006
12 mei 2022
808
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 6

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media

Referenties naar alinea 40: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
- Aflaten
40
De stelling die beweert,

'dat de aflaat - heel precies verstaan - niets anders is dan de kwijtschelding van dat deel der boete dat door de canones voor de zondaar was vastgesteld' als zou de aflaat behalve de kwijtschelding van de canonieke straf ook niet de kwijtschelding van de tijdelijke straf die wij naar Gods gerechtigheid voor de actuele zonden verschuldigd zijn vermogen te vergeven: -
is onwaar, onbezonnen, onbillijk tegenover Christus' verdiensten, reeds lang in art. 19 van Luther [690|19] veroordeeld.

Referenties naar alinea 40: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Eveneens in wat er valselijk ondergeschoven wordt, nl.

'dat de scholastieken, opgeblazen door hun subtiele onderscheidingen, de slecht begrepen schat van verdiensten van Christus en de heiligen hebben ingevoerd en in plaats van het duidelijke begrip van de vrijspraak der canonieke straf een vage en foutieve notie van toepassing van verdiensten hebben gesteld'; alsof de schatten van de Kerk, waaruit de Paus aflaten verleent, niet de verdiensten van Christus en de heiligen zouden zijn:

is (deze stelling) onwaar, onbezonnen, onrechtvaardig jegens de verdiensten van Christus en de heiligen, reeds lang veroordeeld in art. 17 van Luther [690|17].



Referenties naar alinea 41: 1

Indulgentiarum Doctrina ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Evenzo in dat wat ze er bovendien aan toevoegt, nl. 'dat het nog bedroevender is, dat men die schimmige applicatie heeft willen overbrengen op de overledenen': - is (de stelling) onwaar, onbezonnen, beledigend voor vrome mensen, onbillijk tegenover de pausen, de praktijk en het gevoelen van de universele Kerk, leidend tot echte dwaling met het kenmerk van ketterij, die op Petrus van Osma steunt 1[[[6483|(16)]]], wederom veroordeeld in art. 22 van Luther. 2[[[690|22]]]

Referenties naar alinea 42: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
{...}

Referenties naar alinea 43: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media