Exsul Familia Nazarethana
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Exsul Familia Nazarethana
Het Huisgezin van Nazareth - Over de geestelijke verzorging van de emigranten
Paus Pius XII
1 augustus 1952
Pauselijke geschriften - Apostolische Constituties
1952, Katholiek Archief, 7e jrg. nr. 40/41, blz. 785-802
1 augustus 1952
15 maart 2010
400
nl
Referenties naar dit document: 9
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- DEEL -1 Inleiding
1
Het Huisgezin van Nazareth in ballingschap, Jezus, Maria en Jozef, emigranten in Egypte en daarheen gevlucht om zich te onttrekken aan de toorn van een goddeloze koning, zijn het beeld, het voorbeeld en de steun van alle emigranten van alle tijden en landen, van alle zwervers en vluchtelingen van alle rang en stand, die, gedreven door vrees voor de vervolging of door bittere nood, zich genoodzaakt zagen vaderland, dierbare verwanten, buren en goede vrienden vaarwel te zeggen en zich in de vreemde te begeven. Want de almachtige en barmhartige God had bepaald, dat Zijn Zoon, in Wezen aan Hem gelijk, "gelijk geworden aan de mensen en uiterlijk als mens bevonden" (Fil. 2, 7)[b:Fil. 2, 7], samen met Zijn verheven en Onbevlekte Moeder en met Zijn vrome Voedstervader, ook in dit soort "kwellingen en beproevingen, de Eerstgeborene van vele broeders" (Rom. 8, 29)[b:Rom. 8, 29] zou zijn, en hen als eerste op deze weg zou voorgaan. Deze reden tot troost en opbeuring bij terneerdrukkende smart, dit voorbeeld mag niet tevergeefs zijn, doch moet uitwerking hebben in de harten van bannelingen en emigranten en in hen de christelijke hoop wekken, die de enige toevlucht blijft in alle verdriet. Zo moest de Kerk wel met bijzondere zorg en nimmer aflatende toewijding ervoor zorg dragen, dat in hen het geloof der vaderen en een aan de normen van de moraal overeenkomstige levenspraktijk ongerept bleven bewaard. Zo moet Zij ook thans met aangepaste en effectieve middelen het hoofd trachten te bieden aan de talloze nieuwe problemen en velerlei moeilijkheden, waarvoor emigranten in het buitenland zich bijna elke dag weer opnieuw onverwacht geplaatst zien. Bovenal geldt dit de hinderlagen van kwaadwillenden, die op een schandelijke wijze de situatie van de emigranten proberen uit te buiten tot hun geestelijke ondergang in plaats van tot hun materieel welzijn.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hoe zouden Wij geen redenen hebben tot ernstige bezorgdheid en vrees, indien Zij in deze evangelische taak zou zijn te kort geschoten of alsnog zou te kort schieten! De gevolgen waren nog heillozer dan ten tijde van Sint Augustinus. In zijn tijd drong de Bisschop van Hippo bij zijn priesters 'er voortdurend op aan, hun kudde toch niet onder de druk van een rampspoedige tijd zonder herders te laten. Hij wees hen op de grote zegen van hun aanwezigheid en voorspelde de ergste rampen als onvermijdelijk, zo er geen priesters aanwezig zouden zijn.
"Wat een ramp voor deze misdeelden, als de priesters ontbreken. Dan moeten zij de wereld verlaten zonder herboren te zijn of nog verstrikt in de zonde. En wat een rouw voor hun gelovigen, nu zij weten, dat zij hen niet bij zich zullen hebben in de rust van het eeuwige leven. Allen zien vol angst naar u uit, doch sommigen zullen u vervloeken, omdat zij priesters en priesterlijke hulp moeten ontberen. Ziet eens, waartoe de angst voor voorbijgaand leed voert, maar ook wat een ramp van eeuwig leed hier uit voortvloeit. Doch als de priesters op hun plaats weten te zijn, kunnen zij, naar de kracht die God hun geeft, ook allen helpen. De één wordt gedoopt, de ander weer verzoend met God, niemand blijft verstoken van de gemeenschap met het Lichaam des Heren, allen vinden troost en worden aangemoedigd te bidden tot God, Die immers al dat gevreesde leed kan afwenden". CCXXVIII, 8. Migne, P. L. XXXIII, 1016[[858]]
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 1 De moederlijke zorg van de Kerk voor de emigranten
- Eerste hoofdstuk Geschiedkundige ontwikkeling
3
Onze Moeder de Heilige Kerk heeft zich altijd laten leiden door Haar vurige liefde voor de zielen. Met ongeduld verlangde Zij de Haar, door Christus toevertrouwde, universele, reddende opdracht en taak te vervullen. Met alle Haar ter beschikking staande middelen heeft Zij zich steeds gewijd aan de vooral geestelijke verzorging van zwervers, vreemdelingen, bannelingen en van alle emigranten. Daarbij schakelde Zij op de eerste plaats Haar priesters in en deze hebben vol ijver gearbeid, om door het toedienen van de genadegaven en door de prediking van het woord van God, deze katholieken te bevestigen in hun geloof door de band van de liefde. Laten Wij in het kort eens nagaan, wat de Kerk op dit terrein in het verleden heeft gedaan, om daarna wat langer stil te staan bij datgene, wat Zij doet in onze tijd.
Referenties naar alinea 3: 1
Migranten en vluchtelingen opnemen, beschermen, steunen en integreren ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Op de eerste plaats herinneren Wij hier dan aan de daden en de woorden van Sint Ambrosius. Deze grote Bisschop van Milaan liet na de nederlaag van keizer Valens bij Adrianopolis de heilige vaten smelten en verkopen, om de ongelukkigen, die waren gedeporteerd, te kunnen vrijkopen. Op deze manier hoopte hij hun materiële ellende te kunnen besparen en hen te behoeden voor nog ernstiger geestelijke gevaren. "Wie," zo schrijft Sint Ambrosius, "wie kan er nu zo hard, wreed en als van steen zijn, dat hij het zou betreuren zo de mannen te kunnen redden van de dood, de vrouwen van verkrachting door de barbaren iets veel ergers dan de dood , de meisjes en jongens te kunnen vrijwaren tegen besmetting door de afgoden, waaraan zij toch, onder bedreiging met de dood, zijn blootgesteld? Wij hebben dus deze daad voor onze verantwoording genomen en nu ze ook onder het volk ten uitvoer werd gebracht, staat het voor ons wel vast en wij verklaren het hierbij uitdrukkelijk, dat het van veel groter belang was de zielen voor O.L. Heer te bewaren dan het goud!" 11, 28, 136; Migne P. L. XVI, 1415 en vgl. ed. 1880[[1971]].
Referenties naar alinea 4: 1
Migranten en vluchtelingen opnemen, beschermen, steunen en integreren ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Met eenzelfde wijsheid bezield zien Wij de Bisschoppen en priesters, die aan bewoners van verre streken de weldaad van het geloof brachten tegelijk met die van betere burgerlijke samenleving en rechtvaardiger sociale verhoudingen. Zij zorgden ook voor een betere aanpassing van de binnendringende barbaren aan de inheemse bevolking en begonnen aanstonds alles te doen om hen tot de christelijke godsdienst en de beschaving te brengen.
Referenties naar alinea 5: 1
Migranten en vluchtelingen opnemen, beschermen, steunen en integreren ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hier mag verder wel gewezen worden op de religieuze orden, die werden gesticht ter bevrijding van de gevangenen: hun leden zagen in hun apostolische moed er niet tegen op, spontaan de smartelijkste beproevingen voor hun gevangen broeders te doorstaan, als zij hun maar de vrijheid konden terug schenken of hen althans enigszins troosten.
Referenties naar alinea 6: 1
Migranten en vluchtelingen opnemen, beschermen, steunen en integreren ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Na de ontdekking van een nieuw continent in het westen van de oude wereld ontbraken er evenmin priesters van Christus, die onvermoeibaar meetrokken met de kolonisten om te voorkomen, dat deze zouden breken met de christelijke moraal of bij die plotselinge toevloed van materieel bezit zich zouden laten meeslepen door een ontembare hartstocht. En tegelijkertijd werden zij onmiddellijk en als vanzelf missionarissen voor de inheemsen, die tot dan toe het licht van het geloof hadden moeten missen: zij onderwezen hen in het Evangelie en werden de voorvechters van hun waardigheid als broeders.
Referenties naar alinea 7: 1
Migranten en vluchtelingen opnemen, beschermen, steunen en integreren ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hier mogen ook die pioniers van de Kerk niet worden verzwegen, die het lot van de negers trachtten te verzachten en hen voor Christus te winnen, toen zij op onmenselijke wijze als slaven uit hun geboorteland werden weggesleept en in de verschillende havens van Europa en Amerika schandelijk werden verhandeld. Met een enkel woord vermelden Wij hier nog de intense activiteit, die over de gehele christenheid, maar in het bijzonder in deze stad Rome, werd ontplooid door vrome instellingen, op zulk een providentiële wijze in de loop van de middeleeuwen in het leven geroepen, ten bate van pelgrims. Hieruit ontstonden de talloze ziekenhuizen, pelgrimstehuizen, kerken en nationale broederschappen, waarvan Wij tot in onze tijd nog sporen aantreffen. Bijzondere vermelding verdienen de zogenaamde "Pelgrimsscholen" van de Saksers, Longobarden, Franken en Friezen. Hun oprichting rond het Vaticaan en het graf van de Prins der Apostelen dateert reeds van de VIIIe eeuw. Zij waren bedoeld om de pelgrims te helpen, die vanuit de landen aan de andere zijde van de Alpen naar Rome kwamen om de gedachtenissen der Apostelen te vereren. Deze "scholen" beschikten over een eigen kerk en kerkhof en onderhielden priesters en andere geestelijken, afkomstig uit bedoelde landen. Deze zorgden dan voor het geestelijk en stoffelijk welzijn van hun landgenoten, vooral van de zieken en armen onder hen. In latere eeuwen voegden zich hierbij ook kloosters annex speciale pelgrimsverblijven, zoals bijvoorbeeld die van de Ethiopiërs of Abessiniërs, van de Hongaren en van de Armenen. Het was alles de prachtige echo van het woord van Sint Paulus, die vermaande: "helpt de heiligen in hun noden, legt u toe op de gastvrijheid" (Rom. 12, 13)[b:Rom. 12, 13].
Referenties naar alinea 8: 1
Migranten en vluchtelingen opnemen, beschermen, steunen en integreren ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Intussen leerde de ervaring, dat het werk van de priester onder vreemdelingen en pelgrims des te effectiever was, wanneer het verricht werd door priesters van gelijke taal en oorsprong, vooral wanneer het onwetenden betrof of mensen, die slechts zeer oppervlakkig de christelijke godsdienst hadden leren kennen. Die ervaring vond een plechtige sanctie in het vierde Concilie van Lateranen[d:77] in het jaar 1215, dat namelijk bepaalde: "Gezien het feit, dat op vele plaatsen in eenzelfde stad of bisdom een gemengde bevolking leeft met verschillende taal, die wel allen eenzelfde geloof belijden, doch naar verschillende riten en gebruiken, verordenen wij uitdrukkelijk, dat de Bisschoppen van bedoelde steden of bisdommen voorzien in een aantal geschikte personen, die het goddelijk Officie naar de verschillende riten en talen kunnen vieren, de heilige Sacramenten van de Kerk kunnen toedienen en deze volksgroepen tevens op een passende wijze door woord en voorbeeld kunnen onderrichten" Mansi, S. Cone. Coll., Y-NII, bl. 998. Venetië 1778[[4354]]. Tot op de huidige dag heeft de Kerk zich hieraan trouw gehouden, o.a. door de oprichting van parochies voor verschillende naties en talen. Het is bekend, van hoeveel geestelijk voordeel deze - door de vreemdelingen steeds druk bezochte - parochies zijn geweest voor de zielen en voor de bisdommen zelf. Zij worden dan ook door allen hoog in ere gehouden. Vandaar dat de Codex van het Kerkelijk Recht[2620] niet naliet er de normen voor vast te leggen. § 4[[2620|(216)]] Zo kwam men met goedkeuring van de Apostolische Stoel langzamerhand tot de oprichting van talrijke nationale parochies vooral in Amerika, waar zij tot op vandaag uitstekend functioneren. En nog kort geleden, om een enkel voorbeeld te geven, werden er nieuwe nationale parochies opgericht voor de Chinezen op de Filipijnen. Reser. van de R. Congr. v. h....Reser. van de R. Congr. v. h. Consist., n. 510/52, waarbij na een audiëntie bij Z.H. de Paus op 10 juni 1952 aan de Aartsbisschop een apostolisch indult werd verleend voor de oprichting van een nationale parochie voor 15.000 geïmmigreerde Chinezen in zijn zetelstad.
Met het oog op het verschil in riten zijn er zelfs hier en daar zeer terecht afzonderlijke bisdommen opgericht, gelijk Wij aanstonds nog nader zullen bespreken.
Met het oog op het verschil in riten zijn er zelfs hier en daar zeer terecht afzonderlijke bisdommen opgericht, gelijk Wij aanstonds nog nader zullen bespreken.
Referenties naar alinea 9: 1
Migranten en vluchtelingen opnemen, beschermen, steunen en integreren ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tweede hoofdstuk Samenvatting van het historisch overzicht
-
10
{Hierna volgt in de Constitutie een zeer uitgebreid historisch overzicht, dat dertig bladzijden beslaat van de officiële Latijnse tekst. Deze Latijnse tekst verscheen niet in de Osservatore Romano. De Italiaanse tekst gaf echter een samenvatting, die wij hier laten volgen.}Nimmer schoot de Kerk te kort in Haar zorg voor hen, die ver vernederd van hun vaderland leefden. Kortheidshalve echter bepaalt de Constitutie zich er toe een overzicht te geven van het voornaamste, dat de Pausen van de laatste tijd op dit gebied deden. Zij begint bij, het einde van de XIXe eeuw, het begin van de massa-emigratie van volken uit Europa naar Amerika. Italië: stond daarbij steeds aan de spits.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Leo XIII
11
Vurig verdediger van de waardigheid van de menselijke arbeid en zijn rechten, wijdde Leo XIII speciale aandacht aan de arbeiders, die naar het buitenland trokken om werk en bestaansmiddelen te zoeken. voor zich en hun gezin. Reeds in het eerste jaar van Zijn Pontificaat verleende Hij Zijn goedkeuring aan de "St. Raphaël-Verein zum Schutze katholischer Auswanderer", opgericht door de Duitse Bisschoppen voor hulp aan emigrerende landgenoten. Deze vereniging had haar afdelingen in de havens van vertrek en aankomst en strekte in de volgende jaren haar activiteit ook uit over emigranten uit andere landen, zoals bijvoorbeeld uit België, Oostenrijk en Italië.
In 1887 keurde de Paus de plannen goed van de Dienaar Gods Joannes Scalabrini, toentertijd Bisschop van Piacenza. Deze wilde een religieus instituut oprichten voor priesters, die zich zouden wijden aan de geestelijke verzorging van de talloze Italianen, die naar Amerika emigreerden. Mgr Scalabrini stichtte eerst een college voor de vorming van deze priesters en vervolgens het zo lang gewenste "Religieus Instituut van de Missionarissen van Sint Carolus".
Van 1888 dateert het beroemde Schrijven "Quam aerumnosa[6208]", dat talloze initiatieven stimuleerde. Priesters, mannelijke en vrouwelijke religieuzen begonnen zich te wijden aan de verzorging van de emigranten; er ontstonden organisaties tot hulpverlening aan landverhuizers uit Ierland, Oostenrijk, Hongarije, Frankrijk, Zwitserland, België, Nederland, Spanje en Portugal; tevens werden er talrijke nationale parochies opgericht.
Leo XIII gaf ook normen voor de geestelijke verzorging van de tijdelijke emigranten binnen de grenzen van Europa: arbeiders namelijk, die voor een bepaald seizoen werk zochten in het buitenland en daarna weer naar huis terugkeerden. Mgr Bonomelli, Bisschop van Cremona, stichtte het "Werk van Hulpverlening aan geëmigreerde Italianen binnen Europa" (1900). Hieruit ontstonden in Zwitserland, Oostenrijk en vooral in Frankrijk de zogenaamde "Katholieke Missiën", met allerlei nevenorganisaties voor bijstand, weldadigheid, onderricht aan emigranten en bloeiende secretariaten. Bij de dood van Mgr Bonomelli vertrouwde Benedictus XV dit werk toe aan de Bisschop van Vicenza. Pius XI bepaalde, dat de Overste en Directeur van dit werk zou worden aangewezen door de H. Congregatie van het Consistorie.
Het is ook de grote verdienste van Leo XIII, de H. moeder Francesca Xaverio Cabrini vgl. Kath. Arch. I, 356, V,...vgl. Kath. Arch. I, 356, V, 1057 erop gewezen te hebben, liever naar het Westen te gaan in plaats van naar het Oosten. Resultaat van haar onvermoeide activiteit zijn de talrijke instellingen in Amerika voor de opvoeding en het onderwijs van de kinderen van Italianen, ziekenhuizen enzovoorts. Bij haar Zaligverklaring noemde Pius XI haar daarom "de Moeder van de Italiaanse emigranten".
In 1887 keurde de Paus de plannen goed van de Dienaar Gods Joannes Scalabrini, toentertijd Bisschop van Piacenza. Deze wilde een religieus instituut oprichten voor priesters, die zich zouden wijden aan de geestelijke verzorging van de talloze Italianen, die naar Amerika emigreerden. Mgr Scalabrini stichtte eerst een college voor de vorming van deze priesters en vervolgens het zo lang gewenste "Religieus Instituut van de Missionarissen van Sint Carolus".
Van 1888 dateert het beroemde Schrijven "Quam aerumnosa[6208]", dat talloze initiatieven stimuleerde. Priesters, mannelijke en vrouwelijke religieuzen begonnen zich te wijden aan de verzorging van de emigranten; er ontstonden organisaties tot hulpverlening aan landverhuizers uit Ierland, Oostenrijk, Hongarije, Frankrijk, Zwitserland, België, Nederland, Spanje en Portugal; tevens werden er talrijke nationale parochies opgericht.
Leo XIII gaf ook normen voor de geestelijke verzorging van de tijdelijke emigranten binnen de grenzen van Europa: arbeiders namelijk, die voor een bepaald seizoen werk zochten in het buitenland en daarna weer naar huis terugkeerden. Mgr Bonomelli, Bisschop van Cremona, stichtte het "Werk van Hulpverlening aan geëmigreerde Italianen binnen Europa" (1900). Hieruit ontstonden in Zwitserland, Oostenrijk en vooral in Frankrijk de zogenaamde "Katholieke Missiën", met allerlei nevenorganisaties voor bijstand, weldadigheid, onderricht aan emigranten en bloeiende secretariaten. Bij de dood van Mgr Bonomelli vertrouwde Benedictus XV dit werk toe aan de Bisschop van Vicenza. Pius XI bepaalde, dat de Overste en Directeur van dit werk zou worden aangewezen door de H. Congregatie van het Consistorie.
Het is ook de grote verdienste van Leo XIII, de H. moeder Francesca Xaverio Cabrini vgl. Kath. Arch. I, 356, V,...vgl. Kath. Arch. I, 356, V, 1057 erop gewezen te hebben, liever naar het Westen te gaan in plaats van naar het Oosten. Resultaat van haar onvermoeide activiteit zijn de talrijke instellingen in Amerika voor de opvoeding en het onderwijs van de kinderen van Italianen, ziekenhuizen enzovoorts. Bij haar Zaligverklaring noemde Pius XI haar daarom "de Moeder van de Italiaanse emigranten".
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Zalige Pius X
12
De Zalige Pius X gaf een organische ordening aan de katholieke emigratiewerken in Europa, Amerika en Oosterse landen. Reeds als pastoor te Salzane wijdde Hij Zijn zorgen aan zijn emigrerende parochianen en als Paus strekte Hij dit uit tot alle emigranten, die zo'n belangrijk deel van Zijn kudde vormden. Talloze bewijzen van Zijn hartelijke liefde voor hen kunnen hier worden aangehaald. Wij noemen: een brief aan de Aartsbisschop van New York[6323] (26 februari 1904), waarin Hij Zijn boodschap en goedkeuring te kennen geeft voor de stichting van een Seminarie voor de kinderen van Italianen; een Schrijven aan de Overste van de Missionarissen van Sint Carolus, een ander aan de President van het Antoniaans Genootschap, en één aan de President van het Katholiek Genootschap voor Emigranten in Canada.
In 1905 keurde Hij het "Instituut van de Missionarissen van de H. Antonius van Padua" goed. Het was gesticht door de priester Jac. Coccolo.
Door bemiddeling van Zijn Staatssecretaris en van de H. Congregatie van het Consistorie spoorde Hij de Bisschoppen aan tot stichting van comités en secretariaten voor emigranten.
Via de H. Congregatie van de Sacramenten vaardigde Hij een instructie uit betreffende het bewijs van de "status liber" en de registratie van het huwelijk, waardoor de onregelmatigheden konden worden voorkomen, die gemakkelijk ontstaan door de veronachtzaming van de canonieke voorschriften door de emigranten.
Hij vergat ook de priesters en gelovigen van de Oosterse ritus niet. Voor de V.S. van Amerika werd een Bisschop van de Rutheense ritus benoemd; eenzelfde voor Canada; de "Vereniging voor geestelijke bijstand aan Ruthenen", opgericht te Toronto, werd door Hem goedgekeurd; normen werden gegeven ter regeling van de onderlinge betrekkingen tussen de gelovigen, priesters en Bisschoppen van de Latijnse en die van de Rutheense ritus in Canada. Verder schonk Hij de Kerk van de Allerheiligste Verlosser aan de Via delle Copelle te Rome aan het katholiek Episcopaat van Roemenië.
Het belangrijkste echter was de instelling van een afzonderlijk Bureau of Sectie bij de Congregatie van het Consistorie "voor de geestelijke verzorging van emigranten van de Latijnse ritus" Motu Proprio, 19 maart 1914[[4966]]. Hiermede kreeg genoemde Congregatie de competentie over emigrerende priesters, welke eerst ressorteerden onder de Congregatie van het Concilie, echter met uitzondering van de priesters van de Oosterse ritus, die vielen onder de Congregatie van de Voortplanting van het Geloof. De Congregatie van het Consistorie vaardigde hierop normen uit voor priesters, die vanuit Europese landen naar Amerika of de Filipijnen zouden gaan, alsmede voor hen, die zich wilden wijden aan de verzorging van de Italiaanse emigranten.
Tenslotte stichtte de Zalige Pius X te Rome een College voor laatstbedoelde priesters en schreef daarvoor eigenhandig aan de vooravond van Zijn heilige dood de Statuten.
In 1905 keurde Hij het "Instituut van de Missionarissen van de H. Antonius van Padua" goed. Het was gesticht door de priester Jac. Coccolo.
Door bemiddeling van Zijn Staatssecretaris en van de H. Congregatie van het Consistorie spoorde Hij de Bisschoppen aan tot stichting van comités en secretariaten voor emigranten.
Via de H. Congregatie van de Sacramenten vaardigde Hij een instructie uit betreffende het bewijs van de "status liber" en de registratie van het huwelijk, waardoor de onregelmatigheden konden worden voorkomen, die gemakkelijk ontstaan door de veronachtzaming van de canonieke voorschriften door de emigranten.
Hij vergat ook de priesters en gelovigen van de Oosterse ritus niet. Voor de V.S. van Amerika werd een Bisschop van de Rutheense ritus benoemd; eenzelfde voor Canada; de "Vereniging voor geestelijke bijstand aan Ruthenen", opgericht te Toronto, werd door Hem goedgekeurd; normen werden gegeven ter regeling van de onderlinge betrekkingen tussen de gelovigen, priesters en Bisschoppen van de Latijnse en die van de Rutheense ritus in Canada. Verder schonk Hij de Kerk van de Allerheiligste Verlosser aan de Via delle Copelle te Rome aan het katholiek Episcopaat van Roemenië.
Het belangrijkste echter was de instelling van een afzonderlijk Bureau of Sectie bij de Congregatie van het Consistorie "voor de geestelijke verzorging van emigranten van de Latijnse ritus" Motu Proprio, 19 maart 1914[[4966]]. Hiermede kreeg genoemde Congregatie de competentie over emigrerende priesters, welke eerst ressorteerden onder de Congregatie van het Concilie, echter met uitzondering van de priesters van de Oosterse ritus, die vielen onder de Congregatie van de Voortplanting van het Geloof. De Congregatie van het Consistorie vaardigde hierop normen uit voor priesters, die vanuit Europese landen naar Amerika of de Filipijnen zouden gaan, alsmede voor hen, die zich wilden wijden aan de verzorging van de Italiaanse emigranten.
Tenslotte stichtte de Zalige Pius X te Rome een College voor laatstbedoelde priesters en schreef daarvoor eigenhandig aan de vooravond van Zijn heilige dood de Statuten.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Benedictus XV
13
Niettegenstaande de drukkende zorg door de eerste wereldoorlog, nam Benedictus XV deze erfenis van providentiële instellingen gretig over. Zijn eerste daad was aan bovengenoemd College enkele lokalen toe te wijzen in het gebouw van het vroegere Romeins Seminarie. Vervolgens richtte Hij zich tot de Bisschoppen van Italië en Amerika voor het bijeenbrengen van de nodige fondsen ten bate van het College. Hij gaf de Italiaanse Bisschoppen toestemming tot het houden van een jaarlijkse "Emigratiedag" en verzocht de pastoors eenmaal per jaar de H. Mis op te dragen voor het werk van de Emigratie. Bij de Bisschoppen van Calabrië drong Hij aan op de stichting van diocesane secretariaten voor dit werk.
In een Schrijven aan de Aartsbisschop van San Paolo en de overige Bisschoppen van Brazilië vraagt Hij hun uiterste waakzaamheid om te voorkomen, dat de Europese emigranten hun voorvaderlijk geloof zouden verliezen. Hetzelfde schreef Hij aan de Bisschop van Trenton in de V.S. van Amerika en prees hem voor de oprichting van een kerk voor de Italiaanse kolonie. Ook Hij gaf normen voor de emigranten, die voor het werk op de rijstvelden telken jare weer naar hun vaderland terugkeerden. Op 23 oktober 1921 benoemde Hij een "Prelaat voor de Italiaanse Emigratie", die tevens belast werd met de leiding van het meerdere malen genoemd College te Rome.
Tijdens de oorlog gingen Zijn zorgen uit naar de talloze krijgsgevangenen. Reeds onmiddellijk aan het begin van Zijn Pontificaat, 21 december 1914, verzocht Hij alle Bisschoppen in streken, waar zich krijgsgevangenen bevonden, voor deze mensen priesters aan te wijzen, die bekend waren met de taal.
Na de oorlog benoemde Hij een "Bisschop voor de Vluchtelingen" in Italië (3 september 1918). Tevens verzocht Hij de Bisschoppen van Duitsland en van Centraal-Europa op hun bijeenkomsten speciale aandacht te wijden aan de meest geschikte middelen voor de geestelijke verzorging van de talloze vluchtelingen en de activiteit van de "St. Raphaël-Verein" uit te breiden.
In 1921 benoemde Hij de Aartsbisschop van Keulen tot Beschermheer van het "Werk tot godsdienstige bijstand aan katholieke Duitsers", geëmigreerd naar Italië. Dit werk strekte naderhand zijn activiteit uit over geheel West- en Oost-Europa.
Benedictus XV dacht ook aan de Bisschoppen, priesters en gelovigen, die tijdens de vervolgingen in Mexico waren gevlucht. Hij beval hen aan in de liefde en edelmoedigheid van de Katholieke Amerikanen. De Aartsbisschop van Baltimore prees Hij om de oprichting van een Seminarie voor jonge Mexicanen.
Voor de katholieken van de Oosterse ritus regelde Hij de geestelijke verzorging van de Grieks-Ruthenen. Te Grottaferrata bij Rome stichtte Hij een seminarie voor Italo-griekse jongens en richtte in Italië een bisdom Lungro in Calabrië op voor de katholieken van de Griekse ritus, door de vervolging verdreven uit Albanië en de Epirus.
Tenslotte herinneren wij hier aan de uitroeping van O. L. Vrouw van Loreto tot Patrones van de luchtreizigers, eveneens door deze Paus.
In een Schrijven aan de Aartsbisschop van San Paolo en de overige Bisschoppen van Brazilië vraagt Hij hun uiterste waakzaamheid om te voorkomen, dat de Europese emigranten hun voorvaderlijk geloof zouden verliezen. Hetzelfde schreef Hij aan de Bisschop van Trenton in de V.S. van Amerika en prees hem voor de oprichting van een kerk voor de Italiaanse kolonie. Ook Hij gaf normen voor de emigranten, die voor het werk op de rijstvelden telken jare weer naar hun vaderland terugkeerden. Op 23 oktober 1921 benoemde Hij een "Prelaat voor de Italiaanse Emigratie", die tevens belast werd met de leiding van het meerdere malen genoemd College te Rome.
Tijdens de oorlog gingen Zijn zorgen uit naar de talloze krijgsgevangenen. Reeds onmiddellijk aan het begin van Zijn Pontificaat, 21 december 1914, verzocht Hij alle Bisschoppen in streken, waar zich krijgsgevangenen bevonden, voor deze mensen priesters aan te wijzen, die bekend waren met de taal.
Na de oorlog benoemde Hij een "Bisschop voor de Vluchtelingen" in Italië (3 september 1918). Tevens verzocht Hij de Bisschoppen van Duitsland en van Centraal-Europa op hun bijeenkomsten speciale aandacht te wijden aan de meest geschikte middelen voor de geestelijke verzorging van de talloze vluchtelingen en de activiteit van de "St. Raphaël-Verein" uit te breiden.
In 1921 benoemde Hij de Aartsbisschop van Keulen tot Beschermheer van het "Werk tot godsdienstige bijstand aan katholieke Duitsers", geëmigreerd naar Italië. Dit werk strekte naderhand zijn activiteit uit over geheel West- en Oost-Europa.
Benedictus XV dacht ook aan de Bisschoppen, priesters en gelovigen, die tijdens de vervolgingen in Mexico waren gevlucht. Hij beval hen aan in de liefde en edelmoedigheid van de Katholieke Amerikanen. De Aartsbisschop van Baltimore prees Hij om de oprichting van een Seminarie voor jonge Mexicanen.
Voor de katholieken van de Oosterse ritus regelde Hij de geestelijke verzorging van de Grieks-Ruthenen. Te Grottaferrata bij Rome stichtte Hij een seminarie voor Italo-griekse jongens en richtte in Italië een bisdom Lungro in Calabrië op voor de katholieken van de Griekse ritus, door de vervolging verdreven uit Albanië en de Epirus.
Tenslotte herinneren wij hier aan de uitroeping van O. L. Vrouw van Loreto tot Patrones van de luchtreizigers, eveneens door deze Paus.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Pius XI
14
Diens eerste en hartelijkste zorgen gingen uit naar de emigranten van de Oosterse ritus. De Constitutie geeft de ontroerende woorden weer van Pius XI, toen Hij op 24 december 1922 aan het College van Kardinalen aankondigde, bij wijze van Nieuwjaarsgeschenk van het Goddelijk Kind, 400 Armeense kinderen, allen wees, te hebben opgenomen in het Pauselijk Paleis te Castel Gandolfo.
De grote liefde van Pius XI voor de Russen is bekend. Wij herinneren hier slechts aan Zijn bezorgdheid voor de vluchtelingen van de Slavische ritus in China, aan het feit, dat Hij de kerk van Sint Antonius Eremiet op de Esquilijn te Rome aan dezelfde ritus ter beschikking stelde en aan de stichting van het "Russicum". Verder, Zijn aanbevelingen aan de Bisschoppen van Polen hun zorg te laten uitgaan naar de vluchtelingen uit het Oosten, van welke taal of belijdenis zij ook mochten zijn; de grote aalmoezen ook, die Hij voor dat doel ter beschikking stelde.
Voor de gelovigen van de Byzantijnse ritus stichtte Hij de Eparchie van Piana dei Greci op Sicilië. De reeds bestaande normen voor de Ruthenen in de V.S. van Amerika en in Canada vulde Hij nader aan.
Onder de emigranten van de Latijnse ritus nemen de Polen een eerste plaats in. Een bewijs van Zijn voorliefde voor hen - Pius XI was immers Nuntius geweest te Warschau - gaf Hij, door de Nationale Poolse kerk van Sint Josaphat te Milwaukee in de V.S. tot Basiliek te verheffen, en door de benoeming van de Aartsbisschop van Gnesen en Posen tot Beschermheer van alle Poolse emigranten.
Verder gaf Hij Zijn goedkeuring aan de stichting van een religieus Instituut voor de geestelijke bijstand aan Duitse emigranten, later meer bekend onder de naam "Genootschap van de Heilige Engelen". Bij de Mexicaanse Bisschoppen drong Hij er op aan, overleg te plegen met het Amerikaans Episcopaat ten behoeve van geëmigreerde Mexicanen. Tegelijkertijd bevorderde Hij een nauwere samenwerking van de verschillende organisaties van de Katholieke Actie met betrekking tot dit Apostolaat. Tijdens een onvergetelijke audiëntie van 14 september 1936 op Castel Gandolfo toonde Hij Zijn vaderlijke bezorgdheid voor de vervolgde Bisschoppen, priesters en gelovigen, die Spanje hadden moeten verlaten.
Wat de Italianen betreft, zij hier herinnerd aan de door Pius XI gegeven normen voor het werk van de "Havenaalmoezeniers" en voor de "Emigratiemissionarissen" in Europa. Hij verlangde, dat elke emigrant voorzien werd van een kerkelijk bewijs door zijn pastoor.
De directie van het Genootschap van de Missionarissen van Sint Carolus (de Scalabrinianen) vertrouwde Hij toe aan de Congregatie van het Consistorie. Vooral door toedoen van de betreurde Kardinaal Rossi herkreeg het Instituut weer het karakter van religieus genootschap, zoals door de Stichter was bedoeld.
Tenslotte werd door Pius XI op 17 april 1922 het "Zeeapostolaat" plechtig erkend. Pius XII stelde dit naderhand onder de leiding van de Congregatie van het Consistorie.
De grote liefde van Pius XI voor de Russen is bekend. Wij herinneren hier slechts aan Zijn bezorgdheid voor de vluchtelingen van de Slavische ritus in China, aan het feit, dat Hij de kerk van Sint Antonius Eremiet op de Esquilijn te Rome aan dezelfde ritus ter beschikking stelde en aan de stichting van het "Russicum". Verder, Zijn aanbevelingen aan de Bisschoppen van Polen hun zorg te laten uitgaan naar de vluchtelingen uit het Oosten, van welke taal of belijdenis zij ook mochten zijn; de grote aalmoezen ook, die Hij voor dat doel ter beschikking stelde.
Voor de gelovigen van de Byzantijnse ritus stichtte Hij de Eparchie van Piana dei Greci op Sicilië. De reeds bestaande normen voor de Ruthenen in de V.S. van Amerika en in Canada vulde Hij nader aan.
Onder de emigranten van de Latijnse ritus nemen de Polen een eerste plaats in. Een bewijs van Zijn voorliefde voor hen - Pius XI was immers Nuntius geweest te Warschau - gaf Hij, door de Nationale Poolse kerk van Sint Josaphat te Milwaukee in de V.S. tot Basiliek te verheffen, en door de benoeming van de Aartsbisschop van Gnesen en Posen tot Beschermheer van alle Poolse emigranten.
Verder gaf Hij Zijn goedkeuring aan de stichting van een religieus Instituut voor de geestelijke bijstand aan Duitse emigranten, later meer bekend onder de naam "Genootschap van de Heilige Engelen". Bij de Mexicaanse Bisschoppen drong Hij er op aan, overleg te plegen met het Amerikaans Episcopaat ten behoeve van geëmigreerde Mexicanen. Tegelijkertijd bevorderde Hij een nauwere samenwerking van de verschillende organisaties van de Katholieke Actie met betrekking tot dit Apostolaat. Tijdens een onvergetelijke audiëntie van 14 september 1936 op Castel Gandolfo toonde Hij Zijn vaderlijke bezorgdheid voor de vervolgde Bisschoppen, priesters en gelovigen, die Spanje hadden moeten verlaten.
Wat de Italianen betreft, zij hier herinnerd aan de door Pius XI gegeven normen voor het werk van de "Havenaalmoezeniers" en voor de "Emigratiemissionarissen" in Europa. Hij verlangde, dat elke emigrant voorzien werd van een kerkelijk bewijs door zijn pastoor.
De directie van het Genootschap van de Missionarissen van Sint Carolus (de Scalabrinianen) vertrouwde Hij toe aan de Congregatie van het Consistorie. Vooral door toedoen van de betreurde Kardinaal Rossi herkreeg het Instituut weer het karakter van religieus genootschap, zoals door de Stichter was bedoeld.
Tenslotte werd door Pius XI op 17 april 1922 het "Zeeapostolaat" plechtig erkend. Pius XII stelde dit naderhand onder de leiding van de Congregatie van het Consistorie.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Pius XII
15
De Constitutie herinnert aan de grote verwarring onder de volken reeds onmiddellijk bij de aanvang van het Pontificaat van de thans - gelukkig regerende - Paus. De drang van bepaalde landen het grondgebied van naburige landen te bezetten, de beperkingen opgelegd aan de emigratie, de gedwongen emigratie van duizenden en duizenden veroorzaakten onnoemelijk leed. Eens te meer was het de Kerk, Die zich aan het hoofd stelde van alle charitatief werk, Die vaderland werd voor alle bannelingen, toevluchtsoord voor de vervolgden en troost voor de wenenden. Niets heeft Pius XII in die tijd onbeproefd gelaten. Ook de onmenselijk vervolgde Joden zagen zich in groten getale door Hem van reis en onderkomen verzekerd.
De Constitutie wijst er terloops nog eens op, hoeveel moeite de Paus zich tot op het allerlaatste moment nog gaf, om de grote wereldbrand te voorkomen. Daarna geeft zij een overzicht van Zijn gigantische activiteit ter leniging van de onnoemelijke smarten, die de onmenselijke gesel met zich meebracht voor krijgsgevangenen, vluchtelingen en gedeporteerden. Zij noemt slechts de vele bureaus, die daartoe werden opgericht: Informatiedienst, Pauselijke Vluchtelingencommissie, Pauselijke Hulpcommissie, die haar activiteit ook thans nog voortzet. De Pauselijke Paleizen, in het bijzonder dat van Castel Gandolfo, werden het toevluchtsoord van ontelbare vluchtelingen, die alles hadden verloren. Het voorbeeld van Pius XII werd nagevolgd door Seminaries en Kerkelijke Colleges te Rome en door de kloosters. Nadat de volken de wapenen hadden neergelegd, werd onmiddellijk een Emigratiebureau geopend en een Pauselijke Missie gezonden naar Duitsland en Oostenrijk. Door toedoen van de Nuntii en Apostolische Delegaten, in nauwe samenwerking met de plaatselijke Bisschoppen en priesters, met organisaties van de Katholieke Actie en alle andere vormen van Apostolaat, met de gelovigen over geheel de wereld, werden overal Comités en Commissies opgericht, om het charitatief initiatief van de Paus voor de vluchtelingen, bannelingen en gedeporteerden tot werkelijkheid te maken. Bij het uitbreken van de Palestijnse oorlog en de treurige uittocht van honderdduizenden vredelievende bewoners van die streken naar Jordanië, Syrië, Libanon, Egypte en naar het gebied rondom Gaza, zond de Paus een Pauselijke Missie naar Palestina. Ook thans nog verdeelt deze Missie de goederen, die tot dat doel door de "Catholic Near East Welfare Association" over de gehele wereld worden bijeengebracht, onder de getroffen bevolking: slechts een kleine minderheid van hen is Katholiek.
Hierna geeft de Constitutie enkele citaten uit toespraken, brieven, radioboodschappen enzovoorts, waarin de Paus niet aflaat, Bisschoppen, nationale en internationale instellingen en regeringen te bezweren, toch hun aandacht te geven aan het kwellende probleem van de ontheemden en vluchtelingen. Zo bijvoorbeeld de Brief Aan de Duitse Bisschoppen[2753] van 20 december 1948; die aan de President van de "National Catholic Welfare Conference" en het eigenhandig Pauselijk Schrijven aan de Bisschoppen van Australië. In beide laatste documenten uit de Paus Zijn dank voor het bereidwillig gehoor geven aan Zijn oproep.
Dan wijst de Constitutie op de Bisschoppen, priesters, religieuzen en gelovigen, die in bepaalde landen voor het heilig Geloof de kwellingen ondergaan van gevangenis of dwangarbeid, situaties die de menselijke persoon onwaardig zijn. Nog eenmaal herleeft dan het ontroerend tafereel van de uitzonderlijke pelgrimage van duizenden ontheemden uit de concentratiekampen naar Rome tijdens het Heilig Jaar.
Volgt een reeks pauselijke uitspraken betreffende het recht op emigratie met het beroep van de Paus op de regeringen, hun grenzen open te stellen voor mensen uit overbevolkte landen, waarvan Japan als voorbeeld wordt aangehaald. Van bijzondere betekenis zijn de Radioboodschap[778] van 1 juni 1941, bij gelegenheid van de 50ste herdenking van "Rerum Novarum[651]" en de Tot het Corps Diplomatique[2752] op 25 februari 1946.
Dit overzicht wordt dan aangevuld met een korte opsomming van instellingen, onder Pius XII voor het emigratiewerk in het leven geroepen:
De Constitutie wijst er terloops nog eens op, hoeveel moeite de Paus zich tot op het allerlaatste moment nog gaf, om de grote wereldbrand te voorkomen. Daarna geeft zij een overzicht van Zijn gigantische activiteit ter leniging van de onnoemelijke smarten, die de onmenselijke gesel met zich meebracht voor krijgsgevangenen, vluchtelingen en gedeporteerden. Zij noemt slechts de vele bureaus, die daartoe werden opgericht: Informatiedienst, Pauselijke Vluchtelingencommissie, Pauselijke Hulpcommissie, die haar activiteit ook thans nog voortzet. De Pauselijke Paleizen, in het bijzonder dat van Castel Gandolfo, werden het toevluchtsoord van ontelbare vluchtelingen, die alles hadden verloren. Het voorbeeld van Pius XII werd nagevolgd door Seminaries en Kerkelijke Colleges te Rome en door de kloosters. Nadat de volken de wapenen hadden neergelegd, werd onmiddellijk een Emigratiebureau geopend en een Pauselijke Missie gezonden naar Duitsland en Oostenrijk. Door toedoen van de Nuntii en Apostolische Delegaten, in nauwe samenwerking met de plaatselijke Bisschoppen en priesters, met organisaties van de Katholieke Actie en alle andere vormen van Apostolaat, met de gelovigen over geheel de wereld, werden overal Comités en Commissies opgericht, om het charitatief initiatief van de Paus voor de vluchtelingen, bannelingen en gedeporteerden tot werkelijkheid te maken. Bij het uitbreken van de Palestijnse oorlog en de treurige uittocht van honderdduizenden vredelievende bewoners van die streken naar Jordanië, Syrië, Libanon, Egypte en naar het gebied rondom Gaza, zond de Paus een Pauselijke Missie naar Palestina. Ook thans nog verdeelt deze Missie de goederen, die tot dat doel door de "Catholic Near East Welfare Association" over de gehele wereld worden bijeengebracht, onder de getroffen bevolking: slechts een kleine minderheid van hen is Katholiek.
Hierna geeft de Constitutie enkele citaten uit toespraken, brieven, radioboodschappen enzovoorts, waarin de Paus niet aflaat, Bisschoppen, nationale en internationale instellingen en regeringen te bezweren, toch hun aandacht te geven aan het kwellende probleem van de ontheemden en vluchtelingen. Zo bijvoorbeeld de Brief Aan de Duitse Bisschoppen[2753] van 20 december 1948; die aan de President van de "National Catholic Welfare Conference" en het eigenhandig Pauselijk Schrijven aan de Bisschoppen van Australië. In beide laatste documenten uit de Paus Zijn dank voor het bereidwillig gehoor geven aan Zijn oproep.
Dan wijst de Constitutie op de Bisschoppen, priesters, religieuzen en gelovigen, die in bepaalde landen voor het heilig Geloof de kwellingen ondergaan van gevangenis of dwangarbeid, situaties die de menselijke persoon onwaardig zijn. Nog eenmaal herleeft dan het ontroerend tafereel van de uitzonderlijke pelgrimage van duizenden ontheemden uit de concentratiekampen naar Rome tijdens het Heilig Jaar.
Volgt een reeks pauselijke uitspraken betreffende het recht op emigratie met het beroep van de Paus op de regeringen, hun grenzen open te stellen voor mensen uit overbevolkte landen, waarvan Japan als voorbeeld wordt aangehaald. Van bijzondere betekenis zijn de Radioboodschap[778] van 1 juni 1941, bij gelegenheid van de 50ste herdenking van "Rerum Novarum[651]" en de Tot het Corps Diplomatique[2752] op 25 februari 1946.
Dit overzicht wordt dan aangevuld met een korte opsomming van instellingen, onder Pius XII voor het emigratiewerk in het leven geroepen:
- Visitatoren voor bepaalde ethische groepen;
- uitzending van emigratiemissionarissen (voor de Italianen) naar België, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Zwitserland, Nederland en Latijns Amerika;
- het "Obra de Cooperación Sacerdotal Hispano-Arriericana", in 1948 gesticht te Madrid;
- verder de initiatieven van de Bisschoppen van Nederland,
- en de goedkeuring op 22 april 1949 van de "Societas Christi pro emigrantibus" voor de Polen.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
{Hierna vervolgt de Constitutie letterlijk}
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Derde hoofdstuk Afsluiting
17
Al deze maatregelen werden door de Apostolische Stoel genomen en al deze initiatieven van de Bisschoppen kwamen tot stand door samenwerking van priesters, kloosterlingen en gelovigen, wier namen, ook al vinden zij wellicht geen plaats in de geschiedenis, geschreven staan in de hemel. (Lc. 10, 20)[[b:Lc. 10, 20]] Dit alles verdiende hier, zij het slechts in het kort, te worden vermeld, omdat hieruit zo duidelijk blijkt het universele en heilzame werk van de Kerk voor de emigranten en ontheemden van elke rang of stand, aan wie Zij, zonder zichzelf te sparen, steeds alle godsdienstige, morele en sociale hulp heeft verleend. Dit is des te noodzakelijker in onze dagen, nu de providentiële activiteit van de Kerk op zulk een leugenachtige wijze wordt bestreden, miskend en veronachtzaamd, juist op een terrein van de caritas, dat Zij als eerste heeft ontgonnen en waar men Haar maar al te dikwijls alleen liet. De talrijke berichten, die Wij de laatste tijd ontvangen door directe correspondentie, en die, welke men dagelijks kan lezen in dagbladen en tijdschriften, tonen duidelijk aan, dat het aantal ontheemden in Europa, zowel als in Amerika en in Australië en op de Filipijnen, van dag tot dag toeneemt. Ongetwijfeld doen en deden allerlei burgerlijke nationale en internationale organisaties en instellingen veel om deze mensen te helpen en hun morele en materiële nood te lenigen. Toch kunnen Wij, krachtens Ons hoog en universeel ambt, niet nalaten deze kinderen, die gebukt gaan onder de beproevingen van de ballingschap, met Onze grootste liefde te vergezellen. Met de totale inzet van Onze Persoon willen Wij trachten hun vooral de steun van een geestelijke bijstand te verlenen zonder hun, voor zoveel mogelijk, ook materiële hulp te onthouden. Hierbij voegt zich een zeer gelukkige omstandigheid. Zeer velen van Onze Eerbiedwaardige Broeders, Aartsbisschoppen en Bisschoppen, onder wie ook enkele Kardinalen, hebben, door bemiddeling van Onze Eerbiedwaardige Broeder, Kardinaal van de H. Roomse Kerk, Adeodatus Joannes Piazza, Bisschop van Sabina en Poggio Mirteto en Secretaris van de H. Congregatie van het Consistorie, het verzoek gedaan, nieuwe normen uit te vaardigen voor een betere organisatie, binnen het bestuur van de bisdommen, in verband met de geestelijke verzorging van de emigranten. Een dergelijk verzoek stemt volkomen overeen met Ons persoonlijk verlangen. Wij hebben gewacht op een geschikte gelegenheid alle Bisschoppen meer aangepaste normen te geven, normen die niet afwijken van de algemene wetten van het Kerkelijk Recht, doch die volkomen in overeenstemming zijn met hun geest en traditie, en tevens om hun dienovereenkomstige volmachten te verstrekken, waardoor het hun mogelijk zal zijn, op een aan de noden aangepaste wijze te voorzien in de geestelijke verzorging van de vreemdelingen, niet minder effectief dan die, welke de andere gelovigen in hun bisdom genieten.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Wij meenden, dat het daarom van groot voordeel voor het welzijn van de zielen en voor de kerkelijke discipline zou zijn, tevoren een korte historische synthese te geven, van de belangrijkste activiteiten op dit terrein door Onze Moeder de Heilige Kerk verricht en van de tot nu toe geldende voorschriften, die sinds het einde van de XIXe eeuw werden gegeven. Het was echter van groot belang vooral een systematische verzameling van wetten te geven, die zijn aangepast aan de huidige omstandigheden van plaats en tijd en dienovereenkomstig vroegere bepalingen af te schaffen, te wijzigen of te integreren. Op deze wijze hoopten Wij te voorzien in de geestelijke verzorging van emigranten en immigranten. Deze geestelijke verzorging wensen Wij gesteld te zien onder de jurisdictie van de H. Congregatie van het Consistorie, volgens haar competentie over de gelovigen van de Latijnse ritus.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 2 Normen voor de geestelijke verzorging van de emigranten
- Eerste hoofdstuk Competentie van de H. Congregatie van het Consistorie over de emigranten
19
Erkend, goedgekeurd en bevestigd wat door Onze Voorgangers, met name door de Zalige Pius X, werd bepaald, echter met die wijzigingen, welke de noodzaak schijnt op te dringen, willen en bepalen Wij, dat in het vervolg onderstaande voorschriften nauwgezet zullen worden onderhouden.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1
20
- Het is de taak van Onze Heilige Congregatie van het Consistorie en van haar exclusieve competentie, alles te bestuderen en te bepalen, wat tot geestelijk welzijn kan strekken voor de emigranten van de Latijnse ritus, waarheen zij zich ook mogen begeven. Zij zal dit doen in overleg met de Heilige Congregatie voor de Oosterse Kerk ofwel met de Heilige Congregatie van de Voortplanting van het Geloof, wanneer het immigratielanden betreft, die aan eerst of laatstgenoemde Congregatie zijn onderworpen.
- Evenzo is het de taak van de H. Congregatie van het Consistorie hetzelfde te bestuderen en te bepalen voor de emigranten van de Oosterse ritus, eveneens in overleg met de Congregatie voor de Oosterse Kerk, telkens wanneer emigranten van de een of andere Oosterse ritus zich begeven naar landen, die niet aan genoemde Congregatie zijn onderworpen en er geen priester van de eigen ritus ter plaatse is.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2
21
- De zorg voor emigrerende priesters van de Latijnse ritus komt uitsluitend toe aan de H. Congregatie van het Consistorie.
- Priesters van de Latijnse ritus, doch onderworpen aan de H. Congregatie voor de Oosterse Kerk, ofwel aan de H. Congregatie van de Voortplanting van het Geloof, die van plan zijn zich te begeven naar landen, die niet aan genoemde Congregaties zijn onderworpen, zijn eveneens, behoudens de rechten van bedoelde Congregaties, gehouden aan de door de H. Congregatie van het Consistorie in deze gegeven of nog te geven voorschriften.
- Ook zijn aan deze voorschriften gehouden priesters van de Oosterse ritus, indien zij emigreren naar landen, die niet zijn onderworpen aan de Congregatie voor de Oosterse Kerk, behoudens de algemene wetten en het recht van genoemde Congregatie voor de Oosterse Kerk.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3
22
-
- Alleen de H. Congregatie van het Consistorie heeft het recht, aan priesters, die uit landen van Europa of langs de Middellandse Zee voor kortere, langere of onbepaalde tijd of voor immer wensen te emigreren naar overzeese landen, verlof tot vertrek en tot vestiging aldaar voor immer of voor langere tijd te geven.
- De Nuntii, Internuntii en Apostolische Delegaten kunnen een dergelijk verlof verlenen aan de priesters van het land, waarbij zij zijn geaccrediteerd, indien zij althans daartoe de voorbehouden machtiging hebben ontvangen.
-
- Bedoeld verlof is voor de in § 1,1 bedoelde priesters noodzakelijk om, met nakoming van de andere wettelijke bepalingen, in een vreemd diocees in de overzeese landen te kunnen worden geïncardineerd.
- Eenzelfde verlof hebben ook de kloosterlingen nodig, tenzij door hun Overheid naar een ander huis van hun instituut gezonden worden; zo ook de geëxclaustreerden voor de tijd van hun exclaustratie, evenals de geseculariseerden, die zonder meer of voor een bepaalde proeftijd door een welwillende Bisschop worden geaccepteerd.
- Bedoeld verlof kan, met inachtneming van de andere bepalingen in het decreet "Magni Semper[3043]" (van de H. Congregatie van het Consistorie, betreffende geestelijken, die naar bepaalde streken emigreren) A.A.S. XI, blz. 39-43[[3043]], niet worden gegeven, als geen zekerheid bestaat omtrent:
- een bewijs van zedelijk goed gedrag van verzoeker;
- een redelijk en aanvaardbaar motief voor emigratie;
- de toestemming, zowel van de Bisschop, uit wiens diocees men vertrekt of van de Overste, zo het kloosterlingen betreft als die van de Bisschop, in wiens diocees men zich wil vestigen;
- het indult van de H. Congregatie van het Concilie, indien het pastoors betreft, telkens wanneer hun afwezigheid meer dan twee maanden zal duren.
- Priesters, die deze voorschriften niet onderhouden en vermetel en aanmatigend toch emigreren, vervallen in de straffen, bepaald door bovenvermeld decreet "Magni Semper[3043]" III, 16, A.A.S. XI, blz. 43[[3043]]
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4
23
Alleen de H. Congregatie van het Consistorie kan een Apostolisch Indult verlenen volgens de voorschriften van Can. 216 § 4[2620|(216)] van het Kerkelijk Recht, voor de oprichting van parochies voor verschillende talen en naties ten behoeve van de emigranten.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5
24
- Eveneens heeft alleen de H. Congregatie van het Consistorie het recht:
- na zich verzekerd te hebben van zedelijk leven, gedrag en geschiktheid, alsmede van de door de Ordinarius verleende toestemming, priesters - seculiere zowel als reguliere - aan te nemen, die zich wensen te wijden aan de geestelijke verzorging van emigranten van eigen land of taal, of van hen die een zeereis ondernemen of om welke reden dan ook op de schepen verblijf hebben, of om hun werkzaamheid daaraan zijn verbonden; alsmede bedoelde missionarissen of aalmoezeniers voor emigranten of zeevaarders te benoemen, hun bestemming aan te geven, te verplaatsen, hun ontslag te aanvaarden en eventueel uit hun ambt te ontzetten;
- in elk land Moderatoren of Directeuren van de missionarissen voor emigranten van hun eigen land of taal te kiezen en aan te stellen;
- Moderatoren en Directeuren van de aalmoezeniers voor zeevarenden te kiezen en aan te stellen;
- hen allen te besturen en het toezicht op hen uit te oefenen, hetzij door tussenkomst van de plaatselijke Ordinaris, hetzij door een speciale Gedelegeerde voor het apostolaat van de emigratie, hetzij door andere priesters, die met deze taak zullen worden belast.
-
- Van het rescript, bedoeld in § 1, 1, zal mededeling moeten worden gedaan aan beide plaatselijke Ordinarii, zowel aan die van het oorspronkelijk, als aan die van het nieuwe diocees;
- De H. Congregatie van het Consistorie zal zo spoedig mogelijk de namen van de Moderatoren of Directeuren bekend maken aan de Bisschoppen van het land of gebied, waarheen zij worden gezonden.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6
25
- Met Ons gezag verlenen Wij goedkeuring aan de bijzondere Bisschoppelijke secretariaten of commissies, die in vele gebieden van Europa en Amerika werden opgericht voor de geestelijke verzorging van de emigranten. Tevens geven Wij Ons verlangen te kennen, dat dergelijk heilzaam initiatief ook in andere landen navolging moge vinden. Tegelijkertijd bepalen Wij, dat de priesters, die in opdracht van hun Bisschoppen, in dergelijke commissies de functie van secretaris vervullen, bij de H. Congregatie van het Consistorie het verzoek indienen tot hun benoeming tot Directeur van het Emigratieapostolaat, ieder in zijn eigen land.
- Waar dergelijke commissies in de toekomst nog zullen worden opgericht, zal de H. Congregatie van het Consistorie een Directeur kiezen uit de door de Bisschoppen voorgedragen priesters van het land.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7
26
- Ter vereenvoudiging van het Emigratieapostolaat richten Wij bij dit Schrijven op en stellen bij Onze H. Congregatie van het Consistorie in: een Hoofdraad voor Emigratie.
- De Assessor van genoemde Congregatie zal de functie vervullen van Voorzitter van deze Raad, terwijl zijn Secretaris Gedelegeerde zal zijn voor het Emigratieapostolaat.
- Van deze Raad kunnen verder deel uitmaken:
- priesters, die in hun land of gebied ofwel de functie vervullen van secretaris van bovenvermelde bisschoppelijke commissies voor geestelijke hulp aan vreemdelingen, ofwel zich, in opdracht van de plaatselijke Ordinarii, aan deze geestelijke verzorging wijden;
- seculiere zowel als reguliere priesters, die te Rome vertoeven en blijk geven van ervaring op dit punt en van zielenijver.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 8
27
- Bij dezelfde H. Congregatie van het Consistorie wensen Wij opgericht een tweede Commissie ofwel een Algemeen Internationaal Secretariaat tot Bestuur van het Apostolaat der Zee, waarvan het doel op de eerste plaats is bevordering van geestelijk en moreel welzijn van zeevarenden, van hen namelijk, die op de schepen de leiding hebben, daarop werkzaam zijn, ofwel hun werk hebben aan de haven, ter voorbereiding van zeereizen.
- Moderator of President van dit Secretariaat is de Assessor van de H. Congregatie van het Consistorie; de Gedelegeerde voor het Emigratieapostolaat vervult de functie van Secretaris.
- Van dit Secretariaat kunnen verder deel uitmaken:
- priesters, die in hun eigen land of gebied door de Bisschoppen werden belast met. het bestuur van dit werk;
- andere priesters, die zich voor dit apostolaat verdienstelijk maken en alle lof waardig zijn.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tweede hoofdstuk Over de gedelegeerde voor het Emigratie-apostolaat
- Artikel 9
28
Bij de H. Congregatie van de Consistorie stellen Wij in het ambt van Gedelegeerde voor het Emigratieapostolaat.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 10
29
- Deze Gedelegeerde heeft tot taak met alle daartoe geschikt blijkende middelen het vooral geestelijk welzijn te verzorgen en te bevorderen van alle emigrerende katholieken, van elke taal, ras, land, en, met inachtneming van de bestaande voorschriften, ook van elke ritus. Zo nodig zal hij daartoe overleg plegen met Ons Staatssecretariaat en met de burgerlijke autoriteiten of instellingen.
- Dienovereenkomstig zal de Gedelegeerde, uit naam en in opdracht van de H. Congregatie van het Consistorie, met raad en daad bevorderen, helpen en bijstaan al die verenigingen, instellingen en katholieke werken nationale zowel als Internationale, alsmede diocesane en parochiële, behoudens de rechten van de plaatselijke Ordinarii, die hetzelfde doel nastreven.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 11
30
- De Gedelegeerde heeft de leiding over de, seculiere dan wel reguliere aalmoezeniers voor emigranten, zowel als over die voor zeevarenden, alsmede over hun Directeuren.
- In opdracht van de H. Congregatie van het Consistorie oefent hij over hen het bestuur uit; telkens wanneer dit nodig blijkt, zal hij niet nalaten rapport over hen uit te brengen.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 12
31
Verder is het taak van de Gedelegeerde, uit te zien naar en aan de H. Congregatie van het Consistorie voor te stellen, priesters, die zich wensen te wijden aan de geestelijke verzorging van emigranten of geëmigreerden of van zeevarenden, die om welke redenen dan ook hun verblijf of werk hebben op de schepen.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 13
32
- De priesters, voor dit apostolaat goedgekeurd en bij rescript van de H. Congregatie van het Consistorie benoemd tot emigratiemissionaris ofwel tot aalmoezenier voor zeevarenden, ontvangen hun zending naar missie of schip van de Gedelegeerde.
- De Gedelegeerde zal hun al die hulp verstrekken, die zij nodig mochten hebben en wel onmiddellijk en rechtstreeks door persoonlijk toedoen, ofwel door bemiddeling van andere priesters, bij voorkeur door de
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 14
33
De Gedelegeerde stelt de plaatselijke Ordinarii en Directeuren van de weldra te verwachten emigranten op de hoogte.
Referenties naar alinea 33: 1
Een kerk in veel talen en volkeren ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 15
34
De Gedelegeerde zal met ijver alles bevorderen en bepalen, wat kan bijdragen tot een meer intense viering van de jaarlijkse Emigratiedag.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 16
35
Op het einde van elk jaar zal de Gedelegeerde een rapport opmaken en aan de H. Congregatie van het Consistorie overleggen over de materiële en geestelijke status van de missies, alsmede over het onderhouden van de kerkelijke discipline door de emigratiemissionarissen en aalmoezeniers voor zeevarenden.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 17
36
- Bij deze heffen Wij op en verklaren Wij opgeheven het ambt van "Prelaat voor Italiaanse Emigranten" A.A.S., XXI, blz. 534-535[[3044]]
- Eveneens verklaren Wij van hun ambt ontheven de Visitatoren en Gedelegeerden van elke taal of natie, die voorheen werden benoemd voor het geestelijk welzijn van katholieken, die naar landen in Europa of Amerika emigreerden.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Derde hoofdstuk Over de Directeuren, Emigratiemissionarissen en Aalmoezeniers voor de zeevarenden
- Artikel 18
37
- De emigratiemissionarissen en de aalmoezeniers voor zeevarenden, alsmede hun Directeuren oefenen hun taak uit onder leiding van de H. Congregatie van het Consistorie en haar Gedelegeerde voor het Emigratieapostolaat.
- Het ambt van emigratiemissionaris of aalmoezenier voor zeevarenden en de functie van Directeur brengt geen excardinatie met zich mee, noch enige exemptie, noch van eigen Ordinarius of regulier Overste, noch van de Ordinarius van de plaats, waar zij verblijven.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 19
38
De Directeuren van de emigratiemissionarissen en van de aalmoezeniers voor zeevarenden oefenen krachtens hun ambt geen enkele jurisdictie uit, met uitzondering van hetgeen hieronder vermeld.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 20
39
- Recht en taak van de Directeur zijn vooral: 1. Overleg plegen met de Bisschoppen van het land of het gebied, waar de missionarissen zich metterwoon hebben gevestigd, betreffende al hetgeen het geestelijk welzijn van immigranten van eigen land of taal aangaat;
- het bestuur uitoefenen over de missionarissen of aalmoezeniers, behoudens de rechten van de Ordinarius.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 21
40
- Het is derhalve de taak van de Directeur toe te zien:
- dat de missionarissen of aalmoezeniers zich gedragen volgens de voorschriften van de canones en hun taak ijverig vervullen;
- dat de door de H. Congregatie van het Consistorle uitgegeven decreten, alsmede die van de plaatselijke Ordinarius ten uitvoer worden gebracht;
- dat luister en netheid van kerken, kapellen, plaatsen, waar gelegenheid gegeven wordt om te bidden en heilige vaten, vooral in zake het bewaren van het Allerheiligst Sacrament en het opdragen van de H. Mis, nauwgezet worden onderhouden;
- dat het heilig Officie volgens de voorschriften van de liturgische wetten en de bepalingen van de H. Congregatie van de Riten wordt gevierd, de kerkelijke goederen naar behoren worden geadministreerd en de daaraan verbonden lasten, in het bijzonder betreffende Heilige Missen nauwgezet worden nagekomen, en de parochieboeken, waarover onder andere n. 25 § 3[al:44] en n. 36 § 2[al:55], met zorg worden bijgehouden en bewaard.
- Om zich van het bovenstaande te vergewissen, dient de Directeur de missies of schepen dikwijls te bezoeken.
- Het is tevens de taak van de Directeur om onmiddellijk, nadat hij in kennis is gesteld van de ernstige ziekte van een missionaris of aalmoezenier, zorg te dragen voor diens geestelijke en materiële bijstand, alsmede voor diens eervolle begrafenis, in geval van overlijden. Verder dient hij er voor zorg te dragen, dat tijdens diens ziekte of bij diens overlijden geen boeken, documenten, heilige vaten en andere dingen, die het eigendom zijn van de missie, verloren gaan of worden weggenomen.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 22
41
De Directeur kan, om gegronde en door de H. Congregatie van het Consistorie als zodanig erkende en goedgekeurde redenen, alle missionarissen of aalmoezeniers, waar dit althans mogelijk is, bijeenroepen, om hun de gelegenheid te geven tot het houden van een gezamenlijke retraite of het bijwonen van vergaderingen, georganiseerd ter bestudering van de geschikte middelen voor hun apostolaat.
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 23
42
Ten minste eens per jaar zal de Directeur een getrouw verslag uitbrengen aan de H. Congregatie van het Consistorie over het gedrag van de missionarissen of aalmoezeniers, alsmede over de status van de Missies. Hij zal daarbij niet alleen uiteenzetten, wat in de loop van het jaar met goed succes werd verricht, doch ook de moeilijkheden daarbij ondervonden en de middelen, aangewend om deze te ondervangen; en verder alles wat zijns inziens moet gedaan worden ter bevordering van de bloei van de missie.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 24
43
De missionarissen of aalmoezeniers, die zich wijden aan de geestelijke verzorging van de emigrerende katholieken van eigen taal of land, doen dit onder de jurisdictie van de plaatselijke Ordinarius en volgens de normen van de H. Congregatie van het Consistorie.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 25
44
40
40
- Het is de, taak van de aalmoezeniers voor zeevarenden tijdens de reis zorg te dragen voor de zielen - uitgezonderd wat betreft huwelijkszaken - van degenen, die om welke reden dan ook aan boord van het schip vertoeven.
- Met handhaving van het voorschrift van Can. 883[2620|(883)] van het Kerkelijk Recht ontvangen de aalmoezeniers bijzondere normen en volmachten van de H. Congregatie van het Consistorie.
- Zij zijn verplicht tot het bijhouden van de doop-, vorm- en dodenregisters en hiervan aan het einde van elke zeereis, tegelijk met een rapport over hun activiteit, een kopie aan de Directeur ter hand te stellen.
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 26
45
Indien aan boord van het schip een officiële kapel aanwezig is, zijn de aalmoezeniers te beschouwen als rector, en, met het nodige voorbehoud, aan deze gelijkgesteld.
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 27
46
- Het is de aalmoezeniers toegestaan in de kapel van het schip het heilig Officie, ook op plechtige wijze, te vieren met nauwgezet nakomen van de canonieke en liturgische voorschriften, terwijl zij er voor zullen zorgen, dat dit geschiedt op voor de zeevarenden geschikte uren.
- Verder is het hun taak:
- Aan de zeevarenden feesten vastendagen bekend te maken;
- godsdienstonderricht te geven, vooral aan de jeugd, en het Evangelie te verklaren.
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 28
47
De aalmoezeniers voor zeevarenden hebben de plicht toe te zien:
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 29
48
- Zonder de - althans veronderstelde - toestemming van de aalmoezenier is het niemand toegestaan aan boord van het schip in de kapel de H. Mis op te dragen, de H. Sacramenten toe te dienen, te preken of andere godsdienstoefeningen te houden.
- Het geven of weigeren van deze toestemming geschiedt volgens de normen van het algemeen recht.
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 30
49
Het recht van oprichten en inwijden van een kapel aan boord van een schip is voorbehouden aan de Ordinarius van de plaats van de thuishaven van het schip.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 31
50
Het is de missionarissen en aalmoezeniers toegestaan, met verlof van de Directeur - en zo het religieuzen betreft ook met toestemming van hun Overste - gedurende één maand per jaar van missie of schip afwezig te zijn, indien althans in de behoeften van de emigranten of zeevarenden is voorzien door een andere priester, daartoe gemachtigd door een rescript van de H. Congregatie van het Consistorie. Hetzelfde geldt voor de Directeuren, met toestemming van de H. Congregatie van het Consistorie, indien zij althans voor die tijd een plaatsvervanger aanstellen, eveneens door genoemde Congregatie tot deze taak gemachtigd.
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Vierde hoofdstuk Over de zielzorg onder vreemdelingen door de plaatselijke Ordinarii
- Artikel 32
51
Betreffende de zielzorg in het bijzonder door de plaatselijke Ordinarii uit te oefenen onder vreemdelingen in het algemeen - zich vestigende zowel als zwervende - bepalen Wij, dat, telkens wanneer het hun om een of andere reden niet opportuun voorkomt, de H. Congregatie van het Consistorie te verzoeken om een Indult ter oprichting van een parochie voor verschillende taal of natie, de plaatselijke Ordinarii zich in het vervolg strikt zullen houden aan de navolgende voorschriften.
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 33
52
Het is de strenge plicht van alle plaatselijke Ordinarii, de geestelijke verzorging van vreemdelingen en emigranten toe te vertrouwen aan seculiere of reguliere priesters in hoedanigheid van missionarissen of aalmoezenier voor emigranten, die daartoe door een bijzondere opdracht van de H. Congregatie van het Consistorie werden gemachtigd, gelijk boven bepaald.
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 34
53
Evenzo moeten de plaatselijke Ordinarii er zorg voor dragen, genoemde missionarissen of aalmoezeniers toe te staan, de zielzorg uit te oefenen onder de zich nieuw-vestigende ofwel zwervende gelovigen van hun eigen taal of land; dit na overleg met de H. Congregatie van het Consistorie en met nakoming van het overige, rechtens bepaalde.
Referenties naar alinea 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 35
54
- Deze parochiële jurisdictie is persoonlijk en geldt slechts voor vreemdelingen en immigranten.
- Bedoelde jurisdictie is cumulatief met de jurisdictie van de pastoor van de plaats, ook indien zij wordt uitgeoefend in een kerk, openbare of semi-openbare kapel, waarover een missionaris of aalmoezenier is aangesteld.
Referenties naar alinea 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 36
55
40
40
- Een aalmoezenier of missionaris met bovenbedoelde jurisdictie staat bij de uitoefening van de zielzorg gelijk met de pastoor. Hij heeft derhalve dezelfde volmachten en dezelfde verplichtingen voor het welzijn van de zielen, als die welke het algemeen recht toekent aan de pastoor; dit natuurlijk met de nodige wijzigingen en aanpassing.
- Derhalve blijven onder zijn berusting de boeken, waarover in can. 470[2620|(470)] van het Kerkelijk Recht wordt gehandeld; ieder jaar zal hij daarvan een authentieke kopie overhandigen aan de plaatselijke pastoor en aan zijn directeur.
Referenties naar alinea 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 37
56
- Aan iedere aalmoezenier of missionaris zal zoveel mogelijk een kerk of openbare ofwel semi-openbare kapel worden toegewezen, waar hij de zielzorg kan uitoefenen.
- De plaatselijke Ordinarius neme verder maatregelen, waardoor het bedoelde missionaris of aalmoezenier mogelijk wordt gemaakt, eventueel in een andere kerk - ook parochie - zijn taak in vrijheid en volkomen te vervullen.
Referenties naar alinea 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 38
57
Tijdens hun ambtsperiode zijn de missionarissen of aalmoezeniers in alles onderworpen aan de jurisdictie van de plaatselijke Ordinarius, zowel wat betreft de uitoefening van hun ambt als wat betreft discipline; dit met uitschakeling van alle privileges van exemptie.
Referenties naar alinea 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 39
58
Aan iedere, zich vestigende of zwervende, vreemdeling staat het vrij zich, in zake de H. Sacramenten het huwelijk niet uitgezonderd te wenden tot de aalmoezeniers of missionarissen ofwel tot de pastoor van de plaats.
Referenties naar alinea 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 40
59
Met betrekking tot het bovenstaande worden bier onder zich vestigende of zwervende vreemdelingen verstaan:
- alle vreemdelingen, de uit de koloniën geëmigreerden niet uitgezonderd, die om welke reden dan ook studieredenen inbegrepen voor een bepaalde tijd op vreemde bodem vertoeven;
- hun afstammelingen, ook wanneer zij werden genaturaliseerd.
Referenties naar alinea 59: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Vijfde hoofdstuk Over de geestelijke verzorging van emigranten door de Italiaanse Bisschoppen
- Artikel 41
60
De Apostolische Stoel heeft steeds met bijzondere zorg gewaakt over de Italianen, onder wie emigratie frequenter voorkomt dan onder andere volken. Iam Pridem[[877]] Door dit Apostolisch Schrijven wensen Wij derhalve te bevestigen en wederom aan de bekende ijver van de Italiaanse Bisschoppen aan te bevelen alle bijzondere normen, welke door Onze Voorgangers werden gegeven ten behoeve van naar het buitenland emigrerende Italianen. Tevens maken Wij van deze gelegenheid gaarne gebruik om bij genoemde Bisschoppen er op aan te dringen, te zorgen, dat Onze verlangens in deze worden vervuld.
Referenties naar alinea 60: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 42
61
Als leidraad voor nieuwe initiatieven en voor de voltooiing van de reeds ondernomene, golden de woorden, waarmede de Zalige Pius X de comité's en secretariaten voor emigratie heeft aanbevolen: "over geheel Italië bestaan er zeer veel zogenaamde comité's en secretariaten en andere dergelijke instellingen, die werden opgericht door de Bisschoppen en andere personen uit de clerus en ook door edelmoedige en van christelijke wijsheid doordrongen leken". Iam Pridem[[877]]
Referenties naar alinea 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 43
62
Derhalve zullen de Ordinarii er zorg voor dragen, dat door hun toedoen en onder hun leiding, doch in samenwerking met de leden van de Katholieke Actie en van andere katholieke instellingen voor de godsdienstige, zedelijke en sociale bijstand aan arbeiders en handwerkslieden, comité's voor de emigratie en secretariaten daarvan worden opgericht en dit vooral in die bisdommen, waar een meer intense emigratiebeweging wordt waargenomen.
Referenties naar alinea 62: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 44
63
Eveneens zullen zij met de nodige waakzaamheid toezien, dat dergelijke instellingen voor emigratie, de taak die men van hen verwacht op redelijke wijze volbrengen en met alle ijver trachten het voorgestelde doel te bereiken: namelijk het heil van de zielen.
Referenties naar alinea 63: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 45
64
- Vervolgens zullen de Bisschoppen niet verzuimen, er bij de pastoors op aan te dringen, dit deel van hun taak met hun bekende ijver te vervullen en de gelovigen te wapenen tegen de geestelijke gevaren, die zij onmiddellijk na het verlaten van hun huis, familie en vaderland zullen ontmoeten.
- Dienovereenkomstig zullen de pastoors hun gelovigen, die op het punt staan te emigreren, door een aangepaste catechese voorbereiden.
Referenties naar alinea 64: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 46
65
Evenmin zullen de Bisschoppen verzuimen de pastoors aan te bevelen hun herderlijke zorgen uit te strekken over hun geëmigreerde gelovigen.
Referenties naar alinea 65: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 47
66
Vervolgens zullen zij ook eerbiedig het voorschrift van de H. Congregatie van het Consistorie onderhouden: "De Italiaanse Bisschoppen zullen door tussenkomst van de pastoors of van de emigratie-secretariaten er voor zorg dragen, dat alle emigranten vóór hun vertrek worden voorzien van een 'kerkelijk getuigschrift' ". H. Congregatie van het...H. Congregatie van het Consistorie Mededeling 26 jan. 1923, A.A.S., XV, bl. 112-113
Referenties naar alinea 66: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 48
67
Ook zullen zij met de daartoe geschikte middelen de jaarlijkse viering van de "Dag voor de Italiaanse emigranten" bevorderen en een collecte doen houden voor de geestelijke verzorging van deze emigranten. De opbrengst hiervan moet worden overgemaakt aan de H. Congregatie van het Consistorie. H. Congregatie van het...H. Congregatie van het Consistorie Circul. aan de Ital. Bisschoppen, 6 dec. 1914, A.A.S., VI, bl. 699 en vlg.
Referenties naar alinea 67: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 49
68
Wij wensen dat de Bisschoppen van bisdommen buiten Italië en in overzeese landen door nationale of diocesane werken, secretariaten of commissies alle geestelijke en zedelijke hulp verlenen aan deze uit de vreemde komende gasten en bannelingen en hen beschouwen als hun eigen kinderen. Van harte hopen Wij, dat zij in de parochies, waar het merendeel van de gelovigen Italianen zijn, de jaarlijkse dag voor de Italiaanse emigranten doen vieren en de opbrengst van de collecten willen overmaken aan de H. Congregatie van het Consistorie, ter ondersteuning van het apostolaat onder de Italiaanse Emigranten. Schrijven van de H....Schrijven van de H. Congregatie van het Consistorie aan de Amerikaanse Bisschoppen, 22 febr. 1915
Referenties naar alinea 68: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 50
69
Tenslotte spreken Wij de hoop uit, dat de Italiaanse Bisschoppen hun pastoors dringend willen aanbevelen, éénmaal per jaar een H. Mis op te dragen tot intentie van Z.H. de Paus en wel in plaats van een M. Mis tot intentie van de parochie, en deze wijziging gaarne in te voeren voor het welzijn van de Italiaanse emigranten.
Referenties naar alinea 69: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Zesde hoofdstuk College voor Italianen in het buitenland
- Artikel 51
70
Bij deze erkennen en bevestigen Wij Ons College, opgericht ten behoeve van de Italiaanse emigranten in het buitenland. Iam Pridem[[877]] A.A.S., XIII, bl. 309[[4965]]
Referenties naar alinea 70: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 52
71
- Het is Onze wens, dat genoemd College, behoudens de rechten van Onze Kardinaal Vicaris voor de Stad Rome, afhankelijk blijft van de H. Congregatie van het Consistorie.
- Het is de taak van de H. Congregatie van het Consistorie:
- Het College te besturen en het toezicht uit te oefenen op alles wat betreft discipline, huishoudelijke zaken en administratie van tijdelijke goederen;
- het nieuwe voorschriften te geven;
- de rector en andere bestuursleden te kiezen.
Referenties naar alinea 71: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 53
72
Het eigen doel van genoemd College is: jonge Italiaanse priesters uit de seculiere clerus op te leiden voor de verzorging en godsdienstige vorming van naar het buitenland emigrerende Italianen. AAS 6, 547vv[[4966]] Daar dit doel volkomen overeenstemt met dat van het Genootschap van de Missionarissen van de H. Carolus, keuren Wij goed, dat de Rector en andere bestuursleden en de leraren worden gekozen uit priesters van genoemd Genootschap, aan wie Wij derhalve, behoudens de overige bepalingen hierboven, het College gaarne toevertrouwen.
Referenties naar alinea 72: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 54
73
Wij bepalen verder, dat voortaan geen enkele priester met de geestelijke verzorging van de Italiaanse emigranten wordt belast, voordat hij gedurende een bepaalde tijd in genoemd College onderricht heeft ontvangen en blijk gaf, de geschikte eigenschappen naar geest en hart, vaardigheid in de talen, goede gezondheid en andere talenten voor dit belangrijke apostolaat te bezitten.
Referenties naar alinea 73: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 55
74
De Bisschoppen van de bisdommen vooral, waar emigratie frequent voorkomt, moeten erop bedacht zijn een voor het Geloof nuttig en Ons aangenaam werk te doen, door jonge priesters, die uitblinken door deugd en zielenijver en zich wensen te wijden aan het emigratieapostolaat, bereidwillig naar bovengenoemd College te zenden.
Referenties naar alinea 74: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 56
75
Overigens, tenslotte, kunnen de Ordinarii van plaatsen of landen buiten Italië, waar emigratie voorkomt en wellicht geestelijke bijstand voor de katholieke emigranten uit dit land ontbreekt, zeer geschikt overwegen, of zij, rekening houdend met de bijzondere omstandigheden van de plaats, bovenstaande regeling voor de Italiaanse emigranten, breedvoerig behandeld in de handelingen van de Pausen en thans door Ons uitdrukkelijk goedgekeurd, zullen overnemen.
Referenties naar alinea 75: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Zevende hoofdstuk Besluit
76
De Paus verklaart hierna om het belang van de zaak, naar het voorbeeld van Zijn voorgangers en na overleg met de Secretaris van de H. Congregatie van het Consistorie, Z.Em. Kard. Adeodatus Joannes Piazza, bovenstaande bepalingen en voorschriften met de gebruikelijke termen voor een dergelijke Constitutie strikt bindend.
Gegeven te Castel Gandolfo bij Rome,
op het feest van Sint Petrus' Banden, 1 augustus 1952
in het veertiende jaar van Ons Pontificaat Paus Pius XII
Referenties naar alinea 76: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 9
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/400-exsul-familia-nazarethana-nl