Apostolos Suos
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Apostolos Suos
Over de theologische en juridische natuur van Bisschoppenconferenties
Paus Johannes Paulus II
21 mei 1998
Pauselijke geschriften - Motu Proprio
2005, SRKK, Utrecht
Vert. uit het Italiaans
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
2005
F. van Voorst tot Voorst s.j.
4 mei 2024
1862
nl
Referenties naar dit document: 6
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
Noot vooraf:
De Oosterse Kerken onder leiding van patriarchen en de hogere aartsbisdommen staan onder leiding van hun respectievelijke Bisschoppensynodes die zijn uitgerust met wetgevende, rechterlijke en in bepaalde gevallen ook met administratieve macht vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (110,152)[[[574|(110.152)]]]. In het voorliggend document wordt hierover niet gesproken. Want in dit opzicht kan men geen analogie vaststellen tussen deze Synodes en de Bisschoppenconferenties. Dit document daarentegen heeft betrekking op de groeperingen die men heeft gevormd in streken waar er verschillende, door canon 322 van het CCEO[574|(322)] en door hun eigen door de Heilige Stoel goedgekeurde statuten geregelde Kerken sui iuris zijn vgl: §4[[[574|(322)]]] vgl: §1[[[577|58]]], in zoverre deze groeperingen vergelijkbaar zijn met de Bisschoppenconferenties vgl: Christus Dominus, 38[[[646|38]]].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1 Inleiding
1
Jezus onze Heer vormde de apostelen “tot een college of bestendige groep en Petrus, uit hun midden gekozen, stelde Hij aan hun hoofd”. Lumen Gentium, 19[[617|19]] (Mt. 10, 1-4; Mt. 16, 18; Mc. 3, 13-19; Lc. 6, 13; Joh. 21, 15-17)[[b:Mt. 10, 1-4; Mt. 16, 18; Mc. 3, 13-19; Lc. 6, 13; Joh. 21, 15-17]] De apostelen werden door Jezus niet onafhankelijk van elkaar gekozen en uitgezonden, maar integendeel als een groep van ‘Twaalf’, zoals dat door de evangelieën met de regelmatig gebruikte term: ‘één van de Twaalf’ wordt benadrukt. (Mt. 26, 14; Mc. 14, 10.20.43; Lc. 22, 3.47; Joh. 6, 71; Joh. 20, 24)[[b:Mt. 26, 14; Mc. 14, 10.20.43; Lc. 22, 3.47; Joh. 6, 71; Joh. 20, 24]] Aan hen allen tezamen heeft de Heer de opdracht toevertrouwd om het Rijk van God te prediken; (Mt. 10, 5-7; Lc. 9, 1-2)[[b:Mt. 10, 5-7; Lc. 9, 1-2]] en ze worden door Hem niet ieder afzonderlijk maar twee aan twee uitgezonden. (Mc. 6, 7)[[b:Mc. 6, 7]] Tijdens het Laatste Avondmaal bidt Jezus de Vader om eenheid van de apostelen en van hen die door hun woord in Hem zullen geloven. (Joh. 17, 11.18.20-21)[[b:Joh. 17, 11.18.20-21]] Na zijn Verrijzenis en voor zijn Hemelvaart bevestigt de Heer Petrus in het hoogste herdersambt, (Joh. 21, 15-17)[[b:Joh. 21, 15-17]] en vertrouwt Hij aan de apostelen de eigen zending toe die Hij van de Vader had ontvangen. (Joh. 20, 21; Mt. 28, 18-20)[[b:Joh. 20, 21; Mt. 28, 18-20]]
Met de komst van de heilige Geest op de Pinksterdag treedt het apostelcollege naar buiten, vol van de nieuwe van de Paracleet ontvangen vitaliteit. “Petrus trad met de elf naar voren” (Hand. 2, 14)[b:Hand. 2, 14] en sprak tot de menigte en doopte een groot aantal gelovigen; de eerste gemeenschap blijkt verenigd in het luisteren naar het onderricht van de apostelen; (Hand. 2, 42)[[b:Hand. 2, 42]] ze ontvangt van hen de oplossing bij pastorale kwesties; (Hand. 6, 1-6)[[b:Hand. 6, 1-6]] Paulus richt zich tot de in Jeruzalem gebleven apostelen om zijn verbondenheid met hen te waarborgen en niet het gevaar te lopen voor niets te werken. (Gal. 2, 1-2.7-9)[[b:Gal. 2, 1-2.7-9]] Het besef een onverdeeld lichaam te vormen komt ook naar voren wanneer de vraag rijst of de uit het heidendom afkomstige christenen al dan niet de voorschriften van de Oude Wet moeten onderhouden. In de gemeente van Antiochië “gaf men Paulus en Barnabas en enkele anderen uit hun midden de opdracht met deze strijdvraag naar de apostelen en oudsten in Jeruzalem te gaan”. (Hand. 15, 2)[b:Hand. 15, 2] Om deze kwestie te onderzoeken kwamen de apostelen en oudsten bijeen, raadpleegden elkaar en discussieerden onder voorzitterschap van Petrus; tenslotte spraken zij het volgende oordeel uit: “De heilige Geest en wij hebben besloten u geen enkele last op te leggen dan alleen wat strikt noodzakelijk is.” (Hand. 15, 28)[b:Hand. 15, 28]
Met de komst van de heilige Geest op de Pinksterdag treedt het apostelcollege naar buiten, vol van de nieuwe van de Paracleet ontvangen vitaliteit. “Petrus trad met de elf naar voren” (Hand. 2, 14)[b:Hand. 2, 14] en sprak tot de menigte en doopte een groot aantal gelovigen; de eerste gemeenschap blijkt verenigd in het luisteren naar het onderricht van de apostelen; (Hand. 2, 42)[[b:Hand. 2, 42]] ze ontvangt van hen de oplossing bij pastorale kwesties; (Hand. 6, 1-6)[[b:Hand. 6, 1-6]] Paulus richt zich tot de in Jeruzalem gebleven apostelen om zijn verbondenheid met hen te waarborgen en niet het gevaar te lopen voor niets te werken. (Gal. 2, 1-2.7-9)[[b:Gal. 2, 1-2.7-9]] Het besef een onverdeeld lichaam te vormen komt ook naar voren wanneer de vraag rijst of de uit het heidendom afkomstige christenen al dan niet de voorschriften van de Oude Wet moeten onderhouden. In de gemeente van Antiochië “gaf men Paulus en Barnabas en enkele anderen uit hun midden de opdracht met deze strijdvraag naar de apostelen en oudsten in Jeruzalem te gaan”. (Hand. 15, 2)[b:Hand. 15, 2] Om deze kwestie te onderzoeken kwamen de apostelen en oudsten bijeen, raadpleegden elkaar en discussieerden onder voorzitterschap van Petrus; tenslotte spraken zij het volgende oordeel uit: “De heilige Geest en wij hebben besloten u geen enkele last op te leggen dan alleen wat strikt noodzakelijk is.” (Hand. 15, 28)[b:Hand. 15, 28]
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De heilsopdracht, door de Heer aan de apostelen toevertrouwd, zal tot het einde van de wereld voortduren. (Mt. 28, 18-20)[[b:Mt. 28, 18-20]] Opdat deze opdracht volgens Christus’ wil kan worden uitgevoerd hebben de apostelen zelf “voor het aanstellen van opvolgers zorg gedragen .... De bisschoppen zijn krachtens goddelijke instelling in de plaats van de apostelen getreden, als herders van de Kerk.” Lumen Gentium, 20[[617|20]] Immers, om hun pastoraal ambt te vervullen “zijn de apostelen door Christus met een bijzondere uitstorting van de heilige Geest, die over hen kwam, bedeeld, (Hand. 1, 8; Hand. 2, 4; Joh. 20, 22-23)[[b:Hand. 1, 8; Hand. 2, 4; Joh. 20, 22-23]] en op hun beurt hebben zij aan hun medehelpers door de handoplegging de geestelijke gave meegedeeld, (1 Tim. 4, 14; 2 Tim. 1, 6-7)[[b:1 Tim. 4, 14; 2 Tim. 1, 6-7]] die tot aan ons toe in de bisschopswijding is overgedragen”. Lumen Gentium, 21[[617|21]]
“Zoals door de instelling van de Heer de heilige Petrus en de overige apostelen één apostolisch college vormen, zo zijn op gelijksoortige wijze de paus van Rome, de opvolger van Petrus, en de bisschoppen, de opvolgers van de apostelen, met elkaar verbonden.” Lumen Gentium, 22[[617|22]] Zo hebben de gezamenlijke bisschoppen van Christus de opdracht ontvangen het evangelie over de gehele aarde te verkondigen, en zijn zij daarom gehouden zorg te hebben voor de gehele Kerk, en, om de hun toevertrouwde zending te vervullen, zijn ze ook verplicht samen te werken met elkaar en met de opvolger van Petrus, vgl: Lumen Gentium, 23[[[617|23]]] in wie is vastgelegd “het blijvend en zichtbaar beginsel en fundament van de eenheid in geloof en gemeenschap”. Lumen Gentium, 18[[617|18]] vgl: Lumen Gentium, 22-23[[[617|22-23]]] vgl: Nota explicativa praevia - Ex Actis Ss. Oecumenici Concilii Vaticani II, 5[[[740|5]]] vgl: Pastor Aeternus, 2[[[116|2]]] Op zijn beurt is iedere bisschop het beginsel en fundament van de eenheid in zijn particuliere Kerk. vgl: Lumen Gentium, 23[[[617|23]]]
“Zoals door de instelling van de Heer de heilige Petrus en de overige apostelen één apostolisch college vormen, zo zijn op gelijksoortige wijze de paus van Rome, de opvolger van Petrus, en de bisschoppen, de opvolgers van de apostelen, met elkaar verbonden.” Lumen Gentium, 22[[617|22]] Zo hebben de gezamenlijke bisschoppen van Christus de opdracht ontvangen het evangelie over de gehele aarde te verkondigen, en zijn zij daarom gehouden zorg te hebben voor de gehele Kerk, en, om de hun toevertrouwde zending te vervullen, zijn ze ook verplicht samen te werken met elkaar en met de opvolger van Petrus, vgl: Lumen Gentium, 23[[[617|23]]] in wie is vastgelegd “het blijvend en zichtbaar beginsel en fundament van de eenheid in geloof en gemeenschap”. Lumen Gentium, 18[[617|18]] vgl: Lumen Gentium, 22-23[[[617|22-23]]] vgl: Nota explicativa praevia - Ex Actis Ss. Oecumenici Concilii Vaticani II, 5[[[740|5]]] vgl: Pastor Aeternus, 2[[[116|2]]] Op zijn beurt is iedere bisschop het beginsel en fundament van de eenheid in zijn particuliere Kerk. vgl: Lumen Gentium, 23[[[617|23]]]
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Vanuit het besef deel uit te maken van een onverdeeld lichaam zonder dat daarbij iets werd afgedaan aan de bij goddelijke instelling verleende macht van de bisschop in zijn particuliere Kerk, zijn de bisschoppen in de loop van de geschiedenis van de Kerk ertoe gekomen om bij de uitoefening van hun opdracht gebruik te maken van instrumenten, structuren en communicatiemiddelen, die teken zijn van hun onderlinge verbondenheid en zorg voor alle Kerken, en een voortzetting zijn van het leven zelf van het apostelcollege: pastorale samenwerking, onderling overleg, wederzijdse hulp, enzovoorts. Vanaf de eerste eeuwen heeft de realiteit van deze communio een bijzonder geschikte en kenmerkende vorm gevonden in het houden van Concilies. Naast de oecumenische Concilies[d:59] die begonnen met het Concilie van Nicea in 325, moeten ook genoemd worden de particuliere, zowel plenaire als provinciale, concilies, die vanaf de tweede eeuw veelvuldig in de gehele Kerk werden gehouden. V, 16, 10; 23, 2-4; 24, 8, in: SC 41, blz. 49, 66-67, 69; Over sommige concilies uit de tweede eeuw, zie Eusebius van Cesarea[[1115]] 13, 6, in: CCL 2, 1272; In het begin van de derde eeuw prijst Tertullianus het gebruik bij de Grieken concilies te houden.[[1167]] 55, 6; 57; 59, 13, 1; 61; 64; 67; 68, 2, 1; 70; 71, 4, 1; 72; 73, 1-3, in: Bayard (ed.), Les Belles Lettres (Parijs 1961) II, 134-135; 154-159; 180; 194-196; 213-216; 227-234; 252-256; 259; 259-262; 262-264; Dankzij de brieven van de H. Cyprianus van Carthago zijn we op de hoogte van verschillende Afrikaanse en Romeinse concilies vanaf het tweede of derde decennium van de derde eeuw.[[1048]] Over de Bisschoppenconcilies...Over de Bisschoppenconcilies in de tweede en derde eeuw, vgl. K.J. Hefele, Histoire des Conciles I, (Adrien le Clere, Parijs 1869), 77-125 Deze praktijk van het houden van particuliere concilies werd gedurende de gehele Middeleeuwen voortgezet. Na het Concilie van Trente (1545-1563)[d:21] daarentegen gebeurde dit steeds minder vaak. Met de bedoeling evenwel een zo eerbiedwaardig instituut nieuw leven in te blazen werden in het Wetboek van Canoniek Recht uit 1917[2620] bepalingen opgenomen voor het houden van particuliere concilies. Canon 281 van genoemd Wetboek[2620|(281)] had betrekking op het plenair concilie en bepaalde dat men dit kon houden met toestemming van de paus, die zijn gevolmachtigde aanwees om dit bijeen te roepen en voor te zitten. Hetzelfde Wetboek[2620] schreef voor dat minstens om de twintig jaar de provinciale concilies gehouden moesten worden, vgl: Codex Iuris Canonici (1917), (283)[[[2620|(283)]]] en minstens om de vijf jaar Bisschoppenconferenties of vergaderingen van een kerkprovincie, om de problemen van de diocesen te bespreken en het provinciaal concilie voor te bereiden. vgl: Codex Iuris Canonici (1917), (292)[[[2620|(292)]]] Het nieuwe Wetboek van Canoniek Recht uit 1983[30] heeft nog steeds een uitgebreide regeling voor zowel plenaire als provinciale particuliere concilies. vgl: Codex Iuris Canonici, 439-446[[[30|439-446]]]
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Om historische, culturele, sociologische redenen en met het oog op speciale pastorale doelstellingen zijn sinds de vorige eeuw, naast de traditie van de particuliere concilies en in harmonie daarmee, in verschillende landen de Bisschoppenconferenties ontstaan om de verschillende kerkelijke kwesties van gezamenlijk belang te bespreken en daar passende oplossingen voor te vinden. In tegenstelling met de concilies waren deze Conferenties permanent en vast van aard. Wanneer de instructie van Congregatie voor de Bisschoppen en Regulieren van 24 augustus 1889 erover spreekt gebruikt ze uitdrukkelijk het woord ‘Bisschoppenconferenties’. vgl: Alcuni Arcivescovi[[[4454]]]
In het Decreet Christus Dominus[646] werd door het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] niet alleen de wens uitgesproken dat het eerbiedwaardig instituut van de particuliere concilies tot nieuwe en krachtige bloei zou komen vgl: Christus Dominus, 36[[[646|36]]], maar wordt ook uitdrukkelijk gesproken over de Bisschoppenconferenties, die in vele landen blijken te bestaan en worden bijzondere normen daarvoor vastgesteld vgl: Christus Dominus, 37-38[[[646|37-38]]]. Het Concilie[d:4] erkende inderdaad dat deze structuren nuttig en vruchtbaar zijn, en was van oordeel dat “het zeer gewenst is dat overal ter wereld de bisschoppen van een zelfde land of van een zelfde gebied zich tot één kring samenvoegen en op gezette tijden samenkomen om door uitwisseling van beleids- en ervaringsgegevens en door gemeenschappelijk beraad te komen tot een geheiligde bundeling van krachten tot nut van het gemeenschappelijk welzijn van de betrokken kerken”. Christus Dominus, 37[[646|37]] vgl: Lumen Gentium, 23[[[617|23]]]
In het Decreet Christus Dominus[646] werd door het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] niet alleen de wens uitgesproken dat het eerbiedwaardig instituut van de particuliere concilies tot nieuwe en krachtige bloei zou komen vgl: Christus Dominus, 36[[[646|36]]], maar wordt ook uitdrukkelijk gesproken over de Bisschoppenconferenties, die in vele landen blijken te bestaan en worden bijzondere normen daarvoor vastgesteld vgl: Christus Dominus, 37-38[[[646|37-38]]]. Het Concilie[d:4] erkende inderdaad dat deze structuren nuttig en vruchtbaar zijn, en was van oordeel dat “het zeer gewenst is dat overal ter wereld de bisschoppen van een zelfde land of van een zelfde gebied zich tot één kring samenvoegen en op gezette tijden samenkomen om door uitwisseling van beleids- en ervaringsgegevens en door gemeenschappelijk beraad te komen tot een geheiligde bundeling van krachten tot nut van het gemeenschappelijk welzijn van de betrokken kerken”. Christus Dominus, 37[[646|37]] vgl: Lumen Gentium, 23[[[617|23]]]
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Met de Motu proprio Ecclesiae Sanctae[3976] gaf paus Paulus VI in 1966 de opdracht Bisschoppenconferenties op te richten daar waar ze nog niet bestonden; die welke reeds bestonden moesten hun eigen statuten opstellen; mocht het oprichten van een Bisschoppenconferentie niet mogelijk zijn, dan moesten de betrokken bisschoppen zich aansluiten bij reeds opgerichte Bisschoppenconferenties; men kon verschillende landen omvattende of ook internationale Bisschoppenconferenties oprichten. Ecclesiae Sanctae, (41)[[3976|(41)]] Enige jaren later, in 1973, wees het Pastoraal Directorium van de Bisschoppen[1325] er opnieuw op “dat de Bisschoppenconferentie is ingesteld om in deze tijd een veelzijdige en vruchtbare bijdrage te leveren aan het concreet beleven van de collegialiteit. Op uitstekende wijze wordt dankzij de Bisschoppenconferenties de geest van verbondenheid met de universele Kerk en tussen de verschillende particuliere Kerken onderling gestimuleerd.” Ecclesiae imago, (210)[[1325|(210)]] Tenslotte, het Wetboek van Canoniek Recht[30] dat ik op 25 januari 1983 officieel heb bekrachtigd, heeft speciale normen vastgesteld Codex Iuris Canonici, 447-459[[30|447-459]], waarin de doelstellingen en bevoegdheden van de Bisschoppenconferenties zijn geregeld, alsmede hun oprichting, samenstelling en werkwijze.
De collegiale geest die tot het vormen van de Bisschoppenconferenties leidt en waardoor hun werk geleid wordt, stimuleert ook de samenwerking tussen de Conferenties van de verschillende volkeren, zoals het Tweede Vaticaans Concilie aanbeval32 en in de kerkelijke voorschriften is vastgelegd. vgl: §1[[[30|459]]] In feite is een dergelijke...In feite is een dergelijke samenwerking bevorderd door internationale bijeenkomsten van de Bisschoppenconferenties, Consejo Episcopal Latinoamericano (CELAM), Consilium Conferentiarum Episcopalium Europae (CCEE), Secretariado Episcopal de América Central y Panamá (SEDAC), Commissio Episcopatuum Communitatis Europaeae (COMECE), Association des Conférences Episcopales de l’Afrique Centrale (ACEAC), Association des Conférences Episcopales de la Région de l’Afrique Centrale (ACERAC), Symposium des Conférences Episcopales d’Afrique et de Madagascar (SCEAM), Inter-Regional Meeting of Bishops of Southern Africa (IMBSA), Southern African Catholic Bishops’ Conference (SACBC), Conférences Episcopales de l’Afrique de l’Ouest Francophone (CERAO), Association of the Episcopal Conferences of Anglophone West Africa (AECAWA), Association of Member Episcopal Conferences in Eastern Africa (AMECEA), Federation of Asian Bishops’ Conferences (FABC) en de Federation of Catholic Bishops’ Conferences of Oceania (FCBCO) (vgl. Annuario Pontificio 1998 (Vaticaanstad 1998), 1112-1115). Toch zijn deze organisaties geen Bisschoppenconferenties in eigenlijke zin.
De collegiale geest die tot het vormen van de Bisschoppenconferenties leidt en waardoor hun werk geleid wordt, stimuleert ook de samenwerking tussen de Conferenties van de verschillende volkeren, zoals het Tweede Vaticaans Concilie aanbeval32 en in de kerkelijke voorschriften is vastgelegd. vgl: §1[[[30|459]]] In feite is een dergelijke...In feite is een dergelijke samenwerking bevorderd door internationale bijeenkomsten van de Bisschoppenconferenties, Consejo Episcopal Latinoamericano (CELAM), Consilium Conferentiarum Episcopalium Europae (CCEE), Secretariado Episcopal de América Central y Panamá (SEDAC), Commissio Episcopatuum Communitatis Europaeae (COMECE), Association des Conférences Episcopales de l’Afrique Centrale (ACEAC), Association des Conférences Episcopales de la Région de l’Afrique Centrale (ACERAC), Symposium des Conférences Episcopales d’Afrique et de Madagascar (SCEAM), Inter-Regional Meeting of Bishops of Southern Africa (IMBSA), Southern African Catholic Bishops’ Conference (SACBC), Conférences Episcopales de l’Afrique de l’Ouest Francophone (CERAO), Association of the Episcopal Conferences of Anglophone West Africa (AECAWA), Association of Member Episcopal Conferences in Eastern Africa (AMECEA), Federation of Asian Bishops’ Conferences (FABC) en de Federation of Catholic Bishops’ Conferences of Oceania (FCBCO) (vgl. Annuario Pontificio 1998 (Vaticaanstad 1998), 1112-1115). Toch zijn deze organisaties geen Bisschoppenconferenties in eigenlijke zin.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Sinds het Tweede Vaticaans Concilie[d:4]hebben de Bisschoppenconferenties zichsterk ontwikkeld en zijn geworden tot hetorgaan waarvan de bisschoppen van eenbepaald land of een bepaalde streek bij voorkeur gebruik maken om van gedachtente wisselen, elkaar te raadplegen enop verschillende wijzen samen te werkentot het gemeenschappelijk welzijn van deKerk: “In de loop der jaren zijn ze eenconcrete, levende, doeltreffende werkelijkheidgeworden in alle delen van dewereld.” c[[4455|(7)]] Hoe belangrijk ze zijn blijkt uithet feit dat ze daadwerkelijk bijdragen totde eenheid onder de bisschoppen en dustot de eenheid van de Kerk, aangezien zeeen krachtig middel zijn tot versterkingvan de kerkelijke eenheid. Maar de steedsverder gaande ontwikkeling van hunactiviteiten heeft geleid tot enige kwestiesvan theologische en pastorale aard, metname op het punt van hun verhouding totde afzonderlijke diocesane bisschop.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Twintig jaar na de sluiting van het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] heeft de Buitengewone Algemene Vergadering van de Bisschoppensynode[d:172] die in 1985 werd gehouden, erkend dat de Bisschoppenconferenties in de huidige situatie pastoraal nuttig en zelfs noodzakelijk zijn; maar tegelijk werd daar opgemerkt dat “de Bisschoppenconferenties in hun werkwijze tegelijk het welzijn van de Kerk, dat wil zeggen het dienen van de eenheid voor ogen dienen te houden, én de onvervreemdbare verantwoordelijkheid van de individuele bisschop ten opzichte van de universele Kerk en ten opzichte van zijn particuliere Kerk”. Ecclesia sub Verbo Dei mysteria Christi celebrans pro salute mundi, 22[[1485|22]] Daarom heeft de Synode[d:172] aanbevolen dat uitvoeriger en grondiger de theologische, en bijgevolg de juridische status van de Bisschoppenconferenties bestudeerd zou worden, vooral het vraagstuk van hun gezag op leerstellig gebied, daarbij rekening houdend met nummer 38[646|38] van het conciliedecreet Christus Dominus[646] en met de canones 447[30|447] en 753[30|753] van het Wetboek van Canoniek Recht[30]. vgl: Ecclesia sub Verbo Dei mysteria Christi celebrans pro salute mundi, 23[[[1485|23]]]
Het voorliggend document is het resultaat van de gevraagde studie. In volkomen trouw aan de documenten van het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] wil het de fundamentele theologische en juridische beginselen met betrekking tot de Bisschoppenconferenties uiteen zetten, en de normen aangeven waaraan de hand moet worden gehouden, om een hulp te bieden bij het vaststellen hoe de Bisschoppenconferentie op theologisch gefundeerde en juridisch veilige wijze te werk moeten gaan.
Het voorliggend document is het resultaat van de gevraagde studie. In volkomen trouw aan de documenten van het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] wil het de fundamentele theologische en juridische beginselen met betrekking tot de Bisschoppenconferenties uiteen zetten, en de normen aangeven waaraan de hand moet worden gehouden, om een hulp te bieden bij het vaststellen hoe de Bisschoppenconferentie op theologisch gefundeerde en juridisch veilige wijze te werk moeten gaan.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2 De collegiale eenheid onder de bisschoppen
8
In de universele communio van het volk van God, in dienst waarvan de Heer het apostolisch ambt heeft ingesteld, is de collegiale eenheid van het episcopaat teken van de natuur van de Kerk. De Kerk is in de wereld het zaad en de aanvang van het Koninkrijk van God en vormt daarom “voor geheel het menselijk geslacht de krachtigste kiem van eenheid, hoop en heil”. Lumen Gentium, 9[[617|9]]7 Zoals de Kerk één en algemeen is, is ook het episcopaat één en onverdeeld; Pastor Aeternus, 2[[116|2]] het reikt zo ver als de zichtbare structuur van de Kerk en brengt haar rijke verscheidenheid tot uitdrukking. Als hoofd van het corps van bisschoppen is de bisschop van Rome het beginsel en de zichtbare grondslag van die eenheid.
De eenheid van het episcopaat is een van de wezenselementen van de eenheid der Kerk. vgl: Communionis notio, 12[[[306|12]]] Immers, door het corps van bisschoppen wordt “de apostolische overlevering voor geheel de wereld bekend gemaakt en bewaard”; Lumen Gentium, 20[[617|20]] het delen in hetzelfde geloof waarvan de schat aan hun zorg is toevertrouwd, de deelname aan dezelfde sacramenten “waarvan zij de regelmatige en vruchtbare bediening gezagvol regelen”, Lumen Gentium, 26[[617|26]] de aanhankelijkheid en gehoorzaamheid die aan hen als geestelijke herders van de Kerk toekomen, zijn de wezenlijke elementen van de kerkelijke communio. Aangezien deze communio zich over de gehele Kerk uitstrekt vormt ze ook de structuur van het Bisschoppencollege en is zij “een organische werkelijkheid die een juridische vorm vereist en tegelijk door liefde bezield wordt”. Nota explicativa praevia - Ex Actis Ss. Oecumenici Concilii Vaticani II, 5[[740|5]]
De eenheid van het episcopaat is een van de wezenselementen van de eenheid der Kerk. vgl: Communionis notio, 12[[[306|12]]] Immers, door het corps van bisschoppen wordt “de apostolische overlevering voor geheel de wereld bekend gemaakt en bewaard”; Lumen Gentium, 20[[617|20]] het delen in hetzelfde geloof waarvan de schat aan hun zorg is toevertrouwd, de deelname aan dezelfde sacramenten “waarvan zij de regelmatige en vruchtbare bediening gezagvol regelen”, Lumen Gentium, 26[[617|26]] de aanhankelijkheid en gehoorzaamheid die aan hen als geestelijke herders van de Kerk toekomen, zijn de wezenlijke elementen van de kerkelijke communio. Aangezien deze communio zich over de gehele Kerk uitstrekt vormt ze ook de structuur van het Bisschoppencollege en is zij “een organische werkelijkheid die een juridische vorm vereist en tegelijk door liefde bezield wordt”. Nota explicativa praevia - Ex Actis Ss. Oecumenici Concilii Vaticani II, 5[[740|5]]
Referenties naar alinea 8: 1
Pastores Gregis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
“Samen met de Paus van Rome als zijn hoofd en nooit zonder dit hoofd”, is de orde van de bisschoppen als college “subject van de hoogste en volledige macht over de gehele Kerk”. Lumen Gentium, 22[[617|22]] Zoals iedereen weet heeft het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] bij het onderricht hierover erop gewezen dat de opvolger van Petrus “de macht behoudt van dit primaat over allen, herders zowel als gelovigen. De Paus van Rome bezit immers over de Kerk, juist krachtens zijn ambt als plaatsbekleder van Christus en herder over de gehele Kerk, de volledige, hoogste en universele macht, die hij steeds vrij kan uitoefenen.” Lumen Gentium, 22[[617|22]]
Alleen wanneer het corps van bisschoppen als college optreedt kan het de hoogste macht die het over de gehele Kerk bezit, uitoefenen, ofwel op plechtige wijze wanneer de bisschoppen bijeen zijn in een Oecumenisch Concilie, ofwel wanneer zij, verspreid over de wereld, door de Bisschop van Rome worden opgeroepen om als college een daad te stellen of althans hun gemeenschappelijk handelen vrijwillig door hem wordt goedgekeurd of aanvaard. Bij dit optreden als college oefenen de bisschoppen een macht uit die zij bezitten voor het welzijn van hun gelovigen en van de gehele Kerk, en terwijl ze getrouw het primaat en de voorrang van de Bisschop van Rome, hoofd van het Bisschoppencollege, eerbiedigen, handelen ze in dat geval toch niet als zijn plaatsvervangers of gedelegeerden. vgl: Lumen Gentium, 22[[[617|22]]] vgl: Nota explicativa praevia - Ex Actis Ss. Oecumenici Concilii Vaticani II[[[740]]] Daaruit volgt duidelijk dat zij bisschoppen zijn van de katholieke Kerk, een groot goed voor de gehele Kerk, en als zodanig door alle gelovigen worden erkend en geëerbiedigd.
Alleen wanneer het corps van bisschoppen als college optreedt kan het de hoogste macht die het over de gehele Kerk bezit, uitoefenen, ofwel op plechtige wijze wanneer de bisschoppen bijeen zijn in een Oecumenisch Concilie, ofwel wanneer zij, verspreid over de wereld, door de Bisschop van Rome worden opgeroepen om als college een daad te stellen of althans hun gemeenschappelijk handelen vrijwillig door hem wordt goedgekeurd of aanvaard. Bij dit optreden als college oefenen de bisschoppen een macht uit die zij bezitten voor het welzijn van hun gelovigen en van de gehele Kerk, en terwijl ze getrouw het primaat en de voorrang van de Bisschop van Rome, hoofd van het Bisschoppencollege, eerbiedigen, handelen ze in dat geval toch niet als zijn plaatsvervangers of gedelegeerden. vgl: Lumen Gentium, 22[[[617|22]]] vgl: Nota explicativa praevia - Ex Actis Ss. Oecumenici Concilii Vaticani II[[[740]]] Daaruit volgt duidelijk dat zij bisschoppen zijn van de katholieke Kerk, een groot goed voor de gehele Kerk, en als zodanig door alle gelovigen worden erkend en geëerbiedigd.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Op het vlak van de verschillende particuliereKerken en hun groeperingen is ervan de kant van de daarbij betrokken bisschoppengeen soortgelijk collegiaal optreden.Op het vlak van de particuliereKerk weidt de diocesane bisschop in naamvan de Heer de hem toevertrouwde kudde,als haar eigen, gewone en onmiddellijkegeestelijke herder; zijn handelen is striktpersoonlijk, niet collegiaal, ook al wordthet door de geest van onderlinge verbondenheidbezield. Bovendien, hoewel hijbekleed is met de volheid van het Wijdingssacrament,oefent hij er toch niet dehoogste macht uit. Deze komt toe aan deBisschop van Rome en aan het Bisschoppencollegeals de eigen elementen van deuniversele Kerk die in iedere particuliereKerk aanwezig zijn opdat deze in volle zinKerk zij, dat wil zeggen de particuliereaanwezigheid van de universele Kerk metalle wezenlijke elementen daarvan. vgl: Communionis notio, 13[[[306|13]]] Waar particuliere Kerken in geografischezones (land, regio, enzovoorts) gegroepeerdzijn, oefenen de aan het hoofddaarvan staande bisschoppen niet gezamenlijkhun pastorale ambt uit door middelvan collegiale handelingen die met dehandelingen van het Bisschoppencollegezijn gelijk te stellen.
Referenties naar alinea 10: 1
Aan de Katholieke Kerk in de Volksrepubliek China ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Voor het juist situeren en beter begrijpen van de manier waarop de collegiale eenheid zichtbaar wordt in het gemeenschappelijk pastoraal handelen van de uit een bepaalde streek afkomstige bisschoppen is het nuttig, al is het maar in het kort, eraan te herinneren welke band er is tussen ieder van de bisschoppen in zijn gewone pastorale ambt en de universele Kerk. Men moet immers bedenken dat ten opzichte van de gehele Kerk het feit dat iedere bisschop tot het Bisschoppencollege behoort, niet alleen tot uiting komt in het reeds genoemde optreden als college, maar ook in de zorg voor de universele Kerk, een zorg die weliswaar niet uitgeoefend wordt door een daad van rechtsmacht maar die toch in hoge mate tot haar welzijn bijdraagt. Alle bisschoppen moeten immers de eenheid van het geloof en de voor de gehele Kerk geldende tucht bevorderen en beschermen, en alle activiteiten stimuleren die voor de gehele Kerk gemeenschappelijk zijn, met name door het geloof te doen groeien en het licht van de volle waarheid over alle mensen te doen opgaan. vgl: Lumen Gentium, 23[[[617|23]]] “Het staat trouwens vast, dat zij, door hun eigen Kerk als een deel van de universele Kerk goed te besturen, krachtdadig bijdragen tot het welzijn van het gehele mystieke lichaam, dat tevens een corps van Kerken is.” Lumen Gentium, 23[[617|23]]
De bisschoppen dragen bij tot het welzijn van de Kerk door het goed uitoefenen van het munus regendi in hun particuliere Kerken, maar ook door het uitoefenen van hun taak om te onderrichten en te heiligen.
Natuurlijk, als leermeesters van het geloof richten de verschillende bisschoppen zich niet tot de universele gemeenschap van de gelovigen tenzij door een handeling van het gehele Bisschoppencollege. In feite moeten alleen de gelovigen die aan de herderlijke zorg van een bepaalde bisschop zijn toevertrouwd, zich voegen naar diens oordeel dat in naam van Christus inzake geloof en zeden wordt gegeven, en in godsdienstige instemming van geest zich daaraan houden. Immers, “de bisschoppen die in gemeenschap met de paus van Rome onderricht geven, moeten door iedereen als getuigen van de goddelijke en katholieke waarheid geëerbiedigd worden” Lumen Gentium, 25[[617|25]] ; in zoverre in hun onderricht getrouw wordt overgedragen en duidelijk gemaakt hetgeen men dient te geloven en toe te passen op het leven is dit onderricht van groot nut voor de gehele Kerk.
Iedere bisschop is ook “de uitdeler van de genade van het hogepriesterschap” Lumen Gentium, 26[[617|26]] ; als zodanig draagt de uitoefening van zijn heiligingsopdracht in hoge mate bij aan het werk van de Kerk dat in dienst staat van de verheerlijking van God en de heiliging van de mens. Het is het werk van de gehele Kerk van Christus dat werkzaam is in iedere wettige liturgische viering die in gemeenschap met de bisschop en onder zijn leiding plaats vindt.
De bisschoppen dragen bij tot het welzijn van de Kerk door het goed uitoefenen van het munus regendi in hun particuliere Kerken, maar ook door het uitoefenen van hun taak om te onderrichten en te heiligen.
Natuurlijk, als leermeesters van het geloof richten de verschillende bisschoppen zich niet tot de universele gemeenschap van de gelovigen tenzij door een handeling van het gehele Bisschoppencollege. In feite moeten alleen de gelovigen die aan de herderlijke zorg van een bepaalde bisschop zijn toevertrouwd, zich voegen naar diens oordeel dat in naam van Christus inzake geloof en zeden wordt gegeven, en in godsdienstige instemming van geest zich daaraan houden. Immers, “de bisschoppen die in gemeenschap met de paus van Rome onderricht geven, moeten door iedereen als getuigen van de goddelijke en katholieke waarheid geëerbiedigd worden” Lumen Gentium, 25[[617|25]] ; in zoverre in hun onderricht getrouw wordt overgedragen en duidelijk gemaakt hetgeen men dient te geloven en toe te passen op het leven is dit onderricht van groot nut voor de gehele Kerk.
Iedere bisschop is ook “de uitdeler van de genade van het hogepriesterschap” Lumen Gentium, 26[[617|26]] ; als zodanig draagt de uitoefening van zijn heiligingsopdracht in hoge mate bij aan het werk van de Kerk dat in dienst staat van de verheerlijking van God en de heiliging van de mens. Het is het werk van de gehele Kerk van Christus dat werkzaam is in iedere wettige liturgische viering die in gemeenschap met de bisschop en onder zijn leiding plaats vindt.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De theologische aard van de Doctrinaire Commissies en de taak van de bisschoppen als meesters van het geloof ->=geentekst=
Praedicate Evangelium ->=geentekst=
Als de bisschoppen van een bepaald gebied gezamenlijk bepaalde pastorale taken ten bate van hun gelovigen vervullen, is deze gemeenschappelijke uitoefening van het bisschopsambt een concrete toepassing van de collegiale mentaliteit (affectus collegialis), vgl: Lumen Gentium, 23[[[617|23]]] die “het hart is van de samenwerking onder bisschoppen op regionaal, landelijk en internationaal niveau”. Ecclesia sub Verbo Dei mysteria Christi celebrans pro salute mundi, 21[[1485|21]] Toch heeft deze op territoriale grondslag berustende uitoefening van het bisschopsambt nooit het collegiale karakter dat eigen is aan de handelingen van de orde der bisschoppen als zodanig die het hoogste gezag over de gehele Kerk uitoefent. Immers, de relatie van de bisschoppen met het Bisschoppencollege is duidelijk een andere dan hun relatie met de organen die zijn opgericht voor het boven vermelde gemeenschappelijk uitoefenen van bepaalde pastorale taken.
De collegialiteit van de handelingen van het Bisschoppencollege hangt samen met het feit dat “men de universele Kerk niet mag opvatten als de optelsom van de particuliere Kerken of als een federatie van particuliere Kerken”. Tot de Bisschoppen van de Verenigde Staten van Amerika, 3[[3282|3]] “De universele Kerk vloeit niet voort uit de communio van de Kerken, maar is een realiteit die, in haar essentiële mysterie, ontologisch en temporeel voorafgaat aan iedere individuele particuliere Kerk.” Communionis notio, 9[[306|9]]
Zo moet ook het Bisschoppencollege niet verstaan worden als de optelsom van de individuele bisschoppen aan wie de particuliere Kerken zijn toevertrouwd, noch als het resultaat van hun communio, maar is dit college, als wezenlijk element van de universele Kerk, een realiteit die voorafgaat aan de opdracht om aan het hoofd te staan van de particuliere Kerk. Onder meer zijn er, zoals men...Onder meer zijn er, zoals men weet, talrijke bisschoppen die weliswaar echt bisschoppelijke taken vervullen maar niet aan het hoofd staan van een particuliere Kerk. Inderdaad, de macht van het Bisschoppencollege over de gehele Kerk wordt niet gevormd door de optelsom van de macht die individueel door de bisschoppen in hun particuliere Kerken wordt uitgeoefend; het handelt om een daaraan voorafgaande realiteit waaraan de bisschoppen deelhebben; alleen als college kunnen zij ten bate van de gehele Kerk optreden. Alleen de Bisschop van Rome, hoofd van het college, kan persoonlijk de oppermacht over de gehele Kerk uitoefenen. Met andere woorden “bisschoppelijke collegialiteit in eigenlijke en strikte zin komt alleen aan het gehele Bisschoppencollege toe, dat als theologisch subject ondeelbaar is”. Tot de Romeinse Curie bij gelegenheid van het Kerstfeest, (6)[[3381|(6)]] En dat is de uitdrukkelijke wil van de Heer. vgl: Lumen Gentium, 22[[[617|22]]] Toch moet deze macht niet verstaan worden als overheersing; integendeel, wezenlijk is haar dimensie van dienstbaarheid, want ze komt van Christus, de goede Herder die zijn leven geeft voor zijn schapen. (Joh. 10,11)[[b:Joh. 10,11]]
De collegialiteit van de handelingen van het Bisschoppencollege hangt samen met het feit dat “men de universele Kerk niet mag opvatten als de optelsom van de particuliere Kerken of als een federatie van particuliere Kerken”. Tot de Bisschoppen van de Verenigde Staten van Amerika, 3[[3282|3]] “De universele Kerk vloeit niet voort uit de communio van de Kerken, maar is een realiteit die, in haar essentiële mysterie, ontologisch en temporeel voorafgaat aan iedere individuele particuliere Kerk.” Communionis notio, 9[[306|9]]
Zo moet ook het Bisschoppencollege niet verstaan worden als de optelsom van de individuele bisschoppen aan wie de particuliere Kerken zijn toevertrouwd, noch als het resultaat van hun communio, maar is dit college, als wezenlijk element van de universele Kerk, een realiteit die voorafgaat aan de opdracht om aan het hoofd te staan van de particuliere Kerk. Onder meer zijn er, zoals men...Onder meer zijn er, zoals men weet, talrijke bisschoppen die weliswaar echt bisschoppelijke taken vervullen maar niet aan het hoofd staan van een particuliere Kerk. Inderdaad, de macht van het Bisschoppencollege over de gehele Kerk wordt niet gevormd door de optelsom van de macht die individueel door de bisschoppen in hun particuliere Kerken wordt uitgeoefend; het handelt om een daaraan voorafgaande realiteit waaraan de bisschoppen deelhebben; alleen als college kunnen zij ten bate van de gehele Kerk optreden. Alleen de Bisschop van Rome, hoofd van het college, kan persoonlijk de oppermacht over de gehele Kerk uitoefenen. Met andere woorden “bisschoppelijke collegialiteit in eigenlijke en strikte zin komt alleen aan het gehele Bisschoppencollege toe, dat als theologisch subject ondeelbaar is”. Tot de Romeinse Curie bij gelegenheid van het Kerstfeest, (6)[[3381|(6)]] En dat is de uitdrukkelijke wil van de Heer. vgl: Lumen Gentium, 22[[[617|22]]] Toch moet deze macht niet verstaan worden als overheersing; integendeel, wezenlijk is haar dimensie van dienstbaarheid, want ze komt van Christus, de goede Herder die zijn leven geeft voor zijn schapen. (Joh. 10,11)[[b:Joh. 10,11]]
Referenties naar alinea 12: 3
Pastores Gregis ->=geentekst=De theologische aard van de Doctrinaire Commissies en de taak van de bisschoppen als meesters van het geloof ->=geentekst=
Praedicate Evangelium ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De relatie tussen groeperingen vanparticuliere Kerken en de Kerken waaruitze zijn opgebouwd is gebaseerd op debanden van gemeenschappelijke traditiesvan christelijk leven, en op het gegevendat de Kerk geworteld staat in door taal,cultuur en geschiedenis met elkaar verbondenmenselijke gemeenschappen.Deze relatie verschilt heel sterk van derelatie van innerlijke wederzijdse vervlochtenheidvan de universele Kerk metde particuliere Kerken. Op soortgelijke wijze bestaat er tussende door de bisschoppen van een bepaaldgebied (land, regio, enzovoorts) in hetleven geroepen structuren en de bisschoppendie er deel van uitmaken eenrelatie, die weliswaar een zekere overeenkomstvertoont met de relatie tussen hetBisschoppencollege en de bisschoppenafzonderlijk, maar in feite geheel daarvanverschilt. De geldigheid en het verplichtendkarakter van de handelingen van hetbisschopsambt dat gezamenlijk binnen deBisschoppenconferenties en in communiomet de Apostolische Stoel wordt uitgeoefendvloeit voort uit het feit dat de ApostolischeStoel deze organen in het levenheeft geroepen, en daaraan nauwkeurigomschreven bevoegdheden heeft toegekendop grond van de gewijde macht vande individuele bisschop. Het gezamenlijk verrichten van bepaaldehandelingen van het bisschopsambtheeft als bedoeling de zorg concreette maken van iedere bisschop voor degehele Kerk; deze zorg komt duidelijk totuiting in de broederlijke hulp die aanandere particuliere Kerken wordt geboden,met name aan de meest nabije enbehoeftige, vgl: Lumen Gentium, 23[[[617|23]]] vgl: Christus Dominus, 6[[[646|6]]] en die verder vorm krijgt inhet gezamenlijk met de andere bisschoppenvan hetzelfde gebied bundelen vankrachten en doelstellingen om het gemeenschappelijkbelang en dat van iedereKerk apart te bevorderen. vgl: Christus Dominus, 36[[[646|36]]]
Referenties naar alinea 13: 1
Pastores Gregis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3 De Bisschoppenconferenties
14
De Bisschoppenconferenties vormen een concrete toepassing van de collegiale geest. Het Wetboek van Canoniek Recht[30] geeft er een nauwkeurige omschrijving van, gebaseerd op de voorschriften van het Tweede Vaticaans Concilie[d:4]: “De Bisschoppenconferentie, een blijvend instituut, is een groepering van Bisschoppen van een natie of van een bepaald gebied, die gezamenlijk bepaalde pastorale taken voor de christengelovigen van hun gebied uitoefenen, om het hogere goed dat de Kerk de mensen aanreikt te bevorderen, vooral door vormen en methoden van apostolaat die aan de omstandigheden van tijd en plaats op geschikte wijze aangepast zijn, volgens het recht.” Codex Iuris Canonici, 447[[30|447]] vgl: 1[[[646|38]]]
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
In onze tijd is door het Concilie duidelijk naar voren gebracht hoe nodig het is de krachten te bundelen door uitwisseling van inzicht en ervaring binnen de Bisschoppenconferentie. Immers, “bisschoppen kunnen hun ambt dikwijls niet goed en met vrucht meer uitoefenen, wanneer zij niet komen tot een steeds hechtere eensgezindheid en nauwere verbondenheid in de samenwerking met andere bisschoppen”. Christus Dominus, 37[[646|37]] Een volledige lijst opstellen van de onderwerpen die voor deze samenwerking in aanmerking komen is niet mogelijk. Maar het zal niemand ontgaan dat het gezamenlijk handelen van de bisschoppen in onze tijd nodig is voor onderwerpen als het bevorderen en verdedigen van geloof en zeden, het vertalen van liturgische boeken, het bevorderen en vormen van priesterroepingen, het opstellen van een catechetisch instrumentarium, de bevordering van en steun aan katholieke universiteiten en andere onderwijsinstellingen, de oecumenische opdracht, de betrekkingen met de burgerlijke overheid, het opkomen voor menselijk leven, vrede en mensenrechten, met name opdat deze beschermd worden door de burgerlijke wetgeving, de bevordering van de sociale gerechtigheid, het gebruik van de media, enzovoorts.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
In het algemeen hebben de Bisschoppenconferenties een nationaal karakter, dat wil zeggen, ze omvatten de bisschoppen van een enkel land. vgl: § 1[[[30|448]]] Immers, de banden van gemeenschappelijke cultuur, gebruiken en geschiedenis, en daarnaast ook de vervlechting van de maatschappelijke betrekkingen onder de burgers van een bepaald land vereisen een veel sterkere en voortdurende samenwerking van de leden van het episcopaat in dat gebied dan gevorderd zou worden door de kerkelijke omstandigheden in een ander soort territorium. Toch laten de canonieke normen zelf de mogelijkheid open dat een Bisschoppenconferentie wordt opgericht “voor een gebied van een kleinere of grotere omvang, zodat zij ofwel alleen de bisschoppen van enige in een bepaald gebied gevestigde particuliere Kerken omvat ofwel de leiders van in verschillende naties bestaande particuliere Kerken”.64 Men leidt eruit af dat er ook Bisschoppenconferenties kunnen bestaan op een ander territoriaal vlak of op een de landsgrenzen overschrijdend niveau. Het oordeel over de omstandigheden van personen of zaken die pleiten voor een meer uitgebreide of meer beperkte omvang van het territorium van een Bisschoppenconferentie is voorbehouden aan de Apostolische Stoel. Immers, “het komt alleen aan het hoogste kerkelijk gezag toe, na de bisschoppen die het aangaat gehoord te hebben, Bisschoppenconferenties op te richten, op te heffen of er veranderingen in aan te brengen”.65
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Omdat de Bisschoppenconferenties tot doel hebben te waken over het gemeenschappelijk welzijn van de particuliere Kerken van een bepaald territorium door middel van de samenwerking van de gewijde geestelijke herders aan wie de zorg daarover is toevertrouwd, moet iedere Conferentie alle diocesane bisschoppen omvatten uit het betreffende territorium en hen die door het recht daarmee zijn gelijkgesteld, alsmede de bisschoppencoadjutoren, hulpbisschoppen en andere titulaire bisschoppen die in dat gebied een bepaalde opdracht vervullen die hun door de Apostolische Stoel of door de Bisschoppenconferentie zelf is toevertrouwd. vgl: § 1[[[30|450]]] In de plenaire vergaderingen van de Bisschoppenconferentie komt aan de diocesane bisschoppen en aan hen die door het recht met hen gelijkgesteld worden en ook aan de bisschoppen-coadjutoren een beslissende stem toe, en wel van rechtswege. Op dit punt kunnen de statuten van de Conferentie geen wijzigingen aanbrengen. vgl: § 1[[[30|454]]] Alleen uit de leden die diocesaan bisschop zijn mogen de voorzitter en vice-voorzitter van de Bisschoppenconferentie worden gekozen. vgl: Utrum Episcopus auxiliaris[[[3610]]] Met betrekking tot de hulpbisschoppen en andere titulaire bisschoppen die lid zijn van de Bisschoppenconferentie moeten de statuten van de Conferentie bepalen of hun een beslissende dan wel een raadgevende stem toekomt. vgl: § 2[[[30|454]]] Hierbij moet rekening gehouden worden met de verhouding tussen het aantal diocesane bisschoppen en dat van de hulpbisschoppen en andere titulaire bisschoppen, opdat een eventuele meerderheid van laatstgenoemden niet bepalend wordt voor het pastoraal bestuur van de diocesane bisschoppen. Overigens is het goed als de statuten van de Bisschoppenconferenties de aanwezigheid toestaan van emeriti-bisschoppen met raadgevende stem. Men dient er met name voor te zorgen dat zij worden opgenomen in bepaalde studiecommissies, als daarin onderwerpen behandeld worden waarover de emeritus-bisschop een bijzondere deskundigheid bezit. Gezien het karakter van de Bisschoppenconferentie kan de deelname van een lid van de Conferentie niet worden gedelegeerd.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Iedere Bisschoppenconferentie heeft eigen, door haarzelf opgestelde statuten. Wel moeten deze statuten de erkenning (recognitio) krijgen van de Apostolische Stoel; in de statuten “dienen onder andere de te houden plenaire vergaderingen van de Conferentie geregeld te worden, en dient voorzien te worden in een permanente raad van bisschoppen en een algemeen secretariaat van de Conferentie, alsook in andere taken en commissies die naar het oordeel van de Conferentie het best bijdragen tot het bereiken van het doel”. Codex Iuris Canonici, 451[[30|451]] Hoe dan ook vraagt deze doelstelling verambtelijking te vermijden van de tussen de plenaire vergaderingen aan het werk zijnde diensten en commissies. Men houde voor ogen dat de Bisschoppenconferenties met hun diensten en commissies als wezenlijke taak hebben om de bisschoppen te helpen en niet om hun plaats in te nemen.
Referenties naar alinea 18: 1
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Het gezag van de Bisschoppenconferentie en haar werkterrein staan in nauw verband met het gezag en handelen van de diocesane bisschop en van de met hem gelijkgestelde prelaten. De bisschoppen “besturen in de plaats van God de kudde waarvan zij de herders zijn, als verkondigers van de leer, priesters van de gewijde eredienst en bedienaars van het bestuur .... Krachtens goddelijke instelling zijn zij in de plaats van de apostelen getreden, als herders van de Kerk,” Lumen Gentium, 20[[617|20]] en zij “besturen de hun toevertrouwde particuliere Kerken als plaatsvervangers en afgezanten van Christus door hun raadgevingen, opwekkingen en voorbeelden, maar ook door hun gezag en hun gewijde macht …. Deze macht, waarmee zij in de naam van Christus persoonlijk bekleed zijn, is een eigen, gewone en onmiddellijke macht.” Lumen Gentium, 27[[617|27]] De uitoefening hiervan wordt geregeld door het hoogste gezag van de Kerk, hetgeen de noodzakelijke consequentie is van de relatie tussen de universele Kerk en de particuliere Kerk omdat deze slechts bestaat als deel van het volk van God “waarin de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk van Christus waarlijk aanwezig is en zich uitwerkt”. Christus Dominus[[646]] vgl: Codex Iuris Canonici, 368[[[30|368]]] Immers, “het primaat van de bisschop van Rome en het Bisschoppencollege zijn kenmerken van de universele Kerk die ‘niet afgeleid zijn van het particuliere van de Kerken’, maar wel tot het wezen van iedere particuliere Kerk behoren”. Communionis notio, 13[[306|13]] In het kader van een dergelijke reglementering kan de uitoefening van de gewijde macht van de bisschop onderworpen zijn aan bepaalde beperkingen met het oog op het welzijn van de Kerk of van de gelovigen, vgl: Lumen Gentium, 27[[[617|27]]] en hierin is uitdrukkelijk voorzien door de normen van het Wetboek van Canoniek Recht[30], waar staat: “Aan de diocesane bisschop komt in het hem toevertrouwde bisdom alle gewone, eigen en onmiddellijke macht toe, die voor de uitoefening van zijn herderlijke taak vereist is, uitgezonderd zaken die door het recht of door een decreet van de paus aan het hoogste of een ander kerkelijk gezag voorbehouden zijn.” § 1[[30|381]]
Referenties naar alinea 19: 1
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
In de Bisschoppenconferentie oefenen de bisschoppen gezamenlijk hun bisschopsambt uit ten bate van de gelovigen uit het territorium van de Conferentie; maar om wettig te zijn en bindend voor de verschillende bisschoppen, is voor deze uitoefening de tussenkomst nodig van het hoogste gezag van de Kerk, dat bij algemene wet of bijzondere opdrachten bepaalde kwesties aan de beslissing van de Bisschoppenconferentie toevertrouwt. Eigenmachtig kunnen de bisschoppen noch persoonlijk noch gezamenlijk in de Conferentie hun gewijde macht ten gunste van de Bisschoppenconferentie inperken, en nog minder ten gunste van een van haar onderdelen, of dat nu de permanente raad, een commissie of de voorzitter zelf is. Deze gedachte staat uitdrukkelijk in de canonieke normen aangaande de uitoefening van de wetgevende macht van de in de Bisschoppenconferentie verzamelde bisschoppen: “de Bisschoppenconferentie kan slechts algemene decreten uitvaardigen in zaken waarin het universeel recht dit voorgeschreven heeft, of een bijzondere opdracht van de Apostolische Stoel dit hetzij uit eigen beweging hetzij op verzoek van de Conferentie zelf bepaald heeft.” § 1. De uitdrukking ‘algemene decreten’ slaat ook op de uitvoeringsdecreten waarover in de canones 31-33 gesproken wordt[[30|455]] vgl: De decretis generalibus exsecutoriis[[[3625]]] In andere gevallen “blijft de bevoegdheid van iedere diocesane bisschop afzonderlijk onverminderd behouden, en de Conferentie of haar voorzitter kan niet namens alle bisschoppen handelen, tenzij alle bisschoppen, en wel ieder afzonderlijk, hun toestemming gegeven hebben”. § 4[[30|455]]
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
X. La natura giuridica e l’estensione della «recognitio» della Santa Sede ->=geentekst=
Het gezamenlijk uitoefenen van het bisschopsambt heeft ook betrekking op het leerambt. Het Wetboek van Canoniek Recht[30] bepaalt de fundamentele norm hieromtrent: “De bisschoppen die in gemeenschap zijn met het hoofd en de leden van hun College, zijn hetzij ieder afzonderlijk, hetzij gezamenlijk in Bisschoppenconferenties of particuliere concilies, ook al bezitten zij niet de onfeilbaarheid in hun onderricht, de authentieke leraren en meesters van het geloof voor de aan hun zorg toevertrouwde christengelovigen; de christengelovigen dienen dit authentieke leergezag van hun bisschoppen met religieuze volgzaamheid te aanvaarden.” Codex Iuris Canonici, 753[[30|753]] Naast deze algemene norm bepaalt dit Wetboek[30] meer concreet enige terreinen waarop de Bisschoppenconferenties bevoegd zijn, zoals: “ervoor zorg dragen dat catechismussen voor hun ambtsgebied, met voorafgaande goedkeuring van de Apostolische Stoel, uitgegeven worden”, § 2[[30|775]] en de goedkeuring van uitgaven van de boeken van de heilige Schrift en van de vertalingen daarvan. vgl: Codex Iuris Canonici, 825[[[30|825]]]
Wanneer de bisschoppen van een bepaald territorium eenstemmig en gezamenlijk in gemeenschap met de bisschop van Rome de katholieke waarheid inzake geloof en zeden verkondigen, kan hun woord krachtiger hun volk bereiken en het de gelovigen gemakkelijker maken om aan dit leerambt met religieuze volgzaamheid gehoor te geven. Door hun leerambt getrouw uit te oefenen moeten de bisschoppen het Woord van God waaraan hun onderricht onderworpen is, aanhoren, het vroom bewaren, het heilig en trouw uiteenzetten, opdat de gelovigen het op de best mogelijke wijze ontvangen. vgl: Dei Verbum, 10[[[576|10]]] En aangezien de geloofsleer een gezamenlijk goed is van de gehele Kerk en de band van haar innerlijke eenheid, zorgen de in de Bisschoppenconferentie verzamelde bisschoppen er vooral voor het leergezag van de universele Kerk te volgen en het op passende wijze aan het hun toevertrouwde volk bekend te maken.
Wanneer de bisschoppen van een bepaald territorium eenstemmig en gezamenlijk in gemeenschap met de bisschop van Rome de katholieke waarheid inzake geloof en zeden verkondigen, kan hun woord krachtiger hun volk bereiken en het de gelovigen gemakkelijker maken om aan dit leerambt met religieuze volgzaamheid gehoor te geven. Door hun leerambt getrouw uit te oefenen moeten de bisschoppen het Woord van God waaraan hun onderricht onderworpen is, aanhoren, het vroom bewaren, het heilig en trouw uiteenzetten, opdat de gelovigen het op de best mogelijke wijze ontvangen. vgl: Dei Verbum, 10[[[576|10]]] En aangezien de geloofsleer een gezamenlijk goed is van de gehele Kerk en de band van haar innerlijke eenheid, zorgen de in de Bisschoppenconferentie verzamelde bisschoppen er vooral voor het leergezag van de universele Kerk te volgen en het op passende wijze aan het hun toevertrouwde volk bekend te maken.
Referenties naar alinea 21: 2
De theologische aard van de Doctrinaire Commissies en de taak van de bisschoppen als meesters van het geloof ->=geentekst=X. La natura giuridica e l’estensione della «recognitio» della Santa Sede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
25
X. La natura giuridica e l’estensione della «recognitio» della Santa Sede ->=geentekst=
X. La natura giuridica e l’estensione della «recognitio» della Santa Sede ->=geentekst=
25
Als de in de Bisschoppenconferentie verzamelde bisschoppen nieuwe vraagstukken behandelen en ervoor zorgen dat de boodschap van Christus het geweten van de mensen verlicht en leidt bij het vinden van een antwoord op de nieuwe problemen die door de veranderingen in de samenleving rijzen, oefenen zij gezamenlijk hun leerambt uit. Ze zijn zich daarbij bewust van de beperkingen van hun uitspraken die niet de kenmerken hebben van het algemeen leergezag, ook al zijn ze officieel en authentiek, en in verbondenheid met de Apostolische Stoel. Daarom moeten zij zorgvuldig vermijden het leerstellige werk van bisschoppen uit andere gebieden te doorkruisen, en rekening houden met de weerklank die gebeurtenissen uit een bepaald gebied, dankzij de communicatiemiddelen, in wijde omgeving en zelfs in de hele wereld hebben. Ervan uitgaande dat het authentieke leergezag van de bisschoppen, namelijk datgene wat zij leren in zoverre ze met Christus’ gezag zijn bekleed, altijd in gemeenschap moet zijn met het hoofd van het College en met zijn leden, vgl: Lumen Gentium, 25[[[617|25]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 753[[[30|753]]] kunnen de uitspraken van de Bisschoppenconferenties op leerstellig gebied, als ze eenstemmig zijn goedgekeurd, ongetwijfeld openbaar gemaakt worden namens de Bisschoppenconferenties zelf, en moeten de gelovigen zich met religieuze eerbied van geest houden aan dit authentiek leergezag van hun bisschoppen. Maar als er geen eenstemmigheid is verkregen, kan de eenvoudige meerderheid van de bisschoppen van een Conferentie een eventuele uitspraak niet openbaar maken als authentiek magisterium van die Conferentie waaraan de gelovigen van het gebied zich zouden moeten houden, tenzij deze uitspraak de erkenning (recognitio) heeft verkregen van de Apostolische Stoel, die deze recognitio niet zal geven als er geen gekwalificeerde meerderheid is. De tussenkomst van de Apostolische Stoel is analoog aan die welke nodig is opdat de Bisschoppenconferentie algemene decreten kan uitvaardigen. vgl: Codex Iuris Canonici, 455[[[30|455]]] De recognitio van de Heilige Stoel heeft bovendien tot doel ervoor te zorgen dat bij het behandelen van de nieuwe vraagstukken die tengevolge van de voor onze tijd kenmerkende snelle maatschappelijke en culturele veranderingen aan de orde komen, het leerstellig antwoord de onderlinge eenheid bevordert, en niet schadelijk is voor eventuele uitspraken van het universeel leergezag, maar deze veeleer voorbereidt.
Referenties naar alinea 22: 3
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=X. La natura giuridica e l’estensione della «recognitio» della Santa Sede ->=geentekst=
X. La natura giuridica e l’estensione della «recognitio» della Santa Sede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
X. La natura giuridica e l’estensione della «recognitio» della Santa Sede ->=geentekst=
De eigen aard van het leerambt van debisschoppen veronderstelt dat, wanneerzij het gezamenlijk in de Bisschoppenconferentieuitoefenen, dit gebeurt in devoltallige vergadering. Kleinere organen– de permanente raad, een of anderecommissie of instantie – hebben niet hetvereiste gezag om daden te stellen vanauthentiek leergezag, noch in eigennaam, noch namens de Conferentie, zelfsniet in opdracht daarvan.
Referenties naar alinea 23: 2
De theologische aard van de Doctrinaire Commissies en de taak van de bisschoppen als meesters van het geloof ->=geentekst=X. La natura giuridica e l’estensione della «recognitio» della Santa Sede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De Bisschoppenconferenties hebben tegenwoordig voor het welzijn van de Kerk veel taken te vervullen. Ze zijn geroepen om door groeiend hulpbetoon de “onvervreemdbare verantwoordelijkheid te bevorderen van iedere bisschop ten aanzien van de universele Kerk en van de eigen particuliere Kerk”; Ecclesia sub Verbo Dei mysteria Christi celebrans pro salute mundi, 22[[1485|22]] natuurlijk mogen zij hem ook niet hinderen door in de gevallen waarin de canonieke normen niet voorzien in een beperking van de bisschoppelijke macht ten gunste van de Bisschoppenconferentie onrechtmatig in zijn plaats te treden, of door de rechtstreekse betrekkingen van iedere bisschop met de Apostolische Stoel te zeven of te belemmeren. De hierboven aangegeven verduidelijkingen evenals de hieronder gegeven normatieve aanvullingen beantwoorden aan de wensen van de Buitengewone Algemene Vergadering van de Bisschoppensynode van 1985[d:172], en beogen het optreden van de Bisschoppenconferenties te verduidelijken en doeltreffender te maken. De Conferenties zullen hun statuten naar behoren weten te herzien om ze in overeenstemming te brengen met deze verduidelijkingen en normen, overeenkomstig de wensen van vermelde Synode[d:172].
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 4 Aanvullende normen met betrekking tot de Bisschoppenconferenties
25
X. La natura giuridica e l’estensione della «recognitio» della Santa Sede ->=geentekst=
Art. 1
Noot van de redactie:...Noot van de redactie: Alineanummering is vanaf hier van de redactie Opdat de leerstellige verklaringen van de Bisschoppenconferentie overeenkomstig nummer 22[al:22] van dit schrijven een authentiek magisterium vormen, en gepubliceerd kunnen worden in de naam van Conferentie zelf, dienen ze eenstemmig goedgekeurd te zijn door de bisschoppen die van de Conferentie lid zijn, of de recognitio te verkrijgen van de Apostolische Stoel indien ze in een voltallige vergadering zijn goedgekeurd door minstens tweederde van de prelaten die met beslissende stem deel uitmaken van de Conferentie.
Noot van de redactie:...Noot van de redactie: Alineanummering is vanaf hier van de redactie Opdat de leerstellige verklaringen van de Bisschoppenconferentie overeenkomstig nummer 22[al:22] van dit schrijven een authentiek magisterium vormen, en gepubliceerd kunnen worden in de naam van Conferentie zelf, dienen ze eenstemmig goedgekeurd te zijn door de bisschoppen die van de Conferentie lid zijn, of de recognitio te verkrijgen van de Apostolische Stoel indien ze in een voltallige vergadering zijn goedgekeurd door minstens tweederde van de prelaten die met beslissende stem deel uitmaken van de Conferentie.
Referenties naar alinea 25: 2
De theologische aard van de Doctrinaire Commissies en de taak van de bisschoppen als meesters van het geloof ->=geentekst=X. La natura giuridica e l’estensione della «recognitio» della Santa Sede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
27
X. La natura giuridica e l’estensione della «recognitio» della Santa Sede ->=geentekst=
27
Art. 2
Afgezien van de voltallige vergadering heeft geen enkel orgaan van de Bisschoppenconferentie de macht daden te stellen van authentiek leergezag. Evenmin kan de Bisschoppenconferentie een dergelijke macht toewijzen aan commissies of andere organen uit haar midden.
Afgezien van de voltallige vergadering heeft geen enkel orgaan van de Bisschoppenconferentie de macht daden te stellen van authentiek leergezag. Evenmin kan de Bisschoppenconferentie een dergelijke macht toewijzen aan commissies of andere organen uit haar midden.
Referenties naar alinea 26: 2
De theologische aard van de Doctrinaire Commissies en de taak van de bisschoppen als meesters van het geloof ->=geentekst=X. La natura giuridica e l’estensione della «recognitio» della Santa Sede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Art. 3
Voor andere vormen van optreden, verschillend van die waarvan in Artikel 2[al:26] sprake is, moet de leerstellige commissie van de Bisschoppenconferentie uitdrukkelijk gemachtigd worden door de permanente raad van de Conferentie.
Voor andere vormen van optreden, verschillend van die waarvan in Artikel 2[al:26] sprake is, moet de leerstellige commissie van de Bisschoppenconferentie uitdrukkelijk gemachtigd worden door de permanente raad van de Conferentie.
Referenties naar alinea 27: 1
De theologische aard van de Doctrinaire Commissies en de taak van de bisschoppen als meesters van het geloof ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Art. 4
De Bisschoppenconferenties moeten hun statuten herzien om ze in overeenstemming te brengen met de verduidelijkingen en normen van het voorliggend document, alsmede met het Wetboek van Canoniek Recht[30], en ze vervolgens toezenden aan de Apostolische Stoel voor de recognitio overeenkomstig canon 451[30|451] van het CIC[30].
De Bisschoppenconferenties moeten hun statuten herzien om ze in overeenstemming te brengen met de verduidelijkingen en normen van het voorliggend document, alsmede met het Wetboek van Canoniek Recht[30], en ze vervolgens toezenden aan de Apostolische Stoel voor de recognitio overeenkomstig canon 451[30|451] van het CIC[30].
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Opdat het werk van de Bisschoppenconferenties steeds meer vrucht mag dragen schenk ik van harte mijn zegen.
Gegeven te Rome, bij de Sint Pieter, 21 mei 1998, Hoogfeest van de Hemelvaart van de Heer, in het twintigste jaar van mijn pontificaat.
Johannes Paulus II
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 6
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1862-apostolos-suos-nl