In ascolto dello Spirito
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
In ascolto dello Spirito
Normen aangaande de procedure het beoordelen van vermoedelijke bovennatuurlijke verschijningen
Victor Manuel Kard. Fernández
Dicasterie voor de Geloofsleer
17 mei 2024
Curie - Normen
2024, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / SRKK
Eindredactie: A. Kruse, MA
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
29 augustus 2024
30 augustus 2024
9271
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Presentatie
- Luisteren naar de Geest die werkt in het gelovige Volk van God
God is aanwezig en actief in onze geschiedenis. De Heilige Geest, die ontspringt aan het Hart van de verrezen Christus, werkt in de Kerk met goddelijke vrijheid en schenkt ons vele kostbare gaven; zij helpen ons op onze levensweg en bevorderen onze geestelijke groei in trouw aan het Evangelie. Deze werking van de Heilige Geest sluit tevens de mogelijkheid in door te dringen tot onze harten door middel van bepaalde bovennatuurlijke gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld verschijningen of visioenen van Christus of de heilige Maagd en andere fenomenen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMeermaals hebben zulke verschijnselen een grote rijkdom aan geestelijke vruchten, aan groei in het geloof, aan devotie en aan broederlijkheid en dienstbaarheid opgeleverd; in sommige gevallen zijn ze de grondslag geworden van heiligdommen verspreid over de hele wereld, die behoren tot het hart van de volksvroomheid van vele volkeren. De Heer zaait zoveel leven en schoonheid buiten onze denkkaders en procedures om! Daarom zijn de Normen ten behoeve van de onderscheiding van vermeende bovennatuurlijke fenomenen die we nu voorstellen niet per sé bedoeld als een controle en nog minder als een poging om de Geest te doven. Integendeel, in de beste gevallen van gebeurtenissen met een vermeend bovennatuurlijke oorsprong wordt "de diocesane bisschop aangemoedigd het pastorale nut ervan te waarderen en de verbreiding van dit geestelijke aanbod tevens te bevorderen" ( I, nr. 17 [9271|+60]).
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJohannes van het Kruis merkte op "hoe laag, ontoereikend en oneigenlijk in zekere zin alle begrippen en woorden zijn, waarmee men in dit leven over de goddelijke dingen spreekt". H. Johannes van het Kruis,.. H. Johannes van het Kruis, Notte oscura II, 17, 6, in: Id., Opere. Roma: Postulazione Generale dei Carmelitani Scalzi, 19987, p. 458. Voor de Nederlandse vertaling van dit werk en de andere is gebruik gemaakt van: Id., Mystieke werken, vertaald en ingeleid door J. Peters en J.A. Jacobs, Gent: Carmelitana, 19803, hier: Donkere nacht, p. 931. Niemand kan de ondoorgrondelijke wegen die God met de mensen gaat volledig onder woorden brengen: "Vandaar dat de heilige leraren, hoewel zij veel zeggen, deze mysteries nooit ten volle door woorden kunnen verhelderen, wat zij ook nog mogen zeggen". Id., Cantico spirituale B,.. Id., Cantico spirituale B, prol., 1, in: o.c., p. 490. Id., Geestelijk Hooglied, in: o.c., p. 268. Want "de weg die naar God leidt, is voor de zintuiglijkheid van de ziel even geheim en verborgen als de weg die door de zee leidt geheim is voor het lichaam: de paden en voetstappen worden hier niet gekend". Id., Notte oscura II, 17, 8,.. Id., Notte oscura II, 17, 8, in: o.c., p. 459. Id., Donkere nacht, in: o.c., p. 932. Immers: "Hij, de bovennatuurlijke bouwmeester, zal in iedere ziel op bovennatuurlijke wijze het gebouw optrekken dat Hij wil". Id., Fiamma viva d’amore B.. Id., Fiamma viva d’amore B III, 47, in: o.c., p. 801. Id., Levende Vlam van Liefde, in: o.c., p. 1041.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTegelijkertijd moet erkend worden dat in sommige zaken van gebeurtenissen met een vermeend bovennatuurlijke oorsprong zeer ernstige discutabele punten voorkomen tot schade van de gelovigen, en in zulke gevallen moet de Kerk optreden met al haar pastorale zorg. Ik denk bijvoorbeeld aan een gebruik van dergelijke fenomenen ten behoeve van "winst, macht, roem, sociale bekendheid, persoonlijk belang" (II, art. 15, 4°) [9271|+111], wat zelfs kan leiden tot de mogelijkheid om zeer immorele daden te begaan (cf. II, art. 15, 5°) [9271|+112]) of te dienen "als middel of voorwendsel om macht over personen uit te oefenen of misbruik te plegen" (II, art. 16) [9271|+114].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOok moet men bij dergelijke gebeurtenissen niet de mogelijkheid uitsluiten van leerstellige dwalingen, van ongepast reductionisme in het voorstellen van de boodschap van het Evangelie, de verspreiding van een sektarische geest, enz. Tenslotte bestaat ook nog de mogelijkheid dat de gelovigen zich laten meeslepen door een gebeurtenis, toegeschreven aan een goddelijk ingrijpen, die slechts vrucht is van iemands fantasie, van een verlangen naar nieuwigheid, van mythomanie of een neiging tot bedrog.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn haar onderscheiding op dit gebied heeft de Kerk daarom duidelijke procedures nodig. De Normen ten behoeve van de onderscheiding van vermeende verschijningen en openbaringen [3552] die tot op heden van toepassing waren, werden in vertrouwelijke vorm door de heilige Paulus VI goedgekeurd in 1978, meer dan veertig jaar geleden, en werden pas 33 jaar later, in 2011, officieel gepubliceerd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De recente herziening
Bij de toepassing van de Normen [3552] van 1978 constateerde men echter dat de beslissingen erg veel tijd vergden, zelfs enkele decennia, en dat de noodzakelijke kerkelijke onderscheiding daardoor te laat kwam.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe herziening ervan is van start gegaan in 2019, via de verschillende adviesgremia die door de toenmalige Congregatie voor de Geloofsleer waren voorzien (congres, consult, 'Feria IV' N.v.d.vert.: woensdagvergaderi.. N.v.d.vert.: woensdagvergadering, plenum). Gedurende deze vijf jaar zijn verschillende voorstellen voor herziening uitgewerkt, die echter allemaal ontoereikend werden geacht.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTijdens het congres van het dicasterie op 16 november 2023 is uiteindelijk de noodzaak erkend van een algehele en radicale herziening van het tot dan toe voorbereide project en is een ander ontwerpdocument opgesteld, geheel opnieuw bezien vanuit een grotere verduidelijking van de rol van de diocesane bisschop en van het dicasterie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe nieuwe opzet is ter onderzoek voorgelegd aan een consult in beperktere vorm, gehouden op 4 maart 2024, waarbij de algemene mening positief was, al zijn er wel enkele opmerkingen ter verbetering gemaakt, die in het volgende ontwerp van het document zijn opgenomen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze tekst is vervolgens bestudeerd tijdens de 'Feria IV' van het dicasterie, gehouden op 17 april 2024, waarbij de kardinalen en bisschoppen die lid zijn van het dicasterie hun goedkeuring eraan hebben gegeven. Ten slotte zijn de nieuwe Normen op 4 mei 2024 aan de heilige Vader gepresenteerd, die ze heeft goedgekeurd en de publicatie ervan verordend, met de bepaling dat ze van kracht zouden worden op 19 mei 2024, op het hoogfeest van Pinksteren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Redenen voor de herziening van de normen
In het Voorwoord [3552|+2] bij de in 2011 gepubliceerde Normen [3552] van 1978 verduidelijkte de toenmalige prefect, kardinaal William Levada, dat het dicasterie zelf bevoegd was om zaken van "verschijningen, visioenen en boodschappen toegeschreven aan een bovennatuurlijke oorsprong" te onderzoeken. Deze Normen bepaalden inderdaad dat "het aan de heilige Congregatie [d:106] toekomt de handelswijze van de ordinarius te beoordelen en goed te keuren" of "over te gaan tot een nieuw onderzoek" (IV, 2) [3552|+4].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn het verleden leek de heilige Stoel te aanvaarden dat de bisschoppen verklaringen als de volgende deden: "De gelovigen zijn gewettigd haar zonder twijfel en zeker te geloven" (decreet van de bisschop van Grenoble, 19 september 1851), of: "De echtheid van de tranen kan niet in twijfel worden getrokken" (bisschoppen van Sicilië, 12 december 1953). Maar deze uitingen stonden haaks op de overtuiging van de Kerk dat de gelovigen niet verplicht zijn de authenticiteit van zulke gebeurtenissen te aanvaarden. Daarom verduidelijkte het toenmalige heilig Officie enkele maanden na dit laatste geval dat het "nog geen enkele beslissing heeft genomen wat betreft de Madonnina delle Lacrime" (2 oktober 1954). Bovendien heeft de toenmalige Congregatie voor de Geloofsleer [d:106] meer recentelijk, verwijzend naar de zaak van Fatima, uitgelegd dat de kerkelijke goedkeuring van een privé-openbaring duidelijk maakt dat "de betreffende boodschap niets bevat dat in strijd is met het geloof en de goede zeden" (26 juni 2000).
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNiettegenstaande dit duidelijke standpunt waren de feitelijk door het dicasterie gevolgde procedures ook de laatste jaren gericht op een verklaring van "bovennatuurlijkheid" of "niet-bovennatuurlijkheid" van de kant van de bisschop, zozeer dat sommige bisschoppen hebben aangedrongen op de mogelijkheid zo'n bevestigende verklaring af te geven. Nog recentelijk wilden enkele bisschoppen zich uitdrukken in termen als deze: "Ik stel de absolute waarheid van de feiten vast", "de gelovigen moeten als onbetwistbaar waar beschouwen", enz. Deze uitdrukkingen leidden er inderdaad toe dat de gelovigen dachten verplicht te zijn te geloven in deze verschijnselen, die soms hoger geacht werden dan het Evangelie zelf.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBij het behandelen van dergelijke zaken, en vooral bij het opstellen van een uitspraak, was de praktijk van sommige bisschoppen om vooraf aan het dicasterie de benodigde toestemming te vragen. Wanneer zij daartoe gemachtigd werden, vroeg men de bisschoppen echter om in die uitspraak het dicasterie niet te noemen. Dit is bijvoorbeeld gebeurd in de zeer weinige zaken die in de afgelopen decennia tot een afronding zijn gekomen: "Zonder onze congregatie erbij te betrekken" (brief aan de bisschop van Gap, 3 augustus 2007), of: "Bij zo'n verklaring mag het dicasterie niet betrokken worden" (congres van 11 mei 2001, betreffende de bisschop van Gikongoro). Dat wil zeggen dat de bisschop zelfs niet mocht vermelden dat er een goedkeuring van het dicasterie was geweest. Tegelijkertijd vroegen enkele andere bisschoppen, wier bisdommen ook betrokken waren bij deze fenomenen, aan het dicasterie om zich uit te spreken en zo meer duidelijkheid te krijgen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze bijzondere handelswijze, die niet weinig verwarring heeft gezaaid, helpt te begrijpen waarom de Normen van 1978 niet langer voldoende en adequaat zijn om het werk van zowel de bisschoppen als het dicasterie te leiden, en dit wordt vandaag de dag nog problematischer, nu een fenomeen makkelijk de grenzen van een stad of bisdom overschrijdt. Deze vaststelling was reeds gedaan door de toenmalige Congregatie voor de Geloofsleer [d:106] tijdens de plenaire vergadering van 1974, toen de leden erkenden dat een gebeurtenis van vermeend bovennatuurlijke oorsprong vaak "onvermijdelijk de grenzen van een bisdom en zelfs van een natie overschrijdt en (...) de zaak automatisch proporties aanneemt die een interventie van het hoogste gezag van de Kerk kunnen rechtvaardigen". Tegelijkertijd erkenden de Normen [3552] van 1978 dat het "steeds moeilijker, zo niet bijna onmogelijk" was geworden "met gepaste spoed de oordelen te vellen die in het verleden de onderzoeken in deze materie afsloten (constat de supernaturalitate, non constat de supernaturalitate)" Normen van 1978, inleidende nota) [[3552]].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe verwachting van een verklaring over de bovennatuurlijkheid van een gebeurtenis heeft tot gevolg gehad dat men slechts in zeer weinig zaken tot een duidelijk bepaling is gekomen. Feitelijk zijn er na 1950 niet meer dan zes zaken officieel afgerond, ook al zijn de fenomenen vaak gegroeid zonder duidelijke leiding en met betrokkenheid van personen van vele bisdommen. Men neemt daarom aan dat talloze andere zaken op een andere manier of zelfs helemaal niet zijn behandeld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOm de afhandeling van een concrete zaak betreffende een gebeurtenis van vermeend bovennatuurlijke oorsprong niet te lang te laten aanslepen, heeft het dicasterie recentelijk aan de heilige Vader voorgesteld om de betreffende onderscheiding niet af te sluiten met een verklaring de supernaturalitate, maar met een nihil obstat, dat aan de bisschop de mogelijkheid geeft om pastoraal nut uit dat geestelijke fenomeen te trekken. Men komt tot zo'n verklaring na de verschillende geestelijke en pastorale vruchten van de gebeurtenis te hebben geëvalueerd evenals de afwezigheid van zwaarwegende discutabele punten. De heilige Vader heeft dit voorstel een "rechtvaardige oplossing" genoemd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Nieuwe aspecten
De hierboven uiteengezette elementen hebben ons ertoe gebracht om met de nieuwe Normen een procedure voor te stellen die niet alleen anders is dan vroeger, maar ook rijker, met zes mogelijke prudentiële conclusies die richting kunnen geven aan het pastorale werk rond gebeurtenissen van vermeend bovennatuurlijke oorsprong. vgl: I, nrs. 17-22 [[[9271|+60 -65]]] Het voorstel van deze zes uiteindelijke bepalingen stelt het dicasterie en de bisschoppen in staat om op adequate wijze om te gaan met de problematieken van onderling zeer verschillende zaken waarvan men weet heeft.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBij deze mogelijke conclusies zit in de regel geen verklaring betreffende de bovennatuurlijkheid van het fenomeen dat onderwerp van onderscheiding is, d.w.z. de mogelijkheid om met morele zekerheid te bevestigen dat het voortkomt uit een besluit van God die het rechtstreeks heeft gewild. In plaats daarvan geeft de toekenning van een nihil obstat eenvoudigweg aan, zoals paus Benedictus XVI reeds verklaarde, dat de gelovigen met betrekking tot dat fenomeen "op prudente wijze hun instemming (...) mogen betuigen". Aangezien het geen verklaring is over de bovennatuurlijkheid van de feiten, wordt nog duidelijker, zoals paus Benedictus XVI ook zei, dat het slechts een hulpmiddel is: "het is niet verplicht er gebruik van te maken". Verbum Domini [[3488|14]] Anderzijds laat deze interventie natuurlijk de mogelijkheid open dat er in de toekomst, met de nodige aandacht voor de ontwikkeling van de devotie, een andere interventie nodig kan zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMen moet bovendien opmerken dat het bereiken van een verklaring van "bovennatuurlijkheid" uit de aard der zaak niet alleen voldoende tijd vereist qua analyse, maar ook ertoe kan leiden dat vandaag een oordeel van "bovennatuurlijkheid" wordt geveld en jaren later een oordeel van "niet-bovennatuurlijkheid", zoals ook is gebeurd. Het is de moeite waard te herinneren aan een zaak van vermeende verschijningen uit de jaren vijftig, waarover de bisschop in 1956 een definitief oordeel van "niet-bovennatuurlijkheid" velde. Het jaar daarop keurde het toenmalige heilige Officie de voorzieningen van die bisschop goed. Daarna kwam opnieuw de vraag om goedkeuring van die verering. Maar in 1974 gaf dezelfde Congregatie voor de Geloofsleer met betrekking tot diezelfde vermeende verschijningen een constat de non supernaturalitate. Vervolgens, in 1996, heeft de lokale bisschop die devotie erkend en heeft een andere bisschop van nog altijd diezelfde plaats in 2002 "de bovennatuurlijke oorsprong" van de verschijningen erkend en is de devotie verbreid geraakt in andere landen. Uiteindelijk, in 2020, heeft een nieuwe bisschop op verzoek van de toenmalige Congregatie voor de Geloofsleer "het negatieve oordeel" herhaald dat eerder was gegeven door nog altijd dezelfde Congregatie, waarbij hij verordende om elke publiciteit betreffende deze zogenaamde verschijningen en openbaringen te staken. Zo zijn er dus zon zeventig roerige jaren nodig geweest om de hele zaak tot een einde te brengen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVandaag is men tot de overtuiging gekomen dat zulke gecompliceerde situaties, die verwarring veroorzaken bij de gelovigen, altijd vermeden moeten worden, door dit dicasterie sneller en meer expliciet erbij te betrekken en door te vermijden dat de onderscheiding leidt tot een verklaring van "bovennatuurlijkheid", met hoge verwachtingen, bezorgdheid en zelfs pressie in dit opzicht. Zo'n verklaring van "bovennatuurlijkheid" wordt in de regel vervangen door een nihil obstat, dat een positief pastoraal werk wettigt, of door een andere bepaling die past bij de concrete situatie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe procedures zoals voorzien in de nieuwe Normen, met het voorstel van zes mogelijke prudentiële beslissingen, maken het mogelijk om binnen een redelijker tijdsbestek tot een beslissing te komen die de bisschop helpt om de situatie met betrekking tot gebeurtenissen van vermeend bovennatuurlijke oorsprong aan te pakken, voordat ze zeer problematische dimensies aannemen bij gebrek aan een noodzakelijke kerkelijke onderscheiding.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHoe dan ook blijft de mogelijkheid bestaan dat de heilige Vader intervenieert en bij hoge uitzondering toestaat een procedure te beginnen met het oog op een eventuele verklaring van bovennatuurlijkheid van de gebeurtenissen; het gaat dan inderdaad om een uitzondering, die zich feitelijk in de afgelopen eeuwen slechts in zeer weinig zaken heeft voorgedaan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAnderzijds, zoals voorzien in de nieuwe Normen, blijft de mogelijkheid van een verklaring van "niet-bovennatuurlijkheid" bestaan, wanneer er objectieve tekenen en duidelijk aanwijzingen naar boven komen dat er manipulatie ten grondslag ligt aan het fenomeen, bijvoorbeeld wanneer een vermeende ziener verklaart gelogen te hebben of wanneer de bewijzen aangeven dat het bloed van een kruisbeeld afkomstig is van de vermeende ziener, enz.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Erkenning van de werkzaamheid van de Geest
De meeste heiligdommen die vandaag de dag bevoorrechte plaatsen zijn van de volksvroomheid van het Volk van God hebben nooit, in de geschiedenis van de devotie die er tot uiting komt, een verklaring van bovennatuurlijkheid gehad van de feiten die aan de oorsprong staan van die devotie. De sensus fidelium heeft aangevoeld dat de Heilige Geest er werkzaam is en er hebben zich geen zwaarwegende discutabele punten voorgedaan, die een interventie van de herders zouden hebben vereist.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn veel gevallen was de aanwezigheid van de bisschop en van priesters op bepaalde momenten, bijvoorbeeld bij bedevaarten of de viering van bepaalde missen, een impliciete manier om te erkennen dat er geen ernstige bezwaren waren en dat die geestelijke ervaring een positieve invloed uitoefende op het leven van de gelovigen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn elk geval stelt een nihil obstat de herders in staat om zonder twijfel of aarzeling aan de zijde van het Volk van God te gaan staan bij het verwelkomen van de gaven van de Heilige Geest die kunnen optreden te midden van zulke feiten. De uitdrukking 'te midden van', gebruikt in de nieuwe Normen, helpt te begrijpen dat ook als men geen verklaring van bovennatuurlijkheid van de gebeurtenis zelf verstrekt, men toch duidelijk de tekenen van een bovennatuurlijke werking van de Heilige Geest herkent in de context van wat er gebeurt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media In andere gevallen is er naast deze herkenning behoefte aan bepaalde verduidelijkingen of zuiveringen. Het kan namelijk gebeuren dat echte werkingen van de Heilige Geest in een concrete situatie, die terecht positief opgenomen kunnen worden, vermengd blijken te zijn met louter menselijke elementen, zoals persoonlijke verlangens, herinneringen, soms obsessieve ideeën, of met “een dwaling van natuurlijke aard die niet te wijten is aan een slechte intentie, maar aan de subjectieve perceptie van het fenomeen” (II, Art. 15, 2°) [9271|+109]. Immers, “het gaat niet aan op een ervaring, welke zich als visioen voordoet, het strenge dilemma toe te passen, dat het ofwel in alle punten juist moet zijn, ofwel in zijn geheel voor een menselijke of duivelse begoocheling of bedrog moet gehouden worden”. K. Rahner, Visioni e.. K. Rahner, Visioni e profezie. Mistica ed esperienza della trascendenza, Milano: Vita e Pensiero, 19952, pp. 95-96. Nederlandse vertaling: Id., Visioenen en profetieën, Hilversum: Paul Brand, 1960, p. 80.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De betrokkenheid en begeleiding van het dicasterie
Het is belangrijk te begrijpen dat de nieuwe Normen een punt zwart op wit zetten inzake de bevoegdheid van dit dicasterie. Aan de ene kant blijft staan dat onderscheiding de taak is van de diocesane bisschop. Anderzijds moet erkend worden dat deze fenomenen vandaag meer dan ooit veel personen raken die tot andere bisdommen behoren en zich snel verbreiden in verschillende regio's en landen. Daarom bepalen de nieuwe Normen dat het dicasterie altijd geconsulteerd moet worden en interveniëren om een uiteindelijke goedkeuring te geven aan wat de bisschop beslist, voordat laatstgenoemde een bepaling openbaar maakt over een gebeurtenis van vermeend bovennatuurlijke oorsprong. Terwijl het dicasterie vroeger intervenieerde, maar de bisschop vroeg het zelfs niet te noemen, toont het dicasterie nu openlijk zijn betrokkenheid en begeleidt de bisschop in de uiteindelijke bepaling. Bij het bekendmaken van wat besloten is, zal men dus zeggen "in overeenstemming met het Dicasterie voor de Geloofsleer".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOverigens, zoals reeds overwogen in de Normen van 1978 (IV, 1b) [3552|4], voorzien ook de nieuwe Normen erin dat het dicasterie in bepaalde gevallen motu proprio kan interveniëren (II, art. 26) [9271|+131]. De nieuwe Normen voorzien namelijk, nadat een duidelijk bepaling is bereikt: "Het dicasterie laat voor zichzelf in elk geval de mogelijkheid open om opnieuw te interveniëren naargelang de ontwikkeling van het fenomeen" (II, art. 22, § 3) [9271|+124], en vragen de bisschop "te blijven waken" (II, art. 24) [9271|+129] voor het welzijn van de gelovigen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGod is altijd aanwezig in de geschiedenis van de mensheid en houdt nooit op ons zijn genadegaven te zenden door de werking van de Heilige Geest, teneinde ons geloof in Jezus Christus, Verlosser van de wereld, van dag tot dag te vernieuwen. Het is de taak van de herders van de Kerk hun gelovigen steeds bewust te maken van deze liefdevolle aanwezigheid van de allerheiligste Drie-eenheid in ons midden, zoals het hun taak is de gelovigen te behoeden voor alle misleiding. Deze nieuwe Normen zijn slechts een concrete manier waarop het Dicasterie voor de Geloofsleer zich ten dienste stelt van de herders in het volgzaam luisteren naar de Geest die werkt in het gelovige Volk van God.
Víctor Manuel kard. Fernández
Prefect
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Inleiding
1. Jezus Christus is het definitieve Woord van God, "de eerste en de laatste" (Apok. 1, 17) [b:Apok. 1, 17]. Hij is de volheid en de vervulling van de Openbaring: alles wat God heeft willen openbaren, heeft Hij gedaan door zijn Zoon, het vleesgeworden Woord. "De christelijke heilsorde, als het nieuwe en definitieve verbond, zal dus nooit voorbijgaan en er is geen nieuwe publieke openbaring te verwachten vóór het glorievol verschijnen van onze Heer Jezus Christus". Dei Verbum [[576|5]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media2. In het geopenbaarde Woord is alles te vinden wat nodig is voor het christelijke leven. Johannes van het Kruis bevestigt: de Vader "heeft ons zijn Zoon gegeven, zijn enig Woord. Hij heeft geen ander. Daarmee heeft Hij in dit ene Woord alles tegelijk gezegd in één keer. Meer heeft Hij niet te zeggen. (...) Datgene immers wat Hij vroeger broksgewijs aan de profeten mededeelde heeft Hij nu in zijn geheel tot ons gezegd door ons het Al te geven, namelijk zijn Zoon. Daarom zou degene die nu God wil ondervragen of een visioen of openbaring wenste, niet alleen een dwaasheid begaan, maar hij zou God ook een belediging aandoen, omdat hij zijn ogen niet geheel en al op Christus vestigt zonder iets anders of iets nieuws te wensen". H. Johannes van het Kruis,.. H. Johannes van het Kruis, Salita del monte Carmelo, II, 22, 3-5, in: o.c., pp. 173-174. Id: Bestijging van de Berg Karmel, in: o.c., p. 660-662. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk [[[1|65]]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media3. In het tijdperk van de Kerk leidt de Heilige Geest de gelovigen van elke tijd "tot de volle waarheid" (Joh. 16, 13) [b:Joh. 16, 13] om "ons begrip van de openbaring steeds meer te verdiepen". Dei Verbum [[576|5]] Het komt de heilige Geest immers toe ons altijd meer te leiden in het begrijpen van het mysterie van Christus, want "hoeveel mysteries en wonderen ook (...) werden opgespoord en (...) in deze toestand van (geestelijk) leven werden verstaan, deze mysteries zijn zó diep, dat er nog altijd meer (...) te zeggen en nog meer te begrijpen overbleef. Zo is het mogelijk altijd dieper door te dringen in Christus. Hij is als een rijke mijn met veel aderen vol rijkdommen. Hoe diep men ook graaft, nooit vindt men een einde of een grens. Veeleer vindt men in iedere holte nieuwe aderen met nieuwe rijkdommen her en der". H. Johannes van het Kruis,.. H. Johannes van het Kruis, Cantico spirituale B, 37, 4, in: o.c., p. 703. Id., Geestelijk Hooglied, in: o.c., p. 472.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media4. Terwijl enerzijds God alles wat Hij wilde openbaren, heeft gedaan door zijn Zoon en in de Kerk van Christus de gewone middelen ter heiliging aan elke gedoopte ter beschikking heeft gesteld, kan anderzijds de heilige Geest aan sommige mensen buitengewone geloofservaringen schenken, waarvan het doel niet is "de definitieve openbaring van Christus te 'verbeteren' of 'aan te vullen', maar te helpen deze voller te beleven in een bepaald tijdperk van de geschiedenis". Catechismus van de Katholieke Kerk [[1|67]] Cf. Congregatie voor de.. Cf. Congregatie voor de Geloofsleer, <i>Il messaggio di Fatima</i> (26 juni 2000), Città del Vaticano: Libreria Editrice Vaticana, 2000.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media5. De heiligheid is immers een roeping die alle gedoopten aangaat: ze wordt gevoed door een leven van gebed en deelname aan het sacramentele leven, en komt tot uiting in een bestaan dat doordrongen is van liefde tot God en de naaste. vgl: Lumen Gentium [[[617|39-42]]] vgl: Gaudete et Exsultate [[[6894|10-18]]] vgl: Totum Amoris Est [[[8783]]] In de Kerk ontvangen we de liefde van God, ten volle geopenbaard in Christus (Joh. 3, 16) [[b:Joh. 3, 16]] en "in ons hart uitgestort door de heilige Geest die ons werd geschonken" (Rom. 5, 5) [b:Rom. 5, 5]. Wie zich volgzaam laat leiden door de heilige Geest ervaart de aanwezigheid en werking van de Drie-eenheid; daardoor vertaalt een zo geleefd bestaan zich in een mystiek leven dat, zoals paus Franciscus leert, "ook zonder buitengewone verschijnselen aan alle gelovigen wordt voorgehouden als dagelijkse ervaring van liefde". C'est la confiance [[9031|(35)]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media6. Er zijn echter soms fenomenen (bijv. zogeheten verschijningen, visioenen, inwendige of uitwendige woorden, geschriften of boodschappen, fenomenen gerelateerd aan religieuze afbeeldingen, psychofysische en andersoortige fenomenen) die de grenzen van de alledaagse ervaring lijken te overstijgen en het voorkomen hebben van een vermeend bovennatuurlijke oorsprong. Nauwkeurig over zulke gebeurtenissen spreken kan de mogelijkheden van de menselijke taal te boven gaan. (2 Kor. 12, 2-4) [[b:2 Kor. 12, 2-4]] Met de komst van de moderne media kunnen zulke fenomenen de aandacht trekken of de verwondering wekken van veel gelovigen, en het nieuws ervan kan zich zeer snel verspreiden. Daarom zijn de herders van de Kerk geroepen zulke gebeurtenissen met zorg te benaderen, d.w.z. hun vruchten te waarderen, de negatieve elementen ervan te zuiveren of de gelovigen te waarschuwen voor de gevaren die eruit voortvloeien. (1 Joh. 4, 1) [[b:1 Joh. 4, 1]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media7. Met de ontwikkeling van de moderne media en de toename van bedevaarten krijgen deze fenomenen bovendien landelijke en zelfs wereldwijde afmetingen, waardoor een beslissing aangaande een bisdom ook elders gevolgen heeft.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media8. Wanneer zich naast bijzondere geestelijke ervaringen ook lichamelijke en psychologische fenomenen voordoen die niet direct door het gebruik van het verstand alleen kunnen worden verklaard, is het de delicate plicht van de Kerk een zorgvuldige studie en onderscheiding van de fenomenen in kwestie te ondernemen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media9. In zijn apostolische exhortatie Gaudete et Exsultate [6894] herinnert paus Franciscus ons eraan dat de enige manier om te weten of iets van de Heilige Geest komt, de onderscheiding is, die moet worden gevraagd en gecultiveerd in het gebed. Gaudete et Exsultate [[6894|166.173]] Het is een goddelijke gave die de herders van de Kerk helpt werk te maken van wat de heilige Paulus zegt: "Keurt alles, behoudt het goede" (1 Tess. 5, 21) [b:1 Tess. 5, 21]. Om de diocesane bisschoppen en de bisschoppenconferenties bij te staan in het onderscheidingsproces van fenomenen van vermeend bovennatuurlijke oorsprong, vaardigt het Dicasterie voor de Geloofsleer de volgende Normen ten behoeve van de onderscheiding van vermeende bovennatuurlijke fenomenen uit.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. Algemene richtlijnen
- A. Aard van de onderscheiding
11
Art. 13
10. Volgens de hiernavolgende Normen kan de Kerk haar plicht van onderscheiding vervullen als:
a) het mogelijk is om in de fenomenen van vermeend bovennatuurlijke oorsprong de aanwezigheid van tekenen van een goddelijke werking te onderkennen;
b) er in de eventuele geschriften of boodschappen van degenen die betrokken zijn bij de vermeende fenomenen in kwestie niets is dat in strijd is met het geloof en de goede zeden;
c) het toelaatbaar is om de geestelijke vruchten ervan te waarderen, of nodig blijkt ze te zuiveren van problematische elementen of de gelovigen te waarschuwen voor de gevaren die eruit voortvloeien;
d) een inschatting van hun pastorale nut door het bevoegde kerkelijke gezag raadzaam lijkt.
a) het mogelijk is om in de fenomenen van vermeend bovennatuurlijke oorsprong de aanwezigheid van tekenen van een goddelijke werking te onderkennen;
b) er in de eventuele geschriften of boodschappen van degenen die betrokken zijn bij de vermeende fenomenen in kwestie niets is dat in strijd is met het geloof en de goede zeden;
c) het toelaatbaar is om de geestelijke vruchten ervan te waarderen, of nodig blijkt ze te zuiveren van problematische elementen of de gelovigen te waarschuwen voor de gevaren die eruit voortvloeien;
d) een inschatting van hun pastorale nut door het bevoegde kerkelijke gezag raadzaam lijkt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media23
Art. 13
11. Hoewel de volgende bepalingen voorzien in de mogelijkheid van een onderscheiding in de zin van wat in nr. 10 [9271|+52] is gezegd, moet duidelijk zijn dat men in de regel geen positieve erkenning van de goddelijke oorsprong van vermeend bovennatuurlijke verschijnselen door het kerkelijke gezag autoriteit mag verwachten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 13
12. Indien een nihil obstat mocht worden gegeven door het dicasterie (cf. infra, nr. 17) [9271|+60], dan worden dergelijke fenomenen geen voorwerp van geloof, d.w.z. dat de gelovigen niet verplicht zijn hun gelovige instemming ermee te betuigen, maar, zoals in het geval van door de Kerk erkende charisma's, "vertegenwoordigen ze wegen om de kennis van Christus te verdiepen en zich edelmoediger aan Hem te geven, terwijl men tegelijkertijd steeds meer geworteld raakt in de gemeenschap met het hele christelijke Volk". Kerkelijke bewegingen en hun theologische plaats [[2093|4]] vgl: Verbum Domini [[[3488|14]]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 13
13. Overigens, zelfs wanneer men een nihil obstat geeft voor de processen ter heiligverklaring betekent dat niet een verklaring van echtheid van eventuele bovennatuurlijke fenomenen in het leven van een persoon, zoals bijvoorbeeld is opgemerkt in het decreet ter heiligverklaring van de heilige Gemma Galgani: "(Pius XI) feliciter elegit ut super heroicis virtutibus huius innocentis aeque ac poenitentis puellae suam mentem panderet, nullo tamen per praesens decretum (quod quidem numquam fieri solet) prolato iudicio de praeternaturalibus Servae Dei charismatibus". H. Ritencongregatie,Decretum.. H. Ritencongregatie,Decretum beatificationis et canonizationis Servae Dei Gemmae Galgani, virginis saecularis:AAS24 (1932), p. 57. Nederlands vertaling: "(Pius XI) heeft met genoegen stilgestaan bij de heroïsche deugden van dit meisje, dat zowel onschuldig als boetvaardig was, zonder echter door het huidige decreet (wat uiteraard nooit pleegt te gebeuren) een oordeel te vellen over de bovennatuurlijke charismas van de dienares van God".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 13
14. Tegelijkertijd moet worden opgemerkt dat bepaalde fenomenen die een bovennatuurlijke oorsprong zouden kunnen hebben, soms verbonden lijken te zijn met verwarde menselijke ervaringen, theologisch onnauwkeurige uitdrukkingen of belangen die niet geheel legitiem zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 13
15. De onderscheiding van vermeend bovennatuurlijke fenomenen geschiedt vanaf het begin door de diocesane bisschop of eventueel door een andere kerkelijke autoriteit, als bedoeld in de hiernavolgende art. 4-6 [9271|+74 -76], in overleg met het dicasterie. Aangezien echter een bijzondere aandacht voor het algemeen welzijn van het hele Volk van God nooit kan ontbreken, "behoudt het dicasterie zich nochtans (...) de mogelijkheid voor om een oordeel te vellen over de morele en leerstellige elementen van zo'n ervaring en het gebruik dat ervan wordt gemaakt". Dicasterie voor de.. Dicasterie voor de Geloofsleer,Brief aan de bisschop van Como over een vermeende ziener (25 sept. 2023) Men moet niet vergeten dat de onderscheiding soms ook betrekking kan hebben op misdaden, manipulatie van personen, schade aan de eenheid van de Kerk, ongepast financieel gewin, ernstige leerstellige dwalingen, enz., die schandaal kunnen veroorzaken en de geloofwaardigheid van de Kerk ondermijnen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- B. Eindbeoordelingen
Art. 13
16. De onderscheiding van de vermeend bovennatuurlijke fenomenen kan leiden tot conclusies die in de regel worden uitgedrukt in een van de hierna aangegeven termen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaPres.
Pres.
12
Art. 13
17. Nihil obstat - Ook al drukt men geen enkele zekerheid uit over de bovennatuurlijke echtheid van het fenomeen, toch herkent men vele tekenen van een werking van de heilige Geest 'te midden van' De uitdrukking 'te.. De uitdrukking 'te midden van' wil niet zeggen 'door middel van' of 'doorheen', maar geeft aan dat in een welbepaalde context die niet noodzakelijk van bovennatuurlijke oorsprong is, de heilige Geest goede dingen bewerkstelligt. een gegeven geestelijke ervaring en worden er geen aspecten opgemerkt, althans niet tot op dat moment, die bijzonder discutabel of riskant zijn. Daarom wordt de diocesane bisschop aangemoedigd het pastorale nut van dit geestelijk aanbod te waarderen en tevens de verbreiding ervan te bevorderen, ook door eventuele bedevaarten naar een gewijde plaats.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaPres.
Art. 13
18. Prae oculis habeatur - Hoewel men belangrijke positieve tekenen herkent, ziet men ook elementen van verwarring of mogelijke risicos, die van de kant van de diocesane bisschop een aandachtige onderscheiding en dialoog met de begunstigden van een gegeven geestelijke ervaring vereisen. Mochten er geschriften of boodschappen zijn, dan kan een leerstellige verduidelijking nodig zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaPres.
Art. 13
19. Curatur - Men bemerkt verschillende of belangrijke discutabele elementen, maar tegelijk is er al een ruime verbreiding van het fenomeen en een aanwezigheid van geestelijke vruchten die aanwijsbaar ermee verbonden zijn. Men raadt een verbod ervan af, dat het Volk van God zou kunnen verontrusten. De diocesane bisschop wordt wel verzocht dit fenomeen niet aan te moedigen, alternatieve uitingen van devotie te zoeken en eventueel de geestelijke en pastorale kenmerken ervan een andere richting te geven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaPres.
Art. 13
20. Sub mandato - De opgemerkte discutabele punten houden geen verband met het fenomeen zelf, dat vele positieve elementen bevat, maar met een persoon, een familie of een groep mensen die oneigenlijk gebruik ervan maakt. Men gebruikt een geestelijke ervaring voor een bepaald en ongepast economisch gewin door immorele daden te plegen of een pastorale activiteit te ontplooien die parallel loopt met de activiteit die al aanwezig is in het kerkelijk gebied, zonder de aanwijzingen van de diocesane bisschop te aanvaarden. In zon geval is de pastorale leiding op de concrete plaats waar het fenomeen zich voordoet toevertrouwd aan de diocesane bisschop of een andere persoon, gedelegeerd door de heilige Stoel, die, wanneer hij niet in staat is rechtstreeks te interveniëren, zal proberen tot een redelijk akkoord te komen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaPres.
Art. 13
21. Prohibetur et obstruatur - Hoewel er legitieme wensen en enkele positieve elementen aanwezig zijn, lijken de discutabele punten en de risicos ernstig. Om dus verdere verwarring of zelfs schandalen te vermijden die het geloof van eenvoudige mensen zouden kunnen schaden, vraagt het dicasterie aan de diocesane bisschop om publiekelijk te verklaren dat het aanhangen van dit fenomeen niet is toegestaan en tegelijkertijd een catechese aan te bieden die kan helpen om de redenen voor het beslissing te begrijpen en de gewettigde geestelijke zorgen van dat deel van het Volk van God een andere richting te geven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaPres.
Art. 13
22. Declaratio de non supernaturalitate - In dit geval is de diocesane bisschop door het dicasterie gemachtigd te verklaren dat het fenomeen is erkend als niet bovennatuurlijk. Deze beslissing moet gebaseerd zijn op concrete, aantoonbare feiten en bewijzen, bijvoorbeeld wanneer een vermeende ziener verklaart te hebben gelogen of wanneer geloofwaardige getuigen bewijsstukken leveren die het mogelijk maken de valsheid van het fenomeen dan wel de dwalende intentie of de mythomanie N.v.d.vert.: van de zogeheten.. N.v.d.vert.: van de zogeheten begunstigde aan het licht te brengen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 13
23. In het licht van het voorgaande wordt herhaald dat in de regel noch de diocesane bisschop, noch de bisschoppenconferenties, noch het dicasterie zullen verklaren dat deze fenomenen van bovennatuurlijke oorsprong zijn, zelfs niet wanneer een nihil obstat wordt gegeven (cf. nr. 11) [9271|+53]. Blijft echter staan dat de heilige Vader kan verordenen om in verband hiermee een procedure te beginnen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. Te volgen procedures
- A. Inhoudelijke normen
Art. 1
De diocesane bisschop, in overleg met de nationale bisschoppenconferentie, is bevoegd de zaken van vermeend bovennatuurlijke fenomenen die geschied zijn in zijn gebied te onderzoeken en daarover het eindoordeel te formuleren, dat ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan het dicasterie, met inbegrip van de eventuele bevordering van een cultus of devotie die ermee verbonden is.
De diocesane bisschop, in overleg met de nationale bisschoppenconferentie, is bevoegd de zaken van vermeend bovennatuurlijke fenomenen die geschied zijn in zijn gebied te onderzoeken en daarover het eindoordeel te formuleren, dat ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan het dicasterie, met inbegrip van de eventuele bevordering van een cultus of devotie die ermee verbonden is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 2
Na de gebeurtenissen in kwestie te hebben onderzocht, is de diocesane bisschop bevoegd de resultaten van het onderzoek - uitgevoerd volgens de normen hierna uiteengezet - met zijn eigen votum door te geven aan het Dicasterie voor de Geloofsleer en te interveniëren volgens de door het dicasterie gegeven aanwijzingen. Het dicasterie is bevoegd in elk geval de handelwijze van de diocesane bisschop te beoordelen en al dan niet in te stemmen met de door hem voorgestelde toe te passen bepaling op deze concrete zaak.
Na de gebeurtenissen in kwestie te hebben onderzocht, is de diocesane bisschop bevoegd de resultaten van het onderzoek - uitgevoerd volgens de normen hierna uiteengezet - met zijn eigen votum door te geven aan het Dicasterie voor de Geloofsleer en te interveniëren volgens de door het dicasterie gegeven aanwijzingen. Het dicasterie is bevoegd in elk geval de handelwijze van de diocesane bisschop te beoordelen en al dan niet in te stemmen met de door hem voorgestelde toe te passen bepaling op deze concrete zaak.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 3
§ 1 - De diocesane bisschop zal zich onthouden van elke publieke verklaring over de echtheid of bovennatuurlijkheid van zulke fenomenen en van elke betrokkenheid daarbij; hij moet echter niet ophouden waakzaam te zijn om, indien nodig, met spoed en voorzichtigheid te interveniëren volgens de procedures die in de hiernavolgende normen worden aangegeven.
§ 1 - De diocesane bisschop zal zich onthouden van elke publieke verklaring over de echtheid of bovennatuurlijkheid van zulke fenomenen en van elke betrokkenheid daarbij; hij moet echter niet ophouden waakzaam te zijn om, indien nodig, met spoed en voorzichtigheid te interveniëren volgens de procedures die in de hiernavolgende normen worden aangegeven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 2 - Mochten er in verband met de vermeend bovennatuurlijke gebeurtenis vormen van devotie ontstaan, ook zonder een cultus in de eigenlijke zin van het woord, dan heeft de diocesane bisschop de zwaarwegende plicht zo snel mogelijk een nauwkeurig kerkrechtelijk onderzoek in te stellen, teneinde het geloof veilig te stellen en misbruik te voorkomen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 10
Art. 11 §1
§ 3 - De diocesane bisschop dient in het bijzonder erop toe te zien, met gebruikmaking ook van de hem ter beschikking staande middelen, om verwarrende religieuze manifestaties of de verbreiding van eventueel materiaal aangaande het vermeend bovennatuurlijke fenomeen (bijv. wenende heiligenbeelden, zwetende, bloedende of gemuteerde geconsacreerde hosties, enz.) binnen de perken te houden, teneinde geen klimaat van sensationalisme te bevorderen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media15
Art. 4
Art. 4
Mocht het vermeende fenomeen raken aan de competentie van meerdere diocesane bisschoppen, hetzij vanwege van de woonplaats van de personen die erbij betrokken zijn, hetzij vanwege de verbreidingsplaats van de vormen van cultus of in elk geval van volksdevotie, dan kunnen zij, na het Dicasterie voor de Geloofsleer gehoord te hebben, een interdiocesane commissie instellen die, voorgezeten door een van de diocesane bisschoppen, voorziet in het onderzoek overeenkomstig de volgende artikelen. Tot dat doel kunnen zij ook de hulp inroepen van de bevoegde bureaus van de bisschoppenconferentie.
Mocht het vermeende fenomeen raken aan de competentie van meerdere diocesane bisschoppen, hetzij vanwege van de woonplaats van de personen die erbij betrokken zijn, hetzij vanwege de verbreidingsplaats van de vormen van cultus of in elk geval van volksdevotie, dan kunnen zij, na het Dicasterie voor de Geloofsleer gehoord te hebben, een interdiocesane commissie instellen die, voorgezeten door een van de diocesane bisschoppen, voorziet in het onderzoek overeenkomstig de volgende artikelen. Tot dat doel kunnen zij ook de hulp inroepen van de bevoegde bureaus van de bisschoppenconferentie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media15
Art. 6 §2
Art. 5
Indien de vermeend bovennatuurlijke feiten raken aan de competentie van diocesane bisschoppen die tot een en dezelfde kerkprovincie behoren, dan kan de metropoliet, na de bisschoppenconferentie en het Dicasterie voor de Geloofsleer gehoord te hebben, met mandaat van het Dicasterie de taak op zich nemen van het instellen en voorzitten van de in art. 4 [9271|+74] genoemde commissie.
Indien de vermeend bovennatuurlijke feiten raken aan de competentie van diocesane bisschoppen die tot een en dezelfde kerkprovincie behoren, dan kan de metropoliet, na de bisschoppenconferentie en het Dicasterie voor de Geloofsleer gehoord te hebben, met mandaat van het Dicasterie de taak op zich nemen van het instellen en voorzitten van de in art. 4 [9271|+74] genoemde commissie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media15
Art. 6
§ 1 - Op die plaatsen waar een kerkelijke regio in de zin van can. 433-434 CIC [30|+500 +2357 +501] is ingesteld en de vermeend bovennatuurlijke feiten betrekking hebben op dat gebied, dient de voorzittende bisschop aan het Dicasterie voor de Geloofsleer een speciaal mandaat te vragen om te handelen.
§ 1 - Op die plaatsen waar een kerkelijke regio in de zin van can. 433-434 CIC [30|+500 +2357 +501] is ingesteld en de vermeend bovennatuurlijke feiten betrekking hebben op dat gebied, dient de voorzittende bisschop aan het Dicasterie voor de Geloofsleer een speciaal mandaat te vragen om te handelen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 2 - In dat geval zullen de procedures op analoge wijze volgen wat voorzien is in art. 5 [9271|+75], met inachtneming van de aanwijzingen die ontvangen zijn van hetzelfde dicasterie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- B. Procedurele normen
- Onderzoeksfase
Art. 11 §1
Art. 17
Art. 7
§ 1 - Telkens wanneer de diocesane bisschop een op zijn minst plausibel bericht krijgt over feiten van vermeend bovennatuurlijke oorsprong die raken aan het katholieke geloof en zich hebben voorgedaan in het gebied dat tot zijn competentie behoort, dan dient hij zich, persoonlijk of door middel van een gedelegeerde, met voorzichtigheid te informeren over de gebeurtenissen en omstandigheden, en ervoor te zorgen dat hij zonder dralen alle elementen verzamelt die nuttig zijn voor een eerste evaluatie.
§ 1 - Telkens wanneer de diocesane bisschop een op zijn minst plausibel bericht krijgt over feiten van vermeend bovennatuurlijke oorsprong die raken aan het katholieke geloof en zich hebben voorgedaan in het gebied dat tot zijn competentie behoort, dan dient hij zich, persoonlijk of door middel van een gedelegeerde, met voorzichtigheid te informeren over de gebeurtenissen en omstandigheden, en ervoor te zorgen dat hij zonder dralen alle elementen verzamelt die nuttig zijn voor een eerste evaluatie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 2 - Als de fenomenen eenvoudig hanteerbaar zijn binnen de kring van de direct betrokkenen en er geen gevaar in wordt gezien voor de gemeenschap, hoeft men na overleg met het dicasterie verder niets te ondernemen, al blijft de plicht tot waakzaamheid bestaan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 3 - Indien er personen betrokken zijn die vallen onder meerdere diocesane bisschoppen, dient men de meningen van deze bisschoppen te horen. Wanneer een vermeend fenomeen begint op een bepaalde plaats en zich verder ontwikkelt op andere plaatsen, kan het gebeuren dat het op laatstgenoemde plaatsen anders beoordeeld wordt. In zo’n geval heeft elke diocesane bisschop altijd de bevoegdheid te beslissen wat hij pastoraal verstandig acht in zijn eigen gebied, na overleg met het dicasterie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 4 - Wanneer bij het vermeende fenomeen voorwerpen van verschillende aard betrokken zijn, kan de diocesane bisschop, persoonlijk of via een gedelegeerde, beschikken dat deze op een veilige en beveiligde plaats worden bewaard, in afwachting van opheldering in de zaak. Wanneer het een vermeend eucharistisch wonder betreft, moeten de geconsacreerde speciën worden bewaard op een daarvoor gereserveerde plaats en op gepaste wijze.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 5 - Indien de verzamelde elementen voldoende lijken te zijn, dient de diocesane bisschop te beslissen of hij een eerste evaluatie van het fenomeen houdt, met de bedoeling in zijn votum een eindoordeel voor te stellen aan het dicasterie, in het hogere belang van het geloof van de Kerk en teneinde het geestelijk welzijn van de gelovigen veilig te stellen en te bevorderen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 8
§ 1 - De diocesane bisschop Of een ander kerkelijk gezag, waarover in art. 4-6. [[9271|+74 -76]] zal dan de onderzoekscommissie oprichten, met als leden ten minste één theoloog, één kerkjurist en één deskundige die gekozen is in functie van de aard van het fenomeen. Bijv. een medicus, die liefst.. Bijv. een medicus, die liefst gespecialiseerd is in enkele aanverwante disciplines, zoals psychiatrie, hematologie, enz.; een bioloog; een chemicus, enz. Het doel van de commissie is niet alleen om tot een verklaring te komen inzake de echtheid van de feiten, maar om elk aspect van de gebeurtenis uit te diepen en zo aan de diocesane bisschop alle elementen te verstrekken die nuttig zijn voor een evaluatie.
§ 1 - De diocesane bisschop Of een ander kerkelijk gezag, waarover in art. 4-6. [[9271|+74 -76]] zal dan de onderzoekscommissie oprichten, met als leden ten minste één theoloog, één kerkjurist en één deskundige die gekozen is in functie van de aard van het fenomeen. Bijv. een medicus, die liefst.. Bijv. een medicus, die liefst gespecialiseerd is in enkele aanverwante disciplines, zoals psychiatrie, hematologie, enz.; een bioloog; een chemicus, enz. Het doel van de commissie is niet alleen om tot een verklaring te komen inzake de echtheid van de feiten, maar om elk aspect van de gebeurtenis uit te diepen en zo aan de diocesane bisschop alle elementen te verstrekken die nuttig zijn voor een evaluatie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 2 - De leden van de onderzoekscommissie moeten een rechtschapen reputatie hebben, een hecht geloof, gedegen rechtzinnigheid, bewezen voorzichtigheid en niet betrokken zijn, direct of indirect, bij de personen of feiten die ter onderzoek voorliggen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 3 - Dezelfde diocesane bisschop zal een gedelegeerde benoemen, gekozen uit de eigen leden van de commissie of daarbuiten, met de taak het werk te coördineren en voor te zitten en de zittingen voor te bereiden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 4 - De diocesane bisschop of zijn gedelegeerde benoemt ook een notarius die tot taak heeft de vergaderingen bij te wonen en de verhoren en elke andere handeling van de commissie te notuleren. De notarius dient ervoor te zorgen dat de notulen naar behoren worden ondertekend en dat alle stukken behorend tot het onderzoek worden verzameld en ordentelijk bewaard in het archief van de curie. De notarius zorgt ook voor het bijeenroepen van de commissie en bereidt de stukken voor.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 5 - Alle leden van de commissie zijn verplicht het ambtsgeheim te houden en leggen daartoe een eed af.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 9
§ 1 - De verhoren dienen te worden afgenomen naar analogie van wat in de universele normen is bepaald (cf. can. 1558-1571 CIC; can. 1239-1252 CCEO), en geleid op basis van vragen geformuleerd door de gedelegeerde en afdoende besproken binnen de commissie.
§ 1 - De verhoren dienen te worden afgenomen naar analogie van wat in de universele normen is bepaald (cf. can. 1558-1571 CIC; can. 1239-1252 CCEO), en geleid op basis van vragen geformuleerd door de gedelegeerde en afdoende besproken binnen de commissie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 2 - De beëdigde getuigenis van de personen betrokken bij de zogeheten bovennatuurlijke feiten moet worden afgelegd in aanwezigheid van de voltallige commissie of ten minste enkele van haar leden. Wanneer de feiten van de zaak gebaseerd zijn op een ooggetuigenverklaring, is het zaak de getuigen zo spoedig mogelijk te ondervragen om te profiteren van de tijdsnabijheid van de gebeurtenis.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 3 - De biechtvaders van de betrokkenen die beweren protagonisten te zijn geweest van feiten van bovennatuurlijke oorsprong kunnen over niets getuigen dat zij door de sacramentele biecht hebben vernomen. Cf. can. 983 § 1; 1550 § 2,.. Cf. can. 983 § 1; 1550 § 2, 2°CIC; can. 733 § 1; 1231 § 1, 2°CCEO; Congregatie van de Zaken van de Heiligen, instructieSanctorum Mater(17 mei 2007), art. 101-102:AAS99 (2007), p. 494; Apostolische Penitentiarie,Nota sull'importanza del foro interno e l'inviolabilità del sigillo sacramentale(29 juni 2019):AAS111 (2019), pp. 1215-1218.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 4 - De geestelijke begeleiders van de betrokkenen die beweren protagonisten te zijn geweest van feiten van bovennatuurlijke oorsprong kunnen niet getuigen over hetgeen hen bekend is geworden in het kader van de geestelijke begeleiding, tenzij de belanghebbenden schriftelijk toestemming geven voor zo'n getuigenis.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 10
Wanneer het onderzoeksmateriaal geschreven teksten of andere elementen (video, audio, fotografisch) bevat die door de media zijn verbreid en als maker een persoon hebben die betrokken is bij het vermeende fenomeen, dan dient dit materiaal aan een zorgvuldig onderzoek door deskundigen vgl: art. 3 § 3 [[[9271|+73]]] te worden onderworpen, waarvan de resultaten door de notarius zullen worden opgenomen in het onderzoeksdossier.
Wanneer het onderzoeksmateriaal geschreven teksten of andere elementen (video, audio, fotografisch) bevat die door de media zijn verbreid en als maker een persoon hebben die betrokken is bij het vermeende fenomeen, dan dient dit materiaal aan een zorgvuldig onderzoek door deskundigen vgl: art. 3 § 3 [[[9271|+73]]] te worden onderworpen, waarvan de resultaten door de notarius zullen worden opgenomen in het onderzoeksdossier.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 11
§ 1 - Wanneer de buitengewone feiten bedoeld in artikel 7 § 1 [9271|+80] betrekking zouden hebben op voorwerpen van uiteenlopende aard vgl: art. 3 § 3 [[[9271|+73]]] dient de commissie deze voorwerpen aan een zorgvuldig onderzoek te onderwerpen door de deskundige commissieleden of door andere deskundigen aangewezen voor de zaak, om zo tot een evaluatie van wetenschappelijke, leerstellige en kerkrechtelijke aard te komen die de latere evaluatie zal helpen.
§ 1 - Wanneer de buitengewone feiten bedoeld in artikel 7 § 1 [9271|+80] betrekking zouden hebben op voorwerpen van uiteenlopende aard vgl: art. 3 § 3 [[[9271|+73]]] dient de commissie deze voorwerpen aan een zorgvuldig onderzoek te onderwerpen door de deskundige commissieleden of door andere deskundigen aangewezen voor de zaak, om zo tot een evaluatie van wetenschappelijke, leerstellige en kerkrechtelijke aard te komen die de latere evaluatie zal helpen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 2 - Wanneer eventuele objecten van organische aard die verbonden zijn met de buitengewone gebeurtenis een speciaal laboratoriumonderzoek zouden vereisen en in elk geval een technisch-wetenschappelijk onderzoek, dan dient de commissie de studie ervan toe te vertrouwen aan deskundigen die werkelijk expert zijn op het gebied dat raakt aan hetgeen onderzocht moet worden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 3 - Indien het fenomeen betrekking heeft op het Lichaam en Bloed van de Heer in de sacramentele tekenen van brood en wijn, moet er speciaal op worden toegezien dat de eventuele analyse ervan geen oorzaak wordt van een gebrek aan eerbied voor het allerheiligst Sacrament en de verering die het toekomt wordt gewaarborgd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 4 - Wanneer de vermeend buitengewone feiten aanleiding zouden geven tot problemen van openbare orde, dient de diocesane bisschop mee te werken met het bevoegde burgerlijke gezag.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 12
Wanneer de vermeend bovennatuurlijke gebeurtenissen zouden voortduren tijdens de onderzoeksfase en de situatie prudentiële interventies raadzaam maken, zal de diocesane bisschop niet aarzelen die daden van goed bestuur te stellen die nodig zijn ter voorkoming van ongecontroleerde of twijfelachtige uitingen van devotie of de start van een cultus op basis van nog niet vastgestelde elementen.
Wanneer de vermeend bovennatuurlijke gebeurtenissen zouden voortduren tijdens de onderzoeksfase en de situatie prudentiële interventies raadzaam maken, zal de diocesane bisschop niet aarzelen die daden van goed bestuur te stellen die nodig zijn ter voorkoming van ongecontroleerde of twijfelachtige uitingen van devotie of de start van een cultus op basis van nog niet vastgestelde elementen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Evaluatiefase
Art. 13
De diocesane bisschop zal, met de hulp ook van de leden van de door hem ingestelde commissie, het verzamelde materiaal grondig evalueren volgens de bovengenoemde voornaamste criteria voor onderscheiding vgl: zie nrs. 10-23 [[[9271|+52 -66]]] en de hiernavolgende positieve en negatieve criteria, die ook cumulatief moeten worden toegepast.
De diocesane bisschop zal, met de hulp ook van de leden van de door hem ingestelde commissie, het verzamelde materiaal grondig evalueren volgens de bovengenoemde voornaamste criteria voor onderscheiding vgl: zie nrs. 10-23 [[[9271|+52 -66]]] en de hiernavolgende positieve en negatieve criteria, die ook cumulatief moeten worden toegepast.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 14
Wat de positieve criteria betreft, zal men niet nalaten aandacht te schenken aan:
Wat de positieve criteria betreft, zal men niet nalaten aandacht te schenken aan:
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media1°. De geloofwaardigheid en goede reputatie van de personen die beweren begunstigd te zijn door bovennatuurlijke gebeurtenissen of rechtstreeks betrokken te zijn geweest bij zulke feiten, alsook van de gehoorde getuigen. In het bijzonder dient gelet te worden op het psychisch evenwicht, de eerlijkheid en rechtschapenheid in het zedelijk leven, de oprechtheid, nederigheid en gebruikelijke volgzaamheid ten opzichte van het kerkelijk gezag, de bereidheid daarmee samen te werken en de bevordering van een echt kerkelijke gemeenschapszin.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media2°. De leerstellige orthodoxie van het fenomeen en van de eventueel daarmee verbonden boodschap.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media3°. Het onvoorspelbare karakter van het fenomeen, waaruit duidelijk blijkt dat het niet kan voortkomen uit een initiatief van de betrokken personen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media4°. De vruchten van het christelijk leven. Hierbij dient men als aanwezig vast te stellen een geest van gebed, bekeringen, roepingen tot het priesterschap en het religieuze leven, blijken van naastenliefde, alsook een gezonde devotie en overvloedige en voortdurende geestelijke vruchten. Men dient de bijdrage van deze vruchten te meten aan de groei van de kerkelijke gemeenschap.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 15
Wat de negatieve criteria betreft moet men nauwkeurig letten op:
Wat de negatieve criteria betreft moet men nauwkeurig letten op:
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media1°. De eventuele aanwezigheid van een kennelijke dwaling ten aanzien van het feit.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media2°. Eventuele leerstellige dwalingen. In dit verband moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat aan een privéopenbaring louter menselijke elementen of een dwaling van natuurlijke aard, die niet te wijten is aan een slechte intentie, maar aan de subjectieve perceptie van het fenomeen, zijn toegevoegd - ook onbewust - door de persoon die stelt begunstigde te zijn van gebeurtenissen van bovennatuurlijke oorsprong.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media3°. Een sektarische geest die scheuring veroorzaakt in het kerkelijk weefsel.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaPres.
4°. Een duidelijk streven naar winst, macht, roem, sociale bekendheid, persoonlijk belang dat nauw verbonden is met het feit.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaPres.
5°. Ernstig immorele handelingen, verricht ten tijde of bij gelegenheid van het feit door de betrokkene of zijn volgelingen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media6°. Psychische veranderingen of psychopathische neigingen bij de betrokkene, die van invloed kunnen zijn geweest op het vermeend bovennatuurlijke feit, of psychosen, collectieve hysterie of andere elementen die herleidbaar zijn tot een pathologisch ziektebeeld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaPres.
Art. 16
Het gebruik van vermeend bovennatuurlijke ervaringen of erkende mystieke elementen als middel of voorwendsel om macht uit te oefenen over personen of misbruik te plegen moet als moreel zeer zwaarwegend worden beschouwd.
Het gebruik van vermeend bovennatuurlijke ervaringen of erkende mystieke elementen als middel of voorwendsel om macht uit te oefenen over personen of misbruik te plegen moet als moreel zeer zwaarwegend worden beschouwd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 17
De evaluatie van de onderzoeksresultaten inzake de vermeend bovennatuurlijke fenomenen bedoeld in art. 7 § 1 [9271|+80] dient te geschieden met nauwkeurige aandacht voor zowel de betrokken personen als het technisch-wetenschappelijk onderzoek dat eventueel met betrekking tot het vermeend bovennatuurlijke fenomeen is verricht.
De evaluatie van de onderzoeksresultaten inzake de vermeend bovennatuurlijke fenomenen bedoeld in art. 7 § 1 [9271|+80] dient te geschieden met nauwkeurige aandacht voor zowel de betrokken personen als het technisch-wetenschappelijk onderzoek dat eventueel met betrekking tot het vermeend bovennatuurlijke fenomeen is verricht.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Slotfase
Art. 22
Art. 23 §1
Art. 18
Als het onderzoek is afgerond en de gebeurtenissen en de verzamelde informatie zorgvuldig zijn onderzocht, Alle bewijsstukken dienen in.. Alle bewijsstukken dienen in detail te worden geëvalueerd door zorgvuldig alle criteria toe te passen, ook in het licht van de kerkrechtelijke normen betreffende de bewijskracht van de getuigenissen (cf.ex analogiacan. 1572 CIC; can. 1253 CCEO). vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|1572]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium [[[574|(1253]]] rekening houdend ook met de impact die de vermeende feiten hebben gehad op het Volk van God dat aan hem is toevertrouwd, met bijzondere aandacht ook voor de groei van de geestelijke vruchten voortgebracht door de nieuwe devotie die eventueel is ontstaan, moet de diocesane bisschop, met de hulp van de gedelegeerde, een rapport voorbereiden over het vermeende fenomeen. Rekening houdend met alle feiten van de zaak, zowel de positieve als de negatieve, stelt hij een persoonlijk votum over de zaak op, waarin hij een eindoordeel voorstelt aan het dicasterie, in de regel volgens een van de volgende formules: vgl: supra nrs. 17-22 [[[9271|+60 -65]]]
1°. Nihil obstat
2°. Prae oculis habeatur
3°. Curatur
4°. Sub mandato
5°. Prohibetur et obstruatur
6°. Declaratio de non supernaturalitate
Als het onderzoek is afgerond en de gebeurtenissen en de verzamelde informatie zorgvuldig zijn onderzocht, Alle bewijsstukken dienen in.. Alle bewijsstukken dienen in detail te worden geëvalueerd door zorgvuldig alle criteria toe te passen, ook in het licht van de kerkrechtelijke normen betreffende de bewijskracht van de getuigenissen (cf.ex analogiacan. 1572 CIC; can. 1253 CCEO). vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|1572]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium [[[574|(1253]]] rekening houdend ook met de impact die de vermeende feiten hebben gehad op het Volk van God dat aan hem is toevertrouwd, met bijzondere aandacht ook voor de groei van de geestelijke vruchten voortgebracht door de nieuwe devotie die eventueel is ontstaan, moet de diocesane bisschop, met de hulp van de gedelegeerde, een rapport voorbereiden over het vermeende fenomeen. Rekening houdend met alle feiten van de zaak, zowel de positieve als de negatieve, stelt hij een persoonlijk votum over de zaak op, waarin hij een eindoordeel voorstelt aan het dicasterie, in de regel volgens een van de volgende formules: vgl: supra nrs. 17-22 [[[9271|+60 -65]]]
1°. Nihil obstat
2°. Prae oculis habeatur
3°. Curatur
4°. Sub mandato
5°. Prohibetur et obstruatur
6°. Declaratio de non supernaturalitate
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 19
Zodra het onderzoek is afgerond, worden alle stukken betreffende de onderzochte zaak doorgestuurd naar het Dicasterie voor de Geloofsleer ter definitieve goedkeuring.
Zodra het onderzoek is afgerond, worden alle stukken betreffende de onderzochte zaak doorgestuurd naar het Dicasterie voor de Geloofsleer ter definitieve goedkeuring.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 20
Het dicasterie zal aldus overgaan tot het onderzoeken van de stukken van de zaak, waarbij het een evaluatie maakt van de morele en leerstellige elementen van deze ervaring en het gebruik dat ervan gemaakt is, en van het votum van de diocesane bisschop. Het dicasterie kan de diocesane bisschop om meer informatie verzoeken, andere meningen vragen of in extreme gevallen overgaan tot een nieuw onderzoek van de zaak, naast het onderzoek dat door de diocesane bisschop is uitgevoerd. In het licht van het verrichte onderzoek zal het dicasterie overgaan tot het al dan niet bevestigen van de beoordeling voorgesteld door de diocesane bisschop.
Het dicasterie zal aldus overgaan tot het onderzoeken van de stukken van de zaak, waarbij het een evaluatie maakt van de morele en leerstellige elementen van deze ervaring en het gebruik dat ervan gemaakt is, en van het votum van de diocesane bisschop. Het dicasterie kan de diocesane bisschop om meer informatie verzoeken, andere meningen vragen of in extreme gevallen overgaan tot een nieuw onderzoek van de zaak, naast het onderzoek dat door de diocesane bisschop is uitgevoerd. In het licht van het verrichte onderzoek zal het dicasterie overgaan tot het al dan niet bevestigen van de beoordeling voorgesteld door de diocesane bisschop.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 21
§ 1 - Na ontvangst van het antwoord van het dicasterie maakt de diocesane bisschop, in overeenstemming met het dicasterie, op duidelijke wijze het oordeel over de feiten in kwestie bekend aan het Volk van God, tenzij het dicasterie iets anders aangeeft,
§ 1 - Na ontvangst van het antwoord van het dicasterie maakt de diocesane bisschop, in overeenstemming met het dicasterie, op duidelijke wijze het oordeel over de feiten in kwestie bekend aan het Volk van God, tenzij het dicasterie iets anders aangeeft,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 2 - De diocesane bisschop zal ervoor zorgen de nationale bisschoppenconferentie op de hoogte te stellen van de door het dicasterie goedgekeurde beoordeling.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 22
§ 1 - Indien men een nihil obstat verleent vgl: art. 18, 1° [[[9271|+117]]], zal de diocesane bisschop zeer bedacht zijn op de gepaste waardering van de vruchten voortgebracht door het onderzochte fenomeen, door met voorzichtige aandacht erover te blijven waken. In dit geval zal de diocesane bisschop door middel van een decreet duidelijk aangeven wat de aard van de toestemming is en wat de grenzen zijn van een eventueel toegestane cultus, met de precisering: "de gelovigen mogen op prudente wijze hun instemming hiermee betuigen". In dezelfde paragraaf staat: "Daarom geeft de kerkelijke goedkeuring van een privé-openbaring in wezen aan dat de betreffende boodschap niets bevat wat met het geloof en de goede zeden in strijd is; het is geoorloofd ze openbaar te maken en de gelovigen mogen op prudente wijze hun instemming hiermee betuigen. (...) Het is een hulp die wordt geboden; maar het is niet verplicht er gebruik van te maken. In elk geval moet het een voeding zijn van geloof, hoop en liefde, die voor allen de permanente weg van het heil zijn". [[3488|14]]
§ 1 - Indien men een nihil obstat verleent vgl: art. 18, 1° [[[9271|+117]]], zal de diocesane bisschop zeer bedacht zijn op de gepaste waardering van de vruchten voortgebracht door het onderzochte fenomeen, door met voorzichtige aandacht erover te blijven waken. In dit geval zal de diocesane bisschop door middel van een decreet duidelijk aangeven wat de aard van de toestemming is en wat de grenzen zijn van een eventueel toegestane cultus, met de precisering: "de gelovigen mogen op prudente wijze hun instemming hiermee betuigen". In dezelfde paragraaf staat: "Daarom geeft de kerkelijke goedkeuring van een privé-openbaring in wezen aan dat de betreffende boodschap niets bevat wat met het geloof en de goede zeden in strijd is; het is geoorloofd ze openbaar te maken en de gelovigen mogen op prudente wijze hun instemming hiermee betuigen. (...) Het is een hulp die wordt geboden; maar het is niet verplicht er gebruik van te maken. In elk geval moet het een voeding zijn van geloof, hoop en liefde, die voor allen de permanente weg van het heil zijn". [[3488|14]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 2 - De diocesane bisschop zal bovendien erop bedacht zijn dat de gelovigen geen van de bepalingen beschouwen als goedkeuring van het bovennatuurlijke karakter van het fenomeen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaPres.
§ 3 - Het dicasterie laat voor zichzelf in elk geval de mogelijkheid open om opnieuw te interveniëren naargelang de ontwikkeling van het fenomeen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 23
§ 1 - In geval van een preventieve bepaling vgl: art. 18, 2° - 4° [[[9271|+117]]] of een negatieve bepaling vgl: art. 18, 5° - 6° [[[9271|+117]]] moet deze formeel openbaar worden gemaakt door de diocesane bisschop, na goedkeuring door het dicasterie. De bepaling dient bovendien zo geformuleerd te worden dat zij voor iedereen duidelijk en begrijpelijk is, waarbij bezien moet worden of het opportuun is om de redenen voor de genomen beslissing en de leerstellige grondslagen van het katholieke geloof uiteen te zetten, teneinde de groei van een gezonde spiritualiteit te bevorderen.
§ 1 - In geval van een preventieve bepaling vgl: art. 18, 2° - 4° [[[9271|+117]]] of een negatieve bepaling vgl: art. 18, 5° - 6° [[[9271|+117]]] moet deze formeel openbaar worden gemaakt door de diocesane bisschop, na goedkeuring door het dicasterie. De bepaling dient bovendien zo geformuleerd te worden dat zij voor iedereen duidelijk en begrijpelijk is, waarbij bezien moet worden of het opportuun is om de redenen voor de genomen beslissing en de leerstellige grondslagen van het katholieke geloof uiteen te zetten, teneinde de groei van een gezonde spiritualiteit te bevorderen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 2 - Bij het meedelen van een eventuele negatieve beslissing mag de diocesane bisschop informatie weglaten die onterechte schade zou kunnen berokkenen aan de betrokken personen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media23 §4
§ 3 - Mochten geschriften of boodschappen eventueel verbreid blijven worden, dan moeten de wettige herders waakzaam zijn, overeenkomstig can. 823 CIC [30|+941 +2647] vgl: can. 652 § 2 CIC [[[30|+2537]]] vgl: can. 654 CCEO [[[574|(654)]]], en de misstanden berispen, evenals alles wat schadelijk is voor het rechtzinnige geloof en de goede zeden of hoe dan ook gevaarlijk voor het welzijn van de zielen. Daarvoor kan men zijn toevlucht nemen tot de gewone maatregelen, waaronder het opleggen van strafverordeningen. vgl: can. 1319 CIC [[[30|+1521+2924]]] vgl: can. 1406 CCEO [[[574|(1406)]]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media§ 4 - De in § 3 [9271|+127] bedoelde toevlucht is bijzonder geschikt wanneer het te berispen gedrag betrekking heeft op voorwerpen of plaatsen verbonden met vermeend bovennatuurlijke fenomenen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaPres.
Art. 24
Wat de goedgekeurde bepaling ook zij, de diocesane bisschop heeft de plicht persoonlijk of door een gedelegeerde te blijven waken over het fenomeen en over de betrokken personen, en concreet zijn gewone macht uit te oefenen.
Wat de goedgekeurde bepaling ook zij, de diocesane bisschop heeft de plicht persoonlijk of door een gedelegeerde te blijven waken over het fenomeen en over de betrokken personen, en concreet zijn gewone macht uit te oefenen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 25
Indien de vermeend bovennatuurlijke verschijnselen met zekerheid kunnen worden herleid tot een bewust mystificerende en bedrieglijke opzet voor andere doeleinden (bijv. winstbejag en andere persoonlijke belangen), zal de diocesane bisschop geval per geval de geldende kerkrechtelijke strafbepalingen toepassen.
Indien de vermeend bovennatuurlijke verschijnselen met zekerheid kunnen worden herleid tot een bewust mystificerende en bedrieglijke opzet voor andere doeleinden (bijv. winstbejag en andere persoonlijke belangen), zal de diocesane bisschop geval per geval de geldende kerkrechtelijke strafbepalingen toepassen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaPres.
Art. 26
Het Dicasterie voor de Geloofsleer heeft de bevoegdheid om motu proprio te interveniëren op elk moment en in elke staat van de onderscheiding betreffende de vermeend bovennatuurlijke fenomenen.
Het Dicasterie voor de Geloofsleer heeft de bevoegdheid om motu proprio te interveniëren op elk moment en in elke staat van de onderscheiding betreffende de vermeend bovennatuurlijke fenomenen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaArt. 27
De onderhavige Normen vervangen in hun geheel de vorige van 25 februari 1978 [3552].
De onderhavige Normen vervangen in hun geheel de vorige van 25 februari 1978 [3552].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe opperherder Franciscus heeft tijdens de audiëntie verleend aan de ondergetekende prefect, vergezeld van de secretaris van de doctrinaire afdeling van het Dicasterie voor de Geloofsleer, op 4 mei 2024 de onderhavige Normen goedgekeurd, die waren besproken in de gewone zitting van dit dicasterie op 17 april 2024, en heeft de publicatie ervan verordend, met de bepaling dat ze in werking treden op 19 mei 2024, op het hoogfeest van Pinksteren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGegeven te Rome, ten burele van het Dicasterie voor de Geloofsleer, op 17 mei 2024.
Víctor Manuel kard. Fernández
Prefect
Mgr. Armando Matteo
Secretaris van de doctrinaire afdeling
Ex Audientia Die 4 mei 2024
Franciscus
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/9271-in-ascolto-dello-spirito-nl