De moederlijke roeping eerbiedigen van de vrouw die werkt

In de periode van de Advent vestigt de Kerk op bijzondere wijze haar blik op de maagd van Nazareth als op haar in wie de voorzegging van het Oude Verbond is vervuld. Wij lezen bij Jesaja: 'Zie de maagd zal ontvangen en een zoon ter wereld brengen, die men zal noemen Emmanuel' (Jes. 7, 14) [b:Jes. 7, 14]. De naam 'Emmanuel' betekent: 'God is met ons'.

Door de werking van de Heilige Geest is God mens geworden in de schoot van Maria. Schenken wij haar daarom een bijzondere verering, en houden wij tegelijkertijd niet op haar moederlijk hart alle problemen van de mensen aan te bevelen. Bevelen wij haar bijzonder alle moeders aan, de zusters en dochters van heel de aarde.

'Intercede ... pro devoto femineo sexu, sentiant omnes Tuum iuvamen, quicumque celebrant Tuam sanctam Sollemnitatem' (Spreek ten beste voor het toegewijde vrouwelijk geslacht, opdat allen uw bescherming ondervinden die uw heilige feest vieren).

De Kerk bidt op bijzondere wijze voor iedere vrouw door haar aan te bevelen aan de moeder van God.

Moge dit gebed ons helpen om - altijd nog in verband met de herdenking van de negentigste verjaardag van ' Rerum Novarum [651]' - vandaag, hoewel kort, een belangrijk probleem aan te roeren, dat van de arbeid van de vrouw, dat in onze tijd een bijzonder gewicht heeft gekregen.

Het probleem van de juridische gelijkheid tussen man en vrouw moet worden opgelost door een sociale wetgeving welke de gelijkheid erkent van werkende mannen met werkende vrouwen, en tegelijk, zoals Pacem in Terris [53] schrijft, voor dezen het recht beschermt 'dat zij hun werk onder die voorwaarden kunnen verrichten, welke overeenkomen met hun behoeften en plichten als echtgenote, als moeder' Pacem in Terris [[53|10]] Er moet een samenleving worden opgebouwd waarin de vrouw zich aan de vorming van haar eigen kinderen kan wijden, die de voorvechters van de toekomstige samenleving zijn. De Kerk is gevoelig op dit punt en zoals ik bij de sluiting van de bisschoppensynode zei [d:81], welke vorig jaar oktober werd gevierd, 'dat het gezin behoorlijk moet kunnen leven, ook wanneer de moeder zich volledig wijdt aan het gezin' (Archief van de Kerken 36.. (Archief van de Kerken 36 (1981), 143). Dit betekent geen uitsluiting van de vrouw van de wereld van de arbeid en van sociale en openbare werkzaamheden. Veeleer herhaal ik tot alle vrouwen: 'Weest met uw creativiteit aanwezig bij de verandering van deze samenleving ... Levert uw bijdrage welke verhelderd is door uw religieus gevoel, aan al uw leiders en ook aan de hoogste autoriteiten' Jullie zijn geroepen om dragers te zijn van vrijgevigheid en eerlijkheid [[8812]]

In de encycliek Laborem Exercens [712] heb ik reeds de gelegenheid gehad me duidelijk over dit onderwerp uit te spreken. Maar enkele thema's van dit document moeten in het geheugen worden geprent en vooral het personalistisch aspect van de arbeid; immers, 'de menselijke arbeid heeft niet alleen betrekking op de economie, maar ook en vooral op de waarden van de persoon' Laborem Exercens [[712|15]]; 'dat het ... nodig is heel het arbeidsproces zodanig te organiseren en aan te passen, dat de eisen van de persoon en zijn levenswijze worden gerespecteerd, en vooral zijn gezinsleven, rekening houdend met de leeftijd en het geslacht van ieder.' Laborem Exercens [[712|9]] 'De echte verheffing van de vrouw vereist, dat het werk zodanig wordt gestructureerd, dat zij niet verplicht wordt haar verheffing te betalen met haar eigen specialiteit op te geven en tot nadeel van het gezin waarin zij als moeder een onvervangbare taak heeft' Laborem Exercens [[712|9]] In een samenleving die rechtvaardig en menselijk wil zijn, is het absoluut noodzakelijk dat de geestelijke en moederlijke eisen van de persoon de eerste plaats innemen in de rangorde van de waarden. Daarom is het te wensen dat, ook wat betreft de gelijkheid van het recht op arbeid voor allen - mannen en vrouwen - het voor iedere moeder mogelijk blijft, 'zonder belemmeringen te stellen aan haar vrijheid, zonder psychologische of praktische discriminatie, zonder haar achter te stellen ten opzichte van andere vrouwen, de mogelijkheid te geven om haar kinderen op te voeden en zich aan hun vorming. te wijden overeenkomstig de verschillende behoeften van hun leeftijd.' Laborem Exercens [[712|9]]

De Kerk erkent en prijst de noodzakelijke en onvervangbare bijzondere bijdrage welke de vrouw, vooral vandaag, kan leveren en in feite levert aan de bevordering van het algemeen welzijn in de openbare orde en in de sector van de arbeid. Door de Schepper begiftigd met een eigen aangeboren gave, gevormd door een diepe gevoeligheid en scherpe zin voor het concrete en voor maat, is zij samen met de man geroepen bij te dragen aan de groei van een rechtvaardiger en menselijker samenleving. Daarom wil ik vandaag opnieuw iedere vrouw uitnodigen met woorden van levendige aanmoediging, de uitoefening van haar kostbare hoedanigheden vanaf het privé tot het openbare en sociale terrein te verruimen en dat te doen met wijze verantwoordelijkheid. vgl: Tot het 19e nationale congres van het Italiaanse Vrouwen Centra [[[8813|(2)]]]

Houden wij niet op, terwijl wij dit alles voor ogen hebben: de waardigheid van de vrouw, haar moederlijke en tegelijk sociale roeping - de verantwoordelijkheid voor het werk dat zij in verschillende sectoren onderneemt -, tot de moeder van God te zeggen: 'Intercede pro devoto femineo sexu, sentiant omnes Tuum iuvamen'!'