Duplicem Nostis
x
Informatie over dit document
Duplicem Nostis
Tot het Consistorie
Paus Pius X
14 november 1904
Pauselijke geschriften - Toespraken
1955, Ecclesia Docens 0752 p. 18-29, Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Vert.: F.A.J. van Nimwegen C.ss.R.
Vert.: F.A.J. van Nimwegen C.ss.R.
Vert. uit het Latijn
Alineanummering en tussentitels: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Alineanummering en tussentitels: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1955
F.A.J. van Nimwegen C.ss.R.
25 juni 2022
8656
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
Om een tweevoudige reden, zoals ge weet, hebben we uw doorluchtig college bij ons te zamen geroepen, namelijk om heden met u te handelen over de heiligverklaring van twee zaligen en tegelijk over de benoeming van nieuwe bisschoppen. Beide onderwerpen zijn ongetwijfeld belangrijk en tevens vreugdevol en aangenaam. Doch helaas, de tijdsomstandigheden geven geen aanleiding tot blijdschap. Want vooreerst is daar de rampzalige oorlogsbrand, waardoor nu reeds maandenlang het verre Oosten in vlam staat, en overeenkomstig de vaderlijke liefde, die we voor alle mensen moeten hebben, smeken we God met aandrang, dat Hij die brand spoedig moge blussen. Maar ook meer in onze nabijheid zijn er enkele omstandigheden, die ons droefheid veroorzaken. We voelen ons immers gedwongen om, in plaats van de verhevenheid der christelijke deugden te beschouwen, onze geest te richten op de geweldige menigte mensen, die nauwelijks nog een schaduw van het christendom over hebben, en terwijl ons hart zich verheugt, dat we aan vele van hun herders beroofde kerken goede herders kunnen geven, is het tegelijk diep bedroefd, dat we reeds al te lang verhinderd zijn, in de verlatenheid van andere en niet zo weinige te voorzien.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ge begrijpt gemakkelijk, dat hier gedoeld wordt op dat volk, dat onder de katholieke volken een ereplaats inneemt, en dat toch door het aan de godsdienst vijandige streven van velen reeds lange tijd in beroering en hevige onrust verkeert. De vermetelheid van het kwaad is daar nu zo ver gekomen, dat de beeltenis van Hem, die de enige Meester en eeuwige Rechter is, van staatswege uit de scholen en uit de gerechtshoven is verbannen. Onder de vele moeilijkheden, waaronder de Kerk in dat land gebukt gaat, beklagen we ons vooral over de beletselen van allerlei aard, die men aan het aanvullen van het getal der bisschoppen in de weg legt, en we zien, hoe nog erger maatregelen beraamd worden. Nu zou men toch voor deze hevige aanvallen tevergeefs een andere geëvenredigde oorzaak kunnen zoeken buiten die, welke we daarjuist hebben aangeraakt. Want de beschuldiging, die men de Apostolische Stoel voor de voeten werpt, als zou deze zich niet gehouden hebben aan de bepalingen van het concordaat, is even onedel als onwaar. We achten het nodig, eerbiedwaardige broeders, deze schandelijke laster in uw tegenwoordigheid af te weren, voordat we overgaan tot de onderwerpen, die ter behandeling zijn voorgesteld.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
We brengen enkele dingen in herinnering, die niemand onbekend zijn. In het begin der vorige eeuw, toen de afgrijselijke storm der revolutie, die over Frankrijk had gewoed, na omverwerping van de oude staatsregeling aan de voorvaderlijke godsdienst zware schade had toegebracht, sloten onze voorganger Pius VII roemrijker gedachtenis en de regering der republiek na gemeenschappelijke onderhandelingen een verdrag, dat tot strekking had, de aan de Franse Kerk toegebrachte schade te herstellen en haar voor het vervolg de bescherming der wetten te verzekeren. De eerstgenoemde liet zich daarbij leiden door bezorgdheid voor het heil der zielen en voor de eer van God; de laatstgenoemde door de gedachte, in de godsdienst een middel te vinden tot stabilisatie van de toestand. Bij de getroffen overeenkomst nu kwamen vervolgens door een eenzijdig willekeurig ingrijpen van de staatsmacht de zogenaamde organieke artikelen. Tegen deze toevoeging echter heeft niet alleen Pius zich, onmiddellijk nadat ze gedaan was, gekant, maar ook de volgende pausen hebben, als de gelegenheid zich voordeed, vooral als men de geldigheid er van benadrukte, tegen die artikelen zeer krachtig geprotesteerd. En dat met volle recht, gelet op de aard van die wetsbepalingen. We zeggen wetsbepalingen en niet verdragsbepalingen. Immers, nooit is enige toestemming van de kant der pausen gegeven. Die wetsbepalingen hebben dus volstrekt niet tot doel de openbare veiligheid. Daaromtrent was voorzien in het eerste hoofdstuk van het verdrag: „De eredienst zal openbaar zijn, met inachtneming echter van de politieverordeningen, welke de regering voor de openbare rust nodig zal oordelen." Het is toch buiten twijfel, dat, indien de organieke artikelen zich binnen deze categorie hielden, de Kerk, haar verplichte trouw indachtig, ze zou aanvaarden en onderhouden. Maar in werkelijkheid bevatten die artikelen bepalingen omtrent de tucht, ja zelfs omtrent de leer der Kerk. Ze stellen verscheidene punten vast, die in strijd zijn met hetgeen is overeengekomen en, met afschaffing van een groot deel der bepalingen, die ten gunste van de katholieke belangen waren overeengekomen, worden rechten van het kerkelijk gezag opgeëist voor de staatsmacht, met het gevolg, dat de Kerk er geen bescherming maar slavernij van te verwachten heeft. Doch het is beter de punten der overeenkomst tussen de Apostolische Stoel en de Franse republiek ordelijk na te gaan.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Die overeenkomst heeft tot doel het bepalen der wederzijdse verhoudingen tussen de beide machten. De republiek belooft aan de Kerk de vrije uitoefening van haar eredienst: „De katholieke, apostolische Roomse godsdienst zal in Frankrijk vrijelijk worden uitgeoefend." Ze verklaart als vreemd aan haar taak en werkzaamheden al wat behoort tot de jurisdictie in gewijde zaken. Ze verlangt op dit gebied slechts de aanvaarding en bekrachtiging van hetgeen ze heeft bepaald omtrent politie en openbare veiligheid. Welnu, door het feit zelf, dat ze deze uitzondering maakt, waarvan de werkingssfeer niet zeer uitgestrekt is, bevestigt ze, dat haar macht niet verder reikt tot de overige zaken; want deze, als rakende het bovennatuurlijk leven der Kerk, gaan de grenzen van het burgerlijk gezag verre te buiten. Blijft dus, onder erkenning en instemming van de republiek zelf, dat al wat betrekking heeft op geloof en zeden geheel tot het domein en het rechtsgebied der Kerk behoort. Onder haar bevoegdheid valt het, te zorgen voor het tot stand brengen en na het tot stand brengen voor het behoud van alles, wat dient tot bewaring en bevordering der zuiverheid van geloof en zeden onder de katholieken. Zij en zij alleen dus heeft de macht, aan het volk overheden te geven, wier taak het is, de beginselen en praktijken van het christelijk leven ambtshalve te bewaren en te bevorderen, we bedoelen: de gewijde bedienaren en op de eerste plaats de bisschoppen.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Evenwel, met betrekking tot dit punt laat de Kerk, om het bewaren der eendracht te vergemakkelijken, iets van de strengheid van haar recht varen. Ze verleent aan de republiek de volmacht, de personen te benoemen, aan wie het bisschoppelijk ambt zal worden opgedragen. Maar deze volmacht heeft nooit en kan nooit hebben de waarde van de canonieke institutie. Immers iemand aannemen en aanstellen in een kerkelijke waardigheid en hem een macht verlenen overeenkomstig die waardigheid is zulk een eigen en bijzonder recht van de Kerk, dat ze dit zonder schending van het wezen van haar goddelijk ambt onmogelijk aan de staat kan meedelen. Blijft dus over, dat de aan de staat toegestane benoeming geen andere betekenis heeft dan deze: aan de paus de persoon aan te wijzen en voor te stellen, die hij, als hij hem zelf ook geschikt bevindt, tot de eer van het episcopaat zal verheffen. De canonieke institutie immers volgt niet zo maar noodzakelijk de benoeming, maar eerst moeten de kwaliteiten van de persoon in geweten worden afgewogen. En maken deze het wellicht de paus in geweten onmogelijk, iemand het episcopaat te verlenen, dan kan hij toch door geen enkele wet gedwongen worden, de redenen aan te geven die hem doen oordelen, dat hij het niet moet verlenen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Verder, de Kerk heeft bepaald, dat zekere plechtige gebeden tot God gericht zullen worden voor de hoogste gezagsdrager van de staat. Daardoor belooft ze, dat haar houding tegenover de staat een welwillende zal zijn, hoe ook de staatsregeling moge wezen.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Dit is wat het verdrag, waarover we spreken, aan bepalingen bevat voor het tegenwoordige en voor de toekomst. Wat echter het verleden betreft, bevat het een transactie, die van weerskanten is overeengekomen. Deze gaat over de goederen, die kort te voren aan de Kerk van staatswege waren ontnomen. De paus laat die goederen aan de staat over; maar de staat belooft, dat hij aan de geestelijkheid een ondersteuning zal geven, passend voor ieders stand. Hier gaat het, zoals blijkt, over een waar contract. Voor een bepaalde zaak wordt een bepaalde tegenprestatie vastgesteld. Bijgevolg bestaat er geen twijfel, dat, als die overeenkomst en dat verdrag verbroken wordt, de Kerk haar volle recht behoudt om ofwel haar goederen terug te vorderen, ofwel er een rechtvaardige schadeloosstelling voor te eisen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Zo hebben we de hoofdzaken uiteengezet van de overeenkomst, die tussen Frankrijk en de Apostolische Stoel gesloten is in een tijd, waarin dat voor beiden zeer nodig was. Ieder eerlijk beoordelaar moge nu uitmaken, wie van de twee zich niet aan de overeenkomst gehouden heeft.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Heeft de Kerk het aan de republiek geschonken recht om de bisschoppen te benoemen ooit teruggetrokken? Integendeel, aan de kandidaten, die de republiek had voorgesteld, heeft ze voor verreweg het grootste gedeelte de canonieke institutie verleend. Als het nu en dan gebeurd is, dat ze die institutie voor sommigen weigerde, dan is dat altijd gebeurd om zeer belangrijke en ernstige beweegredenen, en wel zulke, die buiten het politiek terrein lagen; redenen, die de overheden der republiek, als ze er later kennis van kregen, zelf meer dan eens hebben gebillijkt. Het ging er namelijk om, te voorkomen, dat de godsdienst, waarvoor de paus de grootste zorg en ijver moet hebben, schade zou lijden.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Wat betreft de wetten, die met het oog op de openbare rust zijn uitgevaardigd, is het duidelijk, dat de Kerk bij de uitoefening van de eredienst haar beloften gestand heeft gedaan. Trouwens, het is haar welbekende en algemeen verbreide leer, dat God de bron is van alle gezag over mensen en dat men dus ook de geboden en verboden van de burgerlijke wetten, ten minste als deze rechtvaardig zijn en strekken tot het algemeen welzijn, stipt en nauwkeurig moet onderhouden.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Niet minder rechtschapen en trouw heeft de Kerk zich betoond jegens de staat, hoe ook tot nu toe de constitutie en de bestuursvorm er van geweest is. Altijd immers heeft ze, als ze volgens het vaste formulier tot God bad voor degenen die aan het hoofd stonden, niet alleen de hulp des hemels trachten te verkrijgen, wat het voornaamste is, maar ook de gunst der beste burgers.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Ten slotte, hoe trouw ze de transactie betreffende haar goederen onderhouden heeft, kan men alleen reeds opmaken uit het feit, dat niemand ooit van de kant der Kerk enige last ondervonden heeft om het bezit van kerkelijk goed, dat hij bij de publieke verkoping had verworven.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Nu willen we de vraag stellen, of de staat zijn verplichtingen, die uit het contract volgden, evenzo is nagekomen. Het eerste artikel luidt, dat de uitoefening van de katholieke godsdienst in Frankrijk vrij zal zijn. Maar kan men zeggen, dat die vrijheid op het ogenblik bestaat, als het aan de bisschoppen verboden is, zonder voorkennis der regering zich naar de paus, de opperste leraar en bewaker van de katholieke godsdienst, te begeven en zelfs hem te schrijven; als de acten der heilige congregaties, door wie, zoals bekend is, op gezag en in naam van de paus de zaken der gehele Kerk te Rome geleid worden, van staatswege geminacht en verworpen worden, ja de acten van de paus zelf nauwelijks worden ontzien; als men onbewimpeld de toeleg laat zien, de kracht en de sterkte van de godsdienst te breken, door hem de nuttigste hulpmiddelen te onttrekken, welke de Kerk door Gods voorzienigheid voor het waarnemen van haar taak ten dienste staan? We kunnen immers slechts met diepe droefheid denken aan de onlangs volbrachte vernietiging der religieuze genootschappen, voor wier verbanning als enige reden gold het feit, dat ze de voorvaderlijke godsdienst onder het volk krachtig bevorderden. Niets vermocht, we zeggen niet om ze te eren zoals het behoorde, maar om ze te behouden, de gedachte aan de uitstekende diensten, welke te allen tijde door hen aan hun medeburgers bewezen waren. Is er iets meer in strijd met de vriendschap voor de Apostolische Stoel en met het concordaat dan het zware onrecht en de smaad, die men heeft aangedaan aan degenen die de Kerk het dierbaarst zijn?
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Nog meer. Bij al de overige verdrietelijkheden van die aard is kort geleden nog een zeer erge als toppunt gekomen. We vernemen namelijk met zekerheid, dat een besluit circuleert, waarbij de leden van een roemvol bekend, nog wel bij de wet geautoriseerd genootschap, het bevel krijgen tot vertrek uit de diocesane seminaries, waar ze tot groot nut voor de priesterstand lange tijd aan het hoofd gestaan hebben. Met de aan de godsdienst beloofde vrijheid is het nu helaas zo ver gekomen, dat het de bisschoppen niet meer vrij staat om op de wijze, die hun het best lijkt, te voorzien in de vorming der voor het heiligdom bestemde jeugd, en zo worden ze gedwongen, in een zaak van zulk een belang en gewicht zich te scheiden van de helpers, die ze altijd als de beste hebben leren kennen.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
En toch nog veel ernstiger is, dat men de apostoli- sche bediening in boeien heeft geslagen. Zoals we gezegd hebben, roept de aard der zaak zelve luide, dat de canonieke institutie, vooral als ze moet verleend worden voor de hoogste rang in de kerkelijke hiërarchie, op straffe van vernietiging der hoogheid van de godsdienst slechts verleend kan worden aan iemand, die door gedrag, talent en leer zulk een verheven bediening waardig schijnt. Gebonden door zulk een onschendbaar heilige wet, meent de paus, dat hij niet allen, die de staat hem aanwijst, onmiddellijk tot het bisschopsambt moet bevorderen, maar eerst na een nauwkeurig onderzoek omtrent hun persoon neemt hij sommigen, die hij geschikt bevindt, aan en stelt hij anderen, die hij minder geschikt acht, ter zijde. Hij stelt dan de staat op de hoogte van zijn besluit en verzoekt hem, voor de eerstgenoemden het wettig begonnen werk te voltooien, en in plaats van de anderen meer geschikte personen aan te wijzen. Deze handelwijze heeft de Apostolische Stoel tot in onze tijd zonder bezwaar gevolgd, zolang de eendracht tussen de beide machten onverstoord was. Maar wat doet de regering nu al geruime tijd? Ze weigert de paus het recht toe te kennen om iemand der door haar benoemde personen af te wijzen. Ze wil, dat al de benoemden zonder onderscheid worden aanvaard. Ze weigert derhalve hardnekkig, de canonieke institutie dergenen, die de Kerk heeft goedgekeurd, te laten doorgaan, voordat degenen, die door de Kerk zijn afgewezen, eveneens een goedkeuring ontvangen. Welnu, het recht van benoeming zo ver uitstrekken, dat de bevoegdheid, door een concessie van de paus aan de staat verleend, het aangeboren hoogheilig recht der Kerk vernietigt om te onderzoeken of de benoemden waardig zijn, staat ongetwijfeld gelijk niet met een verklaring, maar met een vernietiging van het concordaat. De toeleg om, als sommigen worden voorbijgegaan, de canonieke institutie ook niet aan de anderen te laten verlenen, komt volkomen hierop neer, dat men voortaan in Frankrijk in het geheel geen bisschoppen wil aangesteld zien.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Wat ten slotte dat gedeelte der overeenkomst aangaat, waarbij voorzien is in een eerzame toelage voor de geestelijken, wordt dit door de republiek onderhouden, als ze het wettig levensonderhoud aan bisschoppen en andere gewijde bedienaren zonder enig onderzoek of gerechtelijke uitspraak, zonder verhoor of verdediging naar willekeur onttrekt, zoals, naar ge weet, zeer dikwijls geschiedt? Welnu, hierbij wordt niet alleen de wet van het verdrag, maar ook de wet der rechtvaardigheid geschonden. Immers, als de staat op die manier het levensonderhoud verschaft, dan moet dat niet beschouwd worden als een vrijwillige gunst aan de Kerk, maar als een gedeeltelijke en nog niet eens zo grote betaling van een schuld.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Met weerzin, eerbiedwaardige broeders, zijn wij er toe overgegaan, deze dingen, zo droevig om te vermelden en te aanhoren, voor u uiteen te zetten. Want van de ene kant begrepen we weliswaar, dat onze droefheid over de gebeurtenissen in Frankrijk wat verlicht zou worden door er u over te spreken, maar van de andere kant hadden we er liever over gezwegen, ook al om te voorkomen, dat de klacht van de vader der gehele christenheid voor zovele toegewijde kinderen, die we in Frankrijk hebben, het knagende gevoel van smart zou verergeren. Maar de moedwillige schending van de heiligste rechten der Kerk en vooral de waardigheid van deze Apostolische Stoel, aan wie men de schuld verwijt die de schuld van anderen is, vorderden van ons beslist een openbaar protest tegen de schendingen van het recht. We hebben dit protest uitgesproken zonder enig gevoel van bitterheid tegen wie ook en met een waarlijk vaderlijke genegenheid voor het Franse volk, in liefde waarvoor wij, wat trouwens niet twijfelachtig kan zijn, voor geen enkele van onze voorgangers onderdoen.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Het is zeker niet te verwachten, dat de loop der dingen die tegen de Kerk beraamd zijn, tot staan zal komen. Sommige gebeurtenissen der laatste dagen hebben een ontwijfelbare aanwijzing gegeven, dat de bestuurders der republiek tegen de katholieke godsdienst zo gestemd zijn, dat voor de naaste toekomst het ergste te vrezen is.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Terwijl de documenten van de Apostolische Stoel ondubbelzinnig verklaren, dat de belijdenis van het christelijk geloof zeer wel kan samengaan met de republikeinse staatsvorm, schijnt het, dat die mensen willen verzekeren, dat de republikeinse staatsvorm, zoals die in Frankrijk bestaat, van die aard is, dat ze met de christelijke godsdienst in het geheel niet te verenigen is; een dubbele lasterlijke beschuldiging, die de Fransen kwetst zowel in hun hoedanigheid van katholieken als in die van burgers.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Maar al moge het ergste gebeuren, het zal ons niet onvoorbereid en vervuld met vreze vinden. We worden gesterkt door het woord en de aansporing van Christus onze Heer: "Heeft men Mij vervolgd, dan zal men ook u vervolgen." (Joh. 15, 20) [b:Joh. 15, 20] "In de wereld hebt ge verdrukking te lijden; maar schept moed, Ik heb de wereld overwonnen." (Joh. 16, 33) [b:Joh. 16, 33] Intussen, eerbiedwaardige broeders, tracht tezamen met ons door dringend nederig gebed van God te verkrijgen, dat Hij, de enige, die de wil der mensen kan leiden, wanneer en waarheen Hij wil, onder de bescherming der onbevlekte Maagd in Zijn goedheid het uur van vrede en rust voor Zijn Kerk moge verhaasten.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
N.v.d.v.: De rest van deze allocutie handelt over de onderwerpen, die in het begin er van zijn aangekondigd, en is hier voor ons niet van belang.Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
{over het verheffen van twee Zaligen tot de eer der altaren als heiige, daaronder de Z. Gerardus Majella}
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
{procedure der bevestiging van het voorstel tot heiligverklaring}
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
{afsluitend gebed}
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/8656-duplicem-nostis-nl