Vehementer Nos
x
Informatie over dit document
Vehementer Nos
Over de scheiding van staat en Kerk in Frankrijk
Paus Pius X
11 februari 1906
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1955, Ecclesia Docens 0752, Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Vert. uit het Latijn
Alineanummering en tussentitels: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Alineanummering en tussentitels: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1955
F.A.J. van Nimwegen C.ss.R.
25 juni 2022
3697
nl
Referenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Inleiding
- 's Pausen kommer en verdriet naar aanleiding van de scheidingswet
1
Hevig is onze bekommernis en buitengewoon pijnlijk het verdriet, dat ons kwelt, als gevolg der gebeurtenissen in uw land. We behoeven het nauwelijks te zeggen. De wet, die gewelddadig een einde maakt aan de eeuwenoude verbondenheid van uw staat met de Apostolische Stoel, en die bovendien de Kerk van Frankrijk in een onwaardige en dieptreurige toestand brengt, is in werking getreden. Waarlijk, dat is een zeer ernstige zaak, en ieder rechtschapen mens moet die betreuren om de nadelige gevolgen, die ze hebben zal zowel voor de burgerlijke maatschappij als voor de godsdienst.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toch zal ze wel voor niemand een verrassing zijn geweest, althans voor niemand, die in de laatste jaren gelet heeft op de houding der regering tegenover de Kerk. Voor u, eerbiedwaardige broeders, zal ze zeker noch onverwacht, noch nieuw geweest zijn. Ge zijt immers getuigen geweest van zo vele, de een na de ander gepleegde ernstige aanslagen van de openbare macht tegen de christelijke instellingen. Ge hebt het moeten zien, hoe de heiligheid en de onverbreekbaarheid van het christelijk huwelijk door wettelijke maatregelen is geschonden. Uit de openbare scholen en ziekenhuizen is de godsdienst verbannen. De jonge geestelijken werden aan hun gewijde studiën en hun religieuze opleiding ontrukt en onder de wapenen geroepen. De religieuze genootschappen werden verstrooid en van hun goederen beroofd, en de leden er van in de meeste gevallen tot volslagen gebrek gebracht. Ge kent ook die andere besluiten. De oude gewoonte om de zittingen der wetgevende lichamen en de rechtszittingen te openen met gebed om Gods genade is afgeschaft. Evenzo de traditionele tekenen van rouw aan boord der schepen op de gedenkdag van Christus' dood. De gerechtelijke eed is ontdaan van zijn godsdienstige vorm en aard. In de gerechtszalen, de gymnasia, bij het leger en de marine, kortom bij alle onder de openbare macht staande instellingen werd ieder teken of iedere handeling, die zou kunnen wijzen op de belijdenis van de katholieke godsdienst, uitgesloten. Al de genoemde maatregelen en andere van gelijke aard brachten langzamerhand een scheiding van Kerk en staat. Ze zijn dus klaarblijkelijk niets anders geweest dan bewust gezette stappen om tot volledige wettelijke scheiding te komen. De voorstellers dezer maatregelen hebben zelf ook niet geaarzeld, daar meer dan eens openlijk voor uit te komen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De H. Stoel had alles beproefd om deze wet te voorkomen
3
De Apostolische Stoel heeft alles wat hij aan middelen bezat aangewend om dit grote onheil af te weren. Van de ene kant immers bleef hij onophoudelijk de Franse regering waarschuwen, om toch wel te denken aan de talrijke, ontzaglijke nadelen, welke de doorvoering der voorgenomen scheiding tot gevolg zou hebben. Van de andere kant verdubbelde hij de duidelijke bewijzen van zijn toegevendheid en genegenheid voor Frankrijk. Hij vertrouwde niet zonder grond, aldus, door als het ware de plicht van dankbaarheid in het midden te brengen, de regeerders op de hellende weg te kunnen tegenhouden en ten slotte tot het opgeven van hun plannen te kunnen bewegen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De paus zal een woord van protest, maar ook van vaderlijke liefde spreken
4
Maar alle bewijzen van genegenheid, alle diensten en alle pogingen zowel van onze voorganger als van ons zijn, we zien het thans, op niets uitgelopen. De geest van vijandschap tegen de godsdienst heeft zijn reeds lang beraamde aanslag tegen de rechten van uw katholieke volk en tegen de wensen van alle weldenkenden weten door te drijven. In deze voor de Kerk zo ernstige ure verheffen we derhalve in het bewustzijn van onze hoogheilige plicht onze apostolische stem en leggen we voor u, eerbiedwaardige broeders en beminde zonen, onze bedoelingen en onze gedachten open. We hebben u allen altijd een bijzondere liefde toegedragen, maar thans behoort die liefde nog des te inniger te zijn.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Beschouwingen over de scheidingswet
- De stelling, dat Kerk en staat gescheiden moeten zij, is vals en verderfelijk
5
De mening, dat staat en Kerk gescheiden moeten zijn, is voorzeker een totaal valse en uiterst verderfelijke mening.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De valse grondslag van deze stelling
5a
Want vooreerst, ze steunt op het grondbeginsel, dat de staat zich in het geheel niet om de godsdienst behoeft te bekommeren. Maar daardoor doet zij een groot onrecht aan God, die even goed de schepper en instandhouder is van de menselijke maatschappij als van de afzonderlijke mensen. Bijgevolg mag de godsverering niet slechts privaatzaak zijn, maar moet ze ook een openbare godsverering zijn.
Referenties naar alinea 5a: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Die stelling houdt de ontkenning in van het bovennatuurlijke
6
Vervolgens, die mening houdt voldoende duidelijk de ontkenning van het bovennatuurlijke in. Ze meet immers de werkzaamheid van de staat louter af naar haar waarde voor de welvaart in dit sterfelijk leven. Weliswaar is daarin het naaste doel der burgerlijke maatschappij gelegen; maar ze verwaarloost volkomen het einddoel der burgers, de eeuwige zaligheid, die aan de overzijde van dit korte leven voor de mensen is weggelegd, als iets dat de staat vreemd is. En toch moet de staat, overeenkomstig de hele rangorde der vergankelijke aardse dingen, voor het bereiken van dat hoogste, absolute goed niet alleen geen hinder, maar een hulp zijn.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Die stelling verstoort de door God gewilde orde tussen Kerk en staat
7
Bovendien verstoort die mening de door God met de hoogste wijsheid vastgestelde orde der menselijke dingen, welke ongetwijfeld eendracht vordert tussen de beide maatschappijen: de godsdienstige en de burgerlijke. Want daar beide, hoewel elk in eigen sfeer, toch gezag uitoefenen over dezelfde mensen, moeten noodzakelijkerwijze dikwijls tussen beide machten aangelegenheden ontstaan van die aard, dat kennisname en beoordeling daarvan voor beide nodig is. Welnu, als er geen band is tussen Kerk en staat, worden dergelijke aangelegenheden gemakkelijk aanleiding tot het ontstaan van voor beide zeer bittere twisten, die onder grote onrust voor de gemoederen het oordeel over de vraag, wat waar is, vertroebelen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Die stelling brengt groot nadeel voor de burgerlijke maatschappij
8
Ten slotte brengt die mening groot nadeel mede 8 voor de burgerlijke maatschappij zelf. Want als de godsdienst achteruitgezet is, kan de burgerlijke maatschappij onmogelijk bloeien en duurzaam in stand blijven. De godsdienst immers is voor de mens de hoogste leider en leermeester in zake de trouwe onderhouding van rechten en plichten.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Daarom is die stelling herhaaldelijk door de Kerk veroordeeld
9
Vandaar dan ook hebben de pausen van Rome, waar de omstandigheden en de tijd het meebrachten, de meningen, die opkwamen voor de scheiding van Kerk en staat, herhaaldelijk afgewezen en afgekeurd. Met name onze roemrijke voorganger Leo XIII heeft meer dan eens prachtig uiteengezet, hoe groot volgens de beginselen der christelijke leer de onderlinge eendracht der beide maatschappijen moet zijn. „Er moet dus tussen beide machten een ordelijk verband bestaan en dit wordt niet ten onrechte vergeleken met de verbinding van ziel en lichaam in de mens." Immortale Dei [[739|24]] Hij voegt er nog bij: „Staten kunnen zich niet zonder te misdoen gedragen, alsof er geen God bestaat, of de zorg voor de dienst van God van zich afschuiven als iets wat hun niet aangaat of waarin geen nut gelegen is." Immortale Dei [[739|12]] „De Kerk, die door God zelf is ingesteld, te bannen uit het openbare leven, de wetgeving, de opvoeding der jeugd en het gezin is een grote en verderfelijke dwaling." Immortale Dei [[739|48]]
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- In Frankrijk is die scheiding nog onrechtvaardiger en verderfelijker
- Om de historische banden
10
Welnu, als iedere christelijke staat, die de scheiding van Kerk en staat invoert, daardoor tegen alle menselijk en goddelijk recht handelt, hoeveel te meer is dit dan van Frankrijk af te keuren. Dat mocht dit wel het minst van allen doen. Want voor Frankrijk heeft deze Apostolische Stoel in de lange loop der eeuwen altijd een bijzondere voorliefde gehad. Frankrijks lot, zijn weidse roem en glorie waren altijd verwant met godsdienst en beschaving. Met recht zegt dezelfde paus: „Frankrijk moge zich herinneren, dat zijn providentiële verbondenheid met de Apostolische Stoel te nauw en te oud is om het ooit te wagen, die band te verbreken. Die verbondenheid was voor Frankrijk de bron van zijn ware grootheid en van zijn heerlijkste luister. Die verbondenheid willen verstoren zou gelijk staan met aan de Franse natie een groot deel te willen ontnemen van haar aanzien en van de sympathie, die ze onder de volken geniet." N.v.d.u.: In het vrij vertaalde origineel der aangehaalde Franse toespraak luiden de woorden: „Elie ne saurait oublier que sa providen-tielle destinée lea unie au Saint-Siège par des Ziens trop étroits et trop ancients pour qu'elle veuille jamais les briser. De cette union, en effet, sopt sorties ses vraies grandeurs et ses gloires les plus pures...... Troubler cette union traditi-onnelle serait erelever à la nation elle-méme une partie de sa force morale et de sa haute influence dans le monde" (Leonis XIII Pontificis Maximi Acta, VIII, Romae 1889, 455). We vertaalden hier de Latijnse tekst der encycliek. [[8654]]
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Om het plechtig gesloten concordaat
11
Bovendien, de banden van deze nauwe betrekkingen hadden nog heiliger moeten zijn door de trouw, die men aan plechtig gesloten verdragen moet bewijzen. Tussen de Apostolische Stoel en de Franse republiek bestond namelijk een van weerskanten verplichtend verdrag, volkomen gelijk aan die, welke tussen staten geldig plegen gesloten te worden. Uit kracht daarvan heeft zowel de paus als het staatshoofd van Frankrijk zich en zijn opvolgers verplicht, aan de bepalingen der gesloten overeenkomst trouw vast te houden. Deze overeenkomst viel gevolgelijk onder hetzelfde recht als andere tussen staten gesloten verdragen, d.w.z. onder het volkenrecht. Ze kon derhalve door geen der verdragsluitende partijen eenzijdig ontbonden worden. De Apostolische Stoel heeft altijd met de grootste getrouwheid aan de voorwaarden van het verdrag voldaan en altijd gevorderd, dat ook de staat er even trouw aan zou zijn. Geen verstandig en onpartijdig mens zou dit kunnen ontkennen. Maar zie, de republiek verbreekt een zo plechtige en geldige overeenkomst louter naar eigen believen. En als ze zich door die schending der heiligheid van verdragen maar van haar verbinding en haar vriendschappelijke verhouding met de Kerk los kan maken, dan bekreunt ze zich om niets, noch om het zware onrecht, de Apostolische Stoel aangedaan, noch om de schending van het volkenrecht, noch om de ernstige inbreuk op de algemeen aanvaarde politieke en maatschappelijke gedragsregels. Immers voor de menselijke samenleving en de veilige ontwikkeling der wederzijdse betrekkingen tussen de volken is niets van groter belang dan de heilige en onschendbare onderhouding van publieke verdragen.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De wijze, waarop het concordaat verbroken is, maakt het onrecht nog groter
12
De grootte van het onrecht, dat de Apostolische Stoel is aangedaan, wordt klaarblijkelijk nog erger, als men let op de wijze, waarop de republiek het verdrag heeft ontbonden. Het volkenrecht, de morele opvattingen en de gewoonten in de burgerlijke betrekkingen erkennen gelijkelijk als beginsel, dat een verdrag tussen staten niet mag worden ontbonden, dan nadat de staat, die de ontbinding verlangt, aan de andere zijn verlangen duidelijk, openlijk en officieel heeft te kennen gegeven. Welnu, in dit geval is niet alleen geen enkele officiële kennisgeving van dit verlangen aan de Apostolische Stoel gedaan, maar zelfs geen enkele mededeling van enige aard. Zo hebben dus de Franse regeringspersonen niet geaarzeld, tegenover de Apostolische Stoel de algemene verplichtingen van hoffelijkheid na te laten, die zelfs tegenover de kleinste en minst betekenende staten gebruikelijk zijn. En ofschoon ze vertegenwoordigers waren van een katholieke natie, hebben ze zich niet ontzien, hun verachting te tonen voor de waardigheid en de macht van de paus, het opperhoofd der katholieke Kerk, terwijl toch deze macht van hem een des te hoger eerbied vorderde dan enige andere burgerlijke macht, omdat ze betrekking heeft op de eeuwige goederen der ziel en door geen grenzen van landen wordt omschreven.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De wet is niet louter scheidingswet, maar een onderdrukkings- en berovingswet
13
Als we nu de wet zelf beschouwen, die thans is af- gekondigd, dan vinden we een nieuwe en nog veel ernstiger reden tot beklag. Om te beginnen, als de republiek door verbreking der banden van het concordaat zich van de Kerk losmaakte, dan was de consequentie daaruit toch zeker, dat ze aan de Kerk haar onafhankelijkheid zou laten en haar in het genot zou laten van de door het algemene recht verleende vrijheid. Maar niets was minder waar. Want we zien in die wet verscheidene bepalingen, die door invoering van een hatelijk uitzonderingsrecht de Kerk met geweld onder de heerschappij van de staat brengen. Wij moeten het verdriet en de last beleven, dat de burgerlijke macht zich door deze bepalingen indringt in zaken, waarover het oordeel en de beslissing uitsluitend aan de geestelijke macht toekomt. En daarbij wordt onze droefheid nog vermeerderd doordat de staat, met terzijdestelling van recht en billijkheid, de Franse Kerk in een uiterst harde en pijnlijke toestand stort, die met haar heiligste rechten in de grofste tegenspraak komt.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Ze gaat in tegen de wezenlijke constitutie der Kerk
14
Want vooreerst, de bedoelde wetsbepalingen druisen in tegen de wezenlijke vorm, die Christus zelf aan Zijn Kerk gegeven heeft. De H. Schrift leert en de overlevering der Vaders bevestigt, dat de Kerk het mystieke Lichaam van Christus is, dat door de gevolmachtigde herders en leraars geleid wordt. (Ef. 4, 11-12) [b:Ef. 4, 11-12] Met andere woorden, ze is een maatschappij van mensen, waarin sommigen aan het hoofd der overigen staan met de volledige en volmaakte macht om te besturen, te onderwijzen en recht te spreken. (Mt. 28, 18-20; Mt. 16, 18-19; Mt. 18, 19; Tit. 2, 15; 2 Kor. 10, 6; 2 Kor. 13, 10) [[b:Mt. 28, 18-20; Mt. 16, 18-19; Mt. 18, 19; Tit. 2, 15; 2 Kor. 10, 6; 2 Kor. 13, 10]] en elders en elders Die maatschappij is derhalve krachtens haar aard en wezen een ongelijke. Ze bevat nl. twee rangen van personen: de herders en de kudde, d.w.z. degenen, die op de verschillende treden der hiërarchie staan en de grote menigte der gelovigen. Die twee standen zijn zo van elkander onderscheiden, dat het recht en de macht om de leden der Kerk tot het nastreven van het hun gestelde doel te bewegen en te richten uitsluitend bij de hiërarchie berust, terwijl de menigte de plicht heeft, zich te laten besturen en de leiding der gezagsdragers gehoorzaam te volgen. Zeer schoon zegt de martelaar Cyprianus: „Onze Heer, wiens geboden we moeten eren en onderhouden, richt in het Evangelie, als Hij het ereambt van de bisschop en de inrichting van Zijn Kerk aangeeft, tot Petrus de woorden: Ik zeg u: gij zijt Petrus (Mt. 16, 18) [b:Mt. 16, 18] enz. Ziedaar het uitgangspunt, van waaruit in de loop der tijden door opvolging de regelmatige aanstelling der bisschoppen en de organisatie der Kerk zich voortzet, en wel zo, dat de Kerk op de bisschoppen is gegrondvest en dat heel de werkzaamheid der Kerk door diezelfde overheden wordt geleid. Zo is het, zegt hij, door de goddelijke wet bepaald." Epsit 27, n.1: PL 4, 298 [[2585]] Tegen dit alles in wordt door het voorschrift der wet, waarover we spreken, de regeling en instandhouding van de openbare eredienst niet aan de door God gestelde hiërarchie overgelaten, maar aan een zekere vereniging van burgers. Aan deze geeft men de vorm en de aard van een rechtspersoon, en zij alleen geldt voor heel het gebied van de eredienst als de draagster van burgerlijke rechten en verplichtingen. Aan die vereniging zal dus het gebruik van kerken en gewijde gebouwen en het bezit van de roerende en onroerende kerkelijke goederen behoren. Aan haar zal, ofschoon slechts voor een tijd, het beschikkingsrecht worden gelaten over de bisschoppelijke paleizen, de pastorieën, de seminariën; aan haar komt toe de administratie der goederen, de inzameling van bijdragen en het innen van voor godsdienstige doeleinden bestemde gelden en legaten. Maar over de hiërarchie wordt gezwegen. Weliswaar wordt door de wet bepaald, dat deze verenigingen zo moeten worden samengesteld als gevorderd wordt door de eigen regels en aard van de eredienst, voor welks uitoefening ze worden ingesteld. Maar tegelijkertijd wordt ook vastgesteld, dat, bij een eventueel geschil over de aangelegenheden er van, de beslissing uitsluitend ligt bij de Raad van State (Conseil d' État). Het is dus duidelijk, dat deze verenigingen zozeer afhankelijk zijn van de burgerlijke macht, dat er aan de kerkelijke overheid daarin volstrekt geen plaats wordt overgelaten. Hoe onverenigbaar dit alles is met de waardigheid der Kerk, en hoezeer in strijd met haar rechten en goddelijke inrichting, ziet iedereen. Te meer, omdat de wet omtrent deze voorname zaak is opgesteld niet in duidelijke, scherp omlijnde formuleringen, maar in zulke vage 'en voor ruime uitleg vatbare termen, dat men van de uitleg met recht nog erger onheilen te vrezen heeft.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Ze vernietigt de vrijheid der Kerk
15
Bovendien, niets is meer in strijd met de vrijheid der Kerk dan deze wet. Immers, wanneer de gewijde gezagsdragers door de instelling der genoemde verenigingen verhinderd worden, hun volledige bevoegdheid uit te oefenen; wanneer het hoogste gezag over die verenigingen wordt opgevorderd door de Raad van State, en ze gedwongen worden zich te houden aan bepalingen, die geheel afwijken van het algemene recht, zodat de oprichting er van moeilijk en het voortbestaan er van nog moeilijker is; wanneer de vrijheid tot uitoefening van de eredienst door allerlei uitzonderingen beperkt wordt; wanneer de zorg voor het behoud der kerkgebouwen aan de ijver en de waakzaamheid der Kerk wordt onttrokken en in handen van de staat wordt gelegd; wanneer zelfs de taak der Kerk om geloofs- en zedenleer te verkondigen aan banden gelegd wordt en ook de geestelijkheid met strenge straffen bedreigd wordt; wanneer deze en dergelijke bepalingen worden getroffen en daarbij grote speelruimte wordt gegeven aan willekeur bij de uitlegging er van, wat betekent dit dan anders dan dat de Kerk in een vernederende en verachtelijke positie wordt geplaatst en dat, onder voorwendsel van handhaving der openbare orde, voor de vreedzame burgers - verreweg de meerderheid in, Frankrijk - het heiligste recht om hun geloof zó te belijden, gelijk ze het verlangen, geschonden wordt? Trouwens, de staat treft de Kerk niet alleen door de onderdrukking der openlijke uitoefening van de goddelijke eredienst, waartoe hij heel het begrip en het wezen van de godsdienst beperkt, maar doet dat eveneens door ofwel de weldoende invloed der Kerk op het volk te beletten, ofwel haar werkzaamheid op vele wijzen te verzwakken. Vandaar was het, om van andere dingen te zwijgen, de staat niet genoeg, de religieuze orden op te heffen, waaruit de Kerk kostbare krachten ter beschikking had voor de uitoefening der heilige bediening, voor de opvoeding en het onderwijs der jeugd en voor de beoefening der christelijke liefdadigheid, maar hij berooft haar ook van haar menselijke hulpbronnen, d.w.z. van het tot op zekere hoogte noodzakelijke middel voor haar bestaan en haar werkzaamheid.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Ze ontrooft de Kerk haar wettig en heilig bezit
16
Inderdaad, behalve de nadelen en rechtsschendin- gen, waarover we reeds klaagden, bevat die scheidingswet nog meer, ze schendt en beperkt het recht der Kerk op haar wettig eigendom. Want ze ontzet, ondanks het luid protest der gerechtigheid, de Kerk voor een groot deel uit het bezit van haar vermogen, dat ze op alle en wel de meest degelijke titels verworven had. Alle rechtsgeldige stichtingen, waarbij een kapitaal is aangewezen voor de eredienst of tot lafenis der overledenen, heft ze op en verklaart ze voor ongeldig. De fondsen, die de vrijgevigheid der katholieken bestemd had voor het onderhoud van scholen - natuurlijk christelijke scholen - of voor allerlei instellingen van christelijke liefdadigheid, draagt ze over aan wereldlijke instellingen, waar men meestal tevergeefs naar enig spoor van katholieke godsdienst zou zoeken. Hierbij worden tegelijk met de rechten der Kerk ook klaarblijkelijk de testamenten en duidelijke wilsbeschikkingen van de stichters ongedaan gemaakt. De meest onrechtvaardige wetsbepaling echter is wel de beslissing, dat de gebouwen, welke de Kerk vóór de sluiting van het concordaat in gebruik had, voortaan eigendom zullen zijn van staat, provincie of gemeente. Deze bepaling maakt onze bijzondere bezorgdheid gaande. Want al is het waar, dat aan de verenigingen tot uitoefening van de eredienst, zoals ave zien, het gebruik der kerkgebouwen kosteloos en voor onbepaalde tijd wordt overgelaten, deze concessie wordt toch door zovele en zo belangrijke uitzonderingen beperkt, dat de burgerlijke overheden feitelijk volkomen vrije beschikking over de kerkgebouwen hebben. Daarenboven hebben we zeer ernstig te vrezen voor de heiligheid der kerken. We zien immers het gevaar niet ver, dat de eerbiedwaardige woningen der goddelijke Majesteit, die voor de Fransen plaatsen zijn van de dierbaarste herinneringen en de hoogste verering, als ze eenmaal in wereldlijke handen gevallen zijn, door wereldlijke plechtigheden ontwijd zullen worden. Verder, door de bepaling, dat de wet de republiek ontslaat van de verplichting der jaarlijkse bijdragen in de kosten van de eredienst, schendt ze tegelijk het plechtig gegeven woord en tegelijk de gerechtigheid op de ernstigste wijze. Immers,. het staat buiten alle twijfel vast en de historische documenten bewijzen het: toen de Franse republiek bij verdrag de verplichting op zich nam, aan de geestelijkheid een toelage te verlenen voor haar passend onderhoud en voor de waardige viering van de openbare eredienst, deed ze dit niet uit hoffelijkheid of goedheid, maar om althans een gedeeltelijke schadeloosstelling te geven voor de roof der kerkelijke goederen, welke de Kerk kort te voren van de kant der openbare macht te lijden had gehad. En evenzo, toen de paus bij dat verdrag uit liefde voor de vrede de verplichting aanvaardde, dat hij en zijn opvolgers degenen, in wier handen de geroofde kerkelijke goederen gekomen waren, niet zouden verontrusten, deed hij dat, zoals vaststaat, onder voorwaarde, dat door de republiek van haar kant voor altijd zou gezorgd worden voor een passend onderhoud van de geestelijkheid en van de eredienst.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Die wet is ook schadelijk voor de staat
17
Ten slotte is er nog een punt, dat we ook niet zullen verzwijgen. Deze wet zal nl. behalve voor de belangen der Kerk ook voor uw staat van niet gering nadeel zijn. Zonder enige twijfel zal ze een ernstige bedreiging vormen voor de eenheid en samenhorigheid der burgers, zonder welke geen staat bestaan en bloeien kan. En vooral bij de tegenwoordige verhoudingen in Europa moet ieder rechtgeaard en werkelijk vaderlandslievend Fransman wensen, dat die eenheid niet verloren gaat of verzwakt wordt. Wat ons betreft, naar het voorbeeld van onze voorganger, van wie we bij wijze van erfenis een uitgesproken en sterke genegenheid voor uw natie hebben overgenomen, hebben we bij ons streven naar de verdediging van het volledig behoud der rechtspositie van uw voorvaderlijke godsdienst, altijd tegelijk de bedoeling gehad, en die hebben we nog, de vrede en eendracht onder u allen, waarvan de godsdienst de innigste band is, in stand te houden. We kunnen dan ook slechts met de grootste bezorgdheid zien, hoe door het openbaar gezag een daad is gesteld, die, door bij de reeds bestaande heftige partijenstrijd nog het vuur van een noodlottige godsdienststrijd te voegen, wellicht tot een algehele omwenteling kan leiden.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Veroordeling en verwerping der scheidingswet
18
Derhalve, onze apostolische plicht indachtig, krachtens welke we gehouden zijn, de heilige rechten der Kerk tegen iedere aanval te verdedigen en onverkort te bewaren, verwerpen en veroordelen we krachtens het door God ons opgedragen hoogste gezag de officieel bekrachtigde wet, die volledige scheiding brengt tussen de Franse republiek en de Kerk, en we doen dat om de door ons uiteengezette redenen: ze is een zeer zwaar onrecht tegen God, die ze plechtig verloochent door in beginsel te verklaren, dat de republiek er geen enkele godsdienst op nahoudt; ze schendt het natuurrecht en het volkenrecht en de voor een staat verplichte trouw aan verdragen; ze is in strijd met de goddelijke constitutie, de innerlijke inrichting en de vrijheid der Kerk; ze werpt de gerechtigheid omver door de vernietiging van een eigendomsrecht, dat op vele titels en zelfs krachtens een officiële overeenkomst was verworven; ze is een zware belediging van de waardigheid van de Apostolische Stoel, van onze persoon, van het episcopaat, de geestelijkheid en de Franse katholieken. Daarom protesteren we ten krachtigste tegen het indienen, het aannemen en het afkondigen van die wet en verklaren we, dat ze geen enkele kracht bezit tot verkorting van de rechten der Kerk, die door geen geweld en vermetel pogen van mensen kunnen veranderd worden. Gravissimum Apostolici Muneris [[8658]]
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Vaderlijke aansporing
- De paus blijft vertrouwen
19
Zietdaar, eerbiedwaardige broeders, wat we als protest tegen hetgeen in uw land gedaan is, ten aanhoren van u, van het Franse volk, ja van heel de christenheid openlijk moesten uitspreken. Zeker, we zijn, zoals we reeds zeiden, diep bedroefd bij het vooruitzicht der rampzalige gevolgen, waarmee deze wet een ons zo dierbaar volk bedreigt, en we voelen ons innig bewogen bij de gedachte aan de ellenden, de wederwaardigheden, de velerlei lasten, die, zoals we zien, uw deel, eerbiedwaardige broeders, en dat van uw geestelijkheid zullen zijn. Maar deze zware zorgen zullen ons niet terneerslaan en ontmoedigen. Dat belet de gedachte aan Gods goedheid en voorzienigheid en de onwrikbaar vaste hoop die we hebben, dat Jesus Christus Zijn Kerk nooit van Zijn hulp en Zijn tegenwoordigheid zal beroven. Verre van ons dus, enige vrees te hebben voor de Kerk. De kracht, die haar bevestigt en in stand houdt, komt van God. De ondervinding van zovele eeuwen is daar voldoende bewijs voor. Iedereen immers weet, hoe vele en hoe zware rampen zich in de loop van die lange tijdsduur over haar hebben uitgestort en dat, waar louter menselijke kracht had moeten bezwijken, de Kerk er altijd sterker en groter uit te voorschijn is gekomen. Wat de wetten betreft, die tot schade der Kerk werden gemaakt, weten we uit het getuigenis der geschiedenis, dat, waar de haat ze wist door te drijven, meestal de voorzichtigheid ze naderhand als vooral voor de staat nadelig weer afschaft. Dat is, en niet zo heel lang geleden, ook in Frankrijk al eens geschied. Mogen de tegenwoordige machthebbers zich bezinnen om dat betekenisvolle voorbeeld van hun voorgangers na te volgen en spoedig de godsdienst, de machtige bewerker van beschaving en de bevorderaar der algemene welvaart, tot vreugde van alle welgezinden weer herstellen in het bezit van zijn waardigheid en zijn vrijheid.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Aansporing tot de bisschoppen, vooral tot eenheid
20
Intussen moeten de kinderen der Kerk, zolang de onderdrukking en de vervolging vrij spel heeft, zo ooit dan nu bekleed zijn met de wapenen des lichts en met alle middelen, die hun ten dienste staan, strijden voor waarheid en rechtvaardigheid. In die strijd zult gij, eerbiedwaardige broeders, als leraars en leiders der anderen ongetwijfeld die onverschrokkenheid, waakzaamheid en standvastigheid aan de dag leggen, die een oude en heerlijke roem der Franse bisschoppen is. Maar ons eerste verlangen daarbij is wel dit, dat ge bij alles, wat ge ter verdediging van de belangen der Kerk onderneemt, naar volmaakte eenheid van inzichten en besluiten streeft; dat is het belangrijkste punt. Wat ons betreft, we zijn na rijp beraad besloten, u te gelegener tijd voorschriften te geven omtrent de wijze, waarop ge volgens onze mening in deze moeilijke omstandigheden uw werk hebt in te richten, en we twijfelen er niet aan, of ge zult onze voorschriften met de grootste nauwkeurigheid nakomen. Gaat dus zoals ge reeds begonnen zijt en zelfs met nog groter vurigheid voort, de geest van godsvrucht bij allen te versterken, het onderricht in de christelijke leer te bevorderen en te verbreiden, uw kudden te behoeden voor de heden ten dage zo wijd verbreide bedrieglijke dwaalleren en verleidingen, ze met onderricht, vermaning, opwekking en troost terzijde te staan, in één woord: alle plichten van herderlijke liefde jegens haar waar te nemen.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De geestelijkheid zal steunen
21
Ongetwijfeld zal uw geestelijkheid zich bij uw moeizaam werk als dappere medewerkers gedragen. We weten, dat er onder haar overvloed is aan mannen, die uitmunten in godsvrucht,. geleerdheid en aanhankelijkheid aan de Apostolische Stoel, en dat ze ten volle bereid is, zich onder uw leiding geheel voor de Kerk en voor het eeuwig heil der zielen te geven. Zeker zullen allen, die tot deze stand behoren, beseffen, dat ze in deze storm zo gezind moeten zijn als we lezen van de apostelen: „Ze verheugden zich, dat ze waardig waren bevonden, versmading te lijden voor de naam van Jezus." (Hand. 5, 41) [b:Hand. 5, 41] Ze zullen dus krachtig optreden voor de rechten en de vrijheid der Kerk, maar met vermijding van alle bitterheid tegen wie ook, ja ze zullen integendeel, denkend aan de liefde zoals het Christus' bedienaars op de eerste plaats betaamt, onrecht met billijkheid, trots met zachtheid, kwaad met goed vergelden.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Oproep tot alle Franse katholieken: vóór alles eendracht
22
En thans richten we ons tot u allen, katholieken van Frankrijk. Moge ons woord tegelijk een bewijs zijn van de innige genegenheid, waarmee we uw volk blijven beminnen en een troost te midden van de grote wederwaardigheden, die u te wachten staan.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Ge weet het, de boze genootschappen, onder wier juk gezucht, hebben zich tot doel gesteld, ja hebben met voorbeeldeloze driestheid hun plan aangekondigd, het katholicisme in Frankrijk te vernietigen. Al hun pogen is er op gericht, uit uw harten tot de wortel toe dat geloof te rukken, dat aan uw vaderen en voorvaderen roem, aan uw vaderland geluk en ontzagwekkende grootheid heeft verleend; dat u opbeurt in dagen van rampspoed; dat een waarborg geeft voor binnenlandse vrede en rust en dat u de weg baant, die voert tot het verkrijgen der eeuwige zaligheid. Natuurlijk zijt ge overtuigd, dat ge ter verdediging van dit geloof alle krachten moet inspannen. Maar weet het wel, al uw inspanning zal vergeefs zijn, als ge zult pogen de vijandelijke aanvallen met verdeelde krachten af te slaan. Weg dus met alles waaruit wellicht tweedracht onder u zou kunnen ontstaan. Doet uw best om zo één te zijn in opvattingen en tactiek, als behoort onder mannen, die één en dezelfde zaak hebben te verdedigen, en wel een zaak, waarvoor ieder zo nodig gaarne het offer van persoonlijk inzicht moet weten te brengen.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Ja, ge moet beslist een voorbeeld geven van edelmoedige deugd, als ge, zoals plicht is, naar best vermogen de godsdienst uwer vaderen uit het tegenwoordige gevaar wilt redden. Wanneer ge daarbij de bedienaren Gods met goede wil ter zijde staat, dan zult ge ook op bijzondere wijze Gods gunst voor u verwerven.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Slotaansporing vooral tot gebed. Zegen
25
Maar denkt er aan, om de verdediging van de gods- 25 dienst waardig op u te nemen en dat werk juist en vruchtbaar voort te zetten, moet ge het als de eerste vereiste beschouwen, uw eigen persoon zo trouw te vormen naar de geboden der christelijke leer, dat uw gedrag en heel uw leven een belijdenis is van uw katholiek geloof, en moet ge u zo innig mogelijk verenigd houden met degenen die de eigenlijke leiders zijn in godsdienstige aangelegenheden, nl. met uw priesters en bisschoppen en, wat de hoofdzaak is, met deze Apostolische Stoel, die het middelpunt moet zijn, waarop voor de katholieken het geloof en de daaraan beantwoordende actie steunt. Treedt derhalve, aldus bereid en gevormd, met vertrouwen vooruit ter verdediging der Kerk. Maar let er op, uw vertrouwen geheel en al te doen steunen op God, wiens zaak ge verdedigt. Roept daarom onophoudelijk Zijn hulp in, die altijd gereed staat. Wat ons betreft, zolang het gevaar voor u blijft voortduren, zullen we met hart en ziel bij u zijn en delen in uw moeiten, uw zorgen, uw lijden. Tegelijk zullen we al biddend en smekend in nederigheid en vertrouwen blijven aanhouden bij de Stichter en Instandhouder der Kerk, om te verkrijgen, dat Hij medelijdend neerzie op Frankrijk en het op de voorbede der onbevlekte Maagd Maria spoedig uit het wilde gewoel der golven naar rustige haven voere.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Als onderpand der goddelijke gaven en als bewijs van onze bijzondere welwillendheid verlenen we aan u, eerbiedwaardige broeders en beminde zonen, met grote liefde in de Heer de apostolische zegen.
Gegeven te Rome, bij St. Pieter, de 11e Februari 1906, in het derde jaar van ons pausschap.
PAUS PIUS X
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/3697-vehementer-nos-nl