Catechismus van de Katholieke Kerk
x
Informatie over dit document
Catechismus van de Katholieke Kerk
15 augustus 1997
Catechismus - Catechismus
1997, Libreria Editrice Vaticana
Hierin verwerkt niet officiële aanpassingen aan de "editio typica" volgens o.a. het protocol van wijzigingen
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1997
26 juli 2020
1
nl
Extra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaReferenties naar dit document: 253
Open uitgebreid overzichtInhoudsopgave
Uitklappen
- === Inleiding
"VADER, (...) dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden, Jezus Christus" (Joh. 17, 3) [b:Joh. 17, 3]. "God, onze heiland (...) wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen" (1 Tim. 2, 3-4) [b:1 Tim. 2, 3-4]. "Bij niemand anders is dan ook de redding te vinden en geen andere Naam onder de hemel is aan de mensen gegeven waarin wij gered moeten worden" (Hand. 4, 12) [b:Hand. 4, 12] dan de naam van JEZUS.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het leven van de mens - God kennen en liefhebben
1
God die oneindig volmaakt en gelukkig in zichzelf is, heeft, uit zuivere goedheid, in vrijheid de mens geschapen, om hem te laten delen in zijn eigen gelukzalig leven. Daarom nadert Hij altijd en overal tot de mens. Hij roept hem, biedt hem hulp om Hem te zoeken, te kennen en met al zijn krachten lief te hebben. Alle mensen, door de zonde verdeeld, nodigt Hij uit tot de eenheid van zijn gezin, de Kerk. Om dat te bereiken heeft Hij zijn Zoon gezonden als Verlosser en Redder, toen de volheid van de tijden gekomen was. In Hem en door Hem, roept Hij de mensen op om in de Heilige Geest zijn aangenomen kinderen te worden en zo erfgenamen te worden van zijn gelukzalig leven.
Referenties naar alinea 1: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Opdat deze uitnodiging zou weerklinken over de hele aarde, heeft Christus de apostelen gezonden, die Hij had uitgekozen terwijl Hij hun de opdracht gaf het Evangelie te verkondigen: "Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 19-20) [b:Mt. 28, 19-20]. Belast met deze opdracht trokken de apostelen uit "om overal te prediken, en de Heer werkte met hen mee en schonk kracht aan hun woord door de tekenen die het vergezelden" (Mc. 16, 20) [b:Mc. 16, 20].
Referenties naar alinea 2: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Degenen die met Gods hulp de uitnodiging van Christus hebben ontvangen en er vrijelijk op hebben geantwoord, zijn op hun beurt door de liefde van Christus ertoe aangezet om overal ter wereld de Blijde Boodschap te verkondigen. Deze van de apostelen ontvangen schat is trouw bewaard door hun opvolgers. Alle gelovigen zijn opgeroepen om deze schat van geslacht tot geslacht door te geven door het geloof te verkondigen en het te beleven in een broederlijk delen en het te vieren in liturgie en gebed. (Hand. 2, 42) [[b:Hand. 2, 42]]
Referenties naar alinea 3: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het doorgeven van het geloof - de catechese
4
Heel vroeg al heeft men met catechese het geheel van initiatieven aangeduid, die er in de Kerk ondernomen zijn, om de mensen tot leerlingen te maken, om mensen te helpen geloven dat Jezus de Zoon van God is, opdat zij door het geloof het leven in zijn naam zouden bezitten, en om hen op te voeden en te onderrichten in dit leven en zo Christus' Lichaam op te bouwen. Catechesi Tradendae [[572|1.2]]
Fides per doctrinam ->=geentekst=
Referenties naar alinea 4: 2
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Fides per doctrinam ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
"De catechese is een geloofsopvoeding van kinderen, jongeren en volwassenen, die met name een onderricht van de christelijke leer omvat en die in het algemeen gegeven wordt op organische en systematische wijze met de bedoeling om anderen binnen te leiden in de volheid van het christelijk leven". vgl: Catechesi Tradendae [[[572|18]]]
Referenties naar alinea 5: 1
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De catechese richt zich op een bepaald aantal elementen van de pastorale zending van de Kerk die een catechetisch aspect vertonen, de catechese voorbereiden of eruit voortvloeien, zonder zich met deze te vermengen: de eerste verkondiging van het Evangelie ofwel de missionaire prediking om tot geloof op te wekken; het zoeken naar redenen om te geloven; de ervaring van het christelijk leven; de viering van de sacramenten; de betrokkenheid bij de kerkelijke gemeenschap; het apostolisch en missionair getuigenis. Catechesi Tradendae [[572|18]]
Referenties naar alinea 6: 1
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
"De catechese is nauw verbonden met het hele leven van de Kerk. Niet alleen de geografische verbreiding en de numerieke toename, maar ook, en meer nog, de innerlijke groei van de Kerk en haar overeenstemming met het plan van God hangen er wezenlijk van af". vgl: Catechesi Tradendae [[[572|13]]]
Referenties naar alinea 7: 1
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De tijden van vernieuwing van de kerk zijn ook de sterke tijden van de catechese. Zo ziet men dat in het grote tijdperk van de Kerkvaders heilige bisschoppen hier een belangrijk deel van hun dienstwerk aan wijdden. Men kan wijzen op de heilige Cyrillus van Jeruzalem, de heilige Johannes Chrysostomus, de heilige Ambrosius en de heilige Augustinus en tal van andere Kerkvaders, wier catechetische werken een modelfunctie blijven behouden.
Referenties naar alinea 8: 1
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Het catechetisch dienstwerk put steeds nieuwe kracht uit de concilies. Het concilie van Trente [d:21] vormt in dit opzicht een opmerkelijk voorbeeld: het heeft voorrang gegeven aan de catechese in zijn constituties en decreten; het ligt aan de oorsprong van de Catechismus Romanus [830] die ook de naam van dit concilie draagt en die als samenvatting van de christelijke leer een uiterst belangrijk werk is; dit concilie heeft in de kerk geleid tot een opmerkelijke opbouw van de catechese, het is, dankzij heilige bisschoppen en theologen zoals de heilige Petrus Canisius, de heilige Carolus Borromeüs, de heilige Turibius van Mongrovejo en de heilige Robertus Bellarminus, de aanzet geweest tot het uitgeven van tal van catechismussen.
Referenties naar alinea 9: 1
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Vandaar is het niet verwonderlijk dat tijdens de periode na het Tweede Vaticaans Concilie, dat hoog geacht werd door Paus Paulus VI (als de grote catechismus van de moderne tijd), de catechese van de Kerk opnieuw in de aandacht is komen te staan. Het "Algemeen directorium voor de catechese [894]" uit 1971, de zittingen van de bisschoppensynodes die gewijd waren aan de evangelisatie (1974) [d:58] en aan de catechese (1977) [d:281], de apostolische exhortaties die erop volgden, "Evangelii Nuntiandi [519]" (1975) en "Catechesi Tradendae [572]" (1979), getuigen hiervan. De buitengewone zitting van de bisschoppensynode uit 1985 [d:172] vroeg "dat er een catechismus of compendium van de hele katholieke leer, zowel over het geloof als over de moraal, zou worden voorbereid". Ecclesia sub Verbo Dei mysteria Christi celebrans pro salute mundi [[1485|15]] De Heilige Vader, Johannes Paulus II, heeft deze wens die de bisschoppensynode had uitgesproken tot de zijne gemaakt door te erkennen dat "dit verlangen volledig beantwoordt aan een werkelijke behoefte van de universele kerk en van de particuliere kerken". Bij de sluiting van de 2de Buitengewone Vergadering van de Bisschoppensynode [[1487]] Hij stelde alles in het werk om deze wens van de synodevaders te verwezenlijken.
Referenties naar alinea 10: 1
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Wat bedoelt deze catechismus en voor wie is hij bestemd
11
Deze catechismus heeft als doel een organische en samenhangende uiteenzetting te geven van de wezenlijke en fundamentele inhoud van de katholieke leer zowel op het gebied van het geloof als van de moraal, in het licht van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] en het geheel van de Overlevering van de Kerk. Zijn belangrijkste bronnen zijn de heilige Schrift, de heilige Kerkvaders, de liturgie en het leergezag van de Kerk. Hij is ertoe bestemd om te dienen "als een referentiepunt voor de catechismussen of compendia die in de verschillende landen worden samengesteld". Ecclesia sub Verbo Dei mysteria Christi celebrans pro salute mundi [[1485|15]]
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Deze catechismus is hoofdzakelijk bestemd voor de verantwoordelijken voor de catechese: op de eerste plaats voor de bisschoppen als leermeesters van het geloof en herders van de Kerk. Hij wordt hun aangeboden als een instrument bij het vervullen van hun opdracht om het volk van God te onderrichten. Via de bisschoppen is hij ook gericht tot de samenstellers van catechismussen, tot priesters en catechisten. Hij zal ook een nuttige lectuur zijn voor alle andere gelovigen.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De opbouw van deze catechismus
13
De opzet van deze catechismus is ontleend aan de grote traditie van catechismussen die de catechese ordenen rond vier "zuilen": de geloofsbelijdenis van het doopsel (het Symbolum), de sacramenten van het geloof, het geloofsleven (de Geboden), het gebed van de gelovige (het Onze Vader).
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Deel I: de geloofsbelijdenis
Wie door het doopsel tot Christus behoren, moeten het geloof van hun doopsel ten overstaan van de mensen belijden. (Mt. 10, 32; Rom. 10, 9) [[b:Mt. 10, 32; Rom. 10, 9]] Daarom zet de catechismus eerst (De geloofsbelijdenis) [1|++2] uiteen waarin de openbaring bestaat waardoor God zich tot de mens richt en zich aan hem schenkt. Dan volgt de uiteenzetting over het geloof, het antwoord van de mens aan God (eerste sectie ("Ik geloof" - "Wij geloven") [1|++2.02]). De geloofsbelijdenis, het Symbolum, vat samen welke gaven God, als Bewerker van alle goed, als Verlosser en Heiligmaker aan de mens geschonken heeft. Zij ordent die aan de hand van de "drie fundamentele artikelen" van ons doopsel: het geloof in de ene God: de almachtige Vader en Schepper; Jezus Christus, zijn Zoon, onze Heer en Redder; de heilige Geest in de heilige kerk (tweede sectie (De belijdenis van het christelijk geloof - De geloofsbelijdenissen) [1|++2.03]).
Wie door het doopsel tot Christus behoren, moeten het geloof van hun doopsel ten overstaan van de mensen belijden. (Mt. 10, 32; Rom. 10, 9) [[b:Mt. 10, 32; Rom. 10, 9]] Daarom zet de catechismus eerst (De geloofsbelijdenis) [1|++2] uiteen waarin de openbaring bestaat waardoor God zich tot de mens richt en zich aan hem schenkt. Dan volgt de uiteenzetting over het geloof, het antwoord van de mens aan God (eerste sectie ("Ik geloof" - "Wij geloven") [1|++2.02]). De geloofsbelijdenis, het Symbolum, vat samen welke gaven God, als Bewerker van alle goed, als Verlosser en Heiligmaker aan de mens geschonken heeft. Zij ordent die aan de hand van de "drie fundamentele artikelen" van ons doopsel: het geloof in de ene God: de almachtige Vader en Schepper; Jezus Christus, zijn Zoon, onze Heer en Redder; de heilige Geest in de heilige kerk (tweede sectie (De belijdenis van het christelijk geloof - De geloofsbelijdenissen) [1|++2.03]).
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Deel II: de sacramenten van het geloof
Het tweede deel (De viering van het Christusmysterie) [1|++3] van de catechismus zet uiteen hoe het heil van God, eens en voor altijd verwezenlijkt door Jezus Christus en door de Heilige Geest, in de heilige handelingen van de liturgie van de kerk tegenwoordig gesteld wordt (eerste sectie (Het sacramentele heilsbestel) [1|++3.11]), vooral in de zeven sacramenten (tweede sectie (De zeven Sacramenten van de Kerk) [1|++3.12]).
Het tweede deel (De viering van het Christusmysterie) [1|++3] van de catechismus zet uiteen hoe het heil van God, eens en voor altijd verwezenlijkt door Jezus Christus en door de Heilige Geest, in de heilige handelingen van de liturgie van de kerk tegenwoordig gesteld wordt (eerste sectie (Het sacramentele heilsbestel) [1|++3.11]), vooral in de zeven sacramenten (tweede sectie (De zeven Sacramenten van de Kerk) [1|++3.12]).
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Deel III: het geloofsleven
Het derde deel (Het leven in Christus) [1|++4] van de catechismus beschrijft het uiteindelijke doel van de mens, die geschapen is naar het beeld van God: de gelukzaligheid en de wegen om die te bereiken: door een juist en vrij handelen met behulp van de wet en de genade van God (eerste sectie (De roeping van de mens: het leven in de Geest) [1|++4.09]); door een handelen dat het dubbele gebod van de liefde verwerkelijkt, ontvouwd in de Tien Geboden [688] van God (tweede sectie (De Tien Geboden) [1|++4.10]).
Het derde deel (Het leven in Christus) [1|++4] van de catechismus beschrijft het uiteindelijke doel van de mens, die geschapen is naar het beeld van God: de gelukzaligheid en de wegen om die te bereiken: door een juist en vrij handelen met behulp van de wet en de genade van God (eerste sectie (De roeping van de mens: het leven in de Geest) [1|++4.09]); door een handelen dat het dubbele gebod van de liefde verwerkelijkt, ontvouwd in de Tien Geboden [688] van God (tweede sectie (De Tien Geboden) [1|++4.10]).
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Deel IV: het gebed in het geloofsleven
Het laatste deel (Het Christelijk gebed) [1|++5] van de catechismus behandelt de zin en het belang van het gebed in het leven van de gelovigen (eerste sectie (Het gebed in het christelijk leven) [1|++5.01]). Dit deel wordt afgesloten met een kort commentaar op de zeven beden van het gebed des Heren (tweede sectie (Het gebed van de Heer: Het "Onze Vader") [1|++5.02]). Daarin vinden wij inderdaad de samenvatting van de weldaden waarop wij mogen hopen en die onze hemelse Vader ons wil toevertrouwen.
Het laatste deel (Het Christelijk gebed) [1|++5] van de catechismus behandelt de zin en het belang van het gebed in het leven van de gelovigen (eerste sectie (Het gebed in het christelijk leven) [1|++5.01]). Dit deel wordt afgesloten met een kort commentaar op de zeven beden van het gebed des Heren (tweede sectie (Het gebed van de Heer: Het "Onze Vader") [1|++5.02]). Daarin vinden wij inderdaad de samenvatting van de weldaden waarop wij mogen hopen en die onze hemelse Vader ons wil toevertrouwen.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Praktische wenken voor het gebruik van deze catechismus
18
Deze catechismus is opgezet als een organische uiteenzetting van het hele katholieke geloof. Men moet hem dus als een eenheid lezen. Talrijke verwijzingen in de marge van de tekst lichtblauwe nummers in de.. lichtblauwe nummers in de marge leiden naar andere alinea's waarin hetzelfde onderwerp aan de orde komt en de thematische index Noot van de red. van deze.. Noot van de red. van deze elektronische versie: in deze elektronische uitgave met name ontsloten via de zoekfuncties en de dossiers maken het mogelijk om elk onderwerp te zien in zijn samenhang met het geheel van het geloof.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De teksten uit de heilige Schrift zijn vaak niet letterlijk geciteerd. Veelal geven zij slechts een verwijzing naar een tekst, die (door "Vgl.") in de voetnoot wordt aangegeven. Voor een beter begrip van dergelijke verwijzingen is het goed de teksten zelf te raadplegen. Deze Bijbelse verwijzingen zijn een hulpmiddel voor de catechese.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Het gebruik van ingesprongen tekstdelen voor bepaalde passages geeft aan dat het gaat om historische of apologetische opmerkingen of om aanvullende leerstellige uiteenzettingen.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De citaten in de in gesprongen tekstgedeelten uit patristische, liturgische, magisteriële of hagiografische bronnen zijn bedoeld om de leerstellige uiteenzetting te verrijken. Vaak zijn deze teksten gekozen met het oog op een direct catechetisch gebruik.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Op het einde van iedere thematische eenheid, wordt door een reeks korte teksten in bondige formuleringen de kern van het onderricht samengevat. Deze "IN HET KORT"-formuleringen hebben tot doel suggesties voor samenvattende en memoriseerbare formules te geven bij de plaatselijke catechese.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De noodzakelijke aanpassingen
23
In deze catechismus ligt de nadruk op de leerstellige uiteenzetting. Hij wil immers een hulp zijn bij het verdiepen van de geloofskennis. Juist daardoor is hij gericht op de groei van dit geloof, hoe het geloof in het leven geworteld is en uitstraalt in het getuigenis. vgl: Catechesi Tradendae [[[572|20-22.25]]]
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Juist door zijn doelstelling streeft deze catechismus er niet naar aanpassingen van de uiteenzetting of van de catechetische methodes door te voeren, aanpassingen die vereist zijn vanwege de verschillen in cultuur, leeftijd, geestelijke rijpheid, en sociale en kerkelijke omstandigheden van degenen tot wie de catechese zich richt. Deze onmisbare aanpassingen vallen onder de verantwoordelijkheid van de uitgewerkte catechismussen en nog meer van diegenen die de gelovigen onderrichten:
Wie onderricht geeft, moet "alles voor allen" (1 Kor. 9, 22) [b:1 Kor. 9, 22] worden om iedereen te winnen voor Christus. (...) Vooral mag hij niet de gedachte hebben dat slechts één categorie gelovigen aan hem zou zijn toevertrouwd en dat het hem daarom vrij zou staan om alle gelovigen op dezelfde wijze tot de ware vroomheid te brengen, met een en dezelfde methode en altijd dezelfde! Men moet goed beseffen dat sommigen in Jezus Christus zijn als kleine, "pasgeboren kinderen" (1 Pt. 2, 2) [b:1 Pt. 2, 2], anderen als jongeren, en sommigen tenslotte als mensen in het bezit van hun volle kracht. (...) Wie geroepen zijn tot het dienstwerk van de prediking moeten bij het doorgeven van het onderricht van de geloofsmysteries en de morele regels, hun woorden afstemmen op de geest en het begripsvermogen van hun toehoorders. Voorwoord 11 [[830]]
Referenties naar alinea 24: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Boven alles: de Liefde
Tot besluit van deze inleiding is het goed te herinneren aan het pastorale principe dat de Catechismus Romanus aldus heeft uitgedrukt:
Tot besluit van deze inleiding is het goed te herinneren aan het pastorale principe dat de Catechismus Romanus aldus heeft uitgedrukt:
De hele doelstelling van de leer en van het onderricht moet geplaatst worden binnen de liefde die nooit vergaat. Er moet natuurlijk een goede uitleg zijn van wat men moet geloven, hopen en doen; maar bovenal moet men altijd de liefde van Onze Heer laten doorstralen, opdat iedereen begrijpt dat elke werkelijk christelijke, deugdzame handeling geen andere oorsprong heeft dan de Liefde en geen ander doel bezit dan de Liefde. Voorwoord 10 [[830]]
Referenties naar alinea 25: 1
Doodstraf en "ontwikkeling van de geloofsleer" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 1 De geloofsbelijdenis
25a
.jpg)
Referenties naar alinea 25a: 1
Doodstraf en "ontwikkeling van de geloofsleer" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- EERSTE SECTIE "Ik geloof" - "Wij geloven"
26
Wanneer wij ons geloof belijden, beginnen wij met: "Ik geloof" of "Wij geloven". Vooraleer wij het geloof van de kerk uiteenzetten zoals wij dat in het Twaalf artikelen van het geloof [562] belijden, in de liturgie vieren en in de toepassing van de Tien Geboden [688] en in het gebed beleven, willen wij' ons afvragen wat "geloven" betekent. Het geloof is het antwoord van de mens aan God die zich aan hem openbaart en geeft. Bij dit antwoord verlicht Hij de mens, op zoek naar de uiteindelijke zin van het leven overvloedig. Daarom richten wij eerst onze aandacht op het zoeken van de mens (hoofdstuk 1) (De mens is bekwaam door God aangesproken te worden) [1|++2.02.02], vervolgens op de goddelijke openbaring, waardoor God de mens tegemoet komt (hoofdstuk 2) (God ontmoet de mens) [1|++2.02.03], en tenslotte op het antwoord van het geloof (hoofdstuk 3) (Het antwoord van de mens aan God) [1|++2.02.04].
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Eerste hoofdstuk De mens is bekwaam door God aangesproken te worden
- Het verlangen naar God
27
Het verlangen naar God is gegrift in het hart van de mens, want de mens is door en voor God geschapen; God houdt niet op de mens naar zich toe te trekken en de mens zal slechts in God de waarheid en het geluk vinden, die hij zonder ophouden zoekt.
Homo reliogiosus ->=geentekst=
Brief aan de Priesters van de hele wereld ->=geentekst=
Brief aan de Priesters van de hele wereld ->=geentekst=
Jaar van het Geloof - Het verlangen naar God ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De diepste grond van de menselijke waardigheid is gelegen in de roeping van de mens tot gemeenschap met God. Reeds vanaf zijn geboorte wordt de mens uitgenodigd tot een dialoog met God: immers, hij bestaat alleen, doordat hij door God uit liefde is geschapen en door Hem altijd uit liefde in stand wordt gehouden; hij leeft niet volledig volgens de waarheid, als hij die liefde niet vrijwillig erkent en zich niet aan zijn Schepper toevertrouwt vgl: § 1 [[[575|19]]].Zie ook alinea's: -355- [al:355]-1701- [al:1701]-1718- [al:1718]
Referenties naar alinea 27: 6
Youcat ->=geentekst=Homo reliogiosus ->=geentekst=
Brief aan de Priesters van de hele wereld ->=geentekst=
Brief aan de Priesters van de hele wereld ->=geentekst=
Jaar van het Geloof - Het verlangen naar God ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
In hun geschiedenis en tot op de dag van vandaag hebben de mensen op velerlei wijzen uitdrukking gegeven aan hun zoeken naar God, zowel in manier van geloven en godsdienstig gedrag (gebed, offer, eredienst, meditatie etc.). Ondanks de dubbelzinnigheden die deze uitdrukkingsvormen kunnen bevatten, zijn zij zo universeel, dat men de mens een godsdienstig wezen kan noemen.
Jaar van het Geloof - Het verlangen naar God ->=geentekst=
Heel het mensengeslacht deed Hij uit één ontstaan, om de gehele oppervlakte van de aarde te bewonen, waarbij Hij de seizoenen vaststelde en de grenzen van hun woongebied, opdat zij God zouden zoeken, of zij Hem misschien al tastende zouden vinden; Hij is immers niet ver van ieder van ons. Want door Hem hebben wij het leven, het bewegen en het zijn (Hand. 17, 26-28) [b:Hand. 17, 26-28].Zie ook alinea's: -2095-2104- [al:2095-2104]-2105-2109- [al:2105-2109]-843- [al:843]-2566- [al:2566]
Referenties naar alinea 28: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - Het verlangen naar God ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Maar deze "innige en vitale verbondenheid met God" vgl: 1 [[[5759]]] kan door de mens vergeten, miskend of zelfs uitdrukkelijk afgewezen worden. De oorsprong van een dergelijke houding kan heel verschillend zijn: opstand tegen het kwaad in de wereld, godsdienstige onwetendheid of onverschilligheid, de zorgen van de wereld en de rijkdom (Mt. 13, 22) [[b:Mt. 13, 22]] het slechte voorbeeld van de gelovigen, gedachten stromingen die het geloof vijandig gezind zijn en tenslotte de houding van de zondige mens die zich uit angst voor God verbergt en vlucht voor zijn oproep. (Gen. 3, 8-10) [[b:Gen. 3, 8-10]]
Zie ook alinea's: -2123-2128- [al:2123-2128]-398- [al:398]
Brief aan de Priesters van de hele wereld ->=geentekst=
Zie ook alinea's: -2123-2128- [al:2123-2128]-398- [al:398]
Referenties naar alinea 29: 2
Youcat ->=geentekst=Brief aan de Priesters van de hele wereld ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
"Verheugt u, gij die Hem aanhangt" (Ps. 105, 3) [b:Ps. 105, 3]. Ook al kan de mens God vergeten of afwijzen, Hij, God, houdt niet op elke mens op te roepen Hem te zoeken opdat hij leeft en geluk vindt. Maar dat zoeken eist van de mens een volledige inzet van zijn verstand, de oprechtheid van zijn wil, een oprecht hart" en ook het getuigenis van anderen die hem leren God te zoeken.
'Groot zijt Gij, Heer, en alle lof waardig'; 'Groot is uw macht en uw wijsheid is onbegrensd'. Loven wil u een mens, een klein deeltje van Uw schepping, en dan nog wel de mens die, sterfelijk als hij is, het bewijs van zijn zonden en het bewijs dat Gij de hovaardigen weerstaat, met zich draagt. Toch wil de mens U loven, de mens, die maar een onderdeel is van Uw schepping. Gijzelf zet hem hiertoe aan. Gij maakt dat hij er zijn vreugde in vindt U te loven. Want Gij hebt ons gemaakt voor U en onrustig is ons hart totdat het rust vindt in U. I,1,1, vert. Getijdenboek Lect. II,6,79 [[850]]Zie ook alinea's: -2567- [al:2567]-845- [al:845]-368- [al:368]
Referenties naar alinea 30: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De toegangswegen tot de kennis van God
31
Geschapen naar Gods beeld en geroepen om God te kennen en lief te hebben, ontdekt de mens die God zoekt, bepaalde "wegen" om tot de kennis van God te komen. Dit worden ook wel de "bewijzen" van het bestaan van God genoemd, niet in de zin van bewijzen die de natuurwetenschappen zoeken, maar in de zin van "met elkaar overeenstemmende en overtuigende argumenten" die het mogelijk maken te komen tot echte zekerheden.
Die "wegen" om tot God te naderen hebben als vertrekpunt de schepping: de stoffelijke wereld en de menselijke persoon.
Die "wegen" om tot God te naderen hebben als vertrekpunt de schepping: de stoffelijke wereld en de menselijke persoon.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
De wereld: uitgaande van de beweging en de wording van de wereld, de contingentie. De orde en de schoonheid van de wereld kan men God kennen als oorsprong en doel van het heelal.
De heilige Paulus zegt over de heidenen: "Want wat een mens van God kan weten, is in feite onder hen bekend; God zelf heeft het hun geopenbaard. Van de schepping der wereld af wordt zijn onzichtbare wezen door de rede in zijn werken aanschouwd, zijn eeuwige macht namelijk en zijn godheid". (Rom. 1, 19-20) [b:Rom. 1, 19-20] (Hand. 14, 15.17; Hand. 17, 27-28; Wijsh. 13, 1-9) [[b:Hand. 14, 15.17; Hand. 17, 27-28; Wijsh. 13, 1-9]]
En de heilige Augustinus zegt: "Ondervraag de schoonheid van de aarde, ondervraag de schoonheid van de zee, ondervraag de schoonheid van de onmetelijke lucht die ons omgeeft, ondervraag de schoonheid van de hemel (... ) ondervraag dit alles. Dit alles antwoordt u: zie hoe schoon wij zijn! Hun schoonheid is een belijdenis (confessio). Wie anders heeft deze schepselen die onveranderlijk schoon zijn, gemaakt dan Hij die onveranderlijk schoon (Pulcher) is? 241,2, vert. uit Lat. [[880]]Zie ook alinea's: -54- [al:54]-337- [al:337]
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
De mens: met zijn ontvankelijkheid voor waarheid en schoonheid, zijn gevoel voor het moreel goede, zijn vrijheid en de stem van zijn geweten, zijn verlangen naar het oneindige en naar geluk, stelt de mens de vraag naar het bestaan van God. Door dit alles heen wordt hij de tekenen van zijn geestelijke ziel gewaar. "Omdat de kiem van de eeuwigheid die hij in zich draagt niet tot louter stof te herleiden is, kan zijn ziel haar oorsprong alleen maar in God hebben. § 1, vert. uit Lat. [[575|18]] vgl: § 2 [[[575|14]]]
Zie ook alinea's: -2500- [al:2500]-1730- [al:1730]-1776- [al:1776]-1703- [al:1703]-366- [al:366]
Zie ook alinea's: -2500- [al:2500]-1730- [al:1730]-1776- [al:1776]-1703- [al:1703]-366- [al:366]
Referenties naar alinea 33: 1
Jaar van het Geloof - Wegen om God te leren kennen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
De wereld en de mens getuigen ervan dat zij niet in zichzelf hun eerste beginsel en uiteindelijk doel hebben, maar dat zij deel hebben aan het Zijn op zich, zonder oorsprong en zonder einde. Zo kan de mens langs verschillende "wegen" komen tot de kennis van het bestaan van een werkelijkheid die de eerste oorzaak en het uiteindelijke doel van alles is "en dat allen God noemen". I,2,3, vert. uit Lat. [[835]]
Zie ook alinea's: -199- [al:199]
Zie ook alinea's: -199- [al:199]
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
De vermogens van de mens stellen hem in staat het bestaan van een persoonlijke God te kennen. Maar opdat de mens in zijn intimiteit kan binnentreden, heeft God zich aan hem willen openbaren en hem de genade willen schenken om deze openbaring te kunnen ontvangen in geloof. De bewijzen van het bestaan van God kunnen de mens niettemin voorbereiden op het geloof en hem helpen zien dat het geloof niet in strijd is met het menselijk verstand.
Zie ook alinea's: -50- [al:50]-159- [al:159]
Zie ook alinea's: -50- [al:50]-159- [al:159]
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De kennis van God volgens de Kerk
36
"Onze moeder de heilige Kerk houdt en leert dat God, beginsel en doel van alle dingen, door het natuurlijke licht van het menselijk verstand met zekerheid gekend kan worden vanuit de geschapen werkelijkheden." vertaling uit het Latijn [[115|5]] vgl: Dei Filius [[[115|28]]] vgl: Dei Verbum [[[576|6]]] Zonder dit vermogen zou de mens de openbaring van God niet kunnen ontvangen. De mens heeft dit vermogen omdat hij geschapen is "naar het beeld van God". (Gen. 1, 26) [[b:Gen. 1, 26]]
Zie ook alinea's: -355- [al:355]
Zie ook alinea's: -355- [al:355]
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
In de historische omstandigheden waarin hij leeft, ondervindt de mens echter tal van moeilijkheden om God alleen maar met het licht van zijn verstand te kennen:
"Want al kan het menselijk verstand, om het eenvoudig te zeggen, door zijn natuurlijke krachten en zijn natuurlijk licht tot een ware en zekere kennis komen van een persoonlijke God, die de wereld door zijn voorzienigheid in stand houdt en bestuurt, en omtrent de natuurwet die door de Schepper in ons hart is neergelegd, toch zijn er niet weinig factoren die het verstand verhinderen zijn natuurlijk vermogen daadwerkelijk en met vrucht te gebruiken. Want de waarheden die betrekking hebben op God en op de verhouding van de mens tot God, gaan de orde van de zintuiglijk waarneembare wereld volstrekt te boven; en wanneer men deze waarheden in praktijk gaat brengen en zijn leven ernaar gaat inrichten, vraagt dat algehele toewijding en zelfverloochening. Nu ondervindt het menselijk verstand bij het verwerven van de kennis van deze waarheden moeilijkheden zowel vanwege de invloed van de zintuigen en de verbeelding als vanwege de slechte begeerten, die een gevolg zijn van de erfzonde. En zo beelden de mensen zich bij dit alles gemakkelijk in dat de dingen die ze liever niet als waar zouden zien, ook inderdaad niet waar of minstens twijfelachtig zijn." vert. uit Lat. [[470|2]]Zie ook alinea's: -1960- [al:1960]
Referenties naar alinea 37: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Daarom heeft de mens er behoefte aan verlicht te worden door de openbaring van God, niet alleen inzake hetgeen zijn begrip te boven gaat, maar ook inzake "hetgeen op godsdienstig en zedelijk gebied voor het verstand op zichzelf niet ontoegankelijk is, opdat ook dit in de huidige omstandigheden waarin het mensdom verkeert, door allen gemakkelijk, met vaste zekerheid en zonder enige vermenging met dwalingen kan worden gekend". Humani Generis [[470|3]] vgl: Dei Filius [[[115|6]]] vgl: Dei Verbum [[[576]]] 1,1,1 [[835]]
Zie ook alinea's: -2036- [al:2036]
Zie ook alinea's: -2036- [al:2036]
Referenties naar alinea 38: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoe te spreken over God?
39
Wanneer de kerk het vermogen van het menselijk verstand God te kennen verdedigt, dan spreekt zij haar vertrouwen uit dat het mogelijk is tot alle mensen en met alle mensen over God te spreken. Deze overtuiging is het vertrekpunt voor haar dialoog met de andere godsdiensten, met de filosofie en de wetenschappen, evenals met de ongelovigen en de atheïsten.
Zie ook alinea's: -851- [al:851]
Zie ook alinea's: -851- [al:851]
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Aangezien onze kennis van God beperkt is, is ons spreken over God het ook. Wij kunnen God slechts noemen door te beginnen bij zijn schepselen, en dat overeenkomstig onze beperkte menselijke manier van kennen en denken.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
De schepselen dragen alle een zekere gelijkenis met God in zich, heel bijzonder de mens die geschapen is naar het beeld en de gelijkenis van God. De talrijke volmaaktheden van de schepselen (hun waarheid, hun goedheid en hun schoonheid) zijn derhalve een weerspiegeling van de oneindige volmaaktheid van God. Daarom kunnen wij God benoemen uitgaand van de volmaaktheden van zijn schepselen, "want uit de grootheid en de schoonheid van de schepselen wordt men door vergelijking hun Schepper gewaar" (Wijsh. 13, 5) [b:Wijsh. 13, 5].
Zie ook alinea's: -213- [al:213]-299- [al:299]
Zie ook alinea's: -213- [al:213]-299- [al:299]
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
God gaat ieder schepsel te boven. Wij moeten daarom ons spreken over God zonder ophouden zuiveren van beelden, van wat er beperkt en onvolmaakt aan is om de "onuitsprekelijke, onbegrijpelijke, onzichtbare en ongrijpbare". Liturgie van H. Johannes.. Liturgie van H. Johannes Chrysostomus, Anafoor God niet te verwarren met onze menselijke voorstellingen. Onze menselijke woorden schieten altijd tekort in vergelijking met het mysterie van God.
Zie ook alinea's: -212- [al:212]-300- [al:300]-370- [al:370]
Zie ook alinea's: -212- [al:212]-300- [al:300]-370- [al:370]
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Wanneer wij zo over God spreken, dan drukt onze taal zich weliswaar uit op een menselijke manier, maar ze bereikt werkelijk God zelf zonder Hem evenwel in zijn oneindige eenvoud onder woorden te kunnen brengen. Men moet immers niet vergeten dat "men niet kan wijzen op enige gelijkheid tussen Schepper en schepsel zonder dat er gewezen kan worden op een nog grotere ongelijkheid" vert. uit Lat. [[764|4]] en dat "wij van God niet kunnen begrijpen wat Hij is, maar slechts wat Hij niet is, en in welke verhouding de andere wezens tot Hem staan". 1,30, vert. uit Lat. [[837]]
Zie ook alinea's: -206- [al:206]
Zie ook alinea's: -206- [al:206]
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT
44
De mens is van nature en door roeping een godsdienstig wezen. Omdat de mens van God komt en naar God gaat, heeft hij alleen maar een volledig menselijk leven, als hij zijn band met God vrijelijk beleeft.
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
De mens is gemaakt om in gemeenschap met God te leven, in wie hij zijn geluk vindt: "Wanneer ik met mijn gehele wezen met U verenigd zal zijn, zal er voor mij geen verdriet en moeite meer zijn en geheel van U vervuld, zal mijn leven waarachtig leven zijn". 10,28,39, vert. uit Lat. [[850]]
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Wanneer de mens naar de boodschap van de schepselen en de stem van zijn geweten luistert, dan kan hij komen tot de zekerheid van het bestaan van God, oorzaak en einde van alles.
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
De kerk leert dat de enige, ware God, onze Schepper en Heer, met zekerheid gekend kan worden uit zijn werken dankzij het natuurlijke licht van het menselijk verstand. vgl: Dei Filius [[[115|28]]]
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Wij kunnen God werkelijk benoemen door uit te gaan van de menigvuldige volmaaktheden van de schepselen, gelijkenissen van de oneindig volmaakte God, zelfs als onze beperkte taal het mysterie ervan niet volledig tot uitdrukking kan brengen.
Referenties naar alinea 48: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
"Een schepsel zonder Schepper verdwijnt in het niet". vgl: vert. uit Lat. [[[575|36]]] Daarom weten de gelovigen dat zij door de liefde van Christus ertoe aangezet worden het licht van de levende God te brengen aan hen die Hem niet kennen of Hem afwijzen.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tweede hoofdstuk God ontmoet de mens
50
Door het natuurlijke verstand kan de mens God met zekerheid kennen, vertrekkend vanuit zijn werken waarin Hij zich heeft laten kennen. Maar er bestaat een andere orde van kennis die de mens geenszins op eigen kracht kan bereiken: die van de goddelijke openbaring. vgl: Dei Filius [[[115|17]]] Op grond van een geheel vrije beslissing openbaart God zichzelf en geeft Hij zich aan de mens. Hij doet dit door zijn mysterie te openbaren, zijn liefdevol heilsplan dat Hij vanaf alle eeuwigheid ten gunste van alle mensen vorm gegeven heeft in Christus. Hij openbaart zijn heilsplan ten volle door zijn welbeminde Zoon, onze Heer Jezus Christus, en de heilige Geest te zenden.
Zie ook alinea's: -36- [al:36]-1066- [al:1066]
Zie ook alinea's: -36- [al:36]-1066- [al:1066]
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 De openbaring van God
- God openbaart zijn "liefdevol heilsplan"
51
"Het heeft God in zijn goedheid en wijsheid behaagd zichzelf te openbaren en zijn 'geheim raadsbesluit' (Ef. 1, 9) [b:Ef. 1, 9] te doen kennen, waardoor de mensen door Christus, het vleesgeworden Woord, in de heilige Geest toegang hebben tot de Vader en deelgenoten worden gemaakt van de goddelijke natuur (2 Petr. 1, 4) [[b:2 Petr. 1, 4]]". vert. uit Lat. [[576|2]]
Zie ook alinea's: -2823- [al:2823]-1996- [al:1996]
Zie ook alinea's: -2823- [al:2823]-1996- [al:1996]
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
God die "woont in ongenaakbaar licht" (1 Tim. 6, 16) [b:1 Tim. 6, 16] wil zijn eigen goddelijk leven meedelen aan de mensen, die door Hem uit vrije wil geschapen zijn, om hen in zijn enige Zoon als kinderen aan te nemen. (Ef. 1, 4-5) [[b:Ef. 1, 4-5]] Door zichzelf te openbaren wil God de mensen in staat stellen Hem een antwoord te geven, Hem te kennen en Hem in veel grotere mate te beminnen dan zij dit uit zichzelf zouden kunnen.
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
Het goddelijk heilsplan van de openbaring wordt verwezenlijkt zowel "in daden" als "in woorden, die een innerlijke samenhang met elkaar hebben" vert. uit Lat. [[576|2]] en elkaar verklaren. Het bevat een bijzondere "goddelijke pedagogiek: God deelt zich geleidelijk aan de mens mee. Hij bereidt hem stapsgewijs voor op het ontvangen van de bovennatuurlijke openbaring die Hij van zichzelf geeft, en die in de persoon en de zending van het vleesgeworden Woord, Jezus Christus, haar hoogtepunt zal hebben.
De heilige Ireneüs van Lyon spreekt herhaaldelijk over deze goddelijke pedagogie, waarbij hij het beeld gebruikt van de wederzijdse gewenning tussen God en mens: "Het Woord van God heeft in de mens gewoond en is Mensenzoon geworden om de mens eraan te wennen God te vernemen en God eraan te wennen in de mens te wonen naar het welbehagen van de Vader". 3.30.2 [[848]] vgl: 3,17,1; 4,12,4; 4,21,3, vert. uit Lat. [[[848]]]Zie ook alinea's: -1153- [al:1153]-1950- [al:1950]
Referenties naar alinea 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De fases in de openbaring
54
God laat zich vanaf het begin kennen
"God die door zijn Woord alles schept en in stand houdt, geeft in het geschapene een bestendig getuigenis van zichzelf en, omdat Hij de weg van het bovennatuurlijk heil wilde openen, heeft Hij zich vanaf het begin aan onze stamouders geopenbaard". vert. uit Lat. [[576|3]] Hij heeft hen uitgenodigd tot een innige gemeenschap met Hem door hen te bekleden met een schitterende genade en gerechtigheid.
Zie ook alinea's: -32- [al:32]-374- [al:374]
"God die door zijn Woord alles schept en in stand houdt, geeft in het geschapene een bestendig getuigenis van zichzelf en, omdat Hij de weg van het bovennatuurlijk heil wilde openen, heeft Hij zich vanaf het begin aan onze stamouders geopenbaard". vert. uit Lat. [[576|3]] Hij heeft hen uitgenodigd tot een innige gemeenschap met Hem door hen te bekleden met een schitterende genade en gerechtigheid.
Zie ook alinea's: -32- [al:32]-374- [al:374]
Referenties naar alinea 54: 1
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
Deze openbaring is niet onderbroken door de zonde van onze stamouders. Immers, God "heeft hen na hun val door de verlossing te beloven opgericht tot de hoop op het heil en zonder onderbreking zorg gedragen voor het menselijk geslacht om eeuwig leven te schenken aan hen die door standvastig het goede te doen het heil zoeken". vert. uit Lat. [[576|3]]
Door ongehoorzaamheid aan U heeft hij uw vriendschap verloren, maar Gij hebt hem niet aan het geweld van de dood uitgeleverd (... ). Menigmaal hebt Gij aan de mensen een verbond aangeboden. Missale Romanum,.. Missale Romanum, Eucharistisch gebed IV, 118, vert. Altaarmissaal (NL) blz. 709; Missaal voor Zon-en Feestdagen (B), 303.Zie ook alinea's: -397- [al:397]-410- [al:410]-761- [al:761]
Referenties naar alinea 55: 1
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Het verbond met Noach
Wanneer eenmaal de eenheid van het menselijk geslacht door de zonde verbroken is, probeert God de mensheid allereerst te redden door in iedere fase aanwezig te zijn. Het verbond met Noach na de zondvloed (Gen. 9, 9) [[b:Gen. 9, 9]] brengt het principe van het goddelijk heilsbestel tot uitdrukking Jegens de "volken", d.w.z. jegens de mensen die opnieuw verenigd zijn, "ieder naar land, taal en geslacht" (Gen. 10, 5) [b:Gen. 10, 5]. (Gen. 10, 20-31) [[b:Gen. 10, 20-31]]
Zie ook alinea's: -401- [al:401]-1219- [al:1219]
Wanneer eenmaal de eenheid van het menselijk geslacht door de zonde verbroken is, probeert God de mensheid allereerst te redden door in iedere fase aanwezig te zijn. Het verbond met Noach na de zondvloed (Gen. 9, 9) [[b:Gen. 9, 9]] brengt het principe van het goddelijk heilsbestel tot uitdrukking Jegens de "volken", d.w.z. jegens de mensen die opnieuw verenigd zijn, "ieder naar land, taal en geslacht" (Gen. 10, 5) [b:Gen. 10, 5]. (Gen. 10, 20-31) [[b:Gen. 10, 20-31]]
Zie ook alinea's: -401- [al:401]-1219- [al:1219]
Referenties naar alinea 56: 1
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
Deze ordening in de veelheid van volken (Hand. 17, 26-27) [[b:Hand. 17, 26-27]] is tegelijk kosmisch, sociaal en godsdienstig. Het heeft ten doel de trots in te perken van een gevallen mensheid die, eensgezind in het kwaad, (Wijsh. 10, 5) [[b:Wijsh. 10, 5]] uit eigen kracht haar eenheid tot stand zou willen brengen zoals in Babel. (Gen. 11, 4-6) [[b:Gen. 11, 4-6]] Maar ten gevolge van de zonde (Rom. 1, 18-25) [[b:Rom. 1, 18-25]] bedreigt zowel het polytheïsme als de afgodische verering van het volk en zijn leider, onophoudelijk deze voorlopige heilseconomie met een heidense verwording.
Referenties naar alinea 57: 1
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
Het verbond van Noach is van kracht, zolang de tijd van de volken (Lc. 21, 24) [[b:Lc. 21, 24]] duurt tot aan de verkondiging van het evangelie, over de hele wereld. De bijbel vereert enkele grote figuren van de "volken", zoals "Abel de rechtvaardige", de priesterkoning Melchisedek, (Gen. 14, 18) [[b:Gen. 14, 18]] de voorafbeelding van Christus, (Heb. 7, 3) [[b:Heb. 7, 3]] of de rechtvaardigen "Noach, Daniël en Job" (Ez. 14, 14) [b:Ez. 14, 14]. Zo brengt de Schrift tot uitdrukking welke hoge graad van heiligheid zij kunnen bereiken die leven volgens het verbond van Noach, in afwachting van het ogenblik dat de Christus "alle verstrooide kinderen van God samenbrengt" (Joh. 11, 52) [b:Joh. 11, 52].
Zie ook alinea's: -674- [al:674]-2569- [al:2569]
Zie ook alinea's: -674- [al:674]-2569- [al:2569]
Referenties naar alinea 58: 1
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
God kiest Abraham
Om de verstrooide mensheid te verzamelen kiest God Abram door hem weg te roepen "uit zijn land, familie en huis" (Gen. 12, 1) [[b:Gen. 12, 1]] om Abraham van hem te maken, d.w.z. "de vader van een menigte volken" (Gen. 17, 5) [b:Gen. 17, 5]: "Door u zal zegen komen over alle geslachten op aarde" (Gen. 12, 3; LXX) [b:Gen. 12, 3]. (Gal. 3, 8) [[b:Gal. 3, 8]]
Zie ook alinea's: -145- [al:145]-2570- [al:2570]
Om de verstrooide mensheid te verzamelen kiest God Abram door hem weg te roepen "uit zijn land, familie en huis" (Gen. 12, 1) [[b:Gen. 12, 1]] om Abraham van hem te maken, d.w.z. "de vader van een menigte volken" (Gen. 17, 5) [b:Gen. 17, 5]: "Door u zal zegen komen over alle geslachten op aarde" (Gen. 12, 3; LXX) [b:Gen. 12, 3]. (Gal. 3, 8) [[b:Gal. 3, 8]]
Zie ook alinea's: -145- [al:145]-2570- [al:2570]
Referenties naar alinea 59: 1
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
Het volk dat van Abraham afstamt, zal de bewaarder zijn van de belofte, aan de aartsvaders gedaan, het uitverkoren volk, (Rom. 11, 28) [[b:Rom. 11, 28]] geroepen om eens het verzamelen van alle kinderen van God binnen de eenheid van de kerk voor te bereiden; (Joh. 11, 52; Joh. 10, 16) [[b:Joh. 11, 52; Joh. 10, 16]] dat zal de wortel zijn waarop de heidenen, na gelovig geworden te zijn, (Rom. 11, 17-18.24) [[b:Rom. 11, 17-18.24]] geënt zullen worden.
Zie ook alinea's: -706- [al:706]-762- [al:762]-781- [al:781]
Zie ook alinea's: -706- [al:706]-762- [al:762]-781- [al:781]
Referenties naar alinea 60: 1
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
De aartsvaders en de profeten en andere personen uit het Oude Testament werden altijd vereerd en zullen altijd vereerd worden als heiligen in alle liturgische tradities van de kerk.
Referenties naar alinea 61: 1
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
62
God vormt zijn volk Israël
Na de aartsvaders heeft God Israël als zijn volk gevormd door het uit de slavernij van Egypte te redden. Hij heeft met dit volk zijn verbond op de Sinaï gesloten en het door Mozes zijn wet gegeven, opdat het Hem erkent en dient als de enige, levende en ware God. de zorgzame Vader en rechtvaardige rechter, en opdat het uitziet naar de beloofde Verlosser. vgl: Dei Verbum [[[576|3]]]
Zie ook alinea's: -2060- [al:2060]-2574- [al:2574]-1961- [al:1961]
Na de aartsvaders heeft God Israël als zijn volk gevormd door het uit de slavernij van Egypte te redden. Hij heeft met dit volk zijn verbond op de Sinaï gesloten en het door Mozes zijn wet gegeven, opdat het Hem erkent en dient als de enige, levende en ware God. de zorgzame Vader en rechtvaardige rechter, en opdat het uitziet naar de beloofde Verlosser. vgl: Dei Verbum [[[576|3]]]
Zie ook alinea's: -2060- [al:2060]-2574- [al:2574]-1961- [al:1961]
Referenties naar alinea 62: 1
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
Israël is het priesterlijke volk van God, (Ex. 19, 6) [[b:Ex. 19, 6]] het volk dat "de naam van de Heer, draagt " (Deut. 28, 10) [b:Deut. 28, 10]. Het is het volk "dat door onze God en Heer het eerst is aangesproken", Missale Romanum, Goede.. Missale Romanum, Goede Vrijdag 13, gebed VI, vert. Altaarmissaal (NL) blz. 326; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 141 het volk van de "oudere broeders" in het geloof van Abraham. vgl: Ontmoeting met de Joodse gemeenschap tijdens het bezoek aan de Synagoge van Rome [[[1171|4]]]
Zie ook alinea's: -204- [al:204]-2810- [al:2810]-839- [al:839]
Zie ook alinea's: -204- [al:204]-2810- [al:2810]-839- [al:839]
Referenties naar alinea 63: 1
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
64
Door de profeten voedt God zijn volk op in de hoop op het heil, in de verwachting van een nieuw en eeuwig Verbond, dat voor alle mensen (Jes. 2, 2-4) [[b:Jes. 2, 2-4]] bestemd is en dat gegrift zal zijn in de harten. (Jer. 31, 31-34; Heb. 10, 16) [[b:Jer. 31, 31-34; Heb. 10, 16]] De profeten kondigen een radicale verlossing van het volk van God aan, de reiniging van al zijn ontrouw, (Ez. 36) [[b:Ez. 36]] een heil dat alle volken zal omvatten. (Jes. 49, 5-6; Jes. 53, 11) [[b:Jes. 49, 5-6; Jes. 53, 11]] Het zullen vooral de armen en de nederigen van de Heer (Sef. 2, 3) [[b:Sef. 2, 3]] zijn die deze hoop zullen dragen. Heilige vrouwen, zoals Sara, Rebecca, Rachel, Mirjam, Debora, Hanna, Judit en Ester hebben de hoop op het heil van Israël levend gehouden. Het zuiverste beeld van deze hoop is Maria. (Lc. 1, 38) [[b:Lc. 1, 38]]
Zie ook alinea's: -711- [al:711]-1965- [al:1965]-489- [al:489]
Zie ook alinea's: -711- [al:711]-1965- [al:1965]-489- [al:489]
Referenties naar alinea 64: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Jezus Christus - "Middelaar en volheid van de gehele openbaring"
65
God heeft alles gezegd in zijn Woord
"Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot onze vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij nu, op het einde der tijden, tot ons gesproken door de Zoon" (Heb. 1, 1-2) [b:Heb. 1, 1-2]. Christus, de mensgeworden Zoon van God, is het enige, volmaakte en definitieve Woord van de Vader. In Hem zegt Hij alles en er zal geen ander woord zijn dan dat. In zijn commentaar op Heb. 1,1-2 drukt het de heilige Johannes van het Kruis, nadat zo velen dit al voor hem gedaan hebben, op schitterende wijze als volgt uit:
Dat zij jullie leert het Woord van God te ontvangen ->=geentekst=
"Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot onze vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij nu, op het einde der tijden, tot ons gesproken door de Zoon" (Heb. 1, 1-2) [b:Heb. 1, 1-2]. Christus, de mensgeworden Zoon van God, is het enige, volmaakte en definitieve Woord van de Vader. In Hem zegt Hij alles en er zal geen ander woord zijn dan dat. In zijn commentaar op Heb. 1,1-2 drukt het de heilige Johannes van het Kruis, nadat zo velen dit al voor hem gedaan hebben, op schitterende wijze als volgt uit:
"Want Hij heeft zijn Zoon gegeven, zijn enig Woord. Hij heeft geen ander. Daarmee heeft Hij in dit éne Woord alles tegelijk gezegd in één keer. Méér heeft Hij niet te zeggen (... ). Datgene immers wat Hij vroeger broksgewijze aan de profeten meedeelde, heeft Hij nu in zijn geheel tot ons gezegd door ons het Al te geven, namelijk zijn Zoon. Daarom zou degene die nu God wil ondervragen of een visioen of openbaring wenst, niet alleen een dwaasheid begaan, maar hij zou God ook een belediging aandoen, omdat hij zij n ogen niet geheel en al op Christus vestigt zonder iets anders of iets nieuws te wensen." 2,22, vert. Getijdenboek Lect. II,1,131; I,7,70; I,I,70 [[1082]]Zie ook alinea's: -102- [al:102]-516- [al:516]-2717- [al:2717]
Referenties naar alinea 65: 2
Theologisch commentaar op de Verschijningen van Fatima ->=geentekst=Dat zij jullie leert het Woord van God te ontvangen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
Er zal geen andere openbaring meer zijn
"De christelijke heilseconomie, die immers het Nieuwe en definitieve Verbond is, zal nooit voorbijgaan en er is geen nieuwe publieke openbaring meer te verwachten voor de glorievolle verschijning van onze Heer Jezus Christus". vert. uit Lat. [[576|4]] Toch is de openbaring, ook al is zij voltooid, niet geheel ontvouwd; het zal de taak van het christelijk geloof zijn in de loop der eeuwen geleidelijk de gehele omvang ervan te begrijpen.
Youcat ->=geentekst=
Voorwoord bij "Normen voor de procedure ter beoordeling van vermeende verschijningen en openbaringen" ->=geentekst=
"De christelijke heilseconomie, die immers het Nieuwe en definitieve Verbond is, zal nooit voorbijgaan en er is geen nieuwe publieke openbaring meer te verwachten voor de glorievolle verschijning van onze Heer Jezus Christus". vert. uit Lat. [[576|4]] Toch is de openbaring, ook al is zij voltooid, niet geheel ontvouwd; het zal de taak van het christelijk geloof zijn in de loop der eeuwen geleidelijk de gehele omvang ervan te begrijpen.
Referenties naar alinea 66: 3
Theologisch commentaar op de Verschijningen van Fatima ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Voorwoord bij "Normen voor de procedure ter beoordeling van vermeende verschijningen en openbaringen" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
67
Verklaring Vrouwe van Alle Volkeren ->=geentekst=
Verbum Domini ->=geentekst=
Theologisch commentaar op de Verschijningen van Fatima ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Voorwoord bij "Normen voor de procedure ter beoordeling van vermeende verschijningen en openbaringen" ->=geentekst=
In de loop der eeuwen zijn er zogenaamde "bijzondere of privé" openbaringen geweest, waarvan er sommige door het gezag van de Kerk erkend zijn. Zij behoren echter niet tot de geloofsschat. Hun rol is het niet de definitieve openbaring van Christus te "verbeteren" of "aan te vullen", maar te helpen deze voller te beleven in een bepaald tijdperk van de geschiedenis. Geleid door het leergezag van de kerk weet de zin van de gelovigen te onderscheiden en te aanvaarden wat in deze openbaringen een authentieke oproep van Christus of van zijn heiligen aan de Kerk is. Het christelijk geloof kan geen "openbaringen" aanvaarden die de openbaring waarvan Christus de vervulling is, beweren te overtreffen of te verbeteren. Dit is het geval met sommige niet-christelijke godsdiensten en ook met sommige sektes van recente datum die zich baseren op dergelijke "openbaringen".Zie ook alinea's: -84- [al:84]-93- [al:93]
Referenties naar alinea 67: 6
Direttorio su pietà populare e liturgia. Principi e orientamenti. ->=geentekst=Verklaring Vrouwe van Alle Volkeren ->=geentekst=
Verbum Domini ->=geentekst=
Theologisch commentaar op de Verschijningen van Fatima ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Voorwoord bij "Normen voor de procedure ter beoordeling van vermeende verschijningen en openbaringen" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT
68
Uit liefde heeft God zich aan de mens geopenbaard en gegeven. Hij geeft zo een definitief en overvloedig antwoord op de vragen die de mens zich aangaande de zin en het doel van zijn leven stelt.
Referenties naar alinea 68: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
69
God heeft zich aan de mens geopenbaard door hem in woord en daad geleidelijk zijn eigen mysterie mede te delen.
Referenties naar alinea 69: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
70
Behalve het getuigenis dat God over zichzelf geeft in het geschapene, heeft Hij zich aan onze stamouders geopenbaard. Hij heeft tot ben gesproken en na de zondeval heeft Hij hun het heil beloofd (Gen. 3, 15) [[b:Gen. 3, 15]] en hun zijn Verbond aangeboden.
Referenties naar alinea 70: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
71
God heeft met Noach een eeuwig verbond tussen Hem en alle levende wezens gesloten. (Gen. 9, 16) [[b:Gen. 9, 16]] Dit verbond zal voortduren, zolang de wereld bestaat.
Referenties naar alinea 71: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
72
God heeft Abraham uitverkozen en met hem en zijn nageslacht een Verbond gesloten. Hij heeft hieruit zijn volk gevormd, waaraan Hij door Mozes zijn wet geopenbaard heeft. Hij heeft het door de profeten erop voorbereid het heil te ontvangen dat voor de hele mensheid bestemd is.
Referenties naar alinea 72: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
73
God heeft zich ten volle geopenbaard door zijn eigen Zoon te zenden, in wie Hij zijn Verbond voor eeuwig vastgelegd heeft. Hij is het definitieve Woord van de Vader, zodat er na Hem geen andere openbaring meer zal zijn.
Referenties naar alinea 73: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Het doorgeven van de goddelijke openbaring
74
God "wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid" d.w.z. van Jezus Christus, "komen" (1 Tim. 2, 4) [b:1 Tim. 2, 4]. (Joh. 14, 6) [[b:Joh. 14, 6]] Christus moet derhalve aan alle volken en alle mensen verkondigd worden en zo moet de openbaring de uiteinden der aarde bereiken.
"God beschikte in zijn overgrote welwillendheid dat, wat Hij tot heil van alle volken geopenbaard had, tot in eeuwigheid ongerept zou blijven en aan alle geslachten doorgegeven zou worden." vert. uit Lat. [[576|7]]Zie ook alinea's: -851- [al:851]
Referenties naar alinea 74: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De apostolische overlevering
75
"Christus, de Heer, in wie de gehele openbaring van de allerhoogste God wordt voltooid, heeft de apostelen de opdracht gegeven het evangelie, tevoren beloofd door de profeten en door Hemzelf vervuld en met eigen mond verkondigd, als de bron van alle heilswaarheid en zedenleer aan allen te prediken om hen daardoor te doen delen in de goddelijke gaven." vert. uit Lat. [[575|7]]
Zie ook alinea's: -171- [al:171]
Zie ook alinea's: -171- [al:171]
Referenties naar alinea 75: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
76
De apostolische prediking...
Het doorgeven van het Evangelie, heeft overeenkomstig het gebod van de Heer op twee manieren plaatsgevonden:
Youcat ->=geentekst=
Het doorgeven van het Evangelie, heeft overeenkomstig het gebod van de Heer op twee manieren plaatsgevonden:
- Mondeling: "door de apostelen die door mondelinge prediking, voorbeelden en instellingen overgeleverd hebben wat zij ofwel uit de mond van Christus, uit hun omgang met Hem en uit zijn werken ontvangen hadden, ofwel wat zij door de ingeving van de heilige Geest geleerd hadden";
- Schriftelijk: "door die apostelen en mannen uit hun omgeving die, onder de ingeving van dezelfde heilige Geest, de heilsboodschap hebben opgetekend". vert. uit Lat. [[576|7]]
Referenties naar alinea 76: 2
Direttorio su pietà populare e liturgia. Principi e orientamenti. ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
77
...voortgezet in de apostolische opvolging
"Opdat het evangelie in de kerk steeds ongerept en levend bewaard zou blijven, hebben de apostelen bisschoppen als hun opvolgers nagelaten 'aan wie zij hun plaats in het leergezag overdroegen"'. vert. uit Lat. [[576|7]] Immers, "de apostolische prediking, die in de geïnspireerde boeken op bijzondere wijze tot uitdrukking komt, moest in een ononderbroken opvolging bewaard blijven tot aan het einde der tijden". vert. uit Lat. [[576|8]]
Zie ook alinea's: -861- [al:861]
"Opdat het evangelie in de kerk steeds ongerept en levend bewaard zou blijven, hebben de apostelen bisschoppen als hun opvolgers nagelaten 'aan wie zij hun plaats in het leergezag overdroegen"'. vert. uit Lat. [[576|7]] Immers, "de apostolische prediking, die in de geïnspireerde boeken op bijzondere wijze tot uitdrukking komt, moest in een ononderbroken opvolging bewaard blijven tot aan het einde der tijden". vert. uit Lat. [[576|8]]
Zie ook alinea's: -861- [al:861]
Referenties naar alinea 77: 1
Direttorio su pietà populare e liturgia. Principi e orientamenti. ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
78
Dit levende doorgeven, in de heilige Geest tot stand gebracht, wordt Overlevering genoemd, in zoverre zij verschilt van de heilige Schrift, hoewel zij daarmee wel nauw verbonden is. Door deze Overlevering "bestendigt de kerk in haar leer, leven en eredienst alles wat zijzelf is, alles wat zij gelooft, en geeft zij dit aan alle geslachten door". vert. uit Lat. [[576|8]] "De uitspraken van de heilige Kerkvaders getuigen van de leven schenkende aanwezigheid van deze Overlevering, waarvan de rijkdom de praxis en het leven van de gelovende en biddende kerk doordringt". vert. uit Lat. [[576|8]]
Zie ook alinea's: -174- [al:174]-1124- [al:1124]-2651- [al:2651]
Zie ook alinea's: -174- [al:174]-1124- [al:1124]-2651- [al:2651]
Referenties naar alinea 78: 1
Direttorio su pietà populare e liturgia. Principi e orientamenti. ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
79
Zo blijft de boodschap die de Vader door zijn Woord in de heilige Geest over zichzelf gebracht heeft, tegenwoordig en werkzaam de kerk: "God, die vroeger gesproken heeft, spreekt thans zonder onderbreking met de bruid van zijn beminde Zoon en zo brengt de heilige Geest, door wie de levende stem van het evangelie in de kerk weerklinkt en door haar in de wereld, de gelovigen tot de volle waarheid en doet Hij het woord van Christus in volle rijkdom onder hen wonen". vert. uit Lat. [[576|8]]
Referenties naar alinea 79: 1
Direttorio su pietà populare e liturgia. Principi e orientamenti. ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De verhouding tussen de overlevering en de heilige Schrift
80
Een gemeenschappelijke bron...
"Ze zijn onderling nauw verbonden en hebben deel aan elkaar. Want beide, voortkomend uit dezelfde goddelijke bron, vloeien als het ware in elkaar over en zijn gericht op hetzelfde doel". vert. uit Lat. [[576|9]] Beide stellen in de Kerk het mysterie van Christus tegenwoordig, die beloofd heeft bij de zijnen te blijven "alle dagen tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 20) [b:Mt. 28, 20], en ze maken dit vruchtbaar.
"Ze zijn onderling nauw verbonden en hebben deel aan elkaar. Want beide, voortkomend uit dezelfde goddelijke bron, vloeien als het ware in elkaar over en zijn gericht op hetzelfde doel". vert. uit Lat. [[576|9]] Beide stellen in de Kerk het mysterie van Christus tegenwoordig, die beloofd heeft bij de zijnen te blijven "alle dagen tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 20) [b:Mt. 28, 20], en ze maken dit vruchtbaar.
Referenties naar alinea 80: 1
Direttorio su pietà populare e liturgia. Principi e orientamenti. ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
81
...twee verschillende manieren van doorgeven
"De heilige Schrift is het woord van God, in zoverre dit onder ingeving van de heilige Geest schriftelijk wordt vastgelegd."
"De heilige Overlevering bewaart het woord van God, dat door Christus, de Heer, en door de heilige Geest aan de apostelen is toevertrouwd, en geeft het integraal door aan hun opvolgers, opdat zij, verlicht door de Geest van de waarheid, dit door hun prediking trouw bewaren, verklaren en verspreiden". Dei Verbum [[576|9]]
Zie ook alinea's: -113- [al:113]
"De heilige Schrift is het woord van God, in zoverre dit onder ingeving van de heilige Geest schriftelijk wordt vastgelegd."
"De heilige Overlevering bewaart het woord van God, dat door Christus, de Heer, en door de heilige Geest aan de apostelen is toevertrouwd, en geeft het integraal door aan hun opvolgers, opdat zij, verlicht door de Geest van de waarheid, dit door hun prediking trouw bewaren, verklaren en verspreiden". Dei Verbum [[576|9]]
Zie ook alinea's: -113- [al:113]
Referenties naar alinea 81: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
82
Hieruit volgt dat de Kerk, waaraan de overdracht en de interpretatie van de openbaring is toevertrouwd, "niet uit de heilige Schrift alleen haar zekerheid put omtrent al het geopenbaarde. Derhalve moet men belde met eenzelfde liefde, eerbied en respect aanvaarden en vereren". vert. uit Lat. [[576|9]]
Referenties naar alinea 82: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
83
Apostolische Overlevering en kerkelijke overleveringen
De Overlevering (of traditie) waarvan hier sprake is, komt van de apostelen en zij geeft door wat de apostelen ontvangen hebben van het onderricht en het voorbeeld van Jezus en wat zij door de heilige Geest geleerd hebben. Immers, de eerste generatie christenen had nog geen geschreven Nieuwe Testament en het Nieuwe Testament getuigt zelf van het ontwikkelingsproces van de levende Overlevering. Hiervan dient men de theologische, leerstellige, liturgische of devotionele "overleveringen" te onderscheiden die in de loop van de tijd in de plaatselijke kerken ontstaan zijn. Dit zijn bijzondere vormen van overlevering waarin de grote Overlevering op een aan verschillende plaatsen en verschillende tijdperken aangepaste manier tot uitdrukking wordt gebracht. In het licht van de grote Overlevering kunnen deze gehandhaafd, veranderd of ook afgeschaft worden onder leiding van het leergezag van de kerk.Zie ook alinea's: -1202- [al:1202]-2041- [al:2041]-2684- [al:2684]
Referenties naar alinea 83: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De interpretatie van het erfgoed van het geloof
84
Het erfgoed van het geloof dat aan de Kerk in haar totaliteit is toevertrouwd
"Het geloofsgoed" ('depositum fidei') (1 Tim. 6, 20; 2 Tim. 1, 12-14) [[b:1 Tim. 6, 20; 2 Tim. 1, 12-14]], die vervat ligt in de heilige Overlevering en de heilige Schrift, is door de apostelen aan de Kerk in haar totaliteit toevertrouwd. "Door aan deze geloofsschat vast te houden volhardt het hele heilige volk, verenigd met zijn herders, voortdurend in de leer van de apostelen en in het gemeenschappelijk leven, in het breken van het brood en het gebed, zodat er tussen bisschoppen en gelovigen een uitzonderlijke eensgezindheid ontstaat in het behouden, beleven en belijden van het overgeleverde geloof". Dei Verbum [[576|10]]
Zie ook alinea's: -857- [al:857]-871- [al:871]-2033- [al:2033]
"Het geloofsgoed" ('depositum fidei') (1 Tim. 6, 20; 2 Tim. 1, 12-14) [[b:1 Tim. 6, 20; 2 Tim. 1, 12-14]], die vervat ligt in de heilige Overlevering en de heilige Schrift, is door de apostelen aan de Kerk in haar totaliteit toevertrouwd. "Door aan deze geloofsschat vast te houden volhardt het hele heilige volk, verenigd met zijn herders, voortdurend in de leer van de apostelen en in het gemeenschappelijk leven, in het breken van het brood en het gebed, zodat er tussen bisschoppen en gelovigen een uitzonderlijke eensgezindheid ontstaat in het behouden, beleven en belijden van het overgeleverde geloof". Dei Verbum [[576|10]]
Zie ook alinea's: -857- [al:857]-871- [al:871]-2033- [al:2033]
Referenties naar alinea 84: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
85
Het leergezag van de Kerk
"De taak om op authentieke wijze het geschreven of overgeleverde woord van God te verklaren is alleen aan het levend leergezag van de Kerk toevertrouwd", d.w.z. aan de bisschoppen in gemeenschap met de opvolger van Petrus, de bisschop van Rome; "het oefent zijn gezag uit in de naam van Jezus Christus". vert. uit Lat. [[576|10]]
Zie ook alinea's: -888-892- [al:888-892]-2032-2040- [al:2032-2040]
"De taak om op authentieke wijze het geschreven of overgeleverde woord van God te verklaren is alleen aan het levend leergezag van de Kerk toevertrouwd", d.w.z. aan de bisschoppen in gemeenschap met de opvolger van Petrus, de bisschop van Rome; "het oefent zijn gezag uit in de naam van Jezus Christus". vert. uit Lat. [[576|10]]
Zie ook alinea's: -888-892- [al:888-892]-2032-2040- [al:2032-2040]
Referenties naar alinea 85: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
86
"Dit leergezag staat echter niet boven het woord van God, maar is de dienaar ervan door alleen te leren wat overgeleverd is, voor zover het namelijk dit overgeleverde woord, krachtens goddelijke opdracht en met de bijstand van de heilige Geest, met eerbied aanhoort, heilig bewaart en trouw uiteenzet en doordat het uit deze ene geloofsschat alles put wat het als door God geopenbaard te geloven voorhoudt". vert. uit Lat. [[576|10]]
Zie ook alinea's: -688- [al:688]
Zie ook alinea's: -688- [al:688]
Referenties naar alinea 86: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
87
Wanneer de gelovigen zich het woord van Christus tot zijn apostelen herinneren: "Wie naar u luistert, luistert naar Mij" (Lc. 10, 16) [b:Lc. 10, 16], vgl: Lumen Gentium [[[617|20]]] ontvangen zij volgzaam het onderricht en de richtlijnen die hun herders hun op verschillende manieren geven.
Zie ook alinea's: -1548- [al:1548]-2037- [al:2037]
Zie ook alinea's: -1548- [al:1548]-2037- [al:2037]
Referenties naar alinea 87: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
88
De dogma's van het geloof
Het leergezag van de kerk maakt ten volle gebruik van het van Christus ontvangen gezag, wanneer het dogma's definieert, d.w.z. wanneer het, op een manier die het christenvolk verplicht tot een onherroepelijke aanhankelijkheid aan het geloof, waarheden voorhoudt die vervat zijn in de goddelijke openbaring of ook wanneer het op definitieve wijze waarheden voorhoudt, die hiermee noodzakelijkerwijs in verband staan.
Zie ook alinea's: -888-892- [al:888-892]-2032-2040- [al:2032-2040]
Het leergezag van de kerk maakt ten volle gebruik van het van Christus ontvangen gezag, wanneer het dogma's definieert, d.w.z. wanneer het, op een manier die het christenvolk verplicht tot een onherroepelijke aanhankelijkheid aan het geloof, waarheden voorhoudt die vervat zijn in de goddelijke openbaring of ook wanneer het op definitieve wijze waarheden voorhoudt, die hiermee noodzakelijkerwijs in verband staan.
Zie ook alinea's: -888-892- [al:888-892]-2032-2040- [al:2032-2040]
Referenties naar alinea 88: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
89
Er is een organisch verband tussen ons geestelijk leven en de dogma's. De dogma's zijn lampen op de weg van ons geloof. Zij verlichten het geloof en geven er vastigheid eraan. Omgekeerd zullen ons verstand en ons hart openstaan om het licht van de dogma's van het geloof te ontvangen, als ons leven het rechte pad volgt. (Joh. 8, 31-32) [[b:Joh. 8, 31-32]]
Zie ook alinea's: -2625- [al:2625]
Zie ook alinea's: -2625- [al:2625]
Referenties naar alinea 89: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
90
De onderlinge verbanden en de samenhang van de dogma's kunnen gevonden worden in het geheel van de openbaring van het mysterie van Christus. vgl: nexus mysteriorum [[[115|18]]] vgl: Lumen Gentium [[[617|25]]] Daarbij moet men bedenken "dat er een ordening of 'hiërarchie' van waarheden in de katholieke leer bestaat, omdat hun band met het fundament van het christelijk geloof verschillend is" Unitatis Redintegratio [[618|11]]
Zie ook alinea's: -114- [al:114]-158- [al:158]-234- [al:234]
Zie ook alinea's: -114- [al:114]-158- [al:158]-234- [al:234]
Referenties naar alinea 90: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
91
De bovennatuurlijke geloofszin
Alle gelovigen hebben deel aan het verstaan en het doorgeven van de geopenbaarde waarheid. Ze zijn gezalfd met de heilige Geest die hen onderricht (1 Joh. 2, 20-27) [[b:1 Joh. 2, 20-27]] en naar de volle waarheid (Joh. 16, 13) [[b:Joh. 16, 13]] leidt.
Zie ook alinea's: -737- [al:737]
Alle gelovigen hebben deel aan het verstaan en het doorgeven van de geopenbaarde waarheid. Ze zijn gezalfd met de heilige Geest die hen onderricht (1 Joh. 2, 20-27) [[b:1 Joh. 2, 20-27]] en naar de volle waarheid (Joh. 16, 13) [[b:Joh. 16, 13]] leidt.
Zie ook alinea's: -737- [al:737]
Referenties naar alinea 91: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
92
"De gemeenschap als geheel van de gelovigen (...) kan niet dwalen in het geloof; en zij manifesteert dit bijzonder kenmerk door middel van de bovennatuurlijke geloofszin van geheel het volk, wanneer dit 'vanaf de bisschoppen tot aan de eenvoudigste leken gelovigen' zijn universele eensgezindheid uitdrukt in zaken van geloof en zeden". vert. uit Lat. [[617|12]]
Zie ook alinea's: -785- [al:785]
Zie ook alinea's: -785- [al:785]
Referenties naar alinea 92: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
93
"Door deze geloofszin, gewekt en in stand gehouden door de Geest van waarheid, blijft het volk van God onder de leiding van het heilig leergezag ( ... ) onwankelbaar trouw aan het geloof dat eens en voor altijd aan de heiligen werd overgeleverd, dringt er met een juist inzicht dieper in door en brengt het steeds volmaakter in praktijk". vert, uit Lat. [[617|12]]
Zie ook alinea's: -889- [al:889]
Zie ook alinea's: -889- [al:889]
Referenties naar alinea 93: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
94
De groei in het geloofsverstaan
Door de bijstand van de heilige Geest kan het verstaan van zowel de werkelijkheden als van de woorden van de geloofsoverlevering, groeien in het leven van de kerk:
Zie ook alinea's: -66- [al:66]-2651- [al:2651]-2038- [al:2038]-2518- [al:2518]
Door de bijstand van de heilige Geest kan het verstaan van zowel de werkelijkheden als van de woorden van de geloofsoverlevering, groeien in het leven van de kerk:
- "door de beschouwing en de studie van de gelovigen die dit alles in hun hart bewaren"; vert. uit Lat. [[576|8]] het is in het bijzonder "het theologisch onderzoek dat de kennis van de geopenbaarde waarheid verdiept". § 7, vert. uit Lat. [[575|62]] vgl: § 2 [[[575|44]]] vgl: Dei Verbum [[[576|23]]] vgl: Unitatis Redintegratio [[[618|4]]]
- "door het innerlijk inzicht in de geestelijke dingen dat de gelovigen ervaren"; vert. uit Lat. [[576|8]] "de goddelijke woorden en wie ze leest groeien samen;" 1,7,8, vert. uit Lat. [[1190]]
- "door de prediking van hen die met de opvolging in het bisschopsambt het zeker charisma van de waarheid hebben ontvangen". vert. uit Lat. [[576|8]]
Zie ook alinea's: -66- [al:66]-2651- [al:2651]-2038- [al:2038]-2518- [al:2518]
Referenties naar alinea 94: 1
Theologisch commentaar op de Verschijningen van Fatima ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
95
"Het is dus duidelijk dat de heilige Overlevering, de heilige Schrift en het leergezag van de kerk krachtens Gods alwijze raadsbesluit zo met elkaar verbonden en verenigd zijn dat het ene niet kan bestaan zonder de twee andere en dat ze alle te samen, elk op zijn eigen wijze, onder de werking van de ene heilige Geest, het heil van de zielen krachtig bevorderen". § 3, vert. uit Lat. [[576|10]]
Referenties naar alinea 95: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT
96
Wat Christus aan de apostelen heeft toevertrouwd, hebben zij overgeleverd door hun prediking en hun geschriften, onder ingeving van de heilige Geest, aan alle geslachten tot de glorievolle wederkomst van Christus.
Referenties naar alinea 96: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
97
"De heilige Overlevering en de heilige Schrift vormen één heilige schat van het woord Gods", vert. uit Lat. [[576|10]] waarin de op aarde pelgrimerende kerk, als in een spiegel, God aanschouwt, bron van al die rijkdom.
Referenties naar alinea 97: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
98
"De Kerk bestendigt in haar leer, leven en eredienst alles wat zij is, en alles wat zij gelooft, en zij geeft dit door aan alle geslachten". vert. uit Lat. [[576|8]]
Referenties naar alinea 98: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
99
Dankzij de bovennatuurlijke geloofszin houdt het gehele Godsvolk niet op de gave van de goddelijk openbaring te ontvangen, er dieper in door te dringen en meer vanuit de openbaring te leven.
Referenties naar alinea 99: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
100
De opdracht het woord van God authentiek te verklaren is alleen toevertrouwd aan het leergezag van de Kerk: de paus en de bisschoppen in verbondenheid met hem.
Youcat ->=geentekst=
Referenties naar alinea 100: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De heilige Schrift
- Christus - het enig woord van de heilige Schrift
101
Om zich aan de mensen te openbaren spreekt God, in zijn welwillende goedheid tot hen in menselijke bewoordingen: "Want, Gods woorden, uitgedrukt in de talen van de mensen, zijn gelijk geworden aan de menselijke manier van spreken, zoals eens het Woord van de eeuwige Vader, door de zwakheid aan te nemen van ons vlees, gelijk geworden is aan de mensen". vert. uit Lat. [[576|13]]
Referenties naar alinea 101: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
102
Door alle woorden van de heilige Schrift heen zegt God slechts één Woord: zijn enig Woord waarin Hij zich geheel uitspreekt: (Heb. 1, 1-3) [[b:Heb. 1, 1-3]]
Herinnert U zich dat één en hetzelfde Woord van God in de hele Schrift verspreid is en dat één en hetzelfde Woord uit de mond van de vele heiligen klinkt. Omdat dit Woord van in het begin bij God was, heeft het geen lettergrepen nodig, want het is niet onderworpen aan de tijd. 103,4,1, vert. uit Lat. [[838]]Zie ook alinea's: -65- [al:65]-2763- [al:2763]-426- [al:426]
Referenties naar alinea 102: 1
Verbum Domini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
103
Daarom heeft de kerk altijd de heilige Schrift vereerd, zoals zij ook het lichaam des Heren vereert. Zij houdt niet op het brood van het leven, genomen van, de tafel van het woord van God en van het lichaam van Christus, uit te reiken aan de gelovigen. vgl: Dei Verbum [[[576|21]]]
Zie ook alinea's: -1100- [al:1100]-1184- [al:1184]-1378- [al:1378]
Zie ook alinea's: -1100- [al:1100]-1184- [al:1184]-1378- [al:1378]
Referenties naar alinea 103: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
104
In de heilige Schrift vindt de kerk onophoudelijk haar voedsel en haar kracht, vgl: Dei Verbum [[[576|24]]] want daarin ontvangt zij niet alleen een menselijk woord, maar ook wat ze werkelijk is: het woord van God. (1 Tess. 2, 13) [[b:1 Tess. 2, 13]] "Want in de heilige boeken treedt de hemelse Vader zijn kinderen vol liefde tegemoet en spreekt met hen". vert. uit Lat. [[576|21]]
Referenties naar alinea 104: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Inspiratie en waarheid van de heilige Schrift
105
God is de auteur van de heilige Schrift. "De door God geopenbaarde waarheid, die in de heilige Schrift besloten ligt en voorgehouden wordt, is er onder ingeving van de heilige Geest aan toevertrouwd". "Krachtens haar apostolisch geloof houdt onze moeder de heilige kerk zowel de boeken van het Oude als die van het Nieuwe Testament, in hun geheel met al hun delen, voor heilig en canoniek, omdat ze. geschreven onder ingeving van de heilige Geest, God tot auteur hebben en als zodanig aan de kerk zijn overgeleverd". vert. uit Lat. [[576|11]]
Referenties naar alinea 105: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
106
God heeft de menselijke auteurs van de heilige boeken geïnspireerd. "Voor het samenstellen van de heilige boeken koos God mensen uit, van wie Hij zich, gebruikmakend van hun eigen vermogens en krachten, bediende, om hen, terwijl Hijzelf in hen en door hen werkte, al datgene en alleen datgene wat Hij wilde, als echte auteurs te laten optekenen". vert. uit Lat. [[576|11]]
Referenties naar alinea 106: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
107
De geïnspireerd boeken leren de waarheid. "Omdat men dus alles wat de geïnspireerd of gewijde schrijvers zeggen, moet beschouwen als door de heilige Geest gezegd, moet men ook belijden dat de boeken van de Schrift vast, trouw en zonder dwaling de waarheid leren die God omwille van ons heil in de heilige boeken wilde laten vastleggen". vert. uit Lat. [[576|11]]
Zie ook alinea's: -702- [al:702]
Zie ook alinea's: -702- [al:702]
Referenties naar alinea 107: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
108
Het christelijk geloof is echter geen "godsdienst van het boek". Het Christendom is de godsdienst van het "Woord" van God, "niet van een geschreven en stom woord, maar van het mensgeworden, levende Woord". 4,11, vert. uit Lat. [[1082]] Christus, het eeuwige Woord van de levende God, moet door de Heilige Geest onze geest toegankelijk maken "voor het begrijpen van de Schriften" (Lc. 24, 45) [b:Lc. 24, 45], opdat zij geen dode letter blijven.
Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
Referenties naar alinea 108: 2
Tot de vertegenwoordigers van de wereld van de cultuur ->=geentekst=Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De Heilige Geest als tolk van de Schrift
109
In de heilige Schrift spreekt God tot de mens in de taal van de mensen. Om de Schrift goed te verklaren moet men dus letten op hetgeen de menselijke auteurs werkelijk hebben willen zeggen en wat God ons door hun woorden heeft willen openbaren. vgl: § 1 [[[576|12]]]
Referenties naar alinea 109: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
110
Om de bedoeling van de heilige auteurs te ontdekken moet men rekening houden met de tijdsomstandigheden en de cultuur waarin zij leefden, de "literaire genres" die in die tijd in zwang waren, de toenmaals gangbare wijze van voelen, spreken en vertellen. "De waarheid wordt immers op een verschillende manier voorgesteld en uitgedrukt in teksten die op een uiteenlopende wijze historisch, profetisch en dichterlijk, of van een ander genre zijn". § 2, vert. uit Lat. [[576|12]]
Referenties naar alinea 110: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
111
Maar aangezien de heilige Schrift geïnspireerd is. bestaat er een ander beginsel van juiste interpretatie, dat niet minder belangrijk is dan het voorafgaande, en zonder dit beginsel zou de Schrift een dode letter blijven: "De heilige Schrift moet worden gelezen en verklaard in het licht van dezelfde Geest, door wie ze geschreven is". vgl: § 3, vert. uit Lat. [[[576|12]]] Het Tweede Vaticaans Concilie geeft drie criteria aan voor een verklaring van de Schrift overeenkomstig de Geest die haar geïnspireerd heeft: vgl: § 3 [[[576|12]]]
Referenties naar alinea 111: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
112
- Allereerst veel aandacht schenken "aan de inhoud en de eenheid van de hele Schrift". De Schrift, immers, is, hoe verschillend de boeken ook zijn waaruit zij bestaat, één op grond van de eenheid van God heilsplan, waarvan Jezus Christus het middelpunt is en het hart dat sinds zijn Pasen geopend is. (Lc. 24, 25-27.44-46) [[b:Lc. 24, 25-27.44-46]]
Zie ook alinea's: -128- [al:128]-368- [al:368]Met het hart (Ps. 22, 15) [[b:Ps. 22, 15]] van Christus wordt de heilige Schrift bedoeld, die het hart van Christus doet kennen. Dit hart was echter vóór het lijden gesloten, omdat de Schrift duister was; maar na het lijden werd de Schrift geopend, omdat zij die haar al kenden, nu aanschouwen en inzien hoe de profetieën uitgelegd moeten worden. 21,11, vert. uit Lat. [[861]]
Referenties naar alinea 112: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
113
Zie ook alinea's: -81- [al:81]
- Vervolgens de Schrift lezen in "de levende Overlevering van heel de Kerk". Volgens een uitdrukking van de Kerkvaders laat de heilige Schrift zich beter lezen in het hart van de Kerk dan in de stoffelijk uitdrukkingsmiddelen. Daarom bewaart de Kerk in haar Overlevering de levende herinnering aan het woord van God en is het de heilige Geest die haar de geestelijke uitleg van de Schrift schenkt (" ... volgens de geestelijke betekenis welke de Geest aan de Kerk schenkt".) 5,5, vert. uit Gr. [[1843]]
Zie ook alinea's: -81- [al:81]
Referenties naar alinea 113: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
114
Zie ook alinea's: -90- [al:90]
- Letten "op de analogie van het geloof". (Rom. 12, 6) [[b:Rom. 12, 6]] Onder "analogie van het geloof" verstaan wij de onderlinge samenhang van de geloofswaarheden onderling en binnen het totale heilsplan van de openbaring.
Zie ook alinea's: -90- [al:90]
Referenties naar alinea 114: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
115
De betekenissen van de Schrift
Volgens een oude overlevering kan men onderscheid maken tussen twee betekenissen van de Schrift: de letterlijke betekenis en de geestelijke betekenis, waarbij de laatste weer onderverdeeld wordt in een allegorische, morele en anagogische betekenis. De diepgaande overeenkomst tussen de vier betekenissen geeft aan de levende lectuur van de Schrift in de kerk al haar rijkdom.
Referenties naar alinea 115: 1
Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
116
Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
De letterlijke betekenis. Dat is de betekenis die door de woorden van de Schrift tot uitdrukking wordt gebracht en die door de exegese die de regels van de juiste interpretatie volgt, ontdekt wordt. "Alle betekenissen van de heilige Schrift zijn gebaseerd op de letterlijke betekenis". 1,1,10 ad 1, vert. uit Lat. [[835]]Zie ook alinea's: -110-114- [al:110-114]
Referenties naar alinea 116: 2
Verbum Domini ->=geentekst=Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
117
De geestelijke betekenis. Dankzij de eenheid in het heilsplan van God kan niet alleen de tekst van de Schrift, maar kunnen ook de werkelijkheid en de gebeurtenissen waarover zij spreekt, tekenen zijn.
Zie ook alinea's: -1101- [al:1101]
- De allegorische betekenis. Wij kunnen een dieper begrip van de gebeurtenissen krijgen, indien wij hun betekenis in Christus herkennen; zo is de doortocht door de Rode Zee een teken van de overwinning van Christus en daardoor van het Doopsel; (1 Kor. 10, 2) [[b:1 Kor. 10, 2]]
- De morele betekenis. De in de Schrift vermelde gebeurtenissen moeten ons ertoe brengen juist te handelen. Ze werden beschreven "als een waarschuwing voor ons" (1 Kor. 10, 11) [b:1 Kor. 10, 11]. (Heb. 3, 1 - 4, 11) [[b:Heb. 3, 1 - 4, 11]]
- De anagogische betekenis. Het is ook mogelijk werkelijkheden en gebeurtenissen te bezien in hun eeuwige betekenis, daar zij ons leiden (in het Grieks: anagogè) naar ons vaderland. Zo is de Kerk op aarde teken van het hemels Jeruzalem. (Openb. 21, 1 - 22,5) [[b:Openb. 21, 1 - 22,5]]
Referenties naar alinea 117: 1
Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
118
Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
Een middeleeuws distichon vat de vier betekenissen als volgt samen:
"Littera gesta docet, quid credas allegoria
Moralis quid agas, quo tendas anagogia" I [[1271]]
De letter leert de gebeurtenissen, de allegorie wat men moet geloven,
de morele betekenis wat men moet doen, en de anagogie waarheen men moet streven.
Referenties naar alinea 118: 2
Verbum Domini ->=geentekst=Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
119
"Het is de taak van de exegeten volgens deze regels te streven naar een dieper begrijpen en verklaren van de zin van de heilige Schrift, opdat door deze als het ware voorbereidende studie het oordeel van de kerk kan rijpen. Want dit alles wat betrekking heeft op de methode van de schriftverklaring, is uiteindelijk onderworpen aan het oordeel van de kerk, die de goddelijke opdracht en de taak heeft om het woord van God te bewaren en te verklaren". 3, vert. uit Lat. [[576|12]]
Ik zou het Evangelie niet geloven, als het gezag van de katholieke Kerk mij er niet toe aanzette. 5,6, vert. uit Lat. [[839]]Zie ook alinea's: -94- [al:94]-113- [al:113]
Referenties naar alinea 119: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De canon van de Schrift
120
Het is de apostolische Overlevering die de kerk liet onderscheiden welke geschriften gerekend dienden te worden tot de lijst van de heilige boeken. vgl: ,3 [[[576|8]]] Deze gehele lijst wordt "canon" van de Schrift genoemd. Ze bevat voor het Oude Testament 46 geschriften (45, indien men Jeremia en Klaagliederen als één geheel beschouwt) en 27 voor het Nieuwe Testament: vgl: DS 179-180 [[[6443|(2-3)]]] vgl: DS 1334-1336 [[[912]]] vgl: Sessio IV - Recipiuntur Libris Sacris et de traditionibus recipiendis [[[391]]]
Voor het Oude Testament zijn dit: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium, Jozua, Rechters, Ruth, de twee boeken Samuel, de twee boeken Koningen, de twee boeken Kronieken, Ezra en Nehemia, Tobit, Judit, Ester, de twee boeken Makkabeeën, Job, Psalmen, Spreuken, Prediker, Hooglied, Wijsheid, Wijsheid van Jezus Sirach, Jesaja, Jeremia, Klaagliederen, Baruch, Ezechiël, Daniël, Hosea, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Sefania, Haggai, Zacharias, Maleachi. Voor het Nieuwe Testament zijn dit: de evangelies van Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes, de Handelingen van de apostelen, de brieven van de heilige Paulus: aan de christenen van Rome, de eerste en de tweede brief aan de christenen van Korinte, de brief aan de Galaten, de brief aan de christenen van Efeze, Filippi en Kolosse, de eerste en de tweede brief aan de christenen van Tessalonica, de eerste en de tweede brief aan Timóteus, de brief aan Titus, aan Filémon; de brief aan de Hebreeën, de brief van Jakobus, de eerste en de tweede brief van Petrus, de drie brieven van Johannes, de brief van Judas en de Apocalyps.Zie ook alinea's: -1117- [al:1117]
Referenties naar alinea 120: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
121
Het Oude Testament
Het Oude Testament is een niet weg te denken gedeelte van de heilige Schrift. De geschriften ervan zijn door God geïnspireerd en blijven hun waarde behouden, vgl: Dei Verbum [[[576|14]]] want het Oude Verbond is nooit herroepen.
Zie ook alinea's: -1093- [al:1093]
"Want God kent geen berouw over zijn genadegaven noch over zijn roeping" (Rom. 11, 29) ->=geentekst=
Het Oude Testament is een niet weg te denken gedeelte van de heilige Schrift. De geschriften ervan zijn door God geïnspireerd en blijven hun waarde behouden, vgl: Dei Verbum [[[576|14]]] want het Oude Verbond is nooit herroepen.
Zie ook alinea's: -1093- [al:1093]
Referenties naar alinea 121: 2
Verbum Domini ->=geentekst="Want God kent geen berouw over zijn genadegaven noch over zijn roeping" (Rom. 11, 29) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
122
Immers, "het heilsbestel van het Oude Verbond had als belangrijkste bestaansgrond de komst van Christus, ons aller Verlosser (... ) voor te bereiden". "Ofschoon die boeken ook onvolmaakte en tijdgebonden zaken bevatten", leggen de boeken van het Oude Testament getuigenis af van heel de goddelijke pedagogie van de reddende liefde van God: "Hierin ligt een verheven leer over God, een weldadige wijsheid over het leven van de mens, een bewonderenswaardige rijkdom aan gebeden en tenslotte het geheim van ons heil verborgen". , vert. uit Lat. [[576|15]]
Zie ook alinea's: -702- [al:702]-762- [al:762]-708- [al:708]-2568- [al:2568]
Zie ook alinea's: -702- [al:702]-762- [al:762]-708- [al:708]-2568- [al:2568]
Referenties naar alinea 122: 1
Verbum Domini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
123
De christenen vereren het Oude Testament als het ware woord van God. De Kerk heeft altijd krachtig de gedachte afgewezen van het Oude Testament te verwerpen onder voorwendsel dat het door het Nieuwe Testament achterhaald zou zijn (Marcionisme).
Referenties naar alinea 123: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
124
Het Nieuwe Testament
"Het Woord van God, dat een kracht van God is tot heil van iedere gelovige. wordt in de geschriften van het Nieuwe Testament op bijzondere wijze tegenwoordig gesteld en toont daarin zijn kracht". , vert. uit Lat. [[576|17]] Deze geschriften verschaffen ons de definitieve waarheid van de goddelijke openbaring. Hun centrale thema is Jezus Christus, de mensgeworden Zoon van God, zijn handelen, zijn onderricht, zijn lijden en zijn verheerlijking, evenals de beginperiode van zijn kerk onder de werking van de heilige Geest. vgl: Dei Verbum [[[576|20]]]
"Het Woord van God, dat een kracht van God is tot heil van iedere gelovige. wordt in de geschriften van het Nieuwe Testament op bijzondere wijze tegenwoordig gesteld en toont daarin zijn kracht". , vert. uit Lat. [[576|17]] Deze geschriften verschaffen ons de definitieve waarheid van de goddelijke openbaring. Hun centrale thema is Jezus Christus, de mensgeworden Zoon van God, zijn handelen, zijn onderricht, zijn lijden en zijn verheerlijking, evenals de beginperiode van zijn kerk onder de werking van de heilige Geest. vgl: Dei Verbum [[[576|20]]]
Referenties naar alinea 124: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
125
De Evangelies zijn het hart van de hele Schrift, "omdat zij het voornaamste getuigenis zijn over het leven en de leer van het vleesgeworden Woord, onze Verlosser". , vert. uit Lat. [[576|18]]
Zie ook alinea's: -515- [al:515]
Zie ook alinea's: -515- [al:515]
Referenties naar alinea 125: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
126
Bij het tot stand komen van de evangelies kan men drie fases onderscheiden:Zie ook alinea's: -76- [al:76]
- Het leven en de leer van Jezus. De Kerk gelooft vast dat de vier Evangelies, "waarvan zij de historiciteit zonder aarzelen bevestigt, getrouw weergeven wat Jezus, de Zoon van God, tijdens zijn leven onder de mensen werkelijk gedaan en geleerd heeft voor hun eeuwig heil, tot op de dag waarop Hij ten hemel is opgenomen".
- De mondelinge Overlevering. "De apostelen hebben na de Hemelvaart van de Heer datgene wat Hij gezegd en gedaan had, aan hun toehoorders doorgegeven met het vollediger inzicht dat zijzelf genoten, onderricht als zij waren door de glorievolle gebeurtenissen van Christus en verlicht door de Geest van waarheid".
- De geschreven Evangelies."De gewijde schrijvers hebben bij het schrijven van de vier Evangelies een keuze gedaan uit het vele dat mondeling of ook reeds schriftelijk was overgeleverd, en andere zaken tot een synthese samengevoegd of met het oog op de situatie van de kerken uitgelegd. Tenslotte hebben zij de vorm van de prediking behouden, altijd zó dat zij ons de zuivere waarheid over Jezus meedeelden". , vert. uit Lat. [[576|19]]
Referenties naar alinea 126: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
127
Het "viervormig" Evangelie neemt in de kerk een unieke plaats in: hiervan getuigen de verering die de liturgie eraan toekent, en de onvergelijkelijke aantrekkingskracht die het te allen tijde op de heiligen heeft uitgeoefend.
"Er is geen grootser, beter, kostbaarder en schitterender leer dan de tekst van het evangelie. Ziet en bewaart in uw hart wat onze Heer en Meester, Christus, zowel in zijn woorden geleerd heeft als door zijn daden tot stand gebracht heeft." SC 345,380, vert. uit Lat. [[8506]]Zie ook alinea's: -1154- [al:1154]-2705- [al:2705]
"Het is bovenal het hele Evangelie dat mij gedurende mijn gebed voedsel geeft; hierin vind ik alles wat nodig is voor mijn arme ziel. Ik ontdek er steeds nieuw licht, verborgen en mysterieuze betekenissen." A 83 v. [[3958]]
Referenties naar alinea 127: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
128
De eenheid van het Oude en Nieuwe Testament
De Kerk heeft al ten tijde van de apostelen (1 Kor. 10, 6.11; Heb. 10, 1; 1 Petr. 3, 21) [[b:1 Kor. 10, 6.11; Heb. 10, 1; 1 Petr. 3, 21]] en vervolgens voortdurend in haar Overlevering de eenheid van het goddelijk heilsplan in de belde testamenten belicht dankzij de typologie. Deze ziet in de werking van God onder het Oude Verbond voorafbeeldingen van hetgeen God in de volheid van de tijd voltooid heeft in de persoon van zijn mensgeworden Zoon.
Zie ook alinea's: -1094- [al:1094]-489- [al:489]
De Kerk heeft al ten tijde van de apostelen (1 Kor. 10, 6.11; Heb. 10, 1; 1 Petr. 3, 21) [[b:1 Kor. 10, 6.11; Heb. 10, 1; 1 Petr. 3, 21]] en vervolgens voortdurend in haar Overlevering de eenheid van het goddelijk heilsplan in de belde testamenten belicht dankzij de typologie. Deze ziet in de werking van God onder het Oude Verbond voorafbeeldingen van hetgeen God in de volheid van de tijd voltooid heeft in de persoon van zijn mensgeworden Zoon.
Zie ook alinea's: -1094- [al:1094]-489- [al:489]
Referenties naar alinea 128: 1
Verbum Domini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
129
De christenen lezen derhalve het Oude Testament in het licht van de gestorven en verrezen Christus. Deze typologische lezing legt de onuitputtelijke inhoud van het Oude Testament bloot. Zij mag niet doen vergeten dat het Oude Testament zijn eigen waarde van een openbaring behoudt die door onze Heer zelf opnieuw bevestigd is. (Mc. 12, 29-31) [[b:Mc. 12, 29-31]] Het Nieuwe Testament vraagt er overigens om ook gelezen te worden in het licht van het Oude Testament. De catechese van de eerste Christenen zal er voortdurend een beroep op doen. (1 Kor. 5, 6-8; 1 Kor. 10, 1-11) [[b:1 Kor. 5, 6-8; 1 Kor. 10, 1-11]] Volgens een oud gezegde is het Nieuwe Testament verborgen in het Oude Testament, terwijl het Oude Testament wordt onthuld in het Nieuwe Testament: "Het Nieuwe Testament is verborgen in het Oude Testament en het Oude Testament wordt in het Nieuwe Testament onthuld" / "Novum in Vetere latet et in Novo Vetus patet". 2,73, vert. uit Lat. [[2606]] vgl: Dei Verbum [[[576|16]]]
Zie ook alinea's: -651- [al:651]-2055- [al:2055]-1968- [al:1968]
Zie ook alinea's: -651- [al:651]-2055- [al:2055]-1968- [al:1968]
Referenties naar alinea 129: 1
Verbum Domini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
130
Typologie betekent de dynamiek naar de voltooiing van het goddelijk heilsplan, wanneer "God alles in allen zal zijn" (1 Kor. 15, 28) [b:1 Kor. 15, 28]. Zo verliezen b.v. ook de roeping van de aartsvaders en de uittocht uit Egypte binnen Gods heilsplan niet hun eigen waarde omwille van het feit dat zij er tezelfdertijd tussenstappen van zijn.
Referenties naar alinea 130: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De heilige Schrift in het leven van de Kerk
131
"De werking en de kracht van het woord van God zijn zo groot dat dit voor de kerk een steunpunt en een kracht is en voor de kinderen van de kerk de sterkte van het geloof, de spijs voor hun ziel, de zuivere en ononderbroken stromende bron van geestelijk leven". , vert. uit Lat. [[576|21]] "Voor de christenen moet de toegang tot de heilige Schrift wijd openstaan". , vert. uit Lat. [[576|22]]
Referenties naar alinea 131: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
132
"Daarom moet de studie van de heilige Schrift als het ware de ziel zijn van de heilige theologie. Ook de dienst van het woord, namelijk de pastorale prediking, de catechese en elk christelijk onderricht, waarin de liturgische homilie een vooraanstaande plaats moet innemen, ontvangt nu door datzelfde woord van de Schrift zijn heilzaam voedsel en zijn heilige en frisse kracht". , vert. uit Lat. [[576|24]]
Zie ook alinea's: -94- [al:94]
Zie ook alinea's: -94- [al:94]
Referenties naar alinea 132: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
133
De Kerk "spoort met aandrang en met nadruk alle Christenen (... ) aan zich door het veelvuldig lezen van de goddelijke Schriften 'de alles overtreffende kennis van Jezus Christus' (Fil. 3, 8) [b:Fil. 3, 8] eigen te maken. 'Want de Schriften niet kennen betekent Christus niet kennen' XVIII, Prologus: P.L. 24, 17 [[1810]]". , vert. uit Lat. [[576|25]]
Zie ook alinea's: -2653- [al:2653]-1792- [al:1792]
Zie ook alinea's: -2653- [al:2653]-1792- [al:1792]
Referenties naar alinea 133: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT
134
"Heel de goddelijke Schrift is slechts één boek en dit ene boek is Christus, 'want heel de goddelijke Schrift spreekt van Christus en heel de goddelijk Schrift wordt vervuld in Christus'". 2,9, vert. uit Lat. [[2585]]
Referenties naar alinea 134: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
135
"De heilige boeken bevatten het Woord van God en, wegens hun geïnspireerd karakter, zijn ze werkelijk het woord van God". , vert. uit Lat. [[576|24]]
Referenties naar alinea 135: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
136
God is de auteur van de heilige Schrift, terwijl Hij zijn menselijke auteurs inspireert; Hij werkt in en door hen. Hij geeft zo de zekerheid dat hun geschriften zonder dwaling de heilzame waarheid leren. vgl: Dei Verbum [[[576|11]]]
Referenties naar alinea 136: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
137
De interpretatie van de geïnspireerde Schriften moet voor alles letten op hetgeen God door de heilige auteurs voor ons heil wil openbaren. "Wat van de Geest komt, wordt alleen door de werking van de Geest ten volle verstaan". Origenes, Hom. in Ex. 4,5,.. Origenes, Hom. in Ex. 4,5, vert. uit Gr.
Referenties naar alinea 137: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
138
De Kerk ontvangt en vereert de 46 boeken van het Oude en de 27 boeken van het Nieuwe Testament als geïnspireerd.
Referenties naar alinea 138: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
139
De vier Evangelies nemen een centrale plaats in, aangezien Christus Jezus er het middelpunt van is.
Referenties naar alinea 139: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
140
De eenheid van de beide testamenten komt voort uit de eenheid van Gods heilsplan en zijn openbaring. Het Oude Testament bereidt het Nieuwe Testament voor, terwijl dit laatste de vervulling is van het Oude Testament; beide verklaren elkaar wederzijds; beide zijn het ware woord van God.
Youcat ->=geentekst=
Referenties naar alinea 140: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
141
"De Kerk heeft de heilige Schriften, zoals ook het lichaam des Heren zelf, altijd vereerd": , vert. uit Lat. [[576|21]] beide voeden en sturen heel het christelijk leven. "Uw woord is een lamp voor mijn voeten, het is een licht op mijn pad" (Ps. 119, 105) [b:Ps. 119, 105]. (Jes. 50, 4) [[b:Jes. 50, 4]]
Referenties naar alinea 141: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Derde hoofdstuk Het antwoord van de mens aan God
142
Door zijn openbaring "spreekt de onzichtbare God, uit de overvloed van zijn liefde, tot de mensen als tot zijn vrienden en gaat Hij met hen om, teneinde hen uit te nodigen tot de gemeenschap met Hem en hen daarin op te nemen". vert. uit Lat. [[576|2]] Het overeenstemmend antwoord op deze uitnodiging is het geloof.
Zie ook alinea's: -1102- [al:1102]
Zie ook alinea's: -1102- [al:1102]
Referenties naar alinea 142: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
143
Door het geloof onderwerpt de mens zijn verstand en wil geheel aan God. Met heel zijn wezen betuigt de mens zijn instemming met de zich openbarende God. Dei Verbum [[576|5]] De heilige Schrift noemt dit antwoord van de mens aan de God die openbaart: (Rom. 1, 5; Rom. 16, 26) [[b:Rom. 1, 5; Rom. 16, 26]] "gehoorzaamheid van het geloof".
Zie ook alinea's: -2087- [al:2087]
Zie ook alinea's: -2087- [al:2087]
Referenties naar alinea 143: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Ik geloof
- De gehoorzaamheid van het geloof
144
Gehoorzamen (gehoor geven) in het geloof is zich uit vrije wil onderwerpen aan het gehoorde woord, omdat God, de Waarheid zelf, borg staat voor de waarheid ervan. Abraham staat model voor deze gehoorzaamheid die de heilige Schrift ons voorhoudt. De Maagd Maria is er de meest volmaakte verwezenlijking van.
Dominus Iesus ->=geentekst=
Dat zij jullie leert het Woord van God te ontvangen ->=geentekst=
Referenties naar alinea 144: 3
Youcat ->=geentekst=Dominus Iesus ->=geentekst=
Dat zij jullie leert het Woord van God te ontvangen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
145
Abraham - "de vader van alle gelovigen"
De brief aan de Hebreeën legt in de grote lofrede op het geloof van de voorvaderen in het bijzonder de nadruk op het geloof van Abraham: "Door het geloof heeft Abraham gehoor gegeven aan de roepstem van God, en ging hij op weg naar een land dat bestemd was voor hem en zijn erfgenamen: hij vertrok zonder te weten waarheen" (Heb. 11, 8) [b:Heb. 11, 8]. (Gen. 12, 1-4) [[b:Gen. 12, 1-4]] Door het geloof heeft hij als vreemdeling en als pelgrim in het beloofde land geleefd. (Gen. 23, 4) [[b:Gen. 23, 4]] Door dit geloof werd Sara vruchtbaar en kon zij de zoon van de belofte ontvangen. Door het geloof tenslotte heeft Abraham zijn enige zoon ten offer gebracht. (Heb. 11, 17) [[b:Heb. 11, 17]]
Zie ook alinea's: -52- [al:52]-2570- [al:2570]-489- [al:489]
De brief aan de Hebreeën legt in de grote lofrede op het geloof van de voorvaderen in het bijzonder de nadruk op het geloof van Abraham: "Door het geloof heeft Abraham gehoor gegeven aan de roepstem van God, en ging hij op weg naar een land dat bestemd was voor hem en zijn erfgenamen: hij vertrok zonder te weten waarheen" (Heb. 11, 8) [b:Heb. 11, 8]. (Gen. 12, 1-4) [[b:Gen. 12, 1-4]] Door het geloof heeft hij als vreemdeling en als pelgrim in het beloofde land geleefd. (Gen. 23, 4) [[b:Gen. 23, 4]] Door dit geloof werd Sara vruchtbaar en kon zij de zoon van de belofte ontvangen. Door het geloof tenslotte heeft Abraham zijn enige zoon ten offer gebracht. (Heb. 11, 17) [[b:Heb. 11, 17]]
Zie ook alinea's: -52- [al:52]-2570- [al:2570]-489- [al:489]
Referenties naar alinea 145: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
146
Abraham verwezenlijkt zo de definitie van het geloof, zoals de brief aan de Hebreeën die verwoordt: "Het geloof is een vaste grond van wat wij hopen, het overtuigt ons van de werkelijkheid van onzichtbare dingen" (Heb. 11,1). "Abraham heeft God geloofd en dat geloof is hem aangerekend als gerechtigheid" (Rom. 4, 3) [b:Rom. 4, 3]. (Gen. 15, 6) [[b:Gen. 15, 6]] Dankzij deze "kracht van zijn geloof" (Rom. 4, 20) [b:Rom. 4, 20] is Abraham "de vader van allen die geloven" (Rom. 4, 11) [b:Rom. 4, 11] (Rom. 4, 18; Gen. 15, 5) [[b:Rom. 4, 18; Gen. 15, 5]] geworden.
Zie ook alinea's: -1819- [al:1819]
Zie ook alinea's: -1819- [al:1819]
Referenties naar alinea 146: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
147
Het Oude Testament getuigt rijkelijk van dit geloof. De brief aan de Hebreeën verkondigt de lof van het voorbeeldige geloof van de ouden "die zich hierdoor naam verworven hebben" (Heb. 11, 2) [b:Heb. 11, 2] (Heb. 11, 39) [[b:Heb. 11, 39]]. Echter, "God had met ons iets beters voor": de genade in zijn Zoon Jezus te geloven, "de aanvoerder en voltooier van ons geloof" (Heb. 12, 2) [b:Heb. 12, 2].
Zie ook alinea's: -839- [al:839]
Zie ook alinea's: -839- [al:839]
Referenties naar alinea 147: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
148
Maria - "Zalig zij die geloofd heeft"
De maagd Maria verwezenlijkt op de meest volmaakte manier de gehoorzaamheid van het geloof. In geloof heeft Maria de aankondiging en de belofte, haar door de engel Gabriël gebracht, ontvangen, omdat zij geloofde dat "voor God niets onmogelijk is" (Lc. 1, 37) [b:Lc. 1, 37] (Gen. 18, 14) [[b:Gen. 18, 14]] en omdat ze haar instemming gaf: "Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord" (Lc. 1, 38) [b:Lc. 1, 38]. Elisabeth heeft haar als volgt begroet: "Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is" (Lc. 1, 45) [b:Lc. 1, 45]. Om dit geloof zal elk geslacht haar zalig prijzen. (Lc. 1, 48) [[b:Lc. 1, 48]]
Zie ook alinea's: -494- [al:494]-2617- [al:2617]-506- [al:506]
De maagd Maria verwezenlijkt op de meest volmaakte manier de gehoorzaamheid van het geloof. In geloof heeft Maria de aankondiging en de belofte, haar door de engel Gabriël gebracht, ontvangen, omdat zij geloofde dat "voor God niets onmogelijk is" (Lc. 1, 37) [b:Lc. 1, 37] (Gen. 18, 14) [[b:Gen. 18, 14]] en omdat ze haar instemming gaf: "Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord" (Lc. 1, 38) [b:Lc. 1, 38]. Elisabeth heeft haar als volgt begroet: "Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is" (Lc. 1, 45) [b:Lc. 1, 45]. Om dit geloof zal elk geslacht haar zalig prijzen. (Lc. 1, 48) [[b:Lc. 1, 48]]
Zie ook alinea's: -494- [al:494]-2617- [al:2617]-506- [al:506]
Referenties naar alinea 148: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
149
Tijdens haar hele leven en tot haar laatste beproeving, (Lc. 2, 35) [[b:Lc. 2, 35]] toen Jezus, haar zoon, stierf op het kruis, heeft haar geloof niet gewankeld. Maria heeft niet opgehouden te geloven "in de vervulling" van het woord van God. Daarom vereert de kerk in Maria dan ook de zuiverste verwezenlijking van het geloof.
Zie ook alinea's: -969- [al:969]-507- [al:507]-829- [al:829]
Zie ook alinea's: -969- [al:969]-507- [al:507]-829- [al:829]
Referenties naar alinea 149: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- "Ik weet Wie ik mijn vertrouwen heb geschonken" (2 Tim. 1,12)
150
Geloven in God alleen
Het geloof is op de eerste plaats een zich persoonlijk bekennen van de mens tot God; het is tegelijkertijd, en hiermee onlosmakelijk verbonden, de vrije instemming met geheel de waarheid die God geopenbaard heeft. In zoverre het christelijk geloof een zich persoonlijk bekennen tot God is en een instemming met de waarheid die Hij geopenbaard heeft, verschilt het van het geloof in een menselijke persoon. Het is juist en goed zich geheel aan God toe te vertrouwen en volstrekt te geloven in wat Hij zegt. Het zou ijdel en bedrieglijk zijn op een dergelijke manier in een schepsel te geloven. (Jer. 17, 5-6; Ps. 40, 5; Ps. 146, 3-4) [[b:Jer. 17, 5-6; Ps. 40, 5; Ps. 146, 3-4]]
Zie ook alinea's: -222- [al:222]
Youcat ->=geentekst=
Nota con indicazioni pastorali per l’Anno della fede ->=geentekst=
Dominus Iesus ->=geentekst=
Het geloof is op de eerste plaats een zich persoonlijk bekennen van de mens tot God; het is tegelijkertijd, en hiermee onlosmakelijk verbonden, de vrije instemming met geheel de waarheid die God geopenbaard heeft. In zoverre het christelijk geloof een zich persoonlijk bekennen tot God is en een instemming met de waarheid die Hij geopenbaard heeft, verschilt het van het geloof in een menselijke persoon. Het is juist en goed zich geheel aan God toe te vertrouwen en volstrekt te geloven in wat Hij zegt. Het zou ijdel en bedrieglijk zijn op een dergelijke manier in een schepsel te geloven. (Jer. 17, 5-6; Ps. 40, 5; Ps. 146, 3-4) [[b:Jer. 17, 5-6; Ps. 40, 5; Ps. 146, 3-4]]
Zie ook alinea's: -222- [al:222]
Referenties naar alinea 150: 4
"Geworteld en opgebouwd in Jezus Christus, standvastig in het geloof” (Kol. 2, 7) ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Nota con indicazioni pastorali per l’Anno della fede ->=geentekst=
Dominus Iesus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
151
Geloven in Jezus Christus, de Zoon van God
Voor een christen is geloven in God onlosmakelijk verbonden met geloven in Hem die Hij gezonden heeft, "zijn welbeminde Zoon", in wie Hij heel zijn welbehagen heeft (Mc. 1, 11) [b:Mc. 1, 11]; God heeft ons gezegd naar Hem te luisteren. (Mc. 9, 7) [[b:Mc. 9, 7]] De Heer zelf heeft aan zijn apostelen gezegd: "Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij" (Joh. 14,1). Wij kunnen in Jezus Christus geloven, omdat Hijzelf God is, het vleesgeworden Woord: "Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die in de schoot des Vaders is, Hij heeft Hem doen kennen" (Joh. 1, 18) [b:Joh. 1, 18]. Aangezien Hij "de Vader gezien heeft" (Joh. 6, 46) [b:Joh. 6, 46], is Hij de enige die Hem kent en Hem kan openbaren. (Mt. 11, 27) [[b:Mt. 11, 27]]
Zie ook alinea's: -424- [al:424]
Voor een christen is geloven in God onlosmakelijk verbonden met geloven in Hem die Hij gezonden heeft, "zijn welbeminde Zoon", in wie Hij heel zijn welbehagen heeft (Mc. 1, 11) [b:Mc. 1, 11]; God heeft ons gezegd naar Hem te luisteren. (Mc. 9, 7) [[b:Mc. 9, 7]] De Heer zelf heeft aan zijn apostelen gezegd: "Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij" (Joh. 14,1). Wij kunnen in Jezus Christus geloven, omdat Hijzelf God is, het vleesgeworden Woord: "Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die in de schoot des Vaders is, Hij heeft Hem doen kennen" (Joh. 1, 18) [b:Joh. 1, 18]. Aangezien Hij "de Vader gezien heeft" (Joh. 6, 46) [b:Joh. 6, 46], is Hij de enige die Hem kent en Hem kan openbaren. (Mt. 11, 27) [[b:Mt. 11, 27]]
Zie ook alinea's: -424- [al:424]
Referenties naar alinea 151: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
152
Geloven in de Heilige Geest
Men kan niet in Jezus Christus geloven zonder deel te hebben aan zijn Geest. Het is de Heilige Geest die aan de mensen openbaart wie Jezus is. Want "niemand kan zeggen 'Jezus is de Heer', tenzij door de Heilige Geest" (1 Kor. 12, 3) [b:1 Kor. 12, 3]. "De Geest van God doorgrondt alles, zelfs de diepste geheimen van God (...). Zo kent alleen de Geest van God het wezen van God" (1 Kor. 2, 10-11) [b:1 Kor. 2, 10-11]. God alleen kent God in zijn geheel. Wij geloven in de Heilige Geest, omdat Hij God is.
Men kan niet in Jezus Christus geloven zonder deel te hebben aan zijn Geest. Het is de Heilige Geest die aan de mensen openbaart wie Jezus is. Want "niemand kan zeggen 'Jezus is de Heer', tenzij door de Heilige Geest" (1 Kor. 12, 3) [b:1 Kor. 12, 3]. "De Geest van God doorgrondt alles, zelfs de diepste geheimen van God (...). Zo kent alleen de Geest van God het wezen van God" (1 Kor. 2, 10-11) [b:1 Kor. 2, 10-11]. God alleen kent God in zijn geheel. Wij geloven in de Heilige Geest, omdat Hij God is.
De Kerk houdt niet op haar geloof te belijden in één God, Vader, Zoon en Heilige Geest.Zie ook alinea's: -243- [al:243]-683- [al:683]-232- [al:232]
Referenties naar alinea 152: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De kenmerken van het geloof
153
Het geloof is een genade
Wanneer de heilige Petrus belijdt dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God, dan verklaart Jezus dat "niet vlees en bloed" hem dit geopenbaard hebben, "maar zijn Vader die in de hemel is" (Mt. 16, 17) [b:Mt. 16, 17]. (Gal. 1, 15; Mt. 11, 25) [[b:Gal. 1, 15; Mt. 11, 25]] Het geloof is een gave van God, een bovennatuurlijke deugd, door Hem ingestort. "Wil de mens deze geloofsdaad kunnen stellen, dan is Gods voorkomende en helpende genade nodig en de innerlijke bijstand van de heilige Geest, die het hart moet bewegen en het tot God moet keren, die de ogen van de geest moet openen en 'aan allen smaak moet geven om met de waarheid in te stemmen en erin te geloven"'. vert. uit Lat. [[576|5]]
Zie ook alinea's: -552- [al:552]-1814- [al:1814]-1996- [al:1996]-2609- [al:2609]
Dominus Iesus ->=geentekst=
Wanneer de heilige Petrus belijdt dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God, dan verklaart Jezus dat "niet vlees en bloed" hem dit geopenbaard hebben, "maar zijn Vader die in de hemel is" (Mt. 16, 17) [b:Mt. 16, 17]. (Gal. 1, 15; Mt. 11, 25) [[b:Gal. 1, 15; Mt. 11, 25]] Het geloof is een gave van God, een bovennatuurlijke deugd, door Hem ingestort. "Wil de mens deze geloofsdaad kunnen stellen, dan is Gods voorkomende en helpende genade nodig en de innerlijke bijstand van de heilige Geest, die het hart moet bewegen en het tot God moet keren, die de ogen van de geest moet openen en 'aan allen smaak moet geven om met de waarheid in te stemmen en erin te geloven"'. vert. uit Lat. [[576|5]]
Zie ook alinea's: -552- [al:552]-1814- [al:1814]-1996- [al:1996]-2609- [al:2609]
Referenties naar alinea 153: 2
Lumen Fidei ->=geentekst=Dominus Iesus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
154
Het geloof is een menselijke daad
Geloven is slechts mogelijk door de genade en de innerlijke bijstand van de heilige Geest. Het is niet minder waar dat geloven een authentiek menselijke daad is. Het is noch in strijd met de vrijheid noch met het denken van de mens om op God te vertrouwen en zich te bekennen tot de door Hem geopenbaarde waarheden. In menselijke verhoudingen is het al niet in strijd met onze waardigheid te geloven wat anderen ons over zichzelf en hun bedoelingen vertellen, en ons te verlaten op hun beloften (b.v. wanneer man en vrouw huwen) om zo deel te krijgen aan een wederzijdse gemeenschap. Daarom is het nog veel minder in strijd met onze waardigheid "door geloof de volkomen onderwerping van ons verstand en onze wil aan de God die openbaart, te tonen" vert. uit Lat. [[115|10]] en zo met Hem in een innige gemeenschap te treden.
Zie ook alinea's: -1749- [al:1749]-2126- [al:2126]
Jaar van het geloof - Wat is geloof? ->=geentekst=
Geloven is slechts mogelijk door de genade en de innerlijke bijstand van de heilige Geest. Het is niet minder waar dat geloven een authentiek menselijke daad is. Het is noch in strijd met de vrijheid noch met het denken van de mens om op God te vertrouwen en zich te bekennen tot de door Hem geopenbaarde waarheden. In menselijke verhoudingen is het al niet in strijd met onze waardigheid te geloven wat anderen ons over zichzelf en hun bedoelingen vertellen, en ons te verlaten op hun beloften (b.v. wanneer man en vrouw huwen) om zo deel te krijgen aan een wederzijdse gemeenschap. Daarom is het nog veel minder in strijd met onze waardigheid "door geloof de volkomen onderwerping van ons verstand en onze wil aan de God die openbaart, te tonen" vert. uit Lat. [[115|10]] en zo met Hem in een innige gemeenschap te treden.
Zie ook alinea's: -1749- [al:1749]-2126- [al:2126]
Referenties naar alinea 154: 2
Lumen Fidei ->=geentekst=Jaar van het geloof - Wat is geloof? ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
155
In het geloof werken het menselijk verstand en de menselijke wil met de goddelijke genade samen: "Geloven is een daad van het verstand dat instemt met de goddelijke waarheid op aandrang van de wil die door God met zijn genade daartoe is aangezet". 2-2,2,9, vert. uit Lat [[835]] vgl: vert. uit Lat. [[[115|12]]]
Zie ook alinea's: -2008- [al:2008]
Zie ook alinea's: -2008- [al:2008]
Referenties naar alinea 155: 1
Lumen Fidei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
156
Het geloof en het verstand
Het geloofsmotief ligt niet in het feit dat de geopenbaarde waarheden ons in het licht van ons natuurlijk verstand als waar en begrijpelijk voorkomen. Wij geloven "op gezag van God zelf, die openbaart en zich niet kan vergissen en niet kan bedriegen" vert uit Lat. [[115|10]]. "Opdat de hulde van het geloof niettemin overeenstemt met ons verstand, heeft God gewild dat de inwendige bijstand van de heilige Geest vergezeld gaat van de uitwendige bewijzen van zijn openbaring". vgl: vert. uit Lat. [[[115|11]]] Zo zijn de wonderen van Christus en de heiligen, (Mc. 16, 20; Heb 2, 4) [[b:Mc. 16, 20; Heb 2, 4]] de profetieën, de verbreiding en de heiligheid van de Kerk, haar vruchtbaarheid en haar stabiliteit "zekere tekenen van de openbaring, aangepast aan het begrip van ieder" vert uit Lat. [[115|11]], en "motieven van geloofwaardigheid" die tonen dat de instemming van het geloof "geenszins een blinde gemoedsopwelling is". vert uit Lat. [[115|12]]
Zie ook alinea's: -1063- [al:1063]-2465- [al:2465]-548- [al:548]-812- [al:812]
Het geloofsmotief ligt niet in het feit dat de geopenbaarde waarheden ons in het licht van ons natuurlijk verstand als waar en begrijpelijk voorkomen. Wij geloven "op gezag van God zelf, die openbaart en zich niet kan vergissen en niet kan bedriegen" vert uit Lat. [[115|10]]. "Opdat de hulde van het geloof niettemin overeenstemt met ons verstand, heeft God gewild dat de inwendige bijstand van de heilige Geest vergezeld gaat van de uitwendige bewijzen van zijn openbaring". vgl: vert. uit Lat. [[[115|11]]] Zo zijn de wonderen van Christus en de heiligen, (Mc. 16, 20; Heb 2, 4) [[b:Mc. 16, 20; Heb 2, 4]] de profetieën, de verbreiding en de heiligheid van de Kerk, haar vruchtbaarheid en haar stabiliteit "zekere tekenen van de openbaring, aangepast aan het begrip van ieder" vert uit Lat. [[115|11]], en "motieven van geloofwaardigheid" die tonen dat de instemming van het geloof "geenszins een blinde gemoedsopwelling is". vert uit Lat. [[115|12]]
Zie ook alinea's: -1063- [al:1063]-2465- [al:2465]-548- [al:548]-812- [al:812]
Referenties naar alinea 156: 1
Lumen Fidei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
157
Het geloof is zeker, zekerder dan elke menselijke kennis, omdat het steunt op het woord zelf van God, die geen onwaarheid kan spreken. Zeker, de geopenbaarde waarheden kunnen het menselijk verstand en de menselijke ervaring duister voorkomen, maar "de zekerheid die het goddelijk licht schenkt, is groter dan de zekerheid die het menselijk verstand schenkt". 2-2,171,5 obj. 3, vert. uit Lat. [[835]] "Tienduizend moeilijkheden maken niet een twijfel". Apologia pro vita sua [[878]]
Zie ook alinea's: -2088- [al:2088]
Zie ook alinea's: -2088- [al:2088]
Referenties naar alinea 157: 1
Lumen Fidei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
158
"Het geloof tracht te begrijpen": Proem., vert. uit Lat. [[879]] het is eigen aan het geloof dat de gelovige Hem beter wil leren kennen in wie hij gelooft, en dat hij beter wil begrijpen wat Hij geopenbaard heeft; een dieper gaande kennis zal op haar beurt een groter, steeds meer van liefde brandend geloof vragen. De genade van het geloof opent "het innerlijk oog" (Ef. 1, 18) [b:Ef. 1, 18] voor een levend begrip van de inhoud van de openbaring, d.w.z. het geheel van Gods heilsplan en de geloofsgeheimen, hun onderling verband en hun verband met Christus, middelpunt van het geopenbaarde mysterie. Wel, "om ons begrip van de openbaring steeds meer te verdiepen, vervolmaakt de heilige Geest voortdurend het geloof door zijn gaven" vert. uit Lat. [[576|5]] Zo "geloof ik om te begrijpen en begrijp ik om beter te geloven", zoals de heilige Augustinus het uitdrukte. 43,7,9, vert. uit Lat. [[880]]
Zie ook alinea's: -2705- [al:2705]-1827- [al:1827]-90- [al:90]-2518- [al:2518]
Zie ook alinea's: -2705- [al:2705]-1827- [al:1827]-90- [al:90]-2518- [al:2518]
Referenties naar alinea 158: 1
Lumen Fidei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
159
Geloof en wetenschap. "Hoewel het geloof boven het verstand staat, kan er nooit sprake zijn van een werkelijke tegenstelling tussen het geloof en het verstand. Aangezien dezelfde God die de mysteries openbaart en het geloof meedeelt, ook het licht van het verstand in de menselijke geest heeft doen neerdalen, zou God zichzelf niet kunnen loochenen en de waarheid nooit de waarheid kunnen tegenspreken". vert. uit Lat. [[115|19]] "Daarom zal het methodisch onderzoek op welk wetenschappelijk gebied dan ook, mits het echt wetenschappelijk en overeenkomstig de normen van de moraal geschiedt, nooit werkelijk in strijd zijn met het geloof, omdat de profane werkelijkheden en de geloofswerkelijkheden hun oorsprong hebben in dezelfde God. Sterker nog: wie met nederigheid en volharding tracht door te dringen in de geheimen der dingen, wordt, zelfs als hij het zich niet bewust is, als het ware geleid door de hand van God, die alles in stand houdt en maakt dat alles is wat het is". § 2, vert. uit Lat. [[575|36]]
Zie ook alinea's: -283- [al:283]-2293- [al:2293]
Lumen Fidei ->=geentekst=
Zie ook alinea's: -283- [al:283]-2293- [al:2293]
Referenties naar alinea 159: 2
Youcat ->=geentekst=Lumen Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
160
De vrijheid van het geloof
Wil het antwoord van het geloof een menselijk antwoord zijn, "dan moet de mens vrij zijn in geloof antwoord te geven aan God en bijgevolg mag niemand worden gedwongen om tegen zijn wil het geloof te aanvaarden. De geloofsdaad is immers krachtens heel zijn aard een vrije daad". vert. uit Lat. [[702|10]] vgl: § 2 [[[30|748]]] "God roept de mensen weliswaar om Hem te dienen in geest en waarheid en zij worden door deze roeping in geweten gebonden maar niet gedwongen. (...) Dit is in hoge mate duidelijk geworden in Christus Jezus". vert. uit Lat. [[702|11]] Christus heeft de mens immers uitgenodigd tot geloof en bekering, Hij heeft hem daar geenszins toe gedwongen. "Hij heeft getuigenis afgelegd van de waarheid, maar weigerde haar met geweld op te dringen aan wie Hem tegenspraken. Zijn rijk (...) groeit immers door de liefde waarmee Christus, omhoog geheven op het kruis, alle mensen tot zich trekt". vert. uit Lat. [[702|11]]
Zie ook alinea's: -1738- [al:1738]-2106- [al:2106]-616- [al:616]
Wil het antwoord van het geloof een menselijk antwoord zijn, "dan moet de mens vrij zijn in geloof antwoord te geven aan God en bijgevolg mag niemand worden gedwongen om tegen zijn wil het geloof te aanvaarden. De geloofsdaad is immers krachtens heel zijn aard een vrije daad". vert. uit Lat. [[702|10]] vgl: § 2 [[[30|748]]] "God roept de mensen weliswaar om Hem te dienen in geest en waarheid en zij worden door deze roeping in geweten gebonden maar niet gedwongen. (...) Dit is in hoge mate duidelijk geworden in Christus Jezus". vert. uit Lat. [[702|11]] Christus heeft de mens immers uitgenodigd tot geloof en bekering, Hij heeft hem daar geenszins toe gedwongen. "Hij heeft getuigenis afgelegd van de waarheid, maar weigerde haar met geweld op te dringen aan wie Hem tegenspraken. Zijn rijk (...) groeit immers door de liefde waarmee Christus, omhoog geheven op het kruis, alle mensen tot zich trekt". vert. uit Lat. [[702|11]]
Zie ook alinea's: -1738- [al:1738]-2106- [al:2106]-616- [al:616]
Referenties naar alinea 160: 1
Lumen Fidei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
161
De noodzaak van het geloof
Geloven in Jezus Christus en in Hem die Hem tot ons heil gezonden heeft, is noodzakelijk om dit heil te verwerven. (Vgl. Mc. 16, 16; Joh. 3, 36; Joh. 6, 40; e.a.) [[b:Mc. 16, 16; Joh. 3, 36; Joh. 6, 40]] "Omdat 'het zonder het geloof onmogelijk is aan God te behagen' (Heb. 11, 6) [b:Heb. 11, 6] en deel te krijgen aan de gemeenschap van zijn kinderen, wordt niemand zonder dit geloof ooit gerechtvaardigd en zal niemand het eeuwig leven verwerven, tenzij 'hij ten einde toe volhardt' (Mt. 10, 22; Mt. 24, 13) [b:Mt. 10, 22; Mt. 24, 13]". vgl: Dei Filius [[[115|14]]] vgl: Sessio VI - Decretum de iustificatione [[[668|12]]]
Zie ook alinea's: -432- [al:432]-1257- [al:1257]-846- [al:846]
Geloven in Jezus Christus en in Hem die Hem tot ons heil gezonden heeft, is noodzakelijk om dit heil te verwerven. (Vgl. Mc. 16, 16; Joh. 3, 36; Joh. 6, 40; e.a.) [[b:Mc. 16, 16; Joh. 3, 36; Joh. 6, 40]] "Omdat 'het zonder het geloof onmogelijk is aan God te behagen' (Heb. 11, 6) [b:Heb. 11, 6] en deel te krijgen aan de gemeenschap van zijn kinderen, wordt niemand zonder dit geloof ooit gerechtvaardigd en zal niemand het eeuwig leven verwerven, tenzij 'hij ten einde toe volhardt' (Mt. 10, 22; Mt. 24, 13) [b:Mt. 10, 22; Mt. 24, 13]". vgl: Dei Filius [[[115|14]]] vgl: Sessio VI - Decretum de iustificatione [[[668|12]]]
Zie ook alinea's: -432- [al:432]-1257- [al:1257]-846- [al:846]
Referenties naar alinea 161: 1
Lumen Fidei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
162
De volharding in het geloof
Het geloof is een gave om niet die God de mens schenkt. Wij kunnen deze onschatbare gave verliezen. Wat dit betreft waarschuwde de heilige Paulus Timóteus als volgt: "Strijd daardoor gesteund de goede strijd, gewapend met geloof en een goed geweten. Omdat sommigen dit hebben prijsgegeven, heeft hun geloof schipbreuk geleden" (1 Tim. 1, 18-19) [b:1 Tim. 1, 18-19]. Om te leven, te groeien en ten einde toe te volharden in het geloof moeten wij het met Gods woord voeden; wij moeten de Heer smeken het te vermeerderen, (Mc. 9, 24; Lc. 17, 5; Lc. 22, 32) [[b:Mc. 9, 24; Lc. 17, 5; Lc. 22, 32]] het moet "zich uiten in de liefde" (Gal. 5, 6) [b:Gal. 5, 6], (Jak. 2, 14-26) [[b:Jak. 2, 14-26]] gedragen worden door de hoop (Rom. 15, 13) [[b:Rom. 15, 13]] en geworteld zijn in het geloof van de Kerk.
Zie ook alinea's: -2089- [al:2089]-1037- [al:1037]-2016- [al:2016]-2573- [al:2573]-2849- [al:2849]
Het geloof is een gave om niet die God de mens schenkt. Wij kunnen deze onschatbare gave verliezen. Wat dit betreft waarschuwde de heilige Paulus Timóteus als volgt: "Strijd daardoor gesteund de goede strijd, gewapend met geloof en een goed geweten. Omdat sommigen dit hebben prijsgegeven, heeft hun geloof schipbreuk geleden" (1 Tim. 1, 18-19) [b:1 Tim. 1, 18-19]. Om te leven, te groeien en ten einde toe te volharden in het geloof moeten wij het met Gods woord voeden; wij moeten de Heer smeken het te vermeerderen, (Mc. 9, 24; Lc. 17, 5; Lc. 22, 32) [[b:Mc. 9, 24; Lc. 17, 5; Lc. 22, 32]] het moet "zich uiten in de liefde" (Gal. 5, 6) [b:Gal. 5, 6], (Jak. 2, 14-26) [[b:Jak. 2, 14-26]] gedragen worden door de hoop (Rom. 15, 13) [[b:Rom. 15, 13]] en geworteld zijn in het geloof van de Kerk.
Zie ook alinea's: -2089- [al:2089]-1037- [al:1037]-2016- [al:2016]-2573- [al:2573]-2849- [al:2849]
Referenties naar alinea 162: 1
Lumen Fidei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
163
Het geloof - begin van het eeuwig leven
Het geloof laat ons als het ware bij voorbaat de vreugde en het licht van de zalige aanschouwing van God smaken, doel van onze tocht hier op aarde. Dan zullen wij God zien "van aangezicht tot aangezicht" (1 Kor. 13, 12) [b:1 Kor. 13, 12], "zoals Hij is" (1 Joh. 3, 2) [b:1 Joh. 3, 2]. Het geloof is dus al het begin van het eeuwig leven:
Het geloof laat ons als het ware bij voorbaat de vreugde en het licht van de zalige aanschouwing van God smaken, doel van onze tocht hier op aarde. Dan zullen wij God zien "van aangezicht tot aangezicht" (1 Kor. 13, 12) [b:1 Kor. 13, 12], "zoals Hij is" (1 Joh. 3, 2) [b:1 Joh. 3, 2]. Het geloof is dus al het begin van het eeuwig leven:
Als in een spiegel zien wij nu reeds de heerlijke gaven die ons werden beloofd en waarvan we, in geloof, verwachten te zullen genieten. 15,36, vert. Getijdenboek Lect. I,3,99 [[881]] vgl: 2-2.4,1, vert uit Lat. [[[835]]]Zie ook alinea's: -1088- [al:1088]
Referenties naar alinea 163: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
164
Nu echter "leven wij in geloof, wij zien Hem niet" (2 Kor. 5, 7) [b:2 Kor. 5, 7], en wij kennen God als in een spiegel, onduidelijk (1 Kor. 13, 12) [[b:1 Kor. 13, 12]]. Het geloof, dat het licht ontvangt van Hem in wie het gelooft, wordt vaak beleefd in het duister. Het kan op de proef gesteld worden. De wereld waarin wij leven, schijnt vaak nog ver verwijderd van wat het geloof ons verzekert: de ervaringen van het kwaad en het lijden, het onrecht en de dood lijken de Blijde Boodschap tegen te spreken: zij kunnen het geloof aan het wankelen brengen en er een verleiding voor worden.
Zie ook alinea's: -2846- [al:2846]-309- [al:309]-1502- [al:1502]-1006- [al:1006]
Zie ook alinea's: -2846- [al:2846]-309- [al:309]-1502- [al:1502]-1006- [al:1006]
Referenties naar alinea 164: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
165
Dan dienen wij ons te richten naar de getuigen van het geloof: Abraham die "tegen alle hoop in" (Rom. 4, 18) [b:Rom. 4, 18] geloofd heeft, de Maagd Maria die op "haar pelgrimstocht van het geloof" vert. uit Lat. [[617|58]] de "nacht van het geloof" Redemptoris Mater [[713|17]] is binnengegaan door deel te nemen aan het lijden van haar Zoon en aan de nacht van zijn graf Redemptoris Mater [[713|18]]; en zovele andere getuigen van het geloof. "Laten wij ons dan aansluiten bij de menigte van getuigen van het geloof, en elke last en belemmering van de zonde van ons afschudden, om vastberaden de wedstrijd te lopen waarvoor wij hebben ingeschreven. Zie naar Jezus, de aanvoerder en voltooier van ons geloof" (Heb. 12, 1-2) [b:Heb. 12, 1-2].
Zie ook alinea's: -2719- [al:2719]
Zie ook alinea's: -2719- [al:2719]
Referenties naar alinea 165: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 Wij geloven
166
Het geloof is een persoonlijke daad: het vrije antwoord van de mens op het initiatief van God, die zich openbaart. Maar het geloof is niet een op zichzelf staande daad. Niemand kan alleen geloven, zoals niemand alleen kan leven. Niemand heeft zichzelf het geloof geschonken, zoals niemand zichzelf het leven geschonken heeft. De gelovige heeft het geloof van anderen ontvangen, hij moet het aan anderen doorgeven. Onze liefde voor Jezus en de mensen zet ons ertoe aan met anderen over ons geloof te praten. Iedere gelovige is als een schakel in de grote keten van gelovigen. Ik kan niet geloven zonder gedragen te worden door het geloof van anderen en door mijn geloof draag ik ertoe bij het geloof van anderen te dragen.
Zie ook alinea's: -875- [al:875]
"Credo"- "Ik geloof in God" ->=geentekst=
Zie ook alinea's: -875- [al:875]
Referenties naar alinea 166: 2
"Geworteld en opgebouwd in Jezus Christus, standvastig in het geloof” (Kol. 2, 7) ->=geentekst="Credo"- "Ik geloof in God" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
167
"Ik geloof:" Twaalf artikelen van het geloof [[562]] dat is het geloof van de Kerk dat persoonlijk door iedere gelovige, vooral bij het Doopsel, beleden wordt. "Wij geloven:" volgens Grieks origineel [[66]] dat is het geloof van de Kerk dat beleden wordt door de bisschoppen, in concilie bijeen, of meer in het algemeen door de liturgische gemeenschap van de gelovigen, "Ik geloof:" dat is ook onze moeder de Kerk, die God door haar geloof antwoord geeft en die ons leert zeggen: "Ik geloof", "Wij geloven".
Zie ook alinea's: -1124- [al:1124]-2040- [al:2040]
Porta Fidei ->=geentekst=
Zie ook alinea's: -1124- [al:1124]-2040- [al:2040]
Referenties naar alinea 167: 2
Leerstellige nota ter verheldering van de laatst vastgestelde formule van de Geloofsbelijdenis ->=geentekst=Porta Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- "Heer, let op het geloof van uw Kerk"
168
Allereerst is het de kerk die gelooft en zo mijn geloof draagt, voedt en ondersteunt. Allereerst is het de kerk die overal de Heer belijdt ("U prijst de heilige kerk over heel de aarde" zingen wij in de lofzang "U, God, loven wij" ("Te Deum")), en met haar en in haar worden ook wij ertoe gebracht en ertoe aangezet te belijden: "Ik geloof", "wij geloven". Door de kerk ontvangen wij het geloof en het nieuwe leven in Christus door het doopsel. In het "Rituale Romanum" vraagt de bedienaar van het doopsel aan de catechumenen: "Wat vraagt u van de kerk van God?" En het antwoord luidt: "Het geloof". "Welke waarborg schenkt u het geloof?" "Het eeuwig leven". Het doopsel van volwassenen.. Het doopsel van volwassenen nr. 247, (NL), 118
Zie ook alinea's: -1253- [al:1253]
Zie ook alinea's: -1253- [al:1253]
Referenties naar alinea 168: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
169
Het heil komt alleen van God; maar omdat wij het leven van het geloof door de kerk ontvangen, is zij onze moeder. "Wij geloven in de kerk als de moeder van onze wedergeboorte. Wij geloven niet in de kerk als de bewerkster van ons heil". 1,2, vert uit Lat. [[882]] Daar zij onze moeder is, is zij ook onze opvoedster in het geloof.
Zie ook alinea's: -750- [al:750]-2030- [al:2030]
Zie ook alinea's: -750- [al:750]-2030- [al:2030]
Referenties naar alinea 169: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De taal van het geloof
170
Wij geloven niet in de formules, maar in de werkelijkheden die ze uitdrukken en die het geloof ons toestaat "aan te raken". "De (geloofs)daad van de gelovige blijft niet staan bij de formulering, maar bij de zaak zelf". 2-2,1,2 ad 2, vert. uit Lat. [[835]] Toch benaderen wij deze werkelijkheden met behulp van de geloofsformuleringen. Deze stellen ons in staat het geloof tot uitdrukking te brengen en over te dragen, het in gemeenschap te vieren, het in ons op te nemen en steeds meer vanuit dit geloof te leven.
Zie ook alinea's: -186- [al:186]
Zie ook alinea's: -186- [al:186]
Referenties naar alinea 170: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
171
De Kerk, die "pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) [b:1 Tim. 3, 15] is, bewaakt trouw "het geloof dat eens voor al aan de heiligen werd overgeleverd" (Judas. 1.3) [[b:Judas. 1.3]]. Zij bewaart en hoedt de herinnering aan de woorden van Christus. Zij levert van generatie op generatie de geloofsbelijdenis van de apostelen over. Zoals een moeder haar kinderen leert spreken en juist daardoor hen leert anderen te begrijpen en met anderen te communiceren, zo leert onze moeder de kerk ons de taal van het geloof om ons binnen te leiden in het verstaan en het leven van het geloof.
Zie ook alinea's: -78- [al:78]-84- [al:84]-857- [al:857]-185- [al:185]
Youcat ->=geentekst=
Zie ook alinea's: -78- [al:78]-84- [al:84]-857- [al:857]-185- [al:185]
Referenties naar alinea 171: 2
Kinderen hebben het recht op een thuis zoals dat van Nazareth ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Eén geloof
172
Sedert eeuwen houdt de kerk niet op door middel van zovele talen, culturen, volken en naties haar ene geloof te belijden, dat zij van een Heer ontvangen heeft, dat door een doopsel overgeleverd is, dat in de overtuiging geworteld is dat alle mensen maar een God en Vader hebben. (Ef. 4, 4-6) [[b:Ef. 4, 4-6]] De heilige Ireneüs van Lyon, getuige van dit geloof, verklaart:
Zie ook alinea's: -813- [al:813]
Zie ook alinea's: -813- [al:813]
Referenties naar alinea 172: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
173
"In feite bewaart de kerk, hoewel verspreid over de hele wereld tot aan de uiterste grenzen, met zorg deze verkondiging en dit geloof dat zij ontvangen heeft van de Apostelen en van hun leerlingen en ze gelooft erin, alsof ze in één huis woont, op één en dezelfde manier, vanuit één ziel en hart en preekt de waarheid van het geloof, onderwijst het en geeft het door met eenheid van stem, alsof ze uit een mond spreekt". 1,10,1-2., vert. uit Lat. [[848]]
Zie ook alinea's: -830- [al:830]
Zie ook alinea's: -830- [al:830]
Referenties naar alinea 173: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
174
"Want er zijn in de wereld verschillende talen, maar de inhoud van de overlevering is overal één en dezelfde. De kerken die in Germanië gesticht zijn, wijken in geloof en overlevering niet af, noch die in Spanje of bij de Kelten, noch die in het Oosten, in Egypte of in Noord-Afrika, noch die in het centrum van de wereld gesticht zijn". 1,10,2 [[848]] "De boodschap van de Kerk is dus waar en betrouwbaar, zij wijst immers heel de wereld op één en dezelfde weg van het heil". 5,20,1, vert. Getijdenboek Lect. I,3.200 [[848]]
Zie ook alinea's: -78- [al:78]
Zie ook alinea's: -78- [al:78]
Referenties naar alinea 174: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
175
"Dit geloof dat wij van de kerk ontvangen hebben, bewaren wij met zorg; als een kostbare inhoud in een goed vat bewaard, wordt dit geloof onder de werking van de heilige Geest telkens weer jong en verjongt het ook het vat waarin het zit". 3,24,1, vert. uit Lat. [[848]]
Referenties naar alinea 175: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT
176
Het geloof is een zich persoonlijk bekennen van de hele mens tot God die zich openbaart. Het brengt met zich mee dat men zich met verstand en wil bekent tot de openbaring die God over zichzelf in woord en daad gedaan heeft.
Referenties naar alinea 176: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
177
"Geloven" houdt dus een dubbele verwijzing in: naar de persoon en naar de waarheid; naar de waarheid door het vertrouwen in de persoon die haar verkondigt.
Referenties naar alinea 177: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
178
Wij moeten in niemand anders geloven dan in God, de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Referenties naar alinea 178: 1
Dominus Iesus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
179
Het geloof is een bovennatuurlijke gave van God. Om te geloven heeft de mens de innerlijke bijstand van de heilige Geest nodig.
Referenties naar alinea 179: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
180
"Geloven" is een menselijke, bewuste en vrije daad, die beantwoordt aan de waardigheid van de menselijke persoon.
Referenties naar alinea 180: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
181
"Geloven" is een kerkelijke daad. Het geloof van de kerk gaat vooraf aan ons geloof, brengt dit voort, draagt het en voedt het. De Kerk is de moeder van alle gelovigen. "Niemand kan God als Vader hebben als hij de kerk niet als moeder heeft". 6, vert. uit Lat. [[883]]
Jaar van het Geloof - Het geloof van de Kerk ->=geentekst=
Referenties naar alinea 181: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - Het geloof van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
182
"Wij geloven al wat er vervat ligt in Gods geschreven of overgeleverd woord en wat de Kerk (...) ons voorhoudt te geloven als van Godswege geopenbaard". Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God [[763|25]]
Referenties naar alinea 182: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
183
Het geloof is noodzakelijk voor het heil. De Heer zelf bevestigt dit: "Wie gelooft en gedoopt is, zal gered worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden" (Mc. 16, 16) [b:Mc. 16, 16].
Referenties naar alinea 183: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
184
"Het geloof is een voorproef van de kennis die ons in het toekomstig leven gelukkig zal maken". 1,2, vert. uit Lat. [[884]]
Referenties naar alinea 184: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- TWEEDE SECTIE De belijdenis van het christelijk geloof - De geloofsbelijdenissen
185
Wie zegt "Ik geloof", zegt "Ik beken me tot wat wij geloven". De gemeenschap in het geloof heeft behoefte aan een gemeenschappelijke taal van het geloof, die voor allen de normen stelt en die allen verenigt in het belijden van hetzelfde geloof.
Zie ook alinea's: -171- [al:171]-949- [al:949]
Zie ook alinea's: -171- [al:171]-949- [al:949]
Referenties naar alinea 185: 1
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
186
Vanaf het eerste begin heeft de apostolische kerk haar eigen geloof tot uitdrukking gebracht en overgeleverd in korte en voor allen geldende formuleringen. (Rom. 10, 9) [[b:Rom. 10, 9]] (Vgl. 1 Kor. 15, 3-5; enz.) [[b:1 Kor. 15, 3-5]] Maar de kerk heeft al zeer spoedig ook het wezenlijke van haar geloof willen bundelen in organische, duidelijk gestructureerde samenvattingen, die vooral bestemd waren voor de kandidaten voor het doopsel:
"Want deze geloofsbelijdenis is niet opgesteld volgens een idee van mensen. Uit de hele Schrift is het belangrijkste bijeengebracht als een samenvatting van de geloofsleer. Een mosterdzaadje bevat veel takken in een kleine kiem en zo balt de geloofsbelijdenis in weinig woorden het hele geloofsgoed van het Oude en het Nieuwe Testament samen." 5, 12, vert. Getijdenboek Lect. II,8,133 [[885]]
Referenties naar alinea 186: 1
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
187
Men noemt deze syntheses van het geloof "geloofsbelijdenissen", aangezien zij' het geloof, dat de christenen beladen samenvatten. Men noemt ze "Credo", omdat in het Latijn deze gewoonlijk met "Credo" ("Ik geloof") begint. Men noemt ze eveneens "geloofssymbola".
Referenties naar alinea 187: 1
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
188
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Het Griekse woord "symbolon" duidde de helft van een gebroken voorwerp aan (b.v. een zegel) dat men aanbood als een teken van herkenning. De gebroken gedeelten werden weer samengevoegd om de identiteit van de drager te verifiëren. Het geloofssymbolon is dus een teken van herkenning en van gemeenschap onder de gelovigen. "Symbolon" duidt vervolgens een verzameling aan, een collectie of een samenvatting. De geloofsbelijdenis is de bundeling van de belangrijkste geloofswaarheden. Vandaar dat zij als eerste en fundamentele referentiepunt van de catechese dient.
Referenties naar alinea 188: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
189
De eerste "geloofsbelijdenis" heeft bij het Doopsel plaats. De "geloofsbelijdenis" is allereerst de geloofsbelijdenis bij het Doopsel. Omdat het Doopsel toegediend wordt "in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest" (Mt. 28, 19) [b:Mt. 28, 19], worden de bij het Doopsel beleden geloofswaarheden geformuleerd overeenkomstig hun verwijzing naar de drie personen van de heilige Drieëenheid.
Zie ook alinea's: -1237- [al:1237]-232- [al:232]
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Zie ook alinea's: -1237- [al:1237]-232- [al:232]
Referenties naar alinea 189: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
190
De geloofsbelijdenis bestaat dus uit drie delen:
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
- "In het eerste deel wordt de eerste goddelijke Persoon en het wonderbare werk van de schepping behandeld;
- in het tweede deel de tweede goddelijke Persoon en het mysterie van de verlossing van de mensen;
- in het derde deel de derde goddelijke Persoon, beginsel en bron van onze heiliging". 1,1,4, vert. uit Lat. [[830]]
Referenties naar alinea 190: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
191
Deze drie delen zijn, hoewel nauw met elkaar verbonden, verschillend. "Deze delen van de belijdenis noemen wij met een door de Kerkvaders vaak gebruikt beeld artikelen. Immers, zoals de ledematen van het lichaam uit geledingen bestaan, die hen van elkaar doen verschillen en van elkaar scheiden, zo noemen wij' ook in het geval van deze geloofsbelijdenis die onderdelen, die wij stuk voor stuk moeten geloven, terecht en toepasselijk artikelen". 1,1,4, vert. uit Lat. [[830]] Volgens een reeds bij de heilige Ambrosius bevestigde, oude overlevering is men ook gewoon twaalf artikelen van het geloof te tellen, waarbij het geheel van het apostolisch geloof gesymboliseerd wordt door het aantal van de apostelen. vgl: 8 [[[849]]]
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Referenties naar alinea 191: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
192
In de loop van de eeuwen zijn er talrijke geloofsbelijdenissen of geloofssymbola geweest als antwoord op de noden van de verschillende tijden: de geloofsbelijdenissen van de verschillende apostolische en oude kerken, Vgl. DH 1-64 Vgl. DH 1-64 de aan Athanasius toegeschreven belijdenis Quicumque [309], de geloofsbelijdenissen van bepaalde Concilies (11e Concilie van Toledo (675), vgl: DH 525-541 [[[897|(8-59)]]] 4e Oecumenisch Concilie van Lateranen (1215), vgl: DH 800-802 [[[796|1-3]]] 2e Oecumenisch Concilie van Lyon (1274), vgl: DH 851-861 [[[783|(1-11)]]] Oecumenisch Concilie van Trente vgl: DH 1862-1870 [[[775]]] of van bepaalde Pausen, zoals de "Fides Damasi" vgl: DH 71-72 [[[4924|(1-2)]]] of "Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God [763]" van Paulus VI uit 1968.
Referenties naar alinea 192: 1
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
193
Geen enkele van deze geloofsbelijdenissen uit de verschillende fases van het leven van de kerk kan als achterhaald en nutteloos beschouwd worden. Zij helpen ons in deze tijd tot het geloof van alle tijden te komen en dit te verdiepen door middel van de verschillende samenvattingen die ervan gemaakt zijn.
Onder al de geloofsbelijdenissen nemen er twee [562] in het leven van de kerk een heel bijzondere plaats in:
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Onder al de geloofsbelijdenissen nemen er twee [562] in het leven van de kerk een heel bijzondere plaats in:
Referenties naar alinea 193: 2
Leerstellige nota ter verheldering van de laatst vastgestelde formule van de Geloofsbelijdenis ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
194
De geloofsbelijdenis van de apostelen [562], zo genoemd, omdat zij terecht als de getrouwe samenvatting van het geloof van de apostelen beschouwd wordt. Het is de oude geloofsbelijdenis die de kerk van Rome gebruikte bij het doopsel. Haar grote autoriteit komt hieruit voort: "Dit is de geloofsbelijdenis die de kerk van Rome bewaart, waar Petrus, de eerste van de apostelen, zetelde en waar hij de gemeenschappelijke verwoording gebracht heeft". 7, vert. uit Lat. [[849]]
Referenties naar alinea 194: 1
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
195
De geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel [66] ontleent haar grote autoriteit aan het feit dat zij de vrucht is van de twee eerste oecumenische concilies (325 en 381). Nu nog bezitten de grote kerken van oost en west deze geloofsbelijdenis gemeenschappelijk.
Zie ook alinea's: -242- [al:242]-245- [al:245]-465- [al:465]
Zie ook alinea's: -242- [al:242]-245- [al:245]-465- [al:465]
Referenties naar alinea 195: 1
Eenheid, een gave Gods ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
196
Onze uiteenzetting van het geloof zal de Twaalf artikelen van het geloof [562] volgen, die, om zo te zeggen, "de oudste Romeinse catechismus" is. De uiteenzetting zal echter voortdurend aangevuld worden met verwijzingen naar de Credo van Nicea - Constantinopel [66], die vaak meer expliciet en nader uitgewerkt is.
Referenties naar alinea 196: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
197
Laten wij, zoals op de dag van ons Doopsel, toen heel ons leven "aan de beginselen van de leer" (Rom. 6, 17) [b:Rom. 6, 17] werd toevertrouwd. het symbolum van ons leven schenkend geloof ontvangen. Het gelovig bidden van het Credo betekent in contact treden met God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, het betekent ook in contact treden met heel de Kerk die ons het geloof overlevert en waarbinnen wij geloven.
"Deze geloofsbelijdenis is het geestelijk zegel, het is de overdenking van ons hart en de voortdurend aanwezige hoedster, het is stellig de schat van onze ziel". 1, vert. uit Lat. [[849]]Zie ook alinea's: -1064- [al:1064]-1274- [al:1274]
Referenties naar alinea 197: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Eerste hoofdstuk Ik geloof in God de Vader
198
Onze geloofsbelijdenis begint met God, want God is "de eerste en de laatste" (Jes. 44, 6) [b:Jes. 44, 6], het begin en het einde van alles. Het Credo begint met God de Vader, want de Vader is de eerste goddelijke persoon van de allerheiligste Drieëenheid; onze geloofsbelijdenis begint met de schepping van hemel en aarde, omdat de schepping het begin en de grondslag is van alle werken van God.
Referenties naar alinea 198: 1
Als u de vrede wilt bevorderen, bescherm dan de schepping ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde"
- Ik geloof in God
199
"Ik geloof in God": deze eerste bevestiging van de geloofsbelijdenis is ook de meest fundamentele. Heel de geloofsbelijdenis spreekt over God, en als zij ook over de mens en de wereld spreekt, dan doet zij dit in verband met God. De artikelen van het Credo [562] hangen alle af van het eerste artikel, precies zoals bij de Tien Geboden [688] de negen andere een nadere uitleg zijn van het eerste. De andere artikelen doen ons God beter kennen, zoals Hij zich steeds meer aan de mensen geopenbaard heeft. "De gelovigen belijden allereerst dat zij in God geloven". 1,2,2 vert. uit Lat. [[830]]
Zie ook alinea's: -2083- [al:2083]
Zie ook alinea's: -2083- [al:2083]
Referenties naar alinea 199: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- "Ik geloof in één God"
200
Met deze woorden begint de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel [66]. De belijdenis van de uniciteit van God wortelt in de goddelijke openbaring van het Oude Verbond Ze is onlosmakelijk verbonden met het beladen van het bestaan van God en ze is even fundamenteel. God is uniek, er is maar één God: "Het christelijk geloof belijdt dat er maar één God in natuur, in substantie en in wezen is". 1,2,8 vert. uit Lat. [[830]]
Zie ook alinea's: -2085- [al:2085]
Zie ook alinea's: -2085- [al:2085]
Referenties naar alinea 200: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
201
Aan Israël, zijn uitverkorene, heeft God zich geopenbaard als de Enige: "Luister, Israël, Jahwe is onze God, Jahwe alleen! Gij moet Jahwe uw God beminnen met heel uw hart, met heel uw ziel en met al uw krachten" (Deut. 6, 4-5) [b:Deut. 6, 4-5]. Door de profeten roept God Israël en alle naties op zich tot Hem, de Enige, te wenden: "Wendt u tot Mij en laat u redden, gij uithoeken der aarde; want ik ben God en niemand anders (... ) voor Mij zal iedere knie zich buigen, bij Mij zal zweren iedere tong. 'Jahwe alleen' zal men zeggen, 'beschikt over zege en kracht' (Jes. 45, 22-24) [b:Jes. 45, 22-24]. (Fil. 2, 10-11) [[b:Fil. 2, 10-11]]
Zie ook alinea's: -2083- [al:2083]
Zie ook alinea's: -2083- [al:2083]
Referenties naar alinea 201: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
202
Jezus zelf bevestigt dat God "de enige Heer" is en dat men Hem moet bemininnen "met geheel zijn hart, geheel zijn ziel, geheel zijn verstand en geheel zijn kracht". (Mc. 12, 29-30) [[b:Mc. 12, 29-30]] Tegelijkertijd geeft Hij te verstaan dat Hijzelf "de Heer"(Mc. 12, 35-37) [[b:Mc. 12, 35-37]] is. Belijden dat "Jezus de Heer is", is het eigene van het christelijk geloof Dat is niet in strijd met het geloof in God, de Enige. Geloven in de heilige Geest "die Heer is en het leven geeft" brengt geen enkele scheiding aan in de enige God.
Wij geloven vast en verklaren eenvoudig dat er één ware God is, eeuwig, onmetelijk groot en onveranderlijk, onbegrijpelijk, almachtig en onuitsprekelijk, Vader, Zoon en heilige Geest: drie personen, maar één wezen, één substantie, d.w.z. één enkelvoudige natuur". vert. uit Lat. [[796|1]]Zie ook alinea's: -446- [al:446]-152- [al:152]-42- [al:42]
Referenties naar alinea 202: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- God openbaart zijn naam
203
God heeft zich aan zijn volk Israël geopenbaard door het zijn naam te doen kennen. De naam brengt het wezen, de identiteit en de zin van het leven van een persoon tot uitdrukking. God heeft een naam. Hij is geen naamloze kracht. Zijn naam meedelen is zich door anderen laten kennen; het is in zekere zin zichzelf geven door zich te laten benaderen, de mogelijkheid bieden nader gekend te worden en als persoon genoemd te worden.
Zie ook alinea's: -2143- [al:2143]-2808- [al:2808]
Zie ook alinea's: -2143- [al:2143]-2808- [al:2808]
Referenties naar alinea 203: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
204
God heeft zich geleidelijk en onder verschillende namen aan zijn volk geopenbaard, maar die openbaring van de goddelijke naam aan Mozes bij de theofanie in de brandende doornstruik, vlak voor de uittocht en het verbond op de Sinaï, is echter de fundamentele openbaring voor het Oude en het Nieuwe Verbond gebleken.
Zie ook alinea's: -63- [al:63]
Zie ook alinea's: -63- [al:63]
Referenties naar alinea 204: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
205
De levende God
God roept Mozes vanuit een doornstruik die brandt zonder te verteren. God zegt tot Mozes: "Ik ben de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob" (Ex. 3, 6) [b:Ex. 3, 6]. God is de God van de vaderen, Hij die de aartsvaders geroepen had en op hun omzwervingen geleid. Hij is de getrouwe en medelijdende God, die zich hen en zijn beloften herinnert; Hij komt om hun afstammelingen uit de slavernij te bevrijden. Hij is de God die boven ruimte en tijd uit dit kan en wil en die zijn almacht voor de verwezenlijking van dit heilsplan zal aanwenden. "Ik ben die Is"
God roept Mozes vanuit een doornstruik die brandt zonder te verteren. God zegt tot Mozes: "Ik ben de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob" (Ex. 3, 6) [b:Ex. 3, 6]. God is de God van de vaderen, Hij die de aartsvaders geroepen had en op hun omzwervingen geleid. Hij is de getrouwe en medelijdende God, die zich hen en zijn beloften herinnert; Hij komt om hun afstammelingen uit de slavernij te bevrijden. Hij is de God die boven ruimte en tijd uit dit kan en wil en die zijn almacht voor de verwezenlijking van dit heilsplan zal aanwenden. "Ik ben die Is"
Mozes zegt tot God: "Maar als ik nu bij de Israëlieten kom en hun zeg: 'De God van uw vaderen zendt mij tot u', en zij vragen: 'Hoe is zijn naam?' Wat moet ik dan antwoorden?" God zegt tot Mozes: "Ik ben die is." En Hij zegt: "Dit moet ge de Israëlieten zeggen: 'Hij? is' zendt mij tot u (...). Dit is mijn naam voor altijd. Zo moet men mij aanspreken, alle geslachten door" (Ex. 3, 13-15) [b:Ex. 3, 13-15].Zie ook alinea's: -2575- [al:2575]-268- [al:268]
Referenties naar alinea 205: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
206
Door zijn mysterieuze naam YHWH "Ik ben die Is" of "Ik ben die Ben" (Ik ben die Ik ben) te openbaren zegt God wie Hij is en hoe men Hem moet noemen. Deze goddelijke naam is mysterieus, zoals God mysterie is. Het is zowel het openbaren van een naam als het afwijzen ervan en juist daardoor brengt dit God, zoals Hij is, het beste tot uitdrukking: oneindig verheven boven al wat wij kunnen begrijpen of zeggen: Hij is de "verborgen God" (Jes. 45, 15) [b:Jes. 45, 15], zijn naam is onuitsprekelijk (Re. 13, 18) [[b:Re. 13, 18]] en Hij is de God die de mens nabij komt:
Zie ook alinea's: -43- [al:43]
Zie ook alinea's: -43- [al:43]
Referenties naar alinea 206: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
207
Door zijn naam te openbaren openbaart God tegelijkertijd zijn trouw die van alle tijden en voor alle tijden is en geldt voor het verleden ("Ik ben de God van uw vader", (Ex. 3, 6) [b:Ex. 3, 6]) en voor de toekomst ("Ik zal u bijstaan", (Ex. 3, 12) [b:Ex. 3, 12]). God, die zijn naam openbaart als "Ik ben", openbaart zich als de God die er altijd is, die dicht bij zijn volk is om het te redden.
Referenties naar alinea 207: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
208
Ten overstaan van de bekoorlijke en mysterievolle aanwezigheid van God ontdekt de mens zijn kleinheid. Voor de brandende doornstruik trekt Mozes zijn sandalen uit en bedekt hij zijn gezicht ten overstaan van de goddelijke heiligheid (Ex. 3, 5-6) [[b:Ex. 3, 5-6]]. In tegenwoordigheid van de heerlijkheid van de driewerf heilige God roept Jesaja uit: "Wee mij! Ik ben verloren! Ik ben een mens met onreine lippen" (Jes. 6, 5) [b:Jes. 6, 5]. Bij het zien van de goddelijke tekenen die Jezus stelt, roept Petrus uit: "Heer, ga van mij weg, want ik ben een zondaar" (Lc. 5, 8) [b:Lc. 5, 8]. Maar omdat God heilig is, kan Hij de mens vergeven die tegenover Hem erkent dat hij een zondaar is. "Neen, Ik zal mijn vlammende toorn toch niet koelen (... ) want ik ben God, Ik ben geen mens, Ik ben de Heilige in uw midden". (Hos. 11, 9) [b:Hos. 11, 9]. De apostel Johannes zal eveneens zeggen: "Dan mogen wij' ook voor zijn aanschijn ons geweten geruststellen, ook als het ons veroordeelt, want God is groter dan ons hart en Hij weet alles" (1 Joh. 3, 19-20) [b:1 Joh. 3, 19-20].
Zie ook alinea's: -724- [al:724]-448- [al:448]-388- [al:388]
Zie ook alinea's: -724- [al:724]-448- [al:448]-388- [al:388]
Referenties naar alinea 208: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
209
Uit respect voor zijn heiligheid spreekt het volk Israël de naam van God niet uit. Bij het lezen van de heilige Schrift wordt de geopenbaarde naam door de goddelijke benaming "Heer" vervangen ("Adonai", "Kyrios" in het Grieks). Met deze benaming zal de godheid van Jezus plechtig beleden worden: "Jezus is de Heer".Zie ook alinea's: -446- [al:446]
Referenties naar alinea 209: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
210
"God van barmhartigheid en mededogen"
Na de zonde van Israël, dat zich van God heeft afgekeerd om het gouden kalf te aanbidden, (Ex. 32) [[b:Ex. 32]] luistert God naar de bemiddeling van Mozes en als blijk van zijn liefde aanvaardt Hij het op te trekken te midden van een ontrouw volk. (Ex. 33, 12-17) [[b:Ex. 33, 12-17]] Aan Mozes die vraagt zijn heerlijkheid te zien, geeft God ten antwoord: "Ik zal in al mijn luister aan u voorbijgaan en in uw bijzijn de naam Jahwe uitroepen" (Ex. 33, 18-19) [b:Ex. 33, 18-19]. En de Heer gaat aan Mozes voorbij en roept uit. YHWH, YHWH. Jahwe is een barmhartige en medelijdende God, lankmoedig, groot in liefde en trouw" (Ex. 34, 5-6) [b:Ex. 34, 5-6]. Mozes belijdt dan de Heer als een God die vergeeft. (Ex. 34, 9) [[b:Ex. 34, 9]]
Zie ook alinea's: -2112- [al:2112]-2577- [al:2577]
Na de zonde van Israël, dat zich van God heeft afgekeerd om het gouden kalf te aanbidden, (Ex. 32) [[b:Ex. 32]] luistert God naar de bemiddeling van Mozes en als blijk van zijn liefde aanvaardt Hij het op te trekken te midden van een ontrouw volk. (Ex. 33, 12-17) [[b:Ex. 33, 12-17]] Aan Mozes die vraagt zijn heerlijkheid te zien, geeft God ten antwoord: "Ik zal in al mijn luister aan u voorbijgaan en in uw bijzijn de naam Jahwe uitroepen" (Ex. 33, 18-19) [b:Ex. 33, 18-19]. En de Heer gaat aan Mozes voorbij en roept uit. YHWH, YHWH. Jahwe is een barmhartige en medelijdende God, lankmoedig, groot in liefde en trouw" (Ex. 34, 5-6) [b:Ex. 34, 5-6]. Mozes belijdt dan de Heer als een God die vergeeft. (Ex. 34, 9) [[b:Ex. 34, 9]]
Zie ook alinea's: -2112- [al:2112]-2577- [al:2577]
Referenties naar alinea 210: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
211
De goddelijke naam "Ik ben" of "Hij is" brengt de trouw van God tot uitdrukking die, ondanks de ontrouw van de zonde van de mensen en de straf die de zonde verdient, "goedheid bewijst tot in het duizendste geslacht" (Ex. 34, 7) [b:Ex. 34, 7]. God openbaart dat Hij "rijk aan erbarming" (Ef. 2, 4) [b:Ef. 2, 4] is, en daarbij gaat Hij zo ver dat Hij zelfs zijn eigen Zoon geeft. Door zijn leven te geven om ons van de zonde te bevrijden zal Jezus openbaren dat Hijzelf de goddelijke naam draagt: "Wanneer gij de Mensenzoon omhoog zult hebben geheven, dan zult gij inzien dat Ik ben" (Joh. 8, 28) [b:Joh. 8, 28].
Zie ook alinea's: -604- [al:604]
Zie ook alinea's: -604- [al:604]
Referenties naar alinea 211: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
212
God alleen IS
In de loop van de eeuwen heeft het geloof van Israël de rijkdom die opgesloten ligt in de openbaring van de goddelijke naam, kunnen ontplooien en verdiepen. God is de enige, buiten Hem zijn er geen goden (Jes. 44, 6) [[b:Jes. 44, 6]]. Hij overstijgt de wereld en de geschiedenis. Hij is het die hemel en aarde geschapen heeft. "Dat alles vergaat weer, maar Gij blijft bestaan, het zal als een kledingstuk eenmaal verslijten; dan wordt het verwisseld als een gewaad, maar Gij blijft dezelfde, Uw tijd kent geen einde" (Ps. 102, 27-28) [b:Ps. 102, 27-28]. In Hem "is geen verandering of verduistering" (Jak. 1, 17) [b:Jak. 1, 17]. Hij is "Die is" sinds alle tijden en voor alle tijden en zo blijft Hij altijd trouw aan zichzelf en aan zijn beloften.
Zie ook alinea's: -42- [al:42]-469- [al:469]-2086- [al:2086]
In de loop van de eeuwen heeft het geloof van Israël de rijkdom die opgesloten ligt in de openbaring van de goddelijke naam, kunnen ontplooien en verdiepen. God is de enige, buiten Hem zijn er geen goden (Jes. 44, 6) [[b:Jes. 44, 6]]. Hij overstijgt de wereld en de geschiedenis. Hij is het die hemel en aarde geschapen heeft. "Dat alles vergaat weer, maar Gij blijft bestaan, het zal als een kledingstuk eenmaal verslijten; dan wordt het verwisseld als een gewaad, maar Gij blijft dezelfde, Uw tijd kent geen einde" (Ps. 102, 27-28) [b:Ps. 102, 27-28]. In Hem "is geen verandering of verduistering" (Jak. 1, 17) [b:Jak. 1, 17]. Hij is "Die is" sinds alle tijden en voor alle tijden en zo blijft Hij altijd trouw aan zichzelf en aan zijn beloften.
Zie ook alinea's: -42- [al:42]-469- [al:469]-2086- [al:2086]
Referenties naar alinea 212: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
213
De openbaring van de onuitsprekelijke naam "Ik ben die is" bevat dus de waarheid dat God alleen IS. In deze zin heeft reeds de vertaling van de Septuagint en in haar voetspoor de Overlevering van de kerk, de goddelijke naam verstaan: God is de volheid van het zijn en van alle volmaaktheid, zonder begin en zonder einde. Terwijl alle schepselen al wat zij zijn en al wat zij hebben, van Hem ontvangen hebben, is Hij alleen zijn eigen wezen en is Hij van zichzelf al wat Hij is.
Zie ook alinea's: -41- [al:41]
Zie ook alinea's: -41- [al:41]
Referenties naar alinea 213: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- God, "Hij die is", is waarheid en liefde
214
God, "Hij die is", heeft zich aan Israël geopenbaard als Hij die, "groot is in liefde en trouw" (Ex. 34, 6) [b:Ex. 34, 6]. Deze twee begrippen brengen beknopt de rijkdom van de goddelijke naam tot uitdrukking. In al zijn werken toont God zijn mildheid, zijn goedheid, zijn genade, zijn liefde; maar ook zijn betrouwbaarheid, zijn bestendigheid, zijn trouw en zijn waarheid: "U prijs ik om uw goedheid en uw trouw" (Ps. 138, 2) [b:Ps. 138, 2]. (Ps. 85, 11) [[b:Ps. 85, 11]] Hij is de waarheid, want "God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis" (1 Joh. 1, 5) [b:1 Joh. 1, 5]. Hij is "liefde' , zoals de apostel Johannes leert (1 Joh. 4, 8) [b:1 Joh. 4, 8].
Zie ook alinea's: -1062- [al:1062]
Zie ook alinea's: -1062- [al:1062]
Referenties naar alinea 214: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
215
God is waarheid
"Uw woord berust op betrouwbaarheid en eeuwig is wat Gij rechtvaardig bepaalt" (Ps. 119, 160) [b:Ps. 119, 160]; "Welnu dan, Heer Jahwe, Gij zijt God en uw woorden zijn betrouwbaar" (2 Sam. 7, 28) [b:2 Sam. 7, 28]; daarom worden Gods beloften altijd verwezenlijkt. (Deut. 7, 9) [[b:Deut. 7, 9]] God is de waarheid zelf, zijn woorden kunnen niet bedriegen. Daarom kan men zich in alles volledig verlaten op de waarheid en de trouw van zijn woord. Het begin van de zonde en van de val van de mens was een leugen van de verleider die de mens ertoe aanzette te twijfelen aan het woord van God, aan zijn liefde en trouw.
Zie ook alinea's: -2465- [al:2465]-1063- [al:1063]-156- [al:156]-397- [al:397]
"Uw woord berust op betrouwbaarheid en eeuwig is wat Gij rechtvaardig bepaalt" (Ps. 119, 160) [b:Ps. 119, 160]; "Welnu dan, Heer Jahwe, Gij zijt God en uw woorden zijn betrouwbaar" (2 Sam. 7, 28) [b:2 Sam. 7, 28]; daarom worden Gods beloften altijd verwezenlijkt. (Deut. 7, 9) [[b:Deut. 7, 9]] God is de waarheid zelf, zijn woorden kunnen niet bedriegen. Daarom kan men zich in alles volledig verlaten op de waarheid en de trouw van zijn woord. Het begin van de zonde en van de val van de mens was een leugen van de verleider die de mens ertoe aanzette te twijfelen aan het woord van God, aan zijn liefde en trouw.
Zie ook alinea's: -2465- [al:2465]-1063- [al:1063]-156- [al:156]-397- [al:397]
Referenties naar alinea 215: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
216
De waarheid van God is zijn Wijsheid die heerst over elke orde van de schepping en van het bestuur van de wereld. (Wijsh. 13, 1-9) [[b:Wijsh. 13, 1-9]] God die - alleen - hemel en aarde geschapen heeft, (Ps. 115, 15) [[b:Ps. 115, 15]] kan ook - alleen - de ware kennis geven inzake al wat geschapen is in zijn relatie tot Hem. (Wijsh. 7, 17-21) [[b:Wijsh. 7, 17-21]]
Zie ook alinea's: -295- [al:295]-32- [al:32]
Jaar van het Geloof - De redelijkheid van het geloof in God ->=geentekst=
Zie ook alinea's: -295- [al:295]-32- [al:32]
Referenties naar alinea 216: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - De redelijkheid van het geloof in God ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
217
God is ook waarheidsgetrouw wanneer Hij zich openbaart: het onderricht dat van God komt, is "de ware leer" (Mal. 2, 6) [b:Mal. 2, 6]. Wanneer Hij zijn Zoon in de wereld zal zenden, dan zal dat zijn "om getuigenis af te leggen van de waarheid" (Joh. 18, 37) [b:Joh. 18, 37]. "Wij weten dat de Zoon van God gekomen is, en ons inzicht gegeven heeft om de waarachtige God te kennen" (1 Joh. 5, 20) [b:1 Joh. 5, 20]. (Joh. 17, 3) [[b:Joh. 17, 3]]
Zie ook alinea's: -851- [al:851]-2466- [al:2466]
Zie ook alinea's: -851- [al:851]-2466- [al:2466]
Referenties naar alinea 217: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
218
God is liefde
In de loop van de geschiedenis heeft Israël kunnen ontdekken dat God maar één reden had om zich aan Israël te openbaren en het onder alle volken uit te kiezen om Hem toe te behoren: zijn liefde om niet. (Deut. 4, 37; Deut. 7, 8; Deut. 10, 15) [[b:Deut. 4, 37; Deut. 7, 8; Deut. 10, 15]] En Israël heeft dankzij zijn profeten begrepen dat het ook uit liefde is dat God niet opgehouden heeft het te redden (Jes. 43, 1-7) [[b:Jes. 43, 1-7]] en het zijn ontrouw en zonden te vergeven. (Hos. 2) [[b:Hos. 2]]
Zie ook alinea's: -295- [al:295]
In de loop van de geschiedenis heeft Israël kunnen ontdekken dat God maar één reden had om zich aan Israël te openbaren en het onder alle volken uit te kiezen om Hem toe te behoren: zijn liefde om niet. (Deut. 4, 37; Deut. 7, 8; Deut. 10, 15) [[b:Deut. 4, 37; Deut. 7, 8; Deut. 10, 15]] En Israël heeft dankzij zijn profeten begrepen dat het ook uit liefde is dat God niet opgehouden heeft het te redden (Jes. 43, 1-7) [[b:Jes. 43, 1-7]] en het zijn ontrouw en zonden te vergeven. (Hos. 2) [[b:Hos. 2]]
Zie ook alinea's: -295- [al:295]
Referenties naar alinea 218: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
219
De liefde van God voor Israël wordt vergeleken met de liefde van een vader voor zijn zoon (Hos. 11, 1) [b:Hos. 11, 1]. Deze liefde is sterker dan de liefde van een moeder voor haar kinderen. (Jes. 49, 14-15) [[b:Jes. 49, 14-15]] God bemint zijn volk meer dan een echtgenoot zijn geliefde; (Jes. 62, 4-5) [[b:Jes. 62, 4-5]] deze liefde zal zelfs de ergste ontrouw overwinnen; (Ez. 16; Hos. 11) [[b:Ez. 16; Hos. 11]] Zij zal zover gaan dat zij het kostbaarste geeft wat zij heeft: "Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven" (Joh. 3, 16) [b:Joh. 3, 16].
Zie ook alinea's: -239- [al:239]-796- [al:796]-458- [al:458]
Zie ook alinea's: -239- [al:239]-796- [al:796]-458- [al:458]
Referenties naar alinea 219: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
220
De liefde van God is "eeuwig" (Jes. 54, 8) [b:Jes. 54, 8]: "Al wijken de bergen en wankelen de heuvels, mijn trouw wijkt niet van u" (Jes. 54, 10) [b:Jes. 54, 10]. "Mijn liefde voor u duurt eeuwig, Ik blijf u altijd trouw" (Jer. 31, 3) [b:Jer. 31, 3].
Referenties naar alinea 220: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
221
De heilige Johannes zal nog verder gaan, wanneer hij zegt: "God is liefde" (1 Joh. 4, 8.16) [b:1 Joh. 4, 8.16]: het wezen zelf van God is liefde. Door in de volheid der tijden zijn enige Zoon en Geest van liefde te zenden openbaart God zijn diepste geheim: (1 Kor. 2, 7-16; Ef. 3, 9-12) [[b:1 Kor. 2, 7-16; Ef. 3, 9-12]] Hijzelf is een eeuwige uitwisseling van liefde: Vader, Zoon en heilige Geest, en Hij heeft ons voorbestemd eraan deel te hebben.
Zie ook alinea's: -733- [al:733]-851- [al:851]-257- [al:257]
Zie ook alinea's: -733- [al:733]-851- [al:851]-257- [al:257]
Referenties naar alinea 221: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De draagwijdte van het geloof in de éne God
222
Het heeft voor ons hele leven geweldige gevolgen in God te geloven, Hij de enige, en Hem, met heel zijn wezen, te beminnen:
Referenties naar alinea 222: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
223
Dit betekent: Gods grootheid en majesteit kennen: "Ja, hoogverheven is God, we kennen Hem niet" (Job. 36, 26) [b:Job. 36, 26]. Daarom moet God "als eerste gediend" worden. Dictum [[887]]
Zie ook alinea's: -400- [al:400]
Zie ook alinea's: -400- [al:400]
Referenties naar alinea 223: 1
H. Jeanne d'Arc ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
224
"Dit betekent: leven in dankzegging: als God de enige is, dan komt alles wat wij zijn en alles wat wij bezitten, van Hem: "Wat heb je dat je niet gekregen hebt?" (1 Kor. 4, 7) [b:1 Kor. 4, 7]. "Hoe kan ik mijn dank betuigen voor al wat de Heer mij gaf?" (Ps. 116, 12) [b:Ps. 116, 12].
Zie ook alinea's: -2637- [al:2637]
Zie ook alinea's: -2637- [al:2637]
Referenties naar alinea 224: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
225
Dit betekent: de eenheid en de echte waardigheid van alle mensen kennen: zij zijn allen geschapen "naar Gods beeld en gelijkenis" (Gen. 1, 26) [[b:Gen. 1, 26]].
Zie ook alinea's: -356- [al:356]-360- [al:360]-1700- [al:1700]-1934- [al:1934]
Zie ook alinea's: -356- [al:356]-360- [al:360]-1700- [al:1700]-1934- [al:1934]
Referenties naar alinea 225: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
226
Dit betekent: op de juiste manier gebruik maken van al wat geschapen is: het geloof in God, de Enige, brengt ons ertoe alles wat Hij' niet is, te gebruiken in de mate waarin het ons nader tot Hem brengt, en er ons van los te maken in de mate waarin het ons van Hem verwijdert. (Mt. 5, 29-30; Mt. 16, 24; Mt. 19, 23-24) [[b:Mt. 5, 29-30; Mt. 16, 24; Mt. 19, 23-24]]
O Heer, neem weg van mij wat mij afwendt van U. O Heer, geef ook mij wat mij richt op U. O Heer, onttrek mijzelf aan mij en hecht mij aan U". Gebeden [[888]]Zie ook alinea's: -339- [al:339]-2402- [al:2402]-2415- [al:2415]
Referenties naar alinea 226: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
227
Dit betekent: zich in iedere omstandigheid aan God toevertrouwen, zelfs in tegenspoed. Een gebed van de heilige Teresia van Jezus brengt dit op bewonderenswaardige wijze tot uitdrukking:
Laat niets je verstoren / Laat niets je beangstigen.Zie ook alinea's: -313- [al:313]-2090- [al:2090]-2830- [al:2830]-1723- [al:1723]
Alles gaat voorbij / God verandert niet.
Geduld verkrijgt alles / Niets ontbreekt
aan wie God bezit, / God alleen voldoet. 30 [[889]]
Referenties naar alinea 227: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT
228
"Luister, Israël, Jahwe is onze God, Jahwe alleen..." (Deut. 6, 4; Mc. 12, 29) [b:Deut. 6, 4; Mc. 12, 29]. Het opperwezen moet noodzakelijkerwijze uniek zijn, d.w.z. zonder zijns gelijke. "Als God niet uniek is, is Hij geen God. " 1,3,2, vert. uit Lat. [[890]]
Referenties naar alinea 228: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
229
Het geloof in God brengt ons ertoe ons naar Hem alleen te richten als naar onze allereerste oorsprong en ons allerlaatste doel, en niets boven Hem of in zijn plaats te stellen.
Referenties naar alinea 229: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
230
Ook al openbaart God zich, Hij blijft een onuitsprekelijk mysterie. "Als gij over Hem wilt spreken en begrijpt wat Hij zegt, dan is het God niet". 52.6,16, vert. uit Lat. [[880]]
Referenties naar alinea 230: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
231
De God van ons geloof heeft zich geopenbaard als degene die is; Hij heeft zich doen kennen als "groot in liefde en trouw" (Ex. 34, 6) [b:Ex. 34, 6]. Zijn wezen zelf is waarheid en liefde.
Referenties naar alinea 231: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De Vader
- "In de naam van de Vader en de Zoon en de heilge Geest"
232
De christenen worden gedoopt "in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest" (Mt. 28, 19) [b:Mt. 28, 19]. Tevoren antwoorden zij: "Ik geloof" op de drievoudige ondervraging die hen oproept om hun geloof in de naam van de Vader, de Zoon en de Geest te belijden: "Het geloof van alle christenen steunt op de Drieëenheid". vert. uit Lat. [[892]]
Zie ook alinea's: -189- [al:189]-1223- [al:1223]
Zie ook alinea's: -189- [al:189]-1223- [al:1223]
Referenties naar alinea 232: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
233
De christenen worden gedoopt "in de naam" van de Vader en de Zoon en de heilige Geest" en niet "in de namen" van hen, vgl: Dum in Sanctae [[[893]]] want er is maar één God, de almachtige Vader en zijn enige Zoon en de heilige Geest: de allerheiligste Drieëenheid.
Referenties naar alinea 233: 1
Direttorio su pietà populare e liturgia. Principi e orientamenti. ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
234
Het mysterie van de allerheiligste Drieëenheid is het centrale mysterie van het christelijk geloof en het christelijk leven. Het is het mysterie van God in zichzelf, Het is dus de bron van alle andere geloofsmysteries, het licht dat hen verlicht. Het is de meest fundamentele en essentiële leer in de "hiërarchie van de geloofswaarheden". vgl: Directorium Catechisticum Generale [[[894|(43)]]] "De gehele heilsgeschiedenis is dezelfde als de geschiedenis van de wegen waarlangs en van de wijze waarop de ware en enige God, Vader, Zoon en heilige Geest, zich aan de mensen openbaart en zich met de mensen, die zich door de zonde van Hem afgekeerd hadden, verzoent en verenigt". Directorium Catechisticum Generale [[894|(47)]]
Zie ook alinea's: -2157- [al:2157]-90- [al:90]-1449- [al:1449]
Zie ook alinea's: -2157- [al:2157]-90- [al:90]-1449- [al:1449]
Referenties naar alinea 234: 1
Direttorio su pietà populare e liturgia. Principi e orientamenti. ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
235
In deze paragraaf zal in het kort uiteengezet worden
- op welke manier het mysterie van de gelukzalige Drieëenheid geopenbaard is (II (De openbaring van God als Drie-eenheid) [1|++2.03.14.02.02.02]),
- hoe de Kerk de geloofsleer over dit mysterie geformuleerd heeft (III (De Heilige Drie-eenheid in de geloofsleer) [1|++2.03.14.02.02.03])
- en hoe tenslotte God de Vader, door de goddelijke zendingen van de Zoon en de heilige Geest, zijn "liefdevol heilsplan" van schepping, verlossing en heiliging verwezenlijkt (IV (De goddelijke werken en de zendingen van de Drie-eenheid) [1|++2.03.14.02.02.04]).
Referenties naar alinea 235: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
236
De Kerkvaders maken een onderscheid tussen theologia en oikonomia: met de eerste term bedoelen ze het mysterie van het innerlijk leven van God als Drieëenheid, met de tweede alle werken van God, waarin Hij zich openbaart en zijn leven meedeelt. Door de oikonomia wordt ons de theologia geopenbaard; maar omgekeerd verklaart de theologia heel de oikonomia. De werken van God openbaren wie Hij in zichzelf is; en omgekeerd verheldert het mysterie van zijn innerlijk leven het verstaan van al zijn werken. Zo gaat het op analoge wijze tussen menselijke personen. De persoon toont zich in zijn handelen en hoe beter wij een persoon kennen, des te beter begrijpen wij zijn handelen.Zie ook alinea's: -1066- [al:1066]-259- [al:259]
Referenties naar alinea 236: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
237
De Drieëenheid is een geloofsmysterie in strikte zin, één van de "mysteries die in God verborgen zijn en die niet gekend kunnen worden, tenzij zij door God geopenbaard worden". vert. uit Lat. [[115|17]] God heeft wel sporen van zijn trinitair wezen achtergelaten in zijn scheppingswerk en - het hele Oude Testament door - in Zijn openbaring. Maar het innerlijk leven van zijn wezen als heilige Drieëenheid vormt een mysterie dat ontoegankelijk is voor het verstand alleen en zelfs voor het geloof van Israël vóór de menswording van Gods Zoon en de zending van de heilige Geest.
Zie ook alinea's: -50- [al:50]
Zie ook alinea's: -50- [al:50]
Referenties naar alinea 237: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De openbaring van God als Drie-eenheid
238
De Vader geopenbaard door de Zoon
Veel godsdiensten kennen het gebruik God als "Vader"aan te roepen, De godheid wordt vaak beschouwd als "vader van de goden en de mensen". In Israël wordt God Vader genoemd in zoverre Hij Schepper van de wereld is. (Deut. 32, 6; Mal. 2, 10) [[b:Deut. 32, 6; Mal. 2, 10]] God is nog meer Vader op grond van het verbond en de gave van de Wet aan Israël, zijn "eerstgeboren zoon" (Ex. 4, 22) [b:Ex. 4, 22]. Hij wordt ook Vader van de koning van Israël genoemd. (2 Sam. 7, 14) [[b:2 Sam. 7, 14]] Hij is heel in het bijzonder "de Vader van de armen", van de wees en de weduwe, die onder zijn liefdevolle bescherming staan. (Ps. 68, 6) [[b:Ps. 68, 6]]
Zie ook alinea's: -2443- [al:2443]
Veel godsdiensten kennen het gebruik God als "Vader"aan te roepen, De godheid wordt vaak beschouwd als "vader van de goden en de mensen". In Israël wordt God Vader genoemd in zoverre Hij Schepper van de wereld is. (Deut. 32, 6; Mal. 2, 10) [[b:Deut. 32, 6; Mal. 2, 10]] God is nog meer Vader op grond van het verbond en de gave van de Wet aan Israël, zijn "eerstgeboren zoon" (Ex. 4, 22) [b:Ex. 4, 22]. Hij wordt ook Vader van de koning van Israël genoemd. (2 Sam. 7, 14) [[b:2 Sam. 7, 14]] Hij is heel in het bijzonder "de Vader van de armen", van de wees en de weduwe, die onder zijn liefdevolle bescherming staan. (Ps. 68, 6) [[b:Ps. 68, 6]]
Zie ook alinea's: -2443- [al:2443]
Referenties naar alinea 238: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
239
Door God met de naam Vader aan te duiden wijst de taal van het geloof voornamelijk op twee aspecten, namelijk dat God van alles de eerste oorsprong is en de transcendente autoriteit en dat Hij tegelijkertijd goedheid en liefdevolle zorg is voor al zijn kinderen. Deze ouderlijke genegenheid van God kan ook met het beeld van het moederschap tot uitdrukking gebracht worden, (Jes. 66, 13; Ps. 131, 2) [[b:Jes. 66, 13; Ps. 131, 2]] een beeld dat veeleer de immanentie van God, het innige contact tussen God en zijn schepsel aangeeft. De taal van het geloof put zo uit de ervaring die een mens van zijn ouders heeft, die in zekere zin voor hem de eerste vertegenwoordigers van God zijn. Maar deze ervaring zegt ook dat de menselijke ouders kunnen falen en dat zij het beeld van het vader? en moederschap kunnen misvormen. Dan dient men voor ogen te houden dat God het menselijk onderscheid in geslacht overstijgt. Hij is noch man, noch vrouw, Hij is God. Hij overstijgt eveneens het menselijk vader? en moederschap, (Ps. 27, 10) [[b:Ps. 27, 10]] aangezien Hij er de oorsprong en de maat van is: (Ef. 3, 14; Jes. 49, 15) [[b:Ef. 3, 14; Jes. 49, 15]] niemand is vader zoals God het is.Zie ook alinea's: -370- [al:370]-2779- [al:2779]
Referenties naar alinea 239: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
240
Jezus heeft geopenbaard dat God "Vader" is in een ongehoorde zin: Hij is het niet alleen als Schepper. Hij is eeuwig Vader met betrekking tot zijn enige Zoon, die van zijn kant eeuwig alleen maar Zoon is met betrekking tot zijn Vader. "Niemand kent de Zoon tenzij de Vader, en niemand kent de Vader tenzij de Zoon en hij aan wie de Zoon het wil openbaren" (Mt. 11, 27) [b:Mt. 11, 27].
Zie ook alinea's: -2780- [al:2780]-441-445- [al:441-445]
Zie ook alinea's: -2780- [al:2780]-441-445- [al:441-445]
Referenties naar alinea 240: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
241
Daarom belijden de apostelen Jezus als "het Woord dat in het begin bij God was en dat het Woord God is" (Joh. 1, 1) [[b:Joh. 1, 1]]; als "het beeld van de onzichtbare God" (Kol. 1, 15) [b:Kol. 1, 15]; als "de afstraling van Gods heerlijkheid en het evenbeeld van zijn wezen" (Heb. 1, 3) [b:Heb. 1, 3].
Referenties naar alinea 241: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
242
In navolging van hen heeft de Kerk, de apostolische Overlevering volgend, in 325 op het eerste oecumenische concilie van Nicea, beleden dat de Zoon "één in wezen" met de Vader is, d.w.z. één God met Hem. Het tweede oecumenische concilie, dat in 381 in Constantinopel bijeenkwam, heeft deze uitdrukking gehandhaafd in zijn formulering van het Credo van Nicea en heeft beleden "ééngeboren Zoon van God, vóór alle tijden geboren uit de Vader, licht uit licht, ware God uit de ware God, geboren, niet geschapen, één in wezen met de Vader". vert. uit Lat. [[66|0]]
Zie ook alinea's: -465- [al:465]
Zie ook alinea's: -465- [al:465]
Referenties naar alinea 242: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
243
De Vader en de Zoon, geopenbaard door de Geest
Vóór zijn Pasen kondigt Jezus het zenden van een "andere helper" (paracleet), de heilige Geest, aan. Reeds werkzaam sinds de schepping, (Gen. 1, 2) [[b:Gen. 1, 2]] zal de Geest nu, nadat Hij vroeger "gesproken" heeft door de profeten, Credo van Nicea - Constantinopel [66] "bij de leerlingen blijven en in hen (Joh. 14, 17) [[b:Joh. 14, 17]] zijn om hen te onderrichten (Joh. 14, 26) [[b:Joh. 14, 26]] en "tot de volle waarheid" te brengen (Joh. 16, 13) [b:Joh. 16, 13]. De heilige Geest wordt zo geopenbaard als een andere goddelijke persoon in relatie tot Jezus en de Vader.
Zie ook alinea's: -683- [al:683]-2780- [al:2780]-687- [al:687]
Vóór zijn Pasen kondigt Jezus het zenden van een "andere helper" (paracleet), de heilige Geest, aan. Reeds werkzaam sinds de schepping, (Gen. 1, 2) [[b:Gen. 1, 2]] zal de Geest nu, nadat Hij vroeger "gesproken" heeft door de profeten, Credo van Nicea - Constantinopel [66] "bij de leerlingen blijven en in hen (Joh. 14, 17) [[b:Joh. 14, 17]] zijn om hen te onderrichten (Joh. 14, 26) [[b:Joh. 14, 26]] en "tot de volle waarheid" te brengen (Joh. 16, 13) [b:Joh. 16, 13]. De heilige Geest wordt zo geopenbaard als een andere goddelijke persoon in relatie tot Jezus en de Vader.
Zie ook alinea's: -683- [al:683]-2780- [al:2780]-687- [al:687]
Referenties naar alinea 243: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
244
De eeuwige oorsprong van de Geest wordt geopenbaard in zijn zending in de tijd. De heilige Geest wordt aan de apostelen en de kerk gezonden evenzeer door de Vader in de naam van de Zoon, als door de Zoon in eigen persoon, wanneer Hij eenmaal bij de Vader is teruggekeerd. (Joh. 14, 26; Joh. 15, 26; Joh. 16, 14) [[b:Joh. 14, 26; Joh. 15, 26; Joh. 16, 14]] Het zenden van de persoon van de Geest na de verheerlijking van Jezus (Joh. 7, 39) [[b:Joh. 7, 39]] openbaart het mysterie van de heilige Drieëenheid ten volle.
Zie ook alinea's: -732- [al:732]
Zie ook alinea's: -732- [al:732]
Referenties naar alinea 244: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
245
Het apostolisch geloof betreffende de Geest is door het Tweede Oecumenische Concilie van Constantinopel in 381 als volgt beleden: "Wij geloven in de heilige Geest, die Heer is en het leven geeft; die voortkomt uit de Vader". Credo van Nicea - Constantinopel [[66]] De Kerk erkent daarmee de Vader "als de bron en de oorsprong van heel de godheid". vert. uit Lat. [[896|(1)]] De eeuwige oorsprong van de Heilige Geest staat echter niet los van die van de Zoon: "De Heilige Geest die de derde persoon is van de Drie-eenheid, is God, één met en gelijk aan de Vader en de Zoon, met dezelfde substantie en dezelfde natuur (...). Toch zegt men niet dat Hij alleen de Geest van de Vader of alleen de Geest van de Zoon is, maar dat Hij de Geest is van zowel de Vader als de Zoon". vert. uit Lat. [[897|(10-11)]] Het Credo van de Kerk, volgens het concilie van Constantinopel, belijdt: "Die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt". vert. uit Lat. [[66]]
Zie ook alinea's: -152- [al:152]-685- [al:685]
Zie ook alinea's: -152- [al:152]-685- [al:685]
Referenties naar alinea 245: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
246
De Latijnse overlevering van het Credo belijdt dat de Geest "voortkomt uit de Vader en de Zoon (Filioque)" . Het concilie van Florence [d:375] van 1439 zegt uitdrukkelijk: "De Heilige Geest komt van eeuwigheid af voort uit de Vader en de Zoon en heeft zijn wezen en zijn op zichzelf zijn zowel van de Vader als van de Zoon en van eeuwigheid af komt Hij voort uit beiden als uit één beginsel en door één adem (...). En omdat de Vader zelf alles van wat de Vader is, behalve zijn Vader-zijn aan zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, toen Hij Hem voortbracht, bezit de Zoon ook dit, namelijk dat de Geest uit de Zoon voortkomt, van eeuwigheid af vanwege de Vader door wie Hij ook van eeuwigheid af voortgebracht is". vert. uit Lat. [[895|0-1]]
Referenties naar alinea 246: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
247
Credo van Nicea - Constantinopel ->=geentekst=
De bevestiging van het filioque kwam niet voor in de in 381 te Constantinopel uitgesproken geloofsbelijdenis. Maar de heilige paus Leo heeft dit reeds dogmatisch beleden in 447, vgl: DS 284 [[[898|(2)]]] hiermee een oude Latijnse en Alexandrijnse overlevering volgend, en dit nog vóórdat Rome in 451 op het concilie van Chalcedon, de geloofsbelijdenis uit 381 leerde kennen en aanvaardde. Het gebruik van deze formulering in het Credo heeft langzamerhand ingang gevonden in de Latijnse liturgie (tussen de 8e en de 11e eeuw). Het inlassen van het filioque door de Latijnse liturgie in de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel vormt nu nog een geschilpunt tussen de katholieke Kerk en de orthodoxe kerken.
Referenties naar alinea 247: 2
Youcat ->=geentekst=Credo van Nicea - Constantinopel ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
248
De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=
De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De oosterse traditie brengt, wat de heilige Geest betreft, op de eerste plaats tot uitdrukking dat Hij éérst uit de Vader voortkomt. Door te belijden dat de Geest "uitgaat van de Vader" (Joh. 15, 26) [b:Joh. 15, 26], verklaart zij dat Hij voortkomt uit de Vader door de Zoon. vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|2]]] De westerse traditie brengt allereerst de eenheid in wezen tussen de Vader en de Zoon tot uitdrukking door te zeggen dat de Geest voortkomt uit de Vader en de Zoon (filioque). Het is "gewettigd en redelijk" vert. uit Lat. [[895|2]] dat zij dit zegt, want de eeuwige orde van de goddelijke personen in hun eenheid van wezen houdt in dat de Vader de allereerste oorsprong is van de Geest, in zoverre Hij "beginsel zonder beginsel" DS 1331, vert. uit Lat. [[899|1]] is, maar ook dat Hij als Vader van de enige Zoon met Hem "het enige beginsel waaruit de heilige Geest voortkomt" DS 850, vert. uit Lat. [[901]] is. Als deze gewettigde complementariteit niet al te zeer benadrukt wordt, tast zij het wezen van het geloof niet aan in de werkelijkheid van hetzelfde mysterie dat men belijdt.
Referenties naar alinea 248: 4
De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=
De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De Heilige Drie-eenheid in de geloofsleer
249
Het ontstaan van het dogma van de Drie-eenheid
De geopenbaarde waarheid van de Heilige Drie-eenheid heeft vanaf het allereerste begin ten grondslag gelegen aan het levende geloof van de Kerk, vooral door het Doopsel. Zij komt tot uitdrukking in de geloofsregel van het Doopsel, zoals deze geformuleerd wordt in de prediking, de catechese en het gebed van de Kerk. Dergelijke formuleringen vindt men al in de apostolische geschriften, zoals de in de liturgie van de Eucharistie weer opgenomen begroeting laat zien: "De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen" (2 Kor. 13, 13) [b:2 Kor. 13, 13]. (1 Kor. 12, 4-6; Ef. 4, 4-6) [[b:1 Kor. 12, 4-6; Ef. 4, 4-6]]
Zie ook alinea's: -683- [al:683]-189- [al:189]
De geopenbaarde waarheid van de Heilige Drie-eenheid heeft vanaf het allereerste begin ten grondslag gelegen aan het levende geloof van de Kerk, vooral door het Doopsel. Zij komt tot uitdrukking in de geloofsregel van het Doopsel, zoals deze geformuleerd wordt in de prediking, de catechese en het gebed van de Kerk. Dergelijke formuleringen vindt men al in de apostolische geschriften, zoals de in de liturgie van de Eucharistie weer opgenomen begroeting laat zien: "De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen" (2 Kor. 13, 13) [b:2 Kor. 13, 13]. (1 Kor. 12, 4-6; Ef. 4, 4-6) [[b:1 Kor. 12, 4-6; Ef. 4, 4-6]]
Zie ook alinea's: -683- [al:683]-189- [al:189]
Referenties naar alinea 249: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
250
In de loop van de eerste eeuwen heeft de Kerk getracht haar geloofsverstaan in de Drieëenheid uitdrukkelijker te formuleren, niet alleen om haar eigen geloof te verdiepen, maar ook om het geloof te verdedigen tegen dwalingen die het misvormden. Dit was het werk van de oude concilies, hierin geholpen door de theologische werkzaamheid van de Kerkvaders en ondersteund door de geloofszin van het christenvolk.
Zie ook alinea's: -94- [al:94]
Zie ook alinea's: -94- [al:94]
Referenties naar alinea 250: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
251
Om het dogma van de Drieëenheid te formuleren heeft de Kerk een eigen terminologie moeten ontwikkelen met behulp van begrippen uit de filosofie: "substantie", "persoon" of "hypostase", "relatie" enz. Hierbij heeft zij het geloof niet onderworpen aan menselijke wijsheid, maar heeft zij een nieuwe, ongekende betekenis aan deze termen gegeven, die bestemd zijn om voortaan ook een onuitsprekelijk mysterie te verwoorden, "dat alles wat wij naar menselijke maatstaf kunnen begrijpen, in oneindige mate overtreft". vert. uit Lat. [[763|2]]Zie ook alinea's: -170- [al:170]
Referenties naar alinea 251: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
252
De Kerk gebruikt de term "substantie" (soms ook weergegeven met "essentie" of "natuur") om het goddelijk wezen aan te duiden in zijn eenheid, de term "persoon" of "hypostase" om de werkelijke verscheidenheid tussen de Vader, de Zoon en de heilige Geest onderling aan te duiden, de term "relatie" , om het feit aan te duiden dat hun verscheidenheid gelegen is in de betrokkenheid van de één op de beide anderen.
Referenties naar alinea 252: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
253
Het dogma van de Heilige Drie-eenheid
De Drie-eenheid is één. Wij belijden geen drie goden, maar één God in drie personen: "de Drie-eenheid die één in wezen is". DS 421, vert. uit Gr. [[902]] De goddelijke personen verdelen het ene goddelijke wezen niet onder elkaar, maar elk van hen is geheel God: "De Vader is hetzelfde wat de Zoon is, de Zoon hetzelfde wat de Vader is, de Vader en de Zoon zijn hetzelfde wat de Heilige Geest is, d.w.z. één God van nature". DS 530, vert. uit Lat. [[897|(25)]] "Elk van de drie personen is deze werkelijkheid, d.w.z. goddelijke substantie, essentie of natuur". vert. uit Lat. [[764|2]]
Zie ook alinea's: -2789- [al:2789]-590- [al:590]
De Drie-eenheid is één. Wij belijden geen drie goden, maar één God in drie personen: "de Drie-eenheid die één in wezen is". DS 421, vert. uit Gr. [[902]] De goddelijke personen verdelen het ene goddelijke wezen niet onder elkaar, maar elk van hen is geheel God: "De Vader is hetzelfde wat de Zoon is, de Zoon hetzelfde wat de Vader is, de Vader en de Zoon zijn hetzelfde wat de Heilige Geest is, d.w.z. één God van nature". DS 530, vert. uit Lat. [[897|(25)]] "Elk van de drie personen is deze werkelijkheid, d.w.z. goddelijke substantie, essentie of natuur". vert. uit Lat. [[764|2]]
Zie ook alinea's: -2789- [al:2789]-590- [al:590]
Referenties naar alinea 253: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
254
De goddelijke personen zijn onderling werkelijk verschillend. "God is een, maar niet op de wijze van een eenling". DS 71 [[4924|(1)]] "Vader" , "Zoon", "Heilige Geest" zijn niet eenvoudigweg namen die modaliteiten van het goddelijke zijn aangeven, want zij zijn onderling werkelijk verschillend: "Wie de Zoon is, is de Vader niet, noch is wie de Vader is, de Zoon, noch is de Heilige Geest wie de Vader of de Zoon is". vert. uit Lat. [[897|(25)]] Zij verschillen onderling door hun oorsprongsrelatie: "Het is de Vader die voortbrengt, de Zoon die voortgebracht wordt, en de Heilige Geest die voortkomt". vert. uit Lat. [[764|2]] De goddelijke eenheid is drieënig.
Zie ook alinea's: -468- [al:468]-689- [al:689]
Zie ook alinea's: -468- [al:468]-689- [al:689]
Referenties naar alinea 254: 1
Manifest van het geloof ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
255
De goddelijke personen hebben betrekking op elkaar. Omdat het werkelijke verschil tussen de personen onderling de goddelijke eenheid niet verdeelt, is dit verschil alleen maar gelegen in de betrekkingen waarin zij op elkaar betrokken zijn. "In de betreffende namen voor de personen verwijst de Vader naar de Zoon, de Zoon naar de Vader en de Heilige Geest naar beiden; ook al spreekt men met het oog op hun onderlinge relatie over drie personen, dan gelooft men echter toch in één natuur of substantie". vert. uit Lat. [[897|(15)]] Immers, "alles is één, daar waar geen tegenstelling van de relatie zich daartegen verzet". vert. uit Lat. [[899|0]] "Op grond van deze eenheid is de Vader geheel in de Zoon en geheel in de Heilige Geest; de Zoon is geheel in de Vader en geheel in de Heilige Geest; de Heilige Geest is geheel in de Vader en geheel in de Zoon". vert. uit Lat. [[899|2]]
Zie ook alinea's: -240- [al:240]
Zie ook alinea's: -240- [al:240]
Referenties naar alinea 255: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
256
De heilige Gregorius van Nazianze, ook wel de "theoloog" genoemd, geeft de catechumenen van Constantinopel de volgende samenvatting van het geloof in de Drie-eenheid:
Behoudt bij dit alles en vóór alles de kostbare geloofsschat, waarvoor ik leef en strijd, en die ik op mijn laatste tocht als reisgenoot zou willen meenemen, die mij alle smarten doet verdragen en alle genot doet geringschatten: ik bedoel hiermee het belijden van het geloof in de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Deze belijdenis vertrouw ik vandaag aan u toe; hiermee zal ik u zowel in het water onderdompelen als u er weer uit omhoog heffen. Haar geef ik mee als gezellin en beschermster voor heel uw leven: de éne godheid en macht die één is in drie personen en tegelijk drie personen bevat, één zonder ongelijkheid van substantie of natuur, zonder hogere graad die verheft, of lagere graad die verlaagt (...). Het is de oneindige natuurgemeenschap van de drie oneindigen. Ieder is, op zich beschouwd, geheel God (...). God zijn zij alle drie, als zij tezamen gedacht worden (...). Nauwelijks komt bij mij de gedachte aan hun één-zijn op of ik word omstraald door de drie goddelijke personen; nauwelijks heb ik een onderscheid in drie goddelijke personen gemaakt, of ik word in gedachten weer teruggebracht tot hun één-zijn. 40,41, vert. uit Gr. [[903]]Zie ook alinea's: -236- [al:236]-684- [al:684]-84- [al:84]
Referenties naar alinea 256: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De goddelijke werken en de zendingen van de Drie-eenheid
257
"O zalig licht, Drie-eenheid, o eenheid van de aanvang af". Hymne bij het avondgebed.. Hymne bij het avondgebed ("O lux beata Trinitas"), vert. vgl. Getijdenboek, 705-706 God is eeuwige gelukzaligheid, onsterfelijk leven, licht dat niet dooft. God is liefde: Vader, Zoon en Heilige Geest. God wil in vrijheid de heerlijkheid van zijn gelukzalig leven meedelen. Dat is het "geheim raadsbesluit" (Ef. 1, 9) [b:Ef. 1, 9] dat Hij reeds vóór de schepping van de wereld in zijn welbeminde Zoon genomen heeft: "in liefde heeft Hij ons voorbestemd zijn kinderen te worden door Jezus Christus" (Ef. 1, 5) [b:Ef. 1, 5], d.w.z. "tot gelijkvormigheid met het beeld van zijn Zoon" (Rom. 8, 29) [b:Rom. 8, 29], dankzij "de geest van kindschap" (Rom. 8, 15) [b:Rom. 8, 15]. Dit raadsbesluit is "een voor alle eeuwen geschonken genade" (2 Tim. 1, 9-10) [[b:2 Tim. 1, 9-10]], direct voortgekomen uit de trinitaire liefde. Dit raadsbesluit komt tot ontplooiing in het werk van de schepping, in heel de heilsgeschiedenis na de zondeval, in het zenden van de Zoon en de Geest, in het verlengde waarvan de zending van de Kerk gelegen is. vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|2-9]]]
Zie ook alinea's: -221- [al:221]-758- [al:758]-292- [al:292]-850- [al:850]
Zie ook alinea's: -221- [al:221]-758- [al:758]-292- [al:292]-850- [al:850]
Referenties naar alinea 257: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
258
Heel de goddelijke heilseconomie is het gezamenlijk werk van de drie goddelijke personen. Want evenals de Drie-eenheid slechts één en dezelfde natuur heeft, zo heeft Zij ook slechts één en hetzelfde handelen. vgl: Sessio VIII - Canones [[[902|(1)]]] "De Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn niet drie beginselen van de schepping, maar één beginsel". vert. uit Lat. [[899|1]] Toch verricht iedere goddelijke persoon het gemeenschappelijk werk overeenkomstig zijn persoonlijke eigenheid. Zo belijdt de Kerk in het voetspoor van het Nieuwe Testament (1 Kor. 8, 6) [[b:1 Kor. 8, 6]] "één God en Vader, uit wie alles is, en één Heer Jezus Christus door wie alles is, en één Heilige Geest in wie alles is". vert. uit Gr. [[902|(1)]] Het is vooral de goddelijke zending van de menswording van de Zoon en die van de gave van de Heilige Geest die de eigenheden van de goddelijke personen zichtbaar maken.
Zie ook alinea's: -236- [al:236]-686- [al:686]
Zie ook alinea's: -236- [al:236]-686- [al:686]
Referenties naar alinea 258: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
259
Als een werk dat tegelijkertijd gemeenschappelijk en persoonlijk is, laat heel de goddelijke heilseconomie zowel de eigenheid van de goddelijke personen als hun ene natuur kennen. Daarom is heel het christelijk leven een deel hebben aan ieder van de goddelijke personen zonder deze ook maar enigszins te scheiden. Wie eer brengt aan de Vader, doet dat door de Zoon in de Heilige Geest; wie Christus volgt, doet dat, omdat de Vader hem tot zich trekt (Joh. 6, 44) [[b:Joh. 6, 44]] en de Heilige Geest hem beweegt. (Rom. 8, 14) [[b:Rom. 8, 14]]
Zie ook alinea's: -236- [al:236]
Zie ook alinea's: -236- [al:236]
Referenties naar alinea 259: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
260
Het uiteindelijk doel van de hele goddelijke heilseconomie is het binnengaan van de schepselen in de volmaakte eenheid van de gelukzalige Drie-eenheid. (Joh. 17, 21-23) [[b:Joh. 17, 21-23]] Maar nu al zijn wij geroepen om woning te zijn voor de allerhoogste Drie-eenheid: "Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen" (Joh. 14, 23) [b:Joh. 14, 23].
O mijn God, Drie-eenheid, die ik aanbid, help mij mijzelf totaal te vergeten om mijn intrek te nemen in U, in eenheid van hart en in vrede, gevestigd in uw eeuwig nù. Moge niets mijn vrede verstoren, niets mij wegtrekken van U, o mijn onveranderlijke God. Elke minuut voere mij verder binnen in de diepte van uw mysterie. Breng mij tot rust en stilte - mijn hart een hemel voor U, een geliefd huis waar Gij rusten kunt. Dat ik U daar nooit alleen laat: ik wil bij U zijn met heel mijn wezen, heel wakker in geloof, heel en al aanbidding, helemaal prijsgegeven aan uw scheppende kracht! vert. Getijdenboek Lect. I,4,156 [[904]]Zie ook alinea's: -1050- [al:1050]-1721- [al:1721]-1997- [al:1997]-2565- [al:2565]
Referenties naar alinea 260: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT
261
Het mysterie van de allerheiligste Drie-eenheid is het centrale mysterie van het christelijk geloof en leven. God alleen kan ons de kennis ervan geven door zich te openbaren als Vader, Zoon en Heilige Geest.
Referenties naar alinea 261: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
262
De menswording van de Zoon van God openbaart dat God de eeuwige Vader is en dat de Zoon één in wezen met de Vader is, d.w.z. dat Hij in Hem en met Hem dezelfde ene God is.
Referenties naar alinea 262: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
263
Het zenden van de Heilige Geest, gezonden door de Vader in de naam van de Zoon (Joh. 14, 26) [[b:Joh. 14, 26]] en door de Zoon "van de Vader" (Joh. 15, 26) [b:Joh. 15, 26] openbaart dat Hij met Hen dezelfde ene God is. "Met de Vader en de Zoon wordt Hij tezamen aanbeden en verheerlijkt." Credo van Nicea - Constantinopel [[66]]
Referenties naar alinea 263: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
264
"De Heilige Geest komt voort uit de Vader als eerste bron en, door de eeuwige gave van Hem aan de Zoon, uit de Vader en de Zoon tezamen". 15,26,47, vert. uit Lat. [[905]]
Referenties naar alinea 264: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
265
Door de genade van het doopsel "in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest" (Mt. 28, 19) [b:Mt. 28, 19] worden wij geroepen deel te hebben aan het leven van de gelukzalige Drie-eenheid, hier op aarde in het duister van het geloof en na de dood in het eeuwig licht". vgl: vert. uit Lat. [[[763|9]]]
Referenties naar alinea 265: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
266
"Het katholieke geloof bestaat hierin: dat wij één God vereren in de Drie-eenheid en de Drie-eenheid in de eenheid, zonder de personen te verwarren en zonder de substantie te scheiden: want de persoon van de Vader is een andere, een andere die van de Zoon en weer een andere die van de Heilige Geest; maar de godheid van de Vader de Zoon en de Heilige Geest is één, gelijk is hun heerlijkheid en even eeuwig hun majesteit". vert. uit Lat. [[309|1]]
Referenties naar alinea 266: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
267
Ondeelbaar in wat zij zijn, zijn de goddelijke personen ook ondeelbaar in wat zij doen. Maar in het ene goddelijke handelen toont iedere persoon wat in de Drie-eenheid aan hem eigen is, vooral in de goddelijke zending van de menswording van de Zoon en in de gave van de Heilige Geest.
Referenties naar alinea 267: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De Almachtige
268
Van alle goddelijke eigenschappen wordt in de geloofsbelijdenis alleen de almacht van God genoemd: het is van groot belang voor ons leven deze te belijden. Wij geloven dat de almacht van God universeel is, want God die alles geschapen heeft, (Gen. 1, 1; Joh. 1, 3) [[b:Gen. 1, 1; Joh. 1, 3]] regeert alles en kan alles; zij is liefdevol, want God is onze Vader; (Mt. 6, 9) [[b:Mt. 6, 9]] zij is mysterievol, want alleen het geloof kan haar onderscheiden, immers, "kracht wordt in zwakheid volkomen" (2 Kor. 12, 9) [b:2 Kor. 12, 9]. (1 Kor. 1, 18) [[b:1 Kor. 1, 18]]
Zie ook alinea's: -222- [al:222]
Zie ook alinea's: -222- [al:222]
Referenties naar alinea 268: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
269
"Hij handelt zoals Hij verkiest" (Ps. 115,3)
De heilige Schrift belijdt meermalen de universele macht van God. Hij wordt genoemd "Jakobs Machtige" (Jes. 1, 24) [[b:Jes. 1, 24]], "de Heer der heerscharen" (Ps. 24, 10) [b:Ps. 24, 10], "de Sterke, de Machtige" (Ps. 24, 8) [b:Ps. 24, 8]. Als God almachtig is "in de hemel en op aarde" (Ps. 135, 6) [b:Ps. 135, 6], dan betekent dit dat Hij ze gemaakt heeft. Voor Hem is dus niets onmogelijk (Jer. 32, 17; Lc. 1, 37) [[b:Jer. 32, 17; Lc. 1, 37]] en Hij beschikt over zijn werk, zoals Hij wil; (Jer. 27, 5) [[b:Jer. 27, 5]] Hij is de Heer van het heelal, waarvan Hij de orde gevestigd heeft, die geheel aan Hem onderworpen blijft en waarover Hij blijft beschikken; Hij is de meester van de geschiedenis: Hij regeert de harten en de gebeurtenissen, zoals Hij wil. (Est. 13, 9; Spr. 21, 1; Tob. 13, 2) [[b:Est. 13, 9; Spr. 21, 1; Tob. 13, 2]] "Het is immers altijd mogelijk uw macht te ontplooien en wie zal er weerstaan aan de kracht van uw arm?" (Wijsh. 11, 21) [b:Wijsh. 11, 21].
Zie ook alinea's: -303- [al:303]
De heilige Schrift belijdt meermalen de universele macht van God. Hij wordt genoemd "Jakobs Machtige" (Jes. 1, 24) [[b:Jes. 1, 24]], "de Heer der heerscharen" (Ps. 24, 10) [b:Ps. 24, 10], "de Sterke, de Machtige" (Ps. 24, 8) [b:Ps. 24, 8]. Als God almachtig is "in de hemel en op aarde" (Ps. 135, 6) [b:Ps. 135, 6], dan betekent dit dat Hij ze gemaakt heeft. Voor Hem is dus niets onmogelijk (Jer. 32, 17; Lc. 1, 37) [[b:Jer. 32, 17; Lc. 1, 37]] en Hij beschikt over zijn werk, zoals Hij wil; (Jer. 27, 5) [[b:Jer. 27, 5]] Hij is de Heer van het heelal, waarvan Hij de orde gevestigd heeft, die geheel aan Hem onderworpen blijft en waarover Hij blijft beschikken; Hij is de meester van de geschiedenis: Hij regeert de harten en de gebeurtenissen, zoals Hij wil. (Est. 13, 9; Spr. 21, 1; Tob. 13, 2) [[b:Est. 13, 9; Spr. 21, 1; Tob. 13, 2]] "Het is immers altijd mogelijk uw macht te ontplooien en wie zal er weerstaan aan de kracht van uw arm?" (Wijsh. 11, 21) [b:Wijsh. 11, 21].
Zie ook alinea's: -303- [al:303]
Referenties naar alinea 269: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
270
"Gij ontfermt U over allen, omdat Gij alles vermoogt" (Wijsh. 11,23)
God is de almachtige Vader. Zijn Vaderschap en zijn macht verklaren elkaar. Immers, Hij toont zijn vaderlijke almacht door de wijze waarop Hij zich om onze noden bekommert (Mt. 6, 32) [[b:Mt. 6, 32]]; door het kindschap dat Hij ons schenkt ("Ik zal voor u een vader zijn en gij zult voor Mij zonen en dochters, zijn", (2 Kor. 6, 18) [b:2 Kor. 6, 18]); tenslotte door zijn oneindige barmhartigheid, omdat Hij het hoogtepunt van zijn macht toont, wanneer Hij uit vrije wil de zonden vergeeft.
Zie ook alinea's: -2777- [al:2777]-1441- [al:1441]
God is de almachtige Vader. Zijn Vaderschap en zijn macht verklaren elkaar. Immers, Hij toont zijn vaderlijke almacht door de wijze waarop Hij zich om onze noden bekommert (Mt. 6, 32) [[b:Mt. 6, 32]]; door het kindschap dat Hij ons schenkt ("Ik zal voor u een vader zijn en gij zult voor Mij zonen en dochters, zijn", (2 Kor. 6, 18) [b:2 Kor. 6, 18]); tenslotte door zijn oneindige barmhartigheid, omdat Hij het hoogtepunt van zijn macht toont, wanneer Hij uit vrije wil de zonden vergeeft.
Zie ook alinea's: -2777- [al:2777]-1441- [al:1441]
Referenties naar alinea 270: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
271
De goddelijke almacht is geenszins willekeurig: "In God zijn macht en wezen, wil en verstand, wijsheid en rechtvaardigheid één en hetzelfde. Daarom kan er in de goddelijke macht niets zijn dat niet bestaat in de rechtvaardige wil van God of in zijn wijs verstand". I, q. 25 art. 5, ad 1, vert. uit Lat. [[835]]
Referenties naar alinea 271: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
272
Het mysterie van de schijnbare onmacht van God
Het geloof in God de almachtige Vader kan op de proef gesteld worden door de ervaring van het kwaad en het lijden. Soms kan het lijken alsof God afwezig is en niet in staat het kwaad te verhinderen. Welnu, God de Vader heeft zijn almacht op de meest mysterievolle manier geopenbaard in de vrijwillige vernedering en in de verrijzenis van zijn Zoon, waardoor Hij het kwaad overwonnen heeft. Zo is de gekruisigde Christus "Gods kracht en Gods wijsheid. Want de dwaasheid van God is wijzer dan de mensen en de zwakheid van God is sterker dan de mensen" (1 Kor. 1, 24-25) [b:1 Kor. 1, 24-25]. In de verrijzenis en de verheffing van Christus heeft de Vader "de sterkte van zijn kracht" ontplooid en getoond "met welke buitengewone grootheid zijn macht voor ons gelovigen bekleed is" (Ef. 1, 19-22) [b:Ef. 1, 19-22].
Zie ook alinea's: -309- [al:309]-412- [al:412]-609- [al:609]-648- [al:648]
Het geloof in God de almachtige Vader kan op de proef gesteld worden door de ervaring van het kwaad en het lijden. Soms kan het lijken alsof God afwezig is en niet in staat het kwaad te verhinderen. Welnu, God de Vader heeft zijn almacht op de meest mysterievolle manier geopenbaard in de vrijwillige vernedering en in de verrijzenis van zijn Zoon, waardoor Hij het kwaad overwonnen heeft. Zo is de gekruisigde Christus "Gods kracht en Gods wijsheid. Want de dwaasheid van God is wijzer dan de mensen en de zwakheid van God is sterker dan de mensen" (1 Kor. 1, 24-25) [b:1 Kor. 1, 24-25]. In de verrijzenis en de verheffing van Christus heeft de Vader "de sterkte van zijn kracht" ontplooid en getoond "met welke buitengewone grootheid zijn macht voor ons gelovigen bekleed is" (Ef. 1, 19-22) [b:Ef. 1, 19-22].
Zie ook alinea's: -309- [al:309]-412- [al:412]-609- [al:609]-648- [al:648]
Referenties naar alinea 272: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Kopieer alinea-tekst naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
273
Alleen het geloof kan zich bekennen tot de geheimvolle wegen van de almachtige God. Dat geloof beroemt zich op zijn zwakheid teneinde de macht van Christus tot zich te trekken. (2 Kor. 12, 9; Fil. 4, 13) [[b:2 Kor. 12, 9; Fil. 4, 13]] Van dit geloof is de Maagd Maria het grootste voorbeeld, zij die geloofd heeft dat "voor God niets onmogelijk is" (Lc. 1, 37) [b:Lc. 1, 37] en die de Heer heeft kunnen verheerlijken: "Wonderbaar is het w