Catechismus van de Katholieke Kerk
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Catechismus van de Katholieke Kerk
15 augustus 1997
Catechismus - Catechismus
1997, Libreria Editrice Vaticana / 2023, Nederlandse Bisschoppenconferentie
Hierin verwerkt de officiële aanpassingen aan de "editio typica" volgens o.a. het protocol van wijzigingen 1997
De referenties, de leeswijzer, trefwoorden (conform de Nederlandstalige uitgave) en nummertoevoegingen aan de inhoudsopgave zijn toevoegingen van de redactie om het gebruik van de Catechismus te bevorderen. Deze toevoegingen, hoewel getrouw aan de kerkelijke leer, vormen geen onderdeel van de geautoriseerde, door de Apostolische Constitutie Fidei Depositum vastgestelde uitgave.
Aanpassingen aan de 3e druk (2023), waar nodig, aangegeven. (Alleen van toepassing op de Nederlandstalige vertaling)
De nummers van de noten komen, om technische redenen, niet overeen met de officiële uitgaven.Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
De referenties, de leeswijzer, trefwoorden (conform de Nederlandstalige uitgave) en nummertoevoegingen aan de inhoudsopgave zijn toevoegingen van de redactie om het gebruik van de Catechismus te bevorderen. Deze toevoegingen, hoewel getrouw aan de kerkelijke leer, vormen geen onderdeel van de geautoriseerde, door de Apostolische Constitutie Fidei Depositum vastgestelde uitgave.
Aanpassingen aan de 3e druk (2023), waar nodig, aangegeven. (Alleen van toepassing op de Nederlandstalige vertaling)
De nummers van de noten komen, om technische redenen, niet overeen met de officiële uitgaven.Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1997
25 maart 2025
1
nl
Referenties naar dit document: 284
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Intro
"VADER, (...) dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden, Jezus Christus" (Joh. 17, 3)[b:Joh. 17, 3]. "God, onze heiland (...) wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen" (1 Tim. 2, 3-4)[b:1 Tim. 2, 3-4]. "Bij niemand anders is dan ook de redding te vinden en geen andere Naam onder de hemel is aan de mensen gegeven waarin wij gered moeten worden" (Hand. 4, 12)[b:Hand. 4, 12] dan de naam van JEZUS.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het leven van de mens - God kennen en liefhebben (1-3)
1
684
1789
Youcat ->=geentekst=
684
1789
God die oneindig volmaakt en gelukkig in zichzelf is, heeft, uit zuivere goedheid, in vrijheid de mens geschapen, om hem te laten delen in zijn eigen gelukzalig leven. Daarom nadert Hij altijd en overal tot de mens. Hij roept hem, biedt hem hulp om Hem te zoeken, te kennen en met al zijn krachten lief te hebben. Alle mensen, door de zonde verdeeld, nodigt Hij uit tot de eenheid van zijn gezin, de Kerk. Om dat te bereiken heeft Hij zijn Zoon gezonden als Verlosser en Redder, toen de volheid van de tijden gekomen was. In Hem en door Hem, roept Hij de mensen op om in de Heilige Geest zijn aangenomen kinderen te worden en zo erfgenamen te worden van zijn gelukzalig leven.
Referenties naar alinea 1: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Youcat ->=geentekst=
Opdat deze uitnodiging zou weerklinken over de hele aarde, heeft Christus de apostelen gezonden, die Hij had uitgekozen terwijl Hij hun de opdracht gaf het Evangelie te verkondigen: "Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 19-20)[b:Mt. 28, 19-20]. Belast met deze opdracht trokken de apostelen uit "om overal te prediken, en de Heer werkte met hen mee en schonk kracht aan hun woord door de tekenen die het vergezelden" (Mc. 16, 20)[b:Mc. 16, 20].
Referenties naar alinea 2: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Youcat ->=geentekst=
Degenen die met Gods hulp de uitnodiging van Christus hebben ontvangen en er vrijelijk op hebben geantwoord, zijn op hun beurt door de liefde van Christus ertoe aangezet om overal ter wereld de Blijde Boodschap te verkondigen. Deze van de apostelen ontvangen schat is trouw bewaard door hun opvolgers. Alle gelovigen zijn opgeroepen om deze schat van geslacht tot geslacht door te geven door het geloof te verkondigen en het te beleven in een broederlijk delen en het te vieren in liturgie en gebed. (Hand. 2, 42)[[b:Hand. 2, 42]]
Referenties naar alinea 3: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het doorgeven van het geloof - de catechese (4-10)
4
Fides per doctrinam ->=geentekst=
Heel vroeg al heeft men met catechese het geheel van initiatieven aangeduid, die er in de Kerk ondernomen zijn, om de mensen tot leerlingen te maken, om mensen te helpen geloven dat Jezus de Zoon van God is, opdat zij door het geloof het leven in zijn naam zouden bezitten, en om hen op te voeden en te onderrichten in dit leven en zo Christus' Lichaam op te bouwen. Catechesi Tradendae, 1[[572|1]]
Referenties naar alinea 4: 2
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Fides per doctrinam ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
"De catechese is een geloofsopvoeding van kinderen, jongeren en volwassenen, die met name een onderricht van de christelijke leer omvat en die in het algemeen gegeven wordt op organische en systematische wijze met de bedoeling om anderen binnen te leiden in de volheid van het christelijk leven". vgl: Catechesi Tradendae, 18[[[572|18]]]
Referenties naar alinea 5: 1
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De catechese richt zich op een bepaald aantal elementen van de pastorale zending van de Kerk die een catechetisch aspect vertonen, de catechese voorbereiden of eruit voortvloeien, zonder zich met deze te vermengen: de eerste verkondiging van het Evangelie ofwel de missionaire prediking om tot geloof op te wekken; het zoeken naar redenen om te geloven; de ervaring van het christelijk leven; de viering van de sacramenten; de betrokkenheid bij de kerkelijke gemeenschap; het apostolisch en missionair getuigenis. vgl: Catechesi Tradendae, 18[[[572|18]]]
Referenties naar alinea 6: 1
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
"De catechese is nauw verbonden met het hele leven van de Kerk. Niet alleen de geografische verbreiding en de numerieke toename, maar ook, en meer nog, de innerlijke groei van de Kerk en haar overeenstemming met het plan van God hangen er wezenlijk van af". Catechesi Tradendae, 13[[572|13]]
Referenties naar alinea 7: 1
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De tijden van vernieuwing van de Kerk zijn ook de sterke tijden van de catechese. Zo ziet men dat in het grote tijdperk van de Kerkvaders heilige bisschoppen hier een belangrijk deel van hun dienstwerk aan wijdden. Men kan wijzen op de heilige Cyrillus van Jeruzalem, de heilige Johannes Chrysostomus, de heilige Ambrosius en de heilige Augustinus en tal van andere Kerkvaders, wier catechetische werken een modelfunctie blijven behouden. vgl: Catechesi Tradendae, 12[[[572|12]]]
Referenties naar alinea 8: 1
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
"Het catechetisch dienstwerk put steeds nieuwe kracht uit de concilies. Het concilie van Trente[d:21] vormt in dit opzicht een opmerkelijk voorbeeld: het heeft voorrang gegeven aan de catechese in zijn constituties en decreten; het ligt aan de oorsprong van de Catechismus Romanus[830] die ook de naam van dit concilie draagt en die als samenvatting van de christelijke leer een uiterst belangrijk werk is..." Catechesi Tradendae, 12[[572|12]] Dit concilie heeft in de Kerk geleid tot een opmerkelijke opbouw van de catechese, het is, dankzij heilige bisschoppen en theologen zoals de heilige Petrus Canisius, de heilige Carolus Borromeüs, de heilige Turibius van Mongrovejo en de heilige Robertus Bellarminus, de aanzet geweest tot het uitgeven van tal van catechismussen.
Referenties naar alinea 9: 1
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Vandaar is het niet verwonderlijk dat tijdens de periode na het Tweede Vaticaans Concilie, dat als de grote catechismus van de moderne tijd hoog geacht werd door Paus Paulus VI, de catechese van de Kerk opnieuw in de aandacht is komen te staan. Het "Algemeen directorium voor de catechese[894]" uit 1971, de zittingen van de bisschoppensynodes die gewijd waren aan de evangelisatie (1974)[d:58] en aan de catechese (1977)[d:281], de apostolische exhortaties die erop volgden, "Evangelii Nuntiandi[519]" (1975) en "Catechesi Tradendae[572]" (1979), getuigen hiervan. De buitengewone zitting van de bisschoppensynode uit 1985[d:172] vroeg "dat er een catechismus of compendium van de hele katholieke leer, zowel over het geloof als over de moraal, zou worden voorbereid". II,B, a 4[[1485|15]] De Heilige Vader, Johannes Paulus II, heeft deze wens die de bisschoppensynode had uitgesproken tot de zijne gemaakt door te erkennen dat "dit verlangen volledig beantwoordt aan een werkelijke behoefte van de universele Kerk en van de particuliere kerken". AAS 78 (1986) 435.[[1487|(6)]] Hij stelde alles in het werk om deze wens van de synodevaders te verwezenlijken.
Referenties naar alinea 10: 1
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Wat bedoelt deze catechismus en voor wie is hij bestemd (11-12)
11
Deze catechismus heeft als doel een organische en samenhangende uiteenzetting te geven van de wezenlijke en fundamentele inhoud van de katholieke leer zowel op het gebied van het geloof als van de moraal, in het licht van het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] en het geheel van de Overlevering van de Kerk. Zijn belangrijkste bronnen zijn de heilige Schrift, de heilige Kerkvaders, de liturgie en het leergezag van de Kerk. Hij is ertoe bestemd om te dienen "als een referentiepunt voor de catechismussen of compendia die in de verschillende landen worden samengesteld". Ecclesia sub Verbo Dei mysteria Christi celebrans pro salute mundi, 15[[1485|15]]
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Deze catechismus is hoofdzakelijk bestemd voor de verantwoordelijken voor de catechese: op de eerste plaats voor de bisschoppen als leermeesters van het geloof en herders van de Kerk. Hij wordt hun aangeboden als een instrument bij het vervullen van hun opdracht om het volk van God te onderrichten. Via de bisschoppen is hij ook gericht tot de samenstellers van catechismussen, tot priesters en catechisten. Hij zal ook een nuttige lectuur zijn voor alle andere gelovigen.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De opbouw van deze catechismus (13-17)
13
1231
1231
De opzet van deze catechismus is ontleend aan de grote traditie van catechismussen die de catechese ordenen rond vier "zuilen": de geloofsbelijdenis van het doopsel (het Symbolum), de sacramenten van het geloof, het geloofsleven (de Geboden), het gebed van de gelovige (het Onze Vader).
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Deel I: de geloofsbelijdenis
Wie door het doopsel tot Christus behoren, moeten het geloof van hun doopsel ten overstaan van de mensen belijden. (Mt. 10, 32; Rom. 10, 9)[[b:Mt. 10, 32; Rom. 10, 9]] Daarom zet de catechismus eerst (De geloofsbelijdenis)[1|+ 34] uiteen waarin de openbaring bestaat waardoor God zich tot de mens richt en zich aan hem schenkt. Dan volgt de uiteenzetting over het geloof, het antwoord van de mens aan God (eerste sectie ("Ik geloof" - "Wij geloven")[1|+ 36]). De geloofsbelijdenis, het Symbolum, vat samen welke gaven God, als Bewerker van alle goed, als Verlosser en Heiligmaker aan de mens geschonken heeft. Zij ordent die aan de hand van de "drie fundamentele artikelen" van ons doopsel: het geloof in de ene God: de almachtige Vader en Schepper; Jezus Christus, zijn Zoon, onze Heer en Redder; de Heilige Geest in de heilige Kerk (tweede sectie (De belijdenis van het christelijk geloof - De geloofsbelijdenissen)[1|+ 230]).
Wie door het doopsel tot Christus behoren, moeten het geloof van hun doopsel ten overstaan van de mensen belijden. (Mt. 10, 32; Rom. 10, 9)[[b:Mt. 10, 32; Rom. 10, 9]] Daarom zet de catechismus eerst (De geloofsbelijdenis)[1|+ 34] uiteen waarin de openbaring bestaat waardoor God zich tot de mens richt en zich aan hem schenkt. Dan volgt de uiteenzetting over het geloof, het antwoord van de mens aan God (eerste sectie ("Ik geloof" - "Wij geloven")[1|+ 36]). De geloofsbelijdenis, het Symbolum, vat samen welke gaven God, als Bewerker van alle goed, als Verlosser en Heiligmaker aan de mens geschonken heeft. Zij ordent die aan de hand van de "drie fundamentele artikelen" van ons doopsel: het geloof in de ene God: de almachtige Vader en Schepper; Jezus Christus, zijn Zoon, onze Heer en Redder; de Heilige Geest in de heilige Kerk (tweede sectie (De belijdenis van het christelijk geloof - De geloofsbelijdenissen)[1|+ 230]).
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Deel II: de sacramenten van het geloof
Het tweede deel (De viering van het Christusmysterie)[1|+ 1258] van de catechismus zet uiteen hoe het heil van God, eens en voor altijd verwezenlijkt door Jezus Christus en door de Heilige Geest, in de heilige handelingen van de liturgie van de Kerk tegenwoordig gesteld wordt (eerste sectie (Het sacramentele heilsbestel)[1|+ 1269]), vooral in de zeven Sacramenten (tweede sectie (De zeven Sacramenten van de Kerk)[1|+ 1426]).
Het tweede deel (De viering van het Christusmysterie)[1|+ 1258] van de catechismus zet uiteen hoe het heil van God, eens en voor altijd verwezenlijkt door Jezus Christus en door de Heilige Geest, in de heilige handelingen van de liturgie van de Kerk tegenwoordig gesteld wordt (eerste sectie (Het sacramentele heilsbestel)[1|+ 1269]), vooral in de zeven Sacramenten (tweede sectie (De zeven Sacramenten van de Kerk)[1|+ 1426]).
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Deel III: het geloofsleven
Het derde deel (Het leven in Christus)[1|+ 1979] van de Catechismus beschrijft het uiteindelijke doel van de mens, die geschapen is naar het beeld van God: de gelukzaligheid en de wegen om die te bereiken: door een juist en vrij handelen met behulp van de wet en de genade van God (eerste sectie (De roeping van de mens: het leven in de Geest)[1|+ 1988]); door een handelen dat het dubbele gebod van de liefde verwerkelijkt, ontvouwd in de Tien Geboden[688] van God (tweede sectie (De Tien Geboden)[1|+ 2412]).
Het derde deel (Het leven in Christus)[1|+ 1979] van de Catechismus beschrijft het uiteindelijke doel van de mens, die geschapen is naar het beeld van God: de gelukzaligheid en de wegen om die te bereiken: door een juist en vrij handelen met behulp van de wet en de genade van God (eerste sectie (De roeping van de mens: het leven in de Geest)[1|+ 1988]); door een handelen dat het dubbele gebod van de liefde verwerkelijkt, ontvouwd in de Tien Geboden[688] van God (tweede sectie (De Tien Geboden)[1|+ 2412]).
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Deel IV: het gebed in het geloofsleven
Het laatste deel (Het christelijk gebed)[1|+ 2981] van de catechismus behandelt de zin en het belang van het gebed in het leven van de gelovigen (eerste sectie (Het gebed in het christelijk leven)[1|+ 2982]). Dit deel wordt afgesloten met een kort commentaar op de zeven beden van het gebed des Heren (tweede sectie (Het gebed van de Heer: Het "Onze Vader")[1|+ 3218]). Daarin vinden wij inderdaad de samenvatting van de weldaden waarop wij mogen hopen en die onze hemelse Vader ons wil toevertrouwen.
Het laatste deel (Het christelijk gebed)[1|+ 2981] van de catechismus behandelt de zin en het belang van het gebed in het leven van de gelovigen (eerste sectie (Het gebed in het christelijk leven)[1|+ 2982]). Dit deel wordt afgesloten met een kort commentaar op de zeven beden van het gebed des Heren (tweede sectie (Het gebed van de Heer: Het "Onze Vader")[1|+ 3218]). Daarin vinden wij inderdaad de samenvatting van de weldaden waarop wij mogen hopen en die onze hemelse Vader ons wil toevertrouwen.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Praktische wenken voor het gebruik van deze catechismus (18-22)
18
Deze catechismus is opgezet als een organische uiteenzetting van het hele katholieke geloof. Men moet hem dus als een eenheid lezen. Talrijke verwijzingen in de marge van de tekst lichtblauwe nummers in de...lichtblauwe nummers in de marge leiden naar andere alinea's waarin hetzelfde onderwerp aan de orde komt en de thematische index Noot van de red. van deze...Noot van de red. van deze elektronische versie: in deze elektronische uitgave met name ontsloten via de zoekfuncties en de Thema's maken het mogelijk om elk onderwerp te zien in zijn samenhang met het geheel van het geloof.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De teksten uit de heilige Schrift zijn vaak niet letterlijk geciteerd. Veelal geven zij slechts een verwijzing naar een tekst, die (door "Vgl.") in de voetnoot wordt aangegeven. Voor een beter begrip van dergelijke verwijzingen is het goed de teksten zelf te raadplegen. Deze Bijbelse verwijzingen zijn een hulpmiddel voor de catechese.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Het gebruik van ingesprongen tekstdelen voor bepaalde passages geeft aan dat het gaat om historische of apologetische opmerkingen of om aanvullende leerstellige uiteenzettingen.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De citaten in de in gesprongen tekstgedeelten uit patristische, liturgische, magisteriële of hagiografische bronnen zijn bedoeld om de leerstellige uiteenzetting te verrijken. Vaak zijn deze teksten gekozen met het oog op een direct catechetisch gebruik.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Op het einde van iedere thematische eenheid, wordt door een reeks korte teksten in bondige formuleringen de kern van het onderricht samengevat. Deze "IN HET KORT"-formuleringen hebben tot doel suggesties voor samenvattende en memoriseerbare formules te geven bij de plaatselijke catechese.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De noodzakelijke aanpassingen (23-25)
23
In deze catechismus ligt de nadruk op de leerstellige uiteenzetting. Hij wil immers een hulp zijn bij het verdiepen van de geloofskennis. Juist daardoor is hij gericht op de groei van dit geloof, hoe het geloof in het leven geworteld is en uitstraalt in het getuigenis. vgl: Catechesi Tradendae, 20-22,25[[[572|20-22.25]]]
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
2113
2113
Juist door zijn doelstelling streeft deze catechismus er niet naar aanpassingen van de uiteenzetting of van de catechetische methodes door te voeren, aanpassingen die vereist zijn vanwege de verschillen in cultuur, leeftijd, geestelijke rijpheid, en sociale en kerkelijke omstandigheden van degenen tot wie de catechese zich richt. Deze onmisbare aanpassingen vallen onder de verantwoordelijkheid van de uitgewerkte catechismussen en nog meer van diegenen die de gelovigen onderrichten:
Wie onderricht geeft, moet "alles voor allen" (1 Kor. 9, 22)[b:1 Kor. 9, 22] worden om iedereen te winnen voor Christus. (...) Vooral mag hij niet de gedachte hebben dat slechts één categorie gelovigen aan hem zou zijn toevertrouwd en dat het hem daarom vrij zou staan om alle gelovigen op dezelfde wijze tot de ware vroomheid te brengen, met een en dezelfde methode en altijd dezelfde! Men moet goed beseffen dat sommigen in Jezus Christus zijn als kleine, "pasgeboren kinderen" (1 Pt. 2, 2)[b:1 Pt. 2, 2], anderen als jongeren, en sommigen tenslotte als mensen in het bezit van hun volle kracht. (...) Wie geroepen zijn tot het dienstwerk van de prediking moeten bij het doorgeven van het onderricht van de geloofsmysteries en de morele regels, hun woorden afstemmen op de geest en het begripsvermogen van hun toehoorders. Voorwoord 11[[830]]
Referenties naar alinea 24: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Pastorale brief over de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Boven alles: de Liefde
Tot besluit van deze inleiding is het goed te herinneren aan het pastorale principe dat de Catechismus Romanus aldus heeft uitgedrukt:
Tot besluit van deze inleiding is het goed te herinneren aan het pastorale principe dat de Catechismus Romanus aldus heeft uitgedrukt:
De hele doelstelling van de leer en van het onderricht moet geplaatst worden binnen de liefde die nooit vergaat. Er moet natuurlijk een goede uitleg zijn van wat men moet geloven, hopen en doen; maar bovenal moet men altijd de liefde van Onze Heer laten doorstralen, opdat iedereen begrijpt dat elke werkelijk christelijke, deugdzame handeling geen andere oorsprong heeft dan de Liefde en geen ander doel bezit dan de Liefde. Voorwoord 10[[830]]
Referenties naar alinea 25: 2
Doodstraf en "ontwikkeling van de geloofsleer" ->=geentekst=Pastorale brief over de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 1 De geloofsbelijdenis (26-1065)
25a
Pastorale brief over de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
.jpg)
Referenties naar alinea 25a: 2
Doodstraf en "ontwikkeling van de geloofsleer" ->=geentekst=Pastorale brief over de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- EERSTE SECTIE - "Ik geloof" - "Wij geloven" (26-184)
26
Wanneer wij ons geloof belijden, beginnen wij met: "Ik geloof" of "Wij geloven". Vooraleer wij het geloof van de Kerk uiteenzetten zoals wij dat in het Symbolum Apostolorum[562] belijden, in de liturgie vieren en in de toepassing van de Tien Geboden[688] en in het gebed beleven, willen wij' ons afvragen wat "geloven" betekent. Het geloof is het antwoord van de mens aan God die zich aan hem openbaart en geeft. Bij dit antwoord verlicht Hij de mens, op zoek naar de uiteindelijke zin van het leven overvloedig. Daarom richten wij eerst onze aandacht op het zoeken van de mens (hoofdstuk 1) (De mens is bekwaam door God aangesproken te worden)[1|+ 38], vervolgens op de goddelijke openbaring, waardoor God de mens tegemoet komt (hoofdstuk 2) (God ontmoet de mens)[1|+ 67], en tenslotte op het antwoord van het geloof (hoofdstuk 3) (Het antwoord van de mens aan God)[1|+ 177].
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Eerste hoofdstuk - De mens is bekwaam door God aangesproken te worden (27-49)
- Het verlangen naar God (27-30)
27
1718
1818
Youcat ->=geentekst=
Homo reliogiosus ->=geentekst=
Brief aan de Priesters van de hele wereld ->=geentekst=
Brief aan de Priesters van de hele wereld ->=geentekst=
Jaar van het Geloof - Het verlangen naar God ->=geentekst=
1718
1818
Het verlangen naar God is gegrift in het hart van de mens, want de mens is door en voor God geschapen; God houdt niet op de mens naar zich toe te trekken en de mens zal slechts in God de waarheid en het geluk vinden, die hij zonder ophouden zoekt.
De diepste grond van de menselijke waardigheid is gelegen in de roeping van de mens tot gemeenschap met God. Reeds vanaf zijn geboorte wordt de mens uitgenodigd tot een dialoog met God: immers, hij bestaat alleen, doordat hij door God uit liefde is geschapen en door Hem altijd uit liefde in stand wordt gehouden; hij leeft niet volledig volgens de waarheid, als hij die liefde niet vrijwillig erkent en zich niet aan zijn Schepper toevertrouwt vgl: § 1[[[575|19]]].Zie ook alinea's: -355-[al:355]-1701-[al:1701]-1718-[al:1718]
Referenties naar alinea 27: 6
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Homo reliogiosus ->=geentekst=
Brief aan de Priesters van de hele wereld ->=geentekst=
Brief aan de Priesters van de hele wereld ->=geentekst=
Jaar van het Geloof - Het verlangen naar God ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
285
843
2566
Jaar van het Geloof - Het verlangen naar God ->=geentekst=
285
843
2566
In hun geschiedenis en tot op de dag van vandaag hebben de mensen op velerlei wijzen uitdrukking gegeven aan hun zoeken naar God, zowel in manier van geloven en godsdienstig gedrag (gebed, offer, eredienst, meditatie etc.). Ondanks de dubbelzinnigheden die deze uitdrukkingsvormen kunnen bevatten, zijn zij zo universeel, dat men de mens een godsdienstig wezen kan noemen.
Heel het mensengeslacht deed Hij uit één ontstaan, om de gehele oppervlakte van de aarde te bewonen, waarbij Hij de seizoenen vaststelde en de grenzen van hun woongebied, opdat zij God zouden zoeken, of zij Hem misschien al tastende zouden vinden; Hij is immers niet ver van ieder van ons. Want door Hem hebben wij het leven, het bewegen en het zijn (Hand. 17, 26-28)[b:Hand. 17, 26-28].Zie ook alinea's: -2095-2104-[al:2095-2104]-2105-2109-[al:2105-2109]-843-[al:843]-2566-[al:2566]
Referenties naar alinea 28: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - Het verlangen naar God ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
844
2123
Brief aan de Priesters van de hele wereld ->=geentekst=
844
2123
Maar deze "innige en vitale verbondenheid met God" vgl: 1[[[575|19]]] kan door de mens vergeten, miskend of zelfs uitdrukkelijk afgewezen worden. De oorsprong van een dergelijke houding kan heel verschillend zijn vgl: Gaudium et Spes, 19-21[[[575|19-21]]]: opstand tegen het kwaad in de wereld, godsdienstige onwetendheid of onverschilligheid, de zorgen van de wereld en de rijkdom (Mt. 13, 22)[[b:Mt. 13, 22]] het slechte voorbeeld van de gelovigen, gedachten stromingen die het geloof vijandig gezind zijn en tenslotte de houding van de zondige mens die zich uit angst voor God (Gen. 3, 8-10)[[b:Gen. 3, 8-10]] verbergt en vlucht voor zijn oproep. (Jon. 1, 3)[[b:Jon. 1, 3]]
Zie ook alinea's: -2123-2128-[al:2123-2128]-398-[al:398]
Zie ook alinea's: -2123-2128-[al:2123-2128]-398-[al:398]
Referenties naar alinea 29: 2
Youcat ->=geentekst=Brief aan de Priesters van de hele wereld ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
845
1704
1730
1770
2567
845
1704
1730
1770
2567
"Verheugt u, gij die Hem aanhangt" (Ps. 105, 3)[b:Ps. 105, 3]. Ook al kan de mens God vergeten of afwijzen, Hij, God, houdt niet op elke mens op te roepen Hem te zoeken opdat hij leeft en geluk vindt. Maar dat zoeken eist van de mens een volledige inzet van zijn verstand, de oprechtheid van zijn wil, een oprecht hart" en ook het getuigenis van anderen die hem leren God te zoeken.
'Groot zijt Gij, Heer, en alle lof waardig' (Ps. 145, 3)[b:Ps. 145, 3]; 'Groot is uw macht en uw wijsheid is onbegrensd' (Ps. 147, 5)[b:Ps. 147, 5]. Loven wil u een mens, een klein deeltje van Uw schepping, en dan nog wel de mens die, sterfelijk als hij is, het bewijs van zijn zonden en het bewijs dat Gij de hovaardigen weerstaat, met zich draagt. Toch wil de mens U loven, de mens, die maar een onderdeel is van Uw schepping. Gijzelf zet hem hiertoe aan. Gij maakt dat hij er zijn vreugde in vindt U te loven. Want Gij hebt ons gemaakt voor U en onrustig is ons hart totdat het rust vindt in U. I,1,1: PL 32, 659-661. Vert. Getijdenboek Lect. II,6,79[[850]]Zie ook alinea's: -2567-[al:2567]-845-[al:845]-368-[al:368]
Referenties naar alinea 30: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De toegangswegen tot de kennis van God (31-35)
31
Geschapen naar Gods beeld en geroepen om God te kennen en lief te hebben, ontdekt de mens die God zoekt, bepaalde "wegen" om tot de kennis van God te komen. Dit worden ook wel de "bewijzen" van het bestaan van God genoemd, niet in de zin van bewijzen die de natuurwetenschappen zoeken, maar in de zin van "met elkaar overeenstemmende en overtuigende argumenten" die het mogelijk maken te komen tot echte zekerheden.
Die "wegen" om tot God te naderen hebben als vertrekpunt de schepping: de stoffelijke wereld en de menselijke persoon.
Die "wegen" om tot God te naderen hebben als vertrekpunt de schepping: de stoffelijke wereld en de menselijke persoon.
Referenties naar alinea 31: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
54
216
286
54
216
286
De wereld: uitgaande van de beweging en de wording van de wereld, de contingentie. De orde en de schoonheid van de wereld kan men God kennen als oorsprong en doel van het heelal.
De heilige Paulus zegt over de heidenen: "Want wat een mens van God kan weten, is in feite onder hen bekend; God zelf heeft het hun geopenbaard. Van de schepping der wereld af wordt zijn onzichtbare wezen door de rede in zijn werken aanschouwd, zijn eeuwige macht namelijk en zijn godheid". (Rom. 1, 19-20)[b:Rom. 1, 19-20] (Hand. 14, 15.17; Hand. 17, 27-28; Wijsh. 13, 1-9)[[b:Hand. 14, 15.17; Hand. 17, 27-28; Wijsh. 13, 1-9]]
En de heilige Augustinus zegt: "Ondervraag de schoonheid van de aarde, ondervraag de schoonheid van de zee, ondervraag de schoonheid van de onmetelijke lucht die ons omgeeft, ondervraag de schoonheid van de hemel (...) ondervraag dit alles. Dit alles antwoordt u: zie hoe schoon wij zijn! Hun schoonheid is een belijdenis (confessio). Wie anders heeft deze schepselen die onveranderlijk schoon zijn, gemaakt dan Hij die onveranderlijk schoon (Pulcher) is? 241, 2: PL 38, 1134, vert. uit Lat.[[880]]Zie ook alinea's: -54-[al:54]-337-[al:337]
Referenties naar alinea 32: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Jaar van het Geloof - Wegen om God te leren kennen ->=geentekst=
De mens: met zijn ontvankelijkheid voor waarheid en schoonheid, zijn gevoel voor het moreel goede, zijn vrijheid en de stem van zijn geweten, zijn verlangen naar het oneindige en naar geluk, stelt de mens de vraag naar het bestaan van God. Door dit alles heen wordt hij de tekenen van zijn geestelijke ziel gewaar. "Omdat de kiem van de eeuwigheid die hij in zich draagt niet tot louter stof te herleiden is, kan zijn ziel haar oorsprong alleen maar in God hebben." § 1, vert. uit Lat.[[575|18]] vgl: § 2[[[575|14]]]
Zie ook alinea's: -2500-[al:2500]-1730-[al:1730]-1776-[al:1776]-1703-[al:1703]-366-[al:366]
Zie ook alinea's: -2500-[al:2500]-1730-[al:1730]-1776-[al:1776]-1703-[al:1703]-366-[al:366]
Referenties naar alinea 33: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - Wegen om God te leren kennen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
De wereld en de mens getuigen ervan dat zij niet in zichzelf hun eerste beginsel en uiteindelijk doel hebben, maar dat zij deel hebben aan het Zijn op zich, zonder oorsprong en zonder einde. Zo kan de mens langs verschillende "wegen" komen tot de kennis van het bestaan van een werkelijkheid die de eerste oorzaak en het uiteindelijke doel van alles is "en dat allen God noemen". ia q. 2 a. 3 co., vert. uit Lat.[[t:I q. 2 a. 3 co.]]
Zie ook alinea's: -199-[al:199]
Zie ook alinea's: -199-[al:199]
Referenties naar alinea 34: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
De vermogens van de mens stellen hem in staat het bestaan van een persoonlijke God te kennen. Maar opdat de mens in zijn intimiteit kan binnentreden, heeft God zich aan hem willen openbaren en hem de genade willen schenken om deze openbaring te kunnen ontvangen in geloof. De bewijzen van het bestaan van God kunnen de mens niettemin voorbereiden op het geloof en hem helpen zien dat het geloof niet in strijd is met het menselijk verstand.
Zie ook alinea's: -50-[al:50]-159-[al:159]
Zie ook alinea's: -50-[al:50]-159-[al:159]
Referenties naar alinea 35: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De kennis van God volgens de Kerk (36-38)
36
50
2127
50
2127
"Onze moeder de heilige Kerk houdt en leert dat God, beginsel en doel van alle dingen, door het natuurlijke licht van het menselijk verstand met zekerheid gekend kan worden vanuit de geschapen werkelijkheden." vertaling uit het Latijn[[115|5]] vgl: Dei Filius, 28[[[115|28]]] vgl: Dei Verbum, 6[[[576|6]]] Zonder dit vermogen zou de mens de openbaring van God niet kunnen ontvangen. De mens heeft dit vermogen omdat hij geschapen is "naar het beeld van God". (Gen. 1, 26)[[b:Gen. 1, 26]]
Zie ook alinea's: -355-[al:355]
Zie ook alinea's: -355-[al:355]
Referenties naar alinea 36: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
286
1960
2727
286
1960
2727
In de historische omstandigheden waarin hij leeft, ondervindt de mens echter tal van moeilijkheden om God alleen maar met het licht van zijn verstand te kennen:
"Want al kan het menselijk verstand, om het eenvoudig te zeggen, door zijn natuurlijke krachten en zijn natuurlijk licht tot een ware en zekere kennis komen van een persoonlijke God, die de wereld door zijn voorzienigheid in stand houdt en bestuurt, en omtrent de natuurwet die door de Schepper in ons hart is neergelegd, toch zijn er niet weinig factoren die het verstand verhinderen zijn natuurlijk vermogen daadwerkelijk en met vrucht te gebruiken. Want de waarheden die betrekking hebben op God en op de verhouding van de mens tot God, gaan de orde van de zintuiglijk waarneembare wereld volstrekt te boven; en wanneer men deze waarheden in praktijk gaat brengen en zijn leven ernaar gaat inrichten, vraagt dat algehele toewijding en zelfverloochening. Nu ondervindt het menselijk verstand bij het verwerven van de kennis van deze waarheden moeilijkheden zowel vanwege de invloed van de zintuigen en de verbeelding als vanwege de slechte begeerten, die een gevolg zijn van de erfzonde. En zo beelden de mensen zich bij dit alles gemakkelijk in dat de dingen die ze liever niet als waar zouden zien, ook inderdaad niet waar of minstens twijfelachtig zijn." vert. uit Lat.[[470|2]]Zie ook alinea's: -1960-[al:1960]
Referenties naar alinea 37: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Daarom heeft de mens er behoefte aan verlicht te worden door de openbaring van God, niet alleen inzake hetgeen zijn begrip te boven gaat, maar ook inzake "hetgeen op godsdienstig en zedelijk gebied voor het verstand op zichzelf niet ontoegankelijk is, opdat ook dit in de huidige omstandigheden waarin het mensdom verkeert, door allen gemakkelijk, met vaste zekerheid en zonder enige vermenging met dwalingen kan worden gekend". Humani Generis, 3[[470|3]] vgl: Dei Filius, 6[[[115|6]]] vgl: Dei Verbum[[[576]]] vgl: Summa Theologiae, Prima Pars q. 1 a. 1[[[t:ia q. 1 a. 1]]]
Zie ook alinea's: -2036-[al:2036]
Zie ook alinea's: -2036-[al:2036]
Referenties naar alinea 38: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoe te spreken over God? (39-43)
39
Wanneer de Kerk het vermogen van het menselijk verstand God te kennen verdedigt, dan spreekt zij haar vertrouwen uit dat het mogelijk is tot alle mensen en met alle mensen over God te spreken. Deze overtuiging is het vertrekpunt voor haar dialoog met de andere godsdiensten, met de filosofie en de wetenschappen, evenals met de ongelovigen en de atheïsten.
Zie ook alinea's: -851-[al:851]
Zie ook alinea's: -851-[al:851]
Referenties naar alinea 39: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Aangezien onze kennis van God beperkt is, is ons spreken over God het ook. Wij kunnen God slechts noemen door te beginnen bij zijn schepselen, en dat overeenkomstig onze beperkte menselijke manier van kennen en denken.
Referenties naar alinea 40: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
213
299
213
299
De schepselen dragen alle een zekere gelijkenis met God in zich, heel bijzonder de mens die geschapen is naar het beeld en de gelijkenis van God. De talrijke volmaaktheden van de schepselen (hun waarheid, hun goedheid en hun schoonheid) zijn derhalve een weerspiegeling van de oneindige volmaaktheid van God. Daarom kunnen wij God benoemen uitgaand van de volmaaktheden van zijn schepselen, "want uit de grootheid en de schoonheid van de schepselen wordt men door vergelijking hun Schepper gewaar" (Wijsh. 13, 5)[b:Wijsh. 13, 5].
Zie ook alinea's: -213-[al:213]-299-[al:299]
Zie ook alinea's: -213-[al:213]-299-[al:299]
Referenties naar alinea 41: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
202
212
300
370
2007
202
212
300
370
2007
God gaat ieder schepsel te boven. Wij moeten daarom ons spreken over God zonder ophouden zuiveren van beelden, van wat er beperkt en onvolmaakt aan is om de "onuitsprekelijke, onbegrijpelijke, onzichtbare en ongrijpbare". Liturgie van H. Johannes...Liturgie van H. Johannes Chrysostomus, Anafoor God niet te verwarren met onze menselijke voorstellingen. Onze menselijke woorden schieten altijd tekort in vergelijking met het mysterie van God.
Zie ook alinea's: -212-[al:212]-300-[al:300]-370-[al:370]
Zie ook alinea's: -212-[al:212]-300-[al:300]-370-[al:370]
Referenties naar alinea 42: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
206
206
Wanneer wij zo over God spreken, dan drukt onze taal zich weliswaar uit op een menselijke manier, maar ze bereikt werkelijk God zelf zonder Hem evenwel in zijn oneindige eenvoud onder woorden te kunnen brengen. Men moet immers niet vergeten dat "men niet kan wijzen op enige gelijkheid tussen Schepper en schepsel zonder dat er gewezen kan worden op een nog grotere ongelijkheid" vert. uit Lat.[[764|4]] en dat "wij van God niet kunnen begrijpen wat Hij is, maar slechts wat Hij niet is, en in welke verhouding de andere wezens tot Hem staan". 1,30, vert. uit Lat.[[837]]
Zie ook alinea's: -206-[al:206]
Zie ook alinea's: -206-[al:206]
Referenties naar alinea 43: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (44-49)
44
De mens is van nature en door roeping een godsdienstig wezen. Omdat de mens van God komt en naar God gaat, heeft hij alleen maar een volledig menselijk leven, als hij zijn band met God vrijelijk beleeft.
Referenties naar alinea 44: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
De mens is gemaakt om in gemeenschap met God te leven, in wie hij zijn geluk vindt: "Wanneer ik met mijn gehele wezen met U verenigd zal zijn, zal er voor mij geen verdriet en moeite meer zijn en geheel van U vervuld, zal mijn leven waarachtig leven zijn". 10,28,39, vert. uit Lat.[[850]]
Referenties naar alinea 45: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Wanneer de mens naar de boodschap van de schepselen en de stem van zijn geweten luistert, dan kan hij komen tot de zekerheid van het bestaan van God, oorzaak en einde van alles.
Referenties naar alinea 46: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
De Kerk leert dat de enige, ware God, onze Schepper en Heer, met zekerheid gekend kan worden uit zijn werken dankzij het natuurlijke licht van het menselijk verstand. vgl: Dei Filius, 28[[[115|28]]]
Referenties naar alinea 47: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Wij kunnen God werkelijk benoemen door uit te gaan van de menigvuldige volmaaktheden van de schepselen, gelijkenissen van de oneindig volmaakte God, zelfs als onze beperkte taal het mysterie ervan niet volledig tot uitdrukking kan brengen.
Referenties naar alinea 48: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
"Een schepsel zonder Schepper verdwijnt in het niet". vgl: vert. uit Lat.[[[575|36]]] Daarom weten de gelovigen dat zij door de liefde van Christus ertoe aangezet worden het licht van de levende God te brengen aan hen die Hem niet kennen of Hem afwijzen.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tweede hoofdstuk - God ontmoet de mens (50-141)
50
35
237
404
1066
35
237
404
1066
Door het natuurlijke verstand kan de mens God met zekerheid kennen, vertrekkend vanuit zijn werken waarin Hij zich heeft laten kennen. Maar er bestaat een andere orde van kennis die de mens geenszins op eigen kracht kan bereiken: die van de goddelijke openbaring. vgl: Dei Filius, 17[[[115|17]]] Op grond van een geheel vrije beslissing openbaart God zichzelf en geeft Hij zich aan de mens. Hij doet dit door zijn mysterie te openbaren, zijn liefdevol heilsplan dat Hij vanaf alle eeuwigheid ten gunste van alle mensen vorm gegeven heeft in Christus. Hij openbaart zijn heilsplan ten volle door zijn welbeminde Zoon, onze Heer Jezus Christus, en de Heilige Geest te zenden.
Zie ook alinea's: -36-[al:36]-1066-[al:1066]
Zie ook alinea's: -36-[al:36]-1066-[al:1066]
Referenties naar alinea 50: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 - De openbaring van God (51-73)
- God openbaart zijn "liefdevol heilsplan" (51-53)
51
2807
2807
"Het heeft God in zijn goedheid en wijsheid behaagd zichzelf te openbaren en zijn 'geheim raadsbesluit' (Ef. 1, 9)[b:Ef. 1, 9] te doen kennen, waardoor de mensen door Christus, het vleesgeworden Woord, in de Heilige Geest toegang hebben tot de Vader en deelgenoten worden gemaakt van de goddelijke natuur (2 Petr. 1, 4)[[b:2 Petr. 1, 4]]". vert. uit Lat.[[576|2]]
Zie ook alinea's: -2823-[al:2823]-1996-[al:1996]
Zie ook alinea's: -2823-[al:2823]-1996-[al:1996]
Referenties naar alinea 51: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
145
145
God die "woont in ongenaakbaar licht" (1 Tim. 6, 16)[b:1 Tim. 6, 16] wil zijn eigen goddelijk leven meedelen aan de mensen, die door Hem uit vrije wil geschapen zijn, om hen in zijn enige Zoon als kinderen aan te nemen. (Ef. 1, 4-5)[[b:Ef. 1, 4-5]] Door zichzelf te openbaren wil God de mensen in staat stellen Hem een antwoord te geven, Hem te kennen en Hem in veel grotere mate te beminnen dan zij dit uit zichzelf zouden kunnen.
Referenties naar alinea 52: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
1145
1153
1950
1145
1153
1950
Het goddelijk heilsplan van de openbaring wordt verwezenlijkt zowel "in daden" als "in woorden, die een innerlijke samenhang met elkaar hebben" vert. uit Lat.[[576|2]] en elkaar verklaren. Het bevat een bijzondere "goddelijke pedagogiek": God deelt zich geleidelijk aan de mens mee. Hij bereidt hem stapsgewijs voor op het ontvangen van de bovennatuurlijke openbaring die Hij van zichzelf geeft, en die in de persoon en de zending van het vleesgeworden Woord, Jezus Christus, haar hoogtepunt zal hebben.
De heilige Ireneüs van Lyon spreekt herhaaldelijk over deze goddelijke pedagogie, waarbij hij het beeld gebruikt van de wederzijdse gewenning tussen God en mens: "Het Woord van God heeft in de mens gewoond en is Mensenzoon geworden om de mens eraan te wennen God te vernemen en God eraan te wennen in de mens te wonen naar het welbehagen van de Vader". 3.30.2: SC 211, 392 (PG 7, 944)[[848]] vgl: 3,17,1: SC 211, 330 (PG 7, 929); 4,12,4: SC 100, 518 (PG 7, 1006); 4,21,3: SC 100, 684 (PG 7, 1046), vert. uit Lat.[[[848]]]Zie ook alinea's: -1153-[al:1153]-1950-[al:1950]
Referenties naar alinea 53: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De fases in de openbaring (54-64)
54
32
374
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
32
374
God laat zich vanaf het begin kennen
"God die door zijn Woord alles schept en in stand houdt, geeft in het geschapene een bestendig getuigenis van zichzelf en, omdat Hij de weg van het bovennatuurlijk heil wilde openen, heeft Hij zich vanaf het begin aan onze stamouders geopenbaard". vert. uit Lat.[[576|3]] Hij heeft hen uitgenodigd tot een innige gemeenschap met Hem door hen te bekleden met een schitterende genade en gerechtigheid.
Zie ook alinea's: -32-[al:32]-374-[al:374]
"God die door zijn Woord alles schept en in stand houdt, geeft in het geschapene een bestendig getuigenis van zichzelf en, omdat Hij de weg van het bovennatuurlijk heil wilde openen, heeft Hij zich vanaf het begin aan onze stamouders geopenbaard". vert. uit Lat.[[576|3]] Hij heeft hen uitgenodigd tot een innige gemeenschap met Hem door hen te bekleden met een schitterende genade en gerechtigheid.
Zie ook alinea's: -32-[al:32]-374-[al:374]
Referenties naar alinea 54: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
410
761
1608
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
410
761
1608
Deze openbaring is niet onderbroken door de zonde van onze stamouders. Immers, God "heeft hen na hun val door de verlossing te beloven opgericht tot de hoop op het heil en zonder onderbreking zorg gedragen voor het menselijk geslacht om eeuwig leven te schenken aan hen die door standvastig het goede te doen het heil zoeken". vert. uit Lat.[[576|3]]
Door ongehoorzaamheid aan U heeft hij uw vriendschap verloren, maar Gij hebt hem niet aan het geweld van de dood uitgeleverd (... ). Menigmaal hebt Gij aan de mensen een verbond aangeboden. Eucharistisch gebed IV, 118, vert. Altaarmissaal (NL) blz. 709; Missaal voor Zon-en Feestdagen (B), 303.[[1209]]Zie ook alinea's: -397-[al:397]-410-[al:410]-761-[al:761]
Referenties naar alinea 55: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
Het verbond met Noach
Wanneer eenmaal de eenheid van het menselijk geslacht door de zonde verbroken is, probeert God de mensheid allereerst te redden door in iedere fase aanwezig te zijn. Het verbond met Noach na de zondvloed (Gen. 9, 9 - 10, 16)[[b:Gen. 9, 9 - 10, 16]] brengt het principe van het goddelijk heilsbestel tot uitdrukking Jegens de "volken", d.w.z. jegens de mensen die opnieuw verenigd zijn, "ieder naar land, taal en geslacht" (Gen. 10, 5)[b:Gen. 10, 5]. (Gen. 10, 20-31)[[b:Gen. 10, 20-31]]
Zie ook alinea's: -401-[al:401]-1219-[al:1219]
Wanneer eenmaal de eenheid van het menselijk geslacht door de zonde verbroken is, probeert God de mensheid allereerst te redden door in iedere fase aanwezig te zijn. Het verbond met Noach na de zondvloed (Gen. 9, 9 - 10, 16)[[b:Gen. 9, 9 - 10, 16]] brengt het principe van het goddelijk heilsbestel tot uitdrukking Jegens de "volken", d.w.z. jegens de mensen die opnieuw verenigd zijn, "ieder naar land, taal en geslacht" (Gen. 10, 5)[b:Gen. 10, 5]. (Gen. 10, 20-31)[[b:Gen. 10, 20-31]]
Zie ook alinea's: -401-[al:401]-1219-[al:1219]
Referenties naar alinea 56: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
Deze ordening in de veelheid van volken (Hand. 17, 26-27)[[b:Hand. 17, 26-27]] is tegelijk kosmisch, sociaal en godsdienstig. Het heeft ten doel de trots in te perken van een gevallen mensheid die, eensgezind in het kwaad, (Wijsh. 10, 5)[[b:Wijsh. 10, 5]] uit eigen kracht haar eenheid tot stand zou willen brengen zoals in Babel. (Gen. 11, 4-6)[[b:Gen. 11, 4-6]] Maar ten gevolge van de zonde (Rom. 1, 18-25)[[b:Rom. 1, 18-25]] bedreigt zowel het polytheïsme als de afgodische verering van het volk en zijn leider, onophoudelijk deze voorlopige heilseconomie met een heidense verwording.
Referenties naar alinea 57: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
674
2569
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
674
2569
Het verbond van Noach is van kracht, zolang de tijd van de volken (Lc. 21, 24)[[b:Lc. 21, 24]] duurt tot aan de verkondiging van het Evangelie, over de hele wereld. De Bijbel vereert enkele grote figuren van de "volken", zoals "Abel de rechtvaardige", de priesterkoning Melchisedek, (Gen. 14, 18)[[b:Gen. 14, 18]] de voorafbeelding van Christus, (Heb. 7, 3)[[b:Heb. 7, 3]] of de rechtvaardigen "Noach, Daniël en Job" (Ez. 14, 14)[b:Ez. 14, 14]. Zo brengt de Schrift tot uitdrukking welke hoge graad van heiligheid zij kunnen bereiken die leven volgens het verbond van Noach, in afwachting van het ogenblik dat de Christus "alle verstrooide kinderen van God samenbrengt" (Joh. 11, 52)[b:Joh. 11, 52].
Zie ook alinea's: -674-[al:674]-2569-[al:2569]
Zie ook alinea's: -674-[al:674]-2569-[al:2569]
Referenties naar alinea 58: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
2569
2823
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
2569
2823
God kiest Abraham
Om de verstrooide mensheid te verzamelen kiest God Abram door hem weg te roepen "uit zijn land, familie en huis" (Gen. 12, 1)[[b:Gen. 12, 1]] om Abraham van hem te maken, d.w.z. "de vader van een menigte volken" (Gen. 17, 5)[b:Gen. 17, 5]: "Door u zal zegen komen over alle geslachten op aarde" ((Gen. 12, 3; LXX))[b:Gen. 12, 3]. (Gal. 3, 8)[[b:Gal. 3, 8]]
Zie ook alinea's: -145-[al:145]-2570-[al:2570]
Om de verstrooide mensheid te verzamelen kiest God Abram door hem weg te roepen "uit zijn land, familie en huis" (Gen. 12, 1)[[b:Gen. 12, 1]] om Abraham van hem te maken, d.w.z. "de vader van een menigte volken" (Gen. 17, 5)[b:Gen. 17, 5]: "Door u zal zegen komen over alle geslachten op aarde" ((Gen. 12, 3; LXX))[b:Gen. 12, 3]. (Gal. 3, 8)[[b:Gal. 3, 8]]
Zie ook alinea's: -145-[al:145]-2570-[al:2570]
Referenties naar alinea 59: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
706
762
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
706
762
Het volk dat van Abraham afstamt, zal de bewaarder zijn van de belofte, aan de aartsvaders gedaan, het uitverkoren volk, (Rom. 11, 28)[[b:Rom. 11, 28]] geroepen om eens het verzamelen van alle kinderen van God binnen de eenheid van de Kerk voor te bereiden; (Joh. 11, 52; Joh. 10, 16)[[b:Joh. 11, 52; Joh. 10, 16]] dat zal de wortel zijn waarop de heidenen, na gelovig geworden te zijn, (Rom. 11, 17-18.24)[[b:Rom. 11, 17-18.24]] geënt zullen worden.
Zie ook alinea's: -706-[al:706]-762-[al:762]-781-[al:781]
Zie ook alinea's: -706-[al:706]-762-[al:762]-781-[al:781]
Referenties naar alinea 60: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
De aartsvaders en de profeten en andere personen uit het Oude Testament werden altijd vereerd en zullen altijd vereerd worden als heiligen in alle liturgische tradities van de Kerk.
Referenties naar alinea 61: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
62
1961
2056
2060
2574
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
1961
2056
2060
2574
God vormt zijn volk Israël
Na de aartsvaders heeft God Israël als zijn volk gevormd door het uit de slavernij van Egypte te redden. Hij heeft met dit volk zijn verbond op de Sinaï gesloten en het door Mozes zijn wet gegeven, opdat het Hem erkent en dient als de enige, levende en ware God, de zorgzame Vader en rechtvaardige rechter, en opdat het uitziet naar de beloofde Verlosser. vgl: Dei Verbum, 3[[[576|3]]]
Zie ook alinea's: -2060-[al:2060]-2574-[al:2574]-1961-[al:1961]
Na de aartsvaders heeft God Israël als zijn volk gevormd door het uit de slavernij van Egypte te redden. Hij heeft met dit volk zijn verbond op de Sinaï gesloten en het door Mozes zijn wet gegeven, opdat het Hem erkent en dient als de enige, levende en ware God, de zorgzame Vader en rechtvaardige rechter, en opdat het uitziet naar de beloofde Verlosser. vgl: Dei Verbum, 3[[[576|3]]]
Zie ook alinea's: -2060-[al:2060]-2574-[al:2574]-1961-[al:1961]
Referenties naar alinea 62: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
204
839
2810
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
204
839
2810
Israël is het priesterlijke volk van God, (Ex. 19, 6)[[b:Ex. 19, 6]] het volk dat "de naam van de Heer, draagt " (Deut. 28, 10)[b:Deut. 28, 10]. Het is het volk "dat door onze God en Heer het eerst is aangesproken", Goede Vrijdag 13, Gebed van de gelovigen VI, vert. Altaarmissaal (NL) blz. 326; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 141[[1209]] het volk van de "oudere broeders" in het geloof van Abraham. vgl: Ontmoeting met de Joodse gemeenschap tijdens het bezoek aan de Synagoge van Rome, 4[[[1171|4]]]
Zie ook alinea's: -204-[al:204]-2810-[al:2810]-839-[al:839]
Zie ook alinea's: -204-[al:204]-2810-[al:2810]-839-[al:839]
Referenties naar alinea 63: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
64
489
711
762
Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
489
711
762
Door de profeten voedt God zijn volk op in de hoop op het heil, in de verwachting van een nieuw en eeuwig Verbond, dat voor alle mensen (Jes. 2, 2-4)[[b:Jes. 2, 2-4]] bestemd is en dat gegrift zal zijn in de harten. (Jer. 31, 31-34; Heb. 10, 16)[[b:Jer. 31, 31-34; Heb. 10, 16]] De profeten kondigen een radicale verlossing van het volk van God aan, de reiniging van al zijn ontrouw, (Ez. 36)[[b:Ez. 36]] een heil dat alle volken zal omvatten. (Jes. 49, 5-6; Jes. 53, 11)[[b:Jes. 49, 5-6; Jes. 53, 11]] Het zullen vooral de armen en de nederigen van de Heer (Sef. 2, 3)[[b:Sef. 2, 3]] zijn die deze hoop zullen dragen. Heilige vrouwen, zoals Sara, Rebecca, Rachel, Mirjam, Debora, Hanna, Judit en Ester hebben de hoop op het heil van Israël levend gehouden. Het zuiverste beeld van deze hoop is Maria. (Lc. 1, 38)[[b:Lc. 1, 38]]
Zie ook alinea's: -711-[al:711]-1965-[al:1965]-489-[al:489]
Zie ook alinea's: -711-[al:711]-1965-[al:1965]-489-[al:489]
Referenties naar alinea 64: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - De fases van de Openbaring ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Jezus Christus - "Middelaar en volheid van de gehele openbaring" (65-67)
65
102
516
Theologisch commentaar op de Verschijningen van Fatima ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
In ascolto dello Spirito ->=geentekst=
102
516
God heeft alles gezegd in zijn Woord
Dei Verbum, 2[[576|2]] "Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot onze vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij nu, op het einde der tijden, tot ons gesproken door de Zoon" (Heb. 1, 1-2)[b:Heb. 1, 1-2]. Christus, de mensgeworden Zoon van God, is het enige, volmaakte en definitieve Woord van de Vader. In Hem zegt Hij alles en er zal geen ander woord zijn dan dat. In zijn commentaar op (Heb. 1, 1-2)[b:Hebr. 1, 1-2] drukt de heilige Johannes van het Kruis het, nadat zo velen dit al voor hem gedaan hebben, op schitterende wijze als volgt uit:
Dei Verbum, 2[[576|2]] "Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot onze vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij nu, op het einde der tijden, tot ons gesproken door de Zoon" (Heb. 1, 1-2)[b:Heb. 1, 1-2]. Christus, de mensgeworden Zoon van God, is het enige, volmaakte en definitieve Woord van de Vader. In Hem zegt Hij alles en er zal geen ander woord zijn dan dat. In zijn commentaar op (Heb. 1, 1-2)[b:Hebr. 1, 1-2] drukt de heilige Johannes van het Kruis het, nadat zo velen dit al voor hem gedaan hebben, op schitterende wijze als volgt uit:
"Want Hij heeft zijn Zoon gegeven, zijn enig Woord. Hij heeft geen ander. Daarmee heeft Hij in dit éne Woord alles tegelijk gezegd in één keer. Méér heeft Hij niet te zeggen (...). Datgene immers wat Hij vroeger broksgewijze aan de profeten meedeelde, heeft Hij nu in zijn geheel tot ons gezegd door ons het Al te geven, namelijk zijn Zoon. Daarom zou degene die nu God wil ondervragen of een visioen of openbaring wenst, niet alleen een dwaasheid begaan, maar hij zou God ook een belediging aandoen, omdat hij zijn ogen niet geheel en al op Christus vestigt zonder iets anders of iets nieuws te wensen." 2,22,3-5, vert. Getijdenboek Lect. II,I,131; I,7,70; I,I,70[[1082]]Zie ook alinea's: -102-[al:102]-516-[al:516]-2717-[al:2717]
Referenties naar alinea 65: 4
Dat zij jullie leert het Woord van God te ontvangen ->=geentekst=Theologisch commentaar op de Verschijningen van Fatima ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
In ascolto dello Spirito ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
94
659
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Voorwoord bij "Normen voor de procedure ter beoordeling van vermeende verschijningen en openbaringen" ->=geentekst=
94
659
Er zal geen andere openbaring meer zijn
"De christelijke heilseconomie, die immers het Nieuwe en definitieve Verbond is, zal nooit voorbijgaan en er is geen nieuwe publieke openbaring meer te verwachten voor de glorievolle verschijning van onze Heer Jezus Christus". vert. uit Lat.[[576|4]] Toch is de openbaring, ook al is zij voltooid, niet geheel ontvouwd; het zal de taak van het christelijk geloof zijn in de loop der eeuwen geleidelijk de gehele omvang ervan te begrijpen.
"De christelijke heilseconomie, die immers het Nieuwe en definitieve Verbond is, zal nooit voorbijgaan en er is geen nieuwe publieke openbaring meer te verwachten voor de glorievolle verschijning van onze Heer Jezus Christus". vert. uit Lat.[[576|4]] Toch is de openbaring, ook al is zij voltooid, niet geheel ontvouwd; het zal de taak van het christelijk geloof zijn in de loop der eeuwen geleidelijk de gehele omvang ervan te begrijpen.
Referenties naar alinea 66: 4
Theologisch commentaar op de Verschijningen van Fatima ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Voorwoord bij "Normen voor de procedure ter beoordeling van vermeende verschijningen en openbaringen" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
67
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Verbum Domini ->=geentekst=
Theologisch commentaar op de Verschijningen van Fatima ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Voorwoord bij "Normen voor de procedure ter beoordeling van vermeende verschijningen en openbaringen" ->=geentekst=
In ascolto dello Spirito ->=geentekst=
In de loop der eeuwen zijn er zogenaamde "bijzondere of privé" openbaringen geweest, waarvan er sommige door het gezag van de Kerk erkend zijn. Zij behoren echter niet tot de geloofsschat. Hun rol is het niet de definitieve openbaring van Christus te "verbeteren" of "aan te vullen", maar te helpen deze voller te beleven in een bepaald tijdperk van de geschiedenis. Geleid door het leergezag van de Kerk weet de zin van de gelovigen te onderscheiden en te aanvaarden wat in deze openbaringen een authentieke oproep van Christus of van zijn heiligen aan de Kerk is. Het christelijk geloof kan geen "openbaringen" aanvaarden die de openbaring waarvan Christus de vervulling is, beweren te overtreffen of te verbeteren. Dit is het geval met sommige niet-christelijke godsdiensten en ook met sommige sektes van recente datum die zich baseren op dergelijke "openbaringen".Zie ook alinea's: -84-[al:84]-93-[al:93]
Referenties naar alinea 67: 7
Verklaring Vrouwe van Alle Volkeren ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Verbum Domini ->=geentekst=
Theologisch commentaar op de Verschijningen van Fatima ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Voorwoord bij "Normen voor de procedure ter beoordeling van vermeende verschijningen en openbaringen" ->=geentekst=
In ascolto dello Spirito ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (68-73)
68
Uit liefde heeft God zich aan de mens geopenbaard en gegeven. Hij geeft zo een definitief en overvloedig antwoord op de vragen die de mens zich aangaande de zin en het doel van zijn leven stelt.
Referenties naar alinea 68: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
69
God heeft zich aan de mens geopenbaard door hem in woord en daad geleidelijk zijn eigen mysterie mede te delen.
Referenties naar alinea 69: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
70
Behalve het getuigenis dat God over zichzelf geeft in het geschapene, heeft Hij zich aan onze stamouders geopenbaard. Hij heeft tot ben gesproken en na de zondeval heeft Hij hun het heil beloofd (Gen. 3, 15)[[b:Gen. 3, 15]] en hun zijn Verbond aangeboden.
Referenties naar alinea 70: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
71
God heeft met Noach een eeuwig verbond tussen Hem en alle levende wezens gesloten. (Gen. 9, 16)[[b:Gen. 9, 16]] Dit verbond zal voortduren, zolang de wereld bestaat.
Referenties naar alinea 71: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
72
God heeft Abraham uitverkozen en met hem en zijn nageslacht een Verbond gesloten. Hij heeft hieruit zijn volk gevormd, waaraan Hij door Mozes zijn wet geopenbaard heeft. Hij heeft het door de profeten erop voorbereid het heil te ontvangen dat voor de hele mensheid bestemd is.
Referenties naar alinea 72: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
73
God heeft zich ten volle geopenbaard door zijn eigen Zoon te zenden, in wie Hij zijn Verbond voor eeuwig vastgelegd heeft. Hij is het definitieve Woord van de Vader, zodat er na Hem geen andere openbaring meer zal zijn.
Referenties naar alinea 73: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 - Het doorgeven van de goddelijke openbaring (74-100)
74
851
851
God "wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid" d.w.z. van Jezus Christus, "komen" (1 Tim. 2, 4)[b:1 Tim. 2, 4]. (Joh. 14, 6)[[b:Joh. 14, 6]] Christus moet derhalve aan alle volken en alle mensen verkondigd worden en zo moet de openbaring de uiteinden der aarde bereiken.
"God beschikte in zijn overgrote welwillendheid dat, wat Hij tot heil van alle volken geopenbaard had, tot in eeuwigheid ongerept zou blijven en aan alle geslachten doorgegeven zou worden." vert. uit Lat.[[576|7]]Zie ook alinea's: -851-[al:851]
Referenties naar alinea 74: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De apostolische overlevering (75-79)
75
857
2650
857
2650
"Christus, de Heer, in wie de gehele openbaring van de allerhoogste God wordt voltooid, heeft de apostelen de opdracht gegeven het Evangelie, tevoren beloofd door de profeten en door Hemzelf vervuld en met eigen mond verkondigd, als de bron van alle heilswaarheid en zedenleer aan allen te prediken om hen daardoor te doen delen in de goddelijke gaven." vert. uit Lat.[[575|7]]
Zie ook alinea's: -171-[al:171]
Zie ook alinea's: -171-[al:171]
Referenties naar alinea 75: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
76
126
Youcat ->=geentekst=
126
De apostolische prediking...
Het doorgeven van het Evangelie, heeft overeenkomstig het gebod van de Heer op twee manieren plaatsgevonden:
Het doorgeven van het Evangelie, heeft overeenkomstig het gebod van de Heer op twee manieren plaatsgevonden:
- Mondeling: "door de apostelen die door mondelinge prediking, voorbeelden en instellingen overgeleverd hebben wat zij ofwel uit de mond van Christus, uit hun omgang met Hem en uit zijn werken ontvangen hadden, ofwel wat zij door de ingeving van de Heilige Geest geleerd hadden";
- Schriftelijk: "door die apostelen en mannen uit hun omgeving die, onder de ingeving van dezelfde Heilige Geest, de heilsboodschap hebben opgetekend". vert. uit Lat.[[576|7]]
Referenties naar alinea 76: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
77
861
861
...voortgezet in de apostolische opvolging
"Opdat het Evangelie in de Kerk steeds ongerept en levend bewaard zou blijven, hebben de apostelen bisschoppen als hun opvolgers nagelaten 'aan wie zij hun plaats in het leergezag overdroegen'". vert. uit Lat.[[576|7]] Immers, "de apostolische prediking, die in de geïnspireerde boeken op bijzondere wijze tot uitdrukking komt, moest in een ononderbroken opvolging bewaard blijven tot aan het einde der tijden". vert. uit Lat.[[576|8]]
Zie ook alinea's: -861-[al:861]
"Opdat het Evangelie in de Kerk steeds ongerept en levend bewaard zou blijven, hebben de apostelen bisschoppen als hun opvolgers nagelaten 'aan wie zij hun plaats in het leergezag overdroegen'". vert. uit Lat.[[576|7]] Immers, "de apostolische prediking, die in de geïnspireerde boeken op bijzondere wijze tot uitdrukking komt, moest in een ononderbroken opvolging bewaard blijven tot aan het einde der tijden". vert. uit Lat.[[576|8]]
Zie ook alinea's: -861-[al:861]
Referenties naar alinea 77: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
78
171
174
1124
171
174
1124
Dit levende doorgeven, in de Heilige Geest tot stand gebracht, wordt Overlevering genoemd, in zoverre zij verschilt van de heilige Schrift, hoewel zij daarmee wel nauw verbonden is. Door deze Overlevering "bestendigt de Kerk in haar leer, leven en eredienst alles wat zijzelf is, alles wat zij gelooft, en geeft zij dit aan alle geslachten door". vert. uit Lat.[[576|8]] "De uitspraken van de heilige Kerkvaders getuigen van de leven schenkende aanwezigheid van deze Overlevering, waarvan de rijkdom de praxis en het leven van de gelovende en biddende Kerk doordringt". vert. uit Lat.[[576|8]]
Zie ook alinea's: -174-[al:174]-1124-[al:1124]-2651-[al:2651]
Zie ook alinea's: -174-[al:174]-1124-[al:1124]-2651-[al:2651]
Referenties naar alinea 78: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
79
Zo blijft de boodschap die de Vader door zijn Woord in de Heilige Geest over zichzelf gebracht heeft, tegenwoordig en werkzaam de Kerk: "God, die vroeger gesproken heeft, spreekt thans zonder onderbreking met de bruid van zijn beminde Zoon en zo brengt de Heilige Geest, door wie de levende stem van het Evangelie in de Kerk weerklinkt en door haar in de wereld, de gelovigen tot de volle waarheid en doet Hij het woord van Christus in volle rijkdom onder hen wonen". vert. uit Lat.[[576|8]]
Referenties naar alinea 79: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De verhouding tussen de overlevering en de heilige Schrift (80-83)
80
2003
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2003
Een gemeenschappelijke bron...
"Ze zijn onderling nauw verbonden en hebben deel aan elkaar. Want beide, voortkomend uit dezelfde goddelijke bron, vloeien als het ware in elkaar over en zijn gericht op hetzelfde doel". vert. uit Lat.[[576|9]] Beide stellen in de Kerk het mysterie van Christus tegenwoordig, die beloofd heeft bij de zijnen te blijven "alle dagen tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 20)[b:Mt. 28, 20], en ze maken dit vruchtbaar.
"Ze zijn onderling nauw verbonden en hebben deel aan elkaar. Want beide, voortkomend uit dezelfde goddelijke bron, vloeien als het ware in elkaar over en zijn gericht op hetzelfde doel". vert. uit Lat.[[576|9]] Beide stellen in de Kerk het mysterie van Christus tegenwoordig, die beloofd heeft bij de zijnen te blijven "alle dagen tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 20)[b:Mt. 28, 20], en ze maken dit vruchtbaar.
Referenties naar alinea 80: 3
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
81
113
Youcat ->=geentekst=
113
...twee verschillende manieren van doorgeven
"De heilige Schrift is het woord van God, in zoverre dit onder ingeving van de Heilige Geest schriftelijk wordt vastgelegd."
"De heilige Overlevering bewaart het woord van God, dat door Christus, de Heer, en door de Heilige Geest aan de apostelen is toevertrouwd, en geeft het integraal door aan hun opvolgers, opdat zij, verlicht door de Geest van de waarheid, dit door hun prediking trouw bewaren, verklaren en verspreiden". Dei Verbum, 9[[576|9]]
Zie ook alinea's: -113-[al:113]
"De heilige Schrift is het woord van God, in zoverre dit onder ingeving van de Heilige Geest schriftelijk wordt vastgelegd."
"De heilige Overlevering bewaart het woord van God, dat door Christus, de Heer, en door de Heilige Geest aan de apostelen is toevertrouwd, en geeft het integraal door aan hun opvolgers, opdat zij, verlicht door de Geest van de waarheid, dit door hun prediking trouw bewaren, verklaren en verspreiden". Dei Verbum, 9[[576|9]]
Zie ook alinea's: -113-[al:113]
Referenties naar alinea 81: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
82
Youcat ->=geentekst=
Hieruit volgt dat de Kerk, waaraan de overdracht en de interpretatie van de openbaring is toevertrouwd, "niet uit de heilige Schrift alleen haar zekerheid put omtrent al het geopenbaarde. Derhalve moet men beide met eenzelfde liefde, eerbied en respect aanvaarden en vereren". vert. uit Lat.[[576|9]]
Referenties naar alinea 82: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
83
Apostolische Overlevering en kerkelijke overleveringen
De Overlevering (of traditie) waarvan hier sprake is, komt van de apostelen en zij geeft door wat de apostelen ontvangen hebben van het onderricht en het voorbeeld van Jezus en wat zij door de Heilige Geest geleerd hebben. Immers, de eerste generatie Christenen had nog geen geschreven Nieuwe Testament en het Nieuwe Testament getuigt zelf van het ontwikkelingsproces van de levende Overlevering. Hiervan dient men de theologische, leerstellige, liturgische of devotionele "overleveringen" te onderscheiden die in de loop van de tijd in de plaatselijke kerken ontstaan zijn. Dit zijn bijzondere vormen van overlevering waarin de grote Overlevering op een aan verschillende plaatsen en verschillende tijdperken aangepaste manier tot uitdrukking wordt gebracht. In het licht van de grote Overlevering kunnen deze gehandhaafd, veranderd of ook afgeschaft worden onder leiding van het leergezag van de Kerk.Zie ook alinea's: -1202-[al:1202]-2041-[al:2041]-2684-[al:2684]
Referenties naar alinea 83: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De interpretatie van het erfgoed van het geloof (84-95)
84
67
171
256
2033
67
171
256
2033
Het erfgoed van het geloof dat aan de Kerk in haar totaliteit is toevertrouwd
"Het geloofsgoed" ('depositum fidei') (1 Tim. 6, 20; 2 Tim. 1, 12-14)[[b:1 Tim. 6, 20; 2 Tim. 1, 12-14]], die vervat ligt in de heilige Overlevering en de heilige Schrift, is door de apostelen aan de Kerk in haar totaliteit toevertrouwd. "Door aan deze geloofsschat vast te houden volhardt het hele heilige volk, verenigd met zijn herders, voortdurend in de leer van de apostelen en in het gemeenschappelijk leven, in het breken van het brood en het gebed, zodat er tussen bisschoppen en gelovigen een uitzonderlijke eensgezindheid ontstaat in het behouden, beleven en belijden van het overgeleverde geloof". Dei Verbum, 10[[576|10]]
Zie ook alinea's: -857-[al:857]-871-[al:871]-2033-[al:2033]
"Het geloofsgoed" ('depositum fidei') (1 Tim. 6, 20; 2 Tim. 1, 12-14)[[b:1 Tim. 6, 20; 2 Tim. 1, 12-14]], die vervat ligt in de heilige Overlevering en de heilige Schrift, is door de apostelen aan de Kerk in haar totaliteit toevertrouwd. "Door aan deze geloofsschat vast te houden volhardt het hele heilige volk, verenigd met zijn herders, voortdurend in de leer van de apostelen en in het gemeenschappelijk leven, in het breken van het brood en het gebed, zodat er tussen bisschoppen en gelovigen een uitzonderlijke eensgezindheid ontstaat in het behouden, beleven en belijden van het overgeleverde geloof". Dei Verbum, 10[[576|10]]
Zie ook alinea's: -857-[al:857]-871-[al:871]-2033-[al:2033]
Referenties naar alinea 84: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
85
2032
Youcat ->=geentekst=
2032
Het leergezag van de Kerk
"De taak om op authentieke wijze het geschreven of overgeleverde woord van God te verklaren is alleen aan het levend leergezag van de Kerk toevertrouwd", d.w.z. aan de bisschoppen in gemeenschap met de opvolger van Petrus, de bisschop van Rome; "het oefent zijn gezag uit in de naam van Jezus Christus". vert. uit Lat.[[576|10]]
Zie ook alinea's: -888-892-[al:888-892]-2032-2040-[al:2032-2040]
"De taak om op authentieke wijze het geschreven of overgeleverde woord van God te verklaren is alleen aan het levend leergezag van de Kerk toevertrouwd", d.w.z. aan de bisschoppen in gemeenschap met de opvolger van Petrus, de bisschop van Rome; "het oefent zijn gezag uit in de naam van Jezus Christus". vert. uit Lat.[[576|10]]
Zie ook alinea's: -888-892-[al:888-892]-2032-2040-[al:2032-2040]
Referenties naar alinea 85: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
86
2032
Youcat ->=geentekst=
2032
"Dit leergezag staat echter niet boven het woord van God, maar is de dienaar ervan door alleen te leren wat overgeleverd is, voor zover het namelijk dit overgeleverde woord, krachtens goddelijke opdracht en met de bijstand van de Heilige Geest, met eerbied aanhoort, heilig bewaart en trouw uiteenzet en doordat het uit deze ene geloofsschat alles put wat het als door God geopenbaard te geloven voorhoudt". vert. uit Lat.[[576|10]]
Zie ook alinea's: -688-[al:688]
Zie ook alinea's: -688-[al:688]
Referenties naar alinea 86: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
87
2032
Youcat ->=geentekst=
2032
Wanneer de gelovigen zich het woord van Christus tot zijn apostelen herinneren: "Wie naar u luistert, luistert naar Mij" (Lc. 10, 16)[b:Lc. 10, 16], vgl: Lumen Gentium, 20[[[617|20]]] ontvangen zij volgzaam het onderricht en de richtlijnen die hun herders hun op verschillende manieren geven.
Zie ook alinea's: -1548-[al:1548]-2037-[al:2037]
Zie ook alinea's: -1548-[al:1548]-2037-[al:2037]
Referenties naar alinea 87: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
88
464
464
De dogma's van het geloof
Het leergezag van de kerk maakt ten volle gebruik van het van Christus ontvangen gezag, wanneer het dogma's definieert, d.w.z. wanneer het, op een manier die het christenvolk verplicht tot een onherroepelijke aanhankelijkheid aan het geloof, waarheden voorhoudt die vervat zijn in de goddelijke openbaring of ook wanneer het op definitieve wijze waarheden voorhoudt, die hiermee noodzakelijkerwijs in verband staan.
Zie ook alinea's: -888-892-[al:888-892]-2032-2040-[al:2032-2040]
Het leergezag van de kerk maakt ten volle gebruik van het van Christus ontvangen gezag, wanneer het dogma's definieert, d.w.z. wanneer het, op een manier die het christenvolk verplicht tot een onherroepelijke aanhankelijkheid aan het geloof, waarheden voorhoudt die vervat zijn in de goddelijke openbaring of ook wanneer het op definitieve wijze waarheden voorhoudt, die hiermee noodzakelijkerwijs in verband staan.
Zie ook alinea's: -888-892-[al:888-892]-2032-2040-[al:2032-2040]
Referenties naar alinea 88: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
89
Er is een organisch verband tussen ons geestelijk leven en de dogma's. De dogma's zijn lampen op de weg van ons geloof. Zij verlichten het geloof en geven er vastigheid eraan. Omgekeerd zullen ons verstand en ons hart openstaan om het licht van de dogma's van het geloof te ontvangen, als ons leven het rechte pad volgt. (Joh. 8, 31-32)[[b:Joh. 8, 31-32]]
Zie ook alinea's: -2625-[al:2625]
Zie ook alinea's: -2625-[al:2625]
Referenties naar alinea 89: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
90
114
158
234
463
498
502
638
114
158
234
463
498
502
638
De onderlinge verbanden en de samenhang van de dogma's kunnen gevonden worden in het geheel van de openbaring van het mysterie van Christus. vgl: nexus mysteriorum[[[115|18]]] vgl: Lumen Gentium, 25[[[617|25]]] Daarbij moet men bedenken "dat er een ordening of 'hiërarchie' van waarheden in de katholieke leer bestaat, omdat hun band met het fundament van het christelijk geloof verschillend is" Unitatis Redintegratio, 11[[618|11]]
Zie ook alinea's: -114-[al:114]-158-[al:158]-234-[al:234]
Zie ook alinea's: -114-[al:114]-158-[al:158]-234-[al:234]
Referenties naar alinea 90: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
91
1099
1099
De bovennatuurlijke geloofszin
Alle gelovigen hebben deel aan het verstaan en het doorgeven van de geopenbaarde waarheid. Ze zijn gezalfd met de Heilige Geest die hen onderricht (1 Joh. 2, 20-27)[[b:1 Joh. 2, 20-27]] en naar de volle waarheid (Joh. 16, 13)[[b:Joh. 16, 13]] leidt.
Zie ook alinea's: -737-[al:737]
Alle gelovigen hebben deel aan het verstaan en het doorgeven van de geopenbaarde waarheid. Ze zijn gezalfd met de Heilige Geest die hen onderricht (1 Joh. 2, 20-27)[[b:1 Joh. 2, 20-27]] en naar de volle waarheid (Joh. 16, 13)[[b:Joh. 16, 13]] leidt.
Zie ook alinea's: -737-[al:737]
Referenties naar alinea 91: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
92
785
889
904
785
889
904
"De gemeenschap als geheel van de gelovigen (...) kan niet dwalen in het geloof; en zij manifesteert dit bijzonder kenmerk door middel van de bovennatuurlijke geloofszin van geheel het volk, wanneer dit 'vanaf de bisschoppen tot aan de eenvoudigste leken gelovigen' zijn universele eensgezindheid uitdrukt in zaken van geloof en zeden". vert. uit Lat.[[617|12]]
Zie ook alinea's: -785-[al:785]
Zie ook alinea's: -785-[al:785]
Referenties naar alinea 92: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
93
67
67
"Door deze geloofszin, gewekt en in stand gehouden door de Geest van waarheid, blijft het volk van God onder de leiding van het heilig leergezag ( ... ) onwankelbaar trouw aan het geloof dat eens en voor altijd aan de heiligen werd overgeleverd, dringt er met een juist inzicht dieper in door en brengt het steeds volmaakter in praktijk". vert, uit Lat.[[617|12]]
Zie ook alinea's: -889-[al:889]
Zie ook alinea's: -889-[al:889]
Referenties naar alinea 93: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
94
119
132
250
2518
2651
119
132
250
2518
2651
De groei in het geloofsverstaan
Door de bijstand van de Heilige Geest kan het verstaan van zowel de werkelijkheden als van de woorden van de geloofsoverlevering, groeien in het leven van de Kerk:
Zie ook alinea's: -66-[al:66]-2651-[al:2651]-2038-[al:2038]-2518-[al:2518]
Door de bijstand van de Heilige Geest kan het verstaan van zowel de werkelijkheden als van de woorden van de geloofsoverlevering, groeien in het leven van de Kerk:
- "door de beschouwing en de studie van de gelovigen die dit alles in hun hart bewaren"; vert. uit Lat.[[576|8]] het is in het bijzonder "het theologisch onderzoek dat de kennis van de geopenbaarde waarheid verdiept". § 7, vert. uit Lat.[[575|62]] vgl: § 2[[[575|44]]] vgl: Dei Verbum, 23,24[[[576|23.24]]] vgl: Unitatis Redintegratio, 4[[[618|4]]]
- "door het innerlijk inzicht in de geestelijke dingen dat de gelovigen ervaren"; vert. uit Lat.[[576|8]] "de goddelijke woorden en wie ze leest groeien samen;" 1,7,8:CCL 142, 87 (PL 76, 843), vert. uit Lat.[[1190]]
- "door de prediking van hen die met de opvolging in het bisschopsambt het zeker charisma van de waarheid hebben ontvangen". vert. uit Lat.[[576|8]]
Zie ook alinea's: -66-[al:66]-2651-[al:2651]-2038-[al:2038]-2518-[al:2518]
Referenties naar alinea 94: 1
Theologisch commentaar op de Verschijningen van Fatima ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
95
"Het is dus duidelijk dat de heilige Overlevering, de heilige Schrift en het leergezag van de Kerk krachtens Gods alwijze raadsbesluit zo met elkaar verbonden en verenigd zijn dat het ene niet kan bestaan zonder de twee andere en dat ze alle te samen, elk op zijn eigen wijze, onder de werking van de ene Heilige Geest, het heil van de zielen krachtig bevorderen". § 3, vert. uit Lat.[[576|10]]
Referenties naar alinea 95: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (96-100)
96
Wat Christus aan de apostelen heeft toevertrouwd, hebben zij overgeleverd door hun prediking en hun geschriften, onder ingeving van de Heilige Geest, aan alle geslachten tot de glorievolle wederkomst van Christus.
Referenties naar alinea 96: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
97
"De heilige Overlevering en de heilige Schrift vormen één heilige schat van het woord Gods", vert. uit Lat.[[576|10]] waarin de op aarde pelgrimerende Kerk, als in een spiegel, God aanschouwt, bron van al die rijkdom.
Referenties naar alinea 97: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
98
"De Kerk bestendigt in haar leer, leven en eredienst alles wat zij is, en alles wat zij gelooft, en zij geeft dit door aan alle geslachten". vert. uit Lat.[[576|8]]
Referenties naar alinea 98: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
99
Dankzij de bovennatuurlijke geloofszin houdt het gehele Godsvolk niet op de gave van de goddelijk openbaring te ontvangen, er dieper in door te dringen en meer vanuit de openbaring te leven.
Referenties naar alinea 99: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
100
Youcat ->=geentekst=
De opdracht het woord van God authentiek te verklaren is alleen toevertrouwd aan het leergezag van de Kerk: de paus en de bisschoppen in verbondenheid met hem.
Referenties naar alinea 100: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 - De heilige Schrift (101-141)
- Christus - het enig woord van de heilige Schrift (101-104)
101
Om zich aan de mensen te openbaren spreekt God, in zijn welwillende goedheid tot hen in menselijke bewoordingen: "Want, Gods woorden, uitgedrukt in de talen van de mensen, zijn gelijk geworden aan de menselijke manier van spreken, zoals eens het Woord van de eeuwige Vader, door de zwakheid aan te nemen van ons vlees, gelijk geworden is aan de mensen". vert. uit Lat.[[576|13]]
Referenties naar alinea 101: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
102
65
2763
65
2763
Door alle woorden van de heilige Schrift heen zegt God slechts één Woord: zijn enig Woord waarin Hij zich geheel uitspreekt: (Heb. 1, 1-3)[[b:Heb. 1, 1-3]]
Herinnert U zich dat één en hetzelfde Woord van God in de hele Schrift verspreid is en dat één en hetzelfde Woord uit de mond van de vele heiligen klinkt. Omdat dit Woord van in het begin bij God was, heeft het geen lettergrepen nodig, want het is niet onderworpen aan de tijd. 103,4,1, vert. uit Lat.[[838]]Zie ook alinea's: -65-[al:65]-2763-[al:2763]-426-[al:426]
Referenties naar alinea 102: 1
Verbum Domini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
103
1100
1154
1184
1346
1378
Youcat ->=geentekst=
1100
1154
1184
1346
1378
Daarom heeft de kerk altijd de heilige Schrift vereerd, zoals zij ook het lichaam des Heren vereert. Zij houdt niet op het brood van het leven, genomen van, de tafel van het woord van God en van het lichaam van Christus, uit te reiken aan de gelovigen. vgl: Dei Verbum, 21[[[576|21]]]
Zie ook alinea's: -1100-[al:1100]-1184-[al:1184]-1378-[al:1378]
Zie ook alinea's: -1100-[al:1100]-1184-[al:1184]-1378-[al:1378]
Referenties naar alinea 103: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
104
Youcat ->=geentekst=
In de heilige Schrift vindt de kerk onophoudelijk haar voedsel en haar kracht, vgl: Dei Verbum, 24[[[576|24]]] want daarin ontvangt zij niet alleen een menselijk woord, maar ook wat ze werkelijk is: het woord van God. (1 Tess. 2, 13)[[b:1 Tess. 2, 13]] "Want in de heilige boeken treedt de hemelse Vader zijn kinderen vol liefde tegemoet en spreekt met hen". vert. uit Lat.[[576|21]]
Referenties naar alinea 104: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Inspiratie en waarheid van de heilige Schrift (105-108))
105
God is de auteur van de heilige Schrift. "De door God geopenbaarde waarheid, die in de Heilige Schrift besloten ligt en voorgehouden wordt, is er onder ingeving van de Heilige Geest aan toevertrouwd". "Krachtens haar apostolisch geloof houdt onze moeder de heilige Kerk zowel de boeken van het Oude als die van het Nieuwe Testament, in hun geheel met al hun delen, voor heilig en canoniek, omdat ze geschreven onder ingeving van de Heilige Geest, God tot auteur hebben en als zodanig aan de Kerk zijn overgeleverd". vert. uit Lat.[[576|11]]
Referenties naar alinea 105: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
106
307
Youcat ->=geentekst=
307
God heeft de menselijke auteurs van de heilige boeken geïnspireerd. "Voor het samenstellen van de heilige boeken koos God mensen uit, van wie Hij zich, gebruikmakend van hun eigen vermogens en krachten, bediende, om hen, terwijl Hijzelf in hen en door hen werkte, al datgene en alleen datgene wat Hij wilde, als echte auteurs te laten optekenen". vert. uit Lat.[[576|11]]
Referenties naar alinea 106: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
107
287
702
2816
Youcat ->=geentekst=
287
702
2816
De geïnspireerd boeken leren de waarheid. "Omdat men dus alles wat de geïnspireerd of gewijde schrijvers zeggen, moet beschouwen als door de Heilige Geest gezegd, moet men ook belijden dat de boeken van de Schrift vast, trouw en zonder dwaling de waarheid leren die God omwille van ons heil in de heilige boeken wilde laten vastleggen". vert. uit Lat.[[576|11]]
Zie ook alinea's: -702-[al:702]
Zie ook alinea's: -702-[al:702]
Referenties naar alinea 107: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
108
Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
Het christelijk geloof is echter geen "godsdienst van het boek". Het Christendom is de godsdienst van het "Woord" van God, "niet van een geschreven en stom woord, maar van het mensgeworden, levende Woord". 4,11, vert. uit Lat.[[1082]] Christus, het eeuwige Woord van de levende God, moet door de Heilige Geest onze geest toegankelijk maken "voor het begrijpen van de Schriften" (Lc. 24, 45)[b:Lc. 24, 45], opdat zij geen dode letter blijven.
Referenties naar alinea 108: 2
De wortels van de Europese cultuur ->=geentekst=Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De Heilige Geest als tolk van de Schrift (109-119)
109
Youcat ->=geentekst=
In de heilige Schrift spreekt God tot de mens in de taal van de mensen. Om de Schrift goed te verklaren moet men dus letten op hetgeen de menselijke auteurs werkelijk hebben willen zeggen en wat God ons door hun woorden heeft willen openbaren. vgl: § 1[[[576|12]]]
Referenties naar alinea 109: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
110
116
116
Om de bedoeling van de heilige auteurs te ontdekken moet men rekening houden met de tijdsomstandigheden en de cultuur waarin zij leefden, de "literaire genres" die in die tijd in zwang waren, de toenmaals gangbare wijze van voelen, spreken en vertellen. "De waarheid wordt immers op een verschillende manier voorgesteld en uitgedrukt in teksten die op een uiteenlopende wijze historisch, profetisch en dichterlijk, of van een ander genre zijn". § 2, vert. uit Lat.[[576|12]]
Referenties naar alinea 110: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
111
116
289
116
289
Maar aangezien de heilige Schrift geïnspireerd is. bestaat er een ander beginsel van juiste interpretatie, dat niet minder belangrijk is dan het voorafgaande, en zonder dit beginsel zou de Schrift een dode letter blijven: "De heilige Schrift moet worden gelezen en verklaard in het licht van dezelfde Geest, door wie ze geschreven is". vgl: § 3, vert. uit Lat.[[[576|12]]] Het Tweede Vaticaans Concilie geeft drie criteria aan voor een verklaring van de Schrift overeenkomstig de Geest die haar geïnspireerd heeft: vgl: § 3[[[576|12]]]
Referenties naar alinea 111: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
112
116
116
- Allereerst veel aandacht schenken "aan de inhoud en de eenheid van de hele Schrift". De Schrift, immers, is, hoe verschillend de boeken ook zijn waaruit zij bestaat, één op grond van de eenheid van God heilsplan, waarvan Jezus Christus het middelpunt is en het hart dat sinds zijn Pasen geopend is. (Lc. 24, 25-27.44-46)[[b:Lc. 24, 25-27.44-46]]
Zie ook alinea's: -128-[al:128]-368-[al:368]Met het hart (Ps. 22, 15)[[b:Ps. 22, 15]] van Christus wordt de heilige Schrift bedoeld, die het hart van Christus doet kennen. Dit hart was echter vóór het lijden gesloten, omdat de Schrift duister was; maar na het lijden werd de Schrift geopend, omdat zij die haar al kenden, nu aanschouwen en inzien hoe de profetieën uitgelegd moeten worden. 21,11, vert. uit Lat.[[861]]
Referenties naar alinea 112: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
113
81
116
119
Zie ook alinea's: -81-[al:81]
81
116
119
- Vervolgens de Schrift lezen in "de levende Overlevering van heel de Kerk". Volgens een uitdrukking van de Kerkvaders laat de heilige Schrift zich beter lezen in het hart van de Kerk dan in de stoffelijk uitdrukkingsmiddelen. Daarom bewaart de Kerk in haar Overlevering de levende herinnering aan het woord van God en is het de Heilige Geest die haar de geestelijke uitleg van de Schrift schenkt (" ... volgens de geestelijke betekenis welke de Geest aan de Kerk schenkt".) 5,5, vert. uit Gr.[[1843]]
Zie ook alinea's: -81-[al:81]
Referenties naar alinea 113: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
114
90
116
Zie ook alinea's: -90-[al:90]
90
116
- Letten "op de analogie van het geloof". (Rom. 12, 6)[[b:Rom. 12, 6]] Onder "analogie van het geloof" verstaan wij de onderlinge samenhang van de geloofswaarheden onderling en binnen het totale heilsplan van de openbaring.
Zie ook alinea's: -90-[al:90]
Referenties naar alinea 114: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
115
517
Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
517
De betekenissen van de Schrift
Volgens een oude overlevering kan men onderscheid maken tussen twee betekenissen van de Schrift: de letterlijke betekenis en de geestelijke betekenis, waarbij de laatste weer onderverdeeld wordt in een allegorische, morele en anagogische betekenis. De diepgaande overeenkomst tussen de vier betekenissen geeft aan de levende lectuur van de Schrift in de kerk al haar rijkdom.
Referenties naar alinea 115: 2
Youcat ->=geentekst=Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
116
Youcat ->=geentekst=
Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
De letterlijke betekenis. Dat is de betekenis die door de woorden van de Schrift tot uitdrukking wordt gebracht en die door de exegese die de regels van de juiste interpretatie volgt, ontdekt wordt. "Alle betekenissen van de heilige Schrift zijn gebaseerd op de letterlijke betekenis". I q. 1, a. 10 ad 1, vert. uit Lat.[[t:i, q. 1, a. 10 ad 1]]Zie ook alinea's: -110-114-[al:110-114]
Referenties naar alinea 116: 3
Verbum Domini ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
117
1095
1101
Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
1095
1101
De geestelijke betekenis. Dankzij de eenheid in het heilsplan van God kan niet alleen de tekst van de Schrift, maar kunnen ook de werkelijkheid en de gebeurtenissen waarover zij spreekt, tekenen zijn.
Zie ook alinea's: -1101-[al:1101]
- De allegorische betekenis. Wij kunnen een dieper begrip van de gebeurtenissen krijgen, indien wij hun betekenis in Christus herkennen; zo is de doortocht door de Rode Zee een teken van de overwinning van Christus en daardoor van het Doopsel; (1 Kor. 10, 2)[[b:1 Kor. 10, 2]]
- De morele betekenis. De in de Schrift vermelde gebeurtenissen moeten ons ertoe brengen juist te handelen. Ze werden beschreven "als een waarschuwing voor ons" (1 Kor. 10, 11)[b:1 Kor. 10, 11]. (Heb. 3, 1 - 4, 11)[[b:Heb. 3, 1 - 4, 11]]
- De anagogische betekenis. Het is ook mogelijk werkelijkheden en gebeurtenissen te bezien in hun eeuwige betekenis, daar zij ons leiden (in het Grieks: anagogè) naar ons vaderland. Zo is de Kerk op aarde teken van het hemels Jeruzalem. (Openb. 21, 1 - 22,5)[[b:Openb. 21, 1 - 22,5]]
Referenties naar alinea 117: 2
Youcat ->=geentekst=Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
118
Youcat ->=geentekst=
Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
Een middeleeuws distichon vat de vier betekenissen als volgt samen:
"Littera gesta docet, quid credas allegoria
Moralis quid agas, quo tendas anagogia" I[[1271]]
De letter leert de gebeurtenissen, de allegorie wat men moet geloven,
de morele betekenis wat men moet doen, en de anagogie waarheen men moet streven.
Referenties naar alinea 118: 3
Verbum Domini ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
119
"Het is de taak van de exegeten volgens deze regels te streven naar een dieper begrijpen en verklaren van de zin van de heilige Schrift, opdat door deze als het ware voorbereidende studie het oordeel van de kerk kan rijpen. Want dit alles wat betrekking heeft op de methode van de schriftverklaring, is uiteindelijk onderworpen aan het oordeel van de kerk, die de goddelijke opdracht en de taak heeft om het woord van God te bewaren en te verklaren". 3, vert. uit Lat.[[576|12]]
Ik zou het Evangelie niet geloven, als het gezag van de katholieke Kerk mij er niet toe aanzette. 5,6, vert. uit Lat.[[839]]Zie ook alinea's: -94-[al:94]-113-[al:113]
Referenties naar alinea 119: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De canon van de Schrift (120-130)
120
1117
1117
Het is de apostolische Overlevering die de kerk liet onderscheiden welke geschriften gerekend dienden te worden tot de lijst van de heilige boeken. vgl: ,3[[[576|8]]] Deze gehele lijst wordt "canon" van de Schrift genoemd. Ze bevat voor het Oude Testament 46 geschriften (45, indien men Jeremia en Klaagliederen als één geheel beschouwt) en 27 voor het Nieuwe Testament: vgl: DS 179-180[[[6443|(2-3)]]] vgl: DS 1334-1336[[[912]]] vgl: Sessio IV - Recipiuntur Libris Sacris et de traditionibus recipiendis[[[391]]]
Voor het Oude Testament zijn dit: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium, Jozua, Rechters, Ruth, de twee boeken Samuel, de twee boeken Koningen, de twee boeken Kronieken, Ezra en Nehemia, Tobit, Judit, Ester, de twee boeken Makkabeeën, Job, Psalmen, Spreuken, Prediker, Hooglied, Wijsheid, Wijsheid van Jezus Sirach, Jesaja, Jeremia, Klaagliederen, Baruch, Ezechiël, Daniël, Hosea, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Sefania, Haggai, Zacharias, Maleachi. Voor het Nieuwe Testament zijn dit: de Evangelies van Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes, de Handelingen van de Apostelen, de brieven van de heilige Paulus: aan de Christenen van Rome, de eerste en de tweede brief aan de Christenen van Korinte, de brief aan de Galaten, de brief aan de Christenen van Efeze, Filippi en Kolosse, de eerste en de tweede brief aan de Christenen van Tessalonica, de eerste en de tweede brief aan Timóteus, de brief aan Titus, aan Filémon; de brief aan de Hebreeën, de brief van Jakobus, de eerste en de tweede brief van Petrus, de drie brieven van Johannes, de brief van Judas en de Apocalyps.Zie ook alinea's: -1117-[al:1117]
Referenties naar alinea 120: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
121
1093
Youcat ->=geentekst=
"Want God kent geen berouw over zijn genadegaven noch over zijn roeping" (Rom. 11, 29) ->=geentekst=
Geen berouw over genade en roeping - Opmerkingen bij het traktaat "De Iudaeis" ->=geentekst=
1093
Het Oude Testament
Het Oude Testament is een niet weg te denken gedeelte van de heilige Schrift. De geschriften ervan zijn door God geïnspireerd en blijven hun waarde behouden, vgl: Dei Verbum, 14[[[576|14]]] want het Oude Verbond is nooit herroepen.
Zie ook alinea's: -1093-[al:1093]
Het Oude Testament is een niet weg te denken gedeelte van de heilige Schrift. De geschriften ervan zijn door God geïnspireerd en blijven hun waarde behouden, vgl: Dei Verbum, 14[[[576|14]]] want het Oude Verbond is nooit herroepen.
Zie ook alinea's: -1093-[al:1093]
Referenties naar alinea 121: 4
Verbum Domini ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
"Want God kent geen berouw over zijn genadegaven noch over zijn roeping" (Rom. 11, 29) ->=geentekst=
Geen berouw over genade en roeping - Opmerkingen bij het traktaat "De Iudaeis" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
122
528
702
708
762
1964
Youcat ->=geentekst=
528
702
708
762
1964
Immers, "het heilsbestel van het Oude Verbond had als belangrijkste bestaansgrond de komst van Christus, ons aller Verlosser (... ) voor te bereiden". "Ofschoon die boeken ook onvolmaakte en tijdgebonden zaken bevatten", leggen de boeken van het Oude Testament getuigenis af van heel de goddelijke pedagogie van de reddende liefde van God: "Hierin ligt een verheven leer over God, een weldadige wijsheid over het leven van de mens, een bewonderenswaardige rijkdom aan gebeden en tenslotte het geheim van ons heil verborgen". , vert. uit Lat.[[576|15]]
Zie ook alinea's: -702-[al:702]-762-[al:762]-708-[al:708]-2568-[al:2568]
Zie ook alinea's: -702-[al:702]-762-[al:762]-708-[al:708]-2568-[al:2568]
Referenties naar alinea 122: 2
Verbum Domini ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
123
De christenen vereren het Oude Testament als het ware woord van God. De Kerk heeft altijd krachtig de gedachte afgewezen van het Oude Testament te verwerpen onder voorwendsel dat het door het Nieuwe Testament achterhaald zou zijn (Marcionisme).
Referenties naar alinea 123: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
124
Het Nieuwe Testament
"Het Woord van God, dat een kracht van God is tot heil van iedere gelovige. wordt in de geschriften van het Nieuwe Testament op bijzondere wijze tegenwoordig gesteld en toont daarin zijn kracht". , vert. uit Lat.[[576|17]] Deze geschriften verschaffen ons de definitieve waarheid van de goddelijke openbaring. Hun centrale thema is Jezus Christus, de mensgeworden Zoon van God, zijn handelen, zijn onderricht, zijn lijden en zijn verheerlijking, evenals de beginperiode van zijn kerk onder de werking van de Heilige Geest. vgl: Dei Verbum, 20[[[576|20]]]
"Het Woord van God, dat een kracht van God is tot heil van iedere gelovige. wordt in de geschriften van het Nieuwe Testament op bijzondere wijze tegenwoordig gesteld en toont daarin zijn kracht". , vert. uit Lat.[[576|17]] Deze geschriften verschaffen ons de definitieve waarheid van de goddelijke openbaring. Hun centrale thema is Jezus Christus, de mensgeworden Zoon van God, zijn handelen, zijn onderricht, zijn lijden en zijn verheerlijking, evenals de beginperiode van zijn kerk onder de werking van de Heilige Geest. vgl: Dei Verbum, 20[[[576|20]]]
Referenties naar alinea 124: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
125
Youcat ->=geentekst=
De Evangelies zijn het hart van de hele Schrift, "omdat zij het voornaamste getuigenis zijn over het leven en de leer van het vleesgeworden Woord, onze Verlosser". , vert. uit Lat.[[576|18]]
Zie ook alinea's: -515-[al:515]
Zie ook alinea's: -515-[al:515]
Referenties naar alinea 125: 2
Vita Consecrata ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
126
515
515
Bij het tot stand komen van de evangelies kan men drie fases onderscheiden:Zie ook alinea's: -76-[al:76]
- Het leven en de leer van Jezus. De Kerk gelooft vast dat de vier Evangelies, "waarvan zij de historiciteit zonder aarzelen bevestigt, getrouw weergeven wat Jezus, de Zoon van God, tijdens zijn leven onder de mensen werkelijk gedaan en geleerd heeft voor hun eeuwig heil, tot op de dag waarop Hij ten hemel is opgenomen".
- De mondelinge Overlevering. "De apostelen hebben na de Hemelvaart van de Heer datgene wat Hij gezegd en gedaan had, aan hun toehoorders doorgegeven met het vollediger inzicht dat zijzelf genoten, onderricht als zij waren door de glorievolle gebeurtenissen van Christus en verlicht door de Geest van waarheid".
- De geschreven Evangelies."De gewijde schrijvers hebben bij het schrijven van de vier Evangelies een keuze gedaan uit het vele dat mondeling of ook reeds schriftelijk was overgeleverd, en andere zaken tot een synthese samengevoegd of met het oog op de situatie van de kerken uitgelegd. Tenslotte hebben zij de vorm van de prediking behouden, altijd zó dat zij ons de zuivere waarheid over Jezus meedeelden". , vert. uit Lat.[[576|19]]
Referenties naar alinea 126: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
127
2705
Youcat ->=geentekst=
2705
Het "viervoudige" Evangelie neemt in de Kerk een unieke plaats in: hiervan getuigen de verering die de liturgie eraan toekent, en de onvergelijkelijke aantrekkingskracht die het te allen tijde op de heiligen heeft uitgeoefend.
"Er is geen grootser, beter, kostbaarder en schitterender leer dan de tekst van het evangelie. Ziet en bewaart in uw hart wat onze Heer en Meester, Christus, zowel in zijn woorden geleerd heeft als door zijn daden tot stand gebracht heeft." SC 345,380, vert. uit Lat.[[8506]]Zie ook alinea's: -1154-[al:1154]-2705-[al:2705]
"Het is bovenal het hele Evangelie dat mij gedurende mijn gebed voedsel geeft; hierin vind ik alles wat nodig is voor mijn arme ziel. Ik ontdek er steeds nieuw licht, verborgen en mysterieuze betekenissen." A 83 v.[[3958]]
Referenties naar alinea 127: 2
Divini Amoris Scientia ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
128
112
1094
1964
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
112
1094
1964
De eenheid van het Oude en Nieuwe Testament
De Kerk heeft al ten tijde van de apostelen (1 Kor. 10, 6.11; Heb. 10, 1; 1 Petr. 3, 21)[[b:1 Kor. 10, 6.11; Heb. 10, 1; 1 Petr. 3, 21]] en vervolgens voortdurend in haar Overlevering de eenheid van het goddelijk heilsplan in de beide Testamenten belicht dankzij de typologie. Deze ziet in de werking van God onder het Oude Verbond voorafbeeldingen van hetgeen God in de volheid van de tijd voltooid heeft in de persoon van zijn mensgeworden Zoon.
Zie ook alinea's: -1094-[al:1094]-489-[al:489]
De Kerk heeft al ten tijde van de apostelen (1 Kor. 10, 6.11; Heb. 10, 1; 1 Petr. 3, 21)[[b:1 Kor. 10, 6.11; Heb. 10, 1; 1 Petr. 3, 21]] en vervolgens voortdurend in haar Overlevering de eenheid van het goddelijk heilsplan in de beide Testamenten belicht dankzij de typologie. Deze ziet in de werking van God onder het Oude Verbond voorafbeeldingen van hetgeen God in de volheid van de tijd voltooid heeft in de persoon van zijn mensgeworden Zoon.
Zie ook alinea's: -1094-[al:1094]-489-[al:489]
Referenties naar alinea 128: 3
Verbum Domini ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
129
651
1094
1968
2055
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
651
1094
1968
2055
De Christenen lezen derhalve het Oude Testament in het licht van de gestorven en verrezen Christus. Deze typologische lezing legt de onuitputtelijke inhoud van het Oude Testament bloot. Zij mag niet doen vergeten dat het Oude Testament zijn eigen waarde van een openbaring behoudt die door onze Heer zelf opnieuw bevestigd is. (Mc. 12, 29-31)[[b:Mc. 12, 29-31]] Het Nieuwe Testament vraagt er overigens om ook gelezen te worden in het licht van het Oude Testament. De catechese van de eerste Christenen zal er voortdurend een beroep op doen. (1 Kor. 5, 6-8; 1 Kor. 10, 1-11)[[b:1 Kor. 5, 6-8; 1 Kor. 10, 1-11]] Volgens een oud gezegde is het Nieuwe Testament verborgen in het Oude Testament, terwijl het Oude Testament wordt onthuld in het Nieuwe Testament: "Het Nieuwe Testament is verborgen in het Oude Testament en het Oude Testament wordt in het Nieuwe Testament onthuld" / "Novum in Vetere latet et in Novo Vetus patet". 2,73, vert. uit Lat.[[2606]] vgl: Dei Verbum, 16[[[576|16]]]
Zie ook alinea's: -651-[al:651]-2055-[al:2055]-1968-[al:1968]
Zie ook alinea's: -651-[al:651]-2055-[al:2055]-1968-[al:1968]
Referenties naar alinea 129: 3
Verbum Domini ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
130
1094
Youcat ->=geentekst=
1094
Typologie betekent de dynamiek naar de voltooiing van het goddelijk heilsplan, wanneer "God alles in allen zal zijn" (1 Kor. 15, 28)[b:1 Kor. 15, 28]. Zo verliezen b.v. ook de roeping van de aartsvaders en de uittocht uit Egypte binnen Gods heilsplan niet hun eigen waarde omwille van het feit dat zij er tezelfdertijd tussenstappen van zijn.
Referenties naar alinea 130: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De heilige Schrift in het leven van de Kerk (131-133)
131
1100
1100
"De werking en de kracht van het woord van God zijn zo groot dat dit voor de kerk een steunpunt en een kracht is en voor de kinderen van de kerk de sterkte van het geloof, de spijs voor hun ziel, de zuivere en ononderbroken stromende bron van geestelijk leven". , vert. uit Lat.[[576|21]] "Voor de Christenen moet de toegang tot de heilige Schrift wijd openstaan". , vert. uit Lat.[[576|22]]
Referenties naar alinea 131: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
132
"Daarom moet de studie van de heilige Schrift als het ware de ziel zijn van de heilige theologie. Ook de dienst van het woord, namelijk de pastorale prediking, de catechese en elk christelijk onderricht, waarin de liturgische homilie een vooraanstaande plaats moet innemen, ontvangt nu door datzelfde woord van de Schrift zijn heilzaam voedsel en zijn heilige en frisse kracht". , vert. uit Lat.[[576|24]]
Zie ook alinea's: -94-[al:94]
Zie ook alinea's: -94-[al:94]
Referenties naar alinea 132: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
133
1792
2653
1792
2653
De Kerk "spoort met aandrang en met nadruk alle Christenen (... ) aan zich door het veelvuldig lezen van de goddelijke Schriften 'de alles overtreffende kennis van Jezus Christus' (Fil. 3, 8)[b:Fil. 3, 8] eigen te maken. 'Want de Schriften niet kennen betekent Christus niet kennen' XVIII, Prologus: P.L. 24, 17[[1810]]". , vert. uit Lat.[[576|25]]
Zie ook alinea's: -2653-[al:2653]-1792-[al:1792]
Zie ook alinea's: -2653-[al:2653]-1792-[al:1792]
Referenties naar alinea 133: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (134-141)
134
"Heel de goddelijke Schrift is slechts één boek en dit ene boek is Christus, 'want heel de goddelijke Schrift spreekt van Christus en heel de goddelijk Schrift wordt vervuld in Christus'". 2,9, vert. uit Lat.[[2585]]
Referenties naar alinea 134: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
135
"De heilige boeken bevatten het Woord van God en, wegens hun geïnspireerd karakter, zijn ze werkelijk het woord van God". , vert. uit Lat.[[576|24]]
Referenties naar alinea 135: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
136
God is de auteur van de heilige Schrift, terwijl Hij zijn menselijke auteurs inspireert; Hij werkt in en door hen. Hij geeft zo de zekerheid dat hun geschriften zonder dwaling de heilzame waarheid leren. vgl: Dei Verbum, 11[[[576|11]]]
Referenties naar alinea 136: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
137
De interpretatie van de geïnspireerde Schriften moet voor alles letten op hetgeen God door de heilige auteurs voor ons heil wil openbaren. "Wat van de Geest komt, wordt alleen door de werking van de Geest ten volle verstaan". Origenes, Hom. in Ex. 4,5,...Origenes, Hom. in Ex. 4,5, vert. uit Gr.
Referenties naar alinea 137: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
138
De Kerk ontvangt en vereert de 46 boeken van het Oude en de 27 boeken van het Nieuwe Testament als geïnspireerd.
Referenties naar alinea 138: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
139
De vier Evangelies nemen een centrale plaats in, aangezien Christus Jezus er het middelpunt van is.
Referenties naar alinea 139: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
140
Youcat ->=geentekst=
De eenheid van de beide testamenten komt voort uit de eenheid van Gods heilsplan en zijn openbaring. Het Oude Testament bereidt het Nieuwe Testament voor, terwijl dit laatste de vervulling is van het Oude Testament; beide verklaren elkaar wederzijds; beide zijn het ware woord van God.
Referenties naar alinea 140: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
141
"De Kerk heeft de heilige Schriften, zoals ook het lichaam des Heren zelf, altijd vereerd": , vert. uit Lat.[[576|21]] beide voeden en sturen heel het christelijk leven. "Uw woord is een lamp voor mijn voeten, het is een licht op mijn pad" (Ps. 119, 105)[b:Ps. 119, 105]. (Jes. 50, 4)[[b:Jes. 50, 4]]
Referenties naar alinea 141: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Derde hoofdstuk - Het antwoord van de mens aan God (142-184)
142
1814
2062
2567
1814
2062
2567
Door zijn openbaring "spreekt de onzichtbare God, uit de overvloed van zijn liefde, tot de mensen als tot zijn vrienden en gaat Hij met hen om, teneinde hen uit te nodigen tot de gemeenschap met Hem en hen daarin op te nemen". vert. uit Lat.[[576|2]] Het overeenstemmend antwoord op deze uitnodiging is het geloof.
Zie ook alinea's: -1102-[al:1102]
Zie ook alinea's: -1102-[al:1102]
Referenties naar alinea 142: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
143
1102
2087
1102
2087
Door het geloof onderwerpt de mens zijn verstand en wil geheel aan God. Met heel zijn wezen betuigt de mens zijn instemming met de zich openbarende God. Dei Verbum, 5[[576|5]] De heilige Schrift noemt dit antwoord van de mens aan de God die openbaart: (Rom. 1, 5; Rom. 16, 26)[[b:Rom. 1, 5; Rom. 16, 26]] "gehoorzaamheid van het geloof".
Zie ook alinea's: -2087-[al:2087]
Zie ook alinea's: -2087-[al:2087]
Referenties naar alinea 143: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 - Ik geloof (144-165)
- De gehoorzaamheid van het geloof (144-149)
144
Dat zij jullie leert het Woord van God te ontvangen ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Gehoorzamen (gehoor geven) in het geloof is zich uit vrije wil onderwerpen aan het gehoorde woord, omdat God, de Waarheid zelf, borg staat voor de waarheid ervan. Abraham staat model voor deze gehoorzaamheid die de heilige Schrift ons voorhoudt. De Maagd Maria is er de meest volmaakte verwezenlijking van.
Referenties naar alinea 144: 3
Dominus Iesus ->=geentekst=Dat zij jullie leert het Woord van God te ontvangen ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
145
59
489
2570
59
489
2570
Abraham - "de vader van alle gelovigen"
De brief aan de Hebreeën legt in de grote lofrede op het geloof van de voorvaderen in het bijzonder de nadruk op het geloof van Abraham: "Door het geloof heeft Abraham gehoor gegeven aan de roepstem van God, en ging hij op weg naar een land dat bestemd was voor hem en zijn erfgenamen: hij vertrok zonder te weten waarheen" (Heb. 11, 8)[b:Heb. 11, 8]. (Gen. 12, 1-4)[[b:Gen. 12, 1-4]] Door het geloof heeft hij als vreemdeling en als pelgrim in het beloofde land geleefd. (Gen. 23, 4)[[b:Gen. 23, 4]] Door dit geloof werd Sara vruchtbaar en kon zij de zoon van de belofte ontvangen. Door het geloof tenslotte heeft Abraham zijn enige zoon ten offer gebracht. (Heb. 11, 17)[[b:Heb. 11, 17]]
Zie ook alinea's: -52-[al:52]-2570-[al:2570]-489-[al:489]
De brief aan de Hebreeën legt in de grote lofrede op het geloof van de voorvaderen in het bijzonder de nadruk op het geloof van Abraham: "Door het geloof heeft Abraham gehoor gegeven aan de roepstem van God, en ging hij op weg naar een land dat bestemd was voor hem en zijn erfgenamen: hij vertrok zonder te weten waarheen" (Heb. 11, 8)[b:Heb. 11, 8]. (Gen. 12, 1-4)[[b:Gen. 12, 1-4]] Door het geloof heeft hij als vreemdeling en als pelgrim in het beloofde land geleefd. (Gen. 23, 4)[[b:Gen. 23, 4]] Door dit geloof werd Sara vruchtbaar en kon zij de zoon van de belofte ontvangen. Door het geloof tenslotte heeft Abraham zijn enige zoon ten offer gebracht. (Heb. 11, 17)[[b:Heb. 11, 17]]
Zie ook alinea's: -52-[al:52]-2570-[al:2570]-489-[al:489]
Referenties naar alinea 145: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
146
1819
2676
1819
2676
Abraham verwezenlijkt zo de definitie van het geloof, zoals de brief aan de Hebreeën die verwoordt: "Het geloof is een vaste grond van wat wij hopen, het overtuigt ons van de werkelijkheid van onzichtbare dingen" (Heb. 11,1). "Abraham heeft God geloofd en dat geloof is hem aangerekend als gerechtigheid" (Rom. 4, 3)[b:Rom. 4, 3]. (Gen. 15, 6)[[b:Gen. 15, 6]] Dankzij deze "kracht van zijn geloof" (Rom. 4, 20)[b:Rom. 4, 20] is Abraham "de vader van allen die geloven" (Rom. 4, 11)[b:Rom. 4, 11] (Rom. 4, 18; Gen. 15, 5)[[b:Rom. 4, 18; Gen. 15, 5]] geworden.
Zie ook alinea's: -1819-[al:1819]
Zie ook alinea's: -1819-[al:1819]
Referenties naar alinea 146: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
147
839
839
Het Oude Testament getuigt rijkelijk van dit geloof. De brief aan de Hebreeën verkondigt de lof van het voorbeeldige geloof van de ouden "die zich hierdoor naam verworven hebben" (Heb. 11, 2)[b:Heb. 11, 2] (Heb. 11, 39)[[b:Heb. 11, 39]]. Echter, "God had met ons iets beters voor": de genade in zijn Zoon Jezus te geloven, "de aanvoerder en voltooier van ons geloof" (Heb. 12, 2)[b:Heb. 12, 2].
Zie ook alinea's: -839-[al:839]
Zie ook alinea's: -839-[al:839]
Referenties naar alinea 147: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
148
273
494
506
2617
273
494
506
2617
Maria - "Zalig zij die geloofd heeft"
De Maagd Maria verwezenlijkt op de meest volmaakte manier de gehoorzaamheid van het geloof. In geloof heeft Maria de aankondiging en de belofte, haar door de engel Gabriël gebracht, ontvangen, omdat zij geloofde dat "voor God niets onmogelijk is" (Lc. 1, 37)[b:Lc. 1, 37] (Gen. 18, 14)[[b:Gen. 18, 14]] en omdat ze haar instemming gaf: "Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord" (Lc. 1, 38)[b:Lc. 1, 38]. Elisabeth heeft haar als volgt begroet: "Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is" (Lc. 1, 45)[b:Lc. 1, 45]. Om dit geloof zal elk geslacht haar zalig prijzen. (Lc. 1, 48)[[b:Lc. 1, 48]]
Zie ook alinea's: -494-[al:494]-2617-[al:2617]-506-[al:506]
De Maagd Maria verwezenlijkt op de meest volmaakte manier de gehoorzaamheid van het geloof. In geloof heeft Maria de aankondiging en de belofte, haar door de engel Gabriël gebracht, ontvangen, omdat zij geloofde dat "voor God niets onmogelijk is" (Lc. 1, 37)[b:Lc. 1, 37] (Gen. 18, 14)[[b:Gen. 18, 14]] en omdat ze haar instemming gaf: "Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord" (Lc. 1, 38)[b:Lc. 1, 38]. Elisabeth heeft haar als volgt begroet: "Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is" (Lc. 1, 45)[b:Lc. 1, 45]. Om dit geloof zal elk geslacht haar zalig prijzen. (Lc. 1, 48)[[b:Lc. 1, 48]]
Zie ook alinea's: -494-[al:494]-2617-[al:2617]-506-[al:506]
Referenties naar alinea 148: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
149
507
969
507
969
Tijdens haar hele leven en tot haar laatste beproeving, (Lc. 2, 35)[[b:Lc. 2, 35]] toen Jezus, haar zoon, stierf op het kruis, heeft haar geloof niet gewankeld. Maria heeft niet opgehouden te geloven "in de vervulling" van het woord van God. Daarom vereert de kerk in Maria dan ook de zuiverste verwezenlijking van het geloof.
Zie ook alinea's: -969-[al:969]-507-[al:507]-829-[al:829]
Zie ook alinea's: -969-[al:969]-507-[al:507]-829-[al:829]
Referenties naar alinea 149: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- "Ik weet Wie ik mijn vertrouwen heb geschonken" (2 Tim. 1, 12) (150-152)
150
328
"Geworteld en opgebouwd in Jezus Christus, standvastig in het geloof” (Kol. 2, 7) ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Nota con indicazioni pastorali per l’Anno della fede ->=geentekst=
328
Geloven in God alleen
Het geloof is op de eerste plaats een zich persoonlijk bekennen van de mens tot God; het is tegelijkertijd, en hiermee onlosmakelijk verbonden, de vrije instemming met geheel de waarheid die God geopenbaard heeft. In zoverre het christelijk geloof een zich persoonlijk bekennen tot God is en een instemming met de waarheid die Hij geopenbaard heeft, verschilt het van het geloof in een menselijke persoon. Het is juist en goed zich geheel aan God toe te vertrouwen en volstrekt te geloven in wat Hij zegt. Het zou ijdel en bedrieglijk zijn op een dergelijke manier in een schepsel te geloven. (Jer. 17, 5-6; Ps. 40, 5; Ps. 146, 3-4)[[b:Jer. 17, 5-6; Ps. 40, 5; Ps. 146, 3-4]]
Zie ook alinea's: -222-[al:222]
Het geloof is op de eerste plaats een zich persoonlijk bekennen van de mens tot God; het is tegelijkertijd, en hiermee onlosmakelijk verbonden, de vrije instemming met geheel de waarheid die God geopenbaard heeft. In zoverre het christelijk geloof een zich persoonlijk bekennen tot God is en een instemming met de waarheid die Hij geopenbaard heeft, verschilt het van het geloof in een menselijke persoon. Het is juist en goed zich geheel aan God toe te vertrouwen en volstrekt te geloven in wat Hij zegt. Het zou ijdel en bedrieglijk zijn op een dergelijke manier in een schepsel te geloven. (Jer. 17, 5-6; Ps. 40, 5; Ps. 146, 3-4)[[b:Jer. 17, 5-6; Ps. 40, 5; Ps. 146, 3-4]]
Zie ook alinea's: -222-[al:222]
Referenties naar alinea 150: 4
Dominus Iesus ->=geentekst="Geworteld en opgebouwd in Jezus Christus, standvastig in het geloof” (Kol. 2, 7) ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Nota con indicazioni pastorali per l’Anno della fede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
151
Geloven in Jezus Christus, de Zoon van God
Voor een christen is geloven in God onlosmakelijk verbonden met geloven in Hem die Hij gezonden heeft, "zijn welbeminde Zoon", in wie Hij heel zijn welbehagen heeft (Mc. 1, 11)[b:Mc. 1, 11]; God heeft ons gezegd naar Hem te luisteren. (Mc. 9, 7)[[b:Mc. 9, 7]] De Heer zelf heeft aan zijn apostelen gezegd: "Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij" (Joh. 14,1). Wij kunnen in Jezus Christus geloven, omdat Hijzelf God is, het vleesgeworden Woord: "Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die in de schoot des Vaders is, Hij heeft Hem doen kennen" (Joh. 1, 18)[b:Joh. 1, 18]. Aangezien Hij "de Vader gezien heeft" (Joh. 6, 46)[b:Joh. 6, 46], is Hij de enige die Hem kent en Hem kan openbaren. (Mt. 11, 27)[[b:Mt. 11, 27]]
Zie ook alinea's: -424-[al:424]
Voor een christen is geloven in God onlosmakelijk verbonden met geloven in Hem die Hij gezonden heeft, "zijn welbeminde Zoon", in wie Hij heel zijn welbehagen heeft (Mc. 1, 11)[b:Mc. 1, 11]; God heeft ons gezegd naar Hem te luisteren. (Mc. 9, 7)[[b:Mc. 9, 7]] De Heer zelf heeft aan zijn apostelen gezegd: "Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij" (Joh. 14,1). Wij kunnen in Jezus Christus geloven, omdat Hijzelf God is, het vleesgeworden Woord: "Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die in de schoot des Vaders is, Hij heeft Hem doen kennen" (Joh. 1, 18)[b:Joh. 1, 18]. Aangezien Hij "de Vader gezien heeft" (Joh. 6, 46)[b:Joh. 6, 46], is Hij de enige die Hem kent en Hem kan openbaren. (Mt. 11, 27)[[b:Mt. 11, 27]]
Zie ook alinea's: -424-[al:424]
Referenties naar alinea 151: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
152
202
245
683
202
245
683
Geloven in de Heilige Geest
Men kan niet in Jezus Christus geloven zonder deel te hebben aan zijn Geest. Het is de Heilige Geest die aan de mensen openbaart wie Jezus is. Want "niemand kan zeggen 'Jezus is de Heer', tenzij door de Heilige Geest" (1 Kor. 12, 3)[b:1 Kor. 12, 3]. "De Geest van God doorgrondt alles, zelfs de diepste geheimen van God (...). Zo kent alleen de Geest van God het wezen van God" (1 Kor. 2, 10-11)[b:1 Kor. 2, 10-11]. God alleen kent God in zijn geheel. Wij geloven in de Heilige Geest, omdat Hij God is.
Men kan niet in Jezus Christus geloven zonder deel te hebben aan zijn Geest. Het is de Heilige Geest die aan de mensen openbaart wie Jezus is. Want "niemand kan zeggen 'Jezus is de Heer', tenzij door de Heilige Geest" (1 Kor. 12, 3)[b:1 Kor. 12, 3]. "De Geest van God doorgrondt alles, zelfs de diepste geheimen van God (...). Zo kent alleen de Geest van God het wezen van God" (1 Kor. 2, 10-11)[b:1 Kor. 2, 10-11]. God alleen kent God in zijn geheel. Wij geloven in de Heilige Geest, omdat Hij God is.
De Kerk houdt niet op haar geloof te belijden in één God, Vader, Zoon en Heilige Geest.Zie ook alinea's: -243-[al:243]-683-[al:683]-232-[al:232]
Referenties naar alinea 152: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De kenmerken van het geloof (153-165)
153
552
1996
2609
Youcat ->=geentekst=
Lumen Fidei ->=geentekst=
552
1996
2609
Het geloof is een genade
Wanneer de heilige Petrus belijdt dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God, dan verklaart Jezus dat "niet vlees en bloed" hem dit geopenbaard hebben, "maar zijn Vader die in de hemel is" (Mt. 16, 17)[b:Mt. 16, 17]. (Gal. 1, 15; Mt. 11, 25)[[b:Gal. 1, 15; Mt. 11, 25]] Het geloof is een gave van God, een bovennatuurlijke deugd, door Hem ingestort. "Wil de mens deze geloofsdaad kunnen stellen, dan is Gods voorkomende en helpende genade nodig en de innerlijke bijstand van de Heilige Geest, die het hart moet bewegen en het tot God moet keren, die de ogen van de geest moet openen en 'aan allen smaak moet geven om met de waarheid in te stemmen en erin te geloven"'. vert. uit Lat.[[576|5]]
Zie ook alinea's: -552-[al:552]-1814-[al:1814]-1996-[al:1996]-2609-[al:2609]
Wanneer de heilige Petrus belijdt dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God, dan verklaart Jezus dat "niet vlees en bloed" hem dit geopenbaard hebben, "maar zijn Vader die in de hemel is" (Mt. 16, 17)[b:Mt. 16, 17]. (Gal. 1, 15; Mt. 11, 25)[[b:Gal. 1, 15; Mt. 11, 25]] Het geloof is een gave van God, een bovennatuurlijke deugd, door Hem ingestort. "Wil de mens deze geloofsdaad kunnen stellen, dan is Gods voorkomende en helpende genade nodig en de innerlijke bijstand van de Heilige Geest, die het hart moet bewegen en het tot God moet keren, die de ogen van de geest moet openen en 'aan allen smaak moet geven om met de waarheid in te stemmen en erin te geloven"'. vert. uit Lat.[[576|5]]
Zie ook alinea's: -552-[al:552]-1814-[al:1814]-1996-[al:1996]-2609-[al:2609]
Referenties naar alinea 153: 3
Dominus Iesus ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Lumen Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
154
2126
Lumen Fidei ->=geentekst=
Jaar van het geloof - Wat is geloof? ->=geentekst=
2126
Het geloof is een menselijke daad
Geloven is slechts mogelijk door de genade en de innerlijke bijstand van de Heilige Geest. Het is niet minder waar dat geloven een authentiek menselijke daad is. Het is noch in strijd met de vrijheid noch met het denken van de mens om op God te vertrouwen en zich te bekennen tot de door Hem geopenbaarde waarheden. In menselijke verhoudingen is het al niet in strijd met onze waardigheid te geloven wat anderen ons over zichzelf en hun bedoelingen vertellen, en ons te verlaten op hun beloften (b.v. wanneer man en vrouw huwen) om zo deel te krijgen aan een wederzijdse gemeenschap. Daarom is het nog veel minder in strijd met onze waardigheid "door geloof de volkomen onderwerping van ons verstand en onze wil aan de God die openbaart, te tonen" vert. uit Lat.[[115|10]] en zo met Hem in een innige gemeenschap te treden.
Zie ook alinea's: -1749-[al:1749]-2126-[al:2126]
Geloven is slechts mogelijk door de genade en de innerlijke bijstand van de Heilige Geest. Het is niet minder waar dat geloven een authentiek menselijke daad is. Het is noch in strijd met de vrijheid noch met het denken van de mens om op God te vertrouwen en zich te bekennen tot de door Hem geopenbaarde waarheden. In menselijke verhoudingen is het al niet in strijd met onze waardigheid te geloven wat anderen ons over zichzelf en hun bedoelingen vertellen, en ons te verlaten op hun beloften (b.v. wanneer man en vrouw huwen) om zo deel te krijgen aan een wederzijdse gemeenschap. Daarom is het nog veel minder in strijd met onze waardigheid "door geloof de volkomen onderwerping van ons verstand en onze wil aan de God die openbaart, te tonen" vert. uit Lat.[[115|10]] en zo met Hem in een innige gemeenschap te treden.
Zie ook alinea's: -1749-[al:1749]-2126-[al:2126]
Referenties naar alinea 154: 3
Youcat ->=geentekst=Lumen Fidei ->=geentekst=
Jaar van het geloof - Wat is geloof? ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
155
2008
Lumen Fidei ->=geentekst=
2008
In het geloof werken het menselijk verstand en de menselijke wil met de goddelijke genade samen: "Geloven is een daad van het verstand dat instemt met de goddelijke waarheid op aandrang van de wil die door God met zijn genade daartoe is aangezet". II-II, q. 2, a. 9, vert. uit Lat[[t:II-II, q. 2, a. 9]] vgl: vert. uit Lat.[[[115|12]]]
Zie ook alinea's: -2008-[al:2008]
Zie ook alinea's: -2008-[al:2008]
Referenties naar alinea 155: 2
Youcat ->=geentekst=Lumen Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
156
215
548
812
1063
1381
Lumen Fidei ->=geentekst=
215
548
812
1063
1381
Het geloof en het verstand
Het geloofsmotief ligt niet in het feit dat de geopenbaarde waarheden ons in het licht van ons natuurlijk verstand als waar en begrijpelijk voorkomen. Wij geloven "op gezag van God zelf, die openbaart en zich niet kan vergissen en niet kan bedriegen" vert. uit Lat.[[115|10]]. "Opdat de hulde van het geloof niettemin overeenstemt met ons verstand, heeft God gewild dat de inwendige bijstand van de Heilige Geest vergezeld gaat van de uitwendige bewijzen van zijn openbaring". vgl: vert. uit Lat.[[[115|11]]] Zo zijn de wonderen van Christus en de heiligen, (Mc. 16, 20; Heb 2, 4)[[b:Mc. 16, 20; Heb 2, 4]] de profetieën, de verbreiding en de heiligheid van de Kerk, haar vruchtbaarheid en haar stabiliteit "zekere tekenen van de openbaring, aangepast aan het begrip van ieder" vert. uit Lat.[[115|11]], en "motieven van geloofwaardigheid" die tonen dat de instemming van het geloof "geenszins een blinde gemoedsopwelling is". vert. uit Lat.[[115|12]]
Zie ook alinea's: -1063-[al:1063]-2465-[al:2465]-548-[al:548]-812-[al:812]
Het geloofsmotief ligt niet in het feit dat de geopenbaarde waarheden ons in het licht van ons natuurlijk verstand als waar en begrijpelijk voorkomen. Wij geloven "op gezag van God zelf, die openbaart en zich niet kan vergissen en niet kan bedriegen" vert. uit Lat.[[115|10]]. "Opdat de hulde van het geloof niettemin overeenstemt met ons verstand, heeft God gewild dat de inwendige bijstand van de Heilige Geest vergezeld gaat van de uitwendige bewijzen van zijn openbaring". vgl: vert. uit Lat.[[[115|11]]] Zo zijn de wonderen van Christus en de heiligen, (Mc. 16, 20; Heb 2, 4)[[b:Mc. 16, 20; Heb 2, 4]] de profetieën, de verbreiding en de heiligheid van de Kerk, haar vruchtbaarheid en haar stabiliteit "zekere tekenen van de openbaring, aangepast aan het begrip van ieder" vert. uit Lat.[[115|11]], en "motieven van geloofwaardigheid" die tonen dat de instemming van het geloof "geenszins een blinde gemoedsopwelling is". vert. uit Lat.[[115|12]]
Zie ook alinea's: -1063-[al:1063]-2465-[al:2465]-548-[al:548]-812-[al:812]
Referenties naar alinea 156: 2
Youcat ->=geentekst=Lumen Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
157
2088
Lumen Fidei ->=geentekst=
2088
Het geloof is zeker, zekerder dan elke menselijke kennis, omdat het steunt op het woord zelf van God, die geen onwaarheid kan spreken. Zeker, de geopenbaarde waarheden kunnen het menselijk verstand en de menselijke ervaring duister voorkomen, maar "de zekerheid die het goddelijk licht schenkt, is groter dan de zekerheid die het menselijk verstand schenkt". iia-iiae q. 171 a. 5 arg. 3, vert. uit Lat.[[t:iia-iiae q. 171 a. 5 arg. 3]] "Tienduizend moeilijkheden maken niet een twijfel". Apologia pro vita sua[[878]]
Zie ook alinea's: -2088-[al:2088]
Zie ook alinea's: -2088-[al:2088]
Referenties naar alinea 157: 2
Youcat ->=geentekst=Lumen Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
158
90
573
2518
2705
Lumen Fidei ->=geentekst=
90
573
2518
2705
"Het geloof tracht te begrijpen": Proem., vert. uit Lat.[[879]] het is eigen aan het geloof dat de gelovige Hem beter wil leren kennen in wie hij gelooft, en dat hij beter wil begrijpen wat Hij geopenbaard heeft; een dieper gaande kennis zal op haar beurt een groter, steeds meer van liefde brandend geloof vragen. De genade van het geloof opent "het innerlijk oog" (Ef. 1, 18)[b:Ef. 1, 18] voor een levend begrip van de inhoud van de openbaring, d.w.z. het geheel van Gods heilsplan en de geloofsgeheimen, hun onderling verband en hun verband met Christus, middelpunt van het geopenbaarde mysterie. Wel, "om ons begrip van de openbaring steeds meer te verdiepen, vervolmaakt de Heilige Geest voortdurend het geloof door zijn gaven" vert. uit Lat.[[576|5]] Zo "geloof ik om te begrijpen en begrijp ik om beter te geloven", zoals de heilige Augustinus het uitdrukte. 43,7,9, vert. uit Lat.[[880]]
Zie ook alinea's: -2705-[al:2705]-1827-[al:1827]-90-[al:90]-2518-[al:2518]
Zie ook alinea's: -2705-[al:2705]-1827-[al:1827]-90-[al:90]-2518-[al:2518]
Referenties naar alinea 158: 2
Youcat ->=geentekst=Lumen Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
159
35
283
2293
Youcat ->=geentekst=
Lumen Fidei ->=geentekst=
35
283
2293
Geloof en wetenschap. "Hoewel het geloof boven het verstand staat, kan er nooit sprake zijn van een werkelijke tegenstelling tussen het geloof en het verstand. Aangezien dezelfde God die de mysteries openbaart en het geloof meedeelt, ook het licht van het verstand in de menselijke geest heeft doen neerdalen, zou God zichzelf niet kunnen loochenen en de waarheid nooit de waarheid kunnen tegenspreken". vert. uit Lat.[[115|19]] "Daarom zal het methodisch onderzoek op welk wetenschappelijk gebied dan ook, mits het echt wetenschappelijk en overeenkomstig de normen van de moraal geschiedt, nooit werkelijk in strijd zijn met het geloof, omdat de profane werkelijkheden en de geloofswerkelijkheden hun oorsprong hebben in dezelfde God. Sterker nog: wie met nederigheid en volharding tracht door te dringen in de geheimen der dingen, wordt, zelfs als hij het zich niet bewust is, als het ware geleid door de hand van God, die alles in stand houdt en maakt dat alles is wat het is". § 2, vert. uit Lat.[[575|36]]
Zie ook alinea's: -283-[al:283]-2293-[al:2293]
Zie ook alinea's: -283-[al:283]-2293-[al:2293]
Referenties naar alinea 159: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Lumen Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
160
2106
Lumen Fidei ->=geentekst=
2106
De vrijheid van het geloof
Wil het antwoord van het geloof een menselijk antwoord zijn, "dan moet de mens vrij zijn in geloof antwoord te geven aan God en bijgevolg mag niemand worden gedwongen om tegen zijn wil het geloof te aanvaarden. De geloofsdaad is immers krachtens heel zijn aard een vrije daad". vert. uit Lat.[[702|10]] vgl: § 2[[[30|748]]] "God roept de mensen weliswaar om Hem te dienen in geest en waarheid en zij worden door deze roeping in geweten gebonden maar niet gedwongen. (...) Dit is in hoge mate duidelijk geworden in Christus Jezus". vert. uit Lat.[[702|11]] Christus heeft de mens immers uitgenodigd tot geloof en bekering, Hij heeft hem daar geenszins toe gedwongen. "Hij heeft getuigenis afgelegd van de waarheid, maar weigerde haar met geweld op te dringen aan wie Hem tegenspraken. Zijn rijk (...) groeit immers door de liefde waarmee Christus, omhoog geheven op het kruis, alle mensen tot zich trekt". vert. uit Lat.[[702|11]]
Zie ook alinea's: -1738-[al:1738]-2106-[al:2106]-616-[al:616]
Wil het antwoord van het geloof een menselijk antwoord zijn, "dan moet de mens vrij zijn in geloof antwoord te geven aan God en bijgevolg mag niemand worden gedwongen om tegen zijn wil het geloof te aanvaarden. De geloofsdaad is immers krachtens heel zijn aard een vrije daad". vert. uit Lat.[[702|10]] vgl: § 2[[[30|748]]] "God roept de mensen weliswaar om Hem te dienen in geest en waarheid en zij worden door deze roeping in geweten gebonden maar niet gedwongen. (...) Dit is in hoge mate duidelijk geworden in Christus Jezus". vert. uit Lat.[[702|11]] Christus heeft de mens immers uitgenodigd tot geloof en bekering, Hij heeft hem daar geenszins toe gedwongen. "Hij heeft getuigenis afgelegd van de waarheid, maar weigerde haar met geweld op te dringen aan wie Hem tegenspraken. Zijn rijk (...) groeit immers door de liefde waarmee Christus, omhoog geheven op het kruis, alle mensen tot zich trekt". vert. uit Lat.[[702|11]]
Zie ook alinea's: -1738-[al:1738]-2106-[al:2106]-616-[al:616]
Referenties naar alinea 160: 2
Youcat ->=geentekst=Lumen Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
161
432
846
1257
Lumen Fidei ->=geentekst=
432
846
1257
De noodzaak van het geloof
Geloven in Jezus Christus en in Hem die Hem tot ons heil gezonden heeft, is noodzakelijk om dit heil te verwerven. ((Vgl. Mc. 16, 16; Joh. 3, 36; Joh. 6, 40; e.a.))[[b:Mc. 16, 16; Joh. 3, 36; Joh. 6, 40]] "Omdat 'het zonder het geloof onmogelijk is aan God te behagen' (Heb. 11, 6)[b:Heb. 11, 6] en deel te krijgen aan de gemeenschap van zijn kinderen, wordt niemand zonder dit geloof ooit gerechtvaardigd en zal niemand het eeuwig leven verwerven, tenzij 'hij ten einde toe volhardt' (Mt. 10, 22; Mt. 24, 13)[b:Mt. 10, 22; Mt. 24, 13]". vgl: Dei Filius, 14[[[115|14]]] vgl: Sessio VI - Decretum de iustificatione, 12[[[668|12]]]
Zie ook alinea's: -432-[al:432]-1257-[al:1257]-846-[al:846]
Geloven in Jezus Christus en in Hem die Hem tot ons heil gezonden heeft, is noodzakelijk om dit heil te verwerven. ((Vgl. Mc. 16, 16; Joh. 3, 36; Joh. 6, 40; e.a.))[[b:Mc. 16, 16; Joh. 3, 36; Joh. 6, 40]] "Omdat 'het zonder het geloof onmogelijk is aan God te behagen' (Heb. 11, 6)[b:Heb. 11, 6] en deel te krijgen aan de gemeenschap van zijn kinderen, wordt niemand zonder dit geloof ooit gerechtvaardigd en zal niemand het eeuwig leven verwerven, tenzij 'hij ten einde toe volhardt' (Mt. 10, 22; Mt. 24, 13)[b:Mt. 10, 22; Mt. 24, 13]". vgl: Dei Filius, 14[[[115|14]]] vgl: Sessio VI - Decretum de iustificatione, 12[[[668|12]]]
Zie ook alinea's: -432-[al:432]-1257-[al:1257]-846-[al:846]
Referenties naar alinea 161: 2
Youcat ->=geentekst=Lumen Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
162
1037
2016
2089
2573
2742
2849
Lumen Fidei ->=geentekst=
1037
2016
2089
2573
2742
2849
De volharding in het geloof
Het geloof is een gave om niet die God de mens schenkt. Wij kunnen deze onschatbare gave verliezen. Wat dit betreft waarschuwde de heilige Paulus Timóteus als volgt: "Strijd daardoor gesteund de goede strijd, gewapend met geloof en een goed geweten. Omdat sommigen dit hebben prijsgegeven, heeft hun geloof schipbreuk geleden" (1 Tim. 1, 18-19)[b:1 Tim. 1, 18-19]. Om te leven, te groeien en ten einde toe te volharden in het geloof moeten wij het met Gods woord voeden; wij moeten de Heer smeken het te vermeerderen, (Mc. 9, 24; Lc. 17, 5; Lc. 22, 32)[[b:Mc. 9, 24; Lc. 17, 5; Lc. 22, 32]] het moet "zich uiten in de liefde" (Gal. 5, 6)[b:Gal. 5, 6], (Jak. 2, 14-26)[[b:Jak. 2, 14-26]] gedragen worden door de hoop (Rom. 15, 13)[[b:Rom. 15, 13]] en geworteld zijn in het geloof van de Kerk.
Zie ook alinea's: -2089-[al:2089]-1037-[al:1037]-2016-[al:2016]-2573-[al:2573]-2849-[al:2849]
Het geloof is een gave om niet die God de mens schenkt. Wij kunnen deze onschatbare gave verliezen. Wat dit betreft waarschuwde de heilige Paulus Timóteus als volgt: "Strijd daardoor gesteund de goede strijd, gewapend met geloof en een goed geweten. Omdat sommigen dit hebben prijsgegeven, heeft hun geloof schipbreuk geleden" (1 Tim. 1, 18-19)[b:1 Tim. 1, 18-19]. Om te leven, te groeien en ten einde toe te volharden in het geloof moeten wij het met Gods woord voeden; wij moeten de Heer smeken het te vermeerderen, (Mc. 9, 24; Lc. 17, 5; Lc. 22, 32)[[b:Mc. 9, 24; Lc. 17, 5; Lc. 22, 32]] het moet "zich uiten in de liefde" (Gal. 5, 6)[b:Gal. 5, 6], (Jak. 2, 14-26)[[b:Jak. 2, 14-26]] gedragen worden door de hoop (Rom. 15, 13)[[b:Rom. 15, 13]] en geworteld zijn in het geloof van de Kerk.
Zie ook alinea's: -2089-[al:2089]-1037-[al:1037]-2016-[al:2016]-2573-[al:2573]-2849-[al:2849]
Referenties naar alinea 162: 2
Youcat ->=geentekst=Lumen Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
163
1028
Lumen Fidei ->=geentekst=
1028
Het geloof - begin van het eeuwig leven
Het geloof laat ons als het ware bij voorbaat de vreugde en het licht van de zalige aanschouwing van God smaken, doel van onze tocht hier op aarde. Dan zullen wij God zien "van aangezicht tot aangezicht" (1 Kor. 13, 12)[b:1 Kor. 13, 12], "zoals Hij is" (1 Joh. 3, 2)[b:1 Joh. 3, 2]. Het geloof is dus al het begin van het eeuwig leven:
Het geloof laat ons als het ware bij voorbaat de vreugde en het licht van de zalige aanschouwing van God smaken, doel van onze tocht hier op aarde. Dan zullen wij God zien "van aangezicht tot aangezicht" (1 Kor. 13, 12)[b:1 Kor. 13, 12], "zoals Hij is" (1 Joh. 3, 2)[b:1 Joh. 3, 2]. Het geloof is dus al het begin van het eeuwig leven:
Als in een spiegel zien wij nu reeds de heerlijke gaven die ons werden beloofd en waarvan we, in geloof, verwachten te zullen genieten. 15,36, vert. Getijdenboek Lect. I,3,99[[881]] vgl: iia-iiae q. 4 a. 1, vert uit Lat.[[[t:II-II, q. 4 a. 1]]]Zie ook alinea's: -1088-[al:1088]
Referenties naar alinea 163: 2
Youcat ->=geentekst=Lumen Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
164
309
1006
1502
2846
Lumen Fidei ->=geentekst=
309
1006
1502
2846
Nu echter "leven wij in geloof, wij zien Hem niet" (2 Kor. 5, 7)[b:2 Kor. 5, 7], en wij kennen God als in een spiegel, onduidelijk (1 Kor. 13, 12)[[b:1 Kor. 13, 12]]. Het geloof, dat het licht ontvangt van Hem in wie het gelooft, wordt vaak beleefd in het duister. Het kan op de proef gesteld worden. De wereld waarin wij leven, schijnt vaak nog ver verwijderd van wat het geloof ons verzekert: de ervaringen van het kwaad en het lijden, het onrecht en de dood lijken de Blijde Boodschap tegen te spreken: zij kunnen het geloof aan het wankelen brengen en er een verleiding voor worden.
Zie ook alinea's: -2846-[al:2846]-309-[al:309]-1502-[al:1502]-1006-[al:1006]
Zie ook alinea's: -2846-[al:2846]-309-[al:309]-1502-[al:1502]-1006-[al:1006]
Referenties naar alinea 164: 2
Youcat ->=geentekst=Lumen Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
165
2610
2719
Lumen Fidei ->=geentekst=
2610
2719
Dan dienen wij ons te richten naar de getuigen van het geloof: Abraham die "tegen alle hoop in" (Rom. 4, 18)[b:Rom. 4, 18] geloofd heeft, de Maagd Maria die op "haar pelgrimstocht van het geloof" vert. uit Lat.[[617|58]] de "nacht van het geloof" Redemptoris Mater, 17[[713|17]] is binnengegaan door deel te nemen aan het lijden van haar Zoon en aan de nacht van zijn graf Redemptoris Mater, 18[[713|18]]; en zovele andere getuigen van het geloof. "Laten wij ons dan aansluiten bij de menigte van getuigen van het geloof, en elke last en belemmering van de zonde van ons afschudden, om vastberaden de wedstrijd te lopen waarvoor wij hebben ingeschreven. Zie naar Jezus, de aanvoerder en voltooier van ons geloof" (Heb. 12, 1-2)[b:Heb. 12, 1-2].
Zie ook alinea's: -2719-[al:2719]
Zie ook alinea's: -2719-[al:2719]
Referenties naar alinea 165: 2
Youcat ->=geentekst=Lumen Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 - Wij geloven (166-184)
166
875
1124
Youcat ->=geentekst=
"Credo"- "Ik geloof in God" ->=geentekst=
875
1124
Het geloof is een persoonlijke daad: het vrije antwoord van de mens op het initiatief van God, die zich openbaart. Maar het geloof is niet een op zichzelf staande daad. Niemand kan alleen geloven, zoals niemand alleen kan leven. Niemand heeft zichzelf het geloof geschonken, zoals niemand zichzelf het leven geschonken heeft. De gelovige heeft het geloof van anderen ontvangen, hij moet het aan anderen doorgeven. Onze liefde voor Jezus en de mensen zet ons ertoe aan met anderen over ons geloof te praten. Iedere gelovige is als een schakel in de grote keten van gelovigen. Ik kan niet geloven zonder gedragen te worden door het geloof van anderen en door mijn geloof draag ik ertoe bij het geloof van anderen te dragen.
Zie ook alinea's: -875-[al:875]
Zie ook alinea's: -875-[al:875]
Referenties naar alinea 166: 3
"Geworteld en opgebouwd in Jezus Christus, standvastig in het geloof” (Kol. 2, 7) ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
"Credo"- "Ik geloof in God" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
167
2040
Youcat ->=geentekst=
Porta Fidei ->=geentekst=
2040
"Ik geloof:" Symbolum Apostolorum[[562]] dat is het geloof van de Kerk dat persoonlijk door iedere gelovige, vooral bij het Doopsel, beleden wordt. "Wij geloven:" volgens Grieks origineel[[66]] dat is het geloof van de Kerk dat beleden wordt door de bisschoppen, in concilie bijeen, of meer in het algemeen door de liturgische gemeenschap van de gelovigen, "Ik geloof:" dat is ook onze moeder de Kerk, die God door haar geloof antwoord geeft en die ons leert zeggen: "Ik geloof", "Wij geloven".
Zie ook alinea's: -1124-[al:1124]-2040-[al:2040]
Zie ook alinea's: -1124-[al:1124]-2040-[al:2040]
Referenties naar alinea 167: 3
Leerstellige nota ter verheldering van de laatst vastgestelde formule van de Geloofsbelijdenis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Porta Fidei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- "Heer, let op het geloof van uw Kerk" (168-169)
168
1253
1253
Allereerst is het de kerk die gelooft en zo mijn geloof draagt, voedt en ondersteunt. Allereerst is het de Kerk die overal de Heer belijdt ("U prijst de heilige Kerk over heel de aarde" zingen wij in de lofzang "U, God, loven wij" ("Te Deum")), en met haar en in haar worden ook wij ertoe gebracht en ertoe aangezet te belijden: "Ik geloof", "wij geloven". Door de Kerk ontvangen wij het geloof en het nieuwe leven in Christus door het Doopsel. In het "Rituale Romanum" vraagt de bedienaar van het Doopsel aan de catechumenen: "Wat vraagt u van de Kerk van God?" En het antwoord luidt: "Het geloof". "Welke waarborg schenkt u het geloof?" "Het eeuwig leven". Het Doopsel van volwassenen...Het Doopsel van volwassenen nr. 247, (NL), 118
Zie ook alinea's: -1253-[al:1253]
Zie ook alinea's: -1253-[al:1253]
Referenties naar alinea 168: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
169
750
750
Het heil komt alleen van God; maar omdat wij het leven van het geloof door de kerk ontvangen, is zij onze moeder. "Wij geloven in de kerk als de moeder van onze wedergeboorte. Wij geloven niet in de kerk als de bewerkster van ons heil". 1,2, vert uit Lat.[[882]] Daar zij onze moeder is, is zij ook onze opvoedster in het geloof.
Zie ook alinea's: -750-[al:750]-2030-[al:2030]
Zie ook alinea's: -750-[al:750]-2030-[al:2030]
Referenties naar alinea 169: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De taal van het geloof (170-171)
170
251
251
Wij geloven niet in de formules, maar in de werkelijkheden die ze uitdrukken en die het geloof ons toestaat "aan te raken". "De (geloofs)daad van de gelovige blijft niet staan bij de formulering, maar bij de zaak zelf". II-II, q. 1, a. 2 ad 2, vert. uit Lat.[[t:II-II, q. 1, a. 2 ad 2]] Toch benaderen wij deze werkelijkheden met behulp van de geloofsformuleringen. Deze stellen ons in staat het geloof tot uitdrukking te brengen en over te dragen, het in gemeenschap te vieren, het in ons op te nemen en steeds meer vanuit dit geloof te leven.
Zie ook alinea's: -186-[al:186]
Zie ook alinea's: -186-[al:186]
Referenties naar alinea 170: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
171
75
185
857
Youcat ->=geentekst=
75
185
857
De Kerk, die "pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15)[b:1 Tim. 3, 15] is, bewaakt trouw "het geloof dat eens voor al aan de heiligen werd overgeleverd" Judas, 3[5061|+36475]. Zij bewaart en hoedt de herinnering aan de woorden van Christus. Zij levert van generatie op generatie de geloofsbelijdenis van de apostelen over. Zoals een moeder haar kinderen leert spreken en juist daardoor hen leert anderen te begrijpen en met anderen te communiceren, zo leert onze moeder de kerk ons de taal van het geloof om ons binnen te leiden in het verstaan en het leven van het geloof.
Zie ook alinea's: -78-[al:78]-84-[al:84]-857-[al:857]-185-[al:185]
Zie ook alinea's: -78-[al:78]-84-[al:84]-857-[al:857]-185-[al:185]
Referenties naar alinea 171: 2
Kinderen hebben het recht op een thuis zoals dat van Nazareth ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Eén geloof (172-175)
172
813
813
Sedert eeuwen houdt de kerk niet op door middel van zovele talen, culturen, volken en naties haar ene geloof te belijden, dat zij van een Heer ontvangen heeft, dat door een doopsel overgeleverd is, dat in de overtuiging geworteld is dat alle mensen maar een God en Vader hebben. (Ef. 4, 4-6)[[b:Ef. 4, 4-6]] De heilige Ireneüs van Lyon, getuige van dit geloof, verklaart:
Zie ook alinea's: -813-[al:813]
Zie ook alinea's: -813-[al:813]
Referenties naar alinea 172: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
173
815
815
"In feite bewaart de kerk, hoewel verspreid over de hele wereld tot aan de uiterste grenzen, met zorg deze verkondiging en dit geloof dat zij ontvangen heeft van de Apostelen en van hun leerlingen en ze gelooft erin, alsof ze in één huis woont, op één en dezelfde manier, vanuit één ziel en hart en preekt de waarheid van het geloof, onderwijst het en geeft het door met eenheid van stem, alsof ze uit een mond spreekt". 1,10,1-2., vert. uit Lat.[[848]]
Zie ook alinea's: -830-[al:830]
Zie ook alinea's: -830-[al:830]
Referenties naar alinea 173: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
174
78
78
"Want er zijn in de wereld verschillende talen, maar de inhoud van de overlevering is overal één en dezelfde. De kerken die in Germanië gesticht zijn, wijken in geloof en overlevering niet af, noch die in Spanje of bij de Kelten, noch die in het Oosten, in Egypte of in Noord-Afrika, noch die in het centrum van de wereld gesticht zijn". 1,10,2[[848]] "De boodschap van de Kerk is dus waar en betrouwbaar, zij wijst immers heel de wereld op één en dezelfde weg van het heil". 5,20,1, vert. Getijdenboek Lect. I,3.200[[848]]
Zie ook alinea's: -78-[al:78]
Zie ook alinea's: -78-[al:78]
Referenties naar alinea 174: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
175
"Dit geloof dat wij van de kerk ontvangen hebben, bewaren wij met zorg; als een kostbare inhoud in een goed vat bewaard, wordt dit geloof onder de werking van de heilige Geest telkens weer jong en verjongt het ook het vat waarin het zit". 3,24,1, vert. uit Lat.[[848]]
Referenties naar alinea 175: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (176-184)
176
Het geloof is een zich persoonlijk bekennen van de hele mens tot God die zich openbaart. Het brengt met zich mee dat men zich met verstand en wil bekent tot de openbaring die God over zichzelf in woord en daad gedaan heeft.
Referenties naar alinea 176: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
177
"Geloven" houdt dus een dubbele verwijzing in: naar de persoon en naar de waarheid; naar de waarheid door het vertrouwen in de persoon die haar verkondigt.
Referenties naar alinea 177: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
178
Wij moeten in niemand anders geloven dan in God, de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Referenties naar alinea 178: 1
Dominus Iesus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
179
Het geloof is een bovennatuurlijke gave van God. Om te geloven heeft de mens de innerlijke bijstand van de heilige Geest nodig.
Referenties naar alinea 179: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
180
"Geloven" is een menselijke, bewuste en vrije daad, die beantwoordt aan de waardigheid van de menselijke persoon.
Referenties naar alinea 180: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
181
Jaar van het Geloof - Het geloof van de Kerk ->=geentekst=
"Geloven" is een kerkelijke daad. Het geloof van de kerk gaat vooraf aan ons geloof, brengt dit voort, draagt het en voedt het. De Kerk is de moeder van alle gelovigen. "Niemand kan God als Vader hebben als hij de kerk niet als moeder heeft". 6, vert. uit Lat.[[883]]
Referenties naar alinea 181: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - Het geloof van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
182
"Wij geloven al wat er vervat ligt in Gods geschreven of overgeleverd woord en wat de Kerk (...) ons voorhoudt te geloven als van Godswege geopenbaard". Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God, 25[[763|25]]
Referenties naar alinea 182: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
183
Het geloof is noodzakelijk voor het heil. De Heer zelf bevestigt dit: "Wie gelooft en gedoopt is, zal gered worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden" (Mc. 16, 16)[b:Mc. 16, 16].
Referenties naar alinea 183: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
184
"Het geloof is een voorproef van de kennis die ons in het toekomstig leven gelukkig zal maken". 1,2, vert. uit Lat.[[884]]
Referenties naar alinea 184: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- TWEEDE SECTIE De belijdenis van het christelijk geloof - De geloofsbelijdenissen (185-1065)
185
171
949
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
171
949
Wie zegt "Ik geloof", zegt "Ik beken me tot wat wij geloven". De gemeenschap in het geloof heeft behoefte aan een gemeenschappelijke taal van het geloof, die voor allen de normen stelt en die allen verenigt in het belijden van hetzelfde geloof.
Zie ook alinea's: -171-[al:171]-949-[al:949]
Zie ook alinea's: -171-[al:171]-949-[al:949]
Referenties naar alinea 185: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
186
170
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
170
Vanaf het eerste begin heeft de apostolische kerk haar eigen geloof tot uitdrukking gebracht en overgeleverd in korte en voor allen geldende formuleringen. (Rom. 10, 9)[[b:Rom. 10, 9]] ((Vgl. 1 Kor. 15, 3-5; enz.))[[b:1 Kor. 15, 3-5]] Maar de kerk heeft al zeer spoedig ook het wezenlijke van haar geloof willen bundelen in organische, duidelijk gestructureerde samenvattingen, die vooral bestemd waren voor de kandidaten voor het doopsel:
"Want deze geloofsbelijdenis is niet opgesteld volgens een idee van mensen. Uit de hele Schrift is het belangrijkste bijeengebracht als een samenvatting van de geloofsleer. Een mosterdzaadje bevat veel takken in een kleine kiem en zo balt de geloofsbelijdenis in weinig woorden het hele geloofsgoed van het Oude en het Nieuwe Testament samen." 5, 12, vert. Getijdenboek Lect. II,8,133[[885]]
Referenties naar alinea 186: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
187
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Men noemt deze syntheses van het geloof "geloofsbelijdenissen", aangezien zij' het geloof, dat de christenen beladen samenvatten. Men noemt ze "Credo", omdat in het Latijn deze gewoonlijk met "Credo" ("Ik geloof") begint. Men noemt ze eveneens "geloofssymbola".
Referenties naar alinea 187: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
188
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Het Griekse woord "symbolon" duidde de helft van een gebroken voorwerp aan (b.v. een zegel) dat men aanbood als een teken van herkenning. De gebroken gedeelten werden weer samengevoegd om de identiteit van de drager te verifiëren. Het geloofssymbolon is dus een teken van herkenning en van gemeenschap onder de gelovigen. "Symbolon" duidt vervolgens een verzameling aan, een collectie of een samenvatting. De geloofsbelijdenis is de bundeling van de belangrijkste geloofswaarheden. Vandaar dat zij als eerste en fundamentele referentiepunt van de catechese dient.
Referenties naar alinea 188: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
189
232
249
1237
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
232
249
1237
De eerste "geloofsbelijdenis" heeft bij het Doopsel plaats. De "geloofsbelijdenis" is allereerst de geloofsbelijdenis bij het Doopsel. Omdat het Doopsel toegediend wordt "in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest" (Mt. 28, 19)[b:Mt. 28, 19], worden de bij het Doopsel beleden geloofswaarheden geformuleerd overeenkomstig hun verwijzing naar de drie personen van de heilige Drie-eenheid.
Zie ook alinea's: -1237-[al:1237]-232-[al:232]
Zie ook alinea's: -1237-[al:1237]-232-[al:232]
Referenties naar alinea 189: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
190
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
De geloofsbelijdenis bestaat dus uit drie delen:
- "In het eerste deel wordt de eerste goddelijke Persoon en het wonderbare werk van de schepping behandeld;
- in het tweede deel de tweede goddelijke Persoon en het mysterie van de verlossing van de mensen;
- in het derde deel de derde goddelijke Persoon, beginsel en bron van onze heiliging". 1,1,4, vert. uit Lat.[[830]]
Referenties naar alinea 190: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
191
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Deze drie delen zijn, hoewel nauw met elkaar verbonden, verschillend. "Deze delen van de belijdenis noemen wij met een door de Kerkvaders vaak gebruikt beeld artikelen. Immers, zoals de ledematen van het lichaam uit geledingen bestaan, die hen van elkaar doen verschillen en van elkaar scheiden, zo noemen wij' ook in het geval van deze geloofsbelijdenis die onderdelen, die wij stuk voor stuk moeten geloven, terecht en toepasselijk artikelen". 1,1,4, vert. uit Lat.[[830]] Volgens een reeds bij de heilige Ambrosius bevestigde, oude overlevering is men ook gewoon twaalf artikelen van het geloof te tellen, waarbij het geheel van het apostolisch geloof gesymboliseerd wordt door het aantal van de apostelen. vgl: 8: CSEL 73, 10-11 (PL 17, 1196)[[[849]]]
Referenties naar alinea 191: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
192
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
In de loop van de eeuwen zijn er talrijke geloofsbelijdenissen of geloofssymbola geweest als antwoord op de noden van de verschillende tijden: de geloofsbelijdenissen van de verschillende apostolische en oude kerken, Vgl. DH 1-64Vgl. DH 1-64 de aan Athanasius toegeschreven belijdenis Quicumque[309], de geloofsbelijdenissen van bepaalde Concilies (11e Concilie van Toledo (675), vgl: DH 525-541[[[897|(8-59)]]] 4e Oecumenisch Concilie van Lateranen (1215), vgl: DH 800-802[[[796|1-3]]] 2e Oecumenisch Concilie van Lyon (1274), vgl: DH 851-861[[[783|1-11]]] Oecumenisch Concilie van Trente (1564) vgl: DH 1862-1870[[[775|1-9]]] of van bepaalde Pausen, zoals de "Fides Damasi[4924]" vgl: DH 71-72[[[4924|(1-2)]]] of "Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God[763]" van Paulus VI uit 1968.
Referenties naar alinea 192: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
193
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Geen enkele van deze geloofsbelijdenissen uit de verschillende fases van het leven van de kerk kan als achterhaald en nutteloos beschouwd worden. Zij helpen ons in deze tijd tot het geloof van alle tijden te komen en dit te verdiepen door middel van de verschillende samenvattingen die ervan gemaakt zijn.
Onder al de geloofsbelijdenissen nemen er twee[562] in het leven van de kerk een heel bijzondere plaats in:
Onder al de geloofsbelijdenissen nemen er twee[562] in het leven van de kerk een heel bijzondere plaats in:
Referenties naar alinea 193: 3
Leerstellige nota ter verheldering van de laatst vastgestelde formule van de Geloofsbelijdenis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
194
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
De geloofsbelijdenis van de apostelen[562], zo genoemd, omdat zij terecht als de getrouwe samenvatting van het geloof van de apostelen beschouwd wordt. Het is de oude geloofsbelijdenis die de kerk van Rome gebruikte bij het doopsel. Haar grote autoriteit komt hieruit voort: "Dit is de geloofsbelijdenis die de kerk van Rome bewaart, waar Petrus, de eerste van de apostelen, zetelde en waar hij de gemeenschappelijke verwoording gebracht heeft". 7, vert. uit Lat.: CSEL 73, 10 (PL 17, 1196)[[849]]
Referenties naar alinea 194: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
195
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
De geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel[66] ontleent haar grote autoriteit aan het feit dat zij de vrucht is van de twee eerste oecumenische concilies (325 en 381). Nu nog bezitten de grote kerken van oost en west deze geloofsbelijdenis gemeenschappelijk.
Zie ook alinea's: -242-[al:242]-245-[al:245]-465-[al:465]
Zie ook alinea's: -242-[al:242]-245-[al:245]-465-[al:465]
Referenties naar alinea 195: 3
Eenheid, een gave Gods ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
196
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Onze uiteenzetting van het geloof zal de Symbolum Apostolorum[562] volgen, die, om zo te zeggen, "de oudste Romeinse catechismus" is. De uiteenzetting zal echter voortdurend aangevuld worden met verwijzingen naar de Credo van Nicea - Constantinopel[66], die vaak meer expliciet en nader uitgewerkt is.
Referenties naar alinea 196: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
197
1064
1274
H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
1064
1274
Laten wij, zoals op de dag van ons Doopsel, toen heel ons leven "aan de beginselen van de leer" (Rom. 6, 17)[b:Rom. 6, 17] werd toevertrouwd. het symbolum van ons leven schenkend geloof ontvangen. Het gelovig bidden van het Credo betekent in contact treden met God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, het betekent ook in contact treden met heel de Kerk die ons het geloof overlevert en waarbinnen wij geloven.
"Deze geloofsbelijdenis is het geestelijk zegel, het is de overdenking van ons hart en de voortdurend aanwezige hoedster, het is stellig de schat van onze ziel". 1, vert. uit Lat.: CSEL 73, 3 (PL 17, 1193)[[849]]Zie ook alinea's: -1064-[al:1064]-1274-[al:1274]
Referenties naar alinea 197: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 10. - Liturgie van het Woord: III. Credo en Voorbede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Eerste hoofdstuk - Ik geloof in God de Vader (198-421)
198
Onze geloofsbelijdenis begint met God, want God is "de eerste en de laatste" (Jes. 44, 6)[b:Jes. 44, 6], het begin en het einde van alles. Het Credo begint met God de Vader, want de Vader is de eerste goddelijke persoon van de allerheiligste Drie-eenheid; onze geloofsbelijdenis begint met de schepping van hemel en aarde, omdat de schepping het begin en de grondslag is van alle werken van God.
Referenties naar alinea 198: 1
Als u de vrede wilt bevorderen, bescherm dan de schepping ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde" (199-421)
- Paragraaf 1 - Ik geloof in God (199-231)
199
34
2083
34
2083
"Ik geloof in God": deze eerste bevestiging van de geloofsbelijdenis is ook de meest fundamentele. Heel de geloofsbelijdenis spreekt over God, en als zij ook over de mens en de wereld spreekt, dan doet zij dit in verband met God. De artikelen van het Credo[562] hangen alle af van het eerste artikel, precies zoals bij de Tien Geboden[688] de negen andere een nadere uitleg zijn van het eerste. De andere artikelen doen ons God beter kennen, zoals Hij zich steeds meer aan de mensen geopenbaard heeft. "De gelovigen belijden allereerst dat zij in God geloven". 1,2,2 vert. uit Lat.[[830]]
Zie ook alinea's: -2083-[al:2083]
Zie ook alinea's: -2083-[al:2083]
Referenties naar alinea 199: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I - "Ik geloof in één God" (200-202)
200
2085
2085
Met deze woorden begint de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel[66]. De belijdenis van de uniciteit van God wortelt in de goddelijke openbaring van het Oude Verbond Ze is onlosmakelijk verbonden met het beladen van het bestaan van God en ze is even fundamenteel. God is uniek, er is maar één God: "Het christelijk geloof belijdt dat er maar één God in natuur, in substantie en in wezen is". 1,2,8 vert. uit Lat.[[830]]
Zie ook alinea's: -2085-[al:2085]
Zie ook alinea's: -2085-[al:2085]
Referenties naar alinea 200: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
201
Aan Israël, zijn uitverkorene, heeft God zich geopenbaard als de Enige: "Luister, Israël, Jahwe is onze God, Jahwe alleen! Gij moet Jahwe uw God beminnen met heel uw hart, met heel uw ziel en met al uw krachten" (Deut. 6, 4-5)[b:Deut. 6, 4-5]. Door de profeten roept God Israël en alle naties op zich tot Hem, de Enige, te wenden: "Wendt u tot Mij en laat u redden, gij uithoeken der aarde; want ik ben God en niemand anders (... ) voor Mij zal iedere knie zich buigen, bij Mij zal zweren iedere tong. 'Jahwe alleen' zal men zeggen, 'beschikt over zege en kracht' (Jes. 45, 22-24)[b:Jes. 45, 22-24]. (Fil. 2, 10-11)[[b:Fil. 2, 10-11]]
Zie ook alinea's: -2083-[al:2083]
Zie ook alinea's: -2083-[al:2083]
Referenties naar alinea 201: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
202
Jezus zelf bevestigt dat God "de enige Heer" is en dat men Hem moet bemininnen "met geheel zijn hart, geheel zijn ziel, geheel zijn verstand en geheel zijn kracht". (Mc. 12, 29-30)[[b:Mc. 12, 29-30]] Tegelijkertijd geeft Hij te verstaan dat Hijzelf "de Heer"(Mc. 12, 35-37)[[b:Mc. 12, 35-37]] is. Belijden dat "Jezus de Heer is", is het eigene van het christelijk geloof Dat is niet in strijd met het geloof in God, de Enige. Geloven in de heilige Geest "die Heer is en het leven geeft" brengt geen enkele scheiding aan in de enige God.
Wij geloven vast en verklaren eenvoudig dat er één ware God is, eeuwig, onmetelijk groot en onveranderlijk, onbegrijpelijk, almachtig en onuitsprekelijk, Vader, Zoon en heilige Geest: drie personen, maar één wezen, één substantie, d.w.z. één enkelvoudige natuur". vert. uit Lat.[[796|1]]Zie ook alinea's: -446-[al:446]-152-[al:152]-42-[al:42]
Referenties naar alinea 202: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - God openbaart zijn naam (203-213)
203
2143
2808
2143
2808
God heeft zich aan zijn volk Israël geopenbaard door het zijn naam te doen kennen. De naam brengt het wezen, de identiteit en de zin van het leven van een persoon tot uitdrukking. God heeft een naam. Hij is geen naamloze kracht. Zijn naam meedelen is zich door anderen laten kennen; het is in zekere zin zichzelf geven door zich te laten benaderen, de mogelijkheid bieden nader gekend te worden en als persoon genoemd te worden.
Zie ook alinea's: -2143-[al:2143]-2808-[al:2808]
Zie ook alinea's: -2143-[al:2143]-2808-[al:2808]
Referenties naar alinea 203: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
204
63
63
God heeft zich geleidelijk en onder verschillende namen aan zijn volk geopenbaard, maar die openbaring van de goddelijke naam aan Mozes bij de theofanie in de brandende doornstruik, vlak voor de uittocht en het verbond op de Sinaï, is echter de fundamentele openbaring voor het Oude en het Nieuwe Verbond gebleken.
Zie ook alinea's: -63-[al:63]
Zie ook alinea's: -63-[al:63]
Referenties naar alinea 204: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
205
993
2575
993
2575
De levende God
God roept Mozes vanuit een doornstruik die brandt zonder te verteren. God zegt tot Mozes: "Ik ben de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob" (Ex. 3, 6)[b:Ex. 3, 6]. God is de God van de vaderen, Hij die de aartsvaders geroepen had en op hun omzwervingen geleid. Hij is de getrouwe en medelijdende God, die zich hen en zijn beloften herinnert; Hij komt om hun afstammelingen uit de slavernij te bevrijden. Hij is de God die boven ruimte en tijd uit dit kan en wil en die zijn almacht voor de verwezenlijking van dit heilsplan zal aanwenden. "Ik ben die Is"
God roept Mozes vanuit een doornstruik die brandt zonder te verteren. God zegt tot Mozes: "Ik ben de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob" (Ex. 3, 6)[b:Ex. 3, 6]. God is de God van de vaderen, Hij die de aartsvaders geroepen had en op hun omzwervingen geleid. Hij is de getrouwe en medelijdende God, die zich hen en zijn beloften herinnert; Hij komt om hun afstammelingen uit de slavernij te bevrijden. Hij is de God die boven ruimte en tijd uit dit kan en wil en die zijn almacht voor de verwezenlijking van dit heilsplan zal aanwenden. "Ik ben die Is"
Mozes zegt tot God: "Maar als ik nu bij de Israëlieten kom en hun zeg: 'De God van uw vaderen zendt mij tot u', en zij vragen: 'Hoe is zijn naam?' Wat moet ik dan antwoorden?" God zegt tot Mozes: "Ik ben die is." En Hij zegt: "Dit moet ge de Israëlieten zeggen: 'Hij? is' zendt mij tot u (...). Dit is mijn naam voor altijd. Zo moet men mij aanspreken, alle geslachten door" (Ex. 3, 13-15)[b:Ex. 3, 13-15].Zie ook alinea's: -2575-[al:2575]-268-[al:268]
Referenties naar alinea 205: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
206
43
43
Door zijn mysterieuze naam YHWH "Ik ben die Is" of "Ik ben die Ben" (Ik ben die Ik ben) te openbaren zegt God wie Hij is en hoe men Hem moet noemen. Deze goddelijke naam is mysterieus, zoals God mysterie is. Het is zowel het openbaren van een naam als het afwijzen ervan en juist daardoor brengt dit God, zoals Hij is, het beste tot uitdrukking: oneindig verheven boven al wat wij kunnen begrijpen of zeggen: Hij is de "verborgen God" (Jes. 45, 15)[b:Jes. 45, 15], zijn naam is onuitsprekelijk (Re. 13, 18)[[b:Re. 13, 18]] en Hij is de God die de mens nabij komt:
Zie ook alinea's: -43-[al:43]
Zie ook alinea's: -43-[al:43]
Referenties naar alinea 206: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
207
Door zijn naam te openbaren openbaart God tegelijkertijd zijn trouw die van alle tijden en voor alle tijden is en geldt voor het verleden ("Ik ben de God van uw vader", (Ex. 3, 6)[b:Ex. 3, 6]) en voor de toekomst ("Ik zal u bijstaan", (Ex. 3, 12)[b:Ex. 3, 12]). God, die zijn naam openbaart als "Ik ben", openbaart zich als de God die er altijd is, die dicht bij zijn volk is om het te redden.
Referenties naar alinea 207: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
208
388
448
724
388
448
724
Ten overstaan van de bekoorlijke en mysterievolle aanwezigheid van God ontdekt de mens zijn kleinheid. Voor de brandende doornstruik trekt Mozes zijn sandalen uit en bedekt hij zijn gezicht ten overstaan van de goddelijke heiligheid (Ex. 3, 5-6)[[b:Ex. 3, 5-6]]. In tegenwoordigheid van de heerlijkheid van de driewerf heilige God roept Jesaja uit: "Wee mij! Ik ben verloren! Ik ben een mens met onreine lippen" (Jes. 6, 5)[b:Jes. 6, 5]. Bij het zien van de goddelijke tekenen die Jezus stelt, roept Petrus uit: "Heer, ga van mij weg, want ik ben een zondaar" (Lc. 5, 8)[b:Lc. 5, 8]. Maar omdat God heilig is, kan Hij de mens vergeven die tegenover Hem erkent dat hij een zondaar is. "Neen, Ik zal mijn vlammende toorn toch niet koelen (... ) want ik ben God, Ik ben geen mens, Ik ben de Heilige in uw midden". (Hos. 11, 9)[b:Hos. 11, 9]. De apostel Johannes zal eveneens zeggen: "Dan mogen wij' ook voor zijn aanschijn ons geweten geruststellen, ook als het ons veroordeelt, want God is groter dan ons hart en Hij weet alles" (1 Joh. 3, 19-20)[b:1 Joh. 3, 19-20].
Zie ook alinea's: -724-[al:724]-448-[al:448]-388-[al:388]
Zie ook alinea's: -724-[al:724]-448-[al:448]-388-[al:388]
Referenties naar alinea 208: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
209
446
446
Uit respect voor zijn heiligheid spreekt het volk Israël de naam van God niet uit. Bij het lezen van de heilige Schrift wordt de geopenbaarde naam door de goddelijke benaming "Heer" vervangen ("Adonai", "Kyrios" in het Grieks). Met deze benaming zal de godheid van Jezus plechtig beleden worden: "Jezus is de Heer".Zie ook alinea's: -446-[al:446]
Referenties naar alinea 209: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
210
430
2112
2577
430
2112
2577
"God van barmhartigheid en mededogen"
Na de zonde van Israël, dat zich van God heeft afgekeerd om het gouden kalf te aanbidden, (Ex. 32)[[b:Ex. 32]] luistert God naar de bemiddeling van Mozes en als blijk van zijn liefde aanvaardt Hij het op te trekken te midden van een ontrouw volk. (Ex. 33, 12-17)[[b:Ex. 33, 12-17]] Aan Mozes die vraagt zijn heerlijkheid te zien, geeft God ten antwoord: "Ik zal in al mijn luister aan u voorbijgaan en in uw bijzijn de naam Jahwe uitroepen" (Ex. 33, 18-19)[b:Ex. 33, 18-19]. En de Heer gaat aan Mozes voorbij en roept uit. YHWH, YHWH. Jahwe is een barmhartige en medelijdende God, lankmoedig, groot in liefde en trouw" (Ex. 34, 5-6)[b:Ex. 34, 5-6]. Mozes belijdt dan de Heer als een God die vergeeft. (Ex. 34, 9)[[b:Ex. 34, 9]]
Zie ook alinea's: -2112-[al:2112]-2577-[al:2577]
Na de zonde van Israël, dat zich van God heeft afgekeerd om het gouden kalf te aanbidden, (Ex. 32)[[b:Ex. 32]] luistert God naar de bemiddeling van Mozes en als blijk van zijn liefde aanvaardt Hij het op te trekken te midden van een ontrouw volk. (Ex. 33, 12-17)[[b:Ex. 33, 12-17]] Aan Mozes die vraagt zijn heerlijkheid te zien, geeft God ten antwoord: "Ik zal in al mijn luister aan u voorbijgaan en in uw bijzijn de naam Jahwe uitroepen" (Ex. 33, 18-19)[b:Ex. 33, 18-19]. En de Heer gaat aan Mozes voorbij en roept uit. YHWH, YHWH. Jahwe is een barmhartige en medelijdende God, lankmoedig, groot in liefde en trouw" (Ex. 34, 5-6)[b:Ex. 34, 5-6]. Mozes belijdt dan de Heer als een God die vergeeft. (Ex. 34, 9)[[b:Ex. 34, 9]]
Zie ook alinea's: -2112-[al:2112]-2577-[al:2577]
Referenties naar alinea 210: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
211
604
604
De goddelijke naam "Ik ben" of "Hij is" brengt de trouw van God tot uitdrukking die, ondanks de ontrouw van de zonde van de mensen en de straf die de zonde verdient, "goedheid bewijst tot in het duizendste geslacht" (Ex. 34, 7)[b:Ex. 34, 7]. God openbaart dat Hij "rijk aan erbarming" (Ef. 2, 4)[b:Ef. 2, 4] is, en daarbij gaat Hij zo ver dat Hij zelfs zijn eigen Zoon geeft. Door zijn leven te geven om ons van de zonde te bevrijden zal Jezus openbaren dat Hijzelf de goddelijke naam draagt: "Wanneer gij de Mensenzoon omhoog zult hebben geheven, dan zult gij inzien dat Ik ben" (Joh. 8, 28)[b:Joh. 8, 28].
Zie ook alinea's: -604-[al:604]
Zie ook alinea's: -604-[al:604]
Referenties naar alinea 211: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
212
42
469
2086
42
469
2086
God alleen IS
In de loop van de eeuwen heeft het geloof van Israël de rijkdom die opgesloten ligt in de openbaring van de goddelijke naam, kunnen ontplooien en verdiepen. God is de enige, buiten Hem zijn er geen goden (Jes. 44, 6)[[b:Jes. 44, 6]]. Hij overstijgt de wereld en de geschiedenis. Hij is het die hemel en aarde geschapen heeft. "Dat alles vergaat weer, maar Gij blijft bestaan, het zal als een kledingstuk eenmaal verslijten; dan wordt het verwisseld als een gewaad, maar Gij blijft dezelfde, Uw tijd kent geen einde" (Ps. 102, 27-28)[b:Ps. 102, 27-28]. In Hem "is geen verandering of verduistering" (Jak. 1, 17)[b:Jak. 1, 17]. Hij is "Die is" sinds alle tijden en voor alle tijden en zo blijft Hij altijd trouw aan zichzelf en aan zijn beloften.
Zie ook alinea's: -42-[al:42]-469-[al:469]-2086-[al:2086]
In de loop van de eeuwen heeft het geloof van Israël de rijkdom die opgesloten ligt in de openbaring van de goddelijke naam, kunnen ontplooien en verdiepen. God is de enige, buiten Hem zijn er geen goden (Jes. 44, 6)[[b:Jes. 44, 6]]. Hij overstijgt de wereld en de geschiedenis. Hij is het die hemel en aarde geschapen heeft. "Dat alles vergaat weer, maar Gij blijft bestaan, het zal als een kledingstuk eenmaal verslijten; dan wordt het verwisseld als een gewaad, maar Gij blijft dezelfde, Uw tijd kent geen einde" (Ps. 102, 27-28)[b:Ps. 102, 27-28]. In Hem "is geen verandering of verduistering" (Jak. 1, 17)[b:Jak. 1, 17]. Hij is "Die is" sinds alle tijden en voor alle tijden en zo blijft Hij altijd trouw aan zichzelf en aan zijn beloften.
Zie ook alinea's: -42-[al:42]-469-[al:469]-2086-[al:2086]
Referenties naar alinea 212: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
213
41
2639
41
2639
De openbaring van de onuitsprekelijke naam "Ik ben die is" bevat dus de waarheid dat God alleen IS. In deze zin heeft reeds de vertaling van de Septuagint en in haar voetspoor de Overlevering van de Kerk, de goddelijke naam verstaan: God is de volheid van het zijn en van alle volmaaktheid, zonder begin en zonder einde. Terwijl alle schepselen al wat zij zijn en al wat zij hebben, van Hem ontvangen hebben, is Hij alleen zijn eigen wezen en is Hij van zichzelf al wat Hij is.
Zie ook alinea's: -41-[al:41]
Zie ook alinea's: -41-[al:41]
Referenties naar alinea 213: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - God, "Hij die is", is waarheid en liefde (214-221)
214
715
1062
2577
715
1062
2577
God, "Hij die is", heeft zich aan Israël geopenbaard als Hij die, "groot is in liefde en trouw" (Ex. 34, 6)[b:Ex. 34, 6]. Deze twee begrippen brengen beknopt de rijkdom van de goddelijke naam tot uitdrukking. In al zijn werken toont God zijn mildheid, zijn goedheid, zijn genade, zijn liefde; maar ook zijn betrouwbaarheid, zijn bestendigheid, zijn trouw en zijn waarheid: "U prijs ik om uw goedheid en uw trouw" (Ps. 138, 2)[b:Ps. 138, 2]. (Ps. 85, 11)[[b:Ps. 85, 11]] Hij is de waarheid, want "God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis" (1 Joh. 1, 5)[b:1 Joh. 1, 5]. Hij is "liefde' , zoals de apostel Johannes leert (1 Joh. 4, 8)[b:1 Joh. 4, 8].
Zie ook alinea's: -1062-[al:1062]
Zie ook alinea's: -1062-[al:1062]
Referenties naar alinea 214: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
215
397
1063
1381
2151
2465
397
1063
1381
2151
2465
God is waarheid
"Uw woord berust op betrouwbaarheid en eeuwig is wat Gij rechtvaardig bepaalt" (Ps. 119, 160)[b:Ps. 119, 160]; "Welnu dan, Heer Jahwe, Gij zijt God en uw woorden zijn betrouwbaar" (2 Sam. 7, 28)[b:2 Sam. 7, 28]; daarom worden Gods beloften altijd verwezenlijkt. (Deut. 7, 9)[[b:Deut. 7, 9]] God is de waarheid zelf, zijn woorden kunnen niet bedriegen. Daarom kan men zich in alles volledig verlaten op de waarheid en de trouw van zijn woord. Het begin van de zonde en van de val van de mens was een leugen van de verleider die de mens ertoe aanzette te twijfelen aan het woord van God, aan zijn liefde en trouw.
Zie ook alinea's: -2465-[al:2465]-1063-[al:1063]-156-[al:156]-397-[al:397]
"Uw woord berust op betrouwbaarheid en eeuwig is wat Gij rechtvaardig bepaalt" (Ps. 119, 160)[b:Ps. 119, 160]; "Welnu dan, Heer Jahwe, Gij zijt God en uw woorden zijn betrouwbaar" (2 Sam. 7, 28)[b:2 Sam. 7, 28]; daarom worden Gods beloften altijd verwezenlijkt. (Deut. 7, 9)[[b:Deut. 7, 9]] God is de waarheid zelf, zijn woorden kunnen niet bedriegen. Daarom kan men zich in alles volledig verlaten op de waarheid en de trouw van zijn woord. Het begin van de zonde en van de val van de mens was een leugen van de verleider die de mens ertoe aanzette te twijfelen aan het woord van God, aan zijn liefde en trouw.
Zie ook alinea's: -2465-[al:2465]-1063-[al:1063]-156-[al:156]-397-[al:397]
Referenties naar alinea 215: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
216
295
Jaar van het Geloof - De redelijkheid van het geloof in God ->=geentekst=
295
De waarheid van God is zijn Wijsheid die heerst over elke orde van de schepping en van het bestuur van de wereld. (Wijsh. 13, 1-9)[[b:Wijsh. 13, 1-9]] God die - alleen - hemel en aarde geschapen heeft, (Ps. 115, 15)[[b:Ps. 115, 15]] kan ook - alleen - de ware kennis geven inzake al wat geschapen is in zijn relatie tot Hem. (Wijsh. 7, 17-21)[[b:Wijsh. 7, 17-21]]
Zie ook alinea's: -295-[al:295]-32-[al:32]
Zie ook alinea's: -295-[al:295]-32-[al:32]
Referenties naar alinea 216: 2
Youcat ->=geentekst=Jaar van het Geloof - De redelijkheid van het geloof in God ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
217
851
851
God is ook waarheidsgetrouw wanneer Hij zich openbaart: het onderricht dat van God komt, is "de ware leer" (Mal. 2, 6)[b:Mal. 2, 6]. Wanneer Hij zijn Zoon in de wereld zal zenden, dan zal dat zijn "om getuigenis af te leggen van de waarheid" (Joh. 18, 37)[b:Joh. 18, 37]. "Wij weten dat de Zoon van God gekomen is, en ons inzicht gegeven heeft om de waarachtige God te kennen" (1 Joh. 5, 20)[b:1 Joh. 5, 20]. (Joh. 17, 3)[[b:Joh. 17, 3]]
Zie ook alinea's: -851-[al:851]-2466-[al:2466]
Zie ook alinea's: -851-[al:851]-2466-[al:2466]
Referenties naar alinea 217: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
218
733
733
God is liefde
In de loop van de geschiedenis heeft Israël kunnen ontdekken dat God maar één reden had om zich aan Israël te openbaren en het onder alle volken uit te kiezen om Hem toe te behoren: zijn liefde om niet. (Deut. 4, 37; Deut. 7, 8; Deut. 10, 15)[[b:Deut. 4, 37; Deut. 7, 8; Deut. 10, 15]] En Israël heeft dankzij zijn profeten begrepen dat het ook uit liefde is dat God niet opgehouden heeft het te redden (Jes. 43, 1-7)[[b:Jes. 43, 1-7]] en het zijn ontrouw en zonden te vergeven. (Hos. 2)[[b:Hos. 2]]
Zie ook alinea's: -295-[al:295]
In de loop van de geschiedenis heeft Israël kunnen ontdekken dat God maar één reden had om zich aan Israël te openbaren en het onder alle volken uit te kiezen om Hem toe te behoren: zijn liefde om niet. (Deut. 4, 37; Deut. 7, 8; Deut. 10, 15)[[b:Deut. 4, 37; Deut. 7, 8; Deut. 10, 15]] En Israël heeft dankzij zijn profeten begrepen dat het ook uit liefde is dat God niet opgehouden heeft het te redden (Jes. 43, 1-7)[[b:Jes. 43, 1-7]] en het zijn ontrouw en zonden te vergeven. (Hos. 2)[[b:Hos. 2]]
Zie ook alinea's: -295-[al:295]
Referenties naar alinea 218: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
219
458
796
1611
458
796
1611
De liefde van God voor Israël wordt vergeleken met de liefde van een vader voor zijn zoon (Hos. 11, 1)[b:Hos. 11, 1]. Deze liefde is sterker dan de liefde van een moeder voor haar kinderen. (Jes. 49, 14-15)[[b:Jes. 49, 14-15]] God bemint zijn volk meer dan een echtgenoot zijn geliefde; (Jes. 62, 4-5)[[b:Jes. 62, 4-5]] deze liefde zal zelfs de ergste ontrouw overwinnen; (Ez. 16; Hos. 11)[[b:Ez. 16; Hos. 11]] Zij zal zover gaan dat zij het kostbaarste geeft wat zij heeft: "Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven" (Joh. 3, 16)[b:Joh. 3, 16].
Zie ook alinea's: -239-[al:239]-796-[al:796]-458-[al:458]
Zie ook alinea's: -239-[al:239]-796-[al:796]-458-[al:458]
Referenties naar alinea 219: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
220
De liefde van God is "eeuwig" (Jes. 54, 8)[b:Jes. 54, 8]: "Al wijken de bergen en wankelen de heuvels, mijn trouw wijkt niet van u" (Jes. 54, 10)[b:Jes. 54, 10]. "Mijn liefde voor u duurt eeuwig, Ik blijf u altijd trouw" (Jer. 31, 3)[b:Jer. 31, 3].
Referenties naar alinea 220: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
221
257
851
Antiqua et Nova ->=geentekst=
257
851
De heilige Johannes zal nog verder gaan, wanneer hij zegt: "God is liefde" (1 Joh. 4, 8.16)[b:1 Joh. 4, 8.16]: het wezen zelf van God is liefde. Door in de volheid der tijden zijn enige Zoon en Geest van liefde te zenden openbaart God zijn diepste geheim: (1 Kor. 2, 7-16; Ef. 3, 9-12)[[b:1 Kor. 2, 7-16; Ef. 3, 9-12]] Hijzelf is een eeuwige uitwisseling van liefde: Vader, Zoon en heilige Geest, en Hij heeft ons voorbestemd eraan deel te hebben.
Zie ook alinea's: -733-[al:733]-851-[al:851]-257-[al:257]
Zie ook alinea's: -733-[al:733]-851-[al:851]-257-[al:257]
Referenties naar alinea 221: 2
Youcat ->=geentekst=Antiqua et Nova ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV - De draagwijdte van het geloof in de éne God (222-227)
222
150
268
150
268
Het heeft voor ons hele leven geweldige gevolgen in God te geloven, Hij de enige, en Hem, met heel zijn wezen, te beminnen:
Referenties naar alinea 222: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
223
300
H. Jeanne d'Arc ->=geentekst=
300
Dit betekent: Gods grootheid en majesteit kennen: "Ja, hoogverheven is God, we kennen Hem niet" (Job. 36, 26)[b:Job. 36, 26]. Daarom moet God "als eerste gediend" worden. Dictum[[887]]
Zie ook alinea's: -400-[al:400]
Zie ook alinea's: -400-[al:400]
Referenties naar alinea 223: 2
Youcat ->=geentekst=H. Jeanne d'Arc ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
224
2637
2637
"Dit betekent: leven in dankzegging: als God de enige is, dan komt alles wat wij zijn en alles wat wij bezitten, van Hem: "Wat heb je dat je niet gekregen hebt?" (1 Kor. 4, 7)[b:1 Kor. 4, 7]. "Hoe kan ik mijn dank betuigen voor al wat de Heer mij gaf?" (Ps. 116, 12)[b:Ps. 116, 12].
Zie ook alinea's: -2637-[al:2637]
Zie ook alinea's: -2637-[al:2637]
Referenties naar alinea 224: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
225
356
360
1934
2212
356
360
1934
2212
Dit betekent: de eenheid en de echte waardigheid van alle mensen kennen: zij zijn allen geschapen "naar Gods beeld en gelijkenis" (Gen. 1, 26)[[b:Gen. 1, 26]].
Zie ook alinea's: -356-[al:356]-360-[al:360]-1700-[al:1700]-1934-[al:1934]
Zie ook alinea's: -356-[al:356]-360-[al:360]-1700-[al:1700]-1934-[al:1934]
Referenties naar alinea 225: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
226
339
2402
2415
339
2402
2415
Dit betekent: op de juiste manier gebruik maken van al wat geschapen is: het geloof in God, de Enige, brengt ons ertoe alles wat Hij' niet is, te gebruiken in de mate waarin het ons nader tot Hem brengt, en er ons van los te maken in de mate waarin het ons van Hem verwijdert. (Mt. 5, 29-30; Mt. 16, 24; Mt. 19, 23-24)[[b:Mt. 5, 29-30; Mt. 16, 24; Mt. 19, 23-24]]
"O Heer, neem weg van mij wat mij afwendt van U. O Heer, geef ook mij wat mij richt op U. O Heer, onttrek mijzelf aan mij en hecht mij aan U". in R. Amschwand, Bruder Klaus. Ergänzungsband zum Quellenwerk von R. Durrer (Sarnen 1987) p. 215.[[888]]Zie ook alinea's: -339-[al:339]-2402-[al:2402]-2415-[al:2415]
Referenties naar alinea 226: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
227
313
1723
2830
313
1723
2830
Dit betekent: zich in iedere omstandigheid aan God toevertrouwen, zelfs in tegenspoed. Een gebed van de heilige Teresia van Jezus brengt dit op bewonderenswaardige wijze tot uitdrukking:
Laat niets je verstoren / Laat niets je beangstigen.Zie ook alinea's: -313-[al:313]-2090-[al:2090]-2830-[al:2830]-1723-[al:1723]
Alles gaat voorbij / God verandert niet.
Geduld verkrijgt alles / Niets ontbreekt
aan wie God bezit, / God alleen voldoet. 9[[889]]
Referenties naar alinea 227: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (228-231)
228
"Luister, Israël, Jahwe is onze God, Jahwe alleen..." (Deut. 6, 4; Mc. 12, 29)[b:Deut. 6, 4; Mc. 12, 29]. Het opperwezen moet noodzakelijkerwijze uniek zijn, d.w.z. zonder zijns gelijke. "Als God niet uniek is, is Hij geen God. " 1,3,2, vert. uit Lat.[[890]]
Referenties naar alinea 228: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
229
Het geloof in God brengt ons ertoe ons naar Hem alleen te richten als naar onze allereerste oorsprong en ons allerlaatste doel, en niets boven Hem of in zijn plaats te stellen.
Referenties naar alinea 229: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
230
Ook al openbaart God zich, Hij blijft een onuitsprekelijk mysterie. "Als gij over Hem wilt spreken en begrijpt wat Hij zegt, dan is het God niet". 52.6,16, vert. uit Lat.[[880]]
Referenties naar alinea 230: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
231
De God van ons geloof heeft zich geopenbaard als degene die is; Hij heeft zich doen kennen als "groot in liefde en trouw" (Ex. 34, 6)[b:Ex. 34, 6]. Zijn wezen zelf is waarheid en liefde.
Referenties naar alinea 231: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 - De Vader (232-267)
- I - "In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilge Geest" (232-237)
232
152
189
1223
2156
152
189
1223
2156
De Christenen worden gedoopt "in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest" (Mt. 28, 19)[b:Mt. 28, 19]. Tevoren antwoorden zij: "Ik geloof" op de drievoudige ondervraging die hen oproept om hun geloof in de naam van de Vader, de Zoon en de Geest te belijden: "Het geloof van alle Christenen steunt op de Drie-eenheid". Sermo 9: CCL 103, 47; vert. uit Lat.[[892]]
Zie ook alinea's: -189-[al:189]-1223-[al:1223]
Zie ook alinea's: -189-[al:189]-1223-[al:1223]
Referenties naar alinea 232: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
233
Youcat ->=geentekst=
De Christenen worden gedoopt "in de naam" van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest" en niet "in de namen" van hen, vgl: Dum in Sanctae[[[893]]] want er is maar één God, de almachtige Vader en zijn enige Zoon en de Heilige Geest: de allerheiligste Drie-eenheid.
Referenties naar alinea 233: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
234
90
1449
Youcat ->=geentekst=
90
1449
Het mysterie van de allerheiligste Drie-eenheid is het centrale mysterie van het christelijk geloof en het christelijk leven. Het is het mysterie van God in zichzelf, Het is dus de bron van alle andere geloofsmysteries, het licht dat hen verlicht. Het is de meest fundamentele en essentiële leer in de "hiërarchie van de geloofswaarheden". vgl: Directorium Catechisticum Generale, (43)[[[894|(43)]]] "De gehele heilsgeschiedenis is dezelfde als de geschiedenis van de wegen waarlangs en van de wijze waarop de ware en enige God, Vader, Zoon en heilige Geest, zich aan de mensen openbaart en zich met de mensen, die zich door de zonde van Hem afgekeerd hadden, verzoent en verenigt". Directorium Catechisticum Generale, (47)[[894|(47)]]
Zie ook alinea's: -2157-[al:2157]-90-[al:90]-1449-[al:1449]
Zie ook alinea's: -2157-[al:2157]-90-[al:90]-1449-[al:1449]
Referenties naar alinea 234: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
235
In deze paragraaf zal in het kort uiteengezet worden
- op welke manier het mysterie van de gelukzalige Drie-eenheid geopenbaard is (II (De openbaring van God als Drie-eenheid)[1|+ 294]),
- hoe de Kerk de geloofsleer over dit mysterie geformuleerd heeft (III (De Heilige Drie-eenheid in de geloofsleer)[1|+ 306])
- en hoe tenslotte God de Vader, door de goddelijke zendingen van de Zoon en de Heilige Geest, zijn "liefdevol heilsplan" van schepping, verlossing en heiliging verwezenlijkt (IV (De goddelijke werken en de zendingen van de Drie-eenheid)[1|+ 315]).
Referenties naar alinea 235: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
236
256
258
259
684
685
1066
256
258
259
684
685
1066
De Kerkvaders maken een onderscheid tussen theologia en oikonomia: met de eerste term bedoelen ze het mysterie van het innerlijk leven van God als Drie-eenheid, met de tweede alle werken van God, waarin Hij zich openbaart en zijn leven meedeelt. Door de oikonomia wordt ons de theologia geopenbaard; maar omgekeerd verklaart de theologia heel de oikonomia. De werken van God openbaren wie Hij in zichzelf is; en omgekeerd verheldert het mysterie van zijn innerlijk leven het verstaan van al zijn werken. Zo gaat het op analoge wijze tussen menselijke personen. De persoon toont zich in zijn handelen en hoe beter wij een persoon kennen, des te beter begrijpen wij zijn handelen.Zie ook alinea's: -1066-[al:1066]-259-[al:259]
Referenties naar alinea 236: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
237
De Drie-eenheid is een geloofsmysterie in strikte zin, één van de "mysteries die in God verborgen zijn en die niet gekend kunnen worden, tenzij zij door God geopenbaard worden". vert. uit Lat.[[115|17]] God heeft wel sporen van zijn trinitair wezen achtergelaten in zijn scheppingswerk en - het hele Oude Testament door - in Zijn openbaring. Maar het innerlijk leven van zijn wezen als heilige Drie-eenheid vormt een mysterie dat ontoegankelijk is voor het verstand alleen en zelfs voor het geloof van Israël vóór de menswording van Gods Zoon en de zending van de Heilige Geest.
Zie ook alinea's: -50-[al:50]
Zie ook alinea's: -50-[al:50]
Referenties naar alinea 237: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - De openbaring van God als Drie-eenheid (238-248)
238
De Vader geopenbaard door de Zoon
Veel godsdiensten kennen het gebruik God als "Vader" aan te roepen. De godheid wordt vaak beschouwd als "vader van de goden en de mensen". In Israël wordt God Vader genoemd in zoverre Hij Schepper van de wereld is. (Deut. 32, 6; Mal. 2, 10)[[b:Deut. 32, 6; Mal. 2, 10]] God is nog meer Vader op grond van het verbond en de gave van de Wet aan Israël, zijn "eerstgeboren zoon" (Ex. 4, 22)[b:Ex. 4, 22]. Hij wordt ook Vader van de koning van Israël genoemd. (2 Sam. 7, 14)[[b:2 Sam. 7, 14]] Hij is heel in het bijzonder "de Vader van de armen", van de wees en de weduwe, die onder zijn liefdevolle bescherming staan. (Ps. 68, 6)[[b:Ps. 68, 6]]
Zie ook alinea's: -2443-[al:2443]
Veel godsdiensten kennen het gebruik God als "Vader" aan te roepen. De godheid wordt vaak beschouwd als "vader van de goden en de mensen". In Israël wordt God Vader genoemd in zoverre Hij Schepper van de wereld is. (Deut. 32, 6; Mal. 2, 10)[[b:Deut. 32, 6; Mal. 2, 10]] God is nog meer Vader op grond van het verbond en de gave van de Wet aan Israël, zijn "eerstgeboren zoon" (Ex. 4, 22)[b:Ex. 4, 22]. Hij wordt ook Vader van de koning van Israël genoemd. (2 Sam. 7, 14)[[b:2 Sam. 7, 14]] Hij is heel in het bijzonder "de Vader van de armen", van de wees en de weduwe, die onder zijn liefdevolle bescherming staan. (Ps. 68, 6)[[b:Ps. 68, 6]]
Zie ook alinea's: -2443-[al:2443]
Referenties naar alinea 238: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
239
219
370
2779
219
370
2779
Door God met de naam Vader aan te duiden wijst de taal van het geloof voornamelijk op twee aspecten, namelijk dat God van alles de eerste oorsprong is en de transcendente autoriteit en dat Hij tegelijkertijd goedheid en liefdevolle zorg is voor al zijn kinderen. Deze ouderlijke genegenheid van God kan ook met het beeld van het moederschap tot uitdrukking gebracht worden, (Jes. 66, 13; Ps. 131, 2)[[b:Jes. 66, 13; Ps. 131, 2]] een beeld dat veeleer de immanentie van God, het innige contact tussen God en zijn schepsel aangeeft. De taal van het geloof put zo uit de ervaring die een mens van zijn ouders heeft, die in zekere zin voor hem de eerste vertegenwoordigers van God zijn. Maar deze ervaring zegt ook dat de menselijke ouders kunnen falen en dat zij het beeld van het vader- en moederschap kunnen misvormen. Dan dient men voor ogen te houden dat God het menselijk onderscheid in geslacht overstijgt. Hij is noch man, noch vrouw, Hij is God. Hij overstijgt eveneens het menselijk vader- en moederschap, (Ps. 27, 10)[[b:Ps. 27, 10]] aangezien Hij er de oorsprong en de maat van is: (Ef. 3, 14; Jes. 49, 15)[[b:Ef. 3, 14; Jes. 49, 15]] niemand is vader zoals God het is.Zie ook alinea's: -370-[al:370]-2779-[al:2779]
Referenties naar alinea 239: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
240
255
473
2751
2780
255
473
2751
2780
Jezus heeft geopenbaard dat God "Vader" is in een ongehoorde zin: Hij is het niet alleen als Schepper. Hij is eeuwig Vader met betrekking tot zijn enige Zoon, die van zijn kant eeuwig alleen maar Zoon is met betrekking tot zijn Vader. "Niemand kent de Zoon tenzij de Vader, en niemand kent de Vader tenzij de Zoon en hij aan wie de Zoon het wil openbaren" (Mt. 11, 27)[b:Mt. 11, 27].
Zie ook alinea's: -2780-[al:2780]-441-445-[al:441-445]
Zie ook alinea's: -2780-[al:2780]-441-445-[al:441-445]
Referenties naar alinea 240: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
241
291
291
Daarom belijden de apostelen Jezus als "het Woord dat in het begin bij God was en dat het Woord God is" (Joh. 1, 1)[[b:Joh. 1, 1]]; als "het beeld van de onzichtbare God" (Kol. 1, 15)[b:Kol. 1, 15]; als "de afstraling van Gods heerlijkheid en het evenbeeld van zijn wezen" (Heb. 1, 3)[b:Heb. 1, 3].
Referenties naar alinea 241: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
242
195
465
195
465
In navolging van hen heeft de Kerk, de apostolische Overlevering volgend, in 325 op het eerste oecumenische concilie van Nicea, beleden dat de Zoon "één in wezen" met de Vader is, d.w.z. één God met Hem. Het tweede oecumenische concilie, dat in 381 in Constantinopel bijeenkwam, heeft deze uitdrukking gehandhaafd in zijn formulering van het Credo van Nicea en heeft beleden "ééngeboren Zoon van God, vóór alle tijden geboren uit de Vader, licht uit licht, ware God uit de ware God, geboren, niet geschapen, één in wezen met de Vader". vert. uit Lat.[[66|0]]
Zie ook alinea's: -465-[al:465]
Zie ook alinea's: -465-[al:465]
Referenties naar alinea 242: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
243
152
687
702
Youcat ->=geentekst=
152
687
702
De Vader en de Zoon, geopenbaard door de Geest
Vóór zijn Pasen kondigt Jezus het zenden van een "andere helper" (paracleet), de Heilige Geest, aan. Reeds werkzaam sinds de schepping, (Gen. 1, 2)[[b:Gen. 1, 2]] zal de Geest nu, nadat Hij vroeger "gesproken" heeft door de profeten, Credo van Nicea - Constantinopel[66] "bij de leerlingen blijven en in hen (Joh. 14, 17)[[b:Joh. 14, 17]] zijn om hen te onderrichten (Joh. 14, 26)[[b:Joh. 14, 26]] en "tot de volle waarheid" te brengen (Joh. 16, 13)[b:Joh. 16, 13]. De Heilige Geest wordt zo geopenbaard als een andere goddelijke persoon in relatie tot Jezus en de Vader.
Zie ook alinea's: -683-[al:683]-2780-[al:2780]-687-[al:687]
Vóór zijn Pasen kondigt Jezus het zenden van een "andere helper" (paracleet), de Heilige Geest, aan. Reeds werkzaam sinds de schepping, (Gen. 1, 2)[[b:Gen. 1, 2]] zal de Geest nu, nadat Hij vroeger "gesproken" heeft door de profeten, Credo van Nicea - Constantinopel[66] "bij de leerlingen blijven en in hen (Joh. 14, 17)[[b:Joh. 14, 17]] zijn om hen te onderrichten (Joh. 14, 26)[[b:Joh. 14, 26]] en "tot de volle waarheid" te brengen (Joh. 16, 13)[b:Joh. 16, 13]. De Heilige Geest wordt zo geopenbaard als een andere goddelijke persoon in relatie tot Jezus en de Vader.
Zie ook alinea's: -683-[al:683]-2780-[al:2780]-687-[al:687]
Referenties naar alinea 243: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
244
732
Youcat ->=geentekst=
732
De eeuwige oorsprong van de Geest wordt geopenbaard in zijn zending in de tijd. De Heilige Geest wordt aan de apostelen en de Kerk gezonden evenzeer door de Vader in de naam van de Zoon, als door de Zoon in eigen persoon, wanneer Hij eenmaal bij de Vader is teruggekeerd. (Joh. 14, 26; Joh. 15, 26; Joh. 16, 14)[[b:Joh. 14, 26; Joh. 15, 26; Joh. 16, 14]] Het zenden van de persoon van de Geest na de verheerlijking van Jezus (Joh. 7, 39)[[b:Joh. 7, 39]] openbaart het mysterie van de heilige Drie-eenheid ten volle.
Zie ook alinea's: -732-[al:732]
Zie ook alinea's: -732-[al:732]
Referenties naar alinea 244: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
245
195
689
2789
Youcat ->=geentekst=
195
689
2789
Het apostolisch geloof betreffende de Geest is door het Tweede Oecumenische Concilie van Constantinopel in 381 als volgt beleden: "Wij geloven in de Heilige Geest, die Heer is en het leven geeft; die voortkomt uit de Vader". Credo van Nicea - Constantinopel[[66]] De Kerk erkent daarmee de Vader "als de bron en de oorsprong van heel de godheid". vert. uit Lat.[[896|(1)]] De eeuwige oorsprong van de Heilige Geest staat echter niet los van die van de Zoon: "De Heilige Geest die de derde persoon is van de Drie-eenheid, is God, één met en gelijk aan de Vader en de Zoon, met dezelfde substantie en dezelfde natuur (...). Toch zegt men niet dat Hij alleen de Geest van de Vader of alleen de Geest van de Zoon is, maar dat Hij de Geest is van zowel de Vader als de Zoon". vert. uit Lat.[[897|(10-11)]] Het Credo van de Kerk, volgens het concilie van Constantinopel, belijdt: "Die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt". vert. uit Lat.[[66]]
Zie ook alinea's: -152-[al:152]-685-[al:685]
Zie ook alinea's: -152-[al:152]-685-[al:685]
Referenties naar alinea 245: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
246
Youcat ->=geentekst=
De Latijnse overlevering van het Credo belijdt dat de Geest "voortkomt uit de Vader en de Zoon (Filioque)" . Het concilie van Florence[d:375] van 1439 zegt uitdrukkelijk: "De Heilige Geest komt van eeuwigheid af voort uit de Vader en de Zoon en heeft zijn wezen en zijn op zichzelf zijn zowel van de Vader als van de Zoon en van eeuwigheid af komt Hij voort uit beiden als uit één beginsel en door één adem (...). En omdat de Vader zelf alles van wat de Vader is, behalve zijn Vader-zijn aan zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, toen Hij Hem voortbracht, bezit de Zoon ook dit, namelijk dat de Geest uit de Zoon voortkomt, van eeuwigheid af vanwege de Vader door wie Hij ook van eeuwigheid af voortgebracht is". vert. uit Lat.[[895|0-1]]
Referenties naar alinea 246: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
247
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De bevestiging van het filioque kwam niet voor in de in 381 te Constantinopel uitgesproken geloofsbelijdenis. Maar de heilige paus Leo heeft dit reeds dogmatisch beleden in 447, vgl: DS 284[[[898|(2)]]] hiermee een oude Latijnse en Alexandrijnse overlevering volgend, en dit nog vóórdat Rome in 451 op het concilie van Chalcedon, de geloofsbelijdenis uit 381 leerde kennen en aanvaardde. Het gebruik van deze formulering in het Credo heeft langzamerhand ingang gevonden in de Latijnse liturgie (tussen de 8e en de 11e eeuw). Het inlassen van het filioque door de Latijnse liturgie in de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel vormt nu nog een geschilpunt tussen de katholieke Kerk en de orthodoxe kerken.
Referenties naar alinea 247: 3
Credo van Nicea - Constantinopel ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
248
De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=
De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De oosterse traditie brengt, wat de Heilige Geest betreft, op de eerste plaats tot uitdrukking dat Hij éérst uit de Vader voortkomt. Door te belijden dat de Geest "uitgaat van de Vader" (Joh. 15, 26)[b:Joh. 15, 26], verklaart zij dat Hij voortkomt uit de Vader door de Zoon. vgl: Ad Gentes Divinitus, 2[[[703|2]]] De westerse traditie brengt allereerst de eenheid in wezen tussen de Vader en de Zoon tot uitdrukking door te zeggen dat de Geest voortkomt uit de Vader en de Zoon (filioque). Het is "gewettigd en redelijk" vert. uit Lat.[[895|2]] dat zij dit zegt, want de eeuwige orde van de goddelijke personen in hun eenheid van wezen houdt in dat de Vader de allereerste oorsprong is van de Geest, in zoverre Hij "beginsel zonder beginsel" DH 1331, vert. uit Lat.[[899|1]] is, maar ook dat Hij als Vader van de enige Zoon met Hem "het enige beginsel waaruit de Heilige Geest voortkomt" DH 850, vert. uit Lat.[[901|+2]] is. Als deze gewettigde complementariteit niet al te zeer benadrukt wordt, tast zij het wezen van het geloof niet aan in de werkelijkheid van hetzelfde mysterie dat men belijdt.
Referenties naar alinea 248: 5
De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=
De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - De Heilige Drie-eenheid in de geloofsleer (249-256)
249
683
Youcat ->=geentekst=
683
Het ontstaan van het dogma van de Drie-eenheid
De geopenbaarde waarheid van de Heilige Drie-eenheid heeft vanaf het allereerste begin ten grondslag gelegen aan het levende geloof van de Kerk, vooral door het Doopsel. Zij komt tot uitdrukking in de geloofsregel van het Doopsel, zoals deze geformuleerd wordt in de prediking, de catechese en het gebed van de Kerk. Dergelijke formuleringen vindt men al in de apostolische geschriften, zoals de in de liturgie van de Eucharistie weer opgenomen begroeting laat zien: "De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen" (2 Kor. 13, 13)[b:2 Kor. 13, 13]. (1 Kor. 12, 4-6; Ef. 4, 4-6)[[b:1 Kor. 12, 4-6; Ef. 4, 4-6]]
Zie ook alinea's: -683-[al:683]-189-[al:189]
De geopenbaarde waarheid van de Heilige Drie-eenheid heeft vanaf het allereerste begin ten grondslag gelegen aan het levende geloof van de Kerk, vooral door het Doopsel. Zij komt tot uitdrukking in de geloofsregel van het Doopsel, zoals deze geformuleerd wordt in de prediking, de catechese en het gebed van de Kerk. Dergelijke formuleringen vindt men al in de apostolische geschriften, zoals de in de liturgie van de Eucharistie weer opgenomen begroeting laat zien: "De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen" (2 Kor. 13, 13)[b:2 Kor. 13, 13]. (1 Kor. 12, 4-6; Ef. 4, 4-6)[[b:1 Kor. 12, 4-6; Ef. 4, 4-6]]
Zie ook alinea's: -683-[al:683]-189-[al:189]
Referenties naar alinea 249: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
250
Youcat ->=geentekst=
In de loop van de eerste eeuwen heeft de Kerk getracht haar geloofsverstaan in de Drie-eenheid uitdrukkelijker te formuleren, niet alleen om haar eigen geloof te verdiepen, maar ook om het geloof te verdedigen tegen dwalingen die het misvormden. Dit was het werk van de oude concilies, hierin geholpen door de theologische werkzaamheid van de Kerkvaders en ondersteund door de geloofszin van het Christenvolk.
Zie ook alinea's: -94-[al:94]
Zie ook alinea's: -94-[al:94]
Referenties naar alinea 250: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
251
Youcat ->=geentekst=
Om het dogma van de Drie-eenheid te formuleren heeft de Kerk een eigen terminologie moeten ontwikkelen met behulp van begrippen uit de filosofie: "substantie", "persoon" of "hypostase", "relatie" enz. Hierbij heeft zij het geloof niet onderworpen aan menselijke wijsheid, maar heeft zij een nieuwe, ongekende betekenis aan deze termen gegeven, die bestemd zijn om voortaan ook een onuitsprekelijk mysterie te verwoorden, "dat alles wat wij naar menselijke maatstaf kunnen begrijpen, in oneindige mate overtreft". vert. uit Lat.[[763|2]]Zie ook alinea's: -170-[al:170]
Referenties naar alinea 251: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
252
Youcat ->=geentekst=
De Kerk gebruikt de term "substantie" (soms ook weergegeven met "essentie" of "natuur") om het goddelijk wezen aan te duiden in zijn eenheid, de term "persoon" of "hypostase" om de werkelijke verscheidenheid tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest onderling aan te duiden, de term "relatie" , om het feit aan te duiden dat hun verscheidenheid gelegen is in de betrokkenheid van de één op de beide anderen.
Referenties naar alinea 252: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
253
590
2789
Youcat ->=geentekst=
590
2789
Het dogma van de Heilige Drie-eenheid
De Drie-eenheid is één. Wij belijden geen drie goden, maar één God in drie personen: "de Drie-eenheid die één in wezen is". DS 421, vert. uit Gr.[[902]] De goddelijke personen verdelen het ene goddelijke wezen niet onder elkaar, maar elk van hen is geheel God: "De Vader is hetzelfde wat de Zoon is, de Zoon hetzelfde wat de Vader is, de Vader en de Zoon zijn hetzelfde wat de Heilige Geest is, d.w.z. één God van nature". DS 530, vert. uit Lat.[[897|(25)]] "Elk van de drie personen is deze werkelijkheid, d.w.z. goddelijke substantie, essentie of natuur". vert. uit Lat.[[764|2]]
Zie ook alinea's: -2789-[al:2789]-590-[al:590]
De Drie-eenheid is één. Wij belijden geen drie goden, maar één God in drie personen: "de Drie-eenheid die één in wezen is". DS 421, vert. uit Gr.[[902]] De goddelijke personen verdelen het ene goddelijke wezen niet onder elkaar, maar elk van hen is geheel God: "De Vader is hetzelfde wat de Zoon is, de Zoon hetzelfde wat de Vader is, de Vader en de Zoon zijn hetzelfde wat de Heilige Geest is, d.w.z. één God van nature". DS 530, vert. uit Lat.[[897|(25)]] "Elk van de drie personen is deze werkelijkheid, d.w.z. goddelijke substantie, essentie of natuur". vert. uit Lat.[[764|2]]
Zie ook alinea's: -2789-[al:2789]-590-[al:590]
Referenties naar alinea 253: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
254
468
689
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
468
689
De goddelijke personen zijn onderling werkelijk verschillend. "God is een, maar niet op de wijze van een eenling". DS 71[[4924|(1)]] "Vader" , "Zoon", "Heilige Geest" zijn niet eenvoudigweg namen die modaliteiten van het goddelijke zijn aangeven, want zij zijn onderling werkelijk verschillend: "Wie de Zoon is, is de Vader niet, noch is wie de Vader is, de Zoon, noch is de Heilige Geest wie de Vader of de Zoon is". vert. uit Lat.[[897|(25)]] Zij verschillen onderling door hun oorsprongsrelatie: "Het is de Vader die voortbrengt, de Zoon die voortgebracht wordt, en de Heilige Geest die voortkomt". vert. uit Lat.[[764|2]] De goddelijke eenheid is drieënig.
Zie ook alinea's: -468-[al:468]-689-[al:689]
Zie ook alinea's: -468-[al:468]-689-[al:689]
Referenties naar alinea 254: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
255
Youcat ->=geentekst=
De goddelijke personen hebben betrekking op elkaar. Omdat het werkelijke verschil tussen de personen onderling de goddelijke eenheid niet verdeelt, is dit verschil alleen maar gelegen in de betrekkingen waarin zij op elkaar betrokken zijn. "In de betreffende namen voor de personen verwijst de Vader naar de Zoon, de Zoon naar de Vader en de Heilige Geest naar beiden; ook al spreekt men met het oog op hun onderlinge relatie over drie personen, dan gelooft men echter toch in één natuur of substantie". vert. uit Lat.[[897|(15)]] Immers, "alles is één, daar waar geen tegenstelling van de relatie zich daartegen verzet". vert. uit Lat.[[899|0]] "Op grond van deze eenheid is de Vader geheel in de Zoon en geheel in de Heilige Geest; de Zoon is geheel in de Vader en geheel in de Heilige Geest; de Heilige Geest is geheel in de Vader en geheel in de Zoon". vert. uit Lat.[[899|2]]
Zie ook alinea's: -240-[al:240]
Zie ook alinea's: -240-[al:240]
Referenties naar alinea 255: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
256
Youcat ->=geentekst=
De heilige Gregorius van Nazianze, ook wel de "theoloog" genoemd, geeft de catechumenen van Constantinopel de volgende samenvatting van het geloof in de Drie-eenheid:
Behoudt bij dit alles en vóór alles de kostbare geloofsschat, waarvoor ik leef en strijd, en die ik op mijn laatste tocht als reisgenoot zou willen meenemen, die mij alle smarten doet verdragen en alle genot doet geringschatten: ik bedoel hiermee het belijden van het geloof in de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Deze belijdenis vertrouw ik vandaag aan u toe; hiermee zal ik u zowel in het water onderdompelen als u er weer uit omhoog heffen. Haar geef ik mee als gezellin en beschermster voor heel uw leven: de éne godheid en macht die één is in drie personen en tegelijk drie personen bevat, één zonder ongelijkheid van substantie of natuur, zonder hogere graad die verheft, of lagere graad die verlaagt (...). Het is de oneindige natuurgemeenschap van de drie oneindigen. Ieder is, op zich beschouwd, geheel God (...). God zijn zij alle drie, als zij tezamen gedacht worden (...). Nauwelijks komt bij mij de gedachte aan hun één-zijn op of ik word omstraald door de drie goddelijke personen; nauwelijks heb ik een onderscheid in drie goddelijke personen gemaakt, of ik word in gedachten weer teruggebracht tot hun één-zijn. 40,41: SC 358, 292-294 (PG 36, 417) vert. uit Gr.[[903]]Zie ook alinea's: -236-[al:236]-684-[al:684]-84-[al:84]
Referenties naar alinea 256: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - De goddelijke werken en de zendingen van de Drie-eenheid (257-260)
257
221
292
555
758
850
221
292
555
758
850
"O zalig licht, Drie-eenheid, o eenheid van de aanvang af". Hymne van de 2e Vespers van...Hymne van de 2e Vespers van de zondag week 2 en 4 ("O lux beata Trinitas"), vert. vgl. Getijdenboek, 705-706 God is eeuwige gelukzaligheid, onsterfelijk leven, licht dat niet dooft. God is liefde: Vader, Zoon en Heilige Geest. God wil in vrijheid de heerlijkheid van zijn gelukzalig leven meedelen. Dat is het "geheim raadsbesluit" (Ef. 1, 9)[b:Ef. 1, 9] dat Hij reeds vóór de schepping van de wereld in zijn welbeminde Zoon genomen heeft: "in liefde heeft Hij ons voorbestemd zijn kinderen te worden door Jezus Christus" (Ef. 1, 5)[b:Ef. 1, 5], d.w.z. "tot gelijkvormigheid met het beeld van zijn Zoon" (Rom. 8, 29)[b:Rom. 8, 29], dankzij "de geest van kindschap" (Rom. 8, 15)[b:Rom. 8, 15]. Dit raadsbesluit is "een voor alle eeuwen geschonken genade" (2 Tim. 1, 9-10)[[b:2 Tim. 1, 9-10]], direct voortgekomen uit de trinitaire liefde. Dit raadsbesluit komt tot ontplooiing in het werk van de schepping, in heel de heilsgeschiedenis na de zondeval, in het zenden van de Zoon en de Geest, in het verlengde waarvan de zending van de Kerk gelegen is. vgl: Ad Gentes Divinitus, 2-9[[[703|2-9]]]
Zie ook alinea's: -221-[al:221]-758-[al:758]-292-[al:292]-850-[al:850]
Zie ook alinea's: -221-[al:221]-758-[al:758]-292-[al:292]-850-[al:850]
Referenties naar alinea 257: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
258
648
686
648
686
Heel de goddelijke heilseconomie is het gezamenlijk werk van de drie goddelijke personen. Want evenals de Drie-eenheid slechts één en dezelfde natuur heeft, zo heeft Zij ook slechts één en hetzelfde handelen. vgl: Sessio VIII - Canones, (1)[[[902|(1)]]] "De Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn niet drie beginselen van de schepping, maar één beginsel". vert. uit Lat.[[899|1]] Toch verricht iedere goddelijke persoon het gemeenschappelijk werk overeenkomstig zijn persoonlijke eigenheid. Zo belijdt de Kerk in het voetspoor van het Nieuwe Testament (1 Kor. 8, 6)[[b:1 Kor. 8, 6]] "één God en Vader, uit wie alles is, en één Heer Jezus Christus door wie alles is, en één Heilige Geest in wie alles is". vert. uit Gr.[[902|(1)]] Het is vooral de goddelijke zending van de menswording van de Zoon en die van de gave van de Heilige Geest die de eigenheden van de goddelijke personen zichtbaar maken.
Zie ook alinea's: -236-[al:236]-686-[al:686]
Zie ook alinea's: -236-[al:236]-686-[al:686]
Referenties naar alinea 258: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
259
236
236
Als een werk dat tegelijkertijd gemeenschappelijk en persoonlijk is, laat heel de goddelijke heilseconomie zowel de eigenheid van de goddelijke personen als hun ene natuur kennen. Daarom is heel het christelijk leven een deel hebben aan ieder van de goddelijke personen zonder deze ook maar enigszins te scheiden. Wie eer brengt aan de Vader, doet dat door de Zoon in de Heilige Geest; wie Christus volgt, doet dat, omdat de Vader hem tot zich trekt (Joh. 6, 44)[[b:Joh. 6, 44]] en de Heilige Geest hem beweegt. (Rom. 8, 14)[[b:Rom. 8, 14]]
Zie ook alinea's: -236-[al:236]
Zie ook alinea's: -236-[al:236]
Referenties naar alinea 259: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
260
426
1024
1050
1721
1997
2565
426
1024
1050
1721
1997
2565
Het uiteindelijk doel van de hele goddelijke heilseconomie is het binnengaan van de schepselen in de volmaakte eenheid van de gelukzalige Drie-eenheid. (Joh. 17, 21-23)[[b:Joh. 17, 21-23]] Maar nu al zijn wij geroepen om woning te zijn voor de allerhoogste Drie-eenheid: "Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen" (Joh. 14, 23)[b:Joh. 14, 23].
O mijn God, Drie-eenheid, die ik aanbid, help mij mijzelf totaal te vergeten om mijn intrek te nemen in U, in eenheid van hart en in vrede, gevestigd in uw eeuwig nù. Moge niets mijn vrede verstoren, niets mij wegtrekken van U, o mijn onveranderlijke God. Elke minuut voere mij verder binnen in de diepte van uw mysterie. Breng mij tot rust en stilte - mijn hart een hemel voor U, een geliefd huis waar Gij rusten kunt. Dat ik U daar nooit alleen laat: ik wil bij U zijn met heel mijn wezen, heel wakker in geloof, heel en al aanbidding, helemaal prijsgegeven aan uw scheppende kracht! vert. Getijdenboek Lect. I,4,156[[904]]Zie ook alinea's: -1050-[al:1050]-1721-[al:1721]-1997-[al:1997]-2565-[al:2565]
Referenties naar alinea 260: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (261-267)
261
Het mysterie van de allerheiligste Drie-eenheid is het centrale mysterie van het christelijk geloof en leven. God alleen kan ons de kennis ervan geven door zich te openbaren als Vader, Zoon en Heilige Geest.
Referenties naar alinea 261: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
262
De menswording van de Zoon van God openbaart dat God de eeuwige Vader is en dat de Zoon één in wezen met de Vader is, d.w.z. dat Hij in Hem en met Hem dezelfde ene God is.
Referenties naar alinea 262: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
263
Het zenden van de Heilige Geest, gezonden door de Vader in de naam van de Zoon (Joh. 14, 26)[[b:Joh. 14, 26]] en door de Zoon "van de Vader" (Joh. 15, 26)[b:Joh. 15, 26] openbaart dat Hij met Hen dezelfde ene God is. "Met de Vader en de Zoon wordt Hij tezamen aanbeden en verheerlijkt." Credo van Nicea - Constantinopel[[66]]
Referenties naar alinea 263: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
264
"De Heilige Geest komt voort uit de Vader als eerste bron en, door de eeuwige gave van Hem aan de Zoon, uit de Vader en de Zoon tezamen". 15,26,47, vert. uit Lat.[[905]]
Referenties naar alinea 264: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
265
Door de genade van het doopsel "in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest" (Mt. 28, 19)[b:Mt. 28, 19] worden wij geroepen deel te hebben aan het leven van de gelukzalige Drie-eenheid, hier op aarde in het duister van het geloof en na de dood in het eeuwig licht". vgl: vert. uit Lat.[[[763|9]]]
Referenties naar alinea 265: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
266
"Het katholieke geloof bestaat hierin: dat wij één God vereren in de Drie-eenheid en de Drie-eenheid in de eenheid, zonder de personen te verwarren en zonder de substantie te scheiden: want de persoon van de Vader is een andere, een andere die van de Zoon en weer een andere die van de Heilige Geest; maar de godheid van de Vader de Zoon en de Heilige Geest is één, gelijk is hun heerlijkheid en even eeuwig hun majesteit". vert. uit Lat.[[309|1]]
Referenties naar alinea 266: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
267
Ondeelbaar in wat zij zijn, zijn de goddelijke personen ook ondeelbaar in wat zij doen. Maar in het ene goddelijke handelen toont iedere persoon wat in de Drie-eenheid aan hem eigen is, vooral in de goddelijke zending van de menswording van de Zoon en in de gave van de Heilige Geest.
Referenties naar alinea 267: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 - De Almachtige (268-278)
268
205
205
Van alle goddelijke eigenschappen wordt in de geloofsbelijdenis alleen de almacht van God genoemd: het is van groot belang voor ons leven deze te belijden. Wij geloven dat de almacht van God universeel is, want God die alles geschapen heeft, (Gen. 1, 1; Joh. 1, 3)[[b:Gen. 1, 1; Joh. 1, 3]] regeert alles en kan alles; zij is liefdevol, want God is onze Vader; (Mt. 6, 9)[[b:Mt. 6, 9]] zij is mysterievol, want alleen het geloof kan haar onderscheiden, immers, "kracht wordt in zwakheid volkomen" (2 Kor. 12, 9)[b:2 Kor. 12, 9]. (1 Kor. 1, 18)[[b:1 Kor. 1, 18]]
Zie ook alinea's: -222-[al:222]
Zie ook alinea's: -222-[al:222]
Referenties naar alinea 268: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
269
303
303
"Hij handelt zoals Hij verkiest" (Ps. 115,3)
De heilige Schrift belijdt meermalen de universele macht van God. Hij wordt genoemd "Jakobs Machtige" (Jes. 1, 24)[[b:Jes. 1, 24]], "de Heer der heerscharen" (Ps. 24, 10)[b:Ps. 24, 10], "de Sterke, de Machtige" (Ps. 24, 8)[b:Ps. 24, 8]. Als God almachtig is "in de hemel en op aarde" (Ps. 135, 6)[b:Ps. 135, 6], dan betekent dit dat Hij ze gemaakt heeft. Voor Hem is dus niets onmogelijk (Jer. 32, 17; Lc. 1, 37)[[b:Jer. 32, 17; Lc. 1, 37]] en Hij beschikt over zijn werk, zoals Hij wil; (Jer. 27, 5)[[b:Jer. 27, 5]] Hij is de Heer van het heelal, waarvan Hij de orde gevestigd heeft, die geheel aan Hem onderworpen blijft en waarover Hij blijft beschikken; Hij is de meester van de geschiedenis: Hij regeert de harten en de gebeurtenissen, zoals Hij wil. (Est. 13, 9; Spr. 21, 1; Tob. 13, 2)[[b:Est. 13, 9; Spr. 21, 1; Tob. 13, 2]] "Het is immers altijd mogelijk uw macht te ontplooien en wie zal er weerstaan aan de kracht van uw arm?" (Wijsh. 11, 21)[b:Wijsh. 11, 21].
Zie ook alinea's: -303-[al:303]
De heilige Schrift belijdt meermalen de universele macht van God. Hij wordt genoemd "Jakobs Machtige" (Jes. 1, 24)[[b:Jes. 1, 24]], "de Heer der heerscharen" (Ps. 24, 10)[b:Ps. 24, 10], "de Sterke, de Machtige" (Ps. 24, 8)[b:Ps. 24, 8]. Als God almachtig is "in de hemel en op aarde" (Ps. 135, 6)[b:Ps. 135, 6], dan betekent dit dat Hij ze gemaakt heeft. Voor Hem is dus niets onmogelijk (Jer. 32, 17; Lc. 1, 37)[[b:Jer. 32, 17; Lc. 1, 37]] en Hij beschikt over zijn werk, zoals Hij wil; (Jer. 27, 5)[[b:Jer. 27, 5]] Hij is de Heer van het heelal, waarvan Hij de orde gevestigd heeft, die geheel aan Hem onderworpen blijft en waarover Hij blijft beschikken; Hij is de meester van de geschiedenis: Hij regeert de harten en de gebeurtenissen, zoals Hij wil. (Est. 13, 9; Spr. 21, 1; Tob. 13, 2)[[b:Est. 13, 9; Spr. 21, 1; Tob. 13, 2]] "Het is immers altijd mogelijk uw macht te ontplooien en wie zal er weerstaan aan de kracht van uw arm?" (Wijsh. 11, 21)[b:Wijsh. 11, 21].
Zie ook alinea's: -303-[al:303]
Referenties naar alinea 269: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
270
1441
2777
1441
2777
"Gij ontfermt U over allen, omdat Gij alles vermoogt" (Wijsh. 11,23)
God is de almachtige Vader. Zijn Vaderschap en zijn macht verklaren elkaar. Immers, Hij toont zijn vaderlijke almacht door de wijze waarop Hij zich om onze noden bekommert (Mt. 6, 32)[[b:Mt. 6, 32]]; door het kindschap dat Hij ons schenkt ("Ik zal voor u een vader zijn en gij zult voor Mij zonen en dochters, zijn", (2 Kor. 6, 18)[b:2 Kor. 6, 18]); tenslotte door zijn oneindige barmhartigheid, omdat Hij het hoogtepunt van zijn macht toont, wanneer Hij uit vrije wil de zonden vergeeft.
Zie ook alinea's: -2777-[al:2777]-1441-[al:1441]
God is de almachtige Vader. Zijn Vaderschap en zijn macht verklaren elkaar. Immers, Hij toont zijn vaderlijke almacht door de wijze waarop Hij zich om onze noden bekommert (Mt. 6, 32)[[b:Mt. 6, 32]]; door het kindschap dat Hij ons schenkt ("Ik zal voor u een vader zijn en gij zult voor Mij zonen en dochters, zijn", (2 Kor. 6, 18)[b:2 Kor. 6, 18]); tenslotte door zijn oneindige barmhartigheid, omdat Hij het hoogtepunt van zijn macht toont, wanneer Hij uit vrije wil de zonden vergeeft.
Zie ook alinea's: -2777-[al:2777]-1441-[al:1441]
Referenties naar alinea 270: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
271
De goddelijke almacht is geenszins willekeurig: "In God zijn macht en wezen, wil en verstand, wijsheid en rechtvaardigheid één en hetzelfde. Daarom kan er in de goddelijke macht niets zijn dat niet bestaat in de rechtvaardige wil van God of in zijn wijs verstand". I q. 25 a. 5, ad 1, vert. uit Lat.[[t:I q. 25 a. 5, ad 1]]
Referenties naar alinea 271: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
272
412
609
648
412
609
648
Het mysterie van de schijnbare onmacht van God
Het geloof in God de almachtige Vader kan op de proef gesteld worden door de ervaring van het kwaad en het lijden. Soms kan het lijken alsof God afwezig is en niet in staat het kwaad te verhinderen. Welnu, God de Vader heeft zijn almacht op de meest mysterievolle manier geopenbaard in de vrijwillige vernedering en in de verrijzenis van zijn Zoon, waardoor Hij het kwaad overwonnen heeft. Zo is de gekruisigde Christus "Gods kracht en Gods wijsheid. Want de dwaasheid van God is wijzer dan de mensen en de zwakheid van God is sterker dan de mensen" (1 Kor. 1, 24-25)[b:1 Kor. 1, 24-25]. In de verrijzenis en de verheffing van Christus heeft de Vader "de sterkte van zijn kracht" ontplooid en getoond "met welke buitengewone grootheid zijn macht voor ons gelovigen bekleed is" (Ef. 1, 19-22)[b:Ef. 1, 19-22].
Zie ook alinea's: -309-[al:309]-412-[al:412]-609-[al:609]-648-[al:648]
Het geloof in God de almachtige Vader kan op de proef gesteld worden door de ervaring van het kwaad en het lijden. Soms kan het lijken alsof God afwezig is en niet in staat het kwaad te verhinderen. Welnu, God de Vader heeft zijn almacht op de meest mysterievolle manier geopenbaard in de vrijwillige vernedering en in de verrijzenis van zijn Zoon, waardoor Hij het kwaad overwonnen heeft. Zo is de gekruisigde Christus "Gods kracht en Gods wijsheid. Want de dwaasheid van God is wijzer dan de mensen en de zwakheid van God is sterker dan de mensen" (1 Kor. 1, 24-25)[b:1 Kor. 1, 24-25]. In de verrijzenis en de verheffing van Christus heeft de Vader "de sterkte van zijn kracht" ontplooid en getoond "met welke buitengewone grootheid zijn macht voor ons gelovigen bekleed is" (Ef. 1, 19-22)[b:Ef. 1, 19-22].
Zie ook alinea's: -309-[al:309]-412-[al:412]-609-[al:609]-648-[al:648]
Referenties naar alinea 272: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
273
Alleen het geloof kan zich bekennen tot de geheimvolle wegen van de almachtige God. Dat geloof beroemt zich op zijn zwakheid teneinde de macht van Christus tot zich te trekken. (2 Kor. 12, 9; Fil. 4, 13)[[b:2 Kor. 12, 9; Fil. 4, 13]] Van dit geloof is de Maagd Maria het grootste voorbeeld, zij die geloofd heeft dat "voor God niets onmogelijk is" (Lc. 1, 37)[b:Lc. 1, 37] en die de Heer heeft kunnen verheerlijken: "Wonderbaar is het wat Hij mij deed, de Machtige, groot is zijn Naam" (Lc. 1, 49)[b:Lc. 1, 49].
Zie ook alinea's: -148-[al:148]
Zie ook alinea's: -148-[al:148]
Referenties naar alinea 273: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
274
651
651
"Niets is er meer geschikt om ons geloof en onze hoop te versterken dan dat wij er diep in ons hart van overtuigd blijven dat voor God niets onmogelijk is. Het menselijk verstand zal immers zonder enige aarzeling, wanneer het eenmaal een idee gekregen heeft van Gods almacht, gemakkelijk instemmen met alles wat wij verder nog geloven moeten, ook al is het nog zo groots en wonderbaar en gaat het de orde van de maat der dingen te hoven". 1,2,13, vert. uit Lat.[[830]]
Zie ook alinea's: -1814-[al:1814]-1817-[al:1817]-2119-[al:2119]
Zie ook alinea's: -1814-[al:1814]-1817-[al:1817]-2119-[al:2119]
Referenties naar alinea 274: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (275-278)
275
Met de rechtvaardige Job belijden wij: "Inderdaad, Gij kunt alles, voor U is niets onuitvoerbaar" (Job. 42, 2)[b:Job. 42, 2].
Referenties naar alinea 275: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
276
Trouw aan het getuigenis van de Schrift richt de kerk haar gebed dikwijls tot de "almachtige, eeuwige God" ("omnipotens sempiterne Deus...") in het stellige geloof dat "voor God niets onmogelijk is" (Gen. 18, 14; Lc. 1, 37; Mt. 19, 26)[[b:Gen. 18, 14; Lc. 1, 37; Mt. 19, 26]].
Referenties naar alinea 276: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
277
God toont zijn almacht door ons van onze zonden te bekeren en ons door de genade weer in zijn vriendschap aan te nemen: "God, Gij toont uw grootheid vooral als Gij ons genadig zijt en barmhartigheid bewijst". Missale Romanum, Gebedvande26ezondagdoorhetjaar,Altaarmissaal(NL)blz,508;MissaalvoorZon-enFeestdagen(B),461[[1209|Gebedvande26ezondagdoorhetjaar,Altaarmissaal(NL)blz.508;MissaalvoorZon-enFeestdagen(B),461]]
Referenties naar alinea 277: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
278
Als men niet gelooft dat Gods liefde almachtig is, hoe kan men dan geloven dat de Vader ons heeft kunnen scheppen, dat de Zoon ons heeft kunnen vrijkopen en dat de heilige Geest ons heeft kunnen heiligen?
Referenties naar alinea 278: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 - De Schepper (279-324)
279
"In het begin schiep God de hemel en de aarde" (Gen. 1, 1)[b:Gen. 1, 1]. Deze plechtige woorden staan aan het begin van de heilige Schrift. De geloofsbelijdenis neemt deze woorden weer op door God de almachtige Vader te belijden als "de Schepper van hemel en aarde" Credo van Nicea - Constantinopel[[66]], "van al wat zichtbaar en onzichtbaar is" Symbolum Apostolorum[[562]]. Wij zullen daarom eerst spreken over de Schepper, vervolgens over zijn schepping en tenslotte over de zondeval. Hieruit is Jezus Christus, de Zoon van God, ons komen verlossen.
Referenties naar alinea 279: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
280
288
1043
288
1043
De schepping is het fundament van alle "heilzame raadsbesluiten van God", "het begin van de heilsgeschiedenis", Directorium Catechisticum Generale, (51)[[894|(51)]] die haar hoogtepunt heeft in Christus. Omgekeerd werpt het mysterie van Christus een beslissend licht op het mysterie van de schepping; het openbaart het doel met het oog waarop "God in het begin de hemel en de aarde schiep" (Gen. 1, 1)[b:Gen. 1, 1] : vanaf het begin stond God de heerlijkheid van de nieuwe schepping in Christus voor ogen. (Rom. 8, 18-23)[[b:Rom. 8, 18-23]]
Zie ook alinea's: -288-[al:288]-1043-[al:1043]
Zie ook alinea's: -288-[al:288]-1043-[al:1043]
Referenties naar alinea 280: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
281
1095
1095
Daarom beginnen de lezingen in de Paasnacht, de viering van de nieuwe schepping in Christus, met het scheppingsverhaal; dit is in de Byzantijnse liturgie altijd de eerste lezing tijdens de vigilies van de grote feesten van de Heer. Volgens het getuigenis van de ouden volgt het onderricht van de catechumenen voor het Doopsel dezelfde weg. 46[[907]] 3,5[[906|+11]]Zie ook alinea's: -1095-[al:1095]
Referenties naar alinea 281: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I - De catechese over de schepping (282-289)
282
Youcat ->=geentekst=
De catechese over de schepping is van kapitaal belang. Ze betreft de grondslagen zelf van het menselijk en christelijk leven: ze formuleert immers uitdrukkelijk het antwoord van het christelijk geloof op de elementaire vraag die mensen van alle tijden zich gesteld hebben: "Waar komen wij vandaan?" "Waar gaan wij heen?" "Wat is onze oorsprong?" "Wat is het doel?" "Waar komt alles wat bestaat vandaan en waar gaat het heen?" De twee vragen betreffende oorsprong en doel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ze zijn beslissend voor de zin en de richting van ons leven en handelen.
Zie ook alinea's: -1730-[al:1730]
Zie ook alinea's: -1730-[al:1730]
Referenties naar alinea 282: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
283
159
341
Youcat ->=geentekst=
159
341
De vraag naar de oorsprong van de wereld en van de mens is het onderwerp van talrijke wetenschappelijke onderzoekingen die op schitterende wijze onze kennis omtrent de ouderdom en de dimensies van de kosmos, het ontstaan van de vormen van leven, het verschijnen van de mens verrijkt hebben. Deze ontdekkingen nodigen ons uit de grootheid van de Schepper des te meer te bewonderen, Hem dank te zeggen voor al zijn werken en voor het inzicht en de wijsheid die Hij wetenschappers en onderzoekers schenkt. Met Salomo kunnen dezen zeggen: "Hij zelf immers heeft mij gegeven betrouwbare kennis van wat bestaat, zodat ik de bouw ken van het heelal en de kracht van de elementen (...) want de wijsheid, de maakster van alles, heeft mij onderricht" (Wijsh. 7, 17-21)[b:Wijsh. 7, 17-21].Zie ook alinea's: -159-[al:159]-341-[al:341]
Referenties naar alinea 283: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
284
Youcat ->=geentekst=
De grote belangstelling die aan deze onderzoekingen wordt besteed, wordt nog sterk aangewakkerd door een kwestie van een andere orde, die het eigenlijke gebied van de natuurwetenschappen overstijgt. Het gaat er niet alleen om te weten, wanneer en hoe de kosmos feitelijk ontstaan is, noch wanneer de mens verschenen is, maar het gaat er veeleer om, te ontdekken wat de zin van een dergelijke oorsprong is: of dit ontstaan beheerst wordt door toeval, een blind lot, een anonieme noodzaak, of door een transcendent, intelligent en goed wezen, God genaamd. En als de wereld voortkomt uit de wijsheid en de goedheid van God, waarom is er dan het kwaad? Waar komt dit vandaan? Wie is er verantwoordelijk voor? Bestaat er een bevrijding van dit kwaad?
Referenties naar alinea 284: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
285
296
Youcat ->=geentekst=
296
Vanaf het allereerste begin is het christelijk geloof betreffende de kwestie van de oorsprong geconfronteerd met antwoorden die afweken van het eigen antwoord. Zo vindt men in de oude godsdiensten en culturen talrijke mythen die betrekking hebben op de oorsprong. Sommige filosofen hebben gezegd dat alles God is, dat de wereld God is, of dat de wording van de wereld de wording van God is (pantheïsme): anderen hebben gezegd dat de wereld een noodzakelijke emanatie van God is, die uit deze bron stroomt en er weer naar terugkeert; weer anderen hebben het bestaan aangenomen van twee eeuwige beginselen, goed en kwaad, licht en duisternis, die in een voortdurende strijd gewikkeld zijn met elkaar (dualisme, manicheïsme); volgens enkele van deze opvattingen zou de wereld (althans de materiële wereld) slecht zijn, voortgekomen uit verval, een wereld die men dus dient af te wijzen of waaraan men voorbij moet gaan (gnosis); anderen geven toe dat de wereld door God geschapen is, maar op de manier van een horlogemaker die, toen hij haar eenmaal gemaakt had, haar aan haar lot overgelaten zou hebben (deïsme); anderen tenslotte, aanvaarden geen enkel transcendent beginsel van de wereld, maar zien er louter het spel in van een materie die altijd bestaan zou hebben (materialisme). Al deze pogingen getuigen van de bestendigheid en de universaliteit van de vraag naar de oorsprong. Dit zoeken is eigen aan de mens.Zie ook alinea's: -295-[al:295]-28-[al:28]
Referenties naar alinea 285: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
286
Youcat ->=geentekst=
Het menselijk verstand heeft zeker het vermogen reeds een antwoord op de vraag naar de oorsprong te vinden. Het bestaan van God de Schepper kan immers met zekerheid gekend worden door zijn werken, dankzij het licht van de menselijke rede, zelfs al wordt deze kennis dikwijls verduisterd en vervormd door dwaling. vgl: Dei Filius, 28[[[115|28]]] Daarom komt het geloof het verstand versterken en verlichten in het juiste begrip van deze waarheid: "Geloof doet ons zien dat het heelal tot stand is gekomen door Gods woord, zodat het zichtbare ontstaan is uit het onzichtbare" (Heb. 11, 3)[b:Heb. 11, 3].
Zie ook alinea's: -32-[al:32]-37-[al:37]
Zie ook alinea's: -32-[al:32]-37-[al:37]
Referenties naar alinea 286: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
287
Youcat ->=geentekst=
De waarheid van de schepping is zo belangrijk voor het hele menselijke leven, dat God in zijn liefde, aan zijn volk alles heeft willen openbaren wat met betrekking hiertoe heilzaam is te kennen. Buiten de kennis die iedere mens van nature over de Schepper kan hebben, (Hand. 17, 24-29; Rom. 1, 19-20)[[b:Hand. 17, 24-29; Rom. 1, 19-20]] heeft God aan Israël het mysterie van de schepping geleidelijk geopenbaard. Hij die de aartsvaders uitverkoren heeft, die Israël uit Egypte heeft laten vertrekken en die door zijn verkiezing Israël geschapen en gevormd heeft, (Jes. 43, 1)[[b:Jes. 43, 1]] openbaart zich als degene aan wie alle volken van de aarde en heel de aarde toebehoren, als degene die als enige "de hemel en de aarde gemaakt heeft" (Ps. 115, 15; Ps. 124, 8; Ps. 134, 3)[b:Ps. 115, 15; Ps. 124, 8; Ps. 134, 3].
Zie ook alinea's: -107-[al:107]
Zie ook alinea's: -107-[al:107]
Referenties naar alinea 287: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
288
280
2569
Youcat ->=geentekst=
280
2569
Zo is de openbaring van de schepping onlosmakelijk verbonden met de openbaring en de verwezenlijking van het verbond van God, de Enige, met zijn volk. De schepping wordt geopenbaard als de eerste stap tot dit verbond, als het eerste, universele getuigenis van de almachtige liefde van God. (Gen. 15, 5; Jer. 33, 19-26)[[b:Gen. 15, 5; Jer. 33, 19-26]] Daarom komt de waarheid van de schepping steeds krachtiger tot uitdrukking in de boodschap van de profeten, (Jes. 44, 24)[[b:Jes. 44, 24]] in het psalmgebed (Ps. 104)[[b:Ps. 104]] en de liturgie en in het wijsheidsdenken (Spr. 8, 22-31)[[b:Spr. 8, 22-31]] van het uitverkoren volk.
Zie ook alinea's: -280-[al:280]-2569-[al:2569]
Zie ook alinea's: -280-[al:280]-2569-[al:2569]
Referenties naar alinea 288: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
289
390
Youcat ->=geentekst=
390
Onder alle woorden van de heilige Schrift over de schepping nemen de eerste drie hoofdstukken van Genesis een unieke plaats in. Literair gezien kunnen deze teksten verschillende bronnen hebben. De geïnspireerde auteurs hebben ze aan het begin van de Schrift geplaatst, zodat ze in hun plechtig taalgebruik de waarheden over de schepping, haar oorsprong en haar doel in God, haar ordening en haar goedheid, de roeping van de mens en tenslotte het drama van de zonde en de heilsverwachting, verwoorden. Gelezen in het licht van Christus blijven deze woorden, binnen de eenheid van de heilige Schrift en binnen de levende Overlevering van de Kerk, de belangrijkste bron voor de catechese over de mysteries "van het begin": schepping, zondeval en heilsbelofte.
Zie ook alinea's: -390-[al:390]-111-[al:111]
Zie ook alinea's: -390-[al:390]-111-[al:111]
Referenties naar alinea 289: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - De schepping - werk van de Heilige Drie-eenheid (290-292)
290
326
337
326
337
"In het begin schiep God hemel en aarde" (Gen. 1, 1)[b:Gen. 1, 1], in deze eerste woorden van de Schrift worden drie zaken gesteld: "de eeuwige God heeft alles wat buiten Hem bestaat, een begin gegeven. Hij alleen is Schepper (het werkwoord "scheppen" - bara in het Hebreeuws - heeft als onderwerp altijd God) Het geheel van wat bestaat (uitgedrukt in de formulering "hemel en aarde") is van Hem afhankelijk die er het zijn aan geeft.
Zie ook alinea's: -326-[al:326]
Zie ook alinea's: -326-[al:326]
Referenties naar alinea 290: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
291
331
703
331
703
"In het begin was het Woord en het Woord was God (...). Alles is door Hem geworden en zonder Hem is niets geworden van wat geworden is" (Joh. 1, 1-3)[b:Joh. 1, 1-3]. Het Nieuwe Testament openbaart dat God alles geschapen heeft door het eeuwige Woord, zijn welbeminde Zoon. In Hem "is alles geschapen in de hemelen en op aarde (...) het heelal is geschapen door Hem en voor Hem. Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem" (Kol. 1, 16-17)[b:Kol. 1, 16-17]. Het geloof van de kerk bevestigt op dezelfde manier het scheppend handelen van de heilige Geest: Hij "geeft het leven", vert. uit Gr.[[66]] Hij is "de scheppende Geest" "Veni Creator Spiritus":..."Veni Creator Spiritus": Getijdengebed, Hymne, de "bron van alle goeds". Byzantijnse liturgie,...Byzantijnse liturgie, Troparion van de vespers van Pinksteren.
Zie ook alinea's: -241-[al:241]-331-[al:331]-703-[al:703]
Zie ook alinea's: -241-[al:241]-331-[al:331]-703-[al:703]
Referenties naar alinea 291: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
292
257
699
703
257
699
703
In bedekte termen verwoord in het Oude Testament (Ps. 33, 6; Ps. 104, 30; Gen. 1, 2-3)[[b:Ps. 33, 6; Ps. 104, 30; Gen. 1, 2-3]] en geopenbaard in het Nieuwe Verbond, wordt het scheppend handelen van de Zoon en de Geest, onlosmakelijk één met dat van de Vader, duidelijk bevestigd door de geloofsregel van de kerk: "Er is maar een God (..): Hij is de Vader, Hij is God, Hij is Schepper, Hij is maker, Hij is bouwer. Hij heeft alles door zichzelf gemaakt, d.w.z. door zijn Woord en zijn wijsheid", 2.30.9, vert. uit Lat.[[848]] "door de Zoon en de Geest" die als het ware "Zijn handen" zijn. 4.20.1. vert. uit Lat.[[848]] De schepping is het gemeenschappelijk werk van de heilige Drie-eenheid.
Zie ook alinea's: -699-[al:699]-257-[al:257]
Zie ook alinea's: -699-[al:699]-257-[al:257]
Referenties naar alinea 292: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - "De wereld is geschapen om God te verheerlijken" (293-294)
293
337
344
759
1359
2809
Antiqua et Nova ->=geentekst=
337
344
759
1359
2809
Het is een fundamentele waarheid die de Schrift en de Overlevering niet ophouden te leren en te prijzen: "De wereld is geschapen om God te verheerlijken". vert. uit Lat.[[115|27]] "God heeft alles geschapen" legt de heilige Bonaventura uit, "niet om zijn heerlijkheid te vergroten, maar om deze heerlijkheid te tonen en mee te delen". 2,1,2,2,1, vert. uit Lat.[[908]] Want God heeft geen andere reden om te scheppen dan zijn liefde en goedheid: "Nadat zijn hand door de sleutel van de liefde geopend was, kwamen de schepselen daaruit te voorschijn". 2, Prol. vert. uit Lat.[[909]] En het Eerste Vaticaans Concilie legt uit:
In zijn goedheid en door zijn almachtige kracht, niet om zijn gelukzaligheid te vergroten en evenmin om zijn volmaaktheid te verwerven, maar om deze te tonen in het goede dat Hij zijn schepselen schenkt, heeft deze ene, ware God, volgens een in volledige vrijheid genomen raadsbesluit, vanaf het begin van de tijd, het geestelijke en het lichamelijke samen, beide schepsel, uit het niet geschapen. vert. uit Lat.[[115|3]]Zie ook alinea's: -387-[al:387]-344-[al:344]-1361-[al:1361]
Referenties naar alinea 293: 2
Youcat ->=geentekst=Antiqua et Nova ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
294
760
1361
1722
1992
Antiqua et Nova ->=geentekst=
760
1361
1722
1992
De heerlijkheid van God bestaat erin dat dit tonen en dit meedelen van zijn goedheid met het oog waarop de wereld geschapen is, werkelijkheid wordt. Van ons "aangenomen kinderen in Jezus Christus" te maken: "dat was het liefdevolle raadsbesluit van zijn wil, tot lof van de heerlijkheid van zijn genade" (Ef. 1, 5-6)[b:Ef. 1, 5-6]: "De glorie van God is immers de levende mens, en het leven van de mens is immers de aanschouwing van God. Als nu al de openbaring van God door de schepping het leven al geschonken heeft aan alle wezens die op aarde leven, hoeveel te meer schenkt dan het zichtbaar worden van de Vader in het Woord het leven aan hen die God zien!" 4,20,7, vert. Getijdenboek Lect. I,5,216[[848]] Het uiteindelijke doel van de schepping is dat God "die de schepper is van alle wezens tenslotte , alles in allen" wordt (1 Kor. 15, 28)[b:1 Kor. 15, 28], door gelijktijdig zijn heerlijkheid en onze gelukzaligheid te bewerken". vert. uit Lat.[[703|2]]
Zie ook alinea's: -2809-[al:2809]-1722-[al:1722]-1992-[al:1992]
Zie ook alinea's: -2809-[al:2809]-1722-[al:1722]-1992-[al:1992]
Referenties naar alinea 294: 2
Youcat ->=geentekst=Antiqua et Nova ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV - Het mysterie van de schepping (295-301)
295
216
218
285
356
Youcat ->=geentekst=
Antiqua et Nova ->=geentekst=
216
218
285
356
God schept in wijsheid en liefde.
Wij geloven dat God de wereld heeft geschapen overeenkomstig zijn wijsheid. (Wijsh. 9, 9)[[b:Wijsh. 9, 9]] Ze is niet het product van een of andere noodzaak, van een blind lot of van het toeval. Wij geloven dat ze voortkomt uit de vrije wilsbeschikking van God, die de schepselen heeft willen laten delen in zijn wezen, wijsheid en goedheid. "Want Gij hebt het heelal geschapen: door uw wil ontstond het en werd het gemaakt" (Openb. 4, 11)[b:Openb. 4, 11]. "Hoeveel is het wat Gij gedaan hebt, Heer, en alles in wijsheid gemaakt" (Ps. 104, 24)[b:Ps. 104, 24]. "De Heer is bezorgd voor iedere mens, barmhartig voor al wat Hij maakte" (Ps. 145, 9)[b:Ps. 145, 9].
Zie ook alinea's: -216-[al:216]-1951-[al:1951]
Wij geloven dat God de wereld heeft geschapen overeenkomstig zijn wijsheid. (Wijsh. 9, 9)[[b:Wijsh. 9, 9]] Ze is niet het product van een of andere noodzaak, van een blind lot of van het toeval. Wij geloven dat ze voortkomt uit de vrije wilsbeschikking van God, die de schepselen heeft willen laten delen in zijn wezen, wijsheid en goedheid. "Want Gij hebt het heelal geschapen: door uw wil ontstond het en werd het gemaakt" (Openb. 4, 11)[b:Openb. 4, 11]. "Hoeveel is het wat Gij gedaan hebt, Heer, en alles in wijsheid gemaakt" (Ps. 104, 24)[b:Ps. 104, 24]. "De Heer is bezorgd voor iedere mens, barmhartig voor al wat Hij maakte" (Ps. 145, 9)[b:Ps. 145, 9].
Zie ook alinea's: -216-[al:216]-1951-[al:1951]
Referenties naar alinea 295: 3
Als u de vrede wilt bevorderen, bescherm dan de schepping ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Antiqua et Nova ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
296
327
2566
327
2566
God schept "uit het niet"
Wij geloven dat God geen behoefte heeft aan iets wat tevoren al bestond, noch aan enige hulp om te scheppen. vgl: Dei Filius, 24[[[115|24]]] De schepping is evenmin een noodzakelijk voortvloeisel (emanatie) van de goddelijke substantie. vgl: Dei Filius, 25,26[[[115|25.26]]] God schept in vrijheid "uit het niet". vgl: Caput 1: De fide catholica, 1[[[796|1]]] vgl: Dei Filius, 27[[[115|27]]]
Wij geloven dat God geen behoefte heeft aan iets wat tevoren al bestond, noch aan enige hulp om te scheppen. vgl: Dei Filius, 24[[[115|24]]] De schepping is evenmin een noodzakelijk voortvloeisel (emanatie) van de goddelijke substantie. vgl: Dei Filius, 25,26[[[115|25.26]]] God schept in vrijheid "uit het niet". vgl: Caput 1: De fide catholica, 1[[[796|1]]] vgl: Dei Filius, 27[[[115|27]]]
Wat voor buitengewoons zou het geweest zijn, als God de wereld had geschapen uit materie die tevoren bestond? Als men een menselijk vakman materiaal geeft, dan maakt hij daarvan wat hij maar wil. Gods macht wordt echter hierin zichtbaar dat Hij uit het niet schept wat Hij maar wil. 2,4, vert. uit Gr.[[910]]Zie ook alinea's: -285-[al:285]
Referenties naar alinea 296: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
297
338
992
338
992
De Schrift getuigt van het geloof in de schepping "uit het niet" als een waarheid vol belofte en hoop. Zo moedigt de moeder haar zeven zonen aan tot het martelaarschap:
Ik weet niet hoe jullie in mijn schoot gevormd zijn; niet ik heb jullie de levensadem geschonken, niet ik heb de bestanddelen waaruit ieder van jullie bestaat, tot een harmonisch geheel geordend, maar de Schepper van de wereld: Hij bewerkt het ontstaan van de mens, zoals Hij van alles de oorsprong is. Hij zal jullie in zijn barmhartigheid de levensadem teruggeven, omdat jullie omwille van zijn wet jezelf nu niet spaart (...). Ik smeek je, mijn kind, beschouw de hemel en de aarde met al wat ze bevatten en bedenk dat God dit alles uit het niet gemaakt heeft en dat ook het menselijk geslacht op dezelfde wijze is ontstaan (2 Makk. 7, 22-23.28)[b:2 Makk. 7, 22-23.28].Zie ook alinea's: -338-[al:338]
Referenties naar alinea 297: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
298
1375
1375
Aangezien God uit het niet kan scheppen, kan Hij ook door de heilige Geest het leven van de ziel geven aan de zondaars door in hen een zuiver hart te scheppen (Ps. 51, 12)[[b:Ps. 51, 12]] en het leven van het lichaam aan de gestorvenen door de verrijzenis, Hij "die de doden levend maakt en wat niet bestaat in het aanzijn roept" (Rom. 4, 17)[b:Rom. 4, 17]. En aangezien Hij door zijn woord het licht in de duisternis heeft kunnen laten schijnen, (Gen. 1, 3)[[b:Gen. 1, 3]] kan Hij ook het licht van het geloof geven aan hen die het niet kennen. (2 Kor. 4, 6)[[b:2 Kor. 4, 6]]
Zie ook alinea's: -1375-[al:1375]-992-[al:992]
Zie ook alinea's: -1375-[al:1375]-992-[al:992]
Referenties naar alinea 298: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
299
41
339
358
1147
Antiqua et Nova ->=geentekst=
41
339
358
1147
God schept een geordende en goede wereld
Als God met wijsheid schept, dan is de schepping geordend: "Maar Gij hebt alles naar maat en getal en gewicht geordend" (Wijsh. 11, 20)[b:Wijsh. 11, 20]. Geschapen in en door het eeuwig Woord, "beeld van de onzichtbare God" (Kol. 1, 15)[b:Kol. 1, 15], is ze bestemd voor en gericht op de mens als beeld van God, (Gen. 1, 26)[[b:Gen. 1, 26]] zelf geroepen tot een persoonlijke band met God. Ons verstand kan, omdat het deel heeft aan het licht van het goddelijk intellect, begrijpen wat God ons zegt door zijn schepping, (Ps. 19, 2-5)[[b:Ps. 19, 2-5]] maar enkel met een grote inspanning en in een geest van nederigheid en respect ten opzichte van de Schepper en zijn werk. (Job. 42, 3)[[b:Job. 42, 3]] Voortgekomen uit de goddelijke goedheid heeft de schepping deel aan deze goedheid. ((Vgl. Gen. 1, 4.10.12.18.21.31; "En God zag dat het goed was (...) zeer goed was"))[[b:Gen. 1, 4.10.12.18.21.31]]. De schepping is immers door God gewild als een geschenk aan de mens, als een erfenis die voor hem is bestemd en aan hem is toevertrouwd. De kerk heeft herhaaldelijk moeten verdedigen dat de schepping, de materiële wereld inbegrepen, van nature goed is. vgl: DS 286[[[898]]] vgl: DS 455-463[[[911]]] vgl: Caput 1: De fide catholica, 1[[[796|1]]] vgl: DS 1333[[[912]]] vgl: Dei Filius, 3[[[115|3]]]
Zie ook alinea's: -339-[al:339]-41-[al:41]-1147-[al:1147]-358-[al:358]-2415-[al:2415]
Als God met wijsheid schept, dan is de schepping geordend: "Maar Gij hebt alles naar maat en getal en gewicht geordend" (Wijsh. 11, 20)[b:Wijsh. 11, 20]. Geschapen in en door het eeuwig Woord, "beeld van de onzichtbare God" (Kol. 1, 15)[b:Kol. 1, 15], is ze bestemd voor en gericht op de mens als beeld van God, (Gen. 1, 26)[[b:Gen. 1, 26]] zelf geroepen tot een persoonlijke band met God. Ons verstand kan, omdat het deel heeft aan het licht van het goddelijk intellect, begrijpen wat God ons zegt door zijn schepping, (Ps. 19, 2-5)[[b:Ps. 19, 2-5]] maar enkel met een grote inspanning en in een geest van nederigheid en respect ten opzichte van de Schepper en zijn werk. (Job. 42, 3)[[b:Job. 42, 3]] Voortgekomen uit de goddelijke goedheid heeft de schepping deel aan deze goedheid. ((Vgl. Gen. 1, 4.10.12.18.21.31; "En God zag dat het goed was (...) zeer goed was"))[[b:Gen. 1, 4.10.12.18.21.31]]. De schepping is immers door God gewild als een geschenk aan de mens, als een erfenis die voor hem is bestemd en aan hem is toevertrouwd. De kerk heeft herhaaldelijk moeten verdedigen dat de schepping, de materiële wereld inbegrepen, van nature goed is. vgl: DS 286[[[898]]] vgl: DS 455-463[[[911]]] vgl: Caput 1: De fide catholica, 1[[[796|1]]] vgl: DS 1333[[[912]]] vgl: Dei Filius, 3[[[115|3]]]
Zie ook alinea's: -339-[al:339]-41-[al:41]-1147-[al:1147]-358-[al:358]-2415-[al:2415]
Referenties naar alinea 299: 2
Youcat ->=geentekst=Antiqua et Nova ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
300
42
2129
42
2129
God overtreft de schepping en Hij is erin tegenwoordig
God is oneindig veel groter dan al zijn werken. (Sir. 43, 28)[[b:Sir. 43, 28]] "Hoger dan de hemel reikt uw majesteit" (Ps. 8, 2)[b:Ps. 8, 2], "zijn grootheid is niet te doorgronden" (Ps. 145, 3)[b:Ps. 145, 3]. Maar omdat Hij de hoogste en vrije Schepper is, eerste oorzaak van al wat bestaat, is Hij in het diepste innerlijk van zijn schepselen aanwezig. "Want door Hem hebben wij het leven, het bewegen en het zijn" (Hand. 17, 28)[b:Hand. 17, 28]. Volgens de woorden van de heilige Augustinus is Hij "dieper dan mijn diepste innerlijk en hoger dan het hoogste van mij". 3,6,11. vert uit Lat.[[850]]
Zie ook alinea's: -42-[al:42]-223-[al:223]
God is oneindig veel groter dan al zijn werken. (Sir. 43, 28)[[b:Sir. 43, 28]] "Hoger dan de hemel reikt uw majesteit" (Ps. 8, 2)[b:Ps. 8, 2], "zijn grootheid is niet te doorgronden" (Ps. 145, 3)[b:Ps. 145, 3]. Maar omdat Hij de hoogste en vrije Schepper is, eerste oorzaak van al wat bestaat, is Hij in het diepste innerlijk van zijn schepselen aanwezig. "Want door Hem hebben wij het leven, het bewegen en het zijn" (Hand. 17, 28)[b:Hand. 17, 28]. Volgens de woorden van de heilige Augustinus is Hij "dieper dan mijn diepste innerlijk en hoger dan het hoogste van mij". 3,6,11. vert uit Lat.[[850]]
Zie ook alinea's: -42-[al:42]-223-[al:223]
Referenties naar alinea 300: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
301
396
1951
Antiqua et Nova ->=geentekst=
396
1951
God houdt de schepping in stand en draagt haar
Bij de schepping laat God zijn schepsel niet aan zichzelf over. Hij geeft het niet alleen het zijn en het bestaan, maar Hij houdt het ook in stand op elk ogenblik van zijn bestaan. Hij geeft het de mogelijkheid om te handelen en brengt het naar zijn doel. Het erkennen van onze volledige afhankelijkheid van de Schepper is een bron van wijsheid en vrijheid, van vreugde en vertrouwen.
Bij de schepping laat God zijn schepsel niet aan zichzelf over. Hij geeft het niet alleen het zijn en het bestaan, maar Hij houdt het ook in stand op elk ogenblik van zijn bestaan. Hij geeft het de mogelijkheid om te handelen en brengt het naar zijn doel. Het erkennen van onze volledige afhankelijkheid van de Schepper is een bron van wijsheid en vrijheid, van vreugde en vertrouwen.
Want alles wat bestaat hebt Gij lief en Gij verafschuwt niets van wat Gij gemaakt hebt; ja, als Gij iets gehaat hadt, zoudt Gij het niet geschapen hebben. En hoe zou iets in stand zijn gebleven, als Gij het niet gewild hadt, of hoe zou iets behouden zijn, dat door U niet was geroepen? Gij spaart echter alles, omdat het van U is, Gij Heer, die al wat leeft bemint (Wijsh. 11, 24-26)[b:Wijsh. 11, 24-26].Zie ook alinea's: -1951-[al:1951]-396-[al:396]
Referenties naar alinea 301: 2
Youcat ->=geentekst=Antiqua et Nova ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V - God verwerkelijkt Zijn plan: de goddelijke Voorzienigheid (302-314)
302
1884
Antiqua et Nova ->=geentekst=
Antiqua et Nova ->=geentekst=
1884
De schepping heeft haar eigen goedheid en volmaaktheid, maar ze is niet geheel voltooid uit de handen van de Schepper gekomen. Ze is geschapen in een staat van op-weg-zijn ("in statu viae") naar een nog te verwachten, uiteindelijke voltooiing, waartoe God haar bestemd heeft. Wij noemen de beschikkingen waarmee God zijn schepping naar deze volmaaktheid leidt, goddelijke voorzienigheid.
God bewaakt en bestuurt in zijn voorzienigheid alles wat Hij geschapen heeft "door machtig van het ene einde tot het andere te reiken en alles op voortreffelijke wijze te besturen" (Wijsh. 8, 1)[b:Wijsh. 8, 1]. Want "alles ligt open en bloot voor zijn ogen" (Heb. 4, 13)[b:Heb. 4, 13], zelfs wat door het vrije handelen van de schepselen zal gebeuren. vert uit Lat.[[115|4]]
Referenties naar alinea 302: 3
Youcat ->=geentekst=Antiqua et Nova ->=geentekst=
Antiqua et Nova ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
303
269
Youcat ->=geentekst=
269
Het getuigenis van de Schrift is unaniem in deze: de zorg van de goddelijke voorzienigheid is "concreet" en "onmiddellijk"; zij zorgt voor alles, van de kleinste dingen tot de grote gebeurtenissen in de wereld en de geschiedenis. De Schrift bevestigt met klem de absolute soevereiniteit van God in de loop van de gebeurtenissen: "De God van Israël is in de hemel, Hij handelt zoals Hij verkiest" (Ps. 115, 3)[b:Ps. 115, 3]; en van Christus wordt gezegd: "Als Hij opent, sluit niemand en als Hij sluit, opent niemand" (Openb. 3, 7)[b:Openb. 3, 7]; "In het hart van een man gaan veel plannen om, maar wat Jahwe besluit, dat komt tot stand" (Spr. 19, 21)[b:Spr. 19, 21].
Zie ook alinea's: -269-[al:269]
Zie ook alinea's: -269-[al:269]
Referenties naar alinea 303: 2
Juliana van Norwich ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
304
Youcat ->=geentekst=
Zo zien wij de Heilige Geest, de belangrijkste auteur van de heilige Schrift, vaak handelingen aan God toeschrijven zonder tweede oorzaken te vermelden. En dat is niet een primitieve "manier van spreken", maar een diepzinnige manier om Gods primaatschap en absolute heerschappij over geschiedenis en wereld (Jes. 10, 5-15; Jes. 45, 5-7; Deut. 32, 39; Sir. 11, 14)[[b:Jes. 10, 5-15; Jes. 45, 5-7; Deut. 32, 39; Sir. 11, 14]] in herinnering te roepen en zo op te voeden tot vertrouwen in Hem. Het psalmgebed is de grote school van dit vertrouwen. (Ps. 22; Ps. 32; Ps. 35; Ps. 103)[[b:Ps. 22; Ps. 32; Ps. 35; Ps. 103]] ((Vgl. Ps. 138; e.a.))[[b:Ps. 138]]Zie ook alinea's: -2589-[al:2589]
Referenties naar alinea 304: 2
Juliana van Norwich ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
305
2115
2547
2659
Youcat ->=geentekst=
2115
2547
2659
Jezus vraagt een kinderlijke overgave aan de voorzienigheid van de hemelse Vader, die zorgt voor de kleinste noden van zijn kinderen: "Maakt u dus geen zorgen over de vraag: wat zullen wij eten of wat zullen wij drinken (...) Uw hemelse Vader weet wel dat gij al deze dingen nodig hebt. Maar zoekt eerst het koninkrijk en zijn gerechtigheid: dan zal dat alles u erbij gegeven worden" (Mt. 6, 31-33)[b:Mt. 6, 31-33]. (Mt. 10, 29-31)[[b:Mt. 10, 29-31]]
Zie ook alinea's: -2115-[al:2115]
Zie ook alinea's: -2115-[al:2115]
Referenties naar alinea 305: 2
Juliana van Norwich ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
306
1951
2008
1951
2008
De voorzienigheid en de tweede oorzaken
God is de soevereine Meester van zijn heilsplan. Maar om dit te verwezenlijken bedient Hij zich ook van de medewerking van zijn schepselen. Dit is geen teken van de zwakheid, maar van de grootheid en de goedheid van de almachtige God. Want God schenkt zijn schepselen niet alleen het bestaan, maar ook de waardigheid zelf te handelen, elkaars oorzaak en grondbeginsel te zijn en zo mee te werken aan de voltooiing van zijn heilsplan.
Zie ook alinea's: -1884-[al:1884]-1951-[al:1951]
God is de soevereine Meester van zijn heilsplan. Maar om dit te verwezenlijken bedient Hij zich ook van de medewerking van zijn schepselen. Dit is geen teken van de zwakheid, maar van de grootheid en de goedheid van de almachtige God. Want God schenkt zijn schepselen niet alleen het bestaan, maar ook de waardigheid zelf te handelen, elkaars oorzaak en grondbeginsel te zijn en zo mee te werken aan de voltooiing van zijn heilsplan.
Zie ook alinea's: -1884-[al:1884]-1951-[al:1951]
Referenties naar alinea 306: 1
Juliana van Norwich ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
307
373
618
1505
1884
1954
2404
2427
Youcat ->=geentekst=
373
618
1505
1884
1954
2404
2427
God staat het de mensen zelfs toe vrijelijk deel te hebben aan zijn voorzienigheid door hen de verantwoordelijkheid toe te vertrouwen de aarde "te onderwerpen" en haar te beheersen. (Gen. 1, 26-28)[[b:Gen. 1, 26-28]] God vertrouwt het de mens ook toe een intelligente en vrije oorzaak te zijn om het werk van de schepping te voltooien en de harmonie ervan te vervolmaken ten bate van het eigen welzijn en dat van de naasten. Als medewerkers, vaak onbewust, van de goddelijke wil kunnen de mensen welbewust deelnemen aan het goddelijk heilsplan door hun handelen, door hun gebed, maar ook door hun lijden. (Kol. 1, 24)[[b:Kol. 1, 24]] Zij worden zo ten volle "medewerkers van God" (1 Kor. 3, 9)[b:1 Kor. 3, 9] (1 Tess. 3, 2)[[b:1 Tess. 3, 2]] en van zijn koninkrijk. (Kol. 4, 11)[[b:Kol. 4, 11]]
Zie ook alinea's: -106-[al:106]-373-[al:373]-1954-[al:1954]-2427-[al:2427]-2738-[al:2738]-618-[al:618]-1505-[al:1505]
Zie ook alinea's: -106-[al:106]-373-[al:373]-1954-[al:1954]-2427-[al:2427]-2738-[al:2738]-618-[al:618]-1505-[al:1505]
Referenties naar alinea 307: 2
Juliana van Norwich ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
308
970
Youcat ->=geentekst=
970
Met het geloof in God de Schepper is onlosmakelijk de waarheid verbonden dat God in elk handelen van zijn schepselen handelt. Hij is de eerste oorzaak die in en door de tweede oorzaken werkzaam is: "God is het immers die zowel het willen als het doen bij u tot stand brengt om zijn heilsplan te verwezenlijken" (Fil. 2, 13)[b:Fil. 2, 13] (1 Kor. 12, 6)[[b:1 Kor. 12, 6]] Door deze waarheid wordt de waardigheid van het schepsel verre van verminderd, integendeel, ze verleent haar meer luister Door de macht, de wijsheid en de goedheid van God uit het niet geschapen, kan het schepsel niets, als het van zijn oorsprong is afgesneden, want "zonder de Schepper verzinkt het schepsel in het niet"; §3, vert. uit Lat.[[575|36]] en nog minder kan het zijn uiteindelijk doel bereiken zonder de hulp van de genade. (Mt. 19, 26; Joh. 15, 5; Fil. 4, 13)[[b:Mt. 19, 26; Joh. 15, 5; Fil. 4, 13]]
Zie ook alinea's: -970-[al:970]
Zie ook alinea's: -970-[al:970]
Referenties naar alinea 308: 2
Juliana van Norwich ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
309
164
272
385
395
760
2850
Youcat ->=geentekst=
164
272
385
395
760
2850
De voorzienigheid en de aanstoot van het kwaad
Als God de almachtige Vader, Schepper van de geordende en goede wereld, voor al zijn schepselen zorgt, waarom bestaat dan het kwaad? Op deze even klemmende als onvermijdelijke, deze even smartelijke als mysterieuze vraag kan niet vlug een afdoend antwoord gegeven worden. Het geheel van het christelijk geloof vormt het antwoord op deze vraag: de goedheid van de schepping, het drama van de zonde, de geduldige liefde van God die de mens tegemoet komt door verbintenissen die Hij telkens met hem sluit, door de verlossende menswording van zijn Zoon, door de gave van de Geest, door de gemeenschap van de kerk, door de kracht van de sacramenten, door de roeping tot een gelukzalig leven waarmee de vrije schepselen op uitnodiging van God van tevoren hun instemming kunnen betuigen, maar waaraan zij zich ook door een verschrikkelijk mysterie, van meet af aan kunnen onttrekken. Er is geen enkel aspect van de christelijke boodschap dat niet voor een gedeelte een antwoord is op het probleem van het kwaad.
Zie ook alinea's: -164-[al:164]-385-[al:385]-2850-[al:2850]
Als God de almachtige Vader, Schepper van de geordende en goede wereld, voor al zijn schepselen zorgt, waarom bestaat dan het kwaad? Op deze even klemmende als onvermijdelijke, deze even smartelijke als mysterieuze vraag kan niet vlug een afdoend antwoord gegeven worden. Het geheel van het christelijk geloof vormt het antwoord op deze vraag: de goedheid van de schepping, het drama van de zonde, de geduldige liefde van God die de mens tegemoet komt door verbintenissen die Hij telkens met hem sluit, door de verlossende menswording van zijn Zoon, door de gave van de Geest, door de gemeenschap van de kerk, door de kracht van de sacramenten, door de roeping tot een gelukzalig leven waarmee de vrije schepselen op uitnodiging van God van tevoren hun instemming kunnen betuigen, maar waaraan zij zich ook door een verschrikkelijk mysterie, van meet af aan kunnen onttrekken. Er is geen enkel aspect van de christelijke boodschap dat niet voor een gedeelte een antwoord is op het probleem van het kwaad.
Zie ook alinea's: -164-[al:164]-385-[al:385]-2850-[al:2850]
Referenties naar alinea 309: 2
Juliana van Norwich ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
310
342
412
1042
Youcat ->=geentekst=
Laudato Si' ->=geentekst=
342
412
1042
Waarom heeft God geen wereld geschapen die zo volmaakt is dat er geen kwaad in kan bestaan? Overeenkomstig zijn oneindige macht zou God te allen tijde iets beters kunnen scheppen. vgl: Summa Theologiae, Prima Pars q. 25 a. 6[[[t:ia q. 25 a. 6]]] Toch heeft Hij in zijn oneindige wijsheid en goedheid uit vrije wil een wereld willen scheppen "in staat van op 'weg' zijn" naar haar uiteindelijke volmaaktheid. Dit wordend karakter brengt in Gods heilsplan met zich mee dat met het verschijnen van bepaalde wezens het verdwijnen van andere gepaard gaat, met het volmaaktere ook het minder volmaakte en met de opbouw in de natuur tevens afbraak. Met het fysieke goed is derhalve ook het fysieke kwaad gegeven, zolang de schepping niet haar voltooiing bereikt heeft. vgl: 3,71[[[837]]]
Zie ook alinea's: -412-[al:412]-1042-1050-[al:1042-1050]-342-[al:342]
Zie ook alinea's: -412-[al:412]-1042-1050-[al:1042-1050]-342-[al:342]
Referenties naar alinea 310: 3
Juliana van Norwich ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Laudato Si' ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
311
396
1849
Youcat ->=geentekst=
396
1849
Engelen en mensen, met rede begaafde en vrije schepselen, moeten naar hun uiteindelijke bestemming voortgaan uit een vrije keuze en op liefde gebaseerde voorkeur. Zij kunnen derhalve van de rechte weg afdwalen. Zij hebben in feite gezondigd. Zó is het morele kwaad in de wereld gekomen, een kwaad dat onmetelijk veel erger is dan het fysieke kwaad. God is op geen enkele manier, direct noch indirect, de oorzaak van het morele kwaad. 1.1.1[[836]] Summa Theologiae, Prima Secundae q. 79 a. 1[[t:ia-iiae q. 79 a. 1]] Hij laat het wel toe, omdat Hij de vrijheid van zijn schepsel respecteert en op mysterieuze wijze er het goede weet uit te halen:
Immers, aangezien de almachtige God (...) oneindig goed is, zou Hij op geen enkele manier enig kwaad in zijn werken laten voortbestaan, als Hij niet zo almachtig en goed was om ook uit het kwade het goede te laten ontstaan. 11,3[[917]]Zie ook alinea's: -396-[al:396]-1849-[al:1849]
Referenties naar alinea 311: 2
Juliana van Norwich ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
312
600
1994
Youcat ->=geentekst=
600
1994
Zo kan men mettertijd ontdekken dat God in zijn almachtige voorzienigheid iets goeds kan laten voortkomen uit de gevolgen van een kwaad, zelfs van een moreel kwaad, veroorzaakt door zijn schepselen: "Niet jullie hebben mij hier gebracht", zegt Jozef tegen zijn broers, "maar God zelf; (...) jullie hebben kwaad tegen mij beraamd, maar God heeft het ten goede gekeerd, om (...) het behoud van een talrijk volk te bewerken" (Gen. 45, 8; Gen. 50, 20)[b:Gen. 45, 8; Gen. 50, 20]. ((Vgl. Tobit. 2, 12-14; vulg.))[[b:Tobit. 2, 12-14]] Uit het grootste morele kwaad dat ooit bedreven is, het afwijzen en het vermoorden van de Zoon van God, veroorzaakt door de zonden van alle mensen, heeft God door de overvloed van zijn genade (Rom. 5, 20)[[b:Rom. 5, 20]] het allergrootste goed laten voortkomen: de verheerlijking van Christus en onze verlossing. Daarmee wordt het kwaad echter nog geen goed.
Zie ook alinea's: -598-600-[al:598-600]-1994-[al:1994]
Zie ook alinea's: -598-600-[al:598-600]-1994-[al:1994]
Referenties naar alinea 312: 2
Juliana van Norwich ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
313
227
Youcat ->=geentekst=
227
"God bevordert in alles het heil van die Hem liefhebben" (Rom. 8, 28)[b:Rom. 8, 28]. Het getuigenis van de heiligen houdt niet op deze waarheid te bevestigen:
Zo zegt de heilige Catharina van Siëna tot "hen die aanstoot nemen aan en in opstand komen tegen hetgeen hun overkomt": "Alles komt voort uit de liefde, alles is besloten tot het heil van de mens, God doet alles slechts met dit doel." 138, vert. uit It.[[918]] En de heilige Thomas More troost vlak voor zijn marteldood zijn dochter als volgt: "Er kan niets gebeuren tenzij dat wat God wil. En ik ben er vast van overtuigd dat dit, wat het ook moge zijn, ook al lijkt het nog zo erg, in feite het beste zal zijn". augustus 1534, vert. Getijdenboek, Lect. II,5,205[[919]]Zie ook alinea's: -227-[al:227]
Juliana van Norwich zegt: "Ik heb dus door de genade van God geleerd dat ik mij aan het geloof moet vastklampen en niet minder standvastig moet geloven dat alles goed zal zijn (...). En jij zult zelf zien dat alles goed zal zijn." ("Thou Shalt see thyself that all manner of thing shall be well"). 13, 32[[920]]
Referenties naar alinea 313: 2
Juliana van Norwich ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
314
1040
2550
Youcat ->=geentekst=
1040
2550
Wij geloven stellig dat God de heer van de wereld en van de geschiedenis is. Maar de wegen van zijn voorzienigheid zijn ons vaak onbekend. Alleen op het einde, wanneer er een einde zal komen aan onze gedeeltelijke kennis, wanneer wij God "van aangezicht tot aangezicht" (1 Kor. 13, 12)[b:1 Kor. 13, 12] zullen zien, zullen de wegen ons volledig bekend zijn, waarlangs God, zelfs door het drama van het kwaad en de zonde heen, zijn schepping geleid zal hebben naar de rust van die definitieve sabbat (Gen. 2, 2)[[b:Gen. 2, 2]] waartoe Hij hemel en aarde geschapen heeft.
Zie ook alinea's: -1040-[al:1040]-2550-[al:2550]
Zie ook alinea's: -1040-[al:1040]-2550-[al:2550]
Referenties naar alinea 314: 2
Juliana van Norwich ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (315-324)
315
In de schepping van de wereld en van de mens heeft God het eerste, universeel getuigenis afgelegd van zijn almachtige liefde en wijsheid, de eerste aankondiging van zijn "liefdevol heilsplan" dat zijn doel vindt in de nieuwe schepping in Christus.
Referenties naar alinea 315: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
316
Hoewel het werk van de schepping in het bijzonder aan de Vader wordt toegeschreven, is het evenzeer een geloofswaarheid dat de Vader, de Zoon en de heilige Geest het éne, ondeelbare beginsel van de schepping zijn.
Referenties naar alinea 316: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
317
God alleen heeft in vrijheid, direct en zonder enige hulp het heelal geschapen.
Referenties naar alinea 317: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
318
Geen enkel schepsel heeft de oneindige macht die noodzakelijk is om "te scheppen", in de ware betekenis van het woord, d.w.z. het zijn voort te brengen en dit te geven aan wie het in het geheel niet bezat ("uit het niet" tot het bestaan te roepen). DH 3624[[921|24]]
Referenties naar alinea 318: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
319
God heeft de wereld geschapen om zijn heerlijkheid te manifesteren en mee te delen. Dat zijn schepselen deel hebben aan zijn waarheid, goedheid en schoonheid: dàt is de heerlijkheid waartoe God hen geschapen heeft.
Referenties naar alinea 319: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
320
God, die het heelal geschapen heeft, laat dit voortbestaan door zijn Woord, de Zoon "die alles in stand houdt door zijn machtig woord", (Heb. 1, 3)[b:Heb. 1, 3] en door zijn scheppende Geest die het leven geeft.
Referenties naar alinea 320: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
321
De goddelijke voorzienigheid bestaat uit de beschikkingen waardoor God met wijsheid en liefde al de schepselen naar hun uiteindelijk doel leidt.
Referenties naar alinea 321: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
322
Christus nodigt ons uit ons als kinderen over te geven aan de voorzienigheid van onze hemelse Vader (Mt. 6, 25-34)[[b:Mt. 6, 25-34]] en de apostel Petrus herhaalt: "Schuift alle zorgen op Hem af, want Hij heeft zorg voor u" (1 Petr. 5, 7)[b:1 Petr. 5, 7]. (Ps. 55, 23)[[b:Ps. 55, 23]]
Referenties naar alinea 322: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
323
De goddelijke voorzienigheid is ook werkzaam in het handelen van de schepselen. God geeft aan de menselijke wezens de mogelijkheid in vrijheid mee te werken aan zijn heilsbeschikkingen.
Referenties naar alinea 323: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
324
Het feit dat God het fysieke kwaad en het morele kwaad toelaat, is een mysterie dat God opheldert door zijn Zoon, Jezus Christus, gestorven en verrezen om het kwaad te overwinnen. Het geloof schenkt ons de zekerheid dat God nooit het kwaad zou toelaten, als Hij niet het goede uit het kwaad zelf zou laten voortkomen, langs wegen die wij pas in het eeuwige leven ten volle zullen kennen.
Referenties naar alinea 324: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 - De hemel en de aarde (325-354)
325
De Symbolum Apostolorum[562] belijdt dat God "Schepper is van hemel en aarde" en het Credo van Nicea - Constantinopel[66] zegt nog uitdrukkelijker . "(...) van al wat zichtbaar en onzichtbaar is".
Referenties naar alinea 325: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
326
290
1024
2794
290
1024
2794
In de heilige Schrift betekent de uitdrukking "hemel en aarde" al wat bestaat, heel de schepping. Zij geeft ook de samenhang binnen de schepping aan, die hemel en aarde tegelijkertijd verenigt en scheidt: "De aarde" is de wereld van de mensen. (Ps. 115, 16)[[b:Ps. 115, 16]] "De hemel" of "de hemelen" kan het uitspansel betekenen, (Ps. 19, 2)[[b:Ps. 19, 2]] maar ook de "plaats", eigen aan God: "onze Vader in de hemel" (Mt. 5, 16)[b:Mt. 5, 16] (Ps. 115, 16)[[b:Ps. 115, 16]] en dus ook de "hemel" die de eschatologische heerlijkheid is. Tenslotte is het woord "hemel" een uitdrukking voor de "plaats" van de geestelijke schepselen - de engelen - die God omgeven.
Zie ook alinea's: -290-[al:290]-1023-[al:1023]-2794-[al:2794]
Zie ook alinea's: -290-[al:290]-1023-[al:1023]-2794-[al:2794]
Referenties naar alinea 326: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
327
De geloofsbelijdenis van het vierde concilie van Lateranen[d:77] stelt dat God "tegelijkertijd vanaf het begin van de tijd uit het niet beide scheppingen, de geestelijke en de lichamelijke, d.w.z. de engelen en de wereld, geschapen heeft; en daarna het menselijk schepsel dat beide in zich verenigt, samengesteld als het is uit geest en lichaam". 4e Concile van Lateranen, Hoofdstuk 1 "De fide catholica": DH 800[[796|+2]] vgl: Dei Filius, 3[[[115|3]]] vgl: Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God, 8[[[763|8]]]
Zie ook alinea's: -296-[al:296]
Zie ook alinea's: -296-[al:296]
Referenties naar alinea 327: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I - De engelen (328-336)
328
Youcat ->=geentekst=
Het bestaan van de engelen - een geloofswaarheid.
Het bestaan van geestelijke, niet lichamelijke wezens die de Schrift gewoonlijk engelen noemt, is een geloofswaarheid. Het getuigenis van de Schrift is even duidelijk als de eenstemmigheid in de Overlevering dit is.
Zie ook alinea's: -150-[al:150]
Het bestaan van geestelijke, niet lichamelijke wezens die de Schrift gewoonlijk engelen noemt, is een geloofswaarheid. Het getuigenis van de Schrift is even duidelijk als de eenstemmigheid in de Overlevering dit is.
Zie ook alinea's: -150-[al:150]
Referenties naar alinea 328: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
329
Wie zijn zij?
De heilige Augustinus zegt over hen: "'Engel' geeft de functie aan, niet de natuur. Vraagt gij naar de naam van deze natuur? Dat is geest. Vraagt gij naar de functie? Dat is engel. Naar wat hij is, is het een geest, naar wat hij doet, is het een engel". 103,1,15, in; PL 37,1348-1349, vert. uit Lat.[[838]] De engelen zijn met heel hun wezen dienaren en boodschappers van God. Aangezien zij "voortdurend het aangezicht van mijn Vader die in de hemel is" (Mt. 18, 10)[b:Mt. 18, 10] aanschouwen, zijn zij "uitvoerders van zijn bevel" (Ps. 103, 20)[b:Ps. 103, 20].
De heilige Augustinus zegt over hen: "'Engel' geeft de functie aan, niet de natuur. Vraagt gij naar de naam van deze natuur? Dat is geest. Vraagt gij naar de functie? Dat is engel. Naar wat hij is, is het een geest, naar wat hij doet, is het een engel". 103,1,15, in; PL 37,1348-1349, vert. uit Lat.[[838]] De engelen zijn met heel hun wezen dienaren en boodschappers van God. Aangezien zij "voortdurend het aangezicht van mijn Vader die in de hemel is" (Mt. 18, 10)[b:Mt. 18, 10] aanschouwen, zijn zij "uitvoerders van zijn bevel" (Ps. 103, 20)[b:Ps. 103, 20].
Referenties naar alinea 329: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
330
Als louter geestelijke wezens beschikken zij over intelligentie en wil; het zijn persoonlijke vgl: vert. uit Lat.[[[470|26]]] en onsterfelijke (Lc. 20, 36)[[b:Lc. 20, 36]] schepselen. Zij overtreffen alle zichtbare schepselen in volmaaktheid. De glans van hun heerlijkheid is er de getuige van. (Dan. 10, 9-12)[[b:Dan. 10, 9-12]]
Referenties naar alinea 330: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
331
291
291
Christus "vergezeld van zijn engelen".
Christus is het middelpunt van de wereld van de engelen. Het zijn zijn engelen. "Wanneer de Mensenzoon komt in zijn heerlijkheid en vergezeld van alle engelen..." (Mt. 25, 31)[b:Mt. 25, 31]. Zij zijn van Hem, omdat zij door en voor Hem geschapen zijn: "Want in Hem is alles geschapen in de hemelen en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare, tronen en hoogheden, heerschappijen en machten. Het heelal is geschapen door Hem en voor Hem" (Kol. 1, 16)[b:Kol. 1, 16]. Zij zijn des te meer van Hem, omdat Hij hen tot boodschappers gemaakt heeft van zijn heilsplan: "Wat zijn zij anders dan dienende geesten, uitgezonden ten behoeve van hen voor wie het heil is weggelegd?" (Heb. 1, 14)[b:Heb. 1, 14].
Zie ook alinea's: -291-[al:291]
Christus is het middelpunt van de wereld van de engelen. Het zijn zijn engelen. "Wanneer de Mensenzoon komt in zijn heerlijkheid en vergezeld van alle engelen..." (Mt. 25, 31)[b:Mt. 25, 31]. Zij zijn van Hem, omdat zij door en voor Hem geschapen zijn: "Want in Hem is alles geschapen in de hemelen en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare, tronen en hoogheden, heerschappijen en machten. Het heelal is geschapen door Hem en voor Hem" (Kol. 1, 16)[b:Kol. 1, 16]. Zij zijn des te meer van Hem, omdat Hij hen tot boodschappers gemaakt heeft van zijn heilsplan: "Wat zijn zij anders dan dienende geesten, uitgezonden ten behoeve van hen voor wie het heil is weggelegd?" (Heb. 1, 14)[b:Heb. 1, 14].
Zie ook alinea's: -291-[al:291]
Referenties naar alinea 331: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
332
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Zij zijn er vanaf de schepping ((Vgl. Job. 38, 7; waar zij "zonen van God" genoemd worden))[[b:Job. 38, 7]] en in heel de heilsgeschiedenis, zij kondigen van verre en van dichtbij dit heil aan en staan in dienst van het goddelijk plan van de verwezenlijking hiervan: zij sluiten het aards paradijs, (Gen. 3, 24)[[b:Gen. 3, 24]] beschermen Lot, (Gen. 19)[[b:Gen. 19]] redden Hagar en haar kind, (Gen. 21, 17)[[b:Gen. 21, 17]] houden Abrahams hand tegen, (Gen. 22, 11)[[b:Gen. 22, 11]] door hun dienstwerk wordt de Wet meegedeeld, (Hand. 7, 53)[[b:Hand. 7, 53]] zij leiden het volk van God, (Ex. 23, 20-23)[[b:Ex. 23, 20-23]] zij kondigen geboorten (Re. 13)[[b:Re. 13]] en roepingen (Re. 6, 11-24; Jes. 6, 6)[[b:Re. 6, 11-24; Jes. 6, 6]] aan, zij staan de profeten bij, (1 Kon. 19, 5)[[b:1 Kon. 19, 5]] om maar enkele voorbeelden te noemen. Tenslotte is het de engel Gabriël die de geboorte van de Voorloper en van Jezus zelf aankondigt. (Lc. 1, 11.26)[[b:Lc. 1, 11.26]]
Referenties naar alinea 332: 2
Youcat ->=geentekst=Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
333
559
559
Vanaf de menswording tot de Hemelvaart is het leven van het mensgeworden Woord omgeven door de verering en de dienst van de engelen. Wanneer God "de eerstgeborene de wereld binnenleidt, zegt Hij: 'Alle engelen Gods moeten Hem hulde brengen"' (Heb. 1, 6)[b:Heb. 1, 6]. Hun lofzang bij de geboorte van Christus klinkt nog steeds door in de lofprijzing van de kerk: "Eer aan God..." (Lc. 2, 14)[b:Lc. 2, 14]. Zij beschermen Jezus' jeugd, (Mt. 1, 20; Mt. 2, 13.19)[[b:Mt. 1, 20; Mt. 2, 13.19]] dienen Hem in de woestijn, (Mc. 1, 12; Mt. 4, 11)[[b:Mc. 1, 12; Mt. 4, 11]] sterken Hem in zijn doodsangst, (Lc. 22, 43)[[b:Lc. 22, 43]] terwijl Hij door hen uit de handen van de vijanden gered had kunnen worden, (Mt. 26, 53)[[b:Mt. 26, 53]] zoals eens Israël. (2 Mak. 10, 29-30; 2 Mak. 11, 8)[[b:2 Mak. 10, 29-30; 2 Mak. 11, 8]] Het zijn ook de engelen die "evangeliseren" (Lc. 2, 10)[[b:Lc. 2, 10]], wanneer zij de Blijde Boodschap van de menswording (Lc. 2, 8-14)[[b:Lc. 2, 8-14]] en van de verrijzenis (Mc. 16, 5-7)[[b:Mc. 16, 5-7]] van Christus aankondigen. Zij zullen er zijn bij de wederkomst van Christus die zij aankondigen, (Hand. 1, 10-11)[[b:Hand. 1, 10-11]] in dienst van zijn oordeel. (Mt. 13, 41; Mt. 25, 31; Lc. 12, 8-9)[[b:Mt. 13, 41; Mt. 25, 31; Lc. 12, 8-9]]
Zie ook alinea's: -559-[al:559]
Zie ook alinea's: -559-[al:559]
Referenties naar alinea 333: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
334
Youcat ->=geentekst=
De engelen in het leven van de Kerk
Tegen deze achtergrond geniet heel het leven van de Kerk de mysterieuze en machtige hulp van de engelen. (Hand. 5, 18-20; Hand. 8, 26-29; Hand. 10, 3-8; Hand. 12, 6-11; Hand. 27, 23-25)[[b:Hand. 5, 18-20; Hand. 8, 26-29; Hand. 10, 3-8; Hand. 12, 6-11; Hand. 27, 23-25]]
Tegen deze achtergrond geniet heel het leven van de Kerk de mysterieuze en machtige hulp van de engelen. (Hand. 5, 18-20; Hand. 8, 26-29; Hand. 10, 3-8; Hand. 12, 6-11; Hand. 27, 23-25)[[b:Hand. 5, 18-20; Hand. 8, 26-29; Hand. 10, 3-8; Hand. 12, 6-11; Hand. 27, 23-25]]
Referenties naar alinea 334: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
335
1138
1138
In haar liturgie voegt de Kerk zich bij de engelen om de driewerf heilige God te aanbidden; Vgl. Missale Romanum,...Vgl. Missale Romanum, "Sanctus" zij roept hun bijstand in (zoals in het gebed In Paradisum deducant te angeli... van de begrafenisliturgie België: De orde van dienst...België: De orde van dienst voor de uitvaartliturgie, Brussel: (ICLZ 1971) nr 50/Nederland: De uitvaartliturgie (1976): nr. 50, of in de "Hymne van de cherubijnen" in de Byzantijnse liturgie Byzantijnse Liturgie van de...Byzantijnse Liturgie van de H. Johannes Chrysostomus, Hymne van de cherubijnen) en zij viert meer in het bijzonder de gedachtenis van bepaalde engelen (de engelbewaarders, de heilige Michaël, de heilige Gabriël, de heilige Rafaël).
Zie ook alinea's: -1138-[al:1138]
Zie ook alinea's: -1138-[al:1138]
Referenties naar alinea 335: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
336
1020
1020
Vanaf het begin (Mt. 18, 10)[[b:Mt. 18, 10]] tot de dood (Lc. 16, 22)[[b:Lc. 16, 22]] is het menselijk leven omringd door hun bescherming (Ps. 34, 8; Ps. 91, 10-13)[[b:Ps. 34, 8; Ps. 91, 10-13]] en voorspraak. (Job. 33, 23-24; Zach. 1, 12; Tob. 12, 12)[[b:Job. 33, 23-24; Zach. 1, 12; Tob. 12, 12]] "Iedere gelovige wordt terzijde gestaan door een engel om hem als een behoeder en herder naar het leven te leiden" 3,1, vert. uit Gr.[[924]] Vanaf het aardse bestaan neemt het christelijk leven in het geloof deel aan de gelukzalige gemeenschap van engelen en mensen, verenigd in God.
Zie ook alinea's: -1020-[al:1020]
Zie ook alinea's: -1020-[al:1020]
Referenties naar alinea 336: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - De zichtbare wereld (337-349)
337
32
32
Het is God zelf die de zichtbare wereld, in al haar rijkdom, diversiteit en orde, geschapen heeft. De Schrift stelt het werk van de Schepper symbolisch voor als een opeenvolging van zes dagen van goddelijke "werkzaamheid" die eindigen met de "rust" van de zevende dag (Gen. 1, 1-2, 4)[b:Gen. 1, 1-2, 4]. De gewijde tekst leert met betrekking tot de schepping waarheden, die door God voor ons heil vgl: Dei Verbum, 11[[[576|11]]] geopenbaard zijn en die het mogelijk maken "het innerlijk wezen en de waarde van heel de schepping en haar gerichtheid op Gods eer te kennen". vert. uit Lat.[[617|36]]
Zie ook alinea's: -290-[al:290]-293-[al:293]
Zie ook alinea's: -290-[al:290]-293-[al:293]
Referenties naar alinea 337: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
338
297
297
Er bestaat niets wat zijn bestaan niet te danken heeft aan God als Schepper. De wereld is begonnen, op het moment dat ze door het woord van God uit het niet geschapen is; alle bestaande wezens, heel de natuur, heel de menselijke geschiedenis wortelen in deze oergebeurtenis: het is de geboorte zelf van de wereld zelf waarbij deze gevormd wordt en de tijd begonnen is. vgl: 1,2,4, vert. uit Lat.[[[925]]]
Zie ook alinea's: -297-[al:297]
Zie ook alinea's: -297-[al:297]
Referenties naar alinea 338: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
339
226
299
1704
2501
Youcat ->=geentekst=
Laudato Si' ->=geentekst=
De wereld genezen - 7. Zorg voor de gemeenschappelijke woning en contemplatieve houding ->=geentekst=
226
299
1704
2501
Ieder schepsel heeft zijn eigen goedheid en volmaaktheid. Bij elk van de werken van de "zes dagen" wordt gezegd: "En God zag dat het goed was". "Krachtens de aard van de schepping zelf bezitten de dingen hun eigen bestaan, hun waarheid en goedheid, hun eigen wetten en orde". § 2, vert. uit Lat.[[575|36]] De verschillende schepselen, volgens hun eigen wezen gewild, weerspiegelen op hun eigen wijze de oneindige wijsheid en goedheid van God. Daarom moet de mens de eigen goedheid van elk schepsel respecteren om een ongeordend gebruik van de dingen te vermijden, hetgeen een minachting van de Schepper is en rampzalige gevolgen met zich meebrengt voor de mens en zijn milieu.
Zie ook alinea's: -2501-[al:2501]-299-[al:299]-226-[al:226]
Zie ook alinea's: -2501-[al:2501]-299-[al:299]-226-[al:226]
Referenties naar alinea 339: 4
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Laudato Si' ->=geentekst=
De wereld genezen - 7. Zorg voor de gemeenschappelijke woning en contemplatieve houding ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
340
1937
Laudato Si' ->=geentekst=
1937
De onderlinge afhankelijkheid van de schepselen is door God gewild. De zon en de maan, de ceder en het bloempje, de adelaar en de mus: het schouwspel van hun oneindige verscheidenheid en ongelijkheid betekent dat geen enkel schepsel aan zichzelf genoeg heeft. Zij bestaan slechts in onderlinge afhankelijkheid om elkaar wederzijds aan te vullen, ten dienste van elkaar.
Zie ook alinea's: -1937-[al:1937]
Zie ook alinea's: -1937-[al:1937]
Referenties naar alinea 340: 2
Youcat ->=geentekst=Laudato Si' ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
341
283
2500
283
2500
De schoonheid van het heelal: de orde en de harmonie van de geschapen wereld volgen uit de verscheidenheid van de wezens en hun onderlinge verhouding. De mens ontdekt deze geleidelijk als natuurwetten. Die doen de geleerden verwonderd staan. De schoonheid van de schepping weerspiegelt de oneindige schoonheid van de Schepper. Zij moet inspireren tot respect en onderwerping van het verstand en de wil van de mens.
Zie ook alinea's: -2500-[al:2500]-283-[al:283]
Zie ook alinea's: -2500-[al:2500]-283-[al:283]
Referenties naar alinea 341: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
342
310
310
De hiërarchie onder de schepselen wordt uitgedrukt door de volgorde in de "zes dagen" die gaat van het minder naar het meer volmaakte. God bemint al zijn schepselen (Ps. 145, 9)[[b:Ps. 145, 9]] en Hij zorgt voor ieder van hen, zelfs voor de mussen. Niettemin zegt Jezus: "Gij zijt meer waard dan een zwerm mussen" (Lc. 12, 7)[b:Lc. 12, 7], of ook: "Wat betekent nu een schaap vergeleken bij een mens?" (Mt. 12, 12)[b:Mt. 12, 12].
Zie ook alinea's: -310-[al:310]
Zie ook alinea's: -310-[al:310]
Referenties naar alinea 342: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
343
355
355
De mens is het hoogtepunt van het werk van de schepping. Het geïnspireerde verhaal brengt dit tot uitdrukking door de schepping van de mens duidelijk te onderscheiden van die van de andere schepselen. (Gen. 1, 26)[[b:Gen. 1, 26]]
Zie ook alinea's: -355-[al:355]
Zie ook alinea's: -355-[al:355]
Referenties naar alinea 343: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
344
293
1218
2416
Youcat ->=geentekst=
293
1218
2416
Er bestaat een solidariteit onder alle schepselen op grond van het feit dat ze alle dezelfde Schepper hebben en dat alle geordend zijn om Hem te verheerlijken.
Geprezen zijt Gij, Heer, met al uw schepselenZie ook alinea's: -293-[al:293]-1939-[al:1939]-2416-[al:2416]-1218-[al:1218]
vooral zuster zon, die de dag is, en door wie Gij ons verlicht.
En zij is schoon en stralend met grote glans:
van U, Allerhoogste, is zij het zinnebeeld... Geprezen zijt Gij, mijn Heer, om zuster water,
die zeer nuttig en nederig en kostbaar en rein is...
Geprezen zijt Gij, mijn Heer, om onze zuster, moeder aarde,
die ons onderhoudt en voedt
en verscheidene vruchten voortbrengt
samen met kleurrijke bloemen en gras.
Prijst en zegent de Heer en dankt Hem
en dient Hem in grote nederigheid. vert. uit It.[[926]]
Referenties naar alinea 344: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
345
De sabbat - einde van de werkzaamheid van de "zes dagen". De gewijde tekst zegt dat "God op de zevende dag het werk dat Hij verricht had, tot voltooiing bracht" en dat zo "de hemel en de aarde voltooid werden" en dat God op de zevende dag "rustte": en dat Hij deze dag zegende en hem heilig maakte (Gen. 2, 1-3)[b:Gen. 2, 1-3]. Deze geïnspireerde woorden zijn rijk aan heilzaam onderricht:
Zie ook alinea's: -2168-[al:2168]
Zie ook alinea's: -2168-[al:2168]
Referenties naar alinea 345: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
346
2168
2168
In de schepping heeft God een fundament en duurzame wetten gelegd, (Heb. 4, 3-4)[[b:Heb. 4, 3-4]] waarop de gelovige vol vertrouwen kan steunen en die voor hem het teken en het onderpand zullen zijn van de onwankelbare betrouwbaarheid van Gods verbond. (Jer. 31, 35-37; Jer. 33, 19-26)[[b:Jer. 31, 35-37; Jer. 33, 19-26]] Van zijn kant zal de mens trouw moeten blijven aan dit fundament en zal hij de wetten die God daarin geschreven heeft, moeten respecteren.Zie ook alinea's: -2169-[al:2169]
Referenties naar alinea 346: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
347
2168
2168
De schepping is met het oog op de sabbat, en dus op de eredienst en de aanbidding van God, tot stand gebracht. De eredienst staat in de orde van de schepping geschreven. (Gen. 1, 14)[[b:Gen. 1, 14]] "Niets boven Gods eredienst stellen" zegt de regel van de heilige Benedictus, waarmee de juiste volgorde van de menselijke beslommeringen aangegeven wordt.Zie ook alinea's: -1145-1152-[al:1145-1152]
Referenties naar alinea 347: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
348
De sabbat staat in het middelpunt van de Wet van Israël. Het onderhouden van de geboden is beantwoorden aan de wijsheid en de wil van God, zoals die tot uitdrukking komen in zijn scheppingswerk.Zie ook alinea's: -2172-[al:2172]
Referenties naar alinea 348: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
349
624
1046
2174
En Hij is mensgeworden ->=geentekst=
624
1046
2174
De achtste dag. Maar voor ons is een nieuwe dag opgegaan: de dag van Christus' verrijzenis. De zevende dag voltooit de eerste schepping. Op de achtste dag begint de nieuwe schepping. Zo vindt het scheppingswerk zijn hoogtepunt in het grotere werk van de verlossing. De eerste schepping vindt haar betekenis en haar hoogtepunt in de nieuwe schepping in Christus, waarvan de glans die van de eerste overtreft. Vgl Missale Romanum, Paaswake...Vgl Missale Romanum, Paaswake 24; Gebed na de eerste lezing, Altaarmissaal (NL) 356; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 169
Zie ook alinea's: -2174-[al:2174]-1046-[al:1046]
Zie ook alinea's: -2174-[al:2174]-1046-[al:1046]
Referenties naar alinea 349: 2
Youcat ->=geentekst=En Hij is mensgeworden ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (350-354)
350
De engelen zijn geestelijke wezens die God onophoudelijk verheerlijken en die zijn heilsbesluiten dienen, die heilzaam zijn voor de andere schepselen: "De engelen werken mee aan alles wat goed voor ons is" I q. 114 a. 3 ad 3, vert. uit Lat.[[t:I q. 114 a. 3 ad 3]]
Referenties naar alinea 350: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
351
De engelen omringen Christus, hun Heer. Zij dienen Hem in het bijzonder bij de vervulling van zijn heilszending onder de mensen.
Referenties naar alinea 351: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
352
De kerk vereert de engelen die haar bijstaan op haar aardse pelgrimstocht en die elk menselijk wezen beschermen.
Referenties naar alinea 352: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
353
God heeft de verscheidenheid van zijn schepselen en hun eigen goedheid, hun onderlinge afhankelijkheid en hun ordening gewild. Hij heeft alle materiële schepselen bestemd tot welzijn van het menselijk geslacht. De mens, en heel de schepping door hem, is bestemd tot verheerlijking van God.
Referenties naar alinea 353: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
354
Youcat ->=geentekst=
Het respecteren van de wetten die in de schepping geschreven staan, en de verhoudingen die voortvloeien uit de natuur der dingen, is een beginsel van wijsheid en een fundament van de moraal.
Referenties naar alinea 354: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 6 - De mens (355-384)
355
27
36
343
1604
1877
2566
27
36
343
1604
1877
2566
"En God schiep de mens als zijn beeld; als het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hem" (Gen. 1, 27)[b:Gen. 1, 27]. De mens heeft een unieke plaats in de schepping: hij is "als het beeld van God" (I ("Als beeld van God")[1|+ 430]); in zijn eigen wezen verenigt hij de geestelijke en de stoffelijke wereld (II ("Eén naar lichaam en ziel")[1|+ 437]); hij is geschapen "man en vrouw"; (III ("Man en vrouw schiep Hij hen")[1|+ 445]); God heeft hem in zijn vriendschap aangenomen (IV (De mens in het paradijs)[1|+ 451]).
Zie ook alinea's: -1700-[al:1700]-343-[al:343]
Zie ook alinea's: -1700-[al:1700]-343-[al:343]
Referenties naar alinea 355: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I - "Als beeld van God" (356-361)
356
225
704
1700
2258
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Antiqua et Nova ->=geentekst=
225
704
1700
2258
Van alle zichtbare schepselen is alleen de mens in staat zijn Schepper te kennen en lief te hebben;" § 1, vert. uit Lat.[[575|12]] hij is "het enig schepsel op aarde dat om zichzelf door God is gewild". § 3. vert. uit Lat.[[575|24]] hij alleen is geroepen door kennis en liefde te delen in het leven van God. Hij is met dit doel geschapen en dit is de diepste grond van zijn waardigheid.
Welke reden hebt U, aan de mens zo' n grote waardigheid te geven? Zeker de onschatbare liefde waarmee U in Uzelf ernaar gekeken hebt en er verliefd op geworden zijt; want uit liefde hebt Gij dit schepsel geschapen, uit liefde hebt Gij het een bestaan geschonken dat in staat is uw eeuwig goed te smaken. 4.13, vert uit It. (vgl. Getijdenboek Lect. I.7,13)[[918]]Zie ook alinea's: -1703-[al:1703]-2258-[al:2258]-225-[al:225]-295-[al:295]
Referenties naar alinea 356: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Antiqua et Nova ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
357
1935
2237
2270
2334
De menselijke persoon - hart van de vrede ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Laudato Si' ->=geentekst=
Antiqua et Nova ->=geentekst=
1935
2237
2270
2334
Omdat het menselijk individu is als het beeld van God, heeft het de waardigheid van een persoon: hij is niet alleen iets, maar ook iemand. Hij is in staat zichzelf te kennen, zichzelf te bezitten en zichzelf in vrijheid te geven en in contact te treden met andere personen, en hij is door genade geroepen tot een verbond met zijn Schepper, om aan Hem een antwoord van geloof en liefde te geven, dat niemand in zijn plaats kan geven.
Zie ook alinea's: -1935-[al:1935]-1877-[al:1877]
Zie ook alinea's: -1935-[al:1935]-1877-[al:1877]
Referenties naar alinea 357: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=De menselijke persoon - hart van de vrede ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Laudato Si' ->=geentekst=
Antiqua et Nova ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
358
299
901
2415
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
299
901
2415
God heeft alles voor de mens geschapen, vgl: § 1[[[575|12]]] vgl: § 3[[[575|24]]] vgl: § 1[[[575|39]]] maar de mens is geschapen om God te dienen en te beminnen en om Hem heel de schepping, aan te bieden.
Wat is dus het wezen dat geschapen zal worden en dat een dergelijke eer geniet? Dat is de mens, een groot en bewonderenswaardig levend wezen, kostbaarder in Gods ogen dan heel de schepping: voor hem bestaan hemel, aarde en zee en geheel de schepping, aan zijn redding heeft God zoveel waarde gehecht, dat Hij ter wille van hem zelfs zijn enige Zoon niet gespaard heeft. Want God heeft niet nagelaten alles in het werk te stellen om de mens naar Hem te doen opgaan en hem aan zijn rechterhand te plaatsen. 21, vert. uit Gr.[[928]]Zie ook alinea's: -299-[al:299]-901-[al:901]
Referenties naar alinea 358: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
359
388
411
504
520
1701
2419
En Hij is mensgeworden ->=geentekst=
388
411
504
520
1701
2419
"In werkelijkheid vindt het mysterie van de mens alleen zijn verklaring in het licht van het mysterie van het mensgeworden Woord": § 1, vert uit Lat.[[575|22]]
De oorsprong van het menselijk geslacht gaat volgens de apostel Paulus terug op twee mensen, Adam en Christus... Paulus zegt: "De eerste mens, Adam, werd een levend wezen; de tweede Adam werd een levendmakende Geest" (1 Kor. 15, 45)[b:1 Kor. 15, 45]. Die eerste is door die tweede geschapen. Van Hem heeft hij ook een ziel ontvangen zodat hij leeft... De tweede Adam heeft zijn beeld afgedrukt in de eerste, toen Hij hem vormde uit klei. Daarom nam Hij diens menselijke persoon aan en nam Hij zijn naam over. Zo ontbrak Hem niets van wat Hij als een beeld van zichzelf had geschapen: de eerste Adam en de laatste Adam. Die eerste heeft een begin, die laatste heeft geen einde. Die laatste is in feite ook zelf de eerste, want Hij zegt: "Ik ben de eerste en de laatste" (Openb. 1, 8)[b:Openb. 1, 8]. Serm. 117, vert Getijdenboek Lect II,796[[929]]Zie ook alinea's: -1701-[al:1701]-388-[al:388]-411-[al:411]
Referenties naar alinea 359: 2
Youcat ->=geentekst=En Hij is mensgeworden ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
360
225
404
775
831
842
1939
225
404
775
831
842
1939
Dankzij zijn gemeenschappelijke oorsprong vormt het menselijk geslacht een eenheid. Want God "deed heel het mensengeslacht uit één ontstaan" (Hand. 17, 26)[b:Hand. 17, 26]: (Tobit. 8, 6)[[b:Tobit. 8, 6]]
Wonderbaarlijke aanschouwing die ons het menselijk geslacht laat zien in de eenheid van zijn oorsprong in God (...); in de eenheid van zijn natuur, bij allen gelijkelijk bestaande uit een stoffelijk lichaam en een geestelijke ziel, in de eenheid van zijn onmiddellijk doel en zijn zending in de wereld; in de eenheid van zijn woonomgeving: de aarde, goederen waarvan alle mensen op grond van het natuurrecht gebruik kunnen maken om het leven te ondersteunen en te ontwikkelen; in de eenheid van zijn bovennatuurlijk doel: God zelf, op wie allen gericht moeten zijn; in de eenheid van de middelen om dat doel te bereiken; (...) in de eenheid van zijn vrijkoping die Christus voor allen tot stand heeft gebracht. Summi Pontificatus[[650]] vgl: Nostra Aetate, 1[[[610|1]]]Zie ook alinea's: -225-[al:225]-404-[al:404]-775-[al:775]-831-[al:831]-842-[al:842]
Referenties naar alinea 360: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
361
"Deze wet van menselijke solidariteit en naastenliefde" Summi Pontificatus[[650]] vgl: Nostra Aetate, 1[[[610|1]]] verzekert ons ervan dat, zonder de rijke verscheidenheid van personen, culturen en volken uit te sluiten, alle mensen werkelijk broeders en zusters zijn.
Zie ook alinea's: -1939-[al:1939]
Zie ook alinea's: -1939-[al:1939]
Referenties naar alinea 361: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - "Eén naar lichaam en ziel" (362-368)
362
624
1146
2332
2516
624
1146
2332
2516
De menselijke persoon, geschapen naar Gods beeld, is tegelijkertijd een lichamelijk en een geestelijk wezen. Het bijbelverhaal brengt deze werkelijkheid tot uitdrukking in een symbolisch taalgebruik, wanneer het zegt: "God boetseerde de mens uit stof, van de aarde genomen en Hij blies hem de levensadem in de neus: zo werd de mens een levend wezen." (Gen. 2, 7)[b:Gen. 2, 7] De mens is dus in zijn geheel door God gewild.
Zie ook alinea's: -1146-[al:1146]-2332-[al:2332]
Zie ook alinea's: -1146-[al:1146]-2332-[al:2332]
Referenties naar alinea 362: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
363
471
1703
Youcat ->=geentekst=
471
1703
Dikwijls staat de term "ziel" in de heilige Schrift voor "het menselijk leven" (Mt. 16, 25-26; Joh. 15, 13)[[b:Mt. 16, 25-26; Joh. 15, 13]] of voor heel de menselijke persoon. (Hand. 2, 41)[[b:Hand. 2, 41]] Maar hij geeft ook aan wat het diepste wezen van de mens (Mt. 26, 38; Joh. 12, 27)[[b:Mt. 26, 38; Joh. 12, 27]] en het meest waardevolle in hem, (Mt. 10, 28; 2 Mak. 6, 30)[[b:Mt. 10, 28; 2 Mak. 6, 30]] en eveneens datgene waardoor hij in het bijzonder Gods beeld is: "ziel" betekent het geestelijk beginsel in de mens.
Zie ook alinea's: -1703-[al:1703]
Zie ook alinea's: -1703-[al:1703]
Referenties naar alinea 363: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
364
990
1004
2289
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Dignitas Infinita ->=geentekst=
De ontologische waardigheid van de persoon in Dignitas Infinita - Enkele verduidelijkingen ->=geentekst=
990
1004
2289
Het lichaam van de mens heeft deel aan de waardigheid van "het beeld van God": het is een menselijk lichaam; juist omdat het bezield wordt door een geestelijke ziel en het de menselijke persoon die in zijn geheel bestemd is om in het lichaam van Christus de tempel van de Geest te worden: (1 Kor. 6, 19-20; 1 Kor. 15, 44-45)[[b:1 Kor. 6, 19-20; 1 Kor. 15, 44-45]]
Als een eenheid van lichaam en ziel verenigt de mens in zich, juist door zijn lichamelijkheid, de elementen van de stoffelijke wereld, zodat deze door hem hun hoogtepunt bereiken en hun stem verheffen om in vrijheid de Schepper te prijzen. De mens mag dus zijn lichamelijk leven niet minachten, integendeel, hij moet zijn lichaam als door God geschapen en door Hem bestemd voor de verrijzenis op de laatste dag, waarderen en eerbiedigen. § 1[[575|14]]Zie ook alinea's: -1004-[al:1004]-2289-[al:2289]
Referenties naar alinea 364: 5
Naar de gelijkenis met God - altijd? Geestelijke gestoordheid bij mensen ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Dignitas Infinita ->=geentekst=
De ontologische waardigheid van de persoon in Dignitas Infinita - Enkele verduidelijkingen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
365
Youcat ->=geentekst=
Antiqua et Nova ->=geentekst=
De eenheid van lichaam en ziel gaat zo diep dat men de ziel als de "vorm" van het lichaam moet beschouwen, vgl: Fidei catholicae, 2[[[1863|2]]] d.w.z. dankzij de geestelijke ziel is het uit stof bestaande lichaam een menselijk en levend lichaam; geest en stof zijn in de mens geen twee met elkaar verenigde naturen, maar hun eenheid vormt een natuur.
Referenties naar alinea 365: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Antiqua et Nova ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
366
33
997
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
33
997
De Kerk leert dat iedere geestelijke ziel direct door God geschapen wordt: vgl: Humani Generis, 36[[[470|36]]] zij wordt niet "voortgebracht" door de ouders; de Kerk leert ons ook dat de ziel onsterfelijk is: vgl: Sessio VIII - Apostolici regiminis, 1[[[2534|1]]] zij vergaat niet na haar scheiding van het lichaam bij de dood en zij zal zich opnieuw met het lichaam verenigen bij de uiteindelijke verrijzenis.
Zie ook alinea's: -1005-[al:1005]-997-[al:997]
Zie ook alinea's: -1005-[al:1005]-997-[al:997]
Referenties naar alinea 366: 3
Het wetenschappelijke begrip van de evolutie van het heelal en van het leven ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
367
2083
2083
Soms blijkt de ziel onderscheiden te worden van de geest. Zo bidt de heilige Paulus dat ons "hele wezen, geest, ziel en lichaam, moge ongerept bewaard zijn bij de komst van onze Heer" vert. uit Gr.[[1858|10]] (1 Tess. 5, 23)[b:1 Tess. 5, 23]. De Kerk leert dat dit onderscheid geen dualiteit in de ziel invoert. Dei Filius, 6[[115|6]] vgl: § 5[[[575|22]]] "Geest" betekent dat de mens vanaf zijn schepping bestemd is voor zijn bovennatuurlijk doelen dat zijn ziel het vermogen heeft "gratuït" tot de gemeenschap met God verheven te worden. vgl: Humani Generis, 26[[[470|26]]]
Zie ook alinea's: -2083-[al:2083]
Zie ook alinea's: -2083-[al:2083]
Referenties naar alinea 367: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
368
30
112
478
582
715
716
1431
1764
1853
2517
2563
2655
2843
30
112
478
582
715
716
1431
1764
1853
2517
2563
2655
2843
De geestelijke traditie van de Kerk legt ook de nadruk op het hart in de bijbelse zin van "binnenste" (Jer. 31, 33)[b:Jer. 31, 33], waar de mens wel of niet voor God kiest. (Deut. 6, 5; Jes. 29, 13; Ez. 36, 26; Mt. 6, 21; Lc. 8, 15; Rom. 5, 5)[[b:Deut. 6, 5; Jes. 29, 13; Ez. 36, 26; Mt. 6, 21; Lc. 8, 15; Rom. 5, 5]]
Zie ook alinea's: -478-[al:478]-582-[al:582]-1431-[al:1431]-1764-[al:1764]-2517-[al:2517]-2562-[al:2562]-2843-[al:2843]
Zie ook alinea's: -478-[al:478]-582-[al:582]-1431-[al:1431]-1764-[al:1764]-2517-[al:2517]-2562-[al:2562]-2843-[al:2843]
Referenties naar alinea 368: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - "Man en vrouw schiep Hij hen" (369-373)
369
1602
1645
2203
2331
Youcat ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
1602
1645
2203
2331
Gelijkheid en verschil, door God gewild
Man en vrouw zijn geschapen, d.w.z. zij zijn gewild door God: in een volmaakte gelijkheid als menselijke personen enerzijds en in hun respectieve man- en vrouw-zijn anderzijds. "Man-zijn", "vrouw-zijn" is een goede en door God gewilde werkelijkheid: man en vrouw hebben een waardigheid die zij niet kunnen verliezen en die zij direct van God, hun Schepper, krijgen. (Gen. 2, 7.22)[[b:Gen. 2, 7.22]] Man en vrouw zijn met een zelfde waardigheid: "als het beeld van God". In hun "man-zijn" en hun "vrouw-zijn" weerspiegelen zij de wijsheid en de goedheid van de Schepper.
Zie ook alinea's: -2331-2336-[al:2331-2336]
Man en vrouw zijn geschapen, d.w.z. zij zijn gewild door God: in een volmaakte gelijkheid als menselijke personen enerzijds en in hun respectieve man- en vrouw-zijn anderzijds. "Man-zijn", "vrouw-zijn" is een goede en door God gewilde werkelijkheid: man en vrouw hebben een waardigheid die zij niet kunnen verliezen en die zij direct van God, hun Schepper, krijgen. (Gen. 2, 7.22)[[b:Gen. 2, 7.22]] Man en vrouw zijn met een zelfde waardigheid: "als het beeld van God". In hun "man-zijn" en hun "vrouw-zijn" weerspiegelen zij de wijsheid en de goedheid van de Schepper.
Zie ook alinea's: -2331-2336-[al:2331-2336]
Referenties naar alinea 369: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
370
42
239
2331
42
239
2331
God is geenszins als het beeld van de mens. Hij is noch man, noch vrouw. God is zuiver geest, in wie geen plaats is voor verschil in geslacht. Maar de "volmaaktheden" van man en vrouw weerspiegelen iets van de oneindige volmaaktheid van God: die van een moeder (Jes. 49, 14-15; Jes. 66, 13; Ps. 131, 2-3)[[b:Jes. 49, 14-15; Jes. 66, 13; Ps. 131, 2-3]] en die van een vader en echtgenoot. (Hos. 11, 1-4; Jer. 3, 4-19)[[b:Hos. 11, 1-4; Jer. 3, 4-19]]Zie ook alinea's: -42-[al:42]-239-[al:239]
Referenties naar alinea 370: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
371
1603
2331
Youcat ->=geentekst=
1603
2331
"De een voor de ander" en "één eenheid in twee"
Samen geschapen, zijn man en vrouw voor elkaar gewild door God. Gods woord geeft ons dit te verstaan in verschillende passages van de gewijde tekst: "Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past" (Gen. 2, 18)[b:Gen. 2, 18]. Geen van de dieren is in staat voor de mens een partner te zijn (Gen. 2, 19-20)[b:Gen. 2, 19-20]. De vrouw die God "vormt" uit de van de man genomen rib en die Hij naar de man brengt, doet de man een kreet van bewondering slaken, een uitroep van liefde en gemeenschap: "Been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees" (Gen. 2, 23)[b:Gen. 2, 23]. De man ontdekt de vrouw als een ander "ik", als iemand met dezelfde menselijke natuur.
Zie ook alinea's: -1605-[al:1605]
Samen geschapen, zijn man en vrouw voor elkaar gewild door God. Gods woord geeft ons dit te verstaan in verschillende passages van de gewijde tekst: "Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past" (Gen. 2, 18)[b:Gen. 2, 18]. Geen van de dieren is in staat voor de mens een partner te zijn (Gen. 2, 19-20)[b:Gen. 2, 19-20]. De vrouw die God "vormt" uit de van de man genomen rib en die Hij naar de man brengt, doet de man een kreet van bewondering slaken, een uitroep van liefde en gemeenschap: "Been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees" (Gen. 2, 23)[b:Gen. 2, 23]. De man ontdekt de vrouw als een ander "ik", als iemand met dezelfde menselijke natuur.
Zie ook alinea's: -1605-[al:1605]
Referenties naar alinea 371: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
372
1605
1652
2207
2331
Instrumentum laboris t.b.v. de 3e Bijzondere Bisschoppensynode ->=geentekst=
1605
1652
2207
2331
Man en vrouw zijn "voor elkaar gemaakt". niet dat God ze slechts "half" of "onaf" gemaakt zou hebben; Hij heeft hen geschapen om een gemeenschap van personen te vormen, waarbij ieder een "hulp" voor de ander kan zijn, omdat zij tegelijkertijd als persoon gelijk zijn ("been van mijn gebeente...") en elkaar als mannelijk en vrouwelijk wezen aanvullen. In het huwelijk verenigt God hen en wel zo dat ze door "volkomen één te worden" (Gen. 2, 24)[b:Gen. 2, 24] het menselijk leven kunnen doorgeven: "Weest vruchtbaar en wordt talrijk, bevolkt de aarde" (Gen. 1, 28)[b:Gen. 1, 28]. Door aan hun afstammelingen het menselijke leven door te geven werken man en vrouw, als echtgenoten en ouders, op een unieke manier mee aan het werk van de Schepper. § 1[[575|50]]
Zie ook alinea's: -1652-[al:1652]-2366-[al:2366]
Zie ook alinea's: -1652-[al:1652]-2366-[al:2366]
Referenties naar alinea 372: 2
Youcat ->=geentekst=Instrumentum laboris t.b.v. de 3e Bijzondere Bisschoppensynode ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
373
307
2331
2415
Youcat ->=geentekst=
307
2331
2415
In Gods heilsplan hebben man en vrouw de roeping de aarde te "onderwerpen" als Gods "rentmeesters". Deze soevereiniteit mag niet een willekeurige en verwoestende heerschappij zijn. Naar het beeld van de Schepper "die alles wat bestaat, liefheeft" (Wijsh. 11, 24)[b:Wijsh. 11, 24] zijn man en vrouw geroepen deel te nemen aan de goddelijke voorzienigheid ten opzichte van de andere schepselen. Vandaar hun verantwoordelijkheid voor de wereld die God hun heeft toevertrouwd.
Zie ook alinea's: -307-[al:307]-2415-[al:2415]
Zie ook alinea's: -307-[al:307]-2415-[al:2415]
Referenties naar alinea 373: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV - De mens in het paradijs (374-379)
374
54
2347
54
2347
De eerste mens is niet alleen als van nature goed geschapen, maar hij werd in een staat van vriendschap met zijn Schepper geplaatst en van harmonie met zichzelf en de schepping rondom hem. Deze waarden zijn alleen overtroffen door de heerlijkheid van de nieuwe schepping in Christus.
Zie ook alinea's: -54-[al:54]
Zie ook alinea's: -54-[al:54]
Referenties naar alinea 374: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
375
1997
1997
Wanneer de kerk op authentieke wijze de symboliek van de taal van de bijbel in het licht van het Nieuwe Testament en de overlevering uitlegt, leert zij dat onze eerste ouders Adam en Eva in een staat van "oorspronkelijke heiligheid en gerechtigheid" gesteld waren. vert uit Lat.[[667|1]] Deze genade van oorspronkelijke heiligheid was "een deel hebben aan het goddelijk leven". vert. uit Lat.[[617|2]]
Zie ook alinea's: -1997-[al:1997]
Zie ook alinea's: -1997-[al:1997]
Referenties naar alinea 375: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
376
1008
1502
1008
1502
Door de uitstraling van deze genade werd het leven van de mens in al zijn dimensies gesterkt. Zolang de mens een innig contact met God bleef houden, hoefde hij noch te sterven, (Gen. 2, 17; Gen. 3, 19)[[b:Gen. 2, 17; Gen. 3, 19]] noch te lijden. (Gen. 3, 16)[[b:Gen. 3, 16]] De innerlijke harmonie nu van de menselijke persoon, de harmonie tussen man en vrouw, (Gen. 2, 25)[[b:Gen. 2, 25]] de harmonie tenslotte tussen het eerste mensenpaar en heel de schepping was de staat die "oorspronkelijke gerechtigheid" genoemd wordt.
Zie ook alinea's: -1008-[al:1008]-1502-[al:1502]
Zie ook alinea's: -1008-[al:1008]-1502-[al:1502]
Referenties naar alinea 376: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
377
2514
2514
Het "heersen over" de wereld dat God de mens vanaf het begin toegestaan had, kwam vooral bij de mens zelf tot stand als beheersing van zichzelf. De mens was ongerept en geordend in heel zijn wezen, omdat hij vrij was van de drievoudige begeerte (1 Joh. 2, 16)[[b:1 Joh. 2, 16]] die hem onderwerpt aan het begeren van het vlees, aan de begeerte naar aardse goederen (het begeren der ogen) en aan de zelfbevestiging tegen hetgeen het verstand voorschrijft, in.
Zie ook alinea's: -2514-[al:2514]
Zie ook alinea's: -2514-[al:2514]
Referenties naar alinea 377: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
378
2415
2427
Antiqua et Nova ->=geentekst=
2415
2427
Als teken van de vertrouwelijke omgang met God plaatste God hem in de tuin van Eden. (Gen. 2, 8)[[b:Gen. 2, 8]] De mens leeft er "om de grond te bewerken en te beheren" (Gen. 2, 15)[b:Gen. 2, 15]: het werk is geen moeizame inspanning, (Gen. 3, 17-19)[[b:Gen. 3, 17-19]] maar een samenwerking van de man en de vrouw met God bij de vervolmaking van de zichtbare schepping.
Zie ook alinea's: -2415-[al:2415]-2427-[al:2427]
Zie ook alinea's: -2415-[al:2415]-2427-[al:2427]
Referenties naar alinea 378: 2
Youcat ->=geentekst=Antiqua et Nova ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
379
Het is heel deze harmonie van de oorspronkelijke gerechtigheid, in Gods heilsplan voor de mens voorzien, die door de zonde van onze stamouders verloren zal gaan.
Referenties naar alinea 379: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (380-384)
380
God, "Gij hebt de mens gemaakt naar uw beeld en hem de zorg over de gehele aarde opgedragen, opdat hij in gehoorzaamheid aan zijn Schepper over alle schepselen zou bevelen". MR, Eucharistisch gebed IV....MR, Eucharistisch gebed IV. in: Altaarmissaal (NL) . blz. 709. Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 303
Referenties naar alinea 380: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
381
De mens is voorbestemd om het beeld van de mensgeworden Zoon van God - "beeld van de onzichtbare God" (Kol. 1, 15)[b:Kol. 1, 15] - opnieuw tegenwoordig te stellen, opdat Christus de eerstgeborene is onder vele broeders en zusters. (Ef. 1, 3-6; Rom. 8, 29)[[b:Ef. 1, 3-6; Rom. 8, 29]]
Referenties naar alinea 381: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
382
Youcat ->=geentekst=
De mens is "één naar lichaam en ziel". § 4[[575|14]] De geloofsleer stelt dat de geestelijke en onsterfelijke ziel direct door God geschapen wordt.
Referenties naar alinea 382: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
383
"God heeft de mens niet geschapen om alleen te zijn. Reeds bij het begin 'heeft Hij hen geschapen als man en vrouw' (Gen. 1, 27)[b:Gen. 1, 27]; de vereniging van deze twee is de eerste vorm van een gemeenschap van personen". § 4, vert uit Lat.[[575|12]]
Referenties naar alinea 383: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
384
De openbaring heeft ons kennis doen nemen van de staat van de oorspronkelijke heiligheid en gerechtigheid van man en vrouw vóór de zondeval: uit hun vriendschap met God vloeide het geluk van hun bestaan in het paradijs voort.
Referenties naar alinea 384: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 7 - De zondeval (385-421)
385
309
457
539
1848
309
457
539
1848
God is oneindig goed en al zijn werken zijn goed. Toch ontkomt niemand aan de ervaring van het lijden, van het kwaad in de natuur - dat gepaard schijnt te gaan met de grenzen, eigen aan de schepselen - en vooral aan het probleem van het morele kwaad. Waar komt het kwaad vandaan? "Ik zocht waar het kwaad vandaan. komt, en ik vond de oplossing niet", zegt de heilige Augustinus 7.7,11, vert uit Lat.[[850]] en in zijn eigen smartelijk zoeken vindt hij geen andere uitweg dan de bekering tot de levende God. Want "het geheim der goddeloosheid" (2 Tess. 2, 7)[b:2 Tess. 2, 7] wordt slechts duidelijk in het licht van "het geheim van onze godsdienst" (1 Tim. 3, 16)[b:1 Tim. 3, 16]. De openbaring van de goddelijke liefde in Christus heeft tegelijk de omvang van het kwaad èn de overvloed van de genade getoond. (Rom. 5, 20)[[b:Rom. 5, 20]] Wij moeten derhalve het probleem van de oorsprong van het kwaad onder ogen zien door de blik van ons geloof te vestigen op Hem die als enige het kwaad overwonnen heeft. (Lc. 11, 21-22; Joh. 16, 11; 1 Joh. 3, 8)[[b:Lc. 11, 21-22; Joh. 16, 11; 1 Joh. 3, 8]]
Zie ook alinea's: -309-[al:309]-457-[al:457]-1848-[al:1848]-539-[al:539]
Zie ook alinea's: -309-[al:309]-457-[al:457]-1848-[al:1848]-539-[al:539]
Referenties naar alinea 385: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I - Waar de zonde heeft gewoekerd, werd de genade mateloos (386-390)
386
De realiteit van de zonde
De zonde is in de geschiedenis van de mens aanwezig: het zou een nutteloze poging zijn haar te ontkennen of aan deze duistere realiteit andere namen te geven. Om te proberen te begrijpen wat de zonde is, moeten wij eerst de innige band tussen God en de mens erkennen, want buiten deze relatie wordt het kwaad van de zonde niet ontmaskerd in zijn ware hoedanigheid van afwijzing van en verzet ten opzichte van God, terwijl dit kwaad blijft drukken op het leven van de mens en de geschiedenis.
Zie ook alinea's: -1847-[al:1847]
De zonde is in de geschiedenis van de mens aanwezig: het zou een nutteloze poging zijn haar te ontkennen of aan deze duistere realiteit andere namen te geven. Om te proberen te begrijpen wat de zonde is, moeten wij eerst de innige band tussen God en de mens erkennen, want buiten deze relatie wordt het kwaad van de zonde niet ontmaskerd in zijn ware hoedanigheid van afwijzing van en verzet ten opzichte van God, terwijl dit kwaad blijft drukken op het leven van de mens en de geschiedenis.
Zie ook alinea's: -1847-[al:1847]
Referenties naar alinea 386: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
387
293
1739
1847
Youcat ->=geentekst=
293
1739
1847
De realiteit van de zonde, en meer in het bijzonder van de erfzonde, wordt slechts duidelijk in het licht van de goddelijke openbaring. Zonder de kennis die zij ons over God geeft, kan men de zonde niet duidelijk herkennen en is men geneigd haar alleen maar te verklaren als: een gebrek aan groei, als een psychologische zwakte, een fout, het noodzakelijk gevolg van een ontoereikende maatschappelijke structuur. Alleen in het licht van de kennis van Gods heilsplan voor de mens begrijpt men dat de zonde een misbruiken is van de vrijheid die God geeft aan mensen, die geschapen zijn om Hem en elkaar te kunnen beminnen.
Zie ook alinea's: -1848-[al:1848]-1739-[al:1739]
Zie ook alinea's: -1848-[al:1848]-1739-[al:1739]
Referenties naar alinea 387: 2
De Vader houdt van jullie (vgl. Joh 16,27) ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
388
208
359
431
729
Youcat ->=geentekst=
208
359
431
729
De erfzonde - een wezenlijke geloofswaarheid
Met het voortschrijden van de openbaring wordt ook de realiteit van de zonde duidelijk gemaakt. Hoewel Gods volk uit het Oude Testament het verdriet in het menselijk bestaan bezien heeft in het licht van het verhaal van de zondeval in Genesis, kon het de uiteindelijke betekenis van dit verhaal, die pas in het licht van de dood en de verrijzenis van Jezus Christus duidelijk wordt, niet begrijpen. (Rom. 5, 12-21)[[b:Rom. 5, 12-21]] Men moet Christus kennen als de bron van genade om Adam te herkennen als de bron van zonde. De Geest, de Helper, gezonden door de verrezen Christus, Hij is het die gekomen is "om de wereld te overtuigen van wat zonde is" (Joh. 16, 8)[b:Joh. 16, 8] door Hem die haar Verlosser is, te openbaren.
Zie ook alinea's: -431-[al:431]-208-[al:208]-359-[al:359]-729-[al:729]
Met het voortschrijden van de openbaring wordt ook de realiteit van de zonde duidelijk gemaakt. Hoewel Gods volk uit het Oude Testament het verdriet in het menselijk bestaan bezien heeft in het licht van het verhaal van de zondeval in Genesis, kon het de uiteindelijke betekenis van dit verhaal, die pas in het licht van de dood en de verrijzenis van Jezus Christus duidelijk wordt, niet begrijpen. (Rom. 5, 12-21)[[b:Rom. 5, 12-21]] Men moet Christus kennen als de bron van genade om Adam te herkennen als de bron van zonde. De Geest, de Helper, gezonden door de verrezen Christus, Hij is het die gekomen is "om de wereld te overtuigen van wat zonde is" (Joh. 16, 8)[b:Joh. 16, 8] door Hem die haar Verlosser is, te openbaren.
Zie ook alinea's: -431-[al:431]-208-[al:208]-359-[al:359]-729-[al:729]
Referenties naar alinea 388: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
389
422
432
Youcat ->=geentekst=
422
432
De leer over de erfzonde is, om zo te zeggen, de "keerzijde" van de blijde boodschap dat Jezus de Heiland is van alle mensen, dat allen behoefte hebben aan het heil en dat het heil aan allen dankzij Christus aangeboden wordt. De kerk die de gedachte van de Heer kent, (1 Kor. 2, 16)[[b:1 Kor. 2, 16]] weet goed dat men de openbaring van de erfzonde niet kan aantasten zonder afbreuk te doen aan het mysterie van Christus.
Zie ook alinea's: -422-[al:422]
Zie ook alinea's: -422-[al:422]
Referenties naar alinea 389: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
390
289
289
Hoe het verhaal van de zondeval te lezen
Het verhaal van de zondeval (Gen. 3)[[b:Gen. 3]] gebruikt een beeldende taal, maar het bevestigt een oergebeurtenis, een feit dat plaats heeft gehad aan het begin van de geschiedenis van de mens. § 1[[575|13]] De openbaring geeft ons de geloofszekerheid dat heel de menselijke geschiedenis getekend wordt door de misstap die onze stamouders, uit vrije wil, aan het begin begingen. vgl: Sessio V - Decretum super peccato originali, (13)[[[667|(13)]]] vgl: Humani Generis, 37[[[470|37]]] vgl: Tot de deelnemers aan het symposium over het mysterie van de erfzonde[[[3840]]]
Zie ook alinea's: -289-[al:289]
Het verhaal van de zondeval (Gen. 3)[[b:Gen. 3]] gebruikt een beeldende taal, maar het bevestigt een oergebeurtenis, een feit dat plaats heeft gehad aan het begin van de geschiedenis van de mens. § 1[[575|13]] De openbaring geeft ons de geloofszekerheid dat heel de menselijke geschiedenis getekend wordt door de misstap die onze stamouders, uit vrije wil, aan het begin begingen. vgl: Sessio V - Decretum super peccato originali, (13)[[[667|(13)]]] vgl: Humani Generis, 37[[[470|37]]] vgl: Tot de deelnemers aan het symposium over het mysterie van de erfzonde[[[3840]]]
Zie ook alinea's: -289-[al:289]
Referenties naar alinea 390: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - De val van de engelen (391-395)
391
2538
2851
2538
2851
Achter de keuze van onze stamouders voor ongehoorzaamheid gaat een verleidelijke, aan God tegengestelde stem schuil, (Gen. 3, 1-5)[[b:Gen. 3, 1-5]] die hen uit afgunst de dood doet ondergaan. (Wijsh. 2, 24)[[b:Wijsh. 2, 24]] De Schrift en de overlevering van de kerk zien in dit wezen een gevallen engel, Satan of duivel geheten. (Joh. 8, 44; Openb. 12, 9)[[b:Joh. 8, 44; Openb. 12, 9]] De Kerk leert dat hij eerst een door God geschapen, goede engel is geweest. "De duivel en de andere demonen zijn immers door God als van nature goed geschapen, maar zij zijn uit zichzelf slecht geworden". vert. uit Lat.[[796|1]]
Zie ook alinea's: -2538-[al:2538]
Zie ook alinea's: -2538-[al:2538]
Referenties naar alinea 391: 1
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
392
2482
2482
De Schrift spreekt over een zonde van de engelen. (2 Petr. 2, 4)[[b:2 Petr. 2, 4]] Deze "zondeval" bestaat in de vrije keuze van deze geschapen geesten, die God en zijn rijk radicaal en onherroepelijk hebben afgewezen. Wij vinden een afspiegeling van deze opstand in de woorden die de verleider tot onze stamouders spreekt: "Gij zult gelijk worden aan God" (Gen. 3, 5)[b:Gen. 3, 5]. De duivel "zondigt vanaf het begin" (1 Joh. 3, 8)[b:1 Joh. 3, 8], "hij is een aartsleugenaar" (Joh. 8, 44)[b:Joh. 8, 44].
Zie ook alinea's: -1850-[al:1850]-2482-[al:2482]
Zie ook alinea's: -1850-[al:1850]-2482-[al:2482]
Referenties naar alinea 392: 1
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
393
1022
1033
1035
1022
1033
1035
Het is niet de onvolkomenheid van de oneindige, goddelijke barmhartigheid, maar het onherroepelijke karakter van de keuze van de engelen, dat ervoor gezorgd heeft dat hun zonde niet vergeven kan worden. "Want na de zondeval is er voor hen geen berouw meer mogelijk, zoals dat ook voor de mensen na de dood onmogelijk is". 2.4, vert uit Grieks[[855]]
Zie ook alinea's: -1033-[al:1033]-1022-[al:1022]
Zie ook alinea's: -1033-[al:1033]-1022-[al:1022]
Referenties naar alinea 393: 1
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
394
538
550
2119
538
550
2119
De Schrift getuigt van de noodlottige invloed van hem die Jezus "een moordenaar vanaf het begin" (Joh. 8, 44)[b:Joh. 8, 44] noemt en die zelfs geprobeerd heeft Jezus af te houden van de zending die Hij van de Vader gekregen had. (Mt. 4, 1-11)[[b:Mt. 4, 1-11]] "De Zoon van God is juist gekomen om het werk van de duivel ongedaan te maken" (1 Joh. 3, 8)[b:1 Joh. 3, 8]. Het werk met de ernstigste gevolgen is de leugenachtige verleiding geweest die de mens ertoe gebracht heeft ongehoorzaam te zijn aan God.
Zie ook alinea's: -538-540-[al:538-540]-550-[al:550]-2846-2849-[al:2846-2849]
Zie ook alinea's: -538-540-[al:538-540]-550-[al:550]-2846-2849-[al:2846-2849]
Referenties naar alinea 394: 1
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
395
412
1673
412
1673
De macht van de Satan is echter niet oneindig. Hij is maar een schepsel, machtig op grond van het feit dat hij louter geest is, maar nog altijd een schepsel: hij kan de grondvesting van het rijk van God niet verhinderen. Hoewel Satan in de wereld werkzaam is uit haat jegens God en zijn rijk in Jezus Christus, en zijn handelen zware schade toebrengt - van geestelijke en zelfs indirect van fysieke aard - aan iedere mens afzonderlijk en aan de maatschappij in haar geheel, wordt dit handelen toegelaten door de goddelijke voorzienigheid, die met kracht en met zachte hand de geschiedenis van de mens en de wereld leidt. Het toelaten door God van het handelen van de duivel is een groot mysterie, maar "wij weten dat God in alles het heil bevordert van die Hem liefhebben" (Rom. 8, 28)[b:Rom. 8, 28].
Zie ook alinea's: -309-[al:309]-1673-[al:1673]-412-[al:412]-2850-2854-[al:2850-2854]
Zie ook alinea's: -309-[al:309]-1673-[al:1673]-412-[al:412]-2850-2854-[al:2850-2854]
Referenties naar alinea 395: 1
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - De erfzonde (396-409)
396
301
311
1732
1955
2126
2629
301
311
1732
1955
2126
2629
De beproeving van de vrijheid
God heeft de mens naar zijn beeld geschapen en hem in zijn vriendschap gesteld. Als geestelijk wezen kan de mens deze vriendschap alleen maar beleven door zich vrijwillig aan God te onderwerpen. Het verbod aan de mens om van de boom van de kennis van goed en kwaad te eten brengt dat tot uitdrukking, "want op de dag dat gij daarvan eet, moet ge sterven" (Gen. 2, 17)[b:Gen. 2, 17]. "De boom van de kennis van goed en kwaad" (Gen. 2, 17)[b:Gen. 2, 17] roept symbolisch het beeld op van de niet te overschrijden grens die de mens, als schepsel, in vrijheid moet erkennen en vol vertrouwen moet eerbiedigen. De mens is afhankelijk van de Schepper, hij is onderworpen aan de wetten van de schepping en aan de morele normen die het gebruik van de vrijheid regelen.
Zie ook alinea's: -1730-[al:1730]-311-[al:311]-301-[al:301]
God heeft de mens naar zijn beeld geschapen en hem in zijn vriendschap gesteld. Als geestelijk wezen kan de mens deze vriendschap alleen maar beleven door zich vrijwillig aan God te onderwerpen. Het verbod aan de mens om van de boom van de kennis van goed en kwaad te eten brengt dat tot uitdrukking, "want op de dag dat gij daarvan eet, moet ge sterven" (Gen. 2, 17)[b:Gen. 2, 17]. "De boom van de kennis van goed en kwaad" (Gen. 2, 17)[b:Gen. 2, 17] roept symbolisch het beeld op van de niet te overschrijden grens die de mens, als schepsel, in vrijheid moet erkennen en vol vertrouwen moet eerbiedigen. De mens is afhankelijk van de Schepper, hij is onderworpen aan de wetten van de schepping en aan de morele normen die het gebruik van de vrijheid regelen.
Zie ook alinea's: -1730-[al:1730]-311-[al:311]-301-[al:301]
Referenties naar alinea 396: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
397
55
215
539
1707
1850
2541
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
55
215
539
1707
1850
2541
De eerste zonde van de mens
De mens heeft, door de duivel verleid, in zijn hart het vertrouwen jegens zijn Schepper (Gen. 3, 1-11)[[b:Gen. 3, 1-11]] laten sterven en door van zijn vrijheid misbruik te maken is hij ongehoorzaam geweest aan het gebod van God. Daarin bestaat de eerste zonde van de mens. (Rom. 5, 19)[[b:Rom. 5, 19]] Iedere zonde zal dientengevolge ongehoorzaamheid aan God zijn en een gebrek aan vertrouwen in zijn goedheid.
Zie ook alinea's: -1707-[al:1707]-2541-[al:2541]-1850-[al:1850]-215-[al:215]
De mens heeft, door de duivel verleid, in zijn hart het vertrouwen jegens zijn Schepper (Gen. 3, 1-11)[[b:Gen. 3, 1-11]] laten sterven en door van zijn vrijheid misbruik te maken is hij ongehoorzaam geweest aan het gebod van God. Daarin bestaat de eerste zonde van de mens. (Rom. 5, 19)[[b:Rom. 5, 19]] Iedere zonde zal dientengevolge ongehoorzaamheid aan God zijn en een gebrek aan vertrouwen in zijn goedheid.
Zie ook alinea's: -1707-[al:1707]-2541-[al:2541]-1850-[al:1850]-215-[al:215]
Referenties naar alinea 397: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
398
29
2084
2113
29
2084
2113
In de zonde heeft de mens zichzelf boven God gesteld en daardoor God geminacht: hij heeft voor zichzelf gekozen tegen God, tegen hetgeen van hem als schepsel gevraagd werd, en sindsdien, tegen hetgeen goed voor hemzelf was. In een staat van heiligheid gesteld, was de mens om door God voorbestemd ten volle "vergoddelijkt" te worden in heerlijkheid. Door de verleiding van de duivel heeft hij "als God willen zijn", (Gen. 3, 5)[[b:Gen. 3, 5]] maar "zonder God en voor God, en niet overeenkomstig God". vert uit Gr.[[932]]
Zie ook alinea's: -2084-[al:2084]-2113-[al:2113]
Zie ook alinea's: -2084-[al:2084]-2113-[al:2113]
Referenties naar alinea 398: 1
"Ik geloof in God, de Schepper van hemel en aarde, de Schepper van de mens" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
399
De Schrift toont de dramatische gevolgen van deze eerste ongehoorzaamheid. Adam en Eva verliezen onmiddellijk de genade van de oorspronkelijke heiligheid. (Rom. 3, 23)[[b:Rom. 3, 23]] Zij zijn bang voor deze God (Gen. 3, 9-10)[[b:Gen. 3, 9-10]] van wie zij een verkeerd beeld hebben, het beeld van een God die angstig waakt over zijn voorrechten. (Gen. 3, 5)[[b:Gen. 3, 5]]
Referenties naar alinea 399: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
400
223
602
1607
2514
223
602
1607
2514
De harmonie waarin zij dankzij de oorspronkelijke gerechtigheid gevestigd waren, is vernietigd; de macht van de geestelijke vermogens van de ziel over het lichaam wordt teniet gedaan; (Gen. 3, 7)[[b:Gen. 3, 7]] de eenheid van man en vrouw wordt blootgesteld aan spanningen; (Gen. 3, 11-13)[[b:Gen. 3, 11-13]] hun verhouding zal gekenmerkt worden door begeerte en overheersing. (Gen. 3, 16)[[b:Gen. 3, 16]] De harmonie met de schepping wordt verbroken: de zichtbare schepping is voor de mens vreemd en vijandig geworden. (Gen. 3, 17.19)[[b:Gen. 3, 17.19]] Door de schuld van de mens is de schepping onderworpen "aan een zinloos bestaan" (Rom. 8, 20)[b:Rom. 8, 20]. Tenslotte zal het gevolg, uitdrukkelijk aangekondigd voor het geval het vergrijp van ongehoorzaamheid plaatsvindt, (Gen. 2, 17)[[b:Gen. 2, 17]] werkelijkheid worden: de mens "zal terugkeren naar de grond waaruit hij is genomen" (Gen. 3, 19)[b:Gen. 3, 19]. De dood doet zijn intrede in de geschiedenis van de mensheid. (Rom. 5, 12)[[b:Rom. 5, 12]]
Zie ook alinea's: -1607-[al:1607]-2514-[al:2514]-602-[al:602]-1008-[al:1008]
Zie ook alinea's: -1607-[al:1607]-2514-[al:2514]-602-[al:602]-1008-[al:1008]
Referenties naar alinea 400: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
401
56
1008
1739
1865
2259
56
1008
1739
1865
2259
Sinds deze eerste zonde overspoelt een ware "invasie" van zonden de wereld: de broedermoord door Kaïn gepleegd op Abel; (Gen. 4, 3-15)[[b:Gen. 4, 3-15]] de algehele ontaarding ten gevolge van de zonde; (Gen. 6, 5.12; Rom. 1, 18-32)[[b:Gen. 6, 5.12; Rom. 1, 18-32]] evenzo manifesteert zich in de geschiedenis van Israël de zonde veelvuldig, vooral als ontrouw aan de God van het verbond en als overtreding van de wet van Mozes; ook na de verlossing van Christus manifesteert de zonde zich onder de christenen op talrijke manieren. (1 Kor. 1-6; Openb. 2-3)[[b:1 Kor. 1-6; Openb. 2-3]] De Schrift en de overlevering van de Kerk houden niet op de aanwezigheid en de universaliteit van de zonde in de geschiedenis van de mens in herinnering te brengen.
Wat wij door de goddelijke openbaring te weten komen, stemt overeen met de ervaring. Immers, wanneer de mens in zijn eigen hart kijkt, ontdekt hij ook dat hij geneigd is tot het kwade en ondergedompeld is in allerlei kwaad dat niet van zijn goede Schepper afkomstig kan zijn. Door keer op keer te weigeren God als zijn oorsprong te erkennen heeft de mens de juiste orde, die hem op zijn laatste doel richtte verbroken en daarmee ook heel de ordening zowel met betrekking tot zichzelf als tot de andere mensen en al het geschapene. § 1. vert. uit Lat.[[575|13]]Zie ook alinea's: -1865-[al:1865]-2259-[al:2259]-1739-[al:1739]
Referenties naar alinea 401: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
402
430
605
430
605
De gevolgen van de zonde van Adam voor de mensheid
Alle mensen zijn betrokken in de zonde van Adam. De heilige Paulus bevestigt dit: "Door de ongehoorzaamheid van één mens werden allen zondaars" (Rom. 5, 19)[b:Rom. 5, 19]. "Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en met de zonde de dood en zo is de dood over alle mensen gekomen, aangezien allen gezondigd hebben (...)" (Rom. 5, 12)[b:Rom. 5, 12]. Tegenover de universaliteit van de zonde en de dood stelt de apostel de universaliteit van het heil in Christus: "Zoals de fout van een leidde tot veroordeling van allen, zo leidde de gerechte daad van één alleen tot vrijspraak en leven voor allen" (Rom. 5, 18)[b:Rom. 5, 18].
Zie ook alinea's: -430-[al:430]-605-[al:605]
Alle mensen zijn betrokken in de zonde van Adam. De heilige Paulus bevestigt dit: "Door de ongehoorzaamheid van één mens werden allen zondaars" (Rom. 5, 19)[b:Rom. 5, 19]. "Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en met de zonde de dood en zo is de dood over alle mensen gekomen, aangezien allen gezondigd hebben (...)" (Rom. 5, 12)[b:Rom. 5, 12]. Tegenover de universaliteit van de zonde en de dood stelt de apostel de universaliteit van het heil in Christus: "Zoals de fout van een leidde tot veroordeling van allen, zo leidde de gerechte daad van één alleen tot vrijspraak en leven voor allen" (Rom. 5, 18)[b:Rom. 5, 18].
Zie ook alinea's: -430-[al:430]-605-[al:605]
Referenties naar alinea 402: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
403
1250
2606
1250
2606
De kerk heeft altijd geleerd, hierin de heilige Paulus volgend, dat de geweldige ellende waaronder de mensen gebukt gaan, en hun neiging tot het kwaad en de dood niet te begrijpen zijn zonder deze in verband te brengen met de zonde van Adam en het feit dat hij op ons een zonde heeft overgedragen waarmee wij allen besmet zijn bij de geboorte en die de "dood van de ziel" vgl: Sessio V - Decretum super peccato originali, 2[[[667|2]]] is. Op grond van deze geloofszekerheid dient de kerk het doopsel toe tot vergeving van de zonden, zelfs aan kinderen die geen persoonlijke zonden bedreven hebben. vgl: Sessio V - Decretum super peccato originali, 4[[[667|4]]]
Zie ook alinea's: -2606-[al:2606]-1250-[al:1250]
Zie ook alinea's: -2606-[al:2606]-1250-[al:1250]
Referenties naar alinea 403: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
404
360
Youcat ->=geentekst=
"Ik geloof in God, de Schepper van hemel en aarde, de Schepper van de mens" ->=geentekst=
360
Hoe komt het dat de zonde van Adam de zonde van al zijn afstammelingen geworden is? Heel het menselijk geslacht is in Adam "als het ene lichaam van een mens" 4,1, vert. uit Lat.[[933]] Door deze "eenheid van het menselijk geslacht" zijn alle mensen verwikkeld in de zonde van Adam, zoals allen verwikkeld zijn in de gerechtigheid van Christus. Toch is het overdragen van de erfzonde een mysterie dat wij niet ten volle kunnen begrijpen. Maar wij weten door de openbaring dat Adam de oorspronkelijke heiligheid en gerechtigheid niet alleen voor zichzelf, maar voor heel de menselijke natuur ontvangen had: door te bezwijken voor de verleider begaan Adam en Eva een persoonlijke zonde, maar deze zonde tast de menselijke natuur aan die zij in een staat van verval vgl: Sessio V - Decretum super peccato originali, 1-2[[[667|1-2]]] zullen brengen. Het is een zonde die door voortplanting overgedragen zal worden op de hele mensheid, d.w.z. door het overdragen van een menselijke natuur die beroofd is van haar oorspronkelijke heiligheid en gerechtigheid. Daarom wordt de erfzonde op analoge wijze "zonde" genoemd: het is een zonde "die men opgelopen heeft" en niet "bedreven heeft", een staat en niet een daad.
Zie ook alinea's: -360-[al:360]-50-[al:50]
Zie ook alinea's: -360-[al:360]-50-[al:50]
Referenties naar alinea 404: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
"Ik geloof in God, de Schepper van hemel en aarde, de Schepper van de mens" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
405
1264
1426
2515
"Ik geloof in God, de Schepper van hemel en aarde, de Schepper van de mens" ->=geentekst=
1264
1426
2515
Ofschoon de erfzonde aan ieder eigen is, vgl: Sessio V - Decretum super peccato originali, 3[[[667|3]]] heeft zij in geen enkele afstammeling van Adam het karakter van een persoonlijk vergrijp. Het gaat hier om het verlies van de oorspronkelijke heiligheid en gerechtigheid, maar de menselijke natuur is niet geheel verdorven: zij is in haar eigen natuurlijke krachten gewond, onderworpen aan onwetendheid, lijden en de heerschappij van de dood en geneigd tot zonde (deze neiging tot het kwaad wordt "concupiscentie" genoemd). Het doopsel doet de erfzonde teniet door het leven van de genade van Christus te geven en brengt de mens weer naar God, maar de gevolgen voor de verzwakte en tot het kwaad geneigde natuur blijven in de mens bestaan en roepen hem op tot geestelijke strijd.
Zie ook alinea's: -2515-[al:2515]-1264-[al:1264]
Zie ook alinea's: -2515-[al:2515]-1264-[al:1264]
Referenties naar alinea 405: 2
Youcat ->=geentekst="Ik geloof in God, de Schepper van hemel en aarde, de Schepper van de mens" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
406
De leer van de Kerk over het overdragen van de erfzonde wordt vooral in de vijfde eeuw nader gepreciseerd, in het bijzonder onder invloed van het denken van de heilige Augustinus tegen het pelagianisme en in de 16e eeuw in de strijd tegen de reformatie. Pelagius was van mening dat de mens door de natuurlijke kracht van zijn vrije wil, zonder de noodzakelijke hulp van Gods genade, een moreel goed leven kon leiden; hij bracht zo de invloed van Adams vergrijp terug tot die van een slecht voorbeeld. De eerste reformatoren leerden daarentegen dat de mens radicaal verdorven was en dat zijn vrijheid door de erfzonde was opgeheven; zij identificeerden de erfzonde van iedere mens met de neiging tot het kwade (concupiscentie), die niet te overwinnen zou zijn. De Kerk heeft zich in het bijzonder uitgesproken over de betekenis van het geopenbaarde gegeven met betrekking tot de erfzonde op het tweede concilie van Orange in 529 vgl: Canones (2e Synode van Orange), (2-3)[[[3319|(2-3)]]] en op het Concilie van Trente[d:21] in 1546. vgl: Sessio V - Decretum super peccato originali, 1-6[[[667|1-6]]]
Referenties naar alinea 406: 1
"Ik geloof in God, de Schepper van hemel en aarde, de Schepper van de mens" ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
407
1888
2015
2342
2516
1888
2015
2342
2516
Een harde strijd
De leer over de erfzonde - samen met die over de verlossing door Christus - geeft een helder inzicht in de situatie van de mens en zijn handelen in de wereld. Door de zonde van de stamouders heeft de duivel een zekere macht over de mens gekregen, hoewel deze laatste zijn vrijheid behouden heeft. De erfzonde leidt tot "de slavernij onder de macht van hem die daarna het dodenrijk bezat, d.w.z. de duivel" vgl: vert. uit Lat.[[[667|1]]] (Heb. 2, 14)[[b:Heb. 2, 14]] Ontkennen dat de mens een gewonde, tot het kwaad geneigde natuur heeft, geeft aanleiding tot ernstige dwalingen op het gebied van de opvoeding, de politiek, het sociaal handelen vgl: Centesimus Annus, 25[[[3|25]]] en de zeden.
Zie ook alinea's: -2015-[al:2015]-2852-[al:2852]-1888-[al:1888]
De leer over de erfzonde - samen met die over de verlossing door Christus - geeft een helder inzicht in de situatie van de mens en zijn handelen in de wereld. Door de zonde van de stamouders heeft de duivel een zekere macht over de mens gekregen, hoewel deze laatste zijn vrijheid behouden heeft. De erfzonde leidt tot "de slavernij onder de macht van hem die daarna het dodenrijk bezat, d.w.z. de duivel" vgl: vert. uit Lat.[[[667|1]]] (Heb. 2, 14)[[b:Heb. 2, 14]] Ontkennen dat de mens een gewonde, tot het kwaad geneigde natuur heeft, geeft aanleiding tot ernstige dwalingen op het gebied van de opvoeding, de politiek, het sociaal handelen vgl: Centesimus Annus, 25[[[3|25]]] en de zeden.
Zie ook alinea's: -2015-[al:2015]-2852-[al:2852]-1888-[al:1888]
Referenties naar alinea 407: 1
Caritas in Veritate ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
408
1869
1869
De gevolgen van de erfzonde en van alle persoonlijke zonden van de mensen brengen de wereld in haar geheel in een staat van zonde die met een uitdrukking van de heilige Johannes omschreven kan worden als "de zonde van de wereld" (Joh. 1, 29)[b:Joh. 1, 29]. Met deze uitdrukking geeft men ook de negatieve invloed aan die maatschappelijke situaties en sociale structuren, vrucht van de menselijke zonden, vgl: Reconciliatio et paenitentia, 16[[[759|16]]] uitoefenen op personen.
Zie ook alinea's: -1869-[al:1869]
Zie ook alinea's: -1869-[al:1869]
Referenties naar alinea 408: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
409
2725
2725
Deze dramatische situatie van de wereld, "die geheel in de macht van de boze ligt" (1 Joh. 5, 19)[b:1 Joh. 5, 19] (1 Petr. 5, 8)[[b:1 Petr. 5, 8]] maakt van het leven van de mens een strijd.
Door heel de menselijke geschiedenis heen loopt een lijn van harde strijd tegen de machten der duisternis. Deze strijd dateert van het begin van de wereld en zal, overeenkomstig het woord van de Heer, voortduren tot aan de laatste dag. In deze strijd moet de mens zonder ophouden strijden, wil hij vasthouden aan het goede, en niet zonder grote krachtinspanning kan hij met de hulp van Gods genade in zichzelf de eenheid tot stand brengen. § 2, vert. uit Lat.[[575|37]]Zie ook alinea's: -2516-[al:2516]
Referenties naar alinea 409: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV - "Gij hebt hem niet overgeleverd aan de macht van de dood" (410-412)
410
55
489
705
1609
2568
55
489
705
1609
2568
Na zijn zondeval is de mens niet door God verlaten. Integendeel, God roept hem (Gen. 3, 9)[[b:Gen. 3, 9]] en kondigt hem op mysterieuze wijze aan dat het kwaad overwonnen zal worden en dat hij uit zijn zondeval opgericht zal worden. (Gen. 3, 15)[[b:Gen. 3, 15]] Deze passage in Genesis kreeg de naam "proto-evangelie", omdat het de eerste aankondiging is van de Messias, de Verlosser, de aankondiging van een strijd tussen de slang en de Vrouw en de uiteindelijke overwinning van een afstammeling van haar.
Zie ook alinea's: -55-[al:55]-707-[al:707]-1609-[al:1609]-2568-[al:2568]
Zie ook alinea's: -55-[al:55]-707-[al:707]-1609-[al:1609]-2568-[al:2568]
Referenties naar alinea 410: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
411
359
491
615
359
491
615
De christelijke overlevering ziet in deze passage een aankondiging van "de nieuwe Adam" (1 Kor. 15, 21-22.45)[[b:1 Kor. 15, 21-22.45]] die door zijn "gehoorzaamheid tot de dood aan het kruis" (Fil. 2, 8)[b:Fil. 2, 8] op overvloedige wijze de ongehoorzaamheid van Adam weer goedmaakt. (Rom. 5, 19-20)[[b:Rom. 5, 19-20]] Overigens herkennen talrijke Kerkvaders en kerkleraren in de in het "proto-evangelie" aangekondigde vrouw de moeder van Christus, Maria, als de "nieuwe Eva". Zij is het geweest die als eerste en op unieke wijze van de door Christus behaalde overwinning op de zonde geprofiteerd heeft: zij is gevrijwaard van elke smet van de erfzonde vgl: Ineffabilis Deus, 22[[[254|22]]] en gedurende heel haar aardse leven heeft zij door een bijzondere genade van God geen enkele zonde begaan. vgl: Sessio VI - Decretum de iustificatione, 53[[[668|53]]]
Zie ook alinea's: -359-[al:359]-615-[al:615]-491-[al:491]
Zie ook alinea's: -359-[al:359]-615-[al:615]-491-[al:491]
Referenties naar alinea 411: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
412
272
310
395
1994
Youcat ->=geentekst=
272
310
395
1994
Maar waarom heeft God de eerste mens niet verhinderd te zondigen? De heilige Leo de Grote geeft als antwoord: "Door de onuitsprekelijke genade van Christus hebben wij een groter goed ontvangen dan wat wij door de afgunst van de demon verloren hadden". 73,4. vert uit Lat.[[913]] En de heilige Thomas van Aquino zegt: "Niets verzet zich ertegen dat de menselijke natuur na de zonde tot een hoger doel bestemd is. God laat immers toe dat er kwaad geschiedt om er een groter goed uit de doen ontstaan. Vandaar wordt er gezegd: 'Waar de zonde heeft gewoekerd, werd de genade mateloos' (Rom. 5, 20)[b:Rom. 5, 20]; bij het zegenen van de paaskaars wordt gezegd: 'Gelukkige schuld, waaraan wij de Verlosser danken!'" III, q. 1, a. 3 ad 3, vert. uit Lat.[[t:III, q. 1, a. 3 ad 3]]
Zie ook alinea's: -310-[al:310]-395-[al:395]-272-[al:272]-1994-[al:1994]
Zie ook alinea's: -310-[al:310]-395-[al:395]-272-[al:272]-1994-[al:1994]
Referenties naar alinea 412: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (413-421)
413
De dood is door God niet gemaakt en Hij vindt geen vreugde in de ondergang van hen die leven (...), maar door de afgunst van de duivel is de dood in de wereld gekomen" (Wijsh. 1, 13; Wijsh. 2, 24)[b:Wijsh. 1, 13; Wijsh. 2, 24].
Referenties naar alinea 413: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
414
Satan of de duivel en de andere demonen zijn engelen die gevallen zijn, omdat zij uit vrije wil geweigerd hebben God en zijn heilsplan te dienen. Hun keuze tegen God is definitief. Zij proberen de mens deelgenoot te maken van hun opstand tegen God.
Referenties naar alinea 414: 1
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
415
"Hoewel door God geplaatst in een staat van heiligheid heeft de mens, ver leid door de Boze, reeds vanaf het begin van de geschiedenis zijn vrijheid misbruikt door op te staan tegen God en door zijn doel buiten God om te willen bereiken ". § 1. vert. uit Lat.[[575|13]]
Referenties naar alinea 415: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
416
Door zijn zonde heeft Adam als eerste mens de oorspronkelijke heiligheid en gerechtigheid verloren die hij niet alleen voor zichzelf, maar voor alle mensen van God ontvangen had.
Referenties naar alinea 416: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
417
Adam en Eva hebben de door de eerste zonde gewonde, en dus van haar oorspronkelijke heiligheid en gerechtigheid beroofde menselijke natuur op hun nakomelingen overgedragen. Dit beroofd-zijn wordt "erfzonde" genoemd.
Referenties naar alinea 417: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
418
Ten gevolge van de erfzonde is de menselijke natuur in haar krachten verzwakt, onderworpen aan de onwetendheid, aan het lijden en aan de overheersing door de dood, en geneigd tot zonde (een neiging die "concupiscentie" genoemd wordt).
Referenties naar alinea 418: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
419
"Wij houden derhalve met het Concilie van Trente dat de erfzonde tegelijk met de menselijke natuur wordt overgedragen door voortplanting en niet door nabootsing en dat zij zo 'eigen is aan ieder"'. vert. uit Lat.[[763|16]]
Referenties naar alinea 419: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
420
De door Christus behaalde overwinning op de zonde heeft ons een groter goed gegeven dan datgene wat de zonde ons had ontnomen: "Daar waar de zonde heeft gewoekerd, werd de genade mateloos" (Rom. 5, 20)[b:Rom. 5, 20].
Referenties naar alinea 420: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
421
"Volgens het geloof van de christenen is de wereld geschapen en wordt zij in stand gehouden door de liefde van de Schepper; zij gaat weliswaar gebukt onder de slavernij van de zonde, maar door het kruis en de verrijzenis van Christus is de macht van de Boze gebroken en is de wereld bevrijd (...). § 2. vert. uit Lat.[[575|2]]
Referenties naar alinea 421: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tweede hoofdstuk - Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God (422-682)
422
389
503
653
389
503
653
De blijde boodschap: God heeft zijn Zoon gezonden
"Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de Wet, opdat Hij hen die onder de Wet stonden, zou bevrijden, opdat wij de rang van zonen zouden verkrijgen" (Gal. 4, 4-5)[b:Gal. 4, 4-5]. Dat is "de Blijde Boodschap van Jezus Christus, de Zoon van God" (Mc. 1, 1)[b:Mc. 1, 1]: God heeft zijn volk bezocht. (Lc. 1, 68)[[b:Lc. 1, 68]] Hij heeft de beloften die Hij aan Abraham en zijn geslacht gedaan had, in vervulling doen gaan. (Lc. 1, 55)[[b:Lc. 1, 55]] Hij heeft dat boven alle verwachting gedaan: Hij heeft zijn "welbeminde Zoon" (Mc. 1, 11)[b:Mc. 1, 11] gezonden.
Zie ook alinea's: -389-[al:389]-2763-[al:2763]
"Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de Wet, opdat Hij hen die onder de Wet stonden, zou bevrijden, opdat wij de rang van zonen zouden verkrijgen" (Gal. 4, 4-5)[b:Gal. 4, 4-5]. Dat is "de Blijde Boodschap van Jezus Christus, de Zoon van God" (Mc. 1, 1)[b:Mc. 1, 1]: God heeft zijn volk bezocht. (Lc. 1, 68)[[b:Lc. 1, 68]] Hij heeft de beloften die Hij aan Abraham en zijn geslacht gedaan had, in vervulling doen gaan. (Lc. 1, 55)[[b:Lc. 1, 55]] Hij heeft dat boven alle verwachting gedaan: Hij heeft zijn "welbeminde Zoon" (Mc. 1, 11)[b:Mc. 1, 11] gezonden.
Zie ook alinea's: -389-[al:389]-2763-[al:2763]
Referenties naar alinea 422: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
423
Wij geloven en belijden dat Jezus van Nazareth, in Betlehem als jood geboren uit een vrouw van Israël, ten tijde van koning Herodes de Grote en keizer Augustus, van beroep timmerman, gekruisigd en gestorven in Jeruzalem tijdens de regering van keizer Tiberius, onder de landvoogd Pontius Pilatus, de eeuwige, mensgeworden Zoon van God is, dat Hij is "uitgegaan van God" (Joh. 13, 3)[[b:Joh. 13, 3]], "uit de hemel is neergedaald" (Joh. 3, 13; Joh. 6, 33)[[b:Joh. 3, 13; Joh. 6, 33]], "dat Hij werkelijk mens is geworden" (1 Joh. 4, 2)[[b:1 Joh. 4, 2]], want "het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene van de Vader ontvangt, vol genade en waarheid (...). Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen: genade op genade" (Joh. 1, 14.16)[b:Joh. 1, 14.16].
Referenties naar alinea 423: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
424
151
442
552
683
151
442
552
683
Door de genade van de Heilige Geest hiertoe aangezet en aangetrokken door de Vader geloven en belijden wij met betrekking tot Jezus: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God" (Mt. 16, 16)[b:Mt. 16, 16]. Op de steenrots van dit geloof, beleden door de heilige Petrus, heeft Christus zijn Kerk gebouwd. (Mt. 16, 18)[[b:Mt. 16, 18]] vgl: 4,3; 51,1; 62,2; 83,3[[[913]]]
Zie ook alinea's: -683-[al:683]-552-[al:552]
Zie ook alinea's: -683-[al:683]-552-[al:552]
Referenties naar alinea 424: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
425
858
858
"De ondoorgrondelijke rijkdom van Christus verkondigen" (Ef. 3,8)
Het doorgeven van het christelijk geloof betekent allereerst de verkondiging van Jezus Christus om de mensen zo tot het geloof in Hem te brengen. Vanaf het begin hebben de eerste leerlingen het vurig verlangen gehad Christus te verkondigen: "Het is voor ons onmogelijk niet te spreken over hetgeen wij gezien en gehoord hebben" (Hand. 4, 20)[b:Hand. 4, 20]. En zij nodigen de mensen van alle tijden uit te delen in de vreugde van hun gemeenschap met Christus:
Het doorgeven van het christelijk geloof betekent allereerst de verkondiging van Jezus Christus om de mensen zo tot het geloof in Hem te brengen. Vanaf het begin hebben de eerste leerlingen het vurig verlangen gehad Christus te verkondigen: "Het is voor ons onmogelijk niet te spreken over hetgeen wij gezien en gehoord hebben" (Hand. 4, 20)[b:Hand. 4, 20]. En zij nodigen de mensen van alle tijden uit te delen in de vreugde van hun gemeenschap met Christus:
"Wij hebben het gehoord en met eigen ogen gezien; wij hebben het aanschouwd en onze handen hebben het aangeraakt - dààrover spreken wij, over het woord dat leven is. Want het leven is verschenen; het eeuwige leven dat bij de Vader was, heeft zich aan ons geopenbaard, wij hebben het gezien, wij getuigen ervan, wij maken het u bekend. Wat wij gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij ook aan u, opdat gij gemeenschap moogt hebben met ons. En onze gemeenschap is er een met de Vader en met Jezus Christus, zijn Zoon. En wij schrijven dit om ons aller vreugde volkomen te maken" (1 Joh. 1, 1-4)[b:1 Joh. 1, 1-4].Zie ook alinea's: -850-[al:850]-858-[al:858]
Referenties naar alinea 425: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
426
102
513
1075
1676
1698
102
513
1075
1676
1698
In het middelpunt van het geloofsonderricht: Christus
"In het middelpunt van het geloofsonderricht vinden wij in wezen een persoon: die van Jezus van Nazareth, enige Zoon van de Vader (...), die voor ons geleden heeft en gestorven is en die nu, verrezen, met ons voor altijd leeft (...). Het geloof onderrichten (...) wil zeggen: in de persoon van Christus heel het eeuwige heilsplan van God onthullen. Dat wil zeggen: de betekenis van de daden en de woorden van Christus, van de door Hem gestelde tekenen trachten te begrijpen". Catechesi Tradendae, 5[[572|5]] Het doel van het geloofsonderricht is: "De mensen tot de gemeenschap met Jezus Christus te brengen (...); Hij alleen immers kan ons leiden naar de liefde van de Vader in de Geest en ons laten delen in het leven van de allerheiligste Drie-eenheid". Catechesi Tradendae, 5[[572|5]]
Zie ook alinea's: -1698-[al:1698]-513-[al:513]-260-[al:260]
"In het middelpunt van het geloofsonderricht vinden wij in wezen een persoon: die van Jezus van Nazareth, enige Zoon van de Vader (...), die voor ons geleden heeft en gestorven is en die nu, verrezen, met ons voor altijd leeft (...). Het geloof onderrichten (...) wil zeggen: in de persoon van Christus heel het eeuwige heilsplan van God onthullen. Dat wil zeggen: de betekenis van de daden en de woorden van Christus, van de door Hem gestelde tekenen trachten te begrijpen". Catechesi Tradendae, 5[[572|5]] Het doel van het geloofsonderricht is: "De mensen tot de gemeenschap met Jezus Christus te brengen (...); Hij alleen immers kan ons leiden naar de liefde van de Vader in de Geest en ons laten delen in het leven van de allerheiligste Drie-eenheid". Catechesi Tradendae, 5[[572|5]]
Zie ook alinea's: -1698-[al:1698]-513-[al:513]-260-[al:260]
Referenties naar alinea 426: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
427
876
2145
876
2145
"In het geloofsonderricht moet Christus, het mensgeworden Woord en de Zoon van God, onderwezen worden, al het andere enkel, in zoverre het naar Hem verwijst; en alleen Christus leert, en ieder ander doet dit, in zoverre hij zijn woordvoerder of tolk is en Christus door zijn mond spreekt (...). Ieder die het geloof onderricht, zou op zichzelf het mysterieuze woord van Jezus moeten kunnen toepassen: 'Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem die Mij gezonden heeft' (Joh. 7, 16)[b:Joh. 7, 16]". Catechesi Tradendae, 6[[572|6]]
Zie ook alinea's: -2145-[al:2145]-876-[al:876]
Zie ook alinea's: -2145-[al:2145]-876-[al:876]
Referenties naar alinea 427: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
428
Hij die geroepen wordt "Christus te onderrichten" moet daarom allereerst proberen "die alles te boven gaande winst die het kennen van Christus is" te zoeken; men moet "bereid zijn alles te verliezen (...) om Christus te winnen en " ... een te zijn met Hem" en om "Hem te kennen, de kracht van zijn opstanding gewaar te worden en de gemeenschap met zijn lijden, steeds meer op Hem te lijken in zijn sterven om eens te mogen komen tot de wederopstanding uit de doden" (Fil. 3, 8-11)[b:Fil. 3, 8-11].
Referenties naar alinea 428: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
429
851
851
Het is uit deze op liefde gebaseerde kennis van Christus dat het verlangen voortkomt Hem te verkondigen, te "evangeliseren", en anderen te brengen tot het "ja" van het geloof in Jezus Christus. Maar tegelijkertijd doet zich de behoefte ja gevoelen dit geloof steeds beter te leren kennen. Hiertoe zullen allereerst de belangrijkste benamingen waarmee Jezus aangesproken wordt, vermeld worden, in overeenstemming met de volgorde van de geloofsbelijdenis: Christus, Zoon van God, Heer (artikel 2 ("En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer")[1|+ 516]). De geloofsbelijdenis belijdt vervolgens de belangrijkste geheimen van het leven van Christus: die van zijn menswording (artikel 3 ("Jezus Christus is ontvangen van de Heilige Geest, geboren uit de Maagd Maria")[1|+ 548]), die van zijn Pasen (artikel 4 ("Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, Hij is gekruisigd, gestorven en begraven")[1|+ 679] en artikel 5 ("Jezus Christus is nedergedaald ter helle, de derde dag verrezen uit de doden")[1|+ 752]) , en tenslotte die van zijn verheerlijking (artikel 6 ("Jezus is opgestegen ten hemel, Hij zit aan de rechterhand van God de almachtige Vader")[1|+ 788] en artikel 7 ("Vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden")[1|+ 799]) .
Zie ook alinea's: -851-[al:851]
Zie ook alinea's: -851-[al:851]
Referenties naar alinea 429: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 - "En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer" (430-455)
- I - Jezus (430-435)
430
402
1507
1846
402
1507
1846
Jezus betekent in het Hebreeuws: "Jahwe is redding". Bij de boodschap aan Maria geeft de engel Gabriël Hem als eigennaam de naam Jezus, die tegelijkertijd zijn identiteit en zijn zending tot uitdrukking brengt. (Lc. 1, 31)[[b:Lc. 1, 31]] Omdat "God alleen zonden kan vergeven" (Mc. 2, 7)[b:Mc. 2, 7], is Hij het die in Jezus, zijn eeuwige, mensgeworden Zoon, "zijn volk zal redden uit hun zonden" (Mt. 1, 21)[b:Mt. 1, 21]. In Jezus vat God zo heel de heilsgeschiedenis ten gunste van de mensen samen.
Zie ook alinea's: -210-[al:210]-402-[al:402]
Zie ook alinea's: -210-[al:210]-402-[al:402]
Referenties naar alinea 430: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
431
388
589
1441
Youcat ->=geentekst=
388
589
1441
In de heilsgeschiedenis heeft God zich er niet mee tevreden gesteld Israël te bevrijden "uit het slavenhuis" (Deut. 5, 6)[b:Deut. 5, 6] door het uit Egypte te laten vertrekken. Hij redt het nog steeds uit de zonde. Omdat de zonde nog altijd een belediging van God is, (Ps. 51,6)[[b:Ps. 51,6]] kan Hij alleen haar vergeven. (Ps. 51, 11)[[b:Ps. 51, 11]] Daarom zal Israël door zich steeds meer bewust te worden van de universaliteit van de zonde uiteindelijk slechts het heil kunnen zoeken in het aanroepen van God, de Verlosser. (Ps. 79, 9)[[b:Ps. 79, 9]]
Zie ook alinea's: -1850-[al:1850]-1441-[al:1441]-388-[al:388]
Zie ook alinea's: -1850-[al:1850]-1441-[al:1441]-388-[al:388]
Referenties naar alinea 431: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
432
161
589
2634
2666
2808
161
589
2634
2666
2808
De naam Jezus betekent dat de naam van God zelf tegenwoordig is in de persoon van zijn Zoon, (Hand. 5, 41; 3 Joh. 7)[[b:Hand. 5, 41; 3 Joh. 7]] die mens geworden is voor de algehele en definitieve verlossing uit de zonde. Het is de goddelijke naam die alleen het heil brengt (Joh. 3, 5; Hand. 2, 21)[[b:Joh. 3, 5; Hand. 2, 21]] en die voortaan door allen aangeroepen kan worden, want Hij heeft zich met alle mensen verenigd door de menswording, (Rom. 10, 6-13)[[b:Rom. 10, 6-13]] en wel zo dat "er geen andere Naam onder de hemel is waarin wij gered moeten worden" (Hand. 4, 12)[b:Hand. 4, 12]. (Hand. 9, 14; Jak. 2, 7)[[b:Hand. 9, 14; Jak. 2, 7]]
Zie ook alinea's: -589-[al:589]-2666-[al:2666]-389-[al:389]-161-[al:161]
Zie ook alinea's: -589-[al:589]-2666-[al:2666]-389-[al:389]-161-[al:161]
Referenties naar alinea 432: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
433
615
615
De naam van God, de Redder, werd één keer per jaar aangeroepen door de hogepriester voor de verzoening van de zonden van Israël, nadat hij de dekplaat van het heilige der heiligen met offerbloed besprenkeld had. (Lev. 16, 15.16; Sir. 50, 20; Heb. 9, 7)[[b:Lev. 16, 15.16; Sir. 50, 20; Heb. 9, 7]] De dekplaat was de plaats waar God tegenwoordig was. (Ex. 25, 22; Lev. 16, 2; Num. 7, 89; Heb. 9, 5)[[b:Ex. 25, 22; Lev. 16, 2; Num. 7, 89; Heb. 9, 5]] Wanneer de heilige Paulus over Jezus zegt dat "God Hem heeft aangewezen als zoenoffer door zijn bloed" (Rom. 3, 25)[b:Rom. 3, 25], dan wil hij hiermee zeggen dat in zijn mensheid "God het was die in Christus de wereld met zich verzoende" (2 Kor. 5, 19)[b:2 Kor. 5, 19].
Zie ook alinea's: -615-[al:615]
Zie ook alinea's: -615-[al:615]
Referenties naar alinea 433: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
434
2614
2812
2614
2812
De verrijzenis van Jezus verheerlijkt de naam van God, de Redder, (Joh. 12, 28)[[b:Joh. 12, 28]] want voortaan is het Jezus' naam die ten volle de hoogste macht van de "naam die boven alle namen is" (Fil. 2, 9-10)[b:Fil. 2, 9-10], toont. De boze geesten vrezen zijn naam (Hand. 16, 16-18; Hand. 19, 13-16)[[b:Hand. 16, 16-18; Hand. 19, 13-16]] en de leerlingen van Jezus doen in zijn naam wonderen, (Mc. 16, 17)[[b:Mc. 16, 17]] want al wat zij de Vader in zijn naam vragen, geeft Hij hun (Joh. 15, 16)[b:Joh. 15, 16].
Zie ook alinea's: -2812-[al:2812]-2614-[al:2614]
Zie ook alinea's: -2812-[al:2812]-2614-[al:2614]
Referenties naar alinea 434: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
435
2143
2666
2668
2676
H. Jeanne d'Arc ->=geentekst=
2143
2666
2668
2676
Jezus' naam staat centraal in het christelijk gebed. Alle liturgische gebeden eindigen met de formule "door onze Heer Jezus Christus". Het Weesgegroet heeft zijn hoogtepunt in: "en gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot". Het innerlijk gebed van de oosterse kerk, "Gebed tot Jezus" geheten, zegt: "Jezus Christus, Zoon van God, Heer, ontferm u over mij, zondaar". Talrijke Christenen sterven, zoals de heilige Jeanne d'Arc, met slechts het woord "Jezus" op de lippen. Vgl. Réhabilitation de...Vgl. Réhabilitation de Jeanne la Pucelle: L'Enquette ordonné par Charles VII en 1450 et le codicielle de Guillaume Bouillé, éd. P. Doncoeur - Y. Lanhers (Paris 1956) blz. 39, 45, 56
Zie ook alinea's: -2667-2668-[al:2667-2668]-2676-[al:2676]
Zie ook alinea's: -2667-2668-[al:2667-2668]-2676-[al:2676]
Referenties naar alinea 435: 2
Youcat ->=geentekst=H. Jeanne d'Arc ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - Christus (436-440)
436
690
695
783
1289
2579
690
695
783
1289
2579
Christus komt van de Griekse vertaling van het Hebreeuwse woord "Messias", dat wil zeggen "gezalfde". Dit wordt de eigennaam van Jezus alleen, omdat Hij op volmaakte wijze de goddelijke zending vervult die het woord tot uitdrukking brengt. In Israël werden in de naam van God immers zij gezalfd die aan Hem toegewijd waren op grond van een zending die van Hem kwam. Dit was het geval bij koningen (1 Sam. 9, 16; 1 Sam. 10, 1; 1 Sam. 16, 1.12-13; 1 Kon. 1, 39)[[b:1 Sam. 9, 16; 1 Sam. 10, 1; 1 Sam. 16, 1.12-13; 1 Kon. 1, 39]], priesters (Ex. 29, 7; Lev. 8, 12)[[b:Ex. 29, 7; Lev. 8, 12]] en, in zeldzame gevallen, profeten. (1 Kon. 19, 16)[[b:1 Kon. 19, 16]] Dit moest bij uitstek het geval zijn bij de Messias, die God zou zenden om definitief zijn koninkrijk te vestigen. (Ps. 2, 2; Hand. 4, 26-27)[[b:Ps. 2, 2; Hand. 4, 26-27]] De Messias moest met de Geest van de Heer gezalfd worden (Jes. 11, 12)[[b:Jes. 11, 12]] en dit tegelijkertijd als koning en priester, (Zach. 4, 14; Zach. 6, 13)[[b:Zach. 4, 14; Zach. 6, 13]] maar ook als profeet. (Jes. 61, 1; Lc. 4, 16-21)[[b:Jes. 61, 1; Lc. 4, 16-21]] Jezus heeft de Messiaanse hoop van Israël in vervulling doen gaan in zijn drievoudig ambt van priester, profeet en koning.
Zie ook alinea's: -690-[al:690]-695-[al:695]-783-[al:783]-711-716-[al:711-716]
Zie ook alinea's: -690-[al:690]-695-[al:695]-783-[al:783]-711-716-[al:711-716]
Referenties naar alinea 436: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
437
486
525
486
525
De engel heeft de herders de geboorte van Jezus aangekondigd als de geboorte van de Messias die Israël beloofd was: "Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer" (Lc. 2, 11)[b:Lc. 2, 11]. Vanaf het begin is Hij "degene die door de Vader geheiligd en in de wereld gezonden werd" (Joh. 10, 36)[b:Joh. 10, 36], en is Hij ontvangen als "heilig" (Lc. 1, 35)[[b:Lc. 1, 35]] in de maagdelijke schoot van Maria. Jozef is door God geroepen om Maria, zijn vrouw, zwanger van "Hem die in haar door de Heilige Geest verwekt was, tot zich te nemen" (Mt. 1, 20)[b:Mt. 1, 20], opdat Jezus, "die men Christus noemt", geboren zou worden uit de vrouw van Jozef in het Messiaanse geslacht van David (Mt. 1, 16)[b:Mt. 1, 16]. (Rom. 1,3; 2 Tim. 2, 8; Openb. 22, 16)[[b:Rom. 1,3; 2 Tim. 2, 8; Openb. 22, 16]]
Zie ook alinea's: -525-[al:525]-486-[al:486]
Zie ook alinea's: -525-[al:525]-486-[al:486]
Referenties naar alinea 437: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
438
535
727
Youcat ->=geentekst=
535
727
De Messiaanse zalving van Jezus toont zijn goddelijke zending. "Dit geeft trouwens zijn naam zelf al aan. Want in de naam van Christus hoort men drieërlei: Hij die Hem gezalfd heeft, Hij die gezalfd is, en de zalving zelf waarmee Hij gezalfd is: de Vader heeft immers gezalfd, maar de Zoon is gezalfd in de Geest die de zalving is". 3,18,3, vert. uit Lat.[[848]] Zijn eeuwige Messiaanse zalving heeft zich tijdens zijn aardse leven geopenbaard bij zijn doopsel door Johannes, toen "God Hem gezalfd heeft met de heilige Geest en met macht" (Hand. 10, 38)[b:Hand. 10, 38], "opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden" (Joh. 1, 31)[b:Joh. 1, 31] als zijn Messias. Zijn werken en woorden zullen Hem doen kennen als "de Heilige Gods" (Mc. 1, 24; Joh. 6, 69; Hand. 3, 14)[[b:Mc. 1, 24; Joh. 6, 69; Hand. 3, 14]].
Zie ook alinea's: -727-[al:727]-535-[al:535]
Zie ook alinea's: -727-[al:727]-535-[al:535]
Referenties naar alinea 438: 2
De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
439
528
529
547
712
528
529
547
712
Talrijke joden en zelfs sommige heidenen die hun verwachting deelden, hebben in Jezus de wezenlijke kenmerken herkend van de Messiaanse "zoon van David", door God aan Israël beloofd. (Mt. 2, 2; Mt. 9, 27; Mt. 12, 23; Mt. 15, 22; Mt. 20, 30; Mt. 21, 9.15)[[b:Mt. 2, 2; Mt. 9, 27; Mt. 12, 23; Mt. 15, 22; Mt. 20, 30; Mt. 21, 9.15]] Jezus heeft de benaming Messias, waarop Hij recht had, (Joh. 4, 25.26; Joh. 11, 27)[[b:Joh. 4, 25.26; Joh. 11, 27]] aanvaard, maar niet zonder terughoudendheid, omdat deze door een deel van zijn tijdgenoten begrepen werd volgens een te menselijke, (Mt. 22, 41-46)[[b:Mt. 22, 41-46]] in wezen politieke (Joh. 6, 15; Lc. 24, 21)[[b:Joh. 6, 15; Lc. 24, 21]] opvatting.
Zie ook alinea's: -528-529-[al:528-529]-547-[al:547]
Zie ook alinea's: -528-529-[al:528-529]-547-[al:547]
Referenties naar alinea 439: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
440
549
550
1505
549
550
1505
Jezus heeft de geloofsbelijdenis aanvaard van Petrus die Hem erkende als de Messias, maar Hij kondigde hierbij het aanstaande lijden van de Mensenzoon aan. (Mt. 16, 16-23)[[b:Mt. 16, 16-23]] Hij heeft de authentieke inhoud van zijn Messiaanse koningschap tegelijkertijd onthuld in de transcendente identiteit van de Mensenzoon, "die uit de hemel is neergedaald" (Joh. 3, 13)[b:Joh. 3, 13] (Joh. 6, 62; Dan. 7, 13)[[b:Joh. 6, 62; Dan. 7, 13]] en in zijn verlossende zending als lijdende Dienaar: "De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen" (Mt. 20, 28)[b:Mt. 20, 28]. (Jes. 53, 10-12)[[b:Jes. 53, 10-12]] Daarom wordt de ware betekenis van zijn koningschap slechts vanaf het kruis getoond. (Joh. 19, 19-22; Lc. 23, 39-43)[[b:Joh. 19, 19-22; Lc. 23, 39-43]] Pas na zijn verrijzenis zal zijn Messiaanse koningschap door Petrus ten overstaan van het volk van God uitgeroepen kunnen worden: "Voor heel het huis van Israël moet dus onomstotelijk vaststaan, dat God Hem en Heer en Christus heeft gemaakt, die Jezus, die gij gekruisigd hebt" (Hand. 2, 36)[b:Hand. 2, 36].
Zie ook alinea's: -552-[al:552]-550-[al:550]-445-[al:445]
Zie ook alinea's: -552-[al:552]-550-[al:550]-445-[al:445]
Referenties naar alinea 440: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - Eniggeboren Zoon van God (441-445)
441
240
240
Zoon van God is in het Oude Testament een benaming die gegeven wordt aan de engelen, ((vgl. Deut. 32, 8 (Septuagint)))[[b:Deut. 32, 8]] (Job. 1, 6)[[b:Job. 1, 6]] aan het uitverkoren volk, (Ex. 4, 22; Hos. 11, 1; Jer. 3, 19; Sir. 36, 14; Wijsh. 18, 13)[[b:Ex. 4, 22; Hos. 11, 1; Jer. 3, 19; Sir. 36, 14; Wijsh. 18, 13]] aan de kinderen van Israël (Deut. 14, 1; Hos. 2, 1)[[b:Deut. 14, 1; Hos. 2, 1]] en aan hun koningen. (2 Sam. 7, 14; Ps. 82, 6)[[b:2 Sam. 7, 14; Ps. 82, 6]] Deze naam duidt dan op een verwantschap door middel van aanname, die tussen God en zijn schepsel een bijzonder innige relatie tot stand brengt. Wanneer de beloofde koning-Messias "Zoon van God" (1 Kron. 17, 13; Ps. 2, 7)[[b:1 Kron. 17, 13; Ps. 2, 7]] genoemd wordt, dan houdt dat overeenkomstig de letterlijke betekenis van deze teksten niet noodzakelijkerwijze in dat Hij meer dan menselijk is. Zij die Jezus zo als Messias van Israël hebben aangeduid, hebben misschien niet meer willen zeggen. (Mt. 27, 54)[[b:Mt. 27, 54]]
Referenties naar alinea 441: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
442
240
552
240
552
Dat geldt niet voor Petrus, wanneer hij Jezus belijdt als "de Christus, de Zoon van de levende God" (Mt. 16, 16)[[b:Mt. 16, 16]], want deze Jezus antwoordt hem op plechtige wijze: "Niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard, maar mijn Vader die in de hemel is" (Mt. 16, 17)[b:Mt. 16, 17]. Dienovereenkomstig zal Paulus zeggen met betrekking tot zijn bekering op de weg naar Damascus: "Maar toen Hij die mij vanaf mijn geboorte had uitgekozen en mij riep door zijn genade, besloot zijn Zoon aan mij te openbaren, opdat ik Hem onder de heidenvolken zou verkondigen (...)" (Gal. 1, 15-16)[b:Gal. 1, 15-16]. "Terstond begon hij in de synagoge Jezus te prediken en zei: 'Deze is de zoon Gods"' (Hand. 9, 20)[b:Hand. 9, 20]. Dit zal vanaf het begin (1 Tess. 1, 10)[[b:1 Tess. 1, 10]] het middelpunt zijn van het apostolisch geloof, (Joh. 20, 31)[[b:Joh. 20, 31]] dat allereerst door Petrus beleden is als het fundament van de Kerk. (Mt. 16, 18)[[b:Mt. 16, 18]]
Zie ook alinea's: -552-[al:552]-424-[al:424]
Zie ook alinea's: -552-[al:552]-424-[al:424]
Referenties naar alinea 442: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
443
240
2600
2786
240
2600
2786
Als Petrus het transcendente karakter van de goddelijke afstamming van Jezus de Messias heeft kunnen herkennen, dan komt dat omdat deze laatste dat duidelijk te verstaan heeft gegeven. Voor het sanhedrin heeft Jezus op de vraag van zijn aanklagers "Gij zijt dus de Zoon van God?" geantwoord: "Gij hebt het gezegd, dat ben ik" (Lc. 22, 70)[b:Lc. 22, 70]. (Mt. 26, 64; Mc. 14, 61)[[b:Mt. 26, 64; Mc. 14, 61]] Lang tevoren heeft Hij zichzelf al aangeduid als "de Zoon" die de Vader kent, (Mt. 11, 27; Mt. 21, 37-38)[[b:Mt. 11, 27; Mt. 21, 37-38]] als iemand die zich onderscheidt van de "dienaren" die God tevoren aan zijn volk gestuurd heeft, (Mt. 21, 34-36)[[b:Mt. 21, 34-36]] en als boven de engelen zelf verheven. (Mt. 24, 36)[[b:Mt. 24, 36]] Hij heeft een onderscheid gemaakt tussen zijn afstamming en die van zijn leerlingen door nooit te zeggen "Onze Vader" (Mt. 5, 48; Mt. 6, 8; Mt. 7, 21; Lc. 11, 13)[[b:Mt. 5, 48; Mt. 6, 8; Mt. 7, 21; Lc. 11, 13]] behalve om hun op te dragen: "Gij moet daarom zo bidden: Onze Vader" (Mt. 6, 9)[b:Mt. 6, 9]; en Hij heeft dit onderscheid onderstreept: "Mijn Vader en uw Vader" (Joh. 20, 17)[b:Joh. 20, 17].
Zie ook alinea's: -2786-[al:2786]
Zie ook alinea's: -2786-[al:2786]
Referenties naar alinea 443: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
444
240
536
554
240
536
554
De evangelies spreken bij gelegenheid van twee plechtige gebeurtenissen, het doopsel en de gedaanteverandering van Christus, over de stem van de Vader die Hem aanduidt als zijn "welbeminde Zoon". (Mt. 3, 17; Mt. 17, 5)[[b:Mt. 3, 17; Mt. 17, 5]] Jezus duidt zichzelf aan als "de eniggeboren Zoon van God" (Joh. 3, 16)[b:Joh. 3, 16] en bevestigt daarmee zijn preëxistente van eeuwigheid af. (Joh. 10, 36)[[b:Joh. 10, 36]] Hij vraagt geloof "in de naam van de eniggeboren Zoon van God" (Joh. 3, 18)[b:Joh. 3, 18]. Deze christelijke belijdenis is al te horen in de uitroep van de honderdman die ten overstaan van Jezus post had gevat bij het kruis: "Waarlijk, deze mens was Zoon van God" (Mc. 15, 39)[b:Mc. 15, 39]. Alleen in het paasmysterie kan de gelovige aan de benaming "Zoon van God" haar uiteindelijke draagwijdte geven.
Zie ook alinea's: -536-[al:536]-554-[al:554]
Zie ook alinea's: -536-[al:536]-554-[al:554]
Referenties naar alinea 444: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
445
240
440
648
653
240
440
648
653
Na zijn verrijzenis komt Christus' goddelijke afstamming in de macht van zijn verheerlijkte menselijke natuur naar voren. "Naar de heilige Geest is Hij aangewezen als Zoon van God door Gods machtige daad, door zijn opstanding uit de doden" (Rom. 1, 4)[b:Rom. 1, 4]. (Hand. 13, 33)[[b:Hand. 13, 33]] De apostelen zullen kunnen belijden: "Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene van de Vader ontvangt, vol genade en waarheid" (Joh. 1, 14)[b:Joh. 1, 14].
Zie ook alinea's: -653-[al:653]
Zie ook alinea's: -653-[al:653]
Referenties naar alinea 445: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - Heer (446-451)
446
202
209
202
209
In de Griekse vertaling van de boeken van het Oude Testament (Septuagint of LXX) wordt de onuitsprekelijke naam waarmee God zich aan Mozes heeft geopenbaard, (Ex. 3, 14)[[b:Ex. 3, 14]] YHWH, weergegeven met Kyrios ("Heer"). Heer wordt vanaf die tijd de meest gebruikelijke naam om de godheid zelf van de God van Israël aan te duiden. Het Nieuwe Testament gebruikt deze sterke betekenis van de benaming "Heer" zowel voor de Vader, als, en dit is nieuw, ook voor Jezus, die zo ook zelf als God erkend wordt. (1 Kor. 2, 8)[[b:1 Kor. 2, 8]]
Zie ook alinea's: -209-[al:209]
Zie ook alinea's: -209-[al:209]
Referenties naar alinea 446: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
447
548
548
Jezus geeft zichzelf in bedekte termen deze benaming, wanneer Hij met de Farizeeën over de betekenis van Psalm 110[5061|+16533] van gedachten wisselt, (Mt. 22, 41-46; Hand. 2, 34-36; Heb. 1, 13)[[b:Mt. 22, 41-46; Hand. 2, 34-36; Heb. 1, 13]] maar ook expliciet, wanneer Hij zich tot zijn apostelen richt. (Joh. 13, 13)[[b:Joh. 13, 13]] Zijn hele openbare leven lang toonden de daden waaruit zijn macht over de natuur, over ziekten, demonen, dood en zonde sprak, zijn goddelijke soevereiniteit.
Zie ook alinea's: -548-[al:548]
Zie ook alinea's: -548-[al:548]
Referenties naar alinea 447: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
448
208
641
690
208
641
690
Zeer vaak richten mensen zich in de Evangelies tot Jezus, terwijl zij Hem "Heer" noemen. Deze benaming getuigt van de eerbied en het vertrouwen van hen die tot Jezus komen en die van Hem hulp en genezing verwachten. ((Vgl. Mt. 8, 2; Mt. 14, 30; Mt. 15, 22; e.a.))[[b:Mt. 8, 2; Mt. 14, 30; Mt. 15, 22]] Onder de inspiratie van de Heilige Geest drukt zij de erkenning uit van het goddelijk mysterie van Jezus. (Lc. 1, 43; Lc. 2, 11)[[b:Lc. 1, 43; Lc. 2, 11]] In de ontmoeting met de verrezen Jezus wordt zij aanbidding: "Mijn Heer en mijn God" (Joh. 20, 28)[b:Joh. 20, 28]. Zij krijgt dan een gevoelswaarde van "Mijn Heer en mijn liefde en genegenheid, die eigen zal blijven aan de christelijke overlevering: "Het is de Heer!". (Joh. 21, 7)[b:Joh. 21, 7].
Zie ook alinea's: -208-[al:208]-683-[al:683]-641-[al:641]
Zie ook alinea's: -208-[al:208]-683-[al:683]-641-[al:641]
Referenties naar alinea 448: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
449
461
461
Door Jezus de goddelijke naam Heer te geven, bevestigen de eerste geloofsbelijdenissen van de Kerk, vanaf het begin, (Hand. 2, 34-36)[[b:Hand. 2, 34-36]] dat de macht, de eer en de heerlijkheid die men aan God de Vader verschuldigd is, dat men die ook aan Jezus verschuldigd is, (Rom. 9, 5; Tit. 2, 13; Openb. 5, 13)[[b:Rom. 9, 5; Tit. 2, 13; Openb. 5, 13]] Hij bestond immers "in goddelijke majesteit" (Fil. 2, 6)[b:Fil. 2, 6] en de Vader heeft deze soevereiniteit van Jezus getoond heeft door Hem uit de doden op te wekken en Hem te verheffen tot zijn heerlijkheid. (Rom. 10, 9; 1 Kor. 12, 3; Fil. 2, 9-11)[[b:Rom. 10, 9; 1 Kor. 12, 3; Fil. 2, 9-11]]
Zie ook alinea's: -461-[al:461]-653-[al:653]
Zie ook alinea's: -461-[al:461]-653-[al:653]
Referenties naar alinea 449: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
450
668
2242
668
2242
Vanaf het begin van de geschiedenis van het Christendom betekent het bevestigen van de heerschappij van Jezus over de wereld en de geschiedenis (Openb. 11, 15)[[b:Openb. 11, 15]] ook de erkenning dat de mens zijn persoonlijke vrijheid aan geen enkele aardse macht op een absolute wijze heeft te onderwerpen, maar alleen aan God de Vader en aan de Heer Jezus Christus: de keizer is niet "de Heer". (Mc. 12, 17; Hand. 5, 29)[[b:Mc. 12, 17; Hand. 5, 29]] De Kerk gelooft (...) dat de sleutel, het middelpunt en het einddoel van de gehele geschiedenis van de mensheid in haar Heer en Meester gelegen Zijn." § 2, vert. uit Lat.[[575|10]] vgl: § 2[[[575|45]]]
Zie ook alinea's: -668-672-[al:668-672]-2242-[al:2242]
Zie ook alinea's: -668-672-[al:668-672]-2242-[al:2242]
Referenties naar alinea 450: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
451
2665
2817
2665
2817
Het christelijk gebed wordt gekenmerkt door het gebruik van de benaming "Heer ", of in het slot van in de uitnodiging tot gebed "de Heer zij met u" of , het gebed "door onze Heer, Jezus Christus" of ook in de uitroep, vol van vertrouwen en hoop "Maran atha" ("De Heer, komt") of "Marana tha" ("Heer, kom!") (1 Kor. 16, 22)[b:1 Kor. 16, 22]; "Amen. Kom, Heer Jezus!." (Openb. 22, 20)[b:Openb. 22, 20].
Zie ook alinea's: -2664-2665-[al:2664-2665]-2817-[al:2817]
Zie ook alinea's: -2664-2665-[al:2664-2665]-2817-[al:2817]
Referenties naar alinea 451: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (452-455)
452
De naam Jezus betekent: "Jahwe is redding". Het uit de Maagd Maria geboren kind wordt "Jezus" genoemd, " want Hij is het die zijn volk uit hun zonden zal redden" (Mt. 1, 21)[b:Mt. 1, 21]. "Geen andere naam onder de hemel is aan de mensen gegeven, waarin wij gered moeten worden" (Hand. 4, 12)[b:Hand. 4, 12].
Referenties naar alinea 452: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
453
De naam Christus betekent "gezalfde" "Messias'. Jezus is de Christus, want "God heeft Hem gezalfd met de Heilige Geest en met kracht" (Hand. 10, 38)[b:Hand. 10, 38]. Hij was "Hij die moet komen" (Lc. 7, 19)[b:Lc. 7, 19], op wie "de hoop van Israël" (Hand. 28, 20)[[b:Hand. 28, 20]] gevestigd was.
Referenties naar alinea 453: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
454
De naam Zoon van God duidt de unieke en eeuwige relatie aan van Jezus Christus met God, zijn Vader: Hij is de eniggeboren Zoon (Joh. 1, 14.18; Joh. 3, 16.18)[[b:Joh. 1, 14.18; Joh. 3, 16.18]] van de Vader en zelf God. (Joh. 1, 1)[[b:Joh. 1, 1]] Geloven dat Jezus Christus de Zoon van God is, is noodzakelijke voorwaarde om Christen te zijn. (Hand. 8, 37; 1 Joh. 2, 23)[[b:Hand. 8, 37; 1 Joh. 2, 23]]
Referenties naar alinea 454: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
455
De naam Heer duidt de goddelijke soevereiniteit aan. Jezus als Heer belijden of aanroepen, betekent geloven in zijn goddelijkheid. "Niemand kan zeggen 'Jezus is de Heer' tenzij door de Heilige Geest" (1 Kor. 12, 3)[b:1 Kor. 12, 3] .
Referenties naar alinea 455: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de Heilige Geest, geboren uit de Maagd Maria" (456-570)
- Paragraaf 1 - Gods Zoon is mens geworden (456-483)
- I - Waarom is het Woord mens geworden? (456-460)
456
Met het Credo van Nicea - Constantinopel[66] antwoorden en belijden wij: "Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil uit de hemel neergedaald; Hij heeft het vlees aangenomen door de Heilige Geest uit de Maagd Maria en is mens geworden". DH 150[[66]]
Referenties naar alinea 456: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
457
385
607
385
607
Het Woord is vlees geworden om ons te redden door ons met God te verzoenen: "God heeft ons liefgehad en Hij heeft zijn Zoon gezonden om door het offer van zijn leven onze zonden uit te wissen" (1 Joh. 4, 10)[b:1 Joh. 4, 10]. "De Vader heeft zijn Zoon gezonden om de Heiland van de wereld te zijn" (1 Joh. 4, 14)[b:1 Joh. 4, 14]. "Christus is verschenen om de zonden weg te nemen" (1 Joh. 3, 5)[b:1 Joh. 3, 5]:
Onze natuur was ziek en had behoefte aan iemand die haar genas. De gevallen mens had behoefte aan iemand die hem oprichtte. Hij die het leven verloren had, had behoefte aan iemand die ten leven leidde. Hij die zich verwijderd had van de gemeenschap met het goede, had behoefte aan iemand die hem tot het goede terugbracht. Hij die in duisternis opgesloten was, had de aanwezigheid van het licht nodig. De krijgsgevangene zocht een verlosser, de geboeide een helper, hij die onder het juk van de slavernij gebukt ging, een bevrijder. Waren die redenen onbelangrijk of waren zij niet eerder van die aard dat ze God murwden om af te dalen en de menselijke natuur te bezoeken, daar de mensheid er zo jammerlijk en ongelukkig aan toe was? 15, vert. uit Gr.[[947]]Zie ook alinea's: -607-[al:607]-385-[al:385]
Referenties naar alinea 457: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
458
219
219
Het Woord is vlees geworden, opdat wij zo Gods liefde leren kennen. "Hierin heeft de liefde die God is, zich aan ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden om ons het leven te brengen" (1 Joh. 4, 9)[b:1 Joh. 4, 9]. "Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben" (Joh. 3, 16)[b:Joh. 3, 16].
Zie ook alinea's: -219-[al:219]
Zie ook alinea's: -219-[al:219]
Referenties naar alinea 458: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
459
520
823
1717
1965
2012
520
823
1717
1965
2012
Het Woord is vlees geworden om voor ons voorbeeld van heiligheid te zijn: "Neemt mijn juk op uw schouders en leert van mij" (Mt. 11, 29)[b:Mt. 11, 29]. "Ik ben de weg, de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader tenzij door Mij" (Joh. 14, 6)[b:Joh. 14, 6]. En de Vader geeft op de berg van de gedaanteverandering de opdracht: "Luistert naar Hem" (Mc. 9, 7)[b:Mc. 9, 7]. (Deut. 6, 4-5)[[b:Deut. 6, 4-5]] Hij is immers het voorbeeld van de zaligsprekingen en de norm van de nieuwe Wet: "Hebt elkaar lief, zoals Ik u heb liefgehad" (Joh. 15, 12)[b:Joh. 15, 12]. Deze liefde houdt in dat men daadwerkelijk zichzelf geeft om Hem te volgen. (Mc. 8, 34)[[b:Mc. 8, 34]]
Zie ook alinea's: -520-[al:520]-823-[al:823]-2012-[al:2012]-1717-[al:1717]-1965-[al:1965]
Zie ook alinea's: -520-[al:520]-823-[al:823]-2012-[al:2012]-1717-[al:1717]-1965-[al:1965]
Referenties naar alinea 459: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
460
526
1129
1265
1391
1589
1988
En Hij is mensgeworden ->=geentekst=
526
1129
1265
1391
1589
1988
Het Woord is vlees geworden om ons "deel te laten krijgen aan Gods eigen wezen" (2 Petr. 1, 4)[b:2 Petr. 1, 4]. "Het Woord van God is mens geworden en Hij die Gods Zoon is, werd de Mensenzoon, opdat de mens zoon van God wordt door het Woord in zich te dragen en het kindschap te ontvangen". 3,19,1, vert. Getijdenboek Lect. II,4,131[[848]] "Want Gods Zoon is mens geworden om ons tot God te maken". 54,3, vert. uit Gr.[[948]] "De eniggeboren Zoon van God nam, omdat Hij ons in zijn goddelijkheid wilde laten delen, onze natuur aan, opdat Hij, mens geworden, de mensen tot goden zou maken". vgl: 57 in festo Corp Chr. 1, vert. uit Lat.[[[949]]]
Zie ook alinea's: -1265-[al:1265]-1391-[al:1391]-1988-[al:1988]
Zie ook alinea's: -1265-[al:1265]-1391-[al:1391]-1988-[al:1988]
Referenties naar alinea 460: 2
Youcat ->=geentekst=En Hij is mensgeworden ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - De menswording (461-463)
461
449
484
653
661
449
484
653
661
Wanneer de Kerk de uitdrukking van de heilige Johannes ((Joh. 1, 14; "Het Woord is vlees geworden"))[b:Joh. 1, 14] herhaalt, dan noemt de Kerk het feit dat de Zoon van God een menselijke natuur heeft aangenomen om daarin ons heil te bewerkstelligen, "menswording". In een hymne, die wij bij de heilige Paulus vinden, bezingt de Kerk het mysterie van de menswording:
Die gezindheid moet onder u heersen welke ook Jezus Christus bezielde: Hij die bestond in goddelijke majesteit heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God: Hij heeft zichzelf ontledigd en het bestaan van een slaaf op zich genomen; Hij is aan de mensen gelijk geworden. En als mens verschenen heeft Hij zich vernederd door gehoorzaam te worden tot de dood, tot de dood aan een kruis! (Fil. 2, 5-8)[b:Fil. 2, 5-8]. Vgl. Getijdengebed, Lofzang...Vgl. Getijdengebed, Lofzang Avondgebed op de vooravond van zondag; vgl. Getijdenboek 774Zie ook alinea's: -653-[al:653]-661-[al:661]-449-[al:449]
Referenties naar alinea 461: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
462
De brief aan de Hebreeën spreekt over hetzelfde mysterie:
Daarom zegt Hij dan ook, als Hij in de wereld komt: Slachtoffers en gaven hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt voor Mij een lichaam bereid. Brandoffers en zoenoffers konden U niet behagen. Toen zei ik: Hier ben Ik (...) Ik ben gekomen, o God, om uw wil te doen" ((Heb. 10, 5-7; citerend Ps. 40, 7-9 LXX/Septuagint))[b:Heb. 10, 5-7].
Referenties naar alinea 462: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
463
Het geloof in de werkelijke menswording van de Zoon van God is het kenmerk van het christelijk geloof: "Hieraan onderkent gij de Geest van God: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus werkelijk mens is geworden, is van God" (1 Joh. 4, 2)[b:1 Joh. 4, 2]. Dat is de vreugdevolle overtuiging van de Kerk vanaf haar begin, wanneer zij "het grote mysterie van de vroomheid" bezingt: "Hij is geopenbaard in het vlees" (1 Tim. 3, 16)[b:1 Tim. 3, 16].
Zie ook alinea's: -90-[al:90]
Zie ook alinea's: -90-[al:90]
Referenties naar alinea 463: 1
15e Wereld Jongeren Dag Rome 2000 ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - Waarlijk God en waarlijk mens (464-469)
464
Youcat ->=geentekst=
Het unieke en geheel eenmalige gebeuren van de menswording van de Zoon van God betekent niet dat Jezus gedeeltelijk God en gedeeltelijk mens is, noch dat Hij het resultaat is van een vage vermenging van het goddelijke en het menselijke. Hij is waarlijk mens geworden, terwijl Hij waarlijk God bleef. Jezus Christus is ware God en ware mens. Deze geloofswaarheid heeft de kerk in de loop van de eerste eeuwen moeten verdedigen en verklaren tegenover ketterijen die haar verdraaiden.
Zie ook alinea's: -88-[al:88]
Zie ook alinea's: -88-[al:88]
Referenties naar alinea 464: 2
Kerstfeest en de fundamentele menselijke waarden ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
465
195
242
195
242
De eerste ketterijen hebben niet zozeer de godheid van Christus ontkend als wel zijn ware mensheid (gnostisch docetisme). Vanaf de tijd van de apostelen heeft het christelijk geloof de werkelijke menswording van de Zoon van God benadrukt: "in het vlees gekomen". (1 Joh. 4, 2-3; 2 Joh. 7)[[b:1 Joh. 4, 2-3; 2 Joh. 7]] Maar vanaf de derde eeuw heeft de Kerk tegen Paulus van Samosata op een Concilie, bijeen in Antiochië, duidelijk moeten bevestigen dat Jezus Christus van nature en niet door aanneming Zoon van God is. Het eerste Oecumenische Concilie van Nicea van 325 beleed in zijn Credo dat de Zoon van God "geboren is, en niet geschapen, een in wezen (homousios) met de Vader" Credo, (1)[[957|(1)]] en veroordeelde Arius die beweerde dat "de Zoon van God uit het niet is voortgekomen" vert. uit Gr.[[958|(0)]] en "van een andere wezenheid is dan de Vader". vert. uit Gr.[[957|(2)]]
Zie ook alinea's: -242-[al:242]
Zie ook alinea's: -242-[al:242]
Referenties naar alinea 465: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
466
495
495
De nestoriaanse ketterij zag in Christus een menselijke persoon, verbonden met de goddelijke persoon van de Zoon van God. Hiertegen hebben de heilige Cyrillus van Alexandrië en het derde Oecumenische Concilie, bijeen in Efeze in 431, beleden dat "het Woord, door zich in zijn persoon met een lichaam - bezield met een verstandelijke ziel - te verenigen, overeenkomstig zijn hypostase, mens is geworden". vert. uit Gr.[[959|1]] De menselijke natuur van Christus heeft geen andere persoonlijkheid dan de goddelijke persoon van de Zoon van God die haar heeft aangenomen en tot de zijne heeft gemaakt vanaf zijn ontvangenis. Daarom heeft het Concilie van Efeze in 431 afgekondigd dat Maria werkelijk Moeder van God is geworden door de menselijke ontvangenis van de Zoon van God in haar schoot: "Moeder van God, niet omdat de natuur van het Woord, ofwel zijn godheid, het begin van haar bestaan aan de heilige Maagd te danken zou hebben, maar omdat zijn heilig lichaam, begiftigd met een verstandelijke ziel, uit haar geboren is. Op grond hiervan zegt men nu dat het Woord door zich in zijn persoon met een lichaam - bezield met een verstandelijke ziel - te verenigen mens is geworden". vert. uit Gr.[[959|2]]
Zie ook alinea's: -495-[al:495]
Zie ook alinea's: -495-[al:495]
Referenties naar alinea 466: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
467
De monofysieten beweerden dat in Christus de menselijke natuur als zodanig had opgehouden te bestaan, zodra deze natuur aangenomen was door de goddelijke persoon van de Zoon van God. Met deze ketterij geconfronteerd heeft het vierde Oecumenische Concilie van Chalcedon in 451 beleden:
Wij leren eenstemmig, hierin de heilige Kerkvaders volgend, één en dezelfde Zoon, onze Heer Jezus Christus, te belijden, volmaakt in zijn godheid en volmaakt in zijn mensheid, waarlijk God en waarlijk mens, bestaande uit een verstandelijke ziel en een lichaam, één in wezen met de Vader overeenkomstig zijn godheid, één in wezen met ons overeenkomstig zijn mensheid, "in alles gelijk aan ons, behalve in de zonde" (Heb. 4, 15)[b:Heb. 4, 15]; geboren uit de Vader vóór alle eeuwen overeenkomstig zijn godheid, en deze laatste dagen voor ons en tot ons heil geboren uit de Maagd Maria, Moeder van God, overeenkomstig zijn mensheid. Eén en dezelfde Christus, Heer, eniggeboren Zoon, die erkend wordt in twee naturen, zonder vermenging, zonder verandering, zonder deling, zonder scheiding. Het verschil tussen de naturen wordt geenszins opgeheven door hun vereniging, maar de eigenschappen van beide worden veeleer gewaarborgd en verenigd in één persoon en in één hypostase. vert. uit Gr.[[774|2-3]]
Referenties naar alinea 467: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
468
254
616
254
616
Na het concilie van Chalcedon maakten sommigen van de menselijke natuur van Christus een soort persoonlijk subject. Het vijfde oecumenische concilie van Constantinopel van 553 heeft tegen hen beleden: "Er is slechts één hypostase (of persoon) die onze Heer Jezus Christus is, één van de Drie-eenheid". vert. uit Lat.[[902|(4)]] Alles in de mensheid van Christus moet dus toegeschreven worden aan zijn goddelijke persoon als aan zijn eigenlijk subject, vgl: Anathematismati Cyrilli Alexandrini, (4)[[[960|(4)]]] niet alleen de wonderen, maar ook het lijden, vgl: Sessio VIII - Canones, (3)[[[902|(3)]]] en zelfs de dood: "Hij die in het vlees gekruisigd is, onze Heer van de heilige Jezus Christus, is ware God, Heer van de heerlijkheid en een Drie-eenheid". vert. uit Gr.[[902|(12)]]
Zie ook alinea's: -254-[al:254]-616-[al:616]
Zie ook alinea's: -254-[al:254]-616-[al:616]
Referenties naar alinea 468: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
469
212
212
De kerk belijdt zo dat Jezus onscheidbaar ware God en ware mens is. Hij is werkelijk de Zoon van God die mens geworden is, onze broeder, en dat zonder op te houden God te zijn, onze Heer.
"Wat hij was is Hij gebleven, en wat Hij niet was heeft Hij aangenomen", zingt de Romeinse liturgie. Getijdenboek Antifoon bij de...Getijdenboek Antifoon bij de Lofzang van Zacharias uit het morgengebed op 1 januari (Getijdenboek 126) vgl: 21, 2-3[[[913]]] En de liturgie van de heilige Johannes Chrysostomus verkondigt en zingt: "Eniggeboren Zoon en Woord van God, Gij zijt onsterfelijk en voor ons heil hebt Gij u verwaardigd mens te worden uit de heilige Moeder van God en altijd Maagd Maria, Gij die zonder te veranderen mens geworden zijt en zijt gekruisigd. O Christus, God, die door uw dood de dood hebt verpletterd, Gij die één van de heilige Drie-eenheid zijt, verheerlijkt met de Vader en de Heilige Geest, red ons!" Troparion "O Monoghenis"Troparion "O Monoghenis"Zie ook alinea's: -212-[al:212]
Referenties naar alinea 469: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV - Hoe is de Zoon van God mens? (470-478)
470
626
2599
626
2599
Omdat in de mysterieuze vereniging van de menswording "de menselijke natuur is aangenomen en niet vernietigd", § 2, vert. uit Lat.[[575|22]] is de Kerk in de loop der eeuwen ertoe gebracht de volle werkelijkheid te belijden van de menselijke ziel van Christus met haar activiteiten van verstand en wil en van het menselijk lichaam van Christus. Maar tegelijk hiermee heeft zij er telkens aan moeten herinneren dat de menselijke natuur van Christus werkelijk behoort tot de goddelijke persoon van de Zoon van God, die haar heeft aangenomen. Al wat Hij daarin is en doet, maakt deel uit van "Eén van de Drie-eenheid". De Zoon van God laat derhalve zijn mensheid delen in zijn eigen persoonlijke zijnswijze binnen de Drie-eenheid. Zo brengt Christus, in zijn ziel evenals in zijn lichaam, op menselijke wijze het goddelijke leven van de Drie-eenheid tot uitdrukking. (Joh. 14, 9.10)[[b:Joh. 14, 9.10]]
Met menselijke handen heeft de Zoon van God gewerkt, met een menselijk verstand heeft Hij gedacht, met een menselijke wil heeft Hij gehandeld en met een menselijk hart heeft Hij liefgehad. Geboren uit de Maagd Maria, is Hij werkelijk één van de onzen geworden, in alles aan ons gelijk, behalve in de zonde. § 2, vert. uit Lat.[[575|22]]Zie ook alinea's: -516-[al:516]-626-[al:626]-2599-[al:2599]
Referenties naar alinea 470: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
471
2599
2599
De ziel en de menselijke kennis van Christus
Apollinaris van Laodicea stelde dat in Christus het Woord de ziel of de geest vervangen had. Tegen deze dwaling heeft de Kerk beleden dat de eeuwige Zoon ook een menselijke ziel, met verstand begiftigd heeft aangenomen. vgl: Epistula as episeopos orientales, (0)[[[961|(0)]]]
Zie ook alinea's: -363-[al:363]
Apollinaris van Laodicea stelde dat in Christus het Woord de ziel of de geest vervangen had. Tegen deze dwaling heeft de Kerk beleden dat de eeuwige Zoon ook een menselijke ziel, met verstand begiftigd heeft aangenomen. vgl: Epistula as episeopos orientales, (0)[[[961|(0)]]]
Zie ook alinea's: -363-[al:363]
Referenties naar alinea 471: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
472
2599
2599
Deze menselijke ziel die door de Zoon van God is aangenomen, is begiftigd met een werkelijk menselijke kennis. Als zodanig kon deze kennis uit zichzelf niet onbeperkt zijn: zij werd gebruikt in de historische omstandigheden van haar bestaan in tijd en ruimte. Daarom heeft de Zoon van God bij zijn menswording het kunnen aanvaarden van "met de jaren toe te nemen in wijsheid en welgevalligheid" (Lc. 2, 52)[b:Lc. 2, 52] en van zelfs te moeten vragen naar wat men in het menselijk bestaan door ervaring moet leren. ((Vgl. Mc. 6, 38; Mc. 8, 27; Joh. 11, 34; enz.))[[b:Mc. 6, 38; Mc. 8, 27; Joh. 11, 34]] Dat beantwoordde aan de realiteit van het feit dat Hij zich vrijwillig vernederd heeft door het bestaan van een slaaf aan te nemen (Fil. 2, 7)[[b:Fil. 2, 7]].
Referenties naar alinea 472: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
473
2599
2599
Maar tegelijkertijd bracht deze werkelijk menselijke kennis van Gods Zoon het goddelijk leven van zijn persoon tot uitdrukking. vgl: Epistolae 10, (39)[[[962|(39)]]] "Niet van nature, maar door eenwording met het Woord (...) kende en toonde de menselijke natuur van de Zoon van God in zich alles wat op God van toepassing is." 66, vert uit Gr.[[963]] Dat is op de eerste plaats het geval met de diepgaande en directe kennis die de mensgeworden Zoon van God over zijn Vader heeft. ((Vgl. Mc. 14, 36; Mt. 11, 27; Joh. 1, 18; Joh. 8, 55; enz.))[[b:Mc. 14, 36; Mt. 11, 27; Joh. 1, 18; Joh. 8, 55]] De Zoon toonde in zijn menselijke kennis ook het goddelijk vermogen door te dringen in de geheime gedachten van het menselijk hart. ((Vgl. Mc. 2, 8; Joh. 2, 25; Joh. 6, 61; enz.))[[b:Mc. 2, 8; Joh. 2, 25; Joh. 6, 61]]
Zie ook alinea's: -240-[al:240]
Zie ook alinea's: -240-[al:240]
Referenties naar alinea 473: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
474
Omdat de menselijke kennis van Christus in de persoon van het mensgeworden Woord verenigd was met de goddelijke wijsheid, bezat zij ten volle de wetenschap van de eeuwige heilsbeschikkingen die Hij was komen openbaren. (Mc. 8, 31; Mc. 9, 31; Mc. 10, 33-34; Mc. 14, 18-20.26-30)[[b:Mc. 8, 31; Mc. 9, 31; Mc. 10, 33-34; Mc. 14, 18-20.26-30]] Wat Hij erkent niet te weten op dit gebied, (Mc. 13, 32)[[b:Mc. 13, 32]] daarover verklaart Hij elders dat Hij niet de zending heeft het te openbaren. (Hand. 1, 7)[[b:Hand. 1, 7]]
Referenties naar alinea 474: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
475
2824
2824
De menselijke wil van Christus
Op overeenkomstige wijze heeft de Kerk op het Zesde Oecumenische Concilie Derde Concilie van...Derde Concilie van Constantinopel in 681 beleden dat Christus op grond van zijn twee naturen, twee beginselen van willen en handelen heeft, een goddelijk en een menselijk, niet tegengesteld aan elkaar, maar samenwerkend, zodat het mensgeworden Woord op menselijke wijze, in gehoorzaamheid aan zijn Vader, alles gewild heeft wat Hij op goddelijke wijze met de Vader en de heilige Geest tot ons heil besloten heeft. vgl: Sessio XVIII - Definitio de duabus in Christo voluntatibus et opertionibus, 4-7[[[964|4-7]]] De menselijke wil van Christus "volgt zijn goddelijke wil zonder er weerstand aan te bieden of zich ertegen te verzetten, maar hij voegt zich veeleer naar deze goddelijke en almachtige wil." vert. uit Lat.[[964|4]]
Zie ook alinea's: -2008-[al:2008]-2824-[al:2824]
Op overeenkomstige wijze heeft de Kerk op het Zesde Oecumenische Concilie Derde Concilie van...Derde Concilie van Constantinopel in 681 beleden dat Christus op grond van zijn twee naturen, twee beginselen van willen en handelen heeft, een goddelijk en een menselijk, niet tegengesteld aan elkaar, maar samenwerkend, zodat het mensgeworden Woord op menselijke wijze, in gehoorzaamheid aan zijn Vader, alles gewild heeft wat Hij op goddelijke wijze met de Vader en de heilige Geest tot ons heil besloten heeft. vgl: Sessio XVIII - Definitio de duabus in Christo voluntatibus et opertionibus, 4-7[[[964|4-7]]] De menselijke wil van Christus "volgt zijn goddelijke wil zonder er weerstand aan te bieden of zich ertegen te verzetten, maar hij voegt zich veeleer naar deze goddelijke en almachtige wil." vert. uit Lat.[[964|4]]
Zie ook alinea's: -2008-[al:2008]-2824-[al:2824]
Referenties naar alinea 475: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
476
1159
2131
1159
2131
Het ware lichaam van Christus
Aangezien het Woord vleesgeworden is door een ware menselijke natuur aan te nemen, was het lichaam van Christus begrensd. vgl: DH 504[[[1003|(4)]]] Op grond daarvan kan het menselijk gelaat van Jezus "afgebeeld worden" (Gal. 3, 1)[[b:Gal. 3, 1]]. Op het zevende Oecumenische Concilie Sessio VII - Definitio de sacris imaginibus, 0-3[[965|0-3]] heeft de Kerk erkend dat het gewettigd is Hem voor te stellen in heilige afbeeldingen.
Zie ook alinea's: -1159-1162-[al:1159-1162]-2129-2132-[al:2129-2132]
Aangezien het Woord vleesgeworden is door een ware menselijke natuur aan te nemen, was het lichaam van Christus begrensd. vgl: DH 504[[[1003|(4)]]] Op grond daarvan kan het menselijk gelaat van Jezus "afgebeeld worden" (Gal. 3, 1)[[b:Gal. 3, 1]]. Op het zevende Oecumenische Concilie Sessio VII - Definitio de sacris imaginibus, 0-3[[965|0-3]] heeft de Kerk erkend dat het gewettigd is Hem voor te stellen in heilige afbeeldingen.
Zie ook alinea's: -1159-1162-[al:1159-1162]-2129-2132-[al:2129-2132]
Referenties naar alinea 476: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
477
515
1159
515
1159
Tegelijkertijd heeft de Kerk altijd erkend, dat in het lichaam van Jezus, "Hij die als God onzichtbaar is, (is) zichtbaar onder ons verschenen". Prefatie van Kerstmis, vert. Altaarmissaal (NL) 628; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 233[[1209]] De individuele bijzonderheden van het lichaam van Christus brengen immers de goddelijke persoon van de Zoon van God tot uitdrukking. Deze heeft de trekken van zijn menselijk lichaam tot de zijne gemaakt, zodat zij, voorgesteld in een heilige afbeelding, vereerd kunnen worden, want de gelovige die de afbeelding ervan vereert, "vereert daarin de persoon die afgebeeld wordt". Sessio VII - Definitio de sacris imaginibus, 1[[965|1]]
Referenties naar alinea 477: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
478
368
609
616
766
1380
1439
2604
2669
368
609
616
766
1380
1439
2604
2669
Het hart van het mensgeworden Woord
Jezus heeft tijdens zijn leven, zijn doodsangst en zijn lijden ons allen en ieder van ons gekend en liefgehad en Hij heeft zich voor ieder van ons overgeleverd: "De Zoon van God heeft mij liefgehad en zichzelf overgeleverd voor mij" (Gal. 2, 20)[b:Gal. 2, 20]. Hij heeft ons allen liefgehad met een menselijk hart. Daarom "wordt" het heilig Hart van Jezus, doorboord door onze zonden en voor ons heil, (Joh. 19, 34)[[b:Joh. 19, 34]] "als het ware het teken en symbool bij uitstek (...) van deze liefde waarmee de goddelijke Verlosser de Vader en alle mensen zonder uitzondering onophoudelijk bemint. Haurietis aquas in gaudio, 27[[271|27]] vgl: DS 3812[[[433]]]
Zie ook alinea's: -487-[al:487]-368-[al:368]-2669-[al:2669]-766-[al:766]
Jezus heeft tijdens zijn leven, zijn doodsangst en zijn lijden ons allen en ieder van ons gekend en liefgehad en Hij heeft zich voor ieder van ons overgeleverd: "De Zoon van God heeft mij liefgehad en zichzelf overgeleverd voor mij" (Gal. 2, 20)[b:Gal. 2, 20]. Hij heeft ons allen liefgehad met een menselijk hart. Daarom "wordt" het heilig Hart van Jezus, doorboord door onze zonden en voor ons heil, (Joh. 19, 34)[[b:Joh. 19, 34]] "als het ware het teken en symbool bij uitstek (...) van deze liefde waarmee de goddelijke Verlosser de Vader en alle mensen zonder uitzondering onophoudelijk bemint. Haurietis aquas in gaudio, 27[[271|27]] vgl: DS 3812[[[433]]]
Zie ook alinea's: -487-[al:487]-368-[al:368]-2669-[al:2669]-766-[al:766]
Referenties naar alinea 478: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (479-483)
479
Op de door God vastgestelde tijd is de enige Zoon van de Vader, het eeuwig Woord, d.w.z. het Woord en het wezenlijke beeld van de Vader, mens geworden: zonder de goddelijke natuur te verliezen heeft Hij de menselijke natuur aangenomen.
Referenties naar alinea 479: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
480
Jezus Christus is ware God en ware mens, in de eenheid van zijn goddelijke persoon; om die reden is Hij de enige Middelaar tussen God en de mensen.
Referenties naar alinea 480: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
481
Jezus Christus heeft twee naturen, een goddelijke en een menselijke, die niet vermengd zijn, maar verenigd in de éne persoon van de Zoon van God.
Referenties naar alinea 481: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
482
Omdat Christus waarlijk God en waarlijk mens is, heeft Hij een menselijk verstand en een menselijke wil, die volmaakt overeenstemmen met en onderworpen zijn aan zijn goddelijk verstand en zijn goddelijke wil, die Hij gemeenschappelijk heeft met de Vader en de heilige Geest.
Referenties naar alinea 482: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
483
De incarnatie (menswording) is derhalve het mysterie van de wonderbaarlijke eenwording van de goddelijke en de menselijke natuur in de éne persoon van het Woord.
Referenties naar alinea 483: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 - "...Die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de Maagd Maria" (484-511)
- I - Die ontvangen is van de Heilige Geest... (484-486)
484
697
721
963
697
721
963
De boodschap aan Maria luidt de "volheid van de tijd" (Gal. 4, 4)[b:Gal. 4, 4] in, d.w.z. de vervulling van de beloften en de voorbereidingen. Maria wordt uitgenodigd Hem te ontvangen, in wie "de godheid in heel haar volheid lijfelijk" (Kol. 2, 9)[b:Kol. 2, 9] aanwezig zal zijn. Het goddelijk antwoord op haar vraag: "Hoe zal dit geschieden, daar ik geen gemeenschap heb met een man?" (Lc. 1, 34)[b:Lc. 1, 34], wordt door de kracht van de Geest gegeven: "De Heilige Geest zal over u komen" (Lc. 1, 35)[b:Lc. 1, 35].
Zie ook alinea's: -461-[al:461]-721-[al:721]
Zie ook alinea's: -461-[al:461]-721-[al:721]
Referenties naar alinea 484: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
485
689
723
963
689
723
963
De zending van de Heilige Geest wordt altijd verbonden met en is gericht op de zending van de Zoon. (Joh. 16, 14-15)[[b:Joh. 16, 14-15]] De Heilige Geest wordt gezonden om de schoot van de Maagd Maria te heiligen en deze van Godswege te bevruchten; Hij is "de Heer die het leven geeft" door ervoor te zorgen dat zij de eeuwige Zoon van de Vader ontvangt in een menselijke natuur die uit de hare voortkomt.
Zie ook alinea's: -689-[al:689]-723-[al:723]
Zie ook alinea's: -689-[al:689]-723-[al:723]
Referenties naar alinea 485: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
486
437
963
437
963
De eniggeboren Zoon van de Vader, die als mens in de schoot van de maagd Maria is ontvangen, is vanaf het begin van zijn menselijk bestaan "Christus", d.w.z. gezalfd met de heilige Geest, (Mt. 1, 20; Lc. 1, 35)[[b:Mt. 1, 20; Lc. 1, 35]] ook al openbaart Hij zich slechts geleidelijk aan de herders, (Lc. 2, 8-20)[[b:Lc. 2, 8-20]] de wijzen, (Mt. 2, 1-12)[[b:Mt. 2, 1-12]] aan Johannes de Doper (Joh. 1, 31-34)[[b:Joh. 1, 31-34]] en de leerlingen. (Joh. 2, 11)[[b:Joh. 2, 11]] Heel het leven van Jezus Christus zal daarom tonen "hoe God Hem gezalfd heeft met de heilige Geest en met kracht" (Hand. 10, 38)[b:Hand. 10, 38].
Zie ook alinea's: -437-[al:437]
Zie ook alinea's: -437-[al:437]
Referenties naar alinea 486: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - ...geboren uit de maagd Maria (488-507)
487
478
963
Youcat ->=geentekst=
478
963
Wat het katholiek geloof met betrekking tot Maria belijdt, is gebaseerd op hetgeen het belijdt met betrekking tot Christus, maar wat het over Maria leert, verheldert op zijn beurt het geloof in Christus.
Zie ook alinea's: -963-[al:963]
Zie ook alinea's: -963-[al:963]
Referenties naar alinea 487: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
488
963
Youcat ->=geentekst=
963
De voorbestemming van Maria
"God heeft zijn Zoon gezonden" (Gal. 4, 4)[b:Gal. 4, 4], maar om voor Hem "een lichaam te bereiden" (Heb. 10, 5)[b:Heb. 10, 5] heeft Hij de vrijwillige medewerking van een schepsel gewild. Daartoe heeft God van alle eeuwigheid af een dochter van Israël uitverkoren om moeder van zijn Zoon te zijn, een jonge joodse vrouw uit Nazaret in Galilea, "een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette, uit het huis van David; de naam van de maagd was Maria" (Lc. 1, 26-27)[b:Lc. 1, 26-27].
"God heeft zijn Zoon gezonden" (Gal. 4, 4)[b:Gal. 4, 4], maar om voor Hem "een lichaam te bereiden" (Heb. 10, 5)[b:Heb. 10, 5] heeft Hij de vrijwillige medewerking van een schepsel gewild. Daartoe heeft God van alle eeuwigheid af een dochter van Israël uitverkoren om moeder van zijn Zoon te zijn, een jonge joodse vrouw uit Nazaret in Galilea, "een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette, uit het huis van David; de naam van de maagd was Maria" (Lc. 1, 26-27)[b:Lc. 1, 26-27].
Het was de wil van de Vader van barmhartigheid dat aan de menswording de instemming voorafging van haar die voorbestemd was moeder te zijn. Evenals een vrouw bijgedragen had tot de dood, zo zou nu een vrouw evenzeer bijdragen tot het leven. vert uit Lat[[617|56]] vgl: Lumen Gentium, 61[[[617|61]]]
Referenties naar alinea 488: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
489
64
128
145
722
963
Youcat ->=geentekst=
64
128
145
722
963
Gedurende het hele Oude Verbond is de zending van Maria voorbereid door die van heilige vrouwen. Geheel aan het begin staat Eva: ondanks haar ongehoorzaamheid ontvangt zij de belofte van een nageslacht dat over de Boze zal zegevieren (Gen. 3, 15)[[b:Gen. 3, 15]] en de belofte dat zij de moeder zou zijn van alle levenden. (Gen. 3, 20)[[b:Gen. 3, 20]] Op grond van deze belofte ontvangt Sara ondanks haar hoge leeftijd een zoon. (Gen. 18, 10-14; Gen. 21, 1-2)[[b:Gen. 18, 10-14; Gen. 21, 1-2]] Tegen iedere menselijke verwachting in kiest God uit wat als hulpeloos en zwak wordt beschouwd, (1 Kor. 1, 27)[[b:1 Kor. 1, 27]] om de trouw aan zijn belofte te tonen: Hanna, de moeder van Samuel, (1 Sam. 1)[[b:1 Sam. 1]] Debora, Ruth, Judit, Ester en vele andere vrouwen. Maria "neemt de eerste plaats in onder de nederigen en armen van de Heer die vol vertrouwen het heil van Hem verwachten en het verkrijgen. Tenslotte komt met haar, de dochter van Sion bij uitstek, na een lang wachten op de vervulling van de belofte, de volheid der tijden en wordt er een nieuwe heilsorde gevestigd". vert. uit Lat.[[617|55]]
Zie ook alinea's: -722-[al:722]-410-[al:410]-145-[al:145]-64-[al:64]
Zie ook alinea's: -722-[al:722]-410-[al:410]-145-[al:145]-64-[al:64]
Referenties naar alinea 489: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
490
963
2001
2617
2676
2853
Youcat ->=geentekst=
963
2001
2617
2676
2853
De onbevlekte ontvangenis
Om Moeder van de Verlosser te zijn werd Maria "door God begiftigd met gaven die pasten bij een zo grote taak". vert. uit Lat.[[617|56]] De engel Gabriël begroet haar op het ogenblik van de boodschap als "vol van genade". (Lc. 1, 28)[b:Lc. 1, 28] Immers, om de vrijwillige instemming van haar geloof te kunnen geven bij de aankondiging van haar roeping moest zij geheel gedragen worden door Gods genade.
Zie ook alinea's: -2676-[al:2676]-2853-[al:2853]-2001-[al:2001]
Om Moeder van de Verlosser te zijn werd Maria "door God begiftigd met gaven die pasten bij een zo grote taak". vert. uit Lat.[[617|56]] De engel Gabriël begroet haar op het ogenblik van de boodschap als "vol van genade". (Lc. 1, 28)[b:Lc. 1, 28] Immers, om de vrijwillige instemming van haar geloof te kunnen geven bij de aankondiging van haar roeping moest zij geheel gedragen worden door Gods genade.
Zie ook alinea's: -2676-[al:2676]-2853-[al:2853]-2001-[al:2001]
Referenties naar alinea 490: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
491
411
963
966
Youcat ->=geentekst=
411
963
966
De Kerk is zich door de eeuwen heen ervan bewust geworden dat Maria, door God "begenadigd" (Lc. 1, 28)[[b:Lc. 1, 28]], vanaf haar ontvangenis verlost was. Dat belijdt het dogma van de onbevlekte ontvangenis, door Paus Pius IX in 1854 afgekondigd:
De gelukzalige maagd Maria is bij het eerste ogenblik van haar ontvangenis door een bijzondere genadegave en voorrecht van de almachtige God met het oog op de verdiensten van Christus Jezus, de Verlosser van het menselijk geslacht, gevrijwaard van elke smet van de erfzonde. vert uit Lat.[[254|22]]Zie ook alinea's: -411-[al:411]
Referenties naar alinea 491: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
492
963
1077
2011
Youcat ->=geentekst=
963
1077
2011
Deze "luister van een uitzonderlijke heiligheid" waarmee zij "vanaf het eerste ogenblik van haar ontvangenis gesierd is", vert uit Lat.[[617|56]] verkrijgt zij geheel van Christus: zij is "met het oog op de verdiensten van haar Zoon op een meer verheven wijze verlost". vert. uit Lat.[[617|53]] Méér dan elke andere geschapen persoon heeft de Vader haar "in de hemelen in Christus gezegend met elke geestelijke zegen" (Ef. 1, 3)[b:Ef. 1, 3]. Hij heeft haar "in Hem uitverkoren vóór de grondlegging van de wereld, om heilig en vlekkeloos te zijn voor zijn aangezicht. (Ef. 1, 4)[[b:Ef. 1, 4]]
Zie ook alinea's: -2011-[al:2011]-1077-[al:1077]
Zie ook alinea's: -2011-[al:2011]-1077-[al:1077]
Referenties naar alinea 492: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
493
963
Youcat ->=geentekst=
963
De Kerkvaders uit de oosterse traditie noemen de Moeder van God "de geheel heilige" (Panaghia) , zij vieren haar als "vrij van iedere zondesmet, als het ware gevormd door de heilige Geest en gemaakt tot een nieuw schepsel". vert. uit Lat.[[617|56]] Door Gods genade is Maria heel haar leven lang vrij van iedere persoonlijke zonde gebleven.
Referenties naar alinea 493: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
494
148
726
963
968
2222
2571
2603
2617
2674
2716
Youcat ->=geentekst=
148
726
963
968
2222
2571
2603
2617
2674
2716
"Mij geschiede naar uw woord..."
Op de boodschap dat zij door de kracht van de heilige Geest "de Zoon van de Allerhoogste" zal baren zonder gemeenschap met een man te hebben, (Lc. 1, 28-37)[[b:Lc. 1, 28-37]] heeft Maria geantwoord met "de gehoorzaamheid van het geloof" (Rom. 1, 5)[[b:Rom. 1, 5]], in de stellige zekerheid dat "voor God niets onmogelijk is": "Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord" (Lc. 1, 37-38)[b:Lc. 1, 37-38]. Zo werd Maria, door in te stemmen met het woord van God, Moeder van Jezus en, door met geheel haar hart de goddelijke heilswil te volgen, zonder dat ook maar een enkele zonde haar weerhield, leverde zij zich geheel over aan de persoon en het werk van haar Zoon om afhankelijk van Hem en samen met Hem, door Gods genade, het mysterie van de verlossing te dienen. vgl: Lumen Gentium, 56[[[617|56]]]
Op de boodschap dat zij door de kracht van de heilige Geest "de Zoon van de Allerhoogste" zal baren zonder gemeenschap met een man te hebben, (Lc. 1, 28-37)[[b:Lc. 1, 28-37]] heeft Maria geantwoord met "de gehoorzaamheid van het geloof" (Rom. 1, 5)[[b:Rom. 1, 5]], in de stellige zekerheid dat "voor God niets onmogelijk is": "Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord" (Lc. 1, 37-38)[b:Lc. 1, 37-38]. Zo werd Maria, door in te stemmen met het woord van God, Moeder van Jezus en, door met geheel haar hart de goddelijke heilswil te volgen, zonder dat ook maar een enkele zonde haar weerhield, leverde zij zich geheel over aan de persoon en het werk van haar Zoon om afhankelijk van Hem en samen met Hem, door Gods genade, het mysterie van de verlossing te dienen. vgl: Lumen Gentium, 56[[[617|56]]]
Zoals de heilige Ireneüs zegt: "door haar gehoorzaamheid is zij oorzaak van het heil geworden, zowel voor zichzelf als voor de gehele mensheid" 3, 22, 4[[848]]. Ook zegt een niet gering aantal oude Kerkvaders met hem: "De knoop van Eva's ongehoorzaamheid werd ontward door de gehoorzaamheid van Maria; wat de maagd Eva heeft gebonden door haar ongeloof, heeft de maagd Maria ontbonden door haar geloof" 3, 22, 4[[848]]. Maria met Eva vergelijkend noemen zij Maria "de moeder van de levenden" en verklaren herhaaldelijk: "de dood kwam door Eva, het leven door Maria". vert. uit Lat.[[617|56]]Zie ook alinea's: -2617-[al:2617]-148-[al:148]-968-[al:968]-726-[al:726]
Referenties naar alinea 494: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
495
466
963
2677
Youcat ->=geentekst=
466
963
2677
Het goddelijk moederschap van Maria
Maria, in de evangelies "de Moeder van Jezus" genoemd (Joh. 2, 1; Joh. 19, 25)[b:Joh. 2, 1; Joh. 19, 25], (Mt. 13, 55)[[b:Mt. 13, 55]] wordt in de kracht van de Geest reeds voor de geboorte van haar zoon aangesproken als "de Moeder van mijn Heer" (Lc. 1, 43)[b:Lc. 1, 43]. Immers, Hij, die door haar als mens van de heilige Geest ontvangen is en die werkelijk haar Zoon naar het vlees geworden is, is niemand anders dan de eeuwige Zoon van de Vader, de tweede persoon van de heilige Drie-eenheid. De Kerk belijdt dat Maria werkelijk Moeder van God (Theotokos) vgl: Epistula II Cyrilli Alexandrini ad Nestorium, 2[[[959|2]]] is.
Zie ook alinea's: -466-[al:466]-2677-[al:2677]
Maria, in de evangelies "de Moeder van Jezus" genoemd (Joh. 2, 1; Joh. 19, 25)[b:Joh. 2, 1; Joh. 19, 25], (Mt. 13, 55)[[b:Mt. 13, 55]] wordt in de kracht van de Geest reeds voor de geboorte van haar zoon aangesproken als "de Moeder van mijn Heer" (Lc. 1, 43)[b:Lc. 1, 43]. Immers, Hij, die door haar als mens van de heilige Geest ontvangen is en die werkelijk haar Zoon naar het vlees geworden is, is niemand anders dan de eeuwige Zoon van de Vader, de tweede persoon van de heilige Drie-eenheid. De Kerk belijdt dat Maria werkelijk Moeder van God (Theotokos) vgl: Epistula II Cyrilli Alexandrini ad Nestorium, 2[[[959|2]]] is.
Zie ook alinea's: -466-[al:466]-2677-[al:2677]
Referenties naar alinea 495: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
496
963
963
De maagdelijkheid van Maria
Vanaf de eerste formuleringen van het geloof Vgl. DS 10-64Vgl. DS 10-64 heeft de Kerk beleden dat Jezus alleen door de kracht van de Heilige Geest in de schoot van de maagd Maria ontvangen is, waarmee zij ook het lichamelijk aspect van dit gebeuren bevestigt: Jezus is ontvangen "van de Heilige Geest zonder mannelijk zaad". vert. uit Lat.[[1003|(4)]] De Kerkvaders zien in de maagdelijke ontvangenis het teken dat het werkelijk de Zoon van God is die een menselijke natuur, zoals de onze, aangenomen heeft.
Vanaf de eerste formuleringen van het geloof Vgl. DS 10-64Vgl. DS 10-64 heeft de Kerk beleden dat Jezus alleen door de kracht van de Heilige Geest in de schoot van de maagd Maria ontvangen is, waarmee zij ook het lichamelijk aspect van dit gebeuren bevestigt: Jezus is ontvangen "van de Heilige Geest zonder mannelijk zaad". vert. uit Lat.[[1003|(4)]] De Kerkvaders zien in de maagdelijke ontvangenis het teken dat het werkelijk de Zoon van God is die een menselijke natuur, zoals de onze, aangenomen heeft.
Zo zegt de heilige Ignatius van Antiochië (begin tweede eeuw): "Gij zijt vervuld van een vast geloof in onze Heer die 'waarlijk uit het geslacht van David' is 'naar het vlees' (Rom. 1, 3)[b:Rom. 1, 3], Zoon van God krachtens Gods wil en almacht, waarachtig geboren uit de Maagd, (...) waarachtig is Hij om ons, onder Pontius Pilatus en de viervorst Herodes, in het vlees vastgenageld (...); en Hij heeft waarachtig geleden, zoals Hij ook waarachtig zichzelf heeft opgewekt. 1-2, vert. Getijdenboek Lect II,4,125-126[[945]]
Referenties naar alinea 496: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
497
963
963
De evangelieverhalen (Mt. 1, 18-25; Lc. 1, 26-38)[[b:Mt. 1, 18-25; Lc. 1, 26-38]] zien in de maagdelijke ontvangenis een werk van God dat ieder menselijk begrip en iedere menselijke mogelijkheid te boven gaat. (Lc. 1, 34)[[b:Lc. 1, 34]] "Het kind in haar schoot is van de Heilige Geest", zegt de engel tot Jozef in verband met zijn verloofde Maria (Mt. 1, 20)[b:Mt. 1, 20]. De Kerk ziet hierin de vervulling van de goddelijke belofte bij monde van de profeet Jesaja gegeven: "Zie de maagd zal zwanger worden en een zoon ter wereld brengen", zoals de Griekse vertaling van Jesaja (Jes. 7, 14)[b:Jes. 7, 14] in Matteüs (Mt. 1, 23)[b:Mt. 1, 23] luidt.
Referenties naar alinea 497: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
498
963
2717
963
2717
Het stilzwijgen van het evangelie van Marcus en van de brieven van het Nieuwe Testament over Jezus' maagdelijke ontvangenis, heeft soms mensen in verlegenheid gebracht. Men heeft zich soms ook afgevraagd of het hier geen legendes of theologische constructies zonder historische pretenties betrof. Hierop dient het antwoord te zijn: het geloof in de maagdelijke ontvangenis van Jezus is bij niet-gelovigen, joden en heidenen, op fel verzet, spot of onbegrip gestuit: vgl: 99,7[[[1006]]] vgl: 1,32,69[[[1007]]] het werd niet gemotiveerd door de heidense mythologie of door de een of andere aanpassing aan de ideeën van de tijd. De betekenis van deze gebeurtenis is slechts voor het geloof toegankelijk, dat haar ziet in "de samenhang tussen de mysteries onderling" vert. uit Lat.[[11|(18)]] in het geheel van de mysteries van Christus, van zijn menswording tot zijn Pasen. De heilige Ignatius van Antiochië getuigt reeds van deze samen hang: "Voor de vorst van deze wereld is de maagdelijkheid van Maria en haar baren verborgen gebleven, evenals de dood van de Heer: drie opzienbarende mysteries, die in de stilte van God tot stand gebracht werden". vgl: XIX,1[[[853|+63]]] (1 Kor. 2, 8)[[b:1 Kor. 2, 8]]Zie ook alinea's: -90-[al:90]-2717-[al:2717]
Referenties naar alinea 498: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
499
963
963
Maria - "altijd maagd"
De verdieping van het geloof in het maagdelijk moederschap heeft de Kerk ertoe gebracht de werkelijke en blijvende maagdelijkheid van Maria, vgl: Sessio VIII - Canones, (7)[[[902|(7)]]] zelfs bij het baren van de mensgeworden Zoon van God te belijden. vgl: Lectis dilectionis tuae - Tomus I Leonis, 3,8[[[401|3.8]]] vgl: Humani Generis, (2)[[[1002|(2)]]] vgl: Sessio V, (4)[[[1003|(4)]]] vgl: Credo, (16)[[[1004|(16)]]] vgl: Cum quorumdam hominum[[[1005]]] Immers, de geboorte van Christus "heeft de maagdelijkheid van zijn moeder niet verminderd, maar geheiligd". vert. uit Lat.[[617|57]] De liturgie van de Kerk viert Maria als de Aeiparthenos, "altijd maagd". vgl: Lumen Gentium, 52[[[617|52]]]
De verdieping van het geloof in het maagdelijk moederschap heeft de Kerk ertoe gebracht de werkelijke en blijvende maagdelijkheid van Maria, vgl: Sessio VIII - Canones, (7)[[[902|(7)]]] zelfs bij het baren van de mensgeworden Zoon van God te belijden. vgl: Lectis dilectionis tuae - Tomus I Leonis, 3,8[[[401|3.8]]] vgl: Humani Generis, (2)[[[1002|(2)]]] vgl: Sessio V, (4)[[[1003|(4)]]] vgl: Credo, (16)[[[1004|(16)]]] vgl: Cum quorumdam hominum[[[1005]]] Immers, de geboorte van Christus "heeft de maagdelijkheid van zijn moeder niet verminderd, maar geheiligd". vert. uit Lat.[[617|57]] De liturgie van de Kerk viert Maria als de Aeiparthenos, "altijd maagd". vgl: Lumen Gentium, 52[[[617|52]]]
Referenties naar alinea 499: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
500
963
Youcat ->=geentekst=
963
Soms brengt men hier tegenin dat de Schrift spreekt over broeders en zusters van Jezus. (Mc. 3, 31-35; Mc. 6, 3; 1 Kor. 9, 5; Gal. 1, 19)[[b:Mc. 3, 31-35; Mc. 6, 3; 1 Kor. 9, 5; Gal. 1, 19]] De Kerk heeft deze passages altijd zo verstaan dat hier geen andere kinderen van de maagd Maria worden aangeduid: immers, Jakobus en Jozef, "broeders van Jezus" (Mt. 13, 55)[b:Mt. 13, 55] zijn de zonen van een Maria, een leerlinge van Jezus, (Mt. 27, 56)[[b:Mt. 27, 56]] die veelbetekenend aangeduid wordt als "de andere Maria" (Mt. 28, 1)[b:Mt. 28, 1]. Het betreft naaste verwanten van Jezus, overeenkomstig een uit het Oude Testament bekende uitdrukking. (Gen. 13, 8; Gen. 14, 16)[[b:Gen. 13, 8; Gen. 14, 16]] ((Vgl. Gen. 29, 15; enz.))[[b:Gen. 29, 15]]
Referenties naar alinea 500: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
501
963
969
963
969
Jezus is de enige Zoon van Maria. Maar het geestelijk moederschap (Joh. 19, 26-27; Openb. 12, 17)[[b:Joh. 19, 26-27; Openb. 12, 17]] van Maria strekt zich uit tot alle mensen die Hij is komen redden: "Zij baarde de Zoon, die God gemaakt heeft tot 'de eerstgeborene onder vele broeders' (Rom. 8, 29)[b:Rom. 8, 29], d.w.z. gelovigen, aan wier geboorte en vorming zij met moederlijke liefde meewerkt". vert. uit Latijn[[617|63]]
Zie ook alinea's: -969-970-[al:969-970]
Zie ook alinea's: -969-970-[al:969-970]
Referenties naar alinea 501: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
502
963
963
Het maagdelijk moederschap van Maria in Gods heilsplan
De blik van het geloof kan in het licht van het geheel van de openbaring de mysterieuze redenen ontdekken waarom God in zijn heilsplan gewild heeft dat zijn Zoon geboren werd uit een maagd. Deze redenen betreffen evenzeer de persoon en de verlossende zending van Christus als het aanvaarden door Maria van deze zending voor alle mensen.
Zie ook alinea's: -90-[al:90]
De blik van het geloof kan in het licht van het geheel van de openbaring de mysterieuze redenen ontdekken waarom God in zijn heilsplan gewild heeft dat zijn Zoon geboren werd uit een maagd. Deze redenen betreffen evenzeer de persoon en de verlossende zending van Christus als het aanvaarden door Maria van deze zending voor alle mensen.
Zie ook alinea's: -90-[al:90]
Referenties naar alinea 502: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
503
963
963
De maagdelijkheid van Maria toont dat God bij de menswording geheel en al uit eigen beweging het initiatief genomen heeft. Jezus heeft slechts God als Vader. (Lc. 2, 48-49)[[b:Lc. 2, 48-49]] "Nooit raakte hij door de menselijke natuur die Hij had aangenomen, vervreemd van de Vader. Van nature is Hij Zoon van God overeenkomstig zijn godheid, van nature is Hij de zoon van zijn moeder overeenkomstig zijn mensheid, maar eigenlijk de Zoon van de Vader in beide naturen." Credo, (3)[[1008|(3)]]Zie ook alinea's: -422-[al:422]
Referenties naar alinea 503: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
504
963
963
Jezus wordt ontvangen van de heilige Geest in de schoot van de maagd Maria, omdat Hij de "Nieuwe Adam" is (Lc. 2, 48-49)[[b:Lc. 2, 48-49]] die aan het begin staat van de nieuwe schepping: "De eerste mens, uit de aarde genomen, is aards; de tweede is uit de hemel" (1 Kor. 15, 47)[b:1 Kor. 15, 47]. De mensheid van Christus is vanaf de ontvangenis vervuld van de heilige Geest, want "zo mateloos schenkt God zijn Geest" (Joh. 3, 34)[b:Joh. 3, 34]. Het is uit "de volheid van Hem", hoofd van de verloste mensheid, (Kol. 1, 18)[[b:Kol. 1, 18]] dat "wij genade op genade ontvangen" (Joh. 1, 16)[b:Joh. 1, 16].Zie ook alinea's: -359-[al:359]
Referenties naar alinea 504: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
505
963
1265
963
1265
Jezus, de Nieuwe Adam, staat door zijn maagdelijke ontvangenis aan het begin van "de wedergeboorte" van de door het geloof in de heilige Geest aangenomen kinderen. "Hoe zal dit geschieden?" (Lc. 1, 34)[b:Lc. 1, 34]. (Joh. 3, 9)[[b:Joh. 3, 9]] De deelname aan het goddelijk leven komt niet voort "uit bloed, noch uit de begeerte van het vlees of de wil van een man, maar uit God" (Joh. 1, 13)[b:Joh. 1, 13]. Het ontvangen van dit leven is maagdelijk, want het wordt geheel door de Geest aan de mens geschonken. Het bruidskarakter van de menselijke roeping in zijn verhouding tot God (2 Kor. 11, 2)[[b:2 Kor. 11, 2]] komt volmaakt tot vervulling in het maagdelijk moederschap van Maria.Zie ook alinea's: -1265-[al:1265]
Referenties naar alinea 505: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
506
148
963
1814
148
963
1814
Maria is maagd, omdat haar maagdelijkheid "het teken van haar geloof is", vert. uit Lat.[[617|63]] dat door geen enkele twijfel geschonden werd en het teken "van haar onverdeelde overgave aan de wil van God. (1 Kor. 7, 34-35)[[b:1 Kor. 7, 34-35]] Juist dit geloof laat haar de moeder van de Verlosser worden. "Maria is gelukzaliger omdat haar het geloof in Christus geschonken wordt dan omdat zij het vlees van Christus ontvangt". 3, vert. uit Lat.[[1009]]Zie ook alinea's: -148-[al:148]-1814-[al:1814]
Referenties naar alinea 506: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
507
149
757
963
967
149
757
963
967
Maria is maagd èn moeder, want zij is het beeld en de meest volmaakte verwezenlijking van de kerk: vgl: vert. uit Lat.[[[617|63]]] "De Kerk wordt door het woord van God, dat zij in geloof aanvaardt, eveneens moeder, want door de prediking en het doopsel brengt zij, tot een nieuw, onsterfelijk leven, de kinderen voort die van de Heilige Geest zijn ontvangen en uit God zijn geboren. Ook zij is maagd; zij bewaart de aan haar bruidegom beloofde trouw gaaf en zuiver". vert. uit Lat.[[617|64]]Zie ook alinea's: -967-[al:967]-149-[al:149]
Referenties naar alinea 507: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (508-511)
508
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
In het geslacht van Eva heeft God de maagd Maria uitgekozen om de moeder van zijn Zoon te zijn. "Vol van genade" is zij "de verhevenste vrucht van de verlossing; vert. uit Lat.[[570|103]] vanaf het eerste ogenblik van haar ontvangenis is zij geheel gevrijwaard van de smet van de erfzonde en zij is heel haar leven lang vrij gebleven van elke persoonlijke zonde.
Referenties naar alinea 508: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
509
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Maria is werkelijk "Moeder van God" , aangezien zij de moeder is van de eeuwige, mensgeworden Zoon van God, die zelf God is.
Referenties naar alinea 509: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
510
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Maria "is maagd gebleven, toen zij haar zoon ontving, maagd, toen zij hem baarde, maagd, toen zij hem droeg, maagd, toen zij Hem voedde aan haar borst, altijd maagd.". 186,1, vert uit Lat.[[880]] met heel haar wezen is zij "de dienstmaagd des Heren " (Lc. 1, 38)[b:Lc. 1, 38].
Referenties naar alinea 510: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
511
De maagd Maria heeft "door een vrije daad van geloof en gehoorzaamheid meegewerkt aan het heil van de mensen." vert. uit Lat.[[617|56]] Zij heeft haar "ja" uitgesproken "in naam van heel de mensheid": III, q. 30, a. 1, vert. uit Lat.[[t:III, q. 30, a. 1]] door haar gehoorzaamheid is zij de nieuwe Eva geworden, moeder van de levenden.
Referenties naar alinea 511: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 - De mysteries van het leven van Christus (512-570)
512
1115
1163
2675
1115
1163
2675
De geloofsbelijdenis spreekt met betrekking tot het leven van Christus slechts over de mysteries van de menswording (ontvangenis en geboorte en van Pasen (lijden, kruisiging, dood, begrafenis, neerdaling ter helle, verrijzenis, hemelvaart). Zij zegt niets uitdrukkelijk over de mysteries van het verborgen en openbare leven van Jezus, maar de artikelen van het geloof die de menswording en het Pasen van Jezus betreffen, verhelderen heel het aardse leven van Christus. "Alles wat Jezus gedaan en geleerd heeft tot aan de dag waarop (...) Hij (...) ten hemel werd opgenomen" (Hand. 1, 1-2)[b:Hand. 1, 1-2], dient gezien te worden in het licht van de mysteries van Kerstmis en Pasen.
Zie ook alinea's: -1163-[al:1163]
Zie ook alinea's: -1163-[al:1163]
Referenties naar alinea 512: 1
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
513
426
1115
426
1115
Het godsdienstonderricht zal al naargelang van de omstandigheden heel de rijkdom van de mysteries van Jezus ontvouwen. Hier volstaat het op enkele elementen te wijzen die gemeenschappelijk zijn aan alle mysteries van het leven van Christus (I (Het hele leven van Christus is één mysterie)[1|+ 618]), om vervolgens de voornaamste mysteries van het verborgen (II (De mysteries van de kinderjaren en het verborgen leven van Jezus)[1|+ 627]) en openbare (III (De mysteries van het openbare leven van Jezus)[1|+ 641]) leven van Jezus te schetsen.
Zie ook alinea's: -426-[al:426]-561-[al:561]
Zie ook alinea's: -426-[al:426]-561-[al:561]
Referenties naar alinea 513: 1
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I - Het hele leven van Christus is één mysterie (514-521)
514
1115
1115
Veel zaken waardoor de menselijke nieuwsgierigheid met betrekking tot Jezus geboeid wordt, komen niet voor in de Evangelies. Er wordt bijna niets gezegd over zijn leven in Nazaret en zelfs een groot gedeelte van zijn openbare leven komt niet ter sprake. (Joh. 20, 30)[[b:Joh. 20, 30]] Wat in de Evangelies geschreven staat, dat is opgetekend, "opdat gij moogt geloven dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat gij door te geloven leven moogt bezitten in zijn naam" (Joh. 20, 31)[b:Joh. 20, 31].
Referenties naar alinea 514: 1
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
515
125
609
774
1115
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
125
609
774
1115
De Evangelies zijn geschreven door mensen die hoorden tot de eerste gelovigen (Mc. 1, 1; Joh. 21, 24)[[b:Mc. 1, 1; Joh. 21, 24]] en die anderen in dit geloof wilden laten delen. Toen zij eenmaal in het geloof de persoon van Jezus hadden leren kennen, hebben zij de sporen van zijn mysterie in heel zijn aardse leven kunnen zien en aan anderen kunnen laten zien. Alles in het leven van Jezus staat in het teken van zijn mysterie, te beginnen bij de doeken waarin Hij bij zijn geboorte gewikkeld werd, (Lc. 2, 7)[[b:Lc. 2, 7]] tot aan de azijn van zijn lijden (Mt. 27, 48)[[b:Mt. 27, 48]] en de zweetdoek van zijn verrijzenis. (Joh. 20, 7)[[b:Joh. 20, 7]] Door zijn optreden, wonderen en woorden is geopenbaard dat "in Hem de godheid in heel haar volheid lijfelijk aanwezig is" (Kol. 2, 9)[b:Kol. 2, 9]. Zijn mensheid verschijnt zo als het "sacrament", d.w.z. het teken en het instrument van zijn godheid en het heil dat Hij komt brengen: wat er zichtbaar was in zijn aardse leven, voerde tot het onzichtbare mysterie van zijn goddelijke afstamming en zijn verlossende zending.
Zie ook alinea's: -126-[al:126]-609-[al:609]-774-[al:774]-477-[al:477]
Zie ook alinea's: -126-[al:126]-609-[al:609]-774-[al:774]-477-[al:477]
Referenties naar alinea 515: 4
Rosarium Virginis Mariae ->=geentekst=Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
516
65
470
1115
2708
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
65
470
1115
2708
De gemeenschappelijke trekken in de mysteries van Jezus
Heel het leven van Christus is openbaring van de Vader: zijn woorden en zijn daden, zijn stilzwijgen en lijden, zijn manier van zijn en spreken. Jezus kan zeggen: "Wie mij ziet, ziet de Vader" (Joh. 14, 9)[b:Joh. 14, 9] en de Vader kan zeggen: "Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene; luistert naar Hem" (Lc. 9, 35)[b:Lc. 9, 35]. Onze Heer is mens geworden om de wil van de Vader te doen, (Heb. 10, 5-7)[[b:Heb. 10, 5-7]] en vanaf dat moment laten de kleinste details van zijn mysteries ons "de liefde die God is" (1 Joh. 4, 9)[b:1 Joh. 4, 9] zien.
Zie ook alinea's: -65-[al:65]-2708-[al:2708]
Heel het leven van Christus is openbaring van de Vader: zijn woorden en zijn daden, zijn stilzwijgen en lijden, zijn manier van zijn en spreken. Jezus kan zeggen: "Wie mij ziet, ziet de Vader" (Joh. 14, 9)[b:Joh. 14, 9] en de Vader kan zeggen: "Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene; luistert naar Hem" (Lc. 9, 35)[b:Lc. 9, 35]. Onze Heer is mens geworden om de wil van de Vader te doen, (Heb. 10, 5-7)[[b:Heb. 10, 5-7]] en vanaf dat moment laten de kleinste details van zijn mysteries ons "de liefde die God is" (1 Joh. 4, 9)[b:1 Joh. 4, 9] zien.
Zie ook alinea's: -65-[al:65]-2708-[al:2708]
Referenties naar alinea 516: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
517
599
606
608
1115
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
599
606
608
1115
Heel het leven van Christus is een mysterie van verlossing. De verlossing verkrijgen wij voor alles door het bloed van het kruis, (Ef. 1, 7; Kol. 1, 13-14; 1 Pt. 1, 18-19)[[b:Ef. 1, 7; Kol. 1, 13-14; 1 Pt. 1, 18-19]] maar dit mysterie is in het gehele leven van Christus werkzaam: reeds in zijn menswording, waardoor Hij door arm te worden ons verrijkt met zijn armoede, (2 Kor. 8, 9)[[b:2 Kor. 8, 9]] in zijn verborgen leven, dat door zijn onderdanigheid (Lc. 2, 51)[[b:Lc. 2, 51]] onze ongehoorzaamheid weer goedmaakt, in zijn woord, dat zijn toehoorders rein maakt, (Joh. 15, 3)[[b:Joh. 15, 3]] in zijn genezingen en duiveluitdrijvingen, waardoor Hij "onze zwakheden heeft weggenomen en onze ziekten heeft gedragen" (Mt. 8, 17)[b:Mt. 8, 17], (Jes. 53, 4)[[b:Jes. 53, 4]] in zijn verrijzenis, waardoor Hij ons rechtvaardigt. (Rom. 4, 25)[[b:Rom. 4, 25]]
Zie ook alinea's: -606-[al:606]-115-[al:115]
Zie ook alinea's: -606-[al:606]-115-[al:115]
Referenties naar alinea 517: 6
15e Wereld Jongeren Dag Rome 2000 ->=geentekst=Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
518
538
668
772
831
1043
1115
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
538
668
772
831
1043
1115
Heel het leven van Christus is een mysterie van recapitulatie. Al wat Jezus heeft gedaan, gezegd en geleden, had ten doel de gevallen mens in zijn eerste roeping te herstellen:
Toen Hij het vlees aannam en mens werd, heeft Hij in zichzelf de lange geschiedenis van de mensen onder één hoofd gebracht en ons het heil, in zijn persoon samengevat, geschonken, zodat wij datgene wat wij in Adam verloren hadden, d.w.z. het zijn naar Gods beeld en gelijkenis, in Christus Jezus terugkregen. 3,18,1 vert. uit Lat.[[848]] Daarom heeft Jezus trouwens alle stadia van een menselijk leven doorlopen, om zo voor alle mensen de gemeenschap met God te herstellen. 3,18,7: vert. uit Lat.[[848]] vgl: 2,22,4[[[848]]]Zie ook alinea's: -668-[al:668]-2748-[al:2748]
Referenties naar alinea 518: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
519
540
602
616
793
1085
1115
540
602
616
793
1085
1115
Onze gemeenschap met de mysteries van Jezus
Heel de rijkdom van Christus "is bestemd voor elke mens en staat ter beschikking van iedereen." vert. uit Lat.[[237|11]] Christus heeft zijn leven niet voor zichzelf geleefd, maar voor ons, vanaf zijn menswording "voor ons mensen en omwille van ons heil" Credo van Nicea - Constantinopel[[66]] tot aan zijn dood "voor onze zonden" (1 Kor. 15, 3)[b:1 Kor. 15, 3] en zijn verrijzenis "om onze rechtvaardiging" (Rom. 4, 25)[b:Rom. 4, 25]. Nu nog is Hij "onze voorspreker bij de Vader" (1 Joh. 2, 1)[b:1 Joh. 2, 1], "daar Hij altijd leeft om voor ons te pleiten" (Heb. 7, 25)[b:Heb. 7, 25]. Met al hetgeen Hij tijdens zijn leven voor ons eens voor altijd heeft doorgemaakt en geleden, blijft Hij voor altijd "voor ons bij God present" (Heb. 9, 24)[b:Heb. 9, 24].
Zie ook alinea's: -793-[al:793]-602-[al:602]-1085-[al:1085]
Heel de rijkdom van Christus "is bestemd voor elke mens en staat ter beschikking van iedereen." vert. uit Lat.[[237|11]] Christus heeft zijn leven niet voor zichzelf geleefd, maar voor ons, vanaf zijn menswording "voor ons mensen en omwille van ons heil" Credo van Nicea - Constantinopel[[66]] tot aan zijn dood "voor onze zonden" (1 Kor. 15, 3)[b:1 Kor. 15, 3] en zijn verrijzenis "om onze rechtvaardiging" (Rom. 4, 25)[b:Rom. 4, 25]. Nu nog is Hij "onze voorspreker bij de Vader" (1 Joh. 2, 1)[b:1 Joh. 2, 1], "daar Hij altijd leeft om voor ons te pleiten" (Heb. 7, 25)[b:Heb. 7, 25]. Met al hetgeen Hij tijdens zijn leven voor ons eens voor altijd heeft doorgemaakt en geleden, blijft Hij voor altijd "voor ons bij God present" (Heb. 9, 24)[b:Heb. 9, 24].
Zie ook alinea's: -793-[al:793]-602-[al:602]-1085-[al:1085]
Referenties naar alinea 519: 1
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
520
459
1115
2607
459
1115
2607
Heel zijn leven toont Jezus zich een voorbeeld voor ons: (Rom. 15, 5; Fil. 2, 5)[[b:Rom. 15, 5; Fil. 2, 5]] Hij is "de volmaakte mens" vert. uit Lat.[[575|38]] die ons uitnodigt zijn leerlingen te worden en Hem te volgen: door zich te vernederen heeft Hij ons een voorbeeld gegeven om na te volgen, (Joh. 13, 15)[[b:Joh. 13, 15]] door zijn gebed wekt Hij in ons het gebed, (Lc. 11, 1)[[b:Lc. 11, 1]] door zijn armoede roept Hij ons op vrijwillig gebrek en vervolging te aanvaarden. (Mt. 5, 11-12)[[b:Mt. 5, 11-12]]
Zie ook alinea's: -459-[al:459]-359-[al:359]-2607-[al:2607]
Zie ook alinea's: -459-[al:459]-359-[al:359]-2607-[al:2607]
Referenties naar alinea 520: 1
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
521
789
1115
1391
1612
2715
2842
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
789
1115
1391
1612
2715
2842
Al wat Christus in zijn leven doorstaan heeft, doorleeft Hij, opdat wij het kunnen beleven in Hem en Hij het beleeft in ons. "Door zijn menswording heeft de Zoon van God zich in zekere zin verenigd met iedere mens." § 2, vert. uit Lat.[[575|22]] Wij zijn slechts geroepen één met Hem te worden; wat Hij in het vlees voor ons en als ons voorbeeld doorgemaakt heeft, daaraan laat Hij ons deel hebben als ledematen van zijn lichaam:
Wij moeten de stadia van het leven en de mysteries van Christus voortzetten en in onszelf vervullen. Wij moeten dikwijls tot Hem bidden dat Hij die mysteries in ons en in heel zijn kerk voltooit en tot vervulling brengt. (...) Want Gods Zoon heeft het voornemen zijn mysteries aan ons mee te delen, ze in heel zijn kerk op een of andere wijze te ontwikkelen en voort te zetten, zowel door de genade die Hij ons wil schenken, als ook door de vruchten die Hij door deze mysteries in ons wil bewerken. En zo wil Hij ze in ons vervullen. Regn., vert. Getijdenboek Lect. II,6,149-150[[1010]]Zie ook alinea's: -2715-[al:2715]-1391-[al:1391]
Referenties naar alinea 521: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - De mysteries van de kinderjaren en het verborgen leven van Jezus (522-534)
522
711
762
1115
711
762
1115
De voorbereidingen
De komst van de Zoon van God op aarde is een zo overweldigend gebeuren dat God het gedurende eeuwen heeft willen voorbereiden. Riten en offers, voorafbeeldingen en symbolen van het "eerste verbond" (Heb. 9, 15)[[b:Heb. 9, 15]], Hij heeft ze alle laten samenkomen in Christus; Hij kondigt Hem aan bij monde van de profeten die elkaar in Israël opvolgen. Hij wekt bovendien in het hart van de heidenen de vage verwachting van deze komst.
Zie ook alinea's: -711-[al:711]-762-[al:762]
De komst van de Zoon van God op aarde is een zo overweldigend gebeuren dat God het gedurende eeuwen heeft willen voorbereiden. Riten en offers, voorafbeeldingen en symbolen van het "eerste verbond" (Heb. 9, 15)[[b:Heb. 9, 15]], Hij heeft ze alle laten samenkomen in Christus; Hij kondigt Hem aan bij monde van de profeten die elkaar in Israël opvolgen. Hij wekt bovendien in het hart van de heidenen de vage verwachting van deze komst.
Zie ook alinea's: -711-[al:711]-762-[al:762]
Referenties naar alinea 522: 1
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
523
608
612
717
1115
608
612
717
1115
De heilige Johannes de Doper is de onmiddellijke voorloper (Hand. 13, 24)[[b:Hand. 13, 24]] van de Heer, gezonden om voor Hem de weg te bereiden. (Mt. 3, 3)[[b:Mt. 3, 3]] Als "profeet van de Allerhoogste" (Lc. 1, 76)[b:Lc. 1, 76] overtreft hij alle profeten, (Lc. 7, 26)[[b:Lc. 7, 26]] hij is de laatste van hen, (Mt. 11, 13)[[b:Mt. 11, 13]] hij staat aan het begin van het evangelie, (Hand. 1, 22; Lc. 16, 16)[[b:Hand. 1, 22; Lc. 16, 16]] hij begroet de komst van Christus vanuit de schoot van zijn moeder (Lc. 1, 41)[[b:Lc. 1, 41]] en hij vindt er zijn vreugde in "de vriend van zijn bruidegom" (Joh. 3, 29)[b:Joh. 3, 29] te zijn die hij aanduidt als "het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt" (Joh. 1, 29)[b:Joh. 1, 29]. Aan Jezus voorafgaand "met de geest en de kracht van Elia", (Lc. 1, 17)[b:Lc. 1, 17] legt hij getuigenis van Hem af door zijn prediking, zijn doopsel van bekering en tenslotte zijn marteldood. (Mc. 6, 17-29)[[b:Mc. 6, 17-29]]
Zie ook alinea's: -712-720-[al:712-720]
Zie ook alinea's: -712-720-[al:712-720]
Referenties naar alinea 523: 1
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
524
1115
1171
1115
1171
Door elk jaar de liturgie van de Advent te vieren actualiseert de Kerk deze verwachting van de Messias: door deel te nemen aan de lange voorbereiding van de eerste komst van de Verlosser hernieuwen de gelovigen het vurig verlangen naar zijn tweede komst. (Openb. 22, 17)[[b:Openb. 22, 17]] Door de viering van de geboorte en de marteldood van de voorloper sluit de Kerk zich aan bij zijn verlangen: "Hij moet groter worden, maar ik kleiner" (Joh. 3, 30)[b:Joh. 3, 30].
Zie ook alinea's: -1171-[al:1171]
Zie ook alinea's: -1171-[al:1171]
Referenties naar alinea 524: 1
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
525
437
1115
2443
Youcat ->=geentekst=
437
1115
2443
Het mysterie van Kerstmis
Jezus is in de nederigheid van een stal geboren, in een arm gezin; (Lc. 2, 6-7)[[b:Lc. 2, 6-7]] eenvoudige herders zijn de eerste getuigen van het gebeuren. In deze armoede manifesteert zich de heerlijkheid van de hemel. (Lc. 2, 5-20)[[b:Lc. 2, 5-20]] De Kerk wordt niet moe de luister van deze nacht te bezingen:
Jezus is in de nederigheid van een stal geboren, in een arm gezin; (Lc. 2, 6-7)[[b:Lc. 2, 6-7]] eenvoudige herders zijn de eerste getuigen van het gebeuren. In deze armoede manifesteert zich de heerlijkheid van de hemel. (Lc. 2, 5-20)[[b:Lc. 2, 5-20]] De Kerk wordt niet moe de luister van deze nacht te bezingen:
De Maagd brengt heden de Eeuwige ter wereldZie ook alinea's: -437-[al:437]-2443-[al:2443]
en de aarde biedt de Ontoegankelijke een grot.
Engelen en herders prijzen Hem
en de wijzen met de ster naderen,
want Gij zijt voor ons geboren,
klein kind, eeuwige God! Kontakion voor de dag van de...Kontakion voor de dag van de geboorte van Christus van Romanos van Melode
Referenties naar alinea 525: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
526
591
1115
Youcat ->=geentekst=
591
1115
"Kind worden" in relatie tot God is een voorwaarde om het rijk binnen te gaan; (Mt. 18, 3-4)[[b:Mt. 18, 3-4]] daarom moet men zich vernederen, (Mt. 23, 12)[[b:Mt. 23, 12]] klein worden; of, wat meer is, men moet "opnieuw geboren worden" (Joh. 3, 7)[b:Joh. 3, 7], "uit God geboren worden" (Joh. 1, 13)[[b:Joh. 1, 13]] om "kinderen van God te worden". (Joh. 1, 12)[[b:Joh. 1, 12]] Het mysterie van Kerstmis voltrekt zich in ons, wanneer wij "de gestalte 'van Christus' aannemen" (Gal. 4, 19)[[b:Gal. 4, 19]]. Kerstmis is het mysterie van deze "wonderlijke ruil":
Hoe wonderlijk is deze ruil: van een maagd die geen man bekent, neemt de Schepper een menselijk lichaam aan om ons te maken tot kinderen van God. Antifoon van de octaafdag van...Antifoon van de octaafdag van Kerstmis, vert. Getijdenboek blz. 120Zie ook alinea's: -460-[al:460]
Referenties naar alinea 526: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
527
580
1115
Youcat ->=geentekst=
580
1115
De mysteries van de kinderjaren van Jezus
De besnijdenis van Jezus op de achtste dag na zijn geboorte (Lc. 2, 21)[[b:Lc. 2, 21]] is het teken van zijn opname in het geslacht van Abraham, in het volk van het verbond, het teken ook van zijn onderwerping aan de wet (Gal. 4, 4)[[b:Gal. 4, 4]] en van zijn afvaardiging tot de eredienst van Israël, waaraan Hij heel zijn leven zal deelnemen. Dit teken is een voorafbeelding van de "Christus-besnijdenis die het Doopsel is". (Kol. 2, 11-13)[[b:Kol. 2, 11-13]]
Zie ook alinea's: -580-[al:580]-1214-[al:1214]
De besnijdenis van Jezus op de achtste dag na zijn geboorte (Lc. 2, 21)[[b:Lc. 2, 21]] is het teken van zijn opname in het geslacht van Abraham, in het volk van het verbond, het teken ook van zijn onderwerping aan de wet (Gal. 4, 4)[[b:Gal. 4, 4]] en van zijn afvaardiging tot de eredienst van Israël, waaraan Hij heel zijn leven zal deelnemen. Dit teken is een voorafbeelding van de "Christus-besnijdenis die het Doopsel is". (Kol. 2, 11-13)[[b:Kol. 2, 11-13]]
Zie ook alinea's: -580-[al:580]-1214-[al:1214]
Referenties naar alinea 527: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
528
439
1115
Youcat ->=geentekst=
439
1115
De openbaring van de Heer is de openbaring van Jezus als Messias van Israël, Zoon van God en Verlosser van de wereld. Met het doopsel van Jezus in de Jordaan en de bruiloft van Kana Vgl. Getijdengebed, Antifoon...Vgl. Getijdengebed, Antifoon van het Benedictus van de Lauden en het Magnificat van de tweede Vespers van de Openbaring van de Heer, vert. Getijdenboek 162 viert dit feest de aanbidding van Jezus door de "wijzen die uit het oosten kwamen" (Mt. 2, 1)[[b:Mt. 2, 1]]. In deze "wijzen" vertegenwoordigers van de omringende heidense godsdiensten, ziet het Evangelie de eerstelingen van de volken die de blijde boodschap van het heil door de menswording aannemen. De komst van de wijzen naar Jeruzalem om "hulde te brengen aan de koning van de Joden" (Mt. 2, 2)[[b:Mt. 2, 2]] laat zien dat zij in Israël, in het Messiaanse licht van de ster van David, (Num. 24, 17; Openb. 22, 16)[[b:Num. 24, 17; Openb. 22, 16]] Hem zoeken die de koning van de volken zal zijn. (Num. 24, 17-19)[[b:Num. 24, 17-19]] Hun komst betekent dat de heidenen Jezus alleen maar kunnen ontdekken en aanbidden als Zoon van God en Heiland van de wereld, als zij zich keren naar de joden (Joh. 4, 22)[[b:Joh. 4, 22]] en van hen de Messiaanse belofte, zoals die vervat ligt in het Oude Testament, ontvangen. (Mt. 2, 4-6)[[b:Mt. 2, 4-6]] De openbaring van de Heer toont dat "alle heidenen hun intrede doen in de familie der aartsvaders 23, vert. uit Lat.[[913]] en de Israelitica dignitas - de waardigheid van Israël Romeins Missaal MR, Vigilie...Romeins Missaal MR, Vigilie van Pasen 26; gebed na de derde lezing, in; Altaarmissaal (NL) bIz. 357; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 171 verwerven.
Zie ook alinea's: -439-[al:439]-711-716-[al:711-716]-122-[al:122]
Zie ook alinea's: -439-[al:439]-711-716-[al:711-716]-122-[al:122]
Referenties naar alinea 528: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
529
439
583
614
1115
Youcat ->=geentekst=
439
583
614
1115
De opdracht van Jezus in de tempel (Lc. 2, 22-39)[[b:Lc. 2, 22-39]] toont Hem als de eerstgeborene die de Heer toebehoort. (Ex. 13, 12-13)[[b:Ex. 13, 12-13]] Met Simeon en Hanna is het heel de verwachting van Israël die tot de ontmoeting met zijn Verlosser komt (de Byzantijnse traditie noemt deze gebeurtenis zo). Jezus wordt herkend als de zo lang verwachte Messias, "licht van de volken" en "glorie van Israël", maar ook als "teken van tegenspraak", Het zwaard van smart, dat Maria voorzegd is, kondigt dat andere, volmaakte en unieke offer van het kruis aan, dat het heil zal schenken dat God "voor alle volken bereid heeft".
Zie ook alinea's: -583-[al:583]-439-[al:439]-614-[al:614]
Zie ook alinea's: -583-[al:583]-439-[al:439]-614-[al:614]
Referenties naar alinea 529: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
530
574
1115
Youcat ->=geentekst=
574
1115
De vlucht naar Egypte en de kindermoord (Mt. 2, 13-18)[[b:Mt. 2, 13-18]] laten de tegenstelling zien tussen de duisternis en het licht; "Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet" (Joh. 1, 11)[b:Joh. 1, 11]. Heel het leven van Christus zal in het teken van de vervolging staan. De zijnen delen met Hem in deze vervolging, (Joh. 15, 20)[[b:Joh. 15, 20]] Zijn terugkeer uit Egypte (Mt. 2, 15)[[b:Mt. 2, 15]] herinnert aan de uittocht (Hos. 11, 1)[[b:Hos. 11, 1]] en stelt Jezus voor als de definitieve bevrijder.
Zie ook alinea's: -574-[al:574]
Zie ook alinea's: -574-[al:574]
Referenties naar alinea 530: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
531
1115
2427
Youcat ->=geentekst=
1115
2427
De mysteries van het verborgen leven van Jezus
Gedurende het grootste gedeelte van zijn leven heeft Jezus de levensomstandigheden van het overgrote deel van de mensen gedeeld: een dagelijks leven zonder uiterlijke pracht; een leven van handenarbeid, een joods godsdienstig leven, onderworpen aan Gods wet, ( Gal. 4, 4)[[b: Gal. 4, 4]] een leven in de gemeenschap. Over heel deze periode is ons slechts geopenbaard dat Jezus "onderdanig" was aan zijn ouders en dat "Hij toenam in wijsheid en welgevalligheid bij God en de mensen" (Lc. 2, 52)[b:Lc. 2, 52].
Zie ook alinea's: -2427-[al:2427]
Gedurende het grootste gedeelte van zijn leven heeft Jezus de levensomstandigheden van het overgrote deel van de mensen gedeeld: een dagelijks leven zonder uiterlijke pracht; een leven van handenarbeid, een joods godsdienstig leven, onderworpen aan Gods wet, ( Gal. 4, 4)[[b: Gal. 4, 4]] een leven in de gemeenschap. Over heel deze periode is ons slechts geopenbaard dat Jezus "onderdanig" was aan zijn ouders en dat "Hij toenam in wijsheid en welgevalligheid bij God en de mensen" (Lc. 2, 52)[b:Lc. 2, 52].
Zie ook alinea's: -2427-[al:2427]
Referenties naar alinea 531: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
532
1115
2216
Youcat ->=geentekst=
St. Jozef, de rechtschapen man ->=geentekst=
1115
2216
In de onderdanigheid aan zijn moeder en aan zijn wettelijke vader brengt Jezus op volmaakte wijze het vierde gebod in praktijk. Die onderwerping is het beeld in de tijd van zijn kinderlijke gehoorzaamheid aan zijn hemelse Vader. De dagelijkse gehoorzaamheid van Jezus aan Jozef en Maria kondigde de onderdanigheid van Witte Donderdag aan en liep hierop vooruit: "Niet mijn wil (...)" (Lc. 22, 42)[b:Lc. 22, 42]. De gehoorzaamheid van Christus in het alledaagse van het verborgen leven was reeds het begin van het herstel van hetgeen de ongehoorzaamheid van Adam verwoest had. (Rom. 5, 19)[[b:Rom. 5, 19]]
Zie ook alinea's: -2214-2220-[al:2214-2220]-612-[al:612]
Zie ook alinea's: -2214-2220-[al:2214-2220]-612-[al:612]
Referenties naar alinea 532: 3
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
St. Jozef, de rechtschapen man ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
533
1115
2204
2717
Youcat ->=geentekst=
1115
2204
2717
Het verborgen leven in Nazaret maakt het voor iedere mens mogelijk met Jezus gemeenschap te hebben via de meest alledaagse wegen van het leven.
Nazaret is de school waar men het leven van Jezus begint te begrijpen: de school van het evangelie (...), Allereerst een les in stilte. Moge in ons de achting voor de stilte, die bewonderenswaardige en onmisbare geestesgesteldheid, geboren worden (...). Een les in gezinsleven. Moge Nazaret ons leren wat het gezin is, zijn gemeenschap in liefde, zijn strenge, eenvoudige schoonheid, zijn heilig en onschendbaar karakter (...). Een les in arbeid. Nazaret, huis van de "zoon van de timmerman", hier is het dat wij de strenge en verlossende wet van de menselijke arbeid zouden willen begrijpen en vereren (...), zoals wij tenslotte hier alle arbeiders van de hele wereld zouden willen groeten en aan hen hun grote voorbeeld zouden willen tonen, hun goddelijke broeder. Ter ere van de H. Maagd, 1[[93|1]]Zie ook alinea's: -2717-[al:2717]-2204-[al:2204]-2427-[al:2427]
Referenties naar alinea 533: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
534
583
964
1115
2599
Youcat ->=geentekst=
583
964
1115
2599
Het terugvinden van Jezus in de tempel (Lc. 2, 41-52)[[b:Lc. 2, 41-52]] is de enige gebeurtenis die de stilte van de evangelies inzake de verborgen jaren van Jezus verbreekt. Jezus laat hier iets zien van het mysterie van zijn totale toewijding aan een zending die voortkomt uit zijn goddelijk afstamming: "Wist ge dan niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?" (Lc. 2, 49)[[b:Lc. 2, 49]] Maria en Jozef "begrepen" dit woord "niet", maar zij namen het in geloof aan en Maria "bewaarde alles wat er gebeurd was, in haar hart", gedurende de jaren dat Jezus in de stilte van een gewoon leven verborgen bleef.
Zie ook alinea's: -583-[al:583]-2599-[al:2599]-964-[al:964]
Zie ook alinea's: -583-[al:583]-2599-[al:2599]-964-[al:964]
Referenties naar alinea 534: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - De mysteries van het openbare leven van Jezus (535-560)
535
438
701
720
1115
2600
Youcat ->=geentekst=
438
701
720
1115
2600
Het doopsel van Jezus
Het begin (Lc. 3, 23)[[b:Lc. 3, 23]] van het openbare leven van Jezus is zijn doopsel door Johannes in de Jordaan. (Hand. 1, 22)[[b:Hand. 1, 22]] Johannes verkondigde "een doopsel van bekering tot vergeving van de zonden" (Lc. 3, 3)[b:Lc. 3, 3]. Een menigte zondaars, tollenaars en soldaten, (Lc. 3, 10-14)[[b:Lc. 3, 10-14]] Farizeeën, Sadduceeën (Mt. 3, 7)[[b:Mt. 3, 7]] en ontuchtige vrouwen (Mt. 21, 32)[[b:Mt. 21, 32]] komt zich door hem laten dopen. "Dan verschijnt Jezus". De Doper aarzelt, maar Jezus dringt aan: Hij ontvangt het doopsel. Dan komt de heilige Geest in de gedaante van een duif over Jezus en een stem uit de hemel verkondigt: "Dit is mijn welbeminde Zoon" (Mt. 3, 13-17)[[b:Mt. 3, 13-17]]. Dit is de openbaring ("Epifanie") van Jezus als Messias van Israël en Zoon van God.
Zie ook alinea's: -719-720-[al:719-720]-701-[al:701]-438-[al:438]
Het begin (Lc. 3, 23)[[b:Lc. 3, 23]] van het openbare leven van Jezus is zijn doopsel door Johannes in de Jordaan. (Hand. 1, 22)[[b:Hand. 1, 22]] Johannes verkondigde "een doopsel van bekering tot vergeving van de zonden" (Lc. 3, 3)[b:Lc. 3, 3]. Een menigte zondaars, tollenaars en soldaten, (Lc. 3, 10-14)[[b:Lc. 3, 10-14]] Farizeeën, Sadduceeën (Mt. 3, 7)[[b:Mt. 3, 7]] en ontuchtige vrouwen (Mt. 21, 32)[[b:Mt. 21, 32]] komt zich door hem laten dopen. "Dan verschijnt Jezus". De Doper aarzelt, maar Jezus dringt aan: Hij ontvangt het doopsel. Dan komt de heilige Geest in de gedaante van een duif over Jezus en een stem uit de hemel verkondigt: "Dit is mijn welbeminde Zoon" (Mt. 3, 13-17)[[b:Mt. 3, 13-17]]. Dit is de openbaring ("Epifanie") van Jezus als Messias van Israël en Zoon van God.
Zie ook alinea's: -719-720-[al:719-720]-701-[al:701]-438-[al:438]
Referenties naar alinea 535: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
536
444
606
719
727
1115
1224
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
444
606
719
727
1115
1224
Met het doopsel aanvaardt en begint Jezus zijn zending als lijdende Dienaar. Hij laat zich bij de zondaars rekenen. (Jes. 53, 12)[[b:Jes. 53, 12]] Hij is al "het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt" (Joh. 1, 29)[b:Joh. 1, 29]. Hij loopt al vooruit op het "doopsel" van zijn bloedige dood. ( Mc. 10, 38; Lc. 12, 50)[[b: Mc. 10, 38; Lc. 12, 50]] Hij komt reeds "de gerechtigheid volledig vervullen" (Mt. 3, 15)[b:Mt. 3, 15], d.w.z. Hij onderwerpt zich geheel aan de wil van zijn Vader: uit liefde stemt Hij in met dit doopsel van de dood tot vergeving van onze zonden. (Mt. 26, 39)[[b:Mt. 26, 39]] Op deze aanvaarding antwoordt de stem van de Vader die heel zijn welbehagen vindt in zijn Zoon. (Lc. 3, 22; Jes. 42, 1)[[b:Lc. 3, 22; Jes. 42, 1]] De Geest die Jezus vanaf zijn ontvangenis in volheid bezit, komt op Hem "rusten" (Joh. 1, 32-33; Jes. 11, 2)[[b:Joh. 1, 32-33; Jes. 11, 2]] Hij zal voor heel de mensheid de bron van deze Geest zijn. Bij zijn doop "ging de hemel open" (Mt. 3, 16)[b:Mt. 3, 16], die de zonde van Adam gesloten had; en het water wordt door de afdaling van Jezus en de Geest geheiligd, een begin van de nieuwe schepping.
Zie ook alinea's: -606-[al:606]-1224-[al:1224]-444-[al:444]-727-[al:727]-739-[al:739]
Zie ook alinea's: -606-[al:606]-1224-[al:1224]-444-[al:444]-727-[al:727]-739-[al:739]
Referenties naar alinea 536: 4
Misericordia Dei ->=geentekst=Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
537
628
1115
Youcat ->=geentekst=
628
1115
Door het Doopsel wordt de Christen sacramenteel gelijkvormig gemaakt aan Jezus, die in zijn Doopsel vooruitloopt op zijn dood en verrijzenis; de Christen moet in dit mysterie van deemoedige vernedering en berouw binnengaan, afdalen in het water samen met Jezus om met Hem hieruit weer omhoog te stijgen, wedergeboren worden uit water en Geest om in de Zoon welbeminde zoon van de Vader te worden en "een nieuw leven te leiden" (Rom. 6, 4)[b:Rom. 6, 4].
Laten wij ons met Christus door het doopsel begraven om met Hem te verrijzen; laten wij met Hem afdalen om met Hem verheven te worden; laten wij met Hem weer omhoog stijgen om ook met Hem verheerlijkt te worden. 40,9, vert. uit Gr.[[903]] Al wat in Christus volbracht is, laat ons zien dat na het waterbad de heilige Geest vanaf de poorten van de hemel over ons komt (...) en dat wij, door de stem van de Vader aangenomen, kinderen van God worden. 2, vert. uit Lat.[[1359]]Zie ook alinea's: -1262-[al:1262]-628-[al:628]
Referenties naar alinea 537: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
538
394
1115
Youcat ->=geentekst=
394
1115
De bekoring van Jezus
De Evangelies spreken over een tijd van eenzaamheid van Jezus in de woestijn onmiddellijk na zijn doop door Johannes: "Gedreven door de Geest" naar de woestijn, verblijft Jezus daar veertig dagen zonder te eten; Hij leeft er met de wilde dieren en de engelen dienen Hem. (Mc. 1, 12-13)[[b:Mc. 1, 12-13]] Aan het einde van deze tijd stelt Satan hem driemaal op de proef, waarbij hij probeert de houding van Jezus als Zoon tegenover God ter discussie te stellen. Jezus slaat deze aanvallen af, die de bekoringen van Adam in het paradijs en die van Israël in de woestijn samenvatten, en de duivel verwijdert zich van Hem "tot de vastgestelde tijd" (Lc. 4, 13)[b:Lc. 4, 13].
Zie ook alinea's: -394-[al:394]-518-[al:518]
De Evangelies spreken over een tijd van eenzaamheid van Jezus in de woestijn onmiddellijk na zijn doop door Johannes: "Gedreven door de Geest" naar de woestijn, verblijft Jezus daar veertig dagen zonder te eten; Hij leeft er met de wilde dieren en de engelen dienen Hem. (Mc. 1, 12-13)[[b:Mc. 1, 12-13]] Aan het einde van deze tijd stelt Satan hem driemaal op de proef, waarbij hij probeert de houding van Jezus als Zoon tegenover God ter discussie te stellen. Jezus slaat deze aanvallen af, die de bekoringen van Adam in het paradijs en die van Israël in de woestijn samenvatten, en de duivel verwijdert zich van Hem "tot de vastgestelde tijd" (Lc. 4, 13)[b:Lc. 4, 13].
Zie ook alinea's: -394-[al:394]-518-[al:518]
Referenties naar alinea 538: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
539
385
394
609
1115
Youcat ->=geentekst=
385
394
609
1115
De evangelisten wijzen op de heilzame betekenis van dit mysterieus gebeuren. Jezus is de nieuwe Adam, die waar de eerste Adam bezweken is voor de bekoring, trouw gebleven is. Jezus vervult op volmaakte wijze de roeping van Israël: in tegenstelling tot hen die eertijds gedurende veertig jaar God tartten in de woestijn, (Ps. 95, 10)[[b:Ps. 95, 10]] openbaart Christus zich als de dienaar Gods, die geheel gehoorzaam is aan de goddelijke wil. Daarin overwint Jezus de duivel: Hij heeft "de sterke gebonden" om hem zijn buit weer af te nemen. (Mc. 3, 27)[[b:Mc. 3, 27]] De overwinning van Jezus op de verleider in de woestijn loopt vooruit op de overwinning van het lijden, de hoogste vorm van gehoorzaamheid van zijn kinderlijke liefde voor de Vader.
Zie ook alinea's: -397-[al:397]-385-[al:385]-609-[al:609]
Zie ook alinea's: -397-[al:397]-385-[al:385]-609-[al:609]
Referenties naar alinea 539: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
540
394
1115
1438
2849
Youcat ->=geentekst=
394
1115
1438
2849
De bekoring van Jezus laat zien hoe Gods Zoon - in tegenstelling tot wat de Satan Hem voorstelt en de mensen (Mt. 16, 21-23)[[b:Mt. 16, 21-23]] Hem willen toeschrijven - Messias is. Daarom heeft Christus de verleider voor ons overwonnen: "Want wij hebben een hogepriester die in staat is mee te voelen met onze zwakheden. Hij werd zelf op allerlei manieren op de proef gesteld, precies zoals wij, afgezien dan van de zonde" (Heb. 4, 15)[b:Heb. 4, 15]. De Kerk verenigt zich ieder jaar gedurende de veertig dagen van de grote vasten met het mysterie van Jezus in de woestijn.
Zie ook alinea's: -2119-[al:2119]-519-[al:519]-2849-[al:2849]-1438-[al:1438]
Zie ook alinea's: -2119-[al:2119]-519-[al:519]-2849-[al:2849]-1438-[al:1438]
Referenties naar alinea 540: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
541
664
669
763
768
865
1115
1427
2608
2816
Youcat ->=geentekst=
664
669
763
768
865
1115
1427
2608
2816
"Het rijk Gods is nabij"
"Nadat Johannes was gevangen genomen, ging Jezus naar Galilea en verkondigde er Gods Blijde Boodschap. Hij zei: 'De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap"' (Mc. 1, 15)[b:Mc. 1, 15]. "Om de wil van de Vader te vervullen heeft Christus het koninkrijk der hemelen op aarde doen beginnen". vert. uit Lat.[[617|3]] Wel, de wil van de Vader houdt in "de mensen (te) verheffen tot deelname aan het goddelijk leven". vert. uit Lat.[[617|2]] Hij doet dit door de mensen rondom zijn Zoon, Jezus Christus, te verzamelen. Deze verzameling is de Kerk, die op aarde "het zaad en het begin van het koninkrijk van God" vert. uit Lat.[[617|5]] is.
Zie ook alinea's: -2816-[al:2816]-763-[al:763]-669-[al:669]-768-[al:768]-865-[al:865]
"Nadat Johannes was gevangen genomen, ging Jezus naar Galilea en verkondigde er Gods Blijde Boodschap. Hij zei: 'De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap"' (Mc. 1, 15)[b:Mc. 1, 15]. "Om de wil van de Vader te vervullen heeft Christus het koninkrijk der hemelen op aarde doen beginnen". vert. uit Lat.[[617|3]] Wel, de wil van de Vader houdt in "de mensen (te) verheffen tot deelname aan het goddelijk leven". vert. uit Lat.[[617|2]] Hij doet dit door de mensen rondom zijn Zoon, Jezus Christus, te verzamelen. Deze verzameling is de Kerk, die op aarde "het zaad en het begin van het koninkrijk van God" vert. uit Lat.[[617|5]] is.
Zie ook alinea's: -2816-[al:2816]-763-[al:763]-669-[al:669]-768-[al:768]-865-[al:865]
Referenties naar alinea 541: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
542
546
1115
2233
Youcat ->=geentekst=
546
1115
2233
Christus staat in het midden van deze verzameling mensen in "Gods familie". Hij roept hen rondom zich samen door zijn woord, door zijn tekenen die het rijk van God zichtbaar maken, door het zenden van zijn leerlingen. Hij zal de komst van zijn rijk vooral verwezenlijken door het grote mysterie van zijn Pasen: zijn dood op het kruis en zijn verrijzenis. "En wanneer Ik van de aarde zal zijn omhooggeheven, zal Ik allen tot Mij trekken" (Joh. 12, 32)[b:Joh. 12, 32]. Alle mensen zijn tot deze vereniging met Christus geroepen. vgl: Lumen Gentium, 3[[[617|3]]]
Zie ook alinea's: -2233-[al:2233]-789-[al:789]
Zie ook alinea's: -2233-[al:2233]-789-[al:789]
Referenties naar alinea 542: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
543
764
1115
Youcat ->=geentekst=
764
1115
De verkondiging van het rijk Gods
Alle mensen zijn geroepen binnen te gaan in het koninkrijk. Allereerst verkondigd aan de kinderen van Israël, (Mt. 10, 5-7)[[b:Mt. 10, 5-7]] is dit Messiaanse koninkrijk bestemd om de mensen van alle volken op te nemen. (Mt. 8, 11; Mt. 28, 19)[[b:Mt. 8, 11; Mt. 28, 19]] Om binnen te treden moet men het woord van Jezus in zich opnemen.
Alle mensen zijn geroepen binnen te gaan in het koninkrijk. Allereerst verkondigd aan de kinderen van Israël, (Mt. 10, 5-7)[[b:Mt. 10, 5-7]] is dit Messiaanse koninkrijk bestemd om de mensen van alle volken op te nemen. (Mt. 8, 11; Mt. 28, 19)[[b:Mt. 8, 11; Mt. 28, 19]] Om binnen te treden moet men het woord van Jezus in zich opnemen.
Het woord van de Heer wordt immers vergeleken met het zaad dat op de akker gezaaid wordt; zij die het met geloof aanhoren en gerekend worden tot de kleine kudde van Christus, hebben het koninkrijk in zich opgenomen. Daarna ontkiemt het zaad uit eigen kracht en schiet het op tot de tijd van de oogst. vert. uit Lat.[[617|5]]Zie ook alinea's: -764-[al:764]
Referenties naar alinea 543: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
544
709
1115
2443
2544
Youcat ->=geentekst=
709
1115
2443
2544
Het koninkrijk behoort aan de armen en de kleinen, d.w.z. aan hen die het met een deemoedig hart in zich opgenomen hebben. Jezus is gezonden "om aan de armen de Blijde Boodschap te brengen" (Lc. 4, 18)[b:Lc. 4, 18]. (Lc. 7, 22)[[b:Lc. 7, 22]] Hij noemt hen zalig "omdat aan hen het rijk der hemelen behoort (Mt. 5, 3)[b:Mt. 5, 3]; aan de "kleinen" heeft de Vader willen openbaren wat verborgen blijft voor de wijzen en de verstandigen. (Mt. 11, 25)[[b:Mt. 11, 25]] Jezus deelt van kribbe tot kruis in het leven van de armen; Hij kent honger, (Mc. 2, 23-26; Mt. 21, 18)[[b:Mc. 2, 23-26; Mt. 21, 18]] dorst (Joh. 4, 6-7; Joh. 19, 28)[[b:Joh. 4, 6-7; Joh. 19, 28]] en gebrek. (Lc. 9, 58)[[b:Lc. 9, 58]] Wat meer is: Hij vereenzelvigt zich met armen van allerlei slag en maakt van de daadwerkelijke liefde jegens hen een voorwaarde om in zijn koninkrijk binnen te treden. (Mt. 25, 31-46)[[b:Mt. 25, 31-46]]
Zie ook alinea's: -709-[al:709]-2443-[al:2443]-2546-[al:2546]
Zie ook alinea's: -709-[al:709]-2443-[al:2443]-2546-[al:2546]
Referenties naar alinea 544: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
545
588
1115
1439
1443
Youcat ->=geentekst=
588
1115
1439
1443
Jezus nodigt de zondaars uit aan de tafel van het koninkrijk: "Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars" (Mc. 2, 17)[b:Mc. 2, 17]. (1 Tim. 1, 15)[[b:1 Tim. 1, 15]] Hij nodigt hen uit tot bekering, zonder welke men het koninkrijk niet kan binnengaan, maar Hij toont hun ook in woord en daad hoe grenzeloos de barmhartigheid van zijn Vader is jegens hen (Lc. 15, 11-32)[[b:Lc. 15, 11-32]] en hoe immens de "vreugde in de hemel over " een zondaar die zich bekeert" (Lc. 15, 7)[b:Lc. 15, 7]. Het uiterste bewijs van deze liefde zal het offer zijn van zijn eigen leven "tot vergeving van zonden" (Mt. 26, 28)[b:Mt. 26, 28].
Zie ook alinea's: -1443-[al:1443]-588-[al:588]-1846-[al:1846]-1439-[al:1439]
Zie ook alinea's: -1443-[al:1443]-588-[al:588]-1846-[al:1846]-1439-[al:1439]
Referenties naar alinea 545: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
546
1115
2613
Youcat ->=geentekst=
1115
2613
Door middel van zijn parabels, die heel typerend zijn voor zijn onderricht, roept Jezus mensen op zijn koninkrijk binnen te gaan. (Mc. 4, 33-34)[[b:Mc. 4, 33-34]] Hiermee nodigt Hij uit tot het feestmaal van zijn koninkrijk, (Mt. 22, 1-14)[[b:Mt. 22, 1-14]] en vraagt Hij tevens een radicale keuze: om het koninkrijk te verwerven moet men alles geven; (Mt. 13, 44-45)[[b:Mt. 13, 44-45]] woorden zijn niet voldoende, er zijn daden nodig. (Mt. 21, 28-32)[[b:Mt. 21, 28-32]] De parabels zijn als spiegels voor de mens: neemt hij als een rotsgrond of als een goede aarde het woord in zich op? (Mt. 13, 3-9)[[b:Mt. 13, 3-9]] Wat doet hij met de ontvangen talenten? (Mt. 25, 14-30)[[b:Mt. 25, 14-30]] Jezus en de tegenwoordigheid van het koninkrijk in deze wereld staan, zij het verborgen centraal in de parabels. Men moet het koninkrijk binnengaan, d.w.z. leerling worden van Christus om "de geheimen van het rijk der hemelen te kennen" (Mt. 13, 11)[b:Mt. 13, 11]. Voor hen die "erbuiten staan" (Mc. 4, 11)[b:Mc. 4, 11], blijft alles raadselachtig. (Mt. 13, 10-15)[[b:Mt. 13, 10-15]]
Zie ook alinea's: -2613-[al:2613]-542-[al:542]
Zie ook alinea's: -2613-[al:2613]-542-[al:542]
Referenties naar alinea 546: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
547
439
670
1115
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
439
670
1115
De tekenen van het rijk Gods
Jezus laat zijn parabels vergezeld gaan van talrijke "machtige daden, wonderen en tekenen" (Hand. 2, 22)[b:Hand. 2, 22], die tonen dat het koninkrijk in Hem aanwezig is. Zij getuigen van het feit dat Jezus de aangekondigde Messias is. (Lc. 7, 18-23)[[b:Lc. 7, 18-23]]
Zie ook alinea's: -670-[al:670]-439-[al:439]
Jezus laat zijn parabels vergezeld gaan van talrijke "machtige daden, wonderen en tekenen" (Hand. 2, 22)[b:Hand. 2, 22], die tonen dat het koninkrijk in Hem aanwezig is. Zij getuigen van het feit dat Jezus de aangekondigde Messias is. (Lc. 7, 18-23)[[b:Lc. 7, 18-23]]
Zie ook alinea's: -670-[al:670]-439-[al:439]
Referenties naar alinea 547: 3
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
548
156
447
582
1115
2616
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
156
447
582
1115
2616
De tekenen die Jezus heeft verricht getuigen ervan dat de Vader Hem gezonden heeft. (Joh. 5, 36; Joh. 10, 25)[[b:Joh. 5, 36; Joh. 10, 25]] Zij nodigen ertoe uit in Hem te geloven. (Joh. 10, 38)[[b:Joh. 10, 38]] Aan hen die zich in geloof tot Hem richten, geeft Hij wat zij vragen. (Mc. 5, 25-34; Mc. 10, 52)[[b:Mc. 5, 25-34; Mc. 10, 52]] Dan versterken de wonderen het geloof in Hem die de werken van zijn Vader doet: zij getuigen dat Hij de Zoon van God is. (Joh. 10, 31-38)[[b:Joh. 10, 31-38]] Zij kunnen echter ook "aanstoot geven" (Mt. 11, 6)[[b:Mt. 11, 6]]. Ze willen de nieuwsgierigheid en het verlangen naar magie niet bevredigen. Ondanks zijn zo duidelijke wonderen wordt Jezus door sommigen toch verworpen; (Joh. 11, 47-48)[[b:Joh. 11, 47-48]] men beschuldigt Hem er zelfs van dat Hij werkt met (de hulp van) demonen. (Mc. 3, 22)[[b:Mc. 3, 22]]
Zie ook alinea's: -156-[al:156]-2616-[al:2616]-574-[al:574]-447-[al:447]
Zie ook alinea's: -156-[al:156]-2616-[al:2616]-574-[al:574]-447-[al:447]
Referenties naar alinea 548: 3
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
549
646
1115
1503
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
646
1115
1503
Door sommige mensen te verlossen van aardse ellende, zoals honger, (Joh. 6, 5-15)[[b:Joh. 6, 5-15]] onrecht, (Lc. 19, 8)[[b:Lc. 19, 8]] ziekte en dood (Mt. 11, 5)[[b:Mt. 11, 5]] heeft Jezus Messiaanse tekenen gesteld; Hij is echter niet gekomen om alle kwaad op aarde op te heffen, (Lc. 12, 13.14; Joh. 18,36)[[b:Lc. 12, 13.14; Joh. 18,36]] maar om de mensen te bevrijden uit de ergste slavernij, die van de zonde: (Joh. 8, 34-36)[[b:Joh. 8, 34-36]] zij belemmert hen immers in hun roeping kinderen van God te zijn en is oorzaak van alle mogelijke vormen van slavernij onder de mensen.
Zie ook alinea's: -1503-[al:1503]-440-[al:440]
Zie ook alinea's: -1503-[al:1503]-440-[al:440]
Referenties naar alinea 549: 5
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
550
394
440
560
1115
1673
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
394
440
560
1115
1673
De komst van het koninkrijk van God betekent de nederlaag van het rijk van de Satan: (Lc. 8, 26-39)[[b:Lc. 8, 26-39]] "Maar als Ik door de geest Gods de duivels uitdrijf, dan is inderdaad het rijk Gods tot u gekomen" (Mt. 12, 28)[b:Mt. 12, 28]. De duiveluitdrijvingen (exorcismen) van Jezus bevrijden mensen uit de macht van de demonen. (Lc. 8, 26-39)[[b:Lc. 8, 26-39]] Zij lopen vooruit op de grote overwinning van Jezus op "de vorst dezer wereld" (Joh. 12, 31)[[b:Joh. 12, 31]]. Het is door het kruis van Christus dat het rijk Gods definitief gevestigd zal worden, dat "God vanaf het hout regeert". Hymne "Vexilla regis", vert....Hymne "Vexilla regis", vert. Getijdenboek blz. 743-745
Zie ook alinea's: -394-[al:394]-1673-[al:1673]-440-[al:440]-2816-[al:2816]
Zie ook alinea's: -394-[al:394]-1673-[al:1673]-440-[al:440]-2816-[al:2816]
Referenties naar alinea 550: 5
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
551
765
858
1115
1577
Youcat ->=geentekst=
765
858
1115
1577
"De sleutels van het koninkrijk"
Vanaf het begin van zijn openbaar leven kiest Jezus twaalf mannen uit om met Hem te zijn en aan zijn zending deel te hebben. (Mc. 3, 13-19)[[b:Mc. 3, 13-19]] Hij liet hen delen in zijn macht en gezag "en Hij zond hen uit om het rijk Gods te verkondigen en genezingen te verrichten" (Lc. 9, 2)[b:Lc. 9, 2]. Zij blijven voor altijd verbonden met het koninkrijk van Christus, want door hen leidt Hij de kerk:
Vanaf het begin van zijn openbaar leven kiest Jezus twaalf mannen uit om met Hem te zijn en aan zijn zending deel te hebben. (Mc. 3, 13-19)[[b:Mc. 3, 13-19]] Hij liet hen delen in zijn macht en gezag "en Hij zond hen uit om het rijk Gods te verkondigen en genezingen te verrichten" (Lc. 9, 2)[b:Lc. 9, 2]. Zij blijven voor altijd verbonden met het koninkrijk van Christus, want door hen leidt Hij de kerk:
"Ik verleen u het koninkrijk, zoals mijn Vader het Mij heeft verleend, om in mijn koninkrijk aan mijn tafel te eten en te drinken en op tronen te zetelen en de twaalf stammen van Israël te oordelen" (Lc. 22, 29-30)[b:Lc. 22, 29-30].Zie ook alinea's: -838-[al:838]-765-[al:765]
Referenties naar alinea 551: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
552
153
424
440
442
880
1115
Youcat ->=geentekst=
153
424
440
442
880
1115
In het college van de twaalf neemt Petrus de eerste plaats in. (Mc. 3, 16; Mc. 9, 2; Lc. 24, 34; 1 Kor. 15, 5)[[b:Mc. 3, 16; Mc. 9, 2; Lc. 24, 34; 1 Kor. 15, 5]] Jezus heeft hem een unieke zending toevertrouwd. Dankzij een openbaring die van de Vader kwam, had Petrus beleden: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God". Onze Heer had hem toen gezegd: "Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen" (Mt. 16, 16)[b:Mt. 16, 16]. Christus, "de levende steen" (1 Pt. 2, 4)[[b:1 Pt. 2, 4]] geeft zijn op Petrus gebouwde kerk de verzekering van de overwinning op de macht van de dood. Omwille van het geloof dat Petrus heeft beleden, zal hij de onwankelbare rots van de kerk blijven. Hij zal de zending hebben, dit geloof te behoeden voor iedere tekortkoming en zijn broeders erin te bevestigen. (Lc. 22, 32)[[b:Lc. 22, 32]]
Zie ook alinea's: -880-[al:880]-153-[al:153]-442-[al:442]-424-[al:424]
Zie ook alinea's: -880-[al:880]-153-[al:153]-442-[al:442]-424-[al:424]
Referenties naar alinea 552: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
553
641
881
981
1115
1445
Youcat ->=geentekst=
641
881
981
1115
1445
Jezus heeft Petrus een bijzondere macht verleend: "Ik zal u de sleutels geven van het rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn" (Mt. 16, 19)[b:Mt. 16, 19]. De "macht der sleutels" wijst op het gezag om te heersen over het huis van God, dat de kerk is. Jezus, "de goede herder", (Joh. 10, 11)[b:Joh. 10, 11] heeft deze opdracht na zijn verrijzenis bevestigd. "Weid mijn schapen" (Joh. 21, 15-17)[b:Joh. 21, 15-17]. De macht om "te binden en te ontbinden" betekent de bevoegdheid om zonden te vergeven, om beslissingen op leerstellig gebied af te kondigen en binnen de Kerk disciplinaire maatregelen te nemen. Jezus heeft deze bevoegdheid aan de Kerk gegeven via het ambt van de apostelen (Mt. 18, 18)[[b:Mt. 18, 18]] en vooral dat van Petrus, de enige aan wie Hij uitdrukkelijk de sleutels van het koninkrijk heeft toevertrouwd.
Zie ook alinea's: -981-[al:981]-1445-[al:1445]-641-[al:641]-881-[al:881]
Zie ook alinea's: -981-[al:981]-1445-[al:1445]-641-[al:641]-881-[al:881]
Referenties naar alinea 553: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
554
444
697
1115
2600
Youcat ->=geentekst=
444
697
1115
2600
Een voorproef van het koninkrijk: de gedaanteverandering
Vanaf de dag dat Petrus heeft beleden dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God, de Meester, "begon Hij zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan, dat Hij daar veel zou moeten lijden (...) en dat Hij na ter dood gebracht te zijn op de derde dag zou verrijzen" (Mt. 16, 21)[b:Mt. 16, 21]. Petrus wijst deze aankondiging af, (Mt. 16, 22-23)[[b:Mt. 16, 22-23]] de anderen begrijpen ze evenmin. (Mt. 17, 23; Lc. 9, 45)[[b:Mt. 17, 23; Lc. 9, 45]] Het is in deze context dat de mysterieuze episode plaatsvindt van de gedaanteverandering van Jezus, ((Vgl. Mt. 17, 1-8; par.))[[b:Mt. 17, 1-8]] (2 Pt. 1, 16-18)[[b:2 Pt. 1, 16-18]] boven op een hoge berg, voor de ogen van drie door Hem gekozen getuigen: Petrus, Jakobus en Johannes. Het gelaat en de kleding van Jezus worden stralend wit, Mozes en Elia verschijnen, en zij "spreken tot Hem over zijn heengaan, dat Hij in Jeruzalem zou voltrekken" (Lc. 9, 31)[b:Lc. 9, 31]. Een wolk omhult hen en een stem uit de hemel zegt: "Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene, luistert naar Hem" (Lc. 9, 35)[b:Lc. 9, 35].
Zie ook alinea's: -697-[al:697]-2600-[al:2600]-444-[al:444]
Vanaf de dag dat Petrus heeft beleden dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God, de Meester, "begon Hij zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan, dat Hij daar veel zou moeten lijden (...) en dat Hij na ter dood gebracht te zijn op de derde dag zou verrijzen" (Mt. 16, 21)[b:Mt. 16, 21]. Petrus wijst deze aankondiging af, (Mt. 16, 22-23)[[b:Mt. 16, 22-23]] de anderen begrijpen ze evenmin. (Mt. 17, 23; Lc. 9, 45)[[b:Mt. 17, 23; Lc. 9, 45]] Het is in deze context dat de mysterieuze episode plaatsvindt van de gedaanteverandering van Jezus, ((Vgl. Mt. 17, 1-8; par.))[[b:Mt. 17, 1-8]] (2 Pt. 1, 16-18)[[b:2 Pt. 1, 16-18]] boven op een hoge berg, voor de ogen van drie door Hem gekozen getuigen: Petrus, Jakobus en Johannes. Het gelaat en de kleding van Jezus worden stralend wit, Mozes en Elia verschijnen, en zij "spreken tot Hem over zijn heengaan, dat Hij in Jeruzalem zou voltrekken" (Lc. 9, 31)[b:Lc. 9, 31]. Een wolk omhult hen en een stem uit de hemel zegt: "Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene, luistert naar Hem" (Lc. 9, 35)[b:Lc. 9, 35].
Zie ook alinea's: -697-[al:697]-2600-[al:2600]-444-[al:444]
Referenties naar alinea 554: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
555
1115
2576
2583
Youcat ->=geentekst=
1115
2576
2583
Eén ogenblik toont Jezus zijn goddelijke heerlijkheid en bevestigt zo de belijdenis van Petrus. Hij toont ook dat Hij om "in zijn glorie binnen te gaan" (Lc. 24, 26)[b:Lc. 24, 26] het kruis in Jeruzalem niet kan ontlopen. Mozes en Elia hadden de heerlijkheid van God op de berg gezien; de Wet en de profeten hadden het lijden van de Heer aangekondigd. (Lc. 24, 27)[[b:Lc. 24, 27]] Het lijden van de Heer is zeker de wil van de Vader. de Zoon handelt als Dienaar van God. (Jes. 42, 1)[[b:Jes. 42, 1]] De wolk duidt op de aanwezigheid van de Heilige Geest: "Heel de Drie-eenheid verscheen: de Vader in de stem, de Zoon in de mens, de Heilige Geest in de lichtende wolk". III, q. 45, a. 4 ad 2, vert. uit Lat.[[t:III, q. 45, a. 4 ad 2]]
Gij hebt een andere gedaante aangenomen op de berg en, voor zover zij daartoe in staat waren, hebben uw leerlingen de heerlijkheid aanschouwd van U, Christus, God, opdat zij, wanneer zij U gekruisigd zouden zien, zouden begrijpen dat Uw lijden vrijwillig was en zij aan de wereld zouden verkondigen dat Gij werkelijk de uitstraling van de Vader zijt. Byzantijnse liturgie,...Byzantijnse liturgie, Kontakion van het feest van de GedaanteveranderingZie ook alinea's: -2576-[al:2576]-2583-[al:2583]-257-[al:257]
Referenties naar alinea 555: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
556
1003
1115
Youcat ->=geentekst=
1003
1115
Op de drempel van zijn openbare leven: het doopsel; op de drempel van Pasen: de gedaanteverandering. Door het doopsel van Jezus "werd het mysterie van onze eerste wedergeboorte geopenbaard": ons doopsel; de gedaanteverandering "is het sacrament van de tweede wedergeboorte": onze eigen verrijzenis. iiia q. 45 a. 4 ad 2, vert. uit Lat.[[t:iiia q. 45 a. 4 ad 2]] Voortaan hebben wij deel aan de verrijzenis van de Heer door de heilige Geest die werkzaam is in de sacramenten van het Lichaam van Christus. De gedaanteverandering geeft ons een voorproef van de komst in heerlijkheid van Christus "die ons armzalig lichaam zal herscheppen en het gelijkvormig zal maken aan zijn verheerlijkt lichaam" (Fil. 3, 21)[b:Fil. 3, 21]. Maar zij herinnert ons ook eraan dat "wij door vele kwellingen het rijk Gods moeten binnengaan" (Hand. 14, 22)[b:Hand. 14, 22]:
Dat had Petrus nog niet begrepen, toen hij met Christus wilde leven op de berg. (Lc. 9, 33)[[b:Lc. 9, 33]] Hij bewaarde dat, Petrus, voor u tot na de dood. Maar nu zegt Hij zelf: daal af om op aarde te zwoegen, om op aarde veracht, gekruisigd te worden. Het Leven daalt af om zich te laten doden; het Brood daalt af om honger te hebben; de Weg daalde neer om onderweg vermoeid te raken; de Bron daalt af om dorst te hebben; en gij weigert te zwoegen? 78,6, vert uit Lat.[[880]]Zie ook alinea's: -1003-[al:1003]
Referenties naar alinea 556: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
557
1115
Youcat ->=geentekst=
1115
De opgang van Jezus naar Jeruzalem
"Toen de dagen van zijn verheffing hun vervulling tegemoet gingen, aanvaardde Jezus vastberaden de reis naar Jeruzalem" (Lc. 9, 51)[b:Lc. 9, 51]. (Joh. 13, 1)[[b:Joh. 13, 1]] Door deze beslissing gaf Hij te kennen dat Hij naar Jeruzalem opging, omdat Hij bereid was er te sterven. Driemaal had Hij zijn lijden en verrijzenis aangekondigd. (Mc. 8, 31-33; Mc. 9, 31-32; Mc. 10, 32-34)[[b:Mc. 8, 31-33; Mc. 9, 31-32; Mc. 10, 32-34]] Wanneer Hij op weg gaat naar Jeruzalem, zegt Hij: "Het past niet dat een profeet buiten Jeruzalem omkomt" (Lc. 13, 33)[b:Lc. 13, 33].
"Toen de dagen van zijn verheffing hun vervulling tegemoet gingen, aanvaardde Jezus vastberaden de reis naar Jeruzalem" (Lc. 9, 51)[b:Lc. 9, 51]. (Joh. 13, 1)[[b:Joh. 13, 1]] Door deze beslissing gaf Hij te kennen dat Hij naar Jeruzalem opging, omdat Hij bereid was er te sterven. Driemaal had Hij zijn lijden en verrijzenis aangekondigd. (Mc. 8, 31-33; Mc. 9, 31-32; Mc. 10, 32-34)[[b:Mc. 8, 31-33; Mc. 9, 31-32; Mc. 10, 32-34]] Wanneer Hij op weg gaat naar Jeruzalem, zegt Hij: "Het past niet dat een profeet buiten Jeruzalem omkomt" (Lc. 13, 33)[b:Lc. 13, 33].
Referenties naar alinea 557: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
558
1115
Youcat ->=geentekst=
1115
Jezus herinnert aan de marteldood van de profeten die in Jeruzalem ter dood waren gebracht. ((Mt. 23, 37; a))[[b:Mt. 23, 37]] Niettemin blijft Hij Jeruzalem ertoe oproepen zich rondom Hem te verzamelen: "Hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen verzamelen, zoals een kloek haar kuikens verzamelt onder haar vleugels, maar gij hebt niet gewild" ((Mt. 23, 37; b))[b:Mt. 23, 37]. Wanneer Jeruzalem in zicht komt, weent Hij over de stad en brengt nogmaals zijn hartenwens tot uitdrukking: "Mocht ook gij op deze dag inzien, wat u tot vrede strekt. Maar nu is dat voor Uw ogen verborgen" (Lc. 19, 42)[b:Lc. 19, 42].
Referenties naar alinea 558: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
559
333
1115
1352
Youcat ->=geentekst=
333
1115
1352
De Messiaanse intocht van Jezus in Jeruzalem
Hoe gaat Jeruzalem zijn Messias ontvangen? Hoewel Jezus zich altijd onttrokken had aan de pogingen van het volk om Hem tot koning te maken, (Joh. 6, 15)[[b:Joh. 6, 15]] kiest Hij wel het tijdstip uit van zijn Messiaanse intocht in de stad van "zijn vader David" (Lc. 1, 32)[b:Lc. 1, 32] (Mt. 21, 1-11)[[b:Mt. 21, 1-11]] en bereidt deze intocht tot in de details voor. Hij wordt toegejuicht als de zoon van David, Hij die het heil brengt (Hosanna wil zeggen: "red toch!", "geef het heil!"). De "koning der glorie" (Ps. 24, 7-10)[b:Ps. 24, 7-10] gaat nu zijn stad binnen, "gezeten op een ezel" (Zach. 9, 9)[b:Zach. 9, 9]: Hij verovert de dochter van Sion, een voorafbeelding van zijn Kerk, niet met list of geweld, maar met een nederigheid die getuigt van de waarheid. (Joh. 18, 37)[[b:Joh. 18, 37]] Daarom zijn de onderdanen van zijn koninkrijk op die dag, de kinderen (Mt. 21, 15-16; Ps. 8, 3)[[b:Mt. 21, 15-16; Ps. 8, 3]] en de "armen van God" die Hem toejuichen, zoals de engelen Hem verkondigden aan de herders. (Lc. 19, 38; Lc. 2, 14)[[b:Lc. 19, 38; Lc. 2, 14]] Hun toejuiching "Gezegend Hij die komt in de naam des Heren" (Ps. 118, 26)[b:Ps. 118, 26] wordt door de Kerk in het "Sanctus" van de Eucharistieviering herhaald aan het begin van de herdenking van het Pasen van de Heer.
Zie ook alinea's: -333-[al:333]-1352-[al:1352]
Hoe gaat Jeruzalem zijn Messias ontvangen? Hoewel Jezus zich altijd onttrokken had aan de pogingen van het volk om Hem tot koning te maken, (Joh. 6, 15)[[b:Joh. 6, 15]] kiest Hij wel het tijdstip uit van zijn Messiaanse intocht in de stad van "zijn vader David" (Lc. 1, 32)[b:Lc. 1, 32] (Mt. 21, 1-11)[[b:Mt. 21, 1-11]] en bereidt deze intocht tot in de details voor. Hij wordt toegejuicht als de zoon van David, Hij die het heil brengt (Hosanna wil zeggen: "red toch!", "geef het heil!"). De "koning der glorie" (Ps. 24, 7-10)[b:Ps. 24, 7-10] gaat nu zijn stad binnen, "gezeten op een ezel" (Zach. 9, 9)[b:Zach. 9, 9]: Hij verovert de dochter van Sion, een voorafbeelding van zijn Kerk, niet met list of geweld, maar met een nederigheid die getuigt van de waarheid. (Joh. 18, 37)[[b:Joh. 18, 37]] Daarom zijn de onderdanen van zijn koninkrijk op die dag, de kinderen (Mt. 21, 15-16; Ps. 8, 3)[[b:Mt. 21, 15-16; Ps. 8, 3]] en de "armen van God" die Hem toejuichen, zoals de engelen Hem verkondigden aan de herders. (Lc. 19, 38; Lc. 2, 14)[[b:Lc. 19, 38; Lc. 2, 14]] Hun toejuiching "Gezegend Hij die komt in de naam des Heren" (Ps. 118, 26)[b:Ps. 118, 26] wordt door de Kerk in het "Sanctus" van de Eucharistieviering herhaald aan het begin van de herdenking van het Pasen van de Heer.
Zie ook alinea's: -333-[al:333]-1352-[al:1352]
Referenties naar alinea 559: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
560
1115
1169
2816
Youcat ->=geentekst=
1115
1169
2816
De intocht van Jezus in Jeruzalem toont de komst van het koninkrijk die de Koning-Messias zal verwezenlijken door het Pasen van zijn dood en verrijzenis. Het is met de viering van Palmzondag dat de Liturgie van de Kerk de Goede Week begint.
Zie ook alinea's: -550-[al:550]-2816-[al:2816]-1169-[al:1169]
Zie ook alinea's: -550-[al:550]-2816-[al:2816]-1169-[al:1169]
Referenties naar alinea 560: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (561-570)
561
513
513
"Heel het leven van Christus was één ononderbroken onderrichting: zijn ogenblikken van stilte, zijn wonderen, zijn daden, zijn gebed, zijn liefde voor de mens, zijn voorliefde voor de kleinen en de armen, het aanvaarden van het totale offer op het kruis voor de verlossing van de wereld en zijn verrijzenis zijn de actualisering van zijn woorden en de vervulling van zijn openbaring". vert. uit Lat.[[572|9]]
Referenties naar alinea 561: 1
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
562
De leerlingen van Christus moeten aan Hem gelijkvormig worden en wel zo dat Hij in hen gestalte krijgt. (Gal. 4, 19)[[b:Gal. 4, 19]] "Daarom zijn wij opgenomen in de mysteries van zijn leven, aan Hem gelijkvormig, met Hem gestorven en met Hem verrezen, om eens met Hem te heersen".vert. uit Lat.[[617|7]]
Referenties naar alinea 562: 1
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
563
Herder of wijze, men kan hier op aarde slechts tot God komen door voor de kribbe van Betlehem te knielen en Hem, verborgen in de zwakheid van een kind, te aanbidden.
Referenties naar alinea 563: 1
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
564
Youcat ->=geentekst=
Door zijn onderdanigheid aan Maria en Jozef, evenals door zijn nederig werk gedurende lange jaren in Nazaret, geeft Jezus ons het voorbeeld van een heilig leven in de dagelijkse situaties van gezin en werk.
Referenties naar alinea 564: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
565
Youcat ->=geentekst=
Vanaf het begin van zijn openbaar leven, bij zijn doopsel, is Jezus de "Dienaar', geheel toegewijd aan het verlossende werk dat zijn vervulling zal vinden in het "doopsel" van zijn lijden.
Referenties naar alinea 565: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
566
Youcat ->=geentekst=
De bekoring in de woestijn toont ons Jezus, een nederige Messias, die triomfeert over de Satan door zijn totale instemming met het heilsplan, zoals dat door de Vader gewild is.
Referenties naar alinea 566: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
567
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Christus maakt op aarde een begin met het rijk der hemelen. "Het wordt voor de mensen zichtbaar in het woord, de werken en de aanwezigheid van Christus." vert. uit Lat.[[617|5]] De Kerk is de kiem en het begin van dit koninkrijk. De sleutels ervan zijn aan Petrus toevertrouwd.
Referenties naar alinea 567: 3
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
568
Youcat ->=geentekst=
De gedaanteverandering van Christus heeft tot doel het geloof van de apostelen met het oog op het lijden te versterken: het bestijgen van de "hoge berg" bereidt het opgaan naar de Calvarieberg (Golgotha) voor. Christus, hoofd van de Kerk, openbaart in de sacramenten wat zijn lichaam bevat en uitstraalt: "de hoop op een eeuwige heerlijkheid" (Kol. 1, 27)[b:Kol. 1, 27]. vgl: 51,3[[[8627|+4]]]
Referenties naar alinea 568: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
569
Youcat ->=geentekst=
Jezus is uit vrije wil naar Jeruzalem opgegaan, in het volle besef dat Hij er een gewelddadige dood zou sterven ten gevolge van de tegenstand van de zondaars. (Heb. 12,3)[[b:Heb. 12,3]]
Referenties naar alinea 569: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
570
Youcat ->=geentekst=
De intocht van Jezus in Jeruzalem laat de komst van het koninkrijk zien dat de Koning-Messias, door de kinderen en de nederigen van hart in zijn stad verwelkomd, tot stand zal brengen door het Pasen van zijn dood en verrijzenis.
Referenties naar alinea 570: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 - "Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, Hij is gekruisigd, gestorven en begraven" (571-630)
571
1067
1067
Het Paasmysterie van het kruis en de verrijzenis van Christus staat centraal in de blijde boodschap die de apostelen en de Kerk, hen daarin volgend, moeten verkondigen aan de wereld. Het reddende heilsplan van God heeft zich "slechts eenmaal" (Heb. 9, 26)[b:Heb. 9, 26] voltrokken door middel van de verlossende dood van zijn Zoon Jezus Christus.
Zie ook alinea's: -1067-[al:1067]
Zie ook alinea's: -1067-[al:1067]
Referenties naar alinea 571: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
572
De Kerk blijft trouw aan "de uitleg van alle Schriften", zoals die door Jezus zelf zowel vóór als na zijn Pasen (Lc. 24, 27.44-45)[[b:Lc. 24, 27.44-45]] gegeven wordt: "Moest de Messias dat alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan?" (Lc. 24, 26)[b:Lc. 24, 26]. Het lijden van Jezus heeft een concrete, historische vorm gekregen doordat Hij "door de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen is" (Mc. 8, 31)[b:Mc. 8, 31]: zij hebben Hem "aan de heidenen overgeleverd om Hem te bespotten, te geselen en te kruisigen" (Mt. 20, 19)[b:Mt. 20, 19].
Zie ook alinea's: -599-[al:599]
Zie ook alinea's: -599-[al:599]
Referenties naar alinea 572: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
573
Om de zin van de verlossing beter te begrijpen, kan het geloof proberen de omstandigheden van Jezus' dood te onderzoeken, zoals die door de evangelies getrouw worden overgeleverd vgl: Dei Verbum, 19[[[576|19]]] en door andere historische bronnen verhelderd.
Zie ook alinea's: -158-[al:158]
Zie ook alinea's: -158-[al:158]
Referenties naar alinea 573: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 - Jezus en Israël (574-594)
574
530
548
591
530
548
591
Vanaf het begin van het openbaar leven van Jezus zijn een aantal Farizeeën en partijgenoten van Herodes, samen met priesters en schriftgeleerden overeengekomen Hem in het verderf te storten. (Mc. 3, 6)[[b:Mc. 3, 6]] Door bepaalde daden (duiveluitdrijvingen (Mt. 12, 24)[[b:Mt. 12, 24]]; vergeving van de zonden (Mc. 2, 7)[[b:Mc. 2, 7]]; genezingen op de dag van de sabbat (Mc. 3, 1-6)[[b:Mc. 3, 1-6]]; uitleg van de reinigingsvoorschriften van de Wet naar hun oorspronkelijke bedoeling (Mc. 7, 14-23)[[b:Mc. 7, 14-23]]; omgang met tollenaars en publieke zondaars (Mc. 2, 14-17)[[b:Mc. 2, 14-17]]) heeft Jezus bij sommige kwaadwilligen de verdenking op zich geladen bezeten te zijn. (Mc. 3, 22; Joh. 8, 48; Joh. 10, 20)[[b:Mc. 3, 22; Joh. 8, 48; Joh. 10, 20]] Men beschuldigde Hem van godslastering (Mc. 2, 7; Joh. 5, 18; Joh. 10, 33)[[b:Mc. 2, 7; Joh. 5, 18; Joh. 10, 33]], vals profetisme (Joh. 7, 12; Joh. 7, 52)[[b:Joh. 7, 12; Joh. 7, 52]] en religieuze misdaden die de Wet met de dood door steniging bestrafte. (Joh. 8, 59; Joh. 10, 31)[[b:Joh. 8, 59; Joh. 10, 31]]
Zie ook alinea's: -530-[al:530]-591-[al:591]
Zie ook alinea's: -530-[al:530]-591-[al:591]
Referenties naar alinea 574: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
575
993
993
Meer nog dan voor het gewone volk van God (Joh. 7, 48-49)[[b:Joh. 7, 48-49]] waren voor de religieuze autoriteiten van Jeruzalem, die de heilige Johannes in zijn Evangelie vaak "de joden" (Joh. 1, 19; Joh. 2, 18; Joh. 5, 10; Joh. 7, 13; Joh. 9, 22; Joh. 18, 12; Joh. 19, 38; Joh. 20, 19)[[b:Joh. 1, 19; Joh. 2, 18; Joh. 5, 10; Joh. 7, 13; Joh. 9, 22; Joh. 18, 12; Joh. 19, 38; Joh. 20, 19]] noemt, tal van daden en woorden van Jezus "een teken dat weersproken wordt" (Lc. 2, 34)[b:Lc. 2, 34]. Zeker, zijn verhouding met de Farizeeën is niet enkel polemisch. Er zijn Farizeeën die Hem waarschuwen voor het gevaar dat Hij loopt (Lc. 13, 31)[[b:Lc. 13, 31]]. Jezus prijst sommigen onder hen, zoals de schriftgeleerde uit Marcus (Mc. 12, 34)[b:Mc. 12, 34], en Hij eet herhaaldelijk bij Farizeeën (Lc. 7, 36; Lc. 14, 1)[[b:Lc. 7, 36; Lc. 14, 1]]. Jezus bevestigt bepaalde leerstellige opvattingen, zoals die door deze religieuze elite van het volk Gods aangehangen werden: de verrijzenis van de doden (Mt. 22, 23-34; Lc. 20, 39)[[b:Mt. 22, 23-34; Lc. 20, 39]], de vormen van vroomheid (aalmoes, vasten en gebed (Mt. 6, 2-18)[[b:Mt. 6, 2-18]]) en de gewoonte zich te richten tot God als tot de Vader, het centrale karakter van het gebod, God en de naaste lief te hebben. (Mc. 12, 28-34)[[b:Mc. 12, 28-34]]Zie ook alinea's: -993-[al:993]
Referenties naar alinea 575: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
576
In de ogen van velen in Israël lijkt Jezus te handelen tegen de wezenlijke instellingen van het uitverkoren volk in:
- de onderdanigheid aan de Wet, in het geheel van haar geschreven geboden en, bovendien voor de Farizeeën, in de interpretatie van de mondelinge overlevering;
- het centrale karakter van de tempel van Jeruzalem als heilige plaats, waar God op een bevoorrechte wijze woont;
- het geloof in de ene God, in wiens heerlijkheid geen mens kan delen.
Referenties naar alinea 576: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I - Jezus en de Wet (577-582)
577
1967
1967
Jezus heeft een plechtige waarschuwing laten horen toen Hij bij het begin van de Bergrede de Wet, die God ten tijde van het Eerste Verbond op de Sinaï gegeven had, voorstelde in het licht van de genade van het Nieuwe Verbond:
"Denkt niet dat Ik gekomen ben om Wet en Profeten op te heffen; Ik ben niet gekomen om op te heffen, maar om de vervulling te brengen. Want voorwaar, Ik zeg u: "Eerder nog zullen hemel en aarde vergaan, dan dat één jota of haaltje vergaat uit de Wet, voordat alles geschied is. Wie dus een van die voorschriften, zelfs het geringste, opheft en zo de mensen leert, zal de geringste geacht worden in het rijk der hemelen, maar wie ze onderhoudt en leert, zal groot geacht worden in het rijk der hemelen" (Mt. 5, 17-19)[b:Mt. 5, 17-19].Zie ook alinea's: -1965-[al:1965]-1967-[al:1967]
Referenties naar alinea 577: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
578
1953
1953
Jezus, de Messias van Israël, de grootste dus in het rijk der hemelen, moest de Wet, zoals Hij zelf zegt, vervullen door deze in haar geheel tot in de kleinste voorschriften ten uitvoer te brengen. Hij is zelfs de enige die dat op volmaakte wijze heeft kunnen doen (Joh. 8, 46)[[b:Joh. 8, 46]] Zoals de joden zelf erkennen, hebben zij de Wet nooit in haar geheel kunnen vervullen zonder het geringste voorschrift ervan te overtreden. (Joh. 7, 19; Hand. 13, 38-41; Hand. 15, 10)[[b:Joh. 7, 19; Hand. 13, 38-41; Hand. 15, 10]] Daarom vragen de kinderen van Israël elk jaar bij het feest van de verzoening God om vergeving voor hun overtredingen van de Wet. De Wet vormt immers één geheel en, zoals de heilige Jakobus in herinnering brengt, "wie de hele Wet onderhoudt, maar op één punt struikelt, die staat schuldig ten opzichte van het geheel". (Jak. 2, 10)[b:Jak. 2, 10] (Gal. 3, 10; Gal. 5, 3)[[b:Gal. 3, 10; Gal. 5, 3]]
Zie ook alinea's: -1953-[al:1953]
Zie ook alinea's: -1953-[al:1953]
Referenties naar alinea 578: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
579
Dit principe van het onderhouden van de gehéle Wet, niet alleen naar de letter, maar ook naar de geest, was de Farizeeën dierbaar. Door dit voor Israël sterk te benadrukken, hebben zij veel joden in de tijd van Jezus gebracht tot een extreme religieuze ijver (Rom. 10, 2)[[b:Rom. 10, 2]]. Dit kon alleen maar, wilde het niet uitlopen op een "schijnheilige" casuïstiek (Mt. 15, 3-7; Lc. 11, 39-54)[[b:Mt. 15, 3-7; Lc. 11, 39-54]], het volk voorbereiden op dit ongehoord ingrijpen van God, dat zal bestaan in de volmaakte vervulling van de Wet door de enige Rechtvaardige in de plaats van alle zondaars (Jes. 53, 1; Heb. 9, 15)[[b:Jes. 53, 1; Heb. 9, 15]].
Referenties naar alinea 579: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
580
527
527
De volmaakte vervulling van de Wet kon alleen maar het werk zijn van de goddelijke wetgever, geboren onder de Wet in de persoon van de Zoon (Gal. 4, 4)[[b:Gal. 4, 4]]. In Jezus verschijnt de Wet niet meer als gegrift op stenen tafelen, maar als gegrift "in het binnenste" (Jer. 31, 33)[b:Jer. 31, 33] van de Dienaar die, omdat Hij "het recht openbaar maakt" (Jes. 42, 3)[b:Jes. 42, 3] "de man van het verbond met het volk" (Jes. 42, 6)[b:Jes. 42, 6] geworden is. Jezus vervult de Wet zozeer dat Hij "de vloek van de Wet" (Gal. 3, 13)[b:Gal. 3, 13] op zich neemt die zij die "zich niet metterdaad houden aan alle voorschriften in het boek der Wet" (Gal. 3, 10)[b:Gal. 3, 10], zich op de hals gehaald hadden, want "er heeft een sterven plaatsgehad dat bevrijding brengt van de zonden die onder het eerste verbond zijn bedreven" (Heb. 9, 15)[b:Heb. 9, 15].
Zie ook alinea's: -527-[al:527]
Zie ook alinea's: -527-[al:527]
Referenties naar alinea 580: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
581
1965
2054
1965
2054
Jezus is de joden en hun geestelijke leiders voorgekomen als een "rabbi" (Joh. 11, 28; Joh. 3, 2; Mt. 22, 23-24.34-36)[[b:Joh. 11, 28; Joh. 3, 2; Mt. 22, 23-24.34-36]]. Hij heeft vaak argumenten gebruikt in het kader van de rabbijnse interpretatie van de wet (Mt. 12, 5; Mt. 9, 12; Mc. 2, 23-27; Lc. 6, 6-9; Joh. 7, 22-23)[[b:Mt. 12, 5; Mt. 9, 12; Mc. 2, 23-27; Lc. 6, 6-9; Joh. 7, 22-23]], maar tegelijkertijd moest Jezus de wetgeleerden wel voor het hoofd stoten, omdat Hij er geen genoegen mee nam zijn interpretatie naast die van hen te stellen: "Hij onderrichtte niet zoals hun schriftgeleerden, maar als iemand die gezag bezit" (Mt. 7, 28-29)[b:Mt. 7, 28-29]. In Hem is het hetzelfde Woord van God dat op de Sinaï geklonken heeft om Mozes de geschreven Wet te geven en dat zich opnieuw laat horen op de berg van de zaligsprekingen (Mt. 5, 1)[[b:Mt. 5, 1]]. Het schaft de Wet niet af, maar vervult die door op goddelijke wijze zijn uiteindelijke interpretatie ervan te geven: "Gij hebt gehoord, dat tot onze voorouders is gezegd (...), maar Ik zeg u" (Mt. 5, 33-34)[b:Mt. 5, 33-34]. Met ditzelfde goddelijke gezag wijst Hij sommige "menselijke overleveringen" (Mc. 7, 8)[[b:Mc. 7, 8]] van de Farizeeën af, die "het woord Gods krachteloos maken" (Mc. 7, 13)[[b:Mc. 7, 13]].Zie ook alinea's: -2054-[al:2054]
Referenties naar alinea 581: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
582
368
1968
2173
368
1968
2173
Jezus gaat verder: Hij vervult de Wet inzake de reinheid van voedsel, die zo belangrijk was in het dagelijks leven van de jood, door de "pedagogische" betekenis (Gal. 3, 24)[[b:Gal. 3, 24]] ervan te onthullen door middel van een goddelijke interpretatie: "Al wat van buitenaf in de mens komt, kan hem niet bezoedelen (...)", en hiermee verklaart Hij alle voedsel rein. "Wat uit de mens komt, dat bezoedelt de mens. Want uit het binnenste, uit het hart van de mensen komen boze gedachten" (Mc. 7, 18-21)[b:Mc. 7, 18-21]. Door met goddelijk gezag de uiteindelijke interpretatie van de Wet te geven kwam Jezus tegenover sommige wetgeleerden te staan, die zijn interpretatie van de Wet, die toch gewaarborgd werd door de goddelijke tekenen waarmee die interpretatie gepaard ging (Joh. 5, 36; Joh. 10, 25.37-38; Joh. 12, 37)[[b:Joh. 5, 36; Joh. 10, 25.37-38; Joh. 12, 37]] niet aanvaardden. Dit geldt in het bijzonder voor de kwestie aangaande de sabbat: Jezus herinnert eraan, dikwijls gebruikmakend van rabbijnse argumenten (Mc. 2, 25-27; Joh. 7, 22-24)[[b:Mc. 2, 25-27; Joh. 7, 22-24]], dat de sabbatrust niet verstoord wordt door de dienst aan God (Mt. 12, 15; Num. 28, 9)[[b:Mt. 12, 15; Num. 28, 9]] of de naaste (Lc. 13, 15-16; Lc. 14, 3-4)[[b:Lc. 13, 15-16; Lc. 14, 3-4]], een dienst waarvan zijn genezingen de verwezenlijking zijn.Zie ook alinea's: -368-[al:368]-548-[al:548]-2173-[al:2173]
Referenties naar alinea 582: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - Jezus en de tempel (583-586)
583
529
534
2580
529
534
2580
Jezus heeft, evenals de profeten vóór Hem, voor de tempel van Jeruzalem het diepste respect aan de dag gelegd. Hij is er door Jozef en Maria veertig dagen na zijn geboorte opgedragen. (Lc. 2, 22-39)[[b:Lc. 2, 22-39]] Op twaalfjarige leeftijd besluit Hij om in de tempel te blijven om zijn ouders eraan te herinneren dat Hij zich moet wijden aan de aangelegenheden van zijn Vader. (Lc. 2, 46-49)[[b:Lc. 2, 46-49]] Hij is gedurende zijn verborgen leven minstens elk jaar ernaar opgegaan voor Pasen (Lc. 2, 41)[[b:Lc. 2, 41]]; het ritme van zijn openbaar optreden werd bepaald door zijn pelgrimstochten naar Jeruzalem voor de viering van de grote Joodse feesten. (Joh. 2, 13-14; Joh. 5, 1.14; Joh. 7, 1.10.14; Joh. 8, 2; Joh. 10, 22-23)[[b:Joh. 2, 13-14; Joh. 5, 1.14; Joh. 7, 1.10.14; Joh. 8, 2; Joh. 10, 22-23]]
Zie ook alinea's: -529-[al:529]-534-[al:534]
Zie ook alinea's: -529-[al:529]-534-[al:534]
Referenties naar alinea 583: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
584
2599
2599
Jezus is opgegaan naar de tempel als naar de bevoorrechte plaats om God te ontmoeten. De tempel is voor Hem de woning van zijn Vader, een huis van gebed en Hij is verontwaardigd over het feit dat de buitenste voorhof ervan een plaats is geworden waar handel gedreven wordt. (Mt. 21, 13)[[b:Mt. 21, 13]] Als Hij de handelaars uit de tempel jaagt, dan is het uit na-ijverige liefde voor zijn Vader: "Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal. Zijn leerlingen herinneren zich dat er geschreven staat: "De zorg voor uw huis heeft mij uitgeteerd" (Ps. 69, 10)[b:Ps. 69, 10]" (Joh. 2, 16-17)[b:Joh. 2, 16-17]. Na de verrijzenis hebben de apostelen een godsdienstig respect voor de tempel behouden. (Hand. 2, 46; Hand. 3, 1)[[b:Hand. 2, 46; Hand. 3, 1]] ((Vgl. Hand. 5, 20.21; enz.))[[b:Hand. 5, 20.21]]
Zie ook alinea's: -2599-[al:2599]
Zie ook alinea's: -2599-[al:2599]
Referenties naar alinea 584: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
585
Bij het begin van zijn lijden heeft Jezus toch de ineenstorting van dit schitterend gebouw aangekondigd, waarvan geen steen op de andere gelaten zou worden (Mt. 24, 1-2)[[b:Mt. 24, 1-2]]. Dit is de aankondiging van een teken van de eindtijd die een aanvang zal nemen met zijn eigen Pasen (Mt. 24, 3; Lc. 13, 35)[[b:Mt. 24, 3; Lc. 13, 35]]. Maar deze profetie heeft men dus tijdens zijn verhoor voor de hogepriester - door valse getuigen verdraaid (Mc. 14, 57-58)[[b:Mc. 14, 57-58]] - naar voren kunnen brengen en Hem als smaad kunnen toevoegen, toen Hij aan het kruis genageld was (Mt. 27, 39-40)[[b:Mt. 27, 39-40]].
Referenties naar alinea 585: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
586
797
1179
797
1179
Jezus was de tempel (Joh. 18, 20)[[b:Joh. 18, 20]], waar Hij het meest wezenlijke van zijn onderricht gegeven heeft, absoluut niet vijandig gezind (Mt. 8, 4; Mt. 23, 21; Lc. 17, 14; Joh. 4, 22)[[b:Mt. 8, 4; Mt. 23, 21; Lc. 17, 14; Joh. 4, 22]]. Hij wilde de tempelbelasting betalen en Hij liet Petrus (Mt. 17, 24-27)[[b:Mt. 17, 24-27]], die Hij pas tot fundament van zijn toekomstige Kerk (Mt. 16, 18)[[b:Mt. 16, 18]] aangesteld had, dit voor hun beiden doen. Wat meer is, Hij heeft zich vereenzelvigd met de tempel door zichzelf als de definitieve woning van God onder de mensen voor te stellen (Joh. 2, 21; Mt. 12, 6)[[b:Joh. 2, 21; Mt. 12, 6]]. Daarom kondigt zijn lichamelijke terechtstelling (Joh. 2, 18-22)[[b:Joh. 2, 18-22]] de verwoesting van de tempel aan, die het binnentreden in een nieuw tijdperk van de heilsgeschiedenis zal laten zien: "Er komt een uur dat gij noch op die berg noch in Jeruzalem de Vader zult aanbidden" (Joh. 4, 21)[b:Joh. 4, 21]. (Joh. 4, 23-24; Mt. 27, 51; Heb. 9, 11; Openb. 21, 22)[[b:Joh. 4, 23-24; Mt. 27, 51; Heb. 9, 11; Openb. 21, 22]].
Zie ook alinea's: -797-[al:797]-1179-[al:1179]
Zie ook alinea's: -797-[al:797]-1179-[al:1179]
Referenties naar alinea 586: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - Jezus en het geloof van Israël in de enige God en Redder (587-591)
587
Ook al zijn de Wet en de Tempel van Jeruzalem door Jezus een "teken van tegenspraak" (Lc. 2, 34)[[b:Lc. 2, 34]] gemaakt voor de religieuze autoriteiten van Israël, toch is het zijn rol in de verlossing uit de zonde, een goddelijk werk bij uitstek, voor hen de werkelijke steen des aanstoots geweest (Lc. 20, 17-18; Ps. 118, 22)[[b:Lc. 20, 17-18; Ps. 118, 22]].
Referenties naar alinea 587: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
588
545
545
Door met tollenaars en zondaars even vertrouwelijk te eten (Lc. 5, 30)[[b:Lc. 5, 30]] als met de Farizeeën zelf heeft Jezus hun aanstoot gegeven (Lc. 7, 36; Lc. 11, 37; Lc. 14, 1)[[b:Lc. 7, 36; Lc. 11, 37; Lc. 14, 1]]. Tegen diegenen onder hen "die, overtuigd van eigen gerechtigheid, de anderen minachtten" (Lc. 18, 9)[b:Lc. 18, 9] (Joh. 7, 49; Joh. 9, 34)[[b:Joh. 7, 49; Joh. 9, 34]], heeft Jezus duidelijk gezegd: "Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen, maar om zondaars te roepen" (Lc. 5, 32)[b:Lc. 5, 32]. Hij is nog verder gegaan: Hij verkondigt ten overstaan van de Farizeeën dat zij die beweren geen redding nodig te hebben, blind zijn (Joh. 9, 40-41)[[b:Joh. 9, 40-41]], ten aanzien van zichzelf, (Joh. 8, 33-36)[[b:Joh. 8, 33-36]] aangezien de zonde universeel is.
Zie ook alinea's: -545-[al:545]
Zie ook alinea's: -545-[al:545]
Referenties naar alinea 588: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
589
432
1441
432
1441
Jezus heeft vooral aanstoot gegeven, omdat Hij zijn barmhartige houding jegens zondaars vereenzelvigd heeft met Gods eigen houding jegens hen (Mt. 9, 13; Hos. 6, 6)[[b:Mt. 9, 13; Hos. 6, 6]]. Hij heeft zelfs te verstaan gegeven dat Hij, door met zondaars aan tafel aan te zitten (Lc. 15, 1-2)[[b:Lc. 15, 1-2]], hen toeliet tot het Messiaanse feestmaal (Lc. 15, 23-32)[[b:Lc. 15, 23-32]]. Maar het is heel in het bijzonder door de zonden te vergeven dat Jezus de religieuze autoriteiten van Israël voor een dilemma geplaatst heeft. Zouden zij niet terecht zeggen in hun ontzetting: "Wie anders kan er zonden vergeven dan God alleen?" (Mc. 2, 7)[b:Mc. 2, 7]. Of Jezus lastert God door zonden te vergeven, want dan is het een mens die zich aan zichzelf gelijk maakt (Joh. 5, 18; Joh. 10, 33)[[b:Joh. 5, 18; Joh. 10, 33]], of Hij spreekt de waarheid en zijn persoon stelt dan de naam van God tegenwoordig en openbaart deze (Joh. 17, 6.26)[[b:Joh. 17, 6.26]].
Zie ook alinea's: -431-[al:431]-1441-[al:1441]-432-[al:432]
Zie ook alinea's: -431-[al:431]-1441-[al:1441]-432-[al:432]
Referenties naar alinea 589: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
590
253
253
Alleen de goddelijke identiteit van de persoon van Jezus kan een zo dwingende eis als de volgende rechtvaardigen: "Wie niet met Mij is, is tegen Mij" (Mt. 12, 30)[b:Mt. 12, 30]; evenals de uitspraak dat er in Hem "meer dan Jona, (...) meer dan Salomo" (Mt. 12, 41-42)[b:Mt. 12, 41-42] is, "meer dan de tempel" (Mt. 12, 6)[b:Mt. 12, 6]; of wanneer Hij met betrekking tot zichzelf eraan herinnert dat David de Messias zijn Heer genoemd heeft (Mt. 12, 36.37)[[b:Mt. 12, 36.37]] of wanneer Hij zegt: "Voor Abraham werd, ben Ik" (Joh. 8, 58)[b:Joh. 8, 58] en zelfs: "Ik en de Vader Wij zijn één" (Joh. 10, 30)[b:Joh. 10, 30].
Zie ook alinea's: -253-[al:253]
Zie ook alinea's: -253-[al:253]
Referenties naar alinea 590: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
591
574
574
Jezus heeft de religieuze autoriteiten van Jeruzalem gevraagd in Hem te geloven op grond van de werken van de Vader die Hij verrichtte (Joh. 10, 36-38)[[b:Joh. 10, 36-38]]. Maar een dergelijke daad van geloof moest de weg gaan van een geheimvol sterven aan zichzelf om "opnieuw geboren te worden" (Joh. 3, 7)[[b:Joh. 3, 7]] in de aantrekkingskracht van de goddelijke genade (Joh. 6, 44)[[b:Joh. 6, 44]]. Een dergelijke eis tot bekering waar het gaat over een zo verrassende vervulling van de beloften (Jes. 53, 1)[[b:Jes. 53, 1]] maakt het mogelijk de tragische vergissing van het sanhedrin te begrijpen. Dit meende dat Jezus als godslasteraar de dood verdiende (Mc. 3, 6; Mt. 26, 64-66)[[b:Mc. 3, 6; Mt. 26, 64-66]]. Zijn leden handelden tegelijkertijd zowel uit "onwetendheid" (Lc. 23, 34; Hand. 3, 17-18)[[b:Lc. 23, 34; Hand. 3, 17-18]] als vanwege "de verharding" (Mc. 3, 5; Rom. 11, 25)[[b:Mc. 3, 5; Rom. 11, 25]] van "het ongeloof" (Rom. 11, 20)[[b:Rom. 11, 20]].
Zie ook alinea's: -526-[al:526]-574-[al:574]
Zie ook alinea's: -526-[al:526]-574-[al:574]
Referenties naar alinea 591: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (592-594)
592
Jezus heeft de Wet van de Sinaï niet afgeschaft, maar Hij heeft haar vervuld (Mt. 5,17-19)[[b:Mt. 5,17-19]] op een zo volmaakte wijze (Joh. 8, 46)[[b:Joh. 8, 46]] dat Hij de uiteindelijke betekenis (Mt. 5, 33)[[b:Mt. 5, 33]] ervan openbaarde en de overtredingen ervan uitboette. (Heb. 9,15)[[b:Heb. 9,15]]
Referenties naar alinea 592: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
593
Jezus heeft de tempel vereerd door op de Joodse pelgrimsfeesten ernaar op te trekken en Hij heeft deze woning van God onder de mensen met een na-ijverige liefde bemind. De tempel is een voorafbeelding van zijn mysterie. Als Hij de verwoesting ervan aankondigt, dan is dat de manier om zijn eigen terechtstelling en het binnentreden in een nieuw tijdperk van de heilsgeschiedenis te openbaren, waarin zijn lichaam de definitieve tempel zal zijn.
Referenties naar alinea 593: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
594
Wanneer Jezus daden stelt zoals het vergeven van zonden, openbaart Hij zich als degene die God en Heiland is. (Joh. 5, 16-18)[[b:Joh. 5, 16-18]] Sommige Joden die in Hem "een mens die zichzelf tot God maakt" (Joh. 10, 33)[[b:Joh. 10, 33]] zagen, omdat zij de mensgeworden God niet herkenden (Joh. 1, 14)[[b:Joh. 1, 14]], hebben Hem voor een godslasteraar gehouden.
Referenties naar alinea 594: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 - Jezus is gekruisigd en gestorven (595-623)
- I - Het proces van Jezus (595-598)
595
De verdeeldheid onder de religieuze autoriteiten ten opzichte van Jezus
Onder de religieuze overheden van Jeruzalem was de persoon van Jezus steeds weer de oorzaak van meningsverschillen (Joh. 7, 50)[[b:Joh. 7, 50]]. De farizeeër Nikodemus (Joh. 19, 38-39)[[b:Joh. 19, 38-39]] en de in aanzien staande Jozef van Arimatea bijvoorbeeld, waren in het geheim leerling van Jezus en zij niet alleen (Joh. 9, 16-17; Joh. 10, 19-21)[[b:Joh. 9, 16-17; Joh. 10, 19-21]]. Johannes kan trouwens zeggen dat - zelfs kort voor het lijden - "velen van de aanzienlijken in Hem geloofden", ook al was dat op zeer onvolmaakte wijze (Joh. 12, 42)[b:Joh. 12, 42]. Dat is geenszins verwonderlijk, als men er rekening mee houdt dat daags na Pinksteren "een groot aantal priesters zich gewonnen gaf aan het geloof" (Hand. 6, 7)[b:Hand. 6, 7] en dat "sommigen, afkomstig uit de partij der Farizeeën, gelovig waren geworden" (Hand. 15, 5)[b:Hand. 15, 5], zodat de heilige Jakobus tot de heilige Paulus kan zeggen: "Gij ziet, broeders, hoe geweldig groot het getal is van de Joden die gelovig zijn geworden en allen zijn ijveraars voor de Wet" (Hand. 21, 20)[b:Hand. 21, 20].
Referenties naar alinea 595: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
596
1753
1753
De religieuze autoriteiten van Jeruzalem hebben niet één lijn gevolgd in hun houding ten opzichte van Jezus (Joh. 9, 16; Joh. 10, 19)[[b:Joh. 9, 16; Joh. 10, 19]]. De Farizeeën hebben hen die Hem zouden volgen, met verbanning uit de synagoge gedreigd (Joh. 9, 22)[[b:Joh. 9, 22]]. Hun die vreesden dat "allen in Hem geloven en dat de Romeinen zullen komen en met de heilige plaats ook ons volk zullen wegvagen" (Joh. 11, 48)[b:Joh. 11, 48], stelde de hogepriester Kajafas in profetische bewoordingen voor: "Het is beter voor u dat er één mens voor het volk sterft dan dat het hele volk ten onder gaat" (Joh. 11, 50)[b:Joh. 11, 50]. Zodra het sanhedrin verklaard heeft dat Jezus als godslasteraar "de doodstraf verdient" (Mt. 26, 66)[[b:Mt. 26, 66]], levert het, omdat het de bevoegdheid om de doodstraf te voltrekken verloren had (Joh. 18, 31)[[b:Joh. 18, 31]], Jezus uit aan de Romeinen op beschuldiging van politieke opstand (Lc. 23, 2)[[b:Lc. 23, 2]]: dit laatste zal Hem nu op één lijn stellen met Barabbas, die van "oproer" (Lc. 23, 19)[b:Lc. 23, 19] beschuldigd was. Het zijn ook dreigingen van politieke aard die de hogepriesters tegen Pilatus gebruiken om Jezus ter dood te veroordelen (Joh. 19, 12.15.21)[[b:Joh. 19, 12.15.21]].Zie ook alinea's: -1753-[al:1753]
Referenties naar alinea 596: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
597
840
1735
840
1735
De Joden zijn niet collectief verantwoordelijk voor de dood van Jezus
Rekening houdend met de complexiteit van het historisch proces van Jezus, zoals het in de evangelieverhalen naar voren komt en wat ook het aandeel moge geweest zijn van de persoonlijke zonde van de acteurs in het proces (Judas, het Sanhedrin, Pilatus) - God alleen kent dit - kan men niet alle Joden van Jeruzalem voor het proces verantwoordelijk stellen, ondanks de kreten van een gemanipuleerde menigte (Mc. 15, 11)[[b:Mc. 15, 11]] en de algemene verwijten die besloten liggen in de herhaalde oproep tot bekering na Pinksteren. (Hand. 2, 23.36; Hand. 3, 13-14; Hand. 4, 10; Hand. 5, 30; Hand. 7, 52; Hand. 10, 39; Hand. 13, 27-28; 1 Tess. 2, 14-15)[[b:Hand. 2, 23.36; Hand. 3, 13-14; Hand. 4, 10; Hand. 5, 30; Hand. 7, 52; Hand. 10, 39; Hand. 13, 27-28; 1 Tess. 2, 14-15]] Jezus, die op het kruis woorden van vergeving heeft gesproken, (Lc. 23, 34)[[b:Lc. 23, 34]] en Petrus, die zijn meester ook hierin volgde, hebben de Joden van Jeruzalem en zelfs hun leiders op grond van hun "onwetendheid" (Hand. 3, 17)[[b:Hand. 3, 17]] verontschuldigd. Met nog minder recht kan men de verantwoordelijkheid tot alle andere Joden, in ruimte en tijd, uitbreiden louter gebaseerd op de kreet van het volk "Zijn bloed kome over ons en onze kinderen" (Mt. 27, 25)[b:Mt. 27, 25], Dit is immers enkel een bekrachtigingsformule. (Hand. 5, 28; Hand. 18, 6)[[b:Hand. 5, 28; Hand. 18, 6]]
Rekening houdend met de complexiteit van het historisch proces van Jezus, zoals het in de evangelieverhalen naar voren komt en wat ook het aandeel moge geweest zijn van de persoonlijke zonde van de acteurs in het proces (Judas, het Sanhedrin, Pilatus) - God alleen kent dit - kan men niet alle Joden van Jeruzalem voor het proces verantwoordelijk stellen, ondanks de kreten van een gemanipuleerde menigte (Mc. 15, 11)[[b:Mc. 15, 11]] en de algemene verwijten die besloten liggen in de herhaalde oproep tot bekering na Pinksteren. (Hand. 2, 23.36; Hand. 3, 13-14; Hand. 4, 10; Hand. 5, 30; Hand. 7, 52; Hand. 10, 39; Hand. 13, 27-28; 1 Tess. 2, 14-15)[[b:Hand. 2, 23.36; Hand. 3, 13-14; Hand. 4, 10; Hand. 5, 30; Hand. 7, 52; Hand. 10, 39; Hand. 13, 27-28; 1 Tess. 2, 14-15]] Jezus, die op het kruis woorden van vergeving heeft gesproken, (Lc. 23, 34)[[b:Lc. 23, 34]] en Petrus, die zijn meester ook hierin volgde, hebben de Joden van Jeruzalem en zelfs hun leiders op grond van hun "onwetendheid" (Hand. 3, 17)[[b:Hand. 3, 17]] verontschuldigd. Met nog minder recht kan men de verantwoordelijkheid tot alle andere Joden, in ruimte en tijd, uitbreiden louter gebaseerd op de kreet van het volk "Zijn bloed kome over ons en onze kinderen" (Mt. 27, 25)[b:Mt. 27, 25], Dit is immers enkel een bekrachtigingsformule. (Hand. 5, 28; Hand. 18, 6)[[b:Hand. 5, 28; Hand. 18, 6]]
De Kerk heeft dan ook op het Tweede Vaticaans Concilie verklaard: "Wat tijdens zijn lijden bedreven werd, kan noch alle toen levende Joden zonder onderscheid, noch de Joden van onze tijd worden aangerekend (...). De joden mogen niet als door God verworpen, noch als vervloekt worden voorgesteld, alsof dat uit de heilige Schrift zou volgen." vert. uit Lat.[[610|4]]Zie ook alinea's: -1735-[al:1735]-839-[al:839]
Referenties naar alinea 597: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
598
312
1851
312
1851
Alle zondaars zijn verantwoordelijk voor het lijden van Christus
De Kerk heeft in de officiële verkondiging van haar geloof en in het getuigenis van haar heiligen nooit vergeten dat de zondaars zelf "de veroorzakers en de uitvoerders waren van alle straffen die de goddelijke Verlosser moest verduren". 1,5,11, vert. uit Lat.[[830]] (Heb. 12, 3)[[b:Heb. 12, 3]] Rekening houdend met het feit dat onze zonden Christus zelf raken, (Mt. 25, 45; Hand. 9, 4-5)[[b:Mt. 25, 45; Hand. 9, 4-5]] aarzelt de Kerk niet de Christenen het meest verantwoordelijk te stellen voor het ter dood brengen van Jezus, een verantwoordelijkheid die zij maar al te vaak alleen op de Joden afgeschoven hebben.
De Kerk heeft in de officiële verkondiging van haar geloof en in het getuigenis van haar heiligen nooit vergeten dat de zondaars zelf "de veroorzakers en de uitvoerders waren van alle straffen die de goddelijke Verlosser moest verduren". 1,5,11, vert. uit Lat.[[830]] (Heb. 12, 3)[[b:Heb. 12, 3]] Rekening houdend met het feit dat onze zonden Christus zelf raken, (Mt. 25, 45; Hand. 9, 4-5)[[b:Mt. 25, 45; Hand. 9, 4-5]] aarzelt de Kerk niet de Christenen het meest verantwoordelijk te stellen voor het ter dood brengen van Jezus, een verantwoordelijkheid die zij maar al te vaak alleen op de Joden afgeschoven hebben.
Voor deze schuld moeten al diegenen verantwoordelijk gesteld worden die telkens opnieuw tot in zonden vervallen; want aangezien Christus de Heer wegens onze zonden de dood aan het kruis heeft ondergaan, "kruisigen zij die zich wentelen in hun schandelijke praktijken en misdaden, "door hun zonde de Zoon van God opnieuw in hun hart, voor zover Hij in hen is, en geven zij Hem aan bespotting prijs" (Heb. 6, 6)[b:Heb. 6, 6]. In dit geval kan men onze misdaad zelfs zien als een misdaad die erger is dan die van de joden. "Want als zij", zoals de apostel getuigt, "de Heer der heerlijkheid gekend zouden hebben, zouden zij Hem niet gekruisigd hebben" (1 Kor. 2, 8)[b:1 Kor. 2, 8]. Wij, daarentegen, zeggen Hem te kennen en toch verloochenen wij Hem in onze daden en slaan zo in zekere zin onze moorddadige hand aan Hem. 1,5,11, vert. uit Lat.[[830]]Zie ook alinea's: -1851-[al:1851]
En het zijn niet de duivels die Hem hebben gekruisigd; gij zijt het die samen met hen Hem gekruisigd hebt en nog kruisigt door vreugde te vinden in zonden en ondeugden. Admon. 5,3, vert. uit It.[[1158]]
Referenties naar alinea 598: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - De verlossende dood van Christus in het goddelijk heilsplan (599-605)
599
312
572
312
572
Jezus is "overgeleverd volgens Gods vastgestelde raadsbesluit"
De gewelddadige dood van Jezus is geen toeval geweest, vrucht van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Zijn dood hoort tot het mysterie van Gods heilsbeschikking, zoals Petrus vanaf zijn eerste Pinksterpreek de joden van Jeruzalem uitlegt: "Hem die volgens Gods vastgestelde raadsbesluit en voorkennis is overgeleverd, hebt gij door de hand van goddelozen aan het kruis genageld en gedood" (Hand. 2, 23)[b:Hand. 2, 23]. Deze Bijbelse taal betekent niet dat zij die "Jezus hebben overgeleverd" (Hand. 3, 13)[[b:Hand. 3, 13]], alleen maar de passieve uitvoerders zijn geweest van een door God van tevoren geschreven scenario.
Zie ook alinea's: -517-[al:517]
De gewelddadige dood van Jezus is geen toeval geweest, vrucht van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Zijn dood hoort tot het mysterie van Gods heilsbeschikking, zoals Petrus vanaf zijn eerste Pinksterpreek de joden van Jeruzalem uitlegt: "Hem die volgens Gods vastgestelde raadsbesluit en voorkennis is overgeleverd, hebt gij door de hand van goddelozen aan het kruis genageld en gedood" (Hand. 2, 23)[b:Hand. 2, 23]. Deze Bijbelse taal betekent niet dat zij die "Jezus hebben overgeleverd" (Hand. 3, 13)[[b:Hand. 3, 13]], alleen maar de passieve uitvoerders zijn geweest van een door God van tevoren geschreven scenario.
Zie ook alinea's: -517-[al:517]
Referenties naar alinea 599: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
600
312
312
Voor God is elk moment van de tijd actueel aanwezig. Hij stelt derhalve zijn eeuwig raadsbesluit van "voorbeschikking" vast en sluit daarbij het vrije antwoord van iedere mens op zijn genade in: "Inderdaad, zij hebben in deze stad samengespannen tegen uw heilige dienaar Jezus, die Gij gezalfd hebt: zowel Herodes als Pontius Pilatus, tezamen met de heidenen en de stammen van Israël (Ps. 2, 1-2)[[b:Ps. 2, 1-2]], om alles te doen wat uw hand en raadsbesluit tevoren bepaald had dat geschieden moest" (Hand. 4, 27-28)[b:Hand. 4, 27-28]. God heeft de handelingen die uit hun verblinding voortkwamen (Mt. 26, 54; Joh. 18, 36; Joh. 19, 11)[[b:Mt. 26, 54; Joh. 18, 36; Joh. 19, 11]], toegelaten om zijn heilsplan te verwezenlijken. (Hand. 3, 17-18)[[b:Hand. 3, 17-18]]
Zie ook alinea's: -312-[al:312]
Zie ook alinea's: -312-[al:312]
Referenties naar alinea 600: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
601
652
713
652
713
"Gestorven om onze zonden volgens de Schriften"
Dit goddelijk heilsplan dat zich door de terechtstelling van de "rechtvaardige dienstknecht" (Jes. 53, 11; Hand. 3, 14)[[b:Jes. 53, 11; Hand. 3, 14]] zou voltrekken was tevoren in de Schrift aangekondigd als een mysterie van universele verlossing, d.w.z. van een vrijkoping, die de mensen verlost uit de slavernij van de zonde (Jes. 53, 11-12; Joh. 8, 34-36)[[b:Jes. 53, 11-12; Joh. 8, 34-36]]. De heilige Paulus verkondigt in een geloofsbelijdenis die hij, naar hij zegt, "ontvangen" (1 Kor. 15, 3)[[b:1 Kor. 15, 3]] heeft, dat "Christus gestorven is voor onze zonden volgens de Schriften" (1 Kor. 15, 3)[b:1 Kor. 15, 3] (Hand. 3, 18; Hand. 7, 52; Hand. 13, 29; Hand. 26, 22-23)[[b:Hand. 3, 18; Hand. 7, 52; Hand. 13, 29; Hand. 26, 22-23]] De verlossende dood van Jezus vervult in het bijzonder de profetie over de lijdende dienaar (Jes. 53, 7-8; Hand. 8, 32-35)[[b:Jes. 53, 7-8; Hand. 8, 32-35]]. Jezus zelf heeft de zin van zijn leven en dood verduidelijkt in het licht van de lijdende dienaar (Mt. 20, 28)[[b:Mt. 20, 28]]. Na zijn verrijzenis heeft Hij deze verklaring van de Schrift aan de leerlingen van Emmaüs gegeven (Lc. 24, 25-27)[[b:Lc. 24, 25-27]] en vervolgens aan de apostelen zelf (Lc. 24, 44-45)[[b:Lc. 24, 44-45]].
Zie ook alinea's: -652-[al:652]-713-[al:713]
Dit goddelijk heilsplan dat zich door de terechtstelling van de "rechtvaardige dienstknecht" (Jes. 53, 11; Hand. 3, 14)[[b:Jes. 53, 11; Hand. 3, 14]] zou voltrekken was tevoren in de Schrift aangekondigd als een mysterie van universele verlossing, d.w.z. van een vrijkoping, die de mensen verlost uit de slavernij van de zonde (Jes. 53, 11-12; Joh. 8, 34-36)[[b:Jes. 53, 11-12; Joh. 8, 34-36]]. De heilige Paulus verkondigt in een geloofsbelijdenis die hij, naar hij zegt, "ontvangen" (1 Kor. 15, 3)[[b:1 Kor. 15, 3]] heeft, dat "Christus gestorven is voor onze zonden volgens de Schriften" (1 Kor. 15, 3)[b:1 Kor. 15, 3] (Hand. 3, 18; Hand. 7, 52; Hand. 13, 29; Hand. 26, 22-23)[[b:Hand. 3, 18; Hand. 7, 52; Hand. 13, 29; Hand. 26, 22-23]] De verlossende dood van Jezus vervult in het bijzonder de profetie over de lijdende dienaar (Jes. 53, 7-8; Hand. 8, 32-35)[[b:Jes. 53, 7-8; Hand. 8, 32-35]]. Jezus zelf heeft de zin van zijn leven en dood verduidelijkt in het licht van de lijdende dienaar (Mt. 20, 28)[[b:Mt. 20, 28]]. Na zijn verrijzenis heeft Hij deze verklaring van de Schrift aan de leerlingen van Emmaüs gegeven (Lc. 24, 25-27)[[b:Lc. 24, 25-27]] en vervolgens aan de apostelen zelf (Lc. 24, 44-45)[[b:Lc. 24, 44-45]].
Zie ook alinea's: -652-[al:652]-713-[al:713]
Referenties naar alinea 601: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
602
400
519
400
519
"God heeft Hem voor ons tot zonde gemaakt"
De heilige Petrus kan bijgevolg het apostolisch geloof in het goddelijk heilsplan zo formuleren: "Gij zijt verlost uit het zinloze bestaan, dat gij van uw vaderen hadt geërfd, door het kostbaar bloed van Christus, het lam zonder vlek of gebrek, dat uitverkoren was vóór de grondlegging der wereld, maar eerst op het einde der tijden is verschenen, om uwentwil" (1 Pt. 1, 18-20)[b:1 Pt. 1, 18-20]. De zonden van de mensen, die volgen op de erfzonde, worden bestraft door de dood (Rom. 5, 12; 1 Kor. 15, 56)[[b:Rom. 5, 12; 1 Kor. 15, 56]]. Door zijn eigen Zoon het bestaan van een slaaf (Fil. 2, 7)[[b:Fil. 2, 7]], namelijk van een menselijke natuur die door de zonde gevallen is en overgeleverd is aan de dood (Rom. 8, 3)[[b:Rom. 8, 3]], te laten aannemen, "heeft God Hem voor ons tot zonde gemaakt, Hem die geen zonde heeft gekend, opdat wij door Hem Gods eigen heiligheid zouden worden" (2 Kor. 5, 21)[b:2 Kor. 5, 21].
Zie ook alinea's: -400-[al:400]-519-[al:519]
De heilige Petrus kan bijgevolg het apostolisch geloof in het goddelijk heilsplan zo formuleren: "Gij zijt verlost uit het zinloze bestaan, dat gij van uw vaderen hadt geërfd, door het kostbaar bloed van Christus, het lam zonder vlek of gebrek, dat uitverkoren was vóór de grondlegging der wereld, maar eerst op het einde der tijden is verschenen, om uwentwil" (1 Pt. 1, 18-20)[b:1 Pt. 1, 18-20]. De zonden van de mensen, die volgen op de erfzonde, worden bestraft door de dood (Rom. 5, 12; 1 Kor. 15, 56)[[b:Rom. 5, 12; 1 Kor. 15, 56]]. Door zijn eigen Zoon het bestaan van een slaaf (Fil. 2, 7)[[b:Fil. 2, 7]], namelijk van een menselijke natuur die door de zonde gevallen is en overgeleverd is aan de dood (Rom. 8, 3)[[b:Rom. 8, 3]], te laten aannemen, "heeft God Hem voor ons tot zonde gemaakt, Hem die geen zonde heeft gekend, opdat wij door Hem Gods eigen heiligheid zouden worden" (2 Kor. 5, 21)[b:2 Kor. 5, 21].
Zie ook alinea's: -400-[al:400]-519-[al:519]
Referenties naar alinea 602: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
603
2572
Youcat ->=geentekst=
Het gebed van de stervende Jezus op het kruis (bij Matteus en Marcus) ->=geentekst=
2572
Jezus heeft de veroordeling niet gekend, als had Hij zelf gezondigd (Joh. 8, 46)[[b:Joh. 8, 46]]. Maar in de verlossende liefde die Hem altijd met de Vader verenigde (Joh. 8, 29)[[b:Joh. 8, 29]], heeft Hij ons, toen wij door de zonde van God afgedwaald waren, aangenomen, zodat Hij in onze naam op het kruis kon zeggen: "Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" (Mc. 15, 34)[b:Mc. 15, 34] (Ps. 22, 1)[[b:Ps. 22, 1]]. Na zijn lot zo met dat van ons, zondaars, verbonden te hebben "heeft God zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar heeft Hij Hem voor ons allen overgeleverd" (Rom. 8, 32)[b:Rom. 8, 32], opdat wij "met God verzoend zijn" door de dood van zijn Zoon (Rom. 5, 10)[b:Rom. 5, 10].
Zie ook alinea's: -2572-[al:2572]
Zie ook alinea's: -2572-[al:2572]
Referenties naar alinea 603: 3
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Het gebed van de stervende Jezus op het kruis (bij Matteus en Marcus) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
604
211
1825
2009
2793
Youcat ->=geentekst=
211
1825
2009
2793
God neemt het initiatief bij de universele, verlossende liefde
Door zijn Zoon voor onze zonden over te leveren laat God zien dat zijn raadsbesluit aangaande ons een raadsbesluit van welwillende liefde is, die voorafgaat aan iedere verdienste van onze kant: "Hierin bestaat de liefde: niet wij hebben God liefgehad, maar Hij heeft ons liefgehad, en Hij heeft zijn Zoon gezonden om door het offer van zijn leven onze zonden uit te wissen" (1 Joh. 4, 10)[b:1 Joh. 4, 10] (1 Joh. 4, 19)[[b:1 Joh. 4, 19]]. "God bewijst echter zijn liefde voor ons juist hierdoor, dat Christus voor ons is gestorven, toen wij nog zondaars waren" (Rom. 5, 8)[b:Rom. 5, 8].
Zie ook alinea's: -211-[al:211]-2009-[al:2009]-1825-[al:1825]
Door zijn Zoon voor onze zonden over te leveren laat God zien dat zijn raadsbesluit aangaande ons een raadsbesluit van welwillende liefde is, die voorafgaat aan iedere verdienste van onze kant: "Hierin bestaat de liefde: niet wij hebben God liefgehad, maar Hij heeft ons liefgehad, en Hij heeft zijn Zoon gezonden om door het offer van zijn leven onze zonden uit te wissen" (1 Joh. 4, 10)[b:1 Joh. 4, 10] (1 Joh. 4, 19)[[b:1 Joh. 4, 19]]. "God bewijst echter zijn liefde voor ons juist hierdoor, dat Christus voor ons is gestorven, toen wij nog zondaars waren" (Rom. 5, 8)[b:Rom. 5, 8].
Zie ook alinea's: -211-[al:211]-2009-[al:2009]-1825-[al:1825]
Referenties naar alinea 604: 2
Tot de deelnemers aan heiligverklaring van Jozefmaria Escrivá ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
605
402
634
982
402
634
982
Aan deze liefde die niemand uitsluit, heeft Jezus herinnerd aan het einde van de parabel van het verloren schaap: "Zo ook wil uw hemelse Vader niet dat een van deze kleinen verloren gaat" (Mt. 18, 14)[b:Mt. 18, 14]. Hij bevestigt hiermee "zijn leven te geven als losprijs voor velen" (Mt. 20, 28)[b:Mt. 20, 28]; deze laatste uitdrukking 'voor velen' houdt geen beperking in: zij stelt het geheel van de mensheid tegenover de unieke persoon van de Verlosser die zich overlevert om haar te redden (Rom. 5, 18-19)[[b:Rom. 5, 18-19]]. De Kerk leert, in navolging van de apostelen (2 Kor. 5, 15; 1 Joh. 2, 2)[[b:2 Kor. 5, 15; 1 Joh. 2, 2]], dat Christus is gestorven voor alle mensen zonder uitzondering, "Er is geen mens, er is er geen geweest en er zal er ook geen zijn "voor wie Hij niet geleden heeft" vert uit Lat.[[1273|4]].
Zie ook alinea's: -402-[al:402]-634-[al:634]-2793-[al:2793]
Zie ook alinea's: -402-[al:402]-634-[al:634]-2793-[al:2793]
Referenties naar alinea 605: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - Christus heeft zichzelf aan zijn Vader aangeboden voor onze zonden (606-618)
606
517
536
517
536
De Zoon van God "die uit de hemel is neergedaald, niet om zijn eigen wil te doen, maar die van de Vader die Hem gezonden heeft" (Joh. 6, 38)[[b:Joh. 6, 38]], "zegt, als Hij in de wereld komt: (...) Hier ben Ik (...) Ik ben gekomen, o God, om uw wil te doen (...) Door die wil zijn wij geheiligd, eens voor al, door het offer van het lichaam van Jezus Christus" (Heb. 10, 5-10)[b:Heb. 10, 5-10]. Vanaf het eerste ogenblik van zijn menswording verenigt Hij zichzelf geheel met Gods heilsplan in zijn verlossende zending, "Mijn spijs is, de wil te doen van Hem die Mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen" (Joh. 4, 34)[b:Joh. 4, 34]. Het offer van Jezus "voor de zonden van de hele wereld" (1 Joh. 2, 2)[b:1 Joh. 2, 2] is de uitdrukking van zijn liefdesgemeenschap met de Vader: "Hierom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik mijn leven geef" (Joh. 10, 17)[b:Joh. 10, 17]. "De wereld moet weten dat Ik de Vader liefheb en dat Ik handel zoals Hij Mij bevolen heeft" (Joh. 14, 31)[b:Joh. 14, 31].
Zie ook alinea's: -517-[al:517]-536-[al:536]
Zie ook alinea's: -517-[al:517]-536-[al:536]
Referenties naar alinea 606: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
607
457
457
Dit verlangen zich geheel en al te wijden aan het heilsplan van de verlossende liefde van zijn Vader bezielt heel het leven van Jezus (Lc. 12, 50; Lc. 22, 15; Mt. 16, 21-23)[[b:Lc. 12, 50; Lc. 22, 15; Mt. 16, 21-23]], want zijn verlossend lijden is de bestaansgrond van zijn menswording: " 'Vader, red Mij uit dit uur!' Maar daarom juist ben Ik tot aan dit uur gekomen" (Joh. 12, 27)[b:Joh. 12, 27]. "Zou ik de beker die mijn Vader Mij gegeven heeft, niet drinken?" (Joh. 18, 11)[b:Joh. 18, 11]. En nog op het kruis zegt Jezus, "Ik heb dorst" (Joh. 19, 28)[b:Joh. 19, 28] en pas daarna "alles volbracht is" (Joh. 19, 30)[b:Joh. 19, 30].
Zie ook alinea's: -457-[al:457]
Zie ook alinea's: -457-[al:457]
Referenties naar alinea 607: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
608
1551
1551
"Het Lam dat de zonde van de wereld wegneemt"
Nadat Johannes de Doper erin toegestemd had Hem te dopen in de rij van de zondaars (Lc. 3, 21; Mt. 3, 14-15)[[b:Lc. 3, 21; Mt. 3, 14-15]], heeft Hij in Jezus het "Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt" (Joh. 1, 29)[b:Joh. 1, 29] gezien en getoond (Joh. 1, 36)[[b:Joh. 1, 36]]. Hij laat zo zien dat Jezus zowel de lijdende dienaar is die zich stom naar de slachtbank laat leiden (Jes. 53, 7; Jer. 11, 19)[[b:Jes. 53, 7; Jer. 11, 19]] en de zonden van velen draagt (Jes. 53, 12)[[b:Jes. 53, 12]] als het Paaslam, symbool van de verlossing van Israël ten tijde van het eerste Pasen (Ex. 12, 3-14; Joh. 19, 36; 1 Kor. 5, 7)[[b:Ex. 12, 3-14; Joh. 19, 36; 1 Kor. 5, 7]]. Heel het leven van Christus drukt zijn zending uit: "Dienen en zijn leven als losprijs geven voor velen" (Mc. 10, 45)[[b:Mc. 10, 45]].
Zie ook alinea's: -523-[al:523]-517-[al:517]
Nadat Johannes de Doper erin toegestemd had Hem te dopen in de rij van de zondaars (Lc. 3, 21; Mt. 3, 14-15)[[b:Lc. 3, 21; Mt. 3, 14-15]], heeft Hij in Jezus het "Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt" (Joh. 1, 29)[b:Joh. 1, 29] gezien en getoond (Joh. 1, 36)[[b:Joh. 1, 36]]. Hij laat zo zien dat Jezus zowel de lijdende dienaar is die zich stom naar de slachtbank laat leiden (Jes. 53, 7; Jer. 11, 19)[[b:Jes. 53, 7; Jer. 11, 19]] en de zonden van velen draagt (Jes. 53, 12)[[b:Jes. 53, 12]] als het Paaslam, symbool van de verlossing van Israël ten tijde van het eerste Pasen (Ex. 12, 3-14; Joh. 19, 36; 1 Kor. 5, 7)[[b:Ex. 12, 3-14; Joh. 19, 36; 1 Kor. 5, 7]]. Heel het leven van Christus drukt zijn zending uit: "Dienen en zijn leven als losprijs geven voor velen" (Mc. 10, 45)[[b:Mc. 10, 45]].
Zie ook alinea's: -523-[al:523]-517-[al:517]
Referenties naar alinea 608: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
609
272
515
539
272
515
539
Jezus sluit zich uit vrije wil bij de verlossende liefde van de Vader aan
Door zich in zijn menselijk hart aan te sluiten bij de liefde van de Vader voor de mensen heeft Jezus "hen tot het uiterste toe bemind" (Joh. 13, 1)[b:Joh. 13, 1], " want geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden" (Joh. 15, 13)[b:Joh. 15, 13]. Zo is in het lijden en de dood zijn mensheid het vrije en volmaakte instrument geworden van zijn goddelijke liefde, die het heil van de mensen wil (Heb. 2, 10.17-18; Heb. 4, 15; Heb. 5, 7-9)[[b:Heb. 2, 10.17-18; Heb. 4, 15; Heb. 5, 7-9]]. Hij heeft immers vrijwillig zijn lijden en zijn dood op zich genomen uit liefde voor zijn Vader en voor de mensen die de Vader wil redden: "Niemand neemt Mij mijn leven af, maar Ik geef het uit Mijzelf" (Joh. 10, 18)[b:Joh. 10, 18]. Vandaar de soevereine vrijheid van de Zoon van God, wanneer Hijzelf de dood ingaat (Joh. 18, 4-6; Mt. 26, 53)[[b:Joh. 18, 4-6; Mt. 26, 53]].
Zie ook alinea's: -478-[al:478]-515-[al:515]-272-[al:272]-539-[al:539]
Door zich in zijn menselijk hart aan te sluiten bij de liefde van de Vader voor de mensen heeft Jezus "hen tot het uiterste toe bemind" (Joh. 13, 1)[b:Joh. 13, 1], " want geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden" (Joh. 15, 13)[b:Joh. 15, 13]. Zo is in het lijden en de dood zijn mensheid het vrije en volmaakte instrument geworden van zijn goddelijke liefde, die het heil van de mensen wil (Heb. 2, 10.17-18; Heb. 4, 15; Heb. 5, 7-9)[[b:Heb. 2, 10.17-18; Heb. 4, 15; Heb. 5, 7-9]]. Hij heeft immers vrijwillig zijn lijden en zijn dood op zich genomen uit liefde voor zijn Vader en voor de mensen die de Vader wil redden: "Niemand neemt Mij mijn leven af, maar Ik geef het uit Mijzelf" (Joh. 10, 18)[b:Joh. 10, 18]. Vandaar de soevereine vrijheid van de Zoon van God, wanneer Hijzelf de dood ingaat (Joh. 18, 4-6; Mt. 26, 53)[[b:Joh. 18, 4-6; Mt. 26, 53]].
Zie ook alinea's: -478-[al:478]-515-[al:515]-272-[al:272]-539-[al:539]
Referenties naar alinea 609: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
610
766
1337
766
1337
Bij het laatste avondmaal is Jezus vooruitgelopen op het vrijwillig offer van zijn leven.
Jezus heeft op sublieme wijze het vrijwillig offer van zichzelf tot uitdrukking gebracht in de maaltijd die Hij met de twaalf apostelen gehouden heeft (Mt. 26, 20)[[b:Mt. 26, 20]] in "de nacht waarin Hij werd overgeleverd" (1 Kor. 11, 23)[b:1 Kor. 11, 23], De avond voor zijn lijden heeft Jezus, toen Hij nog vrij was, van dit laatste avondmaal met zijn apostelen de gedachtenisviering gemaakt van zijn vrijwillige offerande aan de Vader (1 Kor. 5, 7)[[b:1 Kor. 5, 7]] tot heil van de mensen: "Dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt" (Lc. 22, 19)[b:Lc. 22, 19]. "Dit is het bloed van het Verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van de zonden" (Mt. 26, 28)[b:Mt. 26, 28].
Zie ook alinea's: -766-[al:766]-1337-[al:1337]
Jezus heeft op sublieme wijze het vrijwillig offer van zichzelf tot uitdrukking gebracht in de maaltijd die Hij met de twaalf apostelen gehouden heeft (Mt. 26, 20)[[b:Mt. 26, 20]] in "de nacht waarin Hij werd overgeleverd" (1 Kor. 11, 23)[b:1 Kor. 11, 23], De avond voor zijn lijden heeft Jezus, toen Hij nog vrij was, van dit laatste avondmaal met zijn apostelen de gedachtenisviering gemaakt van zijn vrijwillige offerande aan de Vader (1 Kor. 5, 7)[[b:1 Kor. 5, 7]] tot heil van de mensen: "Dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt" (Lc. 22, 19)[b:Lc. 22, 19]. "Dit is het bloed van het Verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van de zonden" (Mt. 26, 28)[b:Mt. 26, 28].
Zie ook alinea's: -766-[al:766]-1337-[al:1337]
Referenties naar alinea 610: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
611
1337
1341
1364
1564
1566
1337
1341
1364
1564
1566
De Eucharistie die Hij op dat ogenblik instelt, zal de "gedachtenis" (1 Kor. 11, 25)[b:1 Kor. 11, 25] zijn van zijn offer. Jezus sluit de apostelen bij zijn eigen offerande in en vraagt hen deze voort te zetten (Lc. 22, 19)[[b:Lc. 22, 19]]. Daarmee stelt Jezus zijn apostelen aan tot priesters van het Nieuwe Verbond: "Omwille van hen wijd Ik mij aan U, opdat ook zij in waarheid aan U toegewijd mogen zijn" (Joh. 17, 19)[b:Joh. 17, 19] vgl: Sessio XXIII - Doctrina de sacramento ordinis, 15[[[695|15]]] vgl: Sessio XXIII - Doctrina de sacramento ordinis, 2[[[695|2]]].
Zie ook alinea's: -1364-[al:1364]-1341-[al:1341]-1566-[al:1566]
Zie ook alinea's: -1364-[al:1364]-1341-[al:1341]-1566-[al:1566]
Referenties naar alinea 611: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
612
532
1009
2600
2701
2824
2849
532
1009
2600
2701
2824
2849
De doodsangst in Getsemane
De beker van het Nieuwe Verbond waarop Jezus bij het laatste avondmaal vooruitgelopen is door zichzelf aan te bieden (Lc. 22, 20)[[b:Lc. 22, 20]], ontvangt Hij vervolgens uit handen van de Vader in zijn doodsangst in Getsemane (Mt. 26, 42)[[b:Mt. 26, 42]] door "gehoorzaam te worden tot de dood" (Fil. 2, 8)[b:Fil. 2, 8]. (Heb. 5, 7-8)[[b:Heb. 5, 7-8]] Jezus bidt: "Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan..." (Mt. 26, 39)[b:Mt. 26, 39]. Hij drukt zo de afschuw uit die de dood betekent voor zijn menselijke natuur. Zijn menselijke natuur is immers, evenals de onze, bestemd voor het eeuwige leven; bovendien was zij, anders dan de onze, volkomen vrij van de zonde (Heb. 4, 15)[[b:Heb. 4, 15]] die de dood veroorzaakt (Rom. 5, 12)[[b:Rom. 5, 12]]; maar bovenal is de menselijke natuur van Jezus opgenomen in de goddelijke persoon van de "leidsman ten leven" (Hand. 3, 15)[b:Hand. 3, 15], van de "levende". (Openb. 1, 17; Joh. 1, 4; Joh. 5, 26)[[b:Openb. 1, 17; Joh. 1, 4; Joh. 5, 26]] Door met zijn menselijke wil ermee in te stemmen dat de wil van de Vader geschiede (Mt. 26, 42)[[b:Mt. 26, 42]], aanvaardt Hij zijn verlossende dood om in zijn eigen lichaam onze zonden op het kruishout te dragen" (1 Pt. 2, 24)[b:1 Pt. 2, 24].
Zie ook alinea's: -523-[al:523]-2600-[al:2600]-1009-[al:1009]
De beker van het Nieuwe Verbond waarop Jezus bij het laatste avondmaal vooruitgelopen is door zichzelf aan te bieden (Lc. 22, 20)[[b:Lc. 22, 20]], ontvangt Hij vervolgens uit handen van de Vader in zijn doodsangst in Getsemane (Mt. 26, 42)[[b:Mt. 26, 42]] door "gehoorzaam te worden tot de dood" (Fil. 2, 8)[b:Fil. 2, 8]. (Heb. 5, 7-8)[[b:Heb. 5, 7-8]] Jezus bidt: "Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan..." (Mt. 26, 39)[b:Mt. 26, 39]. Hij drukt zo de afschuw uit die de dood betekent voor zijn menselijke natuur. Zijn menselijke natuur is immers, evenals de onze, bestemd voor het eeuwige leven; bovendien was zij, anders dan de onze, volkomen vrij van de zonde (Heb. 4, 15)[[b:Heb. 4, 15]] die de dood veroorzaakt (Rom. 5, 12)[[b:Rom. 5, 12]]; maar bovenal is de menselijke natuur van Jezus opgenomen in de goddelijke persoon van de "leidsman ten leven" (Hand. 3, 15)[b:Hand. 3, 15], van de "levende". (Openb. 1, 17; Joh. 1, 4; Joh. 5, 26)[[b:Openb. 1, 17; Joh. 1, 4; Joh. 5, 26]] Door met zijn menselijke wil ermee in te stemmen dat de wil van de Vader geschiede (Mt. 26, 42)[[b:Mt. 26, 42]], aanvaardt Hij zijn verlossende dood om in zijn eigen lichaam onze zonden op het kruishout te dragen" (1 Pt. 2, 24)[b:1 Pt. 2, 24].
Zie ook alinea's: -523-[al:523]-2600-[al:2600]-1009-[al:1009]
Referenties naar alinea 612: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
613
1366
1393
2099
1366
1393
2099
De dood van Christus is het unieke en definitieve offer
De dood van Christus is zowel het Paasoffer dat de definitieve verlossing van de mensen (1 Kor. 5, 7; Joh. 8, 34-36)[[b:1 Kor. 5, 7; Joh. 8, 34-36]] door "het Lam dat de zonde van de wereld wegneemt", (Joh. 1, 29; 1 Pt. 1, 19)[[b:Joh. 1, 29; 1 Pt. 1, 19]] bewerkstelligt als het offer van het Nieuwe Verbond (1 Kor. 11, 25)[[b:1 Kor. 11, 25]] dat de mens de gemeenschap met God schenkt (Ex. 24, 8)[[b:Ex. 24, 8]], omdat het hem met God verzoent door "het bloed dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van de zonden" (Mt. 26, 28; Lev. 16, 15-16)[[b:Mt. 26, 28; Lev. 16, 15-16]].
Zie ook alinea's: -1366-[al:1366]-2099-[al:2099]
De dood van Christus is zowel het Paasoffer dat de definitieve verlossing van de mensen (1 Kor. 5, 7; Joh. 8, 34-36)[[b:1 Kor. 5, 7; Joh. 8, 34-36]] door "het Lam dat de zonde van de wereld wegneemt", (Joh. 1, 29; 1 Pt. 1, 19)[[b:Joh. 1, 29; 1 Pt. 1, 19]] bewerkstelligt als het offer van het Nieuwe Verbond (1 Kor. 11, 25)[[b:1 Kor. 11, 25]] dat de mens de gemeenschap met God schenkt (Ex. 24, 8)[[b:Ex. 24, 8]], omdat het hem met God verzoent door "het bloed dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van de zonden" (Mt. 26, 28; Lev. 16, 15-16)[[b:Mt. 26, 28; Lev. 16, 15-16]].
Zie ook alinea's: -1366-[al:1366]-2099-[al:2099]
Referenties naar alinea 613: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
614
529
1330
1350
2100
2605
Youcat ->=geentekst=
529
1330
1350
2100
2605
Dit offer van Christus is uniek, het is de voltooiing van alle offers en overtreft die nog (Heb. 10, 10)[[b:Heb. 10, 10]]. Het is allereerst een gave van God de Vader zelf: het is de Vader die zijn Zoon overlevert om ons met Hem te verzoenen (1 Joh. 4, 10)[[b:1 Joh. 4, 10]]. Tegelijkertijd is het een offerande van de mensgeworden Zoon van God die uit vrije wil en uit liefde (Joh. 15, 13)[[b:Joh. 15, 13]] zijn leven aanbiedt (Joh. 10, 17-18)[[b:Joh. 10, 17-18]] aan zijn Vader door de heilige Geest (Heb. 9, 14)[[b:Heb. 9, 14]] om onze ongehoorzaamheid weer goed te maken.
Zie ook alinea's: -529-[al:529]-1330-[al:1330]-2100-[al:2100]
Zie ook alinea's: -529-[al:529]-1330-[al:1330]-2100-[al:2100]
Referenties naar alinea 614: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
615
411
433
1850
2825
Youcat ->=geentekst=
411
433
1850
2825
Jezus stelt in de plaats van onze ongehoorzaamheid zijn gehoorzaamheid
"Zoals door de ongehoorzaamheid van een mens allen zondaars werden, zo zullen door de gehoorzaamheid van Een allen worden gerechtvaardigd" (Rom. 5, 19)[b:Rom. 5, 19]. Door zijn gehoorzaamheid tot de dood heeft Jezus de plaats ingenomen van de lijdende dienaar die "zijn leven als een zoenoffer geeft", "toen Hij de zonden van velen droeg", "die Hij rechtvaardigt door zelf hun zonde op zich te nemen" (Jes. 53, 10-12)[[b:Jes. 53, 10-12]]. Jezus heeft voor onze fouten geboet en voor onze zonden aan de Vader genoegdoening gegeven vgl: Sessio VI - Decretum de iustificatione, 9[[[668|9]]].
Zie ook alinea's: -1850-[al:1850]-433-[al:433]-411-[al:411]
"Zoals door de ongehoorzaamheid van een mens allen zondaars werden, zo zullen door de gehoorzaamheid van Een allen worden gerechtvaardigd" (Rom. 5, 19)[b:Rom. 5, 19]. Door zijn gehoorzaamheid tot de dood heeft Jezus de plaats ingenomen van de lijdende dienaar die "zijn leven als een zoenoffer geeft", "toen Hij de zonden van velen droeg", "die Hij rechtvaardigt door zelf hun zonde op zich te nemen" (Jes. 53, 10-12)[[b:Jes. 53, 10-12]]. Jezus heeft voor onze fouten geboet en voor onze zonden aan de Vader genoegdoening gegeven vgl: Sessio VI - Decretum de iustificatione, 9[[[668|9]]].
Zie ook alinea's: -1850-[al:1850]-433-[al:433]-411-[al:411]
Referenties naar alinea 615: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
616
160
468
1851
2602
Youcat ->=geentekst=
160
468
1851
2602
Op het kruis volbrengt Christus zijn offer
Het is "de liefde tot het uiterste toe" (Joh. 13, 1)[[b:Joh. 13, 1]] die aan het offer van Christus zijn waarde van verlossing en herstel, verzoening en genoegdoening verleent. Hij heeft ons allen gekend en bemind in het offer van zijn leven (Gal. 2, 20; Ef. 5, 2.25)[[b:Gal. 2, 20; Ef. 5, 2.25]]. "De liefde van Christus laat ons geen rust, sinds wij hebben ingezien dat Een is gestorven voor allen. Maar dan zijn allen gestorven!" (2 Kor. 5, 14)[b:2 Kor. 5, 14]. Geen enkele mens, ook al was hij nog zo heilig, was in staat de zonden van alle mensen op zich te nemen en zich als offer voor allen aan te bieden. De aanwezigheid in Christus van de goddelijke persoon van de Zoon, die alle mensen overtreft en tegelijkertijd omvat en die Hem aan het hoofd stelt van heel de mensheid, maakt zijn verlossend offer voor allen mogelijk.
Zie ook alinea's: -478-[al:478]-468-[al:468]-519-[al:519]
Het is "de liefde tot het uiterste toe" (Joh. 13, 1)[[b:Joh. 13, 1]] die aan het offer van Christus zijn waarde van verlossing en herstel, verzoening en genoegdoening verleent. Hij heeft ons allen gekend en bemind in het offer van zijn leven (Gal. 2, 20; Ef. 5, 2.25)[[b:Gal. 2, 20; Ef. 5, 2.25]]. "De liefde van Christus laat ons geen rust, sinds wij hebben ingezien dat Een is gestorven voor allen. Maar dan zijn allen gestorven!" (2 Kor. 5, 14)[b:2 Kor. 5, 14]. Geen enkele mens, ook al was hij nog zo heilig, was in staat de zonden van alle mensen op zich te nemen en zich als offer voor allen aan te bieden. De aanwezigheid in Christus van de goddelijke persoon van de Zoon, die alle mensen overtreft en tegelijkertijd omvat en die Hem aan het hoofd stelt van heel de mensheid, maakt zijn verlossend offer voor allen mogelijk.
Zie ook alinea's: -478-[al:478]-468-[al:468]-519-[al:519]
Referenties naar alinea 616: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
617
766
1182
1235
1476
1708
1992
766
1182
1235
1476
1708
1992
"Door zijn heilig lijden op het kruishout heeft Hij voor ons de rechtvaardiging verdiend", leert het concilie van Trente vert. uit het Lat.[[668|9]]. Het onderstreept hiermee het unieke karakter van het offer van Christus als "oorzaak van eeuwig heil" (Heb. 5, 9)[b:Heb. 5, 9], En de Kerk vereert het kruis, wanneer zij zingt: "Ik groet u, kruis, want gij slechts zijt mijn hoop (...)"!"Hymne "Vexilla Regis", vert.;...Hymne "Vexilla Regis", vert.; Getijdenboek, blz. 744
Zie ook alinea's: -1992-[al:1992]-1235-[al:1235]
Zie ook alinea's: -1992-[al:1992]-1235-[al:1235]
Referenties naar alinea 617: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
618
307
964
1368
1460
1508
2100
307
964
1368
1460
1508
2100
Onze deelname aan het offer van Christus
Het kruis is het unieke offer van Christus, "enige middelaar tussen God en de mensen" (1 Tim. 2, 5)[b:1 Tim. 2, 5]. Maar omdat Hij in zijn mensgeworden goddelijke Persoon "zich in zekere zin met iedere mens verenigd heeft" § 2, vert. uit Lat.[[575|22]], biedt Hij "allen de mogelijkheid om op een wijze die God bekend is, in dit Paasgeheim te worden opgenomen" § 5. vert. uit Lat.[[575|22]]. Hij roept zijn leerlingen op "hun kruis op te nemen en Hem te volgen" (Mt. 16, 24)[b:Mt. 16, 24], want "Hij heeft voor ons allen geleden, Hij heeft voor ons de weg gebaand om in zijn voetstappen te treden" (1 Pt. 2, 21)[[b:1 Pt. 2, 21]]. Hij wil immers zelfs hen die er het eerst profijt van hebben, deelgenoot maken van zijn verlossend offer (Mc. 10, 39; Joh. 21, 18-19; Kol. 1, 24)[[b:Mc. 10, 39; Joh. 21, 18-19; Kol. 1, 24]]. Dat is op verheven wijze verwezenlijkt in de persoon van zijn moeder, die meer dan ieder ander nauw betrokken is bij het mysterie van zijn verlossend lijden. (Lc. 2, 35)[[b:Lc. 2, 35]]
Het kruis is het unieke offer van Christus, "enige middelaar tussen God en de mensen" (1 Tim. 2, 5)[b:1 Tim. 2, 5]. Maar omdat Hij in zijn mensgeworden goddelijke Persoon "zich in zekere zin met iedere mens verenigd heeft" § 2, vert. uit Lat.[[575|22]], biedt Hij "allen de mogelijkheid om op een wijze die God bekend is, in dit Paasgeheim te worden opgenomen" § 5. vert. uit Lat.[[575|22]]. Hij roept zijn leerlingen op "hun kruis op te nemen en Hem te volgen" (Mt. 16, 24)[b:Mt. 16, 24], want "Hij heeft voor ons allen geleden, Hij heeft voor ons de weg gebaand om in zijn voetstappen te treden" (1 Pt. 2, 21)[[b:1 Pt. 2, 21]]. Hij wil immers zelfs hen die er het eerst profijt van hebben, deelgenoot maken van zijn verlossend offer (Mc. 10, 39; Joh. 21, 18-19; Kol. 1, 24)[[b:Mc. 10, 39; Joh. 21, 18-19; Kol. 1, 24]]. Dat is op verheven wijze verwezenlijkt in de persoon van zijn moeder, die meer dan ieder ander nauw betrokken is bij het mysterie van zijn verlossend lijden. (Lc. 2, 35)[[b:Lc. 2, 35]]
Buiten het kruis is er geen andere ladder om naar de hemel op te stijgen. Vita mirabilis[[1340]]Zie ook alinea's: -1368-[al:1368]-1460-[al:1460]-307-[al:307]-2100-[al:2100]-964-[al:964]
Referenties naar alinea 618: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (619-623)
619
"Christus is gestorven voor onze zonden, volgens de Schriften" (1 Kor. 15, 3)[b:1 Kor. 15, 3].
Referenties naar alinea 619: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
620
Ons heil komt voort uit het initiatief van Gods liefde voor ons, want "Hij heeft ons liefgehad en Hij heeft zijn Zoon gezonden om door het offer van zijn leven onze zonden uit te wissen" (Joh. 4, 10)[b:Joh. 4, 10]. "God was het die in Christus de wereld met zich verzoende" (2 Kor. 5, 19)[b:2 Kor. 5, 19].
Referenties naar alinea 620: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
621
Jezus heeft zich uit vrije wil omwille van ons heil geofferd. Van tevoren kondigt Hij deze overgave aan en realiseert Hij ze tijdens het laatste avondmaal: "Dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt" (Lc. 22, 19)[b:Lc. 22, 19].
Referenties naar alinea 621: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
622
Hierin bestaat de verlossing van Christus: "Hij is gekomen om zijn leven te geven als losprijs voor velen" (Mt. 20, 28)[b:Mt. 20, 28], d.w.z. "de zijnen te beminnen tot het uiterste toe" (Joh. 13, 1)[b:Joh. 13, 1], opdat zij verlost zijn "uit het zinloze bestaan dat zij van hun vaderen geërfd hebben" (1 Pt. 1, 18)[b:1 Pt. 1, 18].
Referenties naar alinea 622: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
623
Door zijn liefdevolle gehoorzaamheid aan de Vader "tot de dood aan het kruis" (Fil. 2, 8)[b:Fil. 2, 8] vervult Jezus de zending (Jes. 53, 10)[[b:Jes. 53, 10]] van de lijdende Dienaar tot verzoening, die "velen rechtvaardig maakt, doordat Hij hun zonden draagt" (Jes. 53, 11; Rom. 5, 19)[[b:Jes. 53, 11; Rom. 5, 19]].
Referenties naar alinea 623: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 - Jezus Christus is begraven (624-630)
624
1005
1005
"Door Gods genade kwam zijn sterven aan allen ten goede" (Heb. 2, 9)[b:Heb. 2, 9]. In zijn heilsplan heeft God beschikt dat zijn Zoon niet alleen ,"zou sterven voor onze zonden" (1 Kor. 15, 3)[b:1 Kor. 15, 3], maar ook dat Hij "de dood zou smaken", d.w.z. de toestand van de dood zou kennen, de toestand van de scheiding tussen zijn ziel en zijn lichaam gedurende de tijd die lag tussen het ogenblik waarop Hij aan het kruis gestorven is, en het ogenblik waarop Hij verrezen is. Deze toestand van de gestorven Christus is het mysterie van het graf en van de nederdaling ter helle. Het is het mysterie van Paaszaterdag, waarop het beeld van Christus die in het graf gelegd is, (Joh. 19, 42)[[b:Joh. 19, 42]] verwijst naar de grote sabbatrust van God, (Heb. 4, 4-9)[[b:Heb. 4, 4-9]] na tot stand brengen (Joh. 19, 30)[[b:Joh. 19, 30]] van het heil van de mensen dat heel de wereld vrede schenkt. (Kol. 1, 18-20)[[b:Kol. 1, 18-20]]
Zie ook alinea's: -1005-[al:1005]-362-[al:362]-349-[al:349]
Zie ook alinea's: -1005-[al:1005]-362-[al:362]-349-[al:349]
Referenties naar alinea 624: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
625
Christus naar zijn lichaam in het graf
Het verblijf van Christus in het graf vormt de werkelijke verbinding tussen de aan lijden onderhevige toestand van Christus vóór Pasen en zijn huidige glorievolle staat van Verrezene. Het is dezelfde persoon van de "Levende" die kan zeggen: "Ik was dood, en zie, Ik leef in de eeuwen der eeuwen" (Openb. 1, 18)[b:Openb. 1, 18],
Het verblijf van Christus in het graf vormt de werkelijke verbinding tussen de aan lijden onderhevige toestand van Christus vóór Pasen en zijn huidige glorievolle staat van Verrezene. Het is dezelfde persoon van de "Levende" die kan zeggen: "Ik was dood, en zie, Ik leef in de eeuwen der eeuwen" (Openb. 1, 18)[b:Openb. 1, 18],
Hij (God de Zoon) heeft niet verhinderd dat door de dood de ziel van het lichaam gescheiden werd overeenkomstig de voor de natuur noodzakelijke orde; maar Hij heeft ze door de verrijzenis weer met elkaar verbonden om in zijn persoon voor elk van beide, namelijk dood en leven, ontmoetingspunt te worden voor dood en leven, door in zichzelf de ontbinding van de natuur door de dood tot staan te brengen en de grondslag van de hereniging van de gescheiden delen te worden. 16. vert. uit Gr.[[947]]
Referenties naar alinea 625: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
626
470
650
470
650
Aangezien de "leidsman ten leven" die men ter dood heeft gebracht (Hand. 3, 15)[[b:Hand. 3, 15]], precies dezelfde is als de "Levende die verrezen is" (Lc. 24, 5-6)[[b:Lc. 24, 5-6]], moet de goddelijke persoon van de Zoon van God zijn door de dood van elkaar gescheiden ziel en lichaam zijn blijven aannemen.
Ofschoon Christus derhalve als mens gestorven is en zijn heilige ziel van zijn vlekkeloos lichaam gescheiden werd, bleef de godheid van beide, ik bedoel ziel en lichaam, behouden en daarom werd de ene persoon nu ook niet in twee personen gesplitst; immers, het lichaam en de ziel bestonden tegelijkertijd vanaf het begin in de persoon van het Woord en, ook al werden zij in de dood van elkaar gescheiden, toch bleef elk van beide, verbonden met de ene persoon van het Woord, behouden. 3,27, vert. uit Gr.[[855]]Zie ook alinea's: -470-[al:470]-650-[al:650]
Referenties naar alinea 626: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
627
1683
1683
"U zult uw heilige geen bederf laten zien"
De dood van Christus is een werkelijke dood geweest in zoverre hij een einde gemaakt heeft aan zijn menselijk, aards bestaan. Maar omwille van de eenheid die de persoon van de Zoon met zijn lichaam bewaard heeft, is dit geen stoffelijk overschot geworden, zoals dit bij anderen het geval is, want "het onmogelijk was dat Hij door de dood werd vastgehouden" (Hand. 2, 24)[[b:Hand. 2, 24]] en daarom "heeft de goddelijke kracht het lichaam van Christus voor bederf gevrijwaard." III, q. 51 a. 3, vert. uit Lat.[[t:III, q. 51 a. 3]]. Van Christus kan men zowel zeggen: "Hij werd uit het land der levenden weggerukt" (Jes. 53, 8)[b:Jes. 53, 8] als "Mijn lichaam zal rust vinden in hoop, omdat Gij mijn ziel niet over zult laten aan het dodenrijk en uw heilige geen bederf zult laten zien" (Hand. 2, 26-27)[b:Hand. 2, 26-27]. (Ps. 16, 9-10)[[b:Ps. 16, 9-10]] De verrijzenis van Jezus "op de derde dag" (1 Kor. 15, 4; Lc. 24, 26)[b:1 Kor. 15, 4; Lc. 24, 26] (Mt. 12, 40; Jona. 2, 1; Hos. 6, 2)[[b:Mt. 12, 40; Jona. 2, 1; Hos. 6, 2]] was er het teken van, ook al omdat men aannam, dat het bederf werd vanaf de vierde dag zichtbaar. (Joh. 11, 39)[[b:Joh. 11, 39]]
Zie ook alinea's: -1009-[al:1009]-1683-[al:1683]
De dood van Christus is een werkelijke dood geweest in zoverre hij een einde gemaakt heeft aan zijn menselijk, aards bestaan. Maar omwille van de eenheid die de persoon van de Zoon met zijn lichaam bewaard heeft, is dit geen stoffelijk overschot geworden, zoals dit bij anderen het geval is, want "het onmogelijk was dat Hij door de dood werd vastgehouden" (Hand. 2, 24)[[b:Hand. 2, 24]] en daarom "heeft de goddelijke kracht het lichaam van Christus voor bederf gevrijwaard." III, q. 51 a. 3, vert. uit Lat.[[t:III, q. 51 a. 3]]. Van Christus kan men zowel zeggen: "Hij werd uit het land der levenden weggerukt" (Jes. 53, 8)[b:Jes. 53, 8] als "Mijn lichaam zal rust vinden in hoop, omdat Gij mijn ziel niet over zult laten aan het dodenrijk en uw heilige geen bederf zult laten zien" (Hand. 2, 26-27)[b:Hand. 2, 26-27]. (Ps. 16, 9-10)[[b:Ps. 16, 9-10]] De verrijzenis van Jezus "op de derde dag" (1 Kor. 15, 4; Lc. 24, 26)[b:1 Kor. 15, 4; Lc. 24, 26] (Mt. 12, 40; Jona. 2, 1; Hos. 6, 2)[[b:Mt. 12, 40; Jona. 2, 1; Hos. 6, 2]] was er het teken van, ook al omdat men aannam, dat het bederf werd vanaf de vierde dag zichtbaar. (Joh. 11, 39)[[b:Joh. 11, 39]]
Zie ook alinea's: -1009-[al:1009]-1683-[al:1683]
Referenties naar alinea 627: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
628
537
1214
537
1214
"Begraven met Christus..."
Het Doopsel, waarvan het oorspronkelijke en volledige teken de onderdompeling is, brengt op doelmatige wijze het ten grave dalen van de christen tot uitdrukking, die met Christus aan de zonde sterft met het oog op een nieuw leven: "Door de doop in zijn dood zijn wij met Christus begraven, opdat ook wij, zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt, een nieuw leven zouden leiden" (Rom. 6, 4)[b:Rom. 6, 4] (Kol. 2, 12; Ef. 5, 26)[[b:Kol. 2, 12; Ef. 5, 26]].
Zie ook alinea's: -537-[al:537]-1215-[al:1215]
Het Doopsel, waarvan het oorspronkelijke en volledige teken de onderdompeling is, brengt op doelmatige wijze het ten grave dalen van de christen tot uitdrukking, die met Christus aan de zonde sterft met het oog op een nieuw leven: "Door de doop in zijn dood zijn wij met Christus begraven, opdat ook wij, zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt, een nieuw leven zouden leiden" (Rom. 6, 4)[b:Rom. 6, 4] (Kol. 2, 12; Ef. 5, 26)[[b:Kol. 2, 12; Ef. 5, 26]].
Zie ook alinea's: -537-[al:537]-1215-[al:1215]
Referenties naar alinea 628: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (629-630)
629
Ten bate van iedere mens heeft Jezus de dood gesmaakt (Heb. 2, 9)[[b:Heb. 2, 9]]. Het is waarlijk de mensgeworden Zoon van God die gestorven is en begraven.
Referenties naar alinea 629: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
630
Gedurende het verblijf van Christus in het graf is zijn goddelijke persoon zowel zijn lichaam als zijn ziel blijven aannemen, ook al waren ze door de dood van elkaar gescheiden. Daarom "heeft" het gestorven lichaam van Christus "het bederf niet gezien" (Hand. 13, 37)[b:Hand. 13, 37].
Referenties naar alinea 630: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 - "Jezus Christus is nedergedaald ter helle, de derde dag verrezen uit de doden" (631-658)
631
"Jezus is in de diepte afgedaald. Hij die is neergedaald, is dezelfde die ook is opgestegen" (Ef. 4, 9-10)[b:Ef. 4, 9-10]. De geloofsbelijdenis van de apostelen belijdt in hetzelfde geloofsartikel de nederdaling ter helle van Christus en zijn verrijzenis uit de doden op de derde dag, omdat Hij in zijn Pasen uit de diepte van de dood het leven laat opwellen:
(De morgenster) die, uit het dodenrijk herrezen
over heel het menselijk geslacht stralend is opgegaan:
Christus, uw Zoon,
die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Amen. MR. Paaswake 18; Exsultet....MR. Paaswake 18; Exsultet. vert. Altaarmissaal (NL) 350; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 159-160
Referenties naar alinea 631: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 - Christus is nedergedaald ter helle (632-637)
632
De herhaalde bevestigingen van het Nieuwe Testament dat Jezus is opgewekt uit de doden" (1 Kor. 15, 20)[b:1 Kor. 15, 20] (Hand. 3, 15; Rom. 8, 11)[[b:Hand. 3, 15; Rom. 8, 11]], veronderstellen dat Hij voorafgaand aan de verrijzenis in het verblijf van de doden vertoefd heeft (Heb. 13, 20)[[b:Heb. 13, 20]]. Dat is de eerste betekenis die de prediking van de apostelen gegeven heeft aan Jezus' nederdaling ter helle. Jezus heeft, evenals alle mensen, de dood gekend. Hij heeft zich met zijn ziel bij hen gevoegd in het dodenrijk. Maar Hij is er nedergedaald als Verlosser, de Blijde Boodschap verkondigend aan de geesten die er waren gekerkerd (1 Pt. 3, 18-19)[[b:1 Pt. 3, 18-19]].
Referenties naar alinea 632: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
633
648
1033
648
1033
Het dodenrijk waarin Christus na zijn sterven is nedergedaald, noemt de Schrift de hel, de Sjeool of de Hades, (Fil. 2, 10; Hand. 2, 24; Openb. 1, 18; Ef. 4, 9)[[b:Fil. 2, 10; Hand. 2, 24; Openb. 1, 18; Ef. 4, 9]] omdat zij die zich daar bevinden, verstoken zijn van het zien van God. (Ps. 6, 6; Ps. 88, 11-13)[[b:Ps. 6, 6; Ps. 88, 11-13]] Dat is immers het geval voor alle doden, goede of slechte, wanneer zij wachten op de Verlosser, (Ps. 89, 49; 1 Sam. 28, 19; Ez. 32, 17-32)[[b:Ps. 89, 49; 1 Sam. 28, 19; Ez. 32, 17-32]] dat wil niet zeggen dat hun lot gelijk is, zoals Jezus laat zien in de parabel van de arme Lazarus, die in "de schoot van Abraham" was opgenomen. (Lc. 16, 22-26)[[b:Lc. 16, 22-26]] "Het zijn juist de zielen van deze vromen die in de schoot van Abraham op hun bevrijder wachtten, die Jezus Christus bevrijdde, toen Hij nederdaalde ter helle" 1,6,3, vert. uit Lat.[[830]]. Jezus is niet nedergedaald ter helle om de verdoemden te bevrijden vgl: Sessio III - 3e zitting[[[1341]]], evenmin om de hel van de verdoemenis af te breken, vgl: DH 1011[[[6442|(18)]]] vgl: DH 1077[[[2597|(29)]]] maar om de rechtvaardigen die Hem voorgegaan waren, te bevrijden. vgl: DH 485[[[5120|(1)]]] (Mt. 27, 52-53)[[b:Mt. 27, 52-53]]
Zie ook alinea's: -1033-[al:1033]
Zie ook alinea's: -1033-[al:1033]
Referenties naar alinea 633: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
634
605
605
"Het evangelie is ook aan gestorvenen verkondigd..." (1 Pt. 4, 6)[b:1 Pt. 4, 6]. De nederdaling ter helle is de volledige vervulling van de evangelische aankondiging van het heil. Zij is de allerlaatste fase van de Messiaanse zending van Jezus. Deze fase is zeer beperkt in de tijd, maar strekt zich ontzettend ver uit wat haar werkelijke betekenis betreft. Zij leert dat het verlossingswerk zich uitbreidt tot alle mensen van alle tijden en van alle plaatsen, want allen die zijn gered, hebben immers deel gekregen aan de verlossing.
Zie ook alinea's: -605-[al:605]
Zie ook alinea's: -605-[al:605]
Referenties naar alinea 634: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
635
Christus is dus neergedaald in de diepte van de dood, (Mt. 12, 40; Rom. 10, 7; Ef. 4, 9)[[b:Mt. 12, 40; Rom. 10, 7; Ef. 4, 9]] opdat "de doden de stem van Gods Zoon zullen horen en die haar horen, zullen leven" (Joh. 5, 25)[b:Joh. 5, 25]. Jezus, "de leidsman ten leven" (Hand. 3, 15)[[b:Hand. 3, 15]] heeft "door zijn dood de vorst van de dood, de duivel, onttroond en hen die door de vrees voor de dood heel hun leven aan onvrijheid onderworpen waren, bevrijd" (Heb. 2, 14-15)[b:Heb. 2, 14-15]. Voortaan heeft de verrezen Christus "de sleutels van de dood en het dodenrijk" (Openb. 1, 18)[b:Openb. 1, 18] en "buigt bij de naam van Jezus zich iedere knie in de hemel, op aarde en onder de aarde" (Fil. 2, 10)[b:Fil. 2, 10].
Vandaag heerst er een grote stilte op aarde; een grote stilte en verder een grote verlatenheid. Een grote stilte want de Koning slaapt. De aarde heeft gebeefd en is tot rust gekomen, omdat God in het vlees is ingeslapen en hen die sedert eeuwen sliepen, heeft Hij doen opstaan (...). Voorzeker gaat Hij onze eerste voorvader, zoals het verloren schaap, zoeken. Ongetwijfeld wil Hij ook hen die in de duisternis en de schaduw van de dood gezeten zijn, bezoeken, ongetwijfeld gaat Hij de gevangen Adam en ook Eva, die met hem gevangen zit, van hun smarten bevrijden, Hij, hun God en hun Zoon (...). Ik ben uw God, degene die omwille van u uw zoon geworden is (...). Ontwaak, gij die slaapt, want Ik heb u niet daarom geschapen, opdat gij hier in de onderwereld geketend uw dagen slijt. Sta op uit de doden, Ik ben het leven van de doden. Oude homilie op Paaszaterdag,...Oude homilie op Paaszaterdag, vert. uit orig. (vgl. ook Getijdenboek, Lect II,2,184-185)
Referenties naar alinea 635: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (636-637)
636
Met de woorden "Jezus is nedergedaald ter helle" belijdt de geloofsbelijdenis dat Jezus werkelijk gestorven is en dat Hij door zijn dood voor ons de dood en de duivel, "de vorst van de dood" (Heb. 2, 14)[b:Heb. 2, 14] overwonnen heeft.
Referenties naar alinea 636: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
637
1040
1040
De gestorven Christus is met zijn ziel, die verenigd is met zijn goddelijke persoon, afgedaald in het dodenrijk. Hij heeft voor de rechtvaardigen die Hem voorgegaan waren, de poorten van de hemel geopend.
Referenties naar alinea 637: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 - Hij is de derde dag verrezen uit de doden (638-658)
638
991
2174
991
2174
"Wij dan verkondigen u de blijde boodschap, dat God de belofte aan de vaderen gedaan, voor ons, hun kinderen, vervuld heeft door Jezus te doen verrijzen" (Hand. 13, 32-33)[b:Hand. 13, 32-33]. De verrijzenis van Jezus is de hoogste waarheid van ons geloof in Christus, geloofd en beleefd als centrale waarheid door de eerste christengemeenschap, als fundamentele waarheid door de overlevering doorgegeven, vastgelegd door de geschriften van het Nieuwe Testament, tegelijk met het kruis gepredikt als wezenlijk onderdeel van het Paasmysterie.
Christus is verrezen uit de doden.Zie ook alinea's: -90-[al:90]-991-[al:991]-651-[al:651]
Door zijn dood heeft Hij de dood overwonnen.
Aan de doden heeft Hij het leven gegeven. Byzantijnse liturgie,...Byzantijnse liturgie, Troparion van Pasen
Referenties naar alinea 638: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I - De historische en transcendente gebeurtenis (639-647)
639
Het mysterie van de verrijzenis van Christus is een werkelijk gebeuren waarvan men de manifestaties in de geschiedenis heeft kunnen constateren, zoals het Nieuwe Testament getuigt. Reeds de heilige Paulus kan omstreeks het jaar 56 aan de Korintiërs schrijven: "Ik heb u overgeleverd wat ik ook zelf als overlevering heb ontvangen, namelijk dat Christus gestorven is voor onze zonden, volgens de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij is opgestaan op de derde dag volgens de Schriften, en dat Hij is verschenen aan Kefas en daarna aan de Twaalf" (1 Kor. 15, 3-4)[b:1 Kor. 15, 3-4]. De apostel spreekt hier over de levende overlevering van de verrijzenis, die hij ontvangen had na zijn bekering voor de poorten van Damascus. (Hand. 9, 3-18)[[b:Hand. 9, 3-18]]
Referenties naar alinea 639: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
640
999
Youcat ->=geentekst=
999
Het lege graf
"Wat zoekt ge de Levende bij de doden? Hij is niet hier, Hij is verrezen" (Lc. 24, 5-6)[b:Lc. 24, 5-6]. In het kader van de gebeurtenissen van Pasen is het eerste element waar men op stuit, het lege graf. Dat is op zich geen direct bewijs. De afwezigheid van het lichaam van Christus in het graf zou ook anders uitgelegd kunnen worden. (Joh. 20, 13; Mt. 28, 11-15)[[b:Joh. 20, 13; Mt. 28, 11-15]] Desondanks is het lege graf voor allen een wezenlijk teken geweest. De ontdekking ervan door de leerlingen is de eerste stap geweest naar de erkenning van het feit zelf van de verrijzenis. Dat is allereerst het geval voor de heilige vrouwen, (Lc. 24, 3.22-23)[[b:Lc. 24, 3.22-23]] daarna voor Petrus. (Lc. 24, 12)[[b:Lc. 24, 12]] "De door Jezus beminde leerling" (Joh. 20, 2)[b:Joh. 20, 2] verzekert dat hij bij het binnengaan van het lege graf en het ontdekken van "de zwachtels die daar lagen" (Joh. 20, 6)[b:Joh. 20, 6] "zag en geloofde" (Joh. 20, 8)[[b:Joh. 20, 8]]. Dat veronderstelt dat hij uit de toestand van het lege graf (Joh. 20, 5-7)[[b:Joh. 20, 5-7]] afgeleid heeft dat de afwezigheid van het lichaam van Jezus niet het resultaat van mensenwerk geweest kan zijn en dat Jezus niet eenvoudigweg teruggekeerd was tot een aards leven, zoals in het geval van Lazarus. (Joh. 11, 44)[[b:Joh. 11, 44]]
Zie ook alinea's: -999-[al:999]
"Wat zoekt ge de Levende bij de doden? Hij is niet hier, Hij is verrezen" (Lc. 24, 5-6)[b:Lc. 24, 5-6]. In het kader van de gebeurtenissen van Pasen is het eerste element waar men op stuit, het lege graf. Dat is op zich geen direct bewijs. De afwezigheid van het lichaam van Christus in het graf zou ook anders uitgelegd kunnen worden. (Joh. 20, 13; Mt. 28, 11-15)[[b:Joh. 20, 13; Mt. 28, 11-15]] Desondanks is het lege graf voor allen een wezenlijk teken geweest. De ontdekking ervan door de leerlingen is de eerste stap geweest naar de erkenning van het feit zelf van de verrijzenis. Dat is allereerst het geval voor de heilige vrouwen, (Lc. 24, 3.22-23)[[b:Lc. 24, 3.22-23]] daarna voor Petrus. (Lc. 24, 12)[[b:Lc. 24, 12]] "De door Jezus beminde leerling" (Joh. 20, 2)[b:Joh. 20, 2] verzekert dat hij bij het binnengaan van het lege graf en het ontdekken van "de zwachtels die daar lagen" (Joh. 20, 6)[b:Joh. 20, 6] "zag en geloofde" (Joh. 20, 8)[[b:Joh. 20, 8]]. Dat veronderstelt dat hij uit de toestand van het lege graf (Joh. 20, 5-7)[[b:Joh. 20, 5-7]] afgeleid heeft dat de afwezigheid van het lichaam van Jezus niet het resultaat van mensenwerk geweest kan zijn en dat Jezus niet eenvoudigweg teruggekeerd was tot een aards leven, zoals in het geval van Lazarus. (Joh. 11, 44)[[b:Joh. 11, 44]]
Zie ook alinea's: -999-[al:999]
Referenties naar alinea 640: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
641
448
553
Youcat ->=geentekst=
448
553
De verschijningen van de Verrezene
Maria Magdalena en de heilige vrouwen zijn de eerste geweest, die de Verrezene ontmoet hebben. (Mt. 28, 9-10; Joh. 20, 11-18)[[b:Mt. 28, 9-10; Joh. 20, 11-18]] Zij kwamen om het balsemen van het lichaam van Jezus (Mc. 16, 1; Lc. 24, 1)[[b:Mc. 16, 1; Lc. 24, 1]], dat, op de avond van de Goede Vrijdag vanwege het aanbreken van de sabbat haastig begraven was, te voltooien. (Joh. 19, 31.42)[[b:Joh. 19, 31.42]] Zo waren de vrouwen voor de apostelen zelf de eerste boodschapsters van de verrijzenis van Christus. (Lc. 24, 9-10)[[b:Lc. 24, 9-10]] Daarna verschijnt Jezus aan de apostelen, allereerst aan Petrus, dan aan de Twaalf. (1 Kor. 15, 5)[[b:1 Kor. 15, 5]] Petrus, die geroepen is het geloof van zijn broeders te versterken, (Lc. 22, 31-32)[[b:Lc. 22, 31-32]] ziet dus de Verrezene vóór hen en op grond van zijn getuigenis roept de gemeenschap uit: "De Heer is waarlijk verrezen, Hij is aan Simon verschenen" (Lc. 24, 34)[b:Lc. 24, 34].
Zie ook alinea's: -553-[al:553]-448-[al:448]
Maria Magdalena en de heilige vrouwen zijn de eerste geweest, die de Verrezene ontmoet hebben. (Mt. 28, 9-10; Joh. 20, 11-18)[[b:Mt. 28, 9-10; Joh. 20, 11-18]] Zij kwamen om het balsemen van het lichaam van Jezus (Mc. 16, 1; Lc. 24, 1)[[b:Mc. 16, 1; Lc. 24, 1]], dat, op de avond van de Goede Vrijdag vanwege het aanbreken van de sabbat haastig begraven was, te voltooien. (Joh. 19, 31.42)[[b:Joh. 19, 31.42]] Zo waren de vrouwen voor de apostelen zelf de eerste boodschapsters van de verrijzenis van Christus. (Lc. 24, 9-10)[[b:Lc. 24, 9-10]] Daarna verschijnt Jezus aan de apostelen, allereerst aan Petrus, dan aan de Twaalf. (1 Kor. 15, 5)[[b:1 Kor. 15, 5]] Petrus, die geroepen is het geloof van zijn broeders te versterken, (Lc. 22, 31-32)[[b:Lc. 22, 31-32]] ziet dus de Verrezene vóór hen en op grond van zijn getuigenis roept de gemeenschap uit: "De Heer is waarlijk verrezen, Hij is aan Simon verschenen" (Lc. 24, 34)[b:Lc. 24, 34].
Zie ook alinea's: -553-[al:553]-448-[al:448]
Referenties naar alinea 641: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
642
659
860
881
Youcat ->=geentekst=
659
860
881
Al wat in die Paasdagen gebeurd is, betrekt ieder van de apostelen afzonderlijk - en heel in het bijzonder Petrus - bij de vestiging van het nieuwe tijdperk dat op Paasmorgen begonnen is. Als getuigen van de Verrezene blijven zij de fundamenten waarop zijn kerk gegrondvest is. Het geloof van de eerste gemeenschap van gelovigen is gebaseerd op het getuigenis van concrete mensen, die de christenen kenden en die voor het merendeel nog onder hen leefden. Deze "getuigen van de verrijzenis van Christus" (Hand. 1, 22)[[b:Hand. 1, 22]] zijn vooral Petrus en de Twaalf, maar zij niet alleen: Paulus zegt duidelijk dat Jezus behalve aan Jakobus én aan alle apostelen ook nog aan meer dan vijfhonderd personen tegelijk verschenen is. (1 Kor. 15, 4-8)[[b:1 Kor. 15, 4-8]]
Zie ook alinea's: -659-[al:659]-881-[al:881]-860-[al:860]
Zie ook alinea's: -659-[al:659]-881-[al:881]-860-[al:860]
Referenties naar alinea 642: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
643
996
Youcat ->=geentekst=
996
Geconfronteerd met deze getuigenissen is het onmogelijk de verrijzenis van Christus te interpreteren als iets dat buiten de fysieke orde valt en haar niet te erkennen als een historisch feit. Uit de feiten blijkt dat het geloof van de leerlingen door het lijden en de kruisdood van hun Meester, door Hem van tevoren aangekondigd, radicaal op de proef gesteld is. (Lc. 22, 31-32)[[b:Lc. 22, 31-32]] De schok die het lijden teweegbracht, was zo groot dat de leerlingen (of tenminste sommigen onder hen) niet onmiddellijk het bericht over de verrijzenis geloofden. Verre van ons een gemeenschap te tonen die gegrepen is door een mystieke vervoering, laten ons de evangelies leerlingen zien die terneergeslagen ("met een bedrukt gezicht") (Lc. 24, 17)[b:Lc. 24, 17] en bang zijn. (Joh. 20, 19)[[b:Joh. 20, 19]] Daarom geloofden zij de heilige vrouwen niet, toen zij van het graf terugkeerden, en "leek dat verhaal hun beuzelpraat" (Lc. 24, 11)[b:Lc. 24, 11]. (Mc. 16, 11.13)[[b:Mc. 16, 11.13]] Wanneer Jezus op de avond van Pasen aan zijn leerlingen verschijnt, "maakt Hij hun een verwijt van hun hardnekkig ongeloof, omdat zij geen geloof hadden geschonken aan diegenen die Hem gezien hadden, nadat Hij verrezen was" (Mc. 16, 14)[b:Mc. 16, 14].
Referenties naar alinea 643: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
644
Youcat ->=geentekst=
Zelfs wanneer de leerlingen geconfronteerd worden met de werkelijkheid van de verrezen Jezus, twijfelen zij nog, (Lc. 24, 39)[[b:Lc. 24, 39]] zo onmogelijk komt hun de zaak voor: zij menen een geest te zien. (Lc. 24, 39)[[b:Lc. 24, 39]] "Van vreugde en verbazing kunnen zij niet geloven" (Lc. 24, 41)[b:Lc. 24, 41]. Thomas zal dezelfde beproeving van de twijfel kennen (Joh. 20, 24-27)[[b:Joh. 20, 24-27]] en bij de laatste verschijning in Galilea, zoals die door Matteüs verteld wordt, "twijfelden sommigen echter" (Mt. 28, 17)[b:Mt. 28, 17]. Daarom is de hypothese dat de verrijzenis een "product" van het geloof (of van de lichtgelovigheid) van de apostelen zou zijn geweest, ongegrond. Integendeel: hun geloof in de verrijzenis is onder de werking van de goddelijke genade voortgekomen uit de directe ervaring met de werkelijkheid van de verrezen Jezus.
Referenties naar alinea 644: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
645
659
999
659
999
De toestand van de verrezen menselijke natuur van Christus
Jezus treedt na zijn verrijzenis rechtstreeks in contact met zijn leerlingen door hen aan te raken (Lc. 24, 39; Joh. 20, 27)[[b:Lc. 24, 39; Joh. 20, 27]] en de maaltijd met hen te gebruiken. (Lc. 24, 30.41-43; Joh. 21, 9.13-15)[[b:Lc. 24, 30.41-43; Joh. 21, 9.13-15]] Hij nodigt hen uit daardoor te erkennen dat Hij geen geest is, (Lc. 24, 39)[[b:Lc. 24, 39]] maar vooral om daardoor vast te stellen dat het verrezen lichaam waarin Hij hun verschijnt, hetzelfde lichaam is dat gefolterd en gekruisigd is, aangezien het nog de sporen draagt van het lijden. (Lc. 24, 40; Joh. 20, 20.27)[[b:Lc. 24, 40; Joh. 20, 20.27]] Dit authentieke, werkelijke lichaam heeft echter tegelijkertijd de nieuwe kenmerken van een verheerlijkt lichaam: het is niet meer gebonden aan tijd en ruimte, maar Hij kan het laten verschijnen op welke wijze en wanneer Hij maar wil, (Mt. 28, 9.16-17; Lc. 24, 15.36; Joh. 20, 14.19.26; Joh. 21,4)[[b:Mt. 28, 9.16-17; Lc. 24, 15.36; Joh. 20, 14.19.26; Joh. 21,4]] want zijn menselijke natuur kan op aarde niet meer vastgehouden worden en behoort alleen nog maar tot het goddelijk rijk van de Vader. (Joh. 20, 17)[[b:Joh. 20, 17]] Daarom ook staat het Jezus na zijn verrijzenis volledig vrij te verschijnen, zoals Hij wil: in de gedaante van de tuinman (Joh. 20, 14-15)[[b:Joh. 20, 14-15]] of "in andere gedaantes" (Mc. 16, 12)[b:Mc. 16, 12] dan die welke aan de leerlingen bekend waren, juist om hun geloof op te wekken. (Joh. 20, 14.16; Joh. 21, 4.7)[[b:Joh. 20, 14.16; Joh. 21, 4.7]]
Zie ook alinea's: -999-[al:999]
Jezus treedt na zijn verrijzenis rechtstreeks in contact met zijn leerlingen door hen aan te raken (Lc. 24, 39; Joh. 20, 27)[[b:Lc. 24, 39; Joh. 20, 27]] en de maaltijd met hen te gebruiken. (Lc. 24, 30.41-43; Joh. 21, 9.13-15)[[b:Lc. 24, 30.41-43; Joh. 21, 9.13-15]] Hij nodigt hen uit daardoor te erkennen dat Hij geen geest is, (Lc. 24, 39)[[b:Lc. 24, 39]] maar vooral om daardoor vast te stellen dat het verrezen lichaam waarin Hij hun verschijnt, hetzelfde lichaam is dat gefolterd en gekruisigd is, aangezien het nog de sporen draagt van het lijden. (Lc. 24, 40; Joh. 20, 20.27)[[b:Lc. 24, 40; Joh. 20, 20.27]] Dit authentieke, werkelijke lichaam heeft echter tegelijkertijd de nieuwe kenmerken van een verheerlijkt lichaam: het is niet meer gebonden aan tijd en ruimte, maar Hij kan het laten verschijnen op welke wijze en wanneer Hij maar wil, (Mt. 28, 9.16-17; Lc. 24, 15.36; Joh. 20, 14.19.26; Joh. 21,4)[[b:Mt. 28, 9.16-17; Lc. 24, 15.36; Joh. 20, 14.19.26; Joh. 21,4]] want zijn menselijke natuur kan op aarde niet meer vastgehouden worden en behoort alleen nog maar tot het goddelijk rijk van de Vader. (Joh. 20, 17)[[b:Joh. 20, 17]] Daarom ook staat het Jezus na zijn verrijzenis volledig vrij te verschijnen, zoals Hij wil: in de gedaante van de tuinman (Joh. 20, 14-15)[[b:Joh. 20, 14-15]] of "in andere gedaantes" (Mc. 16, 12)[b:Mc. 16, 12] dan die welke aan de leerlingen bekend waren, juist om hun geloof op te wekken. (Joh. 20, 14.16; Joh. 21, 4.7)[[b:Joh. 20, 14.16; Joh. 21, 4.7]]
Zie ook alinea's: -999-[al:999]
Referenties naar alinea 645: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
646
994
994
De verrijzenis van Christus was geen terugkeer naar het aardse leven, zoals dat het geval was met de opwekkingen die Hij voor Pasen gedaan had: de dochter van Jaïrus, de jongeman uit Naïm en Lazarus. Deze feiten waren wonderbare gebeurtenissen, maar de door een wonder ten leven gewekte personen kregen door de macht van Jezus een "gewoon" aards leven terug. Op een gegeven ogenblik zullen zij opnieuw sterven. De verrijzenis van Christus is wezenlijk anders. In zijn verrezen lichaam gaat Hij van (de toestand van) de dood over naar een ander leven buiten tijd en ruimte, Het lichaam van Jezus is in de verrijzenis vervuld van de kracht van de heilige Geest; Hij deelt in het goddelijk leven door de staat van zijn heerlijkheid, en wel zo dat de heilige Paulus over Christus kan zeggen dat Hij "de hemelse mens" is. (1 Kor. 15, 35-50)[[b:1 Kor. 15, 35-50]]
Zie ook alinea's: -994-[al:994]-549-[al:549]
Zie ook alinea's: -994-[al:994]-549-[al:549]
Referenties naar alinea 646: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
647
1000
1000
De verrijzenis als transcendent gebeuren
"O waarlijk heilige nacht", zingt het Exsultet, "de enige die tijd en uur mocht kennen waarop Christus uit de doden verrees!" Tijdens de viering van de Paasnacht het "Exsultet"[[1209]] Niemand is immers ooggetuige geweest van de gebeurtenis zelf van de verrijzenis en geen enkele evangelist beschrijft haar. Niemand heeft kunnen zeggen hoe zij fysiek gezien tot stand gekomen is. En het diepste wezen ervan, de overgang naar een ander leven, was nog minder zintuiglijk waarneembaar. Hoewel de verrijzenis een historische gebeurtenis is, die door het teken van het lege graf en de werkelijkheid van de ontmoetingen van de apostelen met de verrezen Christus vast te stellen is, blijft ze, in zoverre ze de geschiedenis te boven gaat en daarboven uitstijgt, ten diepste een geloofsmysterie. Daarom toont de verrezen Christus zich niet aan de wereld, (Joh. 14, 22)[[b:Joh. 14, 22]] maar wel aan zijn leerlingen, "aan degenen die Hem van Galilea naar Jeruzalem hadden vergezeld, juist aan degenen die nu getuigen van Hem zijn voor het volk" (Hand. 13, 31)[b:Hand. 13, 31].
Zie ook alinea's: -1000-[al:1000]
"O waarlijk heilige nacht", zingt het Exsultet, "de enige die tijd en uur mocht kennen waarop Christus uit de doden verrees!" Tijdens de viering van de Paasnacht het "Exsultet"[[1209]] Niemand is immers ooggetuige geweest van de gebeurtenis zelf van de verrijzenis en geen enkele evangelist beschrijft haar. Niemand heeft kunnen zeggen hoe zij fysiek gezien tot stand gekomen is. En het diepste wezen ervan, de overgang naar een ander leven, was nog minder zintuiglijk waarneembaar. Hoewel de verrijzenis een historische gebeurtenis is, die door het teken van het lege graf en de werkelijkheid van de ontmoetingen van de apostelen met de verrezen Christus vast te stellen is, blijft ze, in zoverre ze de geschiedenis te boven gaat en daarboven uitstijgt, ten diepste een geloofsmysterie. Daarom toont de verrezen Christus zich niet aan de wereld, (Joh. 14, 22)[[b:Joh. 14, 22]] maar wel aan zijn leerlingen, "aan degenen die Hem van Galilea naar Jeruzalem hadden vergezeld, juist aan degenen die nu getuigen van Hem zijn voor het volk" (Hand. 13, 31)[b:Hand. 13, 31].
Zie ook alinea's: -1000-[al:1000]
Referenties naar alinea 647: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - De verrijzenis - werk van de Heilige Drie-eenheid (648-650)
648
272
663
989
272
663
989
De verrijzenis van Christus is een voorwerp van geloof in zoverre ze een transcendent ingrijpen van God zelf is in de schepping en de geschiedenis. Hierin zijn de drie goddelijke personen tegelijkertijd samen werkzaam en tonen zij hun eigen oorspronkelijkheid. Ze heeft plaatsgevonden door de macht van de Vader, die Christus, zijn Zoon, "opgewekt heeft" (Hand. 2, 24)[[b:Hand. 2, 24]] en zo op volmaakte wijze zijn menselijke natuur - met zijn lichaam - in de Drie-eenheid heeft binnengeleid. Jezus wordt definitief "naar de Geest aangewezen als Zoon van God door Gods machtige daad, door zijn opstanding uit de doden" (Rom. 1, 3-4)[b:Rom. 1, 3-4]. De heilige Paulus benadrukt de openbaring van Gods macht (Rom. 6, 4; 2 Kor. 13, 4; Fil. 3, 10; Ef. 1, 19-22; Heb. 7, 16)[[b:Rom. 6, 4; 2 Kor. 13, 4; Fil. 3, 10; Ef. 1, 19-22; Heb. 7, 16]] door het werk van de Geest die de dode menselijke natuur van Jezus tot leven gewekt heeft en deze geroepen heeft tot de glorievolle staat van Heer.
Zie ook alinea's: -258-[al:258]-989-[al:989]-633-[al:633]-445-[al:445]-272-[al:272]
Zie ook alinea's: -258-[al:258]-989-[al:989]-633-[al:633]-445-[al:445]-272-[al:272]
Referenties naar alinea 648: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
649
Wat de Zoon betreft, Hij brengt zijn eigen verrijzenis tot stand dankzij zijn goddelijke macht. Jezus kondigt aan dat de Mensenzoon veel zal moeten lijden, zal moeten sterven en vervolgens verrijzen (in de actieve betekenis van het woord). (Mc. 8, 31; Mc. 9, 9-31; Mc. 10, 34)[[b:Mc. 8, 31; Mc. 9, 9-31; Mc. 10, 34]] Elders bevestigt Hij expliciet: "Ik geef mijn leven om het later weer terug te nemen (...) Macht heb ik om het te geven en macht om het terug te nemen" (Joh. 10, 17-18)[b:Joh. 10, 17-18]. "Wij geloven (...) dat Jezus is gestorven en weer opgestaan" (1 Tess. 4, 14)[b:1 Tess. 4, 14].
Referenties naar alinea 649: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
650
626
1005
626
1005
Bij hun beschouwingen over de verrijzenis gaan de Kerkvaders uit van de goddelijke persoon van Christus die verenigd blijft met zijn door de dood van elkaar gescheiden ziel en lichaam: "Immers, door de eenheid van de goddelijke natuur die in beide delen aanwezig is, verenigen de twee gescheiden delen zich weer met elkaar. Zo komt de dood weliswaar tot stand, wanneer de met elkaar verenigde delen gescheiden worden; de verrijzenis komt echter tot stand, wanneer de gescheiden delen weer verenigd worden". 1, vert. uit Gr.[[1580]] vgl: DS 325[[[4149|(1)]]] vgl: In prolixitate epistolae, (3)[[[1579|(3)]]] vgl: Inter ea quae, (12)[[[1578|(12)]]] vgl: Credo, (57)[[[897|(57)]]]
Zie ook alinea's: -626-[al:626]-1005-[al:1005]
Zie ook alinea's: -626-[al:626]-1005-[al:1005]
Referenties naar alinea 650: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - Zin en heilsbetekenis van de verrijzenis (651-655)
651
129
638
129
638
"Wanneer Christus niet is verrezen, is onze prediking zonder inhoud en ons geloof eveneens" (1 Kor. 15, 14)[b:1 Kor. 15, 14]. De verrijzenis is vóór alles de bevestiging van alles wat Christus zelf gedaan en geleerd heeft. Alle waarheden, zelfs die welke voor de menselijke geest het minst toegankelijk zijn, vinden hun rechtvaardiging, als Christus door te verrijzen het definitieve bewijs van zijn goddelijk gezag heeft gegeven, zoals Hij beloofd had.
Zie ook alinea's: -129-[al:129]-274-[al:274]
Zie ook alinea's: -129-[al:129]-274-[al:274]
Referenties naar alinea 651: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
652
601
994
601
994
De verrijzenis van Christus is de vervulling van de beloften van het Oude Testament (Lc. 24, 26-27.44-48)[[b:Lc. 24, 26-27.44-48]] en van de beloften die Jezus zelf tijdens zijn aardse leven heeft gedaan. (Mt. 28, 6; Mc. 16, 7; Lc. 24, 6-7)[[b:Mt. 28, 6; Mc. 16, 7; Lc. 24, 6-7]] De uitdrukking "volgens de Schriften" (1 Kor. 15, 3-4)[[b:1 Kor. 15, 3-4]] Credo van Nicea - Constantinopel[[66]] wijst erop dat de verrijzenis van Christus deze voorspellingen in vervulling doet gaan.
Zie ook alinea's: -994-[al:994]-601-[al:601]
Zie ook alinea's: -994-[al:994]-601-[al:601]
Referenties naar alinea 652: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
653
445
449
461
2606
445
449
461
2606
De waarheid van de godheid van Jezus wordt bevestigd door zijn verrijzenis. Hij had gezegd: "Wanneer gij de Mensenzoon omhoog zult hebben geheven, dan zult gij inzien dat Ik ben" (Joh. 8, 28)[b:Joh. 8, 28]. De verrijzenis van de Gekruisigde liet zien dat Hij werkelijk "Ik ben" was, de Zoon van God en God zelf. De heilige Paulus heeft ten overstaan van de joden kunnen verklaren: "God heeft de belofte, aan onze vaderen gedaan, voor ons vervuld door Jezus te doen verrijzen, zoals ook geschreven staat in de tweede psalm: Gij zijt mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt" (Hand. 13, 32-33)[b:Hand. 13, 32-33]. (Ps. 2, 7)[[b:Ps. 2, 7]] De verrijzenis van Christus is nauw verbonden met het mysterie van de menswording van de Zoon van God. Zij is er de voltooiing van, overeenkomstig de eeuwige heilsbeschikking van God.
Zie ook alinea's: -445-[al:445]-461-[al:461]-422-[al:422]
Zie ook alinea's: -445-[al:445]-461-[al:461]-422-[al:422]
Referenties naar alinea 653: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
654
1988
1988
Het Paasmysterie is tweeledig: door zijn dood bevrijdt Christus ons van de zonde, door zijn verrijzenis verschaft Hij ons toegang tot een nieuw leven. Dit leven bestaat allereerst in de rechtvaardiging die ons weer herstelt in Gods genade (Rom. 4, 25)[[b:Rom. 4, 25]] "opdat ook wij, zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt, een nieuw leven zouden leiden" (Rom. 6, 4)[b:Rom. 6, 4]. Dit leven bestaat in de overwinning op de dood door de zonde en in een nieuw deel hebben aan de genade. (Ef. 2, 4-5; 1 Pt. 1, 3)[[b:Ef. 2, 4-5; 1 Pt. 1, 3]] Dit leven schenkt de mensen het kindschap door aanname, want zij worden broeders van Christus. Zo noemt Jezus zelf zijn leerlingen na zijn verrijzenis: "Gaat aan mijn broeders de boodschap brengen" (Mt. 28, 10)[b:Mt. 28, 10] (Joh. 20, 17)[[b:Joh. 20, 17]]. Niet broeders van nature, maar door de gave van de genade, omdat het zoonschap door aanname werkelijk doet delen in het leven van de enige Zoon, dat zich volledig geopenbaard heeft in zijn verrijzenis.
Zie ook alinea's: -1987-[al:1987]-1996-[al:1996]
Zie ook alinea's: -1987-[al:1987]-1996-[al:1996]
Referenties naar alinea 654: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
655
989
995
1002
989
995
1002
Tenslotte is de verrijzenis van Christus - en de verrezen Christus zelf - oorsprong en bron van onze toekomstige verrijzenis: "Christus is opgestaan uit de doden, als eersteling van hen die ontslapen zijn (...). Zoals allen sterven in Adam, zo zullen ook allen in Christus herleven" (1 Kor. 15, 20-22)[b:1 Kor. 15, 20-22]. In afwachting van deze vervulling leeft de verrezen Jezus in het hart van zijn gelovigen. In Hem ervaren de christenen "de krachten van de toekomstige wereld" (Heb. 6, 5)[b:Heb. 6, 5] en hun leven wordt door Christus meegevoerd naar de schoot van het goddelijk leven, (Kol. 3, 1-3)[[b:Kol. 3, 1-3]] "opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die terwille van hen is gestorven en verrezen" (2 Kor. 5, 15)[b:2 Kor. 5, 15].
Zie ook alinea's: -989-[al:989]-1002-[al:1002]
Zie ook alinea's: -989-[al:989]-1002-[al:1002]
Referenties naar alinea 655: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (656-658)
656
Youcat ->=geentekst=
Het geloof in de verrijzenis heeft betrekking op een gebeurtenis die zowel historisch is en bevestigd wordt door de leerlingen, die de Verrezene werkelijk ontmoet hebben, als op mysterievolle wijze transcendent is, in zoverre het hier het binnengaan van de menselijke natuur van Christus in de heerlijkheid van God betreft.
Referenties naar alinea 656: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
657
Het lege graf en de zwachtels die er lagen, geven op zich aan dat het lichaam van Christus aan de boeien van de dood en het bederf ontkomen is door de macht van God. Zij bereiden de leerlingen voor op de ontmoeting met de Verrezene.
Referenties naar alinea 657: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
658
Christus, "de eerste die van de dood is opgestaan" (Kol. 1, 18)[b:Kol. 1, 18], is de oorsprong van onze eigen verrijzenis, van nu af door de rechtvaardiging van onze ziel, (Rom. 6, 4)[[b:Rom. 6, 4]] later door het ten leven wekken van ons lichaam. (Rom. 8, 11)[[b:Rom. 8, 11]]
Referenties naar alinea 658: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 - "Jezus is opgestegen ten hemel, Hij zit aan de rechterhand van God de almachtige Vader" (659-664)
659
642
697
642
697
"Nadat de Heer Jezus aldus tot hen gesproken had, werd Hij ten hemel opgenomen en zit aan de rechterhand van God" (Mc. 16, 19)[b:Mc. 16, 19]. Het lichaam van Christus is verheerlijkt vanaf het ogenblik van zijn verrijzenis, zoals de nieuwe, bovennatuurlijke eigenschappen bewijzen die zijn lichaam voortaan blijvend bezit. (Lc. 24, 31; Joh. 20, 19.26)[[b:Lc. 24, 31; Joh. 20, 19.26]] Maar gedurende de veertig dagen waarop Hij met zijn leerlingen vertrouwelijk zal eten en drinken (Hand. 10, 41)[[b:Hand. 10, 41]] en hen zal onderrichten over het koninkrijk, (Hand. 1, 3)[[b:Hand. 1, 3]] blijft zijn heerlijkheid nog verborgen onder het uiterlijk van een gewone, menselijke natuur. (Mc. 16, 12; Lc. 24, 15; Joh. 20, 14-15; Joh. 21, 4)[[b:Mc. 16, 12; Lc. 24, 15; Joh. 20, 14-15; Joh. 21, 4]] De laatste verschijning van Jezus eindigt met het onomkeerbare binnengaan van zijn menselijke natuur in de goddelijke heerlijkheid, gesymboliseerd door de wolk (Hand. 1, 9)[[b:Hand. 1, 9]] ((Vgl. Lc. 9, 34-35; Ex. 13, 21-22; ook))[[b:Lc. 9, 34-35; Ex. 13, 21-22]] en door de hemel, (Lc. 24, 51)[[b:Lc. 24, 51]] waar Hij voortaan aan de rechterhand van de Vader is gezeten, (Mc. 16, 19; Hand. 2, 34; Hand. 7, 56)[[b:Mc. 16, 19; Hand. 2, 34; Hand. 7, 56]] ((Vgl. Ps. 110, 1; ook))[[b:Ps. 110, 1]] Het is slechts op een geheel uitzonderlijke en unieke manier dat Hij zich aan Paulus "als aan de misgeboorte" (1 Kor. 15, 8)[b:1 Kor. 15, 8] zal vertonen in een laatste verschijning, die Paulus tot apostel maakt. (1 Kor. 9, 1; Gal. 1, 16)[[b:1 Kor. 9, 1; Gal. 1, 16]]
Zie ook alinea's: -645-[al:645]-66-[al:66]-697-[al:697]-642-[al:642]
Zie ook alinea's: -645-[al:645]-66-[al:66]-697-[al:697]-642-[al:642]
Referenties naar alinea 659: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
660
Het verborgen karakter van de heerlijkheid van de Verrezene gedurende deze tijd schemert door in zijn mysterieuze woorden tot Maria Magdalena: "Ik ben nog niet opgestegen naar mijn Vader, maar ga naar mijn broeders en zeg hun: "Ik stijg op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God" (Joh. 20, 17)[b:Joh. 20, 17]. Dit duidt op een verschil in verschijningsvorm tussen de heerlijkheid van Christus die verrezen is, en die van Christus die omhooggeheven is en zit aan de rechterhand van de Vader. De zowel historische als transcendente gebeurtenis van de Hemelvaart geeft de overgang van de ene verschijningsvorm naar de andere aan.
Referenties naar alinea 660: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
661
461
793
461
793
Deze laatste fase blijft nauw verbonden met de eerste, d.w.z. de nederdaling uit de hemel, verwezenlijkt in de menswording: alleen Hij die "van de Vader is uitgegaan" kan "naar de Vader gaan.": Christus. (Joh. 16, 28)[[b:Joh. 16, 28]] Nooit is er iemand naar de hemel opgeklommen, tenzij Hij die uit de hemel is neergedaald, de Zoon des Mensen" (Joh. 3, 13)[b:Joh. 3, 13]. (Ef. 4, 8-10)[[b:Ef. 4, 8-10]] De menselijke natuur heeft, aan haar eigen natuurlijke krachten overgelaten, geen toegang tot het "huis van de Vader" (Joh. 14, 2)[[b:Joh. 14, 2]], tot het leven en het geluk van God. Alleen Christus heeft de mens deze toegang kunnen verschaffen: "Hij is niet van onze zijde geweken, zwakke mensen heeft Hij hoop gegeven: Hij is ons hoofd, wij vormen zijn lichaam. Waarheen Hij ons is voorgegaan, zullen wij eenmaal volgen". MR, Prefatie van Hemelvaart....MR, Prefatie van Hemelvaart. in; Altaarmissaal (NL) 643; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 244
Zie ook alinea's: -461-[al:461]-792-[al:792]
Zie ook alinea's: -461-[al:461]-792-[al:792]
Referenties naar alinea 661: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
662
1084
1137
1545
Hij is opgevaren ten hemel en zit aan de rechterhand van de Vader ->=geentekst=
1084
1137
1545
"Wanneer Ik van de aarde zal zijn omhooggeheven, zal Ik allen tot Mij trekken" (Joh. 12, 32)[b:Joh. 12, 32]. De verheffing op het kruis is het beeld en de aankondiging van de verheffing ten hemel met Hemelvaart. Ze is het begin ervan. Jezus Christus, de enige priester van het nieuwe, altijddurende Verbond, is niet "een heiligdom, door mensenhanden gemaakt, binnengegaan (...), maar de hemel zelf om er nu, voor onze zaak, bij God present te zijn" (Heb. 9, 24)[b:Heb. 9, 24]. In de hemel oefent Christus voortdurend zijn priesterschap uit, "daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten die door zijn tussenkomst God naderen" (Heb. 7, 25)[b:Heb. 7, 25]. Als "hogepriester van het komende heil" (Heb. 9, 11)[b:Heb. 9, 11] is Hij het middelpunt en de hoofdpersoon van de liturgie, die de Vader in de hemel eert. (Openb. 4, 6-11)[[b:Openb. 4, 6-11]]
Zie ook alinea's: -1545-[al:1545]-1137-[al:1137]
Zie ook alinea's: -1545-[al:1545]-1137-[al:1137]
Referenties naar alinea 662: 2
Youcat ->=geentekst=Hij is opgevaren ten hemel en zit aan de rechterhand van de Vader ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
663
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Christus is voortaan "gezeten aan de rechterhand van de Vader": "Met 'rechterhand van de Vader' bedoelen wij de heerlijkheid en de eer van de goddelijkheid, waarin de Zoon van God, voor alle eeuwen als God bestaande en gelijk in wezen aan de Vader, na uiteindelijk het vlees aangenomen te hebben, ook lichamelijk gezeten is, nadat tevens zijn lichaam verheerlijkt is". 4,2 vert. uit Gr.[[855]]
Zie ook alinea's: -648-[al:648]
Zie ook alinea's: -648-[al:648]
Referenties naar alinea 663: 2
Youcat ->=geentekst=Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
664
Het zitten aan de rechterhand van de Vader betekent het begin van het rijk van de Messias, de vervulling van het visioen van de profeet Daniël met betrekking tot de Mensenzoon: "Toen werd Hem heerschappij gegeven, luister en koninklijke macht; alle volken, stammen en talen brachten Hem hun hulde. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij die nooit vergaat, zijn koninkrijk gaat nooit te gronde" (Dan. 7, 14)[b:Dan. 7, 14]. Vanaf dit ogenblik zijn de apostelen getuigen geworden van het "rijk waaraan geen einde komt". Credo van Nicea - Constantinopel[[66]]
Zie ook alinea's: -541-[al:541]
Zie ook alinea's: -541-[al:541]
Referenties naar alinea 664: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (665-667)
665
De hemelvaart van Christus geeft het definitief binnengaan aan van Jezus' menselijke natuur in het hemels rijk van God, vanwaar Hij zal wederkomen, (Hand. 1, 11)[[b:Hand. 1, 11]] maar dat Hem intussen voor de ogen van de mensen verbergt. (Kol. 3, 3)[[b:Kol. 3, 3]]
Referenties naar alinea 665: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
666
Jezus Christus, het hoofd van de kerk, gaat ons voor naar het glorievolle koninkrijk van de Vader, opdat wij, ledematen van zijn lichaam, leven in de hoop eens voor eeuwig bij Hem te zijn.
Referenties naar alinea 666: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
667
Nu Jezus eens en voor altijd is binnengetreden in het heiligdom van de hemel, spreekt Hij onophoudelijk voor ons ten beste als de middelaar die ons voortdurend de zekerheid van de uitstorting van de heilige Geest garandeert.
Referenties naar alinea 667: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 - "Vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden" (668-682)
- I. - Hij zal wederkomen in heerlijkheid (668-677)
668
450
518
1029
450
518
1029
Christus regeert reeds door middel van de Kerk...
"Daarvoor is Christus gestorven en weer levend geworden: om Heer te zijn over doden en levenden" (Rom. 14, 9)[b:Rom. 14, 9]. Het opstijgen ten hemel van Christus betekent dat Hij in zijn menselijke natuur deel heeft aan de macht en het gezag van God zelf. Jezus Christus is de Heer. Hij heeft alle macht in de hemel en op aarde. Hij staat "hoog boven alle heerschappijen, machten, krachten en hoogheden," want de Vader heeft "alles onder zijn voeten gelegd" (Ef. 1, 20-22)[b:Ef. 1, 20-22], Christus is de Heer van het heelal (Ef. 4, 10; 1 Kor. 15, 24.27-28)[[b:Ef. 4, 10; 1 Kor. 15, 24.27-28]] en van de geschiedenis. In Hem vinden de geschiedenis van de mens en zelfs heel de schepping hun "samenvatting" (Ef. 1, 10)[[b:Ef. 1, 10]], hun transcendente voltooiing.
Zie ook alinea's: -450-[al:450]-518-[al:518]
"Daarvoor is Christus gestorven en weer levend geworden: om Heer te zijn over doden en levenden" (Rom. 14, 9)[b:Rom. 14, 9]. Het opstijgen ten hemel van Christus betekent dat Hij in zijn menselijke natuur deel heeft aan de macht en het gezag van God zelf. Jezus Christus is de Heer. Hij heeft alle macht in de hemel en op aarde. Hij staat "hoog boven alle heerschappijen, machten, krachten en hoogheden," want de Vader heeft "alles onder zijn voeten gelegd" (Ef. 1, 20-22)[b:Ef. 1, 20-22], Christus is de Heer van het heelal (Ef. 4, 10; 1 Kor. 15, 24.27-28)[[b:Ef. 4, 10; 1 Kor. 15, 24.27-28]] en van de geschiedenis. In Hem vinden de geschiedenis van de mens en zelfs heel de schepping hun "samenvatting" (Ef. 1, 10)[[b:Ef. 1, 10]], hun transcendente voltooiing.
Zie ook alinea's: -450-[al:450]-518-[al:518]
Referenties naar alinea 668: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
669
450
541
792
1088
1380
450
541
792
1088
1380
Als de Heer is Christus ook het hoofd van de kerk, die zijn lichaam is. (Ef. 1, 22)[[b:Ef. 1, 22]] Omhoog geheven ten hemel en verheerlijkt, nadat Hij zo zijn zending ten volle vervuld heeft, blijft Hij op aarde in zijn kerk. De verlossing is de bron en de oorsprong van het gezag dat Christus dankzij de heilige Geest uitoefent over zijn kerk. (Ef. 4,11-13)[[b:Ef. 4,11-13]] "Het rijk van Christus is al in mysterie aanwezig in de kerk" vert. uit Lat.[[617|3]], "kiem en begin van dit koninkrijk op aarde". vert. uit Lat.[[617|5]]
Zie ook alinea's: -792-[al:792]-1088-[al:1088]-541-[al:541]
Zie ook alinea's: -792-[al:792]-1088-[al:1088]-541-[al:541]
Referenties naar alinea 669: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
670
450
547
825
1042
450
547
825
1042
Sinds de Hemelvaart is Gods heilsbeschikking in de fase van haar voltooiing gekomen. Wij zijn reeds in "het laatste uur" (1 Joh. 2,18)[b:1 Joh. 2,18]. (1 Pt. 4,7)[[b:1 Pt. 4,7]] "Zo is het einde der tijden reeds tot ons gekomen en de vernieuwing van de wereld is onherroepelijk vastgelegd en wordt in deze tijd op reële wijze geanticipeerd: de Kerk is immers reeds op aarde getooid met een echte, zij het dan ook onvolmaakte heiligheid". vert. uit Lat.[[617|48]] Het koninkrijk van Christus laat reeds zijn aanwezigheid blijken in de wonderbaarlijke tekenen (Mc. 16, 17-18)[[b:Mc. 16, 17-18]] die zijn verkondiging door de Kerk vergezellen. (Mc. 16, 20)[[b:Mc. 16, 20]]
Zie ook alinea's: -1042-[al:1042]-825-[al:825]-547-[al:547]
Zie ook alinea's: -1042-[al:1042]-825-[al:825]-547-[al:547]
Referenties naar alinea 670: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
671
450
769
773
1043
1403
2046
2817
450
769
773
1043
1403
2046
2817
... wachtend tot alles aan Hem onderworpen is
Toch is het rijk van Christus, reeds tegenwoordig in zijn Kerk, nog niet volledig "met macht en grote heerlijkheid" (Lc. 21, 27)[b:Lc. 21, 27] (Mt. 25, 31)[[b:Mt. 25, 31]] gevestigd door de komst van de Koning op aarde. Dit rijk wordt nog belaagd door de boze machten, (2 Tess. 2, 7)[[b:2 Tess. 2, 7]] ook al zijn deze reeds overwonnen door het Pasen van Christus, totdat alles aan Hem onderworpen is, (1 Kor. 15, 28)[[b:1 Kor. 15, 28]] "zolang de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont, er nog niet zijn, draagt de Kerk op haar aardse pelgrimstocht in haar Sacramenten en instellingen, die op deze tijd betrekking hebben, de vergankelijke gedaante van deze wereld. Zolang ook leeft zij te midden van de schepselen die nog steeds zuchten en barensweeën lijden en uitzien naar de openbaring van de kinderen Gods". vert. uit Lat.[[617|48]] Om de wederkomst van Christus te verhaasten (2 Pt. 3, 11-12)[[b:2 Pt. 3, 11-12]] bidden daarom de christenen, vooral in de Eucharistie (1 Kor. 11, 26)[[b:1 Kor. 11, 26]] tot Hem met de woorden: "Kom, Heer" (Openb. 22, 20)[b:Openb. 22, 20] (1 Kor. 16, 22; Openb. 22, 17)[[b:1 Kor. 16, 22; Openb. 22, 17]].
Zie ook alinea's: -1043-[al:1043]-769-[al:769]-773-[al:773]-1043-[al:1043]-2046-[al:2046]-2817-[al:2817]
Toch is het rijk van Christus, reeds tegenwoordig in zijn Kerk, nog niet volledig "met macht en grote heerlijkheid" (Lc. 21, 27)[b:Lc. 21, 27] (Mt. 25, 31)[[b:Mt. 25, 31]] gevestigd door de komst van de Koning op aarde. Dit rijk wordt nog belaagd door de boze machten, (2 Tess. 2, 7)[[b:2 Tess. 2, 7]] ook al zijn deze reeds overwonnen door het Pasen van Christus, totdat alles aan Hem onderworpen is, (1 Kor. 15, 28)[[b:1 Kor. 15, 28]] "zolang de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont, er nog niet zijn, draagt de Kerk op haar aardse pelgrimstocht in haar Sacramenten en instellingen, die op deze tijd betrekking hebben, de vergankelijke gedaante van deze wereld. Zolang ook leeft zij te midden van de schepselen die nog steeds zuchten en barensweeën lijden en uitzien naar de openbaring van de kinderen Gods". vert. uit Lat.[[617|48]] Om de wederkomst van Christus te verhaasten (2 Pt. 3, 11-12)[[b:2 Pt. 3, 11-12]] bidden daarom de christenen, vooral in de Eucharistie (1 Kor. 11, 26)[[b:1 Kor. 11, 26]] tot Hem met de woorden: "Kom, Heer" (Openb. 22, 20)[b:Openb. 22, 20] (1 Kor. 16, 22; Openb. 22, 17)[[b:1 Kor. 16, 22; Openb. 22, 17]].
Zie ook alinea's: -1043-[al:1043]-769-[al:769]-773-[al:773]-1043-[al:1043]-2046-[al:2046]-2817-[al:2817]
Referenties naar alinea 671: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
672
450
732
933
2612
450
732
933
2612
Christus heeft vóór zijn hemelvaart gezegd dat het uur van de glorievolle vestiging van het Messiaanse koninkrijk (Hand. 1, 6-7)[[b:Hand. 1, 6-7]], dat door Israël verwacht werd, nog niet was aangebroken. Dat rijk zou, volgens de profeten (Jes. 11, 1-9)[[b:Jes. 11, 1-9]] alle mensen de definitieve orde van gerechtigheid, liefde en vrede moeten brengen. De huidige tijd is volgens de Heer de tijd van de Geest en van het getuigenis, (Hand. 1, 8)[[b:Hand. 1, 8]] maar het is ook een tijd die nog steeds gekenmerkt wordt door de "nood" (1 Kor. 7, 26)[[b:1 Kor. 7, 26]] en de beproeving van het kwaad (Ef. 5, 16)[[b:Ef. 5, 16]] die de Kerk niet sparen (1 Pt. 4, 17)[[b:1 Pt. 4, 17]] en het begin inluidt van de strijd van de laatste dagen. (1 Joh. 2, 18; 1 Joh. 4, 3; 1 Tim. 4, 1)[[b:1 Joh. 2, 18; 1 Joh. 4, 3; 1 Tim. 4, 1]] Het is een tijd van wachten en waakzaam zijn. (Mt. 25, 1-13; Mc. 13, 33-37)[[b:Mt. 25, 1-13; Mc. 13, 33-37]]
Zie ook alinea's: -732-[al:732]-2612-[al:2612]
Zie ook alinea's: -732-[al:732]-2612-[al:2612]
Referenties naar alinea 672: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
673
1001
1048
1001
1048
De glorievolle komst van Christus, de hoop van Israël
Sinds de hemelvaart is de komst van Christus in heerlijkheid aanstaande, (Hand. 22, 20)[[b:Hand. 22, 20]] zelfs als het ons "niet toekomt dag en uur te kennen, die de Vader in zijn macht heeft vastgesteld" (Hand. 1, 7)[b:Hand. 1, 7]. (Mc. 13, 32)[[b:Mc. 13, 32]] Deze eschatologische komst kan ieder ogenblik plaatsvinden, (Mt. 24, 44; 1 Tess. 5, 2)[[b:Mt. 24, 44; 1 Tess. 5, 2]] zelfs al wordt ze, en met haar de laatste beproeving die eraan voorafgaat (2 Tess. 2, 3-12)[[b:2 Tess. 2, 3-12]] , "opgehouden".
Zie ook alinea's: -1040-[al:1040]-1048-[al:1048]
Sinds de hemelvaart is de komst van Christus in heerlijkheid aanstaande, (Hand. 22, 20)[[b:Hand. 22, 20]] zelfs als het ons "niet toekomt dag en uur te kennen, die de Vader in zijn macht heeft vastgesteld" (Hand. 1, 7)[b:Hand. 1, 7]. (Mc. 13, 32)[[b:Mc. 13, 32]] Deze eschatologische komst kan ieder ogenblik plaatsvinden, (Mt. 24, 44; 1 Tess. 5, 2)[[b:Mt. 24, 44; 1 Tess. 5, 2]] zelfs al wordt ze, en met haar de laatste beproeving die eraan voorafgaat (2 Tess. 2, 3-12)[[b:2 Tess. 2, 3-12]] , "opgehouden".
Zie ook alinea's: -1040-[al:1040]-1048-[al:1048]
Referenties naar alinea 673: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
674
58
840
58
840
De komst van de verheerlijkte Messias wordt op elk ogenblik van de geschiedenis uitgesteld, (Rom. 11, 31)[[b:Rom. 11, 31]] totdat Hij wordt erkend door "heel Israël" (Rom. 11, 26; Mt. 23, 39)[[b:Rom. 11, 26; Mt. 23, 39]] waarover ten dele "de verharding gekomen is" (Rom. 11, 25)[[b:Rom. 11, 25]] in de vorm van "het ongeloof" (Rom. 11, 20)[b:Rom. 11, 20] ten opzichte van Jezus. De heilige Petrus zegt het tegen de Joden van Jeruzalem na Pinksteren: "Bekeert u dus en hebt berouw, opdat uw zonden worden uitgewist en er van de Heer uit tijden van verkwikking mogen komen en Hij u Jezus zende, die voor u als Messias was voorbestemd. De hemel moest Hem opnemen tot de tijd van het herstel van alle dingen, waarover God gesproken heeft bij monde van zijn heilige profeten" (Hand. 3, 19-21)[b:Hand. 3, 19-21]. En bij de heilige Paulus klinken deze woorden door, wanneer hij zegt: "Als hun verwerping de wereld verzoening heeft gebracht, wat kan dan hun aanneming anders betekenen dan leven uit de doden?" (Rom. 11, 15)[b:Rom. 11, 15]. Het binnengaan van "het volledig getal van de Joden" (Rom. 11, 12)[[b:Rom. 11, 12]] in het Messiaanse heil, in het voetspoor van het "volledig getal van de heidenvolken" (Rom. 11, 25; Lc. 21, 24)[[b:Rom. 11, 25; Lc. 21, 24]] zal het volk van God de mogelijkheid geven "de volheid in Christus" (Ef. 4, 13)[b:Ef. 4, 13] tot stand te brengen, waarin God alles in alles is" (1 Kor. 15, 28)[b:1 Kor. 15, 28].
Zie ook alinea's: -840-[al:840]-58-[al:58]
Zie ook alinea's: -840-[al:840]-58-[al:58]
Referenties naar alinea 674: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
675
769
Failure to give German bishops proper directives, based on the clear doctrine and practice of the Church, points to a drift towards apostasy from the truth. ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
769
De laatste beproeving van de Kerk
Voorafgaand aan de komst van Christus moet de Kerk een laatste beproeving doorstaan die het geloof van talrijke gelovigen zal doen wankelen. (Lc. 18, 8; Mt. 24, 12)[[b:Lc. 18, 8; Mt. 24, 12]] De vervolging waarmee haar pelgrimstocht op aarde vergezeld gaat, (Lc. 21, 12; Joh. 15, 19-20)[[b:Lc. 21, 12; Joh. 15, 19-20]] zal het "mysterie van de ongerechtigheid" onthullen in de vorm van een godsdienstig bedrog dat de mensen een schijnoplossing biedt voor hun problemen. De prijs die zij daarvoor betalen is dat zij afvallen van de waarheid. De ergste godsdienstige dwaalleer is die van de Antichrist, d.w.z. die van een pseudo-messianisme waarin de mens zichzelf verheerlijkt in plaats van God en zijn Messias, die in het vlees gekomen is. (2 Tess. 2, 4-12; 1 Tess. 5, 2-3; 2 Joh. 7; 1 Joh. 2, 18.22)[[b:2 Tess. 2, 4-12; 1 Tess. 5, 2-3; 2 Joh. 7; 1 Joh. 2, 18.22]]
Zie ook alinea's: -769-[al:769]
Voorafgaand aan de komst van Christus moet de Kerk een laatste beproeving doorstaan die het geloof van talrijke gelovigen zal doen wankelen. (Lc. 18, 8; Mt. 24, 12)[[b:Lc. 18, 8; Mt. 24, 12]] De vervolging waarmee haar pelgrimstocht op aarde vergezeld gaat, (Lc. 21, 12; Joh. 15, 19-20)[[b:Lc. 21, 12; Joh. 15, 19-20]] zal het "mysterie van de ongerechtigheid" onthullen in de vorm van een godsdienstig bedrog dat de mensen een schijnoplossing biedt voor hun problemen. De prijs die zij daarvoor betalen is dat zij afvallen van de waarheid. De ergste godsdienstige dwaalleer is die van de Antichrist, d.w.z. die van een pseudo-messianisme waarin de mens zichzelf verheerlijkt in plaats van God en zijn Messias, die in het vlees gekomen is. (2 Tess. 2, 4-12; 1 Tess. 5, 2-3; 2 Joh. 7; 1 Joh. 2, 18.22)[[b:2 Tess. 2, 4-12; 1 Tess. 5, 2-3; 2 Joh. 7; 1 Joh. 2, 18.22]]
Zie ook alinea's: -769-[al:769]
Referenties naar alinea 675: 3
Youcat ->=geentekst=Failure to give German bishops proper directives, based on the clear doctrine and practice of the Church, points to a drift towards apostasy from the truth. ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
676
2425
2425
Deze dwaalleer van de Antichrist tekent zich reeds in de wereld af, telkens als men beweert de Messiaanse verwachting in de geschiedenis in vervulling te doen gaan: deze verwachting kan alleen maar buiten de geschiedenis langs de weg van het eschatologisch oordeel in vervulling gaan: zelfs in haar gematigde vorm heeft de kerk deze vervalsing van het komende koninkrijk onder de naam van chiliasme verworpen, vgl: Decreet over het millenniarisme (duizendjarig (vredes)rijk of chiliasme)[[[1642]]] vooral in de politieke vorm van een geseculariseerd, "intrinsiek verkeerd" messianisme. vgl: die "het valse mysticisme" van deze "omkering van de verlossing van de nederigen" veroordeelt[[[594|8]]] vgl: Gaudium et Spes, 20-21[[[575|20-21]]]Zie ook alinea's: -2425-[al:2425]
Referenties naar alinea 676: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
677
De Kerk zal de heerlijkheid van het koninkrijk alleen maar binnengaan door dit laatste Pasen heen, wanneer zij haar Heer in zijn dood en verrijzenis zal volgen. (Openb. 19, 1-9)[[b:Openb. 19, 1-9]] Het koninkrijk zal derhalve niet tot stand komen door een historische triomf van de Kerk (Openb. 13, 8)[[b:Openb. 13, 8]] op grond van een steeds verdere vooruitgang, maar door een overwinning van God op het kwaad dat zich voor de laatste strijd heeft opgemaakt. (Openb. 20, 7-10)[[b:Openb. 20, 7-10]] Met die overwinning zal de bruid van Christus uit de hemel neerdalen. (Openb. 21, 2-4)[[b:Openb. 21, 2-4]] De triomf van God over de opstand van het kwaad zal de vorm aannemen van het laatste oordeel (Openb. 20, 12)[[b:Openb. 20, 12]] na de laatste kosmische beving van deze wereld, die voorbijgaat. (2 Pt. 3, 12-13)[[b:2 Pt. 3, 12-13]]
Zie ook alinea's: -1340-[al:1340]-2853-[al:2853]
Zie ook alinea's: -1340-[al:1340]-2853-[al:2853]
Referenties naar alinea 677: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Om te oordelen de levenden en de doden (678-679)
677a
1340
2853
Zie ook alinea's: -1038-1041-[al:1038-1041]
1340
2853
Zie ook alinea's: -1038-1041-[al:1038-1041]
Referenties naar alinea 677a: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
678
1038
1039
1470
1038
1039
1470
Jezus heeft in zijn prediking het oordeel van de laatste dag aangekondigd. Hierin volgt Hij de profeten (Dan. 7, 10; Joel 3-4; Mal. 3, 19)[[b:Dan. 7, 10; Joel 3-4; Mal. 3, 19]] en Johannes de Doper. (Mt. 3, 7-12)[[b:Mt. 3, 7-12]] Dan zullen het gedrag (Mc. 12, 38-40)[[b:Mc. 12, 38-40]] en de geheimen van het hart (Lc. 12, 1-3; Joh. 3, 20-21; Rom. 2, 16; 1 Kor. 4, 5)[[b:Lc. 12, 1-3; Joh. 3, 20-21; Rom. 2, 16; 1 Kor. 4, 5]] van eenieder aan het licht gebracht worden. Dan zal het schuldige ongeloof dat aan de genade die God aanbood, geen waarde gehecht heeft, veroordeeld worden. (Mt. 11, 20-24; Mt. 12, 41-42)[[b:Mt. 11, 20-24; Mt. 12, 41-42]] De houding ten opzichte van de naaste zal het aanvaarden of het afwijzen van de genade en de goddelijke liefde openbaren. (Mt. 5, 22; Mt. 7, 1-5)[[b:Mt. 5, 22; Mt. 7, 1-5]] Jezus zal op de laatste dag zeggen: "Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders, hebt gij voor Mij gedaan" (Mt. 25, 40)[b:Mt. 25, 40].
Zie ook alinea's: -1470-[al:1470]
Zie ook alinea's: -1470-[al:1470]
Referenties naar alinea 678: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
679
1021
1038
Manifest van het geloof ->=geentekst=
1021
1038
Christus is de Heer van het eeuwig leven. Hem komt, als Verlosser van de wereld, ten volle het recht toe definitief te oordelen over de werken en de harten van de mensen. Hij heeft dit recht door zijn kruis "verworven". Daarom heeft de Vader "het oordeel geheel en al in handen van de Zoon gelegd" (Joh. 5, 22)[b:Joh. 5, 22]. (Joh. 5, 27; Mt. 25, 31; Hand. 10, 42; Hand. 17, 31; 2 Tim. 4, 1)[[b:Joh. 5, 27; Mt. 25, 31; Hand. 10, 42; Hand. 17, 31; 2 Tim. 4, 1]] Welnu, de Zoon is niet gekomen om te oordelen, maar om te redden (Joh. 3, 17)[[b:Joh. 3, 17]] en het leven te geven dat in Hem is. (Joh. 5, 26)[[b:Joh. 5, 26]] Door in dit leven de genade af te wijzen oordeelt eenieder reeds zichzelf, (Joh. 3, 18; Joh. 12, 48)[[b:Joh. 3, 18; Joh. 12, 48]] ontvangt loon naar werken (1 Kor. 3, 12-15)[[b:1 Kor. 3, 12-15]] en kan hij door de Geest van liefde af te wijzen zichzelf zelfs voor eeuwig verdoemen. (Mt. 12, 32; Heb. 6, 4-6; Heb. 10, 26-31)[[b:Mt. 12, 32; Heb. 6, 4-6; Heb. 10, 26-31]]
Zie ook alinea's: -1021-[al:1021]
Zie ook alinea's: -1021-[al:1021]
Referenties naar alinea 679: 2
Youcat ->=geentekst=Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (680-682)
680
Relatio Ante Disceptationem ->=geentekst=
Christus de Heer regeert reeds door middel van zijn Kerk, maar alles op deze wereld is nog niet aan Hem onderworpen. De triomf van het koninkrijk van Christus zal niet plaatshebben zonder een laatste aanval van de machten van het kwaad.
Referenties naar alinea 680: 2
Youcat ->=geentekst=Relatio Ante Disceptationem ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
681
Op de dag van het oordeel, bij het einde van de wereld, zal Christus komen in heerlijkheid om de definitieve overwinning tot stand te brengen van het goede op het kwade, die zoals de tarwe en het onkruid, in de loop van de geschiedenis samen opgeschoten zullen zijn.
Referenties naar alinea 681: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
682
Wanneer de glorievolle Christus op het einde der tijden komt om de levenden en de doden te oordelen, zal Hij de verborgen gezindheid van de harten blootleggen en iedere mens zijn loon geven overeenkomstig zijn werken en overeenkomstig zijn aanvaarden of afwijzen van de genade.
Referenties naar alinea 682: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Derde hoofdstuk - Ik geloof in de Heilige Geest (683-1065)
683
152
243
249
424
448
2670
Youcat ->=geentekst=
152
243
249
424
448
2670
"Niemand kan zeggen: 'Jezus is de Heer', tenzij door de Heilige Geest" (1 Kor. 12, 3)[b:1 Kor. 12, 3]. "God heeft de Geest van zijn Zoon in ons hart gezonden, die roept: Abba, Vader!." (Gal. 4, 6)[b:Gal. 4, 6]. Deze geloofskennis is slechts mogelijk in de Heilige Geest. Om in contact met Christus te staan moet men allereerst door de Heilige Geest geraakt zijn. Hij is het die ons tegemoetkomt en in ons het geloof opwekt. Door ons Doopsel, het eerste Sacrament van het geloof, wordt het Leven dat zijn oorsprong heeft in de Vader en ons in de Zoon wordt gegeven, innerlijk en persoonlijk aan ons meegedeeld door de heilige Geest in de Kerk:
Het Doopsel schenkt ons de genade van de wedergeboorte in God de Vader door zijn Zoon in de Heilige Geest. Want zij die de Heilige Geest van God bezitten, worden gebracht tot het Woord, d.w.z. tot de Zoon; maar de Zoon biedt hen aan de Vader aan en de Vader verschaft hun de onsterfelijkheid. Derhalve is het niet mogelijk zonder de Geest de Zoon van God te zien en zonder de Zoon kan niemand tot de Vader naderen: want het kennen van de Vader is de Zoon en het kennen van de Zoon van God komt door de Heilige Geest tot stand. 7; vert. uit Lat.[[886]]Zie ook alinea's: -424-[al:424]-2670-[al:2670]-152-[al:152]-249-[al:249]
Referenties naar alinea 683: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
684
256
Youcat ->=geentekst=
256
Door zijn genade is de Heilige Geest de eerste bij het ontwaken van ons geloof en Hij staat ook aan het begin van het nieuwe leven dat hierin bestaat: "de Vader en Hem die Hij gezonden heeft, Jezus Christus, kennen" (Joh. 17, 3)[b:Joh. 17, 3]. Bij de openbaring van de personen van de Heilige Drie-eenheid is Hij echter de laatste. De heilige Gregorius van Nazianze, "de theoloog", verklaart deze voortgang door de pedagogie van de goddelijke "genadige welwillendheid":
Het Oude Testament verkondigde openlijk de Vader, maar sprak over de Zoon in meer bedekte termen. Het Nieuwe Testament heeft de Zoon en een glimp van de godheid van de Geest laten zien. Nu heeft de Geest burgerrecht onder ons verworven en gunt ons een duidelijker zicht op Hem Het was immers niet verstandig openlijk de Zoon te verkondigen, toen men nog niet de godheid van de Vader beleed en, toen de godheid van de Zoon nog niet aanvaard werd, de heilige Geest eraan toe te voegen als een bijkomende last, om een enigszins gewaagde uitdrukking te gebruiken (...) Het is door dit stap voor stap vooruitgaan en het voortschrijden "van heerlijkheid naar heerlijkheid" dat het licht van de Drie-eenheid helderder zal schijnen. 5,26, vert. uit Gr.[[903]]Zie ook alinea's: -1-[al:1]-236-[al:236]
Referenties naar alinea 684: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
685
245
Youcat ->=geentekst=
245
Geloven in de Heilige Geest houdt dus in belijden dat de Heilige Geest één van de personen van de Heilige Drie-eenheid is: "een in wezen met de Vader en de Zoon; "die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt". Credo van Nicea - Constantinopel[[66]] Daarom is er in de trinitaire "theologie" sprake geweest van het goddelijk mysterie van de heilige Geest. Het zal hier derhalve slechts gaan over de Heilige Geest, in zoverre Hij deel uitmaakt van het goddelijk "heilsplan".
Zie ook alinea's: -236-[al:236]
Zie ook alinea's: -236-[al:236]
Referenties naar alinea 685: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
686
258
Youcat ->=geentekst=
258
Samen met de Vader en de Zoon is de Heilige Geest werkzaam vanaf het begin van het heilsplan voor ons tot aan zijn voltooiing. Maar het is in de "eindtijd", die begon met de verlossende menswording van de Zoon, dat Hij geopenbaard en geschonken wordt, erkend en ontvangen als persoon. Dan zal dat goddelijk heilsplan, voltooid in Christus, "de Eerstgeborene" en hoofd van de nieuwe schepping, gestalte kunnen krijgen onder de mensen door de uitstorting van de Geest: de Kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam, het eeuwig leven.
Zie ook alinea's: -258-[al:258]
Zie ook alinea's: -258-[al:258]
Referenties naar alinea 686: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 8 - "Ik geloof in de Heilige Geest" (687-747)
687
243
243
"Zo kent alleen de Geest van God het wezen van God" (1 Kor. 2, 11)[b:1 Kor. 2, 11]. Welnu, zijn Geest, die Hem openbaart, laat ons Christus, zijn Woord, zijn levend Woord, kennen, maar Hij laat zich niet uit over zichzelf. Hij die " gesproken heeft door de profeten", laat ons het Woord van de Vader horen, maar Hèm horen wij niet. Wij kennen Hem slechts in de ingeving waarmee Hij ons het Woord openbaart en ons ervoor opent het in geloof te aanvaarden. De Geest van waarheid, die ons Christus "onthult" "spreekt niet uit zichzelf". (Joh. 16, 13)[[b:Joh. 16, 13]] Een dergelijk, waarlijk goddelijk terughouden verklaart waarom "de wereld voor Hem niet ontvankelijk is, omdat zij Hem niet ziet en niet kent", terwijl zij die in Christus geloven, "Hem kennen, omdat Hij bij hen blijft" (Joh. 14, 17)[b:Joh. 14, 17].
Zie ook alinea's: -243-[al:243]
Zie ook alinea's: -243-[al:243]
Referenties naar alinea 687: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
688
86
86
De Kerk, de gemeenschap die leeft in het geloof van de apostelen, en die dat geloof doorgeeft, is de plaats waar wij de Heilige Geest leren kennen:
- in de Schriften die Hij geïnspireerd heeft;
- in de Overlevering, waarvan de Kerkvaders de steeds actuele getuigen zijn;
- in het leergezag van de Kerk, dat Hij bijstaat;
- in de sacramentele liturgie door middel van woorden en symbolen, waarin de Heilige Geest ons in contact brengt met Christus;
- in het gebed, waarin Hij voor ons ten beste spreekt;
- in de genadegaven en de bedieningen waardoor de Kerk opgebouwd wordt;
- in de tekenen van het apostolisch en missionair leven;
- in het getuigenis van de heiligen, waarin Hij zijn heiligheid laat zien en het heilswerk voortzet.
Referenties naar alinea 688: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - De gezamenlijke zending van de Zoon en de Geest (689-690)
689
254
485
2673
Youcat ->=geentekst=
254
485
2673
Hij die de Vader in onze harten gezonden heeft, de Geest van zijn Zoon, (Gal. 4, 6)[[b:Gal. 4, 6]] is werkelijk God. Een in wezen met de Vader en de Zoon is Hij onlosmakelijk met Hen verbonden, zowel in het diepste leven van de Drie-eenheid als in zijn gave van liefde voor de wereld. Bij het aanbidden echter van de Drie-eenheid die levengevend, één is in wezen en ondeelbaar, belijdt het geloof van de kerk ook het onderscheid in personen. Wanneer de Vader zijn Woord zendt, zendt Hij altijd zijn Adem: een gezamenlijke zending, waarin de Zoon en de Heilige Geest wel te onderscheiden zijn, maar niet te scheiden zijn. Zeker, het is Christus die verschijnt, het zichtbare beeld van de onzichtbare God, maar het is de Heilige Geest die Hem openbaart.
Zie ook alinea's: -245-[al:245]-254-[al:254]-485-[al:485]
Zie ook alinea's: -245-[al:245]-254-[al:254]-485-[al:485]
Referenties naar alinea 689: 2
De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
690
436
788
2766
Youcat ->=geentekst=
436
788
2766
Jezus is Christus, "de gezalfde", omdat de Heilige Geest zijn zalving is, en omdat al wat vanaf de menswording gebeurt, voortvloeit uit deze volheid. (Joh. 3, 34)[[b:Joh. 3, 34]] Wanneer Christus tenslotte verheerlijkt wordt, (Joh. 7, 39)[[b:Joh. 7, 39]] dan kan Hij op zijn beurt van bij de Vader de Geest zenden aan hen die in Hem geloven: Hij laat hen delen in zijn heerlijkheid, (Joh. 17, 22)[[b:Joh. 17, 22]] d.w.z. in de Heilige Geest die Hem verheerlijkt. (Joh. 16, 14)[[b:Joh. 16, 14]] Het zenden van de Geest door de Vader en de Zoon samen zal zich vanaf dan ontplooien in hen die de Vader als kinderen aangenomen heeft in het bestaan van zijn Zoon: de zending van de Geest in wie de aanneming als kind (van God) tot stand komt, is hen met Christus te verenigen en hen in Hem te doen leven.
De term 'zalving' suggereert dat er (...) tussen de Zoon en de Heilige Geest geen afstand is; immers, zoals verstand noch zintuigen waarnemen dat er iets is tussen het lichaamsoppervlak en de zalving met olijfolie, zo is er rechtstreeks contact tussen de Zoon en de Heilige Geest: dientengevolge is het voor degene die door het geloof met Christus in contact wil komen, noodzakelijk in contact te komen met de olie. Immers, er is geen gedeelte dat van de Heilige Geest verstoken is. Daarom komt het belijden van de heerschappij van de Zoon bij hun die deze belijdenis aannemen, door de Heilige Geest tot stand, omdat de Heilige Geest hun die in geloof naderen, van tevoren tegemoet komt. 16, vert. uit Gr.[[1367]]Zie ook alinea's: -436-[al:436]-788-[al:788]-448-[al:448]
Referenties naar alinea 690: 2
De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De naam, de benamingen en de symbolen van de Heilige Geest (691-701)
691
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
De eigennaam van de Heilige Geest
"Heilige Geest", zo luidt de eigennaam van Hem die wij aanbidden en verheerlijken tezamen met de Vader en de Zoon. De Kerk heeft deze naam ontvangen van de Heer en belijdt hem bij het Doopsel van haar nieuwe kinderen. (Mt. 28, 19)[[b:Mt. 28, 19]]
"Heilige Geest", zo luidt de eigennaam van Hem die wij aanbidden en verheerlijken tezamen met de Vader en de Zoon. De Kerk heeft deze naam ontvangen van de Heer en belijdt hem bij het Doopsel van haar nieuwe kinderen. (Mt. 28, 19)[[b:Mt. 28, 19]]
De term "Geest" is een vertaling van de Hebreeuwse term ruach, die allereerst adem, lucht of wind betekent. Jezus gebruikt juist dit zintuiglijke beeld van de wind om Nikodemus een idee te geven van de transcendente nieuwheid van Hem die persoonlijk Gods adem is, de goddelijke Geest (Joh. 3, 5-8)[[b:Joh. 3, 5-8]]. Anderzijds zijn "Geest" en "heilig" goddelijke attributen die gemeenschappelijk zijn aan de drie goddelijke personen. Maar door de twee termen met elkaar te verbinden duiden de Schrift, de liturgie en het theologisch taalgebruik op de onuitsprekelijke persoon van de Heilige Geest en sluiten de dubbelzinnigheid uit die mogelijk is in andere gevallen waarin men "geest" en "heilig" gebruikt.
Referenties naar alinea 691: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
692
1432
1433
1432
1433
De benamingen van de Heilige Geest
Wanneer Jezus de komst van de Heilige Geest aankondigt en belooft, noemt Hij Hem "Paracleet", letterlijk: "Hij die erbij geroepen wordt", ad-vocatus. "Paracleet" wordt gewoonlijk vertaald met "Helper" (Joh. 14, 16.26; Joh. 15, 26; Joh. 16, 7)[[b:Joh. 14, 16.26; Joh. 15, 26; Joh. 16, 7]], waarbij Jezus de eerste helper is. (1 Joh. 2, 1)[[b:1 Joh. 2, 1]] De Heer zelf noemt de Heilige Geest: "Geest der waarheid" (Joh. 16, 13)[[b:Joh. 16, 13]].
Zie ook alinea's: -1433-[al:1433]
Wanneer Jezus de komst van de Heilige Geest aankondigt en belooft, noemt Hij Hem "Paracleet", letterlijk: "Hij die erbij geroepen wordt", ad-vocatus. "Paracleet" wordt gewoonlijk vertaald met "Helper" (Joh. 14, 16.26; Joh. 15, 26; Joh. 16, 7)[[b:Joh. 14, 16.26; Joh. 15, 26; Joh. 16, 7]], waarbij Jezus de eerste helper is. (1 Joh. 2, 1)[[b:1 Joh. 2, 1]] De Heer zelf noemt de Heilige Geest: "Geest der waarheid" (Joh. 16, 13)[[b:Joh. 16, 13]].
Zie ook alinea's: -1433-[al:1433]
Referenties naar alinea 692: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
693
Behalve zijn eigen naam die het meest gebruikt wordt in de Handelingen van de Apostelen en de Brieven, vindt men bij de heilige Paulus de benamingen: de "Geest der belofte" (Gal. 3, 14; Ef. 1, 13)[b:Gal. 3, 14; Ef. 1, 13], de "Geest van kindschap" (Rom. 8, 15; Gal. 4, 6)[b:Rom. 8, 15; Gal. 4, 6], de "Geest van Christus" (Rom. 8, 11)[b:Rom. 8, 11], de "Geest des Heren" (2 Kor. 3, 17)[b:2 Kor. 3, 17], de "Geest van (onze) God" (Rom. 8, 9.14; Rom. 15, 19; 1 Kor. 6, 11; 1 Kor. 7, 40)[[b:Rom. 8, 9.14; Rom. 15, 19; 1 Kor. 6, 11; 1 Kor. 7, 40]] en bij de heilige Petrus: de "Geest der heerlijkheid" (1 Pt. 4, 14)[b:1 Pt. 4, 14].
Referenties naar alinea 693: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
694
1218
2652
1218
2652
De symbolen van de Heilige Geest
Het water. De symboliek van het water is kenmerkend voor de werking van de Heilige Geest bij het doopsel. Na het aanroepen van de Heilige Geest wordt het water immers het werkzame teken van de wedergeboorte: evenals ons leven, voor onze geboorte, tijdens de zwangerschap, zich ontwikkelde omgeven door water, zo geeft het water van het doopsel werkelijk aan dat onze geboorte tot het goddelijk leven ons in de Heilige Geest geschonken wordt. Maar "gedoopt in één Geest" zijn wij ook "gedrenkt met één Geest" (1 Kor. 12, 13)[b:1 Kor. 12, 13]: de Geest is daarom ook persoonlijk het levende water dat uit de gekruisigde Christus opwelt (Joh. 19, 34; 1 Joh. 5, 8)[[b:Joh. 19, 34; 1 Joh. 5, 8]] als uit zijn bron en dat in ons opwelt tot eeuwig leven. (Joh. 4, 10-14; Joh. 7, 38; Ex. 17, 1-6; Jes. 55, 1; Zach. 14, 8; 1 Kor. 10, 4; Openb. 21, 6; Openb. 22, 17)[[b:Joh. 4, 10-14; Joh. 7, 38; Ex. 17, 1-6; Jes. 55, 1; Zach. 14, 8; 1 Kor. 10, 4; Openb. 21, 6; Openb. 22, 17]]Zie ook alinea's: -1218-[al:1218]-2652-[al:2652]
Referenties naar alinea 694: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
695
436
727
782
795
1289
1293
1504
2672
436
727
782
795
1289
1293
1504
2672
De zalving. De symboliek van de zalving met olie is eveneens kenmerkend voor de heilige Geest, zelfs zó dat zalving en heilige Geest synoniem geworden zijn. (1 Joh. 2, 20.27; 2 Kor. 1, 21)[[b:1 Joh. 2, 20.27; 2 Kor. 1, 21]] Bij de christelijke initiatie is de zalving het sacramentele teken van het vormsel. In de Oosterse Kerken wordt ze daarom terecht "chrismatie" genoemd. Men moet echter teruggaan naar de eerste zalving die de heilige Geest verricht heeft, om de hele kracht ervan te kunnen begrijpen: de zalving van Jezus. Christus ("Messias" in het Hebreeuws) betekent "gezalfd" met de Geest van God. In het Oude Verbond zijn er "gezalfden" van de Heer geweest. (Ex. 30, 22-32)[[b:Ex. 30, 22-32]] Onder hen was koning David, de gezalfde bij uitstek (1 Sam. 16, 13)[[b:1 Sam. 16, 13]] Maar Jezus is op een unieke manier de gezalfde van God: de menselijke natuur die de Zoon aanneemt, is in haar geheel "gezalfd met de heilige Geest". Jezus is "Christus" geworden door de heilige Geest. (Lc. 4, 18-19; Jes. 61, 1)[[b:Lc. 4, 18-19; Jes. 61, 1]] De maagd Maria ontvangt Christus van de heilige Geest. Bij zijn geboorte kondigt de heilige Geest, door de engel, Hem aan als Christus (Lc. 2, 11)[[b:Lc. 2, 11]] en zet Hij Simeon ertoe aan naar de tempel te komen om de Gezalfde van de Heer te zien; (Lc. 2, 26-27)[[b:Lc. 2, 26-27]] Hij is het die Christus vervult (Lc. 4, 1)[[b:Lc. 4, 1]] en zijn kracht is het die van Christus uitgaat als Hij genezingen verricht en heil brengt. (Lc. 6, 19; Lc. 8, 46)[[b:Lc. 6, 19; Lc. 8, 46]] Hij is het tenslotte die Jezus uit de doden opwekt. (Rom. 1, 4; Rom. 8, 11)[[b:Rom. 1, 4; Rom. 8, 11]] Dan stort Jezus, ten volle tot "Christus" aangesteld in zijn menselijke natuur die over de dood gezegevierd heeft, (Hand. 2, 36)[[b:Hand. 2, 36]] de heilige Geest in overvloed uit, totdat "de heiligen" in vereniging met het mens-zijn van Gods Zoon, "tezamen komen (...) tot de volmaakte Man, tot de gehele omvang van de volheid van de Christus" (Ef. 4, 13)[b:Ef. 4, 13]: "de gehele Christus", om een uitdrukking van de heilige Augustinus te gebruiken. 341, 1, 1. 9, 11[[880]]Zie ook alinea's: -1293-[al:1293]-436-[al:436]-1504-[al:1504]-794-[al:794]
Referenties naar alinea 695: 1
De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
696
718
1127
2583
718
1127
2583
Het vuur. Terwijl het water het teken is van de geboorte en de vruchtbaarheid van het leven dat in de heilige Geest geschonken wordt, symboliseert het vuur de kracht waarmee de werkzaamheid van de heilige Geest veranderingen tot stand brengt. De profeet Elia, die "opstond als een vuur en wiens woord brandde als een fakkel", (Sir. 48, 1)[b:Sir. 48, 1] laat door zijn gebed het vuur uit de hemel neerstorten op het offer op de berg Karmel. (1 Kon. 18, 38-39)[[b:1 Kon. 18, 38-39]] Het is een voorafbeelding van het vuur van de heilige Geest dat al wat het raakt, verandert. Johannes de Doper, "die voor de Heer uitgaat met "de geest" en "de kracht van Elia" (Lc. 1, 17)[b:Lc. 1, 17], kondigt Christus aan als degene die "met de heilige Geest en met vuur zal dopen" (Lc. 3, 16)[b:Lc. 3, 16], de Geest van wie Jezus zal zeggen: "Vuur ben Ik op aarde komen brengen, en hoe verlang Ik dat het reeds oplaait!" (Lc. 12, 49)[b:Lc. 12, 49]. Het is in de gedaante van tongen, van "iets dat op vuur geleek" dat de heilige Geest zich op Pinkstermorgen neerzet op de leerlingen en hen met zichzelf vervult (Hand. 2, 3-4)[[b:Hand. 2, 3-4]]. De geestelijke traditie zal aan deze symboliek van het vuur vasthouden als aan één van de sprekendste manieren om de werkzaamheid van de heilige Geest tot uitdrukking te brengen: vgl: Ilama de amor viva[[[1727]]] "Blust de Geest niet uit" (1 Tess. 5, 19)[b:1 Tess. 5, 19].Zie ook alinea's: -1127-[al:1127]-2583-[al:2583]-718-[al:718]
Referenties naar alinea 696: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
697
554
659
554
659
De wolk en het licht. Deze twee symbolen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden bij de manifestaties van de heilige Geest. Vanaf de verschillende theofanieën in het Oude Testament openbaart de wolk, die nu eens donker, dan weer lichtend is, een levende en reddende God en zij verhult daarbij het transcendente karakter van zijn heerlijkheid: in het geval van Mozes op de berg Sinaï, (Ex. 24, 15-18)[[b:Ex. 24, 15-18]] aan die in de tent van de samenkomst (Ex. 33, 9-10)[[b:Ex. 33, 9-10]] en gedurende de tocht door de woestijn (Ex. 40, 36-38; 1 Kor. 10, 1-2)[[b:Ex. 40, 36-38; 1 Kor. 10, 1-2]], evenals in het geval van Salomo bij de inwijding van de tempel (1 Kon. 8, 10-12)[[b:1 Kon. 8, 10-12]]. In de heilige Geest brengt Christus de totale vervulling van deze voorafbeeldingen. Hij is het die over de maagd Maria komt en haar "overschaduwt", opdat zij Jezus ontvangt en ter wereld brengt (Lc. 1, 35)[[b:Lc. 1, 35]]. Op de berg van de gedaanteverandering komt de heilige Geest in een wolk, die "een schaduw werpt" over Jezus, Mozes, Elia, Petrus, Jakobus en Johannes, en "uit de wolk klinkt een stem die spreekt: 'Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene, luistert naar Hem'" (Lc. 9, 34-35)[b:Lc. 9, 34-35]. Tenslotte is het dezelfde wolk die "Jezus onttrekt aan de ogen" van de leerlingen op de dag van de hemelvaart (Hand. 1, 9)[[b:Hand. 1, 9]] en die Hem als Mensenzoon zal openbaren in zijn heerlijkheid op de dag dat Hij komt (Lc. 21, 27)[[b:Lc. 21, 27]].Zie ook alinea's: -484-[al:484]-554-[al:554]-659-[al:659]
Referenties naar alinea 697: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
698
1295
1295
Het zegel is een symbool dat nauw aansluit bij dat van de zalving. Het is immers Christus op wie "God zijn zegel heeft gedrukt" (Joh. 6, 27)[b:Joh. 6, 27] en het is in Hem dat de Vader ook op ons zijn zegel drukt (2 Kor. 1, 22; Ef. 1, 13; Ef. 4, 30)[[b:2 Kor. 1, 22; Ef. 1, 13; Ef. 4, 30]]. Omdat het beeld van het zegel (in het Grieks sfragis) wijst op de onuitwisbare uitwerking van de zalving met de heilige Geest in de sacramenten van Doopsel, Vormsel en Wijding, is het in sommige theologische tradities gebruikt om het onuitwisbare "merkteken" aan te duiden dat door deze drie sacramenten, die niet opnieuw toegediend kunnen worden, in iemand gegrift wordt.Zie ook alinea's: -1295-1296-[al:1295-1296]-1121-[al:1121]
Referenties naar alinea 698: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
699
292
1288
1300
1538
1573
1668
292
1288
1300
1538
1573
1668
De hand. Door handoplegging geneest Jezus zieken (Mc. 6, 5; Mc. 8, 23)[[b:Mc. 6, 5; Mc. 8, 23]] en zegent Hij kleine kinderen (Mc. 10, 16)[[b:Mc. 10, 16]]. In zijn naam zullen de apostelen hetzelfde doen (Mc. 16, 18; Hand. 5, 12; Hand. 14, 3)[[b:Mc. 16, 18; Hand. 5, 12; Hand. 14, 3]]. Beter gezegd, het is door de handoplegging van de apostelen dat de heilige Geest geschonken wordt (Hand. 8, 17-19; Hand. 13, 3; Hand. 19, 6)[[b:Hand. 8, 17-19; Hand. 13, 3; Hand. 19, 6]]. De brief aan de Hebreeën rekent de handoplegging tot de "fundamentele onderdelen" van Zijn onderricht (Heb. 6, 2)[[b:Heb. 6, 2]]. Dit teken van de almachtige uitstorting van de heilige Geest heeft de Kerk behouden in haar sacramentele aanroepingen.Zie ook alinea's: -292-[al:292]-1288-[al:1288]-1300-[al:1300]-1573-[al:1573]-1668-[al:1668]
Referenties naar alinea 699: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
700
2056
2056
De vinger. "Het is door de vinger Gods dat (Jezus) de duivels uitdrijft" (Lc. 11, 20)[[b:Lc. 11, 20]]. Als de Wet van God "door de vinger van God" (Ex. 31, 18)[b:Ex. 31, 18] op de stenen tafelen geschreven is, dan is "de brief van Christus", overgelaten aan de zorg van de apostelen, "met de Geest van de levende God geschreven, niet op stenen tafelen, maar in de harten van levende mensen" (2 Kor. 3, 3)[b:2 Kor. 3, 3]. De hymne "Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer" ("Veni Creator Spiritus") roept de heilige Geest aan als "de vinger van de rechterhand van de Vader". Getijdengebed, Hymne voor de...Getijdengebed, Hymne voor de Vespers op het PinksterfeestZie ook alinea's: -2056-[al:2056]
Referenties naar alinea 700: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
701
535
1219
535
1219
De duif. Op het einde van de zondvloed (waarvan de symboliek betrekking heeft op het Doopsel) keert de door Noach losgelaten duif terug met een groene olijftak in de bek, een teken dat de aarde opnieuw bewoonbaar is. (Gen. 8, 8-12)[[b:Gen. 8, 8-12]] Wanneer Christus uit het water waarin Hij gedoopt is, omhoog stijgt, daalt de Heilige Geest in de gedaante van een duif op Hem neer en blijft in Hem. ((Vgl. Mt. 3, 16; parr.))[[b:Mt. 3, 16]] De Geest daalt neer en rust in het gezuiverde hart van de gedoopten. In sommige kerken wordt de heilige eucharistische Reserve bewaard in een metalen kistje in de vorm van een duif (het columbarium) dat boven het altaar opgehangen is. De duif als voorstelling van de Heilige Geest is een traditioneel symbool in de christelijke iconografie.Zie ook alinea's: -1219-[al:1219]-535-[al:535]
Referenties naar alinea 701: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De Geest en het Woord van God in de tijd van de beloften (702-716)
702
107
122
1286
Youcat ->=geentekst=
107
122
1286
Vanaf het begin tot "de volheid van de tijd" (Gal. 4, 4)[[b:Gal. 4, 4]] blijft de gezamenlijke zending van het Woord en de Geest van de Vader verborgen, maar deze zending is wel werkzaam. Daarbij bereidt de Geest van God de tijd van de Messias voor en beiden worden, zonder nog ten volle geopenbaard te worden, reeds beloofd, opdat zij op het ogenblik van hun verschijning verwacht en aanvaard worden. Daarom onderzoekt (Joh. 5, 39.46)[[b:Joh. 5, 39.46]] de Kerk, wanneer zij het Oude Testament leest (2 Kor. 3, 14)[[b:2 Kor. 3, 14]], wat de Geest, "die door de profeten heeft gesproken" Credo van Nicea - Constantinopel[[66]] ons over Christus wil zeggen.
Onder "profeten" verstaat het geloof van de Kerk hier al diegenen die de heilige Geest geïnspireerd heeft bij de levende verkondiging en bij de samenstelling van de heilige boeken, zowel die van het Oude als die van het Nieuwe Testament. De Joodse overlevering onderscheidt de Wet (de eerste vijf boeken of Pentateuch), de profeten (bij ons de zgn. historische en profetische boeken) en de geschriften (vooral de wijsheidsliteratuur, in het bijzonder de Psalmen). (Lc. 24, 44)[[b:Lc. 24, 44]]Zie ook alinea's: -122-[al:122]-107-[al:107]-243-[al:243]
Referenties naar alinea 702: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
703
291
Youcat ->=geentekst=
291
In de schepping
Het Woord van God en zijn Adem zijn de oorsprong van het zijn en het leven van ieder schepsel (Ps. 33, 6; Ps. 104, 30; Gen. 1, 2; Gen. 2, 7; Pred. 3, 20-21; Ez. 37, 10)[[b:Ps. 33, 6; Ps. 104, 30; Gen. 1, 2; Gen. 2, 7; Pred. 3, 20-21; Ez. 37, 10]].
Het Woord van God en zijn Adem zijn de oorsprong van het zijn en het leven van ieder schepsel (Ps. 33, 6; Ps. 104, 30; Gen. 1, 2; Gen. 2, 7; Pred. 3, 20-21; Ez. 37, 10)[[b:Ps. 33, 6; Ps. 104, 30; Gen. 1, 2; Gen. 2, 7; Pred. 3, 20-21; Ez. 37, 10]].
De heilige Geest komt het toe te heersen over de schepping, haar te heiligen en te bezielen, want Hij is God, één in wezen met de Vader en de Zoon (...). Hem komt de macht over het leven toe, want als God behoedt Hij de schepping in de Vader door de Zoon. Byzantijnse liturgie,...Byzantijnse liturgie, Troparion van de metten van de zondagen van de tweede cyclusZie ook alinea's: -292-[al:292]-291-[al:291]
Referenties naar alinea 703: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
704
Youcat ->=geentekst=
"Wat de mens betreft, God vormde hem met zijn eigen handen (d.w.z. de Zoon en de heilige Geest) (...) en Hij tekende in het vlees zijn eigen vorm, opdat zelfs het zichtbare de goddelijke vorm zou dragen" 11, vert. uit Lat.[[886]].
Zie ook alinea's: -356-[al:356]
Zie ook alinea's: -356-[al:356]
Referenties naar alinea 704: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
705
2809
Youcat ->=geentekst=
2809
De Geest van de belofte
Verminkt door de zonde en de dood blijft de mens "het beeld van God", het beeld van de Zoon, maar hij is "verstoken van de goddelijke heerlijkheid" (Rom. 3, 23)[[b:Rom. 3, 23]], verstoken van de "gelijkenis". De belofte aan Abraham staat aan het begin van de heilseconomie. Aan het einde ervan zal de Zoon zelf "het beeld" (Joh. 1, 14; Fil. 2, 7)[[b:Joh. 1, 14; Fil. 2, 7]] aannemen en het herstellen in "de gelijkenis" met de Vader, door het de heerlijkheid, de Geest "die het leven geeft", terug te geven.
Zie ook alinea's: -410-[al:410]-2809-[al:2809]
Verminkt door de zonde en de dood blijft de mens "het beeld van God", het beeld van de Zoon, maar hij is "verstoken van de goddelijke heerlijkheid" (Rom. 3, 23)[[b:Rom. 3, 23]], verstoken van de "gelijkenis". De belofte aan Abraham staat aan het begin van de heilseconomie. Aan het einde ervan zal de Zoon zelf "het beeld" (Joh. 1, 14; Fil. 2, 7)[[b:Joh. 1, 14; Fil. 2, 7]] aannemen en het herstellen in "de gelijkenis" met de Vader, door het de heerlijkheid, de Geest "die het leven geeft", terug te geven.
Zie ook alinea's: -410-[al:410]-2809-[al:2809]
Referenties naar alinea 705: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
706
60
Youcat ->=geentekst=
60
Tegen iedere menselijke verwachting in belooft God Abraham een nageslacht, als vrucht van het geloof en van de kracht van de heilige Geest (Gen. 18, 1-15; Lc. 1, 26-38.54-55; Joh. 1, 12-13; Rom. 4, 16-21)[[b:Gen. 18, 1-15; Lc. 1, 26-38.54-55; Joh. 1, 12-13; Rom. 4, 16-21]]. Hierin zullen alle geslachten op aarde gezegend zijn (Gen. 12, 3)[[b:Gen. 12, 3]]. Dit nageslacht zal Christus zijn (Gal. 3, 16)[[b:Gal. 3, 16]], in wie de uitstorting van de heilige Geest "de verstrooide kinderen van God zal samenbrengen" (Joh. 11, 52)[[b:Joh. 11, 52]]. Door zich door een eed te binden (Lc. 1, 73)[[b:Lc. 1, 73]], verplicht God zich reeds tot het geven van zijn welbeminde Zoon (Gen. 22, 17-18; Rom. 8, 32; Joh. 3, 16)[[b:Gen. 22, 17-18; Rom. 8, 32; Joh. 3, 16]] en tot het schenken van de "Geest der belofte (...) tot verlossing van Gods eigen volk" (Ef. 1, 13-14; Gal. 3, 14)[[b:Ef. 1, 13-14; Gal. 3, 14]].
Zie ook alinea's: -60-[al:60]
Zie ook alinea's: -60-[al:60]
Referenties naar alinea 706: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
707
410
2059
Youcat ->=geentekst=
410
2059
In de theofanieën en in de Wet
De theofanieën (manifestaties van God) verlichten de weg van de belofte, van de aartsvaders tot Mozes en van Jozua tot de visioenen die aan het begin staan van de zending van de grote profeten. De christelijke overlevering heeft altijd erkend dat in deze theofanieën het Woord van God zich liet zlen en horen: Door de wolk van de heilige Geest werd dit Woord zowel onthuld als "overschaduwd".
De theofanieën (manifestaties van God) verlichten de weg van de belofte, van de aartsvaders tot Mozes en van Jozua tot de visioenen die aan het begin staan van de zending van de grote profeten. De christelijke overlevering heeft altijd erkend dat in deze theofanieën het Woord van God zich liet zlen en horen: Door de wolk van de heilige Geest werd dit Woord zowel onthuld als "overschaduwd".
Referenties naar alinea 707: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
708
122
Youcat ->=geentekst=
122
Deze goddelijke pedagogie komt in het bijzonder naar voren in de gave van de Wet (Ex. 19-20; Deut. 1-11; Deut. 29-30)[[b:Ex. 19-20; Deut. 1-11; Deut. 29-30]]. De Wet is gegeven als een "opvoeder" om het volk naar Christus te voeren" (Gal. 3, 24)[[b:Gal. 3, 24]]. De onmacht echter van de Wet om de mens, verstoken van de "gelijkenis" met God, te redden van de zonde (Rom. 3, 20)[[b:Rom. 3, 20]], wekken het verlangen naar de heilige Geest op. De klachten van de psalmen getuigen hiervan.
Zie ook alinea's: -1961-1964-[al:1961-1964]-122-[al:122]-2585-[al:2585]
Zie ook alinea's: -1961-1964-[al:1961-1964]-122-[al:122]-2585-[al:2585]
Referenties naar alinea 708: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
709
544
2579
Youcat ->=geentekst=
544
2579
Ten tijde van het koninkrijk en de ballingschap
De Wet, het teken van de belofte en het verbond, zou het hart en de instellingen van het volk, geboren uit het geloof van Abraham, hebben moeten leiden. "Als gij aan mijn woord gehoorzaamt en mijn verbond onderhoudt, dan zult gij mijn priesterlijk koninkrijk en mijn heilig volk zijn" (Ex. 19, 5-6)[b:Ex. 19, 5-6] (1 Pt. 2, 9)[[b:1 Pt. 2, 9]]. Na David echter bezwijkt Israël voor de verleiding een koninkrijk te worden, zoals de andere volken. Het koninkrijk, voorwerp van de aan David gedane belofte (2 Sam. 7; Ps. 89; Lc. 1, 32-33)[[b:2 Sam. 7; Ps. 89; Lc. 1, 32-33]], zal nu het werk zijn van de heilige Geest; het zal toebehoren aan de armen van geest.
Zie ook alinea's: -2579-[al:2579]-544-[al:544]
De Wet, het teken van de belofte en het verbond, zou het hart en de instellingen van het volk, geboren uit het geloof van Abraham, hebben moeten leiden. "Als gij aan mijn woord gehoorzaamt en mijn verbond onderhoudt, dan zult gij mijn priesterlijk koninkrijk en mijn heilig volk zijn" (Ex. 19, 5-6)[b:Ex. 19, 5-6] (1 Pt. 2, 9)[[b:1 Pt. 2, 9]]. Na David echter bezwijkt Israël voor de verleiding een koninkrijk te worden, zoals de andere volken. Het koninkrijk, voorwerp van de aan David gedane belofte (2 Sam. 7; Ps. 89; Lc. 1, 32-33)[[b:2 Sam. 7; Ps. 89; Lc. 1, 32-33]], zal nu het werk zijn van de heilige Geest; het zal toebehoren aan de armen van geest.
Zie ook alinea's: -2579-[al:2579]-544-[al:544]
Referenties naar alinea 709: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
710
Youcat ->=geentekst=
Het vergeten van de Wet en de ontrouw aan het verbond lopen uit op de dood, d.w.z. de ballingschap. Schijnbaar is deze de logenstraffing van de beloften, maar in feite is ze de uiting van een mysterievolle trouw van de verlossende God en een begin van een beloofd herstel, maar dan in de Geest. Het Godsvolk moest deze zuivering ondergaan; (Lc. 24, 26)[[b:Lc. 24, 26]] de ballingschap draagt in zich reeds de schaduw van het kruis in Gods heilsbeschikking en de arme rest die eruit terugkeert, is een van de duidelijkste voorafbeeldingen van de Kerk.
Referenties naar alinea 710: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
711
64
436
522
528
Youcat ->=geentekst=
64
436
522
528
De verwachting van de Messias en zijn Geest
"Zie, iets nieuws ga Ik maken" (Jes. 43, 19)[b:Jes. 43, 19]: twee profetische lijnen, waarvan de één gebaseerd is op de verwachting van de Messias en de ander op de aankondiging van een nieuwe Geest, beginnen zich af te tekenen en komen samen in de kleine rest, het volk der armen, (Sef. 2, 3)[[b:Sef. 2, 3]] dat vol hoop wacht op de " vertroosting van Israël" en de "bevrijding van Jeruzalem". (Lc. 2, 25.38)[b:Lc. 2, 25.38]
"Zie, iets nieuws ga Ik maken" (Jes. 43, 19)[b:Jes. 43, 19]: twee profetische lijnen, waarvan de één gebaseerd is op de verwachting van de Messias en de ander op de aankondiging van een nieuwe Geest, beginnen zich af te tekenen en komen samen in de kleine rest, het volk der armen, (Sef. 2, 3)[[b:Sef. 2, 3]] dat vol hoop wacht op de " vertroosting van Israël" en de "bevrijding van Jeruzalem". (Lc. 2, 25.38)[b:Lc. 2, 25.38]
Hierboven is gezegd, hoe Jezus de profetieën die Hem betroffen, vervuld heeft. Hier blijft de behandeling beperkt tot de profetieën waarin de verhouding tussen de Messias en zijn Geest helder tot uitdrukking komt.Zie ook alinea's: -64-[al:64]-522-[al:522]
Referenties naar alinea 711: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
712
436
523
528
Youcat ->=geentekst=
436
523
528
De gelaatstrekken van de verwachte Messias beginnen zich af te tekenen in het Immanuël-boek (Jes. 6-12)[[b:Jes. 6-12]] ("Toen Jesaja de glorie van Christus zag": (Joh. 12, 41)[b:Joh. 12, 41]), in het bijzonder in Jes. 11,1-2:
Een twijg ontspruit aan de stronk van Isaï,Zie ook alinea's: -439-[al:439]
een telg ontbloeit aan zijn wortel.
De geest van Jahwe rust op hem,
een geest van wijsheid en inzicht,
een geest van beleid en sterkte,
een geest van kennis en ontzag voor Jahwe. (Jes. 11, 1-2)[b:Jes. 11, 1-2]
Referenties naar alinea 712: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
713
436
523
528
601
Youcat ->=geentekst=
436
523
528
601
De trekken van de Messias worden vooral in de gezangen over de Dienaar (b:Jes. 42, 1-9; Mt. 12,...)b:Jes. 42, 1-9; Mt. 12, 18-21; Joh. 1, 32-34; vervolgens Jes. 49,1-6; vgl. Mt. 3, 17; Lc. 2, 32, tenslotte Jes. 50,4-10 en Jes. 52,13-53 geopenbaard. Deze liederen kondigen de betekenis van het lijden van Jezus aan en geven zo aan hoe Hij zijn heilige Geest zal uitstorten om de menigte te bezielen: niet van buiten af, maar door ons "bestaan van een slaaf" (Fil. 2, 7)[b:Fil. 2, 7] aan te nemen. Door onze dood op zich te nemen kan Hij ons laten delen in zijn eigen Geest van leven.
Zie ook alinea's: -601-[al:601]
Zie ook alinea's: -601-[al:601]
Referenties naar alinea 713: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
714
436
523
528
Youcat ->=geentekst=
436
523
528
Daarom luidt Christus de verkondiging van de Blijde Boodschap in door de volgende passage uit Jesaja tot de zijne te maken (Lc. 4, 18-19)[b:Lc. 4, 18-19]: (Jes. 61, 1-2)[[b:Jes. 61, 1-2]]
De Geest des Heren is over mij gekomen,
omdat Hij mij gezalfd heeft.
Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen,
aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan blinden dat zij zullen zien;
om verdrukten te laten gaan in vrijheid,
om een genadejaar af te kondigen van de Heer.
Referenties naar alinea 714: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
715
436
523
528
Youcat ->=geentekst=
436
523
528
De profetische teksten die direct verwijzen naar het zenden van de heilige Geest, zijn woorden waarmee God zich tot het hart van zijn volk richt in de taal van de belofte, met de nadruk op "de liefde en de trouw", (Ez. 11, 19; Ez. 36, 25-28; Ez. 37, 1-14; Jer. 31, 31-34; Joël. 3, 1-5)[[b:Ez. 11, 19; Ez. 36, 25-28; Ez. 37, 1-14; Jer. 31, 31-34; Joël. 3, 1-5]] waarvan de heilige Petrus de vervulling zal verkondigen op Pinkstermorgen. (Hand. 2, 17.21)[[b:Hand. 2, 17.21]] Overeenkomstig deze beloften zal de Geest van de Heer in de "eindtijd" het hart van de mensen vernieuwen door er een nieuwe wet in te griffen; Hij zal de verstrooide en verdeelde volken weer verzamelen en met elkaar verzoenen; Hij zal de eerste schepping veranderen en God zal er met de mensen in vrede wonen.
Zie ook alinea's: -214-[al:214]-368-[al:368]
Zie ook alinea's: -214-[al:214]-368-[al:368]
Referenties naar alinea 715: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
716
436
523
528
1286
Youcat ->=geentekst=
436
523
528
1286
Om de komst van Christus voor te bereiden gedurende de tijd van de beloften is het volk van de "armen", ((Vgl. Sef. 2, 3; Ps. 22, 27; Ps. 34, 3; Jes. 49, 13; Jes. 61, 1; enz.))[[b:Sef. 2, 3; Ps. 22, 27; Ps. 34, 3; Jes. 49, 13; Jes. 61, 1]] de nederigen en de zachtmoedigen, die zich geheel en al overgeven aan de mysterievolle heilsbeschikkingen van hun God, zij die op de gerechtigheid wachten en niet op die van de mensen, dit volk is uiteindelijk het grote werk van de verborgen zending van de heilige Geest. Het is de gesteldheid van hun hart, gezuiverd en verlicht door de Geest, die in de psalmen tot uitdrukking komt. Uit deze armen vormt de Geest voor de Heer "een welbereid volk". (Lc. 1, 17)[b:Lc. 1, 17]
Zie ook alinea's: -368-[al:368]
Zie ook alinea's: -368-[al:368]
Referenties naar alinea 716: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - De Geest van Christus in de volheid van de tijd (717-730)
717
523
Youcat ->=geentekst=
523
Johannes, voorloper, profeet en Doper
"Er trad een mens op, een gezondene van God; zijn naam was Johannes" (Joh. 1, 6)[b:Joh. 1, 6]. Johannes wordt "nog in de moederschoot vervuld met de heilige Geest" (Lc. 1, 15)[b:Lc. 1, 15] (Lc. 1, 41)[[b:Lc. 1, 41]], door Christus zelf die de maagd Maria van de heilige Geest ontvangen had. Het "bezoek" van Maria aan Elisabeth is zo "het bezoek van God aan zijn volk" (Lc. 1, 68)[[b:Lc. 1, 68]] geworden.
Zie ook alinea's: -523-[al:523]
"Er trad een mens op, een gezondene van God; zijn naam was Johannes" (Joh. 1, 6)[b:Joh. 1, 6]. Johannes wordt "nog in de moederschoot vervuld met de heilige Geest" (Lc. 1, 15)[b:Lc. 1, 15] (Lc. 1, 41)[[b:Lc. 1, 41]], door Christus zelf die de maagd Maria van de heilige Geest ontvangen had. Het "bezoek" van Maria aan Elisabeth is zo "het bezoek van God aan zijn volk" (Lc. 1, 68)[[b:Lc. 1, 68]] geworden.
Zie ook alinea's: -523-[al:523]
Referenties naar alinea 717: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
718
523
696
Youcat ->=geentekst=
523
696
Johannes is "Elia die moet komen" (Mt. 17, 10-13)[[b:Mt. 17, 10-13]]: het vuur van de Geest woont in hem en doet hem "voorafgaan aan de Heer die komt" (als "voorloper"). In Johannes de voorloper is de heilige Geest voor het laatst bezig "een welbereid volk te vormen voor de Heer" (Lc. 1, 17)[b:Lc. 1, 17].
Zie ook alinea's: -696-[al:696]
Zie ook alinea's: -696-[al:696]
Referenties naar alinea 718: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
(Joh. 1, 21)[b:Joh. 1, 21]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
719
523
535
2684
Youcat ->=geentekst=
523
535
2684
Johannes is méér dan een profeet" (Lc. 7, 26)[[b:Lc. 7, 26]]. In hem voltooit de heilige Geest zijn "spreken door de profeten". Johannes rondt de door Elia begonnen cyclus van profeten af. (Mt. 11, 13-14)[[b:Mt. 11, 13-14]] Hij kondigt de onmiddellijke nabijheid van de vertroosting van Israël aan. Hij is de " stem" van de vertrooster die komt (Joh. 1, 23; Jes. 40, 1-3)[[b:Joh. 1, 23; Jes. 40, 1-3]] Zoals de Geest van de waarheid zal doen, zo "komt hij tot getuigenis, om te getuigen van het licht" (Joh. 1, 7)[b:Joh. 1, 7]. (Joh. 15, 26; Joh. 5, 33)[[b:Joh. 15, 26; Joh. 5, 33]] Met betrekking tot Johannes vervult de Geest zo "het zoeken van de profeten" en het "verlangen" van de engelen (1 Pt. 1, 10-12)[[b:1 Pt. 1, 10-12]]: "Op wie gij de Geest zult zien neerdalen en blijven rusten, Hij is het die doopt met de heilige Geest. Ik heb het zelf gezien en ik heb getuigd: Deze is de Zoon van God (...). Zie, het Lam Gods" (Joh. 1, 33-36)[b:Joh. 1, 33-36].
Zie ook alinea's: -2684-[al:2684]-536-[al:536]
Zie ook alinea's: -2684-[al:2684]-536-[al:536]
Referenties naar alinea 719: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
720
523
535
Youcat ->=geentekst=
523
535
Tenslotte vinden wij bij Johannes de Doper een voorafbeelding en een begin van datgene wat de heilige Geest met en in Christus zal verwezenlijken: het teruggeven van de goddelijke "gelijkenis" aan de mens. Het doopsel van Johannes was een doopsel van bekering. Het doopsel met water en de Geest zal een wedergeboorte zijn. (Joh. 3, 5)[[b:Joh. 3, 5]]
Zie ook alinea's: -535-[al:535]
Zie ook alinea's: -535-[al:535]
Referenties naar alinea 720: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
721
484
963
Youcat ->=geentekst=
484
963
"Verheug u, Begenadigde"
Maria, de volmaakt heilige moeder van God, altijd maagd, is het meesterwerk van de zending van de Zoon en de Geest in de volheid van de tijd. Omdat zijn Geest Maria voorbereid heeft, vindt de Vader overeenkomstig het heilsplan voor het eerst de woning waar zijn Zoon en zijn Geest onder de mensen kunnen verblijven. Het is in deze zin dat de overlevering van de kerk dikwijls de mooiste teksten over de wijsheid toegepast heeft op Maria: (Pr. 8, 1-9, 6; Sir. 24)[[b:Pr. 8, 1-9, 6; Sir. 24]] Maria wordt in de liturgie bezongen en voorgesteld als de "troon van de wijsheid".
In haar beginnen de "wonderen van God" die de Geest tot stand zal brengen in Christus en de Kerk, zichtbaar te worden.
Zie ook alinea's: -484-[al:484]
Maria, de volmaakt heilige moeder van God, altijd maagd, is het meesterwerk van de zending van de Zoon en de Geest in de volheid van de tijd. Omdat zijn Geest Maria voorbereid heeft, vindt de Vader overeenkomstig het heilsplan voor het eerst de woning waar zijn Zoon en zijn Geest onder de mensen kunnen verblijven. Het is in deze zin dat de overlevering van de kerk dikwijls de mooiste teksten over de wijsheid toegepast heeft op Maria: (Pr. 8, 1-9, 6; Sir. 24)[[b:Pr. 8, 1-9, 6; Sir. 24]] Maria wordt in de liturgie bezongen en voorgesteld als de "troon van de wijsheid".
In haar beginnen de "wonderen van God" die de Geest tot stand zal brengen in Christus en de Kerk, zichtbaar te worden.
Zie ook alinea's: -484-[al:484]
Referenties naar alinea 721: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
722
489
963
2676
Youcat ->=geentekst=
489
963
2676
De heilige Geest heeft Maria voorbereid door zijn genade. De moeder van Hem in wie "de godheid in heel haar volheid lijfelijk aanwezig is" (Kol. 2, 9)[b:Kol. 2, 9], moest "vol van genade" zijn. Zij is louter door genade zonder zonde ontvangen als de nederigste van alle schepselen, het meest in staat de onuitsprekelijke gave van de Almachtige te ontvangen. De engel Gabriël begroet haar dan ook terecht als "dochter van Sion": "Verheug u". (Sef. 3, 14; Zach. 2, 14)[[b:Sef. 3, 14; Zach. 2, 14]] Wanneer zij de eeuwige Zoon in zich draagt, doet zij in haar gezang in de heilige Geest de dankzegging van heel het volk van God, en dus van de Kerk naar de Vader opstijgen. (Lc. 1, 46-55)[[b:Lc. 1, 46-55]]
Zie ook alinea's: -489-[al:489]-2676-[al:2676]
Zie ook alinea's: -489-[al:489]-2676-[al:2676]
Referenties naar alinea 722: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
723
485
963
Youcat ->=geentekst=
485
963
In Maria verwezenlijkt de heilige Geest de liefdevolle heilsbeschikking van de Vader. Het is van de heilige Geest dat de Maagd de Zoon van God ontvangt en ter wereld brengt. Haar maagdelijkheid wordt unieke vruchtbaarheid door de kracht van de Geest en het geloof. (Lc. 1, 26-38; Rom. 4, 18-21; Gal. 4, 26-28)[[b:Lc. 1, 26-38; Rom. 4, 18-21; Gal. 4, 26-28]]
Zie ook alinea's: -485-[al:485]
Zie ook alinea's: -485-[al:485]
Referenties naar alinea 723: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
724
208
963
2619
Youcat ->=geentekst=
208
963
2619
In Maria maakt de heilige Geest de Zoon van de Vader, die Zoon van de Maagd geworden is, zichtbaar. Zij is de brandende doornstruik van de definitieve theofanie: vervuld van de heilige Geest toont zij het Woord in de nederigheid van zijn vlees en laat Hem aan de armen (Lc. 1, 15-19)[[b:Lc. 1, 15-19]] en de eerstelingen van de volken (Mt. 2, 11)[[b:Mt. 2, 11]] kennen.
Zie ook alinea's: -208-[al:208]-2619-[al:2619]
Zie ook alinea's: -208-[al:208]-2619-[al:2619]
Referenties naar alinea 724: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
725
963
Youcat ->=geentekst=
963
Tenslotte begint de heilige Geest door Maria de mensen, als "het voorwerp van de welwillende liefde van God," (Lc. 2, 14)[[b:Lc. 2, 14]] tot gemeenschap met Christus te brengen. De eersten die Hem ontvangen, zijn altijd de nederigen: de herders, de wijzen, Simeon en Hanna, het bruidspaar in Kana en de eerste leerlingen.
Zie ook alinea's: -963-[al:963]
Zie ook alinea's: -963-[al:963]
Referenties naar alinea 725: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
726
494
963
2618
Youcat ->=geentekst=
494
963
2618
Aan het einde van deze zending van de Geest wordt Maria de "Vrouw", de nieuwe Eva, "moeder van de levenden", moeder van de "gehele Christus". (Joh. 19, 25-27)[[b:Joh. 19, 25-27]] Als zodanig is zij met de Twaalf, "eensgezind volhardend in het gebed" (Hand. 1, 14)[b:Hand. 1, 14], aanwezig bij de dageraad van de "eindtijd", die de Geest zal inluiden op Pinkstermorgen, wanneer de Kerk te voorschijn treedt.
Zie ook alinea's: -494-[al:494]-2618-[al:2618]
Zie ook alinea's: -494-[al:494]-2618-[al:2618]
Referenties naar alinea 726: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
727
438
536
Youcat ->=geentekst=
438
536
Christus Jezus
De zending van de Zoon en de heilige Geest in de volheid van de tijd ligt volledig vervat in het feit dat de Zoon vanaf zijn menswording de door de Geest van de Vader Gezalfde is: Jezus is de Christus, de Messias.
Heel het tweede hoofdstuk (Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God)[1|+ 507] van de geloofsbelijdenis dient in dit licht gelezen te worden. Heel het werk van Christus is een gezamenlijke zending van de Zoon en de heilige Geest. Hier zij alleen vermeld wat betrekking heeft op de belofte van Jezus de heilige Geest te zenden en op de gave van diezelfde Geest door de verheerlijkte Heer.
Zie ook alinea's: -438-[al:438]-695-[al:695]-536-[al:536]
De zending van de Zoon en de heilige Geest in de volheid van de tijd ligt volledig vervat in het feit dat de Zoon vanaf zijn menswording de door de Geest van de Vader Gezalfde is: Jezus is de Christus, de Messias.
Heel het tweede hoofdstuk (Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God)[1|+ 507] van de geloofsbelijdenis dient in dit licht gelezen te worden. Heel het werk van Christus is een gezamenlijke zending van de Zoon en de heilige Geest. Hier zij alleen vermeld wat betrekking heeft op de belofte van Jezus de heilige Geest te zenden en op de gave van diezelfde Geest door de verheerlijkte Heer.
Zie ook alinea's: -438-[al:438]-695-[al:695]-536-[al:536]
Referenties naar alinea 727: 2
De Griekse en Latijnse tradities aangaande de voortkomst van de Heilige Geest ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
728
2615
2615
Jezus openbaart de Heilige Geest niet ten volle, zolang Hijzelf niet verheerlijkt is door zijn dood en verrijzenis. Hij laat geleidelijk aan een glimp van Hem zien, zelfs in zijn onderricht aan de menigten, wanneer Hij openbaart dat zijn vlees voedsel voor het leven van de wereld zal zijn. (Joh. 6, 27.51.62-63)[[b:Joh. 6, 27.51.62-63]] Hij laat ook een glimp van Hem zien aan Nikodemus, (Joh. 3, 5-8)[[b:Joh. 3, 5-8]] de Samaritaanse (Joh. 4, 10.14.23-24)[[b:Joh. 4, 10.14.23-24]] en aan hen die deelnemen aan het Loofhuttenfeest. (Joh. 7, 37-39)[[b:Joh. 7, 37-39]] Tegen zijn leerlingen spreekt Hij openlijk over Hem naar aanleiding van het gebed (Lc. 11, 13)[[b:Lc. 11, 13]] en het getuigenis dat zij zullen moeten afleggen. (Mt. 10, 19-20)[[b:Mt. 10, 19-20]]
Zie ook alinea's: -2615-[al:2615]
Zie ook alinea's: -2615-[al:2615]
Referenties naar alinea 728: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
729
388
1432
1433
388
1432
1433
Pas wanneer het uur gekomen is waarop Hij verheerlijkt zal worden, belooft Jezus de komst van de heilige Geest, aangezien zijn dood en verrijzenis de vervulling van de aan de vaderen gedane belofte zullen zijn: (Joh. 14, 16-17.26; Joh. 15, 26; Joh. 16, 7-15; Joh. 17, 26)[[b:Joh. 14, 16-17.26; Joh. 15, 26; Joh. 16, 7-15; Joh. 17, 26]] de Geest van waarheid, de andere Paracleet, zal op Jezus' gebed door de Vader gegeven worden. Hij zal door de Vader in naam van Jezus gezonden worden; Jezus zal Hem zenden, wanneer Hij bij de Vader is, want Hij is voortgekomen uit de Vader. De heilige Geest zal komen, wij zullen Hem kennen en Hij zal voor altijd bij ons zijn, Hij zal bij ons verblijven; Hij zal ons alles onderrichten en zal ons in herinnering brengen alles wat Christus gezegd heeft, en Hij zal getuigenis van Hem afleggen; Hij zal ons leiden naar de gehele waarheid en zal Christus verheerlijken. Hij zal de wereld het overtuigend bewijs leveren van wat zonde, gerechtigheid en oordeel is.
Zie ook alinea's: -388-[al:388]-1433-[al:1433]
Zie ook alinea's: -388-[al:388]-1433-[al:1433]
Referenties naar alinea 729: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
730
850
850
Tenslotte komt Jezus' uur. (Joh. 13, 1; Joh. 17, 1)[[b:Joh. 13, 1; Joh. 17, 1]] Jezus beveelt zijn geest in de handen van de Vader (Lc. 23, 46; Joh. 19, 30)[[b:Lc. 23, 46; Joh. 19, 30]] op het ogenblik dat Hij door zijn dood de overwinnaar van de dood is, zodat Hij, "door de macht van de Vader uit de doden opgewekt" (Rom. 6,4), onmiddellijk de heilige Geest schenkt door over zijn leerlingen "te blazen". (Joh. 20, 22)[[b:Joh. 20, 22]] Vanaf dit uur wordt de zending van Christus en de Geest de zending van de kerk. "Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u" (Joh. 20, 21)[b:Joh. 20, 21]. (Mt. 28, 19; Lc. 24, 47-48; Hand. 1, 8)[[b:Mt. 28, 19; Lc. 24, 47-48; Hand. 1, 8]]
Zie ook alinea's: -850-[al:850]
Zie ook alinea's: -850-[al:850]
Referenties naar alinea 730: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V. - De Geest en de Kerk in de eindtijd (731-741)
731
767
1302
2623
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
767
1302
2623
Pinksteren
Op de dag van Pinksteren (aan het einde van de zeven weken van de Paastijd) wordt het Pasen van Christus vervuld in de uitstorting van de Heilige Geest, die getoond, gegeven en meegedeeld wordt als goddelijke persoon: vanuit zijn volheid verspreidt Christus, de Heer, de Geest in overvloed. (Hand. 2, 33-36)[[b:Hand. 2, 33-36]]
Zie ook alinea's: -2623-[al:2623]-767-[al:767]-1302-[al:1302]
Op de dag van Pinksteren (aan het einde van de zeven weken van de Paastijd) wordt het Pasen van Christus vervuld in de uitstorting van de Heilige Geest, die getoond, gegeven en meegedeeld wordt als goddelijke persoon: vanuit zijn volheid verspreidt Christus, de Heer, de Geest in overvloed. (Hand. 2, 33-36)[[b:Hand. 2, 33-36]]
Zie ook alinea's: -2623-[al:2623]-767-[al:767]-1302-[al:1302]
Referenties naar alinea 731: 3
Dies Domini ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
732
244
672
1386
Youcat ->=geentekst=
244
672
1386
Op deze dag wordt de Heilige Drie-eenheid ten volle geopenbaard. Sinds deze dag wordt het door Christus aangekondigde koninkrijk opengesteld voor hen die in Hem geloven: als mensen van vlees en bloed hebben zij in het geloof reeds deel aan de gemeenschap van de Heilige Drie-eenheid. Door zijn komst - en deze blijft voortduren - doet de Heilige Geest de wereld binnengaan in de "eindtijd", de tijd van de kerk, het reeds geërfde, maar nog niet voltooide koninkrijk.
Wij hebben het ware licht gezien, wij hebben de hemelse Geest ontvangen, wij hebben het ware geloof gevonden: wij aanbidden de ondeelbare Drie-eenheid, want Zij is het die ons gered heeft. Byzantijnse liturgie,...Byzantijnse liturgie, Troparion van de vespers van Pinksteren; dit wordt overgenomen in de Eucharistieviering na de CommunieZie ook alinea's: -244-[al:244]-672-[al:672]
Referenties naar alinea 732: 2
Dies Domini ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
733
221
1520
Youcat ->=geentekst=
221
1520
De Heilige Geest - gave van God
"God is liefde" (1 Joh. 4, 8.16)[b:1 Joh. 4, 8.16] en de liefde is de eerste gave, zij omvat alle andere. Deze liefde "heeft God in ons hart uitgestort door de Heilige Geest die ons werd geschonken " (Rom. 5, 5)[b:Rom. 5, 5].
Zie ook alinea's: -218-[al:218]
"God is liefde" (1 Joh. 4, 8.16)[b:1 Joh. 4, 8.16] en de liefde is de eerste gave, zij omvat alle andere. Deze liefde "heeft God in ons hart uitgestort door de Heilige Geest die ons werd geschonken " (Rom. 5, 5)[b:Rom. 5, 5].
Zie ook alinea's: -218-[al:218]
Referenties naar alinea 733: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
734
1987
1987
Omdat wij gestorven, of minstens gewond zijn door de zonde, is de eerste uitwerking van de gave van de liefde de vergeving van onze zonden. Dat is "de gemeenschap van de heilige Geest" (2 Kor. 13, 13)[b:2 Kor. 13, 13] die in de Kerk aan de gedoopten de goddelijke gelijkenis teruggeeft die door de zonde verloren was gegaan.
Zie ook alinea's: -1987-[al:1987]
Zie ook alinea's: -1987-[al:1987]
Referenties naar alinea 734: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
735
1824
1824
God schenkt dan de "waarborg" of "de eerstelingen" van onze erfenis: (Rom. 8, 23; 2 Kor. 1, 22)[[b:Rom. 8, 23; 2 Kor. 1, 22]] het leven zelf van de Heilige Drie-eenheid, dat bestaat uit liefhebben, "zoals Hij ons heeft liefgehad". (1 Joh. 4, 11-12)[[b:1 Joh. 4, 11-12]] Deze liefde (1 Kor. 13)[[b:1 Kor. 13]] is de oorsprong van het nieuwe leven in Christus, dat mogelijk geworden is, aangezien wij "kracht ontvangen hebben van de Heilige Geest" (Hand. 1, 8)[b:Hand. 1, 8].
Zie ook alinea's: -1822-[al:1822]
Zie ook alinea's: -1822-[al:1822]
Referenties naar alinea 735: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
736
1624
1832
1624
1832
Het is door deze kracht van de Geest dat de kinderen van God vrucht kunnen dragen. Hij die ons op de ware wijnstok geënt heeft, zal ons "de vrucht van de Geest die liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid" (Gal. 5, 22-23)[b:Gal. 5, 22-23] is, doen dragen. "De Geest is ons leven"; hoe meer wij onszelf verloochenen, (Mt. 16, 24-26)[[b:Mt. 16, 24-26]] des te meer "zullen wij leven door de Geest" (Gal. 5, 25)[b:Gal. 5, 25].
Door de heilige Geest wordt de toelating tot het paradijs weer mogelijk gemaakt; door Hem vindt het opgaan naar de hemel plaats, de terugkeer naar de aanname als kinderen; door Hem bestaat wederom de vrijmoedigheid God Vader te noemen, kan men weer deelhebben aan de genade van Christus, kind van het licht genoemd worden en de eeuwige heerlijkheid genieten. 15,36, vert. uit Gr.[[881]]Zie ook alinea's: -1832-[al:1832]
Referenties naar alinea 736: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
737
91
798
1092
1697
91
798
1092
1697
De Heilige Geest en de Kerk
De zending van Christus en de Heilige Geest wordt in de Kerk, het lichaam van Christus en de tempel van de Heilige Geest, verwezenlijkt. Deze gezamenlijke zending maakt voortaan de gelovigen van Christus deelgenoot aan zijn gemeenschap met de Vader in de Heilige Geest: de Geest bereidt de mensen voor, Hij is jegens hen voorkomend met zijn genade om hen naar Christus toe te trekken. Hij laat hun de verrezen Heer zien, Hij brengt hun zijn woord in herinnering en opent hun geest voor het begrijpen van zijn dood en verrijzenis. Hij stelt hun bij uitstek in de Eucharistie het mysterie van Christus tegenwoordig om hen te verzoenen, tot gemeenschap met God te brengen, om hen "veel vrucht" te laten dragen (Joh. 15, 5.8.16)[b:Joh. 15, 5.8.16].
Zie ook alinea's: -787-789-[al:787-789]-1093-1102-[al:1093-1102]-1103-1109-[al:1103-1109]
De zending van Christus en de Heilige Geest wordt in de Kerk, het lichaam van Christus en de tempel van de Heilige Geest, verwezenlijkt. Deze gezamenlijke zending maakt voortaan de gelovigen van Christus deelgenoot aan zijn gemeenschap met de Vader in de Heilige Geest: de Geest bereidt de mensen voor, Hij is jegens hen voorkomend met zijn genade om hen naar Christus toe te trekken. Hij laat hun de verrezen Heer zien, Hij brengt hun zijn woord in herinnering en opent hun geest voor het begrijpen van zijn dood en verrijzenis. Hij stelt hun bij uitstek in de Eucharistie het mysterie van Christus tegenwoordig om hen te verzoenen, tot gemeenschap met God te brengen, om hen "veel vrucht" te laten dragen (Joh. 15, 5.8.16)[b:Joh. 15, 5.8.16].
Zie ook alinea's: -787-789-[al:787-789]-1093-1102-[al:1093-1102]-1103-1109-[al:1103-1109]
Referenties naar alinea 737: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
738
849
1697
Youcat ->=geentekst=
849
1697
Zo is de zending van de Kerk geen toevoeging aan die van Christus en de heilige Geest, maar zij is er het sacrament van: in heel haar wezen en in al haar leden wordt zij gezonden om het mysterie van de gemeenschap van de heilige Drie-eenheid te verkondigen en ervan te getuigen, het te actualiseren en te verbreiden (dit zal het onderwerp zijn van het volgende artikel ("Ik geloof in de heilige, katholieke Kerk")[1|+ 892]).
Wij allen die de ene en dezelfde Geest, d.w.z. de heilige Geest ontvangen hebben, worden daardoor op de een of andere wijze niet alleen met elkaar, maar ook met God verenigd. Want al zijn wij, ieder op zich beschouwd, met velen en doet Christus de Geest van de Vader en van zichzelf in ieder van ons wonen, dan is het toch die ene, ondeelbare Geest die de geesten die in ieder afzonderlijk, gescheiden van de ene Geest, bestaan, verenigt (...) en ervoor zorgt dat in Hem allen als het ware één lijken. Evenals immers de macht van het heilig lichaam van Christus diegenen in wie Hij is, tot één lichaam maakt, zo brengt, naar mijn mening, ook de ene Geest van God, die in allen onverdeeld woont, allen tot één eenheid van geest. 11,11 vert. uit Gr.[[1175]]Zie ook alinea's: -850-[al:850]-777-[al:777]
Referenties naar alinea 738: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
739
536
1076
1287
1697
Youcat ->=geentekst=
536
1076
1287
1697
Aangezien de Heilige Geest de zalving van Christus is, is het Christus, het hoofd van het lichaam, die Hem verspreidt in zijn ledematen om deze te voeden, te genezen, te ordenen in hun onderling functioneren, te bezielen, uit te zenden als getuigen, deelgenoot te maken aan zijn offer aan de Vader en zijn voorspraak voor de hele wereld. Het is door de Sacramenten van de Kerk dat Christus zijn heilige en heiligende Geest meedeelt aan de ledematen van zijn lichaam (dit zal het onderwerp zijn van het tweede deel (De viering van het Christusmysterie)[1|+ 1258] van de Catechismus).
Zie ook alinea's: -1076-[al:1076]
Zie ook alinea's: -1076-[al:1076]
Referenties naar alinea 739: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
740
1697
Youcat ->=geentekst=
1697
Deze "wonderen van God", aangeboden aan de gelovigen in de Sacramenten van de Kerk, dragen hun vruchten in het nieuwe leven in Christus, overeenkomstig de Geest (dit zal het onderwerp zijn van het derde deel (Het leven in Christus)[1|+ 1979] van de Catechismus).
Referenties naar alinea 740: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
741
1697
1995
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1697
1995
"De Geest komt onze zwakheid te hulp, want wij weten niet eens hoe wij behoren te bidden, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen" (Rom. 8, 26)[b:Rom. 8, 26]. De Heilige Geest, die Gods werken tot stand brengt, is de meester van het gebed (dit zal het onderwerp zijn van het vierde deel (Het christelijk gebed)[1|+ 2981] van de Catechismus).
Referenties naar alinea 741: 3
Eén in de Heilige Geest de wereld veranderen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (742-747)
742
"Het bewijs dat ge zonen zijt: God heeft de Geest van zijn Zoon in ons hart gezonden, die roept: Abba, Vader" (Gal. 4, 6)[b:Gal. 4, 6].
Referenties naar alinea 742: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
743
Vanaf het begin tot de voleinding van de tijd, wanneer God zijn Zoon zendt, zendt Hij voortdurend zijn Geest: hun zending is gezamenlijk en niet te scheiden.
Referenties naar alinea 743: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
744
In de volheid van de tijd brengt de heilige Geest alle voorbereidingen op de komst van Christus onder het volk van God in Maria tot vervulling. Door de werking van de heilige Geest in haar geeft de Vader aan de wereld de Immanuël, "God met ons" (Mt. 1, 23)[b:Mt. 1, 23].
Referenties naar alinea 744: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
745
De Zoon van God is tot Christus (Messias) gewijd door de zalving met de heilige Geest bij zijn menswording. (Ps. 2, 6-7)[[b:Ps. 2, 6-7]]
Referenties naar alinea 745: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
746
Door zijn dood en verrijzenis is Jezus Heer en Christus gemaakt in heerlijkheid (Hand. 2, 36)[[b:Hand. 2, 36]]. Vanuit zijn volheid stort Hij de heilige Geest uit over zijn apostelen en de Kerk.
Referenties naar alinea 746: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
747
De Heilige Geest die Christus, het hoofd, uitstort over zijn ledematen, bouwt, bezielt en heiligt de Kerk. Zij is het sacrament van de gemeenschap van de Heilige Drie-eenheid en de mensen.
Referenties naar alinea 747: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 9 - "Ik geloof in de heilige, Katholieke Kerk" (748-975)
748
"Omdat Christus het licht der volken is, is het de vurige wens van dit heilig concilie, in de Heilige Geest vergaderd, alle mensen te verlichten met het stralend licht van Christus dat zich op het gelaat van de Kerk weerspiegelt, Lumen Gentium, 1[[617|1]] door aan ieder schepsel het Evangelie te verkondigen". Het is met deze woorden dat "de dogmatische constitutie over de Kerk[617]" van het Tweede Vaticaans Concilie opent. Daardoor laat het Concilie zien dat het geloofsartikel over de Kerk geheel afhangt van alle artikelen die op Christus Jezus betrekking hebben. De Kerk heeft geen ander licht dan dat van Christus; zij is, overeenkomstig een beeld dat de Kerkvaders dierbaar is, te vergelijken met de maan waarvan alle licht een weerkaatsing van de zon is.
Referenties naar alinea 748: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
749
Youcat ->=geentekst=
Het artikel over de Kerk hangt ook geheel af van dat over de Heilige Geest, dat eraan voorafgaat. "Immers, nadat wij hebben laten zien dat de heilige Geest de bron en de gever is van alle heiligheid, belijden wij nu dat door dezelfde Geest de Kerk met heiligheid begiftigd is". 1,10,1 vert. uit Lat.[[830]] De Kerk is overeenkomstig de uitdrukking van de Kerkvaders de plaats "waar de Geest bloeit". 35 (41)[[1159|+145+132]]
Referenties naar alinea 749: 2
Wereldcongres 1998 van kerkelijke bewegingen en nieuwe gemeenschappen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
750
169
811
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
169
811
Geloven dat de Kerk "heilig" en "katholiek" is, dat ze "één" en "apostolisch" is (zoals de Credo van Nicea - Constantinopel[66] eraan toevoegt), is onlosmakelijk verbonden met het geloof in God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Latijnse tekst van de Symbolum Apostolorum[562] zegt dan ook dat wij een heilige kerk geloven ("Credo {..} ecclesiam") en niet geloven in de Kerk, om God en zijn werken niet te verwarren en om duidelijk aan de goedheid van God alle gaven toe te schrijven, die Hij in zijn Kerk gelegd heeft, toe te schrijven. vgl: 1,10,22 vert. uit Lat.[[[830]]]
Zie ook alinea's: -811-[al:811]-169-[al:169]
Zie ook alinea's: -811-[al:811]-169-[al:169]
Referenties naar alinea 750: 2
Youcat ->=geentekst=De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1. - De Kerk in Gods heilsbeschikking (751-780)
- I. - De namen en de beelden van de Kerk (751-757)
751
In het Nieuwe Testament wordt de gemeente van Christus "Ekklesia" genoemd, wat letterlijk "bijeenroeping" betekent (van het Griekse ek-kalein, "naar buiten roepen"). Het woord "ekklesia" (Latijn: "ecclesia", Frans: "église") duidt bijeenkomsten van het volk aan, in het algemeen van religieuze aard. (Hand. 19, 39)[[b:Hand. 19, 39]] Het is een term die in de Griekse vertaling van het Oude Testament vaak gebruikt wordt voor bijeenkomsten van het uitverkoren volk ten overstaan van God, vooral voor de bijeenkomst bij de Sinaï, waar Israël de Wet ontving en door God tot zijn heilige volk gemaakt werd. (Ex. 19)[[b:Ex. 19]] Door zich "ekklesia" te noemen, erkent de eerste gemeenschap van hen die in Christus geloofden, dat zij de erfgename van deze bijeenkomst is. In de "ekklesia" (kerk) "roept" God zijn volk van alle uithoeken der aarde "bijeen". De term kyriakè waarvan church, Kirche en Kerk afgeleid zijn, betekent "zij die de Heer toebehoort".
Referenties naar alinea 751: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
752
1140
1140
In het christelijk taalgebruik betekent het woord "ekklesia" (Kerk) de liturgische bijeenkomst, (1 Kor. 11, 18; 1 Kor. 14, 19.28.34.35)[[b:1 Kor. 11, 18; 1 Kor. 14, 19.28.34.35]] maar ook de plaatselijke gemeenschap (1 Kor. 1, 2; 1 Kor. 16, 1)[[b:1 Kor. 1, 2; 1 Kor. 16, 1]] of de hele universele gemeenschap van gelovigen. (1 Kor. 15, 9; Gal. 1, 13; Fil. 3, 6)[[b:1 Kor. 15, 9; Gal. 1, 13; Fil. 3, 6]] Deze drie betekenissen zijn inderdaad niet van elkaar te scheiden. "De Kerk" is het volk dat God in de hele wereld verzamelt. Zij bestaat in de plaatselijke gemeenschappen en verwerkelijkt zich als een liturgische, vooral eucharistische bijeenkomst. Zij leeft van het woord en van het lichaam van Christus en wordt zo zelf het lichaam van Christus.
Zie ook alinea's: -1140-[al:1140]-832-[al:832]-830-[al:830]
Zie ook alinea's: -1140-[al:1140]-832-[al:832]-830-[al:830]
Referenties naar alinea 752: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
753
2045
2045
De symbolen van de Kerk
In de heilige Schrift vinden wij een groot aantal samenhangende beelden en voorstellingen, waarin de openbaring over het onuitputtelijk mysterie van de kerk spreekt. De aan het Oude Testament ontleende beelden vormen variaties op een grondgedachte: die van het "volk Gods". In het Nieuwe Testament (Ef. 1, 22; Kol. 1, 18)[[b:Ef. 1, 22; Kol. 1, 18]] centreren als deze beelden zich rond een nieuw middelpunt omdat Christus "het hoofd" wordt van dit volk, Lumen Gentium, 9[[617|9]] dat sindsdien Zijn lichaam is. Rondom dit middelpunt zijn beelden gegroepeerd "die hetzij aan het herdersleven of de landbouw, hetzij aan de bouwnijverheid of ook aan het gezin of aan het huwelijk ontleend zijn". vert. uit Lat.[[617|6]]
Zie ook alinea's: -781-[al:781]-789-[al:789]
In de heilige Schrift vinden wij een groot aantal samenhangende beelden en voorstellingen, waarin de openbaring over het onuitputtelijk mysterie van de kerk spreekt. De aan het Oude Testament ontleende beelden vormen variaties op een grondgedachte: die van het "volk Gods". In het Nieuwe Testament (Ef. 1, 22; Kol. 1, 18)[[b:Ef. 1, 22; Kol. 1, 18]] centreren als deze beelden zich rond een nieuw middelpunt omdat Christus "het hoofd" wordt van dit volk, Lumen Gentium, 9[[617|9]] dat sindsdien Zijn lichaam is. Rondom dit middelpunt zijn beelden gegroepeerd "die hetzij aan het herdersleven of de landbouw, hetzij aan de bouwnijverheid of ook aan het gezin of aan het huwelijk ontleend zijn". vert. uit Lat.[[617|6]]
Zie ook alinea's: -781-[al:781]-789-[al:789]
Referenties naar alinea 753: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
754
"De kerk is immers de schaapstal waarvan Christus de enige en noodzakelijke toegangsdeur is. (Joh. 10, 1-10)[[b:Joh. 10, 1-10]] Zij is ook de kudde waarvan God zelf op voorhand heeft aangekondigd dat Hij de herder zou zijn. (Jes. 40, 11; Ez. 34, 11-31)[[b:Jes. 40, 11; Ez. 34, 11-31]] De schapen van deze kudde worden, ook al staan er menselijke herders aan hun hoofd, toch voortdurend geleid en gevoed door Christus zelf, de Goede Herder en de opperherder, (Joh. 10, 11; 1 Pt. 5, 4)[[b:Joh. 10, 11; 1 Pt. 5, 4]] die zijn leven heeft gegeven voor zijn schapen. (Joh. 10, 11-15)[[b:Joh. 10, 11-15]]" Lumen Gentium, 6[[617|6]]Zie ook alinea's: -857-[al:857]
Referenties naar alinea 754: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
755
787
787
De Kerk is Gods bouwland, Gods akker (1 Kor. 3, 9)[b:1 Kor. 3, 9]. Op deze akker groeit de oude olijfboom waarvan de aartsvaders de heilige wortel waren en waarin de verzoening tussen joden en heidenen tot stand komt en tot stand zal komen. (Rom. 11, 13-26)[[b:Rom. 11, 13-26]] De Kerk werd door de hemelse wijnbouwer geplant als een uitgelezen wijngaard. ((Vgl. Mt. 21, 33-43; par.))[[b:Mt. 21, 33-43]] (Jes. 5, 1-7)[[b:Jes. 5, 1-7]] De ware wijnstok is Christus: Hij geeft leven en vruchtbaarheid aan de ranken die wij zijn: door de Kerk blijven wij in Hem, zonder wie wij niets kunnen (Joh. 15, 1-5)[b:Joh. 15, 1-5].Zie ook alinea's: -795-[al:795]
Referenties naar alinea 755: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
756
Heel vaak wordt de Kerk ook Gods bouwwerk (1 Kor. 3, 9)[[b:1 Kor. 3, 9]] genoemd. De Heer heeft zichzelf vergeleken met de steen die door de bouwlieden is afgekeurd en die de hoeksteen is geworden ((Mt. 21, 42; par.))[b:Mt. 21, 42]. (Hand. 4, 11; 1 Pt. 2, 7; Ps. 118, 22)[[b:Hand. 4, 11; 1 Pt. 2, 7; Ps. 118, 22]] Op dit fundament bouwden de apostelen de Kerk (1 Kor. 3, 11)[[b:1 Kor. 3, 11]] en vanuit dit fundament ontvangt zij hechtheid en samenhang. Dit bouwwerk wordt op verschillende manieren aangeduid: huis Gods (1 Tim. 3, 15)[[b:1 Tim. 3, 15]], waarin zijn familie woont, de woonstede van God in de Geest (Ef. 2, 19-22)[[b:Ef. 2, 19-22]], Gods woning onder de mensen (Openb. 21, 3)[[b:Openb. 21, 3]], en vooral de heilige tempel die, vertegenwoordigd door heiligdommen van steen, het voorwerp is van de lof van de heilige Kerkvaders en in de liturgie terecht vergeleken wordt met de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem. Wij zijn immers in haar hier op aarde als de levende stenen die in de bouw worden ingevoegd (1 Pt. 2, 5)[[b:1 Pt. 2, 5]]. Deze heilige stad ziet Johannes uit de hemel van God neerdalen op het uur dat de wereld zich zal vernieuwen, "gereed als een bruid die zich voor haar man heeft getooid" (Openb. 21, 1-2)[b:Openb. 21, 1-2] Lumen Gentium, 6[[617|6]]Zie ook alinea's: -857-[al:857]-797-[al:797]-1045-[al:1045]
Referenties naar alinea 756: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
757
796
796
De Kerk wordt ook nog "het Jeruzalem van omhoog" en "onze moeder" (Gal. 4, 26)[b:Gal. 4, 26] genoemd; (Openb. 12, 17)[[b:Openb. 12, 17]] zij wordt beschreven als de vlekkeloze bruid van het vlekkeloos Lam (Openb. 19, 7; Openb. 21, 2.9; Openb. 22, 17)[b:Openb. 19, 7; Openb. 21, 2.9; Openb. 22, 17] die Christus "heeft liefgehad, voor wie Hij zich heeft overgeleverd om haar te heiligen" (Ef. 5, 25-26)[b:Ef. 5, 25-26], die Hij door een onverbreekbaar verbond aan zich gebonden heeft, die Hij niet ophoudt "te voeden en te koesteren" (Ef. 5, 29)[b:Ef. 5, 29]. Lumen Gentium, 6[[617|6]]Zie ook alinea's: -507-[al:507]-796-[al:796]-1616-[al:1616]
Referenties naar alinea 757: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Oorsprong, stichting en zending van de Kerk (758-769)
758
257
Youcat ->=geentekst=
257
Om het mysterie van de Kerk te doorgronden moet men allereerst nadenken over haar oorsprong in het heilsplan van de heiligste Drie-eenheid en over haar geleidelijke verwezenlijking in de geschiedenis.
Zie ook alinea's: -257-[al:257]
Zie ook alinea's: -257-[al:257]
Referenties naar alinea 758: 2
Pastores Gregis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
759
1655
Youcat ->=geentekst=
1655
Een plan, geboren in het hart van de Vader
"De eeuwige Vader heeft door de absoluut vrije en mysterieuze beschikking van zijn wijsheid en goedheid heel de wereld geschapen; Hij heeft besloten de mensen te verheffen tot deelname aan zijn goddelijk leven", waartoe Hij alle mensen in zijn Zoon oproept: "Allen die in Christus geloven, heeft de Vader willen roepen om de heilige Kerk te vormen". Deze "familie van God" vormt en verwezenlijkt zich geleidelijk in de verschillende fases van de menselijke geschiedenis overeenkomstig de beschikkingen van de Vader: immers, de Kerk is "voorafgebeeld vanaf de oorsprong van de wereld; zij is op wonderbaarlijke wijze voorbereid in de geschiedenis van het volk van Israël en in het Oude Verbond; zij is ingesteld in de eindtijd; zij werd openbaar gemaakt dankzij de uitstorting van de heilige Geest en op het einde der eeuwen zal zij voltooid worden in heerlijkheid". vert. uit Lat.[[617|2]]
Zie ook alinea's: -293-[al:293]-1655-[al:1655]
"De eeuwige Vader heeft door de absoluut vrije en mysterieuze beschikking van zijn wijsheid en goedheid heel de wereld geschapen; Hij heeft besloten de mensen te verheffen tot deelname aan zijn goddelijk leven", waartoe Hij alle mensen in zijn Zoon oproept: "Allen die in Christus geloven, heeft de Vader willen roepen om de heilige Kerk te vormen". Deze "familie van God" vormt en verwezenlijkt zich geleidelijk in de verschillende fases van de menselijke geschiedenis overeenkomstig de beschikkingen van de Vader: immers, de Kerk is "voorafgebeeld vanaf de oorsprong van de wereld; zij is op wonderbaarlijke wijze voorbereid in de geschiedenis van het volk van Israël en in het Oude Verbond; zij is ingesteld in de eindtijd; zij werd openbaar gemaakt dankzij de uitstorting van de heilige Geest en op het einde der eeuwen zal zij voltooid worden in heerlijkheid". vert. uit Lat.[[617|2]]
Zie ook alinea's: -293-[al:293]-1655-[al:1655]
Referenties naar alinea 759: 2
Pastores Gregis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
760
Youcat ->=geentekst=
De Kerk - voorafgebeeld vanaf de oorsprong van de wereld
"De wereld werd met het oog op de Kerk geschapen", zeiden de christenen uit de eerste tijden. Vis. 2,4,1[[2277]] 16,6[[3087]] 2,7[[1127]] God heeft de wereld geschapen met het oog op de deelname aan zijn goddelijk leven, een deelname die verwezenlijkt wordt door het "bijeenroepen" van de mensen in Christus en dit "bijeenroepen" is de Kerk. De Kerk is het doel van alles vgl: 1,1,5[[[1142]]] en zelfs de smartelijke wederwaardigheden, zoals de val van de engelen en de zonde van de mens, werden door God slechts toegelaten als gelegenheid en middel om heel de kracht van zijn arm te ontplooien, om de volle maat van zijn liefde die Hij de wereld wilde schenken, te ontvouwen.
"De wereld werd met het oog op de Kerk geschapen", zeiden de christenen uit de eerste tijden. Vis. 2,4,1[[2277]] 16,6[[3087]] 2,7[[1127]] God heeft de wereld geschapen met het oog op de deelname aan zijn goddelijk leven, een deelname die verwezenlijkt wordt door het "bijeenroepen" van de mensen in Christus en dit "bijeenroepen" is de Kerk. De Kerk is het doel van alles vgl: 1,1,5[[[1142]]] en zelfs de smartelijke wederwaardigheden, zoals de val van de engelen en de zonde van de mens, werden door God slechts toegelaten als gelegenheid en middel om heel de kracht van zijn arm te ontplooien, om de volle maat van zijn liefde die Hij de wereld wilde schenken, te ontvouwen.
Evenals de wil van God een handeling is en deze wereld heet, zo is zijn bedoeling het heil van de mensen en deze heet Kerk. 1,6, vert. uit Gr.[[1194]]Zie ook alinea's: -294-[al:294]-309-[al:309]
Referenties naar alinea 760: 2
Pastores Gregis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
761
55
55
De Kerk - voorbereid in het Oude Verbond
Het verzamelen van het volk van God begint op het ogenblik dat de zonde een einde maakt aan de gemeenschap van de mensen met God en hun gemeenschap onderling. Het verzamelen van de Kerk is, om zo te zeggen, de reactie van God op de door de zonde veroorzaakte chaos. Deze hereniging komt op verborgen wijze te midden van alle volken tot stand: "Ieder, uit welk volk ook, die God vreest en het goede doet, is Hem welgevallig" (Hand. 10, 35)[b:Hand. 10, 35]. vgl: Lumen Gentium, 9,13,16[[[617|9.13.16]]]
Zie ook alinea's: -55-[al:55]
Het verzamelen van het volk van God begint op het ogenblik dat de zonde een einde maakt aan de gemeenschap van de mensen met God en hun gemeenschap onderling. Het verzamelen van de Kerk is, om zo te zeggen, de reactie van God op de door de zonde veroorzaakte chaos. Deze hereniging komt op verborgen wijze te midden van alle volken tot stand: "Ieder, uit welk volk ook, die God vreest en het goede doet, is Hem welgevallig" (Hand. 10, 35)[b:Hand. 10, 35]. vgl: Lumen Gentium, 9,13,16[[[617|9.13.16]]]
Zie ook alinea's: -55-[al:55]
Referenties naar alinea 761: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
762
60
122
522
1093
60
122
522
1093
De verwijderde voorbereiding van het verzamelen van Gods volk begint met de roeping van Abraham, aan wie God belooft dat hij de vader van een groot volk zal worden. (Gen. 12, 2; Gen. 15, 5-6)[[b:Gen. 12, 2; Gen. 15, 5-6]] De directe voorbereiding begint met de uitverkiezing van Israël als het volk van God. (Ex. 19, 5-6; Deut. 7, 6)[[b:Ex. 19, 5-6; Deut. 7, 6]] Door zijn uitverkiezing moet Israël het teken zijn van de toekomstige verzameling van alle volken. (Jes. 2, 2-5; Mi. 4, 1-4)[[b:Jes. 2, 2-5; Mi. 4, 1-4]] Maar reeds de profeten beschuldigen Israël ervan dat het het verbond verbroken heeft en zich als een ontuchtige vrouw gedraagt. ((Vgl. Hos. 1; Jes. 1, 2-4; Jer. 2; enz.))[[b:Hos. 1; Jes. 1, 2-4; Jer. 2]] Zij kondigen een nieuw en eeuwig Verbond aan. (Jer. 31, 31-34; Jes. 55, 3)[[b:Jer. 31, 31-34; Jes. 55, 3]] "Dat Nieuwe Verbond heeft Christus ingesteld". Lumen Gentium, 9[[617|9]]
Zie ook alinea's: -122-[al:122]-522-[al:522]-60-[al:60]-64-[al:64]
Zie ook alinea's: -122-[al:122]-522-[al:522]-60-[al:60]-64-[al:64]
Referenties naar alinea 762: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
763
541
Youcat ->=geentekst=
541
De Kerk - door Christus Jezus ingesteld
Het komt de Zoon toe het heilsplan van zijn Vader in de volheid van de tijd te verwezenlijken; dat is de reden van zijn "zending". vgl: Lumen Gentium, 3[[[617|3]]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 3[[[703|3]]] "De Heer Jezus heeft met zijn Kerk een begin gemaakt door het verkondigen van de blijde boodschap, namelijk de komst van Gods rijk, dat sedert eeuwen in de Schriften was beloofd". vert. uit Lat.[[617|5]] Om de wil van de Vader te volbrengen stond Christus aan het begin van het rijk der hemelen op aarde. De Kerk "is het rijk van Christus dat reeds op mysterievolle wijze aanwezig is". Lumen Gentium, 3[[617|3]]
Zie ook alinea's: -541-[al:541]
Het komt de Zoon toe het heilsplan van zijn Vader in de volheid van de tijd te verwezenlijken; dat is de reden van zijn "zending". vgl: Lumen Gentium, 3[[[617|3]]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 3[[[703|3]]] "De Heer Jezus heeft met zijn Kerk een begin gemaakt door het verkondigen van de blijde boodschap, namelijk de komst van Gods rijk, dat sedert eeuwen in de Schriften was beloofd". vert. uit Lat.[[617|5]] Om de wil van de Vader te volbrengen stond Christus aan het begin van het rijk der hemelen op aarde. De Kerk "is het rijk van Christus dat reeds op mysterievolle wijze aanwezig is". Lumen Gentium, 3[[617|3]]
Zie ook alinea's: -541-[al:541]
Referenties naar alinea 763: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
764
543
Youcat ->=geentekst=
543
Dit koninkrijk wordt voor de mensen zichtbaar door het woord, de daden en de tegenwoordigheid van Christus. vert. uit Lat.[[617|5]] Het woord van Jezus ontvangen is "het koninkrijk zelf ontvangen". vert. uit Lat.[[617|5]] De "kleine kudde" (Lc. 12, 32)[b:Lc. 12, 32] bestaande uit hen die Jezus rondom zich is komen samenroepen en van wie Hijzelf de herder is, is de kiem van het begin van het koninkrijk. (Mt. 10, 16; Mt. 26, 31; Joh. 10, 1-21)[[b:Mt. 10, 16; Mt. 26, 31; Joh. 10, 1-21]] Zij vormen de echte familie van Jezus. (Mt. 12, 49)[[b:Mt. 12, 49]] Aan hen die Hij zo rondom zich heeft verzameld, heeft Hij een nieuwe "manier van handelen", maar ook een eigen manier van bidden geleerd. (Mt. 5-6)[[b:Mt. 5-6]]
Zie ook alinea's: -543-[al:543]-1691-[al:1691]-2558-[al:2558]
Zie ook alinea's: -543-[al:543]-1691-[al:1691]-2558-[al:2558]
Referenties naar alinea 764: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
765
551
860
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
551
860
De Heer Jezus heeft zijn gemeenschap een structuur geschonken die zal blijven bestaan tot aan de volledige verwezenlijking van het koninkrijk. Op de eerste plaats is er de keuze van de Twaalf met Petrus als hun hoofd. (Mc. 3,14-15)[[b:Mc. 3,14-15]] De twaalf stammen van Israël vertegenwoordigend (Mt. 19,28; Lc. 22,30)[[b:Mt. 19,28; Lc. 22,30]] zijn zij de grondstenen van het nieuwe Jeruzalem. (Openb. 21,12-14)[[b:Openb. 21,12-14]] De Twaalf (Mc. 6,7)[[b:Mc. 6,7]] en de andere leerlingen (Lc. 10,1-2)[[b:Lc. 10,1-2]] hebben deel aan de zending van Christus, aan zijn ambt, maar zij delen ook in zijn lot. (Mt. 10,25; Joh. 15,20)[[b:Mt. 10,25; Joh. 15,20]] Door al deze daden bereidt Christus zijn kerk voor en bouwt Hij haar op.
Zie ook alinea's: -860-[al:860]-551-[al:551]
Zie ook alinea's: -860-[al:860]-551-[al:551]
Referenties naar alinea 765: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
766
478
610
813
1225
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
478
610
813
1225
Maar de Kerk is vooral geboren uit het feit dat Christus zich voor ons heil totaal gegeven heeft. Bij de instelling van de Eucharistie wordt op die gave vooruitgelopen en zij wordt verwezenlijkt op het kruis. "Het begin en de groei van de Kerk worden gesymboliseerd door het bloed en het water die uit de geopende zijde van de gekruisigde Jezus vloeien". vert. uit Lat.[[617|3]] "Want toen Christus ingeslapen was op het kruis, is uit zijn zijde het bewonderenswaardig sacrament dat de hele kerk is, voortgekomen". vert. uit Lat.[[570|5]] Evenals Eva gevormd is uit de rib van de ingeslapen Adam, zo is de Kerk geboren uit het doorboorde hart van de op het kruis gestorven Christus. vgl: II, 85-89[[[9416|+145-151]]]
Zie ook alinea's: -813-[al:813]-610-[al:610]-1340-[al:1340]-617-[al:617]-478-[al:478]
Zie ook alinea's: -813-[al:813]-610-[al:610]-1340-[al:1340]-617-[al:617]-478-[al:478]
Referenties naar alinea 766: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
767
731
849
Youcat ->=geentekst=
731
849
De Kerk - door de Heilige Geest zichtbaar gemaakt
"Toen het werk dat de Vader zijn Zoon had opgedragen op aarde te verrichten, volbracht was, werd op de dag van Pinksteren de Heilige Geest gezonden om de Kerk blijvend te heiligen". vert. uit Lat.[[617|4]] Toen "werd de Kerk in het openbaar bekendgemaakt ten overstaan van de menigte en de verspreiding van het Evangelie onder de volken nam een aanvang door de prediking". vert. uit Lat.[[703|4]] Omdat de Kerk het "bijeenroepen" is van alle mensen tot het heil, is zij van nature missionair, gezonden door Christus tot alle volken om hen tot zijn leerlingen te maken. (Mt. 28, 19-20)[[b:Mt. 28, 19-20]] 5-6[[703|2]]
Zie ook alinea's: -731-[al:731]-849-[al:849]
"Toen het werk dat de Vader zijn Zoon had opgedragen op aarde te verrichten, volbracht was, werd op de dag van Pinksteren de Heilige Geest gezonden om de Kerk blijvend te heiligen". vert. uit Lat.[[617|4]] Toen "werd de Kerk in het openbaar bekendgemaakt ten overstaan van de menigte en de verspreiding van het Evangelie onder de volken nam een aanvang door de prediking". vert. uit Lat.[[703|4]] Omdat de Kerk het "bijeenroepen" is van alle mensen tot het heil, is zij van nature missionair, gezonden door Christus tot alle volken om hen tot zijn leerlingen te maken. (Mt. 28, 19-20)[[b:Mt. 28, 19-20]] 5-6[[703|2]]
Zie ook alinea's: -731-[al:731]-849-[al:849]
Referenties naar alinea 767: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
768
541
Youcat ->=geentekst=
541
Om haar zending te verwezenlijken richt de heilige Geest "de Kerk in en leidt Hij haar dankzij de verscheidenheid van hiërarchische en charismatische gaven". vert. uit Lat.[[617|4]] "Hierdoor ontvangt de Kerk, voorzien van de gaven van haar Stichter en trouw de geboden van liefde, nederigheid en zelfverloochening onderhoudend, de zending om het koninkrijk van Christus en God te verkondigen en bij alle volken te vestigen; van dit koninkrijk is zij op aarde de kiem en de aanvang". vert. uit Lat.[[617|5]]
Zie ook alinea's: -541-[al:541]
Zie ook alinea's: -541-[al:541]
Referenties naar alinea 768: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
769
671
675
782
933
1042
2818
Youcat ->=geentekst=
671
675
782
933
1042
2818
De Kerk - voltooid in heerlijkheid
"De Kerk (...) zal slechts in de hemelse heerlijkheid voltooid worden", Lumen Gentium, 48[[617|48]] bij de glorievolle komst van Christus. Tot die dag "gaat de kerk voort op haar pelgrimstocht door de vervolgingen van de wereld en de vertroostingen van God heen". 18,51[[857]] vgl: Lumen Gentium, 8[[[617|8]]] Hier beneden weet zij zich in ballingschap, ver van de Heer, (2 Kor. 5, 6)[[b:2 Kor. 5, 6]] Lumen Gentium, 6[[617|6]] en zij verlangt naar de komst in volheid van het koninkrijk, "het uur waarop zij in heerlijkheid met haar koning verenigd wordt". Lumen Gentium, 5[[617|5]] De glorievolle voltooiing van de kerk en door haar van de wereld zal niet zonder zware beproevingen tot stand komen. Dan pas "zullen alle rechtvaardigen (...), te beginnen met Adam, 'vanaf Abel, de rechtvaardige, tot de laatste uitverkorene toe', in de universele kerk bij de Vader verzameld worden". vert. uit Lat.[[617|2]]
Zie ook alinea's: -671-[al:671]-2818-[al:2818]-675-[al:675]-1045-[al:1045]
"De Kerk (...) zal slechts in de hemelse heerlijkheid voltooid worden", Lumen Gentium, 48[[617|48]] bij de glorievolle komst van Christus. Tot die dag "gaat de kerk voort op haar pelgrimstocht door de vervolgingen van de wereld en de vertroostingen van God heen". 18,51[[857]] vgl: Lumen Gentium, 8[[[617|8]]] Hier beneden weet zij zich in ballingschap, ver van de Heer, (2 Kor. 5, 6)[[b:2 Kor. 5, 6]] Lumen Gentium, 6[[617|6]] en zij verlangt naar de komst in volheid van het koninkrijk, "het uur waarop zij in heerlijkheid met haar koning verenigd wordt". Lumen Gentium, 5[[617|5]] De glorievolle voltooiing van de kerk en door haar van de wereld zal niet zonder zware beproevingen tot stand komen. Dan pas "zullen alle rechtvaardigen (...), te beginnen met Adam, 'vanaf Abel, de rechtvaardige, tot de laatste uitverkorene toe', in de universele kerk bij de Vader verzameld worden". vert. uit Lat.[[617|2]]
Zie ook alinea's: -671-[al:671]-2818-[al:2818]-675-[al:675]-1045-[al:1045]
Referenties naar alinea 769: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - Het mysterie van de Kerk (770-776)
770
812
Youcat ->=geentekst=
812
De Kerk maakt deel uit van de geschiedenis, maar stijgt er tegelijkertijd boven uit. Alleen "met de ogen van het geloof", 1.10.20[[830]] kan men in haar zichtbare werkelijkheid tegelijk een geestelijke werkelijkheid zien, draagster van goddelijk leven.
Zie ook alinea's: -812-[al:812]
Zie ook alinea's: -812-[al:812]
Referenties naar alinea 770: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
771
837
954
1880
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
837
954
1880
De Kerk - tegelijkertijd zichtbaar en geestelijk
"De enige Middelaar, Christus, heeft zijn heilige kerk, gemeenschap van geloof, hoop en liefde, hier op aarde gevestigd als een zichtbaar geheel, dat Hij voortdurend ondersteunt en waardoor Hij aan allen genade en waarheid meedeelt". Lumen Gentium, 8[[617|8]] De Kerk is tegelijkertijd:
"De enige Middelaar, Christus, heeft zijn heilige kerk, gemeenschap van geloof, hoop en liefde, hier op aarde gevestigd als een zichtbaar geheel, dat Hij voortdurend ondersteunt en waardoor Hij aan allen genade en waarheid meedeelt". Lumen Gentium, 8[[617|8]] De Kerk is tegelijkertijd:
- "een gemeenschap met een hiërarchische structuur en het mystiek lichaam van Christus;
- een zichtbare vergadering en een geestelijke gemeenschap;
- een aardse Kerk en een met hemelse gaven bedeelde kerk".
Het is eigen aan de Kerk tegelijk menselijk en goddelijk te zijn, zichtbaar, maar rijk aan onzichtbare werkelijkheden, opgaande in het werk en gewijd aan de beschouwing, in de wereld aanwezig en toch op pelgrimstocht, en wel zo dat in haar het menselijke in ondergeschiktheid gericht is op het goddelijke, het zichtbare op het onzichtbare; het werken op het beschouwen, het heden op de toekomstige stad waarnaar wij zoeken. Sacrosanctum Concilium, 2[[570|2]] Deemoed! Verhevenheid! Zowel tent van Cedar als heiligdom van God; zowel aardse woning als hemels paleis; zowel huis van klei als koninklijk hof; zowel lichaam van de dood als tempel van licht; tenslotte zowel voorwerp van verachting voor de hoogmoedigen als bruid van Christus! Zij is zwart van het stof, maar mooi, dochter van Jeruzalem, hoewel vermoeidheid en smart van de lange ballingschap haar bleek gemaakt hebben, siert haar toch een hemelse schoonheid. 27,14, vert. uit Lat.[[1046]]Zie ook alinea's: -827-[al:827]-1880-[al:1880]-954-[al:954]
Referenties naar alinea 771: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
772
796
Youcat ->=geentekst=
796
De Kerk - mysterie van de gemeenschap van de mensen met God
Het is in de Kerk dat Christus zijn eigen mysterie voltooit en openbaart als het doel van Gods heilsbeschikking: "Het heelal in " Christus onder een hoofd te brengen" (Ef. 1, 10)[b:Ef. 1, 10]. De heilige Paulus noemt de huwelijksgemeenschap van Christus en de kerk een "groot mysterie" (Ef. 5,32). Omdat de kerk met Christus is verbonden als met haar bruidegom, (Ef. 5, 25-27)[[b:Ef. 5, 25-27]] wordt zijzelf op haar beurt mysterie. (Ef. 3, 9-11)[[b:Ef. 3, 9-11]] Wanneer de heilige Paulus in haar het mysterie aanschouwt, roept hij uit: "Christus in u (...) de hoop op een eeuwige heerlijkheid" (Kol. 1, 27)[b:Kol. 1, 27].
Zie ook alinea's: -518-[al:518]-796-[al:796]
Het is in de Kerk dat Christus zijn eigen mysterie voltooit en openbaart als het doel van Gods heilsbeschikking: "Het heelal in " Christus onder een hoofd te brengen" (Ef. 1, 10)[b:Ef. 1, 10]. De heilige Paulus noemt de huwelijksgemeenschap van Christus en de kerk een "groot mysterie" (Ef. 5,32). Omdat de kerk met Christus is verbonden als met haar bruidegom, (Ef. 5, 25-27)[[b:Ef. 5, 25-27]] wordt zijzelf op haar beurt mysterie. (Ef. 3, 9-11)[[b:Ef. 3, 9-11]] Wanneer de heilige Paulus in haar het mysterie aanschouwt, roept hij uit: "Christus in u (...) de hoop op een eeuwige heerlijkheid" (Kol. 1, 27)[b:Kol. 1, 27].
Zie ook alinea's: -518-[al:518]-796-[al:796]
Referenties naar alinea 772: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
773
671
972
Youcat ->=geentekst=
671
972
In de Kerk is deze gemeenschap van de mensen met God door "de liefde die nimmer vergaat" (1 Kor. 13, 8)[b:1 Kor. 13, 8], het doel. Hierop is alles wat in haar sacramenteel middel is en wat in haar aan deze wereld, die voorbijgaat, gebonden is, gericht. vgl: Lumen Gentium, 48[[[617|48]]] Haar structuur is volledig gericht op de heiligheid van de ledematen van Christus. En de heiligheid wordt gemeten naar het "grote mysterie" waarin de bruid met de gave van de liefde de gave van de bruidegom beantwoordt". vert. uit Lat.[[94|27]] Maria gaat ons allen voor in heiligheid, die het mysterie van de Kerk is als "bruid zonder vlek of rimpel" (Ef. 5, 27)[b:Ef. 5, 27]. Daarom gaat "de mariale dimensie van de kerk vooraf aan haar petrinische dimensie". vert. uit Lat.[[94|27]]
Zie ook alinea's: -671-[al:671]-972-[al:972]
Zie ook alinea's: -671-[al:671]-972-[al:972]
Referenties naar alinea 773: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
774
515
1075
1116
2014
Youcat ->=geentekst=
515
1075
1116
2014
De Kerk - universeel sacrament van het heil
Het Griekse woord mysterion wordt in het Latijn op twee manieren vertaald: mysterium en sacramentum. De term sacramentum wijst eerder op het zichtbare teken van de verborgen heilswerkelijkheid. De term mysterium geeft eerder deze laatste werkelijkheid zelf aan. In deze zin is Christus zelf het heilsmysterie: er is geen ander mysterie Gods dan Christus. vgl: 187,11.34[[[858]]] Het heilswerk van zijn heilige en heiligmakende mensheid is het sacrament van het heil dat zichtbaar wordt en werkzaam is in de sacramenten van de Kerk (door de Oosterse Kerken ook "heilige mysteries" genoemd). De zeven sacramenten zijn de tekenen en de instrumenten waarmee de heilige Geest de genade van Christus verspreidt in de Kerk, waarvan Hij, Christus, het hoofd is en die zijn lichaam is. De Kerk bevat dus de onzichtbare genade die zij betekent, en deelt deze mee. Het is in deze analoge zin dat zij "sacrament" genoemd wordt.Zie ook alinea's: -1075-[al:1075]-515-[al:515]-2014-[al:2014]-1116-[al:1116]
Referenties naar alinea 774: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
775
360
932
1045
1108
1325
Youcat ->=geentekst=
360
932
1045
1108
1325
"In Christus is de Kerk als het ware het sacrament, dat wil zeggen het teken en het instrument, van de innige vereniging met God en van de eenheid van heel het menselijk geslacht": vert. uit Lat.[[617|1]] het eerste doel van de Kerk is: sacrament te zijn van de innige vereniging van de mensen met God. Omdat de onderlinge gemeenschap van de mensen wortelt in de vereniging met God, is de Kerk ook het sacrament van de eenheid van het menselijk geslacht. In haar is er al een begin gemaakt van de eenheid, aangezien zij mensen "uit alle rassen en stammen en volken en talen" (Openb. 7, 9)[b:Openb. 7, 9] verzamelt; tegelijkertijd is de Kerk "teken en instrument" van de volledige verwezenlijking van deze eenheid die nog moet komen.
Zie ook alinea's: -360-[al:360]
Zie ook alinea's: -360-[al:360]
Referenties naar alinea 775: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
776
1088
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
1088
Als sacrament is de Kerk instrument van Christus. "Zij wordt door Hem ook gebruikt voor de verlossing van allen", Lumen Gentium, 9[[617|9]] "het universeel heilssacrament", Lumen Gentium, 48[[617|48]] waardoor Christus "de liefde van God voor de mens tegelijk zichtbaar maakt en verwezenlijkt". § 1[[575|45]] Zij is "het zichtbare plan van de liefde van God voor de mensheid" Tot het College van Kardinalen, 25[[4230|25]] die wil "dat heel het menselijk geslacht één volk van God vormt, "tot een lichaam van Christus samengroeit en tot één tempel van de heilige Geest wordt opgebouwd". vert. uit Lat.[[703|7]] vgl: Lumen Gentium, 17[[[617|17]]]
Zie ook alinea's: -1088-[al:1088]
Zie ook alinea's: -1088-[al:1088]
Referenties naar alinea 776: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (777-780)
777
738
738
Het woord "ekklesia" (Kerk) betekent "bijeenroepen". Het duidt de samenkomst aan van hen die door het woord van God samengeroepen worden om het volk van God te vormen, en die, gevoed met het lichaam van Christus, zelf lichaam van Christus worden.
Referenties naar alinea 777: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
778
De kerk is tegelijkertijd de weg en het doel van Gods heilsbeschikking: voorafgebeeld in de schepping, voorbereid in het Oude Verbond, gesticht door de woorden en de daden van Jezus Christus, verwezenlijkt door zijn verlossend kruis en zijn verrijzenis, wordt zij als heilsmysterie zichtbaar gemaakt door de uitstorting van de heilige Geest. Zij zal voltooid worden in de heerlijkheid van de hemel als de vergadering van alle verlosten van de aarde. (Openb. 14, 4)[[b:Openb. 14, 4]]
Referenties naar alinea 778: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
779
Youcat ->=geentekst=
De Kerk is tegelijkertijd zichtbaar en geestelijk, een hiërarchische gemeenschap en het mystiek lichaam van Christus. Zij is één, samengesteld uit een menselijk en goddelijk element. Dat is haar mysterie en slechts het geloof kan dit aanvaarden.
Referenties naar alinea 779: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
780
Youcat ->=geentekst=
De Kerk is in deze wereld het sacrament van het heil, het teken en het instrument van de gemeenschap van God en de mensen.
Referenties naar alinea 780: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2. - De Kerk - volk van God, lichaam van Christus (781-810)
- I. - De Kerk - volk van God (781-786)
781
60
753
Youcat ->=geentekst=
60
753
"Voorzeker, in alle tijden en bij alle volken is een ieder die de Heer vreest en de gerechtigheid beoefent, aan God welgevallig. God heeft het echter behaagd de mensen niet afzonderlijk, zonder enig onderling verband, te heiligen en te redden, maar hen tot een volk te maken dat Hem naar waarheid zou erkennen en in heiligheid zou dienen. Daarom heeft Hij het volk van Israël tot zijn volk uitverkoren, er een verbond mee gesloten en het geleidelijk onderwezen (...). Dit alles echter is geschied ter voorbereiding en voorafbeelding van het nieuwe en volmaakte Verbond dat in Christus zou worden gesloten (...). Dit Nieuwe Verbond heeft Christus ingesteld, namelijk het Nieuwe Testament in zijn bloed. Uit joden en heidenen heeft Hij een volk geroepen dat niet naar het vlees, maar in de Geest tot een eenheid zou uitgroeien". vert. uit Lat.[[617|9]]
Referenties naar alinea 781: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
782
871
1267
1741
1972
2787
Volk Gods ->=geentekst=
871
1267
1741
1972
2787
De kenmerken van het volk van God
Het volk van God heeft bepaalde kenmerken die het duidelijk onderscheiden van alle religieuze, etnische, politieke of culturele groeperingen in de geschiedenis:
Zie ook alinea's: -871-[al:871]-2787-[al:2787]-1267-[al:1267]-695-[al:695]-1741-[al:1741]-1972-[al:1972]-849-[al:849]-769-[al:769]
Het volk van God heeft bepaalde kenmerken die het duidelijk onderscheiden van alle religieuze, etnische, politieke of culturele groeperingen in de geschiedenis:
- Het is het volk van God: God hoort eigenlijk tot geen enkel volk, maar Hij heeft zich een volk verworven uit hen die vroeger geen volk vormden: "een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie" (1 Pt. 2, 9)[b:1 Pt. 2, 9].
- Men wordt lid van dit volk niet door een lichamelijke geboorte, maar door "wedergeboorte", "uit water en geest" (Joh. 3, 3-5)[b:Joh. 3, 3-5], d.w.z. door het geloof in Christus en het doopsel.
- Dit volk heeft als Hoofd Jezus Christus (Gezalfde, Messias): omdat dezelfde zalving, de heilige Geest, zich vanuit het Hoofd in het lichaam verspreidt, is het "het messiaans volk".
- "De toestand van dit volk is de waardigheid van de vrijheid van de kinderen van God, in wier harten de heilige Geest woont als in een tempel".
- Zijn wet is het nieuwe gebod lief te hebben, zoals Christus zelf ons heeft liefgehad. (Joh. 13, 34)[[b:Joh. 13, 34]] Dit is de "nieuwe" wet van de heilige Geest" (Rom. 8, 2; Gal. 5, 25)[[b:Rom. 8, 2; Gal. 5, 25]].
- Zijn zending is het zout der aarde en licht der wereld te zijn. (Mt. 5, 13-16)[[b:Mt. 5, 13-16]] "Het is voor heel de mensheid een zeer krachtige kiem van eenheid, hoop en heil". vert. uit Lat.[[617|9]]
- Zijn bestemming is tenslotte "het koninkrijk Gods. Het rijk dat door God zelf op aarde begonnen is en steeds verder verbreid moet worden, totdat het op het einde der tijden ook door Hem zelf voltooid wordt". vert. uit Lat.[[617|9]]
Zie ook alinea's: -871-[al:871]-2787-[al:2787]-1267-[al:1267]-695-[al:695]-1741-[al:1741]-1972-[al:1972]-849-[al:849]-769-[al:769]
Referenties naar alinea 782: 2
Youcat ->=geentekst=Volk Gods ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
783
436
871
1070
1241
H. Doopsel 5. - Herboren worden ->=geentekst=
436
871
1070
1241
Een volk van priesters, profeten en koningen
Jezus Christus is degene die de Vader gezalfd heeft met de heilige Geest en die Hij tot "priester, profeet en koning" gemaakt heeft. Heel het volk van God deelt in deze drie functies van Christus en het draagt de verantwoordelijkheid voor de zending en de dienst die daaruit voortvloeien. vgl: Redemptor Hominis, 18-21[[[237|18-21]]]
Zie ook alinea's: -436-[al:436]-873-[al:873]
Jezus Christus is degene die de Vader gezalfd heeft met de heilige Geest en die Hij tot "priester, profeet en koning" gemaakt heeft. Heel het volk van God deelt in deze drie functies van Christus en het draagt de verantwoordelijkheid voor de zending en de dienst die daaruit voortvloeien. vgl: Redemptor Hominis, 18-21[[[237|18-21]]]
Zie ook alinea's: -436-[al:436]-873-[al:873]
Referenties naar alinea 783: 2
Youcat ->=geentekst=H. Doopsel 5. - Herboren worden ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
784
871
901
1268
1535
1669
H. Doopsel 5. - Herboren worden ->=geentekst=
871
901
1268
1535
1669
Wanneer men door het geloof en het Doopsel toetreedt tot het volk van God, gaat men ook delen in de unieke roeping van dit volk: zijn priesterlijke roeping: "Christus, de Heer, de Hogepriester, uit de mensen genomen, heeft het nieuwe volk gemaakt "tot een koninkrijk van priesters voor zijn God en Vader". De gedoopten immers worden door de wedergeboorte en de zalving van de heilige Geest gewijd tot een geestelijke woonstede en een heilig priesterschap". vert. uit Lat.[[617|10]]
Zie ook alinea's: -1268-[al:1268]-1546-[al:1546]
Zie ook alinea's: -1268-[al:1268]-1546-[al:1546]
Referenties naar alinea 784: 2
Youcat ->=geentekst=H. Doopsel 5. - Herboren worden ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
785
92
871
904
H. Doopsel 5. - Herboren worden ->=geentekst=
92
871
904
"Het heilig Volk van God deelt ook in de profetische functie van Christus". Het doet dit vooral door de bovennatuurlijke geloofszin van heel het volk, leken en hiërarchie, wanneer het "onwankelbaar trouw blijft aan het geloof, dat eens voor altijd aan de heiligen werd overgeleverd" vert. uit Lat.[[617|12]] en het begrip hiervan verdiept en midden in deze wereld getuige wordt van Christus.
Zie ook alinea's: -92-[al:92]
Zie ook alinea's: -92-[al:92]
Referenties naar alinea 785: 2
Youcat ->=geentekst=H. Doopsel 5. - Herboren worden ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
786
871
908
2443
2449
H. Doopsel 5. - Herboren worden ->=geentekst=
871
908
2443
2449
Tenslotte deelt het Volk van God in de koninklijke functie van Christus. Christus oefent zijn koningschap uit door alle mensen tot zich te trekken door zijn dood en verrijzenis. (Joh. 12,32)[[b:Joh. 12,32]] Christus, koning en heer van het heelal, is dienaar van allen geworden. Hij is "niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen" (Mt. 20,28)[b:Mt. 20,28]. Voor de Christen "is heersen. Hem dienen, Lumen Gentium, 36[[617|36]] vooral "in de armen en de noodlijdenden in wie de kerk het beeld van haar arme en lijdende Stichter herkent. vert. uit Lat.[[617|8]] Het Volk van God verwezenlijkt zijn "koninklijke waardigheid" door een leven overeenkomstig deze roeping: met Christus te dienen.
Allen immers die in Christus zijn herboren, worden door het teken van het kruis tot koningen gemaakt en door de zalving van de heilige Geest tot priesters gewijd. Alle van de Geest en inzicht vervulde christenen moeten dus beseffen dat zij, zonder deel te hebben aan deze bijzondere dienst van ons ambt, toch eveneens een koninklijke afkomst en een priesterlijke taak bezitten. Want wat is zo koninklijk als de menselijke geest die in onderwerping aan God heerst over het lichaam ? En wat is zo priesterlijk als aan de Heer een zuiver geweten te wijden en Hem vanaf het altaar van het hart reine gaven van godsvrucht aan te bieden? 4,1, vert. Getijdenboek Lect. I,8,2.9[[913]]Zie ook alinea's: -2449-[al:2449]-2443-[al:2443]
Referenties naar alinea 786: 2
Youcat ->=geentekst=H. Doopsel 5. - Herboren worden ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De Kerk - lichaam van Christus (787-796)
787
737
2790
737
2790
De Kerk is gemeenschap met Jezus
Vanaf het begin heeft Jezus zijn leerlingen in zijn leven laten delen; (Mc. 1, 16-20; Mc. 3, 13-19)[[b:Mc. 1, 16-20; Mc. 3, 13-19]] Hij heeft hun het mysterie van het koninkrijk geopenbaard; (Mt. 13, 10-17)[[b:Mt. 13, 10-17]] Hij heeft hen deelgenoten gemaakt aan zijn zending, zijn vreugde (Lc. 10, 17-20)[[b:Lc. 10, 17-20]] en lijden. (Lc. 22, 28-30)[[b:Lc. 22, 28-30]] Jezus spreekt over een nog inniger gemeenschap tussen Hem en diegenen die Hem zouden volgen: "Blijft in Mij, zoals Ik in u (...). Ik ben de wijnstok, gij de ranken" (Joh. 15, 4-5)[b:Joh. 15, 4-5]. En Hij kondigt een mysterievolle en werkelijke gemeenschap aan tussen zijn eigen lichaam en het onze.. "Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem" (Joh. 6, 56)[b:Joh. 6, 56].
Zie ook alinea's: -755-[al:755]
Vanaf het begin heeft Jezus zijn leerlingen in zijn leven laten delen; (Mc. 1, 16-20; Mc. 3, 13-19)[[b:Mc. 1, 16-20; Mc. 3, 13-19]] Hij heeft hun het mysterie van het koninkrijk geopenbaard; (Mt. 13, 10-17)[[b:Mt. 13, 10-17]] Hij heeft hen deelgenoten gemaakt aan zijn zending, zijn vreugde (Lc. 10, 17-20)[[b:Lc. 10, 17-20]] en lijden. (Lc. 22, 28-30)[[b:Lc. 22, 28-30]] Jezus spreekt over een nog inniger gemeenschap tussen Hem en diegenen die Hem zouden volgen: "Blijft in Mij, zoals Ik in u (...). Ik ben de wijnstok, gij de ranken" (Joh. 15, 4-5)[b:Joh. 15, 4-5]. En Hij kondigt een mysterievolle en werkelijke gemeenschap aan tussen zijn eigen lichaam en het onze.. "Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem" (Joh. 6, 56)[b:Joh. 6, 56].
Zie ook alinea's: -755-[al:755]
Referenties naar alinea 787: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
788
690
737
1108
690
737
1108
Nadat zijn zichtbare tegenwoordigheid aan hun ogen onttrokken was, liet Jezus zijn leerlingen niet verweesd achter. (Joh. 14, 18)[[b:Joh. 14, 18]] Hij heeft hun beloofd bij hen te blijven tot aan het einde der tijden, (Mt. 28, 20)[[b:Mt. 28, 20]]. Hij heeft hun zijn Geest gezonden. (Joh. 20, 22; Hand. 2, 33)[[b:Joh. 20, 22; Hand. 2, 33]] De gemeenschap met Jezus is hierdoor in zekere zin inniger geworden: "Door zijn Geest aan zijn broeders die Hij uit alle volken samengeroepen heeft, mee te delen, heeft Hij hen op geheimvolle wijze tot zijn lichaam gemaakt. vert. uit Lat.[[617|7]]
Zie ook alinea's: -690-[al:690]
Zie ook alinea's: -690-[al:690]
Referenties naar alinea 788: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
789
542
737
753
542
737
753
De vergelijking van de kerk met een lichaam werpt een licht op de innige band tussen de Kerk en Christus. Zij is niet alleen rondom Hem verzameld; zij is in Hem, in zijn lichaam verenigd. Drie aspecten van de Kerk, als lichaam van Christus, dienen hier in het bijzonder naar voren gebracht te worden:
Zie ook alinea's: -521-[al:521]
- de eenheid van alle leden onderling door hun vereniging met Christus;
- Christus als hoofd van het lichaam;
- de Kerk als bruid van Christus.
Zie ook alinea's: -521-[al:521]
Referenties naar alinea 789: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
790
947
1227
1329
1396
947
1227
1329
1396
"Eén lichaam"
De gelovigen die antwoord geven op het woord van God en ledematen worden van het lichaam van Christus, worden nauw verenigd met Hem: "In dit lichaam wordt het leven van Christus uitgestort in de gelovigen, die door de Sacramenten op mysterievolle en reële wijze met de gestorven en verheerlijkte Christus verenigd worden". vert. uit Lat.[[617|7]] Dit geldt vooral voor het Doopsel, waardoor wij verenigd worden met de dood en de verrijzenis van Christus, (Rom. 6, 4-5; 1 Kor. 12, 13)[[b:Rom. 6, 4-5; 1 Kor. 12, 13]] en voor de Eucharistie, waardoor "wij waarlijk deelhebbend aan het lichaam van Christus, verheven worden tot de gemeenschap met Hem en met elkaar". vert. uit Lat.[[617|7]]
Zie ook alinea's: -947-[al:947]-1227-[al:1227]-1329-[al:1329]
De gelovigen die antwoord geven op het woord van God en ledematen worden van het lichaam van Christus, worden nauw verenigd met Hem: "In dit lichaam wordt het leven van Christus uitgestort in de gelovigen, die door de Sacramenten op mysterievolle en reële wijze met de gestorven en verheerlijkte Christus verenigd worden". vert. uit Lat.[[617|7]] Dit geldt vooral voor het Doopsel, waardoor wij verenigd worden met de dood en de verrijzenis van Christus, (Rom. 6, 4-5; 1 Kor. 12, 13)[[b:Rom. 6, 4-5; 1 Kor. 12, 13]] en voor de Eucharistie, waardoor "wij waarlijk deelhebbend aan het lichaam van Christus, verheven worden tot de gemeenschap met Hem en met elkaar". vert. uit Lat.[[617|7]]
Zie ook alinea's: -947-[al:947]-1227-[al:1227]-1329-[al:1329]
Referenties naar alinea 790: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
791
798
814
1937
798
814
1937
De eenheid van het lichaam heft de verscheidenheid van ledematen niet op: "Ook bij de opbouw van het lichaam van Christus heerst er verscheidenheid van ledematen en functies. Eén is de Geest, die zijn verschillende gaven tot nut van de kerk verdeelt overeenkomstig zijn rijkdom en de noodzaak van de bedieningen". De eenheid van het mystieke lichaam bewerkt en stimuleert onder de gelovigen de liefde. "Als daarom " één lid lijdt, delen alle leden in het lijden en evenzo, als één lid geëerd wordt, delen alle in de vreugde". vert. uit Lat.[[617|7]] Tenslotte overwint de eenheid van het mystieke lichaam van Christus iedere menselijke verdeeldheid: "Want gij allen die in Christus zijt gedoopt, zijt met Christus bekleed. Er is geen jood of heiden meer, er is geen slaaf of vrije, er is geen man en vrouw:" allen tezamen zijt "gij één persoon in Christus Jezus" (Gal. 3, 27-28)[b:Gal. 3, 27-28].
Zie ook alinea's: -814-[al:814]-1937-[al:1937]
Zie ook alinea's: -814-[al:814]-1937-[al:1937]
Referenties naar alinea 791: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
792
661
669
1119
1548
2565
661
669
1119
1548
2565
Christus is "het hoofd van het lichaam dat de Kerk is" (Kol. 1, 18)[b:Kol. 1, 18]. Hij is de oorsprong van de schepping en de verlossing. Opgenomen in de heerlijkheid van de Vader, "is Hij in alles de eerste" (Kol. 1, 18)[b:Kol. 1, 18], vooral in de Kerk, waardoor Hij zijn rijk over alles uitbreidt.
Zie ook alinea's: -669-[al:669]-1119-[al:1119]
Zie ook alinea's: -669-[al:669]-1119-[al:1119]
Referenties naar alinea 792: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
793
519
1026
519
1026
Hij verenigt ons met zijn Pasen: alle ledematen moeten zich inspannen op Hem te gelijken, "totdat zij de gestalte van Christus hebben aangenomen" (Gal. 4, 19)[b:Gal. 4, 19]. "Daarom worden wij in de mysteries van zijn leven opgenomen (...), één met Hem in zij n lijden, zoals het lichaam met het hoofd; wij delen in zijn lijden om samen met Hem verheerlijkt te worden". vert. uit Lat.[[617|7]]
Zie ook alinea's: -661-[al:661]-519-[al:519]
Zie ook alinea's: -661-[al:661]-519-[al:519]
Referenties naar alinea 793: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
794
695
872
695
872
Van Hem ontvangen wij wasdom. (Kol. 2, 19)[[b:Kol. 2, 19]] Christus stelt ons in zijn lichaam, de Kerk, Wij de gaven en diensten waarmee wij elkaar helpen op de weg naar het heil ter beschikking om ons meer naar Hem toe, ons hoofd, te doen groeien. (Ef. 4, 11-16)[[b:Ef. 4, 11-16]]
Zie ook alinea's: -872-[al:872]
Zie ook alinea's: -872-[al:872]
Referenties naar alinea 794: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
795
755
830
1136
1474
1553
Youcat ->=geentekst=
H. Jeanne d'Arc ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
755
830
1136
1474
1553
Christus en de Kerk, dat is dus "de gehele Christus" (Christus totus). De Kerk is één met Christus. De heiligen zijn zich van deze eenheid zeer wel bewust.
Laten wij ons derhalve gelukkig prijzen en laten wij dank brengen dat wij niet alleen christen, maar ook Christus zelf geworden zijn. Begrijpt gij, broeders en zusters, de genade die God ons geschonken heeft door ons Christus tot hoofd te geven? Verwondert u dan en verheugt u, wij zijn Christus geworden. Als Hij het hoofd is, dan zijn wij de ledematen; de hele mens, dat is Hij en wij samen(...). De volheid van Christus is derhalve het hoofd en de ledematen; wat betekent: het hoofd en de ledematen? Christus en de Kerk. 21,8, vert. uit Lat.[[859]] Onze Verlosser blijkt één persoon te vormen met de kerk, die Hij heeft aangenomen. Praef. 1,6,4, vert. uit Lat.[[847]]Zie ook alinea's: -695-[al:695]-1474-[al:1474]
Hoofd en ledematen, één en dezelfde mystieke persoon, om zo te zeggen. III, q. 48 a. 2 ad 1, vert. uit Lat.[[t:III, q. 48 a. 2 ad 1]]
Een woord van de heilige Jeanne d'Arc tegen haar rechters gesproken vat het geloof van de heilige kerkleraren samen en brengt het gezond verstand van de gelovige tot uitdrukking: "Wat Jezus Christus en de Kerk betreft, ben ik van mening dat het één geheel is en dat men hierover geen moeilijkheden moet maken." Actes du procès[[3238]]
Referenties naar alinea 795: 4
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Jeanne d'Arc ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
796
219
757
772
823
926
1089
1574
1602
1617
1642
2827
219
757
772
823
926
1089
1574
1602
1617
1642
2827
De Kerk is de bruid van Christus
De eenheid van Christus en de Kerk, hoofd en ledematen van het lichaam, houdt ook in het onderscheid van de twee in een persoonlijke relatie. Dit aspect wordt dikwijls uitgedrukt in het beeld van de bruidegom en de bruid. Het thema van Christus als bruidegom van de Kerk is voorbereid door de profeten en aangekondigd door Johannes de Doper. (Joh. 3, 29)[[b:Joh. 3, 29]] De Heer heeft zichzelf aangeduid als "de bruidegom" (Mc. 2, 19)[b:Mc. 2, 19]. (Mt. 22, 1-14; Mt. 25, 1-13)[[b:Mt. 22, 1-14; Mt. 25, 1-13]] De apostel stelt de Kerk en iedere gelovige, lidmaat van zijn lichaam, voor als een bruid "verloofd" met Christus, de Heer, om met Hem slechts één geest te zijn. (1 Kor. 6, 15-17; 2 Kor. 11, 2)[[b:1 Kor. 6, 15-17; 2 Kor. 11, 2]] Zij is de vlekkeloze bruid van het vlekkeloos Lam, (Openb. 22, 17; Ef. 1, 4; Ef. 5, 27)[[b:Openb. 22, 17; Ef. 1, 4; Ef. 5, 27]] die Christus heeft liefgehad, voor wie Hij zich heeft overgeleverd "om haar te heiligen" (Ef. 5, 26)[b:Ef. 5, 26], die Hij aan zich gebonden heeft door een eeuwig verbond en voor wie Hij blijft zorgen als voor zijn eigen lichaam. (Ef. 5, 29)[[b:Ef. 5, 29]]
De eenheid van Christus en de Kerk, hoofd en ledematen van het lichaam, houdt ook in het onderscheid van de twee in een persoonlijke relatie. Dit aspect wordt dikwijls uitgedrukt in het beeld van de bruidegom en de bruid. Het thema van Christus als bruidegom van de Kerk is voorbereid door de profeten en aangekondigd door Johannes de Doper. (Joh. 3, 29)[[b:Joh. 3, 29]] De Heer heeft zichzelf aangeduid als "de bruidegom" (Mc. 2, 19)[b:Mc. 2, 19]. (Mt. 22, 1-14; Mt. 25, 1-13)[[b:Mt. 22, 1-14; Mt. 25, 1-13]] De apostel stelt de Kerk en iedere gelovige, lidmaat van zijn lichaam, voor als een bruid "verloofd" met Christus, de Heer, om met Hem slechts één geest te zijn. (1 Kor. 6, 15-17; 2 Kor. 11, 2)[[b:1 Kor. 6, 15-17; 2 Kor. 11, 2]] Zij is de vlekkeloze bruid van het vlekkeloos Lam, (Openb. 22, 17; Ef. 1, 4; Ef. 5, 27)[[b:Openb. 22, 17; Ef. 1, 4; Ef. 5, 27]] die Christus heeft liefgehad, voor wie Hij zich heeft overgeleverd "om haar te heiligen" (Ef. 5, 26)[b:Ef. 5, 26], die Hij aan zich gebonden heeft door een eeuwig verbond en voor wie Hij blijft zorgen als voor zijn eigen lichaam. (Ef. 5, 29)[[b:Ef. 5, 29]]
Dat is de gehele Christus, hoofd en lichaam, één geheel, bestaande uit velen (...). Of het nu het hoofd is dat spreekt, of de ledematen, het is Christus die spreekt. Hij spreekt in zijn rol van hoofd (ex persona capitis) of in zijn rol van lichaam (ex persona corporis). Maar wat staat er geschreven? "Die twee zullen één vlees zijn. Dit geheim heeft een diepe zin. Ik voor mij betrek het op Christus en de Kerk" (Ef. 5, 31-32)[b:Ef. 5, 31-32]. En de Heer zelf zegt in het Evangelie: "Deze twee zullen worden één vlees" (Mt. 19, 6)[b:Mt. 19, 6]. Immers, opdat gij weet dat het hier op de een of andere manier twee personen betreft, maar daarentegen toch ook weer één, door de band van het huwelijk, spreekt Hij bij Jesaja als één persoon (...). Als hoofd noemt Hij zich "bruidegom", als lichaam noemt Hij zich "bruid". 74,4, vert. uit Lat.[[838]]Zie ook alinea's: -757-[al:757]-219-[al:219]-772-[al:772]-1602-[al:1602]-1616-[al:1616]
Referenties naar alinea 796: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De Kerk - tempel van de Heilige Geest (797-801)
797
586
756
813
586
756
813
"Wat onze geest, ik bedoel onze ziel, is voor onze ledematen, dat is de heilige Geest voor de ledematen van Christus, voor het lichaam van Christus dat de Kerk is. 267,4, vert. uit Lat.[[880]] "Het moet aan deze Geest van Christus als aan een verborgen beginsel toegeschreven worden dat alle delen van het lichaam zowel met elkaar als met hun verheven hoofd verbonden zijn, aangezien Hij helemaal in het hoofd en helemaal in het lichaam is, helemaal in ieder van zijn ledematen." vert. uit Lat.[[443|(56)]] De heilige Geest maakt van de Kerk "de tempel van de levende God" (2 Kor. 6, 16)[b:2 Kor. 6, 16]. (1 Kor. 3, 16-17; Ef. 2, 21)[[b:1 Kor. 3, 16-17; Ef. 2, 21]]
Immers, aan de Kerk is de gave van God geschonken (...). In haar is de gemeenschap met Christus, d.w.z. de heilige Geest, onderpand van onvergankelijkheid, bevestiging van ons geloof en ladder om naar God op te stijgen (...). Immers, waar de kerk is, daar is ook Gods Geest; en waar Gods Geest is, daar is de kerk en alle genade. 3,24,1, vert. uit org.[[848]]Zie ook alinea's: -813-[al:813]-586-[al:586]
Referenties naar alinea 797: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
798
1091
1508
1091
1508
De heilige Geest is "de oorsprong van iedere vitale en werkelijk heilzame werking in alle delen van het lichaam". vert. uit Lat.[[443|(56)]] Hij bewerkt op velerlei manieren de opbouw van geheel het lichaam in de liefde (Ef. 4, 16)[[b:Ef. 4, 16]] door Gods Woord, "dat de kracht bezit op te bouwen" (Hand. 20, 32)[b:Hand. 20, 32], door het Doopsel waardoor de Geest het lichaam van Christus vorm geeft; (1 Kor. 12, 13)[[b:1 Kor. 12, 13]] door de Sacramenten die wasdom en genezing schenken aan de ledematen van Christus; door "de aan de apostelen geschonken genade, die onder zijn gaven de voornaamste is, vert. uit Lat.[[617|7]] door de deugden die doen handelen volgens het goede, tenslotte door de vele bijzondere genaden ("charismata" genoemd), waardoor Hij de gelovigen "geschikt en bereid maakt" om allerlei werken en taken op zich te nemen voor de vernieuwing en de verdere uitbouw van de Kerk. vert. uit Lat.[[617|12]] vgl: Apostolicam Actuositatem, 3[[[653|3]]]
Zie ook alinea's: -737-[al:737]-1091-1109-[al:1091-1109]-791-[al:791]
Zie ook alinea's: -737-[al:737]-1091-1109-[al:1091-1109]-791-[al:791]
Referenties naar alinea 798: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
799
910
951
2003
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
910
951
2003
De charismata
Of charismata nu uitzonderlijk of eenvoudig en bescheiden zijn, het zijn genadegaven van de heilige Geest die, direct of indirect, een kerkelijk nut hebben, omdat zij bestemd zijn voor de opbouw van de Kerk, tot welzijn van de mensen en voor de noden van de wereld.
Zie ook alinea's: -951-[al:951]-2003-[al:2003]
Of charismata nu uitzonderlijk of eenvoudig en bescheiden zijn, het zijn genadegaven van de heilige Geest die, direct of indirect, een kerkelijk nut hebben, omdat zij bestemd zijn voor de opbouw van de Kerk, tot welzijn van de mensen en voor de noden van de wereld.
Zie ook alinea's: -951-[al:951]-2003-[al:2003]
Referenties naar alinea 799: 2
Youcat ->=geentekst=Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
800
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
De charismata dienen in dank aanvaard te worden door degene die ze ontvangt, maar ook door alle leden van de Kerk. Ze vormen immers een wonderbaarlijke rijkdom van genade voor de apostolische vitaliteit en de heiligheid van heel het lichaam van Christus, mits het echter wel gaven betreft die werkelijk van de heilige Geest afkomstig zijn en mits deze dan gebruikt worden op een manier die volledig overeenkomt met de authentieke ingevingen van diezelfde Geest, d.w.z. overeenkomstig de liefde, de ware maatstaf van de charismata. (1 Kor. 13)[[b:1 Kor. 13]]
Referenties naar alinea 800: 2
Youcat ->=geentekst=Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
801
894
1905
894
1905
In deze zin blijkt de onderscheiding der charismata altijd noodzakelijk. Geen enkel charisma ontslaat van de verplichting zich te richten naar de herders van de Kerk en hen te gehoorzamen. "Zij hebben in het bijzonder de taak de Geest niet uit te blussen, maar alles te onderzoeken en het goede te behouden", vert. uit Lat.[[617|12]] opdat alle charismata in hun verscheidenheid en hun complementariteit samen bijdragen tot het "welzijn van allen" (1 Kor. 12, 7)[b:1 Kor. 12, 7]. vgl: Lumen Gentium, 30[[[617|30]]] vgl: Christifideles laici, 24[[[692|24]]]
Zie ook alinea's: -894-[al:894]-1905-[al:1905]
Zie ook alinea's: -894-[al:894]-1905-[al:1905]
Referenties naar alinea 801: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (802-810)
802
"Christus Jezus heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle ongerechtigheid te verlossen en ons te maken tot zijn eigen volk, gereinigd van zonde" (Tit. 2, 14)[b:Tit. 2, 14].
Referenties naar alinea 802: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
803
"Gij zijt derhalve een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk" (1 Pt. 2, 9)[b:1 Pt. 2, 9].
Referenties naar alinea 803: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
804
Men treedt toe tot het volk van God door het geloof en het Doopsel. "Tot het nieuwe volk van God zijn alle mensen geroepen", vert. uit Lat.[[617|13]] opdat alle mensen in Christus "één gezin en één volk van God vormen". vert. uit Lat.[[703|1]]
Referenties naar alinea 804: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
805
De Kerk is het lichaam van Christus. Door de Geest en zijn werking in de sacramenten, vooral de Eucharistie, maakt de gestorven en verrezen Christus de gemeenschap van de gelovigen tot zijn lichaam.
Referenties naar alinea 805: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
806
In de eenheid van dit lichaam bestaat een verscheidenheid aan ledematen en functies. Alle ledematen zijn met elkaar verbonden, in het bijzonder met hen die lijden, die arm zijn en die vervolgd worden.
Referenties naar alinea 806: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
807
De Kerk is het lichaam, waarvan Christus het hoofd is: zij leeft vanuit Hem, in Hem en voor Hem; Hij leeft met haar en in haar.
Referenties naar alinea 807: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
808
De Kerk is de bruid van Christus.- Hij heeft haar liefgehad en zich voor haar overgeleverd. Hij heeft haar door zijn bloed gereinigd. Hij heeft van haar de vruchtbare moeder van alle kinderen van God gemaakt.
Referenties naar alinea 808: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
809
De Kerk is de tempel van de heilige Geest. De Geest is als de ziel van het mystieke lichaam, oorsprong van zijn leven, van de eenheid in verscheidenheid en van de rijkdom van zijn gaven en charismata.
Referenties naar alinea 809: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
810
"Zo verschijnt dan de universele Kerk als 'het volk, verenigd uit de eenheid van de Vader en de Zoon en de heilige Geest"'. H. Cyprianus citerend, vert. uit Lat.[[617|4]]
Referenties naar alinea 810: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3. - De Kerk is één, heilig, katholiek en apostolisch (811-870)
811
750
832
865
Youcat ->=geentekst=
Ik geloof in één heilige, katholieke en apostolische Kerk ->=geentekst=
750
832
865
"Dit is de enige Kerk van Christus, die wij in de geloofsbelijdenis als één, heilig, katholiek en apostolisch belijden". vert. uit Lat.[[617|8]] Deze vier, onlosmakelijk met elkaar verbonden eigenschappen vgl: Brief aan de Bisschoppen van Engeland, (4)[[[3239|(4)]]] wijzen op wezenlijke kenmerken van de Kerk en haar zending. De Kerk heeft die niet uit zichzelf; Christus bewerkt door de heilige Geest dat zijn Kerk één, heilig, katholiek en apostolisch is, en Hij is het ook die haar oproept ieder van deze hoedanigheden te verwezenlijken.
Zie ook alinea's: -750-[al:750]-832-[al:832]-865-[al:865]
Zie ook alinea's: -750-[al:750]-832-[al:832]-865-[al:865]
Referenties naar alinea 811: 3
Ecclesia in Africa ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Ik geloof in één heilige, katholieke en apostolische Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
812
156
770
Youcat ->=geentekst=
156
770
Alleen het geloof kan herkennen dat de kerk deze eigenschappen ontleent aan haar goddelijke oorsprong. Maar hun historische verschijningsvormen zijn tekenen die ook duidelijk tot het menselijk verstand spreken. "De Kerk is", zo brengt het Eerste Vaticaans Concilie[d:217] in herinnering, "op grond van haar verheven heiligheid (...), haar katholieke eenheid, haar onoverwinnelijke duurzaamheid, zelf een belangrijke en voortdurende reden voor geloofwaardigheid en een onweerlegbaar bewijs van haar goddelijke zending". Dei Filius, 15[[115|15]]
Zie ook alinea's: -156-[al:156]-770-[al:770]
Zie ook alinea's: -156-[al:156]-770-[al:770]
Referenties naar alinea 812: 2
Ecclesia in Africa ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - De Kerk is één (813-822)
813
172
766
797
Youcat ->=geentekst=
172
766
797
"Het heilig mysterie van de eenheid van de Kerk" (Unitatis Redintegratio nr. 2)[618|2]
De Kerk is één door haar oorsprong: "Het hoogste voorbeeld en de oorsprong van dit mysterie is de eenheid in de Drie-eenheid van personen van de ene God: de Vader en de Zoon in de Heilige Geest". vert. uit Lat.[[618|2]] De Kerk is één door haar Stichter: "Want de mensgeworden Zoon, de Vredevorst, heeft door zijn kruis alle mensen met God verzoend door de eenheid van allen in één volk en in één lichaam te herstellen." § 3, vert. uit Lat.[[575|78]] De Kerk is één door haar ziel: "De Heilige Geest die in de gelovigen woont en heel de Kerk vervult en bestuurt, brengt die wonderbaarlijke gemeenschap van gelovigen tot stand en Hij verbindt allen zo innig in Christus dat Hij het beginsel van de eenheid van de Kerk is". Unitatis Redintegratio, 2[[618|2]] Het behoort derhalve tot het wezen van de Kerk één te zijn:
De Kerk is één door haar oorsprong: "Het hoogste voorbeeld en de oorsprong van dit mysterie is de eenheid in de Drie-eenheid van personen van de ene God: de Vader en de Zoon in de Heilige Geest". vert. uit Lat.[[618|2]] De Kerk is één door haar Stichter: "Want de mensgeworden Zoon, de Vredevorst, heeft door zijn kruis alle mensen met God verzoend door de eenheid van allen in één volk en in één lichaam te herstellen." § 3, vert. uit Lat.[[575|78]] De Kerk is één door haar ziel: "De Heilige Geest die in de gelovigen woont en heel de Kerk vervult en bestuurt, brengt die wonderbaarlijke gemeenschap van gelovigen tot stand en Hij verbindt allen zo innig in Christus dat Hij het beginsel van de eenheid van de Kerk is". Unitatis Redintegratio, 2[[618|2]] Het behoort derhalve tot het wezen van de Kerk één te zijn:
Wat voor een wonderlijk mysterie! Er is één Vader van het heelal, één Logos van het heel al en ook één Geest, overal dezelfde; er is ook één maagd die moeder geworden is, en ik noem haar graag de Kerk. 1,6, vert. uit Gr.[[1194]]Zie ook alinea's: -172-[al:172]-766-[al:766]-797-[al:797]
Referenties naar alinea 813: 2
Eén in de Heilige Geest de wereld veranderen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
814
791
832
873
1202
791
832
873
1202
Deze ene Kerk laat vanaf het begin echter een grote verscheidenheid zien die zowel voortvloeit uit de diversiteit van Gods gaven als uit de menigvuldigheid van personen die ze ontvangen. In de eenheid van het volk van God verzamelt zich de verscheidenheid van volken en culturen. Onder de leden van de Kerk komt een verscheidenheid van gaven, taken, levensomstandigheden en levenswijzen voor; "in de gemeenschap van de Kerk bestaan op wettige wijze particuliere Kerken, die hun eigen tradities bezitten". vert. uit Lat.[[617|13]] De grote rijkdom van deze verscheidenheid verzet zich niet tegen de eenheid. De zonde en de last van haar gevolgen bedreigen niettemin onophoudelijk de gave van de eenheid. Daarom moet de apostel ertoe aansporen "de eenheid des Geestes te behouden door de band van de vrede" (Ef. 4, 3)[b:Ef. 4, 3].
Zie ook alinea's: -791-[al:791]-873-[al:873]-1202-[al:1202]-832-[al:832]
Zie ook alinea's: -791-[al:791]-873-[al:873]-1202-[al:1202]-832-[al:832]
Referenties naar alinea 814: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
815
830
837
1126
1827
2182
830
837
1126
1827
2182
Welke zijn deze banden van eenheid? "Voeg bij dit alles de liefde als de band der volmaaktheid" (Kol. 3, 14)[b:Kol. 3, 14]. Maar de eenheid van de pelgrimerende Kerk wordt ook door zichtbare banden van gemeenschap verzekerd:
Zie ook alinea's: -1827-[al:1827]-830-[al:830]-837-[al:837]-173-[al:173]
- de belijdenis van het ene, van de apostelen ontvangen geloof;
- de gemeenschappelijke viering van de goddelijke eredienst, vooral van de Sacramenten;
- de apostolische opvolging door het Sacrament van de Wijding, die de broederlijke eensgezindheid binnen Gods familie handhaaft. vgl: Unitatis Redintegratio, 2[[[618|2]]] vgl: Lumen Gentium, 14[[[617|14]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 205[[[30|205]]]
Zie ook alinea's: -1827-[al:1827]-830-[al:830]-837-[al:837]-173-[al:173]
Referenties naar alinea 815: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
816
824
830
Manifest van het geloof ->=geentekst=
824
830
"Dit is de enige Kerk van Christus (...) waarover onze Verlosser na zijn verrijzenis Petrus als herder heeft aangesteld. Aan hem en de andere apostelen heeft Hij de opdracht gegeven haar te verbreiden en te besturen (...). Deze Kerk, als een gemeenschap gesticht en geordend in deze wereld, verwezenlijkt zich (subsistit in) in de katholieke Kerk, die bestuurd wordt door de opvolger van Petrus en de bisschoppen die met hem in gemeenschap leven". vert. uit Lat.[[617|8]]
Het decreet over de oecumene[618] van het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] zegt uitdrukkelijk: "Immers, alleen door de katholieke Kerk van Christus, die het 'algemeen heilsmiddel' is, kan men toegang hebben tot de gehele volheid van de heilsmiddelen. Wij geloven namelijk, dat de Heer aan het ene apostelcollege, waarvan Petrus het hoofd is, alle goederen van het Nieuwe Verbond heeft toevertrouwd, en wel om op aarde één lichaam van Christus te vormen, waarbij allen die reeds op enigerlei wijze tot het volk van God behoren, volledig moeten worden ingelijfd". vert. uit Lat.[[618|3]]Zie ook alinea's: -830-[al:830]
Referenties naar alinea 816: 2
Youcat ->=geentekst=Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
817
1398
1634
2089
1398
1634
2089
De wonden van de eenheid
Inderdaad "zijn in de ene en enige Kerk van God reeds vanaf het eerste begin enkele scheuringen ontstaan, die de apostel ernstig afkeurt; in latere eeuwen hebben zich echter grotere onenigheden voorgedaan en hebben zich omvangrijke gemeenschappen afgescheiden van de volle gemeenschap van de katholieke Kerk en dit soms niet zonder schuld van mensen aan beide zijden". vert. uit Lat.[[618|3]] De breuken die de eenheid van het lichaam van Christus verwonden (men maakt hierbij een onderscheid tussen ketterij, afval en schisma), vgl: Codex Iuris Canonici, 751[[[30|751]]] komen niet zonder de zonden van de mensen tot stand:
Inderdaad "zijn in de ene en enige Kerk van God reeds vanaf het eerste begin enkele scheuringen ontstaan, die de apostel ernstig afkeurt; in latere eeuwen hebben zich echter grotere onenigheden voorgedaan en hebben zich omvangrijke gemeenschappen afgescheiden van de volle gemeenschap van de katholieke Kerk en dit soms niet zonder schuld van mensen aan beide zijden". vert. uit Lat.[[618|3]] De breuken die de eenheid van het lichaam van Christus verwonden (men maakt hierbij een onderscheid tussen ketterij, afval en schisma), vgl: Codex Iuris Canonici, 751[[[30|751]]] komen niet zonder de zonden van de mensen tot stand:
Waar zonde is, daar is ook veelheid, schisma, ketterij, conflict; maar waar deugd is, daar is ook een eenheid die bewerkte dat alle gelovigen slechts één lichaam waren en één ziel. 9,1, vert. uit Gr.[[1838]]Zie ook alinea's: -2089-[al:2089]
Referenties naar alinea 817: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
818
838
1271
838
1271
"Zij die nu in gemeenschappen worden geboren die voortgekomen zijn uit dergelijke breuken" en die er het geloof in Christus in zich opnemen, kan men de zonde van afscheiding niet aanrekenen en de katholieke Kerk begroet hen dan ook met broederlijke eerbied en liefde (...). Zij die uit het geloof in het doopsel zijn gerechtvaardigd, worden in Christus ingelijfd en dragen daarom de naam christenen en zij worden door de zonen en de dochters van de katholieke Kerk terecht als broeders en zusters in de Heer erkend". vert. uit Lat.[[618|3]]
Zie ook alinea's: -1271-[al:1271]
Zie ook alinea's: -1271-[al:1271]
Referenties naar alinea 818: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
819
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Bovendien bestaan er "verscheidene elementen van heiliging en waarheid" Lumen Gentium, 8[[617|8]] buiten de zichtbare grenzen van de katholieke Kerk: "het geschreven woord van God, het leven van de genade, geloof, hoop en liefde, en andere innerlijke gaven van de heilige Geest en ook zichtbare elementen". vert. uit Lat.[[618|3]] vgl: Lumen Gentium, 15[[[617|15]]] De Geest van Christus bedient zich van deze kerken en kerkelijke gemeenschappen als heilsmiddelen waarvan de kracht komt van de volheid van de genade en de waarheid die Christus aan de katholieke Kerk heeft toevertrouwd. Al deze weldaden komen van en leiden naar Christus vgl: Unitatis Redintegratio, 3[[[618|3]]] en roepen op zich al op tot "katholieke eenheid". Lumen Gentium, 8[[617|8]]
Referenties naar alinea 819: 2
Youcat ->=geentekst=Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
820
Naar eenheid
"Christus heeft vanaf het begin deze eenheid aan zijn Kerk geschonken; naar onze geloofsovertuiging leeft zij onverliesbaar voort in de katholieke Kerk, en wij hopen dat zij van dag tot dag blijft toenemen tot aan de voleinding van de wereld". vert. uit Lat.[[618|4]] Christus schenkt aan zijn Kerk altijd de gave van de eenheid, maar de Kerk moet altijd bidden en werken om de eenheid die Christus voor haar wil, te behouden, te versterken en te vervolmaken. Daarom heeft Jezus zelf in het uur van zijn lijden voor de eenheid onder zijn leerlingen gebeden en Hij houdt niet op hiervoor tot de Vader te bidden: "opdat zij allen één mogen zijn, zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U: dat ook zij in Ons mogen zijn, opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt" (Joh. 17, 21)[b:Joh. 17, 21]. Het verlangen de eenheid onder alle christenen opnieuw te vinden is een gave van Christus en een oproep van de heilige Geest. vgl: Unitatis Redintegratio, 1[[[618|1]]]
Zie ook alinea's: -2748-[al:2748]
"Christus heeft vanaf het begin deze eenheid aan zijn Kerk geschonken; naar onze geloofsovertuiging leeft zij onverliesbaar voort in de katholieke Kerk, en wij hopen dat zij van dag tot dag blijft toenemen tot aan de voleinding van de wereld". vert. uit Lat.[[618|4]] Christus schenkt aan zijn Kerk altijd de gave van de eenheid, maar de Kerk moet altijd bidden en werken om de eenheid die Christus voor haar wil, te behouden, te versterken en te vervolmaken. Daarom heeft Jezus zelf in het uur van zijn lijden voor de eenheid onder zijn leerlingen gebeden en Hij houdt niet op hiervoor tot de Vader te bidden: "opdat zij allen één mogen zijn, zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U: dat ook zij in Ons mogen zijn, opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt" (Joh. 17, 21)[b:Joh. 17, 21]. Het verlangen de eenheid onder alle christenen opnieuw te vinden is een gave van Christus en een oproep van de heilige Geest. vgl: Unitatis Redintegratio, 1[[[618|1]]]
Zie ook alinea's: -2748-[al:2748]
Referenties naar alinea 820: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
821
827
855
1636
2791
827
855
1636
2791
Om hieraan op de juiste manier te beantwoorden is er vereist:Zie ook alinea's: -827-[al:827]-2791-[al:2791]
- een permanente vernieuwing van de Kerk door een grotere getrouwheid aan haar roeping. Deze vernieuwing is de drijfveer van de beweging naar eenheid; vgl: Unitatis Redintegratio, 6[[[618|6]]]
- een innerlijke ommekeer om zuiverder "volgens het Evangelie te leven" vgl: Unitatis Redintegratio, 7[[[618|7]]] want het is de ontrouw van de leden aan de gave van Christus die scheiding teweeg brengt;
- het gemeenschappelijk gebed, want "deze innerlijke ommekeer en de heiligheid van leven tezamen met persoonlijke en openbare gebeden voor de eenheid van de christenen moeten worden gezien als de ziel van heel de oecumenische beweging en kunnen dan ook terecht een geestelijke, oecumenische beweging genoemd worden; vert. uit Lat.[[618|8]]
- een wederzijdse kennis van elkaar als broeders en zusters; vgl: Unitatis Redintegratio, 9[[[618|9]]]
- een oecumenische vorming van de gelovigen en in het bijzonder van de priesters; vgl: Unitatis Redintegratio, 10[[[618|10]]]
- een dialoog tussen de theologen en ontmoetingen tussen de christenen van de verschillende kerken en kerkelijke gemeenschappen; vgl: Unitatis Redintegratio, 4,9,11[[[618|4.9.11]]]
- een samenwerking tussen de christenen op de verschillende terreinen van dienstverlening aan de mensen. vgl: Unitatis Redintegratio, 12[[[618|12]]]
Referenties naar alinea 821: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
822
De zorg om de eenheid tot stand te brengen "gaat de hele Kerk aan, gelovigen en herders". Unitatis Redintegratio, 5[[618|5]] Maar men moet "er zich ook van bewust zijn, dat dit heilig voornemen alle christenen te verzoenen binnen de eenheid van de ene en enige Kerk van Christus de menselijke krachten en gaven te boven gaat". Daarom stellen wij al onze hoop op "het gebed van Christus voor de Kerk, op de liefde van de Vader voor ons en op de kracht van de heilige Geest". vert. uit Lat.[[618|24]]
Referenties naar alinea 822: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De Kerk is heilig (823-829)
823
459
946
459
946
"De Kerk bezit, naar wij geloven, een onvergankelijke heiligheid. Christus, de Zoon van God, die samen met de Vader en de Geest met de woorden 'Gij alleen zijt de Heilige' gehuldigd wordt, heeft de Kerk als zijn bruid bemind en zichzelf voor haar overgeleverd om haar te heiligen. Hij heeft haar met zichzelf als met zijn lichaam verenigd en haar met de gave van de Heilige Geest tot verheerlijking van God overladen". vert. uit Lat.[[617|39]] De Kerk is dus "het heilig volk van God" Lumen Gentium, 12[[617|12]] en haar leden worden "heiligen" (Hand. 9, 13; 1 Kor. 6, 1; 1 Kor. 16, 1)[[b:Hand. 9, 13; 1 Kor. 6, 1; 1 Kor. 16, 1]] genoemd.
Zie ook alinea's: -459-[al:459]-796-[al:796]-946-[al:946]
Zie ook alinea's: -459-[al:459]-796-[al:796]-946-[al:946]
Referenties naar alinea 823: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
824
864
864
De Kerk, verenigd met Christus, wordt door Hem geheiligd; door Hem en in Hem wordt zij ook heiligend. "Het doel van alle werken van de Kerk is heiliging van de mensen in Christus en de verheerlijking van God". vert. uit Lat.[[570|10]] In de Kerk is dus "de volheid van de heilsmiddelen" Unitatis Redintegratio, 3[[618|3]] aanwezig. In haar "verwerven wij door Gods genade de heiligheid". Lumen Gentium, 48[[617|48]]
Zie ook alinea's: -816-[al:816]
Zie ook alinea's: -816-[al:816]
Referenties naar alinea 824: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
825
670
2013
670
2013
"Reeds hier op aarde is de Kerk getooid met een werkelijke, zij het ook onvolmaakte, heiligheid". vert. uit Lat.[[617|48]] In haar leden moet de volmaakte heiligheid nog verworven worden: "Met zo talrijke en zo belangrijke heilsmiddelen toegerust worden alle gelovigen van iedere staat en stand, elk langs zijn eigen weg, door de Heer geroepen tot een volmaakte heiligheid, die niets anders is dan de volmaaktheid van de Vader zelf". vert. uit Lat.[[617|11]]
Zie ook alinea's: -670-[al:670]-2013-[al:2013]
Zie ook alinea's: -670-[al:670]-2013-[al:2013]
Referenties naar alinea 825: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
826
1827
2658
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Divini Amoris Scientia ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1827
2658
De liefde is de ziel van de heiligheid waartoe allen zijn geroepen: "Zij stuurt alle heilsmiddelen, bezielt ze en leidt ze naar hun doel": vert. uit Lat.[[617|42]]
Ik begreep dat, als de Kerk een lichaam is dat uit verschillende ledematen is samengesteld, het noodzakelijkste en edelste lid haar niet kan ontbreken; ik begreep dat de Kerk een hart bezat, en dat dit hart brandde van liefde. Ik begreep dat alleen de liefde de leden van de Kerk tot handelen aanzette, en dat, als het vuur van de liefde gedoofd zou worden, de apostelen zouden ophouden het Evangelie te verkondigen, de martelaren zouden weigeren hun bloed te vergieten. Ik begreep dat de liefde alle roepingen insloot, dat de liefde alles was, dat zij alle tijden en alle plaatsen omvatte, in één woord: dat zij eeuwig is! B. 3v, vert. Getijdenboek Lect. I,7,235[[3958]]Zie ook alinea's: -1827-[al:1827]-2658-[al:2658]-864-[al:864]
Referenties naar alinea 826: 4
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Divini Amoris Scientia ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
827
771
821
771
821
"Terwijl Christus echter "heilig, schuldeloos en onbesmet is, geen zonde heeft gekend, maar alleen de zonden van het volk kwam uitboeten, heeft de kerk zondaars in haar midden; zij is tegelijkertijd heilig en tot uitzuivering geroepen en streeft voortdurend boetedoening en vernieuwing na". vert. uit Lat.[[617|8]] vgl: Unitatis Redintegratio, 3,6[[[618|3.6]]] Alle leden van de Kerk, met inbegrip van haar bedienaren, moeten erkennen dat zij zondaars zijn. (1 Joh. 1, 8-10)[[b:1 Joh. 1, 8-10]] In allen bevindt het onkruid van de zonde zich nog onder de tarwe van het Evangelie, tot het einde der tijden. (Mt. 13, 24-30)[[b:Mt. 13, 24-30]] De Kerk brengt dus zondaars bijeen die door het heil van Christus gegrepen zijn, maar die nog altijd op weg zijn naar heiliging.
De Kerk is dus heilig, ook al bergt zij in haar schoot zondaars; want zelf kent zij geen enkel ander leven dan dat van de genade; als haar leden waarlijk hierdoor gevoed worden, dan worden zij hierdoor geheiligd; als zij zich hieraan echter onttrekken, dan vervallen zij tot zonden en lopen zij een bezoedeling van de ziel op die haar heiligheid belemmert. Daarom lijdt de Kerk onder deze zonden en doet zij boete hiervoor, terwijl ze tegelijkertijd de macht heeft haar kinderen door het bloed van Christus en de gave van de heilige Geest hiervan te bevrijden. vert. uit Lat.[[763|19]]Zie ook alinea's: -1425-[al:1425]-821-[al:821]
Referenties naar alinea 827: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
828
864
2030
2045
864
2030
2045
Door sommige gelovigen heilig te verklaren, d.w.z. door plechtig af te kondigen dat deze gelovigen op heldhaftige wijze de deugden hebben beoefend en geleefd hebben in trouw aan Gods genade, erkent de kerk de kracht van de Geest van heiligheid die in haar is, en door hen als voorbeelden en voorsprekers te geven aan de gelovigen ondersteunt zij hun hoop. vgl: Lumen Gentium, 40,48-51[[[617|40.48-51]]] "De mannelijke en vrouwelijke heiligen zijn altijd bron en oorsprong van vernieuwing geweest op de moeilijkste ogenblikken in de geschiedenis van de kerk". 3, vert. uit Lat.[[692|16]] Immers, "de heiligheid is de geheime bron en de onfeilbare maatstaf van haar apostolische werkzaamheid en haar missionaire bezieling". 3, vert. uit Lat.[[692|17]]
Zie ook alinea's: -1173-[al:1173]-2045-[al:2045]
Zie ook alinea's: -1173-[al:1173]-2045-[al:2045]
Referenties naar alinea 828: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
829
149
972
149
972
"Terwijl de Kerk in de allerheiligste Maagd de volmaaktheid reeds heeft bereikt, waardoor zij zonder vlek of rimpel is, streven de gelovigen er nog steeds naar de zonde te overwinnen en in heiligheid te groeien; daarom slaan zij hun ogen op naar Maria". vert. uit Lat.[[617|65]] in haar is de Kerk reeds de volmaakt heilige.
Zie ook alinea's: -1172-[al:1172]-972-[al:972]
Zie ook alinea's: -1172-[al:1172]-972-[al:972]
Referenties naar alinea 829: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De Kerk is katholiek (830-856)
830
173
752
815
816
173
752
815
816
Wat wil "katholiek" zeggen ?
Het woord "katholiek" betekent "universeel" in de betekenis van "in zijn totaliteit" of "in zijn geheel". De Kerk is katholiek in een tweevoudige zin: zij is katholiek, omdat Christus in haar tegenwoordig is. "Daar waar Christus Jezus is, daar is de katholieke Kerk". In haar blijft de volheid van het lichaam van Christus, verbonden met haar hoofd, (Ef. 1, 22-23)[[b:Ef. 1, 22-23]] voortbestaan, hetgeen inhoudt dat zij van Hem "de volheid van de heilsmiddelen", Ad Gentes Divinitus, 6[[703|6]] die Hij gewild heeft, ontvangt: de juiste en volledige geloofsbelijdenis, het volledige sacramentele leven en het gewijde ambt in apostolische opvolging. De Kerk was in deze fundamentele betekenis katholiek op de dag van Pinksteren vgl: Ad Gentes Divinitus, 4[[[703|4]]] en zij zal dat altijd zijn tot op de dag van de parousie.
Zie ook alinea's: -795-[al:795]-815-816-[al:815-816]
Het woord "katholiek" betekent "universeel" in de betekenis van "in zijn totaliteit" of "in zijn geheel". De Kerk is katholiek in een tweevoudige zin: zij is katholiek, omdat Christus in haar tegenwoordig is. "Daar waar Christus Jezus is, daar is de katholieke Kerk". In haar blijft de volheid van het lichaam van Christus, verbonden met haar hoofd, (Ef. 1, 22-23)[[b:Ef. 1, 22-23]] voortbestaan, hetgeen inhoudt dat zij van Hem "de volheid van de heilsmiddelen", Ad Gentes Divinitus, 6[[703|6]] die Hij gewild heeft, ontvangt: de juiste en volledige geloofsbelijdenis, het volledige sacramentele leven en het gewijde ambt in apostolische opvolging. De Kerk was in deze fundamentele betekenis katholiek op de dag van Pinksteren vgl: Ad Gentes Divinitus, 4[[[703|4]]] en zij zal dat altijd zijn tot op de dag van de parousie.
Zie ook alinea's: -795-[al:795]-815-816-[al:815-816]
Referenties naar alinea 830: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
831
360
836
360
836
Zij is katholiek, omdat zij door Christus tot heel het menselijk geslacht gezonden is: (Mt. 28, 19)[[b:Mt. 28, 19]]
Tot het nieuwe volk van God zijn alle mensen geroepen. Daarom moet dit één en enig blijvend volk zich over de hele wereld en door alle eeuwen heen verspreiden, opdat zo het besluit van Gods wil verwezenlijkt wordt, die de menselijke natuur in het begin als een eenheid geschapen heeft en zijn kinderen die verstrooid waren, uiteindelijk toch weer heeft willen verzamelen (...). Dit kenmerk van universaliteit, dat het volk van God siert, is een gave van de Heer zelf, een gave waardoor de katholieke kerk op doeltreffende wijze en voortdurend ernaar streeft heel de mensheid met al wat zij aan goeds heeft, weer bijeen te brengen onder Christus als haar hoofd, in de eenheid van zijn Geest. vert. uit Lat.[[617|13]]Zie ook alinea's: -849-[al:849]-360-[al:360]-518-[al:518]
Referenties naar alinea 831: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
832
752
811
814
752
811
814
Iedere particuliere Kerk is "katholiek"
"De Kerk van Christus is werkelijk tegenwoordig in alle rechtmatige plaatselijke gemeenschappen van gelovigen, verenigd met hun herders, gemeenschappen die ook in het Nieuwe Testament Kerken genoemd worden (...). Hierin worden door de prediking van Christus' Evangelie de gelovigen verzameld en wordt het geheim van het Laatste Avondmaal van de Heer gevierd (...). In deze gemeenschappen, hoewel vaak klein en arm of verspreid, is Christus tegenwoordig, door wiens kracht de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk tot stand komt".
Zie ook alinea's: -814-[al:814]-811-[al:811]
"De Kerk van Christus is werkelijk tegenwoordig in alle rechtmatige plaatselijke gemeenschappen van gelovigen, verenigd met hun herders, gemeenschappen die ook in het Nieuwe Testament Kerken genoemd worden (...). Hierin worden door de prediking van Christus' Evangelie de gelovigen verzameld en wordt het geheim van het Laatste Avondmaal van de Heer gevierd (...). In deze gemeenschappen, hoewel vaak klein en arm of verspreid, is Christus tegenwoordig, door wiens kracht de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk tot stand komt".
Zie ook alinea's: -814-[al:814]-811-[al:811]
Referenties naar alinea 832: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
833
886
1560
886
1560
Men verstaat onder particuliere Kerk, en dat is op de eerste plaats het diocees (of de eparchie), een gemeenschap van Christengelovigen die wat geloof en sacramenten betreft, verbonden zijn met hun bisschop die in de apostolische successie gewijd is. vgl: Christus Dominus, 11[[[646|11]]] Codex Iuris Canonici, 368-369[[30|368-369]] can. 177 § 1[[574|(177)]] § 1[[574|(178.311)]] can. 312[[574|+712]] Deze particuliere Kerken "zijn gevormd naar het beeld van de universele Kerk, in en uit deze particuliere Kerken bestaat de ene en enige katholieke Kerk". vert. uit Lat.[[617|23]]
Zie ook alinea's: -886-[al:886]
Zie ook alinea's: -886-[al:886]
Referenties naar alinea 833: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
834
882
1369
882
1369
De particuliere Kerken zijn ten volle katholiek door de gemeenschap met "een onder hen: de kerk van Rome, "zij zit voor in de liefde". 1,1, vert. Getijdenboek Lect. I,5.50[[923|+5]] "Want met deze Kerk moet, op grond van haar bijzondere oorsprong iedere Kerk, d.w.z. de gelovigen van overal, overeenstemmen". 3,3,2, vert. uit Lat.[[848]] weer opgenomen door Vat. I[[116|8]] "Immers, vanaf het moment dat het mensgeworden Woord naar ons is afgedaald, hielden en houden alle christelijke kerken de Kerk hier (in Rome), die de grootste is, voor hun enige basis en fundament, omdat volgens de beloften van de Heiland zelf de poorten van de hel haar nooit hebben overweldigd". vert. uit Gr.[[3241]]
Zie ook alinea's: -882-[al:882]-1369-[al:1369]
Zie ook alinea's: -882-[al:882]-1369-[al:1369]
Referenties naar alinea 834: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
835
1202
1202
"De universele Kerk moet niet gezien worden als een eenvoudige optelsom of federatie van particuliere kerken. Maar het is veeleer de Kerk, universeel door roeping en zending, die wortelt in een verscheidenheid van culturele, sociale en menselijke terreinen, waarbij zij in elk deel van de wereld verschillende aspecten en uitdrukkingsvormen aanneemt". vert. uit Lat.[[519|62]] De rijke verscheidenheid van kerkelijke disciplines, liturgische riten, theologisch en geestelijk erfgoed, eigen aan de plaatselijke kerken "is in haar streven naar eenheid een des te schitterender bewijs van de katholiciteit van de onverdeelde Kerk". vert. uit Lat.[[617|23]]Zie ook alinea's: -1202-[al:1202]
Referenties naar alinea 835: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
836
Wie behoort tot de katholieke Kerk?
"Tot de katholieke eenheid van het volk Gods (...) zijn alle mensen geroepen; en daartoe behoren of daarop zijn gericht, zij het op verschillende wijze, én de katholieke gelovigen, én de anderen die in Christus geloven, én tenslotte alle mensen zonder uitzondering die door Gods genade tot het heil geroepen zijn". vert. uit Lat.[[617|13]]
Zie ook alinea's: -831-[al:831]
"Tot de katholieke eenheid van het volk Gods (...) zijn alle mensen geroepen; en daartoe behoren of daarop zijn gericht, zij het op verschillende wijze, én de katholieke gelovigen, én de anderen die in Christus geloven, én tenslotte alle mensen zonder uitzondering die door Gods genade tot het heil geroepen zijn". vert. uit Lat.[[617|13]]
Zie ook alinea's: -831-[al:831]
Referenties naar alinea 836: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
837
815
882
815
882
"Volledig in de kerkelijke gemeenschap ingelijfd, zijn degenen die, met de Geest van Christus begiftigd, haar gehele organisatie en al haar ingestelde heilsmiddelen aanvaarden en tevens in haar zichtbare organisatie met Christus, die haar door de opperherder en de bisschoppen bestuurt, verbonden blijven: dit zijn immers de banden van de geloofsbelijdenis, de Sacramenten, het kerkelijk bestuur en de gemeenschap. Doch geen mens wordt gered die, hoewel hij bij de Kerk is ingelijfd, in de liefde niet volhardt en in de schoot van de Kerk wel 'met het lichaam', maar niet 'met zijn hart' aanwezig blijft". vert. uit Lat.[[617|14]]
Zie ook alinea's: -771-[al:771]-815-[al:815]-882-[al:882]
Zie ook alinea's: -771-[al:771]-815-[al:815]-882-[al:882]
Referenties naar alinea 837: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
838
551
1271
1399
551
1271
1399
Met hen die gedoopt zijn en die de erenaam van christenen dragen, maar die niet het volledig geloof belijden of de eenheid van gemeenschap onder de opvolger van Petrus niet in stand houden, weet de kerk zich om velerlei redenen verbonden". vert. uit Lat.[[617|15]] "Zij die in Christus geloven en op de juiste wijze het doopsel hebben ontvangen, bevinden zich, zij het onvolmaakt, in een zekere gemeenschap, met de katholieke Kerk". vert. uit Lat.[[618|3]] Met de orthodoxe kerken gaat deze gemeenschap zo diep "dat er nog maar heel weinig voor nodig is, of zij bereikt de volheid die een gemeenschappelijke viering van de Eucharistie van de Heer toelaat". Het einde van het Heilig Jaar nadert[[3242]] vgl: Unitatis Redintegratio, 13-18[[[618|13-18]]]
Zie ook alinea's: -818-[al:818]-1271-[al:1271]-1399-[al:1399]
Zie ook alinea's: -818-[al:818]-1271-[al:1271]-1399-[al:1399]
Referenties naar alinea 838: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
839
63
147
597
856
Youcat ->=geentekst=
63
147
597
856
De Kerk en de niet-christenen
"Zij die het Evangelie nog niet ontvangen hebben, zijn op verschillende manieren gericht op het volk van God". vert. uit Lat.[[617|16]]: De verhouding tussen de Kerk en het Joodse volk. De Kerk, het volk van God in het Nieuwe Verbond, ontdekt bij het onderzoeken van haar eigen mysterie haar band met het Joodse volk, vgl: Nostra Aetate, 4[[[610|4]]] "waartoe God het eerst gesproken heeft". Goede Vrijdag 13, Gebed van de gelovigen VI, in: Altaarmissaal (NL) blz. 327; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 141[[1209]] In tegenstelling tot de andere niet-christelijke godsdiensten is het Joodse geloof al een antwoord op de openbaring van God in het Oude Verbond. Aan het Joodse volk "behoort de aanneming tot zonen, de heerlijkheid, de verbonden, de wetgeving, de eredienst en de beloften; van hen zijn de aartsvaders en uit hen komt Christus voort naar het vlees" (Rom. 9, 4-5)[b:Rom. 9, 4-5], want "God kent geen berouw over zijn genadegaven noch over zijn roeping" (Rom. 11, 29)[b:Rom. 11, 29].
Zie ook alinea's: -856-[al:856]-63-[al:63]-147-[al:147]
"Zij die het Evangelie nog niet ontvangen hebben, zijn op verschillende manieren gericht op het volk van God". vert. uit Lat.[[617|16]]: De verhouding tussen de Kerk en het Joodse volk. De Kerk, het volk van God in het Nieuwe Verbond, ontdekt bij het onderzoeken van haar eigen mysterie haar band met het Joodse volk, vgl: Nostra Aetate, 4[[[610|4]]] "waartoe God het eerst gesproken heeft". Goede Vrijdag 13, Gebed van de gelovigen VI, in: Altaarmissaal (NL) blz. 327; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 141[[1209]] In tegenstelling tot de andere niet-christelijke godsdiensten is het Joodse geloof al een antwoord op de openbaring van God in het Oude Verbond. Aan het Joodse volk "behoort de aanneming tot zonen, de heerlijkheid, de verbonden, de wetgeving, de eredienst en de beloften; van hen zijn de aartsvaders en uit hen komt Christus voort naar het vlees" (Rom. 9, 4-5)[b:Rom. 9, 4-5], want "God kent geen berouw over zijn genadegaven noch over zijn roeping" (Rom. 11, 29)[b:Rom. 11, 29].
Zie ook alinea's: -856-[al:856]-63-[al:63]-147-[al:147]
Referenties naar alinea 839: 2
Tijdens bezoek aan de Grote Synagoge van Rome ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
840
674
1096
674
1096
Wanneer men bovendien naar de toekomst kijkt, dan streven het volk van God uit het Oude Verbond en het nieuwe Volk van God analoge doeleinden na: de verwachting van de komst (of terugkeer) van de Messias. Deze verwachting is echter enerzijds die van de terugkeer van de gestorven en verrezen Messias, die erkend wordt als Heer en Zoon van God, en anderzijds die van de komst aan het einde der tijden van de Messias, van wie de trekken verborgen blijven, een verwachting die gepaard gaat met het drama van de onwetendheid of de miskenning van Christus Jezus.Zie ook alinea's: -674-[al:674]-597-[al:597]
Referenties naar alinea 840: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
841
De betrekkingen van de Kerk met de moslims. "Het heilsplan strekt zich ook uit tot hen die de Schepper erkennen, onder wie vooral de moslims, die in hun belijdenis aan het geloof van Abraham vasthouden en samen met ons de ene en barmhartige God aanbidden die op de jongste dag de mensen zal oordelen." vert. uit Lat.[[617|16]] vgl: Nostra Aetate, 3[[[610|3]]]
Referenties naar alinea 841: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
842
360
360
De band van de Kerk met de niet-christelijke godsdiensten is allereerst die van de gemeenschappelijke oorsprong en het gemeenschappelijk einddoel van het menselijk geslacht:
"Immers, alle volken vormen één gemeenschap; zij hebben één oorsprong, omdat God heel het menselijk geslacht over de gehele oppervlakte van de aarde deed wonen; zij hebben ook één einddoel: God, wiens voorzienigheid, bewijzen van goedheid en heilsbeschikkingen zich uitstrekken tot allen, totdat de uitverkorenen verenigd zullen worden in de heilige stad". vert. uit Lat.[[610|1]]Zie ook alinea's: -360-[al:360]
Referenties naar alinea 842: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
843
28
856
1149
Youcat ->=geentekst=
28
856
1149
De Kerk erkent dat de andere godsdiensten nog "in afschaduwingen en beelden" God zoeken, die onbekend is, maar toch zo nabij, omdat Hij aan allen levensadem en alles schenkt en omdat Hij wil dat alle mensen gered worden. Zo beschouwt de Kerk al wat men in de godsdiensten aan goeds en aan waarheid kan vinden "als een voorbereiding op het Evangelie en als een geschenk van Hem die iedere mens verlicht, opdat hij uiteindelijk het leven heeft". vert. uit Lat.[[617|16]] vgl: Nostra Aetate, 2[[[610|2]]] vgl: Evangelii Nuntiandi, 53[[[519|53]]]
Zie ook alinea's: -28-[al:28]-856-[al:856]
Zie ook alinea's: -28-[al:28]-856-[al:856]
Referenties naar alinea 843: 2
Dominus Iesus ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
844
Maar in hun godsdienstig gedrag vertonen de mensen ook beperkingen en tekortkomingen die in hen het beeld van God misvormen:
Meermalen zijn zij, door de Boze misleid, afgedwaald in hun bespiegelingen en hebben zij Gods waarheid verruild voor de leugen door meer het schepsel dan de Schepper te dienen of zijn, door zonder God op deze wereld te leven en te sterven, blootgesteld aan de uiterste wanhoop. vert. uit Lat.[[617|16]]Zie ook alinea's: -29-[al:29]
Referenties naar alinea 844: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
845
30
953
1219
30
953
1219
Om opnieuw al zijn kinderen die de zonde heeft verstrooid en doen afdwalen, te verenigen heeft de Vader heel de mensheid in de Kerk van zijn Zoon willen samenroepen. De Kerk is de plaats waar de mensheid haar eenheid en heil moet terugvinden. Zij is "de verzoende wereld". Serm. 96.7,9[[880]] Zij is het schip dat "de juiste koers vaart in deze wereld, met het volle zeil van het kruis van de Heer op de adem van de heilige Geest" 18,118, vert. uit Lat.[[1534]] of, om een ander beeld te gebruiken dat de Kerkvaders dierbaar is: zij wordt gesymboliseerd door de ark van Noach, zij die als enige van de zondvloed redt. (1 Pt. 3, 20-21)[[b:1 Pt. 3, 20-21]]
Zie ook alinea's: -30-[al:30]-953-[al:953]-1219-[al:1219]
Zie ook alinea's: -30-[al:30]-953-[al:953]-1219-[al:1219]
Referenties naar alinea 845: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
846
161
1257
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
161
1257
"Buiten de Kerk geen heil"
Hoe dient men deze zo vaak door de Kerkvaders herhaalde uitspraak te interpreteren? In positieve zin geformuleerd betekent dit dat alle heil komt van Christus, het hoofd, via de Kerk, die Zijn lichaam is.
Hoe dient men deze zo vaak door de Kerkvaders herhaalde uitspraak te interpreteren? In positieve zin geformuleerd betekent dit dat alle heil komt van Christus, het hoofd, via de Kerk, die Zijn lichaam is.
Het Concilie leert, daarbij steunend op de heilige Schrift en de Overlevering, dat deze pelgrimerende Kerk noodzakelijk is voor het heil. Alleen Christus is immers de Middelaar en de weg van het heil en in zijn lichaam, de Kerk, komt Hij onder ons tegenwoordig. Door ons uitdrukkelijk de noodzakelijkheid van geloof en Doopsel in te scherpen heeft Hij tevens de noodzakelijkheid bevestigd van de Kerk zelf, waarin de mensen door de deur van het doopsel binnengaan. Daarom kunnen die mensen niet gered worden die heel goed weten dat God door middel van Jezus Christus de katholieke Kerk als noodzakelijk gesticht heeft, toch weigeren haar lid te worden of te blijven van deze Kerk. vert. uit. Lat.[[617|14]]Zie ook alinea's: -161-[al:161]-1257-[al:1257]
Referenties naar alinea 846: 3
Dominus Iesus ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
847
Youcat ->=geentekst=
Pastorale Brief - Christus: enige weg naar eeuwig leven, Kerk en Wijding ->=geentekst=
Deze woorden slaan niet op hen die buiten hun schuld Christus en zijn Kerk niet kennen:
Immers, wie zonder schuld het Evangelie van Christus en zijn Kerk niet kennen, maar toch met een oprecht hart God zoeken en zijn wil, zoals het geweten hun die voorhoudt, onder invloed van de genade metterdaad trachten te volbrengen, die kunnen het eeuwig heil verwerven. vert. uit Lat.[[617|16]] vgl: Aan de Aartsbisschop van Boston[[[1371]]]
Referenties naar alinea 847: 3
Dominus Iesus ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Pastorale Brief - Christus: enige weg naar eeuwig leven, Kerk en Wijding ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
848
1260
1260
"Ofschoon God langs wegen die Hem bekend zijn, de mensen die zonder hun schuld het evangelie niet kennen, tot geloof kan brengen "zonder welk het onmogelijk is aan Hem te behagen" (Heb. 11, 6)[b:Heb. 11, 6], rust toch op de kerk de plicht om "alle mensen" te evangeliseren en heeft zij daartoe ook het heilig recht". vert. uit Lat.[[703|7]]
Zie ook alinea's: -1260-[al:1260]
Zie ook alinea's: -1260-[al:1260]
Referenties naar alinea 848: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
849
767
782
831
1122
1226
1332
1565
767
782
831
1122
1226
1332
1565
De missie - een vereiste voor de katholiciteit van de Kerk
De missionaire opdracht. "Door God tot de volken gezonden om het universeel sacrament van het heil te zijn, streeft de Kerk ernaar, krachtens de diepste eisen van haar eigen katholiciteit en in gehoorzaamheid aan de opdracht van haar Stichter, het Evangelie te verkondigen aan alle mensen". vert. uit Lat.[[703|1]] "Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb, Zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 19-20)[b:Mt. 28, 19-20].
Zie ook alinea's: -738-[al:738]-767-[al:767]
De missionaire opdracht. "Door God tot de volken gezonden om het universeel sacrament van het heil te zijn, streeft de Kerk ernaar, krachtens de diepste eisen van haar eigen katholiciteit en in gehoorzaamheid aan de opdracht van haar Stichter, het Evangelie te verkondigen aan alle mensen". vert. uit Lat.[[703|1]] "Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb, Zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 19-20)[b:Mt. 28, 19-20].
Zie ook alinea's: -738-[al:738]-767-[al:767]
Referenties naar alinea 849: 1
Dominus Iesus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
850
257
425
730
738
257
425
730
738
De oorsprong en het doel van de missie. De uiteindelijke bron van de missionaire opdracht die de Heer aan zijn kerk gegeven heeft, is de eeuwige liefde van de allerheiligste Drie-eenheid: "De Kerk is gedurende haar aardse pelgrimstocht van nature missionair, aangezien zij zelf volgens het plan van God de Vader haar oorsprong vindt in de zending van de Zoon en in de zending van de heilige Geest". vert. uit Lat.[[703|2]] En het uiteindelijke doel van de zending is geen ander dan de mensen te laten delen in de gemeenschap die er is tussen de Vader en de Zoon in hun Geest van liefde. vgl: Redemptoris Missio, 23[[[4|23]]]
Zie ook alinea's: -257-[al:257]-730-[al:730]
Zie ook alinea's: -257-[al:257]-730-[al:730]
Referenties naar alinea 850: 1
Dominus Iesus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
851
39
74
217
221
429
890
2104
2822
39
74
217
221
429
890
2104
2822
De reden van de missie. De Kerk heeft altijd al aan de liefde van God voor alle mensen de verplichting en de kracht van haar missionaire bezieling ontleend: "Want de liefde van Christus laat ons geen rust (...)" (2 Kor. 5, 14)[b:2 Kor. 5, 14]. vgl: Apostolicam Actuositatem, 6[[[653|6]]] vgl: Redemptoris Missio, 11[[[4|11]]] Immers, "God wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen" (1 Tim. 2, 4)[b:1 Tim. 2, 4], God wil het heil van allen door middel van de kennis van de waarheid. Het heil is gelegen in de waarheid, Zij die aan de beweging van de Geest gehoor geven, bevinden zich reeds op de weg van het heil; maar de Kerk, waaraan deze waarheid is toevertrouwd, moet aan hun verlangen tegemoet komen om hun die te brengen. Omdat zij in een universeel heilsplan gelooft, moet zij missionair zijn.
Zie ook alinea's: -221-[al:221]-429-[al:429]-74-[al:74]-217-[al:217]-2104-[al:2104]-890-[al:890]
Zie ook alinea's: -221-[al:221]-429-[al:429]-74-[al:74]-217-[al:217]-2104-[al:2104]-890-[al:890]
Referenties naar alinea 851: 1
Dominus Iesus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
852
2044
2473
2044
2473
De wegen van de missie. "De heilige Geest is de hoofdrolspeler in de hele zending van de Kerk". Redemptoris Missio, 21[[4|21]] Hij is het die de Kerk leidt op de wegen van de zending en de missie, "Omdat deze missie de zending van Christus zelf, die gezonden is om de armen het Evangelie te brengen, in de loop van de geschiedenis voortzet en ontplooit, moet ook de Kerk, onder aandrang van de Geest van Christus, voortgaan op dezelfde weg die ook Christus is gegaan, de weg namelijk van armoede, gehoorzaamheid, dienstbaarheid en zelfopoffering tot de dood toe, waaruit Hij door zijn verrijzenis als overwinnaar te voorschijn is gekomen". vert. uit Lat.[[703|5]] Zo is "het bloed van de martelaren het zaad van de christenen". 50 vert. uit Lat.[[968]]
Zie ook alinea's: -2044-[al:2044]-2473-[al:2473]
Zie ook alinea's: -2044-[al:2044]-2473-[al:2473]
Referenties naar alinea 852: 1
Dominus Iesus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
853
1428
2443
1428
2443
Maar op haar pelgrimstocht heeft de Kerk ook ervaren "welk een afstand er is tussen de boodschap die zij uitdraagt, en de menselijke zwakheid van hen aan wie het Evangelie wordt toevertrouwd". § 6 vert. uit Lat.[[575|43]] Alleen door voort te gaan op de weg " van boetedoening en vernieuwing" vert. uit Lat.[[617|8]] vgl: Lumen Gentium, 15[[[617|15]]] en "door de nauwe deur van het kruis" Ad Gentes Divinitus, 1[[703|1]] kan het volk van God het rijk van Christus verbreiden. vgl: Redemptoris Missio, 12-20[[[4|12-20]]] Immers, "zoals Christus het verlossingswerk heeft volbracht in armoede en vervolging, zo is ook de Kerk geroepen dezelfde weg te gaan om de mensen de vruchten van het heil mee te delen". vert. uit Lat.[[617|8]]Zie ook alinea's: -1428-[al:1428]-2443-[al:2443]
Referenties naar alinea 853: 1
Dominus Iesus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
854
927
1204
2105
927
1204
2105
Door haar zending zelf "is de Kerk samen met heel de mensheid op weg en deelt zij hetzelfde aardse lot met de wereld. Zij is als het ware het zuurdeeg en als de ziel van de menselijke samenleving, geroepen om in Christus te worden vernieuwd en omgevormd tot de familie van God". § 2, vert. uit Lat.[[575|40]] De missionaire krachtsinspanning vereist dus geduld. Ze begint bij de verkondiging van het Evangelie aan volken en aan groepen die nog niet in Christus geloven; vgl: Redemptoris Missio, 42-47[[[4|42-47]]] ze vindt haar vervolg in de vestiging van christelijke gemeenschappen die "tekens van de tegenwoordigheid van God in de wereld" Ad Gentes Divinitus, 15[[703|15]] zijn, en in de stichting van locale kerken; vgl: Redemptoris Missio, 48-49[[[4|48-49]]] ze brengt een proces van inculturatie op gang om het Evangelie vlees en bloed te doen worden binnen de culturen van de volken; vgl: Redemptoris Missio, 52-54[[[4|52-54]]] ongetwijfeld zal ze ook tegenslagen kennen, "Wat echter de mensen, groeperingen en volken betreft, hen raakt en doordringt de Kerk slechts geleidelijk en neemt hen zo op in de katholieke volheid. vert. uit Lat.[[703|6]]Zie ook alinea's: -2105-[al:2105]-1204-[al:1204]
Referenties naar alinea 854: 1
Dominus Iesus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
855
De zending van de Kerk vraagt inzet voor de eenheid van de christenen. vgl: Redemptoris Missio, 50[[[4|50]]] Immers, "de verdeeldheid van de christenen is voor de Kerk een beletsel om de volheid van de katholiciteit die haar eigen is, te verwezenlijken in die zonen en dochters die haar door het Doopsel toebehoren, maar van haar volledige gemeenschap gescheiden zijn. En zelfs voor de Kerk zelf wordt het daardoor moeilijker de volheid van de katholiciteit in ieder opzicht in de werkelijkheid van haar leven tot uitdrukking te brengen". vert. uit Lat.[[618|4]]Zie ook alinea's: -821-[al:821]
Referenties naar alinea 855: 1
Dominus Iesus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
856
839
843
839
843
De missionaire taak van de Kerk impliceert een respectvolle dialoog met hen die het Evangelie nog niet aanvaarden. vgl: Redemptoris Missio, 55[[[4|55]]] De gelovigen kunnen voor zichzelf baat hebben bij deze dialoog door "al wat er reeds aan waarheid en genade bij de volken als een verborgen tegenwoordigheid van God wordt gevonden", vert. uit Lat.[[703|9]] beter te leren kennen. Als zij de Blijde Boodschap verkondigen aan hen die haar niet kennen, dan is dat om de waarheid en het goede dat God onder de mensen en de volken heeft verbreid, te verstevigen, aan te vullen en op een hoger plan te brengen en het te zuiveren van dwaling en kwaad "tot eer van God, tot beschaming van de duivel en tot geluk van de mens". Ad Gentes Divinitus, 9[[703|9]]Zie ook alinea's: -839-[al:839]-843-[al:843]
Referenties naar alinea 856: 1
Dominus Iesus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - De Kerk is apostolisch (857-865)
857
84
171
754
756
1575
Ecclesia de Eucharistia ->=geentekst=
Aan de Katholieke Kerk in de Volksrepubliek China ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De Kerk is apostolisch ->=geentekst=
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
84
171
754
756
1575
De Kerk is apostolisch omdat zij, in een drievoudige zin, gegrondvest is op de apostelen:
Zie ook alinea's: -75-[al:75]-171-[al:171]-880-[al:880]-1575-[al:1575]
- zij is en blijft gebouwd op "het fundament van de apostelen" (Ef. 2, 20; Openb. 21, 14)[b:Ef. 2, 20; Openb. 21, 14], de getuigen die door Christus zelf uitgekozen en uitgezonden zijn; ((Vgl. Mt. 28, 16-20; Hand. 1, 8; 1 Kor. 9, 1; 1 Kor. 15, 7-8; Gal. 1, 1; enz.))[[b:Mt. 28, 16-20; Hand. 1, 8; 1 Kor. 9, 1; 1 Kor. 15, 7-8; Gal. 1, 1]]
- zij bewaart met de hulp van de Heilige Geest, die in haar woont, de leer, (Hand. 2, 42)[[b:Hand. 2, 42]] de geloofsschat, de heilzame woorden die zij van de apostelen vernomen heeft en geeft deze door; (2 Tim. 1, 13-14)[[b:2 Tim. 1, 13-14]]
- zij wordt voortdurend onderricht, geheiligd en geleid door de apostelen tot aan de wederkomst van Christus dankzij diegenen die hen in hun pastorale taak opvolgen: het college van de bisschoppen "die door de priesters bijgestaan worden, in eenheid met de opvolger van Petrus, de opperherder van de Kerk": vert. uit Lat.[[703|5]]
Gij zijt onze eeuwige Herder, Gij laat uw volk niet eenzaam achter, maar blijft het in bescherming houden door uw heilige apostelen. Zo wordt uw Kerk geleid door de herders, die Gij hebt aangesteld om de plaats te bekleden van uw Zoon en de kudde voor te gaan die zij weiden. Prefatie I van de apostelen, vert.: Altaarmissaal (NL) blz. 660; Missaal voor Werkdagen (B) 290[[1209]]
Zie ook alinea's: -75-[al:75]-171-[al:171]-880-[al:880]-1575-[al:1575]
Referenties naar alinea 857: 6
Ecclesia de Eucharistia ->=geentekst=Ecclesia de Eucharistia ->=geentekst=
Aan de Katholieke Kerk in de Volksrepubliek China ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De Kerk is apostolisch ->=geentekst=
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
858
425
1086
2600
425
1086
2600
De zending van de apostelen
Jezus is de Gezondene van de Vader, Vanaf het begin van zijn dienstwerk riep Hij "tot zich die Hij zelf wilde. Hij stelde er twaalf aan om Hem te vergezellen en door Hem uitgezonden te worden om te prediken" (Mc. 3, 13-14)[b:Mc. 3, 13-14], Vanaf dan zullen zij zijn "gezondenen" zijn (hetgeen de betekenis is van het Griekse apostoloi), In hen wordt zijn eigen zending voortgezet, "Zoals de Vader Mij zendt, zo zend Ik u" (Joh. 20, 21)[b:Joh. 20, 21]. (Joh. 13, 20; Joh. 17, 18)[[b:Joh. 13, 20; Joh. 17, 18]] Hun ambt is dus de voortzetting van zijn eigen zending: "Wie u opneemt, neemt Mij op", zegt Hij tot de Twaalf (Mt. 10, 40)[b:Mt. 10, 40]. (Lc. 10, 16)[[b:Lc. 10, 16]]
Zie ook alinea's: -551-[al:551]-425-[al:425]-1086-[al:1086]
Jezus is de Gezondene van de Vader, Vanaf het begin van zijn dienstwerk riep Hij "tot zich die Hij zelf wilde. Hij stelde er twaalf aan om Hem te vergezellen en door Hem uitgezonden te worden om te prediken" (Mc. 3, 13-14)[b:Mc. 3, 13-14], Vanaf dan zullen zij zijn "gezondenen" zijn (hetgeen de betekenis is van het Griekse apostoloi), In hen wordt zijn eigen zending voortgezet, "Zoals de Vader Mij zendt, zo zend Ik u" (Joh. 20, 21)[b:Joh. 20, 21]. (Joh. 13, 20; Joh. 17, 18)[[b:Joh. 13, 20; Joh. 17, 18]] Hun ambt is dus de voortzetting van zijn eigen zending: "Wie u opneemt, neemt Mij op", zegt Hij tot de Twaalf (Mt. 10, 40)[b:Mt. 10, 40]. (Lc. 10, 16)[[b:Lc. 10, 16]]
Zie ook alinea's: -551-[al:551]-425-[al:425]-1086-[al:1086]
Referenties naar alinea 858: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
859
1506
1506
Jezus maakt hen deelgenoot aan zijn zending die Hij van de Vader gekregen heeft: zoals "de Zoon niets uit zichzelf kan" (Joh. 5, 19.30)[b:Joh. 5, 19.30], maar alles ontvangt van de Vader, die Hem gezonden heeft, zo kunnen zij die Jezus zendt, niets doen zonder Hem (Joh. 15, 5)[[b:Joh. 15, 5]] van wie zij hun zendingsopdracht en het vermogen om deze te vervullen krijgen. De apostelen van Christus weten daarom dat zij door God bekwaam gemaakt zijn "bedienaars te zijn van een nieuw verbond" (2 Kor. 3, 6)[b:2 Kor. 3, 6], "dienaars van God" (2 Kor. 6, 4)[b:2 Kor. 6, 4], "gezanten van Christus" (2 Kor. 5, 20)[b:2 Kor. 5, 20], "helpers van Christus, belast met het beheer van Gods geheimen" (1 Kor. 4, 1)[b:1 Kor. 4, 1].
Zie ook alinea's: -876-[al:876]
Zie ook alinea's: -876-[al:876]
Referenties naar alinea 859: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
860
642
765
995
1536
642
765
995
1536
Een aspect van de taak van de apostelen is niet overdraagbaar: de uitgekozen getuigen van de verrijzenis van de Heer en de fundamenten van de Kerk te zijn. Maar een ander aspect van hun taak blijft, Christus heeft hun beloofd met hen te blijven tot het einde der tijden. (Mt. 28, 20)[[b:Mt. 28, 20]] "De goddelijke zending door Christus aan de apostelen toevertrouwd, zal tot het einde der tijden duren, want het Evangelie dat zij moeten doorgeven, is voor de Kerk voor altijd het beginsel van heel haar leven. Daarom hebben de apostelen ervoor gezorgd opvolgers aan te stellen". vert. uit Lat.[[617|20]]
Zie ook alinea's: -642-[al:642]-765-[al:765]-1536-[al:1536]
Zie ook alinea's: -642-[al:642]-765-[al:765]-1536-[al:1536]
Referenties naar alinea 860: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
861
77
1087
1555
1577
77
1087
1555
1577
De bisschoppen als opvolgers van de apostelen
"Om de hun toevertrouwde zending na hun dood te doen voortduren hebben de apostelen aan hun naaste medewerkers bij wijze van testament de opdracht gegeven het door hen begonnen werk te voltooien en te bevestigen, met de aanbeveling zorg te dragen voor de hele kudde, waarover de heilige Geest hen als herders van de kerk van God heeft aangesteld, Zij stelden dus zulke mannen aan en gaven hun vervolgens de opdracht ervoor te zorgen dat na hun dood andere beproefde mannen hun ambt zouden overnemen". vert. uit Lat[[617|20]] (Hand. 20, 28)[[b:Hand. 20, 28]] vgl: Ad Corinthios, [[[984|+332]]] vgl: Ad Corinthios, [[[984|+345]]]
Zie ook alinea's: -77-[al:77]-1087-[al:1087]
"Om de hun toevertrouwde zending na hun dood te doen voortduren hebben de apostelen aan hun naaste medewerkers bij wijze van testament de opdracht gegeven het door hen begonnen werk te voltooien en te bevestigen, met de aanbeveling zorg te dragen voor de hele kudde, waarover de heilige Geest hen als herders van de kerk van God heeft aangesteld, Zij stelden dus zulke mannen aan en gaven hun vervolgens de opdracht ervoor te zorgen dat na hun dood andere beproefde mannen hun ambt zouden overnemen". vert. uit Lat[[617|20]] (Hand. 20, 28)[[b:Hand. 20, 28]] vgl: Ad Corinthios, [[[984|+332]]] vgl: Ad Corinthios, [[[984|+345]]]
Zie ook alinea's: -77-[al:77]-1087-[al:1087]
Referenties naar alinea 861: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
862
880
1556
1577
880
1556
1577
"Evenals het ambt blijft voortbestaan dat door de Heer in het bijzonder aan Petrus, de eerste van de apostelen, is toevertrouwd en dat aan zijn opvolgers overgedragen moet worden, zo blijft ook het ambt van de apostelen voortbestaan om de Kerk te hoeden, een ambt dat door het gewijde orde van bisschoppen blijvend uitgeoefend moet worden." Daarom leert de Kerk dat "de bisschoppen krachtens goddelijke instelling de opvolgers zijn van de apostelen als herders van de Kerk. Wie naar hen luistert, luistert naar Christus, en wie hen versmaadt, versmaadt Christus en Hem die Christus gezonden heeft". vert. uit Lat.[[617|20]]
Zie ook alinea's: -880-[al:880]-1556-[al:1556]
Zie ook alinea's: -880-[al:880]-1556-[al:1556]
Referenties naar alinea 862: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
863
900
2472
900
2472
Het apostolaat
Heel de Kerk is apostolisch in zoverre zij door de opvolgers van de heilige Petrus en de apostelen, in gemeenschap van geloof en leven verbonden blijft met haar oorsprong. Heel de Kerk is apostolisch, in zoverre zij "gezonden" is tot heel de wereld; alle leden van de Kerk hebben, zij het ook op verschillende wijze, deel aan deze zending. "De christelijke roeping is krachtens haar aard tegelijk een roeping tot het apostolaat". Men noemt "iedere activiteit van het mystieke lichaam die zich ten doel stelt het rijk van Christus over de hele aarde te verspreiden 'apostolaat'." vert. uit Lat.[[653|3]]
Zie ook alinea's: -900-[al:900]-2472-[al:2472]
Heel de Kerk is apostolisch in zoverre zij door de opvolgers van de heilige Petrus en de apostelen, in gemeenschap van geloof en leven verbonden blijft met haar oorsprong. Heel de Kerk is apostolisch, in zoverre zij "gezonden" is tot heel de wereld; alle leden van de Kerk hebben, zij het ook op verschillende wijze, deel aan deze zending. "De christelijke roeping is krachtens haar aard tegelijk een roeping tot het apostolaat". Men noemt "iedere activiteit van het mystieke lichaam die zich ten doel stelt het rijk van Christus over de hele aarde te verspreiden 'apostolaat'." vert. uit Lat.[[653|3]]
Zie ook alinea's: -900-[al:900]-2472-[al:2472]
Referenties naar alinea 863: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
864
826
1324
826
1324
"Omdat Christus, gezonden door de Vader, de boon en de oorsprong is van heel het apostolaat van de Kerk, is het duidelijk dat de vruchtbaarheid van het apostolaat," zowel dat van de gewijde bedienaren als dat van de leken, "afhankelijk is van hun levende band met Christus". (Joh. 15, 5)[[b:Joh. 15, 5]] vgl: Apostolicam Actuositatem, 4[[[653|4]]] Overeenkomstig de roepingen, de noden van de tijd en de verschillende gaven van de heilige Geest neemt het apostolaat de meest uiteenlopende vormen aan, Maar het is altijd de liefde, waarvan de Eucharistie de voornaamste bron is, "die als het ware de ziel van ieder apostolaat is". Apostolicam Actuositatem, 3[[653|3]]
Zie ook alinea's: -828-[al:828]-824-[al:824]-1324-[al:1324]
Zie ook alinea's: -828-[al:828]-824-[al:824]-1324-[al:1324]
Referenties naar alinea 864: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
865
541
811
541
811
De Kerk "is één, heilig, katholiek en apostolisch in haar diepste en uiteindelijke wezen, "Het rijk der hemelen", "Gods rijk", (Openb. 19, 6)[[b:Openb. 19, 6]] dat gekomen is in de persoon van Christus en dat op mysterievolle wijze tot aan zijn volle eschatologische verschijning groeit in de harten van hen die in Hem zijn ingelijfd, bestaat immers al in haar en het zal aan het einde der tijden in haar voltooid worden. Dan zullen alle mensen die door Hem vrijgekocht zijn en , in Hem "heilig en vlekkeloos in de liefde" gemaakt zijn, (Ef. 1, 4)[[b:Ef. 1, 4]] " voor zijn aangezicht" verzameld worden als het ene volk van God, "de bruid van het Lam" (Openb. 21, 9)[b:Openb. 21, 9], "de heilige stad, terwijl zij van God uit de hemel neerdaalt, stralend van de heerlijkheid Gods" (Openb. 21, 10-11)[b:Openb. 21, 10-11]; "en de stadsmuur heeft twaalf grondstenen en daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam" (Openb. 21, 14)[b:Openb. 21, 14].
Zie ook alinea's: -811-[al:811]-541-[al:541]
Zie ook alinea's: -811-[al:811]-541-[al:541]
Referenties naar alinea 865: 1
Relatio Ante Disceptationem ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (866-870)
866
De Kerk is één: zij heeft één Heer, zij belijdt één geloof, zij wordt uit één doopsel geboren, zij vormt slechts één lichaam, bezield door één Geest, met het oog op één, enige hoop. (Ef. 4, 3-5)[[b:Ef. 4, 3-5]] Als deze hoop is vervuld, zal alle verdeeldheid overwonnen zijn.
Referenties naar alinea 866: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
867
De Kerk is heilig: de allerheiligste God is haar grondlegger', Christus, haar bruidegom, heeft zich voor haar overgeleverd om haar te heiligen; de Geest van heiligheid bezielt haar. Ook al heeft zij zondaars in haar midden, toch is zij, "bestaande uit zondaars, zonder zonde". In de heiligen schittert haar heiligheid; in Maria is zij reeds de volmaakt heilige.
Referenties naar alinea 867: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
868
De Kerk is katholiek: zij verkondigt de totaliteit van het geloof; zij draagt de volheid van de heilsmiddelen in zich en dient die toe; zij is gezonden tot zij is van alle volken; zij richt zich tot alle mensen; zij omvat alle tijden; "zij is van nature missionair". Ad Gentes Divinitus, 2[[703|2]]
Referenties naar alinea 868: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
869
Youcat ->=geentekst=
De Kerk is apostolisch: zij is gebouwd op duurzame grondstenen,' "de twaalf apostelen van het Lam" (Openb. 21, 14)[b:Openb. 21, 14]; zij is onverwoestbaar', (Mt. 16, 18)[[b:Mt. 16, 18]] zij blijft onfeilbaar behouden in de waarheid: Christus bestuurt haar door Petrus en de andere apostelen en samen met hun opvolgers, de paus en het college van bisschoppen.
Referenties naar alinea 869: 2
Aan de Katholieke Kerk in de Volksrepubliek China ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
870
"Dit is de enige Kerk van Christus, waarvan wij in de geloofsbelijdenis belijden dat zij één, heilig, katholiek en apostolisch is (...), deze Kerk heeft haar bestaanswijze in de katholieke Kerk, bestuurd door de opvolger van Petrus en door de bisschoppen in gemeenschap met hem, ofschoon men buiten haar verscheidene elementen van heiliging en waarheid vindt". vert. uit Lat.[[617|8]]
Referenties naar alinea 870: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4. - De Christengelovigen - Hiërarchie, leken, gewijd leven (871-945)
871
84
782
1269
1536
84
782
1269
1536
"Christengelovigen zijn zij die, door het Doopsel in Christus ingelijfd, tot volk van God zijn gemaakt, en aldus het priesterlijke, profetische en koninklijke ambt van Christus op hun wijze deelachtig, ieder volgens zijn eigen plaats, geroepen worden de zending uit te voeren die God aan de Kerk ter vervulling in de wereld toevertrouwd heeft". § 1[[30|204]] vgl: Lumen Gentium, 31[[[617|31]]]
Zie ook alinea's: -1268-1269-[al:1268-1269]-782-786-[al:782-786]
Zie ook alinea's: -1268-1269-[al:1268-1269]-782-786-[al:782-786]
Referenties naar alinea 871: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
872
794
1536
794
1536
"Tussen alle christengelovigen, en wel krachtens hun wedergeboorte in Christus, bestaat een ware gelijkheid in waardigheid en handelen, waardoor allen, ieder overeenkomstig de eigen plaats en taak, aan de opbouw van het lichaam van Christus meewerken". Codex Iuris Canonici, 208[[30|208]] vgl: Lumen Gentium, 32[[[617|32]]]
Zie ook alinea's: -1934-[al:1934]-794-[al:794]
Zie ook alinea's: -1934-[al:1934]-794-[al:794]
Referenties naar alinea 872: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
873
783
814
897
1536
783
814
897
1536
De verschillen zelf die de Heer heeft willen aanbrengen tussen de ledematen van zijn lichaam, dienen de eenheid en de zending ervan. Want "er is in de van zijn Kerk verscheidenheid van bediening, maar eenheid van zending. Aan de apostelen en hun opvolgers is door Christus de opdracht toevertrouwd om in zijn naam en door zijn macht te onderwijzen, te heiligen en te besturen. De leken, het priesterlijke, profetische en koninklijke ambt van Christus deelachtig geworden, vervullen echter een eigen taak in de zending van het gehele volk van God in de Kerk en in de wereld". vert. uit Lat.[[653|2]] Tenslotte zijn er "in elk van deze beide groepen (gewijde bedienaren en leken) christengelovigen die door de professie van de evangelische raden (...) zich op hun eigen bijzondere wijze aan God toewijden en de heilszending van de Kerk dienen". § 2[[30|207]]
Zie ook alinea's: -814-[al:814]-1937-[al:1937]
Zie ook alinea's: -814-[al:814]-1937-[al:1937]
Referenties naar alinea 873: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - De hiërarchische structuur van de Kerk (874-896)
874
1536
1544
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
1536
1544
Waartoe is het kerkelijk ambt ingesteld?
Christus zelf is de bron van het ambt in de Kerk. Hij heeft het ingesteld, en er gezag, een zending, een oriëntatie en een bestemming aan gegeven:
Christus zelf is de bron van het ambt in de Kerk. Hij heeft het ingesteld, en er gezag, een zending, een oriëntatie en een bestemming aan gegeven:
"Om het volk van God te hoeden en steeds verder uit te breiden heeft Christus, de Heer, in zijn Kerk verschillende ambten ingesteld die het welzijn van heel het lichaam tot doel hebben. De bedienaars immers staan krachtens de gewijde macht waarover zij beschikken in dienst van hun broeders, opdat allen die deel uitmaken van Gods volk (...), tot het heil komen". vert. uit Lat.[[617|18]]Zie ook alinea's: -1544-[al:1544]
Referenties naar alinea 874: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
875
166
1536
1538
1548
1581
Omnium in mentem ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
166
1536
1538
1548
1581
"Hoe kan men in Hem geloven zonder van Hem te hebben gehoord? Hoe kan men van Hem horen, als niemand Hem verkondigt?" (Rom. 10, 14-15)[b:Rom. 10, 14-15]. Niemand, geen enkel individu, geen enkele gemeenschap, kan aan zichzelf het evangelie verkondigen, "Het geloof ontstaat door prediking" (Rom. 10, 17)[b:Rom. 10, 17]. Niemand kan zichzelf de opdracht en de zending geven het Evangelie te verkondigen. De gezondene van de Heer spreekt en handelt niet op eigen gezag, maar krachtens het gezag van Christus: niet als lid van de gemeenschap, maar in naam van Christus spreekt hij tot haar. Niemand kan zichzelf de genade schenken, ze moet gegeven en aangeboden worden. Dat veronderstelt bedienaren van de genade die door Christus daartoe gemachtigd en gerechtigd zijn. Van Hem ontvangen de bisschoppen en priesters de zending en de bevoegdheid (de "gewijde macht") te handelen in persona Christi Capitis en de diakens de kracht het volk van God te dienen in de diaconie van de liturgie, van het Woord en van de liefde, in gemeenschap met de bisschop en zijn presbyterium. Dit ambt waarin de gezondenen van Christus door Gods gave doen en geven wat zij uit zichzelf niet kunnen doen en geven, noemt de traditie van de Kerk "sacrament". Het ambt in de Kerk wordt door een eigen Sacrament verleend.
Zie ook alinea's: -166-[al:166]-1548-[al:1548]-1536-[al:1536]
Zie ook alinea's: -166-[al:166]-1548-[al:1548]-1536-[al:1536]
Referenties naar alinea 875: 4
Ecclesiae de mysterio ->=geentekst=Omnium in mentem ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
876
427
859
1536
1551
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
427
859
1536
1551
Wezenlijk verbonden met de sacramentele natuur van het kerkelijk ambt is zijn karakter van dienstbaarheid. Immers, geheel afhankelijk van Christus die zijn dienaren hun zending en gezag geeft, zijn zij werkelijk "dienstknechten van Christus" (Rom. 1, 1)[b:Rom. 1, 1], naar het beeld van Christus die uit vrije wil voor ons "het bestaan van een slaaf" heeft aangenomen (Fil. 2, 7)[b:Fil. 2, 7]. Omdat het woord en de genade waarvan zij de bedienaren zijn, niet van henzelf, maar van Christus zijn, die hun deze ten dienste van de anderen heeft toevertrouwd, moeten zij uit vrije wil slaaf van allen worden. (1 Kor. 9, 19)[[b:1 Kor. 9, 19]]
Zie ook alinea's: -1551-[al:1551]-427-[al:427]
Zie ook alinea's: -1551-[al:1551]-427-[al:427]
Referenties naar alinea 876: 3
Ecclesiae de mysterio ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
877
1536
1559
Youcat ->=geentekst=
1536
1559
Eveneens hoort het tot de sacramentele natuur van het kerkelijk ambt dat het een collegiaal karakter heeft. Immers, vanaf het begin van zijn dienstwerk heeft de Heer de Twaalf "het zaad van het nieuwe Israël en tegelijk de oorsprong van de heilige hiërarchie" aangesteld. Ad Gentes Divinitus, 5[[703|5]] Samen uitgekozen zijn zij ook samen gezonden en hun broederlijke eenheid moet de broederlijke gemeenschap van alle gelovigen dienen; ze zal als een weerspiegeling en een getuigenis zijn van de gemeenschap van de goddelijke personen. (Joh. 17, 21-23)[[b:Joh. 17, 21-23]] Daarom oefent iedere bisschop zijn ambt uit binnen het college van bisschoppen, in gemeenschap met de bisschop van Rome, opvolger van de heilige Petrus en hoofd van het college; de priesters oefenen hun ambt uit binnen het priestercollege van het bisdom onder leiding van hun bisschop.
Zie ook alinea's: -1559-[al:1559]
Zie ook alinea's: -1559-[al:1559]
Referenties naar alinea 877: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
878
1484
1536
2063
1484
1536
2063
Tenslotte is het aan de sacramentele natuur van het kerkelijk ambt eigen dat het een persoonlijk karakter heeft. Als de dienaren van Christus gemeenschappelijk handelen, dan handelen zij ook altijd persoonlijk. Ieder wordt persoonlijk geroepen: "Gij moet Mij volgen" (Joh. 21, 22)[b:Joh. 21, 22] (Mt. 4, 19.21; Joh. 1, 43)[[b:Mt. 4, 19.21; Joh. 1, 43]] om in de gemeenschappelijke zending persoonlijk getuige te zijn door persoonlijk verantwoordelijkheid te dragen ten opzichte van Hem die de zending verleent, door "In zijn persoon" en voor personen te handelen: "Ik doop u in de naam van de Vader (...)"; "Ik vergeef u (...)".
Zie ook alinea's: -1484-[al:1484]
Zie ook alinea's: -1484-[al:1484]
Referenties naar alinea 878: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
879
1536
1536
Het sacramentele ambt in de Kerk is dus een dienst die in naam van Christus wordt uitgeoefend. Deze dienst heeft een persoonlijk karakter en een collegiale vorm. Dat wordt bewaarheid in de banden tussen het college van bisschoppen en zijn hoofd, de opvolger van de heilige Petrus, en in de verhouding tussen de pastorale verantwoordelijkheid van de bisschop voor zijn particuliere Kerk en de gemeenschappelijke zorg van het college van bisschoppen voor de universele Kerk.
Referenties naar alinea 879: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
880
552
857
862
1536
Youcat ->=geentekst=
552
857
862
1536
Het college van bisschoppen en zijn hoofd, de paus
Toen Christus de Twaalf aanstelde "maakte Hij van hen een college of vaste groep en stelde hij Petrus, uit hun midden gekozen, aan hun hoofd". vert. uit Lat.[[617|22]] vgl: Codex Iuris Canonici, 330[[[30|330]]] "Zoals Petrus en de andere apostelen één apostolisch college vormen door de instelling van de Heer, zo zijn op gelijke wijze de paus van Rome, de opvolger van Petrus, en de bisschoppen, de opvolgers van de apostelen, met elkaar verbonden". vert. uit Lat.[[617|22]] vgl: Codex Iuris Canonici, 330[[[30|330]]]
Zie ook alinea's: -552-[al:552]-862-[al:862]
Toen Christus de Twaalf aanstelde "maakte Hij van hen een college of vaste groep en stelde hij Petrus, uit hun midden gekozen, aan hun hoofd". vert. uit Lat.[[617|22]] vgl: Codex Iuris Canonici, 330[[[30|330]]] "Zoals Petrus en de andere apostelen één apostolisch college vormen door de instelling van de Heer, zo zijn op gelijke wijze de paus van Rome, de opvolger van Petrus, en de bisschoppen, de opvolgers van de apostelen, met elkaar verbonden". vert. uit Lat.[[617|22]] vgl: Codex Iuris Canonici, 330[[[30|330]]]
Zie ook alinea's: -552-[al:552]-862-[al:862]
Referenties naar alinea 880: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
881
553
642
1536
Youcat ->=geentekst=
553
642
1536
De Heer heeft alleen van Simon, aan wie Hij de naam Petrus ("rots") gaf, de rots van zijn Kerk gemaakt. Hij heeft hem de sleutels ervan overhandigd; (Mt. 16, 18-19)[[b:Mt. 16, 18-19]] Hij heeft hem aangesteld tot herder van heel de kudde. (Joh. 21, 15-17)[[b:Joh. 21, 15-17]] "Maar het staat vast dat deze taak om te binden en te ontbinden, die aan Petrus is gegeven, ook aan het college van apostelen, verbonden met hun hoofd, gegeven is". vert. uit Lat.[[617|22]] Deze pastorale taak van Petrus en de andere apostelen behoort tot de fundamenten van de Kerk. Zij wordt voortgezet door de bisschoppen onder het primaatschap van de paus.
Zie ook alinea's: -553-[al:553]-642-[al:642]
Zie ook alinea's: -553-[al:553]-642-[al:642]
Referenties naar alinea 881: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
882
834
837
1369
1536
1559
Youcat ->=geentekst=
834
837
1369
1536
1559
De paus, bisschop van Rome en opvolger van Petrus, "is het blijvend en zichtbaar beginsel en fundament van de eenheid, zowel van de bisschoppen als van de menigte van de gelovigen". vert. uit Lat.[[617|23]] "De paus van Rome immers heeft, juist krachtens zijn ambt als plaatsvervanger van Christus en herder over de gehele Kerk, de volledige, hoogste en universele macht, die hij altijd vrij kan uitoefenen". vert. uit Lat.[[617|22]] vgl: Christus Dominus, 2,9[[[646|2.9]]]
Zie ook alinea's: -834-[al:834]-1369-[al:1369]-837-[al:837]
Zie ook alinea's: -834-[al:834]-1369-[al:1369]-837-[al:837]
Referenties naar alinea 882: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
883
1536
1536
"Het college of corps van bisschoppen heeft echter geen gezag, als men het niet beschouwt als verenigd met de paus, de opvolger van Petrus, als zijn hoofd". vert. uit Lat.[[617|22]] vgl: Christus Dominus, 2,9[[[646|2.9]]] Als zodanig is dit college "ook subject van de hoogste en volledige macht over de hele Kerk, een macht die echter niet zonder toestemming van de paus van Rome uitgeoefend kan worden". vert. uit Lat.[[617|22]] vgl: Codex Iuris Canonici, 336[[[30|336]]]
Referenties naar alinea 883: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
884
1536
1536
"De macht over de gehele Kerk oefent het bisschoppencollege op plechtige wijze uit in een oecumenisch concilie". § 1[[30|337]] "Een oecumenisch concilie is nooit mogelijk, als het niet door de opvolger van Petrus als zodanig is bekrachtigd of tenminste aanvaard". vert. uit Lat.[[617|22]]
Referenties naar alinea 884: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
885
1536
1536
"Voor zover dit college uit velen is samengesteld, brengt het de verscheidenheid en de universaliteit van het volk van God tot uitdrukking, voor zover het "hoofd, brengt het de eenheid van Christus' kudde tot verenigd is onder een uitdrukking". vert. uit Lat.[[617|22]]
Referenties naar alinea 885: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
886
833
1462
1536
1560
2448
Youcat ->=geentekst=
833
1462
1536
1560
2448
"De afzonderlijke bisschoppen zijn echter het zichtbaar beginsel en fundament van de eenheid in hun particuliere kerken". vert. uit Lat.[[617|23]] Als zodanig "oefenen zij hun herderlijk gezag uit over dat gedeelte van het volk Gods dat hun is toevertrouwd", vert. uit Lat.[[617|23]] hierin bijgestaan door priesters en diakens. Maar als lid van het college van bisschoppen deelt ieder van hen in de zorg voor alle Kerken, vgl: Christus Dominus, 3[[[646|3]]] een taak die zij allereerst uitoefenen door hun eigen Kerk als deel van de universele Kerk goed te besturen", en zo bij te dragen "tot het welzijn van heel het mystieke lichaam, dat ook het lichaam is van de Kerken". vert. uit Lat.[[617|23]] Deze zorg dient zich in het bijzonder uit te strekken tot de armen, (Gal. 2, 10)[[b:Gal. 2, 10]] tot hen die om het geloof vervolgd worden, evenals tot de missionarissen die over heel de aarde werkzaam zijn.
Zie ook alinea's: -1560-[al:1560]-833-[al:833]-2448-[al:2448]
Zie ook alinea's: -1560-[al:1560]-833-[al:833]-2448-[al:2448]
Referenties naar alinea 886: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
887
1536
Youcat ->=geentekst=
1536
De particuliere Kerken die zich in elkaars nabijheid bevinden en een homogene cultuur hebben, vormen kerkprovincies of grotere eenheden die patriarchaten of regio's genoemd worden. 8, 47, 34: SC 336, 284 (Funk, Didascalia et constitutiones Apostolorum, 1, 572-574)[[6358|(34)]] De bisschoppen van deze eenheden kunnen zich verenigen in synodes of in provinciale concilies. "Eveneens kunnen de bisschoppenconferenties tegenwoordig op vele manieren en vruchtbaar bijdragen tot de concrete verwezenlijking van de collegialiteit". vert. uit Lat.[[617|23]]
Referenties naar alinea 887: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
888
85
88
1536
2032
2068
Youcat ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
85
88
1536
2032
2068
De taak om te onderrichten
De bisschoppen hebben, samen met hun medewerkers, de priesters, "allereerst de taak om het Evangelie van God aan allen te verkondigen", Presbyterorum Ordinis, 4[[704|4]] overeenkomstig de opdracht van de Heer. (Mc. 16, 15)[[b:Mc. 16, 15]] Zij zijn "de herauten van het geloof, die nieuwe in het apostolisch leerlingen tot Christus brengen, zij zijn authentieke leraren", in het apostolische geloof, "d.w.z. met Christus' gezag bekleed". Lumen Gentium, 25[[617|25]]
Zie ook alinea's: -2068-[al:2068]
De bisschoppen hebben, samen met hun medewerkers, de priesters, "allereerst de taak om het Evangelie van God aan allen te verkondigen", Presbyterorum Ordinis, 4[[704|4]] overeenkomstig de opdracht van de Heer. (Mc. 16, 15)[[b:Mc. 16, 15]] Zij zijn "de herauten van het geloof, die nieuwe in het apostolisch leerlingen tot Christus brengen, zij zijn authentieke leraren", in het apostolische geloof, "d.w.z. met Christus' gezag bekleed". Lumen Gentium, 25[[617|25]]
Zie ook alinea's: -2068-[al:2068]
Referenties naar alinea 888: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
889
85
88
93
1536
2032
Youcat ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
85
88
93
1536
2032
Om de Kerk te behouden in de zuiverheid van het geloof dat door de apostelen overgeleverd is, heeft Christus, die de Waarheid is, gewild dat zijn Kerk deel heeft aan zijn eigen onfeilbaarheid. Door de "bovennatuurlijke geloofszin" hangt het volk van God "het geloof onwankelbaar aan" onder leiding van het levend leergezag van de Kerk. vgl: Lumen Gentium, 12[[[617|12]]] vgl: Dei Verbum, 10[[[576|10]]]
Zie ook alinea's: -92-[al:92]
Zie ook alinea's: -92-[al:92]
Referenties naar alinea 889: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
890
85
88
851
1536
1785
Youcat ->=geentekst=
De theologische aard van de Doctrinaire Commissies en de taak van de bisschoppen als meesters van het geloof ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
85
88
851
1536
1785
De zending van het leergezag is verbonden met het definitieve karakter van het verbond dat door God in Christus met zijn volk aangegaan is; dit leergezag moet het beschermen tegen afwijkingen en tekortkomingen en het de objectieve mogelijkheid geven zonder dwaling het authentieke geloof te belijden. De pastorale taak van het leergezag houdt derhalve onder meer in erop toe te zien dat het volk van God blijft in de waarheid die bevrijdt. Om dit dienstwerk te vervullen heeft Christus de herders begiftigd met het charisma van de onfeilbaarheid inzake geloof en zeden. Dit charisma kan op verschillende manieren uitgeoefend worden:
Zie ook alinea's: -851-[al:851]-1785-[al:1785]
Zie ook alinea's: -851-[al:851]-1785-[al:1785]
Referenties naar alinea 890: 5
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
De theologische aard van de Doctrinaire Commissies en de taak van de bisschoppen als meesters van het geloof ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
891
85
88
1536
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
“De barmhartigheid van de Heer gaat uit naar alle vlees” (Sir. 18, 13) ->=geentekst=
85
88
1536
"Deze onfeilbaarheid nu bezit de paus van Rome, hoofd van het college van bisschoppen, krachtens zijn ambt, wanneer hij als opperste herder en leraar van alle gelovigen, die zijn broeders in het geloof versterkt, de leer omtrent geloof en zeden in een definitieve uitspraak afkondigt (...). De aan de Kerk beloofde onfeilbaarheid bezit ook het corps van bisschoppen, wanneer het samen met de opvolger van Petrus het opperste leergezag uitoefent", vooral in een oecumenisch concilie, vert. uit Lat.[[617|25]] vgl: Pastor Aeternus, 25[[[116|25]]] Wanneer de Kerk door middel van haar opperste leergezag iets voorhoudt "als door God geopenbaard te geloven" Dei Verbum, 10[[576|10]] en als leer van Christus, dan "moet men met de gehoorzaamheid van het geloof dergelijke definities aanvaarden". vert. uit Lat.[[617|25]] Deze onfeilbaarheid strekt zich uit over de hele geloofsschat zelf van de goddelijke openbaring. vgl: Lumen Gentium, 25[[[617|25]]]
Referenties naar alinea 891: 3
Youcat ->=geentekst=Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
“De barmhartigheid van de Heer gaat uit naar alle vlees” (Sir. 18, 13) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
892
85
88
1536
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
“De barmhartigheid van de Heer gaat uit naar alle vlees” (Sir. 18, 13) ->=geentekst=
Begeleidende notitie bij het slotdocument van de XVIe Gewone Algemene Vergadering van de Synode ->=geentekst=
85
88
1536
Ook krijgen de opvolgers van de apostelen die in gemeenschap met de opvolger van Petrus optreden als leraren, en in het bijzonder de bisschop van Rome, de herder van heel de Kerk, goddelijke bijstand geschonken, wanneer zij - zonder tot een onfeilbare definitie te komen en zonder zich in "definitieve zin" uit te spreken - bij het uitoefenen van het gewoon leergezag een leer voorhouden die leidt tot een beter begrip van de openbaring inzake geloof en zeden. Met dit gewoon onderricht "dienen de gelovigen met een godsdienstige geest in te stemmen". vert. uit Lat.[[617|25]] Dit onderscheidt zich weliswaar van een instemming in geloof, maar ligt toch in het verlengde hiervan.
Referenties naar alinea 892: 4
Youcat ->=geentekst=Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
“De barmhartigheid van de Heer gaat uit naar alle vlees” (Sir. 18, 13) ->=geentekst=
Begeleidende notitie bij het slotdocument van de XVIe Gewone Algemene Vergadering van de Synode ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
893
1536
Over bepaalde onderdelen van de H. Eucharistie ->=geentekst=
1536
De taak om te heiligen
De bisschop "is ook de beheerder van de genade van het hogepriesterschap", Lumen Gentium, 26[[617|26]] in het bijzonder in de Eucharistie. Hij draagt de Eucharistie zelf op of zorgt ervoor dat ze door de priesters, zijn medewerkers opgedragen wordt. Want de Eucharistie is het middelpunt van het leven van de particuliere Kerk. De bisschop en de priesters heiligen de Kerk door hun gebed en hun werk, door het dienstwerk van het woord en de sacramenten. Zij heiligen haar door hun voorbeeld: "speelt niet de baas over hen die aan uw zorgen zijn toevertrouwd, maar toont u een voorbeeld voor de kudde" (1 Pt. 5, 3)[b:1 Pt. 5, 3], Zo "bereiken zij met de kudde die hun is toevertrouwd, het eeuwige leven". vert. uit Lat.[[617|26]]
Zie ook alinea's: -1561-[al:1561]
De bisschop "is ook de beheerder van de genade van het hogepriesterschap", Lumen Gentium, 26[[617|26]] in het bijzonder in de Eucharistie. Hij draagt de Eucharistie zelf op of zorgt ervoor dat ze door de priesters, zijn medewerkers opgedragen wordt. Want de Eucharistie is het middelpunt van het leven van de particuliere Kerk. De bisschop en de priesters heiligen de Kerk door hun gebed en hun werk, door het dienstwerk van het woord en de sacramenten. Zij heiligen haar door hun voorbeeld: "speelt niet de baas over hen die aan uw zorgen zijn toevertrouwd, maar toont u een voorbeeld voor de kudde" (1 Pt. 5, 3)[b:1 Pt. 5, 3], Zo "bereiken zij met de kudde die hun is toevertrouwd, het eeuwige leven". vert. uit Lat.[[617|26]]
Zie ook alinea's: -1561-[al:1561]
Referenties naar alinea 893: 2
Youcat ->=geentekst=Over bepaalde onderdelen van de H. Eucharistie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
894
801
1536
801
1536
De taak om te besturen
"De bisschoppen besturen de hun toevertrouwde particuliere Kerken als plaatsvervangers en afgezanten van Christus door hun raad, hun aansporingen, hun voorbeeld, maar ook door hun gezag en hun gewijde macht", vert. uit Lat.[[617|27]] die zij echter moeten gebruiken om de gemeenschap op te bouwen in de geest van dienstbaarheid, eigen aan hun Meester. (Lc. 22, 26-27)[[b:Lc. 22, 26-27]]
Zie ook alinea's: -801-[al:801]
"De bisschoppen besturen de hun toevertrouwde particuliere Kerken als plaatsvervangers en afgezanten van Christus door hun raad, hun aansporingen, hun voorbeeld, maar ook door hun gezag en hun gewijde macht", vert. uit Lat.[[617|27]] die zij echter moeten gebruiken om de gemeenschap op te bouwen in de geest van dienstbaarheid, eigen aan hun Meester. (Lc. 22, 26-27)[[b:Lc. 22, 26-27]]
Zie ook alinea's: -801-[al:801]
Referenties naar alinea 894: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
895
1536
1558
1536
1558
"Deze macht die zij in de naam van Christus persoonlijk uitoefenen, is een eigen, gewone en rechtstreekse macht, al wordt de uitoefening hiervan in laatste instantie geregeld door het hoogste gezag van de Kerk". vert. uit Lat.[[617|27]] Maar men moet de bisschoppen niet beschouwen als plaatsvervangers van de paus, wiens gewoon en rechtstreeks gezag over heel de Kerk hun gezag niet ongedaan maakt, maar integendeel het bevestigt en beschermt. Het moet uitgeoefend worden in gemeenschap met heel de Kerk onder leiding van de paus.
Zie ook alinea's: -1558-[al:1558]
Zie ook alinea's: -1558-[al:1558]
Referenties naar alinea 895: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
896
1536
1550
1536
1550
Bij de uitoefening van zijn pastorale taak, dient de bisschop het voorbeeld en "het model" van de Goede Herder voor ogen te houden. Zich bewust van zijn zwakheden "kan hij voor onwetenden en dwalenden toegeeflijk zijn. Hij mag niet weigeren te luisteren naar hen die onder hem gesteld zijn en die hij als zijn ware kinderen liefheeft (...). De gelovigen moeten echter met hun bisschop instemmen, zoals de kerk aan Jezus Christus en Jezus Christus aan zijn Vader".vert. uit Lat.[[617|27]]
Volgt allen de bisschop, zoals Jezus Christus zijn Vader, en volgt allen het priestercollege als zijn apostelen: en eerbiedigt de diakens als Gods wet. Laat niemand iets van wat de Kerk aangaat, buiten de bisschop om doen. 8, 1[[945]]Zie ook alinea's: -1550-[al:1550]
Referenties naar alinea 896: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De leken (897-913)
897
"Onder leken verstaat men hier alle christengelovigen behalve de leden van de gewijde stand en van de door de Kerk erkende religieuze staat, de christengelovigen namelijk die, door het Doopsel in Christus ingelijfd, tot Gods volk zijn gemaakt en op hun manier het priesterlijke, profetische en koninklijke ambt van Christus deelachtig zijn en zo, ieder volgens zijn aandeel, in de Kerk en de wereld de zending van heel het christenvolk uitoefenen". vert. uit Lat.[[617|31]]
Zie ook alinea's: -873-[al:873]
Zie ook alinea's: -873-[al:873]
Referenties naar alinea 897: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
898
2105
2105
De roeping van de leken
"De leken hebben op grond van hun eigen roeping de taak het koninkrijk van God te zoeken door de tijdelijke aangelegenheden te behartigen en volgens de wil van God te regelen (...). Zij hebben derhalve de bijzondere opdracht alle tijdelijke aangelegenheden, waarmee zij nauw verbonden zijn, zo te belichten en te regelen dat alles voortdurend volgens de wil van Christus geschiedt en groeit en tot lof strekt van de Schepper en Verlosser". vert. uit Lat.[[617|31]]
Zie ook alinea's: -2105-[al:2105]
"De leken hebben op grond van hun eigen roeping de taak het koninkrijk van God te zoeken door de tijdelijke aangelegenheden te behartigen en volgens de wil van God te regelen (...). Zij hebben derhalve de bijzondere opdracht alle tijdelijke aangelegenheden, waarmee zij nauw verbonden zijn, zo te belichten en te regelen dat alles voortdurend volgens de wil van Christus geschiedt en groeit en tot lof strekt van de Schepper en Verlosser". vert. uit Lat.[[617|31]]
Zie ook alinea's: -2105-[al:2105]
Referenties naar alinea 898: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
899
2442
2442
Het initiatief van de lekengelovigen is in het bijzonder noodzakelijk, wanneer het erom gaat middelen te ontdekken en te bedenken om de sociale, politieke en economische werkelijkheid te doordringen van de eisen van de christelijke leer en het christelijk leven. Dit initiatief , is een normaal element in het leven van de kerk:
De christengelovigen-leken bevinden zich in het leven van de kerk in de meest vooruit geschoven linie: dankzij hen is de kerk het levensbeginsel van de samenleving. Daarom moeten vooral zij zich er steeds duidelijker van bewust zijn dat zij niet alleen tot de kerk behoren, maar de kerk zijn, d.w.z. de gemeenschap van gelovigen op aarde onder leiding van het ene hoofd, de paus, en de bisschoppen in gemeenschap met hem. Zij zijn de kerk. Tot de nieuwe kardinalen[[1303]] vert. uit Lat.[[692|9]]Zie ook alinea's: -2442-[al:2442]
Referenties naar alinea 899: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
900
863
863
Aangezien de leken, evenals alle gelovigen, krachtens het Doopsel en het Vormsel de opdracht gekregen hebben van God het apostolaat te beoefenen, zijn zij verplicht en genieten zij het recht individueel of in organisaties eraan mee te werken dat de goddelijke heilsboodschap gekend en aanvaard wordt door alle mensen en over heel de aarde; deze verplichting is des te dwingender, wanneer zij de enigen zijn die het Evangelie aan de mensen kunnen verkondigen en hen Christus kunnen doen kennen, In de kerkelijke gemeenschappen is hun inzet zo noodzakelijk dat zonder hen het apostolaat van de herders meestal geen volledig effect kan sorteren. vgl: Lumen Gentium, 33[[[617|33]]]
Zie ook alinea's: -863-[al:863]
Zie ook alinea's: -863-[al:863]
Referenties naar alinea 900: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
901
358
929
358
929
De deelname van de leken aan de priesterlijke taak van Christus
"De leken zijn door hun toewijding aan Christus en de zalving door de Heilige Geest op wonderbare wijze geroepen en met middelen toegerust om steeds overvloediger vruchten van de Geest in zichzelf voort te brengen. Immers, al hun werken, gebeden en apostolische initiatieven, hun huwelijks- en gezinsleven, hun dagelijks werk, hun geestelijke en lichamelijke ontspanning, indien dit alles maar in de Geest geschiedt, zelfs de moeilijkheden van het leven, indien die maar geduldig gedragen worden, worden 'geestelijke offers die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus' (1 Pt. 2, 5)[b:1 Pt. 2, 5] en die bij de viering van de Eucharistie samen met de offerande van het lichaam van de Heer zeer godvruchtig aan de Vader worden opgedragen, Zo wijden ook de leken de wereld zelf aan God toe door Hem overal door een heilig leven te aanbidden". vert. uit Lat.[[617|34]] vgl: Lumen Gentium, 10[[[617|10]]]
Zie ook alinea's: -784-[al:784]-1268-[al:1268]-358-[al:358]
"De leken zijn door hun toewijding aan Christus en de zalving door de Heilige Geest op wonderbare wijze geroepen en met middelen toegerust om steeds overvloediger vruchten van de Geest in zichzelf voort te brengen. Immers, al hun werken, gebeden en apostolische initiatieven, hun huwelijks- en gezinsleven, hun dagelijks werk, hun geestelijke en lichamelijke ontspanning, indien dit alles maar in de Geest geschiedt, zelfs de moeilijkheden van het leven, indien die maar geduldig gedragen worden, worden 'geestelijke offers die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus' (1 Pt. 2, 5)[b:1 Pt. 2, 5] en die bij de viering van de Eucharistie samen met de offerande van het lichaam van de Heer zeer godvruchtig aan de Vader worden opgedragen, Zo wijden ook de leken de wereld zelf aan God toe door Hem overal door een heilig leven te aanbidden". vert. uit Lat.[[617|34]] vgl: Lumen Gentium, 10[[[617|10]]]
Zie ook alinea's: -784-[al:784]-1268-[al:1268]-358-[al:358]
Referenties naar alinea 901: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
902
Op bijzondere wijze nemen de ouders deel aan de heiligingstaak "door hun echtelijk leven in een christelijke geest te leiden en door zorg te dragen voor een christelijke opvoeding van hun kinderen". § 4[[30|835]]
Referenties naar alinea 902: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
903
1143
1672
1143
1672
Als de leken de vereiste kwaliteiten hebben, kunnen zij voor vast toegelaten worden tot de bediening van lector en acoliet. § 1[[30|230]] "Waar de nood van de Kerk dit wenselijk maakt, kunnen bij gebrek aan bedienaren ook leken, al zijn zij geen lector of acoliet, sommige van hun taken waarnemen, namelijk de bediening van het woord uitoefenen, in liturgische gebeden voorgaan, het Doopsel toedienen en de heilige Communie uitreiken, volgens de voorschriften van het recht" . § 3[[30|230]]Zie ook alinea's: -1143-[al:1143]
Referenties naar alinea 903: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
904
Hun deelname aan de profetische taak van Christus
"Christus (...) vervult zijn profetisch ambt niet alleen door de hiërarchie (...), maar ook door de leken, die Hij hierom tot getuigen maakt en toerust met de geloofszin en de genade van het woord". vert. uit Lat.[[617|35]]
"Christus (...) vervult zijn profetisch ambt niet alleen door de hiërarchie (...), maar ook door de leken, die Hij hierom tot getuigen maakt en toerust met de geloofszin en de genade van het woord". vert. uit Lat.[[617|35]]
Het geloofsonderricht is de taak van iedere prediker en zelfs van iedere gelovige. III, q. 71 a. 4 ad 3, vert. uit Lat.[[t:III, q. 71 a. 4 ad 3]]Zie ook alinea's: -785-[al:785]-92-[al:92]
Referenties naar alinea 904: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
905
2044
2472
2044
2472
De leken vervullen hun profetische zending ook door te evangeliseren, d.w.z. "Christus te verkondigen door het getuigenis van hun leven en door het woord", Bij de leken "krijgt deze evangelisatie (...) een bijzonder karakter en een bijzondere doeltreffendheid door het feit dat zij plaatsvindt in de alledaagse levensomstandigheden van de wereld". vert. uit Lat.[[617|35]]
Een dergelijk apostolaat bestaat echter niet alleen in dit getuigenis van het leven; de ware apostel zoekt naar gelegenheden om Christus ook door zijn woord te verkondigen, hetzij aan ongelovigen (...) hetzij aan gelovigen. vert. uit Lat.[[653|6]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 15[[[703|15]]]Zie ook alinea's: -2044-[al:2044]-2472-[al:2472]
Referenties naar alinea 905: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
906
2495
2495
Onder de lekengelovigen kunnen zij die daarvoor geschikt zijn en die zich daarop voorbereiden, hun medewerking verlenen aan de catechetische vorming, vgl: Codex Iuris Canonici, 774,776,780[[[30|774.776.780]]] aan het onderwijs in de gewijde wetenschappen vgl: Codex Iuris Canonici, 229[[[30|229]]] en aan de sociale communicatiemiddelen. vgl: § 1[[[30|823]]]Zie ook alinea's: -2495-[al:2495]
Referenties naar alinea 906: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
907
Naargelang van de kennis, de deskundigheid en het aanzien dat zij genieten, hebben zij het recht, zelfs ook soms de plicht, hun mening over wat het welzijn van de Kerk aangaat aan de gewijde Herders kenbaar te maken en deze, met behoud van de zuiverheid van geloof en zeden en van de eerbied jegens de Herders, en rekening houdend met het algemeen nut en de waardigheid van de personen, aan de overige Christengelovigen bekend te maken. can. 212§ 3[[30|+2183]]
Referenties naar alinea 907: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
908
Hun deelname aan de koninklijke taak van Christus
Door zijn gehoorzaamheid tot de dood (Fil. 2, 8-9)[[b:Fil. 2, 8-9]] heeft Christus zijn leerlingen de gave van de koninklijke vrijheid geschonken "om door zelfverloochening en heiligheid van leven de heerschappij van de zonde in zichzelf te overwinnen". vert. uit Lat.[[617|36]]
Door zijn gehoorzaamheid tot de dood (Fil. 2, 8-9)[[b:Fil. 2, 8-9]] heeft Christus zijn leerlingen de gave van de koninklijke vrijheid geschonken "om door zelfverloochening en heiligheid van leven de heerschappij van de zonde in zichzelf te overwinnen". vert. uit Lat.[[617|36]]
Wie zijn lichaam onderwerpt en zichzelf beheerst zonder zijn ziel door hartstochten te laten overweldigen, die kan terecht koning genoemd worden, omdat hij zich met een zekere koninklijke macht in bedwang houdt; omdat hij zichzelf weet te sturen, en kan beoordelen wat zijn eigen recht is, zal hij niet verstrikt raken in schuld en zich hals over kop storten in de zonde. 118,14,30, in: PL 15,1403A, vert. uit Lat.[[1761]]Zie ook alinea's: -786-[al:786]
Referenties naar alinea 908: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
909
1887
1887
"De leken zullen verder ook door hun krachten te bundelen de wereldlijke instellingen en situaties, waar deze tot zonde aanzetten, dusdanig genezen dat ze in overeenstemming gebracht worden met de normen van de gerechtigheid en ze het beoefenen van de deugden veeleer begunstigen dan in de weg staan. Door zo te handelen zullen zij de cultuur en de menselijke arbeid met een morele waarde doordringen". vert. uit Lat.[[617|36]]
Zie ook alinea's: -1887-[al:1887]
Zie ook alinea's: -1887-[al:1887]
Referenties naar alinea 909: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
910
"De leken kunnen zich ook geroepen voelen of geroepen zijn met de herders samen te werken ten dienste van de kerkelijke gemeenschap om de groei en het leven ervan te bevorderen, waarbij zij zeer verschillende bedieningen uitoefenen, overeenkomstig de genade en de charismata die de Heer aan hen heeft willen schenken". vert. uit Lat.[[519|73]]
Zie ook alinea's: -799-[al:799]
Zie ook alinea's: -799-[al:799]
Referenties naar alinea 910: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
911
In de Kerk "kunnen Christengelovigen-leken in de uitoefening van de bestuursmacht meewerken volgens het recht" - § 2[[30|129]] Hier kan gewezen worden op hun aanwezigheid bij particuliere concilies, vgl: § 4[[[30|443]]] diocesane synodes, vgl: § 1-2[[[30|463]]] pastorale raden; vgl: Codex Iuris Canonici, 511-512,536[[[30|511-512.536]]] de uitoefening van de pastorale zorg over een parochie; vgl: § 2[[[30|517]]] het meewerken in raden voor economische aangelegenheden; vgl: § 1[[[30|492]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 536[[[30|536]]] de deelname aan kerkelijke rechtbanken, vgl: § 2[[[30|1421]]] enz.
Referenties naar alinea 911: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
912
2245
2245
De gelovigen dienen "zorgvuldig onderscheid te leren maken tussen de rechten en de plichten die hun als leden van de Kerk en die welke hun als leden van de menselijke maatschappij toekomen. Zij dienen ernaar te streven beide categorieën harmonisch met elkaar te verbinden, waarbij zij niet mogen vergeten dat zij zich in iedere tijdelijke aangelegenheid moeten laten leiden door hun christelijk geweten: immers, geen enkele menselijke activiteit kan zich, ook niet inzake tijdelijke aangelegenheden, aan Gods heerschappij onttrekken". vert. uit Lat.[[617|36]]
Zie ook alinea's: -2245-[al:2245]
Zie ook alinea's: -2245-[al:2245]
Referenties naar alinea 912: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
913
"Zo is iedere leek krachtens de hem geschonken gaven een getuige en tevens een levend werktuig van de zending van de Kerk zelf 'naar de maat van Christus' gave' (Ef. 4, 7)[b:Ef. 4, 7]". vert. uit Lat.[[617|33]]
Referenties naar alinea 913: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - Het gewijde leven (914-933)
914
2103
2103
"Al heeft deze levensstaat, die op de professie van de evangelische raden berust, geen betrekking op de hiërarchische structuur van de Kerk, toch behoort hij onbetwistbaar tot haar leven en heiligheid". vert. uit Lat.[[617|44]]
Zie ook alinea's: -2103-[al:2103]
Zie ook alinea's: -2103-[al:2103]
Referenties naar alinea 914: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
915
1973
2013
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
1973
2013
De evangelische raden, het gewijde leven
De evangelische raden worden in hun veelvuldigheid aan iedere leerling van Christus voorgehouden. De volmaaktheid van de liefde, waartoe alle gelovigen geroepen zijn, brengt voor hen die uit vrije wil de oproep tot het gewijde leven aanvaarden, de verplichting met zich mee de kuisheid in het celibaat omwille van het koninkrijk, en de armoede en de gehoorzaamheid te beoefenen. Het is de professie van deze raden in een door de Kerk erkende vaste levensstaat die het aan God "gewijde leven" kenmerkt. vgl: Lumen Gentium, 42-43[[[617|42-43]]] vgl: Perfectae Caritatis, 1[[[677|1]]]
Zie ook alinea's: -1973-1974-[al:1973-1974]
De evangelische raden worden in hun veelvuldigheid aan iedere leerling van Christus voorgehouden. De volmaaktheid van de liefde, waartoe alle gelovigen geroepen zijn, brengt voor hen die uit vrije wil de oproep tot het gewijde leven aanvaarden, de verplichting met zich mee de kuisheid in het celibaat omwille van het koninkrijk, en de armoede en de gehoorzaamheid te beoefenen. Het is de professie van deze raden in een door de Kerk erkende vaste levensstaat die het aan God "gewijde leven" kenmerkt. vgl: Lumen Gentium, 42-43[[[617|42-43]]] vgl: Perfectae Caritatis, 1[[[677|1]]]
Zie ook alinea's: -1973-1974-[al:1973-1974]
Referenties naar alinea 915: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
916
2687
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
2687
De staat van het godgewijde leven blijkt derhalve een van de manieren te zijn om een "innige" toewijding te kennen, die wortelt in het Doopsel en een volledige toewijding aan God is. vgl: Perfectae Caritatis, 5[[[677|5]]] In het gewijde leven nemen zij die in Christus geloven zich onder ingeving van de heilige Geest voor, Christus van meer nabij te volgen, zichzelf aan God te geven, die zij boven alles beminnen en in de Kerk teken en aankondiging te zijn van de heerlijkheid van de toekomstige wereld door het streven naar de volmaakte liefde ten dienste van het koninkrijk". Codex Iuris Canonici, 573[[30|573]]
Zie ook alinea's: -2687-[al:2687]-933-[al:933]
Zie ook alinea's: -2687-[al:2687]-933-[al:933]
Referenties naar alinea 916: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
917
2684
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
2684
Een grote boom met vele takken
"Zo zijn, als aan een boom die op de akker van de Heer uit zaad dat door God gezaaid is, op wonderbare wijze is opgeschoten en zich wijd vertakt heeft, allerlei vormen gegroeid van leven in eenzaamheid en in gemeenschap en allerlei kloosterfamilies die rijke vruchten opleveren zowel voor hun eigen leven, als tot heil van het gehele lichaam van Christus". vert. uit Lat.[[617|43]]
Zie ook alinea's: -2684-[al:2684]
"Zo zijn, als aan een boom die op de akker van de Heer uit zaad dat door God gezaaid is, op wonderbare wijze is opgeschoten en zich wijd vertakt heeft, allerlei vormen gegroeid van leven in eenzaamheid en in gemeenschap en allerlei kloosterfamilies die rijke vruchten opleveren zowel voor hun eigen leven, als tot heil van het gehele lichaam van Christus". vert. uit Lat.[[617|43]]
Zie ook alinea's: -2684-[al:2684]
Referenties naar alinea 917: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
918
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Vanaf het eerste begin van de Kerk waren er mannen en vrouwen die door het beoefenen van de evangelische raden Christus in grotere vrijheid wensten te volgen en Hem van meer nabij wilden navolgen en die ieder op zijn eigen manier een godgewijd leven leidden. Velen van hen hebben onder ingeving van de heilige Geest een leven in eenzaamheid geleid of religieuze families gesticht die de Kerk gaarne heeft aanvaard en met haar gezag bekrachtigd. vert. uit Lat.[[677|1]]
Referenties naar alinea 918: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
919
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
De bisschoppen dienen zich steeds moeite te geven om de nieuwe gaven van gewijd leven, die door de heilige Geest aan zijn Kerk worden toevertrouwd, te onderkennen. De goedkeuring van nieuwe vormen van gewijd leven is voorbehouden aan de Apostolische Stoel. Codex Iuris Canonici, 605[[30|605]]
Referenties naar alinea 919: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
920
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Het kluizenaarsleven
Zonder dat er altijd sprake is van een publieke professie van de drie evangelische raden, wijden de kluizenaars "door een strengere afzondering van de wereld, door de stilte van de eenzaamheid, door voortdurend gebed en boetedoening hun leven geheel en al aan de lof van God en het heil van de wereld". § 1[[30|603]]
Zonder dat er altijd sprake is van een publieke professie van de drie evangelische raden, wijden de kluizenaars "door een strengere afzondering van de wereld, door de stilte van de eenzaamheid, door voortdurend gebed en boetedoening hun leven geheel en al aan de lof van God en het heil van de wereld". § 1[[30|603]]
Referenties naar alinea 920: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
921
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Zij laten aan ieder dit innerlijk aspect zien van het mysterie van de Kerk, dat de persoonlijke, innige band met Christus is, verborgen voor het oog van de mensen is het leven van de kluizenaar een stille verkondiging van Hem aan wie hij zijn leven heeft overgeleverd, omdat Hij voor hem alles is. Het is een bijzondere oproep om in de woestijn, juist in de geestelijke strijd, de heerlijkheid van de Gekruisigde te vinden.
Zie ook alinea's: -2719-[al:2719]-2015-[al:2015]
Zie ook alinea's: -2719-[al:2719]-2015-[al:2015]
Referenties naar alinea 921: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
922
1537
1619
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
1537
1619
De gewijde maagden en weduwen
Vanaf de tijd van de apostelen hebben christelijke maagden (1 Kor. 7, 34-36)[[b:1 Kor. 7, 34-36]] en weduwen vgl: Vita Consecrata, 7[[[758|7]]], door de Heer geroepen om zich, in een grotere vrijheid van hart, lichaam en geest onverdeeld aan Hem toe te wijden, het door de Kerk goedgekeurde besluit genomen om respectievelijk in een staat van maagdelijkheid of blijvende kuisheid te leven "omwille van het rijk der hemelen" (Mt. 19, 12)[b:Mt. 19, 12].
Zie ook alinea's: -1618-1620-[al:1618-1620]
Vanaf de tijd van de apostelen hebben christelijke maagden (1 Kor. 7, 34-36)[[b:1 Kor. 7, 34-36]] en weduwen vgl: Vita Consecrata, 7[[[758|7]]], door de Heer geroepen om zich, in een grotere vrijheid van hart, lichaam en geest onverdeeld aan Hem toe te wijden, het door de Kerk goedgekeurde besluit genomen om respectievelijk in een staat van maagdelijkheid of blijvende kuisheid te leven "omwille van het rijk der hemelen" (Mt. 19, 12)[b:Mt. 19, 12].
Zie ook alinea's: -1618-1620-[al:1618-1620]
Referenties naar alinea 922: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
923
1537
1619
1672
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
1537
1619
1672
"Met het uitspreken van het heilig voornemen om Christus van meer nabij te volgen, worden zij door de diocesane bisschop volgens de goedgekeurde liturgische ritus aan God toegewijd, op mystieke wijze als bruid met Christus, de Zoon van God, verbonden en aan de dienst van de kerk gewijd". § 1[[30|604]] Door deze plechtige ritus (consecratio virginum: maagdenwijding) wordt "de maagd een geheiligd persoon, een buitengewoon en verheven teken van de liefde van de Kerk voor Christus, een eschatologisch beeld van de hemelse Bruid en van het toekomstig leven". Maagdenwijding Praenotanda 1,...Maagdenwijding Praenotanda 1, vert. Zegening van een abt en abdis blz. 37
Zie ook alinea's: -1537-[al:1537]-1672-[al:1672]
Zie ook alinea's: -1537-[al:1537]-1672-[al:1672]
Referenties naar alinea 923: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
924
1619
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
1619
Te midden van "de andere vormen van gewijd leven" § 1[[30|604]] bevestigt de orde der maagden de vrouw die in de wereld leeft (of de moniale) in het gebed, de boetvaardigheid, de dienst aan haar broeders en zusters en de apostolische werkzaamheden overeenkomstig de respectieve staat en charismata, aan ieder geschonken. vgl: Praenotanda 2[[[2759]]] De gewijde maagden kunnen zich verenigen om hun voornemen trouwer te kunnen uitvoeren. vgl: § 2[[[30|604]]]
Referenties naar alinea 924: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
925
1672
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
1672
Het religieuze leven
Ontstaan in het oosten gedurende de eerste eeuwen van het christendom vgl: Unitatis Redintegratio, 15[[[618|15]]] en beleefd in de door de Kerk canoniek opgerichte instituten, vgl: Codex Iuris Canonici, 573[[[30|573]]] onderscheidt het religieuze leven zich van de andere vormen van gewijd leven door het cultisch aspect, de publieke professie van de evangelische raden, het broederlijk leven in gemeenschap en door de getuigenis van de eenheid van Christus en de Kerk. vgl: Codex Iuris Canonici, 607[[[30|607]]]
Zie ook alinea's: -1672-[al:1672]
Ontstaan in het oosten gedurende de eerste eeuwen van het christendom vgl: Unitatis Redintegratio, 15[[[618|15]]] en beleefd in de door de Kerk canoniek opgerichte instituten, vgl: Codex Iuris Canonici, 573[[[30|573]]] onderscheidt het religieuze leven zich van de andere vormen van gewijd leven door het cultisch aspect, de publieke professie van de evangelische raden, het broederlijk leven in gemeenschap en door de getuigenis van de eenheid van Christus en de Kerk. vgl: Codex Iuris Canonici, 607[[[30|607]]]
Zie ook alinea's: -1672-[al:1672]
Referenties naar alinea 925: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
926
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Het religieuze leven behoort tot het mysterie van de Kerk. Het is een gave die de Kerk van haar Heer ontvangt en die zij als een blijvende levensstaat aanbiedt aan de gelovige die door God geroepen is tot de professie van de raden. Zo kan de kerk Christus zichtbaar maken en erkent zij tegelijkertijd dat zijzelf de bruid van de Verlosser is. Het religieuze leven wordt uitgenodigd om in zijn verschillende vormen de liefde van God zelf tot uitdrukking te brengen in de taal van onze tijd.
Zie ook alinea's: -796-[al:796]
Zie ook alinea's: -796-[al:796]
Referenties naar alinea 926: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
927
Youcat ->=geentekst=
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Alle religieuzen, exempt of niet, vgl: Codex Iuris Canonici, 591[[[30|591]]] hebben een plaats onder de medewerkers van de diocesane bisschop bij de uitoefening van zijn pastorale taak. vgl: Christus Dominus, 33-35[[[646|33-35]]] De stichting en de missionaire uitbreiding van de Kerk vroegen vanaf het begin van de verkondiging van het Evangelie om de aanwezigheid van het religieuze leven in al zijn vormen. vgl: Ad Gentes Divinitus, 18,40[[[703|18.40]]] "De geschiedenis getuigt van de grote verdiensten van de religieuze families voor de verbreiding van het geloof en de vorming van nieuwe kerken, vanaf de oude monastieke instellingen en de middeleeuwse ordes tot aan de moderne congregaties". vert. uit Lat.[[4|69]]
Zie ook alinea's: -854-[al:854]
Zie ook alinea's: -854-[al:854]
Referenties naar alinea 927: 3
Vita Consecrata ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
928
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
De seculiere instituten
"Een seculier instituut is een instituut van gewijd leven waarin christengelovigen, levend in de wereld, naar volmaaktheid in de liefde streven en zich erop toeleggen tot de heiliging van de wereld vooral van binnenuit bij te dragen". Codex Iuris Canonici, 710[[30|710]]
"Een seculier instituut is een instituut van gewijd leven waarin christengelovigen, levend in de wereld, naar volmaaktheid in de liefde streven en zich erop toeleggen tot de heiliging van de wereld vooral van binnenuit bij te dragen". Codex Iuris Canonici, 710[[30|710]]
Referenties naar alinea 928: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
929
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Door een "volmaakt en geheel aan (deze) heiliging gewijd leven" Provida Mater Ecclesia[[1535]] hebben de leden van deze instituten deel aan de evangeliseringsopdracht van de kerk, "in de wereld en vanuit de wereld", waarin hun aanwezigheid werkt "als een zuurdeeg". vert. uit Latijn[[677|11]] Hun getuigenis van christelijk leven is gericht op de ordening van het tijdelijke volgens Gods bedoeling en tot bezieling van de wereld met de kracht van het evangelie. Door gewijde bindingen nemen zij de evangelische raden aan en bewaren zij onderling de eenheid en de broederschap die eigen is "aan de seculiere aard van hun leven. vgl: § 2[[[30|713]]]
Zie ook alinea's: -901-[al:901]
Zie ook alinea's: -901-[al:901]
Referenties naar alinea 929: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
930
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
De sociëteiten van apostolisch leven
Bij de diverse vormen van gewijd leven "komen de sociëteiten van apostolisch leven, waarvan de leden zonder religieuze geloften het eigen apostolisch doel van de sociëteit nastreven en, een broederlijk leven in gemeenschap levend, volgens hun eigen levenswijze door het onderhouden van de constituties naar de volmaaktheid in de liefde streven". §§ 1.2[[30|731]] Hieronder zijn sociëteiten waarin de leden (...) de evangelische raden op zich nemen" volgens hun constituties.
Referenties naar alinea 930: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
931
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Toewijding en zending: de Koning die komt, aankondigen
Overgeleverd aan God die men in het gewijde leven boven alles bemint, is hij die door het Doopsel al aan Hem toegewijd werd, nog inniger toegewijd aan het goddelijk dienstwerk en aan het heil van de Kerk. Door de staat van toewijding aan God laat de Kerk Christus zien en toont zij hoe de heilige Geest op wonderbare wijze in haar werkzaam is. Zij die professie doen van evangelische raden, hebben allereerst tot zending hun toewijding te beleven. "Daar zij zich krachtens hun toewijding aan de dienst van de Kerk wijden, zijn zij verplicht zich bijzonder in te zetten voor de missie-activiteit, op de wijze het instituut eigen". Codex Iuris Canonici, 783[[30|783]] vgl: Redemptoris Missio, 69[[[4|69]]]
Overgeleverd aan God die men in het gewijde leven boven alles bemint, is hij die door het Doopsel al aan Hem toegewijd werd, nog inniger toegewijd aan het goddelijk dienstwerk en aan het heil van de Kerk. Door de staat van toewijding aan God laat de Kerk Christus zien en toont zij hoe de heilige Geest op wonderbare wijze in haar werkzaam is. Zij die professie doen van evangelische raden, hebben allereerst tot zending hun toewijding te beleven. "Daar zij zich krachtens hun toewijding aan de dienst van de Kerk wijden, zijn zij verplicht zich bijzonder in te zetten voor de missie-activiteit, op de wijze het instituut eigen". Codex Iuris Canonici, 783[[30|783]] vgl: Redemptoris Missio, 69[[[4|69]]]
Referenties naar alinea 931: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
932
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
In de Kerk die als het ware het sacrament, d.w.z. het teken en instrument van het leven van God is, komt het gewijde leven naar voren als een bijzonder teken van het mysterie van de verlossing, Christus " van meer nabij volgen" en navolgen, zijn ontlediging "duidelijker" zichtbaar maken, betekent vanuit het hart van Christus "intenser" bij zijn tijdgenoten aanwezig zijn. Want zij die zich op deze " smallere" weg bevinden, stimuleren hun broeders door hun voorbeeld, zij leggen dat schitterend getuigenis af "dat de wereld niet omgevormd en aan God aangeboden kan worden zonder de geest van de zaligsprekingen". vert. uit Lat.[[617|31]]
Zie ook alinea's: -775-[al:775]
Zie ook alinea's: -775-[al:775]
Referenties naar alinea 932: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
933
916
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
916
Of dit getuigenis nu publiek is, zoals bij de religieuze staat, of discreter, of zelfs verborgen, de komst van Christus blijft voor allen die een godgewijd leven leiden de oorsprong en de oriëntatie van hun leven:
Aangezien het volk van God hier immers geen blijvende woonplaats heeft, maar op zoek is naar de toekomstige, daarom laat de religieuze staat (...) niet alleen de hemelse goederen die reeds in deze wereld aanwezig zijn, aan alle gelovigen zien, maar legt hij ook getuigenis af van het nieuwe en eeuwige leven dat Christus voor ons verworven heeft door de verlossing en kondigt hij de toekomstige verrijzenis en de heerlijkheid van het hemels koninkrijk aan. vert. uit Lat.[[617|44]]Zie ook alinea's: -672-[al:672]-769-[al:769]
Referenties naar alinea 933: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (934-945)
934
"Krachtens goddelijke instelling zijn er onder de christengelovigen in de Kerk gewijde bedienaren, die in het recht ook clerici genoemd worden; de overigen worden echter leken genoemd" "In elk van deze beide groepen zijn er christengelovigen die zich door de professie van de evangelische raden aan God toewijden door geloften of andere gewijde bindingen (...) en de heilszending van de Kerk dienen". § 1.2[[30|207]]
Referenties naar alinea 934: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
935
Om het geloof te verkondigen en zijn rijk te stichten zendt Christus zijn apostelen en hun opvolgers. Hij laat hen delen in zijn zending. Van Hem ontvangen zij de macht in zijn persoon te handelen.
Referenties naar alinea 935: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
936
De Heer heeft Petrus tot zichtbaar fundament van zijn Kerk gemaakt. Hij heeft hem de sleutels ervan overhandigd. De bisschop van de kerk van Rome, de opvolger van de heilige Petrus, is "het hoofd van het bisschoppencollege, plaatsbekleder van Christus en herder van de gehele Kerk hier op aarde". Codex Iuris Canonici, 331[[30|331]]
Referenties naar alinea 936: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
937
"Krachtens goddelijke instelling komt de hoogste, volledige, rechtstreekse en universele bevoegdheid inzake de zielzorg toe" aan de paus. vert. uit Lat.[[646|2]]
Referenties naar alinea 937: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
938
De door de heilige Geest aangestelde bisschoppen zijn de opvolgers van de apostelen. Zij zijn "ieder voor zich het zichtbare beginsel en fundament van de eenheid in hun particuliere Kerken". vert. uit Lat.[[617|23]]
Referenties naar alinea 938: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
939
Geholpen door de priesters, hun medewerkers, en de diakens hebben de bisschoppen de taak op authentieke wijze het geloof te onderrichten, de goddelijke eredienst, vooral de Eucharistie, te vieren en hun Kerk als ware herders te leiden. Tot hun taak behoort ook de zorg voor alle Kerken, samen met en onder leiding van de paus.
Referenties naar alinea 939: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
940
"Omdat het aan de staat van de leken eigen is dat zij hun leven leiden te midden van de wereld en van de tijdelijke zaken, zijn zij in het bijzonder door God geroepen om, in een vurige christelijke geest, als een zuurdesem hun apostolaat in de wereld te verrichten". vert. uit Lat.[[653|2]]
Referenties naar alinea 940: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
941
De leken nemen deel aan het priesterschap van Christus: zij ontplooien, steeds nauwer met Hem verenigd, de genade van het Doopsel en het Vormsel in alle dimensies van het persoonlijk leven, het gezinsleven, het sociale en kerkelijke leven en zij verwezenlijken zo de oproep tot heiligheid die tot alle gedoopten gericht is.
Referenties naar alinea 941: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
942
Dankzij hun profetische zending "zijn de leken geroepen om in alle omstandigheden, in het hart van de menselijke samenleving, getuigen van Christus te zijn". § 4[[575|43]]
Referenties naar alinea 942: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
943
Dankzij hun koninklijke zending hebben de leken de macht aan de zonde haar heerschappij te ontnemen in zichzelf en in de wereld door hun zelfverloochening en de heiligheid van hun leven. vgl: Lumen Gentium, 36[[[617|36]]]
Referenties naar alinea 943: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
944
Het aan God gewijde leven wordt gekenmerkt door de publieke professie van de evangelische raden van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid, in een blijvende door de Kerk erkende staat van leven.
Referenties naar alinea 944: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
945
Overgeleverd aan God, die hij boven alles bemint, wordt hij die in het Doopsel al aan Hem toegewijd werd, in de staat van het gewijde leven nog inniger toegewijd aan het goddelijk dienstwerk en aan het heil van de Kerk,
Referenties naar alinea 945: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5. - De gemeenschap van de heiligen (946-962)
946
823
1474
1697
Catechesi su San Giuseppe: 10. San Giuseppe e la comunione dei santi ->=geentekst=
823
1474
1697
Na de "heilige katholieke Kerk" beleden te hebben voegt de Symbolum Apostolorum[562] "de gemeenschap van de heiligen" toe. Dit artikel is in zekere zin een uitleg van het voorafgaande: "Wat is de Kerk anders dan de vergadering van alle heiligen?" 10, vert. uit Lat.[[3365]] De gemeenschap van de heiligen is nu juist de Kerk.
Zie ook alinea's: -823-[al:823]
Zie ook alinea's: -823-[al:823]
Referenties naar alinea 946: 2
Youcat ->=geentekst=Catechesi su San Giuseppe: 10. San Giuseppe e la comunione dei santi ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
947
790
1697
790
1697
"Aangezien alle gelovigen één lichaam vormen, wordt het goed van de één meegedeeld aan de ander (...). Zo dient men (...) te geloven dat er een gemeenschap van goederen is in de Kerk, Maar het belangrijkste lid is Christus, aangezien Hij het hoofd is (...). Zo wordt Christus' goed meegedeeld aan alle Christenen en dit geschiedt door de sacramenten van de Kerk". 10, vert. uit Lat.[[1987]] "De eenheid van de Geest, waardoor zij geleid wordt, bewerkt immers dat al wat in haar bijeengebracht is, gemeenschappelijk bezit is". 1,10,24, vert. uit Lat.[[830]]
Zie ook alinea's: -790-[al:790]
Zie ook alinea's: -790-[al:790]
Referenties naar alinea 947: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
948
1331
1697
De gemeenschap van de heiligen ->=geentekst=
1331
1697
De uitdrukking " gemeenschap van de heiligen" heeft daarom twee, nauw met elkaar verbonden betekenissen: "gemeenschap van heilige zaken, sancta", en "gemeenschap tussen heilige personen, sancti".
"Sancta sanctis!" (Wat heilig is voor hen die heilig zijn) " wordt door de celebrant in het merendeel van de oosterse liturgieën verkondigd tijdens de opheffing van de heilige gaven vóór het uitreiken van de communie. De gelovigen (sancti) worden gevoed met het lichaam en bloed van Christus (sancta) om te groeien in de gemeenschap van de heilige Geest (koinonia) en deze aan de wereld mee te delen.Zie ook alinea's: -1331-[al:1331]
Referenties naar alinea 948: 2
Youcat ->=geentekst=De gemeenschap van de heiligen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - De gemeenschap van geestelijke goederen (949-953)
949
185
1469
1697
De gemeenschap van de heiligen: de Sacramenten, de charisma’s en de naastenliefde ->=geentekst=
185
1469
1697
In de eerste gemeente van Jeruzalem "legden de leerlingen zich ernstig toe op de leer van de apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en in het gebed" (Hand. 2, 42)[b:Hand. 2, 42]. De gemeenschap in het geloof. Het geloof van de gelovigen is het geloof van de Kerk, dat zij van de apostelen ontvangen heeft. Dit geloof is een schat van leven die zich al delend vermeerdert.
Zie ook alinea's: -185-[al:185]
Zie ook alinea's: -185-[al:185]
Referenties naar alinea 949: 2
Youcat ->=geentekst=De gemeenschap van de heiligen: de Sacramenten, de charisma’s en de naastenliefde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
950
1130
1331
1382
1697
De gemeenschap van de heiligen: de Sacramenten, de charisma’s en de naastenliefde ->=geentekst=
1130
1331
1382
1697
De gemeenschap van de sacramenten. "De vrucht van alle Sacramenten komt immers alle gelovigen toe; door deze Sacramenten nu, en vooral door het Doopsel, waardoor zij als door een poort de kerk binnengaan, worden zij als door gewijde banden met Christus verbonden en verenigd. Onder deze gemeenschap van heiligen dient men de gemeenschap van Sacramenten te verstaan (...). Hoewel deze term van toepassing is op alle Sacramenten, omdat zij ons met God verenigen (...), past hij toch het beste bij de Eucharistie, die deze gemeenschap tot stand brengt". 1,10,24, vert. uit Lat.[[830]]
Zie ook alinea's: -1130-[al:1130]-1331-[al:1331]
Zie ook alinea's: -1130-[al:1130]-1331-[al:1331]
Referenties naar alinea 950: 2
Youcat ->=geentekst=De gemeenschap van de heiligen: de Sacramenten, de charisma’s en de naastenliefde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
951
799
1697
De gemeenschap van de heiligen: de Sacramenten, de charisma’s en de naastenliefde ->=geentekst=
799
1697
De gemeenschap van de charismata: in de gemeenschap van de Kerk verdeelt de heilige Geest " onder de gelovigen van iedere rang ook bijzondere genaden" voor de opbouw van de Kerk. vert. uit Lat.[[617|12]] Wel, "aan ieder van ons wordt de openbaring van de Geest meegedeeld tot welzijn van allen". (1 Kor. 12, 7)[[b:1 Kor. 12, 7]]
Zie ook alinea's: -799-[al:799]
Zie ook alinea's: -799-[al:799]
Referenties naar alinea 951: 2
Youcat ->=geentekst=De gemeenschap van de heiligen: de Sacramenten, de charisma’s en de naastenliefde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
952
1697
2401
De gemeenschap van de heiligen: de Sacramenten, de charisma’s en de naastenliefde ->=geentekst=
1697
2401
"Zij bezaten alles gemeenschappelijk" (Hand. 4, 32)[b:Hand. 4, 32]: "De ware Christen bezit niets dat hem zo eigen is dat hij het niet moet beschouwen als iets wat hij met allen in gemeenschap bezit; daarom dient hij steeds bereid te zijn de ellende van de behoeftigen te verlichten". 1,10,27, vert. uit Lat.[[830]] De Christen is een beheerder van de goederen van de Heer. (Lc. 16, 1.3)[[b:Lc. 16, 1.3]]
Zie ook alinea's: -2402-[al:2402]
Zie ook alinea's: -2402-[al:2402]
Referenties naar alinea 952: 2
Youcat ->=geentekst=De gemeenschap van de heiligen: de Sacramenten, de charisma’s en de naastenliefde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
953
845
1469
1522
1697
De gemeenschap van de heiligen: de Sacramenten, de charisma’s en de naastenliefde ->=geentekst=
845
1469
1522
1697
De gemeenschap van de liefde: in de sanctorum communio "leeft niemand van ons voor zichzelf alleen, niemand sterft voor zichzelf alleen" (Rom. 14, 7)[b:Rom. 14, 7], "Wanneer een lid lijdt, delen alle ledematen in het lijden; wordt één lid geëerd, alle delen in de vreugde. Welnu, gij zijt het lichaam van Christus, en ieder van u is een lid van dit lichaam" (1 Kor. 12, 26-27)[b:1 Kor. 12, 26-27], "De liefde zoekt zichzelf niet" (1 Kor. 13, 5)[b:1 Kor. 13, 5]. (1 Kor. 10, 24)[[b:1 Kor. 10, 24]] Het geringste dat wij uit liefde doen, strekt allen tot voordeel op grond van deze solidariteit met alle mensen, levenden en doden, die steunt op de gemeenschap van de heiligen. Iedere zonde schaadt deze gemeenschap.
Zie ook alinea's: -1827-[al:1827]-2011-[al:2011]-845-[al:845]-1469-[al:1469]
Zie ook alinea's: -1827-[al:1827]-2011-[al:2011]-845-[al:845]-1469-[al:1469]
Referenties naar alinea 953: 2
Youcat ->=geentekst=De gemeenschap van de heiligen: de Sacramenten, de charisma’s en de naastenliefde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De gemeenschap van de Kerk in de hemel en op aarde (954-959)
954
771
1023
1031
1354
771
1023
1031
1354
De drie staten van de Kerk. "Totdat daarom de Heer komt in zijn heerlijkheid en vergezeld van al zijn engelen en totdat de dood vernietigd is en alles aan Hem is onderworpen, zijn sommigen van zijn leerlingen hier op aarde op pelgrimstocht, worden anderen, nadat zij gestorven zijn, gelouterd en weer anderen verheerlijkt en zien zij in volle klaarheid de drie-ene God, zoals Hij is". vert. uit Lat.[[617|49]]
Maar allen echter leven wij, hoewel in verschillende gradaties en op verschillende wijze, in de gemeenschap van dezelfde liefde tot God en de naaste, en wij zingen hetzelfde loflied tot onze God. Immers, allen die van Christus zijn, vormen één Kerk, omdat zij zijn Geest hebben, en zijn in Hem met elkaar verbonden. vert. uit Lat.[[617|49]]Zie ook alinea's: -771-[al:771]-1031-[al:1031]-1023-[al:1023]
Referenties naar alinea 954: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
955
"Derhalve wordt de verbondenheid van hen die op weg zijn, met diegenen die in de vrede van Christus ontslapen zijn, geenszins onderbroken, integendeel: volgens het eeuwenoud geloof van de Kerk wordt zij nog versterkt door de uitwisseling van geestelijke goederen". vert. uit Lat.[[617|49]]
Referenties naar alinea 955: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
956
1029
1370
2683
Youcat ->=geentekst=
1029
1370
2683
De voorspraak van de heiligen. "Op grond van het feit immers dat de zaligen in de hemel inniger met Christus verenigd worden, bevestigen zij heel de Kerk nog meer in de heiligheid (...). Zij houden niet op voor ons bij de Vader ten beste te spreken door Hem de verdiensten aan te bieden die zij hier op aarde verworven hebben door de ene Middelaar tussen God en de mensen, Jezus Christus (...). Daarom is hun broederlijke zorg een zeer grote steun voor onze zwakheid". vert. uit Lat.[[617|49]]
Weent niet, ik zal voor u na mijn dood van groter nut zijn en ik zal u na mijn dood beter kunnen helpen dan tijdens mijn leven. (H. Dominicus zich bij zijn sterven wendend tot zijn broeders) vgl: 93.[[[3366]]] Ik zal alle tijd in de hemel doorbrengen om goed te doen op aarde. Novissima Verba[[3367]]Zie ook alinea's: -1370-[al:1370]-2683-[al:2683]
Referenties naar alinea 956: 2
Divini Amoris Scientia ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
957
1173
Amoris Laetitia ->=geentekst=
1173
De gemeenschap met de heiligen. Niet alleen omwille van hun voorbeeld echter vieren wij de nagedachtenis van de gelukzaligen in de hemel, maar veeleer om door de beoefening van de broederlijke liefde de eenheid van de Kerk in de geest te versterken. Want zoals de christelijke gemeenschapszin van hen die op aarde nog onderweg zijn, ons dichter bij Christus brengt, zo verbindt de gemeenschap met de heiligen ons met Christus. Uit Hem, als de bron en het hoofd, stroomt alle genade en het leven van het volk van God zelf. vert. uit Lat.[[617|50]]
Wij aanbidden Christus, omdat Hij de Zoon van God is, en wij hebben de martelaren, als leerlingen en navolgers van de Heer, lief op grond van hun onovertroffen verering voor hun koning en meester; moge het ook ons gegeven zijn hun metgezellen en medeleerlingen te zijn. 17, vert. uit org.[[1817|+63]]Zie ook alinea's: -1173-[al:1173]
Referenties naar alinea 957: 2
Youcat ->=geentekst=Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
958
1371
1689
Youcat ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
1371
1689
De gemeenschap met de overledenen. "Door allereerst deze gemeenschap te erkennen die binnen heel het mystieke lichaam van Christus bestaat, heeft de pelgrimerende Kerk vanaf de eerste tijden van het christendom de nagedachtenis van de gestorvenen met grote piëteit gevierd, en, omdat 'het een heilige en vrome gedachte is voor de overledenen te bidden, opdat zij van hun zonden zouden worden vrijgesproken,' heeft zij ook voorbeden voor hen opgedragen (2 Makk. 12, 45)[b:2 Makk. 12, 45]". vert. uit Lat.[[617|50]] Ons gebed voor hen kan hen niet alleen helpen, maar kan ook hun voorspraak voor ons doeltreffend maken.
Zie ook alinea's: -1371-[al:1371]-1032-[al:1032]-1689-[al:1689]
Zie ook alinea's: -1371-[al:1371]-1032-[al:1032]-1689-[al:1689]
Referenties naar alinea 958: 3
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
959
1027
1474
1027
1474
In de ene familie van God. "Wanneer wij allen die Gods kinderen zijn en één familie in Christus vormen, in onderlinge liefde en in een lofprijzing van de allerheiligste Drie-eenheid met elkaar verbonden zijn, beantwoorden wij aan de diepste roeping van de Kerk". vert. uit Lat.[[617|51]]
Zie ook alinea's: -1027-[al:1027]
Zie ook alinea's: -1027-[al:1027]
Referenties naar alinea 959: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (960-962)
960
De Kerk is de "gemeenschap van de heiligen": dit betekent allereerst: gemeenschap van "heilige zaken" (sancta). Voor alles wordt daarmee de Eucharistie bedoeld, waardoor "de eenheid van de gelovigen die in Christus één lichaam vormen, uitgebeeld en verwezenlijkt wordt". vert. uit Lat.[[617|3]]
Referenties naar alinea 960: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
961
Deze uitdrukking verwijst ook naar de gemeenschap van de "heilige personen" (sancti) in Christus, die "voor allen gestorven is" zodat al wat ieder doet of lijdt in en voor Christus, vrucht draagt voor allen.
Referenties naar alinea 961: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
962
Ad resurgendum cum Christo ->=geentekst=
"Wij geloven in de gemeenschap van alle christengelovigen, d.w.z. van hen die nog pelgrims zijn op deze aarde, van hen die overleden zijn en gelouterd worden, en van hen die de hemelse gelukzaligheid genieten. En wij geloven dat allen tezamen één Kerk vormen. Tevens geloven wij dat in deze gemeenschap onze gebeden steeds gehoor vinden bij de barmhartige liefde van God en zijn heiligen". Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God, 40[[763|40]]
Referenties naar alinea 962: 2
Youcat ->=geentekst=Ad resurgendum cum Christo ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 6. - Maria - Moeder van Christus, Moeder van de Kerk (963-975)
963
487
725
"Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
487
725
Na over de rol van de maagd Maria in het mysterie van Christus en de Geest gesproken te hebben, dienen wij nu na te gaan wat haar plaats is in het mysterie van de Kerk. "Immers, de maagd Maria (...) wordt erkend en geëerd als de waarachtige moeder van God en van de Verlosser (...). Zij is ook werkelijk 'moeder van de ledematen (van Christus) (...), omdat zij in liefde heeft meegewerkt aan de geboorte van de gelovigen in de Kerk, die de ledematen zijn van het hoofd 6; citerend, vert. uit Lat.[[1009]]". Lumen Gentium, 53[[617|53]] "...Maria, moeder van Christus, moeder van de Kerk". Post Duos Menses, 29[[1612|29]]
Zie ook alinea's: -484-507-[al:484-507]-721-726-[al:721-726]
Zie ook alinea's: -484-507-[al:484-507]-721-726-[al:721-726]
Referenties naar alinea 963: 3
Youcat ->=geentekst="Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Het moederschap van Maria voor de Kerk (964-970)
964
534
618
Patris Corde ->=geentekst=
534
618
Geheel verenigd met haar Zoon...
De rol van Maria met betrekking tot de Kerk is niet te scheiden van haar verbondenheid met Christus. Ze vloeit er direct uit voort. "Deze verbondenheid van Maria met haar Zoon in het heilswerk manifesteert zich vanaf het ogenblik van de maagdelijke ontvangenis van Christus tot aan zijn dood". Lumen Gentium, 57[[617|57]] Zij manifesteert zich in het bijzonder in het uur van zijn lijden:
De rol van Maria met betrekking tot de Kerk is niet te scheiden van haar verbondenheid met Christus. Ze vloeit er direct uit voort. "Deze verbondenheid van Maria met haar Zoon in het heilswerk manifesteert zich vanaf het ogenblik van de maagdelijke ontvangenis van Christus tot aan zijn dood". Lumen Gentium, 57[[617|57]] Zij manifesteert zich in het bijzonder in het uur van zijn lijden:
Zo ging ook de heilige Maagd voort op haar pelgrimstocht van het geloof en zij volhardde trouw in de verbondenheid met haar Zoon tot onder het kruis. Daar stond zij, niet zonder Gods raadsbesluit, en leed ten diepste mee met haar eniggeboren Zoon en met haar moederhart nam zij deel aan zijn offer door liefdevol in te stemmen met het offer van het slachtoffer dat uit haar geboren was; tenslotte werd zij door dezelfde Jezus Christus, toen Hij stierf op het kruis, met deze woorden als moeder aan zijn leerling gegeven: "Vrouw, zie daar uw zoon" (Joh. 19, 26-27)[b:Joh. 19, 26-27]. vert uit Lat.[[617|58]]Zie ook alinea's: -534-[al:534]-618-[al:618]
Referenties naar alinea 964: 2
Youcat ->=geentekst=Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
965
Patris Corde ->=geentekst=
Na de hemelvaart van haar Zoon heeft Maria "de beginnende Kerk met haar gebeden bijgestaan". Lumen Gentium, 69[[617|69]] Wij zien ook Maria, samen met de apostelen en enkele vrouwen "met haar gebeden om de gave van de Geest smeken die haar bij de boodschap reeds had overschaduwd". vert. uit Lat.[[617|59]]
Referenties naar alinea 965: 2
Youcat ->=geentekst=Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
966
Patris Corde ->=geentekst=
... ook in haar Tenhemelopneming...
"Tenslotte is de onbevlekte Maagd, gevrijwaard van iedere smet van de erfzonde, na het voltooien van haar aardse levensloop, met lichaam en ziel in de hemelse heerlijkheid opgenomen en door de Heer verheven tot koningin van het heelal om zo gelijkvormiger te worden aan haar Zoon, de Heer der heren en de overwinnaar van zonde en dood". Lumen Gentium, 59[[617|59]] vgl: afkondiging van het dogma van de Tenhemelopneming van de gelukzalige maagd Maria door Paus Pius XII in 1950[[[42|44]]] (Openb. 19, 16)[[b:Openb. 19, 16]] De Tenhemelopneming van de heilige Maagd is een bijzondere deelname aan de verrijzenis van haar Zoon en een vooruitlopen op de verrijzenis van de andere Christenen:
"Tenslotte is de onbevlekte Maagd, gevrijwaard van iedere smet van de erfzonde, na het voltooien van haar aardse levensloop, met lichaam en ziel in de hemelse heerlijkheid opgenomen en door de Heer verheven tot koningin van het heelal om zo gelijkvormiger te worden aan haar Zoon, de Heer der heren en de overwinnaar van zonde en dood". Lumen Gentium, 59[[617|59]] vgl: afkondiging van het dogma van de Tenhemelopneming van de gelukzalige maagd Maria door Paus Pius XII in 1950[[[42|44]]] (Openb. 19, 16)[[b:Openb. 19, 16]] De Tenhemelopneming van de heilige Maagd is een bijzondere deelname aan de verrijzenis van haar Zoon en een vooruitlopen op de verrijzenis van de andere Christenen:
Bij uw baren hebt gij uw maagdelijkheid behouden, bij uw tenhemelopneming hebt gij de wereld niet verlaten, moeder van God: gij zijt teruggekeerd naar de bron des levens, gij die de levende God ontving en die door uw gebeden, onze zielen van de dood zult bevrijden. Byzantijnse liturgie,...Byzantijnse liturgie, Troparion van het feest van de Tenhemelopneming (15 augustus)Zie ook alinea's: -491-[al:491]
Referenties naar alinea 966: 2
Youcat ->=geentekst=Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
967
507
2679
Patris Corde ->=geentekst=
507
2679
... zij is onze moeder in de orde van de genade
Door haar volledige overgave aan de wil van de Vader, aan het verlossingswerk van zijn Zoon en aan iedere ingeving van de heilige Geest is de maagd Maria voor de Kerk het voorbeeld van geloof en liefde. Daarom is zij "het allerverhevenste en zeer uitzonderlijk lid van de Kerk" zij is zelfs "de voorbeeldige verwezenlijking", vert. uit Lat.[[617|53]] "het beeld" van de Kerk. Lumen Gentium, 63[[617|63]]
Zie ook alinea's: -2679-[al:2679]-507-[al:507]
Door haar volledige overgave aan de wil van de Vader, aan het verlossingswerk van zijn Zoon en aan iedere ingeving van de heilige Geest is de maagd Maria voor de Kerk het voorbeeld van geloof en liefde. Daarom is zij "het allerverhevenste en zeer uitzonderlijk lid van de Kerk" zij is zelfs "de voorbeeldige verwezenlijking", vert. uit Lat.[[617|53]] "het beeld" van de Kerk. Lumen Gentium, 63[[617|63]]
Zie ook alinea's: -2679-[al:2679]-507-[al:507]
Referenties naar alinea 967: 2
Youcat ->=geentekst=Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
968
494
Patris Corde ->=geentekst=
494
Maar haar rol met betrekking tot de Kerk en heel de mensheid gaat nog verder, "Zij heeft op heel bijzondere wijze meegewerkt aan het werk van de Verlosser door haar gehoorzaamheid, geloof, hoop en haar vurige liefde om het bovennatuurlijk leven van de ziel te herstellen. Daarom is zij, in de orde van de genade, onze moeder geworden". vert. uit Lat.[[617|61]]
Zie ook alinea's: -494-[al:494]
Zie ook alinea's: -494-[al:494]
Referenties naar alinea 968: 2
Youcat ->=geentekst=Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
969
149
501
1370
1477
Patris Corde ->=geentekst=
149
501
1370
1477
"Dit moederschap nu van Maria in de orde van de genade duurt ononderbroken voort, vanaf de instemming die zij bij de boodschap in geloof gaf en waarin zij onder het kruis zonder aarzelen volhardde, tot aan de eeuwige bekroning van alle uitverkorenen. Want na in de hemel opgenomen te zijn heeft zij niet opgehouden deze heilbrengende taak uit te oefenen, maar door haar menigvuldige voorspraak blijft zij (...) voor ons de gaven van het eeuwig heil verwerven (...). Daarom wordt de heilige maagd Maria in de Kerk aangeroepen met de titels voorspreekster, helpster, bijstand en middelares". vert. uit Lat.[[617|62]]
Zie ook alinea's: -501-[al:501]-149-[al:149]-1370-[al:1370]
Zie ook alinea's: -501-[al:501]-149-[al:149]-1370-[al:1370]
Referenties naar alinea 969: 2
Youcat ->=geentekst=Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
970
308
501
2008
2030
2675
Patris Corde ->=geentekst=
308
501
2008
2030
2675
"Welnu, de moederlijke taak van Maria jegens de mensen stelt dit ene middelaarschap van Christus geenszins in de schaduw en maakt het daarom ook niet minder, maar het toont de kracht ervan. Immers, heel de heilbrengende invloed van de heilige Maagd op de mensen (...) vloeit voort uit de overvloed van Christus' verdiensten, steunt op zijn middelaarschap, is daarvan geheel afhankelijk en put daaruit al zijn kracht". vert. uit Lat.[[617|60]] "Geen enkel schepsel immers kan ooit met het mensgeworden Woord en de Verlosser op één lijn gesteld worden. Evenals echter zowel de bedienaren als het gelovige volk op verschillende manieren deel hebben aan het priesterschap van Christus en evenals de ene goedheid van God zich op verschillende manieren werkelijk onder de schepselen verspreidt, zo sluit ook het enige middelaarschap van de Verlosser verschillende vormen van medewerking niet uit bij de schepselen, die alle aan één en dezelfde bron deelhebben, maar wekt ze juist op". vert. uit Lat.[[617|62]]Zie ook alinea's: -2008-[al:2008]-1545-[al:1545]-308-[al:308]
Referenties naar alinea 970: 2
Youcat ->=geentekst=Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De verering van de heilige maagd (971)
971
1172
2678
Youcat ->=geentekst=
1172
2678
"Ieder geslacht prijst mij zalig" (Lc. 1, 48)[b:Lc. 1, 48]: "De godsvrucht van de Kerk voor de heilige Maagd is een wezenlijk element van de christelijke eredienst". vert. uit Lat.[[598|56]] De heilige Maagd "geniet terecht van de kant van de Kerk een bijzondere verering. En inderdaad, reeds vanaf de oudste tijden wordt de heilige Maagd vereerd met de titel 'Moeder Gods' en tot haar bescherming nemen de gelovigen in al hun gevaren en noden hun toevlucht (...). Hoewel deze verering (...) een heel bijzonder karakter heeft, verschilt ze niettemin wezenlijk van de eredienst van aanbidding die op gelijke wijze het mensgeworden Woord, de Vader en de Heilige Geest gebracht wordt, en bevordert ze deze in hoge mate"; vert. uit Lat.[[617|66]] ze vindt haar uitdrukking in de liturgische feesten die aan de Moeder Gods Sacrosanctum Concilium, 103[[570|103]] gewijd zijn, en in het gebed tot Maria, zoals de rozenkrans, "samenvatting van heel het Evangelie". vgl: Marialis Cultus, 42[[[598|42]]]
Zie ook alinea's: -1172-[al:1172]-2678-[al:2678]
Zie ook alinea's: -1172-[al:1172]-2678-[al:2678]
Referenties naar alinea 971: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - Maria - eschatologisch beeld van de Kerk (972)
972
773
829
2679
2853
773
829
2679
2853
Na over de Kerk, haar oorsprong, zending en bestemming gesproken te hebben zouden wij niet beter kunnen besluiten dan door de blik op Maria te richten om in haar te aanschouwen wat de Kerk is in haar mysterie, in haar "pelgrimstocht van het geloof" en wat zij in het vaderland zal zijn aan het einde van haar tocht, waar Maria, die de Kerk vereert als Moeder van haar Heer en haar eigen moeder, op haar wacht "in de heerlijkheid van de allerheiligste en ondeelbare Drie-eenheid", "in de gemeenschap van alle heiligen". Lumen Gentium, 69[[617|69]]
Evenals de Moeder van Jezus in de hemel, waar zij reeds met lichaam en ziel verheerlijkt is, het beeld en het begin is van de Kerk zoals deze in de toekomst voltooid zal worden, zo is zij hier op aarde, totdat de dag des Heren komt, het lichtend teken van de vaste hoop en de vertroosting van het volk Gods op zijn pelgrimstocht. vert. uit Lat.[[617|68]]Zie ook alinea's: -773-[al:773]-829-[al:829]-2853-[al:2853]
Referenties naar alinea 972: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (973-975)
973
Door bij de boodschap het "fiat" uit te spreken en in te stemmen met het mysterie van de menswording, werkt Maria reeds mee met heel het werk dat haar Zoon moet verrichten. Waar Hij Heiland en hoofd van het mystiek lichaam is, daar is zij overal moeder.
Referenties naar alinea 973: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
974
Nadat de allerheiligste maagd Maria haar aardse levensloop voltooid had, werd zij met lichaam en ziel opgenomen in de heerlijkheid van de hemel. Daar heeft zij reeds deel aan de heerlijkheid van de verrijzenis van haar Zoon, en zo loopt zij vooruit op de verrijzenis van alle ledematen van zijn lichaam.
Referenties naar alinea 974: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
975
"Wij geloven dat de allerheiligste moeder van God, de nieuwe Eva, de moeder van de Kerk, vanuit de hemel haar rol van moeder ten opzichte van de ledematen van Christus voortzet". vert. uit Lat.[[763|15]]
Referenties naar alinea 975: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 10 - "Ik geloof in de vergeving van de zonden" (976-987)
976
1264
1264
De geloofsbelijdenis van de apostelen verbindt het geloof in de vergeving van de zonden met het geloof in de heilige Geest, maar ook met het geloof in de Kerk en de gemeenschap van de heiligen. Door de heilige Geest aan zijn apostelen te schenken heeft de verrezen Christus hun zijn eigen goddelijke macht om zonden te vergeven geschonken: "Ontvangt de heilige Geest. Aan wie ge zonden vergeeft, zijn ze vergeven, maar wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven" (Joh. 20, 22-23)[b:Joh. 20, 22-23].
(Het tweede deel (De viering van het Christusmysterie)[1|+ 1258] van de catechismus zal uitdrukkelijk handelen over de vergeving van de zonden door het Doopsel, het sacrament van Boete en Verzoening en de andere Sacramenten, vooral de Eucharistie. Het is derhalve voldoende hier kort enkele fundamentele gegevens te vermelden).
Referenties naar alinea 976: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Eén doopsel tot vergeving van de zonden (977-980)
977
1263
1263
Onze Heer heeft de vergeving van de zonden verbonden met het geloof en het Doopsel: "Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het Evangelie aan heel de schepping. Wie gelooft en gedoopt is, zal gered worden" (Mc. 16, 15-16)[b:Mc. 16, 15-16]. Het Doopsel is het eerste en belangrijkste Sacrament van de vergeving van de zonden, omdat het ons verenigt met Christus die gestorven is voor onze zonden en die verrezen is om onze rechtvaardiging, (Rom. 4, 25)[[b:Rom. 4, 25]] opdat "ook wij een nieuw leven zouden leiden" (Rom. 6, 4)[b:Rom. 6, 4].
Zie ook alinea's: -1263-[al:1263]
Zie ook alinea's: -1263-[al:1263]
Referenties naar alinea 977: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
978
1426
1426
"Bij het uitspreken van onze geloofsbelijdenis tijdens het ontvangen van het heilig Doopsel dat ons reinigt, is de vergiffenis die wij verkrijgen zo overvloedig, dat er niets meer overblijft om uit te wissen hetzij van de erfzonde hetzij van iets wat wij uit eigen vrije wil verzuimd of bedreven hebben, hetzij van de straf die ondergaan moest worden. Toch wordt niemand door de genade van het Doopsel gevrijwaard van iedere zwakte van de natuur; integendeel, ieder moet strijden tegen de opwellingen van de begeerte, die niet ophoudt ons tot zonde aan te zetten". 1,11,3, vert uit Lat.[[830]]
Zie ook alinea's: -1264-[al:1264]
Zie ook alinea's: -1264-[al:1264]
Referenties naar alinea 978: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
979
1446
1446
Wie zal in deze strijd met de neiging tot het kwaad zo sterk en waakzaam zijn dat hij iedere wonde van de zonde zou kunnen vermijden? "Het was dus noodzakelijk dat de Kerk de macht had, ook op een andere wijze dan door het sacrament van het Doopsel zonden te vergeven. Daarom zijn haar de sleutels van het koninkrijk der hemelen toevertrouwd, waardoor aan ieder die berouw heeft, de zonden vergeven kunnen worden, tot op zijn laatste levensdag". 1,11,4, vert. uit Lat.[[830]]
Zie ook alinea's: -1446-[al:1446]
Zie ook alinea's: -1446-[al:1446]
Referenties naar alinea 979: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
980
1422
Youcat ->=geentekst=
1422
Door het Sacrament van Boete en Verzoening kan de gedoopte weer met God en de kerk verzoend worden:
De Kerkvaders hebben gelijk gehad, toen zij de boetedoening "een moeizaam doopsel" 39,17, vert. uit Gr.[[903]] noemden. Dit Sacrament van Boete en Verzoening is voor wie na het Doopsel gevallen is, heilsnoodzakelijk, zoals het Doopsel zelf dit is voor wie nog niet herboren is. vert. uit Lat.[[683|6]]Zie ook alinea's: -1422-1484-[al:1422-1484]
Referenties naar alinea 980: 2
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De sleutelmacht (981-987)
981
553
1444
1461
1478
Youcat ->=geentekst=
553
1444
1461
1478
Christus heeft na zijn verrijzenis zijn apostelen gezonden "om in zijn naam bekering tot vergiffenis van de zonden te prediken onder alle volken" (Lc. 24, 47)[b:Lc. 24, 47]. Deze "dienst van verzoening" (2 Kor. 5, 18)[b:2 Kor. 5, 18] verrichtten de apostelen en hun opvolgers niet alleen door aan de mensen de vergiffenis van God die Christus voor ons verdiend heeft, te verkondigen en door hen op te roepen tot bekering en geloof, maar ook door hun de vergiffenis van de zonden door het Doopsel mee te delen en hen met God en de Kerk te verzoenen dankzij de sleutelmacht, die zij van Christus hebben ontvangen:
De Kerk heeft de sleutels van het rijk der hemelen ontvangen, opdat in haar de vergeving van de zonden tot stand komt door het bloed van Christus en de werking van de Heilige Geest. In deze Kerk herleeft de ziel die door de zonden gestorven was, om tot leven gewekt te worden 214,11, vert. uit Lat.[[880]] met Christus, door wiens genade wij gered zijn.Zie ook alinea's: -1444-[al:1444]-553-[al:553]
Referenties naar alinea 981: 2
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
982
1463
Youcat ->=geentekst=
1463
Er is geen enkele zonde, hoe zwaar ook, of de heilige Kerk kan haar vergeven. "Er is niemand zo slecht of misdadig dat hem niet de zekere hoop op vergeving voorgehouden moet worden, mits hij maar oprecht berouw heeft". 1.11,5, vert. uit Lat.[[830]] Christus, die gestorven is voor alle mensen, wil dat in zijn Kerk de poorten van de vergeving altijd openstaan voor wie opstaat uit de zonde. (Mt. 18, 21-22)[[b:Mt. 18, 21-22]]
Zie ook alinea's: -1463-[al:1463]-605-[al:605]
Zie ook alinea's: -1463-[al:1463]-605-[al:605]
Referenties naar alinea 982: 2
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
983
1442
1465
Youcat ->=geentekst=
1442
1465
De catechese dient zich in te zetten om bij de gelovigen het geloof in de onvergelijkelijke grootheid van de gave die de verrezen Christus zijn Kerk geschonken heeft, te wekken en te voeden: de zending en de macht om werkelijk de zonden te vergeven door het ambt van de apostelen en hun opvolgers:
De Heer wil dat zijn leerlingen een geweldige macht hebben: Hij wil dat zijn arme dienaren in zijn naam alles doen wat Hij deed toen Hij op aarde was. 1,34, vert. uit Lat.[[2591]] De priesters hebben een macht ontvangen die God noch aan de engelen noch aan de aartsengelen gegeven heeft (...). Wat de priesters hier beneden op aarde doen, bekrachtigt God boven in de hemel. 3,5 vert. uit Gr.[[1016]]Zie ook alinea's: -1442-[al:1442]-1465-[al:1465]
Als er in de Kerk geen vergeving van de zonden zou zijn, dan zou er geen enkele hoop zijn geen enkel vooruitzicht op een toekomstig leven en op de eeuwige bevrijding. Brengen wij dank aan God die aan zijn Kerk deze gave geschonken heeft. 213,8, vert. uit Lat.[[880]]
Referenties naar alinea 983: 2
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (984-987)
984
Youcat ->=geentekst=
Het Credo[66] brengt "de vergeving van de zonden" in verband met de belijdenis van het geloof in de heilige Geest. Immers, de verrezen Christus heeft de apostelen, toen Hij hun de heilige Geest gaf, de macht verleend zonden te vergeven.
Referenties naar alinea 984: 2
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
985
Youcat ->=geentekst=
Het Doopsel is het eerste en belangrijkste Sacrament voor de vergeving van de zonden: het verenigt ons met de gestorven en verrezen Christus en schenkt ons de heilige Geest.
Referenties naar alinea 985: 2
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
986
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Door de wil van Christus bezit de Kerk de macht de zonden van de gedoopten te vergeven en zij oefent deze gewoonlijk uit door de bisschoppen en de priesters in het Sacrament van Boete en Verzoening.
Referenties naar alinea 986: 3
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
987
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
"Bij de vergeving van zonden zijn de priesters en de Sacramenten als het ware instrumenten, waarmee onze Heer Jezus Christus, die zelf bewerker en uitdeler van het heil is, de vergeving van de zonden en de gerechtigheid in ons bewerkt". 1,11,6, vert. uit Lat.[[830]]
Referenties naar alinea 987: 3
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 11 - "Ik geloof in de verrijzenis van het lichaam" (988-1019)
988
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Het christelijke Credo[66] - de belijdenis van ons geloof in God de Vader, de Zoon en de heilige Geest en in zijn scheppend, verlossend en heiligmakend handelen - vindt zijn hoogtepunt in de verkondiging van de verrijzenis van de doden aan het eind der tijden, en in het eeuwig leven.
Referenties naar alinea 988: 3
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
989
648
655
Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
648
655
Wij geloven vast, en wij hopen ook, dat zoals Christus waarlijk verrezen is uit de doden en voor altijd leeft, ook de rechtvaardigen na hun dood voor altijd met de verrezen Christus zullen leven en dat Hij hen zal doen opstaan op de laatste dag. (Joh. 6, 39-40)[[b:Joh. 6, 39-40]] Evenals zijn eigen verrijzenis zal onze verrijzenis het werk zijn van de allerheiligste Drie-eenheid:
En als de Geest van Hem die Jezus van de doden heeft opgewekt, in u woont, zal Hij die Christus Jezus van de doden heeft doen opstaan, ook uw sterfelijk lichaam eenmaal levend maken door de kracht van zijn Geest, die in u verblijft (Rom. 8, 11)[b:Rom. 8, 11]. (1 Tess. 4, 14; 1 Kor. 6, 14; 2 Kor. 4, 14; Fil. 3, 10-11)[[b:1 Tess. 4, 14; 1 Kor. 6, 14; 2 Kor. 4, 14; Fil. 3, 10-11]]Zie ook alinea's: -655-[al:655]-648-[al:648]
Referenties naar alinea 989: 4
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
990
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Het woord "vlees" (in de Nederlandse vertaling van de geloofsbelijdenis met "lichaam" weergegeven) duidt de mens aan in zijn toestand van zwakheid en sterfelijkheid. (Gen. 6, 3; Ps. 56, 5; Jes. 40, 6)[[b:Gen. 6, 3; Ps. 56, 5; Jes. 40, 6]] De "verrijzenis van het lichaam" betekent dat er na de dood niet alleen het leven van de onsterfelijke ziel zal zijn, maar dat zelfs "ons sterfelijk lichaam" (Rom. 8, 11)[b:Rom. 8, 11] weer levend zal worden.Zie ook alinea's: -364-[al:364]
Referenties naar alinea 990: 3
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
991
638
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
638
Geloven in de verrijzenis van de doden is vanaf het begin een wezenlijk element van het christelijk geloof geweest. "Het geloof van de christenen is de verrijzenis van de doden. Door dit te geloven bestaan wij": 1,1, vert. uit Lat.[[1315]]
Hoe kunnen dan sommigen onder u beweren dat er geen opstanding van de doden bestaat? Als er geen opstanding van de doden bestaat, is ook Christus niet verrezen. En wanneer Christus niet is verrezen, is onze prediking zonder inhoud en uw geloof eveneens (...). Maar zo is het niet! Christus is opgestaan uit de doden, als eersteling van hen die ontslapen zijn (1 Kor. 15, 12-14.20)[b:1 Kor. 15, 12-14.20].Zie ook alinea's: -638-[al:638]
Referenties naar alinea 991: 3
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - De verrijzenis van Christus en onze verrijzenis (992-1004)
992
298
Youcat ->=geentekst=
298
Een geleidelijke openbaring van de verrijzenis
De verrijzenis van de doden is door God geleidelijk geopenbaard aan zijn volk. De hoop op de lichamelijke verrijzenis van de doden heeft zich opgedrongen als een wezenlijk gevolg van het geloof in God als Schepper van de hele mens, van ziel en lichaam. De Schepper van hemel en aarde is ook degene die trouw zijn verbond met Abraham en zijn nageslacht in stand houdt. Vanuit dit dubbele perspectief zal het geloof in de verrijzenis gestalte beginnen te krijgen. In hun beproevingen belijden de als martelaar gestorven Makkabeeën:
De verrijzenis van de doden is door God geleidelijk geopenbaard aan zijn volk. De hoop op de lichamelijke verrijzenis van de doden heeft zich opgedrongen als een wezenlijk gevolg van het geloof in God als Schepper van de hele mens, van ziel en lichaam. De Schepper van hemel en aarde is ook degene die trouw zijn verbond met Abraham en zijn nageslacht in stand houdt. Vanuit dit dubbele perspectief zal het geloof in de verrijzenis gestalte beginnen te krijgen. In hun beproevingen belijden de als martelaar gestorven Makkabeeën:
De Koning van de wereld zal ons, die voor zijn wet sterven, opwekken tot een eeuwig leven (2 Makk. 7, 9)[b:2 Makk. 7, 9]. De dood door de handen van mensen wordt begerenswaardig door de hoop die God ons geeft, dat Hij ons weer doet opstaan (2 Makk. 7, 14)[b:2 Makk. 7, 14]. (2 Makk. 7, 29; Dan. 12, 1-13)[[b:2 Makk. 7, 29; Dan. 12, 1-13]]Zie ook alinea's: -297-[al:297]
Referenties naar alinea 992: 2
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
993
575
Youcat ->=geentekst=
575
De Farizeeën (Hand. 23, 6)[[b:Hand. 23, 6]] en heel wat tijdgenoten van de Heer (Joh. 11, 24)[[b:Joh. 11, 24]] hoopten op de verrijzenis. Jezus leert deze uitdrukkelijk. Aan de Sadduceeën, die de verrijzenis ontkennen, antwoordt Hij: "Zijt gij niet op een dwaalspoor, juist omdat gij noch de Schrift, noch Gods macht kent?" (Mc. 12, 24)[b:Mc. 12, 24]. Het geloof in de verrijzenis berust op het geloof in God, die "geen God van doden, maar van levenden is" (Mc. 12, 27)[b:Mc. 12, 27].
Zie ook alinea's: -575-[al:575]-205-[al:205]
Zie ook alinea's: -575-[al:575]-205-[al:205]
Referenties naar alinea 993: 2
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
994
646
652
Youcat ->=geentekst=
646
652
Maar er is meer: Jezus verbindt het geloof in de verrijzenis met zijn eigen persoon: "Ik ben de verrijzenis en het leven" (Joh. 11, 25)[b:Joh. 11, 25]. Het is Jezus zelf die op de laatste dag hen zal doen verrijzen die in Hem geloofd hebben (Joh. 5, 24-25; Joh. 6, 40)[[b:Joh. 5, 24-25; Joh. 6, 40]] en die zijn lichaam gegeten en zijn bloed gedronken hebben. (Joh. 6, 54)[[b:Joh. 6, 54]] Hij geeft hiervan nu reeds een teken en een onderpand door sommige doden het leven terug te geven. (Mc. 5, 21-42; Lc. 7, 11-17; Joh. 11)[[b:Mc. 5, 21-42; Lc. 7, 11-17; Joh. 11]] Hij kondigt daarmee zijn eigen verrijzenis aan, die evenwel van een andere orde zal zijn. Over dit unieke gebeuren spreekt Hij als over "het teken van de profeet Jona" (Mt. 12, 39)[b:Mt. 12, 39], het teken van de tempel. (Joh. 2, 19-22)[[b:Joh. 2, 19-22]] Hij kondigt zijn verrijzenis aan die op de derde dag na zijn terechtstelling zal plaatshebben. (Mc. 10, 34)[[b:Mc. 10, 34]]
Zie ook alinea's: -646-[al:646]-652-[al:652]
Zie ook alinea's: -646-[al:646]-652-[al:652]
Referenties naar alinea 994: 2
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
995
Youcat ->=geentekst=
Getuige zijn van Christus is "getuige" zijn" van zijn verrijzenis" (Hand. 1, 22)[b:Hand. 1, 22], (Hand. 4, 33)[[b:Hand. 4, 33]] "met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden was opgestaan" (Hand. 10, 41)[b:Hand. 10, 41]. De christelijke hoop op de verrijzenis is volledig getekend door de ontmoetingen met de verrezen Christus. Wij zullen evenals Hij, met Hem en door Hem verrijzen.
Zie ook alinea's: -860-[al:860]-655-[al:655]
Zie ook alinea's: -860-[al:860]-655-[al:655]
Referenties naar alinea 995: 2
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
996
Youcat ->=geentekst=
Vanaf het begin heeft het christelijk geloof in de verrijzenis onbegrip en tegenstand ontmoet. (Hand. 17, 32; 1 Kor. 15, 12-13)[[b:Hand. 17, 32; 1 Kor. 15, 12-13]] "Op geen enkel punt ontmoet het christelijk geloof meer tegenstand dan inzake de verrijzenis van het lichaam". 88,2,5, vert. uit Lat.[[838]] Over het algemeen aanvaardt men dat het leven van de mens na de dood in geestelijke zin wordt voortgezet. Maar hoe kan men geloven dat dit zo duidelijk sterfelijk lichaam kan verrijzen tot het eeuwig leven?
Zie ook alinea's: -643-[al:643]
Zie ook alinea's: -643-[al:643]
Referenties naar alinea 996: 2
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
997
366
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
366
Hoe verrijzen de doden?
Wat is "verrijzen"? Bij de dood, die de scheiding is van lichaam en ziel, gaat het lichaam van de mens tot ontbinding over, terwijl zijn ziel God tegemoet gaat in de verwachting van de hereniging met haar verheerlijkt lichaam. God zal in zijn almacht het onvergankelijk leven definitief aan ons lichaam teruggeven door het krachtens de verrijzenis van Jezus met onze ziel te verenigen.
Zie ook alinea's: -366-[al:366]
Wat is "verrijzen"? Bij de dood, die de scheiding is van lichaam en ziel, gaat het lichaam van de mens tot ontbinding over, terwijl zijn ziel God tegemoet gaat in de verwachting van de hereniging met haar verheerlijkt lichaam. God zal in zijn almacht het onvergankelijk leven definitief aan ons lichaam teruggeven door het krachtens de verrijzenis van Jezus met onze ziel te verenigen.
Zie ook alinea's: -366-[al:366]
Referenties naar alinea 997: 3
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
998
1038
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1038
Wie zal verrijzen? Alle mensen die gestorven zijn: "Dan zullen zij die het goede deden, uit de graven te voorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden, tot de opstanding ten oordeel" (Joh. 5, 29)[b:Joh. 5, 29]. (Dan. 12, 2)[[b:Dan. 12, 2]]
Zie ook alinea's: -1038-[al:1038]
Zie ook alinea's: -1038-[al:1038]
Referenties naar alinea 998: 3
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
999
640
645
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
640
645
Hoe? Christus is met zijn eigen lichaam verrezen. "Kijkt naar mijn handen en voeten: Ik ben het zelf" (Lc. 24, 39)[b:Lc. 24, 39]; maar Hij is niet opnieuw teruggekeerd naar een leven op aarde. Evenzo zullen "in Hem allen met hun eigen lichaam verrijzen dat zij nu hebben". Caput 1: De fide catholica, 2[[796|2]] Dat lichaam zal echter "veranderd worden in een verheerlijkt lichaam" (Fil. 3, 21)[b:Fil. 3, 21], in een "geestelijk lichaam" (1 Kor. 15, 44)[b:1 Kor. 15, 44].
Maar, zal iemand vragen, hoe verrijzen de doden? Met wat voor lichaam? Een dwaze vraag! Ook wat gijzelf zaait, moet eerst sterven, voor het tot leven komt, en wat gij zaait, is slechts een graankorrel (...). Wat gezaaid wordt in vergankelijkheid, verrijst in onvergankelijkheid. (...) De doden zullen verrijzen in onvergankelijkheid (...). Want dit vergankelijke moet met onvergankelijkheid worden bekleed" (1 Kor. 15, 35-37.42.52-53)[b:1 Kor. 15, 35-37.42.52-53].Zie ook alinea's: -640-[al:640]-645-[al:645]
Referenties naar alinea 999: 3
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1000
647
1154
1405
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
647
1154
1405
Dit "hoe" gaat onze verbeeldingskracht en ons begrip te boven: het kan slechts in geloof benaderd worden. Maar onze deelname aan de Eucharistie geeft ons al een voorproef van de gedaanteverandering van ons lichaam door Christus:
Want zoals het brood van de aarde door de aanroeping van God geen gewoon brood meer is, maar de Eucharistie, die een aards en een hemels aspect heeft, zo ook zijn onze lichamen die delen in de Eucharistie, niet meer vergankelijk, maar bezitten zij de hoop op de verrijzenis. 4,18,4-5, vert. Getijdenboek Lect. I,2,44[[848]]Zie ook alinea's: -647-[al:647]-1405-[al:1405]
Referenties naar alinea 1000: 3
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1001
1038
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1038
Wanneer? Definitief "op de laatste dag" (Joh. 6, 39-40.44.54; Joh. 11, 24)[b:Joh. 6, 39-40.44.54; Joh. 11, 24], "op het einde van de wereld". Lumen Gentium, 48[[617|48]] Immers, de verrijzenis van de doden is innig verbonden met de parousie van Christus:
Want wanneer het bevel gegeven wordt, als de stem van de aartsengel weerklinkt en de bazuin van God, dan zal de Heer zelf van de hemel neerdalen en eerst zullen de doden die in Christus zijn, verrijzen (1 Tess. 4, 16)[b:1 Tess. 4, 16].Zie ook alinea's: -1038-[al:1038]-673-[al:673]
Referenties naar alinea 1001: 3
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1002
655
Youcat ->=geentekst=
655
Verrezen met Christus
Als het waar is dat Christus ons "op de laatste dag" zal doen verrijzen, dan is het ook waar dat wij in zekere zin reeds verrezen zijn met Christus. Immers, dankzij de heilige Geest is het christelijk leven op aarde van nu af aan een deelnemen aan de dood en de verrijzenis van Christus:
Als het waar is dat Christus ons "op de laatste dag" zal doen verrijzen, dan is het ook waar dat wij in zekere zin reeds verrezen zijn met Christus. Immers, dankzij de heilige Geest is het christelijk leven op aarde van nu af aan een deelnemen aan de dood en de verrijzenis van Christus:
In de doop zijt gij met Hem begraven, maar ook met Hem verrezen, door uw geloof in de kracht van God, die Hem uit de doden deed opstaan (...). Als gij dan met Christus ten leven zijt gewekt, zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechterhand Gods" (Kol. 2, 12; Kol. 3, 1)[b:Kol. 2, 12; Kol. 3, 1].Zie ook alinea's: -655-[al:655]
Referenties naar alinea 1002: 2
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1003
556
2796
Youcat ->=geentekst=
556
2796
Verenigd met Christus door het doopsel hebben de gelovigen al werkelijk deel aan het hemelse leven van de verrezen Christus, (Fil. 3, 20)[[b:Fil. 3, 20]] maar dit leven blijft "met Christus verborgen in God" (Kol. 3, 3)[b:Kol. 3, 3]. "En Hij heeft ons samen met Hem doen opstaan en zetelen in de hemelen, in Christus Jezus" (Ef. 2, 6)[b:Ef. 2, 6]. Gevoed met zijn lichaam in de eucharistie behoren wij reeds tot het lichaam van Christus. Wanneer wij op de laatste dag zullen verrijzen, zullen wij "met Hem verschijnen in heerlijkheid" (Kol. 3, 4)[b:Kol. 3, 4].
Zie ook alinea's: -1227-[al:1227]-556-[al:556]-2796-[al:2796]
Zie ook alinea's: -1227-[al:1227]-556-[al:556]-2796-[al:2796]
Referenties naar alinea 1003: 2
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1004
364
Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
364
In afwachting van die dag delen lichaam en ziel van de gelovige reeds in de waardigheid van het zijn "in Christus"; vandaar de eis eerbied te hebben voor het eigen lichaam, maar ook voor dat van anderen, vooral wanneer het lijdt:
Het lichaam is er voor de Heer en de Heer voor het lichaam. God heeft niet alleen de Heer opgewekt uit de dood, Hij zal ook ons doen opstaan door zijn kracht. Gij weet toch dat uw lichamen ledematen zijn van Christus? (...) Gij zijt niet van uzelf. (...) Eert dan God met uw lichaam (1 Kor. 6, 13-15.19-20)[b:1 Kor. 6, 13-15.19-20].Zie ook alinea's: -364-[al:364]-1397-[al:1397]
Referenties naar alinea 1004: 3
Naar de gelijkenis met God - altijd? Geestelijke gestoordheid bij mensen ->=geentekst=Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Sterven in Christus Jezus (1005-1014)
1005
366
624
650
366
624
650
Om met Christus te verrijzen moeten wij met Christus sterven, moeten wij "uit dit lichaam verhuizen om onze intrek te nemen bij de Heer" (2 Kor. 5, 8)[b:2 Kor. 5, 8]. Bij dit "heengaan" (Fil. 1, 23)[b:Fil. 1, 23] dat de dood is, wordt de ziel van het lichaam gescheiden. Zij zal met haar lichaam weer verenigd worden op de dag van de verrijzenis van de doden. vgl: Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God, 38[[[763|38]]]
Zie ook alinea's: -624-[al:624]-650-[al:650]
Zie ook alinea's: -624-[al:624]-650-[al:650]
Referenties naar alinea 1005: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1006
164
1500
164
1500
De dood
"Nergens wordt het raadsel van het menselijk bestaan zo groot als in het licht van de dood". vert. uit Lat.[[575|18]] Van de ene kant is de lichamelijke dood een natuurlijk gegeven, maar voor het geloof is hij in feite "het loon van de zonde" (Rom. 6, 23)[b:Rom. 6, 23]. (Gen. 2, 17)[[b:Gen. 2, 17]] En voor hen die sterven in de genade van Christus, is de dood een deelnemen (Rom. 6, 3-9; Fil. 3, 10-11)[[b:Rom. 6, 3-9; Fil. 3, 10-11]] aan de dood van de Heer om zo deel te nemen aan zijn verrijzenis.
Zie ook alinea's: -164-[al:164]-1500-[al:1500]
"Nergens wordt het raadsel van het menselijk bestaan zo groot als in het licht van de dood". vert. uit Lat.[[575|18]] Van de ene kant is de lichamelijke dood een natuurlijk gegeven, maar voor het geloof is hij in feite "het loon van de zonde" (Rom. 6, 23)[b:Rom. 6, 23]. (Gen. 2, 17)[[b:Gen. 2, 17]] En voor hen die sterven in de genade van Christus, is de dood een deelnemen (Rom. 6, 3-9; Fil. 3, 10-11)[[b:Rom. 6, 3-9; Fil. 3, 10-11]] aan de dood van de Heer om zo deel te nemen aan zijn verrijzenis.
Zie ook alinea's: -164-[al:164]-1500-[al:1500]
Referenties naar alinea 1006: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1007
2278
Youcat ->=geentekst=
2278
De dood is het einde van het aardse leven. Ons leven wordt gemeten naar de tijd, in de loop waarvan wij veranderen, verouderen en, zoals bij alle levende wezens op aarde, verschijnt de dood als het normale einde van het leven. Dit aspect van de dood geeft ons leven een dringend karakter: het besef van onze sterfelijkheid dient er ook toe ons eraan te herinneren dat wij slechts een beperkte tijd hebben om ons leven te verwezenlijken:
Houd je Schepper in ere, zolang je nog jong bent (...), voordat het stof terugkeert naar de aarde waar het vandaan kwam, en de levensgeest naar God die hem schonk (Pr. 12, 1.7)[b:Pr. 12, 1.7].
Referenties naar alinea 1007: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1008
376
400
Youcat ->=geentekst=
376
400
De dood is het gevolg van de zonde. Als authentiek vertolkster van de uitspraken van de heilige Schrift (Gen. 2, 17; Gen. 3, 3; Gen. 3, 19; Wijsh. 1, 13; Rom. 5, 12; Rom. 6, 23)[[b:Gen. 2, 17; Gen. 3, 3; Gen. 3, 19; Wijsh. 1, 13; Rom. 5, 12; Rom. 6, 23]] en de overlevering leert het leergezag van de Kerk dat de dood in de wereld is gekomen door de zonde van de mens. vgl: Sessio V - Decretum super peccato originali, 1[[[667|1]]] Hoewel de mens een sterfelijke natuur bezat, wilde God dat hij niet zou sterven. De dood was dus tegengesteld aan de heilsbeschikkingen van God de Schepper en hij kwam de wereld binnen als gevolg van de zonde. (Wijsh. 2, 23-24)[[b:Wijsh. 2, 23-24]] "De lichamelijke dood, waarvan de mens, als hij niet gezondigd had, Gaudium et Spes, 18[[575|18]] gevrijwaard zou zijn gebleven", is zo "de laatste vijand" van de mens die overwonnen moet worden. (Mc. 14, 33-34; Heb. 5, 7-8)[[b:Mc. 14, 33-34; Heb. 5, 7-8]]
Zie ook alinea's: -401-[al:401]-376-[al:376]
Zie ook alinea's: -401-[al:401]-376-[al:376]
Referenties naar alinea 1008: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1009
612
627
Youcat ->=geentekst=
612
627
De dood wordt door Christus veranderd. Ook Jezus, de Zoon van God, heeft de dood, die eigen is aan het menselijk bestaan, ondergaan. Maar ondanks zijn angst ervoor (Mc. 14, 33-34; Heb. 5, 7-8)[[b:Mc. 14, 33-34; Heb. 5, 7-8]] aanvaardde Hij die in een daad van totale en vrijwillige onderwerping aan de wil van zijn Vader. De gehoorzaamheid van Jezus heeft de vloek van de dood in een zegen veranderd. (Rom. 5, 19-21)[[b:Rom. 5, 19-21]]
Zie ook alinea's: -612-[al:612]
Zie ook alinea's: -612-[al:612]
Referenties naar alinea 1009: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1010
1220
1681
1220
1681
De betekenis van de christelijke dood
Dankzij Christus heeft de christelijke dood een positieve betekenis. "Voor mij is leven Christus en sterven winst" (Fil. 1, 21)[b:Fil. 1, 21]". "Hoe waar is dit woord: Als wij met Hem gestorven zijn, zullen wij met Hem leven" (2 Tim. 2, 11)[b:2 Tim. 2, 11]. Hierin is het wezenlijk nieuwe van de christelijke dood gelegen: door het Doopsel is de Christen op sacramentele wijze al "gestorven met Christus" om een nieuw leven te beginnen; en als wij in de genade van Christus sterven, is de lichamelijke dood de volle verwerkelijking van dit "sterven met Christus" en voltooit hij onze inlijving in Hem in zijn verlossende heilsdaad.
Dankzij Christus heeft de christelijke dood een positieve betekenis. "Voor mij is leven Christus en sterven winst" (Fil. 1, 21)[b:Fil. 1, 21]". "Hoe waar is dit woord: Als wij met Hem gestorven zijn, zullen wij met Hem leven" (2 Tim. 2, 11)[b:2 Tim. 2, 11]. Hierin is het wezenlijk nieuwe van de christelijke dood gelegen: door het Doopsel is de Christen op sacramentele wijze al "gestorven met Christus" om een nieuw leven te beginnen; en als wij in de genade van Christus sterven, is de lichamelijke dood de volle verwerkelijking van dit "sterven met Christus" en voltooit hij onze inlijving in Hem in zijn verlossende heilsdaad.
Voor mij is het beter te sterven in (eis) Christus dan te heersen over de uiteinden der aarde. Hem zoek ik die voor ons gestorven is, naar Hem verlang ik die voor ons is opgestaan Mijn geboorte is nabij. (..) Laat mij het heldere licht ontvangen: eenmaal daar gekomen, zal ik pas ten volle mens zijn. 6,1-2, vert. Getijdenboek Lect. I,8,190[[923|+23+24+25]]Zie ook alinea's: -1681-1690-[al:1681-1690]-1220-[al:1220]
Referenties naar alinea 1010: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1011
1025
2474
Youcat ->=geentekst=
1025
2474
In de dood roept God de mens tot zich. Daarom kan de christen een verlangen naar de dood voelen dat gelijkt op dat van de heilige Paulus: "Ik verlang te gaan om met Christus te zijn" (Fil. 1, 23)[b:Fil. 1, 23]; en hij kan zijn eigen dood veranderen in een daad van gehoorzaamheid en liefde jegens de Vader naar het voorbeeld van Christus: (Lc. 23, 46)[[b:Lc. 23, 46]]
Mijn aardse verlangen is gekruisigd; (..) er is in mij een levend water dat murmelt en binnen in mij zegt: "Kom naar de Vader" 7,2, vert. uit Gr.[[923|+28]] Ik wil God zien en om Hem te zien, moet ik sterven. 7[[889]]Zie ook alinea's: -1025-[al:1025]
Ik sterf niet, ik ga het leven binnen. Lettres[[3401]]
Referenties naar alinea 1011: 2
Divini Amoris Scientia ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1012
De christelijke visie op de dood (1 Tess. 4, 13-14)[[b:1 Tess. 4, 13-14]] wordt op een bevoorrechte manier in de liturgie van de kerk tot uitdrukking gebracht:
Gij neemt het leven, God, niet van ons af, Gij maakt het nieuw, dat geloven wij op uw woord; en als ons aardse huis, ons lichaam, afgebroken wordt, heeft Jezus al een plaats voor ons bereid in uw huis, om daar voorgoed te wonen prefatie van de overledenen I, in: Altaarmissaal (NL) blz. 673; Missaal voor Werkdagen (B),315[[1209]]
Referenties naar alinea 1012: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1013
Youcat ->=geentekst=
De dood is het einde van de pelgrimstocht van de mens op aarde, van de tijd van genade en barmhartigheid die God hem schenkt om zijn aardse leven te verwezenlijken overeenkomstig het goddelijk heilsplan en om over zijn uiteindelijke bestemming te beslissen. Wanneer "onze enige aardse levensloop" Lumen Gentium, 48[[617|48]] ten einde is, zullen wij niet meer terugkeren tot andere aardse levens. "Het is het lot van de mens éénmaal te sterven" (Heb. 9, 27)[b:Heb. 9, 27]. Er is geen "reïncarnatie" na de dood.
Referenties naar alinea 1013: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1014
1037
1681
Patris Corde ->=geentekst=
1037
1681
De kerk spoort ons aan ons voor te bereiden op het uur van onze dood ("Van een plotselinge en onvoorziene dood, verlos ons, Heer": oude Litanie van alle heiligen), de Moeder van God te vragen voor ons ten beste te spreken "in het uur van onze dood" (Wees Gegroet) en ons toe te vertrouwen aan de heilige Jozef, patroon van een goede dood:
In geheel uw handelen, in al uw gedachten zoudt gij u moeten gedragen als moest gij vandaag sterven. Als uw geweten zuiver zou zijn, dan zoudt gij de dood niet hoeven te vrezen. Het zou beter zijn u verre van de zonde te houden dan de dood te ontvluchten. Als gij vandaag niet bereid zijt, hoe zult gij het dan morgen kunnen zijn? 1,23,5-8 vert. uit orig.[[1063]] Geloofd zijt Gij, mijn Heer, door onze broeder de lichamelijke dood,Zie ook alinea's: -2676-2677-[al:2676-2677]
waaraan geen levend mens ontsnappen kan.
Wee hun die zullen sterven in doodzonde!;
Gelukkig wie hij aantreft
in uw allerheiligste wil,
want de tweede dood zal hun geen kwaad doen. vert. uit It.[[926]]
Referenties naar alinea 1014: 2
Youcat ->=geentekst=Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1015-1019)
1015
"Het lichaam is de spil van het heil". 8,2, vert. uit Lat.[[1315]] Wij geloven in God die de Schepper is van het lichaam; wij geloven in het Woord dat vleesgeworden is om het vlees te verlossen; wij geloven in de verrijzenis van het lichaam, de voltooiing van de schepping en de verlossing van het lichaam.
Referenties naar alinea 1015: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1016
Youcat ->=geentekst=
Door de dood wordt de ziel van het lichaam gescheiden, maar bij de verrijzenis zal God aan ons verheerlijkt lichaam het onvergankelijke leven teruggeven door het weer met onze ziel te verenigen. Evenals Christus verrezen is en voor altijd leeft, zo zullen wij allen op de laatste dag verrijzen.
Referenties naar alinea 1016: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1017
"Wij geloven in de ware verrijzenis van dit lichaam dat wij nu bezitten". vert. uit Lat.[[783|4]] Echter een natuurlijk lichaam wordt in het graf gezaaid, een onvergankelijk, (1 Kor. 15, 42)[[b:1 Kor. 15, 42]] een "geestelijk lichaam" (1 Kor. 15, 44)[b:1 Kor. 15, 44] verrijst.
Referenties naar alinea 1017: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1018
Ten gevolge van de erfzonde moet de mens "de lichamelijke dood ondergaan, waarvan hij gevrijwaard zou zijn, als hij niet gezondigd had." vert. uit Lat.[[575|18]]
Referenties naar alinea 1018: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1019
Jezus, de Zoon van God, heeft vrijwillig de dood voor ons ondergaan in een totale en vrijwillige onderwerping aan de wil van God, zijn Vader. Door zijn dood heeft Hij de dood overwonnen en zo voor alle mensen de mogelijkheid van het heil geopend.
Referenties naar alinea 1019: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 12 - "Ik geloof in het eeuwig leven" (1020-1060)
1020
336
1523
1683
2677
336
1523
1683
2677
De Christen die zijn eigen dood met die van Jezus verenigt, ziet de dood als een aankomen bij Hem en een binnengaan in het eeuwig leven. Wanneer de kerk voor de laatste maal de woorden van vergeving waarmee Christus de zonden kwijtscheldt, over de stervende christen heeft uitgesproken, als zij hem voor de laatste maal getekend heeft met een sterkende zalving en hem Christus gegeven heeft in het viaticum als voedsel voor de reis, dan zegt zij tot hem met een liefdevolle zekerheid:
Vertrek, christen, uit deze wereld, in de naam van God, de almachtige Vader, die u geschapen heeft; in de naam van Jezus Christus, de Zoon van de levende God, die voor u geleden heeft; in de naam van de heilige Geest, die in u is uitgestort; heden zij uw plaats in de vrede en uw woning in het heilige Sion, bij God, met de heilige Moeder van God, de maagd Maria, met de heilige Jozef en met alle engelen en heiligen van God. (...) Keer terug tot uw Schepper die u uit het stof van de aarde heeft gevormd. De heilige Maria, de engelen en alle heiligen, mogen u tegemoet komen hij uw heengaan uit dit leven. (...) Moogt gij uw Verlosser zien van aangezicht tot aangezicht (...)."Commendatio animae", vert. De ziekenzalving, blz. 98-99. De orde van Dienst voor de Ziekenliturgie (B) 121-122[[2727]]Zie ook alinea's: -1523-1525-[al:1523-1525]-1524-[al:1524]-2677-[al:2677]-336-[al:336]
Referenties naar alinea 1020: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Het bijzondere oordeel (1021-1022)
1021
679
Manifest van het geloof ->=geentekst=
679
De dood maakt een einde aan het leven van de mens als de tijd waarin hij de in Christus zichtbaar geworden genade kan aanvaarden of verwerpen. (2 Tim. 1, 9-10)[[b:2 Tim. 1, 9-10]] Over het oordeel spreekt het Nieuwe Testament vooral in de zin van de uiteindelijke ontmoeting met Christus bij Zijn tweede komst, maar het bevestigt ook herhaaldelijk het loon dat ieder onmiddellijk na zijn dood zal ontvangen voor zijn werken en zijn geloof. De parabel van de arme Lazarus (Lc. 16, 22)[[b:Lc. 16, 22]] en het woord van Christus op het kruis tot de goede moordenaar (Lc. 23, 43)[[b:Lc. 23, 43]] spreken, evenals andere teksten in het Nieuwe Testament, (2 Kor. 5, 8; Fil. 1, 23; Hebr. 9, 27; Hebr. 12, 23)[[b:2 Kor. 5, 8; Fil. 1, 23; Hebr. 9, 27; Hebr. 12, 23]] van een uiteindelijke lotsbestemming van de ziel (Mt. 16, 26)[[b:Mt. 16, 26]], die voor ieder verschillend kan zijn.
Zie ook alinea's: -1038-[al:1038]-679-[al:679]
Zie ook alinea's: -1038-[al:1038]-679-[al:679]
Referenties naar alinea 1021: 2
Youcat ->=geentekst=Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1022
393
Manifest van het geloof ->=geentekst=
393
Zodra hij gestorven is, ontvangt iedere mens in zijn onsterfelijke ziel de eeuwige vergelding in een bijzonder oordeel dat zijn leven in het licht van Christus plaatst, zodat hij ofwel een loutering ondergaat vgl: Sessio IV - Professio fidei Michaelis Palaeologi, 6[[[783|6]]] vgl: Sessio VI - Laetentur caeli - Decretum pro Graecis, 4[[[895|4]]] vgl: Sessio XXV - Decretum de purgatorio, 0[[[732|0]]] ofwel onmiddellijk in de gelukzaligheid van de hemel binnentreedt vgl: Sessio IV - Professio fidei Michaelis Palaeologi, 7[[[783|7]]] vgl: Ne super his, (2)[[[3407|(2)]]] vgl: Benedictus Deus, (1-2)[[[1710|(1-2)]]] vgl: Sessio VI - Laetentur caeli - Decretum pro Graecis, 5[[[895|5]]] ofwel onmiddellijk voor eeuwig verdoemd wordt. vgl: Sessio IV - Professio fidei Michaelis Palaeologi, 8[[[783|8]]] vgl: Benedictus Deus, (3)[[[1710|(3)]]] vgl: Sessio VI - Laetentur caeli - Decretum pro Graecis, 6[[[895|6]]]
In de avond van ons leven zullen wij geoordeeld worden naar de liefde. 57[[3408]]Zie ook alinea's: -393-[al:393]-1470-[al:1470]
Referenties naar alinea 1022: 2
Youcat ->=geentekst=Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De hemel (1023-1029)
1023
326
954
Youcat ->=geentekst=
326
954
Zij die sterven in de genade en vriendschap van God en die volmaakt gelouterd zijn, leven voor eeuwig met Christus. Zij zijn voor eeuwig gelijk aan God, omdat zij Hem zien "zoals Hij is" (1 Joh. 3, 2)[b:1 Joh. 3, 2], van aangezicht tot aangezicht: (1 Kor. 13, 12; Openb. 22, 4)[[b:1 Kor. 13, 12; Openb. 22, 4]]
Op grond van ons apostolisch gezag definiëren wij dat overeenkomstig de algemene heilsbeschikking van God de zielen van alle heiligen die vóór Jezus' lijden gestorven zijn en van de heiligen (...) en van alle andere gelovigen, die na het ontvangen van Christus heilig doopsel gestorven zijn en die na hun heengaan niet meer gelouterd hoefden te worden, (...) zoals ook de zielen van hen die een dergelijke loutering na hun dood moesten of moeten ondergaan en deze voltooid hebben (...) zelfs vóór ze hun lichaam opnieuw aannemen en vóór het laatste oordeel, en wel vanaf de hemelvaart van onze Verlosser Jezus Christus, in de hemel, in het rijk der hemelen en het hemels paradijs bij Christus in het gezelschap van de heilige engelen verzameld zijn verzameld worden en verzameld zullen worden. Na het lijden en de dood van onze Heer, Jezus Christus, zagen zij en zien zij het goddelijk wezen in een intuïtief schouwen van aangezicht tot aangezicht, zonder tussenkomst van een schepsel. vert. uit Lat.[[1710|(1)]] vgl: Lumen Gentium, 49[[[617|49]]]Zie ook alinea's: -954-[al:954]
Referenties naar alinea 1023: 2
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1024
1718
1817
2795
Youcat ->=geentekst=
1718
1817
2795
Dit volmaakte leven samen met de allerheiligste Drie-eenheid, deze gemeenschap van leven en liefde met de Drie-eenheid, de Maagd Maria, de engelen en alle gelukzaligen wordt "hemel" genoemd. De hemel is het uiteindelijk doel en de verwezenlijking van de diepste verlangens van de mens, de hoogste en definitieve staat van geluk.
Zie ook alinea's: -260-[al:260]-326-[al:326]-2794-[al:2794]-1718-[al:1718]
Zie ook alinea's: -260-[al:260]-326-[al:326]-2794-[al:2794]-1718-[al:1718]
Referenties naar alinea 1024: 2
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1025
1011
Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1011
Leven in de hemel is "bij Christus zijn" (Joh. 14, 3; Fil. 1, 23; 1 Tess. 4, 17)[[b:Joh. 14, 3; Fil. 1, 23; 1 Tess. 4, 17]] De uitverkorenen leven "in Hem" , maar zij behouden er, of beter gezegd, zij vinden er hun ware identiteit, hun eigen naam. (Openb. 2, 17)[[b:Openb. 2, 17]]
Want leven is bij Christus zijn: daar waar Christus is, daar is het leven, daar is het koninkrijk. 10,121, vert. uit Lat.[[852]]Zie ook alinea's: -1011-[al:1011]
Referenties naar alinea 1025: 3
Spe Salvi ->=geentekst=Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1026
Youcat ->=geentekst=
Door zijn dood en verrijzenis heeft Jezus Christus voor ons de hemel "geopend". Het leven van de gelukzaligen bestaat in het volle bezit van de vruchten van de verlossing, bewerkt door Christus, die hen in zijn hemelse verheerlijking laat delen die in Hem geloofd hebben en die trouw gebleven zijn aan zijn wil. De hemel is de gelukzalige gemeenschap van al diegenen die volmaakt in Hem ingelijfd zijn.
Zie ook alinea's: -793-[al:793]
Zie ook alinea's: -793-[al:793]
Referenties naar alinea 1026: 2
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1027
959
1720
959
1720
Dit mysterie van de gelukzalige gemeenschap met God en met allen die in Christus zijn, gaat ieder begrip en iedere beschrijving te boven. De Schrift spreekt ons erover in beelden: leven, licht, vrede, bruiloftsfeest, wijn van het koninkrijk, vaderhuis, hemels Jeruzalem, paradijs: "Geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord, geen mens kan het zich voorstellen, al wat God bereid heeft voor die Hem liefhebben" (1 Kor. 2, 9)[b:1 Kor. 2, 9].
Zie ook alinea's: -959-[al:959]-1720-[al:1720]
Zie ook alinea's: -959-[al:959]-1720-[al:1720]
Referenties naar alinea 1027: 1
Spe Salvi ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1028
1404
1722
1404
1722
Op grond van zijn transcendentie kan God slechts gezien worden, zoals Hij is, wanneer Hijzelf zijn mysterie ontsluit voor de directe aanschouwing door de mens en hem er het vermogen toe verleent. Deze aanschouwing van God in zijn hemelse heerlijkheid wordt door de kerk "de gelukzalige aanschouwing" genoemd:
Wat en hoe groot zal uw heerlijkheid en geluk zijn; toegelaten te worden om God te zien, de eer te hebben de vreugde te verwerven van het heil en het eeuwige licht in gezel schap van Christus de Heer, uw God (...), en in het rijk der hemelen in gezelschap van de rechtvaardigen en de vrienden van God de vreugden van de geschonken onsterfelijkheid te genieten. 56,10,1 vert. uit Lat.[[1048]]Zie ook alinea's: -1722-[al:1722]-163-[al:163]
Referenties naar alinea 1028: 1
Spe Salvi ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1029
In de heerlijkheid van de hemel blijven de gelukzaligen met vreugde Gods wil volbrengen met betrekking tot de andere mensen en heel de schepping. Zij heersen reeds met Christus; met Hem "zullen zij heersen in de eeuwen der eeuwen" (Openb. 22, 5)[b:Openb. 22, 5]. (Mt. 25, 21.23)[[b:Mt. 25, 21.23]]
Zie ook alinea's: -956-[al:956]-668-[al:668]
Zie ook alinea's: -956-[al:956]-668-[al:668]
Referenties naar alinea 1029: 1
Spe Salvi ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De laatste loutering of het vagevuur (1030-1032)
1030
Youcat ->=geentekst=
Zij die sterven in de genade en de vriendschap van God, maar nog niet volkomen gelouterd zijn, ondergaan, hoewel ze reeds van hun eeuwig heil verzekerd zijn, na hun dood een loutering ten einde de noodzakelijke heiligheid te verwerven om in de vreugde van de hemel te kunnen binnengaan.
Referenties naar alinea 1030: 2
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1031
954
1472
Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
954
1472
De Kerk noemt deze laatste loutering van de uitverkorenen, die geheel verschillend is van de straf van de verdoemden, vagevuur. De Kerk heeft de geloofsleer met betrekking tot het vagevuur vooral op de Concilies van Florence vgl: Sessio VI - Laetentur caeli - Decretum pro Graecis, 4[[[895|4]]] en Trente vgl: Sessio XXV - Decretum de purgatorio[[[732]]] vgl: Sessio VI - Decretum de iustificatione, 60[[[668|60]]] geformuleerd. De overlevering van de Kerk spreekt met verwijzing naar bepaalde Schriftteksten (1 Kor. 3,15; 1 Pt. 1, 7)[[b:1 Kor. 3,15; 1 Pt. 1, 7]] van een louterend vuur:
Maar in geval van bepaalde lichte zonden moet men geloven dat er vóór het oordeel een louterend vuur bestaat overeenkomstig hetgeen de Waarheid zegt: "Als iemand een lastering tegen de Heilige Geest geuit heeft, zal hem geen vergiffenis geschonken worden, noch in deze, noch in de komende wereld" (Mt. 12, 32)[b:Mt. 12, 32]. Op grond van deze uitspraak kunnen wij aannemen dat bepaalde zonden vergeven kunnen worden in deze wereld, maar andere in de komende wereld. 4,41,39, SC 265, 148 vert. uit Lat.[[1888]]Zie ook alinea's: -954-[al:954]-1472-[al:1472]
Referenties naar alinea 1031: 3
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1032
958
1371
1479
Spe Salvi ->=geentekst=
Spe Salvi ->=geentekst=
H. Catharina van Genua ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
958
1371
1479
Deze leer vindt ook steun in de gebedspraktijk voor de overledenen, waarover de heilige Schrift al spreekt: "Daarom liet hij (Judas de Makkabeeër) voor de overledenen een zoenoffer opdragen, opdat zij van hun zonde zouden worden vrijgesproken" (2 Makk. 12, 45)[b:2 Makk. 12, 45]. Vanaf de eerste tijden heeft de Kerk de nagedachtenis van de overledenen geëerd door voor hen voorbeden te verrichten en vooral door voor hen het offer van de Eucharistie op te dragen, vgl: Sessio IV - Professio fidei Michaelis Palaeologi, (6)[[[783|(6)]]] opdat zij na gelouterd te zijn kunnen komen tot de gelukzalige aanschouwing van God. De Kerk beveelt ook aalmoezen, aflaten en werken van boetvaardigheid aan ten gunste van de overledenen:
Laten wij hun nu hulp bieden en ons om hun nagedachtenis bekommeren. Als immers de kinderen van Job door het offer van hun vader gereinigd zijn, (Job. 1, 5)[[b:Job. 1, 5]] waarom twijfelt gij er dan aan dat onze offers voor de doden hun enige troost verschaffen? (...) Laten wij dus niet moe worden hulp te bieden aan hen die heengegaan zijn en onze gebeden voor hen op te dragen. 41,5 vert. uit Gr.[[1661]]
Referenties naar alinea 1032: 5
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Spe Salvi ->=geentekst=
Spe Salvi ->=geentekst=
H. Catharina van Genua ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - De hel (1033-1037)
1033
393
633
1861
Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
393
633
1861
Wij kunnen alleen maar met God verenigd worden, als wij er vrij voor kiezen Hem te beminnen. Maar wij kunnen God niet beminnen, als wij zwaar tegen Hem, tegen onze naaste of tegen onszelf zondigen. "De mens zonder liefde is nog in het gebied van de dood. Ieder die zijn broeder haat, is een moordenaar, en gij weet dat geen moordenaar eeuwig leven in zich heeft" (1 Joh. 3, 14-15)[b:1 Joh. 3, 14-15]. Onze Heer waarschuwt ons dat wij van Hem gescheiden zullen worden, als wij het nalaten aan de dringende noden van de armen en de kleinen, die zijn broeders zijn, tegemoet te komen. (Mt. 25, 31-46)[[b:Mt. 25, 31-46]] In doodzonde sterven zonder er berouw over gehad te hebben en zonder Gods barmhartige liefde te aanvaarden betekent uit eigen vrije keuze voor altijd van Hem gescheiden blijven. En het is deze staat van het zichzelf definitief uitsluiten van de gemeenschap met God en de gelukzaligen die men aanduidt met het woord "hel".
Zie ook alinea's: -1861-[al:1861]-393-[al:393]-633-[al:633]
Zie ook alinea's: -1861-[al:1861]-393-[al:393]-633-[al:633]
Referenties naar alinea 1033: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1034
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Jezus spreekt vaak over de "gehenna" van het "vuur dat nooit dooft",(Mt. 5, 22.29; Mt. 13, 42.50; Mc. 9, 43-48)[[b:Mt. 5, 22.29; Mt. 13, 42.50; Mc. 9, 43-48]] bestemd voor hen die tot hun levenseinde weigeren te geloven en zich te bekeren, een plaats waar zowel de ziel als het lichaam verloren kunnen gaan. (Mt. 10, 28)[[b:Mt. 10, 28]] Jezus kondigt in strenge bewoordingen aan dat Hij "zijn engelen zal uitzenden, die allen die tot zonde verleiden en ongerechtigheid bedrijven (...) bijeen zullen brengen om hen in de vuuroven te werpen" (Mt. 13, 41-42)[b:Mt. 13, 41-42], en dat Hij de veroordeling zal uitspreken: "Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwig vuur" (Mt. 25, 41)[b:Mt. 25, 41].
Referenties naar alinea 1034: 3
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1035
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
De leer van de Kerk bevestigt het bestaan van de hel en haar eeuwige duur. De zielen van hen die sterven in staat van doodzonde, dalen onmiddellijk na de dood af in de hel, waar zij de straffen van de hel, "het eeuwige vuur", vgl: Quicumque, 2[[[309|2]]] vgl: DH 409.411[[[3410|(7.9)]]] vgl: Caput 1: De fide catholica, 2[[[796|2]]] vgl: DH 858[[[783|8]]] vgl: Benedictus Deus, (3)[[[1710|(3)]]] vgl: Sessio XI - Cantate Domino, 21[[[899|21]]] vgl: Sessio VI - Decretum de iustificatione, 55[[[668|55]]] vgl: Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God, 38[[[763|38]]] ondergaan. De belangrijkste straf van de hel bestaat in het eeuwig van God gescheiden zijn; alleen in Hem kan de mens het leven en het geluk vinden. Hiertoe is hij immers geschapen en hiernaar streeft hij.
Zie ook alinea's: -393-[al:393]
Zie ook alinea's: -393-[al:393]
Referenties naar alinea 1035: 4
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1036
1428
1734
2128
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1428
1734
2128
De uitspraken van de heilige Schrift en de leer van de Kerk met betrekking tot de hel doen een beroep op het verantwoordelijkheidsgevoel waarmee de mens gebruik moet maken van zijn vrijheid met het oog op zijn eeuwige bestemming. Zij zijn tegelijkertijd een dringende oproep tot bekering. "Gaat binnen door de nauwe poort; want de weg die naar de ondergang voert, is wijd en breed en velen zijn er die hem inslaan. Hoe nauw toch is de poort en hoe smal de weg die voert naar het leven, en weinigen zijn er die hem vinden" (Mt. 7, 13-14)[b:Mt. 7, 13-14].
Daarom moeten wij, die dag noch uur kennen, zoals de Heer ons vermaant, voortdurend waakzaam zijn, om na het voltooien van onze enige aardse levensweg met Hem te mogen binnentreden om bruiloft te vieren en tot de gelukzaligen gerekend te mogen worden en ons niet, zoals slechte en luie dienaars, op het hevel van God verwezen te worden naar het eeuwige vuur, naar de duisternis buiten, waar geween is en tandengeknars. vert. uit Lat.[[617|48]]Zie ook alinea's: -1734-[al:1734]-1428-[al:1428]
Referenties naar alinea 1036: 4
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1037
162
1821
1864
2283
2636
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
162
1821
1864
2283
2636
Niemand wordt door God voorbestemd om naar de hel te gaan: vgl: Canones (2e Synode van Orange), (28)[[[3319|(28)]]] vgl: Sessio VI - Decretum de iustificatione, 47[[[668|47]]] daarvoor is het noodzakelijk zich vrijwillig van God af te keren (een doodzonde) en daarin tot het einde toe te volharden. In de liturgie van de Eucharistie en de dagelijkse gebeden van haar gelovigen smeekt de Kerk de barmhartigheid van God af, die wil "dat allen tot inkeer komen en niemand verloren gaat" (2 Pt. 3, 9)[b:2 Pt. 3, 9].
Neem deze gaven van ons aan, Heer God, waarin wij onszelf willen geven en toevertrouwen aan U. Wij, die door U gekozen zijn om voor te gaan in deze dienst, wij zijn met allen die in U geloven, uw volk, uw eigen bezit; beschik over ons en voer ons van dag tot dag naar uw vrede; dat wij niet eeuwig verloren gaan maar bij uw uitverkoren worden geteld. Romeinse canon 88, in: Altaarmissaal (NL) blz. 689; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 262[[1209]]Zie ook alinea's: -162-[al:162]-1014-[al:1014]-1821-[al:1821]
Referenties naar alinea 1037: 3
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V. - Het laatste oordeel (1038-1041)
1038
677
998
1001
1021
2447
2831
677
998
1001
1021
2447
2831
De verrijzenis van alle doden, "van de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen" (Hand. 24, 15)[b:Hand. 24, 15] zal aan het laatste oordeel voorafgaan. Het zal "het uur" zijn, "waarop allen die in de graven zijn, de stem van de Mensenzoon zullen horen. Dan zullen zij die het goede deden, eruit te voorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden, tot de opstanding ten oordeel" (Joh. 5, 28-29)[b:Joh. 5, 28-29]. Dan komt Christus "in zijn heerlijkheid en vergezeld van alle engelen (...). Alle volken zullen voor Hem bijeengebracht worden en Hij zal ze in twee groepen scheiden, zoals de herder een scheiding maakt tussen schapen en bokken. De schapen zal Hij plaatsen aan zijn rechterhand, maar de bokken aan zijn linker (...). En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwig leven" (Mt. 25, 31.33.46)[b:Mt. 25, 31.33.46].
Zie ook alinea's: -678-679-[al:678-679]-1001-[al:1001]-998-[al:998]
Zie ook alinea's: -678-679-[al:678-679]-1001-[al:1001]-998-[al:998]
Referenties naar alinea 1038: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1039
677
1470
677
1470
Het is ten overstaan van Christus die de Waarheid is, dat de waarheid over de verhouding van elke mens tot God blootgelegd zal worden. (Joh. 12, 49)[[b:Joh. 12, 49]] Het laatste oordeel zal tot in zijn uiterste consequenties openbaren wat iedereen tijdens zijn aardse leven aan goed gedaan heeft of nagelaten heeft te doen:
Alle kwaad dat de booswichten doen, wordt opgetekend en zij weten het niet. Wanneer God komt en "niet meer zwijgt" (Ps. 50, 3)[b:Ps. 50, 3] (...) zal Hij zich richten tot degenen aan zijn linkerhand (...). Hij zal zeggen; "Ik had de geringste onder de mijnen, die behoeftig waren, op aarde een plaats gegeven, omwille van u. Ik, hun hoofd, zetelde in de hemel aan de rechterhand van mijn Vader, maar op aarde hadden mijn ledematen te lijden, zij hadden honger. Als gij aan mijn ledematen gegeven zout hebben, zou wat gij gegeven had, het hoofd bereikt hebben. Toen ik de geringsten onder de mijnen, die behoeftig waren, op aarde een plaats gegeven heb, omwille van u, heb ik hen uw zaakgelastigden gemaakt om uw goede werken in mijn schatkamer te vergaren: gij hebt hun niets in handen gegeven, daarom hebt gij ook niets bij Mij gevonden. 18,4,4, vert. uit Lat.[[880]]Zie ook alinea's: -678-[al:678]
Referenties naar alinea 1039: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1040
314
673
677
Youcat ->=geentekst=
314
673
677
Het laatste oordeel zal plaatshebben bij de glorievolle wederkomst van Christus. De Vader alleen kent het uur en de dag, Hij alleen bepaalt, wanneer dit zal gebeuren. Door zijn Zoon Jezus Christus zal Hij dan zijn definitief woord spreken over heel de geschiedenis. Wij zullen de uiteindelijke betekenis van heel het scheppingswerk en heel de heilseconomie kennen en wij zullen de wonderbare wegen begrijpen waarlangs zijn voorzienigheid alles naar het einddoel geleid zal hebben. Het laatste oordeel zal openbaren dat Gods rechtvaardigheid zegeviert over alle onrecht, bedreven door zijn schepselen, en dat zijn liefde sterker is dan de dood. (Hoogl. 8, 6)[[b:Hoogl. 8, 6]]
Zie ook alinea's: -637-[al:637]-314-[al:314]
Zie ook alinea's: -637-[al:637]-314-[al:314]
Referenties naar alinea 1040: 2
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1041
677
1404
2854
677
1404
2854
De boodschap van het laatste oordeel is een oproep tot bekering, terwijl God de mens nog "de gunstige tijd, de dag van het heil" (2 Kor. 6, 2)[b:2 Kor. 6, 2] schenkt. Deze boodschap boezemt een heilige vrees voor God in. Zij stimuleert tot inzet voor de gerechtigheid van het rijk van God. Zij kondigt de "zalige vervulling van onze hoop" (Tit. 2, 13)[b:Tit. 2, 13] op de wederkomst van de Heer aan, die "komt om verheerlijkt te worden onder zijn heiligen en gevierd onder al de gelovigen" (2 Tess. 1, 10)[b:2 Tess. 1, 10].
Zie ook alinea's: -1432-[al:1432]-2854-[al:2854]
Zie ook alinea's: -1432-[al:1432]-2854-[al:2854]
Referenties naar alinea 1041: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VI. - De hoop op een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (1042-1050)
1042
310
670
1405
310
670
1405
Op het einde der tijden zal het rijk Gods zijn volheid bereiken. Na het algemeen oordeel zullen de rechtvaardigen voor altijd met Christus heersen, verheerlijkt in ziel en lichaam, en het heelal zelf zal vernieuwd worden:
Dan zal de Kerk "haar voltooiing in de hemelse heerlijkheid bereiken, wanneer samen met het menselijk geslacht ook heel de wereld, die nauw met de mens verbonden is en door hem haar einddoel nadert, in Christus hersteld zal worden." vert. uit Lat.[[617|48]]Zie ook alinea's: -769-[al:769]-670-[al:670]-310-[al:310]
Referenties naar alinea 1042: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1043
280
310
671
280
310
671
Deze mysterievolle vernieuwing die de mensheid en de wereld van gedaante zal doen veranderen, noemt de Schrift "een nieuwe hemel en een nieuwe aarde" (2 Pt. 3, 13)[b:2 Pt. 3, 13]. (Openb. 21, 1)[[b:Openb. 21, 1]] Dit zal de definitieve verwezenlijking zijn van Gods heilsplan "het heelal in Christus onder een hoofd te brengen, alle wezens in de hemelen en alle wezens op aarde", in Hem (Ef. 1, 10)[b:Ef. 1, 10].
Zie ook alinea's: -671-[al:671]-518-[al:518]-280-[al:280]
Zie ook alinea's: -671-[al:671]-518-[al:518]-280-[al:280]
Referenties naar alinea 1043: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1044
310
310
In dit "nieuwe heelal" (Openb. 21, 5)[[b:Openb. 21, 5]], het hemelse Jeruzalem, zal God zijn verblijf hebben onder de mensen. "Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen en de dood zal niet meer zijn; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij" (Openb. 21, 4)[b:Openb. 21, 4]. (Openb. 21, 27)[[b:Openb. 21, 27]]
Referenties naar alinea 1044: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1045
310
756
769
310
756
769
Voor de mens zal deze voltooiing de uiteindelijke verwezenlijking zijn van de eenheid van het menselijk geslacht, die door God vanaf de schepping gewild is en waarvan de pelgrimerende kerk "als het ware het sacrament" Lumen Gentium, 1[[617|1]] was. Zij die met Christus verenigd zullen worden, zullen de gemeenschap van de verlosten zijn, de heilige stad van God (Openb. 21, 2)[b:Openb. 21, 2], "de bruid van het Lam" (Openb. 21, 9)[b:Openb. 21, 9]. Deze zal niet meer te lijden hebben onder zonde, onreinheid (Openb. 21, 27)[[b:Openb. 21, 27]] of eigenliefde, die de aardse gemeenschap van mensen verwoesten of verwonden. De gelukzalige aanschouwing waarin God zich op onuitsprekelijke wijze zal openbaren aan de uitverkorenen, zal de eeuwig stromende bron van geluk, vrede en onderlinge gemeenschap zijn.
Zie ook alinea's: -775-[al:775]-1404-[al:1404]
Zie ook alinea's: -775-[al:775]-1404-[al:1404]
Referenties naar alinea 1045: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1046
310
349
310
349
Wat het heelal betreft, bevestigt de openbaring de hechte lotsverbondenheid tussen de materiële wereld en de mens:
Ook de schepping verlangt vurig naar de openbaring van Gods kinderen (...). Maar zij is niet zonder hoop, want ook de schepping zal verlost worden uit de slavernij der vergankelijkheid (...). Wij weten immers dat de hele natuur kreunt en barensweeën lijdt, altijd door. En niet alleen zij, ook wij zelf, die toch reeds de eerstelingen van de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten over ons eigen lot, zolang wij nog wachten op de verlossing van ons lichaam (Rom. 8, 19-23)[b:Rom. 8, 19-23].Zie ook alinea's: -349-[al:349]
Referenties naar alinea 1046: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1047
310
310
Ook het zichtbare heelal is dus ertoe bestemd om van gedaante veranderd te worden, opdat "de wereld zelf, hersteld in haar oorspronkelijke staat, ongehinderd de rechtvaardigen ten dienste (zou) staan" door deel te nemen aan hun verheerlijking in de verrezen Jezus Christus. 5,32,1; vert. uit org.[[848]]
Referenties naar alinea 1047: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1048
310
673
310
673
"De tijd van de voltooiing van de aarde en de mensheid kennen wij niet, en evenmin weten wij, hoe het heelal van gedaante zal veranderen. Weliswaar gaat het door de zonde misvormde aanschijn van deze wereld voorbij, maar er wordt ons geleerd dat God ons een nieuwe woning en een nieuwe aarde bereidt, waarin de gerechtigheid woont en waarvan het geluk alle verlangens naar vrede die in het hart van de mensen opkomen, zal vervullen en overtreffen". § 1, vert. uit Lat.[[575|39]]
Zie ook alinea's: -673-[al:673]
Zie ook alinea's: -673-[al:673]
Referenties naar alinea 1048: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1049
310
2124
2820
310
2124
2820
"Toch mag de verwachting van een nieuwe aarde onze zorg voor het zorgvuldig bebouwen van deze aarde niet verzwakken, maar moet ze deze juist versterken: hier groeit immers dat lichaam van de nieuwe mensenfamilie dat reeds een zekere voorafschaduwing kan geven van de nieuwe wereld. Ofschoon er derhalve zorgvuldig onderscheid gemaakt dient te worden tussen aardse vooruitgang en de groei van koninkrijk in Christus, is die aardse vooruitgang toch van groot belang voor het koninkrijk Gods, in zoverre hij kan bijdragen tot een betere ordening van de menselijke samenleving". § 2, vert. uit Lat.[[575|39]]
Zie ook alinea's: -2820-[al:2820]
Zie ook alinea's: -2820-[al:2820]
Referenties naar alinea 1049: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1050
260
310
1709
260
310
1709
"Immers,... alle goede vruchten van onze natuur en onze inzet die wij in de Geest en volgens het gebod van de Heer op aarde verbreid zullen hebben, zullen we later terugvinden, maar dan wel van alle smet gereinigd, verlicht en omgevormd, wanneer Christus aan de Vader het eeuwig en universeel koninkrijk zal teruggeven". § 3, vert. uit Lat[[575|39]] vgl: Lumen Gentium, 2[[[617|2]]] God zal dan "alles in allen" (1 Kor. 15, 28)[b:1 Kor. 15, 28] zijn, in het eeuwig leven:
Het werkelijke en waarachtige leven is dus de Vader, die door de Zoon in de heilige Geest aan allen, als uit een bron, de hemelse gaven schenkt. Door zijn menslievendheid zijn ook aan ons, mensen, waarachtig de goederen van het eeuwig leven beloofd. 18,29, vert.: Getijdenboek Lect. II,5,22[[885]]Zie ook alinea's: -1709-[al:1709]-260-[al:260]
Referenties naar alinea 1050: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1051-1060)
1051
Reeds bij zijn dood ontvangt iedere mens in zijn onsterfelijke ziel zijn eeuwige vergelding in een bijzonder oordeel door Christus, de rechter over levenden en doden.
Referenties naar alinea 1051: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1052
"Wij geloven dat de zielen van allen die gestorven zijn in de genade van Christus (...), Gods volk vormen na de dood, die geheel overwonnen zal zijn op de dag van de verrijzenis, wanneer deze zielen met hun lichaam verenigd zullen worden". vert uit Lat.[[763|38]]
Referenties naar alinea 1052: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1053
"Wij geloven dat de menigte van de zielen die rond Jezus en Maria in het paradijs verzameld worden, de hemelse kerk vormt, waar zij in het eeuwige geluk God zien, zoals Hij is, en waar zij ook in verschillende mate samen met de heilige engelen deel hebben aan het goddelijk bestuur, dat Christus uitoefent in heerlijkheid, door voor ons ten beste te spreken en ons in onze zwakheid te hulp te komen door hun broederlijke zorg". vert uit Lat.[[763|39]]
Referenties naar alinea 1053: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1054
Zij die sterven in de genade en de vriendschap van God, maar onvolkomen gelouterd zijn, ondergaan na hun dood, hoewel zij zeker zijn van hun eeuwig heil, een loutering ten einde de heiligheid te verwerven die noodzakelijk is om binnen te gaan in de vreugde van God.
Referenties naar alinea 1054: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1055
Krachtens de "gemeenschap van de heiligen" beveelt de Kerk de overledenen aan Gods barmhartigheid aan en zij bidt voor hen en draagt vooral het heilig eucharistisch offer voor hen op.
Referenties naar alinea 1055: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1056
Naar het voorbeeld van Christus waarschuwt de Kerk de gelovigen voor de "trieste en jammerlijke werkelijkheid van de eeuwige dood", Directorium Catechisticum Generale, (69)[[894|(69)]] ook wel "hel" genoemd.
Referenties naar alinea 1056: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1057
De belangrijkste straf van de hel bestaat in het eeuwig gescheiden zijn van God; alleen in Hem kan de mens het leven en het geluk vinden, waartoe hij geschapen is en waarnaar hij streeft.
Referenties naar alinea 1057: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1058
De kerk bidt dat niemand verloren gaat: "Heer, sta niet toe dat ik ooit van U gescheiden word" . Als het waar is dat niemand zichzelf kan redden, dan is het ook waar dat "God wil dat alle mensen gered worden" (1 Tim. 2, 4)[b:1 Tim. 2, 4] en dat voor Hem "alles mogelijk is" (Mt. 19, 26)[b:Mt. 19, 26].
Referenties naar alinea 1058: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1059
"De heilige Kerk van Rome gelooft en belijdt vast dat op de dag van het oordeel alle mensen met hun lichaam voor de rechterstoel van Christus zullen verschijnen om verantwoording af te leggen over hun eigen daden". vert. uit Lat.: DH 859[[783|9]] vgl: Sessio VI - Decretum de iustificatione, 29[[[668|29]]]
Referenties naar alinea 1059: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1060
Relatio Ante Disceptationem ->=geentekst=
Op het einde der tijden zal het rijk Gods zijn volheid bereiken. Dan zullen de rechtvaardigen verheerlijkt in ziel en lichaam, samen met Christus voor altijd heersen, en de stoffelijke wereld zelf zal omgevormd worden. God zal dan "alles in allen" (1 Kor. 15, 28)[b:1 Kor. 15, 28] zijn in het eeuwig leven.
Referenties naar alinea 1060: 2
Youcat ->=geentekst=Relatio Ante Disceptationem ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- "Amen" (1061-1065)
1061
2856
2856
Het Credo eindigt, zoals ook het laatste boek van de heilige Schrift, (Openb. 22, 21)[[b:Openb. 22, 21]] met het Hebreeuwse woord Amen. Men vindt het herhaaldelijk op het einde van de gebeden in het Nieuwe Testament. De Kerk beëindigt haar gebeden eveneens met "Amen".
Zie ook alinea's: -2856-[al:2856]
Zie ook alinea's: -2856-[al:2856]
Referenties naar alinea 1061: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1062
214
2856
214
2856
In het Hebreeuws gaat Amen op dezelfde wortel terug als het woord "geloven". Deze wortel betekent standvastigheid, betrouwbaarheid en trouw. Zo begrijpt men waarom "Amen" ook gezegd kan worden over de trouw van God ten opzichte van ons en van ons vertrouwen in Hem.
Zie ook alinea's: -214-[al:214]
Zie ook alinea's: -214-[al:214]
Referenties naar alinea 1062: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1063
156
215
2856
156
215
2856
Bij de profeet Jesaja vindt men de uitdrukking "God van waarheid", letterlijk staat er "God van het Amen", d.w.z. God, trouw aan zijn beloften. "Ieder in het land die zegen over zich afroept, zal zich zegenen bij de God van het Amen" (Jes. 65, 16)[b:Jes. 65, 16]. Onze Heer gebruikt vaak het woord "Amen", (Mt. 6, 2.5.16)[[b:Mt. 6, 2.5.16]] soms twee keer achter elkaar, (Joh. 5, 19)[[b:Joh. 5, 19]] om de betrouwbaarheid van zijn leer, van zijn gezag, dat steunt op de waarheid van God, te onderstrepen.
Zie ook alinea's: -215-[al:215]-156-[al:156]
Zie ook alinea's: -215-[al:215]-156-[al:156]
Referenties naar alinea 1063: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1064
197
1396
2101
2856
197
1396
2101
2856
Het "Amen" aan het einde van het Credo herneemt en bevestigt derhalve de eerste twee woorden "Ik geloof". Geloven is "Amen" zeggen tegen de woorden, de beloften, de geboden van God, het is volkomen vertrouwen op Hem die het "Amen" is van de oneindige liefde en de volmaakte trouw. Het christelijk leven van iedere dag zal dan het "Amen" zijn op het "Ik geloof" van de geloofsbelijdenis van ons Doopsel:
Laat de geloofsbelijdenis voor u als een spiegel zijn. Bekijk uzelf, of u alles gelooft, wat u belijdt te geloven, en verheug u iedere dag om uw geloof. 58,11,13, vert. uit Lat.[[880]]Zie ook alinea's: -2101-[al:2101]-197-[al:197]
Referenties naar alinea 1064: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1065
2856
2856
Jezus Christus zelf is het "Amen" (Openb. 3, 14)[b:Openb. 3, 14]. Hij is het definitieve "Amen" van de liefde van de Vader voor ons; Hij aanvaardt ons "Amen" aan de Vader en voltooit het: "Want alle beloften van God zijn in Hem waar gemaakt. Daarom spreken wij door Hem ook ons "Amen, Ja, zo is het, God ter ere" (2 Kor. 1, 20)[b:2 Kor. 1, 20].
Door Hem en met Hem en in Hem
zal uw Naam geprezen zijn,
Heer onze God, almachtige Vader,
in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid.
Amen. Doxologie na het...Doxologie na het Eucharistisch gebed, vert. Altaarmissaal (NL), blz. 695, 701, 706, 714
Referenties naar alinea 1065: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 2 - De viering van het Christusmysterie (1066-1690)
1066
50
236
50
236
Waarom liturgie?
In het symbolum van het geloof belijdt de Kerk het mysterie van de heilige Drie-Eenheid en haar "geheim raadsbesluit" ten aanzien van de hele schepping: de Vader brengt het "raadsbesluit van zijn wil" (Ef. 1, 9)[b:Ef. 1, 9] tot vervulling, door zijn welbeminde Zoon en zijn Heilige Geest te schenken tot heil van de wereld en ter verheerlijking van zijn naam. Dat is het Christusmysterie, (Ef. 3, 4)[[b:Ef. 3, 4]] dat geopenbaard en verwezenlijkt is in de geschiedenis volgens een plan, een met wijsheid ontworpen "beschikking", die Paulus "de volvoering van het geheim" (Ef. 3, 9)[b:Ef. 3, 9] noemt en die de patristische traditie "de economie van het mensgeworden Woord", de "heilseconomie" of de "heilsgeschiedenis" zal noemen.
Zie ook alinea's: -50-[al:50]-236-[al:236]
In het symbolum van het geloof belijdt de Kerk het mysterie van de heilige Drie-Eenheid en haar "geheim raadsbesluit" ten aanzien van de hele schepping: de Vader brengt het "raadsbesluit van zijn wil" (Ef. 1, 9)[b:Ef. 1, 9] tot vervulling, door zijn welbeminde Zoon en zijn Heilige Geest te schenken tot heil van de wereld en ter verheerlijking van zijn naam. Dat is het Christusmysterie, (Ef. 3, 4)[[b:Ef. 3, 4]] dat geopenbaard en verwezenlijkt is in de geschiedenis volgens een plan, een met wijsheid ontworpen "beschikking", die Paulus "de volvoering van het geheim" (Ef. 3, 9)[b:Ef. 3, 9] noemt en die de patristische traditie "de economie van het mensgeworden Woord", de "heilseconomie" of de "heilsgeschiedenis" zal noemen.
Zie ook alinea's: -50-[al:50]-236-[al:236]
Referenties naar alinea 1066: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1067
571
571
"Dit werk van de verlossing van de mensen en de volmaakte verheerlijking van God, waarvan de wondere daden van God onder het volk van het Oude Verbond het voorspel waren geweest, heeft Christus de Heer volbracht, vooral in het Paasmysterie van zijn zalig lijden, van zijn verrijzenis uit de doden en van zijn glorievolle Hemelvaart. Daarin heeft Hij door te sterven onze dood tenietgedaan en door te verrijzen ons leven hersteld. Want toen Christus was ingeslapen op het kruis, is uit zijn zijde het wonderbare sacrament dat de hele Kerk is, voortgekomen." vert. Getijdenboek. Lect. II,3,17[[570|5]] Daarom viert de Kerk in de liturgie hoofdzakelijk het Paasmysterie waardoor Christus het werk van ons heil heeft volbracht.
Zie ook alinea's: -571-[al:571]
Zie ook alinea's: -571-[al:571]
Referenties naar alinea 1067: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1068
Wederzijdse verrrijking van beide Vormen van de Romeinse Ritus ->=geentekst=
Juist dit Christusmysterie verkondigt en viert de Kerk in haar liturgie, opdat de gelovigen eruit leven en ervan getuigen in de wereld:
De liturgie, waardoor - vooral in het goddelijk offer van de Eucharistie - "het werk van onze verlossing" wordt voltrokken, draagt in allerhoogste mate ertoe bij dat de gelovigen door hun leven het Christusmysterie en het eigenlijke wezen van de ware kerk tot uitdrukking brengen en het aan anderen tonen. vert. uit Lat.[[570|2]]
Referenties naar alinea 1068: 2
Youcat ->=geentekst=Wederzijdse verrrijking van beide Vormen van de Romeinse Ritus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1069
1631
De liturgie, de school van het gebed: de Heer zelf leert ons bidden ->=geentekst=
1631
Wat betekent het woord liturgie?
Oorspronkelijk betekent het woord "liturgie" een "publiek werk", een "dienst uit naam van/ten gunste van het volk". In de christelijke traditie wil het aangeven dat het Volk van God deelneemt aan het "werk van God". (Joh. 17, 4)[[b:Joh. 17, 4]] Christus, onze Verlosser en Hogepriester, zet door de liturgie het werk van onze verlossing in zijn Kerk voort, samen met haar en door haar.
Oorspronkelijk betekent het woord "liturgie" een "publiek werk", een "dienst uit naam van/ten gunste van het volk". In de christelijke traditie wil het aangeven dat het Volk van God deelneemt aan het "werk van God". (Joh. 17, 4)[[b:Joh. 17, 4]] Christus, onze Verlosser en Hogepriester, zet door de liturgie het werk van onze verlossing in zijn Kerk voort, samen met haar en door haar.
Referenties naar alinea 1069: 2
Youcat ->=geentekst=De liturgie, de school van het gebed: de Heer zelf leert ons bidden ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1070
1273
1330
1273
1330
Het woord "liturgie" wordt in het Nieuwe Testament niet alleen gebruikt om de viering van de goddelijke eredienst aan te duiden. (Hand. 13, 2; Lc. 1, 23)[[b:Hand. 13, 2; Lc. 1, 23]] Men duidt er ook de verkondiging van het Evangelie (Rom. 15, 16; Fil. 2, 14-17; Fil. 2, 30)[[b:Rom. 15, 16; Fil. 2, 14-17; Fil. 2, 30]] en de daadwerkelijke naastenliefde (Rom. 15, 27; 2 Kor. 9, 12; Fil. 2, 25)[[b:Rom. 15, 27; 2 Kor. 9, 12; Fil. 2, 25]] mee aan. In al deze omstandigheden gaat het om een dienst aan God en de mensen. In de viering van de liturgie is de kerk dienstbaar, naar het beeld van haar Heer, de enige "Liturg", (Heb. 8, 2.6)[[b:Heb. 8, 2.6]] terwijl zij deelneemt aan zijn priesterlijk (eredienst), profetisch (verkondiging) en koninklijk (liefdebetoon) ambt:
Terecht wordt de liturgie dus beschouwd als de uitoefening van het priesterlijk ambt van Jezus Christus. De heiliging van de mens wordt er 'in waarneembare tekens aangeduid en, op de wijze die aan elk afzonderlijk teken eigen is, tot stand gebracht. De openbare eredienst wordt in zijn geheel voltrokken door het mystieke lichaam van Christus, dat wil zeggen: door hoofd en ledematen. Zo is elke liturgische viering, omdat ze het werk is van Christus, de Priester, en van zijn lichaam, de Kerk, een bij uitstek heilige handeling die door geen enkel ander handelen van de Kerk op gelijke titel en in gelijke mate in krachtdadigheid wordt geëvenaard. vert. Getijdenboek Lect. II,4,77[[570|7]]Zie ook alinea's: -783-[al:783]
Referenties naar alinea 1070: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1071
De liturgie als levensbron
Als werk van Christus is de liturgie ook een handeling van Zijn Kerk. Ze verwezenlijkt en toont de Kerk als een zichtbaar teken van de gemeenschap tussen God en de mensen door Christus. Ze betrekt de gelovigen in het nieuwe leven van de gemeenschap. Ze houdt een "bewuste, actieve en vruchtbare" deelname van allen in. vert. uit Lat.[[570|11]]
Zie ook alinea's: -1692-[al:1692]
Als werk van Christus is de liturgie ook een handeling van Zijn Kerk. Ze verwezenlijkt en toont de Kerk als een zichtbaar teken van de gemeenschap tussen God en de mensen door Christus. Ze betrekt de gelovigen in het nieuwe leven van de gemeenschap. Ze houdt een "bewuste, actieve en vruchtbare" deelname van allen in. vert. uit Lat.[[570|11]]
Zie ook alinea's: -1692-[al:1692]
Referenties naar alinea 1071: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1072
"De liturgie omvat niet het hele handelen van de Kerk" vert. uit Lat.[[570|9]]; ze moet worden voorafgegaan door de evangelisatie, het geloof en de bekering; dan kan ze haar vruchten voortbrengen in het leven van de gelovigen: het nieuwe leven volgens de heilige Geest, het deelnemen in de zending van de Kerk en de dienst aan haar eenheid.
Referenties naar alinea 1072: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1073
2655
Bij gelegenheid van de 74e nationale liturgische week (Modena, 26-29 augustus 2024) ->=geentekst=
2655
Gebed en liturgie
De liturgie is ook een deelname aan het gebed van Christus, dat gericht is tot de Vader in de heilige Geest. In dit gebed van Christus ontspringt en eindigt elk christelijk gebed. Door de liturgie is de innerlijke mens geworteld en gegrondvest (Ef. 3, 16-17)[[b:Ef. 3, 16-17]] in "de grote liefde waarmee Hij (de Vader) ons heeft liefgehad" (Ef. 2, 4)[b:Ef. 2, 4] in zijn welbeminde Zoon. Het is hetzelfde "goddelijk wonderwerk" dat door elk gebed "bij elke gelegenheid, in de Geest" (Ef. 6, 18)[b:Ef. 6, 18] beleefd en verinnerlijkt wordt.
Zie ook alinea's: -2558-[al:2558]
De liturgie is ook een deelname aan het gebed van Christus, dat gericht is tot de Vader in de heilige Geest. In dit gebed van Christus ontspringt en eindigt elk christelijk gebed. Door de liturgie is de innerlijke mens geworteld en gegrondvest (Ef. 3, 16-17)[[b:Ef. 3, 16-17]] in "de grote liefde waarmee Hij (de Vader) ons heeft liefgehad" (Ef. 2, 4)[b:Ef. 2, 4] in zijn welbeminde Zoon. Het is hetzelfde "goddelijk wonderwerk" dat door elk gebed "bij elke gelegenheid, in de Geest" (Ef. 6, 18)[b:Ef. 6, 18] beleefd en verinnerlijkt wordt.
Zie ook alinea's: -2558-[al:2558]
Referenties naar alinea 1073: 2
Liturgie - de cultus van de open hemel ->=geentekst=Bij gelegenheid van de 74e nationale liturgische week (Modena, 26-29 augustus 2024) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1074
Catechese en liturgie
"De liturgie is het hoogtepunt waarnaar het handelen van de Kerk streeft en tevens de bron waaruit haar hele kracht voortvloeit". vert. uit Lat.[[570|10]] Ze is dus bij uitstek de plaats voor de catechese van het Volk van God. "De catechese is onlosmakelijk verbonden met elke liturgische en sacramentele handeling, want juist in de Sacramenten, en vooral in de Eucharistie, handelt Christus Jezus in volheid met het oog op de herschepping van de mensen". Catechesi Tradendae, 23[[572|23]]
"De liturgie is het hoogtepunt waarnaar het handelen van de Kerk streeft en tevens de bron waaruit haar hele kracht voortvloeit". vert. uit Lat.[[570|10]] Ze is dus bij uitstek de plaats voor de catechese van het Volk van God. "De catechese is onlosmakelijk verbonden met elke liturgische en sacramentele handeling, want juist in de Sacramenten, en vooral in de Eucharistie, handelt Christus Jezus in volheid met het oog op de herschepping van de mensen". Catechesi Tradendae, 23[[572|23]]
Referenties naar alinea 1074: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1075
774
774
De liturgische catechese beoogt in te leiden in het Christusmysterie (ze is "mystagogie"). Hiertoe maakt ze de overgang van het zichtbare naar het onzichtbare, van het teken naar het betekende, van de "sacramenten" naar de "mysteries". Het verzorgen van een dergelijke catechese behoort tot de taak van de plaatselijke en regionale catechismussen. Deze Catechismus, die bedoeld is voor de hele Kerk in de verscheidenheid van haar riten en culturen, vgl: Sacrosanctum Concilium, 3-4[[[570|3-4]]] zal uiteenzetten wat voor de hele Kerk fundamenteel en gemeenschappelijk is, ten eerste met betrekking tot de liturgie als mysterie en als viering (eerste sectie) (Het sacramentele heilsbestel)[1|+ 1269] en daarna met betrekking tot de zeven Sacramenten en de sacramentaliën (tweede sectie) (De zeven Sacramenten van de Kerk)[1|+ 1426].
Zie ook alinea's: -426-[al:426]-774-[al:774]
Zie ook alinea's: -426-[al:426]-774-[al:774]
Referenties naar alinea 1075: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- EERSTE SECTIE - Het sacramentele heilsbestel (1076-1209)
1076
739
739
Op de dag van Pinksteren werd de Kerk door de uitstorting van de heilige Geest aan de wereld geopenbaard. vgl: Sacrosanctum Concilium, 6[[[570|6]]] vgl: Lumen Gentium, 2[[[617|2]]] De gave van de Geest luidt in de "bediening van het mysterie" een nieuw tijdperk in: het tijdperk van de Kerk, waarin Christus zijn heilswerk bekend maakt, het tegenwoordig stelt en meedeelt door de liturgie van zijn Kerk, "totdat Hij komt" (1 Kor. 11, 26)[b:1 Kor. 11, 26]. Gedurende dit tijdperk van de Kerk leeft en handelt Christus voortaan in en met zijn Kerk op een nieuwe wijze, eigen aan dit nieuwe tijdperk. Hij handelt door middel van de Sacramenten; dit is wat de gemeenschappelijke traditie van oost en west het "sacramentele heilsbestel" noemt. Dit bestaat in het meedelen van de vruchten van het Paasmysterie van Christus door de viering van de "sacramentele" liturgie van de Kerk. Daarom is het van belang eerst deze "sacramentele bediening" in het licht te stellen (eerste hoofdstuk) (Het Paasmysterie in het tijdperk van de Kerk)[1|+ 1271]. Zodoende zullen de aard en de wezenlijke aspecten van de liturgische viering duidelijker worden (tweede hoofdstuk) (De sacramentele viering van het mysterie)[1|+ 1342].
Zie ook alinea's: -739-[al:739]
Zie ook alinea's: -739-[al:739]
Referenties naar alinea 1076: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Eerste hoofdstuk - Het Paasmysterie in het tijdperk van de Kerk (1077-1134)
- Artikel 1 - De liturgie - werk van de Heilige Drie-eenheid (1077-1113)
- I. - De Vader, bron en einddoel van de liturgie (1077-1083)
1077
492
Youcat ->=geentekst=
492
"Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelen in Christus heeft gezegend met elke geestelijke zegen. In Hem heeft Hij ons uitverkoren vóór de grondlegging der wereld, om heilig en vlekkeloos te zijn voor zijn aangezicht. In liefde heeft Hij ons voorbestemd zijn kinderen te worden door Jezus Christus, naar het welbehagen van zijn wil, tot lof van de heerlijkheid van zijn genade. Hiermee heeft Hij ons begiftigd in de Geliefde" (Ef. 1, 3-6)[b:Ef. 1, 3-6].
Zie ook alinea's: -492-[al:492]
Zie ook alinea's: -492-[al:492]
Referenties naar alinea 1077: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1078
1671
2626
Youcat ->=geentekst=
1671
2626
Zegenen is een goddelijke handeling die leven schenkt en ontspringt bij de Vader. Zijn zegen is tegelijk woord en gave (bene-dictio, eu-logia). Toegepast op de mens betekent deze term aanbidding van en teruggave aan zijn Schepper onder dankzegging.
Zie ook alinea's: -2626-[al:2626]
Zie ook alinea's: -2626-[al:2626]
Referenties naar alinea 1078: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1079
Youcat ->=geentekst=
Vanaf het begin tot aan het einde van de tijden is het hele werk van God zegening. Vanaf het liturgisch-dichterlijk werk over de eerste schepping tot aan de lofzangen van het hemelse Jeruzalem, verkondigen de geïnspireerd auteurs het heilsplan als een immense goddelijke zegening.
Referenties naar alinea 1079: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1080
Youcat ->=geentekst=
Vanaf het begin zegent God de levende wezens, in het bijzonder de man en de vrouw. Het verbond met Noach en met alle bezielde wezens vernieuwt deze zegen die vruchtbaar maakt, ondanks de zonde van de mens, waardoor de grond "vervloekt" is. Maar pas vanaf Abraham wordt de mensengeschiedenis, die naar de dood leidde, van de goddelijke zegen doordrongen, zodat ze weer kan opstijgen tot het leven, tot haar bron: door het geloof van Abraham, "de vader van de gelovigen" die de zegen ontvangt, wordt de heilsgeschiedenis ingeluid.
Referenties naar alinea 1080: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1081
1093
Youcat ->=geentekst=
1093
De goddelijke zegeningen manifesteren zich in verbazingwekkende en heilzame gebeurtenissen: de geboorte van Isaak, de uittocht uit Egypte (Pasen en Exodus), de gave van het beloofde land, de uitverkiezing van David, de aanwezigheid van God in de tempel, de louterende ballingschap en de terugkeer van een "kleine Rest". De wet, de profeten en de psalmen, die de liturgie van het uitverkoren volk vormen, brengen de goddelijke zegeningen niet alleen in herinnering, zij zijn er tevens het antwoord op door lofprijzing en dankzegging.
Referenties naar alinea 1081: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1082
1328
Youcat ->=geentekst=
1328
In de liturgie van de kerk wordt de goddelijke zegening ten volle geopenbaard en meegedeeld: de Vader wordt erkend en aanbeden als bron en einddoel van alle zegeningen van de schepping en van het heil; in zijn Woord, dat voor ons is vlees geworden, gestorven en verrezen is, overstelpt Hij ons met zijn zegeningen; en door Hem stort Hij in onze harten de Gave uit die alle gaven bevat: de heilige Geest.
Referenties naar alinea 1082: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1083
1360
Youcat ->=geentekst=
1360
Men begrijpt nu ook de dubbele dimensie van de christelijke liturgie als een gelovig en liefdevol antwoord op "de geestelijke zegeningen" waarmee de Vader ons begunstigt. Enerzijds zegent de Kerk, verenigd met haar Heer en "vervuld van de heilige Geest" (Lc. 10, 21)[b:Lc. 10, 21], de Vader "voor zijn onuitsprekelijke Gave" (2 Kor. 9, 15)[b:2 Kor. 9, 15] door middel van aanbidding, lofprijzing en dankzegging. Anderzijds, en tot aan de voleinding van Gods plan, houdt de kerk niet op de Vader "de offerande van zijn eigen gaven" te schenken en Hem te smeken zijn heilige Geest te zenden over deze offerande, over haarzelf, over de gelovigen en over de hele wereld, opdat door de gemeenschap met de dood en verrijzenis van Christus-Priester en door de kracht van de Geest deze goddelijke zegeningen vruchten ten leven mogen dragen "tot lof van de heerlijkheid van zijn genade" (Ef. 1, 6)[b:Ef. 1, 6].
Zie ook alinea's: -2627-[al:2627]-1360-[al:1360]
Zie ook alinea's: -2627-[al:2627]-1360-[al:1360]
Referenties naar alinea 1083: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Het werk van Christus in de liturgie (1084-1090)
1084
1127
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1127
De verheerlijkte Christus...
"Gezeten aan de rechterhand van de Vader" stort Christus zijn Geest uit in zijn lichaam dat de Kerk is. Hij handelt voortaan door de sacramenten, die door Hem werden ingesteld om zijn genade mee te delen. Sacramenten zijn zintuiglijke tekenen (woorden en handelingen), die toegankelijk zijn voor mensen van deze tijd. Zij verwezenlijken op werkzame wijze de genade die zij betekenen krachtens het handelen van Christus en de macht van de heilige Geest.
Zie ook alinea's: -662-[al:662]-1127-[al:1127]
"Gezeten aan de rechterhand van de Vader" stort Christus zijn Geest uit in zijn lichaam dat de Kerk is. Hij handelt voortaan door de sacramenten, die door Hem werden ingesteld om zijn genade mee te delen. Sacramenten zijn zintuiglijke tekenen (woorden en handelingen), die toegankelijk zijn voor mensen van deze tijd. Zij verwezenlijken op werkzame wijze de genade die zij betekenen krachtens het handelen van Christus en de macht van de heilige Geest.
Zie ook alinea's: -662-[al:662]-1127-[al:1127]
Referenties naar alinea 1084: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1085
519
1104
1165
1364
2746
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
519
1104
1165
1364
2746
In de liturgie van de Kerk maakt Christus op de eerste plaats zijn Paasmysterie kenbaar en verwezenlijkt Hij het. Tijdens zijn aardse leven kondigde Jezus door zijn onderricht het Paasmysterie aan en liep er door zijn daden op vooruit. Wanneer zijn uur gekomen is, (Joh. 13, 1; Joh. 17, 1)[[b:Joh. 13, 1; Joh. 17, 1]] beleeft Hij de enige historische gebeurtenis die niet voorbijgaat: Jezus sterft, wordt begraven, verrijst uit de doden en zit aan de rechterhand van de Vader "eens voor al" (Rom. 6, 10; Heb. 7, 27; Heb. 9, 12)[b:Rom. 6, 10; Heb. 7, 27; Heb. 9, 12]. Het gaat om een reële gebeurtenis die zich voltrokken heeft in onze geschiedenis, maar die uniek is: alle andere gebeurtenissen van de geschiedenis hebben eenmaal plaats en gaan dan voorbij', opgeslokt door het verleden. Het Paasmysterie van Christus daarentegen kan niet slechts een onderdeel zijn van het verleden, omdat Christus door zijn dood de dood vernietigd heeft, en omdat alles wat Christus is en alles wat Hij voor de mensen gedaan en geleden heeft, deel uitmaakt van de goddelijke eeuwigheid en dus alle tijden overkoepelt en in alle tijden tegenwoordig gesteld wordt. De gebeurtenis van het kruis en van de verrijzenis blijft, en trekt alles naar het Leven toe.
Zie ook alinea's: -519-[al:519]-1165-[al:1165]
Zie ook alinea's: -519-[al:519]-1165-[al:1165]
Referenties naar alinea 1085: 4
Ecclesia de Eucharistia ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1086
858
Youcat ->=geentekst=
858
... vanaf de Kerk der apostelen...
"Zoals Christus gezonden is door de Vader, zo heeft ook Hij de apostelen gezonden, vervuld van de heilige Geest. Zij moesten het Evangelie prediken aan ieder schepsel en verkondigen dat de Zoon van God door zijn dood en verrijzenis ons bevrijd heeft uit de macht van de satan en uit de dood, en ons heeft overgebracht naar het koninkrijk van de Vader. Maar ook moesten zij het heilswerk dat zij verkondigden, voltrekken in het offer en de Sacramenten die het middelpunt zijn van heel het liturgisch leven". vert. Getijdenboek Lect. II,3,17[[570|6]]
Zie ook alinea's: -858-[al:858]
"Zoals Christus gezonden is door de Vader, zo heeft ook Hij de apostelen gezonden, vervuld van de heilige Geest. Zij moesten het Evangelie prediken aan ieder schepsel en verkondigen dat de Zoon van God door zijn dood en verrijzenis ons bevrijd heeft uit de macht van de satan en uit de dood, en ons heeft overgebracht naar het koninkrijk van de Vader. Maar ook moesten zij het heilswerk dat zij verkondigden, voltrekken in het offer en de Sacramenten die het middelpunt zijn van heel het liturgisch leven". vert. Getijdenboek Lect. II,3,17[[570|6]]
Zie ook alinea's: -858-[al:858]
Referenties naar alinea 1086: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1087
861
Youcat ->=geentekst=
861
Door de heilige Geest te schenken aan zijn apostelen, vertrouwt de verrezen Christus hun dus zijn heiligingsmacht (Joh. 20, 21-23)[[b:Joh. 20, 21-23]] toe: zij worden sacramentele tekenen van Christus. Door de kracht van dezelfde heilige Geest vertrouwen zij deze macht toe aan hun opvolgers. Deze "apostolische opvolging" structureert het hele liturgische leven van de kerk; zij is zelf sacramenteel, doorgegeven door het Wijdingssacrament.
Zie ook alinea's: -861-[al:861]-1536-[al:1536]
Zie ook alinea's: -861-[al:861]-1536-[al:1536]
Referenties naar alinea 1087: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1088
163
669
776
1373
Youcat ->=geentekst=
163
669
776
1373
... is aanwezig in de aardse liturgie...
"Om dit zo verheven werk te voltrekken" - de bediening of mededeling van Zijn heilswerk -, "is Christus altijd bij zijn Kerk, vooral in de liturgische handelingen. Persoonlijk is Hij aanwezig in het eucharistisch offer, zowel in de persoon van de bedienaar - 'Dezelfde die eertijds zichzelf op het kruis heeft geofferd, offert nu door de bediening van priesters' - als heel in het bijzonder onder de eucharistische gedaanten. Persoonlijk is Hij aanwezig door zijn kracht in de Sacramenten, zodat, wanneer iemand doopt, Christus zelf doopt. Persoonlijk is Hij aanwezig in zijn woord, want Hij spreekt zelf wanneer de heilige Schrift in de Kerk wordt voorgelezen. Tenslotte is Hij persoonlijk aanwezig wanneer de Kerk bidt en psalmen zingt, want Hij heeft beloofd: 'Waar er twee of drie verenigd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden' (Mt. 18, 20)[b:Mt. 18, 20]". vert. Getijdenboek Lect. II,4,76[[570|7]]
Zie ook alinea's: -776-[al:776]-669-[al:669]-1373-[al:1373]
"Om dit zo verheven werk te voltrekken" - de bediening of mededeling van Zijn heilswerk -, "is Christus altijd bij zijn Kerk, vooral in de liturgische handelingen. Persoonlijk is Hij aanwezig in het eucharistisch offer, zowel in de persoon van de bedienaar - 'Dezelfde die eertijds zichzelf op het kruis heeft geofferd, offert nu door de bediening van priesters' - als heel in het bijzonder onder de eucharistische gedaanten. Persoonlijk is Hij aanwezig door zijn kracht in de Sacramenten, zodat, wanneer iemand doopt, Christus zelf doopt. Persoonlijk is Hij aanwezig in zijn woord, want Hij spreekt zelf wanneer de heilige Schrift in de Kerk wordt voorgelezen. Tenslotte is Hij persoonlijk aanwezig wanneer de Kerk bidt en psalmen zingt, want Hij heeft beloofd: 'Waar er twee of drie verenigd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden' (Mt. 18, 20)[b:Mt. 18, 20]". vert. Getijdenboek Lect. II,4,76[[570|7]]
Zie ook alinea's: -776-[al:776]-669-[al:669]-1373-[al:1373]
Referenties naar alinea 1088: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1089
Youcat ->=geentekst=
"Bij de uitvoering van dit grote werk waardoor God op volmaakte wijze wordt verheerlijkt en de mensen worden geheiligd, werkt Christus inderdaad altijd samen met de Kerk, zijn geliefde bruid, die haar Heer aanroept en door Hem aan de eeuwige Vader haar eredienst brengt". vert. Getijdenboek Lect. II,4,77[[570|7]]
Zie ook alinea's: -796-[al:796]
Zie ook alinea's: -796-[al:796]
Referenties naar alinea 1089: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1090
1136
1326
Youcat ->=geentekst=
1136
1326
... die deel heeft aan de hemelse liturgie
"In de aardse liturgie hebben wij bij wijze van voorproef deel aan de hemelse eredienst van de heilige stad Jeruzalem, waarheen wij als pelgrims op weg zijn. Daar 'zetelt Christus aan de rechterhand van God als de bedienaar van het heiligdom en van het ware tabernakel'. Met al de hemelse legerscharen zingen wij er voor de Heer het loflied van zijn heerlijkheid. Wij eren de gedachtenis van de heiligen en hopen op een plaats in hun gezelschap. Wij 'verwachten de Verlosser, onze Heer Jezus Christus' totdat Hij 'die ons leven is, verschijnt en ook wij met Hem zullen verschijnen in heerlijkheid"'. vert. Getijdenboek Lect. II,4,77[[570|8]] vgl: Lumen Gentium, 50[[[617|50]]]
Zie ook alinea's: -1137-1139-[al:1137-1139]
"In de aardse liturgie hebben wij bij wijze van voorproef deel aan de hemelse eredienst van de heilige stad Jeruzalem, waarheen wij als pelgrims op weg zijn. Daar 'zetelt Christus aan de rechterhand van God als de bedienaar van het heiligdom en van het ware tabernakel'. Met al de hemelse legerscharen zingen wij er voor de Heer het loflied van zijn heerlijkheid. Wij eren de gedachtenis van de heiligen en hopen op een plaats in hun gezelschap. Wij 'verwachten de Verlosser, onze Heer Jezus Christus' totdat Hij 'die ons leven is, verschijnt en ook wij met Hem zullen verschijnen in heerlijkheid"'. vert. Getijdenboek Lect. II,4,77[[570|8]] vgl: Lumen Gentium, 50[[[617|50]]]
Zie ook alinea's: -1137-1139-[al:1137-1139]
Referenties naar alinea 1090: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De Heilige Geest en de Kerk in de liturgie (1091-1109)
1091
798
1108
Youcat ->=geentekst=
798
1108
In de liturgie is de Heilige Geest de pedagoog van het geloof van het Volk Gods, de bewerker van de "meesterwerken van God", namelijk de Sacramenten van het Nieuwe Verbond. Het verlangen en het werk van de Geest in het hart van de Kerk bestaat hierin dat wij leven van het leven van de verrezen Christus. Wanneer Hij in ons het geloofsantwoord ontmoet dat Hij opgewekt heeft, komt er een werkelijke samenwerking tot stand. Hierdoor wordt de liturgie het gemeenschappelijke werk van de Heilige Geest en de Kerk.
Zie ook alinea's: -798-[al:798]-1108-[al:1108]
Zie ook alinea's: -798-[al:798]-1108-[al:1108]
Referenties naar alinea 1091: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1092
798
2625
Youcat ->=geentekst=
798
2625
In deze sacramentele bediening van het Christusmysterie handelt de Heilige Geest op dezelfde manier als in de andere tijdperken van de heilsgeschiedenis: Hij bereidt de Kerk voor op de ontmoeting met haar Heer; Hij brengt ons Christus in herinnering en maakt Hem kenbaar aan het geloof van de vergaderde gemeenschap van de gelovigen; Hij stelt het Christusmysterie tegenwoordig en actualiseert het door zijn omvormende kracht; tenslotte verenigt de Geest van eenheid de Kerk met het leven en de zending van Christus.
Zie ook alinea's: -737-[al:737]
Zie ook alinea's: -737-[al:737]
Referenties naar alinea 1092: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1093
121
737
798
2585
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
121
737
798
2585
De Heilige Geest bereidt erop voor Christus te ontvangen
De Heilige Geest vervult in de voorafbeeldingen van het Oude Verbond. Omdat de Kerk van Christus "in de geschiedenis van het volk van Israël en in het Oude Verbond op wondere wijze voorbereid" vert. Getijdenboek Lect. I,2,25[[617|2]] was, bewaart de liturgie van de Kerk als een integrerend en onvervangbaar bestanddeel elementen van de eredienst van het Oude Verbond door ze zich eigen te maken:
Zie ook alinea's: -762-[al:762]-121-[al:121]-2585-[al:2585]-1081-[al:1081]
De Heilige Geest vervult in de voorafbeeldingen van het Oude Verbond. Omdat de Kerk van Christus "in de geschiedenis van het volk van Israël en in het Oude Verbond op wondere wijze voorbereid" vert. Getijdenboek Lect. I,2,25[[617|2]] was, bewaart de liturgie van de Kerk als een integrerend en onvervangbaar bestanddeel elementen van de eredienst van het Oude Verbond door ze zich eigen te maken:
- om te beginnen de lezing van het Oude Testament;
- het Psalmgebed;
- en vooral de gedachtenis van de heilzame gebeurtenissen en betekenisvolle feiten die hun vervulling gevonden hebben in het Christusmysterie (de belofte en het verbond, de Exodus en het Pasen, het Koninkrijk en de tempel, de ballingschap en de terugkeer).
Zie ook alinea's: -762-[al:762]-121-[al:121]-2585-[al:2585]-1081-[al:1081]
Referenties naar alinea 1093: 3
Varietates legitimae ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1094
128
737
798
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
128
737
798
De Paascatechese van de Heer, (Lc. 24, 13-49)[[b:Lc. 24, 13-49]] vervolgens ook die van de apostelen en de Kerkvaders, baseert zich op deze harmonie tussen de beide Testamenten. vgl: Dei Verbum, 14-16[[[576|14-16]]] Zij onthult wat verborgen bleef onder de letter van het Oude Testament: het Christusmysterie. Deze catechese wordt "typologisch" genoemd, omdat zij de nieuwheid van Christus openbaart vanuit "voorafbeeldingen" (typen) die Hem aankondigden in de feiten, woorden en symbolen van het eerste Verbond. Deze nieuwe lezing in de Geest van waarheid, die bij Christus begint, ontsluiert de voorafbeeldingen. (2 Kor. 3, 14-16)[[b:2 Kor. 3, 14-16]] Zo waren de zondvloed en de ark van Noach een voorafbeelding van het heil door het Doopsel; (1 Pt. 3, 21)[[b:1 Pt. 3, 21]] de wolk en de doortocht door de Rode Zee eveneens, terwijl het water uit de rots het beeld was voor de geestelijke gaven van Christus; (1 Kor. 10, 1-6)[[b:1 Kor. 10, 1-6]] het manna in de woestijn was een voorafbeelding van de Eucharistie, "het echte brood uit de hemel" (Joh. 6, 32)[b:Joh. 6, 32].
Zie ook alinea's: -128-130-[al:128-130]
Zie ook alinea's: -128-130-[al:128-130]
Referenties naar alinea 1094: 3
Varietates legitimae ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1095
281
737
798
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
281
737
798
Daarom leest en beleeft de Kerk - in het bijzonder tijdens de Advent, de Veertigdagentijd en vooral in de Paasnacht - al deze grote gebeurtenissen uit de heilsgeschiedenis telkens opnieuw in het "heden" van haar liturgie. Dit vereist echter ook dat de catechese de gelovigen helpt zich open te stellen voor dit "geestelijk" verstaan van de heilseconomie, zoals de liturgie van de Kerk die ons doet kennen en beleven.
Zie ook alinea's: -281-[al:281]-117-[al:117]
Zie ook alinea's: -281-[al:281]-117-[al:117]
Referenties naar alinea 1095: 3
Varietates legitimae ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1096
737
798
Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
737
798
Joodse en christelijke liturgie. Een betere kennis van het geloof en het godsdienstige leven van het joodse volk, zoals het nu nog wordt beleden en beleefd, kan helpen om bepaalde aspecten van de christelijke liturgie beter te begrijpen. Zowel voor de Joden als voor de Christenen is de heilige Schrift een wezenlijk deel van de liturgie: voor de verkondiging van het woord van God, het antwoord op dit woord, de lofprijzing en voorbede voor levenden en overledenen, het beroep op de goddelijke barmhartigheid. De opbouw van de Liturgie van het Woord zelf vindt haar oorsprong in het joodse gebed. Het getijdengebed en andere liturgische teksten en formulieren vinden er hun parallel, tot en met de formuleringen van onze meest eerbiedwaardige gebeden, waaronder het Onze Vader. Ook de eucharistische gebeden zijn geïnspireerd door modellen uit de joodse traditie. Het verband tussen de joodse en de christelijke liturgie, maar ook hun verschil in inhoud, zijn vooral zichtbaar bij de grote feesten van het liturgisch jaar, zoals het feest van Pasen. Zowel de Christenen als de Joden vieren Pasen: voor de Joden is dit het Pasen van de geschiedenis, gericht op de toekomst; voor de Christenen het Pasen dat zijn vervulling gevonden heeft in de dood en verrijzenis van Christus, hoewel ook zij nog altijd de uiteindelijke voltooiing verwachten.Zie ook alinea's: -1174-[al:1174]-1352-[al:1352]-840-[al:840]
Referenties naar alinea 1096: 4
Varietates legitimae ->=geentekst=Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1097
737
798
Youcat ->=geentekst=
Liturgie - de cultus van de open hemel ->=geentekst=
737
798
In de liturgie van het Nieuwe Verbond is elke liturgische handeling, in het bijzonder de viering van de Eucharistie en de Sacramenten, een ontmoeting tussen Christus en de Kerk. De liturgische samenkomst van de gelovigen ontvangt haar eenheid van de "gemeenschap in de Heilige Geest" die de kinderen Gods verzamelt in het ene lichaam van Christus. Deze gemeenschap overstijgt alle vormen van menselijke, raciale, culturele en sociale verwantschap.
Referenties naar alinea 1097: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Liturgie - de cultus van de open hemel ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1098
737
798
1430
Youcat ->=geentekst=
737
798
1430
De verzamelde gelovigen moeten er zich op voorbereiden om hun Heer te ontmoeten, zij moeten "een volk met een goede gesteltenis" zijn. Deze voorbereiding van de harten is het gemeenschappelijk werk van de Heilige Geest en de vergadering van de gelovigen, in het bijzonder van hun bedienaars. De genade van de Heilige Geest tracht het geloof, de bekering van het hart en de instemming met de wil van de Vader op te wekken. Deze gesteltenis wordt voorondersteld bij het ontvangen van de andere genadegaven die in de viering zelf geschonken worden, en bij de vruchten van het nieuwe leven die de viering moet voortbrengen.
Zie ook alinea's: -1430-[al:1430]
Zie ook alinea's: -1430-[al:1430]
Referenties naar alinea 1098: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1099
737
798
1363
2697
Youcat ->=geentekst=
737
798
1363
2697
De Heilige Geest brengt het Christusmysterie in herinnering
De Geest en de Kerk werken samen om Christus en zijn heilswerk in de liturgie zichtbaar te maken. In de Eucharistie en op analoge wijze in de andere Sacramenten is de liturgie voornamelijk gedachtenis van het heilsmysterie. De Heilige Geest is het levende geheugen van de Kerk. (Joh. 14, 26)[[b:Joh. 14, 26]]
Zie ook alinea's: -91-[al:91]
De Geest en de Kerk werken samen om Christus en zijn heilswerk in de liturgie zichtbaar te maken. In de Eucharistie en op analoge wijze in de andere Sacramenten is de liturgie voornamelijk gedachtenis van het heilsmysterie. De Heilige Geest is het levende geheugen van de Kerk. (Joh. 14, 26)[[b:Joh. 14, 26]]
Zie ook alinea's: -91-[al:91]
Referenties naar alinea 1099: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1100
103
737
798
2653
Youcat ->=geentekst=
103
737
798
2653
Het woord van God. Allereerst herinnert de Heilige Geest de liturgische vergadering van de gelovigen aan de zin van de heilsgebeurtenissen door het woord van God tot leven te brengen. Het wordt immers verkondigd om ontvangen en beleefd te worden:
De heilige Schrift is bij de viering van de liturgie van de hoogste betekenis. Hieraan worden immers de teksten ontleend die voorgelezen en in de homilie nader verklaard worden, evenals de psalmen die gezongen worden; uit de inspiratie en de geest van de heilige Schrift zijn de smeekgebeden, de oraties en de liturgische gezangen voortgekomen; daaraan ontlenen handelingen en tekenen hun zin. vert. uit Lat.[[570|24]]Zie ook alinea's: -1154-[al:1154]-103-[al:103]-131-[al:131]
Referenties naar alinea 1100: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1101
117
737
798
Youcat ->=geentekst=
117
737
798
De Heilige Geest geeft aan de lezers en toehoorders, naar de gesteltenis van hun hart, de mogelijkheid om het woord van God geestelijk te verstaan. Door de woorden, handelingen en symbolen heen die het stramien van een viering vormen, brengt Hij de gelovigen en de bedienaars in een levende relatie tot Christus, Woord en Beeld van de Vader, opdat zij in hun leven gestalte kunnen geven aan wat zij in de viering horen, overdenken en doen.
Zie ook alinea's: -117-[al:117]
Zie ook alinea's: -117-[al:117]
Referenties naar alinea 1101: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1102
142
737
798
Youcat ->=geentekst=
142
737
798
"Door de heilsboodschap wordt het geloof ( ... ) in het hart van de gelovigen gevoed. Met dit geloof begint de gemeenschap van de gelovigen en daardoor groeit ze". vert. uit Lat.[[704|4]] De verkondiging van het woord van God beperkt zich niet tot het onderricht: zij roept het geloofsantwoord, als instemming en toewijding, met betrekking tot het verbond tussen God en zijn Volk op. Het is opnieuw de Heilige Geest die de genade van het geloof schenkt, die dit geloof versterkt en het doet groeien in de gemeenschap. De liturgische samenkomst is op de eerste plaats gemeenschap in het geloof.
Zie ook alinea's: -143-[al:143]
Zie ook alinea's: -143-[al:143]
Referenties naar alinea 1102: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1103
737
798
1354
1362
Youcat ->=geentekst=
737
798
1354
1362
De anamnese. De liturgische viering heeft altijd betrekking op het heilzame ingrijpen van God in de geschiedenis. "De bedeling van de openbaring geschiedt door daden en woorden die innerlijk met elkaar verbonden zijn (...). De woorden verkondigen de werken en stellen het geheim dat daarin vervat ligt in het licht". vert. uit Lat.[[576|2]] In de dienst van het woord "herinnert" de Heilige Geest de samengekomen gemeenschap van de gelovigen aan alles wat Christus voor ons gedaan heeft. Volgens de aard van de liturgische handelingen en de rituele tradities van de kerken "gedenkt" een viering de wonderdaden van God in een min of meer ontwikkelde anamnese. Op dat moment zet de Heilige Geest die het geheugen van de Kerk wekt, haar aan tot dankzegging en lofprijzing (doxologie).
Zie ook alinea's: -1362-[al:1362]
Zie ook alinea's: -1362-[al:1362]
Referenties naar alinea 1103: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1104
737
798
Youcat ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
737
798
De Heilige Geest actualiseert het Christusmysterie
De christelijke liturgie brengt niet alleen de gebeurtenissen die ons verlost hebben in herinnering, maar actualiseert ze ook, stelt ze tegenwoordig. Het Paasmysterie van Christus wordt gevierd, niet herhaald; het zijn de vieringen die herhaald worden; in elk ervan vindt de uitstorting van de Heilige Geest plaats, die het ene mysterie actualiseert.
Zie ook alinea's: -1085-[al:1085]
De christelijke liturgie brengt niet alleen de gebeurtenissen die ons verlost hebben in herinnering, maar actualiseert ze ook, stelt ze tegenwoordig. Het Paasmysterie van Christus wordt gevierd, niet herhaald; het zijn de vieringen die herhaald worden; in elk ervan vindt de uitstorting van de Heilige Geest plaats, die het ene mysterie actualiseert.
Zie ook alinea's: -1085-[al:1085]
Referenties naar alinea 1104: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1105
737
798
1353
1375
2805
Youcat ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
737
798
1353
1375
2805
De epiklese ("aanroeping over") is het gebed waarin de priester de Vader smeekt de heiligmakende Geest te zenden, opdat de offergaven het lichaam en bloed van Christus worden en de gelovigen, door ze te ontvangen, zelf een levende offerande aan God worden.
Zie ook alinea's: -1153-[al:1153]
Zie ook alinea's: -1153-[al:1153]
Referenties naar alinea 1105: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1106
737
798
Youcat ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
737
798
Samen met de anamnese bevindt de epiklese zich in het hart van elke sacramentele viering, meer in het bijzonder in die van de Eucharistie:
Gij vraagt hoe het brood lichaam van Christus wordt en hoe de wijn ( ... ) bloed van Christus? Ik zeg u: de Heilige Geest komt erbij en volbrengt wat elk woord en elke gedachte overstijgt. (... ) Het moge u volstaan te horen dat het geschiedt door de Heilige Geest, zoals het ook uit de heilige Moeder Gods en door de Heilige Geest is dat de Heer, door zichzelf en in zichzelf, het vlees aannam. 4,13, vert. uit Gr.[[855]]Zie ook alinea's: -1375-[al:1375]
Referenties naar alinea 1106: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1107
737
798
Youcat ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
737
798
De omvormende kracht van de heilige Geest in de liturgie verhaast de komst van het Koninkrijk en de voltooiing van het heilsmysterie. Hij doet ons in hoop en verwachting op reële wijze vooruitlopen op de volledige gemeenschap met de heilige Drie-eenheid. Gezonden door de Vader die de epiklese van de Kerk verhoort, geeft de Geest het leven aan wie Hem ontvangen en voor hen is Hij nu reeds het onderpand van hun erfdeel. (Ef. 1, 14; 2 Kor. 1, 22)[[b:Ef. 1, 14; 2 Kor. 1, 22]]
Zie ook alinea's: -2816-[al:2816]
Zie ook alinea's: -2816-[al:2816]
Referenties naar alinea 1107: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1108
737
798
1091
2003
Youcat ->=geentekst=
737
798
1091
2003
De gemeenschap van de Heilige Geest
In elke liturgische handeling is het einddoel van de zending van de Heilige Geest gemeenschap te stichten met Christus om zijn lichaam te vormen. De Heilige Geest is als het sap van de wijnstok van de Vader, die vrucht draagt in zijn ranken. (Joh. 15, 1-17; Gal. 5, 22)[[b:Joh. 15, 1-17; Gal. 5, 22]] In de liturgie verwezenlijkt zich de meest innige samenwerking tussen de Heilige Geest en de Kerk. Hij, de Geest van gemeenschap, verblijft onophoudelijk in de Kerk, en daardoor is de Kerk het grote sacrament van de goddelijke gemeenschap die de verspreide kinderen Gods verzamelt. De vrucht van de Geest in de liturgie is zowel gemeenschap met de Heilige Drie-eenheid als gemeenschap met elkaar, als broeders en zusters, twee aspecten die niet te scheiden zijn. (1 Joh. 1, 3-7)[[b:1 Joh. 1, 3-7]]
Zie ook alinea's: -788-[al:788]-1091-[al:1091]-775-[al:775]
In elke liturgische handeling is het einddoel van de zending van de Heilige Geest gemeenschap te stichten met Christus om zijn lichaam te vormen. De Heilige Geest is als het sap van de wijnstok van de Vader, die vrucht draagt in zijn ranken. (Joh. 15, 1-17; Gal. 5, 22)[[b:Joh. 15, 1-17; Gal. 5, 22]] In de liturgie verwezenlijkt zich de meest innige samenwerking tussen de Heilige Geest en de Kerk. Hij, de Geest van gemeenschap, verblijft onophoudelijk in de Kerk, en daardoor is de Kerk het grote sacrament van de goddelijke gemeenschap die de verspreide kinderen Gods verzamelt. De vrucht van de Geest in de liturgie is zowel gemeenschap met de Heilige Drie-eenheid als gemeenschap met elkaar, als broeders en zusters, twee aspecten die niet te scheiden zijn. (1 Joh. 1, 3-7)[[b:1 Joh. 1, 3-7]]
Zie ook alinea's: -788-[al:788]-1091-[al:1091]-775-[al:775]
Referenties naar alinea 1108: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1109
737
798
1368
Youcat ->=geentekst=
737
798
1368
De epiklese is ook het gebed om de volledige ontplooiing van de gemeenschap van de verzamelde gelovigen met het Christusmysterie. "De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest" (2 Kor. 13, 13)[b:2 Kor. 13, 13] moeten altijd met ons blijven en vrucht dragen, ook na de Eucharistieviering. De Kerk bidt dus tot de Vader dat Hij de Heilige Geest zendt, om het leven van de gelovigen tot een levende offerande aan God te maken. Dit gebeurt door een geestelijke omvorming tot beeld van Christus, de zorg voor de eenheid van de Kerk en de deelneming aan zijn zending door het getuigenis en de dienst van de liefde.
Zie ook alinea's: -1368-[al:1368]
Zie ook alinea's: -1368-[al:1368]
Referenties naar alinea 1109: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1110-1112)
1110
In de liturgie van de Kerk wordt God de Vader gezegend en aanbeden als de bron van alle zegeningen van de schepping en van het heil, waarmee Hij ons begiftigd heeft in zijn Zoon, om ons de Geest van het kindschap Gods te geven.
Referenties naar alinea 1110: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1111
Het werk van Christus in de liturgie is sacramenteel, omdat zijn heilsmysterie tegenwoordig gesteld wordt door de kracht van zijn heilige Geest; omdat zijn lichaam, dat de Kerk is, als het ware het sacrament (teken en instrument) is waarin de heilige Geest het heilsmysterie schenkt; omdat de kerk, die onderweg is, al een voorsmaak ontvangt van de hemelse liturgie door middel van haar liturgische handelingen.
Referenties naar alinea 1111: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1112
De zending van de heilige Geest in de liturgie van de Kerk bestaat hierin, dat Hij de verzamelde geloofsgemeenschap voorbereidt op de ontmoeting met Christus; dat Hij Christus in herinnering brengt en kenbaar maakt aan het geloof van de verzamelde geloofsgemeenschap; dat Hij het heilswerk van Christus tegenwoordig stelt en actualiseert door zijn omvormende kracht en dat Hij de gave van gemeenschap in de Kerk vrucht laat dragen.
Referenties naar alinea 1112: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 - Het Paasmysterie in de Sacramenten van de Kerk (1113-1134)
1113
1210
1210
Het hele liturgische leven van de Kerk beweegt zich rond het eucharistisch offer en de sacramenten. vgl: Sacrosanctum Concilium, 6[[[570|6]]] In de Kerk zijn er zeven Sacramenten: het Doopsel, het Vormsel of de zalving met het chrisma, de Eucharistie, de Boete, de Ziekenzalving, de Priesterwijding, het Huwelijk. vgl: DH 860[[[783|10]]] vgl: Exsultate Deo, 0[[[1021|0]]] vgl: Sessio VII - Decretum de Sacramentis, 1[[[672|1]]] In dit artikel gaat het om wat de zeven Sacramenten van de Kerk in leerstelling opzicht gemeen hebben. Wat zij uit het oogpunt van de viering gemeen hebben, zal in het tweede hoofdstuk (De sacramentele viering van het mysterie)[1|+ 1342] uiteengezet worden, en wat elk afzonderlijk eigen is, zal in de tweede sectie (De zeven Sacramenten van de Kerk)[1|+ 1426] behandeld worden.
Zie ook alinea's: -1210-[al:1210]
Zie ook alinea's: -1210-[al:1210]
Referenties naar alinea 1113: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - De Sacramenten van Christus (1114-1116)
1114
"Instemmend met de leer van de heilige Schrift, de overlevering van de apostelen (... ) en met de eenstemmige opvatting van de Kerkvaders" vert. uit Lat.[[672|0]], belijden wij dat "de Sacramenten van de nieuwe Wet ingesteld werden door onze Heer Jezus Christus". vert. uit Lat.[[672|1]]
Referenties naar alinea 1114: 1
Misericordia Dei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1115
De woorden en daden van Jezus gedurende zijn verborgen en zijn openbaar leven waren al heilzaam. Zij liepen vooruit op de kracht van zijn Paasmysterie. Zij kondigden aan wat Hij aan de kerk zou schenken, wanneer alles volbracht was, en zij bereidden hierop voor. De mysteries van het leven van Christus zijn de fundamenten van wat Christus voortaan door de bedienaars van zijn Kerk in zijn Sacramenten verleent. Want "wat zichtbaar was in onze Verlosser is overgegaan in zijn Sacramenten." 74,2, vert. uit Lat.[[8916|+3]]
Zie ook alinea's: -512-560-[al:512-560]
Zie ook alinea's: -512-560-[al:512-560]
Referenties naar alinea 1115: 1
Misericordia Dei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1116
774
1504
Petrus Lombardus ->=geentekst=
774
1504
De Sacramenten zijn "krachten die uitgaan" van het lichaam van Christus (Lc. 5, 17; Lc. 6, 19; Lc. 8, 46)[[b:Lc. 5, 17; Lc. 6, 19; Lc. 8, 46]] die altijd leeft en leven schenkt. Het zijn handelingen van de Heilige Geest die werkzaam is in het lichaam dat de kerk is. Zij zijn "de meesterwerken van God" in het Nieuwe en eeuwige Verbond.
Zie ook alinea's: -774-[al:774]-1504-[al:1504]
Zie ook alinea's: -774-[al:774]-1504-[al:1504]
Referenties naar alinea 1116: 2
Misericordia Dei ->=geentekst=Petrus Lombardus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De Sacramenten van de Kerk (1117-1121)
1117
120
1510
Youcat ->=geentekst=
120
1510
Door de Geest die haar "tot de volle waarheid brengt" (Joh. 16, 13)[b:Joh. 16, 13], heeft de Kerk geleidelijk de schat ontdekt die zij van Christus gekregen heeft. En als trouwe beheerster van de goddelijke mysteries bracht zij de bediening ervan tot een grotere helderheid, zoals zij dit ook gedaan heeft voor de canon van de heilige Schrift en de geloofsleer. (Mt. 13, 52; 1 Kor. 4, 1)[[b:Mt. 13, 52; 1 Kor. 4, 1]] Zo is de Kerk er in de loop van de eeuwen toe gekomen onder de liturgische vieringen er zeven te onderscheiden die in de eigenlijke zin van het woord Sacramenten zijn die door de Heer ingesteld werden.
Zie ook alinea's: -120-[al:120]
Zie ook alinea's: -120-[al:120]
Referenties naar alinea 1117: 2
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1118
1396
Youcat ->=geentekst=
1396
De Sacramenten zijn "van de Kerk" in een dubbele zin: zij zijn "door haar" en "voor haar". Zij zijn "door de Kerk" omdat de Kerk het sacrament is van het handelen van Christus die in haar werkzaam is dankzij de zending van de heilige Geest. Zij zijn ook "voor de Kerk"; zij zijn de "Sacramenten die de Kerk maken" 22,17[[857]] vgl: III, q. 64 a. 2 ad 3, vert. uit Lat.[[[t:III, q. 64 a. 2 ad 3]]] omdat zij, vooral in de Eucharistie, het mysterie van de gemeenschap met God die liefde is, één in drie personen, aan de mensen kenbaar maken en meedelen.
Zie ook alinea's: -1396-[al:1396]
Zie ook alinea's: -1396-[al:1396]
Referenties naar alinea 1118: 2
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1119
792
Youcat ->=geentekst=
792
Omdat de Kerk samen met Christus, haar hoofd, "een enkele mystieke persoon" vert. uit Lat.[[433]] vormt, handelt zij in de sacramenten als "een priesterlijke gemeen schap", "organisch uitgebouwd": vert. uit Lat.[[617|11]] door het Doopsel en het Vormsel wordt het priesterlijke volk in staat gesteld de liturgie te vieren; anderzijds worden bepaalde gelovigen, "die de heilige Wijding ontvangen, in Christus' naam aangesteld om door het woord en de goddelijke genade de kerk te weiden". vert. uit Lat.[[617|11]]
Zie ook alinea's: -792-[al:792]
Zie ook alinea's: -792-[al:792]
Referenties naar alinea 1119: 2
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1120
1141
1547
1141
1547
"Het gewijde ambt of het ambtelijk priesterschap" vert. uit Lat.[[617|10]] staat ten dienste van het gemeenschappelijk priesterschap dat voortkomt uit het doopsel. Het staat er borg voor dat het in de Sacramenten wel degelijk Christus is die door de heilige Geest ten bate van de Kerk handelt. De heilszending die door de Vader aan zijn mensgeworden Zoon werd toevertrouwd, wordt nu aan de apostelen en, door hen, aan hun opvolgers toevertrouwd: zij ontvangen de Geest van Jezus om in zijn naam en zijn persoon te handelen. (Joh. 20, 21-23; Lc. 24, 47; Mt. 28, 18-20)[[b:Joh. 20, 21-23; Lc. 24, 47; Mt. 28, 18-20]] Zodoende is de gewijde bedienaar de sacramentele band die de liturgische handeling verbindt met wat de apostelen gezegd en gedaan hebben, en, door hen, met wat Christus, bron en fundament van de Sacramenten, gezegd en gedaan heeft.
Zie ook alinea's: -1547-[al:1547]
Zie ook alinea's: -1547-[al:1547]
Referenties naar alinea 1120: 1
Misericordia Dei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1121
698
1272
1296
1304
1558
1563
1570
1582
Youcat ->=geentekst=
Enkele vragen over de mogelijke deelname aan de sacramenten van doopsel en huwelijk door transseksuele en homoaffectieve personen ->=geentekst=
698
1272
1296
1304
1558
1563
1570
1582
Drie sacramenten, het Doopsel, het Vormsel en het Wijdingssacrament, verlenen naast de genade ook een sacramenteel merkteken of "zegel" waardoor de, christen deel heeft aan het priesterschap van Christus en deel uitmaakt van de kerk volgens verschillende levensstaten en functies. Deze gelijkvormigheid met Christus en de Kerk, door de Geest bewerkt, is onuitwisbaar: Sessio VII - Decretum de Sacramentis, 9[[672|9]] zij blijft voor altijd in de christen bestaan als positieve aanleg voor de genade, als belofte en garantie van de goddelijke bescherming, als roeping tot de goddelijke eredienst en tot de dienst aan de Kerk. Deze Sacramenten kunnen dus nooit herhaald worden.
Zie ook alinea's: -1272-[al:1272]-1304-[al:1304]-1582-[al:1582]
Zie ook alinea's: -1272-[al:1272]-1304-[al:1304]-1582-[al:1582]
Referenties naar alinea 1121: 3
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Enkele vragen over de mogelijke deelname aan de sacramenten van doopsel en huwelijk door transseksuele en homoaffectieve personen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De Sacramenten van het geloof (1122-1126)
1122
1236
Youcat ->=geentekst=
1236
Christus heeft zijn apostelen uitgezonden, opdat zij "in zijn naam bekering tot vergiffenis van de zonden prediken onder alle volken" (Lc. 24, 47)[b:Lc. 24, 47]. "Maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest" (Mt. 28, 19)[b:Mt. 28, 19]. De zending om te dopen, de sacramentele zending dus, ligt vervat in de zending om het evangelie te verkondigen, omdat het sacrament voorbereid wordt door het woord van God en door het geloof dat instemt met dit woord:
Het Volk van God wordt op de allereerste plaats bijeengebracht door het woord van de levende God. (... ) De verkondiging van het woord is onontbeerlijk met name voor de bediening van de Sacramenten, die immers Sacramenten zijn van het geloof, dat uit het woord ontstaat en erdoor wordt gevoed. vert. uit Lat.[[704|4]]Zie ook alinea's: -849-[al:849]-1236-[al:1236]
Referenties naar alinea 1122: 2
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1123
1253
Youcat ->=geentekst=
1253
"De Sacramenten hebben tot doel de heiliging van de mensen, de opbouw van het lichaam van Christus en tenslotte de eredienst die wij God moeten brengen; maar als tekenen dienen zij ook voor onderrichting. Niet alleen veronderstellen zij het geloof, maar zij voeden het, versterken het, brengen het tot uitdrukking door woorden en zaken; daarom worden zij dan ook Sacramenten van het geloof genoemd". vert. uit Lat.[[570|59]]
Zie ook alinea's: -1154-[al:1154]
Zie ook alinea's: -1154-[al:1154]
Referenties naar alinea 1123: 2
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1124
78
167
1327
"Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
78
167
1327
Het geloof van de Kerk gaat vooraf aan het geloof van de gelovige, die uitgenodigd wordt ermee in te stemmen. Wanneer de Kerk de Sacramenten viert, belijdt zij het geloof dat zij van de apostelen ontvangen heeft. Vandaar het oude gezegde: "Lex orandi, lex credendi" (of: "Legem credendi lex statuat supplicandi" volgens Prosper van Aquitanië: "De wet van het gebed is de wet van het geloof, de Kerk gelooft zoals zij bidt" 5de eeuw[[1149]]. De liturgie is een constituerend bestanddeel van de heilige en levende Overlevering. vgl: Dei Verbum, 8[[[576|8]]]
Zie ook alinea's: -166-[al:166]-1327-[al:1327]-78-[al:78]
Zie ook alinea's: -166-[al:166]-1327-[al:1327]-78-[al:78]
Referenties naar alinea 1124: 2
Youcat ->=geentekst="Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1125
1205
Liturgie tussen traditie en organische groei ->=geentekst=
1205
Daarom ook mag geen enkele sacramentele rite naar het goeddunken van de bedienaar of de gemeenschap gewijzigd worden of het voorwerp worden van manipulatie. Zelfs het hoogste gezag in de Kerk mag kan (non potest) Vert. vanuit het Latijn v.d....Vert. vanuit het Latijn v.d. redactie. de liturgie niet naar eigen goeddunken veranderen. Zij mag dit slechts doen in geloofsgehoorzaamheid en met religieuze eerbied voor het mysterie van de liturgie.
Zie ook alinea's: -1205-[al:1205]
Zie ook alinea's: -1205-[al:1205]
Referenties naar alinea 1125: 2
Youcat ->=geentekst=Liturgie tussen traditie en organische groei ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1126
Bovendien is, omdat in de Kerk de Sacramenten de eenheid van het geloof uitdrukken en ontwikkelen, de lex orandi een van de wezenlijke criteria voor de dialoog die de eenheid van de Christenen wil herstellen. vgl: Unitatis Redintegratio, 2,15[[[618|2.15]]]
Zie ook alinea's: -815-[al:815]
Zie ook alinea's: -815-[al:815]
Referenties naar alinea 1126: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - De Sacramenten van het heil (1127-1129)
1127
696
1084
1155
2003
696
1084
1155
2003
Als de Sacramenten op waardige wijze in geloof gevierd worden, verlenen zij de genade die zij aanduiden. vgl: Sessio VII - Decretum de Sacramentis, 5-6[[[672|5-6]]] Zij zijn werkzaam, omdat het Christus zelf is die erin aan het werk is: Hij is het die doopt, Hij is het die in zijn Sacramenten handelt om de genade, door het sacrament aangeduid, mee te delen. De Vader verhoort steeds het gebed van de Kerk van zijn Zoon, die in de epiklese van elk Sacrament haar geloof in de kracht van de Geest uitdrukt. Zoals het vuur alles wat het aanraakt, in zichzelf omvormt, zo vormt de heilige Geest alles wat aan zijn kracht onderhevig is, om in goddelijk leven.
Zie ook alinea's: -1084-[al:1084]-696-[al:696]
Zie ook alinea's: -1084-[al:1084]-696-[al:696]
Referenties naar alinea 1127: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1128
1375
1550
1584
1670
1375
1550
1584
1670
Dit is dan ook de betekenis van de volgende uitspraak van de Kerk: vgl: Sessio VII - Decretum de Sacramentis, 8[[[672|8]]] de Sacramenten werken ex opere operato (letterlijk: "door het feit zelf dat de handeling verricht is"), dit wil zeggen: krachtens het heilswerk van Christus, dat eens voor altijd volbracht werd. Hieruit volgt dat "het Sacrament niet verwezenlijkt wordt door de gerechtigheid van de mens die het toedient of ontvangt, maar door de kracht van God". III, q. 68 a. 8, vert. uit Lat.[[t:III, q. 68 a. 8]] Wanneer dus een Sacrament in overeenstemming met de intentie van de Kerk gevierd wordt, werkt de kracht van Christus en zijn Geest erin en erdoor, onafhankelijk van de persoonlijke heiligheid van de bedienaar. De vruchten van de sacramenten zijn evenwel ook afhankelijk van de gesteltenis van wie ze ontvangt.
Zie ook alinea's: -1584-[al:1584]
Zie ook alinea's: -1584-[al:1584]
Referenties naar alinea 1128: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1129
1257
1257
De Kerk verklaart dat de Sacramenten van het Nieuwe Verbond heilsnoodzakelijk zijn voor de gelovigen. vgl: Sessio VII - Decretum de Sacramentis, 4[[[672|4]]] De "sacramentele genade" is de genade van de heilige Geest, geschonken door Christus en eigen aan elk Sacrament. De Geest geneest hen die het Sacrament ontvangen en vormt hen om door hen gelijkvormig te maken aan de Zoon van God. De vrucht van het sacramentele leven bestaat hierin dat de Geest van het kindschap Gods de gelovigen vergoddelijkt (2 Pt. 1, 4)[[b:2 Pt. 1, 4]] door een levensgemeenschap te stichten met de enige Zoon, de Verlosser.
Zie ook alinea's: -1257-[al:1257]-2003-[al:2003]-460-[al:460]
Zie ook alinea's: -1257-[al:1257]-2003-[al:2003]-460-[al:460]
Referenties naar alinea 1129: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V. - De Sacramenten van het eeuwig leven (1130)
1130
950
1402
950
1402
De Kerk viert het mysterie van haar Heer "totdat Hij komt" (1 Kor. 11, 26)[b:1 Kor. 11, 26] en "God alles in allen is" (1 Kor. 15, 28)[b:1 Kor. 15, 28]. Sinds de apostolische tijd wordt de liturgie op haar doel gericht door de verzuchting van de Geest in de kerk: "Marana tha!" (1 Kor. 16, 22)[b:1 Kor. 16, 22]. Op deze wijze heeft de liturgie deel aan het verlangen van Jezus: "Vurig heb ik verlangd dit paasmaal met u te eten (... ) totdat het zijn vervulling vindt in het rijk Gods" (Lc. 22, 15-16)[b:Lc. 22, 15-16]. In de Sacramenten van Christus ontvangt de Kerk reeds het onderpand van haar erfdeel, heeft zij al deel aan het eeuwig leven, terwijl "wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop, de openbaring van de heerlijkheid van onze grote God en Heiland Jezus Christus" (Tit. 2, 13)[b:Tit. 2, 13]. "De Geest en de bruid zeggen: Kom! Kom, Heer Jezus!" (Openb. 22, 17.20)[b:Openb. 22, 17.20].
De heilige Thomas vat de verschillende dimensies van het sacramentele teken op de volgende wijze samen: "Het Sacrament is het teken dat gedenkt wat voorafgegaan is, te weten het lijden van Christus; het stelt in het licht wat in ons bewerkt wordt door het lijden van Christus, te weten de genade; het voorspelt, ik wil zeggen het kondigt op voorhand de komende heerlijkheid aan". Summa Theologiae Tertia Pars q. 60 a. 3[[t:iiia q. 60 a. 3]]Zie ook alinea's: -2817-[al:2817]-950-[al:950]
Referenties naar alinea 1130: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1131-1134)
1131
Youcat ->=geentekst=
De Sacramenten zijn werkzame tekenen van de genade, ingesteld door Christus en toevertrouwd aan de Kerk, waardoor ons het goddelijk leven verleend wordt. De zichtbare riten waarmee de sacramenten gevierd worden, duiden de genade aan die elk Sacrament eigen is, en verwezenlijken die. Ze dragen vrucht in wie ze in de vereiste gesteltenis ontvangen.
Referenties naar alinea 1131: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1132
De Kerk viert de Sacramenten als priesterlijke gemeenschap, gestructureerd door het gemeenschappelijk priesterschap van de gedoopten en dat van de gewijde bedienaars.
Referenties naar alinea 1132: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1133
De heilige Geest bereidt ons voor op de Sacramenten door het woord van God en door het geloof waarmee wij het woord met een juiste instelling van hart ontvangen. Dan versterken de sacramenten het geloof en drukken het uit.
Referenties naar alinea 1133: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1134
De vrucht van het sacramentele leven is tegelijk persoonlijk en ekklesiaal. Enerzijds bestaat deze vrucht voor elke gelovige in het leven voor God in Jezus Christus; anderzijds bestaat zij voor de Kerk in het groeien in de liefde en in haar zending om te getuigen.
Referenties naar alinea 1134: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tweede hoofdstuk - De sacramentele viering van het mysterie (1135-1209)
1135
Voor de catechese over de liturgie is allereerst inzicht in nodig (eerste hoofdstuk) (Het Paasmysterie in het tijdperk van de Kerk)[1|+ 1271] . In het licht hiervan openbaart zich de nieuwheid van de viering van de liturgie. Dit hoofdstuk zal dus handelen over de viering van de Sacramenten van de Kerk. Beschouwd wordt wat aan de viering van de zeven Sacramenten, bij alle verscheidenheid van de liturgische tradities, gemeenschappelijk is; wat ieder Sacrament eigen is, zal later behandeld worden. Deze fundamentele catechese over de sacramentele vieringen wil een antwoord geven op de voornaamste vragen die de gelovigen zich hierover stellen:
- Wie viert er?
- Hoe wordt er gevierd?
- Wanneer wordt er gevierd?
- Waar wordt er gevierd?
Referenties naar alinea 1135: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 - De liturgie van de Kerk vieren (1136-1199)
- I. - Wie viert er? (1136-1144)
1136
De liturgie is een handelen van "de gehele Christus" (Christus totus). Allen die haar nu al vieren op een manier die boven de tekens uitstijgt, bevinden zich al in de hemelse liturgie, daar waar het vieren een en al gemeenschap en feest is.
Zie ook alinea's: -795-[al:795]-1090-[al:1090]
Zie ook alinea's: -795-[al:795]-1090-[al:1090]
Referenties naar alinea 1136: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1137
662
1090
2642
662
1090
2642
De celebranten van de hemelse liturgie
De Openbaring van de heilige Johannes, gelezen in de liturgie van de kerk, openbaart ons allereerst "een troon in de hemel, en op de troon is iemand gezeten" (Openb. 4, 2)[b:Openb. 4, 2]: "God de Heer" (Jes. 6, 1)[b:Jes. 6, 1]. (Ez. 1, 26-28)[[b:Ez. 1, 26-28]] Vervolgens het Lam, "staande, als geslacht" (Openb. 5, 6)[b:Openb. 5, 6]: (Joh. 1, 29)[[b:Joh. 1, 29]] de gekruisigde en verrezen Christus, de enige hogepriester van het ware heiligdom, ((Vgl. Heb. 4, 14-15; Heb. 10, 19-21; enz.))[[b:Heb. 4, 14-15; Heb. 10, 19-21]] dezelfde "die offert en geofferd wordt, die geeft en gegeven wordt". Liturgie van de H. Johannes...Liturgie van de H. Johannes Chrysostomus, AnaforaTenslotte "de rivier met het water des levens, die ontwelt aan de troon van God en van het Lam" (Openb. 22, 1)[b:Openb. 22, 1], een der mooiste symbolen van de heilige Geest.' (Joh. 4, 10-14; Openb. 21, 6)[[b:Joh. 4, 10-14; Openb. 21, 6]]
Zie ook alinea's: -2642-[al:2642]-662-[al:662]
De Openbaring van de heilige Johannes, gelezen in de liturgie van de kerk, openbaart ons allereerst "een troon in de hemel, en op de troon is iemand gezeten" (Openb. 4, 2)[b:Openb. 4, 2]: "God de Heer" (Jes. 6, 1)[b:Jes. 6, 1]. (Ez. 1, 26-28)[[b:Ez. 1, 26-28]] Vervolgens het Lam, "staande, als geslacht" (Openb. 5, 6)[b:Openb. 5, 6]: (Joh. 1, 29)[[b:Joh. 1, 29]] de gekruisigde en verrezen Christus, de enige hogepriester van het ware heiligdom, ((Vgl. Heb. 4, 14-15; Heb. 10, 19-21; enz.))[[b:Heb. 4, 14-15; Heb. 10, 19-21]] dezelfde "die offert en geofferd wordt, die geeft en gegeven wordt". Liturgie van de H. Johannes...Liturgie van de H. Johannes Chrysostomus, AnaforaTenslotte "de rivier met het water des levens, die ontwelt aan de troon van God en van het Lam" (Openb. 22, 1)[b:Openb. 22, 1], een der mooiste symbolen van de heilige Geest.' (Joh. 4, 10-14; Openb. 21, 6)[[b:Joh. 4, 10-14; Openb. 21, 6]]
Zie ook alinea's: -2642-[al:2642]-662-[al:662]
Referenties naar alinea 1137: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1138
335
1090
335
1090
In Christus "onder één hoofd gebracht" nemen deel aan de dienst van Gods lofzang en aan de vervulling van zijn heilsplan: de hemelse machten, (Openb. 4-5; Jes. 6, 2-3)[[b:Openb. 4-5; Jes. 6, 2-3]] de hele schepping (de vier levende wezens), de dienstknechten van het Oude en het Nieuwe Verbond (de vierentwintig oudsten), het nieuwe Volk van God (de honderdvierenveertigduizend), (Openb. 7, 1-8; Openb. 14, 1)[[b:Openb. 7, 1-8; Openb. 14, 1]] in het bijzonder de martelaren die vermoord werden omwille van het woord van God (Openb. 6, 9-11)[b:Openb. 6, 9-11], en de allerheiligste Moeder van God (de Vrouw; (Openb. 12)[[b:Openb. 12]] de bruid van het Lam (Openb. 21, 9)[[b:Openb. 21, 9]], tenslotte "een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle rassen en stammen en volken en talen" (Openb. 7, 9)[b:Openb. 7, 9].
Zie ook alinea's: -335-[al:335]-1370-[al:1370]
Zie ook alinea's: -335-[al:335]-1370-[al:1370]
Referenties naar alinea 1138: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1139
1090
1090
Aan deze eeuwige liturgie laten de Geest en de Kerk ons deel hebben, wanneer wij in de Sacramenten het heilsmysterie vieren.
Referenties naar alinea 1139: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1140
752
1348
1372
1482
1517
Responsum ad dubium: over de geldigheid van de doop onder gebruikmaking van de formule "Wij dopen u in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest." ->=geentekst=
752
1348
1372
1482
1517
De celebranten van de sacramentele liturgie
Het is heel de Gemeenschap, het lichaam van Christus in eenheid met zijn Hoofd, dat viert. "Liturgische handelingen zijn geen private handelingen, maar vieringen van de Kerk, die 'het sacrament van de eenheid' is, dat wil zeggen het heilige volk dat is samengebracht en gerangschikt onder de bisschoppen. Daarom raken zij het gehele lichaam van de Kerk; dat manifesteren zij, daarop werken zij in, terwijl toch de afzonderlijke leden van de Kerk er op verschillende wijze door worden beïnvloed overeenkomstig de verscheidenheid van rangen, van functies en van actief deelnemen". vert. uit Lat.[[570|26]] Daarom "moet, wanneer de riten overeenkomstig hun eigen aard een gemeenschappelijke viering vragen waarbij de gelovigen in groten getale en actief deelnemen, nadrukkelijk worden aangegeven dat deze zo mogelijk de voorkeur dient te verkrijgen boven de particuliere en quasi-private viering". vert. uit Lat.[[570|27]]
Zie ook alinea's: -752-[al:752]-1348-[al:1348]-1372-[al:1372]
Het is heel de Gemeenschap, het lichaam van Christus in eenheid met zijn Hoofd, dat viert. "Liturgische handelingen zijn geen private handelingen, maar vieringen van de Kerk, die 'het sacrament van de eenheid' is, dat wil zeggen het heilige volk dat is samengebracht en gerangschikt onder de bisschoppen. Daarom raken zij het gehele lichaam van de Kerk; dat manifesteren zij, daarop werken zij in, terwijl toch de afzonderlijke leden van de Kerk er op verschillende wijze door worden beïnvloed overeenkomstig de verscheidenheid van rangen, van functies en van actief deelnemen". vert. uit Lat.[[570|26]] Daarom "moet, wanneer de riten overeenkomstig hun eigen aard een gemeenschappelijke viering vragen waarbij de gelovigen in groten getale en actief deelnemen, nadrukkelijk worden aangegeven dat deze zo mogelijk de voorkeur dient te verkrijgen boven de particuliere en quasi-private viering". vert. uit Lat.[[570|27]]
Zie ook alinea's: -752-[al:752]-1348-[al:1348]-1372-[al:1372]
Referenties naar alinea 1140: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Responsum ad dubium: over de geldigheid van de doop onder gebruikmaking van de formule "Wij dopen u in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest." ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1141
1268
1268
De vierende geloofsgemeenschap is de gemeenschap van de gedoopten die "door de wedergeboorte en de zalving van de heilige Geest tot een geestelijke woonstede en een heilig priesterschap gewijd zijn, om door alle werken van de christenmens geestelijke offers op te dragen". vert. uit Latijn[[617|10]] Dit "gemeenschappelijk priesterschap" is dat van Christus, de, enige priester, waaraan alle ledematen deelhebben: vgl: Lumen Gentium, 10,34[[[617|10.34]]] vgl: Presbyterorum Ordinis, 2[[[704|2]]]
Onze moeder de Kerk verlangt er vurig naar dat alle gelovigen tot die volledige, bewuste en actieve deelname aan de liturgische vieringen worden gebracht, waar de aard van de liturgie zelf om vraagt en waarop het christenvolk, "een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, Gods eigen Volk" (1 Pt. 2, 9)[b:1 Pt. 2, 9], (1 Pt. 2, 4-5)[[b:1 Pt. 2, 4-5]] krachtens het Doopsel recht heeft en waartoe het verplicht is. vert. uit Latijn[[570|14]]Zie ook alinea's: -1120-[al:1120]-1268-[al:1268]
Referenties naar alinea 1141: 1
Responsum ad dubium: over de geldigheid van de doop onder gebruikmaking van de formule "Wij dopen u in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest." ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1142
1547
1549
1547
1549
Maar "zoals het menselijk lichaam vele organen heeft met allerlei verschillende functies" (Rom. 12, 4)[b:Rom. 12, 4], zo zijn bepaalde leden door God geroepen, in en door de Kerk, tot een speciale dienst voor de gemeenschap. Deze bedienaars worden gekozen en geconsacreerd door het Sacrament van de Priesterwijding, waardoor de Heilige Geest hen bekwaam maakt om in de persoon van Christus, het hoofd, te handelen ten dienste van alle leden van de Kerk. vgl: Presbyterorum Ordinis, 2,15[[[704|2.15]]] De gewijde bedienaar is als het ware de "icoon" van Christus-Priester. Aangezien het Sacrament van de Kerk zich ten volle manifesteert in de Eucharistie, wordt het ambt van de bisschop, en in gemeenschap met hem dat van de priesters en diakens, allereerst zichtbaar in het voorgaan tijdens de Eucharistie.
Zie ook alinea's: -1549-[al:1549]-1561-[al:1561]
Zie ook alinea's: -1549-[al:1549]-1561-[al:1561]
Referenties naar alinea 1142: 1
Gids voor grote vieringen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1143
903
903
Ten dienste van de functies van het gemeenschappelijk priesterschap van de gelovigen bestaan er ook andere, bijzondere bedieningen, die niet bekrachtigd zijn door het Wijdingssacrament en waarvan de functie bepaald wordt door de bisschoppen volgens de liturgische tradities en de pastorale noden. "Ook de acolieten, de lectoren, de commentatoren en de zangers vervullen een echt liturgische bediening". vert. uit Lat.[[570|29]]
Zie ook alinea's: -903-[al:903]-1672-[al:1672]
Zie ook alinea's: -903-[al:903]-1672-[al:1672]
Referenties naar alinea 1143: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1144
In de viering van de Sacramenten is dus de hele gemeenschap "liturg", ieder naar zijn eigen functie, maar in "de eenheid van de Geest" die in ieder mens werkzaam is. "Bij de liturgische vieringen moet iedereen, hetzij bedienaar hetzij gelovige, bij de vervulling van zijn functie uitsluitend en volledig datgene doen wat hem krachtens de aard van de zaak en de liturgische richtlijnen toekomt". vert. uit Lat.[[570|28]]
Referenties naar alinea 1144: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Hoe wordt er gevierd? (1145-1162)
1145
347
Youcat ->=geentekst=
347
Tekens en symbolen
Een sacramentele viering is een weefsel van tekens en symbolen. In overeenstemming met de goddelijke heilspedagogie wortelt hun betekenis in het scheppingswerk en in de menselijke cultuur, wordt ze duidelijker in de gebeurtenissen van het Oude Verbond en openbaart zich ten volle in de persoon en het werk van Christus.
Zie ook alinea's: -1333-1340-[al:1333-1340]-53-[al:53]
Een sacramentele viering is een weefsel van tekens en symbolen. In overeenstemming met de goddelijke heilspedagogie wortelt hun betekenis in het scheppingswerk en in de menselijke cultuur, wordt ze duidelijker in de gebeurtenissen van het Oude Verbond en openbaart zich ten volle in de persoon en het werk van Christus.
Zie ook alinea's: -1333-1340-[al:1333-1340]-53-[al:53]
Referenties naar alinea 1145: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1146
347
362
2702
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
347
362
2702
Tekens uit de mensenwereld. In het menselijk leven nemen tekens en symbolen een belangrijke plaats in. Aangezien de mens tegelijk een lichamelijk en een geestelijk wezen is, heeft hij materiële tekens en symbolen nodig om de geestelijke werkelijkheid uit te drukken en waar te nemen. Omdat hij een sociaal wezen is, heeft hij tekens en symbolen nodig om met anderen in contact te kunnen treden: met behulp van taal, gebaren en handelingen. Dit geldt ook voor zijn relatie tot God.
Zie ook alinea's: -362-[al:362]-2702-[al:2702]-1879-[al:1879]
Zie ook alinea's: -362-[al:362]-2702-[al:2702]-1879-[al:1879]
Referenties naar alinea 1146: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1147
299
347
1333
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
299
347
1333
God spreekt tot de mens door middel van de zichtbare schepping. De materiële kosmos vertoont zich aan het verstand van de mens, opdat hij er de sporen van zijn Schepper in zou ontdekken. (Wijsh. 13, 1; Rom. 1, 19-20; Hand. 14, 17)[[b:Wijsh. 13, 1; Rom. 1, 19-20; Hand. 14, 17]] Het licht en de nacht, de wind en het vuur, het water en de aarde, de boom en de vruchten: zij spreken over God, zijn tegelijk symbolen van zijn grootheid en zijn nabijheid.
Zie ook alinea's: -299-[al:299]
Zie ook alinea's: -299-[al:299]
Referenties naar alinea 1147: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1148
347
1333
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
347
1333
Als schepsels kunnen deze zintuiglijke werkelijkheden de uitdrukking worden van het handelen van God die de mensen heiligt, en van het handelen van de mensen die God eer bewijzen. Dit geldt ook voor de tekens en symbolen van het sociale leven van de mensen: wassen en zalven, het brood breken en de beker delen. Dit alles kan uitdrukking zijn van de heiligende aanwezigheid van God en van de dankbaarheid van de mens jegens zijn Schepper.
Referenties naar alinea 1148: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1149
347
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
347
De grote godsdiensten van de mensheid getuigen vaak op indrukwekkende wijze van deze kosmische en symbolische betekenis van de religieuze riten. De liturgie van de Kerk vooronderstelt, integreert en heiligt elementen van de schepping en van de menselijke cultuur door er de waardigheid aan te geven van tekens van genade, van de nieuwe schepping in Jezus Christus.
Zie ook alinea's: -843-[al:843]
Zie ook alinea's: -843-[al:843]
Referenties naar alinea 1149: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1150
347
1334
2581
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
347
1334
2581
Tekens van het verbond. Het uitverkoren volk ontvangt van God kenmerkende tekens en symbolen die zijn liturgisch leven markeren: het gaat niet meer enkel om het vieren van een kosmische kringloop en om sociale riten, maar om tekens van het verbond, symbolen van de grote daden van God voor zijn volk. Onder deze liturgische tekens van het Oude Verbond kan men noemen: de besnijdenis, de zalving en wijding van koningen en priesters, de handoplegging, de offers en vooral het paasfeest. De Kerk beschouwt deze tekens als voorafbeeldingen van de Sacramenten van het Nieuwe Verbond.
Zie ook alinea's: -1334-[al:1334]
Zie ook alinea's: -1334-[al:1334]
Referenties naar alinea 1150: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1151
347
1335
1340
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
347
1335
1340
Christus maakt deze tekens tot de zijne. De Heer Jezus maakt in zijn prediking, vaak gebruik van de tekens uit de schepping om de mysteries van het rijk Gods bekend te maken. (Lc. 8,10)[[b:Lc. 8,10]] Hij verricht genezingen of onderstreept zijn prediking door materiële tekens of symbolische gebaren. (Joh. 9,6; Mc. 7,33-35; Mc. 8,22-25)[[b:Joh. 9,6; Mc. 7,33-35; Mc. 8,22-25]] Hij geeft aan de feiten en tekens van het Oude Verbond een nieuwe zin, vooral aan de uittocht en het Pasen. (Lc. 9,31; Lc. 22,7-20)[[b:Lc. 9,31; Lc. 22,7-20]] Hij is immers zelf de zin van al deze tekens.
Zie ook alinea's: -1335-[al:1335]
Zie ook alinea's: -1335-[al:1335]
Referenties naar alinea 1151: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1152
347
1294
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
347
1294
Sacramentele tekens. Sinds Pinksteren brengt de heilige Geest zijn werk van heiliging tot stand door middel van sacramentele tekens. De Sacramenten van de Kerk doen de hele rijkdom aan tekens en symbolen van de kosmos en van het sociale leven niet teniet, maar zuiveren deze en nemen ze in zich op. Bovendien brengen zij de typen en voorafbeeldingen van het Oude Verbond tot vervulling; zij duiden het heil aan, dat door Christus bewerkt werd, en verwezenlijken het; zij kondigen de hemelse heerlijkheid aan en lopen erop vooruit.
Referenties naar alinea 1152: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1153
53
1105
Youcat ->=geentekst=
De liturgie, de school van het gebed: de Heer zelf leert ons bidden ->=geentekst=
Gids voor grote vieringen ->=geentekst=
53
1105
Woorden en handelingen
Een sacramentele viering is een ontmoeting van de kinderen van God met hun Vader, in Christus en de heilige Geest. De uitdrukkingsvorm van deze ontmoeting is de dialoog, bestaande uit handelingen en woorden. De symbolische handelingen zijn weliswaar zelf reeds een taal, maar toch is het nodig dat het woord van God en het geloofsantwoord deze handelingen begeleiden en tot leven brengen, opdat het zaad van het Koninkrijk in goede aarde vrucht mag dragen. De liturgische handelingen duiden aan wat het woord van God uitdrukt, namelijk zowel het belangeloze initiatief van God als het geloofsantwoord van zijn Volk.
Zie ook alinea's: -53-[al:53]
Een sacramentele viering is een ontmoeting van de kinderen van God met hun Vader, in Christus en de heilige Geest. De uitdrukkingsvorm van deze ontmoeting is de dialoog, bestaande uit handelingen en woorden. De symbolische handelingen zijn weliswaar zelf reeds een taal, maar toch is het nodig dat het woord van God en het geloofsantwoord deze handelingen begeleiden en tot leven brengen, opdat het zaad van het Koninkrijk in goede aarde vrucht mag dragen. De liturgische handelingen duiden aan wat het woord van God uitdrukt, namelijk zowel het belangeloze initiatief van God als het geloofsantwoord van zijn Volk.
Zie ook alinea's: -53-[al:53]
Referenties naar alinea 1153: 4
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
De liturgie, de school van het gebed: de Heer zelf leert ons bidden ->=geentekst=
Gids voor grote vieringen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1154
127
1100
1123
Youcat ->=geentekst=
127
1100
1123
De dienst van het woord is een integrerend bestanddeel van de sacramentele vieringen. Om het geloof van de gelovigen te voeden, moet men de tekens die het woord van God begeleiden, tot hun recht laten komen: het boek van het woord (lectionarium of evangeliarium), de verering ervan (processie, wierook, licht), de plaats van de verkondiging (ambo); de lezing ervan die goed hoorbaar en verstaanbaar moet zijn; de homilie van de bedienaar die de verkondiging van het woord van God voortzet; het antwoord van de verzamelde gemeenschap (acclamaties, antwoordpsalmen, litanieën, geloofsbelijdenis).
Zie ook alinea's: -1000-[al:1000]-103-[al:103]
Zie ook alinea's: -1000-[al:1000]-103-[al:103]
Referenties naar alinea 1154: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1155
Youcat ->=geentekst=
Zoals het woord en de liturgische handeling onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn als tekens en onderrichting, zijn ze dat ook voor zover ze verwezenlijken wat ze aanduiden. De heilige Geest schenkt niet alleen inzicht in het woord van God door het geloof op te wekken; door de Sacramenten verwezenlijkt Hij ook de "wonderdaden" van God die door het woord aangekondigd werden: Hij stelt het werk van de Vader, door de veelgeliefde Zoon volbracht, tegenwoordig en deelt het mee.
Zie ook alinea's: -1127-[al:1127]
Zie ook alinea's: -1127-[al:1127]
Referenties naar alinea 1155: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1156
2502
Youcat ->=geentekst=
2502
Zang en muziek
"De muzikale traditie van de universele Kerk heeft een schat geschapen van ongekende waarde, die de andere uitingen van kunst te boven gaat, met name doordat de gewijde melodieën aan de woorden gebonden zijn en zo een noodzakelijk of integrerend bestanddeel van de plechtige eredienst vormen". vert. uit Lat.[[570|112]] Het dichten en het zingen van de geïnspireerd psalmen, vaak begeleid door muziekinstrumenten, waren al in het Oude Verbond nauw verbonden met de liturgische vieringen. De Kerk zet deze traditie voort en ontwikkelt ze verder: "Spreekt elkander toe in psalmen en hymnen en liederen, ingegeven door de Geest. Zingt en speelt voor de Heer van ganser harte" (Ef. 5, 19)[b:Ef. 5, 19]. (Kol. 3, 16-17)[[b:Kol. 3, 16-17]] "Wie zingt, bidt dubbel". vgl: 72,1[[[838]]]
"De muzikale traditie van de universele Kerk heeft een schat geschapen van ongekende waarde, die de andere uitingen van kunst te boven gaat, met name doordat de gewijde melodieën aan de woorden gebonden zijn en zo een noodzakelijk of integrerend bestanddeel van de plechtige eredienst vormen". vert. uit Lat.[[570|112]] Het dichten en het zingen van de geïnspireerd psalmen, vaak begeleid door muziekinstrumenten, waren al in het Oude Verbond nauw verbonden met de liturgische vieringen. De Kerk zet deze traditie voort en ontwikkelt ze verder: "Spreekt elkander toe in psalmen en hymnen en liederen, ingegeven door de Geest. Zingt en speelt voor de Heer van ganser harte" (Ef. 5, 19)[b:Ef. 5, 19]. (Kol. 3, 16-17)[[b:Kol. 3, 16-17]] "Wie zingt, bidt dubbel". vgl: 72,1[[[838]]]
Referenties naar alinea 1156: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1157
2502
Youcat ->=geentekst=
2502
Zang en muziek vervullen hun tekenfunctie des te meer "naarmate zij nauwer met de liturgische handeling verbonden" vert. uit Lat.[[570|112]] zijn, volgens drie wezenlijke maatstaven: de expressieve schoonheid van het gebed, de eenstemmige deelneming van de verzamelde gemeenschap op vastgestelde tijden en het plechtige karakter van de viering. Op deze wijze hebben zij deel aan het doel van de woorden en de liturgische handelingen: de verheerlijking van God en de heiliging van de gelovigen: vgl: Sacrosanctum Concilium, 112[[[570|112]]]
Wat heb ik geschreid bij uw hymnen en gezangen, diep ontroerd door de aangename klanken in uw Kerk! Die stemklanken drongen mijn oren binnen en lieten de waarheid in mijn hart doorsijpelen; een innige aandoening van vroomheid golfde daaruit opwaarts en dan stroomden de tranen en ik voelde mij er wel bij. 9,6,14[[850]]Zie ook alinea's: -2502-[al:2502]
Referenties naar alinea 1157: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1158
1201
2502
Youcat ->=geentekst=
1201
2502
De harmonie van de tekens (zang, muziek, woorden en handelingen) is hier des te expressiever en vruchtbaarder naarmate ze zich uitdrukt in de culturele rijkdom die eigen is aan het vierende Volk van God. vgl: Sacrosanctum Concilium, 11[[[570|11]]] Daarom ook "moet de religieuze volkszang deskundig worden bevorderd, zodat bij de godvruchtige en godsdienstige oefeningen en bij de liturgische handelingen zelf", in overeenstemming met de kerkelijke richtlijnen, "de stem van de gelovigen kan weerklinken". vert. uit Lat.[[570|118]] Maar "de teksten die voor de kerkzang bestemd zijn, moeten overeenstemmen met de katholieke leer en zelfs bij voorkeur aan de heilige Schrift en de liturgische bronnen worden ontleend". vert. uit Lat.[[570|121]]
Zie ook alinea's: -1201-[al:1201]-1674-[al:1674]
Zie ook alinea's: -1201-[al:1201]-1674-[al:1674]
Referenties naar alinea 1158: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1159
476
2502
Youcat ->=geentekst=
476
2502
De sacrale beeldende kunst
De sacrale afbeelding, de liturgische icoon, stelt allereerst Christus voor. Zij kan geen voorstelling maken van de onzichtbare en ondoorgrondelijke God; door de menswording van de Zoon van God hebben de afbeeldingen een nieuwe functie in Gods heilsplan gekregen:
De sacrale afbeelding, de liturgische icoon, stelt allereerst Christus voor. Zij kan geen voorstelling maken van de onzichtbare en ondoorgrondelijke God; door de menswording van de Zoon van God hebben de afbeeldingen een nieuwe functie in Gods heilsplan gekregen:
Eertijds kon God, die noch een lichaam noch een gestalte heeft, geenszins door een afbeelding voorgesteld worden. Nu Hij zich echter in het vlees heeft getoond en Hij onder de mensen heeft geleefd, kan ik een afbeelding maken van wat ik van God gezien heb. (...) Met onverhuld gelaat aanschouwen wij de glorie van de Heer. 1,16, vert. uit Gr.[[2949]]Zie ook alinea's: -476-477-[al:476-477]-2129-2132-[al:2129-2132]
Referenties naar alinea 1159: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1160
476
2502
Youcat ->=geentekst=
476
2502
De christelijke iconografie geeft de evangelische boodschap weer met een beeld, zoals de heilige Schrift haar doorgeeft via het woord. Beeld en woord verklaren elkaar wederzijds:
Om het op bondige wijze te belijden: we blijven trouw aan alle schriftelijke en niet-schriftelijke tradities van de kerk die ons onveranderd overgeleverd werden. Eén ervan is de levendige voorstelling van evangelische scènes door de schilderkunst. Dit komt goed overeen met de prediking van het evangelieverhaal, die het geloof verkondigt in het goddelijk Woord dat waarlijk en niet in schijn mens geworden is. Deze overlevering via beelden is ons even nuttig en voordelig, want de dingen die elkaar wederzijds verhelderen, voeren ongetwijfeld ook over en weer tot een duidelijker begrip. Conc. van Nicea II (787):...Conc. van Nicea II (787): "Terminus" Conciliorum oecumenicorum decreta 135
Referenties naar alinea 1160: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1161
476
2502
Youcat ->=geentekst=
476
2502
Alle tekens in de liturgische viering hebben betrekking op Christus: ook de heilige beeltenissen van de Moeder Gods en van de heiligen. Zij duiden inderdaad Christus aan die in hen verheerlijkt is. Zij maken "die menigte getuigen" (Heb. 12, 1)[b:Heb. 12, 1] zichtbaar die blijven meewerken aan het heil van de wereld en met wie wij verenigd zijn, vooral in de sacramentele viering. Door middel van de iconen wordt de mens, geschapen "naar het beeld van God" en nu omgevormd naar zijn gelijkenis", (Rom. 8, 29; 1 Joh. 3, 2)[[b:Rom. 8, 29; 1 Joh. 3, 2]] aan ons geloof geopenbaard, evenals de engelen, die ook in Christus onder één hoofd zijn gebracht:
Volgens de goddelijk geïnspireerd leer van onze heilige vaderen en de overlevering van de katholieke Kerk, waarvan we weten dat zij de overlevering is van de heilige Geest die in haar woont, bepalen wij in alle zekerheid en nauwkeurigheid dat, net zoals de afbeelding van het kostbaar en levenschenkend kruis, ook de vererenswaardige en heilige beeltenissen, of ze geschilderd zijn of in mozaïek of op welke passende wijze ook vervaardigd, in de heilige kerken van God aangebracht moeten worden, op de heilige vaten of gewaden, op muren en schilderijen, in de huizen en langs de wegen; zowel het beeld van onze Heer, God en Verlosser, Jezus Christus, als van onze ongerepte en heilige Moeder Gods, van de eerbiedwaardige engelen en van alle heiligen en rechtvaardigen. Sessio VII - Definitio de sacris imaginibus, 0[[965|0]]
Referenties naar alinea 1161: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1162
476
2502
Youcat ->=geentekst=
476
2502
"De schoonheid en de kleur van de beelden sporen mij aan tot gebed. Het is een feest voor mijn ogen, zoals ook het aanschouwen van het landschap mijn hart opwekt om God te verheerlijken". 1,27, vert. uit Gr.[[2949]] De beschouwing van heilige iconen, samen met de overweging van het woord van God en de zang van de liturgische hymnen, vormt een harmonie met de tekens van de viering. Hierdoor wordt het gevierde mysterie in het geheugen van het hart gegrift en komt het vervolgens tot uitdrukking in het nieuwe leven van de gelovigen.
Zie ook alinea's: -2502-[al:2502]
Zie ook alinea's: -2502-[al:2502]
Referenties naar alinea 1162: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - Wanneer wordt er gevierd? (1163-1178)
1163
512
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
512
De liturgische tijd
"Onze toegewijde moeder de Kerk acht het haar plicht op vastgestelde dagen in de loop van het jaar, het heilswerk van haar goddelijke Bruidegom in een heilige gedachtenis te vieren. Elke week, op de dag die zij 'de dag des Heren' heeft genoemd, herdenkt zij de verrijzenis van de Heer, die zij ook eenmaal in het jaar, samen met zijn zalig lijden, luisterrijk viert door de grote paasplechtigheid. Zij ontvouwt het gehele mysterie van Christus door de jaarkring heen. (... ) Door zo de verlossingsmysteries te vieren, ontsluit zij voor de gelovigen de rijke schat van heilsdaden en verdiensten van haar Heer; en wel zo, dat deze mysteries te allen tijde in zekere zin tegenwoordig worden gesteld, opdat de gelovigen ermee in contact komen en van heilsgenade worden vervuld". vert. uit Lat.[[570|102]]
Zie ook alinea's: -512-[al:512]
"Onze toegewijde moeder de Kerk acht het haar plicht op vastgestelde dagen in de loop van het jaar, het heilswerk van haar goddelijke Bruidegom in een heilige gedachtenis te vieren. Elke week, op de dag die zij 'de dag des Heren' heeft genoemd, herdenkt zij de verrijzenis van de Heer, die zij ook eenmaal in het jaar, samen met zijn zalig lijden, luisterrijk viert door de grote paasplechtigheid. Zij ontvouwt het gehele mysterie van Christus door de jaarkring heen. (... ) Door zo de verlossingsmysteries te vieren, ontsluit zij voor de gelovigen de rijke schat van heilsdaden en verdiensten van haar Heer; en wel zo, dat deze mysteries te allen tijde in zekere zin tegenwoordig worden gesteld, opdat de gelovigen ermee in contact komen en van heilsgenade worden vervuld". vert. uit Lat.[[570|102]]
Zie ook alinea's: -512-[al:512]
Referenties naar alinea 1163: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1164
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Sinds de wetgeving van Mozes kende het Volk van God vastgestelde feesten, die het paasfeest als uitgangspunt hadden, om de wondere daden van de verlossende God te gedenken, om Hem ervoor te danken, om de herinnering eraan te vereeuwigen en om de komende geslachten te leren ernaar te leven. In het tijdperk van de Kerk, dat zich uitstrekt vanaf het Pasen van Christus, eens voor al volbracht, tot aan de voltooiing ervan in het Koninkrijk van God, is de liturgie, die op vastgestelde dagen gevierd wordt, getekend door de nieuwheid van het Christusmysterie.
Referenties naar alinea 1164: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1165
1085
2659
2836
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1085
2659
2836
Wanneer de kerk het Christusmysterie viert, dan komt telkens in haar gebed het woord "heden!" terug, als een echo van het gebed dat de Heer haar geleerd heeft (Mt. 6, 11)[[b:Mt. 6, 11]] en als antwoord op de oproep van de heilige Geest. (Heb. 3, 7-4, 11; Ps. 95, 7)[[b:Heb. 3, 7-4, 11; Ps. 95, 7]] Dat "heden" van de levende God is het "uur" van het Pasen van Jezus, dat de hele geschiedenis doorkruist en draagt, en de mens wordt uitgenodigd dat "heden" binnen te treden:
Het leven heeft zich tot alle wezens uitgestrekt en alle zijn vervuld van een sterk licht; Hij die de opgaande zon bij uitstek is, overspoelt de hele wereld en Hij die "eerder was dan de morgenster" en de andere hemellichamen, onsterfelijk en onmetelijk, de grote Christus, Hij straalt meer dan de zon over alle wezens. Zodoende ontstaat voor ons die in Hem geloven een dag van licht, langdurig, eeuwig, een dag die geen einde kent: het mystieke Pasen. 1-2: PG 59, 755, vert. uit Lat.[[3426]]Zie ook alinea's: -2659-[al:2659]-2836-[al:2836]-1085-[al:1085]
Referenties naar alinea 1165: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1166
1343
2175
2837
Youcat ->=geentekst=
1343
2175
2837
De dag des Heren
"Krachtens apostolische overlevering, die teruggaat tot op de dag zelf van de verrijzenis van Christus, viert de Kerk het Paasmysterie op iedere achtste dag, die terecht dag des Heren of zondag wordt genoemd". vert. Getijdenboek Lect. II,4,76[[570|106]] De dag van de verrijzenis van de Heer is tegelijk de "eerste dag van de week", gedachtenis van de eerste dag van de schepping, en de "achtste dag", waarop Christus, na de "rust" van de grote sabbat, de dag "die de Heer gemaakt heeft", inluidt, de "dag die geen avond kent".Byzantijnse liturgieByzantijnse liturgie De "maaltijd van de Heer" is er het centrum van; hier immers ontmoet de hele gelovige gemeenschap de verrezen Heer, die haar aan zijn feestmaal uitnodigt: (Joh. 21, 12; Lc. 24, 30)[[b:Joh. 21, 12; Lc. 24, 30]]
"Krachtens apostolische overlevering, die teruggaat tot op de dag zelf van de verrijzenis van Christus, viert de Kerk het Paasmysterie op iedere achtste dag, die terecht dag des Heren of zondag wordt genoemd". vert. Getijdenboek Lect. II,4,76[[570|106]] De dag van de verrijzenis van de Heer is tegelijk de "eerste dag van de week", gedachtenis van de eerste dag van de schepping, en de "achtste dag", waarop Christus, na de "rust" van de grote sabbat, de dag "die de Heer gemaakt heeft", inluidt, de "dag die geen avond kent".Byzantijnse liturgieByzantijnse liturgie De "maaltijd van de Heer" is er het centrum van; hier immers ontmoet de hele gelovige gemeenschap de verrezen Heer, die haar aan zijn feestmaal uitnodigt: (Joh. 21, 12; Lc. 24, 30)[[b:Joh. 21, 12; Lc. 24, 30]]
De dag des Heren, de dag van de verrijzenis, de dag van de christenen, is onze dag. Daarom wordt hij dag des Heren genoemd: die dag is de Heer als overwinnaar naar de Vader opgestegen. Noemen de heidenen hem dag van de zon, dan sluiten wij ons hier graag bij aan: vandaag immers is het licht van de wereld opgegaan, vandaag is de zon der gerechtigheid verschenen, die met haar vleugels genezing brengt. CCL 78, 550,52, vert. uit Lat.[[1321]]Zie ook alinea's: -2174-2188-[al:2174-2188]-1343-[al:1343]
Referenties naar alinea 1166: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1167
2177
Youcat ->=geentekst=
2177
De zondag is bij uitstek de dag voor de liturgische samenkomst van de gelovigen, de dag waarop de gelovigen bij elkaar komen "om naar het woord van God te luisteren en aan de eucharistie deel te nemen en zo het lijden, de verrijzenis en de heerlijkheid van de Heer Jezus te gedenken en God te danken die hen door de opstanding van Jezus Christus uit de dood deed herboren worden tot een leven van hoop": vert. Getijdenboek Lect. II,4,76[[570|106]]
Wanneer wij, o Christus, de wonderdaden overwegen die hebben plaatsgevonden op deze zondag van uw verrijzenis, dan zeggen wij: gezegend zij de zondag, want op deze dag voltrok zich het begin van de schepping (...) het heil van de wereld (...) de vernieuwing van het mensengeslacht (...). Op deze dag hebben hemel en aarde zich verheugd, op deze dag werd het heelal met licht vervuld. Gezegend zij de zondag, want op deze dag werden de deuren van het paradijs geopend, opdat Adam en alle bannelingen zonder vrees konden binnenkomen. Fanqîth, Office syriaque...Fanqîth, Office syriaque d'Antioche, Vol. 6, Het deel voor de zomer, blz. 193 b
Referenties naar alinea 1167: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1168
2698
Youcat ->=geentekst=
De viering van het Paastriduüm: Enkele aspecten van de liturgie van het lijden, sterven en verrijzen van de Heer ->=geentekst=
2698
Het liturgisch jaar
Vanuit het Paastriduüm als zijn lichtbron vervult de nieuwe tijd van de verrijzenis het hele liturgisch jaar met zijn helderheid. Vanuit de lichtbron van deze drie dagen wordt het gehele jaar voor en na Pasen gaandeweg omgevormd door de liturgie. Het is werkelijk een "genadejaar van de Heer". (Lc. 4, 19)[[b:Lc. 4, 19]] Het heilsbestel is aan het werk binnen het kader van de tijd. Sinds de geschiedenis echter haar voltooiing gevonden heeft in het Pasen van Jezus en de uitstorting van de heilige Geest, wordt op het einde van de geschiedenis vooruitgelopen, "bij wijze van voorproef", en treedt het rijk Gods in onze tijd binnen.
Zie ook alinea's: -2698-[al:2698]
Vanuit het Paastriduüm als zijn lichtbron vervult de nieuwe tijd van de verrijzenis het hele liturgisch jaar met zijn helderheid. Vanuit de lichtbron van deze drie dagen wordt het gehele jaar voor en na Pasen gaandeweg omgevormd door de liturgie. Het is werkelijk een "genadejaar van de Heer". (Lc. 4, 19)[[b:Lc. 4, 19]] Het heilsbestel is aan het werk binnen het kader van de tijd. Sinds de geschiedenis echter haar voltooiing gevonden heeft in het Pasen van Jezus en de uitstorting van de heilige Geest, wordt op het einde van de geschiedenis vooruitgelopen, "bij wijze van voorproef", en treedt het rijk Gods in onze tijd binnen.
Zie ook alinea's: -2698-[al:2698]
Referenties naar alinea 1168: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
De viering van het Paastriduüm: Enkele aspecten van de liturgie van het lijden, sterven en verrijzen van de Heer ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1169
560
1330
1339
Youcat ->=geentekst=
560
1330
1339
Daarom is Pasen niet zomaar een feest te midden van andere feesten: het is het "Feest der feesten", het "Hoogfeest der hoogfeesten", zoals de Eucharistie het Sacrament der Sacramenten is (het grote Sacrament). De heilige Athanasius noemt het paasfeest "de Grote Zondag", 1 (anno 329): PG 26, 1366, vert. uit Lat.[[3204]] zoals de Goede Week in het Oosten de "Grote Week" genoemd wordt. Het mysterie van de verrijzenis, waarin Christus de dood heeft verpletterd, doordringt onze oude tijd met zijn machtige energie, totdat alles aan Hem onderworpen is.
Zie ook alinea's: -1330-[al:1330]-560-[al:560]
Zie ook alinea's: -1330-[al:1330]-560-[al:560]
Referenties naar alinea 1169: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1170
Youcat ->=geentekst=
Op het Concilie van Nicea (in 325)[d:222] zijn alle kerken overeengekomen dat het christelijk paasfeest gevierd zou worden op de zondag die volgt op de volle maan (14 nisan) na de lentenachtevening. Vanwege verschillende manieren om de 14de Nisan te berekenen valt de datum van Pasen in de Kerken van het Westen en Oosten niet altijd samen. Daarom zijn de Oosterse en Westerse Kerken nu op zoek naar een oplossing om weer op eenzelfde datum de dag van de verrijzenis van de Heer te kunnen vieren.
Referenties naar alinea 1170: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1171
524
Youcat ->=geentekst=
524
Het liturgisch jaar is de ontplooiing van de verschillende aspecten van het ene paasmysterie. Dit geldt heel in het bijzonder voor de cyclus van feesten rondom het mysterie van de menswording (de Aankondiging, Kerstmis, Openbaring des Heren), die het begin van ons heil gedenken en ons de eerste vruchten van het paasmysterie meedelen.
Zie ook alinea's: -524-[al:524]
Zie ook alinea's: -524-[al:524]
Referenties naar alinea 1171: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1172
829
971
2030
Youcat ->=geentekst=
829
971
2030
De gedachtenis van de heiligen in het liturgisch jaar
"Bij de viering van de jaarlijkse kring van de mysteries van Christus vereert de Kerk met een bijzondere liefde de zalige Moeder van God, Maria, die onverbrekelijk met het heilswerk van haar Zoon is verbonden; in haar bewondert en verheerlijkt zij de meest verheven vrucht van de verlossing en beschouwt zij met vreugde, als in een smetteloos beeld, datgene wat zij zelf geheel verlangt en hoopt te zijn". vert. uit Lat.[[570|103]]
Zie ook alinea's: -971-[al:971]-2030-[al:2030]
"Bij de viering van de jaarlijkse kring van de mysteries van Christus vereert de Kerk met een bijzondere liefde de zalige Moeder van God, Maria, die onverbrekelijk met het heilswerk van haar Zoon is verbonden; in haar bewondert en verheerlijkt zij de meest verheven vrucht van de verlossing en beschouwt zij met vreugde, als in een smetteloos beeld, datgene wat zij zelf geheel verlangt en hoopt te zijn". vert. uit Lat.[[570|103]]
Zie ook alinea's: -971-[al:971]-2030-[al:2030]
Referenties naar alinea 1172: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1173
828
957
Youcat ->=geentekst=
828
957
Wanneer de Kerk jaarlijks de martelaren en de andere heiligen gedenkt, "verkondigt zij het Paasmysterie" in hen "die met Christus hebben geleden en met Hem zijn verheerlijkt. Zij houdt de gelovigen hun voorbeelden voor ogen, waardoor allen door Christus tot de Vader geleid worden, en zij verkrijgt door hun verdiensten de weldaden van God". Sacrosanctum Concilium, 104[[570|104]] vgl: vert. uit Lat.[[[570|108.111]]]
Zie ook alinea's: -957-[al:957]
Zie ook alinea's: -957-[al:957]
Referenties naar alinea 1173: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1174
1096
2698
Youcat ->=geentekst=
1096
2698
Het getijdengebed
Het mysterie van Christus, zijn menswording en zijn Pasen, dat wij in de eucharistie vieren, in het bijzonder in de zondagse samenkomst van de gelovigen, doordringt de tijd van elke dag en geeft hem een ander aanzien door de viering van het getijdengebed, "het goddelijk officie". (zie Vierde hoofdstuk Sacrosanctum Concilium (Het goddelijk officie)[570|+96]) Trouw aan de aanbevelingen van de apostelen om "zonder ophouden te bidden" (1 Tess. 5, 17; Ef. 6, 18)[b:1 Tess. 5, 17; Ef. 6, 18], is deze viering "zo ingericht dat heel de loop van dag en nacht door de lofprijzing van God wordt geheiligd". vert. uit Lat.[[570|8]] Zij is "het openbaar gebed van de Kerk", vert. uit Lat.[[570|98]] waardoor de gelovigen (clerici, kloosterlingen en leken) als gedoopten het koninklijk priesterschap uitoefenen. Wanneer het getijdengebed "op goedgekeurde wijze" door de Kerk gevierd wordt, "is dat echt de stem van de bruid zelf die zich tot haar Bruidegom richt, ja zelfs het gebed van Christus samen met zijn lichaam tot de Vader". vert. uit Lat.[[570|84]]
Zie ook alinea's: -2698-[al:2698]
Het mysterie van Christus, zijn menswording en zijn Pasen, dat wij in de eucharistie vieren, in het bijzonder in de zondagse samenkomst van de gelovigen, doordringt de tijd van elke dag en geeft hem een ander aanzien door de viering van het getijdengebed, "het goddelijk officie". (zie Vierde hoofdstuk Sacrosanctum Concilium (Het goddelijk officie)[570|+96]) Trouw aan de aanbevelingen van de apostelen om "zonder ophouden te bidden" (1 Tess. 5, 17; Ef. 6, 18)[b:1 Tess. 5, 17; Ef. 6, 18], is deze viering "zo ingericht dat heel de loop van dag en nacht door de lofprijzing van God wordt geheiligd". vert. uit Lat.[[570|8]] Zij is "het openbaar gebed van de Kerk", vert. uit Lat.[[570|98]] waardoor de gelovigen (clerici, kloosterlingen en leken) als gedoopten het koninklijk priesterschap uitoefenen. Wanneer het getijdengebed "op goedgekeurde wijze" door de Kerk gevierd wordt, "is dat echt de stem van de bruid zelf die zich tot haar Bruidegom richt, ja zelfs het gebed van Christus samen met zijn lichaam tot de Vader". vert. uit Lat.[[570|84]]
Zie ook alinea's: -2698-[al:2698]
Referenties naar alinea 1174: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1175
2691
Youcat ->=geentekst=
2691
Het getijdengebed is bestemd om het gebed van het hele Volk van God te worden. Hiermee zet Christus zelf "zijn priesterlijk werk voort door zijn Kerk": vert. uit Lat.[[570|83]] een ieder neemt er volgens zijn eigen plaats in de Kerk en zijn levensomstandigheden aan deel:
- de priesters als mensen die zich aan hun pastorale taak wijden, omdat zij geroepen zijn om trouw te blijven aan het gebed en de dienst van het woord; vgl: Sacrosanctum Concilium, 86,96[[[570|86.96]]] vgl: Presbyterorum Ordinis, 5[[[704|5]]]
- de kloosterlingen, krachtens het charisma van hun godgewijd leven; vgl: Sacrosanctum Concilium, 98[[[570|98]]]
- alle gelovigen naar vermogen: "De zielzorgers moeten er zorg voor dragen dat op de zondagen en de feesten de voornaamste uren, vooral de vespers, gemeenschappelijk in de kerk worden gevierd. Het verdient aanbeveling dat ook de leken het goddelijk officie bidden, ofwel samen met de priesters, ofwel onder elkaar, of zelfs ieder voor zich". vert. uit Lat.[[570|100]]
Referenties naar alinea 1175: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1176
2700
Youcat ->=geentekst=
2700
Om het getijdengebed te vieren is niet alleen vereist dat men het gebed van het hart in overeenstemming brengt met de stem, maar ook "dat men zich een rijkere kennis van de liturgie en van de Bijbel eigen maakt, vooral van de Psalmen". vert. uit Lat.[[570|90]]
Zie ook alinea's: -2700-[al:2700]
Zie ook alinea's: -2700-[al:2700]
Referenties naar alinea 1176: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1177
2586
Youcat ->=geentekst=
2586
De hymnen en litanieën van het getijdengebed voegen het psalmgebed in de tijd van de Kerk in, en drukken zo de symboliek van het ogenblik van de dag, van de liturgische tijd of van het gevierde feest uit. Bovendien openbaren de lezing van Gods woord in elk uur van het getijdengebed (met de beurtzang of de trope die erop volgt) en, in bepaalde getijden, de lezing uit de Kerkvaders of geestelijke meesters, op een meer diepgaande wijze de zin van het gevierde mysterie. Deze lezingen dragen ook bij tot een beter begrip van de Psalmen en bereiden voor op het stil gebed. De lectio divina, waarbij het woord van God gelezen en overwogen wordt om tot gebed te worden, is op deze wijze geworteld in de liturgische viering.
Zie ook alinea's: -2586-[al:2586]
Zie ook alinea's: -2586-[al:2586]
Referenties naar alinea 1177: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1178
1378
Youcat ->=geentekst=
1378
Het getijdengebed dat als het ware een verlengstuk is van de viering van de Eucharistie, sluit de verschillende devoties van het Volk van God, in het bijzonder de aanbidding en verering van het heilig Sacrament, niet uit, maar roept ze aanvullend op.
Zie ook alinea's: -1378-[al:1378]
Zie ook alinea's: -1378-[al:1378]
Referenties naar alinea 1178: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - Waar wordt er gevierd? (1179-1186)
1179
586
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
586
De eredienst "in geest en waarheid" (Joh. 4, 24)[b:Joh. 4, 24] van het Nieuwe Verbond is niet gebonden aan een bepaalde plaats. Heel de aarde is heilig en ze is toevertrouwd aan de mensenkinderen. Wanneer de gelovigen op een bepaalde plaats samenkomen, dan zijn zij "levende stenen", verzameld voor "de bouw van de geestelijke tempel" (1 Pt. 2, 4-5)[b:1 Pt. 2, 4-5]. Het lichaam van de verrezen Christus is de geestelijke tempel waaruit de bron van levend water opborrelt. "De tempel van de levende God, dat zijn wij" (2 Kor. 6, 16)[b:2 Kor. 6, 16], ingelijfd in Christus door de heilige Geest.
Zie ook alinea's: -586-[al:586]
Zie ook alinea's: -586-[al:586]
Referenties naar alinea 1179: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1180
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Wanneer de uitoefening van de godsdienstvrijheid niet wordt belemmerd, vgl: Dignitatis Humanae, 4[[[702|4]]] trekken de Christenen gebouwen op die bestemd zijn voor de goddelijke eredienst. Deze kerkgebouwen zijn niet enkel verzamelplaatsen, maar verwijzen naar de Kerk die op deze plek leeft. Zij maken de verblijfplaats van God onder de mensen die in Christus verzoend en verenigd zijn, zichtbaar.
Zie ook alinea's: -2106-[al:2106]
Zie ook alinea's: -2106-[al:2106]
Referenties naar alinea 1180: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1181
2691
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2691
"Het huis van gebed, waarin de heilige Eucharistie wordt gevierd en bewaard, waarin de gelovigen samenkomen en waarin de tegenwoordigheid van de Zoon van God, onze Verlosser, die voor ons op het altaar is geofferd, wordt vereerd tot hulp en troost van de gelovigen, moet er verzorgd uitzien en geschikt zijn voor het gebed en de heilige diensten". Presbyterorum Ordinis, 5[[704|5]] vgl: vert. uit Lat.[[[570|122-127]]] De echtheid en de harmonie van de tekens maken dit "huis van God" tot wat het is. Zij moeten Christus, die in dit oord aanwezig is en handelt, zichtbaar maken. vgl: Sacrosanctum Concilium, 7[[[570|7]]]
Zie ook alinea's: -2691-[al:2691]
Zie ook alinea's: -2691-[al:2691]
Referenties naar alinea 1181: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1182
1355
1383
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1355
1383
Het altaar van het Nieuwe Verbond is het kruis van de Heer, (Heb. 13, 10)[[b:Heb. 13, 10]] waaraan de sacramenten van het Paasmysterie ontspringen. Op het altaar, dat het centrum van de kerk is, wordt onder sacramentele tekenen het kruisoffer tegenwoordig gesteld. Het is ook de tafel des Heren, waaraan het Volk van God wordt uitgenodigd. vgl: Institutio Generalis Missalis Romani, (259)[[[1383|(259)]]] In bepaalde oosterse liturgieën is het altaar ook het symbool van het graf (Christus is waarlijk gestorven en waarlijk verrezen).Zie ook alinea's: -1383-[al:1383]-617-[al:617]
Referenties naar alinea 1182: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1183
1297
1379
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1297
1379
Het tabernakel moet "op een zeer waardige plaats en met de grootste eerbied in de kerken bewaard worden". vert. uit Lat.[[392|66]] De waardigheid, wijze van opstelling en veiligheid van het eucharistisch tabernakel vert. uit Lat.[[570|128]] moeten de aanbidding van de Heer, die werkelijk aanwezig is in het heilig Sacrament van het altaar, bevorderen. De zalving met het heilig chrisma (myron) is het sacramentele teken van het zegel van de gave van de heilige Geest. Het chrisma wordt traditiegetrouw bewaard en vereerd op een veilige plaats in het heiligdom. Men kan er de olie voor de geloofsleerlingen en die voor de zieken bij plaatsen.Zie ook alinea's: -1379-[al:1379]-2120-[al:2120]-1241-[al:1241]
Referenties naar alinea 1183: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1184
103
1349
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
103
1349
De zetel van de bisschop (cathedra) of die van de priester "moet de functie uitdrukken van degene die de vergadering van de gelovigen voorzit en het gebed leidt". vert. Altaarmissaal (NL) 91; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 48[[1383|(271)]] De ambo: "De waardigheid van het woord van God vereist dat er in de kerk een geschikte plaats is vanwaar dit verkondigd wordt en waarheen de aandacht van de gelovigen tijdens de Liturgie van het Woord vanzelf uitgaat". vert. Altaarmissaal (NL) 92; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 49[[1383|(272)]]Zie ook alinea's: -103-[al:103]-1348-[al:1348]
Referenties naar alinea 1184: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1185
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De verzameling van het Volk van God begint met het Doopsel; de kerk moet dus beschikken over een plaats voor de viering van het Doopsel (doopkapel) en zij moet de herinnering aan de doopbeloften bevorderen (wijwater). De vernieuwing van het leven, in het Doopsel ontvangen, vereist boetedoening. Het kerkgebouw moet dus de mogelijkheid bieden dat men zijn berouw uitdrukt en vergeving ontvangt, wat een geëigende plaats voor de ontvangst van de boetelingen vereist.Zie ook alinea's: -2717-[al:2717]
De kerk moet ook een ruimte zijn die uitnodigt tot ingetogenheid en stil gebed, als verlengstuk en verinnerlijking van het grote gebed dat de Eucharistie is.
Referenties naar alinea 1185: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1186
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Tenslotte heeft het kerkgebouw een eschatologische betekenis. Om in het huis van God binnen te treden, moet men over een drempel heen, symbool van de overgang van de wereld die gewond is door de zonde, naar de wereld van het nieuwe leven, waartoe alle mensen geroepen zijn. Het kerkgebouw is het symbool van het vaderlijk huis, waarnaar het Volk van God onderweg is en waar de Vader "alle tranen van hun ogen zal afwassen" (Openb. 21, 4)[b:Openb. 21, 4]. Daarom is de kerk ook het huis van alle kinderen van God, wijd open en gastvrij.
Referenties naar alinea 1186: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1187-1199)
1187
Youcat ->=geentekst=
De liturgie is het werk van de hele Christus, hoofd en lichaam. Onze Hogepriester viert die zonder ophouden in de hemelse liturgie, samen met de heilige Moeder van God, de apostelen, alle heiligen en de menigte mensen die reeds het Koninkrijk zijn binnengegaan.
Referenties naar alinea 1187: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1188
Youcat ->=geentekst=
In een liturgische viering is heel de verzamelde gemeenschap "liturg". ieder volgens zijn eigen functie. Het gemeenschappelijk priesterschap krachtens het Doopsel is eigen aan heel het lichaam van Christus. Bepaalde gelovigen echter worden door het Sacrament van de Wijding aangesteld om Christus te vertegenwoordigen als hoofd van het lichaam.
Referenties naar alinea 1188: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1189
De liturgische viering bevat tekens en symbolen die verwijzen naar de schepping (licht, water, vuur), naar het menselijk leven (wassen, zalven, het brood breken) en naar de heilsgeschiedenis (de paasriten). Ingevoegd in de wereld van het geloof en vervuld van de kracht van de heilige Geest worden deze kosmische elementen, deze menselijke riten en deze gedachtenisviering aan Gods ingrijpen nu dragers van het verlossend en heiligmakend handelen van Christus.
Referenties naar alinea 1189: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1190
Youcat ->=geentekst=
De liturgie van het woord is een integrerend bestanddeel van de viering. De zin van de viering wordt uitgedrukt door het verkondigde woord van God en door het geloofsantwoord dat er op volgt.
Referenties naar alinea 1190: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1191
Youcat ->=geentekst=
De zang en de muziek zijn nauw verbonden met de liturgische handeling. De criteria voor een goed gebruik ervan zijn: de expressieve schoonheid van het gebed, de eensgezinde deelname van de verzamelde gemeenschap en het gewijde karakter van de viering.
Referenties naar alinea 1191: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1192
De beeltenissen die zich in onze kerken en huizen bevinden zijn bestemd om ons geloof in het Christusmysterie op te wekken en te voeden. In de icoon van Christus en van zijn heilsdaden aanbidden wij Hemzelf. In de beelden van de heilige Moeder van God, van de engelen en heiligen, vereren wij de personen die ze voorstellen.
Referenties naar alinea 1192: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1193
De zondag, "dag des Heren". is de voornaamste dag om de Eucharistie te vieren, omdat het de dag van de verrijzenis is. Het is bij uitstek de dag van de liturgische samenkomst, de dag van het christelijk gezin, de dag van de vreugde en van de arbeidsrust. Hij is "de grondslag en de kern van heel het liturgisch jaar". vert. uit Lat.[[570|106]]
Referenties naar alinea 1193: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1194
Youcat ->=geentekst=
De Kerk "ontvouwt het hele Christusmysterie door de jaarkring heen, vanaf de menswording en de geboorte tot de Hemelvaart, tot de dag van Pinksteren en tot de verwachting van de gelukzalige hoop en de verschijning van de Heer". vert. uit Lat.[[570|102]]
Referenties naar alinea 1194: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1195
Youcat ->=geentekst=
Door op vastgestelde dagen van het liturgisch jaar de heiligen te gedenken, in de eerste plaats de heilige Moeder van God, vervolgens de apostelen, martelaren en andere heiligen, laat de Kerk zien dat zij hier op aarde reeds verenigd is met de hemelse liturgie; zij verheerlijkt Christus omdat Hij zijn heil voltrokken heeft in zijn verheerlijkte ledematen; hun voorbeeld spoort haar aan op haar weg naar de Vader.
Referenties naar alinea 1195: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1196
De gelovigen die het getijdengebed vieren, verenigen zich met Christus, onze hogepriester, door het psalmgebed, de overweging van het woord van God, door lofzangen en zegeningen, om verbonden te zijn met het onophoudelijk en allesomvattend gebed, waarmee Hij de Vader verheerlijkt en de gave van de heilige Geest over de hele wereld afsmeekt.
Referenties naar alinea 1196: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1197
Youcat ->=geentekst=
Christus is de ware tempel van God, "de plaats waar zijn heerlijkheid verblijft"; door Gods genade worden de Christenen ook tempels van de heilige Geest, levende stenen waarmee de Kerk opgebouwd wordt.
Referenties naar alinea 1197: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1198
Youcat ->=geentekst=
De Kerk op aarde heeft plaatsen nodig waar de gemeenschap zich kan verzamelen: onze zichtbare kerkgebouwen, heilige plaatsen, beeld van de heilige stad, het hemelse Jeruzalem waarnaar wij als pelgrims onderweg zijn.
Referenties naar alinea 1198: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1199
In deze kerkgebouwen viert de Kerk haar openbare eredienst tot heerlijkheid van de heilige Drie-eenheid; hier beluistert zij het woord van God en zingt zij haar lof, hier doet zij haar gebed opstijgen, draagt zij het offer van Christus op, die op sacramentele wijze te midden van de samengekomen gemeenschap aanwezig is. Deze kerken zijn ook plaatsen van ingetogenheid en persoonlijk gebed.
Referenties naar alinea 1199: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 - Liturgische verscheidenheid en eenheid van het mysterie (1200-1209)
1200
2625
Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
2625
Liturgische tradities en katholiciteit van de Kerk
Vanaf de eerste gemeente te Jeruzalem tot aan de parousie, vieren de Kerken van God, trouw aan het geloof van de apostelen, overal hetzelfde Paasmysterie. Het mysterie dat in de liturgie gevierd wordt is één, maar de viering ervan kan verschillende vormen aannemen.
Zie ook alinea's: -2625-[al:2625]
Vanaf de eerste gemeente te Jeruzalem tot aan de parousie, vieren de Kerken van God, trouw aan het geloof van de apostelen, overal hetzelfde Paasmysterie. Het mysterie dat in de liturgie gevierd wordt is één, maar de viering ervan kan verschillende vormen aannemen.
Zie ook alinea's: -2625-[al:2625]
Referenties naar alinea 1200: 4
Varietates legitimae ->=geentekst=Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1201
1158
2663
Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
1158
2663
De rijkdom van het Christusmysterie is zo onpeilbaar dat geen enkele liturgische traditie deze uitputtend kan weergeven. De geschiedenis van het ontstaan en van de ontwikkeling van deze riten laat zien hoe zij elkaar op verbazingwekkende wijze aanvullen. Telkens wanneer de Kerken deze liturgische tradities eensgezind in het geloof en in de Sacramenten van het geloof beleefden, verrijkten zij elkaar en groeiden zij in trouw aan de Overlevering en aan de gemeenschappelijke zending van heel de Kerk. vgl: Evangelii Nuntiandi, 63-64[[[519|63-64]]]
Zie ook alinea's: -2663-[al:2663]-1158-[al:1158]
Zie ook alinea's: -2663-[al:2663]-1158-[al:1158]
Referenties naar alinea 1201: 4
Varietates legitimae ->=geentekst=Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1202
83
814
835
1937
2684
Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
83
814
835
1937
2684
De verschillende liturgische tradities zijn juist ontstaan uit hoofde van de zending van de Kerk. De kerken van eenzelfde geografisch en cultureel gebied zijn het Christusmysterie gaan vieren door middel van specifieke uitdrukkingsvormen, getekend door hun cultuur: deze betreffen de overlevering van de "geloofsschat" (2 Tim. 1, 14)[b:2 Tim. 1, 14], de liturgische symboliek, de organisatie van de broederlijke gemeenschap, het theologisch inzicht in de mysteries en de typen van heiligheid. Op deze wijze wordt Christus, licht en heil van alle volken, door het liturgisch leven van een bepaalde Kerk geopenbaard aan het volk en aan de cultuur waarnaar deze Kerk gezonden is en waarin zij heeft wortel geschoten. De Kerk is katholiek: elke echte rijkdom van een cultuur kan zij, na zuivering, opnemen in haar eenheid. vgl: Lumen Gentium, 23[[[617|23]]] vgl: Unitatis Redintegratio, 4[[[618|4]]]
Zie ook alinea's: -814-[al:814]-1674-[al:1674]-835-[al:835]-1937-[al:1937]
Zie ook alinea's: -814-[al:814]-1674-[al:1674]-835-[al:835]-1937-[al:1937]
Referenties naar alinea 1202: 4
Varietates legitimae ->=geentekst=Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1203
Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
De verschillende liturgische tradities of ritussen die de Kerk tegenwoordig kent, zijn de Latijnse ritus (voornamelijk de Romeinse ritus, maar ook de ritussen van bepaalde particuliere Kerken, zoals de Ambrosiaanse ritus, of die van bepaalde religieuze ordes) en de Byzantijnse, Alexandrijnse of Koptische, Syrische, Armeense, Maronitische en Chaldeeuwse ritus. "In trouw aan de traditie verklaart het heilig Concilie dat de heilige moeder de Kerk alle wettig erkende riten als gelijkgerechtigd en als even eerbiedwaardig beschouwt en dat zij voor de toekomst wil dat deze behouden en in alle opzichten bevorderd worden". vert. uit Lat.[[570|4]]
Referenties naar alinea 1203: 4
Varietates legitimae ->=geentekst=Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1204
854
1232
2527
Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
854
1232
2527
Liturgie en culturen
De viering van de liturgie moet dus beantwoorden aan de aard en cultuur van de verschillende volken. Sacrosanctum Concilium, 37-40[[570|37-40]] Opdat het Christusmysterie wordt "meegedeeld aan alle heidenvolken om hen te brengen tot de gehoorzaamheid van het geloof" (Rom. 16, 26)[b:Rom. 16, 26], moet het verkondigd, gevierd en beleefd worden in alle culturen, zodat deze niet vernietigd, maar door dit mysterie verlost en tot voltooiing gebracht worden. vgl: Catechesi Tradendae, 53[[[572|53]]] Vanuit en door hun eigen menselijke cultuur, opgenomen en omgevormd door Christus, hebben de vele kinderen van God toegang tot de Vader, om Hem te verheerlijken, in één Geest.
Zie ook alinea's: -2684-[al:2684]-854-[al:854]-1232-[al:1232]-2527-[al:2527]
De viering van de liturgie moet dus beantwoorden aan de aard en cultuur van de verschillende volken. Sacrosanctum Concilium, 37-40[[570|37-40]] Opdat het Christusmysterie wordt "meegedeeld aan alle heidenvolken om hen te brengen tot de gehoorzaamheid van het geloof" (Rom. 16, 26)[b:Rom. 16, 26], moet het verkondigd, gevierd en beleefd worden in alle culturen, zodat deze niet vernietigd, maar door dit mysterie verlost en tot voltooiing gebracht worden. vgl: Catechesi Tradendae, 53[[[572|53]]] Vanuit en door hun eigen menselijke cultuur, opgenomen en omgevormd door Christus, hebben de vele kinderen van God toegang tot de Vader, om Hem te verheerlijken, in één Geest.
Zie ook alinea's: -2684-[al:2684]-854-[al:854]-1232-[al:1232]-2527-[al:2527]
Referenties naar alinea 1204: 4
Varietates legitimae ->=geentekst=Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1205
1125
Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
1125
"In de liturgie, met name in de liturgie van de Sacramenten, is er een onveranderlijk gedeelte dat - omdat het van goddelijke instelling is - aan de Kerk ter bewaring is toevertrouwd en zijn er veranderlijke delen die door de Kerk kunnen en soms moeten worden aangepast aan de culturen van de pas bekeerde volkeren vgl: Sacrosanctum Concilium, 21[[[570|21]]]". vert. ontleend aan 1-2-1.4[[1125|16]]
Zie ook alinea's: -1125-[al:1125]
Zie ook alinea's: -1125-[al:1125]
Referenties naar alinea 1205: 4
Varietates legitimae ->=geentekst=Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1206
Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
"Liturgische verscheidenheid kan een bron van verrijking betekenen, maar ook oorzaak worden van geschillen, wederzijds onbegrip en zelfs afscheidingen. Het is duidelijk dat verscheidenheid op dit punt niet ten koste van de eenheid mag gaan en alleen maar tot uitdrukking kan komen in trouw aan het gemeenschappelijk geloof, aan de sacramentele tekens die de Kerk van Christus ontvangen heeft, en aan de hiërarchische gemeenschap. Aanpassing aan culturen vereist een bekering van het hart en zo nodig ook een breuk met voorvaderlijke gewoonten die onverenigbaar zijn met het katholieke geloof". vert. ontleend aan 1-2-1.4[[1125|16]]
Referenties naar alinea 1206: 4
Varietates legitimae ->=geentekst=Varietates legitimae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Slotdocument van de Bisschoppensynode over de Pan-Amazone Regio (t.m. nr 53 + 86-120) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1207-1209)
1207
Het is passend dat men in de viering van de liturgie streeft naar uitdrukkingsvormen die eigen zijn aan de cultuur van het volk waar de Kerk zich bevindt, zonder zich eraan te onderwerpen. Anderzijds werkt de liturgie op haar beurt scheppend en vormend in op culturen.
Referenties naar alinea 1207: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1208
De verschillende, wettig erkende, liturgische tradities of riten zijn een uitdrukking van de katholiciteit van de Kerk, doordat zij hetzelfde Christusmysterie aanduiden en meedelen.
Referenties naar alinea 1208: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1209
Het criterium dat de eenheid in de verscheidenheid van de liturgische tradities verzekert, is de trouw aan de overlevering van de apostelen, dit wil zeggen: de gemeenschap in het geloof en in de Sacramenten, ontvangen van de apostelen; een gemeenschap die wordt aangeduid en verzekerd door de apostolische opvolging.
Referenties naar alinea 1209: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- TWEEDE SECTIE - De zeven Sacramenten van de Kerk (1210-1690)
1210
1113
Youcat ->=geentekst=
1113
De Sacramenten van de Nieuwe Wet zijn door Christus ingesteld en ze zijn zeven in getal, te weten het Doopsel, het Vormsel, de Eucharistie, de Boete, de Ziekenzalving, de Priesterwijding en het Huwelijk. De zeven Sacramenten raken alle fasen en belangrijke momenten in het leven van de Christen: zij brengen het geloofsleven van de Christen tot ontstaan en groei, verlenen genezing en zending. Er bestaat dus een zekere gelijkenis tussen de fasen van het natuurlijk leven en die van het geestelijk leven. vgl: Summa Theologiae Tertia Pars q. 65 a. 1[[[t:iiia q. 65 a. 1]]]
Zie ook alinea's: -1113-[al:1113]
Zie ook alinea's: -1113-[al:1113]
Referenties naar alinea 1210: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1211
1374
1374
Op basis van deze analogie worden eerst de drie Sacramenten van de christelijke initiatie behandeld (eerste hoofdstuk (De Sacramenten van de christelijke initiatie)[1|+ 1429]) , vervolgens de Sacramenten van genezing (tweede hoofdstuk (De sacramenten van genezing)[1|+ 1663]) , en tenslotte de Sacramenten die ten dienste staan van de geloofsgemeenschap en de zending van de gelovigen (derde hoofdstuk (De sacramenten die ten dienste van de geloofsgemeenschap staan)[1|+ 1797]). Weliswaar is deze volgorde niet de enig mogelijke, maar zij laat uitkomen dat de Sacramenten een organische eenheid vormen waarin elk afzonderlijk Sacrament zijn levensnoodzakelijke plaats inneemt. In deze organische eenheid neemt de Eucharistie een unieke plaats in als "Sacrament der Sacramenten": "Alle andere Sacramenten zijn op dit Sacrament gericht als op hun doel". Summa Theologiae Tertia Pars q. 65 a. 3[[t:iiia q. 65 a. 3]]
Zie ook alinea's: -1374-[al:1374]
Zie ook alinea's: -1374-[al:1374]
Referenties naar alinea 1211: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Eerste hoofdstuk - De Sacramenten van de christelijke initiatie (1212-1419)
1212
1306
1322
1392
1533
1306
1322
1392
1533
Door de Sacramenten van de christelijke initiatie - het Doopsel, het Vormsel en de Eucharistie - wordt de grondslag van heel het christelijk leven gelegd. "Het deelgenootschap aan de goddelijke natuur, waarmee de mensen door de genade van Christus verrijkt worden, vertoont een zekere overeenkomst met de oorsprong, de groei en de voeding van het natuurlijk leven. Herboren door het doopsel, worden de gelovigen immers door het Sacrament van het Vormsel gesterkt en in de Eucharistie met het brood van het eeuwige leven gevoed, zodat zij door deze Sacramenten van de christelijke initiatie meer en meer de schatten van het goddelijk leven deelachtig worden en vooruitgaan op de weg van de volmaakte liefde". (vert. Het Vormsel (NL) blz. 6)[[1624]] vgl: praenotanda 1-2[[[3465]]]
Referenties naar alinea 1212: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 - Het sacrament van het Doopsel (1213-1284)
1213
H. Doopsel 1. - Het fundament van christelijk leven ->=geentekst=
H. Doopsel 1. - Het fundament van christelijk leven ->=geentekst=
Dignitas Infinita ->=geentekst=
Het heilig Doopsel is het fundament van heel het christelijk leven, de toegangspoort tot het leven in de Geest (vitae spiritualis ianua) en de deur die toegang verleent tot de andere Sacramenten. Door het Doopsel zijn wij van de zonde bevrijd en, herboren tot kinderen van God, worden wij ledematen van Christus, ingelijfd in de Kerk en haar zending deelachtig gemaakt: vgl: Exsultate Deo, 4[[[1021|4]]] vgl: § 1[[[30|204]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 849[[[30|849]]] vgl: § 1[[[574|(675)]]] "Het Doopsel is het Sacrament van de wedergeboorte door het water In het woord". 2,2,5 (vert. Vermuyten 1935)[[830]]
Referenties naar alinea 1213: 4
Youcat ->=geentekst=H. Doopsel 1. - Het fundament van christelijk leven ->=geentekst=
H. Doopsel 1. - Het fundament van christelijk leven ->=geentekst=
Dignitas Infinita ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Hoe wordt dit Sacrament genoemd? (1214-1216)
1214
527
1239
H. Doopsel 1. - Het fundament van christelijk leven ->=geentekst=
527
1239
In het Latijn wordt dit Sacrament baptisma genoemd, naar de centrale rite waardoor het tot stand komt: baptizare (in het Grieks baptizein) betekent "duiken", "onderdompelen"; de "onderdompeling" in het water is het symbool van de begrafenis van de geloofsleerling in de dood van Christus, waaruit hij door de verrijzenis met Hem weer opstaat, (Rom. 6, 3-4; Kol. 2, 12)[[b:Rom. 6, 3-4; Kol. 2, 12]] als "nieuwe schepping" (2 Kor. 5, 17; Gal. 6, 15)[b:2 Kor. 5, 17; Gal. 6, 15].
Zie ook alinea's: -628-[al:628]
Zie ook alinea's: -628-[al:628]
Referenties naar alinea 1214: 2
Youcat ->=geentekst=H. Doopsel 1. - Het fundament van christelijk leven ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1215
628
628
Dit Sacrament wordt ook "het bad van wedergeboorte en vernieuwing door de Heilige Geest" (Tit. 3, 5)[b:Tit. 3, 5] genoemd, omdat het de geboorte uit water en geest aanduidt en verwezenlijkt, zonder welke "niemand het rijk Gods kan binnengaan" (Joh. 3, 5)[b:Joh. 3, 5].
Zie ook alinea's: -1257-[al:1257]
Zie ook alinea's: -1257-[al:1257]
Referenties naar alinea 1215: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1216
1243
1243
"Dit waterbad wordt 'verlichting' genoemd, omdat zij die deze ervaring ondergaan, geestelijk worden verlicht". 1,61,12: PG 6, 421, vert. Getijdenboek Lect. I,3,75[[1026]] De gedoopte heeft in het Doopsel het Woord, "het ware licht dat iedere mens verlicht" (Joh. 1, 9)[b:Joh. 1, 9], ontvangen. "Na het licht ontvangen te hebben" (Heb. 10, 32)[b:Heb. 10, 32] is hij "kind van het licht" (1 Tess. 5, 5)[b:1 Tess. 5, 5] en zelf "licht" (Ef. 5, 8)[b:Ef. 5, 8] geworden:
Deze verlichting is de mooiste en prachtigste van alle gaven Gods (...). Wij noemen het gave, genade, onderdompeling, zalving, verlichting, kleed van onvergankelijkheid, bad van wedergeboorte, zegel en alles wat maar kostbaar is. Gave, omdat het toegediend wordt aan wie niets met zich meebrengen; genade, omdat het zelfs aan schuldigen gegeven wordt; onderdompeling, omdat de zonde in het water begraven wordt; zalving, omdat het heilig en koninklijk is (zoals ook de gezalfden het zijn); verlichting, omdat het een schitterend licht is; kleed, omdat het onze schaamte bedekt; bad, omdat het schoonwast; zegel, omdat het ons behoedt en waarmerkt als bezit van God. 40,3-4: PG 36, 361C, vert uit Gr.[[903]]Zie ook alinea's: -1243-[al:1243]
Referenties naar alinea 1216: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Het Doopsel in het heilsbestel (1217-1228)
1217
1238
1238
De voorafbeeldingen van het Doopsel in het Oude Verbond
Bij de zegening van het doopwater in de liturgie van de Paasnacht gedenkt de Kerk op plechtige wijze de grote gebeurtenissen uit de heilsgeschiedenis die reeds een voorafbeelding waren van het mysterie van het Doopsel:
Bij de zegening van het doopwater in de liturgie van de Paasnacht gedenkt de Kerk op plechtige wijze de grote gebeurtenissen uit de heilsgeschiedenis die reeds een voorafbeelding waren van het mysterie van het Doopsel:
God, met onzichtbare macht bewerkt Gij door de sacramenten wonderbare dingen en op velerlei wijzen hebt Gij het water, uw schepping, toebereid om de genade van het Doopsel aan te duiden. Paaswake 42; zegening van het doopwater (hier en in de volgende citaten van het zegeningsgebed wordt gebruik gemaakt van een eigen vertaling)[[1209]]
Referenties naar alinea 1217: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1218
344
694
344
694
Sinds het ontstaan van de wereld is het water, dat nederig en wonderlijk schepsel, de bron van leven en vruchtbaarheid. Volgens de heilige Schrift "bebroedt" de Geest van God het als het ware: (Gen. 1, 2)[[b:Gen. 1, 2]]
In het begin van de wereld zweefde uw Geest over de wateren, opdat zij toen reeds kracht zouden ontvangen om te heiligen. Paaswake 42; zegening van het doopwater, vert. uit Lat.[[1209]]Zie ook alinea's: -344-[al:344]-694-[al:694]
Referenties naar alinea 1218: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1219
56
701
845
56
701
845
De Kerk heeft in de ark van Noach een voorafbeelding van het heil door het Doopsel gezien, Door haar bleven inderdaad "slechts enkelen, niet meer dan acht personen, behouden te midden van het water" (1 Pt. 3, 20)[b:1 Pt. 3, 20]:
De zondvloed hebt Gij gemaakt tot beeld van de wedergeboorte, zodat hetzelfde water het einde der zonde en het begin van nieuw leven betekende. Paaswake 42; zegening van het doopwater, vert. uit Lat.[[1209]]Zie ook alinea's: -701-[al:701]-845-[al:845]
Referenties naar alinea 1219: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1220
1010
1010
Terwijl bronwater symbool is voor het leven, is zeewater dat voor de dood. Daarom kon het water een beeld zijn van het mysterie van het kruis. Deze symboliek maakt dat het Doopsel de gemeenschap met de dood van Christus aanduidt.
Zie ook alinea's: -1010-[al:1010]
Zie ook alinea's: -1010-[al:1010]
Referenties naar alinea 1220: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1221
Vooral de doortocht door de Rode Zee, de ware bevrijding van Israël uit de Egyptische slavernij, kondigt de bevrijding door het Doopsel aan:
Gij hebt de kinderen van Abraham droogvoets door de Rode Zee laten trekken, opdat zij die uit de slavernij van Farao waren bevrijd, een voorafbeelding zouden zijn van het volk der gedoopten. Paaswake 42; zegening van het doopwater, vert. uit Lat.[[1209]]
Referenties naar alinea 1221: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1222
Tenslotte is ook de doortocht door de Jordaan een voorafbeelding van het Doopsel. Toen verkreeg het Volk van God het land dat beloofd was aan het nageslacht van Abraham, beeld van het eeuwig leven. De belofte van dit gelukzalig erfdeel wordt vervuld in het Nieuwe Verbond.
Referenties naar alinea 1222: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1223
232
232
Het doopsel van Christus
Alle voorafbeeldingen van het Oude Verbond worden in Jezus Christus tot vervulling gebracht. Hij begint zijn openbaar leven nadat Hij zich door de heilige Johannes de Doper heeft laten dopen in de Jordaan (Mt. 3, 13)[[b:Mt. 3, 13]] en, na zijn verrijzenis, geeft Hij de volgende zending aan zijn apostelen: "Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb" (Mt. 28, 19-20)[b:Mt. 28, 19-20]. (Mc. 16, 15-16)[[b:Mc. 16, 15-16]]
Zie ook alinea's: -232-[al:232]
Alle voorafbeeldingen van het Oude Verbond worden in Jezus Christus tot vervulling gebracht. Hij begint zijn openbaar leven nadat Hij zich door de heilige Johannes de Doper heeft laten dopen in de Jordaan (Mt. 3, 13)[[b:Mt. 3, 13]] en, na zijn verrijzenis, geeft Hij de volgende zending aan zijn apostelen: "Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb" (Mt. 28, 19-20)[b:Mt. 28, 19-20]. (Mc. 16, 15-16)[[b:Mc. 16, 15-16]]
Zie ook alinea's: -232-[al:232]
Referenties naar alinea 1223: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1224
536
536
Onze Heer heeft zich uit vrije wil aan het doopsel van de heilige Johannes, dat bestemd was voor de zondaars, ondergaan om "de gerechtigheid volledig te vervullen" (Mt. 3, 15)[b:Mt. 3, 15]. Deze daad van Jezus is een uiting van zijn zelfontlediging" (Fil. 2, 7)[b:Fil. 2, 7]. De Geest die over de wateren van de eerste schepping zweefde, daalt dan neer over Christus, als voorspel van de nieuwe schepping, en de Vader openbaart Jezus als zijn "veelgeliefde Zoon" (Mt. 3, 16-17)[b:Mt. 3, 16-17].
Zie ook alinea's: -536-[al:536]
Zie ook alinea's: -536-[al:536]
Referenties naar alinea 1224: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1225
In zijn Pasen heeft Christus de bronnen van het doopsel voor alle mensen geopend. Hij had inderdaad reeds gesproken over zijn lijden dat Hij te Jeruzalem zou ondergaan, als over een "doopsel" waarmee Hij gedoopt moest worden (Mc. 10, 38)[b:Mc. 10, 38]. (Lc. 12, 50)[[b:Lc. 12, 50]] Het bloed en het water die uit de doorstoken zijde van de gekruisigde Jezus vloeiden (Joh. 19, 34)[b:Joh. 19, 34], zijn voorafbeeldingen van het Doopsel en de Eucharistie, Sacramenten van het nieuwe leven. (1 Joh. 5, 6-8)[[b:1 Joh. 5, 6-8]] sindsdien is het mogelijk "geboren te worden uit water en geest" om het rijk Gods binnen te gaan (Joh. 3, 5)[b:Joh. 3, 5].
Kijk waar gij gedoopt zijt. Waar komt het Doopsel anders vandaan, dan van het kruis van Christus, van de dood van Christus. Heel het mysterie is hierin gelegen, dat Hij voor u geleden heeft. In Hem zijt gij vrijgekocht, in Hem zijt gij gered. 2,2,6: PL 16, 444, vert. uit Lat.[[3466|6]]Zie ook alinea's: -766-[al:766]
Referenties naar alinea 1225: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1226
1427
1427
Het Doopsel in de Kerk
De Kerk heeft vanaf de dag van Pinksteren het heilig Doopsel gevierd en toegediend. De heilige Petrus verklaart inderdaad aan het volk dat diep getroffen was door zijn prediking: "Bekeert u, en ieder van u late zich dopen in de naam van Jezus Christus tot vergeving van zijn zonden. Dan zult gij de gave van de heilige Geest ontvangen" (Hand. 2, 38)[b:Hand. 2, 38]. De apostelen en hun medewerkers dienen het Doopsel toe aan al wie in Jezus gelooft: joden, zij die God vrezen, heidenen. (Hand. 2, 41; Hand. 8, 12-13; Hand. 10, 48; Hand. 16, 15)[[b:Hand. 2, 41; Hand. 8, 12-13; Hand. 10, 48; Hand. 16, 15]] Altijd blijkt het Doopsel verbonden te zijn met het geloof: "Geloof in de Heer Jezus, dan zult gij en uw huis gered worden", verklaart de heilige Paulus aan zijn gevangenbewaarder te Filippi. Het verhaal gaat verder: "Terstond daarna werd hij met al de zijnen gedoopt" (Hand. 16, 31-33)[b:Hand. 16, 31-33].
Zie ook alinea's: -849-[al:849]
De Kerk heeft vanaf de dag van Pinksteren het heilig Doopsel gevierd en toegediend. De heilige Petrus verklaart inderdaad aan het volk dat diep getroffen was door zijn prediking: "Bekeert u, en ieder van u late zich dopen in de naam van Jezus Christus tot vergeving van zijn zonden. Dan zult gij de gave van de heilige Geest ontvangen" (Hand. 2, 38)[b:Hand. 2, 38]. De apostelen en hun medewerkers dienen het Doopsel toe aan al wie in Jezus gelooft: joden, zij die God vrezen, heidenen. (Hand. 2, 41; Hand. 8, 12-13; Hand. 10, 48; Hand. 16, 15)[[b:Hand. 2, 41; Hand. 8, 12-13; Hand. 10, 48; Hand. 16, 15]] Altijd blijkt het Doopsel verbonden te zijn met het geloof: "Geloof in de Heer Jezus, dan zult gij en uw huis gered worden", verklaart de heilige Paulus aan zijn gevangenbewaarder te Filippi. Het verhaal gaat verder: "Terstond daarna werd hij met al de zijnen gedoopt" (Hand. 16, 31-33)[b:Hand. 16, 31-33].
Zie ook alinea's: -849-[al:849]
Referenties naar alinea 1226: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1227
790
1003
790
1003
Volgens de heilige apostel Paulus deelt de gelovige door het Doopsel in de dood van Christus; hij wordt met Hem begraven en verrijst met Hem:
Zie ook alinea's: -790-[al:790]
Gij weet toch dat de doop, waardoor wij één zijn geworden met Christus Jezus, ons heeft doen delen in zijn dood ? Door de doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven, opdat ook wij, zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt, een nieuw leven zouden leiden (Rom. 6, 3-4)[b:Rom. 6, 3-4]. (Kol. 2, 12)[[b:Kol. 2, 12]]De gedoopten zijn "met Christus bekleed" (Gal. 3, 27)[b:Gal. 3, 27]. Door toedoen van de heilige Geest is het Doopsel een bad dat zuivert, heiligt en rechtvaardigt. (1 Kor. 6, 11; 1 kor. 12, 13)[[b:1 Kor. 6, 11; 1 kor. 12, 13]]
Zie ook alinea's: -790-[al:790]
Referenties naar alinea 1227: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1228
Het Doopsel is dus een waterbad waarin "het onvergankelijke zaad" van het woord van God zijn levenwekkende uitwerking heeft. (1 Pt. 1, 23; Ef. 5, 26)[[b:1 Pt. 1, 23; Ef. 5, 26]] De heilige Augustinus zegt over het Doopsel: "Het woord voegt zich bij het element en het wordt een sacrament". 80,3: PL 35, 1840, vert. uit Lat.[[859]]
Referenties naar alinea 1228: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - Hoe wordt het Sacrament van het Doopsel gevierd? (1229-1245)
1229
De christelijke initiatie
Vanaf de apostolische tijd wordt men stapsgewijze Christen door een initiatie in meerdere fasen. Men kan langer of korter over deze weg doen, maar altijd zullen enkele wezenlijke elementen aanwezig moeten zijn: de verkondiging van het woord, de aanvaarding van het Evangelie, die een bekering met zich meebrengt, de belijdenis van het geloof, het Doopsel, de uitstorting van de Heilige Geest, de toegang tot de eucharistische Communie.
Vanaf de apostolische tijd wordt men stapsgewijze Christen door een initiatie in meerdere fasen. Men kan langer of korter over deze weg doen, maar altijd zullen enkele wezenlijke elementen aanwezig moeten zijn: de verkondiging van het woord, de aanvaarding van het Evangelie, die een bekering met zich meebrengt, de belijdenis van het geloof, het Doopsel, de uitstorting van de Heilige Geest, de toegang tot de eucharistische Communie.
Referenties naar alinea 1229: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1230
1248
1248
Deze initiatie heeft in de loop der eeuwen en naargelang van de omstandigheden verschillende vormen gehad. In de eerste eeuwen van de Kerk heeft de christelijke initiatie een grote ontplooiing gekend, met een lange periode voor het catechumenaat en een reeks voorbereidingsriten die liturgisch de weg uitstippelden van de catechumenale voorbereiding en die uitmondden in de viering van de initiatiesacramenten.Zie ook alinea's: -1248-[al:1248]
Referenties naar alinea 1230: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1231
Waar het Doopsel van kinderen de gebruikelijke vorm van de viering van dit Sacrament is geworden, vindt hij in één enkele, doorlopende handeling plaats die op zeer verkorte wijze de aan de christelijke initiatie voorafgaande etappes in zich opneemt. De aard van het Doopsel van kinderen zelf vereist een catechumenaat na het Doopsel. Het gaat niet enkel om de noodzaak van een onderrichting na het Doopsel, maar om de noodzakelijke ontplooiing van de doopgenade in de groei van de persoon. Hier heeft de catechese haar geëigende plaats.Zie ook alinea's: -13-[al:13]
Referenties naar alinea 1231: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1232
1204
1204
Het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] heeft voor de Latijnse Kerk "het catechumenaat voor volwassenen hersteld; het is over een aantal etappes verdeeld". vert. uit Lat.[[570|64]] De riten hiervan vindt men in de Ordo initiationis christianae adultorum[3465] (1972). Bovendien heeft het Concilie toegestaan dat men in de missiegebieden, "naast de initiatie-elementen die in de christelijke traditie liggen vervat, ook elementen opneemt die bij een bepaald volk in gebruik zijn, voor zover zij aan het christelijk ritueel kunnen worden aangepast". Sacrosanctum Concilium, 65[[570|65]] vgl: vert. uit Lat.[[[570|37-40]]]Zie ook alinea's: -1204-[al:1204]
Referenties naar alinea 1232: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1233
1290
1312
1290
1312
Tegenwoordig begint dus in alle Latijnse en Oosterse riten de christelijke initiatie van de volwassenen op het ogenblik dat zij het catechumenaat binnentreden, om haar hoogtepunt te bereiken in één enkele viering van de drie sacramenten van het Doopsel, het Vormsel en de Eucharistie. vgl: Ad Gentes Divinitus, 14[[[703|14]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 851,865,866[[[30|851.865.866]]] In de Oosterse ritussen begint de christelijke initiatie van de kinderen met het Doopsel, waarop onmiddellijk het Vormsel en de Eucharistie volgen, terwijl in de Romeinse ritus de initiatie wordt gevolgd door verschillende jaren van catechese en pas later haar voltooiing vindt in het Vormsel en de Eucharistie, het hoogtepunt van de christelijke initiatie. vgl: Codex Iuris Canonici, 851,868[[[30|851.868]]]Zie ook alinea's: -1290-[al:1290]
Referenties naar alinea 1233: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1234
1262
1262
De viering als inwijding in het mysterie
De zin en de genade van het Sacrament van het Doopsel komen duidelijk naar voren in de riten van de viering. Door de handelingen en de woorden van deze viering te volgen en er met aandacht aan deel te nemen, worden de gelovigen ingewijd in de rijkdom die dit Sacrament in elke pasgedoopte uitbeeldt en verwezenlijkt.
De zin en de genade van het Sacrament van het Doopsel komen duidelijk naar voren in de riten van de viering. Door de handelingen en de woorden van deze viering te volgen en er met aandacht aan deel te nemen, worden de gelovigen ingewijd in de rijkdom die dit Sacrament in elke pasgedoopte uitbeeldt en verwezenlijkt.
Referenties naar alinea 1234: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1235
617
2157
H. Doopsel 2. - Teken van het christelijk geloof ->=geentekst=
617
2157
Het kruisteken, waarmee de viering begint, drukt het stempel van Christus op degene die Hem zal toebehoren, en duidt de genade van de verlossing aan die Christus door zijn kruis voor ons heeft verworven.
Zie ook alinea's: -617-[al:617]-2157-[al:2157]
Zie ook alinea's: -617-[al:617]-2157-[al:2157]
Referenties naar alinea 1235: 2
Youcat ->=geentekst=H. Doopsel 2. - Teken van het christelijk geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1236
1122
H. Doopsel 3. - De kracht om het kwaad te overwinnen ->=geentekst=
1122
De verkondiging van het woord van God verlicht de kandidaten en de verzamelde gelovigen met de geopenbaarde waarheid en wekt het geloofsantwoord op, onafscheidelijk verbonden met het Doopsel. Het Doopsel is inderdaad op bijzondere wijze "het sacrament van het geloof", omdat het de sacramentele toegang is tot het geloofsleven.
Zie ook alinea's: -1122-[al:1122]
Zie ook alinea's: -1122-[al:1122]
Referenties naar alinea 1236: 2
Youcat ->=geentekst=H. Doopsel 3. - De kracht om het kwaad te overwinnen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1237
189
1673
2101
H. Doopsel 3. - De kracht om het kwaad te overwinnen ->=geentekst=
189
1673
2101
Aangezien het Doopsel de bevrijding betekent van de zonde en van de duivel die ertoe aanzet, spreekt men over de dopeling een (of verschillende) exorcisme(n) uit. Hij wordt gezalfd met de olie van de geloofsleerlingen of de celebrant legt hem de handen op, en hij verzaakt uitdrukkelijk aan de Satan. Na deze voorbereiding kan hij het geloof van de Kerk belijden waaraan hij zal worden "toevertrouwd" door het Doopsel. (Rom. 6, 17)[[b:Rom. 6, 17]]
Zie ook alinea's: -1673-[al:1673]-189-[al:189]
Zie ook alinea's: -1673-[al:1673]-189-[al:189]
Referenties naar alinea 1237: 2
Youcat ->=geentekst=H. Doopsel 3. - De kracht om het kwaad te overwinnen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1238
Vervolgens wordt het doopwater gezegend door een epiklesegebed (hetzij op dat moment zelf, hetzij in de paasnacht). De Kerk vraagt God dat, door zijn Zoon, de kracht van de Heilige Geest over dit water mag neerdalen, opdat zij die erin worden gedoopt, "geboren worden uit water en geest" (Joh. 3, 5)[b:Joh. 3, 5].
Zie ook alinea's: -1217-[al:1217]
Zie ook alinea's: -1217-[al:1217]
Referenties naar alinea 1238: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1239
1256
H. Doopsel 5. - Herboren worden ->=geentekst=
1256
Dan volgt de wezenlijke ritus van het Sacrament: het Doopsel in de eigenlijke zin van het woord. Het duidt aan en verwezenlijkt de dood aan de zonde en het binnentreden in het leven van de allerheiligste Drie-eenheid door de gelijkvormigheid met het Paasmysterie van Christus. Het Doopsel wordt op de meest sprekende wijze voltrokken door de drievoudige onderdompeling in het doopwater. Maar vanaf de oudheid kan het ook toegediend worden door driemaal water uit te gieten over het hoofd van de dopeling.
Zie ook alinea's: -1214-[al:1214]
Zie ook alinea's: -1214-[al:1214]
Referenties naar alinea 1239: 2
Youcat ->=geentekst=H. Doopsel 5. - Herboren worden ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1240
1256
1256
In de Latijnse Kerk laat de bedienaar driemaal water over het hoofd vloeien, terwijl hij zegt: "N., ik doop u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest." In de oosterse liturgieën zegt de priester, terwijl de geloofsleerling naar het oosten gekeerd staat: "De dienaar Gods N. wordt gedoopt in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest." En bij de aanroeping van elke persoon van de allerheiligste Drie-eenheid, dompelt hij hem onder in het water en richt hem weer op.
Referenties naar alinea 1240: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1241
1183
1297
1183
1297
De zalving met het heilig Chrisma, welriekende olie gewijd door de bisschop, duidt de gave van de Heilige Geest aan de pasgedoopte aan. Hij is Christen geworden, dit wil zeggen "gezalfd" met de Heilige Geest, ingelijfd in Christus die tot priester, profeet en koning gezalfd werd. vgl: Ordo Baptismi parvulorum, (62)[[[2726|(62)]]]
Zie ook alinea's: -1294-[al:1294]-1574-[al:1574]-783-[al:783]
Zie ook alinea's: -1294-[al:1294]-1574-[al:1574]-783-[al:783]
Referenties naar alinea 1241: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1242
1291
1291
In de liturgie van de oosterse kerken wordt de zalving na het dopen beschouwd als het Sacrament van de zalving met het Chrisma (het Vormsel). In de Latijnse liturgie kondigt zij een tweede zalving met het heilig Chrisma aan, die door de bisschop toegediend zal worden: het Sacrament van het Vormsel, het Sacrament dat als het ware de zalving na het dopen "bevestigt" en voltooit. "Vormsel" komt van het Middelnederlandse "virmen" of "vermen", dat afkomstig is van het Latijnse "firmare", wat "bevestigen, verstevigen" betekent.
Zie ook alinea's: -1291-[al:1291]
Zie ook alinea's: -1291-[al:1291]
Referenties naar alinea 1242: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1243
1216
2769
1216
2769
Het witte doopkleed drukt symbolisch uit dat de gedoopte zich "met Christus bekleed" heeft (Gal. 3, 27)[b:Gal. 3, 27]: hij is met Christus verrezen. De kaars die aan de paaskaars ontstoken wordt, duidt aan dat Christus de pasgedoopte (neofiet) heeft verlicht. In Christus zijn de gedoopten "het licht der wereld" (Mt. 5, 14)[b:Mt. 5, 14]. (Fil. 2, 15)[[b:Fil. 2, 15]]
De pasgedoopte is nu kind van God in de eniggeboren Zoon. Hij kan nu het gebed van de kinderen van God zeggen: het Onze Vader.
Zie ook alinea's: -1216-[al:1216]-2769-[al:2769]
De pasgedoopte is nu kind van God in de eniggeboren Zoon. Hij kan nu het gebed van de kinderen van God zeggen: het Onze Vader.
Zie ook alinea's: -1216-[al:1216]-2769-[al:2769]
Referenties naar alinea 1243: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1244
1292
1292
De eerste eucharistische Communie. Kind van God geworden en met het bruidskleed getooid", wordt de pasgedoopte toegelaten "tot de bruiloft van het Lam" en ontvangt hij het voedsel van het nieuwe leven, het lichaam en bloed van Christus. Vanuit een levend bewustzijn van de eenheid van de christelijke initiatie wordt in de Oosterse Kerken de heilige communie gegeven aan allen die pas gedoopt en gevormd zijn, zelfs aan kleine kinderen, het woord van de Heer indachtig: "Laat de kinderen toch bij Mij komen en houdt ze niet tegen" (Mc. 10, 14)[b:Mc. 10, 14]. In de Latijnse Kerk, waar het deelnemen aan de heilige Communie voorbehouden wordt aan hen die de jaren van verstand bereikt hebben, wordt de samenhang tussen Doopsel en Eucharistie uitgedrukt door het pasgedoopte kind bij het altaar te brengen alwaar het Onze Vader gebeden wordt.
Zie ook alinea's: -1292-[al:1292]
Zie ook alinea's: -1292-[al:1292]
Referenties naar alinea 1244: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1245
De viering van het Doopsel wordt afgesloten met de plechtige zegen. Bij het Doopsel van pasgeborenen neemt de zegen van de moeder een bijzondere plaats in.
Referenties naar alinea 1245: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - Wie kan het Doopsel ontvangen? (1246-1255)
1246
"Bekwaam tot het ontvangen van het Doopsel is ieder mens die nog niet gedoopt is, en alleen deze". Codex Iuris Canonici, 864[[30|864]] Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (679)[[574|(679)]]
Referenties naar alinea 1246: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1247
Decreet over het catechumenaat ->=geentekst=
Het Doopsel van volwassenen
Sinds het ontstaan van de Kerk is in die streken waar nog niet lang geleden het Evangelie verkondigd is, het Doopsel van volwassenen de meest voorkomende situatie. Aan het catechumenaat (voorbereiding op het Doopsel) is dan een belangrijke plaats voorbehouden. Het is een inwijding in het geloof en het christelijk leven en het moet de kandidaten ontvankelijk maken voor de gave Gods in het Doopsel, het Vormsel en de Eucharistie.
Sinds het ontstaan van de Kerk is in die streken waar nog niet lang geleden het Evangelie verkondigd is, het Doopsel van volwassenen de meest voorkomende situatie. Aan het catechumenaat (voorbereiding op het Doopsel) is dan een belangrijke plaats voorbehouden. Het is een inwijding in het geloof en het christelijk leven en het moet de kandidaten ontvankelijk maken voor de gave Gods in het Doopsel, het Vormsel en de Eucharistie.
Referenties naar alinea 1247: 2
Youcat ->=geentekst=Decreet over het catechumenaat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1248
1230
Decreet over het catechumenaat ->=geentekst=
1230
Het catechumenaat of de vorming van de geloofsleerlingen heeft tot doel hen, als antwoord op het goddelijk initiatief en in vereniging met een kerkelijke gemeenschap, de mogelijkheid te bieden hun bekering en hun geloof tot rijpheid te laten komen. Het gaat om "een oefenschool voor het algehele christelijke leven waardoor de leerlingen met Christus, hun Leraar, worden verbonden. De geloofsleerlingen moeten daarom op passende wijze worden ingewijd in het heilsmysterie en de beoefening van de evangelische leefwijze en door heilige riten, op achtereenvolgende tijden te vieren, worden ingeleid in het leven van geloof, liturgie en liefde van het Volk van God". Ad Gentes Divinitus, 14[[703|14]] vgl: vert uit Lat.[[[3465|(19.98)]]]
Zie ook alinea's: -1230-[al:1230]
Zie ook alinea's: -1230-[al:1230]
Referenties naar alinea 1248: 2
Youcat ->=geentekst=Decreet over het catechumenaat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1249
1259
Decreet over het catechumenaat ->=geentekst=
1259
De geloofsleerlingen "zijn al met de Kerk verbonden, zijn reeds huisgenoten van Christus en leiden niet zelden een leven van geloof, hoop en liefde". vert. uit Lat.[[703|14]] "Hun moeder de Kerk omringt hen reeds als haar kinderen met liefdevolle zorg". Lumen Gentium, 14[[617|14]] vgl: § 3, vert uit Lat.[[[30|206.788]]]
Zie ook alinea's: -1259-[al:1259]
Zie ook alinea's: -1259-[al:1259]
Referenties naar alinea 1249: 2
Youcat ->=geentekst=Decreet over het catechumenaat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1250
403
1261
1308
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
403
1261
1308
Het Doopsel van kinderen
Aangezien kinderen geboren worden met een gevallen natuur en besmet met de erfzonde, hebben ook zij de nieuwe geboorte in het Doopsel nodig, vgl: Sessio V - Decretum super peccato originali, 4[[[667|4]]] om aan de machten van de duisternis ontrukt te worden en overgebracht te worden naar het domein van de vrijheid van de kinderen Gods, (Kol. 1, 12-14)[[b:Kol. 1, 12-14]] waartoe alle mensen geroepen zijn. Het Doopsel van kinderen laat heel duidelijk zien dat de genade van het heil louter om niet gegeven wordt. De Kerk en de ouders zouden het kind dan ook de onschatbare genade om kind van God te worden ontzeggen, indien zij het niet kort na de geboorte zouden laten dopen. vgl: Codex Iuris Canonici, 867[[[30|867]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (681)[[[574|(681)]]] vgl: 1[[[574|(686)]]]
Zie ook alinea's: -403-[al:403]-1996-[al:1996]
Aangezien kinderen geboren worden met een gevallen natuur en besmet met de erfzonde, hebben ook zij de nieuwe geboorte in het Doopsel nodig, vgl: Sessio V - Decretum super peccato originali, 4[[[667|4]]] om aan de machten van de duisternis ontrukt te worden en overgebracht te worden naar het domein van de vrijheid van de kinderen Gods, (Kol. 1, 12-14)[[b:Kol. 1, 12-14]] waartoe alle mensen geroepen zijn. Het Doopsel van kinderen laat heel duidelijk zien dat de genade van het heil louter om niet gegeven wordt. De Kerk en de ouders zouden het kind dan ook de onschatbare genade om kind van God te worden ontzeggen, indien zij het niet kort na de geboorte zouden laten dopen. vgl: Codex Iuris Canonici, 867[[[30|867]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (681)[[[574|(681)]]] vgl: 1[[[574|(686)]]]
Zie ook alinea's: -403-[al:403]-1996-[al:1996]
Referenties naar alinea 1250: 3
Kinderen: Lentebode van het gezin en de samenleving ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1251
Youcat ->=geentekst=
Christelijke ouders zullen erkennen dat deze praktijk ook overeenstemt met hun rol als verzorgers van het leven, dat God hun heeft toevertrouwd. vgl: Lumen Gentium, 11,41[[[617|11.41]]] vgl: Gaudium et Spes, 48[[[575|48]]] vgl: 2[[[30|774]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 1136[[[30|1136]]]
Referenties naar alinea 1251: 2
Kinderen: Lentebode van het gezin en de samenleving ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1252
De doop van kleine kinderen is sinds onheuglijke tijden een traditie in de Kerk. Sinds de tweede eeuw wordt er uitdrukkelijk van getuigd. Het is echter goed mogelijk dat reeds vanaf het begin van de apostolische prediking er ook kinderen gedoopt werden (Hand. 16, 15.33; Hand. 18, 8; 1 Kor. 1, 16)[[b:Hand. 16, 15.33; Hand. 18, 8; 1 Kor. 1, 16]], toen hele gezinnen het Doopsel ontvingen. vgl: Pastoralis actio[[[3467]]]
Referenties naar alinea 1252: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1253
168
168
Geloof en Doopsel
Het Doopsel is het sacrament van het geloof. (Mc. 16, 16)[[b:Mc. 16, 16]] Om te geloven heeft men echter de gemeenschap van gelovigen nodig. Enkel binnen het geloof van de Kerk kan iemand gelovig zijn. Het geloof dat voor het Doopsel vereist wordt, is niet een volmaakt en rijp geloof, maar een beginnend geloof dat geroepen is zich te ontwikkelen. Men vraagt aan de geloofsleerling of aan zijn peter: "Wat vraagt u van de Kerk van God ?" En hij antwoordt: "Het geloof!"
Zie ook alinea's: -1123-[al:1123]-168-[al:168]
Het Doopsel is het sacrament van het geloof. (Mc. 16, 16)[[b:Mc. 16, 16]] Om te geloven heeft men echter de gemeenschap van gelovigen nodig. Enkel binnen het geloof van de Kerk kan iemand gelovig zijn. Het geloof dat voor het Doopsel vereist wordt, is niet een volmaakt en rijp geloof, maar een beginnend geloof dat geroepen is zich te ontwikkelen. Men vraagt aan de geloofsleerling of aan zijn peter: "Wat vraagt u van de Kerk van God ?" En hij antwoordt: "Het geloof!"
Zie ook alinea's: -1123-[al:1123]-168-[al:168]
Referenties naar alinea 1253: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1254
Bij alle gedoopten, zowel kinderen als volwassenen, moet het geloof na het Doopsel groeien. Daarom ook viert de Kerk elk jaar in de paasnacht de vernieuwing van de doopbeloften. De voorbereiding op het Doopsel voert enkel tot de drempel van het nieuwe leven. Het Doopsel is de bron van het nieuwe leven in Christus, waaruit heel het christelijk leven ontspringt.
Zie ook alinea's: -2101-[al:2101]
Zie ook alinea's: -2101-[al:2101]
Referenties naar alinea 1254: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1255
1311
1311
Voor de ontplooiing van de doopgenade is de hulp van de ouders belangrijk. Hier ook ligt de rol van de peter of de meter, die overtuigde gelovigen moeten zijn, in staat en bereid om de pasgedoopte, kind of volwassene, te helpen op de weg van het christelijk leven. vgl: Codex Iuris Canonici, 872-874[[[30|872-874]]] Hun taak is werkelijk een kerkelijke functie (officium). vgl: Sacrosanctum Concilium, 67[[[570|67]]] Heel de kerkelijke gemeenschap draagt een deel van de verantwoordelijkheid voor de ontplooiing en het behoud van de doopgenade.
Zie ook alinea's: -1311-[al:1311]
Zie ook alinea's: -1311-[al:1311]
Referenties naar alinea 1255: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V. - Wie mag dopen? (1256)
1256
De gewone bedienaars van het Doopsel zijn de bisschop en de priester, en in de Latijnse Kerk ook de diaken. vgl: § 1[[[30|861]]] vgl: § 1[[[574|(677)]]] In geval van nood mag iedereen die met de vereiste intentie bezield is, zelfs een niet-gedoopte, het Doopsel toedienen gebruikmakend van de Trinitaire doopformule. 2[[30|861]] De vereiste intentie bestaat hierin, dat men wil doen wat de Kerk doet als ze het Doopsel toedient. De reden voor deze mogelijkheid ziet de Kerk in de universele heilswil van God (1 Tim. 2, 4)[[b:1 Tim. 2, 4]] en in de noodzaak van het Doopsel voor het heil. (Mc. 16, 16)[[b:Mc. 16, 16]]
Zie ook alinea's: -1239-1240-[al:1239-1240]-1752-[al:1752]
Zie ook alinea's: -1239-1240-[al:1239-1240]-1752-[al:1752]
Referenties naar alinea 1256: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VI. - De noodzaak van het Doopsel (1257-1261)
1257
161
846
1129
1215
1261
161
846
1129
1215
1261
De Heer zelf bevestigt dat het Doopsel noodzakelijk is voor het heil. (Joh. 3, 5)[[b:Joh. 3, 5]] Hij heeft dan ook aan zijn leerlingen bevolen het Evangelie te verkondigen en alle volkeren te dopen. (Mt. 28, 20)[[b:Mt. 28, 20]] vgl: Sessio VII - Decretum de Sacramentis, 18[[[672|18]]] vgl: Lumen Gentium, 14[[[617|14]]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 5[[[703|5]]] Het Doopsel is heilsnoodzakelijk voor hen aan wie het Evangelie verkondigd werd en die de mogelijkheid hebben gehad dit sacrament te vragen. (Mc. 16, 16)[[b:Mc. 16, 16]] De Kerk kent geen ander middel dan het Doopsel om de toegang tot de eeuwige gelukzaligheid te verzekeren. Daarom hoedt zij zich ervoor de zending te verwaarlozen die zij van de Heer ontvangen heeft om al wie het Doopsel kan ontvangen te doen "herboren worden uit water en geest". God heeft het heil verbonden met het sacrament van het Doopsel; Hijzelf is echter niet aan zijn sacramenten gebonden.
Zie ook alinea's: -1129-[al:1129]-161-[al:161]-846-[al:846]
Zie ook alinea's: -1129-[al:1129]-161-[al:161]-846-[al:846]
Referenties naar alinea 1257: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1258
2473
2473
Altijd heeft de Kerk de vaste overtuiging gehad dat zij, die omwille van het geloof de dood ondergaan zonder het Doopsel ontvangen te hebben, gedoopt worden door hun dood voor en met Christus. Dit doopsel van bloed levert evenals het doopsel van begeerte de vruchten van het Doopsel op zonder evenwel Sacrament te zijn.
Zie ook alinea's: -2473-[al:2473]
Zie ook alinea's: -2473-[al:2473]
Referenties naar alinea 1258: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1259
1249
1249
Voor de geloofsleerlingen die sterven voordat zij het Doopsel ontvangen hebben, geldt dat hun uitdrukkelijk verlangen om het Doopsel te ontvangen, het berouw over hun zonden en hun liefde, hun het heil verzekert dat zij niet door middel van het Sacrament hebben kunnen verkrijgen.
Zie ook alinea's: -1249-[al:1249]
Zie ook alinea's: -1249-[al:1249]
Referenties naar alinea 1259: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1260
848
Youcat ->=geentekst=
848
"Omdat Christus voor allen gestorven is en omdat de mens slechts één uiteindelijke roeping heeft, namelijk een goddelijke, moeten wij eraan vasthouden dat de heilige Geest allen in staat stelt om, op een wijze die God kent, aan het paasmysterie deel te hebben". vert. Getijdenboek Lect. I,2,68[[575|22]] vgl: Lumen Gentium, 16[[[617|16]]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 7[[[703|7]]] Ieder die zonder het Evangelie van Christus en zijn Kerk te kennen, de waarheid zoekt en de wil van God doet, in de mate waarin deze hem bekend is, kan gered worden. Men mag veronderstellen dat zulke mensen het Doopsel uitdrukkelijk verlangd zouden hebben, indien zij er de noodzakelijkheid van hadden gekend.
Zie ook alinea's: -848-[al:848]
Zie ook alinea's: -848-[al:848]
Referenties naar alinea 1260: 2
Ecclesia in Africa ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1261
Wat betreft de kinderen die zonder Doopsel gestorven zijn: die kan de Kerk enkel aan de barmhartigheid van God toevertrouwen, zoals zij dit ook doet in de uitvaartliturgie voor hen. De grote barmhartigheid van God die wil dat alle mensen gered worden, (1 Tim. 2, 4)[[b:1 Tim. 2, 4]] en de genegenheid van Jezus voor de kinderen, die blijkt uit zijn woorden: "Laat de kinderen toch bij Mij komen en houdt ze niet tegen" (Mc. 10, 14)[b:Mc. 10, 14], staan ons toe te hopen dat er voor de kinderen die zonder Doopsel gestorven zijn, inderdaad een weg ten heil bestaat. Des te dringender is dan ook de oproep van de Kerk om kleine kinderen niet te verhinderen tot Christus te komen en hun het heilig Doopsel te geven.
Zie ook alinea's: -1250-[al:1250]-1257-[al:1257]
Zie ook alinea's: -1250-[al:1250]-1257-[al:1257]
Referenties naar alinea 1261: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VII. - De genade van het Doopsel (1262-1274)
1262
537
1303
537
1303
De verschillende vruchten of uitwerkingen van het Doopsel worden aangeduid door de zintuiglijke elementen van de sacramentele ritus. De onderdompeling in het water roept de symboliek van de dood en de zuivering op, maar ook van de wedergeboorte en de vernieuwing. De twee voornaamste vruchten zijn dus de zuivering van de zonden en de nieuwe geboorte in de Heilige Geest. (Hand. 2, 38; Joh. 3, 5)[[b:Hand. 2, 38; Joh. 3, 5]]
Zie ook alinea's: -1234-[al:1234]
Zie ook alinea's: -1234-[al:1234]
Referenties naar alinea 1262: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1263
977
1303
1425
977
1303
1425
Ter vergeving van de zonden
Door het Doopsel worden alle zonden vergeven, de erfzonde en alle persoonlijke zonden, evenals alle zondestraffen. vgl: Exsultate Deo, 6[[[1021|6]]] In allen die opnieuw geboren zijn, blijft inderdaad niets over van wat hen zou kunnen verhinderen het rijk Gods binnen te gaan, noch de zonde van Adam, noch de persoonlijke zonde, noch de gevolgen van de zonde, waarvan de scheiding van God het ergste is.
Zie ook alinea's: -977-[al:977]-1425-[al:1425]
Door het Doopsel worden alle zonden vergeven, de erfzonde en alle persoonlijke zonden, evenals alle zondestraffen. vgl: Exsultate Deo, 6[[[1021|6]]] In allen die opnieuw geboren zijn, blijft inderdaad niets over van wat hen zou kunnen verhinderen het rijk Gods binnen te gaan, noch de zonde van Adam, noch de persoonlijke zonde, noch de gevolgen van de zonde, waarvan de scheiding van God het ergste is.
Zie ook alinea's: -977-[al:977]-1425-[al:1425]
Referenties naar alinea 1263: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1264
405
978
1303
1426
2520
405
978
1303
1426
2520
Wel blijven er in de gedoopte nog enkele tijdelijke gevolgen van de zonde, zoals lijden, ziekte, dood, of de broosheden eigen aan het leven, zoals karakterzwakheden enz., evenals een neiging tot de zonde, door de Overlevering in het Latijn concupiscentia genoemd, of overdrachtelijk "fomes peccati" (zondehaard): "Omdat deze begeerlijkheid in de mens achtergebleven is met het oog op de strijd, is zij niet bij machte mensen te schaden die er niet mee instemmen en er zich moedig tegen verzetten met behulp van de genade van Christus Jezus. Sterker nog, 'hij die zich in de strijd aan de regels houdt, zal gekroond worden' (2 Tim. 2, 5)[b:2 Tim. 2, 5]". (2 Tim. niet volgens KBS), vert. uit Lat.[[667|5]]
Zie ook alinea's: -976-[al:976]-2514-[al:2514]-1426-[al:1426]-405-[al:405]
Zie ook alinea's: -976-[al:976]-2514-[al:2514]-1426-[al:1426]-405-[al:405]
Referenties naar alinea 1264: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1265
460
505
1303
1709
Dignitas Infinita ->=geentekst=
460
505
1303
1709
"Een nieuwe schepping"
Het doopsel zuivert niet enkel van alle zonden, het maakt van de pas gedoopte ook "een nieuwe schepping" (2 Kor. 5, 17)[b:2 Kor. 5, 17], een aangenomen kind van God (Gal. 4, 5-7)[[b:Gal. 4, 5-7]] die "deel heeft gekregen aan Gods eigen wezen" (2 Pt. 1, 4)[b:2 Pt. 1, 4], lidmaat van Christus (1 Kor. 6, 15; 1 Kor. 12, 27)[[b:1 Kor. 6, 15; 1 Kor. 12, 27]] en erfgenaam tezamen met Hem (Rom. 8, 17)[b:Rom. 8, 17], tempel van de heilige Geest.
Zie ook alinea's: -505-[al:505]-460-[al:460]
Het doopsel zuivert niet enkel van alle zonden, het maakt van de pas gedoopte ook "een nieuwe schepping" (2 Kor. 5, 17)[b:2 Kor. 5, 17], een aangenomen kind van God (Gal. 4, 5-7)[[b:Gal. 4, 5-7]] die "deel heeft gekregen aan Gods eigen wezen" (2 Pt. 1, 4)[b:2 Pt. 1, 4], lidmaat van Christus (1 Kor. 6, 15; 1 Kor. 12, 27)[[b:1 Kor. 6, 15; 1 Kor. 12, 27]] en erfgenaam tezamen met Hem (Rom. 8, 17)[b:Rom. 8, 17], tempel van de heilige Geest.
Zie ook alinea's: -505-[al:505]-460-[al:460]
Referenties naar alinea 1265: 2
Youcat ->=geentekst=Dignitas Infinita ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1266
1303
1810
1812
1831
1992
1303
1810
1812
1831
1992
De allerheiligste Drie-eenheid geeft aan de gedoopte de heiligmakende genade, de genade van de rechtvaardiging die:
Zie ook alinea's: -1992-[al:1992]-1812-[al:1812]-1831-[al:1831]-1810-[al:1810]
- hem in staat stelt in God te geloven, op Hem te hopen en Hem te beminnen door de theologale deugden;
- het hem mogelijk maakt te leven onder de leiding van de heilige Geest en te handelen door de gaven van de heilige Geest;
- hem in staat stelt te groeien in het goede door de morele deugden.
Zie ook alinea's: -1992-[al:1992]-1812-[al:1812]-1831-[al:1831]-1810-[al:1810]
Referenties naar alinea 1266: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1267
782
1303
1396
2156
2782
782
1303
1396
2156
2782
Ingelijfd in de Kerk, het lichaam van Christus
Door het Doopsel zijn wij ledematen van het lichaam van Christus geworden. "Daarom (...) zijn wij elkanders ledematen" (Ef. 4, 25)[b:Ef. 4, 25]. Door het Doopsel worden wij in de Kerk ingelijfd. Uit de doopvont wordt het ene Volk van God van het Nieuwe Verbond geboren, dat alle natuurlijke of menselijke grenzen van de volken, culturen, rassen en geslachten overschrijdt: "Wij zijn immers in de kracht van een en dezelfde Geest door de doop één enkel lichaam geworden" (1 Kor. 12, 13)[b:1 Kor. 12, 13].
Zie ook alinea's: -782-[al:782]
Door het Doopsel zijn wij ledematen van het lichaam van Christus geworden. "Daarom (...) zijn wij elkanders ledematen" (Ef. 4, 25)[b:Ef. 4, 25]. Door het Doopsel worden wij in de Kerk ingelijfd. Uit de doopvont wordt het ene Volk van God van het Nieuwe Verbond geboren, dat alle natuurlijke of menselijke grenzen van de volken, culturen, rassen en geslachten overschrijdt: "Wij zijn immers in de kracht van een en dezelfde Geest door de doop één enkel lichaam geworden" (1 Kor. 12, 13)[b:1 Kor. 12, 13].
Zie ook alinea's: -782-[al:782]
Referenties naar alinea 1267: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1268
784
871
901
1141
1303
1305
1546
1657
784
871
901
1141
1303
1305
1546
1657
De gedoopten zijn "levende stenen" geworden voor "de bouw van een geestelijke tempel", voor "een heilig priesterschap" (1 Pt. 2, 5)[b:1 Pt. 2, 5]. Door het Doopsel hebben zij deel aan het priesterschap van Christus, aan zijn profetische en koninklijke zending. Zij zijn "een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, Gods eigen Volk, bestemd om de roemruchte daden te verkondigen van Hem die (hen) uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht" (1 Pt. 2, 9)[b:1 Pt. 2, 9]. Het doopsel maakt de gedoopte het gemeenschappelijk priesterschap van de gelovigen deelachtig.
Zie ook alinea's: -1141-[al:1141]-784-[al:784]
Zie ook alinea's: -1141-[al:1141]-784-[al:784]
Referenties naar alinea 1268: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1269
871
1303
871
1303
Als lidmaat van de Kerk behoort de gedoopte niet meer zichzelf toe (1 Kor. 6, 19)[b:1 Kor. 6, 19], maar Hem die voor ons gestorven en verrezen is. (1 Kor. 6, 19)[[b:1 Kor. 6, 19]] Hij is nu geroepen om aan anderen onderdanig te zijn, (2 Kor. 5, 15)[[b:2 Kor. 5, 15]] hen te dienen (Ef. 5, 21; 1 Kor. 16, 15-16)[[b:Ef. 5, 21; 1 Kor. 16, 15-16]] in de gemeenschap van de Kerk, "gehoorzaam en volgzaam" te zijn jegens de kerkelijke leiders (Heb. 12, 17)[b:Heb. 12, 17], (Joh. 13, 12-15)[[b:Joh. 13, 12-15]] hen met eerbied en genegenheid te bejegenen. (1 Tess. 5, 12-13)[[b:1 Tess. 5, 12-13]] Zoals uit het doopsel verantwoordelijkheden en plichten voortkomen, zo geniet de gedoopte ook rechten in de Kerk: hij heeft het recht de Sacramenten te ontvangen, gevoed te worden met het woord van God en steun te ondervinden van de andere geestelijke hulpmiddelen van de Kerk. vgl: Lumen Gentium, 37[[[617|37]]] vgl: vv[[[30|208-217]]] vgl: 2[[[574|(675)]]]
Zie ook alinea's: -871-[al:871]
Zie ook alinea's: -871-[al:871]
Referenties naar alinea 1269: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1270
1303
Dignitas Infinita ->=geentekst=
1303
"Tot kinderen Gods herboren, moeten (de gedoopten) het geloof dat zij van God door de Kerk verkregen hebben tegenover de mensen belijden" vert. uit Lat.[[617|11]] en deelnemen aan de apostolische en missionaire activiteit van het Volk van God. vgl: Lumen Gentium, 17[[[617|17]]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 7,23[[[703|7.23]]]
Zie ook alinea's: -2472-[al:2472]
Zie ook alinea's: -2472-[al:2472]
Referenties naar alinea 1270: 2
Youcat ->=geentekst=Dignitas Infinita ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1271
818
838
1303
Youcat ->=geentekst=
818
838
1303
De sacramentele band van de eenheid der Christenen
Het Doopsel vormt de grondslag voor de eenheid onder alle Christenen, ook met hen die nog niet ten volle in gemeenschap met de katholieke Kerk leven: "Want zij die in Christus geloven en geldig gedoopt zijn, treden in een zekere, zij het niet volkomen gemeenschap met de katholieke kerk. (...) In het Doopsel, gerechtvaardigd door het geloof, worden zij in Christus ingelijfd. Zij voeren daarom met recht de naam vanCchristenen en door de zonen en dochters van de katholieke Kerk worden zij terecht als broeders en zusters in de Heer erkend". vert. uit Lat.[[618|3]] "Het Doopsel vormt daarom de sacramentele band van de eenheid tussen allen die erdoor zijn wedergeboren". vert. uit Lat.[[618|22]]
Zie ook alinea's: -818-[al:818]-838-[al:838]
Het Doopsel vormt de grondslag voor de eenheid onder alle Christenen, ook met hen die nog niet ten volle in gemeenschap met de katholieke Kerk leven: "Want zij die in Christus geloven en geldig gedoopt zijn, treden in een zekere, zij het niet volkomen gemeenschap met de katholieke kerk. (...) In het Doopsel, gerechtvaardigd door het geloof, worden zij in Christus ingelijfd. Zij voeren daarom met recht de naam vanCchristenen en door de zonen en dochters van de katholieke Kerk worden zij terecht als broeders en zusters in de Heer erkend". vert. uit Lat.[[618|3]] "Het Doopsel vormt daarom de sacramentele band van de eenheid tussen allen die erdoor zijn wedergeboren". vert. uit Lat.[[618|22]]
Zie ook alinea's: -818-[al:818]-838-[al:838]
Referenties naar alinea 1271: 2
Tertio millennio adveniente ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1272
1121
1303
H. Doopsel 5. - Herboren worden ->=geentekst=
1121
1303
Een onuitwisbaar geestelijk merkteken
Door het Doopsel ingelijfd in Christus, is de gedoopte gelijkvormig geworden met Christus. (Rom. 8, 29)[[b:Rom. 8, 29]] Het doopsel tekent de Christen met het onuitwisbaar geestelijk merkteken (character) van zijn toebehoren aan Christus. Dit merkteken wordt door geen enkele zonde uitgewist, zelfs als de zonde het Doopsel verhindert heilzame vruchten te dragen. vgl: Sessio VII - Decretum de Sacramentis, 9-19[[[672|9-19]]] Het Doopsel wordt eens voor altijd gegeven en kan dus niet herhaald worden.
Zie ook alinea's: -1121-[al:1121]
Door het Doopsel ingelijfd in Christus, is de gedoopte gelijkvormig geworden met Christus. (Rom. 8, 29)[[b:Rom. 8, 29]] Het doopsel tekent de Christen met het onuitwisbaar geestelijk merkteken (character) van zijn toebehoren aan Christus. Dit merkteken wordt door geen enkele zonde uitgewist, zelfs als de zonde het Doopsel verhindert heilzame vruchten te dragen. vgl: Sessio VII - Decretum de Sacramentis, 9-19[[[672|9-19]]] Het Doopsel wordt eens voor altijd gegeven en kan dus niet herhaald worden.
Zie ook alinea's: -1121-[al:1121]
Referenties naar alinea 1272: 2
Youcat ->=geentekst=H. Doopsel 5. - Herboren worden ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1273
1303
1303
Door het Doopsel ingelijfd in de Kerk, hebben de gelovigen het sacramentele merkteken gekregen dat hen heiligt voor de christelijke eredienst. vgl: Lumen Gentium, 11[[[617|11]]] Het zegel van het Doopsel maakt het de Christenen mogelijk en verplicht hen ertoe, God te dienen door van harte aan de heilige liturgie van de Kerk deel te nemen en hun gemeenschappelijk priesterschap uit te oefenen door het getuigenis van een heilig leven en daadwerkelijke liefde. vgl: Lumen Gentium, 10[[[617|10]]]
Zie ook alinea's: -1070-[al:1070]
Zie ook alinea's: -1070-[al:1070]
Referenties naar alinea 1273: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1274
197
1303
2016
197
1303
2016
Het "zegel van de Heer" ("dominicus character") 98,5, vert. uit Lat.[[858]] is het zegel waarmee de heilige Geest ons getekend heeft "voor de dag der verlossing" (Ef. 4, 30)[b:Ef. 4, 30]. (Ef. 1, 13-14; 2 Kor. 1, 21-22)[[b:Ef. 1, 13-14; 2 Kor. 1, 21-22]] "Het Doopsel is inderdaad het zegel van het eeuwige leven". 3, vert. uit Lat.[[886]] De gelovige die "het zegel bewaard zal hebben" tot op het einde, dit wil zeggen: die trouw zal zijn gebleven aan de eisen van zijn Doopsel, zal heen kunnen gaan "gemerkt met het teken van het geloof", Eucharistisch gebed I, nr. 97, vert. Altaarmissaal (NL) blz. LI; Vgl. 693); Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 265[[1209]] met het geloof van zijn Doopsel, in afwachting van de zalige aanschouwing van God - de voltooiing van het geloof - en in de hoop op de verrijzenis.
Zie ook alinea's: -197-[al:197]-2016-[al:2016]
Zie ook alinea's: -197-[al:197]-2016-[al:2016]
Referenties naar alinea 1274: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1275-1284)
1275
De christelijke initiatie bestaat uit een geheel van drie Sacramenten: het Doopsel dat het begin is van het nieuwe leven; het Vormsel dat er de bevestiging van is; en de Eucharistie die de leerling voedt met het lichaam en bloed van Christus met het oog op zijn omvorming in Christus.
Referenties naar alinea 1275: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1276
"Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb" (Mt. 28, 19-20)[b:Mt. 28, 19-20].
Referenties naar alinea 1276: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1277
Enkele vragen over de mogelijke deelname aan de sacramenten van doopsel en huwelijk door transseksuele en homoaffectieve personen ->=geentekst=
Het Doopsel is de geboorte tot het nieuwe leven in Christus. Het is naar de wil van de Heer noodzakelijk voor het heil, net zoals de Kerk, waarvan het Doopsel de poort is.
Referenties naar alinea 1277: 2
Youcat ->=geentekst=Enkele vragen over de mogelijke deelname aan de sacramenten van doopsel en huwelijk door transseksuele en homoaffectieve personen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1278
Youcat ->=geentekst=
De wezenlijke rite van het Doopsel bestaat in het onderdompelen van de dopeling in het water of in het gieten van water over zijn hoofd, onder aanroeping van de allerheiligste Drie-eenheid, dit wil zeggen van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Referenties naar alinea 1278: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1279
Dignitas Infinita ->=geentekst=
De vrucht van het Doopsel of de doopgenade is een rijke werkelijkheid met als inhoud: de vergeving van de erfzonde en van alle persoonlijke zonden; de geboorte tot het nieuwe leven waardoor de mens een aangenomen kind van de Vader, een lidmaat van Christus, een tempel van de heilige Geest wordt. Door het feit zelf wordt de gedoopte ingelijfd in de Kerk, het lichaam van Christus, en wordt hij het priesterschap van Christus deelachtig.
Referenties naar alinea 1279: 2
Youcat ->=geentekst=Dignitas Infinita ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1280
Het Doopsel drukt in de ziel een onuitwisbaar geestelijk merkteken, dat de gedoopte heiligt voor de christelijke eredienst. Vanwege het merkteken kan het doopsel niet herhaald worden. vgl: Sessio VII - Decretum de Sacramentis, 9,24[[[672|9.24]]]
Referenties naar alinea 1280: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1281
Zij die omwille van het geloof de dood ondergaan, de geloofsleerlingen en alle mensen die, onder stuwkracht van de genade, zonder de kerk te kennen, in alle eerlijkheid God zoeken en er zich op toeleggen zijn wil te doen, kunnen gered worden, zelfs als zij het doopsel niet ontvangen hebben. vgl: Lumen Gentium, 16[[[617|16]]]
Referenties naar alinea 1281: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1282
Sinds de vroegste tijden wordt het Doopsel aan kinderen toegediend, want het is een genade en gave van God die geen menselijke verdiensten veronderstelt; de kinderen worden gedoopt in het geloof van de Kerk. Het binnentreden in het christelijk leven geeft toegang tot de ware vrijheid.
Referenties naar alinea 1282: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1283
Wat betreft de kinderen die zonder Doopsel gestorven zijn, nodigt de liturgie van de Kerk ons uit te vertrouwen op de goddelijke barmhartigheid en te bidden voor hun heil.
Referenties naar alinea 1283: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1284
In geval van nood kan iedereen dopen, als hij maar de intentie heeft te doen wat de Kerk doet en water giet over het hoofd van de dopeling met de woorden: "Ik doop u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest."
Referenties naar alinea 1284: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 - Het sacrament van het Vormsel (1285-1321)
1285
1313
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1313
Samen met het Doopsel en de Eucharistie vormt het sacrament van het Vormsel het geheel van de "sacramenten van de christelijke initiatie", waarvan de eenheid onaangetast moet blijven. Men moet de gelovigen dus uitleggen dat het voor de volheid van de genade van het Doopsel nodig is dit sacrament te ontvangen. vgl: Praenotanda 1[[[3471]]] Inderdaad, "in het sacrament van het Vormsel, dat (de gedoopten) hechter met de Kerk verbindt, ontvangen zij een bijzondere kracht van de heilige Geest en zij zijn daarom strenger gehouden om als waarachtige getuigen van Christus door hun werk en hun woord het geloof te verspreiden en te verdedigen". vert. uit Lat.[[617|11]] vgl: Praenotanda 2[[[3471]]]
Referenties naar alinea 1285: 3
"Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8) ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Het Vormsel in de heilsgeschiedenis (1286-1292)
1286
Youcat ->=geentekst=
In het Oude Testament hebben de profeten aangekondigd dat de Geest van de Heer zou rusten op de verwachte Messias (Jes. 11, 2)[[b:Jes. 11, 2]] met het oog op zijn heilszending. (Lc. 4, 16-22; Jes. 61, 1)[[b:Lc. 4, 16-22; Jes. 61, 1]] De nederdaling van de heilige Geest over Jezus toen Hij door Johannes gedoopt werd, was het teken dat Hij het was die komen moest, dat Hij de Messias was, de Zoon van God. (Mt. 3, 13-17; Joh. 1, 33-34)[[b:Mt. 3, 13-17; Joh. 1, 33-34]] Heel het leven en heel de zending van Hem die ontvangen is van de heilige Geest, voltrekken zich in een totale eenheid met de heilige Geest die de Vader Hem "mateloos" schenkt (Joh. 3, 34)[b:Joh. 3, 34].
Zie ook alinea's: -702-[al:702]-716-[al:716]
Zie ook alinea's: -702-[al:702]-716-[al:716]
Referenties naar alinea 1286: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1287
Youcat ->=geentekst=
Welnu, deze volheid van de Geest was niet enkel bestemd voor de Messias, zij moest ook meegedeeld worden aan heel het Messiaanse volk. (Ez. 36, 25-27; Joh. 3, 1-2)[[b:Ez. 36, 25-27; Joh. 3, 1-2]] Verschillende malen heeft Christus deze uitstorting van de Geest beloofd, (Lc. 12, 12; Joh. 3, 5-8; Joh. 7, 37-39; Joh. 16, 7-15; Hand. 1, 8)[[b:Lc. 12, 12; Joh. 3, 5-8; Joh. 7, 37-39; Joh. 16, 7-15; Hand. 1, 8]] een belofte die Hij allereerst heeft waargemaakt op de dag van Pasen (Joh. 20, 22)[b:Joh. 20, 22] en vervolgens op een meer luisterrijke wijze op de dag van Pinksteren. (Hand. 2, 14)[[b:Hand. 2, 14]] Vervuld van de heilige Geest begonnen de apostelen "Gods grote daden" te verkondigen (Hand. 2, 11)[b:Hand. 2, 11] en verklaarde Petrus dat deze uitstorting van de Geest het teken was van de Messiaanse tijd. (Hand. 2, 17-18)[[b:Hand. 2, 17-18]] Zij die toen geloofden in de prediking van de apostelen en zich hebben laten dopen, hebben op hun beurt de gave van de heilige Geest ontvangen. (Hand. 2, 38)[[b:Hand. 2, 38]]
Zie ook alinea's: -739-[al:739]
Zie ook alinea's: -739-[al:739]
Referenties naar alinea 1287: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1288
699
Youcat ->=geentekst=
699
"Van die tijd af deelden de apostelen, de wil van Christus volbrengend, door de handoplegging aan de pasgedoopten de Geest mee, als een gave die de genade van het Doopsel voltooide. (Hand. 8, 15-17; Hand. 19, 5-6)[[b:Hand. 8, 15-17; Hand. 19, 5-6]] Zo komt het dat in de brief aan de Hebreeën onder de elementen van het eerste christelijke onderricht genoemd wordt de leer over het Doopsel en de handoplegging. (Heb. 6, 2)[[b:Heb. 6, 2]] Deze handoplegging wordt volgens de katholieke overlevering terecht erkend als de oorsprong van het sacrament van het Vormsel, dat in de Kerk als het ware de pinkstergenade bestendigt". Vert. Ordo confirmationis - Orde van dienst voor de liturgie van het Vormsel [[1624]]Zie ook alinea's: -699-[al:699]
Referenties naar alinea 1288: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1289
H. Vormsel 1. - Het christelijk getuigenis ->=geentekst=
H. Vormsel 2. - Het zegel van de Geest ->=geentekst=
Zeer vroeg heeft men aan de handoplegging een zalving met welriekende olie (chrisma) toegevoegd, om beter de gave van de heilige Geest aan te duiden. Deze zalving verduidelijkt de naam van "christen", wat "gezalfde" betekent, en die zijn oorsprong heeft in Christus zelf, Hem die "God gezalfd heeft met de heilige Geest" (Hand. 10, 38)[b:Hand. 10, 38]. Deze zalvingsritus bestaat tot op de dag van vandaag, zowel in het oosten als in het westen. Daarom ook wordt dit Sacrament in het oosten chrismatie genoemd, zalving met chrisma of myron, wat "chrisma" betekent. In het westen verwijst het woord vormsel naar het feit dat dit Sacrament zowel de Doop bekrachtigd als de doopgenade versterkt.
Zie ook alinea's: -695-[al:695]-436-[al:436]-1297-[al:1297]
Zie ook alinea's: -695-[al:695]-436-[al:436]-1297-[al:1297]
Referenties naar alinea 1289: 3
Youcat ->=geentekst=H. Vormsel 1. - Het christelijk getuigenis ->=geentekst=
H. Vormsel 2. - Het zegel van de Geest ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1290
1233
1313
1233
1313
Twee tradities: het oosten en het westen
Gedurende de eerste eeuwen maakt in het algemeen het Vormsel samen met het Doopsel één enkele viering uit. Samen vormen zij, zoals de heilige Cyprianus het uitdrukt, een "dubbel sacrament". De vermeerdering van de kinderdoopsels het hele jaar door en de vermenigvuldiging van de parochies (op het platteland), waardoor de bisdommen uitgestrekter worden, zijn enkele van de redenen waarom het niet meer mogelijk is dat de bisschop bij alle doopvieringen aanwezig is. Omdat men in het westen de voltooiing van het Doopsel aan de bisschop wil voorbehouden, worden beide Sacramenten op een van elkaar gescheiden tijdstip toegediend. Het oosten heeft deze scheiding van beide Sacramenten niet doorgevoerd, zodat het Vormsel door de priester die doopt, toegediend wordt. Dit kan hij echter alleen doen met het "myron" dat door een bisschop gewijd wordt.vgl: 1[[[574|(695)]]] vgl: 1[[[574|(696)]]]Zie ook alinea's: -1233-[al:1233]
Referenties naar alinea 1290: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1291
1242
1242
Een gewoonte van de kerk van Rome, die bestond in een dubbele zalving met het heilig chrisma na het Doopsel, heeft de ontwikkeling van de westerse praktijk bevorderd de zalving die de priester de pasgedoopte toediende na het verlaten van het doopbad, werd voltooid door een tweede zalving van het voorhoofd van elke pasgedoopte, door de bisschop verricht. vgl: 21[[[1159|+87]]] De eerste zalving met het heilig chrisma, die de priester gaf, is verbonden gebleven met de doopritus; zij duidt aan dat de gedoopte deel heeft aan de profetische, priesterlijke en koninklijke taak van Christus. Bij de Doop van een volwassene is er slechts één zalving na het Doopsel: die van het Vormsel.Zie ook alinea's: -1242-[al:1242]
Referenties naar alinea 1291: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1292
1244
1244
De praktijk van de oosterse Kerken legt meer de nadruk op de eenheid van de christelijke initiatie. Die van de Latijnse Kerk drukt sterker de gemeenschap uit van de nieuwe Christen met zijn bisschop, die de waarborg en dienaar is van de eenheid van zijn Kerk, van haar katholiciteit en haar apostoliciteit, en die als zodanig de band met de apostolische oorsprong van de Kerk van Christus is.Zie ook alinea's: -1244-[al:1244]
Referenties naar alinea 1292: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De tekens en de ritus van het Vormsel (1293-1301)
1293
695
695
In de ritus van dit Sacrament is het goed aandacht te besteden zowel aan het teken van de zalving als aan datgene wat de zalving aanduidt en wat zij als indruk achterlaat, namelijk het geestelijk zegel. In de oudheid en ook in de bijbel heeft de zalving een rijke symboliek: de olie is teken van overvloed ((Vgl. Deut. 11,14; enz.))[[b:Deut. 11,14]] en van vreugde, (Ps. 23, 5; Ps. 104, 15)[[b:Ps. 23, 5; Ps. 104, 15]] zij zuivert (zalving voor en na het baden) en maakt soepel (de zalving van atleten en vechters); zij is teken van genezing, omdat zij kneuzingen en wonden verzacht, (Jes. 1, 6; Lc. 10, 34)[[b:Jes. 1, 6; Lc. 10, 34]] en zij geeft een glans van schoonheid, gezondheid en kracht.
Zie ook alinea's: -695-[al:695]
Zie ook alinea's: -695-[al:695]
Referenties naar alinea 1293: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1294
1241
1523
1574
1241
1523
1574
Al deze betekenissen van de zalving met olie vindt men terug in het sacramentele leven. De zalving vóór het Doopsel met de olie van de geloofsleerlingen duidt op zuivering en versterking; de Ziekenzalving drukt genezing en troost uit. De zalving met het heilig Chrisma na het Doopsel, tijdens het Vormsel en bij de Wijding is het teken van wijding. Door het Vormsel krijgen de Christenen - dit woord betekent: zij die gezalfd zijn - meer deel aan de zending van Jezus Christus en aan de volheid van de heilige Geest waarvan Hij vervuld is, opdat heel hun leven "het goede reukwerk van Christus" (2 Kor. 2, 15)[[b:2 Kor. 2, 15]] verspreidt.
Zie ook alinea's: -1152-[al:1152]
Zie ook alinea's: -1152-[al:1152]
Referenties naar alinea 1294: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1295
698
698
Door deze zalving krijgt de vormeling "het merkteken", het zegel van de heilige Geest. Het zegel is het symbool van de persoon, (Gen. 38, 18; Hoogl. 8, 6)[[b:Gen. 38, 18; Hoogl. 8, 6]] het teken van zijn gezag, (Gen. 41, 42)[[b:Gen. 41, 42]] van zijn eigendomsrecht op een voorwerp (Deut. 32, 34)[[b:Deut. 32, 34]] - zo werden de soldaten gemerkt met het teken van hun aanvoerder en ook de slaven met dat van hun meester -; het waarmerkt een juridische daad (1 Kon. 21, 8)[[b:1 Kon. 21, 8]] of een document (Jer. 32, 10)[[b:Jer. 32, 10]] en maakt er eventueel een geheim document van door het te verzegelen. (Jes. 29, 11)[[b:Jes. 29, 11]]
Zie ook alinea's: -698-[al:698]
Zie ook alinea's: -698-[al:698]
Referenties naar alinea 1295: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1296
698
698
Christus zelf verklaart dat Hij gemerkt is met het zegel van zijn Vader. (Joh. 6, 27)[[b:Joh. 6, 27]] Ook de Christen is gemerkt met een zegel: "God zelf is het die ons samen met u in Christus bevestigt en die ons heeft gezalfd. Hij is het die op ons zijn zegel heeft gedrukt en ons de Geest als onderpand heeft gegeven" (2 Kor. 1, 22)[b:2 Kor. 1, 22] (Ef. 1, 13; Ef. 4, 30)[[b:Ef. 1, 13; Ef. 4, 30]]. Dit zegel van de heilige Geest duidt op het feit dat de Christen Christus volledig toebehoort en voor altijd in zijn dienst staat, en verwijst ook naar de belofte van de goddelijke bescherming in de grote eschatologische beproeving. (Openb. 7, 2-3; Openb. 9, 4; Ez. 9, 4-6)[[b:Openb. 7, 2-3; Openb. 9, 4; Ez. 9, 4-6]]
Zie ook alinea's: -1121-[al:1121]
Zie ook alinea's: -1121-[al:1121]
Referenties naar alinea 1296: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1297
1289
1289
De viering van het Vormsel
Een belangrijk moment dat aan de viering van het Vormsel voorafgaat, maar er in zekere zin ook deel van uitmaakt, is de wijding van het heilig Chrisma. Op Witte Donderdag wijdt de bisschop tijdens de chrismamis voor heel zijn bisdom het heilig Chrisma. In de Kerken van het oosten is deze wijding zelfs aan de patriarch voorbehouden:
Een belangrijk moment dat aan de viering van het Vormsel voorafgaat, maar er in zekere zin ook deel van uitmaakt, is de wijding van het heilig Chrisma. Op Witte Donderdag wijdt de bisschop tijdens de chrismamis voor heel zijn bisdom het heilig Chrisma. In de Kerken van het oosten is deze wijding zelfs aan de patriarch voorbehouden:
De liturgie van Antiochië verwoordt de epiklese van de wijding van het heilig chrisma (myron) aldus: "(Vader (...) zend uw heilige Geest uit) over ons en over deze olie hier, en wijd haar, opdat zij voor al wie ermee gezalfd en gemerkt worden, mag zijn: heilig myron, priesterlijk myron, koninklijk myron, vreugdevolle zalving, kleed van het licht, mantel van het heil, geestelijke gave, heiliging van zielen en lichamen, onvergankelijk geluk, onuitwisbaar zegel, schild van het geloof en geduchte helm tegen alle werken van de tegenstander." Pontificale van de ritus van...Pontificale van de ritus van de Westsyrische Kerk, d.i. Antiochië, Pars I, Versio latina, blz. 36-37Zie ook alinea's: -1183-[al:1183]-1241-[al:1241]
Referenties naar alinea 1297: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1298
Wanneer het Vormsel gescheiden van het Doopsel gevierd wordt, zoals dit in de Romeinse ritus het geval is, begint de liturgie van het Sacrament met de hernieuwing van de doopbeloften en met de geloofsbelijdenis van de vormelingen. Op deze manier wordt de samenhang tussen Doopsel en Vormsel duidelijk tot uitdrukking gebracht. vgl: Sacrosanctum Concilium, 71[[[570|71]]] Wanneer een volwassene gedoopt wordt, ontvangt hij tegelijk ook het Vormsel en neemt hij deel aan de Eucharistie. vgl: Codex Iuris Canonici, 866[[[30|866]]]
Referenties naar alinea 1298: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1299
1831
1831
In de Romeinse ritus strekt de bisschop de handen uit over de vormelingen, een handeling die sinds de tijd der apostelen het teken is van de gave van de heilige Geest. De bisschop smeekt dan de uitstorting van de heilige Geest af:
Almachtige God, Vader van onze Heer Jezus Christus, Gij hebt uw dienaren herboren doen worden uit het water en de heilige Geest en bevrijd uit de macht van de zonde. Wij bidden U: zend over hen de heilige Geest, de Trooster, schenk hun de geest van wijsheid en verstand, de geest van inzicht en sterkte, de geest van kennis, van ontzag en liefde voor uw naam. Door Christus onze Heer. 25 (Typis Poliglottis Vaticanis 1973), 26[[3471]]Zie ook alinea's: -1831-[al:1831]
Referenties naar alinea 1299: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1300
699
699
Hierna volgt de wezenlijke ritus van het sacrament. In de Latijnse ritus geldt: "Het sacrament van het Vormsel wordt toegediend door de zalving van het voorhoofd met Chrisma, die door handoplegging geschiedt en door de woorden: 'Accipe signaculum doni Spiritus Sancti'; 'Ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods"'. vert. Het Vormsel (NL) blz. 11[[1624]] In de Oosterse kerken van de Byzantijnse ritus wordt na een epiklesegebed de zalving met het myron op de meest sprekende delen van het lichaam toegediend: het voorhoofd, de ogen, de neus, de oren, de lippen, de borst, de rug, de handen en de voeten terwijl elke zalving vergezeld gaat van de formule SfragiV dwreaV PneumatoV¢ Agiou (Signaculum doni Spiritus Sancti): "Zegel van de gave van de heilige Geest." Rituale voor de Oosterse...Rituale voor de Oosterse Keken van de Byzantijnse ritus in de Griekse taal, Pars Prima (Libreria Editrice Vaticana, 1954) 36
Zie ook alinea's: -699-[al:699]
Zie ook alinea's: -699-[al:699]
Referenties naar alinea 1300: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1301
H. Vormsel 3. - Voor de groei van de Kerk ->=geentekst=
Met de vredeskus ter afsluiting van de ritus van het Sacrament wordt de kerkelijke gemeenschap met de bisschop en alle gelovigen aangeduid en tot uitdrukking gebracht. vgl: 21: SCh 11, 80-95[[[1159|+88]]]
Referenties naar alinea 1301: 2
Youcat ->=geentekst=H. Vormsel 3. - Voor de groei van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De vruchten van het Vormsel (1302-1305)
1302
731
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
731
Uit de viering blijkt dat de vrucht van het sacrament van het Vormsel de bijzondere uitstorting van de heilige Geest is, zoals weleer, op de dag van Pinksteren, de Geest over de apostelen werd uitgestort.
Zie ook alinea's: -731-[al:731]
Zie ook alinea's: -731-[al:731]
Referenties naar alinea 1302: 3
"Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8) ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1303
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Over het Sacrament van het Vormsel ->=geentekst=
H. Vormsel 2. - Het zegel van de Geest ->=geentekst=
Hierdoor bewerkt het Vormsel een groei en verdieping van de doopgenade:
- het maakt dat wij dieper wortelen in het goddelijke kindschap dat ons doet zeggen: "Abba, Vader" (Rom. 8, 15)[b:Rom. 8, 15];
- het verenigt ons hechter met Christus;
- het vermeerdert in ons de gaven van de Heilige Geest;
- het vervolmaakt onze band met de Kerk; vgl: Lumen Gentium, 11[[[617|11]]]
- het verleent ons een bijzondere kracht van de Heilige Geest om het geloof door woord en daad te verbreiden en te verdedigen als waarachtige getuigen van Christus, om dapper de naam van Christus te belijden en nooit schaamte te gevoelen voor het kruis: vgl: Exsultate Deo, 9[[[1021|9]]] vgl: Lumen Gentium, 11,12[[[617|11.12]]]
Herinner u dan ook dat gij het zegel van de Geest ontvangen hebt: de geest van wijsheid en inzicht, de geest van beleid en sterkte, de geest van kennis en ontzag voor God de Heer, de geest van heilige vrees, en bewaar wat gij ontvangen hebt. God de Vader heeft in u het zegel gedrukt en Christus de Heer heeft u gesterkt en u de Geest als onderpand in uw hart gelegd. 7,42: PL 16, 402-403; vert. Getijdengebed Lect. I,6,132[[3466|+51]]Zie ook alinea's: -1262-1274-[al:1262-1274]-2044-[al:2044]
Referenties naar alinea 1303: 5
"Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8) ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Over het Sacrament van het Vormsel ->=geentekst=
H. Vormsel 2. - Het zegel van de Geest ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1304
1121
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1121
Het Vormsel wordt slechts eenmaal toegediend, evenals het Doopsel, waarvan het de voltooiing is. Het Vormsel drukt inderdaad een onuitwisbaar geestelijk teken in de ziel, het "merkteken". vgl: Sessio VII - Decretum de Sacramentis, 9[[[672|9]]] Het duidt aan dat Jezus Christus deze Christen met het zegel van zijn Geest gemerkt heeft door hem te bekleden met kracht uit den hoge om zijn getuige te zijn. (Lc. 24, 48-49)[[b:Lc. 24, 48-49]]
Zie ook alinea's: -1121-[al:1121]
Zie ook alinea's: -1121-[al:1121]
Referenties naar alinea 1304: 3
"Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8) ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1305
Youcat ->=geentekst=
Het "merkteken" vervolmaakt het gemeenschappelijk priesterschap van de gelovigen dat zij in het Doopsel ontvangen hebben en "de vormeling, krijgt de macht om in het openbaar het geloof in Christus te belijden, als het ware krachtens een ambt (quasi ex officio) ". vgl: Summa Theologiae Tertia Pars q. 72 a. 5 ad 2[[[t:iiia q. 72 a. 5 ad 2]]]
Zie ook alinea's: -1268-[al:1268]
Zie ook alinea's: -1268-[al:1268]
Referenties naar alinea 1305: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - Wie kan dit sacrament ontvangen? (1306-1311)
1306
Youcat ->=geentekst=
Iedere gedoopte die nog niet gevormd is, kan en moet het, sacrament van het Vormsel ontvangen. vgl: § 1[[[30|889]]] Uit het feit dat het Doopsel, het Vormsel en de Eucharistie een eenheid vormen, volgt dat "de gelovigen gehouden zijn aan de verplichting dit Sacrament tijdig te ontvangen",Codex Iuris Canonici, 890[[30|890]] want zonder het Vormsel en de Eucharistie is het sacrament van het Doopsel wel geldig en werkzaam, maar blijft de christelijke initiatie onvoltooid.
Zie ook alinea's: -1212-[al:1212]
Zie ook alinea's: -1212-[al:1212]
Referenties naar alinea 1306: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1307
1314
Youcat ->=geentekst=
1314
Naar eeuwenoude Latijnse gewoonte worden "de jaren van verstand" beschouwd als richtpunt voor het moment van het Vormsel. In stervensgevaar moet men echter de kinderen vormen, zelfs als zij de jaren van verstand nog niet bereikt hebben. vgl: 3[[[30|891.883]]]
Referenties naar alinea 1307: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1308
Youcat ->=geentekst=
Al spreekt men soms over het Vormsel als over het "sacrament van de christelijke rijpheid", toch mag men niet de volwassen leeftijd van het geloof en die van de natuurlijke groei door elkaar halen. Ook mag men niet vergeten dat de doopgenade een genade op basis van een belangeloze en onverdiende uitverkiezing is die geen "bekrachtiging" nodig heeft om werkzaam te zijn. De heilige Thomas zegt het als volgt:
De leeftijd van het lichaam is niet op zichzelf bepalend voor de ziel. Zo kan de mens zelfs als kind de volmaaktheid van de geestelijke leeftijd verkrijgen, waarvan de Wijsheid zegt (Wijsh. 4, 8)[b:Wijsh. 4, 8]: "Het aanzien van de ouderdom berust niet op een lang leven en wordt niet afgemeten naar het aantal jaren". Zo hebben vele kinderen, dankzij de kracht van de heilige Geest die zij ontvangen hadden, dapper voor Christus gestreden, tot het geven van hun bloed toe. Summa Theologiae Tertia Pars q. 72 a. 8 ad 2[[t:iiia q. 72 a. 8 ad 2]]Zie ook alinea's: -1250-[al:1250]
Referenties naar alinea 1308: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1309
Youcat ->=geentekst=
De voorbereiding op het Vormsel moet erop gericht zijn de Christen tot een inniger vereniging met Christus te brengen, tot een grotere vertrouwelijkheid met de heilige Geest, zijn werking, zijn gaven en uitnodigingen, om beter de apostolische verantwoordelijkheden van het christelijk leven op zich te kunnen nemen. Zodoende zal men zich in de vormselcatechese erop toeleggen de Christen gevoelig te maken voor het feit dat hij toebehoort aan de Kerk van Jezus Christus, zowel aan de universele Kerk als aan de parochiegemeenschap. Deze laatstgenoemde gemeenschap draagt een bijzondere verantwoordelijkheid voor de voorbereiding van de vormelingen. vgl: Praenotanda 3[[[3471]]]
Referenties naar alinea 1309: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1310
2670
Youcat ->=geentekst=
2670
Om het Vormsel te ontvangen moet men in staat van genade zijn. Het is passend gebruik te maken van het Sacrament van de Boete om gezuiverd te worden met het oog op de gave van de heilige Geest. Een meer intens gebedsleven moet de Christen erop voorbereiden volgzaam en bereidwillig de kracht en de genadegaven van de heilige Geest te ontvangen. (Hand. 1, 14)[[b:Hand. 1, 14]]
Zie ook alinea's: -2670-[al:2670]
Zie ook alinea's: -2670-[al:2670]
Referenties naar alinea 1310: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1311
1255
Youcat ->=geentekst=
1255
Het is passend dat de kandidaten voor het Vormsel de geestelijke steun van een peter of meter zoeken, zoals dit bij het Doopsel het geval is. Het is passend als dit dezelfde persoon is als bij het Doopsel, om de eenheid van beide Sacramenten goed te laten blijken. vgl: Praenotanda 15; 16[[[3471]]] vgl: § 1 en 2[[[30|893]]]
Zie ook alinea's: -1255-[al:1255]
Zie ook alinea's: -1255-[al:1255]
Referenties naar alinea 1311: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V. - De bedienaar van het Vormsel (1312-1314)
1312
Youcat ->=geentekst=
De oorspronkelijke bedienaar van het Vormsel is de bisschop. Lumen Gentium, 26[[617|26]]
In het oosten is gewoonlijk de priester die doopt tevens degene die onmiddellijk het Vormsel toedient in een en dezelfde viering. Hij doet dit echter met het heilig chrisma dat de patriarch of bisschop gewijd heeft. Hierdoor wordt de apostolische eenheid van de Kerk tot uitdrukking gebracht, waarvan de banden door het sacrament van het Vormsel worden versterkt. In de Latijnse kerk volgt men dezelfde regel bij het Doopsel van volwassenen of wanneer een gedoopte van een andere christelijke gemeenschap, die het sacrament van het Vormsel niet op een geldige wijze ontvangen heeft, in de volledige gemeenschap van de Kerk opgenomen wordt. vgl: § 2[[[30|883]]]
Zie ook alinea's: -1233-[al:1233]
In het oosten is gewoonlijk de priester die doopt tevens degene die onmiddellijk het Vormsel toedient in een en dezelfde viering. Hij doet dit echter met het heilig chrisma dat de patriarch of bisschop gewijd heeft. Hierdoor wordt de apostolische eenheid van de Kerk tot uitdrukking gebracht, waarvan de banden door het sacrament van het Vormsel worden versterkt. In de Latijnse kerk volgt men dezelfde regel bij het Doopsel van volwassenen of wanneer een gedoopte van een andere christelijke gemeenschap, die het sacrament van het Vormsel niet op een geldige wijze ontvangen heeft, in de volledige gemeenschap van de Kerk opgenomen wordt. vgl: § 2[[[30|883]]]
Zie ook alinea's: -1233-[al:1233]
Referenties naar alinea 1312: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1313
Youcat ->=geentekst=
H. Vormsel 3. - Voor de groei van de Kerk ->=geentekst=
In de Latijnse ritus is de bisschop de gewone bedienaar van het Vormsel. vgl: Codex Iuris Canonici, 882[[[30|882]]] Ofschoon de bisschop in geval van nood de bevoegdheid om te vormen aan priesters kan toekennen, vgl: § 2[[[30|884]]] is het passend dat hij het zelf toedient. Men mag niet over het hoofd zien dat juist om deze reden de viering van het Vormsel op een later tijdstip plaatsvindt dan het Doopsel. De bisschoppen zijn de opvolgers van de apostelen en hebben de volheid van het Wijdingssacrament gekregen. Wanneer zij het Vormsel toedienen, wordt hiermee duidelijk tot uitdrukking gebracht dat het als vrucht heeft, hen die het ontvangen nauwer te verenigen met de kerk, met haar apostolische oorsprong en met haar zending om van Christus te getuigen.
Zie ook alinea's: -1290-[al:1290]-1285-[al:1285]
Zie ook alinea's: -1290-[al:1290]-1285-[al:1285]
Referenties naar alinea 1313: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Vormsel 3. - Voor de groei van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1314
Youcat ->=geentekst=
Wanneer een Christen in stervensgevaar verkeert, kan welke priester ook hem het Vormsel toedienen. vgl: § 3[[[30|883]]] De Kerk wil inderdaad dat geen van haar kinderen, hoe klein ook, deze wereld verlaat zonder tot voltooiing gebracht te zijn door de heilige Geest met de gave van de volheid van Christus.
Zie ook alinea's: -1307-[al:1307]
Zie ook alinea's: -1307-[al:1307]
Referenties naar alinea 1314: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1315-1321)
1315
"Toen de apostelen in Jeruzalem vernamen dat Samaria het woord van God had aangenomen, vaardigden zij Petrus en Johannes naar hen af, die na hun aankomst een gebed over hen uitspraken, opdat zij de heilige Geest zouden ontvangen. Deze was namelijk nog over niemand van hen neergedaald; ze waren alleen gedoopt in de naam van de Heer Jezus. Zij legden hun dus de handen op en ze ontvingen de heilige Geest" (Hand. 8, 14-17)[b:Hand. 8, 14-17] .
Referenties naar alinea 1315: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1316
Het Vormsel vervolmaakt de doopgenade; het is het Sacrament dat ons de heilige Geest geeft om ons dieper te doen wortelen in het goddelijk kindschap, ons vaster in te lijven bij Christus, onze band met de Kerk te verstevigen, ons nauwer te verbinden met haar zending en ons te helpen door woord en daad getuigenis af te leggen van het christelijk geloof.
Referenties naar alinea 1316: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1317
Evenals het Doopsel, drukt ook het Vormsel een geestelijk teken of onuitwisbaar merkteken in de ziel van de Christen; daarom kan men dit Sacrament slechts eenmaal ontvangen.
Referenties naar alinea 1317: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1318
In het Oosten wordt dit Sacrament tegelijk met het Doopsel toegediend, gevolgd door de deelname aan de Eucharistie. Deze traditie brengt de eenheid van de drie initiatiesacramenten tot uitdrukking. In de Latijnse Kerk wordt dit Sacrament toegediend wanneer de jaren van verstand bereikt zijn, en gewoonlijk is de viering ervan aan de bisschop voorbehouden, waarmee wordt aangeduid dat dit Sacrament de band met de Kerk versterkt.
Referenties naar alinea 1318: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1319
Een kandidaat voor het Vormsel die de jaren van verstand bereikt heeft, moet zijn geloof belijden, in staat van genade zijn, de intentie hebben het Sacrament te ontvangen en voorbereid zijn om de rol op zich te nemen van leerling en getuige van Christus in de kerkelijke gemeenschap en in wereldlijke aangelegenheden.
Referenties naar alinea 1319: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1320
De wezenlijke ritus van het Vormsel is de zalving met het heilig Chrisma van het voorhoofd van de gedoopte (in het Oosten ook van de zintuigen en andere plaatsen), samen met de handoplegging door de bedienaar en de woorden: "Accipe signaculum doni Spiritus Sancti"; "Ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods" in de Romeinse ritus, of: Signaculum doni Spiritus Sancti (Zegel van de gave van de Heilige Geest) in de Byzantijnse ritus.
Referenties naar alinea 1320: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1321
Wanneer het Vormsel gescheiden van het Doopsel gevierd wordt, wordt de band met het Doopsel onder andere uitgedrukt door de hernieuwing van de doopbeloften. De viering van het Vormsel tijdens de Eucharistie draagt ertoe bij de eenheid van de initiatiesacramenten te onderstrepen.
Referenties naar alinea 1321: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 - Het sacrament van de Eucharistie (1322-1419)
1322
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De heilige Eucharistie voltooit de christelijke initiatie. Zij die door het Doopsel tot de waardigheid van het koninklijk priesterschap verheven zijn en door het Vormsel nog meer gelijkvormig zijn geworden aan Christus, hebben door de Eucharistie deel aan het offer zelf van de Heer, samen met heel de gemeenschap.
Zie ook alinea's: -1212-[al:1212]
Zie ook alinea's: -1212-[al:1212]
Referenties naar alinea 1322: 3
"Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8) ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1323
1402
1621
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1402
1621
"Tijdens het laatste Avondmaal, in de nacht waarin Hij werd overgeleverd, heeft onze Verlosser het eucharistisch offer van zijn lichaam en bloed ingesteld, om het kruisoffer door de eeuwen heen te bestendigen tot aan zijn wederkomst en zo aan zijn geliefde bruid, de Kerk, een gedachtenisviering van zijn dood en verrijzenis toe te vertrouwen: Sacrament van goedheid, teken van eenheid, band van liefde, Paasmaaltijd, waarbij Christus genuttigd, het hart met genade vervuld en ons een onderpand van de toekomstige heerlijkheid wordt gegeven". vert. uit Lat.[[570|47]]
Zie ook alinea's: -1402-[al:1402]
Zie ook alinea's: -1402-[al:1402]
Referenties naar alinea 1323: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - De Eucharistie - oorsprong en hoogtepunt van het kerkelijk leven (1324-1327)
1324
864
Youcat ->=geentekst=
Over het vieren van de H. Eucharistie ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
864
De Eucharistie is "de oorsprong en het hoogtepunt van heel het christelijk leven". vert. uit Lat.[[617|11]] "De overige Sacramenten, evenals alle kerkelijke ambten en apostolaatwerken, hangen samen met de heilige Eucharistie en zijn erop gericht. Want in de heilige Eucharistie ligt heel het geestelijk goed van de Kerk vervat, namelijk Christus zelf, ons paaslam". vert. uit Lat.[[704|5]]
Zie ook alinea's: -864-[al:864]
Zie ook alinea's: -864-[al:864]
Referenties naar alinea 1324: 4
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Over het vieren van de H. Eucharistie ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1325
Youcat ->=geentekst=
"De levensgemeenschap met God en de eenheid van het Volk van God, die de grondslag vormen van de Kerk, worden door de Eucharistie op passende wijze tot uitdrukking en op wonderbare wijze tot stand gebracht. In haar vinden wij het hoogtepunt, zowel van de handeling waardoor God de wereld in Christus heiligt, als van de eredienst die de mensen aan Christus en door Hem aan de Vader betuigen in de Heilige Geest". (vert. ontleend aan Kath. Archief)[[1560|6]]
Zie ook alinea's: -775-[al:775]
Zie ook alinea's: -775-[al:775]
Referenties naar alinea 1325: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1326
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
Tenslotte verenigen wij ons door de Eucharistieviering nu reeds met de hemelse liturgie en lopen wij vooruit op het eeuwig leven, wanneer God alles in allen zal zijn. (1 Kor. 15, 28)[b:1 Kor. 15, 28]
Zie ook alinea's: -1090-[al:1090]
Zie ook alinea's: -1090-[al:1090]
Referenties naar alinea 1326: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1327
1124
1336
1355
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
"Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
1124
1336
1355
Kortom, de Eucharistie is de samenvatting van ons geloof: "Onze manier van denken stemt overeen met de Eucharistie, en omgekeerd bevestigt de Eucharistie onze manier van denken". 4,18,5, vert. uit org.[[848]]
Zie ook alinea's: -1124-[al:1124]
Zie ook alinea's: -1124-[al:1124]
Referenties naar alinea 1327: 3
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
"Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Hoe wordt dit Sacrament genoemd? (1328-1332)
1328
2637
Youcat ->=geentekst=
2637
De onuitputtelijke rijkdom van dit Sacrament vindt zijn uitdrukking in de verschillende namen die eraan gegeven worden. Elk van die namen belicht bepaalde aspecten ervan. Men noemt het:
Eucharistie, omdat het een dankzegging is aan God. De woorden eucharistein (Lc. 22, 19; 1 Kor. 11, 24)[b:Lc. 22, 19; 1 Kor. 11, 24] en eulogein (Mt. 26, 26; Mc. 14, 22)[b:Mt. 26, 26; Mc. 14, 22] doen denken aan de joodse zegeningen die - vooral tijdens de maaltijd - de werken Gods verkondigen: de schepping, de verlossing en de heiliging.
Zie ook alinea's: -2637-[al:2637]-1082-[al:1082]-1359-[al:1359]
Eucharistie, omdat het een dankzegging is aan God. De woorden eucharistein (Lc. 22, 19; 1 Kor. 11, 24)[b:Lc. 22, 19; 1 Kor. 11, 24] en eulogein (Mt. 26, 26; Mc. 14, 22)[b:Mt. 26, 26; Mc. 14, 22] doen denken aan de joodse zegeningen die - vooral tijdens de maaltijd - de werken Gods verkondigen: de schepping, de verlossing en de heiliging.
Zie ook alinea's: -2637-[al:2637]-1082-[al:1082]-1359-[al:1359]
Referenties naar alinea 1328: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1329
790
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 13. - Eucharistische liturgie: III. Onze Vader en Breking van het Brood ->=geentekst=
790
Maaltijd des Heren, (1 Kor. 11, 20)[[b:1 Kor. 11, 20]] omdat het gaat om het avondmaal dat de Heer met zijn leerlingen op de avond vóór zijn lijden genuttigd heeft, en om de anticipatie van het bruiloftsmaal van het Lam (Openb. 19, 9)[[b:Openb. 19, 9]] in het hemelse Jeruzalem.
Breken van het brood, omdat deze ritus, die eigen is aan de joodse maaltijd, door Jezus gevolgd werd toen Hij als gastheer het brood zegende en uitdeelde, (Mt. 14, 19; Mt. 15, 36; Mc. 8, 6.19)[[b:Mt. 14, 19; Mt. 15, 36; Mc. 8, 6.19]] vooral tijdens het laatste avondmaal. (Mt. 26, 26; 1 Kor. 11, 24)[[b:Mt. 26, 26; 1 Kor. 11, 24]] Aan deze handeling zullen de leerlingen Hem herkennen na de verrijzenis, (Lc. 24, 13-35)[[b:Lc. 24, 13-35]] en met deze uitdrukking zullen de eerste Christenen hun eucharistische bijeenkomsten aanduiden. (Hand. 2, 42.46; Hand. 20, 7.11)[[b:Hand. 2, 42.46; Hand. 20, 7.11]] Hiermee willen ze aangeven dat al wie het ene gebroken brood, Christus, nuttigt, met Hem verenigd wordt en een lichaam met Hem vormt. (1 Kor. 10, 16-17)[[b:1 Kor. 10, 16-17]]
Eucharistische bijeenkomst (synaxis), omdat de Eucharistie gevierd wordt in de bijeenkomst van de gelovigen, de zichtbare uitdrukking van de Kerk. (1 Kor. 11, 17-34)[[b:1 Kor. 11, 17-34]]
Zie ook alinea's: -1382-[al:1382]-790-[al:790]-1348-[al:1348]
Breken van het brood, omdat deze ritus, die eigen is aan de joodse maaltijd, door Jezus gevolgd werd toen Hij als gastheer het brood zegende en uitdeelde, (Mt. 14, 19; Mt. 15, 36; Mc. 8, 6.19)[[b:Mt. 14, 19; Mt. 15, 36; Mc. 8, 6.19]] vooral tijdens het laatste avondmaal. (Mt. 26, 26; 1 Kor. 11, 24)[[b:Mt. 26, 26; 1 Kor. 11, 24]] Aan deze handeling zullen de leerlingen Hem herkennen na de verrijzenis, (Lc. 24, 13-35)[[b:Lc. 24, 13-35]] en met deze uitdrukking zullen de eerste Christenen hun eucharistische bijeenkomsten aanduiden. (Hand. 2, 42.46; Hand. 20, 7.11)[[b:Hand. 2, 42.46; Hand. 20, 7.11]] Hiermee willen ze aangeven dat al wie het ene gebroken brood, Christus, nuttigt, met Hem verenigd wordt en een lichaam met Hem vormt. (1 Kor. 10, 16-17)[[b:1 Kor. 10, 16-17]]
Eucharistische bijeenkomst (synaxis), omdat de Eucharistie gevierd wordt in de bijeenkomst van de gelovigen, de zichtbare uitdrukking van de Kerk. (1 Kor. 11, 17-34)[[b:1 Kor. 11, 17-34]]
Zie ook alinea's: -1382-[al:1382]-790-[al:790]-1348-[al:1348]
Referenties naar alinea 1329: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 13. - Eucharistische liturgie: III. Onze Vader en Breking van het Brood ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1330
614
1169
2643
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
614
1169
2643
Gedachtenis van het lijden en de verrijzenis van de Heer.
Heilig offer, omdat dit Sacrament het ene offer van Christus, onze Verlosser, tegenwoordig stelt en de offergave van de Kerk insluit; of ook heilig misoffer, "offer van lof" (Heb. 13, 15)[b:Heb. 13, 15], (Ps. 116, 13.17)[[b:Ps. 116, 13.17]] een geestelijk (1 Pt. 2, 5)[[b:1 Pt. 2, 5]] zuiver (Mal. 1, 11)[[b:Mal. 1, 11]] en heilig offer, aangezien het alle offers van het Oude Verbond voltooit en overstijgt.
Heilige en goddelijke liturgie, omdat heel de liturgie van de Kerk in de viering van dit Sacrament haar centrum en meest verdichte uitdrukking vindt; in dezelfde zin noemt men het ook viering van de heilige mysteriën. Men spreekt ook over allerheiligste Sacrament, omdat het het Sacrament der Sacramenten is. Met deze naam duidt men ook de eucharistische gedaanten aan die in het tabernakel bewaard worden.
Zie ook alinea's: -1341-[al:1341]-2643-[al:2643]-614-[al:614]-1070-[al:1070]-1169-[al:1169]
Heilig offer, omdat dit Sacrament het ene offer van Christus, onze Verlosser, tegenwoordig stelt en de offergave van de Kerk insluit; of ook heilig misoffer, "offer van lof" (Heb. 13, 15)[b:Heb. 13, 15], (Ps. 116, 13.17)[[b:Ps. 116, 13.17]] een geestelijk (1 Pt. 2, 5)[[b:1 Pt. 2, 5]] zuiver (Mal. 1, 11)[[b:Mal. 1, 11]] en heilig offer, aangezien het alle offers van het Oude Verbond voltooit en overstijgt.
Heilige en goddelijke liturgie, omdat heel de liturgie van de Kerk in de viering van dit Sacrament haar centrum en meest verdichte uitdrukking vindt; in dezelfde zin noemt men het ook viering van de heilige mysteriën. Men spreekt ook over allerheiligste Sacrament, omdat het het Sacrament der Sacramenten is. Met deze naam duidt men ook de eucharistische gedaanten aan die in het tabernakel bewaard worden.
Zie ook alinea's: -1341-[al:1341]-2643-[al:2643]-614-[al:614]-1070-[al:1070]-1169-[al:1169]
Referenties naar alinea 1330: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1331
948
950
Youcat ->=geentekst=
948
950
Communie, omdat wij ons door dit sacrament verenigen met Christus, die ons deelachtig maakt aan zijn lichaam en bloed om één enkel lichaam te vormen; (1 Kor. 10,16-17)[[b:1 Kor. 10,16-17]] of ook de heilige dingen, ta hagia; sancta 8,13,12[[6358]] 9,5; 10,6, vert. uit Lat.[[1657|+70+77]] - dit is de eerste betekenis van de "communio sanctorum" (die zowel "de gemeenschap met de heilige dingen" als "de gemeenschap van de heiligen" is) waarover de Symbolum Apostolorum[562] spreekt - brood van de engelen, brood uit de hemel, geneesmiddel dat onsterfelijk maakt, XX,2, vert. uit Lat.[[853|+68]] viaticum (reisvoedsel)...
Zie ook alinea's: -950-[al:950]-948-[al:948]-1405-[al:1405]
Zie ook alinea's: -950-[al:950]-948-[al:948]-1405-[al:1405]
Referenties naar alinea 1331: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1332
Youcat ->=geentekst=
Heilige Mis, omdat de liturgie waarin het heilsmysterie zich voltrokken heeft, eindigt met de uitzending (missio) van de gelovigen, opdat zij de wil van God vervullen in hun dagelijks leven.
Zie ook alinea's: -849-[al:849]
Zie ook alinea's: -849-[al:849]
Referenties naar alinea 1332: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De Eucharistie in de heilsgeschiedenis (1333-1344)
1333
1145
1145
De tekenen van brood en wijn
Tot de kern van de eucharistieviering behoren brood en wijn, die door de woorden van Christus en de aanroeping van de Heilige Geest het lichaam en bloed van Christus worden. Trouw aan het gebod van de Heer blijft de Kerk, tot aan zijn wederkomst in heerlijkheid, tot Zijn gedachtenis doen wat Hij op de avond vóór Zijn lijden gedaan heeft: "Hij nam het brood..."; "Hij nam de beker met wijn...". Terwijl ze op geheimenisvolle wijze het lichaam en bloed van Christus worden, blijven de tekens van brood en wijn ook de goedheid van de schepping aanduiden. Zo brengen wij tijdens de offerande dank aan de Schepper voor het brood en de wijn, (Ps. 104, 13-15)[[b:Ps. 104, 13-15]] "het werk van onze handen", maar ze waren eerst "de vrucht van de aarde" en "van de wijngaard", gaven van de Schepper. De Kerk ziet in de daad van Melchisedek, koning en priester, die "brood en wijn aanbood" (Gen. 14, 18)[b:Gen. 14, 18], een voorafbeelding van haar eigen offergave. vgl: Eucharistisch gebed I, nr. 95: "Supra quae", vert. Altaarmissaal (NL) 693; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 264[[[1209]]]
Zie ook alinea's: -1350-[al:1350]-1147-[al:1147]-1148-[al:1148]
Tot de kern van de eucharistieviering behoren brood en wijn, die door de woorden van Christus en de aanroeping van de Heilige Geest het lichaam en bloed van Christus worden. Trouw aan het gebod van de Heer blijft de Kerk, tot aan zijn wederkomst in heerlijkheid, tot Zijn gedachtenis doen wat Hij op de avond vóór Zijn lijden gedaan heeft: "Hij nam het brood..."; "Hij nam de beker met wijn...". Terwijl ze op geheimenisvolle wijze het lichaam en bloed van Christus worden, blijven de tekens van brood en wijn ook de goedheid van de schepping aanduiden. Zo brengen wij tijdens de offerande dank aan de Schepper voor het brood en de wijn, (Ps. 104, 13-15)[[b:Ps. 104, 13-15]] "het werk van onze handen", maar ze waren eerst "de vrucht van de aarde" en "van de wijngaard", gaven van de Schepper. De Kerk ziet in de daad van Melchisedek, koning en priester, die "brood en wijn aanbood" (Gen. 14, 18)[b:Gen. 14, 18], een voorafbeelding van haar eigen offergave. vgl: Eucharistisch gebed I, nr. 95: "Supra quae", vert. Altaarmissaal (NL) 693; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 264[[[1209]]]
Zie ook alinea's: -1350-[al:1350]-1147-[al:1147]-1148-[al:1148]
Referenties naar alinea 1333: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1334
1145
1150
1145
1150
In het Oude Verbond worden brood en wijn samen met de eerste vruchten van de aarde uit dankbaarheid aan de Schepper geofferd. Zij krijgen echter ook een nieuwe betekenis in het kader van de uittocht: door het ongedesemde brood dat Israël jaarlijks met Pasen eet, is het zijn haastig vertrek bij de bevrijding uit Egypte indachtig; het manna in de woestijn zal Israël er steeds aan herinneren dat het leeft van het brood van Gods woord. (Deut. 8, 3)[[b:Deut. 8, 3]] Tenslotte is het dagelijks brood de vrucht van het beloofde land, onderpand voor de trouw van God aan zijn beloften. De "beker der zegening" (1 Kor. 10, 16)[b:1 Kor. 10, 16], aan het einde van het joodse paasmaal, voegt aan de feestelijke vreugde van de wijn de eschatologische dimensie toe van de Messiaanse verwachting van het herstel van Jeruzalem. Jezus heeft zijn Eucharistie ingesteld door aan de zegening van het brood en de beker een nieuwe en definitieve betekenis te geven.
Zie ook alinea's: -1150-[al:1150]-1363-[al:1363]
Zie ook alinea's: -1150-[al:1150]-1363-[al:1363]
Referenties naar alinea 1334: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1335
1145
1151
1145
1151
De wonderbare broodvermenigvuldiging, waarbij de Heer de zegen uitsprak, de broden brak en aan zijn leerlingen gaf als voedsel voor de menigte, is een voorafbeelding van de overvloed van het ene brood van zijn eucharistie. (Mt. 14, 13-21; Mt. 15, 32-39)[[b:Mt. 14, 13-21; Mt. 15, 32-39]] Het teken van het water dat te Kana in wijn veranderd werd, (Joh. 2, 11)[[b:Joh. 2, 11]] kondigt reeds het uur van de verheerlijking van Jezus aan. Het toont de vervulling van het bruiloftsmaal in het rijk van de Vader, waar de gelovigen de nieuwe wijn zullen drinken (Mc. 14, 25)[[b:Mc. 14, 25]] die bloed van Christus is geworden.
Zie ook alinea's: -1151-[al:1151]
Zie ook alinea's: -1151-[al:1151]
Referenties naar alinea 1335: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1336
1145
1145
De eerste aankondiging van de Eucharistie heeft verdeeldheid gezaaid onder de leerlingen, zoals zij ook aanstoot hadden genomen aan de aankondiging van het lijden: "Deze taal stuit iemand tegen de borst. Wie kan daar naar luisteren?" (Joh. 6, 60)[b:Joh. 6, 60]. De Eucharistie en het kruis zijn stenen des aanstoots. Het gaat om hetzelfde mysterie dat niet ophoudt aanleiding te geven tot verdeeldheid. "Wilt ook gij soms weggaan?" (Joh. 6, 67)[b:Joh. 6, 67]: deze vraag van de Heer weerklinkt door alle tijden heen. Het is een uitnodiging van zijn liefde om te ontdekken dat alleen Hij "woorden van eeuwig leven" bezit (Joh. 6, 68)[b:Joh. 6, 68] en dat wie in geloof de gave van de Eucharistie ontvangt, Hemzelf ontvangt.
Zie ook alinea's: -1327-[al:1327]
Zie ook alinea's: -1327-[al:1327]
Referenties naar alinea 1336: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1337
610
1145
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
610
1145
De instelling van de Eucharistie
De Heer, die de zijnen bemind had, gaf hun het bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe. Hij die wist dat zijn uur gekomen was om uit deze wereld over te gaan naar zijn Vader, waste hen tijdens een maaltijd de voeten en gaf hun het gebod van de liefde. (Joh. 13,1-17)[[b:Joh. 13,1-17]] Om hun een onderpand van deze liefde na te laten, om zich nooit van de zijnen te verwijderen en om ze deelgenoot te maken aan zijn Paasmysterie, stelde Hij de Eucharistie in als de gedachtenis aan zijn dood en verrijzenis, en Hij beval zijn apostelen deze gedachtenis te vieren totdat Hij zou wederkomen, "waardoor Hij hen toen als priesters van het Nieuwe Verbond aanstelde". vgl: Sessio XXII - Doctrina de sanctissimo Missae sacrificio, 3[[[694|3]]]
Zie ook alinea's: -610-[al:610]-611-[al:611]
De Heer, die de zijnen bemind had, gaf hun het bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe. Hij die wist dat zijn uur gekomen was om uit deze wereld over te gaan naar zijn Vader, waste hen tijdens een maaltijd de voeten en gaf hun het gebod van de liefde. (Joh. 13,1-17)[[b:Joh. 13,1-17]] Om hun een onderpand van deze liefde na te laten, om zich nooit van de zijnen te verwijderen en om ze deelgenoot te maken aan zijn Paasmysterie, stelde Hij de Eucharistie in als de gedachtenis aan zijn dood en verrijzenis, en Hij beval zijn apostelen deze gedachtenis te vieren totdat Hij zou wederkomen, "waardoor Hij hen toen als priesters van het Nieuwe Verbond aanstelde". vgl: Sessio XXII - Doctrina de sanctissimo Missae sacrificio, 3[[[694|3]]]
Zie ook alinea's: -610-[al:610]-611-[al:611]
Referenties naar alinea 1337: 4
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1338
1145
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1145
De drie synoptische Evangeliën en de heilige Paulus hebben ons het verhaal van de instelling van de Eucharistie overgeleverd; de heilige Johannes van zijn kant verhaalt ons de woorden van Jezus in de synagoge van Kafarnaüm, woorden die de instelling van de Eucharistie voorbereiden: Christus duidt zichzelf aan als het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. (Joh. 6)[[b:Joh. 6]]
Referenties naar alinea 1338: 4
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1339
1145
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1145
Jezus koos de tijd van het paasfeest om zoals Hij te Kafarnaüm aangekondigd had, zijn lichaam en bloed aan zijn leerlingen te geven:
Toen de dag van het ongedesemde brood gekomen was, waarop men het paaslam moest slachten, stuurde (Jezus) Petrus en Johannes uit met de opdracht: "Gaat voor ons voorbereidselen treffen opdat wij het paasmaal kunnen eten." (...) Zij vertrokken (...) en maakten het paasmaal gereed. Toen het uur gekomen was, ging Hij met de apostelen aan tafel aanliggen. Hij sprak tot hen: "Vurig heb ik verlangd, eer Ik ga lijden, dit Paasmaal met u te eten. Want Ik zeg u: Ik zal het niet meer eten, totdat het zijn vervulling vindt in het rijk Gods." (...) Daarop nam Hij het brood, sprak een dankgebed uit, brak het en gaf het hun met de woorden: "Dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt; doet dit tot een gedachtenis aan Mij." Evenzo gaf Hij de beker, na de maaltijd, terwijl Hij sprak: "Deze beker is het Nieuwe Verbond in mijn bloed, dat voor u wordt vergoten" (Lc. 22, 7-8.13-16.19-20)[b:Lc. 22, 7-8.13-16.19-20]. (Mt. 26, 17-29; Mc. 14, 12-25; 1 Kor. 11, 23-25)[[b:Mt. 26, 17-29; Mc. 14, 12-25; 1 Kor. 11, 23-25]]Zie ook alinea's: -1169-[al:1169]
Referenties naar alinea 1339: 4
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1340
677
766
1145
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
677
766
1145
Jezus vierde tijdens het paasmaal met zijn apostelen het laatste avondmaal en zo gaf Hij aan het joodse paasfeest zijn definitieve zin. Door Zijn dood en verrijzenis, het nieuwe Pasen, loopt het avondmaal inderdaad vooruit op de overgang van Jezus naar zijn Vader. Dit wordt gevierd in de Eucharistie die het joodse paasfeest tot vervulling brengt en vooruitgrijpt op het uiteindelijke paasfeest van de Kerk in de heerlijkheid van het Koninkrijk.
Zie ook alinea's: -1151-[al:1151]-677-[al:677]
Zie ook alinea's: -1151-[al:1151]-677-[al:677]
Referenties naar alinea 1340: 4
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1341
611
1330
611
1330
"Doet dit tot mijn gedachtenis"
Het gebod van Jezus om zijn handelingen en woorden te herhalen "totdat Hij komt" (1 Kor. 11, 26)[b:1 Kor. 11, 26] is niet enkel een verzoek, zich Jezus opnieuw voor de geest te halen en te denken aan wat Hij gedaan heeft. Het gaat om de liturgische viering - door de apostelen en hun opvolgers - van de gedachtenis van Christus, van zijn leven, zijn dood, zijn verrijzenis en zijn voorspraak bij de Vader.
Zie ook alinea's: -611-[al:611]-1363-[al:1363]
Het gebod van Jezus om zijn handelingen en woorden te herhalen "totdat Hij komt" (1 Kor. 11, 26)[b:1 Kor. 11, 26] is niet enkel een verzoek, zich Jezus opnieuw voor de geest te halen en te denken aan wat Hij gedaan heeft. Het gaat om de liturgische viering - door de apostelen en hun opvolgers - van de gedachtenis van Christus, van zijn leven, zijn dood, zijn verrijzenis en zijn voorspraak bij de Vader.
Zie ook alinea's: -611-[al:611]-1363-[al:1363]
Referenties naar alinea 1341: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1342
2624
2624
Vanaf het begin is de Kerk trouw gebleven aan het gebod van de Heer. Over de kerk van Jeruzalem wordt gezegd:
Zij legden zich ernstig toe op de leer der apostelen, bleven trouw aan de onderlinge gemeenschap en ijverig in het breken van het brood en in het gebed. (...) Dagelijks bezochten ze trouw en eensgezind de tempel, braken het brood in een of ander huis, genoten samen hun voedsel in blijdschap en eenvoud van hart (Hand. 2, 42.46)[b:Hand. 2, 42.46].Zie ook alinea's: -2624-[al:2624]
Referenties naar alinea 1342: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1343
1166
2178
1166
2178
Vooral op "de eerste dag van de week", dit wil zeggen op zondag, de dag van de verrijzenis van Jezus, kwamen de Christenen samen "voor het breken van het brood" (Hand. 20, 7)[b:Hand. 20, 7]. Sindsdien is de Eucharistie voortdurend gevierd, tot op de dag van vandaag, zodat men haar nu overal in de Kerk aantreft, met dezelfde fundamentele structuur. Zij blijft het centrum van het leven van de Kerk.
Zie ook alinea's: -1166-[al:1166]-2177-[al:2177]
Zie ook alinea's: -1166-[al:1166]-2177-[al:2177]
Referenties naar alinea 1343: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1344
Terwijl het Volk van God op deze wijze, van viering tot viering, het paasmysterie van Jezus verkondigt "totdat Hij komt" (1 Kor. 11, 26)[b:1 Kor. 11, 26], is het "langs de smalle weg van het kruis" vert uit Lat.[[703|1]] op tocht naar het hemels gastmaal, waar alle uitverkorenen aan de tafel van het Koninkrijk zullen aanzitten.
Zie ook alinea's: -1404-[al:1404]
Zie ook alinea's: -1404-[al:1404]
Referenties naar alinea 1344: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - De liturgische viering van de Eucharistie (1345-1355)
1345
De Mis van alle eeuwen
Hoe de Eucharistieviering in grote lijnen verloopt, daarover getuigt al in de tweede eeuw de heilige martelaar Justinus. Deze grote lijnen zijn tot op de dag van vandaag voor alle grote liturgische families dezelfde gebleven. Om uit te leggen wat de christen doen, schrijft hij rond 155 het volgende aan de heidense keizer Antonius Pius (138-161):
Hoe de Eucharistieviering in grote lijnen verloopt, daarover getuigt al in de tweede eeuw de heilige martelaar Justinus. Deze grote lijnen zijn tot op de dag van vandaag voor alle grote liturgische families dezelfde gebleven. Om uit te leggen wat de christen doen, schrijft hij rond 155 het volgende aan de heidense keizer Antonius Pius (138-161):
Op de dag die 'dag van de zon' genoemd wordt, komen alle bewoners zowel van de steden als van het platteland op eenzelfde plaats bijeen. Er wordt gelezen uit de gedenkschriften van de apostelen of de geschriften van de profeten, voor zover de tijd het toelaat.
Wanneer dan de lector de lezing beëindigd heeft, spreekt hij die voorgaat, een woord van vermaning en aansporing om al dat goede in praktijk te brengen.
Vervolgens staan wij allen gezamenlijk op en zenden onze gebeden naar de hemel 1,67[[1026]] ; voor onszelf (...) en voor allen die elders zijn. Wij bidden dat wij waardig bevonden zullen worden, nu wij de waarheid hebben leren kennen, door onze goede daden te tonen, dat wij goede burgers zijn, die de wetten gehoorzamen en wij zo de eeuwige zaligheid ontvangen.
Nadat het gebed beëindigd is, groeten wij elkaar met een kus.
Dan wordt aan de celebrant brood en een beker water en wijn gebracht. Nadat hij deze ontvangen heeft, brengt hij lof en eer aan de Vader van het al door de naam van de Zoon en de Heilige Geest en hij spreekt een lange dankzegging (Grieks: "eucharistía") uit voor hetgeen wij van Hem mochten ontvangen. Wanneer hij de gebeden en dankzegging heeft beëindigd, zegt heel het aanwezige volk: Amen. (...)
En wanneer de celebrant de dankzegging heeft beëindigd en heel het volk heeft ingestemd, dan geven zij die bij ons diakenen worden genoemd, aan ieder die aanwezig is, van het eucharistische Brood en de Wijn en het water. Zij brengen het ook aan de afwezigen. 1,65[[1026]]
Referenties naar alinea 1345: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1346
Youcat ->=geentekst=
De liturgie van de Eucharistie verloopt volgens een fundamentele structuur die door de eeuwen heen tot op vandaag bewaard gebleven is. Ze ontvouwt zich in twee grote delen die een wezenlijke eenheid vormen:
Zie ook alinea's: -103-[al:103]
- de samenkomst, de dienst van het woord, met de lezingen, de homilie en de voorbede;
- de viering van de Eucharistie, met de aanbieding van brood en wijn, de consecratorische (eucharistische) dankzegging en de communie.
Zie ook alinea's: -103-[al:103]
Referenties naar alinea 1346: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1347
Youcat ->=geentekst=
Is dit trouwens ook niet het verloop van het paasmaal dat de verrezen Jezus met zijn leerlingen nuttigde? Onderweg verklaarde Hij hun de Schriften en toen Hij met hen aanlag "nam Hij brood, sprak de zegen uit, brak het en reikte het hun toe". (Lc. 24, 30)[b:Lc. 24, 30] (Lc. 24, 13-35)[[b:Lc. 24, 13-35]]
Referenties naar alinea 1347: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1348
1140
1184
1329
2711
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1140
1184
1329
2711
Het verloop van de viering
Allen verzamelen zich. De Christenen komen op eenzelfde plaats samen voor de eucharistieviering. Aan het hoofd staat Christus zelf die de voornaamste handelende persoon van de Eucharistie is. Hij is de hogepriester van het Nieuwe Verbond. Op onzichtbare wijze zit Hij zelf elke eucharistieviering voor. Als diens vertegenwoordiger zit de bisschop of priester (handelend in de persoon van Christus als hoofd) de vergadering van de gelovigen voor, hij neemt het woord na de lezingen, ontvangt de offergaven en zegt het eucharistisch gebed. Allen hebben een actief aandeel in de viering, ieder op zijn manier: de lectoren, zij die de offergaven aandragen, zij die de communie uitreiken, en heel het volk dat zijn deelname uitzegt in het "Amen".
Zie ook alinea's: -1140-[al:1140]-1548-[al:1548]
Allen verzamelen zich. De Christenen komen op eenzelfde plaats samen voor de eucharistieviering. Aan het hoofd staat Christus zelf die de voornaamste handelende persoon van de Eucharistie is. Hij is de hogepriester van het Nieuwe Verbond. Op onzichtbare wijze zit Hij zelf elke eucharistieviering voor. Als diens vertegenwoordiger zit de bisschop of priester (handelend in de persoon van Christus als hoofd) de vergadering van de gelovigen voor, hij neemt het woord na de lezingen, ontvangt de offergaven en zegt het eucharistisch gebed. Allen hebben een actief aandeel in de viering, ieder op zijn manier: de lectoren, zij die de offergaven aandragen, zij die de communie uitreiken, en heel het volk dat zijn deelname uitzegt in het "Amen".
Zie ook alinea's: -1140-[al:1140]-1548-[al:1548]
Referenties naar alinea 1348: 4
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1349
Youcat ->=geentekst=
De Liturgie van het Woord bevat "de werken van de profeten", dit is het Oude Testament, en "de gedenkschriften van de apostelen", dit zijn hun brieven en de Evangelies. Na de homilie, die ertoe aanspoort het woord te aanvaarden als het woord van God, (1 Tess. 2, 13)[[b:1 Tess. 2, 13]] wat het in werkelijkheid is, en het in praktijk te brengen, volgen de voorbeden voor alle mensen volgens het woord van de apostel: "Allereerst vraag ik u gebeden, smekingen, voorbeden en dankzeggingen te verrichten voor alle mensen, voor koningen en alle hooggeplaatsten" (1 Tim. 2, 1-2)[b:1 Tim. 2, 1-2].
Zie ook alinea's: -1184-[al:1184]
Zie ook alinea's: -1184-[al:1184]
Referenties naar alinea 1349: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1350
1333
2770
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1333
2770
De aanbieding van de offergaven (de offerande): men brengt dan, soms in processie, het brood en de wijn naar het altaar, die door de priester, in naam van Christus, opgedragen zullen worden in het eucharistisch offer waar zij tot zijn lichaam en bloed zullen worden. Het is dezelfde handeling als die Christus verrichtte tijdens het laatste avondmaal, "waar Hij het brood en de beker nam". "Alleen de Kerk brengt deze offergave aan de Schepper in een zuivere vorm, doordat zij onder dankzegging aanbiedt wat uit Gods schepping voortkomt". 4,18,4, vert. Getijdenboek Lect. I,2,43-44[[848]] (Mal. 1, 11)[[b:Mal. 1, 11]] Met het aandragen van de offergaven naar het altaar wordt het gebaar van Melchisedek hernomen; hiermee worden de gaven van de Schepper in de handen van Christus gelegd. Hij is het die in zijn offer alle menselijke pogingen om offers te brengen vervolmaakt.
Zie ook alinea's: -1359-[al:1359]-614-[al:614]
Zie ook alinea's: -1359-[al:1359]-614-[al:614]
Referenties naar alinea 1350: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1351
2043
Youcat ->=geentekst=
2043
Van oudsher dragen de Christenen, samen met het brood en de wijn voor de eucharistie, ook hun gaven aan, om ze te verdelen onder de behoeftigen, Deze nog steeds gebruikelijke gewoonte van de collecte (1 Kor. 16, 1)[[b:1 Kor. 16, 1]] vindt haar inspiratie in het voorbeeld van Christus, die arm is geworden opdat wij rijk zouden worden: (2 Kor. 8, 9)[[b:2 Kor. 8, 9]]
Zij die vermogend zijn en zij die het wensen, geven naar believen wat zij willen. Wat ingezameld wordt, wordt neergelegd bij hem die voorgaat. Hij zorgt dan voor de wezen en de weduwen en voor hen die door ziekte of om een andere reden hulpbehoevend zijn, en ook voor hen die in de gevangenis verblijven en voor de gasten die uit den vreemde aangekomen zijn. In één woord: hij zorgt voor allen die in nood zijn. 1,67,6 (vgl. Getijdenboek Lect II,3,123)[[1026]]Zie ook alinea's: -1397-[al:1397]-2186-[al:2186]
Referenties naar alinea 1351: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1352
559
1096
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
559
1096
De anafora: met het eucharistisch gebed, een gebed van dankzegging en consecratie, bereiken we het hart en het hoogtepunt van de viering:
In de prefatie brengt de Kerk door Christus in de Heilige Geest dank aan de Vader voor al zijn werken, voor de schepping, de verlossing en de heiliging. Heel de gemeenschap sluit zich vervolgens aan bij de onophoudelijke lofzang die de hemelse Kerk, de engelen en alle heiligen, de driewerf heilige God toezingt.Zie ook alinea's: -559-[al:559]
Referenties naar alinea 1352: 4
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1353
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
In de epiklese vraagt zij de Vader zijn Heilige Geest (of de kracht van zijn zegen vgl: Eucharistisch gebed I, nr. 90, vert. Altaarmissaal (NL) blz. 690; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 262[[[1209]]] te zenden over het brood en de wijn, opdat zij door zijn kracht worden tot lichaam en bloed van Jezus Christus, en opdat zij die aan de Eucharistie deelnemen één lichaam en één geest mogen zijn (sommige liturgische tradities plaatsen de epiklese na de anamnese). In het instellingsverhaal stellen de kracht van de woorden en van de handeling van Christus en de kracht van de Heilige Geest, zijn lichaam en bloed onder de gedaanten van brood en wijn, zijn offer dat eens voor altijd op het kruis gebracht werd, sacramenteel tegenwoordig.Zie ook alinea's: -1105-[al:1105]-1375-[al:1375]
Referenties naar alinea 1353: 6
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1354
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
Vervolgens gedenkt de Kerk in de anamnese het lijden, de verrijzenis en de glorievolle wederkomst van Christus Jezus; zij draagt aan de Vader het offer van zijn Zoon op, dat ons met Hem verzoent. In de intercessiegebeden brengt de Kerk tot uitdrukking dat de Eucharistie gevierd wordt in gemeenschap met heel de hemelse en aardse Kerk, levenden en doden; in gemeenschap met de herders van de Kerk, de Paus, de plaatselijke bisschop, zijn priesters en diakens, en alle bisschoppen van de gehele wereld met hun kerken.Zie ook alinea's: -1103-[al:1103]-954-[al:954]
Referenties naar alinea 1354: 5
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1355
Youcat ->=geentekst=
Waardig communiceren ->=geentekst=
Op het Gebed des Heren en het breken van het brood volgt de communie, waarin de gelovigen "het brood uit de hemel" en "de beker van het heil" ontvangen, het lichaam en bloed van Christus die zich heeft overgeleverd "ten bate van het leven der wereld" (Joh. 6, 51)[b:Joh. 6, 51]:
Omdat dit brood en deze wijn, volgens de aloude uitdrukking, "tot Eucharistie gemaakt" (eucharisteithentos) zijn, 1,65[[1026]] "draagt dit voedsel bij ons de naam Eucharistie. Niemand anders mag hieraan deelhebben dan hij die gelooft dat onze leer waar is, die gedompeld is in het bad tot vergeving van de zonden en tot wedergeboorte, en die leeft volgens de voorschriften van Christus". 1,66, vert. uit Lat.[[1026]]Zie ook alinea's: -1182-[al:1182]-1327-[al:1327]
Referenties naar alinea 1355: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Waardig communiceren ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V. - Het sacramentele offer: dankzegging, gedachtenis, tegenwoordigheid (1356-1381)
1356
Vanaf het allereerste begin vieren de Christenen de Eucharistie in een vorm die, in de loop der tijden en door de verscheidene liturgieën heen, niet wezenlijk veranderd is. Dit komt doordat wij ons gebonden weten door het gebod dat de Heer ons op de avond vóór zijn lijden gegeven heeft: "Doet dit tot gedachtenis aan Mij" (1 Kor. 11, 24-25)[b:1 Kor. 11, 24-25].
Referenties naar alinea 1356: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1357
Dit gebod van de Heer onderhouden wij door de gedachtenis van zijn offer te vieren. Hierdoor dragen wij aan de Vader op wat Hijzelf ons gegeven heeft: de gaven van zijn schepping, brood en wijn, die door de macht van de Heilige Geest en door de woorden van Christus, lichaam en bloed van Christus geworden zijn: zodoende is Christus werkelijk en op mysterievolle wijze tegenwoordig gesteld.
Referenties naar alinea 1357: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1358
Men moet dus de Eucharistie beschouwen:
- als dankzegging aan en lofprijzing van de Vader;
- als gedachtenis van het offer van Christus en van zijn lichaam, de Kerk;
- als tegenwoordigheid van Christus door de macht van zijn woord en van zijn Geest.
Referenties naar alinea 1358: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1359
1328
1350
1328
1350
De dankzegging en lofprijzing van de Vader
De Eucharistie, sacrament van ons heil dat Christus op het kruis heeft bewerkt, is ook een offer van lof als dank voor het werk van de schepping. In het eucharistisch offer wordt heel de schepping, die door God bemind wordt, aan de Vader opgedragen door de dood en de verrijzenis van Christus. Door Christus kan de Kerk het offer van lofprijzing opdragen als dank voor al het goede, het schone en het rechtvaardige dat God in de schepping en in de mensheid tot stand heeft gebracht.
Zie ook alinea's: -293-[al:293]
De Eucharistie, sacrament van ons heil dat Christus op het kruis heeft bewerkt, is ook een offer van lof als dank voor het werk van de schepping. In het eucharistisch offer wordt heel de schepping, die door God bemind wordt, aan de Vader opgedragen door de dood en de verrijzenis van Christus. Door Christus kan de Kerk het offer van lofprijzing opdragen als dank voor al het goede, het schone en het rechtvaardige dat God in de schepping en in de mensheid tot stand heeft gebracht.
Zie ook alinea's: -293-[al:293]
Referenties naar alinea 1359: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1360
1083
1083
De Eucharistie is een dankoffer aan de Vader, zij is een zegening waardoor de Kerk haar erkentelijkheid uitdrukt jegens God voor al zijn weldaden, voor alles wat Hij bewerkt heeft door de schepping, de verlossing en de heiliging. Eucharistie betekent allereerst "dankzegging".
Zie ook alinea's: -1083-[al:1083]
Zie ook alinea's: -1083-[al:1083]
Referenties naar alinea 1360: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1361
293
293
De Eucharistie is ook het offer van lofprijzing, waardoor de kerk in naam van heel de schepping Gods heerlijkheid bezingt. Dit offer van lofprijzing is slechts mogelijk door Christus: Hij verenigt de gelovigen met zijn persoon, met zijn lofprijzing en zijn smeekgebed, zodat het offer van lofprijzing aan de Vader wordt opgedragen door Hem en met Hem om in Hem aangenomen te worden.
Zie ook alinea's: -294-[al:294]
Zie ook alinea's: -294-[al:294]
Referenties naar alinea 1361: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1362
1103
Youcat ->=geentekst=
1103
De gedachtenis van het offer van Christus en van zijn lichaam, de Kerk
De Eucharistie is de gedachtenis van het Pasen van Christus, waarin het ene offer van Christus tegenwoordig gesteld wordt en op sacramentele wijze wordt opgedragen in de liturgie van de Kerk die zijn lichaam is. In alle eucharistische gebeden vinden we na de instellingswoorden een gebed dat anamnese of gedachtenis genoemd wordt.
Zie ook alinea's: -1103-[al:1103]
De Eucharistie is de gedachtenis van het Pasen van Christus, waarin het ene offer van Christus tegenwoordig gesteld wordt en op sacramentele wijze wordt opgedragen in de liturgie van de Kerk die zijn lichaam is. In alle eucharistische gebeden vinden we na de instellingswoorden een gebed dat anamnese of gedachtenis genoemd wordt.
Zie ook alinea's: -1103-[al:1103]
Referenties naar alinea 1362: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1363
1334
1341
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 3. - De Mis is de gedachtenis van het Paasmysterie van Christus ->=geentekst=
1334
1341
De heilige Schrift vat gedachtenis niet alleen op als de herinnering aan de gebeurtenissen uit het verleden, maar ook als de verkondiging van de wonderdaden die God voor de mensen verricht heeft. (Ex. 13, 3)[[b:Ex. 13, 3]] In de liturgische viering worden deze gebeurtenissen in zekere zin tegenwoordig gesteld en geactualiseerd. Aldus verstaat Israël zijn bevrijding uit Egypte: telkens wanneer het paasfeest gevierd wordt, worden de gelovigen weer aan de gebeurtenissen van de uittocht herinnerd, opdat zij ernaar gaan leven.
Zie ook alinea's: -1099-[al:1099]
Zie ook alinea's: -1099-[al:1099]
Referenties naar alinea 1363: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 3. - De Mis is de gedachtenis van het Paasmysterie van Christus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1364
611
Youcat ->=geentekst=
611
De gedachtenis krijgt in het Nieuwe Testament een nieuwe betekenis. Wanneer de kerk de eucharistie viert, gedenkt zij het Pasen van Christus dat tegenwoordig gesteld wordt: het offer dat Christus eens en voor altijd op het kruis gebracht heeft, blijft een altijd levende werkelijkheid: (Heb. 7, 25-27)[[b:Heb. 7, 25-27]] "Telkens wanneer wij het kruisoffer, waardoor ons paaslam Christus is geslacht, op het altaar vieren, wordt het werk van onze verlossing voltrokken". vert. uit Lat.[[617|3]]
Zie ook alinea's: -611-[al:611]-1085-[al:1085]
Zie ook alinea's: -611-[al:611]-1085-[al:1085]
Referenties naar alinea 1364: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1365
1846
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1846
Omdat zij de gedachtenis is van het paasmysterie van Christus, is de Eucharistie ook een offer. Het offerkarakter van de Eucharistie komt in de instellingswoorden zelf tot uiting: "Dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt" en "Deze beker is het Nieuwe Verbond in mijn bloed, dat voor u wordt vergoten" (Lc. 22, 19-20)[b:Lc. 22, 19-20]. In de Eucharistie geeft Christus hetzelfde lichaam dat Hij voor ons op het kruis gegeven heeft, hetzelfde bloed dat "voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden" (Mt. 26, 28)[b:Mt. 26, 28].
Zie ook alinea's: -2100-[al:2100]-1846-[al:1846]
Zie ook alinea's: -2100-[al:2100]-1846-[al:1846]
Referenties naar alinea 1365: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1366
613
Eucharistie: levend Brood voor de vrede in de wereld ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
613
De Eucharistie is dus een offer, omdat zij het kruisoffer tegenwoordig stelt, omdat zij er de gedachtenis van is en er de vruchten van toepast:
(Christus), onze God en Heer, heeft zich eens voor altijd aan God de Vader opgedragen door voor ons te sterven op het altaar van het kruis, om voor hen (de mensen) eeuwige verlossing te bewerken. Daar echter zijn dood niet het einde van zijn priesterschap mocht betekenen (Heb. 7, 24.27)[b:Heb. 7, 24.27], wilde Hij tijdens het laatste avondmaal, "in de nacht waarin Hij werd overgeleverd" (1 Kor. 11, 23)[b:1 Kor. 11, 23], aan de Kerk, zijn geliefde bruid, een zichtbaar (zoals de menselijke natuur het vereist) offer nalaten. Hierdoor wordt het bloedige offer, dat Hij eens en voor goed op het kruis moest brengen, tegenwoordig gesteld, blijft de gedachtenis ervan tot aan het einde van de tijden bewaard en wordt de heilzame werking ervan toegepast op de vergeving van de zonden, die wij dagelijks begaan. vert. uit Lat.[[694|3]]Zie ook alinea's: -613-[al:613]
Referenties naar alinea 1366: 5
Dies Domini ->=geentekst=Eucharistie: levend Brood voor de vrede in de wereld ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1367
1545
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
1545
Het offer van Christus vormt met het offer van de eucharistie één enkel offer: "De offergave is een en dezelfde: door het priesterlijk dienstwerk offert nu dezelfde die eertijds aan het kruis zichzelf ten offer opdroeg; alleen de wijze van offeren is verschillend" Sessio XXII - Doctrina de sanctissimo Missae sacrificio, 6[[694|6]]: "En omdat in dit goddelijk offer dat tijdens de Mis voltrokken wordt, is dezelfde Christus, die zichzelf eenmaal op het altaar van het kruis op bloedige wijze offerde, aanwezig en wordt Hij op onbloedige wijze geofferd". Sessio XXII - Doctrina de sanctissimo Missae sacrificio, 6[[694|6]]
Zie ook alinea's: -1545-[al:1545]
Zie ook alinea's: -1545-[al:1545]
Referenties naar alinea 1367: 5
Ecclesia de Eucharistia ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1368
618
1109
1621
2031
2679
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 11. - Eucharistische liturgie: I. De Bereiding van de gaven ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
618
1109
1621
2031
2679
De Eucharistie is ook het offer van de Kerk. De Kerk is het lichaam van Christus en heeft deel aan de offerande van haar hoofd. Met Hem wordt zijzelf geheel geofferd. Zij verenigt zich met zijn voorbede bij de Vader voor alle mensen. In de Eucharistie wordt het offer van Christus ook het offer van de ledematen van zijn lichaam. Het leven van de gelovigen, hun lofprijzing, hun lijden, hun gebed, hun werk, worden verenigd met die van Christus en met zijn totale offerande. Zij krijgen op deze wijze een nieuwe waarde. Het offer van Christus, tegenwoordig gesteld op het altaar, geeft aan alle generaties van Christenen de mogelijkheid zich met zijn offerande te verenigen.
In de catacomben wordt de Kerk vaak voorgesteld als een biddende vrouw, de armen wijd uitgestrekt in de orantehouding. Zoals Christus die zijn armen op het kruis heeft uitgestrekt, offert zij zich door Hem, met Hem en in Hem en spreekt zij voor alle mensen ten beste.Zie ook alinea's: -618-[al:618]-2031-[al:2031]-1109-[al:1109]
Referenties naar alinea 1368: 8
Dies Domini ->=geentekst=Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 11. - Eucharistische liturgie: I. De Bereiding van de gaven ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1369
834
882
1561
1566
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
834
882
1561
1566
Heel de Kerk is verenigd met de offerande en de voorbede van Christus. De Paus, belast met het ambt van Petrus in de kerk, is betrokken bij elke eucharistieviering, waarin hij genoemd wordt als teken en dienaar van de eenheid van de universele Kerk. De plaatselijke bisschop is altijd verantwoordelijk voor de Eucharistie, zelfs wanneer een priester celebreert; zijn naam wordt erin uitgesproken om aan te duiden dat hij het hoofd is van de particuliere kerk, te midden van de priesters en met de steun van de diakens. De gemeenschap spreekt ook ten beste voor alle bedienaars die voor en met haar het eucharistisch offer opdragen:
Enkel die Eucharistie moet als wettig beschouwd worden, die gevierd wordt met als celebrant de bisschop of degene die hij met deze taak belast heeft. 8,1, vert. uit Gr.[[945]] Door de bediening van de priesters wordt het geestelijk offer van de gelovigen tot voltooiing gebracht in vereniging met het offer van Christus, de enige middelaar, dat door handen van de priesters, in naam van heel de Kerk, in de Eucharistie op onbloedige en sacramentele wijze wordt opgedragen, totdat de Heer zelf wederkomt. vert. uit Lat.[[704|2]]Zie ook alinea's: -834-[al:834]-882-[al:882]-1561-[al:1561]-1566-[al:1566]
Referenties naar alinea 1369: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1370
956
969
1138
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
956
969
1138
Met de offerande van Christus verenigen zich niet enkel de leden die nog hier beneden zijn, maar ook zij die reeds in de heerlijkheid van de hemel verblijven: in gemeenschap met de allerheiligste Maagd Maria en tot gedachtenis aan haar en aan alle heiligen draagt de Kerk het eucharistisch offer op. In de Eucharistie staat de Kerk met Maria als het ware aan de voet van het kruis, verenigd met de offerande en de voorbede van Christus.
Zie ook alinea's: -956-[al:956]-969-[al:969]
Zie ook alinea's: -956-[al:956]-969-[al:969]
Referenties naar alinea 1370: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1371
958
1689
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
958
1689
Het eucharistisch offer wordt ook opgedragen voor alle overleden gelovigen "die in Christus gestorven en nog niet geheel gezuiverd zijn", vert. uit Lat.[[694|6]] opdat zij het licht en de vrede van Christus kunnen binnentreden:
Begraaft gij dit lichaam waar het u uitkomt; laat de zorg daarover u niet hinderen. Eén ding vraag ik u slechts: dat gij aan het altaar van de Heer mij gedachtig zijt, waar gij ook zijn zult. 9,11,27 (vert. ontleend aan G. Wijdeveld); De H. Monica voor haar dood tot de H. Augustinus en haar broer.[[850]] Dan bidden wij (in de anafora) ook voor onze overleden heilige vaders en bisschoppen en voor allen zonder onderscheid die ons zijn voorgegaan in de dood, in het vertrouwen dat de zielen voor wie deze bede wordt opgedragen, terwijl daar het heilige en ontzagwekkende offer voor ons ligt, er in hoge mate baat bij mogen vinden. (...) Terwijl wij God bidden voor de overledenen, ook al waren zij zondaars, (...) bieden wij Christus aan, die voor onze zonden is geslacht. En zo verzoenen wij de goede God met hen en met onszelf. 5,9.10 (vert. ontleend aan C. Beukers 1964)[[1900]]Zie ook alinea's: -958-[al:958]-1689-[al:1689]-1032-[al:1032]
Referenties naar alinea 1371: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1372
1140
Youcat ->=geentekst=
1140
Op schitterende wijze heeft de heilige Augustinus deze leer samengevat, die ons aanspoort tot een steeds vollediger deelname aan het offer van onze Verlosser, dat wij in de Eucharistie vieren:
De gehele vrijgekochte stad, dat wil zeggen de verzamelde gemeenschap van de heiligen, wordt aan God als een alomvattend offer aangeboden door de hogepriester die ook zichzelf voor ons heeft geofferd in zijn lijden, waardoor wij het lichaam konden zijn van een zo verheven hoofd. (...) Dit is het offer van de Christenen: "Zij vormen allen tezamen in Christus één lichaam" (Rom. 12, 5)[b:Rom. 12, 5]. Dat viert de Kerk ook steeds weer in het aan de gelovigen welbekende sacrament van het altaar: daar wordt haar getoond dat zijzelf wordt geofferd in datgene wat zij offert. 10,6 (vert. ontleend aan G. Wijdeveld 1983)[[857]]Zie ook alinea's: -1140-[al:1140]
Referenties naar alinea 1372: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1373
1088
Verbum Domini ->=geentekst=
1088
De aanwezigheid van Christus door de kracht van zijn woord en van de Heilige Geest
"Christus Jezus, die gestorven is, die is opgewekt en die, gezeten aan Gods rechterhand, onze zaak bepleit" (Rom. 8, 34)[b:Rom. 8, 34], is op verscheidene wijzen bij zijn Kerk aanwezig: vgl: Lumen Gentium, 48[[[617|48]]] in zijn woord, in het gebed van zijn Kerk, "daar waar er twee of drie verenigd zijn in mijn naam" (Mt. 18, 20)[b:Mt. 18, 20], in de armen, de zieken, de gevangenen (Mt. 25, 31-46)[b:Mt. 25, 31-46], in de Sacramenten waarvan Hij de bewerker is, in het misoffer en in de persoon van de bedienaar. Hij is echter "heel bijzonder" aanwezig "onder de eucharistische Gedaanten". (vgl. Getijdenboek Lect. II,4,76), vert. uit Lat.[[570|7]]
Zie ook alinea's: -1088-[al:1088]
"Christus Jezus, die gestorven is, die is opgewekt en die, gezeten aan Gods rechterhand, onze zaak bepleit" (Rom. 8, 34)[b:Rom. 8, 34], is op verscheidene wijzen bij zijn Kerk aanwezig: vgl: Lumen Gentium, 48[[[617|48]]] in zijn woord, in het gebed van zijn Kerk, "daar waar er twee of drie verenigd zijn in mijn naam" (Mt. 18, 20)[b:Mt. 18, 20], in de armen, de zieken, de gevangenen (Mt. 25, 31-46)[b:Mt. 25, 31-46], in de Sacramenten waarvan Hij de bewerker is, in het misoffer en in de persoon van de bedienaar. Hij is echter "heel bijzonder" aanwezig "onder de eucharistische Gedaanten". (vgl. Getijdenboek Lect. II,4,76), vert. uit Lat.[[570|7]]
Zie ook alinea's: -1088-[al:1088]
Referenties naar alinea 1373: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Verbum Domini ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1374
1211
2120
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
H. Rupert van Deutz ->=geentekst=
Verbum Domini ->=geentekst=
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
1211
2120
De wijze waarop Christus onder de eucharistische gedaanten aanwezig is, is uniek. Hierdoor wordt de Eucharistie boven alle Sacramenten uitgetild en wordt zij "als het ware de voltooiing van het geestelijk leven en het doel waarop alle sacramenten gericht zijn". III, q. 73 a. 3, vert. uit Lat.[[t:III, q. 73 a. 3]] In het allerheiligste Sacrament van de Eucharistie zijn "het lichaam en bloed van onze Heer Jezus Christus samen met zijn ziel en zijn godheid, en bijgevolg de gehele Christus, waarachtig, werkelijk en wezenlijk tegenwoordig". vert. uit Lat.[[679|17]] "Deze tegenwoordigheid wordt 'werkelijk' genoemd, niet bij wijze van uitsluiting, alsof de andere vormen van tegenwoordigheid niet 'werkelijk' waren, maar bij wijze van uitnemendheid, omdat zij wezenlijk is, en omdat door haar de gehele Christus, God en mens, tegenwoordig gesteld wordt". Mysterium Fidei, 39[[392|39]]
Zie ook alinea's: -1211-[al:1211]
Zie ook alinea's: -1211-[al:1211]
Referenties naar alinea 1374: 6
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
H. Rupert van Deutz ->=geentekst=
Verbum Domini ->=geentekst=
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1375
298
1106
1353
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
298
1106
1353
Het is door de verandering van het brood en de wijn in het lichaam en bloed van Christus dat Christus tegenwoordig gesteld wordt in dit Sacrament. De Kerkvaders hebben het geloof van de kerk in de doeltreffendheid van het woord van Christus en van de werkzaamheid van de heilige Geest om deze verandering te voltrekken met klem bevestigd. Zo verklaart de heilige Johannes Chrysostomus:
Niet de mens is het die de offergaven tot lichaam en bloed van Christus maakt, maar de Heer zelf, Hij die voor ons gekruisigd is. De priester, vertegenwoordiger van Christus, spreekt de woorden uit, maar hun genadevolle kracht komt van God. Dit is mijn lichaam, zegt Hij. Dit woord transformeert de offergaven. 1,6, vert uit Gr.[[3420]]En de heilige Ambrosius zegt over deze verandering:
Laten we er toch van overtuigd zijn dat dit niet is wat de natuur heeft gevormd, maar wat de zegening heeft geconsacreerd, en dat de kracht van de zegening sterker is dan de kracht van de natuur, want door de zegening is de natuur zelf veranderd (...). Zou dan het woord van Christus dat uit het niets kon maken wat niet bestond, ook niet bij machte zijn dat wat bestaat, te veranderen in wat het niet was? Het is toch geen kleinere zaak geheel nieuwe dingen tot bestaan te brengen dan de natuur van bestaande dingen te veranderen! 9,50,52 (Vgl. Getijdenboek Lect. I,6,139-140), vert. uit Lat.[[2092|+94]]Zie ook alinea's: -1105-[al:1105]-1128-[al:1128]-298-[al:298]
Referenties naar alinea 1375: 4
Ad Limina-bezoek Nederlandse Bisschoppen 1998 - Afsluiting ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
H. Mis 12. - Eucharistische liturgie: II. Het Eucharistisch Gebed ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1376
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
Het Concilie van Trente[d:21] geeft de volgende samenvatting van het katholieke geloof: "Omdat onze verlosser Christus gezegd heeft dat hetgeen Hij onder de gedaante van brood opdroeg werkelijk zijn lichaam was, is dit ook altijd de overtuiging geweest van de Kerk van God, en daarom verklaart dit heilig concilie het ook nu weer: door de consecratie van brood en wijn komt de verandering tot stand van de gehele substantie van het brood in de substantie van het lichaam van Christus onze Heer, en van de gehele substantie van de wijn in de substantie van zijn bloed. Deze verandering nu is door de katholieke Kerk gepast en treffend wezensverandering (transsubstantiatie) genoemd". vert. uit Lat.[[679|8]]
Referenties naar alinea 1376: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1377
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
De eucharistische tegenwoordigheid van Christus begint op het ogenblik van de consecratie en duurt zolang de eucharistische gedaanten blijven bestaan. Christus is geheel aanwezig in elk van beide gedaanten en geheel in elk deel ervan, zodat door het breken van het brood Christus niet opgedeeld wordt. vgl: Sessio XIII - Decretum de SS. Eucharistia, 7[[[679|7]]]
Referenties naar alinea 1377: 4
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1378
103
1178
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
103
1178
De verering van de Eucharistie. In de misliturgie drukken wij ons geloof in de werkelijke tegenwoordigheid van Christus onder de gedaanten van brood en wijn onder andere uit door te knielen of door een diepe buiging te maken als teken van aanbidding. "De katholieke Kerk kent deze eredienst van aanbidding toe aan het Sacrament van de Eucharistie, niet alleen gedurende de mis, maar ook buiten deze viering. Met de grootste zorg bewaart zij de geconsacreerde hosties, biedt zij ze de christengelovigen ter plechtige verering aan en draagt zij ze in processie rond". vert. uit Lat.[[392|56]]
Zie ook alinea's: -1178-[al:1178]-103-[al:103]-2628-[al:2628]
Zie ook alinea's: -1178-[al:1178]-103-[al:103]-2628-[al:2628]
Referenties naar alinea 1378: 4
Tot de deelnemers aan de Voltallige Vergadering van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1379
1183
2691
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
1183
2691
Het tabernakel was eerst bedoeld om op waardige wijze de Eucharistie (de heilige Reserve) te bewaren opdat zij, buiten de mis, gebracht zou kunnen worden naar de zieken en afwezigen. Door de verdieping van het geloof in de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in zijn Eucharistie heeft de Kerk de zin ontdekt van de stilzwijgende aanbidding van de Heer, aanwezig onder de eucharistische gedaanten. Daarom moet het tabernakel een bijzonder waardige plaats krijgen in het kerkgebouw; het moet zodanig gemaakt zijn dat het de waarheid van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in het heilig Sacrament onderstreept en zichtbaar maakt.Zie ook alinea's: -1183-[al:1183]-2691-[al:2691]
Referenties naar alinea 1379: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1380
2715
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
2715
Het is uitermate passend dat Christus op deze unieke wijze aanwezig wilde blijven voor zijn Kerk. Omdat Christus in zichtbare gestalte de zijnen zou verlaten, wilde Hij ons zijn sacramentele tegenwoordigheid geven; daar Hij zichzelf zou opofferen aan het kruis om ons te redden, wilde Hij ons de gedachtenis toevertrouwen van zijn liefde, waarmee Hij ons heeft bemind "tot het uiterste toe" (Joh. 13, 1)[b:Joh. 13, 1], tot het geven van zijn leven. In zijn Eucharistische aanwezigheid blijft Hij inderdaad op mysterievolle wijze onder ons als Degene die ons bemind heeft en zich voor ons heeft overgeleverd, (Gal. 2, 20)[[b:Gal. 2, 20]] en Hij blijft het onder de tekenen welke deze liefde uitdrukken en meedelen:
De Kerk en de wereld hebben de verering van de Eucharistie hard nodig. Jezus wacht op ons in dit Sacrament van de liefde. Laten wij niet zuinig zijn met onze tijd als het erom gaat bij Hem samen te komen in aanbidding, in een beschouwend gebed vol geloof en erop gericht de zware schulden en misdaden van de wereld goed te maken. Dat onze aanbidding toch nooit ophoude. (vert. Stichting Verkondiging Roermond)[[404|3]]Zie ook alinea's: -669-[al:669]-478-[al:478]-2715-[al:2715]
Referenties naar alinea 1380: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1381
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
"Dat in dit Sacrament het echte lichaam en het echte bloed van Christus tegenwoordig zijn, 'kan men niet te weten komen met de zintuigen', zegt de heilige Thomas, 'maar alleen door het geloof dat steunt op het gezag van God'. En daarom zegt de heilige Cyrillus in zijn commentaar op Lucas 22,19: 'Dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt': 'Vraag u niet af of dit wel waar is, maar neem liever gelovig de woorden van de Verlosser aan; want omdat Hij de waarheid is, liegt Hij niet"'. Summa Theologiae Tertia Pars q. 75 a. 1[[t:iiia q. 75 a. 1]] vgl: geciteerd door Paulus VI (vert. Adoro Te, G. van der Leeuw)[[[392|1]]]
U bid ik aan in overgave, godheid ongezienZie ook alinea's: -156-[al:156]-215-[al:215]
die waarachtig onder deze tekenen schuilt;
u geeft zich mijn harte over heel en al,
immers u aanschouwend schiet het al te kort. Zien, smaken en tasten falen hier bij u,
veilig brengt hier enkel 't horen tot geloof.
ik geloof in al wat Gods zoon heeft gezegd:
niets is meer waarachtig dan der waarheid woord.
Referenties naar alinea 1381: 4
Tot de deelnemers aan de Voltallige Vergadering van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VI. - Het Paasmaal (1382-1401)
1382
1329
Manifest van het geloof ->=geentekst=
1329
De Mis is tegelijk en onafscheidelijk de gedachtenis van het offer, waarin het kruisoffer vereeuwigd wordt, en van het heilig gastmaal dat bestaat in de gemeenschap met het lichaam en bloed van de Heer. De viering van het eucharistisch offer is echter volledig gericht op de intieme vereniging van de gelovigen met Christus door de Communie. Door te communiceren ontvangt men Christus zelf die zich voor ons geofferd heeft.
Zie ook alinea's: -950-[al:950]
Zie ook alinea's: -950-[al:950]
Referenties naar alinea 1382: 2
Ecclesia de Eucharistia ->=geentekst=Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1383
1182
1182
Het altaar waaromheen de Kerk bij de viering van de Eucharistie verzameld wordt, vertegenwoordigt de twee aspecten van een zelfde mysterie: het offeraltaar en de tafel van de Heer; te meer omdat het christelijk altaar het symbool is van Christus zelf te midden van de vergadering van de gelovigen, tegelijk aanwezig als slachtoffer dat opgedragen wordt voor onze verzoening, en als hemels voedsel dat ons gegeven wordt. "Wat is immers het altaar van Christus anders dan het beeld van het lichaam van Christus?" zegt de heilige Ambrosius; 5,7, vert. uit Lat.[[3466]] en elders: "Het altaar stelt het lichaam (van Christus) voor, en het lichaam van Christus bevindt zich op het altaar".4,7, vert. uit Lat.[[3466]] De liturgie drukt deze eenheid van het offer en de communie in tal van gebeden uit. Zo bidt de Kerk van Rome in haar anafora:
Zend dan uw engel, machtige God,Zie ook alinea's: -1182-[al:1182]
om deze gaven en gebeden op te dragen
naar het altaar van uw heerlijkheid
wij bidden U, dat wij die gemeenschap vieren van deze tafel
en delen in het Lichaam van uw Zoon
en in zijn Bloed,
van U gezegend zullen zijn
vol van genade. Eucharistisch gebed 1, "Supplices te rogamus", vert. Altaar missaal (NL). blz. L-LI; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B) 265[[1209]]
Referenties naar alinea 1383: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1384
2835
2835
"Neemt en eet hiervan, gij allen": de communie
De Heer nodigt ons dringend uit om Hem in het Sacrament van de Eucharistie te ontvangen: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt gij het leven niet in u" (Joh. 6, 53)[b:Joh. 6, 53].
Zie ook alinea's: -2835-[al:2835]
De Heer nodigt ons dringend uit om Hem in het Sacrament van de Eucharistie te ontvangen: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt gij het leven niet in u" (Joh. 6, 53)[b:Joh. 6, 53].
Zie ook alinea's: -2835-[al:2835]
Referenties naar alinea 1384: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1385
1401
1457
2390
Eucharistisch Offermaal en het Sacrament van Verzoening ->=geentekst=
Dies Domini ->=geentekst=
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Gids voor grote vieringen ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
1401
1457
2390
Willen wij op deze uitnodiging ingaan, dan moeten wij ons voorbereiden op dit groots en heilig moment. De heilige Paulus spoort ons aan tot een gewetensonderzoek: "Wie op onwaardige wijze het brood eet of de beker van de Heer drinkt, bezondigt zich aan het lichaam en bloed des Heren. Wij moeten onszelf onderzoeken, voor we van het brood eten en uit de beker drinken. Wie eet en drinkt zonder het lichaam te onderkennen, eet en drinkt zijn eigen vonnis" (1 Kor. 11, 27-29)[b:1 Kor. 11, 27-29]. Hij die zich van een zware zonde bewust is, moet het Sacrament van de Verzoening ontvangen voordat hij te communie gaat.
Zie ook alinea's: -1457-[al:1457]
Zie ook alinea's: -1457-[al:1457]
Referenties naar alinea 1385: 7
Ecclesia de Eucharistia ->=geentekst=Eucharistisch Offermaal en het Sacrament van Verzoening ->=geentekst=
Dies Domini ->=geentekst=
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Gids voor grote vieringen ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1386
Voor de verhevenheid van dit sacrament kan de gelovige slechts nederig en met een vurig geloof de woorden van de honderdman tot de zijne maken: (Mt. 8, 8)[[b:Mt. 8, 8]] "Domine, non sum dignus, ut intres sub tectum meum, sed tantum dic verbum, et sanabitur anima mea" ("Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spréék slechts één woord en ik zal gezond worden"). En in de goddelijke liturgie van de heilige Johannes Chrysostomus bidden de gelovigen in dezelfde geest:
Laat mij vandaag, o Zoon van God, communiceren aan uw mystiek avondmaal. Ik zal immers het geheim niet aan uw vijanden vertellen, noch zal ik U de judaskus geven. Als de goede moordenaar roep ik U echter toe: Denk aan mij, Heer, wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt.Zie ook alinea's: -732-[al:732]
Referenties naar alinea 1386: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1387
2043
2043
Om zich op passende wijze voor te bereiden op het ontvangen van dit Sacrament, dienen de gelovigen de voorgeschreven onthouding (nuchterheid) van hun Kerk in acht te nemen. vgl: Codex Iuris Canonici, 919[[[30|919]]] Hun lichaamshouding (bewegingen, kleding) drukt de eerbied, de plechtigheid en de vreugde uit die past bij het ogenblik waarop Christus onze gast wordt.Zie ook alinea's: -2043-[al:2043]
Referenties naar alinea 1387: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1388
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Het ligt in de bedoeling van de Eucharistie dat de gelovigen, wanneer zij de vereiste gesteltenis hebben vgl: Codex Iuris Canonici, 916-917[[[30|916-917]]], communiceren, wanneer zij aan de Mis deelnemen Gelovigen kunnen hoogstens...Gelovigen kunnen hoogstens tweemaal op dezelfde dag communiceren. Responsa ad proposita dubia: AAS 76 (1984) 746)[[3617]]: "De meer volmaakte deelneming aan de Mis die hierin bestaat, dat de gelovigen na de communie van de priester het lichaam des Heren uit hetzelfde offer ontvangen, wordt bijzonder aanbevolen". vert. uit Latijn[[570|55]]
Referenties naar alinea 1388: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1389
2042
2180
2837
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De viering van het Paastriduüm: Enkele aspecten van de liturgie van het lijden, sterven en verrijzen van de Heer ->=geentekst=
2042
2180
2837
De Kerk verplicht de gelovigen ertoe op zon- en feestdagen de goddelijke liturgie mee te vieren vgl: vert. uit Latijn[[[701|15]]] en ten minste eenmaal per jaar, indien mogelijk in de Paastijd, de Eucharistie te ontvangen, vgl: Codex Iuris Canonici, 920[[[30|920]]] na zich door het Sacrament van de Verzoening te hebben voorbereid. De kerk beveelt echter de gelovigen ook ten zeerste aan op alle zon- en feestdagen de heilige Eucharistie te ontvangen, of nog vaker, zelfs iedere dag.
Zie ook alinea's: -2042-[al:2042]-2837-[al:2837]
Zie ook alinea's: -2042-[al:2042]-2837-[al:2837]
Referenties naar alinea 1389: 6
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De viering van het Paastriduüm: Enkele aspecten van de liturgie van het lijden, sterven en verrijzen van de Heer ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1390
De sacramentele tegenwoordigheid van Christus onder elk van beide gedaanten maakt het mogelijk dat men door de Communie onder de gedaante van het brood alleen heel de vrucht van de genade van de Eucharistie ontvangt. Om pastorale redenen is deze manier van communiceren in de Latijnse ritus op rechtmatige wijze de meest gewone geworden. "Omwille van haar tekenwaarde is de Communie onder beide gedaanten een volmaaktere vorm van communiceren. Door deze vorm immers komt het teken van de eucharistische maaltijd vollediger tot uitdrukking".vgl: , vert. Altaarmissaal (NL) blz 80; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 42[[[1383|(240)]]] Dit is de gebruikelijke wijze van communiceren in de oosterse ritussen.
Referenties naar alinea 1390: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1391
460
521
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
460
521
De vruchten van de communie
De Communie doet onze vereniging met Christus groeien. De voornaamste vrucht van het ontvangen van de Eucharistie in de Communie is de intieme vereniging met Christus Jezus. De Heer zegt inderdaad: "Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem" (Joh. 6, 56)[b:Joh. 6, 56]. Het leven in Christus heeft zijn grondslag in het eucharistisch gastmaal: "Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij" (Joh. 6, 57)[b:Joh. 6, 57]:
De Communie doet onze vereniging met Christus groeien. De voornaamste vrucht van het ontvangen van de Eucharistie in de Communie is de intieme vereniging met Christus Jezus. De Heer zegt inderdaad: "Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem" (Joh. 6, 56)[b:Joh. 6, 56]. Het leven in Christus heeft zijn grondslag in het eucharistisch gastmaal: "Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij" (Joh. 6, 57)[b:Joh. 6, 57]:
Wanneer de gelovigen tijdens de feesten van de Heer het lichaam van de Zoon ontvangen, verkondigen zij aan elkaar het goede nieuws dat het onderpand van het leven werd gegeven, zoals toen de engel tot Maria Magdalena zei: "Christus is verrezen!" Ook nu worden het leven en de verrijzenis gegeven aan wie Christus ontvangt. Fanqîth, Office syriaque...Fanqîth, Office syriaque d'Antioche, Volume 1, Commun, 237 a-bZie ook alinea's: -460-[al:460]-521-[al:521]
Referenties naar alinea 1391: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1392
1524
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
1524
Wat het materiële voedsel voor ons lichamelijk leven betekent, verwezenlijkt de Communie op wonderbare wijze in ons geestelijk leven. Het deelgenootschap aan het vlees van de verrezen Christus, "dat in de Heilige Geest tot leven is gebracht en tot leven wekt", vert. uit Lat.[[704|5]] bewaart het genadeleven dat in het Doopsel ontvangen werd, doet het groeien en vernieuwt het. Deze groei van het christelijk leven moet gevoed worden door de eucharistische Communie, brood voor onze pelgrimstocht, tot op het ogenblik van onze dood, wanneer zij ons als Viaticum (teerspijze of reisvoedsel) gegeven zal worden.
Zie ook alinea's: -1212-[al:1212]-1524-[al:1524]
Zie ook alinea's: -1212-[al:1212]-1524-[al:1524]
Referenties naar alinea 1392: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1393
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De Communie verwijdert ons van de zonde. Het lichaam van Christus dat wij in de Communie ontvangen, werd "voor ons overgeleverd", en het bloed dat wij drinken, werd "vergoten voor velen tot vergeving van de zonden". Daarom kan de Eucharistie ons niet met Christus verenigen zonder ons tegelijk ook te zuiveren van bedreven zonden en ons te behoeden voor toekomstige zonden:
"Telkens wanneer wij Hem ontvangen, verkondigen wij de dood van de Heer" (1 Kor. 11, 26)[b:1 Kor. 11, 26]. Wanneer wij de dood van de Heer verkondigen, verkondigen wij ook de vergeving van de zonden. Wanneer zijn bloed, telkens als het vergoten wordt, vergoten wordt voor de vergeving van de zonden, dan moet ik het altijd ontvangen, opdat mijn zonden altijd vergeven worden. Daar ik altijd zondig, moet ik altijd een redmiddel hebben. 4,28, vert. uit Lat.[[3466]]Zie ook alinea's: -613-[al:613]
Referenties naar alinea 1393: 3
Eucharistisch Offermaal en het Sacrament van Verzoening ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1394
1436
1863
Youcat ->=geentekst=
1436
1863
Zoals het lichamelijk voedsel de verloren krachten herstelt, zo versterkt de Eucharistie de liefde die in het dagelijks leven de neiging heeft te verzwakken; deze tot leven gewekte liefde bevrijdt ons van dagelijkse zonden. vgl: Sessio XIII - Decretum de SS. Eucharistia, 4[[[679|4]]] Door zich aan ons te geven brengt Christus onze liefde tot nieuw leven en stelt Hij ons in staat te breken met onze ongeordende gehechtheden aan de geschapen wereld, om ons aan Hem te hechten:
Christus is uit liefde voor ons gestorven. Daarom vragen wij, telkens als we zijn dood gedenken in het offer, dat Hij ons zijn liefde schenkt door de komst van de Heilige Geest. Met aandrang bidden wij dat door de liefde waarmee Christus zich voor ons heeft laten kruisigen, en door de genade van de Heilige Geest, wij de wereld als gekruisigd mogen beschouwen voor ons, en onszelf laten kruisigen voor de wereld. (...) 'Zo moeten ook wij een nieuw leven leiden' en, nu wij de genade van de liefde ontvangen hebben, sterven voor de zonde en leven voor God. 28,17, vert. Getijdengebed Lect. II,5,90-91[[4474]]Zie ook alinea's: -1863-[al:1863]-1436-[al:1436]
Referenties naar alinea 1394: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1395
1436
1855
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
1436
1855
Door dezelfde liefde die zij in ons ontsteekt, behoedt de Eucharistie ons voor doodzonden in de toekomst. Hoe meer wij deel hebben aan het leven van Christus en voortgang maken in onze vriendschap met Hem, hoe moeilijker het ons valt met Hem te breken door de doodzonde. De Eucharistie is er niet op gericht doodzonden te vergeven. Dit is eigen aan het Sacrament van de verzoening. Het is eigen aan de Eucharistie het Sacrament te zijn van hen die zich in volledige gemeenschap met de Kerk bevinden.
Zie ook alinea's: -1855-[al:1855]-1446-[al:1446]
Zie ook alinea's: -1855-[al:1855]-1446-[al:1446]
Referenties naar alinea 1395: 4
Eucharistisch Offermaal en het Sacrament van Verzoening ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1396
1118
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
Querida Amazonia ->=geentekst=
1118
De eenheid van het mystieke lichaam: de Eucharistie brengt de kerk tot stand. Zij die de Eucharistie ontvangen, worden nauwer met Christus verbonden. Hierdoor worden zij door Christus met alle gelovigen verenigd tot één enkel lichaam: de Kerk. De Communie vernieuwt, versterkt en verdiept deze inlijving in de Kerk, reeds door het Doopsel verwezenlijkt. In het Doopsel werden wij geroepen één enkel lichaam te worden. (1 Kor. 12, 13)[[b:1 Kor. 12, 13]] De Eucharistie verwezenlijkt deze oproep: "Geeft niet de beker der zegening die wij zegenen, gemeenschap met het bloed van Christus? Geeft niet het brood dat wij breken, gemeenschap met het lichaam van Christus? Omdat het brood één is, vormen wij allen tezamen één lichaam, want allen hebben wij deel aan het ene brood" (1 Kor. 10, 16-17)[b:1 Kor. 10, 16-17]:
Als gij het lichaam en de ledematen van Christus zijt, is het uw sacrament dat op de tafel van de Heer ligt: gij ontvangt uw sacrament. Gij antwoordt "Amen" ("Ja, het is zo!") op wat gij ontvangt, en door te antwoorden onderschrijft gij het. Gij hoort het woord: "Lichaam van Christus" en antwoordt: "Amen." Weest dus een lidmaat van Christus opdat uw Amen waarachtig zij. 272, vert. uit Lat.[[880]]Zie ook alinea's: -1118-[al:1118]-1267-[al:1267]-790-[al:790]-1064-[al:1064]
Referenties naar alinea 1396: 4
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
Querida Amazonia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1397
1004
1351
2449
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
1004
1351
2449
De Eucharistie stelt ons voor verplichtingen tegenover de armen: Om in waarheid het lichaam en bloed van Christus te ontvangen, dat voor ons werd overgeleverd, moeten wij Christus herkennen in de armen, zijn broeders en zusters: (Mt. 25, 40)[[b:Mt. 25, 40]]
Gij hebt geproefd van het bloed van de Heer en gij herkent niet eens uw broeder. Gij onteert deze tafel wanneer gij het u onwaardig acht uw voedsel te delen met wie waardig geacht werd aan deze tafel aan te zitten. God heeft u van al uw zonden bevrijd en heeft u uitgenodigd. En zelfs dan zijt gij niet barmhartiger geworden. 1 Cor. 27,5, vert. uit Gr.[[1661]]Zie ook alinea's: -2449-[al:2449]
Referenties naar alinea 1397: 5
In het respect van de mensenrechten ligt het gehiem van de ware vrede ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 15. - De slotritus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1398
Youcat ->=geentekst=
De Eucharistie en de eenheid van de Christenen. De verhevenheid van dit Sacrament doet de heilige Augustinus uitroepen: "O Sacrament van goedheid! O teken van eenheid! O band van liefde"! 26,6,13[[859]] vgl: Sacrosanctum Concilium, 47[[[570|47]]] Hoe pijnlijker we de kerkelijke verdeeldheid voelen, waardoor de gemeenschap aan de tafel van de Heer verbroken wordt, des te vuriger klinkt tot de Heer het gebed, dat de dagen van volledige eenheid onder allen die in Hem geloven, mogen terugkeren.
Zie ook alinea's: -817-[al:817]
Zie ook alinea's: -817-[al:817]
Referenties naar alinea 1398: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1399
838
Youcat ->=geentekst=
838
De Oosterse Kerken die niet in volledige gemeenschap zijn met de katholieke Kerk, vieren de Eucharistie met grote liefde. "Deze Kerken hebben ondanks de scheiding ware Sacramenten, vooral echter, op grond van de apostolische opvolging, het Priesterschap en de Eucharistie, waardoor zij met ons nog steeds in zeer nauwe verbinding staan." vert. uit Lat.[[618|15]] Een zekere gemeenschap in sacris, in de Eucharistie dus, "is daarom in geschikte omstandigheden en met toestemming van het kerkelijk gezag niet alleen mogelijk, maar wordt zelfs aangeraden". vert. uit Lat.[[618|15]] vgl: § 3[[[30|844]]]Zie ook alinea's: -838-[al:838]
Referenties naar alinea 1399: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1400
Youcat ->=geentekst=
Failure to give German bishops proper directives, based on the clear doctrine and practice of the Church, points to a drift towards apostasy from the truth. ->=geentekst=
Failure to give German bishops proper directives, based on the clear doctrine and practice of the Church, points to a drift towards apostasy from the truth. ->=geentekst=
De kerkelijke gemeenschappen uit de hervorming die van de katholieke Kerk afgescheiden zijn, hebben "vooral door het ontbreken van het Wijdingssacrament, niet het oorspronkelijke en gehele wezen van het eucharistisch mysterie bewaard". vert. uit Lat.[[618|22]] Daarom is voor de katholieke Kerk een eucharistische intercommunie met deze gemeenschappen niet mogelijk. Wanneer echter deze kerkelijke gemeenschappen "bij het heilig avondmaal de dood en verrijzenis van onze Heer gedenken, belijden zij, dat het leven bestaat in de gemeenschap met Christus en verwachten zij zijn glorievolle wederkomst". vert. uit Lat.[[618|22]]Zie ook alinea's: -1536-[al:1536]
Referenties naar alinea 1400: 4
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Failure to give German bishops proper directives, based on the clear doctrine and practice of the Church, points to a drift towards apostasy from the truth. ->=geentekst=
Failure to give German bishops proper directives, based on the clear doctrine and practice of the Church, points to a drift towards apostasy from the truth. ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1401
1483
Youcat ->=geentekst=
1483
Wanneer naar het oordeel van de ordinaris een ernstige nood ertoe dwingt, kunnen katholieke bedienaars de Sacramenten (Eucharistie, Boete, Ziekenzalving) toedienen aan andere Christenen die niet in volledige gemeenschap met de katholieke Kerk leven, als zij er uit eigen beweging om vragen: zij moeten het katholieke geloof betreffende deze Sacramenten beamen en de juiste gesteltenis bezitten. vgl: § 4[[[30|844]]]
Zie ook alinea's: -1483-[al:1483]-1385-[al:1385]
Zie ook alinea's: -1483-[al:1483]-1385-[al:1385]
Referenties naar alinea 1401: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VII. - De Eucharistie - "onderpand van de toekomstige heerlijkheid" (1402-1405)
1402
1323
Youcat ->=geentekst=
1323
Een oud gebed bezingt het mysterie van de Eucharistie als volgt: "O heilig gastmaal, waar Christus ons voedsel is, waar de herinnering aan zijn lijden wordt opgewekt, waar de genade onze ziel vervult, waar ons het onderpand van het toekomstige leven gegeven wordt". Als de Eucharistie de gedachtenis van het Paasmysterie van de Heer is, als wij door onze Communie aan het altaar "met hemelse zegen en genade verzadigd worden",Eucharistisch gebed I, "Supplices te rogamus", vert. Altaarmissaal (NL), LI; Missaal voor Zon en Feestdagen (B), 265[[1209]] dan is de Eucharistie ook een vooruitlopen op de hemelse heerlijkheid.
Zie ook alinea's: -1323-[al:1323]-1130-[al:1130]
Zie ook alinea's: -1323-[al:1323]-1130-[al:1130]
Referenties naar alinea 1402: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1403
2771
Youcat ->=geentekst=
2771
Tijdens het laatste avondmaal heeft de Heer zelf de aandacht van de leerlingen gericht op de voltooiing van het paasmysterie in het rijk Gods: "Ik zeg u: van nu af zal Ik niet meer drinken van wat de wijnstok voortbrengt tot op de dag waarop Ik het met u, nieuw, zal drinken in het Koninkrijk van mijn Vader" (Mt. 26, 29)[b:Mt. 26, 29]. (Lc. 22,18; Mc. 14, 25)[[b:Lc. 22,18; Mc. 14, 25]] Telkens wanneer de Kerk de Eucharistie viert, herinnert zij zich deze belofte en keert zij haar blik naar "Hem die komt" (Openb. 1, 4)[b:Openb. 1, 4]. In haar gebed vraagt zij om zijn komst: "Marana tha" (1 Kor. 16, 22)[b:1 Kor. 16, 22], "Kom, Heer Jezus" (Openb. 22, 20)[b:Openb. 22, 20], "moge de genade komen en deze wereld voorbijgaan"! 10,6, vert. uit Lat.[[1657|+77]]
Zie ook alinea's: -671-[al:671]
Zie ook alinea's: -671-[al:671]
Referenties naar alinea 1403: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1404
1045
1344
Youcat ->=geentekst=
1045
1344
De Kerk weet dat de Heer nu reeds tot ons komt in de Eucharistie en dat Hij daar is, midden onder ons. Deze aanwezigheid is echter versluierd. Daarom vieren wij de Eucharistie "hoopvol wachtend op de komst van Jezus, Messias" Embolisme na het Onze Vader, vert. Altaarmissaal (NL) blz. 715; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 360[[1209]] (Tit. 2, 13)[[b:Tit. 2, 13]] en bidden wij: "Ook wijzelf hopen daar (in uw rijk) eens te mogen zijn, om met hen (de overledenen) samen voor altijd te mogen genieten van uw heerlijkheid. Dan wist Gij alle tranen uit onze ogen: wij zullen U zien, God van ons, zoals Gij zijt; voor eeuwig op U gelijkend, zullen wij eindeloos U prijzen, door Christus onze Heer". MR, Eucharistisch gebed III B, 116, Gebed voor de overledenen, vert. Altaarmissaal (NL) blz. 707; Missaal voor Zon en Feestdagen (B), 291[[1209]]
Zie ook alinea's: -1041-[al:1041]-1028-[al:1028]
Zie ook alinea's: -1041-[al:1041]-1028-[al:1028]
Referenties naar alinea 1404: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1405
1000
1331
1509
2837
Youcat ->=geentekst=
1000
1331
1509
2837
Van deze grote verwachting van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid zal wonen, (2 Pt. 3, 13)[[b:2 Pt. 3, 13]] hebben we geen betrouwbaarder onderpand, geen duidelijker teken dan de Eucharistie. Telkens wanneer dit mysterie wordt gevierd, wordt inderdaad "het werk van onze verlossing voltrokken" vert. uit Lat.[[617|3]] en "breken wij het ene brood, middel dat onsterfelijk maakt, tegengif om niet te sterven, maar om voor altijd te leven in Christus". XX,2, vert. uit Gr.[[853|+68]]
Zie ook alinea's: -1042-[al:1042]-1000-[al:1000]
Zie ook alinea's: -1042-[al:1042]-1000-[al:1000]
Referenties naar alinea 1405: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1406-1419)
1406
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Jezus zegt: "Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid (...). Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven (...), hij blijft in Mij en Ik in hem" (Joh. 6, 51.54.56)[b:Joh. 6, 51.54.56].
Referenties naar alinea 1406: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1407
De Eucharistie is het hart en het hoogtepunt van het leven van de Kerk, want in haar doet Christus zijn Kerk en al haar ledematen delen in zijn offer van lofprijzing en dankzegging dat Hij eens en voor altijd op het kruis aan zijn Vader heeft opgedragen; door dit offer stort Hij zijn heilsgaven uit over zijn lichaam dat de Kerk is.
Referenties naar alinea 1407: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1408
De Eucharistieviering bestaat steeds uit: de verkondiging van het woord van God, de dankzegging aan God de Vader voor al zijn weldaden, vooral voor de gave van zijn Zoon, de consecratie van het brood en de wijn en de deelname aan het liturgisch gastmaal door het ontvangen van het Lichaam en het Bloed van de Heer. Deze elementen vormen één en dezelfde daad van eredienst.
Referenties naar alinea 1408: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1409
Youcat ->=geentekst=
De Eucharistie is de gedachtenis van het Pasen van Christus: dit wil zeggen van het heilswerk dat voltrokken werd door het leven, de dood en de verrijzenis van Christus, een werk dat tegenwoordig gesteld wordt door de liturgische handeling.
Referenties naar alinea 1409: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1410
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Het is Christus zelf, eeuwige hogepriester van het Nieuwe Verbond, die door het dienstwerk van de priesters het eucharistisch offer opdraagt. En het is ook dezelfde Christus die de offergave is van het eucharistisch offer, werkelijk tegenwoordig onder de gedaanten van brood en wijn.
Referenties naar alinea 1410: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1411
Slechts de priesters die geldig gewijd zijn, kunnen de Eucharistie voorzitten en het brood en de wijn consacreren, opdat deze het Lichaam en Bloed van de Heer worden.
Referenties naar alinea 1411: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1412
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
De wezenlijke tekenen van het Sacrament van de Eucharistie zijn brood van tarwemeel en druivenwijn, waarover de zegen van de heilige Geest wordt afgeroepen en waarover de priester de woorden van de consecratie uitspreekt die Jezus sprak tijdens het laatste avondmaal: "Dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt. (...) Dit is de beker van Mijn Bloed..."
Referenties naar alinea 1412: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1413
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Door de consecratie geschiedt de transsubstantiatie van het brood en de wijn in het Lichaam en het Bloed van Christus. Onder de geconsacreerde gedaanten van brood en wijn is de levende en verheerlijkte Christus zelf aanwezig op waarachtige, werkelijke en wezenlijke wijze, Zijn lichaam en Zijn bloed, met Zijn ziel en Zijn godheid. vgl: Sessio XIII - Decretum de SS. Eucharistia, 6,17[[[679|6.17]]]
Referenties naar alinea 1413: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1414
Youcat ->=geentekst=
De Eucharistie als offer wordt ook opgedragen als eerherstel voor de zonden van de levenden en de doden, en om van God geestelijke of tijdelijke gunsten te verkrijgen.
Referenties naar alinea 1414: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1415
Wie in de eucharistische Communie Christus wil ontvangen, moet in staat van genade zijn. Wie zich van een doodzonde bewust is, mag niet tot de Eucharistie naderen zonder eerst de absolutie ontvangen te hebben in het Sacrament van de Boete.
Referenties naar alinea 1415: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1416
Youcat ->=geentekst=
De heilige Communie van Christus' lichaam en bloed verenigt degene die de heilige Communie ontvangt nauwer met de Heer, ontslaat hem van dagelijkse zonden en behoedt hem voor zware zonden. Omdat de banden van liefde tussen degene die heeft gecommuniceerd en Christus versterkt worden, versterkt het ontvangen van dit Sacrament de eenheid van de Kerk, het mystiek lichaam van Christus.
Referenties naar alinea 1416: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1417
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De Kerk beveelt de gelovigen ten zeerste aan, wanneer zij deelnemen aan de eucharistieviering, de heilige Communie te ontvangen; minstens eenmaal per jaar zijn zij ertoe verplicht.
Referenties naar alinea 1417: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1418
Youcat ->=geentekst=
Omdat Christus zelf in het Sacrament van het altaar aanwezig is, moeten wij Hem met een eredienst van aanbidding eren. "Het bezoek aan het allerheiligste Sacrament is een bewijs van dankbaarheid, een teken van liefde en een plicht van aanbidding jegens Christus onze Heer". vert. uit Lat.[[392|66]]
Referenties naar alinea 1418: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1419
Nu Christus van deze wereld is overgegaan naar de Vader, geeft Hij ons in de Eucharistie het onderpand van de heerlijkheid die wij bij Hem zullen genieten: de deelname aan het heilig offer vereenzelvigt ons met zijn hart, ondersteunt onze krachten op onze aardse pelgrimstocht, doet ons verlangen naar het eeuwig leven en verenigt ons nu reeds met de Kerk in de hemel, met de heilige Maagd Maria en met alle heiligen.
Referenties naar alinea 1419: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tweede hoofdstuk - De sacramenten van genezing (1420-1532)
1420
Youcat ->=geentekst=
Samaritanus Bonus ->=geentekst=
Door de Sacramenten van de christelijke initiatie ontvangen wij het nieuwe leven van Christus. Dit leven nu dragen wij "in aarden potten" (2 Kor. 4, 7)[b:2 Kor. 4, 7]. Het is nog "met Christus verborgen in God" (Kol. 3, 3)[b:Kol. 3, 3]. Wij zijn in "onze aardse woning" (2 Kor. 5, 1)[b:2 Kor. 5, 1] nog onderworpen aan lijden, ziekte en dood. Dit nieuwe leven als kind van God kan door de zonde verzwakt worden en zelfs verloren gaan.
Referenties naar alinea 1420: 3
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Samaritanus Bonus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1421
1503
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 1. Inleiding ->=geentekst=
De wereld genezen - 9. De toekomst voorbereiden samen met Jezus die redt en geneest ->=geentekst=
1503
Onze Heer Jezus Christus, geneesheer van onze ziel en ons lichaam, die de lamme zijn zonden vergeven heeft en hem zijn lichamelijke gezondheid heeft teruggegeven, (Mc. 2, 1-12)[[b:Mc. 2, 1-12]] wilde dat zijn Kerk, in de kracht van de Heilige Geest, zijn werk van genezing en heil zou voortzetten, zelfs jegens haar eigen leden. Dit is het doel van de twee Sacramenten van genezing: het Boetesacrament en de Ziekenzalving.
Referenties naar alinea 1421: 4
Misericordia Dei ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 1. Inleiding ->=geentekst=
De wereld genezen - 9. De toekomst voorbereiden samen met Jezus die redt en geneest ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 - Het sacrament van boete en verzoening (1422-1498)
1422
980
1622
2839
980
1622
2839
"Zij die naderen tot het Boetesacrament, verkrijgen van Gods barmhartigheid de vergiffenis van de Hem aangedane belediging en tezelfdertijd de verzoening met de Kerk, die zij door hun zonde geschonden hebben en die zich door haar liefde, voorbeeld en gebed voor hun bekering inspant". vert. uit Lat.[[617|11]]
Zie ook alinea's: -980-[al:980]
Zie ook alinea's: -980-[al:980]
Referenties naar alinea 1422: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Hoe wordt dit Sacrament genoemd? (1423-1424)
1423
980
980
Het wordt Sacrament van bekering genoemd, omdat het op sacramentele wijze Jezus' oproep tot bekering (Mc. 1, 15)[[b:Mc. 1, 15]] verwezenlijkt, de stap om naar de Vader terug te keren, (Lc. 15, 18)[[b:Lc. 15, 18]] van wie men zich door de zonde had verwijderd.
Het wordt Boetesacrament genoemd, omdat het een persoonlijke en kerkelijke weg van de zondige Christen tot bekering, berouw en voldoening heiligt.
Zie ook alinea's: -1989-[al:1989]-1440-[al:1440]
Het wordt Boetesacrament genoemd, omdat het een persoonlijke en kerkelijke weg van de zondige Christen tot bekering, berouw en voldoening heiligt.
Zie ook alinea's: -1989-[al:1989]-1440-[al:1440]
Referenties naar alinea 1423: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1424
980
1455
980
1455
Het wordt Sacrament van de biecht genoemd, omdat de bekentenis, het biechten of belijden van de zonden ten overstaan van een priester, een wezenlijk element van het Sacrament is. Dit Sacrament is ook een "belijdenis" in de diepe zin van het woord, namelijk erkenning en lofprijzing van Gods heiligheid en van zijn barmhartigheid jegens de zondige mens.
Het wordt Sacrament van de vergeving genoemd, omdat God door de sacramentele absolutie van de priester aan de boeteling "vrijspraak en vrede" Absolutieformule, vert. Orde van dienst voor boete en verzoening (NL) 33; Orde van Dienst voor de Boeteliturgie (B), 4[[3173]] verleent.
Het wordt Sacrament van verzoening genoemd, omdat het aan de zondaar Gods verzoenende liefde schenkt: "Laat u met God verzoenen" (2 Kor. 5, 20)[b:2 Kor. 5, 20]. Hij die vanuit Gods barmhartige liefde leeft, is bereid om gehoor te geven aan de oproep van de Heer: "Ga u eerst met uw broeder verzoenen" (Mt. 5, 24)[b:Mt. 5, 24].
Zie ook alinea's: -1456-[al:1456]-1449-[al:1449]-1442-[al:1442]
Het wordt Sacrament van de vergeving genoemd, omdat God door de sacramentele absolutie van de priester aan de boeteling "vrijspraak en vrede" Absolutieformule, vert. Orde van dienst voor boete en verzoening (NL) 33; Orde van Dienst voor de Boeteliturgie (B), 4[[3173]] verleent.
Het wordt Sacrament van verzoening genoemd, omdat het aan de zondaar Gods verzoenende liefde schenkt: "Laat u met God verzoenen" (2 Kor. 5, 20)[b:2 Kor. 5, 20]. Hij die vanuit Gods barmhartige liefde leeft, is bereid om gehoor te geven aan de oproep van de Heer: "Ga u eerst met uw broeder verzoenen" (Mt. 5, 24)[b:Mt. 5, 24].
Zie ook alinea's: -1456-[al:1456]-1449-[al:1449]-1442-[al:1442]
Referenties naar alinea 1424: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Waarom na het Doopsel nog een Sacrament van de Verzoening? (1425-1426)
1425
827
980
1263
2838
2839
827
980
1263
2838
2839
"Nu zijt gij rein gewassen, gij zijt geheiligd, gij zijt gerechtvaardigd in de naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God" (1 Kor. 6, 11)[b:1 Kor. 6, 11]. Men moet zich bewust zijn van de verhevenheid van de gave Gods die ons in de sacramenten van de christelijke initiatie geschonken wordt, om te begrijpen in welke mate de zonde uitgesloten is voor wie "met Christus is bekleed" (Gal. 3, 27)[[b:Gal. 3, 27]]. De apostel Johannes zegt echter ook: "Als wij beweren zonder zonde te zijn, bedriegen wij' onszelf en woont de waarheid niet in ons" (1 Joh. 1, 8)[b:1 Joh. 1, 8]. En de Heer zelf leerde ons te bidden: "Vergeef ons onze schulden" (Lc. 11, 4)[b:Lc. 11, 4]. Daarbij verbond Hij de vergeving die we elkaar schenken voor onze schulden, aan de vergeving die God verleent voor onze schulden.
Zie ook alinea's: -1263-[al:1263]-2838-[al:2838]
Zie ook alinea's: -1263-[al:1263]-2838-[al:2838]
Referenties naar alinea 1425: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1426
980
1264
2731
980
1264
2731
Door de bekering tot Christus, de nieuwe geboorte van het Doopsel, de gave van de heilige Geest en door het lichaam en bloed van Christus dat we als voedsel ontvangen hebben, zijn wij "heilig en vlekkeloos geworden voor zijn aangezicht" (Ef. 1, 4)[b:Ef. 1, 4], zoals ook de kerk zelf, bruid van Christus. "heilig en onbesmet" (Ef. 5, 27)[b:Ef. 5, 27] is. Het nieuwe leven, ontvangen in de christelijke initiatie, heeft niet de broosheid en de zwakheid van de menselijke natuur uit de weg geruimd, noch de neiging tot zonde; de traditie noemt dit de begeerlijkheid en die blijft in de gedoopten aanwezig, opdat zij met de genade van Christus de proef zouden doorstaan in de strijd van het christelijk leven. vgl: Sessio V - Decretum super peccato originali, 5[[[667|5]]] Dit is de strijd die eigen is aan de bekering, met het oog op de heiligheid en het eeuwig leven, waartoe de Heer ons onophoudelijk oproept. vgl: Sessio VI - Decretum de iustificatione, 25[[[668|25]]] vgl: Lumen Gentium, 40[[[617|40]]]
Zie ook alinea's: -405-[al:405]-978-[al:978]-1264-[al:1264]
Zie ook alinea's: -405-[al:405]-978-[al:978]-1264-[al:1264]
Referenties naar alinea 1426: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De bekering van de gedoopten (1427-1429)
1427
980
1989
980
1989
Jezus roept op tot bekering. Deze oproep is een wezenlijk onderdeel van de aankondiging van het rijk Gods: "De tijd is vervuld en het rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de blijde boodschap" (Mc. 1, 15)[b:Mc. 1, 15]. In de prediking van de Kerk wordt deze oproep allereerst gericht tot hen die Christus en zijn Evangelie nog niet kennen. Het Doopsel is dan ook het voornaamste moment van de eerste en de fundamentele bekering. Door het geloof in de blijde boodschap en door het Doopsel (Hand. 2, 38)[[b:Hand. 2, 38]] verzaakt men aan het kwaad en verwerft men het heil, dit wil zeggen de vergeving van alle zonden en de gave van het nieuwe leven.
Zie ook alinea's: -541-[al:541]-1226-[al:1226]
Zie ook alinea's: -541-[al:541]-1226-[al:1226]
Referenties naar alinea 1427: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1428
853
980
1036
2784
853
980
1036
2784
Christus' oproep tot bekering blijft evenwel weerklinken in het leven van de Christenen. Deze tweede bekering is een ononderbroken opgave voor heel de Kerk die "in haar eigen schoot zondaars omvat" en die zich dus, "tezelfdertijd heilig en altijd tot zuivering geroepen, onophoudelijk toelegt op boetvaardigheid en levensvernieuwing". vert. uit Lat.[[617|8]] Dit streven naar bekering is niet zonder meer mensenwerk, maar een ontroering van "het vermorzelde hart" (Ps. 51, 19)[b:Ps. 51, 19] dat aangetrokken en bewogen wordt door de genade (Joh. 6, 44; Joh. 12, 32)[[b:Joh. 6, 44; Joh. 12, 32]] om te beantwoorden aan de barmhartige liefde van God, die ons het eerst heeft liefgehad. (1 Joh. 4, 10)[[b:1 Joh. 4, 10]]
Zie ook alinea's: -1036-[al:1036]-853-[al:853]-1996-[al:1996]
Zie ook alinea's: -1036-[al:1036]-853-[al:853]-1996-[al:1996]
Referenties naar alinea 1428: 1
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1429
980
980
Hiervan vinden we een getuigenis in de bekering van de heilige Petrus, nadat deze zijn Meester driemaal had verloochend. Jezus eindeloos barmhartige blik wekt bij Petrus tranen van berouw op (Lc. 22, 61)[b:Lc. 22, 61] en, na de verrijzenis van de Heer, de drievoudige bevestiging van zijn liefde voor Jezus. (Joh. 21, 15-17)[[b:Joh. 21, 15-17]] De tweede bekering heeft ook een dimensie die de gemeenschap raakt. Dit komt tot uiting in de oproep die de Heer tot een hele Kerk richt: "Bekeer u!" (Openb. 2, 5.16)[b:Openb. 2, 5.16].
In verband met de twee bekeringen zegt de heilige Ambrosius dat men in de Kerk "het water en de tranen aantreft: het water van het doopsel en de tranen van de boete". 41,12, vert. uit Lat.[[1395]]
Referenties naar alinea 1429: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - De inwendige boetevaardigheid (1430-1433)
1430
980
1098
1888
2608
980
1098
1888
2608
Zoals dit reeds bij de profeten het geval was, beoogt Jezus' oproep tot bekering en boete niet op de eerste plaats uiterlijke werken - "zak en as", vasten en verstervingen - maar de bekering van het hart, de innerlijke boetvaardigheid. Zonder deze innerlijke bekering blijven de werken van boetvaardigheid vruchteloos en leugenachtig; de innerlijke bekering daarentegen zet ertoe aan deze houding uit te drukken in zichtbare tekens, gebaren en werken van boetvaardigheid. (Joël 2, 12-13; Jes. 1, 16-17; Mt. 6, 1-6.16-18)[[b:Joël 2, 12-13; Jes. 1, 16-17; Mt. 6, 1-6.16-18]]
Zie ook alinea's: -1098-[al:1098]
Zie ook alinea's: -1098-[al:1098]
Referenties naar alinea 1430: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1431
368
980
1451
Youcat ->=geentekst=
368
980
1451
De innerlijke boetvaardigheid houdt een grondige heroriëntering van heel het leven in, een terugkeer, een, bekering van ganser harte tot God, een afzien van de zonde, een afkeer van het kwaad, met daarbij een weerzin tegen de slechte daden die bedreven werden. Tegelijkertijd wekt zij in ons het verlangen en het besluit ons leven te veranderen, met daarbij de hoop op de goddelijke barmhartigheid en in het vertrouwen op de hulp van zijn genade. Deze bekering van het hart gaat vergezeld van een heilzame smart en droefheid, die de Kerkvaders animi cruciatus (zielskwelling) of compunctio cordis (rouwmoedigheid van het hart) hebben genoemd. vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae, 10-12,32[[[683|10-12.32]]] vgl: 2, 5, 4[[[830]]]
Zie ook alinea's: -1451-[al:1451]-368-[al:368]
Zie ook alinea's: -1451-[al:1451]-368-[al:368]
Referenties naar alinea 1431: 2
Boetesacrament als middel tegen de mentaliteit van deze tijd ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1432
980
1041
980
1041
Het hart van de mens is traag en hard. God moet de mens een nieuw hart geven. (Ez. 36, 26-27)[[b:Ez. 36, 26-27]] Bekering is allereerst een werk van Gods genade die onze harten weer tot Hem keert: "Heer, breng ons weer bij U terug, maak ons leven opnieuw zoals vroeger" (Klaagl. 5, 21)[b:Klaagl. 5, 21]. God geeft ons de kracht om opnieuw te beginnen. Pas als ons hart de verhevenheid van Gods liefde ontdekt, wordt het ontsteld door de verschrikking en de last van de zonde en begint het te vrezen God door de zonde te beledigen en van Hem gescheiden te worden. Het menselijk hart bekeert zich door op te kijken naar Hem die onze zonden hebben doorstoken: (Joh. 19, 37; Zach. 12, 10)[[b:Joh. 19, 37; Zach. 12, 10]]
Laten wij met aandacht het bloed van Christus beschouwen, en beseffen hoe kostbaar dit is voor God, zijn Vader. Dit bloed is immers vergoten voor ons heil, en bracht aan heel de wereld de genade van de inkeer. 7,4, vert. Getijdenboek Lect I,2,50-51[[984]]Zie ook alinea's: -729-[al:729]-692-[al:692]-1848-[al:1848]
Referenties naar alinea 1432: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1433
692
729
980
1848
692
729
980
1848
Sinds Pasen is het de Heilige Geest die "de wereld het overtuigend bewijs levert van wat zonde is" (Joh. 16, 8-9)[[b:Joh. 16, 8-9]], namelijk dat de wereld niet heeft geloofd in Hem die de Vader gezonden heeft. Dezelfde Geest echter die de zonde openbaart, is ook de Vertrooster (Joh. 15, 26)[[b:Joh. 15, 26]] die aan het hart van de mens de genade van het berouw en van de bekering schenkt. (Hand. 2, 36-38)[[b:Hand. 2, 36-38]] vgl: Dominum et vivificantem, 27-48[[[7|27-48]]]
Zie ook alinea's: -729-[al:729]-692-[al:692]-1848-[al:1848]
Zie ook alinea's: -729-[al:729]-692-[al:692]-1848-[al:1848]
Referenties naar alinea 1433: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V. - De veelvuldige vormen van boetedoening in het christelijk leven (1434-1439)
1434
980
1969
980
1969
De innerlijke boetvaardigheid van de christen kan zich op uiteenlopende wijzen uiten. De Schrift en de Kerkvaders leggen vooral op drie vormen de nadruk: het vasten, het gebed en de aalmoes; (Tobit. 12, 8; Mt. 6, 1-18)[[b:Tobit. 12, 8; Mt. 6, 1-18]] het zijn uitdrukkingen van onze bekering in onze relatie tot onszelf, tot God en tot de anderen. Naast de grondige zuivering die het doopsel of het martelaarschap bewerken, noemen zij als middel om vergiffenis van de zonden te verkrijgen: de inspanning om zich met zijn naaste te verzoenen, de tranen van boete, de zorg voor het heil van de naaste, (Jak. 5, 20)[[b:Jak. 5, 20]] de voorspraak van de heiligen en de naastenliefde "die tal van zonden bedekt" (1 Pt. 4, 8)[b:1 Pt. 4, 8].Zie ook alinea's: -1969-[al:1969]
Referenties naar alinea 1434: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1435
980
980
De bekering wordt in het dagelijks leven verwezenlijkt door daden van verzoening, de zorg voor de armen, het betrachten en verdedigen van de rechtvaardigheid en het recht, (Am. 5, 24; Jes. 1, 17)[[b:Am. 5, 24; Jes. 1, 17]] door schuld te bekennen aan zijn broeders en zusters, de broederlijke vermaning, de verbetering van zijn leven, het gewetensonderzoek, de geestelijke begeleiding, het aanvaarden van het lijden en het verduren van de vervolging omwille van de gerechtigheid. Elke dag zijn kruis opnemen en Jezus volgen is de zekerste weg van boetvaardigheid. (Lc. 9, 23)[[b:Lc. 9, 23]]
Referenties naar alinea 1435: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1436
980
1394
980
1394
Eucharistie en boete. De dagelijkse bekering en boetvaardigheid vinden hun bron en hun voedsel in de Eucharistie, omdat het offer van Christus immers, dat ons met God heeft verzoend, tegenwoordig wordt gesteld; ze voedt en sterkt hen die door het leven van Christus worden bezield; "ze is het tegengif dat ons verlost van onze dagelijkse zonden en ons behoedt voor doodzonden". Sessio XIII - Decretum de SS. Eucharistia, 4[[679|4]]Zie ook alinea's: -1394-[al:1394]-1395-[al:1395]
Referenties naar alinea 1436: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1437
980
980
Het lezen van de heilige Schrift, het bidden van het getijdengebed en het Onze Vader, elke oprechte daad van eredienst of godsvrucht verlevendigen in ons de geest van bekering en boetvaardigheid en dragen bij tot vergiffenis van onze zonden.
Referenties naar alinea 1437: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1438
540
980
2015
2043
540
980
2015
2043
Boetetijden en boetedagen tijdens het liturgisch jaar (de vastentijd, elke vrijdag ter gedachtenis van de dood van de Heer) zijn voor de Kerk gelegenheden bij uitstek om boete te doen. vgl: Sacrosanctum Concilium, 109-110[[[570|109-110]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 1249-1253[[[30|1249-1253]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (880-883)[[[574|(880-883)]]] Deze tijden zijn uitermate geschikt voor retraites, boetevieringen, bedevaarten als teken van boete, dingen die men zich vrijwillig ontzegt, zoals vasten en aalmoezen geven en broederlijk delen (liefde- en missiewerken).Zie ook alinea's: -540-[al:540]-2043-[al:2043]
Referenties naar alinea 1438: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1439
545
980
1700
2839
Youcat ->=geentekst=
545
980
1700
2839
Het proces van de bekering en de boetvaardigheid werd door Jezus op indrukwekkende wijze beschreven in de zogenaamde parabel "van de verloren zoon" waarin "de barmhartige vader" centraal staat (Lc. 15, 11-24)[[b:Lc. 15, 11-24]]: de betovering van een denkbeeldige vrijheid, het verlaten van het vaderlijk huis; de uiterste ellende waarin de zoon geraakt, nadat hij zijn geld verkwist heeft; de diepe vernedering varkens te moeten hoeden en, erger nog, verlangen zich te voeden met de schillen die de varkens voorgeworpen kregen; de gedachte aan wat hij verloren had; het berouw en het voornemen schuld te bekennen jegens zijn vader; de weg terug; de liefdevolle opname door de vader en de vreugde van de vader. Het zijn allemaal fasen die het bekeringsproces kenmerken. In het fraaie kleed, de ring en het feestmaal verschijnen de symbolen van het nieuwe, zuivere, waardige en vreugdevolle leven, een leven van iemand die tot God en zijn huisgezin, de Kerk, terugkeert. Enkel het hart van Jezus, dat de diepten va n de liefde van zijn Vader kent, kon ons op een zo eenvoudige en tegelijk schitterende wijze openbaren hoe onpeilbaar diep de barmhartigheid van de Vader is.Zie ook alinea's: -545-[al:545]-478-[al:478]
Referenties naar alinea 1439: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VI. - Het Sacrament van boete en verzoening (1440-1449)
1440
980
1423
1850
980
1423
1850
De zonde is allereerst een belediging van God, het verbreken van de gemeenschap met Hem. Zonde tast bovendien de gemeenschap met de Kerk aan. Daarom leidt bekering zowel tot Gods vergeving als tot verzoening met de Kerk, wat door het sacrament van de Boete en Verzoening liturgisch uitgedrukt en verwezenlijkt wordt. vgl: Lumen Gentium, 11[[[617|11]]]
Zie ook alinea's: -1850-[al:1850]
Zie ook alinea's: -1850-[al:1850]
Referenties naar alinea 1440: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1441
270
431
589
980
2845
270
431
589
980
2845
God alleen vergeeft de zonde
God alleen vergeeft zonden. (Mc. 2, 7)[[b:Mc. 2, 7]] Aangezien Jezus de Zoon van God is, zegt Hij over zichzelf: "De Mensenzoon heeft de macht op aarde zonden te vergeven" (Mc. 2, 10)[b:Mc. 2, 10] en Hij oefent deze macht ook uit: "Uw zonden zijn u vergeven!" (Mc. 2, 5)[b:Mc. 2, 5] (Lc. 7, 48)[[b:Lc. 7, 48]]. Zelfs nog meer: krachtens zijn goddelijk gezag geeft Hij deze macht aan de mensen, (Joh. 20, 21-23)[[b:Joh. 20, 21-23]] opdat zij die uitoefenen in zijn naam.
Zie ook alinea's: -270-[al:270]-431-[al:431]-589-[al:589]
God alleen vergeeft zonden. (Mc. 2, 7)[[b:Mc. 2, 7]] Aangezien Jezus de Zoon van God is, zegt Hij over zichzelf: "De Mensenzoon heeft de macht op aarde zonden te vergeven" (Mc. 2, 10)[b:Mc. 2, 10] en Hij oefent deze macht ook uit: "Uw zonden zijn u vergeven!" (Mc. 2, 5)[b:Mc. 2, 5] (Lc. 7, 48)[[b:Lc. 7, 48]]. Zelfs nog meer: krachtens zijn goddelijk gezag geeft Hij deze macht aan de mensen, (Joh. 20, 21-23)[[b:Joh. 20, 21-23]] opdat zij die uitoefenen in zijn naam.
Zie ook alinea's: -270-[al:270]-431-[al:431]-589-[al:589]
Referenties naar alinea 1441: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1442
980
983
1424
980
983
1424
Christus wilde dat heel zijn Kerk, in haar gebed, haar leven en haar handelen, teken en instrument zou zijn van de vergeving en de verzoening, die Hij voor ons met de prijs van zijn bloed verworven heeft. Hij heeft echter de uitoefening van de macht om te vergeven aan het apostolisch ambt toevertrouwd. Dit ambt is belast met "de dienst van de verzoening" (2 Kor. 5, 18)[b:2 Kor. 5, 18]. De apostel wordt gezonden "in naam van Christus", en "het is God zelf" die door middel van hem oproept en smeekt: "Laat u met God verzoenen" (2 Kor. 5, 20)[b:2 Kor. 5, 20].
Zie ook alinea's: -983-[al:983]
Zie ook alinea's: -983-[al:983]
Referenties naar alinea 1442: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1443
545
980
545
980
Verzoening met de Kerk
Tijdens zijn openbaar leven heeft Jezus niet alleen de zonden vergeven, Hij heeft ook de vrucht van deze vergeving laten zien: Hij heeft de verzoende zondaars weer opgenomen in de gemeenschap van het Volk van God, waaruit de zonde hen verwijderd en zelfs uitgesloten had. Het feit dat Jezus zondaars bij zich aan tafel toelaat en, duidelijker nog, dat Hij zich bij hen aan tafel aansluit, is een schitterend teken daarvan. Op indrukwekkende wijze brengt Hij hiermee zowel Gods vergeving (Lc. 15)[[b:Lc. 15]] als hun terugkeer in de kring van het Volk van God (Lc. 19, 9)[[b:Lc. 19, 9]] tot uitdrukking.
Zie ook alinea's: -545-[al:545]
Tijdens zijn openbaar leven heeft Jezus niet alleen de zonden vergeven, Hij heeft ook de vrucht van deze vergeving laten zien: Hij heeft de verzoende zondaars weer opgenomen in de gemeenschap van het Volk van God, waaruit de zonde hen verwijderd en zelfs uitgesloten had. Het feit dat Jezus zondaars bij zich aan tafel toelaat en, duidelijker nog, dat Hij zich bij hen aan tafel aansluit, is een schitterend teken daarvan. Op indrukwekkende wijze brengt Hij hiermee zowel Gods vergeving (Lc. 15)[[b:Lc. 15]] als hun terugkeer in de kring van het Volk van God (Lc. 19, 9)[[b:Lc. 19, 9]] tot uitdrukking.
Zie ook alinea's: -545-[al:545]
Referenties naar alinea 1443: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1444
980
981
980
981
Wanneer de Heer de apostelen laat delen in zijn macht zonden te vergeven, geeft Hij hun ook het gezag de zondaars met de Kerk te verzoenen. Deze kerkelijke dimensie van hun taak wordt met name uitgedrukt door de plechtige woorden die Christus tot Simon Petrus richt: "Ik zal u de sleutels geven van het rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn" (Mt. 16, 19)[b:Mt. 16, 19]. "Het staat vast dat de macht om te binden en te ontbinden, die aan Petrus geschonken werd, ook is gegeven aan het college van de apostelen, dat met zijn hoofd verenigd is (Mt. 18, 18; Mt. 28, 16-20)[[b:Mt. 18, 18; Mt. 28, 16-20]]". vert. uit Lat.[[617|22]]
Zie ook alinea's: -981-[al:981]
Zie ook alinea's: -981-[al:981]
Referenties naar alinea 1444: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1445
553
980
553
980
De woorden binden en ontbinden betekenen: wie gij uit uw gemeenschap uitsluit, zal ook uit de gemeenschap met God uitgesloten worden; wie gij opnieuw in uw gemeenschap opneemt, zal ook God weer bij zich opnemen. De verzoening met de Kerk is niet te scheiden van de verzoening met God.
Zie ook alinea's: -553-[al:553]
Zie ook alinea's: -553-[al:553]
Referenties naar alinea 1445: 1
De Vader houdt van jullie (vgl. Joh 16,27) ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1446
979
980
1395
1856
1990
979
980
1395
1856
1990
Het Sacrament van de vergeving
Christus heeft het Boetesacrament ingesteld ten behoeve van alle zondige leden van zijn Kerk, allereerst voor hen die na het Doopsel zwaar gezondigd hebben en die zo de doopgenade verloren en de kerkelijke gemeenschap geschaad hebben. Het Boetesacrament biedt hun een nieuwe gelegenheid om zich te bekeren en de genade van de rechtvaardiging terug te vinden. De Kerkvaders stellen dit Sacrament voor als "de tweede redplank {van het heil} na de schipbreuk, het verlies van de genade". 4,2[[2593]] vgl: vert. uit Lat.[[[668|22]]]
Zie ook alinea's: -979-[al:979]-1856-[al:1856]-1990-[al:1990]
Christus heeft het Boetesacrament ingesteld ten behoeve van alle zondige leden van zijn Kerk, allereerst voor hen die na het Doopsel zwaar gezondigd hebben en die zo de doopgenade verloren en de kerkelijke gemeenschap geschaad hebben. Het Boetesacrament biedt hun een nieuwe gelegenheid om zich te bekeren en de genade van de rechtvaardiging terug te vinden. De Kerkvaders stellen dit Sacrament voor als "de tweede redplank {van het heil} na de schipbreuk, het verlies van de genade". 4,2[[2593]] vgl: vert. uit Lat.[[[668|22]]]
Zie ook alinea's: -979-[al:979]-1856-[al:1856]-1990-[al:1990]
Referenties naar alinea 1446: 1
Incarnationis mysterium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1447
980
980
In de loop der eeuwen heeft de concrete vorm waarin de Kerk deze macht, ontvangen van de Heer, heeft uitgeoefend veel variaties gekend. Gedurende de eerste eeuwen was de verzoening van de Christenen die na hun Doopsel bijzonder zware zonden bedreven hadden (bijvoorbeeld afgoderij, moord of overspel), aan een zeer strenge tucht gebonden. De boetelingen moesten vaak jarenlang in het openbaar boete doen voor hun zonden alvorens verzoend te worden. Tot deze "orde der boetelingen" (die slechts bepaalde zware zonden betrof werd iemand slechts zelden toegelaten, in bepaalde streken slechts eenmaal in zijn hele leven. Gedurende de zevende eeuw brachten de Ierse missionarissen, geïnspireerd door de monastieke traditie uit het Oosten, de "privé"-praktijk van de boete naar het vasteland van Europa mee. Er werd niet meer geëist, publiek en langdurig boete te doen alvorens met de Kerk verzoend te worden. Het Sacrament vindt voortaan op een meer besloten wijze plaats tussen de boeteling en de priester. Deze nieuwe praktijk, voorzag in de mogelijkheid dat het Sacrament herhaald werd en opende zo de weg voor een regelmatig ontvangen ervan. De mogelijkheid ontstond dat in één enkele sacramentele viering zowel de zware als de dagelijkse zonden vergeven werden. Dit is in grote lijnen de vorm van boete die de Kerk tot op de dag van vandaag kent.
Referenties naar alinea 1447: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1448
980
980
Bij alle veranderingen die de kerkorde en de viering van dit Sacrament in de loop der eeuwen gekend hebben, onderscheidt men dezelfde fundamentele structuur. Zij bevat twee even wezenlijke elementen: enerzijds wat de mens doet die zich bekeert onder invloed van de Heilige Geest, namelijk het berouw, de belijdenis en de voldoening; anderzijds wat God doet door tussenkomst van de Kerk. De Kerk die door de bisschop en zijn priesters in naam van Jezus Christus de vergeving van de zonden schenkt en de wijze van voldoening vastlegt, bidt ook voor de zondaar en doet samen met hem boete. Zo wordt de zondaar genezen en weer opgenomen in de kerkelijke gemeenschap.
Referenties naar alinea 1448: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1449
234
980
1424
1481
2266
234
980
1424
1481
2266
De absolutieformule die in de Latijnse kerk gebruikt wordt, brengt de wezenlijke elementen van dit Sacrament tot uitdrukking: de barmhartige Vader is de bron van alle vergeving. Hij verwezenlijkt de verzoening van de zondaars door het Paasmysterie van zijn Zoon en de gave van zijn Geest door middel van het gebed en het dienstwerk van de Kerk:
God, de barmhartige Vader, heeft de wereld met zich verzoend door de dood en de verrijzenis van zijn Zoon en de Heilige Geest uitgestort tot vergeving van de zonden; Hij schenke u door het dienstwerk van de Kerk vrijspraak en vrede. En ik ontsla u van uw zonden in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. 46.55[[3173]]Zie ook alinea's: -1481-[al:1481]-234-[al:234]
Referenties naar alinea 1449: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VII. - De akten van de boeteling (1450-1460)
1450
980
980
"Het Boetesacrament verplicht de zondaar alles graag te aanvaarden: het berouw in zijn hart; de belijdenis in zijn mond; algehele nederigheid en een vruchtbare voldoening in zijn doen en laten". 2,5,21[[830]] vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae, 7[[[683|7]]]
Referenties naar alinea 1450: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1451
980
1431
980
1431
Het berouw
Onder de akten van de boeteling komt het berouw op de eerste plaats. Dit is "de zielensmart vanwege de zonde die men bedreven heeft en de afschuw ervan, vergezeld van het voornemen voortaan niet meer te zondigen". vert. uit Lat.[[683|10]]
Zie ook alinea's: -1431-[al:1431]
Onder de akten van de boeteling komt het berouw op de eerste plaats. Dit is "de zielensmart vanwege de zonde die men bedreven heeft en de afschuw ervan, vergezeld van het voornemen voortaan niet meer te zondigen". vert. uit Lat.[[683|10]]
Zie ook alinea's: -1431-[al:1431]
Referenties naar alinea 1451: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1452
980
Youcat ->=geentekst=
"Ik ben met u alle dagen" (Mt. 28, 20) ->=geentekst=
980
Dit berouw wordt "volmaakt" genoemd, wanneer het voortkomt uit liefde tot God die bovenal bemind wordt ("contritie" ofwel "berouw uit liefde"). Door zulk een berouw worden de dagelijkse zonden vergeven; ook schenkt het vergiffenis van doodzonden als het vergezeld wordt van het vaste voornemen zo spoedig mogelijk tot de sacramentele Biecht te naderen. vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae, 11[[[683|11]]]
Zie ook alinea's: -1822-[al:1822]
Zie ook alinea's: -1822-[al:1822]
Referenties naar alinea 1452: 3
De werkelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het Sacrament van de Eucharistie ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
"Ik ben met u alle dagen" (Mt. 28, 20) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1453
980
980
Het berouw dat "onvolmaakt" genoemd wordt (ofwel "attritie"), is eveneens een gave van God, een impuls van de Heilige Geest. Het komt voort uit het besef hoe afschuwwekkend de zonde is of uit angst voor de eeuwige verwerping en andere straffen waarmee de zondaar bedreigd Wordt (berouw uit vrees). Een dergelijke verontrusting van het geweten kan een innerlijke ontwikkeling op gang brengen die onder inwerking van de genade door de sacramentele absolutie vervolmaakt zal worden. Uit zichzelf bewerkt het onvolmaakte berouw echter niet de vergeving van zware zonden. Het bevordert de ontvankelijkheid voor deze vergeving die verkregen wordt in het Boetesacrament. vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae, 12,32[[[683|12.32]]]
Referenties naar alinea 1453: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1454
980
980
Het is passend zich op het ontvangen van dit Sacrament voor te bereiden door een gewetensonderzoek in het licht van het woord van God. De meest passende teksten hiervoor vindt men in de Tien Geboden[688] en in de catechese over het zedelijk handelen dat in de Evangelies en de Brieven van de apostelen vervat ligt: de Bergrede, de onderrichting van de apostelen. (Rom. 12-15; 1 Kor. 12-13; Gal. 5; Ef. 4-6)[[b:Rom. 12-15; 1 Kor. 12-13; Gal. 5; Ef. 4-6]]
Referenties naar alinea 1454: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1455
980
1847
980
1847
De belijdenis van de zonden
De belijdenis van de zonden (de bekentenis) heeft, zelfs louter menselijk gesproken, een bevrijdende uitwerking en vergemakkelijkt onze verzoening met de anderen. Door de belijdenis erkent de mens de zonden die hij bedreven heeft; hij aanvaardt de verantwoordelijkheid ervoor en stelt zich zodoende opnieuw open voor God en de gemeenschap met de Kerk, waardoor een nieuwe toekomst mogelijk wordt..
Zie ook alinea's: -1424-[al:1424]-1734-[al:1734]
De belijdenis van de zonden (de bekentenis) heeft, zelfs louter menselijk gesproken, een bevrijdende uitwerking en vergemakkelijkt onze verzoening met de anderen. Door de belijdenis erkent de mens de zonden die hij bedreven heeft; hij aanvaardt de verantwoordelijkheid ervoor en stelt zich zodoende opnieuw open voor God en de gemeenschap met de Kerk, waardoor een nieuwe toekomst mogelijk wordt..
Zie ook alinea's: -1424-[al:1424]-1734-[al:1734]
Referenties naar alinea 1455: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1456
980
1424
Youcat ->=geentekst=
980
1424
De belijdenis ten overstaan van een priester is een wezenlijk onderdeel van het Boetesacrament: "De boetelingen moeten in de Biecht alle doodzonden opsommen waarvan zij zich na een zorgvuldig gewetensonderzoek bewust zijn, zelfs wanneer deze zeer verborgen zijn en slechts ingaan tegen de laatste twee van de Tien Geboden[688], (Ex. 20, 17; Mt. 5, 28)[[b:Ex. 20, 17; Mt. 5, 28]] want soms brengen deze zonden de ziel een zwaardere wonde toe en zijn ze gevaarlijker dan zonden die openlijk bedreven werden": Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae, 14[[683|14]]
Wanneer de gelovigen zich erop toeleggen alle zonden die zij zich herinneren te belijden, onderwerpen zij deze ongetwijfeld aan Gods vergevingsgezinde barmhartigheid. Zij echter die anders handelen en bewust enkele zonden verzwijgen, leggen aan Gods goedheid niets voor wat deze door tussenkomst van de priester zou kunnen vergeven. "Als de zieke zich ervoor schaamt zijn wonde aan de dokter te laten zien, kan de geneeskunde niet verzorgen wat zij niet kent". 10,11; PL 23, 1096[[4958]] Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae, 14[[683|14]]Zie ook alinea's: -1855-[al:1855]-1505-[al:1505]
Referenties naar alinea 1456: 2
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1457
980
1385
2042
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
980
1385
2042
Volgens het gebod van de Kerk is "iedere gelovige, wanneer hij tot de jaren van het verstand gekomen is, verplicht minstens eenmaal per jaar zijn zware zonden oprecht te belijden". Codex Iuris Canonici, 989[[30|989]] vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae, 17,35[[[683|17.35]]] Hij die zich ervan bewust is een doodzonde bedreven te hebben, kan de Heilige Communie niet ontvangen zonder eerst de sacramentele absolutie verkregen te hebben, vgl: Sessio XIII - Decretum de SS. Eucharistia, 13,27[[[679|13.27]]] zelfs wanneer hij diep berouw heeft, tenzij hij een ernstige reden heeft om te communiceren en het hem niet mogelijk is zich tot een biechtvader te richten. vgl: Codex Iuris Canonici, 916[[[30|916]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (711)[[[574|(711)]]] Kinderen moeten tot het Boetesacrament naderen, voordat zij de eerste Heilige Communie ontvangen. vgl: Codex Iuris Canonici, 914[[[30|914]]]Zie ook alinea's: -2042-[al:2042]-1385-[al:1385]
Referenties naar alinea 1457: 4
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1458
980
2468
Misericordia Dei ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
980
2468
Hoewel het niet strikt noodzakelijk is, beveelt de Kerk het toch ten zeerste aan, ook de dagelijkse zonden te belijden. vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae, 14[[[683|14]]] vgl: § 2[[[30|988]]] De regelmatige belijdenis van onze dagelijkse zonden helpt ons ook werkelijk ons geweten te vormen, te strijden tegen onze slechte neigingen, ons te laten helen door Christus en voortgang te boeken in het geestelijk leven. Door vaker in dit sacrament de barmhartigheid van de Vader te ervaren, worden wij ertoe aangezet zelf, zoals Hij, barmhartig te zijn: (Lc. 6, 36)[[b:Lc. 6, 36]]
Wie zijn zonden belijdt, werkt reeds met God samen. God klaagt uw zonden aan; als ook gij die aanklaagt, sluit gij u bij God aan. De mens en de zondaar zijn als het ware twee dingen. Wat gij onder mens verstaat, heeft God gemaakt; de zondaar is door de mens zelf gemaakt. Vernietig wat gij hebt gemaakt, opdat God kan redden wat Hij gemaakt heeft (...). Uw goede daden nemen een aanvang wanneer uw eigen maaksel u begint te mishagen, omdat gij dan uw slechte daden aanklaagt. Het begin van de goede daden is de belijdenis van de slechte daden. Dan doet gij de waarheid en komt gij tot het licht. 12,13, vert. uit Lat.[[859]]Zie ook alinea's: -1783-[al:1783]-2428-[al:2428]
Referenties naar alinea 1458: 5
Ad Limina-bezoek Nederlandse Bisschoppen 1998 - Afsluiting ->=geentekst=Misericordia Dei ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1459
980
2412
2487
980
2412
2487
De voldoening
Vele zonden berokkenen aan de naaste schade. Men moet al het mogelijke doen om deze schade te herstellen (bijvoorbeeld door gestolen goed terug te geven, de goede naam te herstellen van iemand die het slachtoffer is van laster, verwondingen goed te maken). De rechtvaardigheid alleen al vereist dit. Maar de zonde kwetst en verzwakt bovendien de zondaar zelf, evenals zijn relatie tot God en de naaste. De absolutie neemt de zonde weg, maar maakt de wanorde die door de zonde veroorzaakt werd niet geheel ongedaan. vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae, 39[[[683|39]]] Uit de zonde opgestaan moet de zondaar nog de volledige geestelijke gezondheid herwinnen. Hij moet dus nog iets meer doen om zijn zonden goed te maken: hij moet op geëigende wijze "voldoening schenken" of zijn zonden "uitboeten". Deze voldoening wordt ook "penitentie" genoemd.
Zie ook alinea's: -2412-[al:2412]-2487-[al:2487]-1473-[al:1473]
Vele zonden berokkenen aan de naaste schade. Men moet al het mogelijke doen om deze schade te herstellen (bijvoorbeeld door gestolen goed terug te geven, de goede naam te herstellen van iemand die het slachtoffer is van laster, verwondingen goed te maken). De rechtvaardigheid alleen al vereist dit. Maar de zonde kwetst en verzwakt bovendien de zondaar zelf, evenals zijn relatie tot God en de naaste. De absolutie neemt de zonde weg, maar maakt de wanorde die door de zonde veroorzaakt werd niet geheel ongedaan. vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae, 39[[[683|39]]] Uit de zonde opgestaan moet de zondaar nog de volledige geestelijke gezondheid herwinnen. Hij moet dus nog iets meer doen om zijn zonden goed te maken: hij moet op geëigende wijze "voldoening schenken" of zijn zonden "uitboeten". Deze voldoening wordt ook "penitentie" genoemd.
Zie ook alinea's: -2412-[al:2412]-2487-[al:2487]-1473-[al:1473]
Referenties naar alinea 1459: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1460
618
980
2011
2447
618
980
2011
2447
De voldoening (penitentie) die de biechtvader oplegt, moet rekening houden met de persoonlijke situatie van de boeteling en gericht zijn op diens geestelijk welzijn. Zij moet zo goed mogelijk in verhouding staan tot de zwaarte en de aard van de bedreven zonden. Ze kan bestaan uit gebed, een gift, werken van barmhartigheid, dienst aan de naaste, vrijwillige verstervingen, offers en vooral uit het geduldig, aanvaarden van het kruis dat ons te dragen wordt gegeven. Dergelijke boetedoeningen helpen ons gelijkvormig te worden aan Christus, die als enige eens voor altijd onze zonden heeft uitgeboet. (Rom. 3, 25; 1 Joh. 2, 1-2)[[b:Rom. 3, 25; 1 Joh. 2, 1-2]] Boetedoeningen staan ons toe mede-erfgenamen van de verrezen Christus te worden, "daar wij delen in zijn lijden" (Rom. 8, 17)[b:Rom. 8, 17]: vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae, 24[[[683|24]]]
Maar de voldoening die wij voor onze zonden brengen, wordt slechts door Christus Jezus bewerkt, want uit onszelf kunnen wij niets. Maar met de hulp "van Hem die ons kracht geeft, vermogen wij alles" (Fil. 4, 13)[b:Fil. 4, 13]. De mens heeft dus niets om op te roemen, tenzij Christus (...) in wie wij' voldoening schenken door "vruchten voort te brengen die passen bij bekering" (Lc. 3, 8)[b:Lc. 3, 8]; vruchten die uit Hem hun kracht krijgen, door Hem aan de Vader opgedragen en dankzij Hem door de Vader aanvaard worden. vert. uit Lat.[[683|25]]Zie ook alinea's: -2447-[al:2447]-618-[al:618]-2011-[al:2011]
Referenties naar alinea 1460: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VIII. - De bedienaar van het Sacrament (1461-1467)
1461
980
980
Aangezien Christus het dienstwerk van de verzoening aan zijn apostelen heeft toevertrouwd, (Joh. 20, 23; 2 Kor. 5, 18)[[b:Joh. 20, 23; 2 Kor. 5, 18]] zetten hun opvolgers, de bisschoppen en de presbyters als medewerkers van de bisschoppen, de uitoefening van dit dienstwerk voort. Het zijn in feite de bisschoppen en de presbyters die krachtens het Wijdingssacrament de macht hebben alle zonden te vergeven "in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest".
Zie ook alinea's: -981-[al:981]
Zie ook alinea's: -981-[al:981]
Referenties naar alinea 1461: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1462
980
1567
980
1567
De vergeving van de zonden bewerkt verzoening met God, maar ook met de Kerk. De bisschop, zichtbaar hoofd van de particuliere Kerk, wordt van oudsher dan ook terecht beschouwd als de persoon aan wie in eerste instantie de macht en het dienstwerk van de verzoening toekomen: hij regelt de bediening van het Boetesacrament. vert. uit Lat.[[617|26]] De presbyters, zijn medewerkers, oefenen dit dienstwerk uit in de mate dat zij volgens het kerkelijk recht deze taak hetzij van hun bisschop (of religieus overste), hetzij van de Paus ontvangen hebben. vgl: Codex Iuris Canonici, 844,967-969,972[[[30|844.967-969.972]]] vgl: §§ 3-4[[[574|(722)]]]
Zie ook alinea's: -886-[al:886]-1567-[al:1567]
Zie ook alinea's: -886-[al:886]-1567-[al:1567]
Referenties naar alinea 1462: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1463
980
982
2272
Youcat ->=geentekst=
980
982
2272
Bepaalde bijzonder zware zonden gaan gepaard met excommunicatie, de strengste kerkelijke straf, die het ontvangen van de Sacramenten en de uitoefening van bepaalde kerkelijke handelingen belet. vgl: Codex Iuris Canonici, 1331[[[30|1331]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (1431,1434)[[[574|(1431.1434)]]] Bijgevolg kunnen hiervan volgens het kerkelijk recht enkel de Paus, de plaatselijke bisschop of door hen gevolmachtigde priesters ontslaan. vgl: Codex Iuris Canonici, 1354-1357[[[30|1354-1357]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (1420)[[[574|(1420)]]] In stervensgevaar kan iedere priester, zelfs al heeft hij geen bevoegdheid om biecht te horen, van elke zonde vgl: Codex Iuris Canonici, 976[[[30|976]]] vgl: pro peccatorum vero absolutione[[[574|(725)]]] en excommunicatie ontslaan.Zie ook alinea's: -982-[al:982]
Referenties naar alinea 1463: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1464
980
980
Priesters moeten de gelovigen ertoe aansporen tot het Boetesacrament te naderen en moeten zich bereid tonen dit Sacrament te vieren, telkens wanneer de Christenen er redelijkerwijze om vragen. vgl: Codex Iuris Canonici, 986[[[30|986]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (735)[[[574|(735)]]] vgl: Presbyterorum Ordinis, 13[[[704|13]]]
Referenties naar alinea 1464: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1465
980
983
Youcat ->=geentekst=
980
983
Bij het vieren van het Boetesacrament vervult de priester het dienstwerk van de goede herder die op zoek gaat naar het verloren schaap, ook dat van de barmhartige Samaritaan die de wonden verbindt, dat van de vader die uitkijkt naar de verloren zoon en hem bij zijn terugkeer ontvangt, het dienstwerk van de rechtvaardige rechter die zonder aanzien des persoons oordeelt en wiens oordeel tegelijk rechtvaardig en barmhartig is. Kortom, de priester is het teken en het instrument van Gods barmhartige liefde voor de zondaar.
Zie ook alinea's: -983-[al:983]
Zie ook alinea's: -983-[al:983]
Referenties naar alinea 1465: 2
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1466
980
980
De biechtvader is geen meester maar dienaar van Gods vergeving. De bedienaar van dit sacrament moet zich verenigen met de bedoeling en de liefde van Christus. vgl: Presbyterorum Ordinis, 13[[[704|13]]] Hij moet beschikken over een beproefde kennis van de christelijke levenswijze, over ervaring in menselijke aangelegenheden, over eerbied en fijngevoeligheid voor wie gevallen is; hij moet de waarheid liefhebben, trouw zijn aan het kerkelijk leergezag en de boeteling geduldig leiden naar genezing en volwassenheid. Hij moet voor hem bidden en boete doen, terwijl hij hem toevertrouwt aan de barmhartigheid van de Heer.
Zie ook alinea's: -1551-[al:1551]-2690-[al:2690]
Zie ook alinea's: -1551-[al:1551]-2690-[al:2690]
Referenties naar alinea 1466: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1467
980
2490
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
Notitie over het belang van het forum internum en de onschendbaarheid van het sacramentele zegel (of Biechtgeheim) ->=geentekst=
980
2490
Gezien het delicate karakter en de verhevenheid van dit dienstwerk en de eerbied die men aan personen verschuldigd is, verklaart de Kerk dat elke priester die biecht hoort, onder zeer strenge straffen vgl: § 1[[[30|1388]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (1456)[[[574|(1456)]]] verplicht is tot absolute geheimhouding van de zonden die zijn boetelingen hem beleden hebben. Hij mag ook geen gebruik maken van wat hij door de Biecht over het leven van de boetelingen te weten is gekomen. Deze geheimhouding, die geen uitzonderingen duldt, wordt het "biechtgeheim of sacramentele zegel" genoemd, want wat de boeteling aan de priester kenbaar heeft gemaakt, blijft door het Sacrament "verzegeld".
Zie ook alinea's: -2490-[al:2490]
Zie ook alinea's: -2490-[al:2490]
Referenties naar alinea 1467: 3
Youcat ->=geentekst="De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
Notitie over het belang van het forum internum en de onschendbaarheid van het sacramentele zegel (of Biechtgeheim) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IX. - De vruchten van het Sacrament (1468-1470)
1468
980
2305
‘Sta op! Uw geloof heeft U gered’ (Lc. 17, 19) ->=geentekst=
980
2305
"De hele kracht van het Boetesacrament bestaat daarin dat het ons opnieuw in de genade van God herstelt en ons met Hem in innigste vriendschap verbindt". 2, 5, 18[[830]] Het doel en de vrucht van dit sacrament bestaan dus in de verzoening met God. Zij die met een berouwvol hart en in een gelovige gezindheid het Boetesacrament ontvangen, "verwerven gewoonlijk vrede en rust voor het geweten met intense geestelijke vertroosting". vert. uit Lat.[[683|8]] Het Sacrament van de verzoening met God brengt een echte "geestelijke verrijzenis" met zich mee, een herstel van de waardigheid en van de goederen die behoren tot het leven van de kinderen Gods, waarvan het kostbaarste de vriendschap met God is (Lc. 15, 32)[b:Lc. 15, 32].
Zie ook alinea's: -2305-[al:2305]
Zie ook alinea's: -2305-[al:2305]
Referenties naar alinea 1468: 2
Youcat ->=geentekst=‘Sta op! Uw geloof heeft U gered’ (Lc. 17, 19) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1469
953
980
953
980
Dit Sacrament verzoent ons met de kerk. De zonde beschadigt of verbreekt de broederlijke gemeenschap. Het Boetesacrament herstelt of vernieuwt die. Dit betekent dat dit Sacrament niet alleen de mens geneest die weer in de kerkelijke gemeenschap hersteld is, maar ook een stimulerende uitwerking heeft op het leven van de Kerk die geleden heeft onder de zonde van één van haar leden. (1 Kor. 12, 26)[[b:1 Kor. 12, 26]] Doordat de zondaar weer hersteld of bevestigd is in de gemeenschap van de heiligen, wordt hij gesterkt door de uitwisseling van de geestelijke goederen tussen alle levende ledematen van het lichaam van Christus, hetzij ze nog op aarde pelgrimeren, hetzij ze al in het hemelse vaderland zijn: vgl: Lumen Gentium, 48-50[[[617|48-50]]]
Men moet hieraan toevoegen dat deze verzoening met God als het ware andere verzoeningen tot gevolg heeft, die weer andere breuken helen welke door de zonde waren veroorzaakt. De boeteling aan wie vergeving geschonken wordt, verzoent zich met zichzelf in het allerdiepste van zijn wezen waar hij zijn innerlijke waarheid terugwint. Hij wordt ook verzoend met zijn broeders en zusters, die op een of andere wijze door hem beledigd en gekwetst waren. Hij' wordt verzoend met de Kerk. Hij wordt verzoend met heel de schepping. Reconciliatio et paenitentia, (31vert,uitLat,)[[759|(31vert.uitLat.)]]Zie ook alinea's: -953-[al:953]-949-[al:949]
Referenties naar alinea 1469: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1470
678
980
1022
678
980
1022
Door zich in dit Sacrament toe te vertrouwen aan het barmhartig oordeel van God, loopt de zondaar in zekere zin vooruit op het oordeel waaraan hij op het einde van dit aardse leven onderworpen zal worden. Nu, in dit leven, wordt ons immers de keuze geboden tussen het leven en de dood, en slechts langs de weg van de bekering kunnen wij het Koninkrijk binnengaan, waar zware zonden ons van buitensluiten. (1 Kor. 5, 11; Gal. 5, 19-21; Openb. 22, 15)[[b:1 Kor. 5, 11; Gal. 5, 19-21; Openb. 22, 15]] Wanneer de zondaar zich door boete en geloof tot Christus bekeert, gaat hij over van de dood naar het leven "en is hij aan geen oordeel onderworpen." (Joh. 5, 25)[b:Joh. 5, 25]
Zie ook alinea's: -678-[al:678]-1039-[al:1039]
Zie ook alinea's: -678-[al:678]-1039-[al:1039]
Referenties naar alinea 1470: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- X. - De aflaten (1471-1479)
1471
980
Verbum Domini ->=geentekst=
980
Wat is een aflaat?
De leer en de praktijk van de aflaten in de Kerk zijn nauw verbonden met de vruchten van het Boetesacrament.
De leer en de praktijk van de aflaten in de Kerk zijn nauw verbonden met de vruchten van het Boetesacrament.
"De aflaat is de kwijtschelding ten overstaan van God van tijdelijke straffen voor zonden die, wat de schuld betreft, reeds vergeven werden; de goed ingestelde gelovige kan deze kwijtschelding onder bepaalde welomschreven voorwaarden verwerven door toedoen van de kerk die als beheerster van de verlossing met gezag de schat der voldoeningen van Christus en de heiligen uitdeelt en toepast." Norm 1[[89|13]]
"De aflaat is gedeeltelijk of vol, naargelang hij iemand geheel of gedeeltelijk verlost van de tijdelijke straffen die voor de zonde verschuldigd zijn." Norm 2[[89|14]] Elke gelovige kan de aflaten voor zichzelf verdienen of toepassen op overledenen. Codex Iuris Canonici, 994[[30|994]]
Referenties naar alinea 1471: 2
Betekenis van de aflaat ->=geentekst=Verbum Domini ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1472
980
1031
1861
1863
Incarnationis mysterium ->=geentekst=
Verbum Domini ->=geentekst=
Spes Non Confundit ->=geentekst=
980
1031
1861
1863
De zondestraffen
Om de leer over de aflaten en de praktijk ervan te begrijpen, moet men inzien dat de zonde een dubbel gevolg heeft. Enerzijds leidt de zware zonde tot verbreking van de gemeenschap met God. Daardoor maakt ze ons onbekwaam voor eeuwig leven. Het gemis van het eeuwig leven wordt "eeuwige zondestraf" genoemd. Anderzijds brengt elke zonde, ook een dagelijkse, een ongezonde gehechtheid aan de schepselen met zich mee. Deze gehechtheid heeft een loutering nodig, hetzij hier op aarde, hetzij na de dood in de toestand die vagevuur genoemd wordt. Deze loutering bevrijdt van wat men de "tijdelijke zondestraf" noemt. Deze beide straffen moeten niet beschouwd worden als een soort wraakneming die God van buitenaf oplegt, maar als iets wat uit de aard van de zonde zelf voortvloeit. Een bekering die voortkomt uit een vurige liefde kan een volkomen loutering van de zondaar bewerken, zodat er in feite geen enkele straf meer overblijft. vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae, 39-40[[[683|39-40]]] vgl: Sessio XXV - Decretum de purgatorio[[[732]]]Zie ook alinea's: -1861-[al:1861]-1031-[al:1031]
Referenties naar alinea 1472: 4
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Incarnationis mysterium ->=geentekst=
Verbum Domini ->=geentekst=
Spes Non Confundit ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1473
980
1459
980
1459
Met de vergeving van de zonden en het herstel van de gemeenschap met God is de kwijtschelding van de eeuwige zondestraffen verbonden. Er blijven echter nog tijdelijke zondestraffen over. De Christen moet zich inspannen deze tijdelijke zondestraffen als een genade te aanvaarden door het lijden en allerlei beproevingen geduldig te verdragen en de dood sereen tegemoet te gaan, als de tijd daarvoor gekomen is; hij moet er zich op toeleggen de "oude mens" geheel af te leggen en zich te bekleden met de "nieuwe mens" (Ef. 4, 24)[[b:Ef. 4, 24]] door werken van barmhartigheid en liefde, maar ook door gebed en verschillende boetepraktijken.Zie ook alinea's: -2447-[al:2447]
Referenties naar alinea 1473: 1
Verbum Domini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1474
795
980
795
980
In de gemeenschap van de heiligen
De Christen die zich van zijn zonde wil zuiveren en zich met de hulp van Gods genade wil heiligen, staat niet alleen. "Het leven van elk van de kinderen Gods is in en door Christus op wondere wijze verbonden met het leven van alle andere christenbroeders in de bovennatuurlijke eenheid van het mystieke lichaam van Christus, als in één mystieke persoon". vert. uit Lat.[[89|5]]Zie ook alinea's: -946-[al:946]-959-[al:959]-795-[al:795]
Referenties naar alinea 1474: 1
Verbum Domini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1475
980
980
In de gemeenschap van de heiligen "bestaat er tussen de gelovigen, die ofwel het hemels vaderhuis bereikt hebben, ofwel tot het vagevuur toegelaten werden om boete te doen, ofwel op aarde nog onderweg zijn, inderdaad een bestendige liefdesband en een overvloedige uitwisseling van allerlei goederen". vert. uit Lat.[[89|5]] In deze wonderlijke uitwisseling komt dus de heiligheid van de één ten goede aan de anderen, ver boven de schade die de zonde van de één heeft kunnen berokkenen aan anderen. Zo kan de rouwmoedige zondaar, door beroep te doen op de gemeenschap van de heiligen, eerder en doeltreffender van zondestraffen gezuiverd worden.
Referenties naar alinea 1475: 1
Verbum Domini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1476
980
980
Deze geestelijke goederen van de gemeenschap van de heiligen worden ook de genadeschat van de Kerk genoemd. "Dit is niet een geheel van goederen, die zich als materiële rijkdommen in de loop der eeuwen opgestapeld hebben. Ze bestaat veeleer in de oneindige en onuitputtelijke waarde die de uitboeting en de verdiensten van Christus onze Heer, opgedragen om heel de mensheid van de zonde te verlossen en haar te brengen tot gemeenschap met de Vader, voor God vertegenwoordigen. De schat van de kerk is Christus zelf, onze Verlosser, in wie de genoegdoening en de verdiensten van zijn verlossingswerk voortduren en waarde hebben". vert. uit Lat.[[89|5]]Zie ook alinea's: -617-[al:617]
Referenties naar alinea 1476: 1
Verbum Domini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1477
980
980
"Bovendien behoort tot deze schat ook de werkelijk onmetelijke, onuitputtelijke en steeds nieuwe waarde die de gebeden en goede werken van de heilige Maagd Maria en van alle heiligen voor God vertegenwoordigen. Door de genade van de Heer zelf zijn zij zijn voetspoor gevolgd, hebben zij zich geheiligd en het werk volbracht dat door de Vader aanvaard werd. Door aan hun eigen heil te werken, hebben zij ook bijgedragen tot het heil van hun broeders in de eenheid van het mystieke lichaam". vert. uit Lat.[[89|5]]Zie ook alinea's: -969-[al:969]
Referenties naar alinea 1477: 1
Verbum Domini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1478
980
980
Het verkrijgen van de aflaat van God door de Kerk
De aflaat wordt verkregen door toedoen van de Kerk krachtens haar macht om te binden en te ontbinden, een macht die haar door Christus Jezus verleend werd. Zij spreekt voor een bepaalde Christen ten beste en opent voor hem de schat van de verdiensten van Christus en van de heiligen om van de barmhartige Vader kwijtschelding van de tijdelijke zondestraffen te verkrijgen. Daarbij wil de Kerk deze Christen niet alleen te hulp komen, maar hem ook aansporen tot werken van godsvrucht, boete en liefde. vgl: Indulgentiarum Doctrina, (8)[[[89|(8)]]] vgl: Sessio XXV - Decretum de indulgentiis, 1[[[787|1]]]Zie ook alinea's: -981-[al:981]
Referenties naar alinea 1478: 1
Verbum Domini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1479
980
980
Aangezien ook de overleden gelovigen, die zich in de louteringstoestand bevinden, leden zijn van de ene gemeenschap der heiligen, kunnen wij ze, onder andere door voor hen aflaten te verkrijgen, helpen bij het uitboeten van de tijdelijke zondestraffen.Zie ook alinea's: -1032-[al:1032]
Referenties naar alinea 1479: 1
Verbum Domini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- XI. - De viering van het Boetesacrament (1480-1484)
1480
980
980
Het boetesacrament is, zoals alle sacramenten, een liturgische handeling. Gewoonlijk bevat de viering de volgende elementen: de priester begroet en zegent de boeteling, hij leest het woord van God om het geweten te verlichten en het berouw op te wekken en spoort hem aan tot berouw; de boeteling erkent en belijdt zijn zonden ten overstaan van de priester; de priester legt de penitentie op die door de boeteling ook wordt aanvaard; de priester geeft de absolutie en tenslotte volgen de lofprijzing, dankzegging en de wegzending met de zegen van de priester.
Referenties naar alinea 1480: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1481
980
1449
980
1449
De Byzantijnse liturgie kent verschillende absolutieformules in de vorm van een afsmeking, die het mysterie van de vergeving uitstekend verwoorden: "Moge God, die aan David, nadat deze zijn zonden had beleden, vergiffenis schonk door de profeet Natan, evenals aan Petrus, toen deze bitter geweend had, en aan de zondares, toen zij met haar tranen Zijn voeten had nat gemaakt, en aan de tollenaar en aan de verloren zoon, moge deze God u door mij, zondaar, in dit leven en in het andere vergiffenis schenken; Hij moge u voor zijn geduchte rechterstoel laten verschijnen zonder u te veroordelen, Hij die gezegend is in de eeuwen der eeuwen. Amen." Byzantijnse Liturgie,...Byzantijnse Liturgie, Euchologia to mèga, AbsolutieformuleZie ook alinea's: -1449-[al:1449]
Referenties naar alinea 1481: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1482
980
980
Het Boetesacrament kan ook plaatsvinden in het kader van een gemeenschappelijke viering, waarin men zich samen voorbereidt op de Biecht en samen dank zegt voor de verkregen vergiffenis. In dit geval wordt de persoonlijke belijdenis en de individuele absolutie ingebed in een Liturgie van het Woord van God, met lezingen en homilie, een gezamenlijk gewetensonderzoek, een gemeenschappelijke vraag om vergeving, het bidden van het Onze Vader en een gezamenlijke dankzegging. Deze viering in gemeenschap brengt het kerkelijk karakter van het Boetesacrament duidelijker tot uitdrukking. Hoe men het Boetesacrament echter ook viert, naar zijn eigen aard is het altijd een liturgische handeling, dus kerkelijk en openbaar. vgl: Sacrosanctum Concilium, 26-27[[[570|26-27]]]Zie ook alinea's: -1140-[al:1140]
Referenties naar alinea 1482: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1483
980
1401
980
1401
In gevallen van ernstige noodzaak kan men zijn toevlucht nemen tot een gemeenschappelijke viering van de verzoening met algemene belijdenis en absolutie. Zo'n ernstige noodzaak kan zich voordoen in geval van stervensgevaar zonder dat er genoeg tijd beschikbaar is voor de priester(s) om van elke boeteling de biecht te horen. Ernstige noodzaak kan ook bestaan wanneer met het oog op het aantal boetelingen niet genoeg biechtvaders beschikbaar zijn om binnen redelijke tijd en op passende wijze ieders persoonlijke biecht te kunnen horen, zodat deze boetelingen buiten hun schuld lange tijd verstoken zouden blijven van de genade van dit sacrament of van de heilige communie. In dit geval is het voor de geldigheid van de absolutie nodig dat de gelovigen het voornemen maken op de gepaste tijd hun zware zonden individueel te belijden. vgl: § 1[[[30|962]]] Het komt aan de plaatselijke bisschop toe te oordelen of de vereiste voorwaarden voor de algemene absolutie bestaan. vgl: § 2[[[30|961]]] Van een dergelijke ernstige noodzaak is geen sprake bij een grote toeloop van gelovigen bij een groot feest of een bedevaart. vgl: § 1[[[30|961]]]Zie ook alinea's: -1401-[al:1401]
Referenties naar alinea 1483: 1
Eucharistisch Offermaal en het Sacrament van Verzoening ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1484
878
980
878
980
"De persoonlijke en volledige belijdenis en absolutie blijven de enige gewone manier waarop de gelovigen zich met God en de Kerk verzoenen, tenzij deze vorm fysiek of moreel onmogelijk is". vert. Orde van dienst voor boete en verzoening (NL) blz. 23; Orde van Dienst voor de Boeteliturgie (B), 14[[3173|(31)]] Voor deze regel bestaan grondige redenen. Christus is in elk Sacrament handelend aanwezig. Hij richt zich persoonlijk tot elk van de zondaars: "Mijn zoon, uw zonden zijn u vergeven" (Mc. 2, 5)[b:Mc. 2, 5]; Hij is de geneesheer die zich buigt over elke zieke die Hem nodig heeft (Mc. 2, 17)[[b:Mc. 2, 17]] om te genezen; Hij doet allen weer opstaan en neemt hen weer op in de broederlijke gemeenschap. De persoonlijke biecht is dus de meest betekenisvolle vorm van de verzoening met God en de Kerk.
Zie ook alinea's: -878-[al:878]
Zie ook alinea's: -878-[al:878]
Referenties naar alinea 1484: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1485-1498)
1485
Op Paasavond verscheen Jezus aan zijn apostelen en zei tot hen: "Ontvangt de Heilige Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven" (Joh. 20, 22-23)[b:Joh. 20, 22-23].
Referenties naar alinea 1485: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1486
De vergeving van de zonden die na het Doopsel bedreven werden, wordt verleend door een eigen Sacrament, dat Sacrament van de bekering, van de biecht van de boete of van de verzoening wordt genoemd.
Referenties naar alinea 1486: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1487
Wie zondigt, krenkt Gods eer en zijn liefde, zijn eigen waardigheid als mens, geroepen om kind van God te zijn, en het geestelijk welzijn van de Kerk, waarvan elke Christen een levende steen hoort te zijn.
Referenties naar alinea 1487: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1488
Vanuit het geloof beschouwd, bestaat er geen groter kwaad dan de zonde en niets heeft ernstiger gevolgen voor de zondaars zelf, voor de kerk en voor de gehele wereld.
Referenties naar alinea 1488: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1489
Terugkomen tot de gemeenschap met God nadat men haar door de zonde verloren had, is een beweging die haar oorsprong heeft in de genade van God, die vol barmhartigheid is en bezorgd om het heil van de mensen. Men moet deze kostbare gave voor zichzelf en voor de anderen vragen.
Referenties naar alinea 1489: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1490
Youcat ->=geentekst=
De beweging van terugkeer tot God - bekering en berouw genoemd - houdt spijt en afkeer in ten aanzien van de bedreven zonden, en het vaste voornemen voortaan niet meer te zondigen. Bekering heeft dus zowel met het verleden als met de toekomst te maken; ze wordt gevoed door de hoop op de goddelijke barmhartigheid.
Referenties naar alinea 1490: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1491
Het Boetesacrament bestaat uit een geheel van drie akten die de boeteling verricht, en de absolutie van de priester. De akten van de boeteling zijn: het berouw, de belijdenis of bekentenis ten overstaan van de priester en het voornemen het aangedane kwaad ook daadwerkelijk te herstellen.
Referenties naar alinea 1491: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1492
Spijt of berouw moet ingegeven worden door motieven die uit het geloof voortkomen. Als het berouw voortvloeit uit liefde tot God, wordt het "volmaakt" genoemd; als het gegrond is op andere motieven, noemt men het "onvolmaakt".
Referenties naar alinea 1492: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1493
Hij die zich met God en de kerk wil verzoenen, moet ten overstaan van een priester alle zonden belijden die hij nog niet beleden heeft en waarvan hij zich na een zorgvuldig gewetensonderzoek bewust is. De belijdenis van dagelijkse zonden wordt door de kerk ten zeerste aanbevolen, al is die op zich niet noodzakelijk.
Referenties naar alinea 1493: 1
Bewaak het hart ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1494
De biechtvader legt aan de boeteling op bepaalde daden van 'voldoening' of 'penitentie' te volbrengen, om de schade te herstellen die door de zonde aangericht werd en om opnieuw bevestigd te worden in de levenshouding die eigen is aan een leerling van Christus.
Referenties naar alinea 1494: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1495
Enkel priesters die van het kerkelijk gezag de bevoegdheid daartoe hebben gekregen, kunnen in naam van Christus zonden vergeven.
Referenties naar alinea 1495: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1496
De geestelijke uitwerkingen van het Boetesacrament zijn:
- de verzoening met God waardoor de boeteling de genade terugkrijgt;
- de verzoening met de Kerk;
- de kwijtschelding van de eeuwige straffen opgelopen door doodzonden;
- de kwijtschelding, minstens gedeeltelijk, van de tijdelijke zondestraffen;
- vrede en rust van het geweten en geestelijke troost;
- groei van de geestelijke krachten voor de christelijke strijd.
Referenties naar alinea 1496: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1497
De individuele en volledige Biecht van de zware zonden, gevolgd door de absolutie, blijft het enige gewone middel om zich met God en de Kerk te verzoenen.
Referenties naar alinea 1497: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1498
Door aflaten kunnen de gelovigen voor zichzelf en voor de zielen in het vagevuur vergeving van de tijdelijke zondestraffen verkrijgen.
Referenties naar alinea 1498: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 - De Ziekenzalving (1499-1532)
1499
1521
1521
"Door de heilige Ziekenzalving en het gebed van de priesters legt de gehele Kerk de zieken in handen van de lijdende en verheerlijkte Heer, opdat Hij hen zou opbeuren en behouden. Meer nog, zij spoort hen aan zich vrijwillig bij het lijden en sterven van Christus aan te sluiten en aldus het hunne tot het welzijn van het Volk van God bij te dragen". vert. uit Lat.[[617|11]]
Referenties naar alinea 1499: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Haar grondslagen in de heilsgeschiedenis (1500-1513)
1500
1006
1006
Ziekte in het menselijk leven
Ziekte en lijden behoren van oudsher tot de ernstigste problemen waardoor het menselijk leven beproefd wordt. In de ziekte ervaart de mens zijn onmacht, beperktheid en eindigheid. Elke ziekte is een voorbode van de dood.
Zie ook alinea's: -1006-[al:1006]
Ziekte en lijden behoren van oudsher tot de ernstigste problemen waardoor het menselijk leven beproefd wordt. In de ziekte ervaart de mens zijn onmacht, beperktheid en eindigheid. Elke ziekte is een voorbode van de dood.
Zie ook alinea's: -1006-[al:1006]
Referenties naar alinea 1500: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1501
Ziekte kan leiden tot angst, tot terugval op zichzelf, soms zelfs tot wanhoop of opstandigheid tegenover God. Ze kan iemand ook tot een grotere rijpheid brengen, hem helpen te onderscheiden wat in zijn leven niet wezenlijk is, om zich te keren tot datgene wat dat wel is. Heel vaak leidt ziekte ertoe God te zoeken en naar Hem terug te keren.
Referenties naar alinea 1501: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1502
164
376
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
164
376
De zieke ten overstaan van God
De oudtestamentische mens beleeft ziekte voor Gods aanschijn. Hij stort zijn klachten over zijn ziekte voor God uit (Ps. 38)[[b:Ps. 38]] en bidt Hem, de Meester over leven en dood, om genezing. (Ps. 6, 3; Jes. 38)[[b:Ps. 6, 3; Jes. 38]] Ziekte wordt een weg van bekering, (Ps. 38, 5; Ps. 39, 9.12)[[b:Ps. 38, 5; Ps. 39, 9.12]] en de vergeving van God leidt de genezing in. (Ps. 32, 5; Ps. 107, 20; Mc. 2, 5-12)[[b:Ps. 32, 5; Ps. 107, 20; Mc. 2, 5-12]] Israël ervaart dat ziekte op mysterieuze wijze met zonde en kwaad te maken heeft en dat trouw aan Gods wet het leven schenkt: "Want Ik, de Heer, ben uw geneesheer" (Ex. 15, 26)[b:Ex. 15, 26]. De profeet voelt aan dat lijden ook voor de zonden van anderen verlossend kan zijn. (Jes. 53, 11)[[b:Jes. 53, 11]] Tenslotte kondigt Jesaja aan dat er voor Sion een tijd zal komen dat God elke fout zal vergeven en elke ziekte zal genezen. (Jes. 33, 24)[[b:Jes. 33, 24]]
Zie ook alinea's: -164-[al:164]-376-[al:376]
De oudtestamentische mens beleeft ziekte voor Gods aanschijn. Hij stort zijn klachten over zijn ziekte voor God uit (Ps. 38)[[b:Ps. 38]] en bidt Hem, de Meester over leven en dood, om genezing. (Ps. 6, 3; Jes. 38)[[b:Ps. 6, 3; Jes. 38]] Ziekte wordt een weg van bekering, (Ps. 38, 5; Ps. 39, 9.12)[[b:Ps. 38, 5; Ps. 39, 9.12]] en de vergeving van God leidt de genezing in. (Ps. 32, 5; Ps. 107, 20; Mc. 2, 5-12)[[b:Ps. 32, 5; Ps. 107, 20; Mc. 2, 5-12]] Israël ervaart dat ziekte op mysterieuze wijze met zonde en kwaad te maken heeft en dat trouw aan Gods wet het leven schenkt: "Want Ik, de Heer, ben uw geneesheer" (Ex. 15, 26)[b:Ex. 15, 26]. De profeet voelt aan dat lijden ook voor de zonden van anderen verlossend kan zijn. (Jes. 53, 11)[[b:Jes. 53, 11]] Tenslotte kondigt Jesaja aan dat er voor Sion een tijd zal komen dat God elke fout zal vergeven en elke ziekte zal genezen. (Jes. 33, 24)[[b:Jes. 33, 24]]
Zie ook alinea's: -164-[al:164]-376-[al:376]
Referenties naar alinea 1502: 3
Ardens felicitatis ->=geentekst=Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1503
549
2276
2288
Youcat ->=geentekst=
549
2276
2288
Christus als geneesheer
Het medelijden van Christus voor de zieken en de talrijke genezingen van allerlei gebrekkigen (Mt. 4, 24)[[b:Mt. 4, 24]] zijn een schitterend teken van het feit dat "God genadig heeft neergezien op zijn volk" (Lc. 7, 16)[b:Lc. 7, 16] en dat het rijk Gods heel nabij is. Christus heeft niet enkel de macht om te genezen, maar ook die om zonden te vergeven: (Mc. 2, 5-12)[[b:Mc. 2, 5-12]] Hij is gekomen om de gehele mens naar ziel en lichaam te genezen; Hij is de geneesheer die de zieken nodig hebben. (Mc. 2, 17)[[b:Mc. 2, 17]] Zijn medelijden met al wie lijden, gaat zo ver dat Hij zich met hen vereenzelvigt: "Ik was ziek en gij hebt mij bezocht" (Mt. 25, 36)[b:Mt. 25, 36]. Zijn voorliefde voor alle noodlijdenden heeft in de loop der eeuwen zonder ophouden de bijzondere aandacht van de Christenen gewekt voor allen die lichamelijk en geestelijk lijden. Zij staat aan de oorsprong van de onvermoeibare inspanningen om hen op te beuren.
Zie ook alinea's: -549-[al:549]-1421-[al:1421]-2288-[al:2288]
Het medelijden van Christus voor de zieken en de talrijke genezingen van allerlei gebrekkigen (Mt. 4, 24)[[b:Mt. 4, 24]] zijn een schitterend teken van het feit dat "God genadig heeft neergezien op zijn volk" (Lc. 7, 16)[b:Lc. 7, 16] en dat het rijk Gods heel nabij is. Christus heeft niet enkel de macht om te genezen, maar ook die om zonden te vergeven: (Mc. 2, 5-12)[[b:Mc. 2, 5-12]] Hij is gekomen om de gehele mens naar ziel en lichaam te genezen; Hij is de geneesheer die de zieken nodig hebben. (Mc. 2, 17)[[b:Mc. 2, 17]] Zijn medelijden met al wie lijden, gaat zo ver dat Hij zich met hen vereenzelvigt: "Ik was ziek en gij hebt mij bezocht" (Mt. 25, 36)[b:Mt. 25, 36]. Zijn voorliefde voor alle noodlijdenden heeft in de loop der eeuwen zonder ophouden de bijzondere aandacht van de Christenen gewekt voor allen die lichamelijk en geestelijk lijden. Zij staat aan de oorsprong van de onvermoeibare inspanningen om hen op te beuren.
Zie ook alinea's: -549-[al:549]-1421-[al:1421]-2288-[al:2288]
Referenties naar alinea 1503: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1504
695
1116
Youcat ->=geentekst=
695
1116
Vaak vraagt Jezus van de zieken dat zij geloven. (Mc. 5, 34.36; Mc. 9, 23)[[b:Mc. 5, 34.36; Mc. 9, 23]] Om te genezen maakt Hij gebruik van tekens: speeksel en handoplegging, (Mc. 7, 32-36; Mc. 8, 22-25)[[b:Mc. 7, 32-36; Mc. 8, 22-25]] slijk en afwassing. (Mc. 1, 41; Mc. 3, 10; Mc. 6, 56)[[b:Mc. 1, 41; Mc. 3, 10; Mc. 6, 56]] De zieken willen Hem aanraken, (Mc. 3, 10; Mc. 6, 56)[[b:Mc. 3, 10; Mc. 6, 56]] "want er ging van Hem een kracht uit die allen genas" (Lc. 6, 19)[b:Lc. 6, 19]. In de Sacramenten houdt Christus niet op ons "aan te raken" om ons te genezen.
Zie ook alinea's: -695-[al:695]-1116-[al:1116]
Zie ook alinea's: -695-[al:695]-1116-[al:1116]
Referenties naar alinea 1504: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1505
307
1456
Youcat ->=geentekst=
307
1456
Ontroerd door zoveel lijden laat Christus niet alleen toe dat de zieken Hem aanraken, Hij maakt hun ellende tot de zijne: "Hij heeft onze zwakheden weggenomen en onze ziekten heeft Hij gedragen" (Mt. 8, 17)[b:Mt. 8, 17] (Jes. 53, 4)[[b:Jes. 53, 4]]. Hij heeft niet alle zieken genezen. Zijn genezingen waren tekens van de komst van het rijk Gods. Zij kondigen een diepere genezing aan: de overwinning op zonde en dood door zijn Pasen. Op het kruis heeft Christus heel het gewicht van het kwaad op zich genomen (Jes. 53, 4-6)[[b:Jes. 53, 4-6]] en de "zonde van de wereld" weggenomen (Joh. 1, 29)[b:Joh. 1, 29], waarvan de ziekte slechts een gevolg is. Door zijn lijden en dood op het kruis heeft Christus aan het lijden een nieuwe zin gegeven: het geeft ons voortaan de mogelijkheid met Hem gelijkvormig te worden en ons met zijn verlossend lijden te verenigen.
Zie ook alinea's: -440-[al:440]-307-[al:307]
Zie ook alinea's: -440-[al:440]-307-[al:307]
Referenties naar alinea 1505: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1506
Youcat ->=geentekst=
"Geneest de zieken..."
Christus nodigt zijn leerlingen uit Hem te volgen door op hun beurt hun kruis op te nemen. (Mt. 10, 38)[[b:Mt. 10, 38]] Door Hem te volgen, verwerven zij een nieuw zicht op ziekte en op zieken. Jezus verbindt hen met zijn leven van onthechting en dienstbaarheid. Hij laat hen delen in zijn dienstwerk van medelijden en genezing: "Zij vertrokken om te prediken dat men zich moest bekeren. Zij dreven veel duivels uit, zalfden zieken met olie en genazen hen" (Mc. 6, 12-13)[b:Mc. 6, 12-13].
Zie ook alinea's: -859-[al:859]
Christus nodigt zijn leerlingen uit Hem te volgen door op hun beurt hun kruis op te nemen. (Mt. 10, 38)[[b:Mt. 10, 38]] Door Hem te volgen, verwerven zij een nieuw zicht op ziekte en op zieken. Jezus verbindt hen met zijn leven van onthechting en dienstbaarheid. Hij laat hen delen in zijn dienstwerk van medelijden en genezing: "Zij vertrokken om te prediken dat men zich moest bekeren. Zij dreven veel duivels uit, zalfden zieken met olie en genazen hen" (Mc. 6, 12-13)[b:Mc. 6, 12-13].
Zie ook alinea's: -859-[al:859]
Referenties naar alinea 1506: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1507
Youcat ->=geentekst=
De verrezen Heer vernieuwt deze opdracht ("In Mijn naam {...} zullen zij aan zieken de handen opleggen en dezen zullen genezen zijn": (Mc. 16, 17-18)[b:Mc. 16, 17-18]) en bevestigt die door de tekens die de Kerk verricht onder aanroeping van Zijn naam. (Hand. 9, 34; Hand. 14, 3)[[b:Hand. 9, 34; Hand. 14, 3]] Deze tekens laten op bijzondere wijze zien dat Jezus waarlijk "God is die redt". (Mt. 1, 21; Hand. 4, 12)[[b:Mt. 1, 21; Hand. 4, 12]]
Zie ook alinea's: -430-[al:430]
Zie ook alinea's: -430-[al:430]
Referenties naar alinea 1507: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1508
Youcat ->=geentekst=
Aan sommigen geeft de heilige Geest een speciale gave om ziekten te genezen, (1 Kor. 12, 9.28.30)[[b:1 Kor. 12, 9.28.30]] waarmee de kracht van de genade van de Verrezene getoond wordt. Niet altijd echter verkrijgt het gebed, hoe intens ook, genezing van ziekten. Zo krijgt de heilige Paulus van de Heer te horen: "je hebt genoeg aan mijn genade. Kracht wordt juist in zwakheid volkomen" (2 Kor. 12, 9)[b:2 Kor. 12, 9]. Het lijden dat ik te verduren krijg, kan als zin hebben "dat ik in mijn lichaam mag aanvullen wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van de Christus ten bate van zijn lichaam dat de Kerk is" (Kol. 1, 24)[b:Kol. 1, 24], zo leert ons de heilige Schrift.
Zie ook alinea's: -798-[al:798]-618-[al:618]
Zie ook alinea's: -798-[al:798]-618-[al:618]
Referenties naar alinea 1508: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1509
2288
Youcat ->=geentekst=
2288
"Geneest zieken!" (Mt. 10, 8)[b:Mt. 10, 8]. Dit is de taak die de Kerk van de Heer heeft ontvangen en zij tracht die zowel door haar zorg voor de zieken als door haar voorbede, waarmee zij hen bijstaat, te verwezenlijken. Zij gelooft in de levenwekkende aanwezigheid van Christus, geneesheer van ziel en lichaam. Deze aanwezigheid is bijzonder werkzaam door de Sacramenten, en heel speciaal door de Eucharistie, brood dat eeuwig leven geeft (Joh. 6, 54.58)[[b:Joh. 6, 54.58]] en waarvan de heilige Paulus aangeeft dat het in verband staat met de lichamelijke gezondheid. (1 Kor. 11, 30)[[b:1 Kor. 11, 30]]
Zie ook alinea's: -1405-[al:1405]
Zie ook alinea's: -1405-[al:1405]
Referenties naar alinea 1509: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1510
Youcat ->=geentekst=
De apostolische Kerk kent echter een specifieke ritus ten gunste van de zieken, waarover de heilige Jakobus getuigt: "Is iemand onder u ziek? Laat hij de presbyters van de gemeente roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden" (Jak. 5, 14-15)[b:Jak. 5, 14-15]. De Overlevering heeft in deze ritus één van de zeven Sacramenten van de Kerk erkend. vgl: DH 216[[[4604|(2)]]] vgl: DH 1324-1325[[[1021|14-15]]] vgl: DH 1695-1696, DH 1716-1717[[[696|(2-3.8-9)]]]
Zie ook alinea's: -1117-[al:1117]
Zie ook alinea's: -1117-[al:1117]
Referenties naar alinea 1510: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1511
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Een Sacrament voor zieken
De Kerk gelooft en belijdt dat één van de zeven Sacramenten in het bijzonder bestemd is om hen te sterken die door ziekte beproefd worden: de Ziekenzalving:
De Kerk gelooft en belijdt dat één van de zeven Sacramenten in het bijzonder bestemd is om hen te sterken die door ziekte beproefd worden: de Ziekenzalving:
De heilige Ziekenzalving werd door Christus onze Heer ingesteld als een Sacrament van het Nieuwe Verbond, een Sacrament in de waarachtige en eigenlijke zin van het woord; door Marcus (Mc. 6, 13)[[b:Mc. 6, 13]] werd het bedekt aangeduid, maar door de apostel Jakobus, de broeder des Heren, is het aan de gelovigen aanbevolen en uitdrukkelijk verkondigd. (Jak. 5, 14-15)[[b:Jak. 5, 14-15]] vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento extremae unctionis, 2[[[696|2]]]
Referenties naar alinea 1511: 2
Ardens felicitatis ->=geentekst=Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1512
Zowel in het Oosten als in het Westen bestaan er van oudsher in de liturgische traditie getuigenissen over zalvingen van zieken met gezegende olie. In de loop der eeuwen werd de Ziekenzalving steeds meer slechts toegediend aan hen die op het punt stonden te sterven. Vandaar dat men was gaan spreken van het "laatste Oliesel". Ondanks deze ontwikkeling heeft de liturgie nooit nagelaten de Heer te bidden de zieke gezond te maken, indien dit hem tot heil strekt. vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento extremae unctionis, 3[[[696|3]]]
Referenties naar alinea 1512: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1513
In navolging van het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] Sacrosanctum Concilium, 73[[570|73]] heeft de Apostolische constitutie "Sacram Unctionem Infirmorum[1625]" van 30 november 1972 voor de Romeinse ritus het volgende vastgesteld:
Het Sacrament van de Ziekenzalving wordt toegediend aan zieken die in gevaar verkeren; zij worden op het voorhoofd en op de handen gezalfd met speciaal hiervoor gezegende olijfolie of, naargelang van de omstandigheden, met andere speciaal hiervoor gezegende olie, van plantaardige afkomst, waarbij slechts eenmaal deze woorden worden uitgesproken: "Moge onze Heer Jezus Christus door deze heilige zalving en door zijn liefdevolle barmhartigheid u bijstaan met de genade van zijn heilige Geest. Moge Hij u van zonden bevrijden, u heil brengen en verlichting geven". Sacram Unctionem Infirmorum, 9[[1625|9]] vgl: § 1[[[30|847]]]
Referenties naar alinea 1513: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Voor wie is dit sacrament bestemd en wie dient het toe? (1514-1516)
1514
Youcat ->=geentekst=
‘Sta op! Uw geloof heeft U gered’ (Lc. 17, 19) ->=geentekst=
In geval iemand ernstig ziek is...
De Ziekenzalving "is niet uitsluitend het sacrament van wie in het uiterste levensgevaar verkeren. De geschikte tijd om het te ontvangen is ook reeds dan aanwezig, wanneer een gelovige tengevolge van ziekte of ouderdom in levensgevaar geraakt". Sacrosanctum Concilium, 73[[570|73]] vgl: § 1[[[30|1004]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 1005,1007[[[30|1005.1007]]] vgl: vert. uit Lat.[[[574|(738)]]]
De Ziekenzalving "is niet uitsluitend het sacrament van wie in het uiterste levensgevaar verkeren. De geschikte tijd om het te ontvangen is ook reeds dan aanwezig, wanneer een gelovige tengevolge van ziekte of ouderdom in levensgevaar geraakt". Sacrosanctum Concilium, 73[[570|73]] vgl: § 1[[[30|1004]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 1005,1007[[[30|1005.1007]]] vgl: vert. uit Lat.[[[574|(738)]]]
Referenties naar alinea 1514: 3
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
‘Sta op! Uw geloof heeft U gered’ (Lc. 17, 19) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1515
Bisschoppelijk schrijven inzake de bedienaar van de Ziekenzalving ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Wanneer de zieke na de zalving weer beter wordt, kan hij in geval van een nieuwe ernstige ziekte het Sacrament opnieuw ontvangen. Tijdens dezelfde ziekte kan dit sacrament herhaald worden, wanneer de toestand verergert. Het is gepast de Ziekenzalving te ontvangen, voordat men een zware operatie ondergaat. Dit geldt ook voor oudere mensen, wanneer zij duidelijk zwakker worden.
Referenties naar alinea 1515: 3
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Bisschoppelijk schrijven inzake de bedienaar van de Ziekenzalving ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1516
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
"... Laat hij de presbyters van de gemeente roepen"
Enkel de bisschoppen en presbyters zijn de bedienaars van de Ziekenzalving. vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento extremae unctionis, 4,11[[[696|4.11]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 1003[[[30|1003]]] vgl: § 1[[[574|(739)]]] De zielzorgers hebben tot taak de gelovigen in te lichten over de weldadige werking van dit Sacrament. Gelovigen moeten zieken aansporen beroep te doen op een priester om dit Sacrament te ontvangen. Zieken dienen zich er in een goede gesteldheid op voor te bereiden, geholpen door hun zielzorgers en door heel de kerkelijke gemeenschap, die uitgenodigd wordt de zieken op bijzondere wijze met haar gebed en broederlijke aandacht te omringen.
Enkel de bisschoppen en presbyters zijn de bedienaars van de Ziekenzalving. vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento extremae unctionis, 4,11[[[696|4.11]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 1003[[[30|1003]]] vgl: § 1[[[574|(739)]]] De zielzorgers hebben tot taak de gelovigen in te lichten over de weldadige werking van dit Sacrament. Gelovigen moeten zieken aansporen beroep te doen op een priester om dit Sacrament te ontvangen. Zieken dienen zich er in een goede gesteldheid op voor te bereiden, geholpen door hun zielzorgers en door heel de kerkelijke gemeenschap, die uitgenodigd wordt de zieken op bijzondere wijze met haar gebed en broederlijke aandacht te omringen.
Referenties naar alinea 1516: 3
Nota over het Ministerie van het Sacrament van Ziekenzalving ->=geentekst=Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - Hoe wordt dit sacrament gevierd? (1517-1519)
1517
Youcat ->=geentekst=
Zoals alle Sacramenten is de Ziekenzalving een liturgische gemeenschapsviering, vgl: Sacrosanctum Concilium, 27[[[570|27]]] of zij nu in familieverband, in een ziekenhuis of in een kerk, voor een enkele zieke of voor een groep gehouden wordt. Het is heel passend dat zij plaatsvindt tijdens een eucharistieviering, die de gedachtenis van het Pasen van de Heer is. Indien de omstandigheden er aanleiding toe geven, kan de viering van het Sacrament voorafgegaan worden door het Boetesacrament en gevolgd worden door het Sacrament van de Eucharistie. Als sacrament van het Pasen van Christus zou de Eucharistie altijd het laatste sacrament van de aardse pelgrimstocht moeten zijn in de vorm van het "Viaticum" (reisvoedsel) voor de "overgang" naar het eeuwig leven.
Zie ook alinea's: -1140-[al:1140]-1524-[al:1524]
Zie ook alinea's: -1140-[al:1140]-1524-[al:1524]
Referenties naar alinea 1517: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1518
Youcat ->=geentekst=
Woord en Sacrament vormen een ondeelbaar geheel. De viering wordt geopend met een Liturgie van het Woord, voorafgegaan door de schuldbelijdenis. De woorden van Christus en het getuigenis van de apostelen wekken het geloof van de zieke en van de gemeenschap op om de Heer de kracht van zijn Geest te vragen.
Referenties naar alinea 1518: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1519
Youcat ->=geentekst=
De viering van het Sacrament behelst voornamelijk de volgende elementen: "de presbyters van de gemeente" (Jak. 5, 14)[b:Jak. 5, 14] leggen de zieken in stilte de handen op; zij spreken in het geloof van de Kerk een gebed over de zieken uit; (Jak. 5, 15)[[b:Jak. 5, 15]] dit is de epiklese die eigen is aan dit Sacrament; vervolgens geven ze de zalving met de olie die, zo mogelijk, door de bisschop gezegend is.
Deze liturgische handelingen geven aan, welke genade dit Sacrament aan de zieken verleent.
Deze liturgische handelingen geven aan, welke genade dit Sacrament aan de zieken verleent.
Referenties naar alinea 1519: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De vruchten van de viering van dit Sacrament
1520
Youcat ->=geentekst=
Een bijzondere gave van de Heilige Geest. De eerste genade van dit Sacrament is een genade van troost, van vrede en bemoediging om de moeilijkheden te overwinnen die eigen zijn aan een toestand van ernstige ziekte of aan de broosheid van de ouderdom. Deze genade is een gave van de Heilige Geest die het vertrouwen en het geloof in God vernieuwt en wapent tegen de bekoringen van de duivel, een bekoring van ontmoediging en angst voor de dood. (Heb. 2, 15)[[b:Heb. 2, 15]] Deze bijstand van de Heer door de kracht van zijn Geest wil de zieke leiden tot de genezing van zijn ziel, maar ook van zijn lichaam, indien dit de wil van God is. vgl: Exsultate Deo, 15[[[1021|15]]] Bovendien, "als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden" (Jak. 5, 15)[b:Jak. 5, 15]. vgl: Sessio XIV - Doctrina de sacramento extremae unctionis, 9[[[696|9]]]
Zie ook alinea's: -733-[al:733]
Zie ook alinea's: -733-[al:733]
Referenties naar alinea 1520: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1521
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De vereniging met het lijden van Christus. Door de genade van dit Sacrament ontvangt de zieke de kracht en de gave om zich inniger te verenigen met het lijden van Christus: hij wordt in zekere zin geconsacreerd om vrucht te dragen door de gelijkvormigheid met het verlossend lijden van de Heer. Het lijden, gevolg van de erfzonde, ontvangt een nieuwe zin: het wordt deelname aan het verlossingswerk van Jezus.
Zie ook alinea's: -1535-[al:1535]-1499-[al:1499]
Zie ook alinea's: -1535-[al:1535]-1499-[al:1499]
Referenties naar alinea 1521: 3
"Opdat ze leven mogen hebben en dit in overvloed" (Joh. 10, 10) ->=geentekst=Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1522
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Een kerkelijke genade. De zieken die dit Sacrament ontvangen, "dragen bij tot het welzijn van het Volk van God" door "zich vrijwillig aan te sluiten bij het lijden en sterven van Christus". vert. uit Lat.[[617|11]] Door de viering van dit Sacrament spreekt de Kerk in de gemeenschap van de heiligen voor de zieke ten beste. Door de genade van dit Sacrament draagt de zieke op zijn beurt bij tot de heiliging van de Kerk en het welzijn van alle mensen, voor wie de kerk lijdt en zichzelf aan God de Vader opdraagt door Christus.
Zie ook alinea's: -953-[al:953]
Zie ook alinea's: -953-[al:953]
Referenties naar alinea 1522: 3
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1523
1020
Youcat ->=geentekst=
1020
Een voorbereiding op de laatste overgang. Wordt het Sacrament van de Ziekenzalving toegediend aan allen die aan ernstige ziekten of gebreken lijden, in sterkere mate is zij bestemd voor wie op het punt staan dit leven te verlaten. vgl: "In exitu vitae constituti"[[[696|5]]] Zodat men het ook sacramentum exeuntium (Sacrament van de stervenden) heeft genoemd. vgl: "In exitu vitae constituti"[[[696|5]]] De Ziekenzalving voltooit wat met het Doopsel was begonnen: de gelijkvormigheid met de dood en verrijzenis van Christus. Zij voltooit de heilige zalvingen die als bakens heel het christelijk leven markeren. Die van het Doopsel had in ons het nieuwe leven bezegeld; die van het Vormsel had ons gesterkt voor de strijd van het leven. Deze laatste zalving omgeeft het einde van ons aardse leven met een stevig schild met het oog op de laatste strijd, voordat we het huis van de Vader binnentreden. vgl: "In exitu vitae constituti"[[[696|5.1]]]
Zie ook alinea's: -1020-[al:1020]-1294-[al:1294]-1020-[al:1020]
Zie ook alinea's: -1020-[al:1020]-1294-[al:1294]-1020-[al:1020]
Referenties naar alinea 1523: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V. - Het Viaticum, laatste Sacrament van de Christen (1524-1525)
1524
1020
1392
1517
Youcat ->=geentekst=
Samaritanus Bonus ->=geentekst=
1020
1392
1517
Aan hen die dit leven gaan verlaten, geeft de Kerk naast de Ziekenzalving ook de Eucharistie als Viaticum. De gemeenschap met het lichaam en bloed van Christus, ontvangen op het ogenblik van de overgang naar de Vader, heeft een bijzondere betekenis en een bijzonder belang. Zij is zaad van eeuwig leven en de kracht tot verrijzenis, naar de woorden van de Heer: "Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag" (Joh. 6, 54)[b:Joh. 6, 54]. Als Sacrament van de gestorven en verrezen Christus is de Eucharistie hier Sacrament van de overgang van de dood naar het leven, van deze wereld naar de Vader. (Joh. 13, 1)[[b:Joh. 13, 1]]
Zie ook alinea's: -1392-[al:1392]
Zie ook alinea's: -1392-[al:1392]
Referenties naar alinea 1524: 3
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Samaritanus Bonus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1525
1020
1680
2299
Youcat ->=geentekst=
1020
1680
2299
Zoals de Sacramenten van het Doopsel, het Vormsel en de Eucharistie een eenheid vormen als "Sacramenten van de christelijke initiatie", zo kan men zeggen dat de Biecht, de Ziekenzalving en de Eucharistie als Viaticum op het einde van het christelijk leven "de Sacramenten zijn die voorbereiden op het vaderland" of de Sacramenten die de pelgrimstocht voltooien.
Zie ook alinea's: -1680-[al:1680]-2299-[al:2299]
Zie ook alinea's: -1680-[al:1680]-2299-[al:2299]
Referenties naar alinea 1525: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT
1526
"Is iemand onder u ziek? Laat hij de presbyters van de gemeente roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden" (Jak. 5, 14-15)[b:Jak. 5, 14-15].
Referenties naar alinea 1526: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1527
Het Sacrament van de Ziekenzalving heeft als doel een bijzondere genade te verlenen aan de Christen die te kampen heeft met de moeilijkheden die verbonden zijn met een ernstige ziekte of met ouderdom.
Referenties naar alinea 1527: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1528
Youcat ->=geentekst=
Wanneer de gelovige ten gevolge van ziekte of ouderdom in levensgevaar begint te verkeren, is dit zeker het moment dat hij de heilige Ziekenzalving ontvangt.
Referenties naar alinea 1528: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1529
Youcat ->=geentekst=
Wanneer een Christen zwaar ziek is, kan hij de Ziekenzalving ontvangen, en daarna telkens wanneer, na het ontvangen ervan, zijn toestand verergert.
Referenties naar alinea 1529: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1530
Youcat ->=geentekst=
Alleen de priesters, dit wil zeggen presbyters en bisschoppen, kunnen het Sacrament van de Ziekenzalving toedienen; hiervoor gebruikt hij olie die gezegend werd door de bisschop of, indien nodig, door de presbyter zelf die het Sacrament toedient.
Referenties naar alinea 1530: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1531
Youcat ->=geentekst=
Het wezen van de viering van dit Sacrament bestaat in de zalving op het voorhoofd en de handen van de zieke (in de Romeinse ritus) of op nog andere lichaamsdelen (in het Oosten), een zalving die gepaard gaat met het liturgisch gebed van de celebrant, waarin hij bidt om de bijzondere genade van dit Sacrament.
Referenties naar alinea 1531: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1532
De bijzondere genade van het Sacrament van de Ziekenzalving heeft als vruchten:
- de vereniging van de zieke met het lijden van Christus, tot zijn eigen welzijn en dat van heel de Kerk;
- troost, vrede en bemoediging om op christelijke wijze het lijden van de ziekte of de ouderdom te verdragen;
- de vergeving van de zonden, indien de zieke die niet door het Boetesacrament heeft kunnen verkrijgen;
- het herstel van de gezondheid, indien dit aan het geestelijk heil ten goede komt;
- de voorbereiding op de overgang naar het eeuwig leven.
Referenties naar alinea 1532: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Derde hoofdstuk - De Sacramenten die ten dienste van de geloofsgemeenschap staan (1533-1666)
1533
Vragenlijst bij de Relatio Synodi ->=geentekst=
Het Doopsel, het Vormsel en de Eucharistie zijn de Sacramenten van de christelijke initiatie. Zij vormen de grondslag voor de roeping die alle leerlingen van Christus gemeenschappelijk bezitten, dit wil zeggen een roeping tot heiligheid en de opdracht om de wereld de blijde boodschap te verkondigen. Deze Sacramenten verlenen de genadegaven die nodig zijn voor een leven naar de Geest op deze pelgrimstocht naar het vaderland.
Zie ook alinea's: -1212-[al:1212]
Zie ook alinea's: -1212-[al:1212]
Referenties naar alinea 1533: 2
Youcat ->=geentekst=Vragenlijst bij de Relatio Synodi ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1534
Vragenlijst bij de Relatio Synodi ->=geentekst=
Twee andere Sacramenten, het Wijdingssacrament en het Huwelijk, zijn gericht op het heil van de ander. Zij dragen weliswaar ook bij tot het persoonlijke heil, maar bewerkstelligen dit door de dienst aan de ander. Deze Sacramenten verlenen een bijzondere zending in de Kerk en zijn bedoeld voor de opbouw van het volk van God.
Referenties naar alinea 1534: 2
Youcat ->=geentekst=Vragenlijst bij de Relatio Synodi ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1535
1521
2125
Vragenlijst bij de Relatio Synodi ->=geentekst=
1521
2125
Zij die reeds door het Doopsel en het Vormsel gewijd werden vgl: Lumen Gentium, 10[[[617|10]]] tot het gemeenschappelijk priesterschap van alle gelovigen, kunnen in deze Sacramenten bijzondere wijdingen ontvangen. Zij die het Wijdingssacrament ontvangen, worden gewijd om in de naam van Christus "door het woord en de goddelijke genade de Kerk te weiden". vert. uit Lat.[[617|11]] Van hun kant "worden de christelijke echtgenoten door een bijzonder sacrament gesterkt en als het ware gewijd met het oog op de plichten en de waardigheid van hun levensstaat". 2, vert. Getijdengebed Lect I,1,130[[575|48]]
Zie ook alinea's: -784-[al:784]
Zie ook alinea's: -784-[al:784]
Referenties naar alinea 1535: 2
Youcat ->=geentekst=Vragenlijst bij de Relatio Synodi ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 - Het Wijdingssacrament (1536-1600)
1536
860
875
1087
1400
1554
1576
860
875
1087
1400
1554
1576
Dank zij het Wijdingssacrament wordt de zending, die Christus aan zijn apostelen heeft toevertrouwd, in de Kerk voortgezet tot aan het einde der tijden: het is dus het Sacrament van het apostolisch ambt. Het omvat drie graden: het episcopaat, het presbyteraat en het diaconaat.
(Over de instelling en de zending van het apostolisch ambt door Christus, zie nrs. 871-896[al:871-896]. Hier is slechts sprake van de sacramentele weg waarlangs dit ambt wordt overgedragen.)Zie ook alinea's: -860-[al:860]-874-896-[al:874-896]
Referenties naar alinea 1536: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Waarom spreekt men in het Latijn over sacramentum ordinis? (1537-1538)
1537
923
1568
1631
923
1568
1631
Met het woord ordo werd in de Romeinse oudheid een college in burgerlijke zin aangeduid, met name het college van bestuurders. Ordinatio duidt op de opname in een ordo. In de kerk zijn er colleges die de Overlevering, niet zonder grondslag in de heilige Schrift, (Heb. 5,6; Heb. 7, 11; Ps. 110, 4)[[b:Heb. 5,6; Heb. 7, 11; Ps. 110, 4]] van oudsher met de naam taxeis (in het Grieks) of ordines aanduidt: zo spreekt de liturgie over de ordo episcoporum, de ordo presbyterorum, de ordo diaconorum. Er zijn ook andere groepen die de naam ordo krijgen: de geloofsleerlingen, de maagden, de echtparen, de weduwen...
Zie ook alinea's: -922-[al:922]-923-[al:923]-1631-[al:1631]
Zie ook alinea's: -922-[al:922]-923-[al:923]-1631-[al:1631]
Referenties naar alinea 1537: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1538
1551
1554
Youcat ->=geentekst=
1551
1554
De opname in een van deze colleges van de Kerk geschiedde door een ritus die ordinatio genoemd werd, een godsdienstige en liturgische handeling die een wijding, een zegening of een sacrament was. Tegenwoordig wordt het woord ordinatio voorbehouden aan de sacramentele handeling waardoor iemand in de orde der bisschoppen, presbyters of diakens opgenomen wordt. Deze handeling stijgt uit boven een gewone verkiezing, aanwijzing of aanstelling door de gemeenschap, daar ze een gave van de heilige Geest verleent, die het mogelijk maakt een "gewijde macht" (sacra potestas vgl: Lumen Gentium, 10[[[617|10]]]) uit te oefenen die slechts van Christus zelf kan komen via zijn Kerk. De wijding wordt ook consecratio genoemd, want ze houdt een afzondering in en een bekleding met het ambt door Christus zelf, ten bate van zijn Kerk. De handoplegging door de bisschop, samen met het wijdingsgebed, is het zichtbare teken van deze wijding.
Zie ook alinea's: -875-[al:875]-699-[al:699]
Zie ook alinea's: -875-[al:875]-699-[al:699]
Referenties naar alinea 1538: 2
Ecclesiae de mysterio ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Het Wijdingssacrament in de heilsgeschiedenis (1539-1553)
1539
Het priesterschap in het Oude Verbond
Het uitverkoren volk werd door God tot "een koninkrijk van priesters en een heilig volk" gemaakt (Ex. 19, 6)[b:Ex. 19, 6]. (Jes. 61, 6)[[b:Jes. 61, 6]] Maar uit het volk Israël kiest God één van de twaalf stammen uit, de stem van Levi, die voor de liturgische dienst afgezonderd wordt; (Num. 1, 48-53)[[b:Num. 1, 48-53]] God zelf is zijn erfdeel. (Joz. 13, 33)[[b:Joz. 13, 33]] Een eigen ritus heeft de oorsprong van het priesterschap van het Oude Verbond geheiligd. (Ex. 29, 1-30; Lev. 8)[[b:Ex. 29, 1-30; Lev. 8]] De priesters worden er "aangesteld voor de mensen, om hen te vertegenwoordigen bij God en om gaven en offers op te dragen voor hun zonden". (Heb. 5, 1)[[b:Heb. 5, 1]]
Het uitverkoren volk werd door God tot "een koninkrijk van priesters en een heilig volk" gemaakt (Ex. 19, 6)[b:Ex. 19, 6]. (Jes. 61, 6)[[b:Jes. 61, 6]] Maar uit het volk Israël kiest God één van de twaalf stammen uit, de stem van Levi, die voor de liturgische dienst afgezonderd wordt; (Num. 1, 48-53)[[b:Num. 1, 48-53]] God zelf is zijn erfdeel. (Joz. 13, 33)[[b:Joz. 13, 33]] Een eigen ritus heeft de oorsprong van het priesterschap van het Oude Verbond geheiligd. (Ex. 29, 1-30; Lev. 8)[[b:Ex. 29, 1-30; Lev. 8]] De priesters worden er "aangesteld voor de mensen, om hen te vertegenwoordigen bij God en om gaven en offers op te dragen voor hun zonden". (Heb. 5, 1)[[b:Heb. 5, 1]]
Referenties naar alinea 1539: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1540
Ingesteld om het woord van God te verkondigen (Mal. 2, 7-9)[[b:Mal. 2, 7-9]] en om door offers en gebed de gemeenschap met God te herstellen, is dit priesterschap toch niet bij machte het heil te bewerken. Bij dit priesterschap moeten deze offers steeds weer worden herhaald, zonder dat dit leidt tot een definitieve heiliging, (Heb. 5, 3; Heb. 7, 27; Heb. 10, 1-4)[[b:Heb. 5, 3; Heb. 7, 27; Heb. 10, 1-4]] die enkel door het offer van Christus bewerkt zal worden.
Zie ook alinea's: -2099-[al:2099]
Zie ook alinea's: -2099-[al:2099]
Referenties naar alinea 1540: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1541
Toch ziet de Kerk in het priesterschap van Aäron en de dienst van de levieten, evenals in de aanstelling van de zeventig "oudsten", (Num. 11, 24-25)[[b:Num. 11, 24-25]] voorafbeeldingen van het gewijde ambt van het nieuwe verbond. Zo bidt de Kerk, volgens de Latijnse ritus, in het wijdingsgebed van de bisschopswijding:
God, Vader van onze Heer Jezus Christus, (...) Gij leidt uw Kerk door uw genadevol woord. Vanaf het begin hebt Gij alles vastgesteld: Gij hebt Abraham tot het geloof geroepen; en over de velen die na hem geloofd hebben, hebt Gij leiders en priesters aangesteld; nooit liet Gij uw heiligdom zonder bediening (...). De Ordinatione Episcopi[[4172|(47)]]
Referenties naar alinea 1541: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1542
Bij de wijding van priesters bidt de Kerk:
Heer, heilige Vader, (...) reeds in het Oude Verbond ontstonden bepaalde ambten als voorafbeelding van de sacramenten: nadat Gij Mozes en Aäron aan het hoofd van uw volk had gesteld om het te leiden en te heiligen, hebt Gij ook naar rang en waardigheid mannen uitgekozen om hen in hun werk bij te staan. Tijdens het verblijf van het Joodse volk in de woestijn hebt Gij zeventig wijze mannen bezield met de geest van Mozes en door hun hulp was het hem mogelijk uw talrijk volk te besturen. Aärons zonen hebt Gij laten delen in het priesterschap van hun vader. De Ordinatione Presbyteronum[[4172|(159)]]
Referenties naar alinea 1542: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1543
En in het wijdingsgebed voor diakens belijdt de Kerk:
Almachtige God (...), uw Kerk bouwt Gij tot uw tempel en daarin roept Gij uw dienaars tot het drieledig ambt om de dienst te verzorgen van uw naam. Reeds in het Oude Verbond hebt Gij de dienst in uw heiligdom aan de zonen van Levi toevertrouwd. De Ordinatione Diaconorum[[4172|(207)]]
Referenties naar alinea 1543: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1544
874
874
Het ene priesterschap van Christus
Alle voorafbeeldingen van het priesterschap in het Oude Verbond vinden hun vervulling in Christus Jezus, "de ene middelaar tussen God en de mensen" (1 Tim. 2, 5)[b:1 Tim. 2, 5]. In Melchisedek, "priester van God de Allerhoogste" (Gen. 14, 18)[b:Gen. 14, 18], ziet de christelijke Overlevering de voorafbeelding van het priesterschap van Christus; Hij is de enige "hogepriester op de wijze van Melchisedek" (Heb. 5, 10; Heb. 6, 20)[b:Heb. 5, 10; Heb. 6, 20], "heilig, schuldeloos, onbesmet" (Heb. 7, 26)[b:Heb. 7, 26], die "door één offer voor altijd hen die zich laten heiligen tot heiligheid heeft gebracht" (Heb. 10, 14)[b:Heb. 10, 14]. Hiermee wordt het ene offer van zijn kruis bedoeld.
Zie ook alinea's: -874-[al:874]
Alle voorafbeeldingen van het priesterschap in het Oude Verbond vinden hun vervulling in Christus Jezus, "de ene middelaar tussen God en de mensen" (1 Tim. 2, 5)[b:1 Tim. 2, 5]. In Melchisedek, "priester van God de Allerhoogste" (Gen. 14, 18)[b:Gen. 14, 18], ziet de christelijke Overlevering de voorafbeelding van het priesterschap van Christus; Hij is de enige "hogepriester op de wijze van Melchisedek" (Heb. 5, 10; Heb. 6, 20)[b:Heb. 5, 10; Heb. 6, 20], "heilig, schuldeloos, onbesmet" (Heb. 7, 26)[b:Heb. 7, 26], die "door één offer voor altijd hen die zich laten heiligen tot heiligheid heeft gebracht" (Heb. 10, 14)[b:Heb. 10, 14]. Hiermee wordt het ene offer van zijn kruis bedoeld.
Zie ook alinea's: -874-[al:874]
Referenties naar alinea 1544: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1545
662
970
1367
662
970
1367
Het verlossend offer van Christus is uniek en werd eens voor altijd opgedragen. Desondanks wordt het in het eucharistisch offer van de Kerk tegenwoordig gesteld. Dit is ook het geval voor het ene priesterschap van Christus: het wordt tegenwoordig gesteld door het ambtelijke priesterschap zonder dat het unieke karakter van het priesterschap van Christus wordt aangetast: "Christus is dus de enige echte priester, de anderen zijn slechts zijn dienaars". 7,4, vert. uit Lat.[[2082]]
Zie ook alinea's: -1367-[al:1367]-662-[al:662]
Zie ook alinea's: -1367-[al:1367]-662-[al:662]
Referenties naar alinea 1545: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1546
784
Youcat ->=geentekst=
Over bepaalde onderdelen van de H. Eucharistie ->=geentekst=
784
Twee wijzen van deelname aan het ene priesterschap van Christus
Christus, hogepriester en enige middelaar, heeft de kerk gemaakt "tot een koninklijk geslacht van priesters voor zijn God en Vader" (Openb. 1, 6)[b:Openb. 1, 6]. (Openb. 5, 9-10; 1 Pt. 2, 5.9)[[b:Openb. 5, 9-10; 1 Pt. 2, 5.9]] Heel de gemeenschap van de gelovigen als zodanig is priesterlijk. De gelovigen oefenen het priesterschap dat hun door het doopsel verleend is, uit door middel van hun deelname, ieder volgens zijn eigen roeping, aan de zending van Christus, priester, profeet en koning. De gelovigen worden "gewijd tot een heilig Priesterschap" vert. uit Lat.[[617|10]] door de sacramenten van het Doopsel en het Vormsel.
Zie ook alinea's: -1268-[al:1268]
Christus, hogepriester en enige middelaar, heeft de kerk gemaakt "tot een koninklijk geslacht van priesters voor zijn God en Vader" (Openb. 1, 6)[b:Openb. 1, 6]. (Openb. 5, 9-10; 1 Pt. 2, 5.9)[[b:Openb. 5, 9-10; 1 Pt. 2, 5.9]] Heel de gemeenschap van de gelovigen als zodanig is priesterlijk. De gelovigen oefenen het priesterschap dat hun door het doopsel verleend is, uit door middel van hun deelname, ieder volgens zijn eigen roeping, aan de zending van Christus, priester, profeet en koning. De gelovigen worden "gewijd tot een heilig Priesterschap" vert. uit Lat.[[617|10]] door de sacramenten van het Doopsel en het Vormsel.
Zie ook alinea's: -1268-[al:1268]
Referenties naar alinea 1546: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Over bepaalde onderdelen van de H. Eucharistie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1547
1120
2233
2686
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1120
2233
2686
Hoewel het ambtelijk of hiërarchisch priesterschap van bisschoppen en priesters en het gemeenschappelijk priesterschap van alle gelovigen beide "op hun eigen bijzondere wijze deelhebben aan het ene priesterschap van Christus", vert. uit Lat.[[617|10]] verschillen zij toch wezenlijk van elkaar, terwijl zij tevens "op elkaar aangewezen zijn". vert. uit Lat.[[617|10]] In welke zin? Terwijl het gemeenschappelijk priesterschap van de gelovigen zich verwezenlijkt door de ontplooiing van de doopgenade in een leven van geloof, hoop en liefde, een leven volgens de Geest, staat het ambtelijk priesterschap ten dienste van het gemeenschappelijk priesterschap en heeft het betrekking op de ontplooiing van de doopgenade van alle christenen. Het is één van de middelen waardoor Christus onophoudelijk zijn kerk opbouwt en bestuurt. Daarom ook wordt het overgedragen door een eigen sacrament, het Wijdingssacrament.
Zie ook alinea's: -1142-[al:1142]-1120-[al:1120]
Zie ook alinea's: -1142-[al:1142]-1120-[al:1120]
Referenties naar alinea 1547: 3
Ecclesiae de mysterio ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1548
87
875
1348
1581
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Over bepaalde onderdelen van de H. Eucharistie ->=geentekst=
87
875
1348
1581
In de persoon van Christus als hoofd...
In het kerkelijk dienstwerk van de gewijde bedienaar is Christus zelf bij zijn Kerk, als hoofd van zijn lichaam, herder van zijn kudde, hogepriester van het verlossend offer, meester van de waarheid. Dit bedoelt de Kerk wanneer zij zegt dat de priester krachtens het wijdingssacrament in persona Christi capitis vgl: Lumen Gentium, 10,28[[[617|10.28]]] vgl: Sacrosanctum Concilium, 33[[[570|33]]] vgl: Christus Dominus, 11[[[646|11]]] vgl: Presbyterorum Ordinis, 2,6[[[704|2.6]]] handelt:
In het kerkelijk dienstwerk van de gewijde bedienaar is Christus zelf bij zijn Kerk, als hoofd van zijn lichaam, herder van zijn kudde, hogepriester van het verlossend offer, meester van de waarheid. Dit bedoelt de Kerk wanneer zij zegt dat de priester krachtens het wijdingssacrament in persona Christi capitis vgl: Lumen Gentium, 10,28[[[617|10.28]]] vgl: Sacrosanctum Concilium, 33[[[570|33]]] vgl: Christus Dominus, 11[[[646|11]]] vgl: Presbyterorum Ordinis, 2,6[[[704|2.6]]] handelt:
(Bij het kruisoffer en in het misoffer) gaat het om dezelfde priester: Christus Jezus, wiens heilige persoon vertegenwoordigd wordt door zijn bedienaar. Vanwege de priesterwijding die de bedienaar ontvangen heeft, wordt hij aan deze Hogepriester gelijk gemaakt en bezit hij ook de macht om in de kracht en in de persoon van Christus zelf te handelen (virtute ac persona ipsius Christi) . Mediator Dei et hominum, 68[[419|68]] Christus is de bron van elk priesterschap, want de priester van het Oude Verbond was de voorafbeelding van Christus en die van het Nieuwe Verbond handelt in de persoon van Christus. III, q. 22 a. 4, vert. uit Lat.[[t:III, q. 22 a. 4]]Zie ook alinea's: -875-[al:875]-792-[al:792]
Referenties naar alinea 1548: 4
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Over bepaalde onderdelen van de H. Eucharistie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1549
1142
Youcat ->=geentekst=
1142
Door de gewijde bedienaars, in het bijzonder de bisschoppen en de priesters, wordt de aanwezigheid van Christus als hoofd van de Kerk zichtbaar gemaakt in de gemeenschap van de gelovigen. vgl: Lumen Gentium, 21[[[617|21]]] De bisschop is, naar de mooie uitdrukking van de heilige Ignatius van Antiochië, typos tou Patros, het levende beeld van God de Vader. 3,1, vert. Getijdenboek, Lect. II,7, 23[[1783|+11]] vgl: Epistula ad Magnesios, [[[989|+17]]]
Zie ook alinea's: -1142-[al:1142]
Zie ook alinea's: -1142-[al:1142]
Referenties naar alinea 1549: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1550
896
1584
Youcat ->=geentekst=
896
1584
Deze aanwezigheid van Christus in de bedienaar mag niet tot het misverstand leiden dat deze bedienaar nu niet onderhevig zou zijn aan menselijke zwakheid, heerszucht, dwalingen, of zelfs zonde. De kracht van de Heilige Geest is niet op dezelfde wijze waarborg voor alle handelingen van de bedienaars. In de Sacramenten is deze waarborg gegeven, zodat zelfs de zonde van de bedienaar geen belemmering is voor de vrucht van de genade. Er bestaan echter vele andere handelingen die het menselijk stempel van de bedienaar dragen. De sporen daarvan zijn niet altijd teken van trouw aan het Evangelie en kunnen bijgevolg schadelijk zijn voor de apostolische vruchtbaarheid van de Kerk.
Zie ook alinea's: -896-[al:896]-1128-[al:1128]-1584-[al:1584]
Zie ook alinea's: -896-[al:896]-1128-[al:1128]-1584-[al:1584]
Referenties naar alinea 1550: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1551
876
1466
1589
Youcat ->=geentekst=
876
1466
1589
Het Priesterschap is een dienstwerk. "Dit ambt, dat de Heer aan de herders van zijn volk heeft toevertrouwd, is een waarachtige dienst". vert. uit Lat.[[617|24]] Het is geheel en al betrokken op Christus en op de mensen. Van Christus en zijn uniek priesterschap is het helemaal afhankelijk en het werd ingesteld ten gunste van de mensen en de gemeenschap van de Kerk. Het wijdingssacrament verleent "een gewijde macht" die geen andere is den die van Christus. De uitoefening van dit gezag moet dus afgestemd worden op het voorbeeld van Christus, Hij die uit liefde de laatste is geworden en dienaar van allen. (Mc. 10, 43-45; 1 Pt. 5, 3)[[b:Mc. 10, 43-45; 1 Pt. 5, 3]] "De Heer heeft duidelijk gezegd dat de zorg voor zijn kudde een bewijs is van liefde voor Hem". 2,4[[1016]] ((Vgl. Joh. 21, 15-17; vert. uit Gr.))[[b:Joh. 21, 15-17]]
Zie ook alinea's: -876-[al:876]-1538-[al:1538]-608-[al:608]
Zie ook alinea's: -876-[al:876]-1538-[al:1538]-608-[al:608]
Referenties naar alinea 1551: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1552
Youcat ->=geentekst=
.."In naam van heel de Kerk"
De taak van het ambtelijk priesterschap beperkt zich niet tot het vertegenwoordigen van Christus - hoofd van de Kerk - ten overstaan van de vergadering van de gelovigen. De priester handelt tevens in naam van heel de Kerk, wanneer hij God het gebed van de Kerk aanbiedt vgl: Sacrosanctum Concilium, 33[[[570|33]]] en vooral wanneer hij het eucharistisch offer opdraagt. vgl: Lumen Gentium, 10[[[617|10]]]
De taak van het ambtelijk priesterschap beperkt zich niet tot het vertegenwoordigen van Christus - hoofd van de Kerk - ten overstaan van de vergadering van de gelovigen. De priester handelt tevens in naam van heel de Kerk, wanneer hij God het gebed van de Kerk aanbiedt vgl: Sacrosanctum Concilium, 33[[[570|33]]] en vooral wanneer hij het eucharistisch offer opdraagt. vgl: Lumen Gentium, 10[[[617|10]]]
Referenties naar alinea 1552: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1553
Youcat ->=geentekst=
"In naam van heel de Kerk": deze uitdrukking betekent niet dat de priesters de afgevaardigden van de gemeenschap zouden zijn. Het gebed en het offer van de Kerk zijn niet te scheiden van het gebed en het offer van Christus, haar hoofd. Het gaat altijd om de eredienst van Christus, in en door zijn Kerk. Het is heel de Kerk, lichaam van Christus, die bidt en zichzelf aan God de Vader opdraagt, "door Hem en met Hem en in Hem", in de eenheid van de Heilige Geest. Heel het lichaam, caput et membra, bidt en draagt zichzelf op, en daarom worden zij die in het lichaam op bijzondere wijze de bedienaars ervan zijn, niet alleen dienaars van Christus, maar ook bedienaren van de Kerk genoemd. Het ambtelijk priesterschap kan de Kerk vertegenwoordigen, omdat het Christus vertegenwoordigt.
Zie ook alinea's: -795-[al:795]
Zie ook alinea's: -795-[al:795]
Referenties naar alinea 1553: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De drie graden van het Wijdingssacrament (1554-1571)
1554
Over bepaalde onderdelen van de H. Eucharistie ->=geentekst=
"Het kerkelijk ambt, door God ingesteld, wordt in verschillende wijdingsorden uitgeoefend door hen die reeds van oudsher bisschoppen, priesters en diakens genoemd worden". vert. uit Lat.[[617|28]] De katholieke leer, zoals die tot uitdrukking komt in de liturgie, het kerkelijk leergezag en het bestendige gebruik van de Kerk, kent twee graden in de ambtelijke deelname aan het priesterschap van Christus: het episcopaat en het presbyteraat. Het diaconaat is bedoeld om het episcopaat en het presbyteraat te ondersteunen en te dienen. Daarom worden met het Latijnse woord sacerdos ('priester' of 'hogepriester') volgens het huidige taalgebruik de bisschoppen en de priesters, maar niet de diakens aangeduid. Toch houdt de katholieke leer in, dat de graden van de priesterlijke deelname (episcopaat en presbyteraat) en de graad van de dienst (diaconaat) alle drie verleend worden door een sacramentele handeling die "wijding (ordinatio)" genoemd wordt, dit is het Wijdingssacrament:
Allen moeten voor de diakens eerbied hebben als voor Jezus Christus, zoals ook voor de bisschop als het beeld van de Vader, en voor de presbyters als de raad van God en de vergadering van de apostelen: zonder hen is er geen sprake van Kerk. 3,1, vert. Getijdengebed Lect. II,7,22[[1783|+11]]Zie ook alinea's: -1536-[al:1536]-1538-[al:1538]
Referenties naar alinea 1554: 2
Youcat ->=geentekst=Over bepaalde onderdelen van de H. Eucharistie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1555
De bisschopswijding - volheid van het Wijdingssacrament
"Onder de verschillende ambten die vanaf het begin in de Kerk worden uitgeoefend. komt, naar het getuigenis van de Overlevering, op de voornaamste plaats het ambt van hen die, in het episcopaat opgenomen, dank zij een opvolging vanaf het begin, de ranken dragen van de apostolische wortel". vert. uit Lat.[[617|20]]
Zie ook alinea's: -861-[al:861]
"Onder de verschillende ambten die vanaf het begin in de Kerk worden uitgeoefend. komt, naar het getuigenis van de Overlevering, op de voornaamste plaats het ambt van hen die, in het episcopaat opgenomen, dank zij een opvolging vanaf het begin, de ranken dragen van de apostolische wortel". vert. uit Lat.[[617|20]]
Zie ook alinea's: -861-[al:861]
Referenties naar alinea 1555: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1556
862
862
Om hun verheven zending te vervullen "zijn de apostelen door Christus bedeeld met een bijzondere uitstorting van de Heilige Geest die over hen neerdaalde; op hun beurt hebben zij aan hun medewerkers door de handoplegging de geestelijke gave meegedeeld, die tot in onze tijd in de bisschopswijding is overgedragen". vert. uit Lat.[[617|21]]
Zie ook alinea's: -862-[al:862]
Zie ook alinea's: -862-[al:862]
Referenties naar alinea 1556: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1557
Het Tweede Vaticaans Concilie "leert dat door de bisschopswijding de volheid van het Wijdingssacrament verleend wordt, een volheid die met name in de liturgische traditie van de Kerk en bij monde van de heilige Kerkvaders het hogepriesterschap en de samenvatting (summa) van het gewijde ambt wordt genoemd". vert. uit Lat.[[617|21]]
Referenties naar alinea 1557: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1558
895
1586
895
1586
"De bisschopswijding geeft, samen met de heiligingstaak, ook de taak om te onderrichten en te besturen. ( ... ) Inderdaad, ( ... ) de handoplegging en de wijdingswoorden verlenen de genade van de Heilige Geest en drukken een heilig merkteken in, en wel zo dat de bisschoppen op eminente en zichtbare wijze de rol van Christus zelf, als leraar, herder en hogepriester, vervullen en in zijn persoon optreden (in Eius persona agant)". vert. uit Lat.[[617|21]] "Daarom zijn de bisschoppen door de Heilige Geest die hun geschonken is, ware en authentieke leraren van het geloof, priesters en herders". vert. uit Lat.[[646|2]]
Zie ook alinea's: -895-[al:895]-1121-[al:1121]
Zie ook alinea's: -895-[al:895]-1121-[al:1121]
Referenties naar alinea 1558: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1559
877
877
"Tot lid van het bisschoppencollege wordt iemand aangesteld krachtens de sacramentele wijding en door de hiërarchische gemeenschap met het hoofd en de leden van het college". vert. uit Lat.[[617|22]] Het karakter en de collegiale aard van de orde der bisschoppen komt onder andere tot uitdrukking in het aloude kerkelijke gebruik om meerdere bisschoppen te laten deelnemen aan de wijding van een nieuwe bisschop. vgl: vert. uit Lat.[[[617|22]]] Voor een wettige bisschopswijding is heden een bijzondere tussenkomst van de bisschop van Rome vereist, aangezien hij de hoogste zichtbare band is van de gemeenschap van de particuliere kerken in de ene Kerk en de waarborg voor hun vrijheid.
Zie ook alinea's: -877-[al:877]-882-[al:882]
Zie ook alinea's: -877-[al:877]-882-[al:882]
Referenties naar alinea 1559: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1560
886
886
Elke bisschop heeft als plaatsvervanger van Christus de pastorale zorg voor de particuliere Kerk die hem is toevertrouwd. Tegelijkertijd draagt hij echter op collegiale wijze, samen met al zijn broeders in het bisschopsambt, de zorg voor alle kerken: "Maar al is iedere bisschop slechts de geestelijke herder van dat deel van de kudde dat aan hem is toevertrouwd, toch staat hij, als wettige opvolger van de apostelen, krachtens de instelling en het bevel van God, samen met de andere bisschoppen borg voor de apostolische zending van de Kerk". Fidei donum, 42[[645|42]] vgl: Lumen Gentium, 23[[[617|23]]] vgl: Christus Dominus, 4,36,37[[[646|4.36.37]]] vgl: vert. uit Lat.[[[703|5.6.38]]]
Zie ook alinea's: -833-[al:833]-886-[al:886]
Zie ook alinea's: -833-[al:833]-886-[al:886]
Referenties naar alinea 1560: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1561
893
1142
1369
893
1142
1369
Wat tot hiertoe gezegd werd, toont aan waarom de eucharistie die door de bisschop gevierd wordt een heel bijzondere betekenis heeft: zij is de uitdrukking van de Kerk die verenigd is rond het altaar onder het voorzitterschap van hem die Christus, de goede herder en het hoofd van zijn Kerk, zichtbaar tegenwoordig stelt. vgl: Sacrosanctum Concilium, 41[[[570|41]]] vgl: Lumen Gentium, 26[[[617|26]]]
Zie ook alinea's: -1369-[al:1369]
Zie ook alinea's: -1369-[al:1369]
Referenties naar alinea 1561: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1562
De wijding van presbyters - medewerkers van de bisschoppen
"Christus, die de Vader heeft geheiligd en naar de wereld heeft gezonden, maakte via zijn apostelen hun opvolgers - namelijk de bisschoppen - zijn wijding en zending deelachtig. De bisschoppen nu hebben hun diensttaak in verschillende graden aan verschillende personen in de Kerk op wettige wijze doorgegeven". vert. uit Lat.[[617|28]] "Hun diensttaak is in ondergeschikte graad overgedragen aan de priesters, opdat dezen in de rang van het presbyteraat opgenomen, medewerkers van de bisschop zouden zijn, om op een juiste wijze de door Christus toevertrouwde apostolische zending ten uitvoer te brengen". vert. uit Lat.[[704|2]]
"Christus, die de Vader heeft geheiligd en naar de wereld heeft gezonden, maakte via zijn apostelen hun opvolgers - namelijk de bisschoppen - zijn wijding en zending deelachtig. De bisschoppen nu hebben hun diensttaak in verschillende graden aan verschillende personen in de Kerk op wettige wijze doorgegeven". vert. uit Lat.[[617|28]] "Hun diensttaak is in ondergeschikte graad overgedragen aan de priesters, opdat dezen in de rang van het presbyteraat opgenomen, medewerkers van de bisschop zouden zijn, om op een juiste wijze de door Christus toevertrouwde apostolische zending ten uitvoer te brengen". vert. uit Lat.[[704|2]]
Referenties naar alinea 1562: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1563
Youcat ->=geentekst=
"Omdat het priesterlijk ambt in verbinding staat met het bisschopsambt, deelt het ook in het gezag waarmee Christus zelf zijn lichaam opbouwt, heiligt en bestuurt. Daarom vooronderstelt het priesterschap van de priesters weliswaar de Sacramenten van de christelijke initiatie, maar wordt het toch overgedragen door dat speciale Sacrament dat de priesters door de zalving van de Heilige Geest tekent met een bijzonder merkteken. Aldus worden zij aan Christus Priester gelijkvormig gemaakt, zodat zij in de persoon van Christus-Hoofd kunnen optreden". vert. uit Lat.[[704|2]]
Zie ook alinea's: -1121-[al:1121]
Zie ook alinea's: -1121-[al:1121]
Referenties naar alinea 1563: 2
De trouw van Christus, de trouw van het priesterschap ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1564
1587
1587
"De priesters zijn, hoewel zij het hogepriesterschap niet bezitten en in de uitoefening van hun macht van de bisschoppen afhankelijk zijn, niettemin met hen verenigd in de priesterlijke waardigheid. Door het Wijdingssacrament gelijkvormig gemaakt aan het beeld van Christus, de hoogste en eeuwige priester, (Heb. 5, 1-10; Heb. 7, 24; Heb. 9, 11-28)[[b:Heb. 5, 1-10; Heb. 7, 24; Heb. 9, 11-28]] worden zij gewijd om het Evangelie te preken, de herders van hun gelovigen te zijn en de goddelijke eredienst te vieren als waarachtige priesters van het Nieuwe Verbond". vert. uit Lat.[[617|28]]
Zie ook alinea's: -611-[al:611]
Zie ook alinea's: -611-[al:611]
Referenties naar alinea 1564: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1565
Krachtens het Wijdingssacrament hebben de priesters deel aan de universele dimensies van de zending die Christus aan de apostelen toevertrouwde. "De geestelijke gave die zij in de wijding ontvangen hebben, rust hen niet toe voor een begrensde en beperkte zending, maar voor een zeer ruime en universele heilszending 'tot aan het uiteinde der aarde' (Hand. 1, 8)[b:Hand. 1, 8]". vert. uit Lat.[[704|10]] Zij zijn "van harte bereid om het Evangelie overal te verkondigen". vert. uit Lat.[[675|20]]
Zie ook alinea's: -849-[al:849]
Zie ook alinea's: -849-[al:849]
Referenties naar alinea 1565: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1566
611
1369
Over bepaalde onderdelen van de H. Eucharistie ->=geentekst=
611
1369
"Hun gewijde taak vervullen zij vooral in de eucharistische dienst of synaxis, waarbij zij in de persoon van Christus handelend optreden, zijn mysterie verkondigen en de smeekbeden van de gelovigen verbinden met het offer van hun hoofd. Inderdaad. het unieke offer van het Nieuwe Verbond, namelijk dat van Christus, die zich eens voor altijd als onbevlekt offerlam aan de Vader opdroeg, stellen zij tegenwoordig en passen zij toe in het offer van de Mis, tot aan de komst van de Heer". vert. uit Lat.[[617|28]] Uit dit ene offer put heel hun priesterlijk dienstwerk zijn kracht. vgl: Presbyterorum Ordinis, 2[[[704|2]]]
Zie ook alinea's: -1369-[al:1369]-611-[al:611]
Zie ook alinea's: -1369-[al:1369]-611-[al:611]
Referenties naar alinea 1566: 2
Youcat ->=geentekst=Over bepaalde onderdelen van de H. Eucharistie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1567
1462
2179
1462
2179
"De priesters, zorgzame medewerkers van de orde der bisschoppen, waarvan zij de hulp en het instrument zijn, geroepen om het Volk van God te dienen, vormen met hun bisschop één enkel presbyterium, dat met verschillende functies belast is. Overal waar zich een gemeenschap van gelovigen bevindt, vertegenwoordigen zij in zekere zin de bisschop, met wie zij in vertrouwen en grootmoedigheid verbonden zijn. Zij nemen voor hun deel zijn taken en zorgen over, om ze in de dagelijkse dienst uit te voeren". vert. uit Lat.[[617|28]] De priesters mogen hun ambt slechts uitoefenen in afhankelijkheid van hun bisschop en in gemeenschap met hem. De belofte van gehoorzaamheid die zij tijdens de wijding voor de bisschop afleggen en de vredeskus van de bisschop op het einde van de wijdingsplechtigheid duiden aan, dat de bisschop hen als zijn medewerkers, zijn zonen, zijn broeders en vrienden beschouwt en dat zij hem van hun kant liefde en gehoorzaamheid verschuldigd zijn.
Zie ook alinea's: -1462-[al:1462]-2179-[al:2179]
Zie ook alinea's: -1462-[al:1462]-2179-[al:2179]
Referenties naar alinea 1567: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1568
"Alle priesters die door de wijding in de rang van het presbyteraat zijn opgenomen, zijn in sacramentele broederschap nauw met elkaar verbonden. Vooral echter in het bisdom, waar zij voor de uitoefening van hun dienstwerk onder een eigen bisschop zijn aangesteld, vormen zij één presbyterium". vert. uit Lat.[[704|8]] Wanneer tijdens de wijdingsritus na de bisschop de presbyters op hun beurt de wijdeling de handen opleggen, dan wordt hiermee op liturgische wijze de eenheid van het presbyterium uitgedrukt.
Zie ook alinea's: -1537-[al:1537]
Zie ook alinea's: -1537-[al:1537]
Referenties naar alinea 1568: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1569
1588
1588
De diakenwijding - "voor het dienstbetoon"
"Op een lagere hiërarchische rang staan de diakens, wie de handen worden opgelegd 'niet voor het priesterschap, maar voor het dienstbetoon"'. Lumen Gentium, 29[[617|29]] vgl: vert. uit Lat.[[[646|15]]] Voor de wijding tot het diaconaat legt enkel de bisschop de handen op, waarmee hij aanduidt dat de diaken op bijzondere wijze met de bisschop verbonden is in de taken van zijn "diakonia". vgl: 8[[[1159|+23]]]
"Op een lagere hiërarchische rang staan de diakens, wie de handen worden opgelegd 'niet voor het priesterschap, maar voor het dienstbetoon"'. Lumen Gentium, 29[[617|29]] vgl: vert. uit Lat.[[[646|15]]] Voor de wijding tot het diaconaat legt enkel de bisschop de handen op, waarmee hij aanduidt dat de diaken op bijzondere wijze met de bisschop verbonden is in de taken van zijn "diakonia". vgl: 8[[[1159|+23]]]
Referenties naar alinea 1569: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1570
De diakens hebben op een bijzondere wijze deel aan de zending en de genade van Christus. vgl: Lumen Gentium, 41[[[617|41]]] vgl: Apostolicam Actuositatem, 16[[[653|16]]] Het wijdingssacrament tekent hen met een merkteken ("character") dat niemand kan uitwissen en dat hen gelijkvormig maakt aan Christus, die de "diaken", dit is de dienaar, van allen geworden is. (Mc. 10, 45; Lc. 22, 27)[[b:Mc. 10, 45; Lc. 22, 27]] 5,2[[1130|+20]] Het komt aan de diakens toe om onder andere de bisschop en de priesters bij te staan in de viering van de heilige mysteriën, vooral de Eucharistie, de Communie uit te reiken, te assisteren bij een Huwelijk en het in te zegenen, het Evangelie te verkondigen en te preken, kerkelijke uitvaarten te leiden en zich te wijden aan liefdewerken van allerlei aard. vgl: Lumen Gentium, 29[[[617|29]]] vgl: § 4[[[570|35]]] vgl: Ad Gentes Divinitus, 16[[[703|16]]]
Zie ook alinea's: -1121-[al:1121]
Zie ook alinea's: -1121-[al:1121]
Referenties naar alinea 1570: 1
Over bepaalde onderdelen van de H. Eucharistie ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1571
Sinds het Tweede Vaticaans Concilie heeft de Latijnse Kerk het diaconaat "als een eigen en blijvende hiërarchische rang" vert. uit Lat.[[617|29]] hersteld, terwijl de Oosterse Kerken het steeds gehandhaafd hadden. Dit permanente diaconaat, dat ook aan gehuwde mannen verleend kan worden, is een belangrijke verrijking ten dienste van de zending van de Kerk. Het is inderdaad gepast en nuttig dat mannen, die in de Kerk een echt diaconale bediening uitoefenen - hetzij in het liturgische en pastorale leven, hetzij in sociale en caritatieve werken - "door de handoplegging, die vanaf de apostelen is overgeleverd, versterkt en nauwer aan het altaar gebonden worden, opdat zij hun bediening door de sacramentele genade van het diaconaat doeltreffender vervullen". vert. uit Lat.[[703|16]]Zie ook alinea's: -1579-[al:1579]
Referenties naar alinea 1571: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - De viering van dit Sacrament (1572-1574)
1572
Vanwege het belang voor het leven van de particuliere Kerk vereist de viering van de wijding van een bisschop, van priesters of diakens een zo groot mogelijke aanwezigheid van gelovigen. De wijding zal bij voorkeur plaatshebben op een zondag en in de kathedrale kerk, vergezeld van de daarbij passende plechtigheid. De drie wijdingen, van de bisschop, de priester en de diaken, hebben dezelfde structuur. Zij vinden plaats binnen de Eucharistieviering.
Referenties naar alinea 1572: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1573
699
699
De wezenlijke ritus van het Wijdingssacrament bestaat voor de drie graden uit de handoplegging door de bisschop op het hoofd van de wijdeling en het specifieke wijdingsgebed, waarin God gevraagd wordt om de uitstorting van de heilige Geest en de gaven die eigen zijn aan het ambt waartoe de kandidaat gewijd wordt. vgl: DS 3858[[[1623|3]]]
Zie ook alinea's: -699-[al:699]-1585-[al:1585]
Zie ook alinea's: -699-[al:699]-1585-[al:1585]
Referenties naar alinea 1573: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1574
1241
1241
Zoals dit voor alle sacramenten het geval is, zo wordt ook deze viering omringd door verklarende riten. Terwijl ze in de verschillende liturgische tradities onderling sterk van elkaar afwijken, hebben ze met elkaar gemeen dat ze de veelvoudige aspecten van de sacramentele genade tot uitdrukking brengen. Zo laten de inleidingsriten in de Latijnse ritus - de voordracht en uitverkiezing van de wijdeling, de toespraak van de bisschop, de ondervraging van de wijdeling, de litanie van de heiligen - zien dat de keuze van de kandidaat is geschied overeenkomstig het gebruik van de Kerk en bereiden zij de plechtige handeling van de wijding voor. Na de wijding volgen verschillende riten die op symbolische wijze het voltrokken mysterie uitdrukken en voltooien: de bisschop of de priester wordt gezalfd met het heilig Chrisma, als teken van de bijzondere zalving van de Heilige Geest die hun dienstwerk vruchtbaar maakt; aan de bisschop wordt het evangelieboek, de ring, de mijter en de staf overhandigd; het zijn tekens van zijn apostolische zending om het woord van God te verkondigen, van zijn trouw aan de Kerk, bruid van Christus, en van zijn herderstaak over de kudde van de Heer; aan de priester wordt de pateen en de kelk overhandigd, "de offergave van het heilig volk" vgl: presbyterorum. Traditio panis et vini, 163[[[4172]]], die hij aan God dient op te dragen; aan de diaken, die zojuist de zending heeft ontvangen om het Evangelie van Christus te verkondigen, wordt het evangelieboek overhandigd.Zie ook alinea's: -1294-[al:1294]-796-[al:796]
Referenties naar alinea 1574: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V. - Wie kan dit Sacrament toedienen? (1575-1576)
1575
857
857
Christus heeft de apostelen uitgekozen en hen laten delen in zijn zending en zijn gezag. Verheven aan de rechterhand van de Vader, laat hij zijn kudde niet in de steek, maar hij blijft haar zonder onderbreking beschermen door zijn apostelen en leidt haar nu nog door middel van de herders die tegenwoordig zijn werk voortzetten. vgl: Prefatie van de apostelen I[[[1209]]] Sommigen "maakte" Christus tot apostelen, anderen tot herders. (Ef. 4, 11)[[b:Ef. 4, 11]] Hij blijft handelen door middel van de bisschoppen. vgl: Lumen Gentium, 21[[[617|21]]]
Zie ook alinea's: -857-[al:857]
Zie ook alinea's: -857-[al:857]
Referenties naar alinea 1575: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1576
Aangezien het Wijdingssacrament het sacrament van het apostolisch ambt is, komt het de bisschoppen toe, als opvolgers van de apostelen, de "geestelijke gave", Lumen Gentium, 21[[617|21]] het "apostolische zaad" Lumen Gentium, 20[[617|20]] over te dragen. De bisschoppen die geldig gewijd zijn, dit wil zeggen die zich in de lijn van de apostolische opvolging bevinden, dienen op geldige wijze de drie graden van het Wijdingssacrament toe. vgl: Ejus exemplo, (5)[[[4707|(5)]]] vgl: Caput 1: De fide catholica, 3[[[796|3]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 1012[[[30|1012]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (744,747)[[[574|(744.747)]]]
Zie ook alinea's: -1536-[al:1536]
Zie ook alinea's: -1536-[al:1536]
Referenties naar alinea 1576: 1
Ecclesiae de mysterio ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VI. - Wie kan het Sacrament ontvangen? (1577-1580)
1577
Ordinatio Sacerdotalis ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
"Alleen een gedoopte man ontvangt geldig de heilige Wijding". Codex Iuris Canonici, 1024[[30|1024]] De Heer Jezus heeft mannen uitgekozen om het college van de twaalf apostelen te vormen, (Mc. 3, 14-19; Lc. 6, 12-16)[[b:Mc. 3, 14-19; Lc. 6, 12-16]] en de apostelen hebben op dezelfde wijze gehandeld, toen ze medewerkers uitkozen (1 Tim. 3, 1-13; 2 Tim. 1, 6; Tit. 1, 5-9)[[b:1 Tim. 3, 1-13; 2 Tim. 1, 6; Tit. 1, 5-9]] die hen in hun taak zouden opvolgen. 42,4; 44,3, vert. uit Gr.[[984]] Het college van bisschoppen, met wie de priesters in hun priesterschap verenigd zijn, stelt tot de wederkomst van Christus het college van de twaalf tegenwoordig en actualiseert het. De Kerk erkent dat zij gebonden is door de keuze van de Heer zelf. Daarom is de Wijding van vrouwen niet mogelijk. vgl: Mulieris Dignitatem, 26-27[[[94|26-27]]] vgl: Inter Insigniores[[[223]]]
Zie ook alinea's: -551-[al:551]-861-[al:861]-862-[al:862]
Zie ook alinea's: -551-[al:551]-861-[al:861]-862-[al:862]
Referenties naar alinea 1577: 4
Twijfel over de leer van de Apostolische Brief "Ordinatio Sacerdotalis" ->=geentekst=Ordinatio Sacerdotalis ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1578
2121
2121
Niemand kan rechten laten gelden om het Wijdingssacrament te ontvangen. Niemand kan zich inderdaad deze taak aanmatigen. Men wordt ertoe geroepen door God. (Heb. 5, 4)[[b:Heb. 5, 4]] Hij die meent de tekenen van een roeping door God tot het gewijde ambt te onderkennen, moet in alle nederigheid zijn verlangen voorleggen aan het gezag van de Kerk, waaraan de verantwoordelijkheid en het recht toekomt iemand te roepen de wijding te ontvangen. Zoals elke genadegave kan ook dit Sacrament slechts als een onverdiende gave ontvangen worden.
Zie ook alinea's: -2121-[al:2121]
Zie ook alinea's: -2121-[al:2121]
Referenties naar alinea 1578: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1579
1571
1618
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
1571
1618
Behalve de permanente diakens worden alle gewijde bedienaars van de Latijnse Kerk gewoonlijk gekozen onder gelovige mannen die celibatair leven en de wil hebben het celibaat te onderhouden "omwille van het rijk der hemelen" (Mt. 19, 12)[b:Mt. 19, 12]. Geroepen om zich onverdeeld te wijden aan de Heer en aan "zijn zaak", (1 Kor. 7, 32)[[b:1 Kor. 7, 32]] geven zij zich geheel aan God en de mensen. Het celibaat is een teken van dit nieuwe leven waaraan de bedienaar van de Kerk zich wijdt; met een blij hart aanvaard, straalt het de boodschap van het rijk Gods uit. vgl: Presbyterorum Ordinis, 16[[[704|16]]]
Zie ook alinea's: -1618-[al:1618]-2233-[al:2233]
Zie ook alinea's: -1618-[al:1618]-2233-[al:2233]
Referenties naar alinea 1579: 3
De trouw van Christus, de trouw van het priesterschap ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1580
Sinds eeuwen is in de Oosterse Kerken een andere discipline van kracht: terwijl bisschoppen enkel onder celibatairen gekozen worden, kunnen daar gehuwde mannen wel tot diaken of priester gewijd worden. Deze praktijk wordt sinds lang als wettig beschouwd; deze priesters oefenen een vruchtbaar dienstwerk uit in hun gemeenschappen. vgl: Presbyterorum Ordinis, 16[[[704|16]]] Het priestercelibaat wordt overigens in de Oosterse Kerken hoog in ere gehouden en de priesters die er vrij voor gekozen hebben omwille van het rijk der hemelen, zijn talrijk. Zowel in het Oosten als in het Westen mag hij die het Wijdingssacrament ontvangen heeft, niet meer trouwen.
Referenties naar alinea 1580: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VII. - De vruchten van het Wijdingssacrament (1581-1589)
1581
Het onuitwisbaar merkteken
Dit Sacrament maakt de wijdeling door een bijzondere genadegave van de Heilige Geest gelijkvormig aan Christus, om zo als instrument van Christus ten dienste van de Kerk te staan. Door de wijding wordt men bevoegd om te handelen als vertegenwoordiger van Christus, het hoofd van de Kerk, in zijn drieledige taak van priester, profeet en koning.
Zie ook alinea's: -1548-[al:1548]-875-[al:875]
Dit Sacrament maakt de wijdeling door een bijzondere genadegave van de Heilige Geest gelijkvormig aan Christus, om zo als instrument van Christus ten dienste van de Kerk te staan. Door de wijding wordt men bevoegd om te handelen als vertegenwoordiger van Christus, het hoofd van de Kerk, in zijn drieledige taak van priester, profeet en koning.
Zie ook alinea's: -1548-[al:1548]-875-[al:875]
Referenties naar alinea 1581: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1582
1121
1121
Deze deelname aan de taak van Christus wordt, zoals in het Doopsel en het Vormsel, eens voor altijd gegeven. Ook het Wijdingssacrament verleent een onuitwisbaar geestelijk merkteken en kan noch herhaald noch tijdelijk verleend worden. vgl: Sessio XXIII - Doctrina de sacramento ordinis, 5[[[695|5]]] vgl: Lumen Gentium, 21,28,29[[[617|21.28.29]]] vgl: Presbyterorum Ordinis, 2[[[704|2]]]
Zie ook alinea's: -1121-[al:1121]
Zie ook alinea's: -1121-[al:1121]
Referenties naar alinea 1582: 1
De trouw van Christus, de trouw van het priesterschap ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1583
Iemand die geldig gewijd is, kan weliswaar om zwaarwegende redenen ontslagen worden van de verplichtingen en functies die hij bij de wijding op zich genomen heeft of het verbod krijgen ze uit te oefenen, vgl: Codex Iuris Canonici, 290-293[[[30|290-293]]] vgl: §§ 1.3.5[[[30|1336]]] vgl: § 2[[[30|1338]]] maar hij kan niet meer in de eigenlijke betekenis van het woord leek worden; vgl: DS 1774[[[695|12]]] het merkteken dat hij bij de wijding ontvangen heeft, is immers onuitwisbaar. De roeping en zending die hij op de dag van zijn wijding ontvangen heeft, tekenen hem blijvend.
Referenties naar alinea 1583: 1
De trouw van Christus, de trouw van het priesterschap ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1584
1128
1550
1128
1550
Omdat het uiteindelijk Christus zelf is die door de gewijde bedienaar handelt en heil schenkt, belet de onwaardigheid van de bedienaar Christus niet te handelen. vgl: DS 1612[[[672|12]]] vgl: DS 1154[[[4979|4]]] De heilige Augustinus zegt het met kracht:
De trotse bedienaar staat aan de kant van de duivel. Toch wordt de gave van Christus niet door hem vertroebeld: deze stroomt helder door hem heen, deze gaat zuiver door hem heen en komt terecht op de vruchtbare aarde. (... ) De geestelijke kracht van het Sacrament is immers als een licht: door hen die verlicht moeten worden, wordt het zuiver ontvangen, en het wordt niet verontreinigd, ook al gaat het door onreinen heen. 5,15, vert. uit Lat.[[859]]Zie ook alinea's: -1128-[al:1128]-1550-[al:1550]
Referenties naar alinea 1584: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1585
1573
1573
De genade van de Heilige Geest
De genade van de Heilige Geest die eigen is aan dit Sacrament, maakt de wijdeling gelijkvormig aan Christus, de priester, leraar en herder, van wie hij de bedienaar wordt.
De genade van de Heilige Geest die eigen is aan dit Sacrament, maakt de wijdeling gelijkvormig aan Christus, de priester, leraar en herder, van wie hij de bedienaar wordt.
Referenties naar alinea 1585: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1586
2448
2448
Voor de bisschop is dit allereerst een genade van kracht ("de Geest van leiderschap" wijdingsgebed voor een bisschop in de Latijnse ritus[[2695|(47)]]): de genade om zijn kerk met kracht en wijsheid te leiden en te verdedigen, als een vader en herder, met onbaatzuchtige liefde voor allen en een voorliefde voor armen, zieken en noodlijdenden. vgl: Christus Dominus, 13,16[[[646|13.16]]] Deze genade zet hem aan, het evangelie te verkondigen aan allen, het voorbeeld te zijn voor zijn kudde, haar voor te gaan op de weg naar de heiligheid door zich in de Eucharistie te vereenzelvigen met Christus, priester en slachtoffer, zonder te vrezen dat hij zijn leven moet geven voor zijn schapen:
Verleen, Vader die de harten kent, aan uw dienaar die Gij tot het bisschopsambt hebt uitverkoren, dat hij uw heilige kudde weidt en dat hij onberispelijk uw hoogste priesterschap uitoefent en U dient dag en nacht; dat hij voortdurend uw aanschijn mild mag stemmen en U de gaven offert van uw heilige kerk. Geef hem de macht, uit kracht van de Geest van het hogepriesterschap de zonden te vergeven overeenkomstig uw opdracht, ambten te verlenen naar uw bedoeling en ook alle banden te ontbinden krachtens de macht die Gij aan uw apostelen gegeven hebt. Moge hij U welgevallig zijn door zijn zachtmoedigheid en zijn zuiver hart, wanneer hij U het aangenaam reukoffer opdraagt door uw Zoon Jezus Christus... 3, vert. F. Vromen 1984[[1159|+7]]Zie ook alinea's: -2448-[al:2448]-1558-[al:1558]
Referenties naar alinea 1586: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1587
De geestelijke gave die door de priesterwijding wordt verleend, wordt uitgedrukt in het volgende gebed dat eigen is aan de Byzantijnse ritus. Tijdens de handoplegging zegt de bisschop:
Heer, vervul hem die Gij U gewaardigd hebt tot de rang van het priesterschap te verheffen, met de gave van de heilige Geest, opdat hij waardig bevonden mag worden onberispelijk voor uw altaar te staan, het evangelie van uw rijk te verkondigen, de dienst van uw woord van waarheid te vervullen, U geestelijke gaven en offers op te dragen, uw volk nieuw te maken door het bad van de wedergeboorte; zodat ook hijzelf onze grote God en Heiland Jezus Christus, uw enige Zoon, tegemoet mag gaan op de dag van diens tweede komst, en dat hij van uw oneindige goedheid de beloning voor een trouwe vervulling van zijn ambt mag ontvangen. Byzantijnse Litugie,...Byzantijnse Litugie, Euchologia to mègaonZie ook alinea's: -1564-[al:1564]
Referenties naar alinea 1587: 1
Ecclesiae de mysterio ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1588
Wat de diakens betreft, "zij staan, gesterkt door de sacramentele genade, in dienst van het Volk van God door de 'diaconie' van de liturgie, van het woord en van de liefdewerken, in gemeenschap met de bisschop en zijn presbyterium." vert. uit Lat.[[617|29]]
Zie ook alinea's: -1569-[al:1569]
Zie ook alinea's: -1569-[al:1569]
Referenties naar alinea 1588: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1589
Opening van het "Jaar van de priester" en 150e verjaardag van de "dies natalis" van de H. Johannes-Maria Vianney ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Door de verhevenheid van de priesterlijke genade en taak voelden de heilige leermeesters zich dringend tot bekering opgeroepen, opdat heel hun leven zou beantwoorden aan Hem, wiens dienaars zij werden door het Sacrament. Toen hij nog een jong priester was, riep bijvoorbeeld de heilige Gregorius van Nazianze uit:
Men moet eerst gereinigd zijn, voordat men anderen reinigt; men moet onderricht zijn, om anderen te kunnen onderrichten; men moet licht worden, om te verlichten; tot God naderen, om anderen tot Hem te doen naderen; geheiligd zijn, om te heiligen, om hen bij de hand te nemen en te leiden en een verstandige raadsman voor hen te zijn. 2,71, vert. uit Gr.[[903]] Ik weet van wie wij dienaar zijn, op welk niveau wij ons bevinden en wie Hij is tot wie wij de mensen geleiden. Ik ken de verhevenheid van God en de zwakheid van de mens, maar ook zijn kracht. 2,71, 74, vert. uit Gr.[[903]] Wie is dus de priester? Hij is de verdediger van de waarheid, hij neemt plaats tussen de engelen, hij spreekt de lofzang uit samen met de aartsengelen, hij doet de offers opstijgen naar het altaar in den hoge, hij deelt in het priesterschap van Christus, hij geeft het schepsel een nieuwe vorm, hij herstelt (in het schepsel) het beeld (van God), hij herschept het voor de wereld van boven, en, om het allergrootste te noemen, hij is vergoddelijkt en vergoddelijkt op zijn beurt. 2,71, 73, vert. uit Gr.[[903]] En de heilige pastoor van Ars: "De priester zet het verlossingswerk op aarde voort..." "Als men enig begrip had van wat de priester op aarde betekent, dan zou men sterven, niet van vrees, maar van liefde......" "Het priesterschap, dat is de liefde van het hart van Jezus". 100[[2909]]Zie ook alinea's: -460-[al:460]-1551-[al:1551]
Referenties naar alinea 1589: 3
Aan de priesters bij het begin van het "Jaar van de priester" bij gelegenheid van de 150e "dies natalis" van Johannes Maria Vianney ->=geentekst=Opening van het "Jaar van de priester" en 150e verjaardag van de "dies natalis" van de H. Johannes-Maria Vianney ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1590-1600)
1590
De heilige Paulus zei tot zijn leerling Timóteüs: "Vergeet niet het vuur aan te wakkeren van Gods genade die in u is door de oplegging van mijn handen " (2 Tim. 1, 6)[b:2 Tim. 1, 6] en "streeft iemand naar het bisschopsambt, dan begeert hij een voortreffelijke taak" (1 Tim. 3, 1)[b:1 Tim. 3, 1]. Tot Titus zet' hij: "Ik heb u op Kreta achtergelaten met de bedoeling dat gij de resterende zaken zoudt regelen door in elke stad presbyters, aan te stellen volgens de richtlijnen die ik u heb gegeven" (Tit. 1, 5)[b:Tit. 1, 5].
Referenties naar alinea 1590: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1591
Heel de Kerk is een priesterlijk volk. Dankzij het doopsel hebben alle gelovigen deel aan het priesterschap van Christus. Deze deelname noemt men "het gemeenschappelijk priesterschap van de gelovigen". Op basis en ten dienste hiervan bestaat er een andere deelname aan de zending van Christus: die van het ambt dat door het Wijdingssacrament wordt verleend. Deze taak bestaat uit het dienstwerk in naam en in de persoon van Christus als hoofd, te midden van de gemeenschap.
Referenties naar alinea 1591: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1592
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Het ambtelijk priesterschap verschilt wezenlijk van het gemeenschappelijk priesterschap van de gelovigen, omdat het een gewijde macht verleent ten dienste van de gelovigen. De gewijde bedienaars oefenen hun dienstwerk ten aanzien van het Volk van God uit door het onderricht (munus docendi), de goddelijke eredienst (munus liturgicum) en het pastoraal bestuur (munus regendi).
Referenties naar alinea 1592: 4
Ecclesiae de mysterio ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1593
Vanaf het begin werd het gewijde ambt in drie graden verleend en uitgeoefend: die van de bisschoppen, de presbyters en de diakens. De ambten die door de wijding worden verleend, zijn onvervangbaar voor de organische structuur van de Kerk: zonder bisschop, presbyters en diakens kan men niet van Kerk spreken. vgl: 3,1[[[1783|+11]]]
Referenties naar alinea 1593: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1594
De bisschop ontvangt de volheid van het Wijdingssacrament, dat hem invoegt in het bisschoppencollege en dat hem maakt tot zichtbaar hoofd van de particuliere Kerk die hem werd toevertrouwd. Aangezien de bisschoppen opvolgers van de apostelen en leden van het college zijn, hebben zij deel aan de apostolische verantwoordelijkheid en de zending van heel de Kerk, onder het gezag van de Paus, opvolger van de heilige Petrus.
Referenties naar alinea 1594: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1595
De presbyters zijn in hun priesterlijke waardigheid met de bisschoppen verenigd en zijn tegelijkertijd in hun pastorale functies van hen afhankelijk; zij zijn geroepen om de zorgzame medewerkers van de bisschoppen te zijn; zij vormen rondom de bisschop het presbyterium dat, samen met hem, de verantwoordelijkheid draagt voor de particuliere Kerk. Zij worden door de bisschop met een parochiegemeenschap of met een welomschreven kerkelijke functie belast.
Referenties naar alinea 1595: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1596
De diakens zijn bedienaars die gewijd zijn om in de Kerk taken van dienstbetoon te verrichten; zij ontvangen niet het ambtelijk priesterschap, maar de wijding verleent hun belangrijke functies in de bediening van het woord, de goddelijke eredienst, het pastorale bestuur en de liefdadigheid, taken die zij onder het pastoraal gezag van hun bisschop moeten vervullen.
Referenties naar alinea 1596: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1597
Het Wijdingssacrament wordt toegediend door de handoplegging gevolgd door een plechtig wijdingsgebed waarin aan God voor de wijdeling de genadegaven van de Heilige Geest gevraagd worden, gaven die voor zijn ambt vereist zijn. De wijding drukt een onuitwisbaar sacramenteel merkteken in.
Referenties naar alinea 1597: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1598
De Kerk dient het Wijdingssacrament enkel toe aan mannen, van wie grondig werd nagegaan of ze bekwaam zijn het ambt uit te oefenen. Aan het kerkelijk gezag komt de verantwoordelijkheid en het recht toe iemand te roepen tot het ontvangen van de wijdingen.
Referenties naar alinea 1598: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1599
In de Latijnse Kerk wordt voor het priesterschap het Wijdingssacrament gewoonlijk slechts toegediend aan kandidaten die bereid zijn in vrijheid het celibaat te aanvaarden en die publiek te kennen geven het te willen onderhouden uit liefde voor het rijk Gods en ten dienste van de mensen.
Referenties naar alinea 1599: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1600
Het komt de bisschoppen toe het Wijdingssacrament in zijn drie graden toe te dienen.
Referenties naar alinea 1600: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 - Het Sacrament van het Huwelijk (1601-1666)
1601
2360
Youcat ->=geentekst=
2360
"Het huwelijksverbond, waardoor man en vrouw met elkaar een algehele levensgemeenschap vormen die uit haar natuurlijke aard gericht is op het welzijn van de echtgenoten en op het voortbrengen en opvoeden van kinderen, is door Christus onze Heer tussen gedoopten verheven tot de waardigheid van Sacrament". § 1[[30|1055]]
Referenties naar alinea 1601: 2
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Het huwelijk in Gods heilsplan (1602-1620)
1602
796
796
De heilige Schrift begint met de schepping van man en vrouw naar Gods beeld en gelijkenis, (Gen. 1, 26-27)[[b:Gen. 1, 26-27]] en eindigt met het visioen van de "bruiloft van het Lam" (Openb. 19, 9)[b:Openb. 19, 9]. (Openb. 19, 7)[[b:Openb. 19, 7]] Van het begin tot het einde spreekt de Schrift over het huwelijk en zijn "mysterie", over zijn instelling en de zin die God eraan gegeven heeft, over zijn oorsprong en doel, over de verschillende verwezenlijkingen ervan in de loop van de heilsgeschiedenis, over de problemen die voortkomen uit de zonde en over de vernieuwing van het huwelijk "in de Heer" (1 Kor. 7, 39)[b:1 Kor. 7, 39], in het Nieuwe Verbond van Christus en de Kerk. (Ef. 5, 31-32)[[b:Ef. 5, 31-32]]
Zie ook alinea's: -369-[al:369]-796-[al:796]
Zie ook alinea's: -369-[al:369]-796-[al:796]
Referenties naar alinea 1602: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1603
2207
2333
2364
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2207
2333
2364
Het huwelijk in de scheppingsorde
"De intieme levens- en liefdesgemeenschap die in het gehuwde paar gestalte krijgt, is door de Schepper ingesteld en verrijkt met haar eigen wetten. (...) God zelf is de stichter van het huwelijk". § 1, vert. uit Lat.[[575|48]] De roeping tot het huwelijk is gegrift in de natuur zelf van man en vrouw, zoals zij voortgekomen zijn uit de hand van de Schepper. Het huwelijk is geen louter menselijke instelling, ondanks de veelvuldige variaties die het in de loop der eeuwen gekend heeft in de verschillende culturen, sociale structuren en geesteshoudingen. Men mag bij deze verscheidenheid de gemeenschappelijke en blijvende kenmerken niet uit het oog verliezen. Hoewel niet overal de waardigheid van deze instelling met dezelfde helderheid aan het licht treedt, vgl: § 2.[[[575|47]]] bestaat er toch in alle culturen een zeker gevoel voor de verhevenheid van de huwelijksband. "Want het welzijn van de persoon en van de menselijke en christelijke gemeenschap hangt nauw samen met een gezond huwelijks- en gezinsleven". § 1, vert. uit Lat.[[575|47]]
Zie ook alinea's: -371-[al:371]-2331-[al:2331]-2210-[al:2210]
"De intieme levens- en liefdesgemeenschap die in het gehuwde paar gestalte krijgt, is door de Schepper ingesteld en verrijkt met haar eigen wetten. (...) God zelf is de stichter van het huwelijk". § 1, vert. uit Lat.[[575|48]] De roeping tot het huwelijk is gegrift in de natuur zelf van man en vrouw, zoals zij voortgekomen zijn uit de hand van de Schepper. Het huwelijk is geen louter menselijke instelling, ondanks de veelvuldige variaties die het in de loop der eeuwen gekend heeft in de verschillende culturen, sociale structuren en geesteshoudingen. Men mag bij deze verscheidenheid de gemeenschappelijke en blijvende kenmerken niet uit het oog verliezen. Hoewel niet overal de waardigheid van deze instelling met dezelfde helderheid aan het licht treedt, vgl: § 2.[[[575|47]]] bestaat er toch in alle culturen een zeker gevoel voor de verhevenheid van de huwelijksband. "Want het welzijn van de persoon en van de menselijke en christelijke gemeenschap hangt nauw samen met een gezond huwelijks- en gezinsleven". § 1, vert. uit Lat.[[575|47]]
Zie ook alinea's: -371-[al:371]-2331-[al:2331]-2210-[al:2210]
Referenties naar alinea 1603: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1604
2331
2331
God die de mens uit liefde in het bestaan heeft geroepen, heeft hem ook geroepen tot de liefde - een fundamentele roeping die iedere mens is aangeboren. De mens is immers geschapen naar Gods beeld en gelijkenis (Gen. 1, 27)[[b:Gen. 1, 27]] en God is zelf liefde. (1 Joh. 4, 8.16)[[b:1 Joh. 4, 8.16]] Omdat God de mens als man en vrouw geschapen heeft, wordt hun wederzijdse liefde een afbeelding van de absolute en onvergankelijke liefde van God voor ieder mens. De mens is goed, heel goed, in de ogen van de Schepper. (Gen. 1, 31)[[b:Gen. 1, 31]] En deze liefde waar Gods zegen op rust, is bestemd om vruchtbaar te zijn en zich te verwezenlijken in de gemeenschappelijke opdracht om de schepping in stand te houden: "God zegende hen en God sprak tot hen: 'Weest vruchtbaar en wordt talrijk; bevolkt de aarde en onderwerpt haar"' (Gen. 1, 28)[b:Gen. 1, 28].
Zie ook alinea's: -355-[al:355]
Zie ook alinea's: -355-[al:355]
Referenties naar alinea 1604: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1605
371
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
371
De heilige Schrift bevestigt dat man en vrouw voor elkaar geschapen Zijn: "Het is niet goed dat de mens alleen blijft" (Gen. 2, 18)[b:Gen. 2, 18]. De vrouw, "vlees van zijn vlees" (Gen. 2, 23)[[b:Gen. 2, 23]], zijn gelijke die hem heel nabij is, wordt door God aan de man gegeven als een "hulp" (Gen. 2, 18)[[b:Gen. 2, 18]], zodat zij "God van wie onze hulp zal komen", (Mt. 19, 4)[[b:Mt. 19, 4]] tegenwoordig stelt. "Zo komt het dat een man zijn vader en moeder verlaat en zich zo aan zijn vrouw hecht, dat zij één vlees worden" (Gen. 2, 24)[b:Gen. 2, 24]. Dat hiermee een onvergankelijke eenheid van beider leven bedoeld wordt, brengt de Heer ons in herinnering door te zeggen dat dit "in het begin" het plan van de Schepper was (Ps. 121, 2)[[b:Ps. 121, 2]]: "Zij zijn dus niet langer twee, één vlees als zij geworden zijn" (Mt. 19, 6)[b:Mt. 19, 6].
Zie ook alinea's: -372-[al:372]-1614-[al:1614]
Zie ook alinea's: -372-[al:372]-1614-[al:1614]
Referenties naar alinea 1605: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1606
Het huwelijk onder de heerschappij van de zonde
Ieder mens ervaart het kwade, om zich heen en in zichzelf. Deze ervaring kenmerkt ook de verhouding tussen man en vrouw. Te allen tijde werd hun band bedreigd door tweedracht, heerszucht, ontrouw, jaloersheid en botsingen die kunnen leiden tot haat en breuk. Deze wanorde kan, afhankelijk van de culturen, tijden of individuen, meer of minder scherp tot uitdrukking komen en wordt al dan niet overwonnen; toch blijkt het om een algemeen gegeven te gaan.
Ieder mens ervaart het kwade, om zich heen en in zichzelf. Deze ervaring kenmerkt ook de verhouding tussen man en vrouw. Te allen tijde werd hun band bedreigd door tweedracht, heerszucht, ontrouw, jaloersheid en botsingen die kunnen leiden tot haat en breuk. Deze wanorde kan, afhankelijk van de culturen, tijden of individuen, meer of minder scherp tot uitdrukking komen en wordt al dan niet overwonnen; toch blijkt het om een algemeen gegeven te gaan.
Referenties naar alinea 1606: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1607
400
2486
400
2486
Vanuit het geloof beschouwd, komt deze wanorde -die wij met droefheid vaststellen- niet voort uit de aard zelf van man en vrouw, noch uit de aard van hun verhouding, maar uit de zonde. De eerste zonde was een breuk met God, het eerste gevolg ervan was de breuk in de oorspronkelijke gemeenschap van man en vrouw. Hun verhouding raakt verwrongen door wederzijdse verwijten; (Gen. 3, 12)[[b:Gen. 3, 12]] de wederzijdse aantrekking, die een gave van de Schepper is, (Gen. 2, 22)[[b:Gen. 2, 22]] verandert in een verhouding van heerschappij en begeerte; (Gen. 3, 16)[[b:Gen. 3, 16]] de mooie roeping van man en vrouw om vruchtbaar te zijn, zich te vermenigvuldigen en de aarde te onderwerpen, (Gen. 1, 28)[[b:Gen. 1, 28]] wordt belast met de pijn van het baren en de moeite van de kostwinning. (Gen. 3, 16-19)[[b:Gen. 3, 16-19]]
Zie ook alinea's: -1849-[al:1849]-400-[al:400]
Zie ook alinea's: -1849-[al:1849]-400-[al:400]
Referenties naar alinea 1607: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1608
De scheppingsorde blijft echter bestaan, al is zij ernstig verstoord. Om van de wonden van de zonde te genezen, hebben man en vrouw de hulp nodig van de genade, die God hun in zijn oneindige barmhartigheid nooit geweigerd heeft. (Gen. 3, 21)[[b:Gen. 3, 21]] Zonder deze hulp kunnen man en vrouw er niet toe komen, de levenseenheid te verwezenlijken waartoe God hen "in het begin" geschapen heeft.
Zie ook alinea's: -55-[al:55]
Zie ook alinea's: -55-[al:55]
Referenties naar alinea 1608: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1609
410
410
Het huwelijk onder de pedagogie van de Wet
God heeft in zijn barmhartigheid de zondige mens niet aan zijn lot overgelaten. De straffen die op de zonde volgen, "de lasten van de zwangerschap" (Gen. 3, 16)[[b:Gen. 3, 16]], de arbeid "in het zweet des aanschijns" (Gen. 3, 19)[b:Gen. 3, 19], zijn ook een geneesmiddel dat de gevolgen van de zonde beperkt. Het huwelijk is na de zonde een hulp geworden om te verhinderen dat men zich in zichzelf keert, om het egoïsme en de genotzucht te overwinnen en zich open te stellen voor de ander, voor onderlinge steun, voor zelfgave.
Zie ook alinea's: -410-[al:410]
God heeft in zijn barmhartigheid de zondige mens niet aan zijn lot overgelaten. De straffen die op de zonde volgen, "de lasten van de zwangerschap" (Gen. 3, 16)[[b:Gen. 3, 16]], de arbeid "in het zweet des aanschijns" (Gen. 3, 19)[b:Gen. 3, 19], zijn ook een geneesmiddel dat de gevolgen van de zonde beperkt. Het huwelijk is na de zonde een hulp geworden om te verhinderen dat men zich in zichzelf keert, om het egoïsme en de genotzucht te overwinnen en zich open te stellen voor de ander, voor onderlinge steun, voor zelfgave.
Zie ook alinea's: -410-[al:410]
Referenties naar alinea 1609: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1610
1963
2387
1963
2387
Het zedelijk besef omtrent de eenheid en onontbindbaarheid van het huwelijk heeft onder de pedagogie van de oude Wet een ontwikkeling gekend. De polygamie van de aartsvaders en koningen wordt nog niet uitdrukkelijk verworpen. Toch streeft de Wet van Mozes ernaar de vrouw tegen de willekeurige heerszucht van de man te beschermen, al draagt ook deze Wet, naar het woord van de Heer, de sporen van "de hardheid van het hart" van de mens. Daarom laat Mozes ook toe dat men zijn vrouw wegzendt. (Mt. 19, 8; Deut. 24, 1)[[b:Mt. 19, 8; Deut. 24, 1]]
Zie ook alinea's: -1963-[al:1963]-2387-[al:2387]
Zie ook alinea's: -1963-[al:1963]-2387-[al:2387]
Referenties naar alinea 1610: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1611
2361
2380
2361
2380
De profeten zien de exclusieve en trouwe huwelijksliefde als een beeld van het verbond van God met Israël (Hos. 1-3; Jes. 54; Jes. 62; Jer. 2-3; Jer. 31; Ez. 16; Ez. 23)[[b:Hos. 1-3; Jes. 54; Jes. 62; Jer. 2-3; Jer. 31; Ez. 16; Ez. 23]] en hebben hiermee het geweten van het uitverkoren volk voorbereid op een verdiept inzicht van de eenheid en onontbindbaarheid van het huwelijk. (Mal. 2, 13-17)[[b:Mal. 2, 13-17]] De boeken Ruth en Tobit bevatten ontroerende getuigenissen over de verheven zin van het huwelijk, over trouw en genegenheid van echtgenoten. De Overlevering heeft het Hooglied steeds beschouwd als een onvergelijkelijke uitdrukking van menselijke liefde, voor zover die een weerspiegeling is van de liefde van God, een liefde die "sterk is als de dood", die "geen stortvloed van water kan blussen" (Hoogl. 8, 6-7)[b:Hoogl. 8, 6-7].
Zie ook alinea's: -219-[al:219]-2380-[al:2380]-2361-[al:2361]
Zie ook alinea's: -219-[al:219]-2380-[al:2380]-2361-[al:2361]
Referenties naar alinea 1611: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1612
Het huwelijk in de Heer
Het huwelijksverbond tussen God en zijn volk Israël was een voorbereiding op het Nieuwe en eeuwige Verbond. Hierin. heeft de Zoon van God, door mens te worden en zijn leven te geven, zich in zekere zin verenigd met heel de mensheid die door Hem verlost is vgl: Gaudium et Spes, 22[[[575|22]]] en zodoende bereidt Hij de "bruiloft van het Lam" voor (Openb. 19, 7.9)[b:Openb. 19, 7.9].
Zie ook alinea's: -521-[al:521]
Het huwelijksverbond tussen God en zijn volk Israël was een voorbereiding op het Nieuwe en eeuwige Verbond. Hierin. heeft de Zoon van God, door mens te worden en zijn leven te geven, zich in zekere zin verenigd met heel de mensheid die door Hem verlost is vgl: Gaudium et Spes, 22[[[575|22]]] en zodoende bereidt Hij de "bruiloft van het Lam" voor (Openb. 19, 7.9)[b:Openb. 19, 7.9].
Zie ook alinea's: -521-[al:521]
Referenties naar alinea 1612: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1613
In het begin van zijn openbaar leven verrichtte Jezus, op verzoek van zijn Moeder, zijn eerste teken tijdens een bruiloftsfeest. (Joh. 2, 1-11)[[b:Joh. 2, 1-11]] De Kerk kent een groot belang toe aan de aanwezigheid van Jezus op de bruiloft van Kana. Zij beschouwt dit als een bevestiging van de goedheid van het huwelijk; hiermee wordt aangekondigd dat het huwelijk voortaan een werkzaam teken zal zijn van de aanwezigheid van Christus.
Referenties naar alinea 1613: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1614
1605
2336
2382
1605
2336
2382
In zijn prediking onderrichtte Jezus ondubbelzinnig de oorspronkelijke betekenis van de vereniging van man en vrouw, zoals de Schepper het in het begin gewild had: de toestemming van Mozes om een vrouw weg te zenden, was een toegeven aan de hardheid van het hart; (Mt. 19, 8)[[b:Mt. 19, 8]] de huwelijksband tussen man en vrouw is onontbindbaar: God zelf heeft die gesloten: "Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden" (Mt. 19, 6)[b:Mt. 19, 6].
Zie ook alinea's: -2336-[al:2336]-2382-[al:2382]
Zie ook alinea's: -2336-[al:2336]-2382-[al:2382]
Referenties naar alinea 1614: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1615
1642
2364
1642
2364
Deze ondubbelzinnige nadruk op de onontbindbaarheid van de huwelijksband heeft menigeen onthutst en kan overkomen als een eis die niet te verwezenlijken is. Toch heeft Jezus de gehuwden niet beladen met een ondraaglijke last, (Mc. 8, 34)[[b:Mc. 8, 34]] die zwaarder zou zijn dan de Wet van Mozes. Wanneer Hij de oorspronkelijke scheppingsorde die door de zonde verstoord was, komt herstellen, geeft Hij ook zelf de kracht en de genade om het huwelijk in deze nieuwe dimensie van het rijk Gods te beleven. Door Christus te volgen, zichzelf te verloochenen, hun kruis op te nemen, zullen de gehuwden de oorspronkelijke betekenis van het huwelijk kunnen "begrijpen" en er met de hulp van Christus naar kunnen leven. (Mt. 19, 11)[[b:Mt. 19, 11]] Deze genade van het christelijk huwelijk is een vrucht van het kruis van Christus, bron van elk christelijk leven.
Zie ook alinea's: -2364-[al:2364]-1642-[al:1642]
Zie ook alinea's: -2364-[al:2364]-1642-[al:1642]
Referenties naar alinea 1615: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1616
757
796
757
796
De apostel Paulus maakt dit duidelijk wanneer hij zegt: "Mannen, hebt uw vrouw lief, zoals Christus de Kerk heeft liefgehad: Hij heeft zich voor haar overgeleverd om haar te heiligen" (Ef. 5, 25-26)[b:Ef. 5, 25-26], en er meteen aan toevoegt: "'Daarom zal de man vader en moeder verlaten om zich te hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen een vlees zijn'. Dit geheim heeft een diepe zin. Ik voor mij betrek het op Christus en de Kerk" (Ef. 5, 31-32)[b:Ef. 5, 31-32].
Referenties naar alinea 1616: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1617
Youcat ->=geentekst=
Heel het christelijk leven draagt het merkteken van de huwelijksliefde tussen Christus en de Kerk. Reeds het doopsel, intrede in het Volk van God, is een bruidsmysterie: het is als het ware het waterbad voor het huwelijk (Ef. 5, 26-27)[[b:Ef. 5, 26-27]] dat aan het bruiloftsmaal, de Eucharistie, voorafgaat. Het christelijk huwelijk wordt op zijn beurt werkzaam teken, Sacrament, van het verbond tussen Christus en de Kerk. Het huwelijk tussen gedoopten is waarlijk een Sacrament van het Nieuwe Verbond, omdat het de genade ervan aanduidt en meedeelt. vgl: DS 1800[[[734|4]]] vgl: § 2[[[30|1055]]]
Zie ook alinea's: -796-[al:796]
Zie ook alinea's: -796-[al:796]
Referenties naar alinea 1617: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1618
922
1579
2232
922
1579
2232
De maagdelijkheid omwille van het rijk der hemelen
Christus is het centrum van elk christelijk leven. De band met Hem heeft voorrang boven alle andere relaties van familiale of sociale aard. (Lc. 14, 26; Mc. 10, 28-31)[[b:Lc. 14, 26; Mc. 10, 28-31]] Vanaf het ontstaan van de kerk zijn er mannen en vrouwen geweest die afstand hebben gedaan van het grote goed dat het huwelijk is, om het Lam te volgen waar het ook gaat, (Openb. 14, 4)[[b:Openb. 14, 4]] om enkel zorg te hebben voor de zaak van de Heer, hoe zij de Heer kunnen behagen, (1 Kor. 7, 32)[[b:1 Kor. 7, 32]] om de naderende Bruidegom tegemoet te trekken. (Mt. 25, 6)[[b:Mt. 25, 6]] Christus zelf heeft sommigen uitgenodigd Hem in deze levenswijze, waarvan Hij het voorbeeld is, na te volgen:
Christus is het centrum van elk christelijk leven. De band met Hem heeft voorrang boven alle andere relaties van familiale of sociale aard. (Lc. 14, 26; Mc. 10, 28-31)[[b:Lc. 14, 26; Mc. 10, 28-31]] Vanaf het ontstaan van de kerk zijn er mannen en vrouwen geweest die afstand hebben gedaan van het grote goed dat het huwelijk is, om het Lam te volgen waar het ook gaat, (Openb. 14, 4)[[b:Openb. 14, 4]] om enkel zorg te hebben voor de zaak van de Heer, hoe zij de Heer kunnen behagen, (1 Kor. 7, 32)[[b:1 Kor. 7, 32]] om de naderende Bruidegom tegemoet te trekken. (Mt. 25, 6)[[b:Mt. 25, 6]] Christus zelf heeft sommigen uitgenodigd Hem in deze levenswijze, waarvan Hij het voorbeeld is, na te volgen:
Er zijn onhuwbaren die zo uit de moederschoot zijn voortgekomen; en er zijn onhuwbaren die door de mensen zo gemaakt zijn; maar ook zijn er onhuwbaren die zichzelf onhuwbaar hebben gemaakt omwille van het rijk der hemelen. Wie bij machte is dit te begrijpen hij begrijpe het (Mt. 19, 12)[b:Mt. 19, 12].Zie ook alinea's: -2232-[al:2232]-1579-[al:1579]
Referenties naar alinea 1618: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1619
922
922
De maagdelijkheid omwille van het rijk der hemelen is een ontplooiing van de doopgenade, een machtig teken dat de voorrang van de band met Christus en de vurige verwachting van zijn wederkomst uitdrukt, een teken ook dat eraan herinnert dat het huwelijk iets is van dit tijdperk dat voorbijgaat. (Mc. 12, 25; 1 Kor. 7, 31)[[b:Mc. 12, 25; 1 Kor. 7, 31]]
Zie ook alinea's: -922-924-[al:922-924]
Zie ook alinea's: -922-924-[al:922-924]
Referenties naar alinea 1619: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1620
922
2349
922
2349
Zowel het Sacrament van het Huwelijk als de maagdelijkheid omwille van het rijk Gods komen allebei van de Heer zelf. Hij zelf geeft aan deze levensstaten hun zin en schenkt de onontbeerlijke genade om ze volgens zijn wil te beleven. (Mt. 19, 3-12)[[b:Mt. 19, 3-12]] De waardering voor de maagdelijkheid omwille van het rijk der hemelen vgl: Lumen Gentium, 42[[[617|42]]] Perfectae Caritatis, 12[[677|12]] Optatam Totius Ecclesiae, 10[[675|10]] en de christelijke betekenis van het Huwelijk zijn niet te scheiden en begunstigen elkaar wederzijds:
Wie het Huwelijk geringschat, haalt ook de eer van de maagdelijkheid naar beneden; wie daarentegen het Huwelijk prijst verhoogt de bewondering en de schittering die aan de maagdelijkheid toekomen. (...) Datgene wat slechts goed schijnt in vergelijking met een kwaads is per slot van rekening geen groot goed; maar wat beter is dan datgene wat allen als goed erkennen is zeker goed in overtreffende mate. 10,1, vert. uit Gr.[[1155]] vgl: Familiaris Consortio, 16[[[267|16]]]Zie ook alinea's: -2349-[al:2349]
Referenties naar alinea 1620: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De viering van het Huwelijk (1621-1624)
1621
In de Latijnse ritus heeft de viering van het Huwelijk tussen twee katholieke gelovigen gewoonlijk plaats tijdens de heilige Mis, wegens de band van alle sacramenten met het paasmysterie van Christus. vgl: Sacrosanctum Concilium, 61[[[570|61]]] In de Eucharistie komt de gedachtenis van het Nieuwe Verbond tot stand, waarin Christus zich voor altijd heeft verenigd met de kerk, zijn geliefde bruid, voor wie Hij zich heeft overgeleverd. vgl: Lumen Gentium, 6[[[617|6]]] Het is dus passend dat echtgenoten hun instemming om zich door de offerande van hun leven aan elkaar te geven, bezegelen zowel door hun offerande . te verenigen met die van Christus voor zijn kerk -offerande die in het eucharistisch offer tegenwoordig gesteld wordt-, als door de eucharistie te ontvangen. Want door te communiceren aan hetzelfde lichaam en bloed van Christus "vormen zij nog slechts een lichaam in Christus. (1 Kor. 10, 17)[[b:1 Kor. 10, 17]]
Zie ook alinea's: -1323-[al:1323]-1368-[al:1368]
Zie ook alinea's: -1323-[al:1323]-1368-[al:1368]
Referenties naar alinea 1621: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1622
Youcat ->=geentekst=
"Aangezien de liturgische viering van het Huwelijk een sacramentele daad van heiliging is, moet zij (...) uit zichzelf geldig, waardig en vruchtbaar zijn". vert. ontleend aan de Horstink[[267|67]] Het is dus passend dat toekomstige echtgenoten zich door het ontvangen van het Boetesacrament op de viering van hun Huwelijk voorbereiden.
Zie ook alinea's: -1422-[al:1422]
Zie ook alinea's: -1422-[al:1422]
Referenties naar alinea 1622: 2
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1623
Volgens de Latijnse traditie zijn het de echtgenoten die, als bedienaars van de genade van Christus, elkaar het Sacrament van het Huwelijk toedienen door voor de Kerk hun jawoord uit te spreken. In de tradities van de Oosterse Kerken, zijn de priesters (bisschoppen of presbiters) getuigen van het wederzijdse jawoord van bruid en bruidegom vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (817)[[[574|(817)]]], maar voor de geldigheid van het Sacrament is hun zegen ook noodzakelijk. vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (828)[[[574|(828)]]]
Referenties naar alinea 1623: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1624
Youcat ->=geentekst=
In de verschillende liturgische tradities zijn zegening- en epiklesegebeden rijkelijk voorhanden. Zij smeken Gods genade en zegen af over het nieuwe echtpaar, in het bijzonder over de bruid. In de epiklese van dit Sacrament ontvangen de echtgenoten de Heilige Geest als liefdesgemeenschap tussen Christus en de Kerk. (Ef. 5, 32)[[b:Ef. 5, 32]] Hij is het zegel van hun verbond, de altijdstromende bron van hun liefde, de kracht waardoor hun trouw wordt vernieuwd.
Zie ook alinea's: -736-[al:736]
Zie ook alinea's: -736-[al:736]
Referenties naar alinea 1624: 2
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De Huwelijksinstemming (consensus) (1625-1637)
1625
2201
2230
2201
2230
De hoofdpersonen van het huwelijksverbond zijn een gedoopte man en een gedoopte vrouw, vrij om het Huwelijk te sluiten, die in vrijheid hun instemming geven. "Vrij zijn" betekent:
Zie ook alinea's: -1734-[al:1734]
- niet onder dwang handelen;
- niet belet zijn door een wet van de natuur of van de Kerk.
Zie ook alinea's: -1734-[al:1734]
Referenties naar alinea 1625: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1626
De Kerk beschouwt de instemming (consensus) die de echtgenoten uitwisselen als het onontbeerlijk element "waardoor het Huwelijk tot stand komt". § 1[[30|1057]] Zonder instemming is er geen huwelijk.
Zie ook alinea's: -2201-[al:2201]
Zie ook alinea's: -2201-[al:2201]
Referenties naar alinea 1626: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1627
De instemming bestaat uit een "menselijke daad waardoor de echtgenoten zich wederzijds geven en ontvangen": § 1 vgl. vert. Getijdenboek Lect. I,1,130 e.v.[[575|48]] vgl: § 2, vert. uit Lat.[[[30|1057]]] "Ik aanvaard je als mijn vrouw. Ik aanvaard je als mijn man". 62, vert. Het huwelijk (NL) blz 2; Orde van Dienst voor de Liturgie van het Huwelijk (B), 46-47[[4204]] Deze instemming die beide echtgenoten met elkaar verbindt, komt tot voltooiing doordat beiden "één vlees worden". (Gen. 2, 24; Mc. 10, 8; Ef. 5, 31)[[b:Gen. 2, 24; Mc. 10, 8; Ef. 5, 31]]
Zie ook alinea's: -1735-[al:1735]
Zie ook alinea's: -1735-[al:1735]
Referenties naar alinea 1627: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1628
De instemming moet een daad van de wil van elk van beide partijen zijn, vrij van dwang of ernstige vrees van buitenaf.vgl: Codex Iuris Canonici, 1103[[[30|1103]]] Door geen enkele menselijke macht kan deze instemming vervangen worden. vgl: § 1[[[30|1057]]] Als deze vrijheid ontbreekt, is het huwelijk ongeldig.
Referenties naar alinea 1628: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1629
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Om deze reden (of om andere redenen die het huwelijk nietig maken vgl: Codex Iuris Canonici, 1095-1107[[[30|1095-1107]]]) kan de Kerk nadat de situatie door een bevoegde kerkelijke rechtbank onderzocht is "het huwelijk nietig verklaren" dit wil zeggen: vaststellen dat het huwelijk nooit heeft bestaan. In deze gevallen zijn beide partijen vrij om te huwen al moeten ze zich houden aan natuurlijke verplichtingen die voortvloeien uit een eventuele voorafgaande verbintenis. vgl: §§1.3[[[30|1071]]]
Referenties naar alinea 1629: 3
Opnieuw bevestigen dat het gesloten en voltrokken huwelijk nooit kan worden ontbonden, zelfs niet door de macht van de Paus ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1630
De priester (of de diaken) die bij de huwelijkssluiting assisteert, aanvaardt de instemming van de echtgenoten in naam van de Kerk en spreekt er de zegen van de Kerk over uit. De aanwezigheid van de kerkelijke bedienaar (en ook van de getuigen) drukt op zichtbare wijze uit dat het Huwelijk een kerkelijke dimensie heeft.
Referenties naar alinea 1630: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1631
1537
2390
1537
2390
Daarom vraagt de kerk in de regel aan de gelovigen de kerkelijke vorm van de huwelijkssluiting te eerbiedigen. vgl: DS 1813-1816[[[735|1-3]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 1108[[[30|1108]]] Er zijn verschillende redenen voor deze bepaling:
Zie ook alinea's: -1069-[al:1069]-1537-[al:1537]-2365-[al:2365]
- het sacramentele Huwelijk is een liturgische handeling. Het is daarom passend het in de openbare liturgie van de Kerk te vieren;
- door het Huwelijk wordt men ingevoegd in een kerkelijke ordo, waardoor binnen de Kerk tussen de gehuwden onderling en tegenover de kinderen rechten en plichten ontstaan;
- aangezien het Huwelijk een levensstaat in de Kerk is, moet er zekerheid bestaan over het Huwelijk (vandaar de verplichting getuigen te hebben);
- het publieke karakter van de instemming beschermt het eenmaal gegeven jawoord en is een hulp om er trouw aan te blijven.
Zie ook alinea's: -1069-[al:1069]-1537-[al:1537]-2365-[al:2365]
Referenties naar alinea 1631: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1632
2350
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
2350
Opdat het jawoord van de echtgenoten een vrije en verantwoordelijke daad is, en het huwelijksverbond, zowel vanuit menselijk als vanuit christelijk oogpunt, een stevige en duurzame grondslag heeft, is een voorbereiding op het huwelijk van allerhoogst belang:
Het voorbeeld en het onderricht van de ouders en de familie blijven de bevoorrechte weg voor deze voorbereiding. De zielzorgers en de christelijke gemeenschap spelen als "huisgenoten van God" een onontbeerlijke rol in de overdracht van de menselijke en christelijke waarden van het huwelijk en het gezin. vgl: Codex Iuris Canonici, 1063[[[30|1063]]] Vooral in onze tijd is dit belangrijks gezien het feit dat vele jongeren komen uit gebroken gezinnen die niet meer voldoende borg kunnen staan voor deze initiatie:Zie ook alinea's: -2206-[al:2206]-2350-[al:2350]
Jongeren moeten op aangepaste wijze en tijdig worden voorgelicht - bij voorkeur in de schoot van het gezin zelf - over de waardigheid van de huwelijksliefdes de functie en uitoefening ervan opdat zij gevormd tot een kuis leven na een eerbare verloving te gepaster tijd kunnen trouwen. § 3. vert. uit Lat.[[575|49]]
Referenties naar alinea 1632: 2
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1633
Youcat ->=geentekst=
De gemengde huwelijken en het verschil in eredienst
In vele landen komen gemengde huwelijken (tussen een katholiek en een gedoopte niet-katholiek) vrij vaak voor. Zij vragen bijzondere aandacht van de echtgenoten en zielzorgers; de huwelijken waar sprake is van een verschil in eredienst (tussen een katholiek en een niet-gedoopte) verlangen een nog grotere omzichtigheid.
Referenties naar alinea 1633: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1634
Youcat ->=geentekst=
Het verschil in confessie tussen de echtgenoten is geen onoverkomelijke hindernis voor het huwelijks mits beiden met elkaar weten te delen wat elk in zijn eigen gemeenschap heeft ontvangen en zij van elkaar leren hoe zij hun trouw aan Christus beleven. Men moet echter de moeilijkheden bij gemengde huwelijken niet onderschatten. Die komen voort uit het feit dat de verdeeldheid onder de christenen nog niet overwonnen is. De echtgenoten lopen het gevaar de weerslag van het drama van de verdeeldheid onder de christenen in hun eigen gezin te ondervinden. Het verschil in eredienst kan de moeilijkheden nog vergroten. Verschil van mening over het geloof, verschil in opvattingen over het huwelijk zelf, maar ook het verschil in godsdienstige mentaliteit kunnen in het huwelijk een bron van spanningen zijn voornamelijk bij de opvoeding van kinderen. Men kan dan verleid worden tot godsdienstige onverschilligheid.Zie ook alinea's: -817-[al:817]
Referenties naar alinea 1634: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1635
Youcat ->=geentekst=
Voor een geoorloofd gemengd huwelijk is volgens het recht dat in de Latijnse Kerk van kracht is de uitdrukkelijke toestemming van het kerkelijk gezag nodig. vgl: Codex Iuris Canonici, 1124[[[30|1124]]] In geval van verschil in eredienst is voor de geldigheid van het huwelijk een uitdrukkelijke dispensatie in het beletsel vereist. vgl: Codex Iuris Canonici, 1086[[[30|1086]]] Deze toestemming of dispensatie veronderstelt dat beide partijen de doeleinden en wezenlijke eigenschappen van het huwelijk kennen en niet uitsluiten; en ook dat de katholieke partij instemt met de verplichting - waarvan de niet-katholieke partij op de hoogte is gebracht - om het eigen geloof te bewaren en het doopsel en de opvoeding van de kinderen binnen de katholieke Kerk te waarborgen. vgl: Codex Iuris Canonici, 1125[[[30|1125]]]
Referenties naar alinea 1635: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1636
Youcat ->=geentekst=
Dank zij de oecumenische dialoog hebben in vele streken de betreffende christelijke gemeenschappen een gemeenschappelijke pastorale benadering voor gemengde huwelijken opgezet. Ze heeft tot taak voor deze echtparen een hulp te zijn om hun bijzondere situatie in het licht van het geloof te beleven. Ze moet hen ook helpen de spanningen te overwinnen die kunnen ontstaan vanwege de verplichtingen die de echtgenoten tegenover elkaar en tegenover hun kerkelijke gemeenschappen hebben. Ze moet de ontplooiing van wat de echtgenoten in het geloof gemeenschappelijk hebben en het respect voor wat hen van elkaar scheidt aanmoedigen.Zie ook alinea's: -821-[al:821]
Referenties naar alinea 1636: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1637
Youcat ->=geentekst=
Bij huwelijken met verschil in eredienst heeft de katholieke partij een bijzondere taak; want "met de vrouw is de niet-gelovige man geheiligd en met de man de niet-gelovige vrouw" (1 Kor. 7, 14)[b:1 Kor. 7, 14]. Het is een grote vreugde voor de christelijke partij en voor de kerk wanneer deze "heiliging" leidt tot een vrijwillige bekering van de andere partij tot het christelijk geloof. (1 Kor. 7, 16)[[b:1 Kor. 7, 16]] Oprechte huwelijksliefde, de nederige en geduldige beleving van de familiale deugden en het volhardend gebed kunnen de niet-gelovige partner erop voorbereiden de genade van de bekering te ontvangen.
Referenties naar alinea 1637: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - De vruchten van het Sacrament van het Huwelijk (1638-1642)
1638
"Uit een geldig Huwelijk ontstaat tussen de echtgenoten een band, die van nature blijvend en exclusief is; bovendien worden in een christelijk huwelijk de echtgenoten door een bijzonder Sacrament voor de plichten en de waardigheid van hun staat gesterkt en als het ware gewijd". Codex Iuris Canonici, 1134[[30|1134]]
Referenties naar alinea 1638: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1639
De huwelijksband
Het jawoord waardoor beide echtgenoten zich wederzijds geven en ontvangen, wordt door God zelf bezegeld. (Mc. 10, 9)[[b:Mc. 10, 9]] Uit hun verbond "ontstaat een instelling die naar Gods ordening blijvend is, ook ten overstaan van de maatschappij". § 1, vert. uit Lat.[[575|48]] Het verbond van de echtgenoten voegt zich in het verbond van God met de mensen: "De echte huwelijksliefde wordt opgenomen in de goddelijke liefde". § 2, vert. Getijdenboek Lect. I,1,131[[575|48]]
Het jawoord waardoor beide echtgenoten zich wederzijds geven en ontvangen, wordt door God zelf bezegeld. (Mc. 10, 9)[[b:Mc. 10, 9]] Uit hun verbond "ontstaat een instelling die naar Gods ordening blijvend is, ook ten overstaan van de maatschappij". § 1, vert. uit Lat.[[575|48]] Het verbond van de echtgenoten voegt zich in het verbond van God met de mensen: "De echte huwelijksliefde wordt opgenomen in de goddelijke liefde". § 2, vert. Getijdenboek Lect. I,1,131[[575|48]]
Referenties naar alinea 1639: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1640
2365
2381
2386
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Opnieuw bevestigen dat het gesloten en voltrokken huwelijk nooit kan worden ontbonden, zelfs niet door de macht van de Paus ->=geentekst=
2365
2381
2386
De huwelijksband wordt dus door God zelf tot stand gebracht, zodat het Huwelijk dat tussen gedoopten aangegaan en voltrokken is, nooit ontbonden kan worden. Deze band is het resultaat van een vrije menselijke daad van de echtgenoten en van de voltrekking van het Huwelijk. Hij is een realiteit die voortaan onherroepelijk is en die de oorsprong is van een verbond waarvoor de trouw van God borg staat. De Kerk is niet bij machte zich tegen deze beschikking van de goddelijke wijsheid uit te spreken. Codex Iuris Canonici, 1141[[30|1141]]
Zie ook alinea's: -2365-[al:2365]
Zie ook alinea's: -2365-[al:2365]
Referenties naar alinea 1640: 4
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Opnieuw bevestigen dat het gesloten en voltrokken huwelijk nooit kan worden ontbonden, zelfs niet door de macht van de Paus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1641
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De genade van het Sacrament van het Huwelijk
"In hun levensstaat en orde hebben (de christelijke echtgenoten) binnen het Volk van God hun eigen gave". vert.uit Lat.[[617|11]] De genade die eigen is aan het sacrament van het Huwelijk is bestemd om de liefde van de echtgenoten te vervolmaken en hun onverbrekelijke eenheid te versterken. Door deze genade "helpen zij elkaar tot heiliging in het echtelijk leven en in het aanvaarden en opvoeden van hun kinderen." Lumen Gentium, 11[[617|11]] vgl: vert. uit Lat.[[[617|41]]]
"In hun levensstaat en orde hebben (de christelijke echtgenoten) binnen het Volk van God hun eigen gave". vert.uit Lat.[[617|11]] De genade die eigen is aan het sacrament van het Huwelijk is bestemd om de liefde van de echtgenoten te vervolmaken en hun onverbrekelijke eenheid te versterken. Door deze genade "helpen zij elkaar tot heiliging in het echtelijk leven en in het aanvaarden en opvoeden van hun kinderen." Lumen Gentium, 11[[617|11]] vgl: vert. uit Lat.[[[617|41]]]
Referenties naar alinea 1641: 2
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1642
1615
Amoris Laetitia ->=geentekst=
1615
Christus is de bron van deze genade. "Zoals God eertijds zijn volk tegemoet is gegaan in een verbond van liefde en trouw, zo komt nu de Verlosser van de mensen en de Bruidegom van de kerk de christelijke echtgenoten tegemoet in het Sacrament van het Huwelijk". § 2, vert Getijdenboek Lect. I,1,131[[575|48]] Hij blijft hun nabij, geeft hun de kracht Hem te volgen door hun kruis op te nemen, weer op te staan wanneer zij struikelen, elkaar te vergeven, elkaars lasten te dragen, (Gal. 6, 2)[[b:Gal. 6, 2]] "elkaar onderdanig te zijn uit ontzag voor Christus" (Ef. 5, 21)[b:Ef. 5, 21] en elkaar te beminnen met een bovennatuurlijke, fijngevoelige en vruchtbare liefde. In de vreugde van hun liefde en gezinsleven geeft Hij hun reeds hier op aarde een voorsmaak van het bruiloftsmaal van het Lam:
Waar zal ik de kracht vinden om het geluk van het huwelijk te beschrijven dat door de Kerk gesloten wordt dat door het (eucharistisch) offer bevestigd en door de zegen bezegeld wordt dat de engelen aankondigen en de Vader bekrachtigt ? (...) Welk een mooi paar vormen die twee gelovigen, die één hoop, één wens, eenzelfde levenswijze hebben, die dezelfde Heer dienen. Zij zijn beiden kinderen van dezelfde vaders zij zijn beiden dienaars van dezelfde Heer; noch naar de geest noch naar het vlees is er ook maar de minste verdeeldheid, zij zijn in de volle zin van het woord twee in één vlees. Maar waar één vlees is daar is ook één geest. 2,9, vert. Vgl. Chr. Mohrman[[1937]] vgl: Familiaris Consortio, 13[[[267|13]]]Zie ook alinea's: -1615-[al:1615]-796-[al:796]
Referenties naar alinea 1642: 2
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V. - Het goed en de eisen van de huwelijksliefde (1643-1654)
1643
2361
2361
"Het totale karakter van de echtelijke liefde omvat alle componenten van de persoon: appèl van het lichaam en van het instinct, kracht van het gevoel en van de affectiviteit, aspiratie van de geest en van de wil. Deze liefde streeft naar een diep persoonlijke eenheid die, boven de vereniging in een vlees uit, een van hart en ziel maakt; zij vereist de onontbindbaarheid en de trouw aan de wederzijdse definitieve overgave en stelt zich open voor de vruchtbaarheid. Kortom, het gaat om de normale kenmerken van iedere natuurlijke huwelijksliefde, maar met een nieuwe zin; kenmerken die de christelijke huwelijksliefde niet alleen zuivert en bevestigt, maar zodanig verheft dat ze uitdrukking worden van echt christelijke waarden". vert. ontleend aan De Horstink[[267|13]]
Zie ook alinea's: -2361-[al:2361]
Zie ook alinea's: -2361-[al:2361]
Referenties naar alinea 1643: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1644
Youcat ->=geentekst=
De eenheid en onontbindbaarheid van het huwelijk
Krachtens haar aard zelf eist de liefde van de echtgenoten eenheid en onontbindbaarheid van hun personengemeenschap, die alle terreinen van hun leven omvat: "Zij zijn dus niet langer twee, een vlees als zij geworden zijn" (Mt. 19, 6)[b:Mt. 19, 6]. (Gen. 2, 24)[[b:Gen. 2, 24]] "Zij zijn geroepen om voortdurend te groeien in eenheid door de trouw waarmee zij zich dagelijks houden aan hun huwelijksbelofte zich totaal aan elkaar te geven". vert. uit Lat.[[267|19]] Deze menselijke gemeenschap wordt bevestigd, gelouterd en voltooid door de gemeenschap in Jezus Christus, die geschonken wordt door het Sacrament van het Huwelijk. Ze wordt verdiept door een gemeenschappelijk geloofsleven en een gezamenlijk ontvangen van de Eucharistie.
Krachtens haar aard zelf eist de liefde van de echtgenoten eenheid en onontbindbaarheid van hun personengemeenschap, die alle terreinen van hun leven omvat: "Zij zijn dus niet langer twee, een vlees als zij geworden zijn" (Mt. 19, 6)[b:Mt. 19, 6]. (Gen. 2, 24)[[b:Gen. 2, 24]] "Zij zijn geroepen om voortdurend te groeien in eenheid door de trouw waarmee zij zich dagelijks houden aan hun huwelijksbelofte zich totaal aan elkaar te geven". vert. uit Lat.[[267|19]] Deze menselijke gemeenschap wordt bevestigd, gelouterd en voltooid door de gemeenschap in Jezus Christus, die geschonken wordt door het Sacrament van het Huwelijk. Ze wordt verdiept door een gemeenschappelijk geloofsleven en een gezamenlijk ontvangen van de Eucharistie.
Referenties naar alinea 1644: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1645
Youcat ->=geentekst=
Dignitas Infinita ->=geentekst=
"De gelijke persoonswaarde van vrouw en man, die haar uitdrukking behoort te vinden in een wederzijdse onvoorwaardelijke liefde, is een duidelijk teken van de door God gewilde eenheid van het huwelijk". § 2, vert. uit Lat.[[575|49]] Polygamie is tegengesteld aan deze gelijkwaardigheid en aan de huwelijksliefde die uniek en exclusief is. Familiaris Consortio, 19[[267|19]]
Zie ook alinea's: -369-[al:369]
Zie ook alinea's: -369-[al:369]
Referenties naar alinea 1645: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Dignitas Infinita ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1646
2364
Youcat ->=geentekst=
Geboden 11 / A - Geen echtbreuk plegen ->=geentekst=
2364
De trouw in de huwelijksliefde
Krachtens haar aard zelf eist de huwelijksliefde van de echtgenoten een onschendbare trouw. Dit volgt uit het feit dat de echtgenoten zich wederzijds aan elkaar geven. Liefde wil definitief zijn. Ze kan niet "tot nader order" zijn. "Juist als wederzijdse overgave van twee personen verplichten deze intieme vereniging, alsook het welzijn van de kinderen, de echtgenoten tot algehele trouw; zij eisen hun onverbrekelijke eenheid". § 1, vert. Getijdenboek Lect. I,1,131[[575|48]]
Zie ook alinea's: -2364-2365-[al:2364-2365]
Krachtens haar aard zelf eist de huwelijksliefde van de echtgenoten een onschendbare trouw. Dit volgt uit het feit dat de echtgenoten zich wederzijds aan elkaar geven. Liefde wil definitief zijn. Ze kan niet "tot nader order" zijn. "Juist als wederzijdse overgave van twee personen verplichten deze intieme vereniging, alsook het welzijn van de kinderen, de echtgenoten tot algehele trouw; zij eisen hun onverbrekelijke eenheid". § 1, vert. Getijdenboek Lect. I,1,131[[575|48]]
Zie ook alinea's: -2364-2365-[al:2364-2365]
Referenties naar alinea 1646: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Geboden 11 / A - Geen echtbreuk plegen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1647
2364
Youcat ->=geentekst=
2364
Het diepste motief vindt men in de trouw van God aan zijn verbond, van Christus aan zijn kerk. Het Sacrament van het Huwelijk maakt de echtgenoten bekwaam deze trouw tegenwoordig te stellen en ervan te getuigen. Door het Sacrament ontvangt de onontbindbaarheid van het huwelijk een nieuwe en diepere zin.
Referenties naar alinea 1647: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1648
2364
Youcat ->=geentekst=
2364
Het kan moeilijk of zelfs onmogelijk lijken zich voor het leven aan een mens te binden. Daarom is het ook zo belangrijk de blijde boodschap te verkondigen dat God ons bemint met een definitieve en onherroepelijke liefde, dat de echtgenoten aan deze liefde deelhebben dat zij erdoor gedragen en gesteund worden, en dat zij door hun trouw getuigen mogen zijn van Gods trouwe liefde. Echtgenoten die met de genade van God vaak in moeilijke omstandigheden dit getuigenis afleggen, verdienen de dankbaarheid en de steun van de kerkelijke gemeenschap. vgl: Familiaris Consortio, 20[[[267|20]]]
Referenties naar alinea 1648: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1649
2383
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2383
Er bestaan echter situaties waarin het echtelijk samenleven om uiteenlopende redenen praktisch onmogelijk wordt. In zulke gevallen staat de Kerk een fysieke scheiding van de echtgenoten en beëindiging van het echtelijk samenleven toe. Voor God blijven ze echter elkaars man en vrouw; het staat hun niet vrij om een nieuwe verbintenis aan te gaan. Indien mogelijk is in deze moeilijke situatie verzoening de beste oplossing. De christelijke gemeenschap wordt ertoe geroepen deze personen te helpen hun situatie op christelijke wijze te beleven in trouw aan hun huwelijksband die onontbindbaar blijft. vgl: Familiaris Consortio, 83[[[267|83]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 1151-1155[[[30|1151-1155]]]Zie ook alinea's: -2383-[al:2383]
Referenties naar alinea 1649: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1650
2384
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Ecclesiae de mysterio ->=geentekst=
Opnieuw bevestigen dat het gesloten en voltrokken huwelijk nooit kan worden ontbonden, zelfs niet door de macht van de Paus ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Betreffende het toelaten tot de Communie van gelovigen die gescheiden zijn en hertrouwd ->=geentekst=
2384
In vele landen komt het tegenwoordig vaak voor dat katholieken hun toevlucht nemen tot burgerlijke echtscheiding en een nieuwe burgerlijke verbintenis aangaan. Uit trouw aan het woord van Jezus Christus ("Wie zijn vrouw wegzendt en een andere huwt maakt zich tegenover haar schuldig aan echtbreuk. En wanneer zij haar man wegzendt en een andere huwt begaat zij echtbreuk": (Mc. 10, 11-12)[b:Mc. 10, 11-12]) houdt de Kerk eraan vast dat zij een nieuwe verbintenis niet als geldig kan erkennen indien de eerste verbintenis het ook was. Indien de gescheiden echtgenoten burgerlijk hertrouwd zijn bevinden zij zich in een situatie die objectief ingaat tegen de Wet van God. Daarom kunnen zij zolang deze situatie duurt de eucharistische Communie niet ontvangen. Om dezelfde reden kunnen zij bepaalde kerkelijke functies niet waarnemen. De verzoening door het Boetesacrament kan enkel verleend worden aan hen die er spijt over hebben het teken van het verbond en de trouw aan Christus geschonden te hebben en zich voornemen in volledige onthouding te leven.Zie ook alinea's: -2384-[al:2384]
Referenties naar alinea 1650: 7
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Ecclesiae de mysterio ->=geentekst=
Opnieuw bevestigen dat het gesloten en voltrokken huwelijk nooit kan worden ontbonden, zelfs niet door de macht van de Paus ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Betreffende het toelaten tot de Communie van gelovigen die gescheiden zijn en hertrouwd ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1651
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De priesters en heel de gemeenschap moeten jegens Christenen die in een dergelijke situatie leven, en die vaak het geloof behouden hebben en hun kinderen christelijk willen opvoeden blijk geven van zorg en aandacht opdat zij niet gaan denken dat zij buiten de Kerk staan. Als gedoopten kunnen en moeten zij immers deelnemen aan het kerkelijk leven:Men zal hen uitnodigen naar het woord van God te luisteren, het misoffer bij te wonen, te volharden in het gebed, hun bijdrage te leveren aan caritatieve werken en aan initiatieven van de gemeenschap voor een rechtvaardige samenleving, de kinderen op te voeden in het geloof, zich toe te leggen op de geest en de werken van boetvaardigheid, om dag in dag uit de genade van de Heer af te smeken. vert. uit Lat.[[267|84]]
Referenties naar alinea 1651: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1652
372
2366
Youcat ->=geentekst=
372
2366
Openstaan voor de vruchtbaarheid
"Krachtens hun aard zelf zijn de instelling van het huwelijk en de huwelijksliefde geordend op voortplanting en opvoeding, en zij vinden daarin als het ware hun bekroning": § 1, vert uit Lat.[[575|48]]
"Krachtens hun aard zelf zijn de instelling van het huwelijk en de huwelijksliefde geordend op voortplanting en opvoeding, en zij vinden daarin als het ware hun bekroning": § 1, vert uit Lat.[[575|48]]
De kinderen zijn het mooiste geschenk van het huwelijk en zij dragen in hoge mate bij tot het welzijn van de ouders zelf. Gods die gezegd heeft: "Het is niet goed voor de mens dat hij alleen blijft" (Gen. 2, 18)[b:Gen. 2, 18] en die "in het begin de mens als man en vrouw geschapen heeft" (Mt. 19, 4)[b:Mt. 19, 4], wilde de mens op een bijzondere wijze laten deelnemen aan zijn eigen scheppingswerk en heeft daarom man en vrouw gezegend met de woorden: "Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt u" (Gen. 1, 28)[b:Gen. 1, 28]. Daarom is de echte cultuur van de huwelijksliefde evenals het hele patroon van het gezinsleven dat daaruit groeit, zonder af te doen aan de overige doeleinden van het huwelijk, erop gericht dat echtgenoten van harte bereid zijn mee te werken met de liefde van de Schepper en Verlosser, die door hen voortdurend zijn gezin uitbreidt en verrijkt. § 1, vert. uit Lat.[[575|50]]Zie ook alinea's: -2366-2379-[al:2366-2379]-372-[al:372]
Referenties naar alinea 1652: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1653
2221
2366
Youcat ->=geentekst=
2221
2366
De vruchtbaarheid van de huwelijksliefde strekt zich ook uit tot de vruchten van het zedelijk, geestelijk en bovennatuurlijk leven, dat de ouders door de opvoeding aan hun kinderen overdragen. De ouders zijn de eerste en voornaamste opvoeders van hun kinderen. vgl: Gravissimum Educationis, 3[[[647|3]]] In deze zin is de dienstbaarheid aan het leven de meest wezenlijke taak van het Huwelijk en het gezin. vgl: Familiaris Consortio, 28[[[267|28]]]
Zie ook alinea's: -2221-[al:2221]
Zie ook alinea's: -2221-[al:2221]
Referenties naar alinea 1653: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1654
2374
Amoris Laetitia ->=geentekst=
2374
De echtgenoten aan wie God niet gegeven heeft kinderen te hebben, kunnen menselijk en christelijk gesproken toch een zinvol huwelijksleven leiden. Hun huwelijk kan een vruchtbaarheid uitstralen, die zich uit in de liefdadigheid, gastvrijheid en opoffering.
Referenties naar alinea 1654: 2
Youcat ->=geentekst=Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VI. - De huiskerk (1655-1658)
1655
759
De pastorale uitdagingen met betrekking tot het gezin in het kader van de evangelisatie ->=geentekst=
759
Christus wilde geboren worden en opgroeien in het heilig huisgezin van Jozef en Maria. De Kerk is niets anders dan "het huisgezin van God". Vanaf het begin bestond de kern van de kerk vaak uit hen die "met heel hun huis" het geloof aangenomen hadden. (Hand. 18, 8)[[b:Hand. 18, 8]] Wanneer zij zich bekeerden, verlangden zij ook dat "heel hun huis" gered zou worden. (Hand. 16, 31; Hand. 11, 14)[[b:Hand. 16, 31; Hand. 11, 14]] Tot het geloof gekomen, waren deze gezinnen eilandjes van christelijk leven in een wereld van ongeloof.
Zie ook alinea's: -759-[al:759]
Zie ook alinea's: -759-[al:759]
Referenties naar alinea 1655: 2
Youcat ->=geentekst=De pastorale uitdagingen met betrekking tot het gezin in het kader van de evangelisatie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1656
2225
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2225
Heden ten dage zijn gelovige gezinnen, als haarden van levend en stralend geloof in een wereld die vaak vreemd of zelfs vijandig staat tegenover het geloof, van het allerhoogste belang. Daarom noemt het Tweede Vaticaans Concilie het gezin volgens een oude uitdrukking ecclesia domestica (huiskerk). Lumen Gentium, 11[[617|11]] vgl: vert. uit Lat.[[[267|21]]] In het gezin zijn "de ouders door woord en voorbeeld voor hun kinderen de eerste geloofsverkondigers en zij dienen de eigen roeping van elk onder hen, heel bijzonder wanneer het om een gewijde roeping gaat, met zorg te bevorderen". vert. uit Lat.[[617|11]]
Zie ook alinea's: -2204-[al:2204]
Zie ook alinea's: -2204-[al:2204]
Referenties naar alinea 1656: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1657
2685
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
2685
Dit is de bevoorrechte plaats waar het in de doop verleende priesterschap van de huisvader, de moeder, de kinderen en van alle leden van het gezin, uitgeoefend kan worden "in het ontvangen van de Sacramenten, in het gebed en de dankzegging, in het getuigenis van een heilig leven, in de onthechting en de daadwerkelijke liefde." vert. uit Lat.[[617|10]] De huiselijke haard is bijgevolg de eerste school voor het christelijk leven en "een school voor een rijkere menselijkheid". § 1, vert. uit Lat.[[575|52]] Hier leert men de volharding en de vreugde in het werk, de broederliefde, de edelmoedige, zelfs herhaalde vergeving en vooral de goddelijke eredienst door het gebed en de opoffering van zijn leven.
Zie ook alinea's: -1268-[al:1268]-2214-2231-[al:2214-2231]-2685-[al:2685]
Zie ook alinea's: -1268-[al:1268]-2214-2231-[al:2214-2231]-2685-[al:2685]
Referenties naar alinea 1657: 6
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1658
2231
2231
We moeten nog melding maken van sommige personen die wegens feitelijke - vaak ongewilde - levensomstandigheden Jezus bijzonder na aan het hart liggen en daarom de genegenheid en de toegewijde aandacht van de Kerk en vooral van de zielzorgers verdienen: het grote aantal ongehuwden. Velen onder hen hebben geen menselijk huisgezin, vaak vanwege armoede. Sommigen beleven hun situatie in de geest van de zaligsprekingen en dienen God en hun naaste op voorbeeldige wijze. Voor hen allen moeten de deuren van de gezinnen, de "huiskerken", geopend worden, evenals de deuren van het grote gezin dat de Kerk is. "Niemand is zonder gezin in deze wereld: de Kerk is tehuis en gezin voor allen, vooral voor hen die 'vermoeid en belast' (Mt. 11, 28)[b:Mt. 11, 28] zijn". vert. uit Lat.[[267|85]]
Zie ook alinea's: -2231-[al:2231]-2233-[al:2233]
Zie ook alinea's: -2231-[al:2231]-2233-[al:2233]
Referenties naar alinea 1658: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1659-1666)
1659
De heilige Paulus zegt.. "Mannen' hebt uw vrouw lief, zoals Christus de Kerk heeft liefgehad. (...) Dit geheim heeft een diepe zin. Ik voor mij betrek het op Christus en de Kerk" (Ef. 5, 25.32)[b:Ef. 5, 25.32].
Referenties naar alinea 1659: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1660
Aandachtspunten aangaande de canoniek-pastorale aspecten in het voorbereidingsdocument voor de 3e Buitengewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Het huwelijksverbond, waardoor man en vrouw met elkaar een innige gemeenschap van leven en liefde vormen, werd door de Schepper gesticht en van eigen wetten voorzien. Het is van nature gericht op het welzijn van de echtgenoten en op het voortbrengen en opvoeden van kinderen. Het is door Christus onze Heer tussen gedoopten tot de waardigheid van Sacrament verheven. vgl: § 1[[[575|48]]] vgl: § 1[[[30|1055]]]
Referenties naar alinea 1660: 2
De pastorale uitdagingen met betrekking tot het gezin in het kader van de evangelisatie ->=geentekst=Aandachtspunten aangaande de canoniek-pastorale aspecten in het voorbereidingsdocument voor de 3e Buitengewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1661
Het Sacrament van het Huwelijk duidt de vereniging van Christus met de Kerk aan. Het geeft aan de echtgenoten de genade elkaar te beminnen met de liefde waarmee Christus zijn Kerk bemint; de genade van het Sacrament vervolmaakt aldus de menselijke liefde van de echtgenoten, versterkt hun onverbrekelijke eenheid en heiligt hen op de weg naar het eeuwig leven. vgl: DS 1799[[[734|3]]]
Referenties naar alinea 1661: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1662
Het Huwelijk is gegrondvest op het instemming van beide partijen, dit wil zeggen op de wil zich wederzijds en definitief aan elkaar te schenken met de bedoeling een trouw en vruchtbaar liefdesverbond te leven.
Referenties naar alinea 1662: 1
Aandachtspunten aangaande de canoniek-pastorale aspecten in het voorbereidingsdocument voor de 3e Buitengewone Bisschoppensynode ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1663
Aangezien het Huwelijk de echtgenoten in een openbare levensstaat binnen de Kerk stelt, is het passend dat het ook openbaar gevierd wordt, in het kader van een liturgische plechtigheid, ten overstaan van een priester (of de bevoegde getuige van de Kerk), de getuigen en de vergadering van de gelovigen.
Referenties naar alinea 1663: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1664
De eenheid, de onontbindbaarheid en de openheid voor de vruchtbaarheid zijn wezenlijke elementen van het Huwelijk. Polygamie is onverenigbaar met de eenheid van het Huwelijk; echtscheiding verbreekt wat God verenigd heeft; weigering van de vruchtbaarheid houdt het huwelijksleven af van zijn "mooiste gave", het kind. § 1, vert. uit Lat.[[575|50]]
Referenties naar alinea 1664: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1665
Het hertrouwen van gescheiden mensen, terwijl de wettige echtgenoot nog leeft, gaat in tegen het plan en de Wet van God, die Christus ons geleerd heeft. Deze mensen staan niet buiten de Kerk, maar kunnen niet naderen tot de eucharistische Communie. Zij zullen een christelijk leven leiden, met name door hun kinderen in het geloof op te voeden.
Referenties naar alinea 1665: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1666
Het christelijk gezin is de plaats waar de kinderen het eerste geloofsonderricht ontvangen. Daarom ook wordt het huisgezin terecht "huiskerk" genoemd, een gemeenschap van genade en gebed, een school voor de menselijke deugden en de christelijke liefde.
Referenties naar alinea 1666: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Vierde hoofdstuk - De andere liturgische vieringen (1667-1690)
- Artikel 1 - De sacramentalia (1667-1679)
1667
Er bestaan geen niet-liturgische zegeningen ->=geentekst=
"Onze heilige moeder de Kerk heeft sacramentalia ingesteld. Dit zijn heilige tekenen, waardoor, enigszins in navolging van de Sacramenten, vooral vruchten van geestelijke aard aangeduid en uit kracht van het smeekgebed van de Kerk verkregen worden. Door deze sacramentalia worden de mensen in de juiste gesteltenis gebracht om de eigenlijke vrucht van de Sacramenten te ontvangen en worden allerlei levensomstandigheden geheiligd". Sacrosanctum Concilium, 60[[570|60]] vgl: Codex Iuris Canonici, 1166[[[30|1166]]] vgl: vert. uit Lat.[[[574|(867)]]]
Referenties naar alinea 1667: 2
Youcat ->=geentekst=Er bestaan geen niet-liturgische zegeningen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1668
699
2157
699
2157
De kenmerken van de sacramentalia
Zij zijn door de kerk ingesteld om bepaalde kerkelijke ambten, levensstaten, allerlei omstandigheden van het christelijk leven te heiligen, evenals het gebruik van voorwerpen die van nut zijn voor de mens. Zij kunnen ook, naar de pastorale besluiten van de bisschoppen, beantwoorden aan de noden, de cultuur en de geschiedenis die eigen zijn aan het christenvolk van een bepaalde streek of tijd. Zij bevatten steeds een gebed, vaak vergezeld van en welomschreven teken, zoals de handoplegging, het kruisteken, de besprenkeling met wijwater (ter herinnering aan het Doopsel).
Zie ook alinea's: -699-[al:699]-2157-[al:2157]
Zij zijn door de kerk ingesteld om bepaalde kerkelijke ambten, levensstaten, allerlei omstandigheden van het christelijk leven te heiligen, evenals het gebruik van voorwerpen die van nut zijn voor de mens. Zij kunnen ook, naar de pastorale besluiten van de bisschoppen, beantwoorden aan de noden, de cultuur en de geschiedenis die eigen zijn aan het christenvolk van een bepaalde streek of tijd. Zij bevatten steeds een gebed, vaak vergezeld van en welomschreven teken, zoals de handoplegging, het kruisteken, de besprenkeling met wijwater (ter herinnering aan het Doopsel).
Zie ook alinea's: -699-[al:699]-2157-[al:2157]
Referenties naar alinea 1668: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1669
Zij vallen onder het priesterschap zoals dit door het Doopsel verleend wordt: elke gedoopte wordt geroepen een "zegen" (Gen. 12, 2)[[b:Gen. 12, 2]] te zijn en te zegenen. (Lc. 6, 28; Rom. 12, 14; 1 Pt. 3, 9)[[b:Lc. 6, 28; Rom. 12, 14; 1 Pt. 3, 9]] Daarom kunnen leken bepaalde zegeningen verrichten; vgl: Sacrosanctum Concilium, 79[[[570|79]]] vgl: Codex Iuris Canonici, 1168[[[30|1168]]] hoe meer een zegening het kerkelijke en sacramentele leven betreft, hoe meer het voorgaan in een viering aan de gewijde bedienaar (bisschoppen, priesters of diakens) vgl: De benedictionibus, (16,18)[[[1827|(16.18)]]] voorbehouden zal zijn.
Zie ook alinea's: -784-[al:784]-2626-[al:2626]
Zie ook alinea's: -784-[al:784]-2626-[al:2626]
Referenties naar alinea 1669: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1670
Responsum ad dubium - omtrent de zegening van verbintenissen van personen van hetzelfde geslacht ->=geentekst=
De sacramentalia verlenen de genade van de heilige Geest niet op sacramentele wijze, maar door het gebed van de Kerk maken zij ons ontvankelijk voor de genade en gereed tot medewerking. "Bijna elke gebeurtenis in het leven van de gelovigen verkrijgt, als ze goed ingesteld zijn, een heiliging door de goddelijke genade die voortvloeit uit het paasmysterie van het lijden, de dood en de verrijzenis van Christus, waaraan alle sacramenten en sacramentalia hun kracht ontlenen, en vrijwel elk eerzaam gebruik van de stoffelijke dingen kan gericht worden op dit doel: de heiliging van de mens en de verheerlijking van God". vert. uit Lat.[[570|61]]
Zie ook alinea's: -1128-[al:1128]-2001-[al:2001]
Zie ook alinea's: -1128-[al:1128]-2001-[al:2001]
Referenties naar alinea 1670: 2
Youcat ->=geentekst=Responsum ad dubium - omtrent de zegening van verbintenissen van personen van hetzelfde geslacht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1671
De verschillende vormen van sacramentalia
Tot de sacramentalia behoren allereerst de zegeningen (van personen, maaltijden, voorwerpen, plaatsen). Elke zegening bestaat uit een lofprijzing van God en een gebed om zijn gaven te verkrijgen. In Christus zijn de Christenen door God de Vader "gezegend met elke geestelijke zegen" (Ef. 1, 3)[b:Ef. 1, 3]. De Kerk geeft daarom de zegen onder aanroeping van de naam van Jezus, hetgeen gewoonlijk gepaard gaat met het heilig teken van het kruis van Christus.Zie ook alinea's: -1078-[al:1078]
Referenties naar alinea 1671: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1672
923
925
1143
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
923
925
1143
Bepaalde zegeningen hebben een werking van blijvende aard: zij wijden personen aan God toe of bestemmen voorwerpen of plaatsen voor het liturgisch gebruik. Onder de zegeningen die voor personen bestemd zijn - niet te verwarren met de sacramentele wijding - behoren de zegening van de abt of abdis van een klooster, de maagden- en weduwenwijding, de ritus van de religieuze geloften en de aanstelling tot bepaalde ambten in de Kerk (lectoren, acolieten, catechisten, enz.). Als zegening van zaken is de wijding van een kerk of een altaar, de zegening van de heilige oliën, de zegening van liturgisch vaatwerk of gewaden, klokken, enz. te noemen.Zie ook alinea's: -923-[al:923]-925-[al:925]-903-[al:903]
Referenties naar alinea 1672: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1673
395
550
1237
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
395
550
1237
Men spreekt van exorcisme, wanneer de kerk publiek en gezagvol in naam van Jezus Christus vraagt dat een persoon of een voorwerp beschermd mag worden tegen de greep van de Boze en aan zijn macht onttrokken zal zijn. Jezus zelf heeft het toegepast. ((Vgl. Mc. 1, 25; e.v.))[[b:Mc. 1, 25vv]] Ook de macht en de taak van de kerk om exorcisme toe te passen, komen van Jezus zelf. (Mc. 3, 15; Mc. 6, 7.13; Mc. 16, 17)[[b:Mc. 3, 15; Mc. 6, 7.13; Mc. 16, 17]] In eenvoudige vorm wordt het exorcisme toegepast bij de viering van het Doopsel. Het plechtige, zogenaamde "grote exorcisme" mag alleen door een priester en met verlof van de bisschop worden uitgeoefend. Men moet hier met voorzichtigheid te werk gaan door de regels die door de Kerk vastgelegd zijn, strikt te onderhouden. Het exorcisme is bedoeld om duivels uit te drijven of om iemand te bevrijden van demonische overheersing, uit kracht van het geestelijk gezag dat Jezus aan zijn Kerk heeft toevertrouwd. De situatie ligt heel anders wanneer er sprake is van een ziekte, vooral een psychische ziekte. De behandeling daarvan valt onder de medische wetenschap. Voordat men een exorcisme uitspreekt, is het dus belangrijk na te gaan of het wel om een aanwezigheid van de duivel en niet om een ziekte gaat. vgl: Codex Iuris Canonici, 1172[[[30|1172]]]Zie ook alinea's: -550-[al:550]-395-[al:395]-1237-[al:1237]
Referenties naar alinea 1673: 5
Youcat ->=geentekst=Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1674
1158
1202
2669
2678
2688
2691
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1158
1202
2669
2678
2688
2691
De volksvroomheid
Afgezien van de sacramentele liturgie en de sacramentalia moet de catechese ook rekening houden met de uitingen van volksdevotie en volksreligiositeit. In alle tijden heeft de godsdienstzin van het christenvolk haar uitdrukking gevonden in allerlei godvruchtige praktijken die het sacramentele leven van de Kerk begeleiden, zoals de verering van relieken, het bezoek aan heiligdommen, bedevaarten, processies, de kruisweg, religieuze dansen, de rozenkrans, en medailles. vgl: Sessio VII - Definitio de sacris imaginibus, 1,3[[[965|1.3]]] vgl: Sessio XXV - De invocatione, veneratione et reliquiis Sanctorum et sacris imaginibus, 2[[[736|2]]]
Zie ook alinea's: -2688-[al:2688]-2669-[al:2669]-2678-[al:2678]
Afgezien van de sacramentele liturgie en de sacramentalia moet de catechese ook rekening houden met de uitingen van volksdevotie en volksreligiositeit. In alle tijden heeft de godsdienstzin van het christenvolk haar uitdrukking gevonden in allerlei godvruchtige praktijken die het sacramentele leven van de Kerk begeleiden, zoals de verering van relieken, het bezoek aan heiligdommen, bedevaarten, processies, de kruisweg, religieuze dansen, de rozenkrans, en medailles. vgl: Sessio VII - Definitio de sacris imaginibus, 1,3[[[965|1.3]]] vgl: Sessio XXV - De invocatione, veneratione et reliquiis Sanctorum et sacris imaginibus, 2[[[736|2]]]
Zie ook alinea's: -2688-[al:2688]-2669-[al:2669]-2678-[al:2678]
Referenties naar alinea 1674: 5
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1675
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Deze praktijken liggen in het verlengde van het liturgisch leven van de Kerk, maar ze zijn er geen vervanging van: "Men moet rekening houden met de liturgische tijden en deze oefeningen zo inrichten dat zij in harmonie zijn met de heilige liturgie, in zekere zin uit de liturgie voortkomen en het volk de weg wijzen naar de liturgie, die immers door haar aard hoog boven deze oefeningen uitsteekt". vert. uit Lat.[[570|13]]
Referenties naar alinea 1675: 3
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1676
Youcat ->=geentekst=
"Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
Pastoraal onderscheidingsvermogen is nodig om de volksreligiositeit te begeleiden en te ondersteunen en, zo nodig, de godsdienstzin die aan deze devoties ten grondslag ligt uitzuiveren en bijsturen, zodat voortgang wordt geboekt in de kennis van het Christusmysterie. De praktijk van de volksvroomheid is onderworpen aan de zorg en het oordeel van de bisschoppen en aan de algemene normen van de kerk. vgl: Catechesi Tradendae, 54[[[572|54]]] De volksreligiositeit is in de kern een geheel van waarden dat, vanuit een christelijke wijsheid, antwoord geeft op de grote vragen van het bestaan.Het gezond verstand van het katholieke volk heeft een aangeboren talent tot het maken van een synthese van het menselijk bestaan. Zo bewerkt het op creatieve wijze een verbinding tussen het goddelijke en het menselijke, Christus en Maria, geest en lichaam, de Kerk als gemeenschap en de Kerk als instelling, tussen persoon en gemeenschap, geloof en vaderland, verstand en gevoel. Deze wijsheid is een christelijk humanisme dat radicaal de waardigheid van elk wezen als kind van God bevestigt, dat een fundamentele broederlijkheid sticht, dat met de natuur leert om te gaan en inzicht geeft in de arbeid, dat alle reden geeft om zelfs te midden van de harde kanten van het bestaan met vreugde en goed humeur te leven. Deze wijsheid geeft het volk ook een onderscheidingsvermogen, een evangelisch instinct waardoor het spontaan aanvoelt wanneer in de Kerk het Evangelie op de eerste plaats komt, of wanneer de inhoud ervan door andere belangen wordt uitgehold en verstikt. 3de Algemene Vergadering van Latijns-Amerikaanse bisschoppen Puebla, (448)[[1595|(448)]] vgl: vert. uit Lat.[[[519|48]]]Zie ook alinea's: -426-[al:426]
Referenties naar alinea 1676: 3
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
"Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1677-1679)
1677
Sacramentalia zijn heilige tekens die door de Kerk zijn ingesteld. Hun doel is de mensen erop voor te bereiden de vruchten van de Sacramenten te ontvangen en de verschillende levenssituaties te heiligen.
Referenties naar alinea 1677: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1678
Onder de sacramentalia nemen de zegeningen een belangrijke plaats in. Zij zijn zowel een lofprijzing van God voor zijn werken en zijn gaven, als een voorbede van de Kerk, opdat de mensen volgens de geest van het Evangelie van Gods gaven gebruik mogen maken.
Referenties naar alinea 1678: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1679
Het christelijk leven wordt niet alleen door de liturgie gevoed, maar ook door allerlei vormen van volksvroomheid, die geworteld zijn in de verschillende culturen. De Kerk is erop bedacht er het licht van het geloof over te laten schijnen en begunstigt de vormen van volksvroomheid die een evangelisch instinct en een menselijke wijsheid uitdrukken en die het christelijk leven verrijken.
Referenties naar alinea 1679: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 - De christelijke uitvaart (1680-1690)
1680
1525
1525
Alle Sacramenten, maar vooral die van de christelijke initiatie, hadden het laatste Pasen van het kind van God als einddoel, het Pasen dat hem door de dood het leven van het Koninkrijk doet binnentreden. Dan wordt vervuld wat hij in geloof en hoop beleed: "Ik verwacht de opstanding van de doden en het leven van het komend rijk". vert. Altaarmissaal (NL) 618; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 224.[[66]]
Zie ook alinea's: -1525-[al:1525]
Zie ook alinea's: -1525-[al:1525]
Referenties naar alinea 1680: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Het laatste Pasen van de Christen (1681-1683)
1681
1010
2300
1010
2300
De christelijke zin van de dood wordt geopenbaard in het licht van het paasmysterie van de dood en de verrijzenis van Christus, in wie onze enige hoop is gelegen. De Christen die in Christus Jezus sterft, "verhuist uit dit lichaam om zijn intrek te nemen bij de Heer" (2 Kor. 5, 8)[b:2 Kor. 5, 8].
Zie ook alinea's: -1010-[al:1010]-1014-[al:1014]
Zie ook alinea's: -1010-[al:1010]-1014-[al:1014]
Referenties naar alinea 1681: 1
Ad resurgendum cum Christo ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1682
1010
2300
1010
2300
Op de dag van zijn sterven begint voor de Christen aan het einde van zijn sacramenteel leven de voltooiing van zijn nieuwe geboorte, die met het Doopsel een aanvang nam. Op die dag begint de definitieve "gelijkvormigheid" naar "het beeld van zijn Zoon", die werd meegedeeld door de zalving met de Heilige Geest. Zelfs al moet een Christen nog een laatste loutering ondergaan, alvorens hij met het bruiloftskleed getooid kan worden, op die dag begint de deelname aan het gastmaal van het koninkrijk, waarvan de Eucharistie het onderpand vormde.
Referenties naar alinea 1682: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1683
627
1010
2300
627
1010
2300
De Kerk, die als een moeder op sacramentele wijze de christen tijdens zijn aardse pelgrimstocht in haar schoot heeft gedrag en, begeleidt hem op het einde van zijn tocht, om hem "in de handen van de Vader" toe te vertrouwen. In Christus draagt zij het kind van haar genade op aan de Vader, en de kiem van het lichaam dat in heerlijkheid zal verrijzen, (1 Kor. 15, 42-44)[[b:1 Kor. 15, 42-44]] vertrouwt zij hoopvol aan de aarde toe. Deze offerande wordt ten volle gevierd door het offer van de Eucharistie; de zegeningen die aan de Eucharistie voorafgaan en die erop volgen zijn sacramentalia.
Zie ook alinea's: -1020-[al:1020]-627-[al:627]
Zie ook alinea's: -1020-[al:1020]-627-[al:627]
Referenties naar alinea 1683: 1
Ad resurgendum cum Christo ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De viering van de uitvaart (1684-1690)
1684
1010
2300
1010
2300
De kerkelijke uitvaart is een liturgische viering van de Kerk. Het dienstwerk van de Kerk wil hier de vruchtbare communio met de overledene tot uitdrukking brengen en tegelijk met de gemeenschap, die voor de uitvaart verzameld is, bij deze "communio" betrekken en haar het eeuwig leven verkondigen.
Referenties naar alinea 1684: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1685
1010
2300
1010
2300
De verschillende uitvaartriten drukken het paaskarakter van het christelijk sterven uit en beantwoorden aan de situaties en tradities van de verscheidene streken, zelfs wat betreft de liturgische kleur. vgl: Sacrosanctum Concilium, 81[[[570|81]]]
Referenties naar alinea 1685: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1686
1010
2300
1010
2300
De Ordo Exsequiarum[2727] (uitvaartliturgie) van de Romeinse liturgie stelt drie vieringstypen van uitvaarten voor, die overeenkomen met de drie plaatsen waar ze gehouden worden (in het huis van de overledene, in de kerk, op het kerkhof) en die men kan aanpassen aan het belang dat de familie, de plaatselijke gewoonten, de cultuur en de volksvroomheid eraan hechten. Het verloop is trouwens in alle liturgische tradities hetzelfde en heeft vier kernmomenten:
Referenties naar alinea 1686: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1687
1010
2300
1010
2300
De begroeting van de gemeenschap. De viering wordt geopend met een geloofsgroet. De verwanten van de overledene worden ontvangen met een woord van "troost" (in Nieuwtestamentische zin: de kracht van de Heilige Geest in de hoop (1 Tess. 4, 18)[[b:1 Tess. 4, 18]]). Ook de biddende gemeenschap die zich verzameld heeft, verwacht "woorden van eeuwig leven". De dood van een lid van de gemeenschap (of de herdenking op de verjaardag, de zevende of dertigste dag) is een gebeurtenis waarbij de perspectieven van "deze wereld" overstegen moeten worden en die de gelovigen moet plaatsen binnen de echte perspectieven van het geloof in de verrezen Christus.
Referenties naar alinea 1687: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1688
1010
2300
1010
2300
De Liturgie van het Woord tijdens uitvaarten moet met aandacht voorbereid worden, te meer omdat onder de aanwezigen ook gelovigen kunnen zijn die niet zo vaak liturgie vieren, of vrienden van de overledene die niet christen zijn. Met name de homilie "mag geen lijkrede zijn", vert. uit Lat.[[2727|(41)]] en moet het mysterie van het christelijk sterven beschouwen in het licht van de verrezen Christus.
Referenties naar alinea 1688: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1689
958
1010
1371
2300
Youcat ->=geentekst=
958
1010
1371
2300
Het eucharistisch offer. Wanneer de viering in de kerk plaats vindt, is de Eucharistie het hart van het Paasmysterie dat in het sterven van een Christen gestalte krijgt. vgl: Ordo Exsequiarum, (1)[[[2727|(1)]]] Daar drukt de Kerk haar feitelijke gemeenschap met de overledene uit: wanneer zij in de Heilige Geest het offer van de dood en de verrijzenis van Christus aan de Vader aanbiedt, vraagt zij dat haar kind gereinigd mag worden van zijn zonden en de gevolgen ervan, en dat hij deel mag hebben aan de volheid van het paasgebeuren door aan te zitten aan de tafel van het Koninkrijk. vgl: Ordo Exsequiarum, (57)[[[2727|(57)]]] Wanneer de Eucharistie op deze wijze gevierd wordt, leert de geloofsgemeenschap, in het bijzonder de familie van de overledene, zich te verenigen met degene die "in de Heer ontslapen is". Zij doet dit door deel te nemen aan het lichaam van Christus, waarvan de overledene een levend lidmaat is, en door voor en met de overledene te bidden.Zie ook alinea's: -1371-[al:1371]-958-[al:958]
Referenties naar alinea 1689: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1690
1010
2300
1010
2300
Het afscheid van de overledene is zijn aanbeveling bij God door de Kerk. Het is "een laatste vaarwel door de christengemeenschap aan de overledene, voordat diens lichaam wordt uitgedragen en begraven". vert. De uitvaartliturgie (NL), 9-10; De Orde van Dienst voor de Uitvaartliturgie (B), 13[[2727|(10)]] In de Byzantijnse traditie wordt dit uitgedrukt door de overledene een afscheidskus te geven. Door deze laatste groet "zingt men omwille van zijn vertrek uit dit leven en zijn afscheid, maar ook omdat er een gemeenschap en een hereniging is.Door de dood worden wij inderdaad niet van elkaar gescheiden, want we gaan allen dezelfde weg en we zullen elkaar op dezelfde plaats terugvinden. Nooit zullen wij gescheiden worden, want wij leven voor Christus, en nu zijn wij verenigd in Christus; wanneer wij naar Christus toegaan (... ) zullen we allen te samen in Hem zijn". vert. uit Gr.[[5810]]Zie ook alinea's: -2300-[al:2300]
Referenties naar alinea 1690: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 3 - Het leven in Christus (1691-2557)
1691
764
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
764
"Christen, erken uw waardigheid. Aangezien u nu deel hebt aan de goddelijke natuur, onteer u niet door terug te keren naar de aftakeling van uw vroeger leven. Roep u in herinnering tot welk Hoofd u behoort en van welk Lichaam u lid bent. Herinner u dat u ontrukt bent aan de macht van de duisternis om te worden overgebracht naar het licht en het Koninkrijk van God". Leo de Grote, Serm 21,2-3Leo de Grote, Serm 21,2-3
Referenties naar alinea 1691: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1692
1071
Youcat ->=geentekst=
1071
Het Symbolum van het geloof heeft de grootheid beleden van de weldaden van God voor de mens in het werk van zijn schepping en meer nog door de verlossing en heiligmaking. Wat het geloof belijdt, verlenen de sacramenten: door "de sacramenten waardoor zij zijn wedergeboren" zijn de christenen tot "kinderen van God" (Joh. 1, 12; 1 Joh. 3, 1)[b:Joh. 1, 12; 1 Joh. 3, 1] geworden en "krijgen zij deel aan Gods eigen wezen" (2 Pt. 1, 4)[b:2 Pt. 1, 4]. Doordat zij gelovig hun nieuwe waardigheid erkennen, zijn de christenen geroepen voortaan een "leven te leiden dat het evangelie van Christus waardig is" (Fil. 1, 27)[b:Fil. 1, 27]. Door de sacramenten en het gebed ontvangen zij de genade van Christus en de gaven van zijn Geest, die hen hiertoe in staat stellen.
Referenties naar alinea 1692: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1693
Christus Jezus heeft altijd gedaan wat de Vader behaagde. (Joh. 8, 29)[[b:Joh. 8, 29]] Hij heeft steeds geleefd in volmaakte gemeenschap met Hem. Ook zijn leerlingen worden uitgenodigd om te leven onder het oog van de Vader "die in het verborgene ziet", (Mt. 6, 6)[[b:Mt. 6, 6]] om volmaakt te worden, zoals de "Vader in de hemel volmaakt is" (Mt. 5, 47)[b:Mt. 5, 47].
Referenties naar alinea 1693: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1694
Aangezien de christenen bij Christus Zijn ingelijfd door het doopsel, (Rom. 6, 5)[[b:Rom. 6, 5]] zijn zij "dood voor de zonde en levend voor God in Christus Jezus" (Rom. 6, 11)[b:Rom. 6, 11]. Op deze wijze nemen zij deel aan het leven van de Verrezene. (Kol. 2, 12)[[b:Kol. 2, 12]] In navolging van Christus en in vereniging met Hem, (Joh. 15, 5)[[b:Joh. 15, 5]] kunnen de christenen "navolgers van God" zijn "zoals geliefde kinderen past" en "een leven van liefde leiden" (Ef. 5, 1)[b:Ef. 5, 1], door hun gedachten, woorden en werken in overeenstemming te brengen met "de gezindheid die ook Christus Jezus bezielde" (Fil. 2, 5)[b:Fil. 2, 5] en door zijn voorbeeld na te volgen. (Joh. 13, 12-16)[[b:Joh. 13, 12-16]]
Referenties naar alinea 1694: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1695
"Gerechtvaardigd in de naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God" (1 Kor. 6, 11)[b:1 Kor. 6, 11] en "geheiligd in Christus Jezus, tot een heilig leven bestemd" (1 Kor. 1, 2)[b:1 Kor. 1, 2], zijn de christenen "een tempel van de Heilige Geest " geworden. (1 Kor. 6, 19)[[b:1 Kor. 6, 19]] Deze "Geest van de Zoon" leert hun te bidden tot de Vader (Gal. 4, 6)[[b:Gal. 4, 6]] en, doordat Hij hun leven geworden is, laat Hij hen ook leven volgens de Geest (Gal. 5, 25)[[b:Gal. 5, 25]] om "de vrucht van de Geest" (Gal. 5, 22)[b:Gal. 5, 22] voort te brengen door een werkdadige liefde. De Heilige Geest geneest de wonden van de zonde en vernieuwt ons innerlijk door een geestelijke herschepping (Ef. 4, 23)[[b:Ef. 4, 23]], Hij verlicht en versterkt ons om te leven als "kinderen van het licht" (Ef. 5, 8)[b:Ef. 5, 8] door "goedheid, gerechtigheid en waarheid" in alles (Ef. 5, 9)[b:Ef. 5, 9].
Referenties naar alinea 1695: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1696
1970
2563
1970
2563
De weg van Christus "leidt tot het leven", een weg die daarmee in strijd is "voert tot de ondergang" (Mt. 7, 13)[b:Mt. 7, 13]. (Deut. 30, 15-20)[[b:Deut. 30, 15-20]] De parabel uit het Evangelie over de twee wegen blijft voortdurend aanwezig in de catechese van de Kerk. Hij duidt op het belang van de zedelijke beslissingen voor ons heil. "Twee wegen zijn er, een tot het leven en een tot de dood, maar er is veel verschil tussen de beide wegen". 1,1[[1657|+4]]
Referenties naar alinea 1696: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1697
Het is van belang in de catechese, in volle helderheid, de vreugde en de vereisten van de weg van Christus te doen kennen. vgl: Catechesi Tradendae, 29[[[572|29]]] De catechese van het "nieuwe leven" (Rom. 6, 4)[b:Rom. 6, 4] in Hem zal omvatten:
Zie ook alinea's: -737-741-[al:737-741]-1987-1995-[al:1987-1995]-1716-1719-[al:1716-1719]-1846-1848-[al:1846-1848]-1803-1811-[al:1803-1811]-1812-1829-[al:1812-1829]-2067-[al:2067]-946-953-[al:946-953]
- een catechese over de Heilige Geest, innerlijke Leermeester van het leven naar Christus' voorbeeld, aangename gast en vriend die het nieuwe leven inspireert, leidt, zuivert en versterkt;
- een catechese over de genade, want juist door de genade worden wij gered en door de genade kunnen onze werken ook vrucht dragen voor het eeuwig leven;
- een catechese over de zaligsprekingen, want de weg van Christus is samengevat in de zaligsprekingen, de enige weg naar de eeuwige gelukzaligheid waarnaar het hart van de mens verlangt;
- een catechese over zonde en vergeving, want zonder zichzelf zondaar te weten, kan de mens de waarheid over zichzelf niet kennen, wat een voorwaarde is voor een juiste handelwijze. En zonder het aanbod van de vergeving zou hij deze waarheid niet kunnen verdragen;
- een catechese over de menselijke deugden, die de schoonheid en aantrekkelijkheid van de juiste gesteldheid voor het goede laat inzien;
- een catechese over de christelijke deugden van geloof, hoop en liefde, die zich op grootmoedige wijze laat bezielen door het voorbeeld van de heiligen;
- een catechese over het dubbele gebod van de liefde, dat ontvouwd wordt in de Tien Geboden[688];
- een catechese over de Kerk, want in de veelzijdige uitwisseling van "geestelijke goederen" in de "gemeenschap van de heiligen" kan het christelijk leven groeien, zich ontplooien en doorgegeven worden.
Zie ook alinea's: -737-741-[al:737-741]-1987-1995-[al:1987-1995]-1716-1719-[al:1716-1719]-1846-1848-[al:1846-1848]-1803-1811-[al:1803-1811]-1812-1829-[al:1812-1829]-2067-[al:2067]-946-953-[al:946-953]
Referenties naar alinea 1697: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1698
426
426
Het eerste en het laatste oriëntatiepunt van deze catechese zal altijd Jezus Christus zelf zijn, die "de weg, de waarheid en het leven" (Joh. 14, 6)[b:Joh. 14, 6] is. Door in geloof naar Hem te kijken kunnen zij die in Christus geloven, hopen dat Hijzelf in hen zijn beloften tot vervulling brengt en dat zij door Hem te beminnen met de liefde waarmee Hij hen heeft liefgehad, in staat zijn de werken te volbrengen die overeenstemmen met hun waardigheid:
Ik vraag u te bedenken dat onze Heer Jezus Christus waarlijk uw hoofd is en dat u een van zijn ledematen bent. Hij is voor u wat het hoofd is voor de ledematen: alles wat van Hem is, is van u: zijn geest, zijn hart, zijn lichaam, de ziel en alle vermogens. U dient ze te gebruiken alsof ze van uzelf zijn, opdat u door Hem te dienen, Hem looft, bemint en verheerlijkt. U bent echter ook voor Hem wat het lidmaat voor het hoofd is; daarom verlangt Hij vurig van al uw vermogens gebruik te maken alsof ze van Hem zijn, om de Vader te dienen en te verheerlijken. 1,5, vert. Getijdenboek Lect. II,6,247[[3080]] Voor mij is leven Christus (Fil. 1, 21)[b:Fil. 1, 21].Zie ook alinea's: -426-[al:426]
Referenties naar alinea 1698: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- EERSTE SECTIE - De roeping van de mens: het leven in de Geest (1699-2051)
1699
Het leven in de Heilige Geest voltooit de roeping van de mens (hoofdstuk 1) (De waardigheid van de menselijke persoon)[1|+ 1990]. Het is gebouwd op goddelijke liefde en menselijke solidariteit (hoofdstuk 2) (De menselijke gemeenschap)[1|+ 2205]. Het wordt ons genadig geschonken als heil (hoofdstuk 3) (Het heil van God: Wet en genade)[1|+ 2292].
Referenties naar alinea 1699: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Eerste hoofdstuk - De waardigheid van de menselijke persoon (1700-1876)
1700
225
355
1930
225
355
1930
De waardigheid van de menselijke persoon wortelt in zijn geschapen zijn als beeld en gelijkenis van God (artikel 1 (De mens beeld van God)[1|+ 1992]) ; ze wordt voltooid in zijn roeping tot de goddelijke zaligheid (artikel 2 (Onze roeping tot de zaligheid)[1|+ 2009]). Het menselijk wezen moet zich in vrijheid richten op deze voltooiing (artikel 3 (De vrijheid van de mens)[1|+ 2028]). Door zijn weloverwogen daden (artikel 4 (De moraliteit van de menselijke daden)[1|+ 2051]) schikt de menselijke persoon zich al dan niet naar het goede, door God beloofd en bevestigd door het morele geweten (artikel 5 (De moraliteiten van de hartstochten)[1|+ 2068]). De menselijke wezens bouwen zichzelf op en groeien van binnenuit: ze maken van heel hun affectief en geestelijk leven bouwstof voor hun groei (artikel 6 (Het morele geweten)[1|+ 2086]). Met de hulp van de genade groeien ze in de deugd (artikel 7 (De deugden)[1|+ 2119]), vermijden ze de zonde, en als ze een zonde bedreven hebben dan doen ze, zoals de verloren zoon, (Lc. 15, 11-31)[[b:Lc. 15, 11-31]] een beroep op de barmhartigheid van onze Vader in de hemel (artikel 8 (De zonde)[1|+ 2167]). Zo hebben zij toegang tot de volmaaktheid van de liefde.
Zie ook alinea's: -356-[al:356]-1439-[al:1439]
Zie ook alinea's: -356-[al:356]-1439-[al:1439]
Referenties naar alinea 1700: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 - De mens beeld van God (1701-1715)
1701
27
359
2085
2783
27
359
2085
2783
"Christus maakt door de openbaring van het mysterie van de Vader en diens liefde de mens voor zichzelf duidelijk en geeft hem inzicht in zijn zeer hoge roeping". Gaudium et Spes, 22[[575|22]] In Christus, "beeld van de onzichtbare God" (Kol. 1, 15)[b:Kol. 1, 15] (2 Kor. 4, 4)[[b:2 Kor. 4, 4]] is de mens geschapen als "beeld en gelijkenis" van de Schepper. In Christus, Verlosser en Heiland, is het beeld van God, dat geschonden was in de mens door de eerste zonde, in zijn oorspronkelijke schoonheid hersteld en verrijkt met goddelijke genade. vgl: Gaudium et Spes, 22[[[575|22]]]
Zie ook alinea's: -359-[al:359]
Zie ook alinea's: -359-[al:359]
Referenties naar alinea 1701: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1702
1878
2205
1878
2205
Het beeld van God is aanwezig in elke mens. Het licht op in de gemeenschap van de mensen, als een gelijkenis met de eenheid van de goddelijke personen onder elkaar (zie hoofdstuk 2 (De menselijke gemeenschap)[1|+ 2205]).
Zie ook alinea's: -1878-[al:1878]
Zie ook alinea's: -1878-[al:1878]
Referenties naar alinea 1702: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1703
33
356
363
2270
2293
2371
33
356
363
2270
2293
2371
Begiftigd met een "geestelijke en onsterfelijke" ziel, Gaudium et Spes, 14[[575|14]] is de menselijke persoon "het enige schepsel op aarde dat God om zichzelf heeft gewild". § 3[[575|24]] Vanaf zijn conceptie is hij bestemd voor de eeuwige zaligheid.
Zie ook alinea's: -363-[al:363]-2258-[al:2258]
Zie ook alinea's: -363-[al:363]-2258-[al:2258]
Referenties naar alinea 1703: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1704
1766
1791
1766
1791
De menselijke persoon heeft deel aan het licht en de kracht van de goddelijke Geest. Door de rede is hij in staat om de ordening der dingen, die door de Schepper is vastgesteld, te kennen. Door zijn wil is hij in staat zich uit zichzelf op zijn werkelijk goed te richten. Hij vindt zijn vervolmaking in het "zoeken naar en het beminnen van het ware en het goede". § 2[[575|15]]
Zie ook alinea's: -339-[al:339]-30-[al:30]
Zie ook alinea's: -339-[al:339]-30-[al:30]
Referenties naar alinea 1704: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1705
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Omwille van zijn ziel en van zijn geestelijke vermogens van verstand en wil is de mens begiftigd met vrijheid, "teken bij uitnemendheid van Gods beeld in de mens". Gaudium et Spes, 17[[575|17]]
Zie ook alinea's: -1730-[al:1730]
Zie ook alinea's: -1730-[al:1730]
Referenties naar alinea 1705: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1706
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Door zijn rede kent de mens de stem van God die hem aanzet "het goede te doen en het kwade te mijden". Gaudium et Spes, 16[[575|16]] Iedereen is ertoe gehouden deze wet te volgen die weerklinkt in het geweten en die haar vervulling vindt in de liefde tot God en tot de naaste. Het beoefenen van het morele leven bevestigt de waardigheid van de persoon.
Zie ook alinea's: -1776-[al:1776]
Zie ook alinea's: -1776-[al:1776]
Referenties naar alinea 1706: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1707
397
397
"De mens heeft, verleid door de Boze, reeds vanaf het begin van de geschiedenis zijn vrijheid misbruikt". § 1[[575|13]] Hij is bezweken voor de bekoring en heeft het kwade gedaan. Hij behoudt het verlangen naar het goede, maar zijn natuur is gekwetst door de erfzonde. Hij is geneigd geraakt tot het kwaad en onderworpen aan de dwaling:
De mens is dus in zichzelf verdeeld. Daarom vertoont het hele individuele en collectieve leven van de mens zich als een echt dramatische strijd tussen goed en kwaad, tussen licht en duisternis. § 2[[575|13]]Zie ook alinea's: -397-[al:397]
Referenties naar alinea 1707: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1708
Door zijn lijden heeft Christus ons bevrijd van de Satan en de zonde. Hij heeft voor ons het nieuwe leven in de Heilige Geest verdiend. Zijn genade herstelt wat de zonde in ons bedorven had.
Zie ook alinea's: -617-[al:617]
Zie ook alinea's: -617-[al:617]
Referenties naar alinea 1708: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1709
1050
1050
Wie in Christus gelooft, wordt kind van God. Deze aanneming als kind vormt hem om door hem het voorbeeld van Christus te laten volgen. Ze maakt het hem mogelijk rechtschapen te leven en het goede te doen. In eenheid met zijn Verlosser bereikt de leerling de volmaaktheid van de liefde, de heiligheid. Gerijpt in de genade, ontplooit het morele leven zich tot eeuwig leven, in de heerlijkheid van de hemel.
Zie ook alinea's: -1265-[al:1265]-1050-[al:1050]
Zie ook alinea's: -1265-[al:1265]-1050-[al:1050]
Referenties naar alinea 1709: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1710-1715)
1710
"Christus openbaart de mens aan zichzelf en geeft hem inzicht in zijn zeer hoge roeping". § 1[[575|22]]
Referenties naar alinea 1710: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1711
Begiftigd met een geestelijke ziel, met verstand en wil, is de menselijke persoon vanaf zijn conceptie gericht op God en bestemd voor de eeuwige zaligheid. De persoon zet zijn vervolmaking voort in "het zoeken naar en het beminnen van het ware en het goede." § 2[[575|15]]
Referenties naar alinea 1711: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1712
De echte vrijheid is in de mens "het teken bij uitnemendheid van het beeld van God." Gaudium et Spes, 17[[575|17]]
Referenties naar alinea 1712: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1713
De mens is verplicht de morele wet te volgen, die hem aanzet "het goede te doen en het kwade te mijden". Gaudium et Spes, 16[[575|16]] Deze wet weerklinkt in zijn geweten.
Referenties naar alinea 1713: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1714
De mens, die door de erfzonde in zijn natuur gewond is, is bij het uitoefenen van zijn vrijheid onderworpen aan dwaling en geneigd tot het kwaad.
Referenties naar alinea 1714: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1715
Wie in Christus gelooft, heeft het nieuwe leven in de heilige Geest. Het morele leven, gegroeid en gerijpt door de genade, moet zijn voltooiing vinden in de heerlijkheid van de hemel.
Referenties naar alinea 1715: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 - Onze roeping tot de zaligheid (1716-1729)
- I. - De zaligsprekingen (1716-1717)
1716
1697
1820
2444
2546
Youcat ->=geentekst=
1697
1820
2444
2546
De zaligsprekingen staan in het hart van de prediking van Jezus. Hun boodschap herneemt de beloften die sinds Abraham aan het uitverkoren volk gedaan werden. Ze voltooit die door ze niet alleen maar te richten op het bezit van een land maar op het genot van het rijk der hemelen:
Zalig de armen van geest. want aan hen behoort het rijk der hemelen.Zie ook alinea's: -2546-[al:2546]
Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden.
Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.
Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.
Zalig de barmhartigen. want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien. Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid, want hun behoort het rijk der hemelen.
Zalig zijt gij, wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht om mijnentwil: verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de hemel.
(Mt. 5, 3-12)[b:Mt. 5, 3-12].
Referenties naar alinea 1716: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1717
459
1697
Toerisme: een stimulans voor de strijd tegen de armoede en voor het creëren van banen en sociale harmonie ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
459
1697
De zaligsprekingen tonen het gelaat van Jezus Christus en ze beschrijven de liefde ervan; ze drukken de roeping uit van de gelovigen die verbonden zijn met de heerlijkheid van zijn lijden en van Zijn verrijzenis; ze verduidelijken de daden en houdingen die kenmerkend zijn voor het christelijk leven; ze zijn de paradoxale beloften die de hoop ondersteunen in de beproevingen; ze kondigen de zegeningen en de beloningen aan die reeds onzichtbaar verworven zijn voor de leerlingen; ze zijn begonnen in het leven van de maagd Maria en van alle heiligen.
Zie ook alinea's: -459-[al:459]-1820-[al:1820]
Zie ook alinea's: -459-[al:459]-1820-[al:1820]
Referenties naar alinea 1717: 4
Veritatis Splendor ->=geentekst=Toerisme: een stimulans voor de strijd tegen de armoede en voor het creëren van banen en sociale harmonie ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Het verlangen naar geluk (1718-1719)
1718
27
1024
1697
2541
27
1024
1697
2541
De zaligsprekingen beantwoorden aan het natuurlijk verlangen naar geluk. Dit verlangen is van goddelijke oorsprong; God heeft het in het hart van de mens gelegd om het mensenhart naar Zich te trekken, want Hij is de enige, die in staat is om het te vervullen:
Wij willen zeker allen gelukkig leven, en in het mensengeslacht is er niemand die niet zou instemmen met deze stelling, zelfs niet voordat ze helemaal uitgesproken is. 1,3-4[[2218]]Zie ook alinea's: -27-[al:27]-1024-[al:1024]-2541-[al:2541]
Op welke wijze zoek ik dus naar u, Heer? Want wanneer ik naar u, mijn God, zoek dan zoek ik het gelukkige leven. Ik wil U zoeken om te maken dat mijn ziel leeft; want mijn lichaam leeft van mijn ziel, mijn ziel van u. 10,20.29 (vert. Wijdeveld 309)[[850]]
Alleen God verzadigt. 15[[1987]]
Referenties naar alinea 1718: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1719
1697
1950
1998
1697
1950
1998
De zaligsprekingen leggen het doel van het menselijk bestaan bloot, het uiteindelijk doel van de menselijke daden: God roept ons tot zijn eigen zaligheid. Die roeping richt zich tot elk persoonlijk, maar ook tot de gehele Kerk, het nieuwe volk van hen die de belofte hebben aanvaard en erin leven in geloof.
Zie ook alinea's: -1950-[al:1950]
Zie ook alinea's: -1950-[al:1950]
Referenties naar alinea 1719: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De christelijke zaligheid (1720-1724)
1720
1027
1027
Het Nieuwe Testament gebruikt verschillende uitdrukkingen om de zaligheid te beschrijven waartoe God de mens roept: de komst van het Koninkrijk Gods; (Mt. 4, 17)[[b:Mt. 4, 17]] het zien van God: "zalig de zuiveren van hart want zij zullen God zien" (Mt. 5, 8)[b:Mt. 5, 8] (1 Joh. 3, 2; 1 Kor. 13, 12)[[b:1 Joh. 3, 2; 1 Kor. 13, 12]]; de intrede in de vreugde van de Heer; (Mt. 25, 21.23)[[b:Mt. 25, 21.23]] de intrede in de rust van de Heer (Heb. 4, 7-11)[b:Heb. 4, 7-11]:
Daar zullen wij rusten en zien, zullen wij zien en liefhebben, zullen wij liefhebben en lofprijzen. Dat is wat er op het einde zonder einde zal zijn. Want welk ander einde is er voor ons dan het bereiken van dat Koninkrijk dat nooit een einde vindt? 22,30[[857]]Zie ook alinea's: -1027-[al:1027]
Referenties naar alinea 1720: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1721
260
1731
Youcat ->=geentekst=
260
1731
Want God heeft ons ter wereld gebracht om Hem te kennen, te dienen en te beminnen, en zo in het paradijs te komen. De zaligheid doet ons deel hebben aan de goddelijke natuur (2 Pt. 1, 4)[b:2 Pt. 1, 4] en aan het eeuwig leven (Joh. 17, 3)[[b:Joh. 17, 3]]. Met haar treedt de mens binnen in de heerlijkheid van Christus (Rom. 8, 18)[[b:Rom. 8, 18]] en in de vreugde van het trinitaire leven.
Zie ook alinea's: -260-[al:260]
Zie ook alinea's: -260-[al:260]
Referenties naar alinea 1721: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1722
294
1028
294
1028
Zulk een zaligheid overstijgt het verstand en de louter menselijke krachten. Ze is het resultaat van een vrij geschonken gave van God. Daarom wordt ze bovennatuurlijk genoemd, evenals de genade, die de mens geschikt maakt om binnen te gaan in de goddelijke vreugde.
"Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien" (Mt. 5, 8)[b:Mt. 5, 8]. Weliswaar "zal nooit iemand God in zijn grootheid en onuitsprekelijke heerlijkheid zien en in leven blijven" (Ex. 33, 20)[b:Ex. 33, 20], want de Vader is niet te vatten. Maar in zijn liefde en menslievendheid, en omdat Hij alles kan, heeft Hij ook dit aan de mensen die Hem beminnen geschonken: God te zien (...); want "wat onmogelijk is voor de mensen is mogelijk voor God" (Lc. 18, 27)[b:Lc. 18, 27]. 4,20,5, vert. Getijdenboek Lect. II,1,65[[848]]Zie ook alinea's: -1028-[al:1028]-294-[al:294]
Referenties naar alinea 1722: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1723
227
1822
2006
227
1822
2006
De beloofde zaligheid stelt ons voor beslissende morele keuzen. Ze nodigt ons uit ons hart te zuiveren van zijn slechte instincten en boven alles de liefde tot God te zoeken. Ze leert ons dat het ware geluk niet ligt in rijkdom of welzijn, noch in menselijke eer en macht, noch in welk menselijk werk dan ook, hoe nuttig dit ook moge zijn, zoals wetenschap, techniek en kunst, noch in enig schepsel, maar in God alleen, bron van alle goed en alle liefde:
Rijkdom is datgene, waaraan de massa der mensen instinctmatig hulde brengt. Zij meten het geluk af naar de rijkdom, en naar de rijkdom meten zij hun achting af. (...) Het is een hulde die voortkomt uit een diep geloof in de rijkdom, uit het innig gevoel van hun hart, dat (...) men met rijkdom alles vermag. Rijkdom is de ene afgod van de dag, en vermaardheid is een tweede. (...) En daarom is men vermaardheid, of het maken van gerucht in de wereld, gaan beschouwen als een groot goed in zichzelf, en een motief van verering. 5, over de heiligheid, vert. Pompen 103-104[[3859]]Zie ook alinea's: -2519-[al:2519]-227-[al:227]
Referenties naar alinea 1723: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1724
De Tien Geboden[688], de Bergrede en de apostolische catechese beschrijven ons de wegen die leiden naar het rijk der hemelen. Wij begeven ons op weg, stap voor stap, door dagelijkse daden, gesteund door de genade van de Heilige Geest. Vruchtbaar gemaakt door het woord van Christus, brengen wij langzaam vruchten voort in de Kerk ter ere van God. ((Vgl. Mt. 13, 3-23; Parabel van de zaaier))[[b:Mt. 13, 3-23]]
Referenties naar alinea 1724: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1725-1729)
1725
Youcat ->=geentekst=
De zaligsprekingen hernemen en vervullen de beloften die God vanaf Abraham gedaan heeft, door ze te richten op het koninkrijk der hemelen. Ze beantwoorden aan het verlangen naar geluk dat God in het hart van de mens gelegd heeft.
Referenties naar alinea 1725: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1726
De zaligsprekingen leren ons het uiteindelijk doel waartoe God ons roept: het koninkrijk, het aanschouwen van God, de deelname aan de goddelijke natuur, het eeuwig leven, het kindschap, de rust in God.
Referenties naar alinea 1726: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1727
De zaligheid van het eeuwig leven is een vrij geschonken gave van God; ze is bovennatuurlijk evenals de genade die ernaar leidt.
Referenties naar alinea 1727: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1728
De zaligsprekingen plaatsen ons voor beslissende keuzen met betrekking tot de aardse goederen; ze zuiveren ons hart om ons te leren God boven alles te beminnen.
Referenties naar alinea 1728: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1729
De hemelse zaligheid bepaalt de criteria die men moet aanleggen bij het gebruik van de aardse goederen in overeenstemming met de wet van God.
Referenties naar alinea 1729: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 - De vrijheid van de mens (1730-1748)
1730
33
282
396
1705
2736
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Dignitas Infinita ->=geentekst=
33
282
396
1705
2736
God heeft de mens geschapen als een redelijk wezen door hem de waardigheid te geven van een persoon, begaafd met initiatief en meesterschap over zijn daden. "God heeft 'de mens aan zijn eigen beslissingen onderworpen' (Sir. 15, 14)[b:Sir. 15, 14], opdat hij uit zichzelf zijn Schepper zou kunnen zoeken en door Hem aan te hangen in vrijheid, tot volmaaktheid en geluk zou geraken". Gaudium et Spes, 17[[575|17]]
De mens is redelijk, en daardoor gelijkend op God, geschapen als vrije mens en meester over zijn daden. 4,4,3[[848]]Zie ook alinea's: -30-[al:30]
Referenties naar alinea 1730: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Dignitas Infinita ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Vrijheid en verantwoordelijkheid (1731-1738)
1731
1752
1781
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1752
1781
Vrijheid is de macht, geworteld in de rede en de wil, om te handelen of niet te handelen, om dit of dat te doen, om zo uit zichzelf weloverwogen daden te stellen. Door de vrije wil beschikt iedereen over zichzelf. De vrijheid is in de mens een kracht om te groeien en te rijpen in waarheid en goedheid. De vrijheid bereikt haar volmaaktheid wanneer ze gericht is op God, onze zaligheid.
Zie ook alinea's: -1721-[al:1721]
Zie ook alinea's: -1721-[al:1721]
Referenties naar alinea 1731: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1732
1749
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1749
Zolang de vrijheid niet definitief gevestigd is in haar uiteindelijk goed dat God is, impliceert zij de keuzemogelijkheid tussen goed en kwaad, dus de mogelijkheid om te groeien in volmaaktheid of te bezwijken en te zondigen. Zij karakteriseert de eigenlijk menselijke daden. Ze wordt bron van lof of blaam, van verdienste of tekortkoming.
Zie ook alinea's: -396-[al:396]-1849-[al:1849]-2006-[al:2006]
Zie ook alinea's: -396-[al:396]-1849-[al:1849]-2006-[al:2006]
Referenties naar alinea 1732: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1733
1803
1990
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Geboden 8. - De rustdag, profetie van bevrijding ->=geentekst=
1803
1990
Hoe meer men het goede doet, des te meer wordt men vrij. Er is geen echte vrijheid mogelijk tenzij in dienst van het goede en de gerechtigheid. De keuze voor ongehoorzaamheid en voor het kwaad is een misbruik van de vrijheid en leidt tot de "slavernij van de zonde". (Rom. 6, 17)[[b:Rom. 6, 17]]
Zie ook alinea's: -1803-[al:1803]
Zie ook alinea's: -1803-[al:1803]
Referenties naar alinea 1733: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Geboden 8. - De rustdag, profetie van bevrijding ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1734
1036
1455
1625
1859
1914
1036
1455
1625
1859
1914
De vrijheid maakt de mens verantwoordelijk voor zijn daden in de mate waarin ze vrijwillig zijn. De vooruitgang in de deugd, in de kennis van het goede en in de ascese maakt dat de wil de daden meer beheerst.
Zie ook alinea's: -1036-[al:1036]-1804-[al:1804]
Zie ook alinea's: -1036-[al:1036]-1804-[al:1804]
Referenties naar alinea 1734: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1735
597
1627
1754
1860
2282
2352
2355
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Inleidende Relatio op het Instrumentum Laboris voor de 14 Algemene Gewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Samaritanus Bonus ->=geentekst=
597
1627
1754
1860
2282
2352
2355
De toerekenbaarheid van en de verantwoordelijkheid voor een daad kunnen verminderd of zelfs opgeheven worden door onwetendheid, onoplettendheid, geweld, vrees, gewoonten, onmatige verlangens en andere fysieke of sociale factoren.
Zie ook alinea's: -597-[al:597]
Zie ook alinea's: -597-[al:597]
Referenties naar alinea 1735: 8
Youcat ->=geentekst=Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Inleidende Relatio op het Instrumentum Laboris voor de 14 Algemene Gewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Samaritanus Bonus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1736
1868
2568
1868
2568
Elke daad die rechtstreeks gewild is, kan degene die haar stelt toegerekend worden.
Zo vraagt de Heer aan de vrouw na de zonde in de tuin: "Wat hebt gij daar gedaan?" (Gen. 3, 13)[b:Gen. 3, 13]. Hij vraagt dit eveneens aan Kaïn. (Gen. 4, 10)[[b:Gen. 4, 10]] Zo ook vraagt de profeet Nathan het aan koning David na het overspel met de vrouw van Uria, en de moord op hem. (2 Sam. 12, 7-15)[[b:2 Sam. 12, 7-15]]Zie ook alinea's: -2568-[al:2568]
Een daad kan onrechtstreeks vrijwillig zijn wanneer die voortspruit uit het nalatig niet kennen van wat men had moeten weten of het verzuimen van wat men had moeten doen, bijvoorbeeld een ongeval dat het gevolg is van het niet kennen van de verkeersregels.
Referenties naar alinea 1736: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1737
2263
2263
Een gevolg kan geduld worden zonder dat het gewild wordt door de handelende persoon, bijvoorbeeld de uitputting van een moeder bij het ziekbed van haar ziek kind. Een slecht gevolg is niet toerekenbaar wanneer het niet gewild is als doel of middel tot de handeling, zoals de dood bij het verlenen van hulp aan een persoon in nood. Om toerekenbaar te zijn moet het kwade gevolg te voorzien zijn, en moet degene die handelt in staat zijn het te vermijden, zoals bijvoorbeeld in het geval van een dodelijk ongeluk begaan door een dronken chauffeur.
Zie ook alinea's: -2263-[al:2263]
Zie ook alinea's: -2263-[al:2263]
Referenties naar alinea 1737: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1738
160
2106
Youcat ->=geentekst=
160
2106
Vrijheid wordt uitgeoefend in de intermenselijk betrekkingen. Elke mens, geschapen naar het beeld van God, heeft het natuurrecht erkend te worden als een vrij en verantwoordelijk wezen. Iedereen is gehouden tot die plicht van eerbied voor de ander. Het recht om de vrijheid uit te oefenen is een eis die onlosmakelijk verbonden is met de waardigheid van de menselijke persoon, met name inzake morele en religieuze kwesties. vgl: Dignitatis Humanae, 2[[[702|2]]] Dit recht moet burgerlijk erkend en beschermd worden binnen de grenzen van het algemeen welzijn en de publieke orde. vgl: Dignitatis Humanae, 7[[[702|7]]]
Zie ook alinea's: -2106-[al:2106]-2108-[al:2108]
Zie ook alinea's: -2106-[al:2106]-2108-[al:2108]
Referenties naar alinea 1738: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De menselijke vrijheid in de heilseconomie (1739-1742)
1739
387
401
Geboden 8. - De rustdag, profetie van bevrijding ->=geentekst=
387
401
Vrijheid en zonde. De menselijke vrijheid is eindig en feilbaar. De mens heeft werkelijk gefaald. Vrijwillig heeft hij gezondigd. Door het liefdesplan van God te weigeren, heeft hij zichzelf bedrogen; hij is slaaf geworden van de zonde. Deze eerste vervreemding heeft een menigte andere doen ontstaan. De geschiedenis van de mensheid getuigt vanaf haar oorsprong van de kwalen en de verdrukkingen, die voortgekomen zijn uit het hart van de mens, als gevolg van een slecht gebruik van zijn vrijheid.
Zie ook alinea's: -387-[al:387]-401-[al:401]
Zie ook alinea's: -387-[al:387]-401-[al:401]
Referenties naar alinea 1739: 2
Youcat ->=geentekst=Geboden 8. - De rustdag, profetie van bevrijding ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1740
2108
2488
2526
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2108
2488
2526
Bedreigingen voor de vrijheid. Vrijheid uitoefenen betekent niet het recht om alles te zeggen en alles te doen. Het is onjuist te verklaren dat "de mens, onderwerp van vrijheid, zichzelf voldoende is, met als doel de bevrediging van zijn eigenbelang in het genieten van de dingen van deze aarde". Libertatis conscientia, 13[[1533|13]] Bovendien worden de voorwaarden van economische, sociale, politieke en culturele aard, die nodig zijn voor een juiste uitoefening van de vrijheid, dikwijls miskend en verkracht. Die toestanden van verblinding en onrecht belasten het morele leven en brengen zowel de sterken als de zwakken in de verleiding om te zondigen tegen de liefde. Door zich af te keren van de morele wet tast de mens zijn eigen vrijheid aan, hij ketent zich aan zichzelf vast, verbreekt de solidariteit met zijn naaste en komt in opstand tegen de goddelijke waarheid.
Zie ook alinea's: -2108-[al:2108]-1887-[al:1887]
Zie ook alinea's: -2108-[al:2108]-1887-[al:1887]
Referenties naar alinea 1740: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1741
782
Youcat ->=geentekst=
782
Bevrijding en heil. Door zijn glorierijk kruis heeft Christus het heil verkregen voor alle mensen. Hij heeft hen vrijgekocht van de zonde die hen in slavernij gevangen hield. "Voor de vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt" (Gal. 5, 1)[b:Gal. 5, 1]. In Hem delen wij in "de waarheid die ons vrij maakt" (Joh. 8, 32)[b:Joh. 8, 32]. De Heilige Geest is ons geschonken en, zoals de apostel leert, "waar de Geest is, daar is de vrijheid" (2 Kor. 3, 17)[b:2 Kor. 3, 17]. Vanaf nu roemen wij op de "vrijheid van de kinderen Gods" (Rom. 8, 21)[b:Rom. 8, 21].
Zie ook alinea's: -782-[al:782]
Zie ook alinea's: -782-[al:782]
Referenties naar alinea 1741: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1742
1784
2002
1784
2002
Vrijheid en genade. De genade van Christus concurreert niet met onze vrijheid, wanneer deze overeenstemt met de zin voor het ware en het goede dat God in het hart van de mens gelegd heeft. Integendeel, de christelijke ervaring getuigt ervan, met name in het gebed: hoe meer wij de impulsen van de genade volgen, des te meer groeien onze innerlijke vrijheid en onze standvastigheid, zowel in de beproevingen als tegenover de druk en de dwang van de omringende wereld. Door het werk van de genade voedt de Heilige Geest ons op tot geestelijke vrijheid, om ons tot vrije medewerkers te maken van zijn werk in de Kerk en in de wereld:
Almachtige en barmhartige God, wend in uw goedheid alle onheil van ons af en laat ons, vrij naar lichaam en geest, onbelemmerd uw wil volbrengen. Gebed van de 32e zondag, in: Altaarmissaal (NL) blz. 524; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 479[[4105]]Zie ook alinea's: -2002-[al:2002]-1784-[al:1784]
Referenties naar alinea 1742: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1743-1748)
1743
Youcat ->=geentekst=
"God heeft de mens aan zijn eigen beslissingen onderworpen" (Sir. 15, 14)[b:Sir. 15, 14] opdat hij zich vrij aan zijn Schepper zou kunnen hechten en zo de gelukzalige volmaaktheid bereiken. vgl: § 1[[[575|17]]]
Referenties naar alinea 1743: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1744
Youcat ->=geentekst=
De vrijheid is de mogelijkheid om te handelen of niet te handelen, en zo uit zichzelf vrije daden te stellen. Ze bereikt haar volmaaktheid wanneer ze gericht is op God, het opperste goed.
Referenties naar alinea 1744: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1745
Vrijheid kenmerkt de eigenlijke menselijke daden. Ze maakt de mens verantwoordelijk voor de daden die hij vrijwillig stelt. Zijn weloverwogen handelen komt hem toe als iets dat hem eigen is.
Referenties naar alinea 1745: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1746
De toerekeningsvatbaarheid of de verantwoordelijkheid voor een daad kan verminderd of opgeheven worden door onwetendheid, geweld, vrees en andere psychische of sociale factoren.
Referenties naar alinea 1746: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1747
Het recht van zijn vrijheid gebruik te maken, is een eis die onlosmakelijk verbonden is met de menselijke waardigheid, vooral in religieuze of morele kwesties. Het gebruiken van de vrijheid impliceert echter niet het vermeende recht om alles te zeggen of alles te doen.
Referenties naar alinea 1747: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1748
"Voor de vrijheid heeft Christus ons vrij gemaakt" (Gal. 5, 1)[b:Gal. 5, 1].
Referenties naar alinea 1748: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 - De moraliteit van de menselijke daden (1749-1761)
1749
154
1778
Youcat ->=geentekst=
154
1778
De vrijheid maakt van de mens een moreel subject. Wanneer een mens weloverwogen handelt is hij om zo te zeggen de vader van zijn daden. De menselijke daden, d.w.z. vrij gekozen als gevolg van een gewetensoordeel, zijn moreel kwalificeerbaar. Ze zijn goed of slecht.
Zie ook alinea's: -1732-[al:1732]
Zie ook alinea's: -1732-[al:1732]
Referenties naar alinea 1749: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - De bronnen van de moraliteit (1750-1754)
1750
2484
Youcat ->=geentekst=
2484
De moraliteit van de menselijke daden hangt af:
- van het gekozen object;
- van het beoogde doel of de intentie;
- van de omstandigheden van de daad.
Referenties naar alinea 1750: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1751
1794
1853
Youcat ->=geentekst=
1794
1853
Het gekozen object is een goed waarop de wil zich bewust richt. Het is de grondstof van een menselijke daad. Het gekozen object bepaalt het zedelijk karakter van een wilsdaad, al naargelang de rede het gekozen object al dan niet herkent en beoordeelt als iets dat overeenstemt met het werkelijk goede. De objectieve regels van de moraliteit drukken de redelijke orde uit van het goed en het kwaad, bevestigd door het geweten.
Zie ook alinea's: -1794-[al:1794]
Zie ook alinea's: -1794-[al:1794]
Referenties naar alinea 1751: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1752
1256
2520
Youcat ->=geentekst=
1256
2520
Tegenover het object staat er aan de kant van het handelend subject de intentie. Omdat de intentie wortelt in de vrijwilligheid en zij het handelen bepaalt vanuit het doel, is de intentie een essentieel element in de morele beoordeling van de daad. Het doel is de eerste eindterm van de intentie en omschrijft de doelstelling die door de daad wordt nagestreefd. De intentie is een beweging van de wil naar het doel; ze heeft te maken met de eindterm van het handelen. Ze is het streefdoel van het goede dat verwacht wordt van de ondernomen handeling. De intentie is niet beperkt tot het leiden van onze afzonderlijke daden, maar kan veelvuldige handelingen ordenen op eenzelfde doel; ze kan het hele leven leiden naar het uiteindelijk doel. Bijvoorbeeld, een bewezen dienst heeft tot doel de naaste te helpen, maar kan tevens geïnspireerd worden door de liefde tot God als uiteindelijk doel van al onze handelingen. Een zelfde handeling kan ook ingegeven worden door diverse intenties, zoals een dienst bewijzen om een gunst te verkrijgen of om er zich op te beroemen.
Zie ook alinea's: -2520-[al:2520]-1731-[al:1731]
Zie ook alinea's: -2520-[al:2520]-1731-[al:1731]
Referenties naar alinea 1752: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1753
596
2295
2479
Veritatis Splendor ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
596
2295
2479
Een goede bedoeling (bijvoorbeeld de naaste helpen) maakt een gedrag dat in zichzelf ongeordend is (zoals leugen en kwaadsprekerij) niet goed of rechtvaardig. Het doel wettigt de middelen niet. Zo kan men de veroordeling van een onschuldige niet rechtvaardigen als een wettig middel om het volk te redden. Daarentegen maakt een toegevoegde slechte intentie (zoals ijdele roem) een daad slecht die in zichzelf goed kan zijn (zoals de aalmoes). (Mt. 6, 2-4)[[b:Mt. 6, 2-4]]
Zie ook alinea's: -2479-[al:2479]-596-[al:596]
Zie ook alinea's: -2479-[al:2479]-596-[al:596]
Referenties naar alinea 1753: 4
Evangelium Vitae ->=geentekst=Veritatis Splendor ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1754
Veritatis Splendor ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De omstandigheden, met inbegrip van de gevolgen, zijn secundaire elementen van een zedelijke daad. Ze dragen ertoe bij, de morele goedheid of slechtheid van de menselijke daden te verzwaren of te verminderen (zoals het bedrag bij een diefstal). Ze kunnen ook de verantwoordelijkheid van de handelende persoon verzachten of verzwaren (zoals handelen uit vrees voor de dood). De omstandigheden kunnen uit zichzelf de morele kwaliteit van de daden niet veranderen; ze kunnen een daad die in zichzelf slecht is, niet goed of rechtvaardig maken.
Zie ook alinea's: -1735-[al:1735]
Zie ook alinea's: -1735-[al:1735]
Referenties naar alinea 1754: 4
Evangelium Vitae ->=geentekst=Veritatis Splendor ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Goede daden en slechte daden (1755-1756)
1755
Veritatis Splendor ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De moreel goede daad veronderstelt tegelijkertijd de goedheid van het object, van het doel en van de omstandigheden. Een slecht doel bederft de daad, zelfs indien het object in zichzelf goed is (zoals bidden en vasten "om door de mensen gezien te worden").
Het object van de keuze kan op zichzelf het geheel van een daad bederven. Er zijn concrete gedragingen - zoals ontucht - waarvoor men nooit mag kiezen, omdat de keuze voor deze daden een wanorde van de wil, een moreel kwaad is.
Referenties naar alinea 1755: 4
Evangelium Vitae ->=geentekst=Veritatis Splendor ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1756
1789
2148
2152
2261
2356
2485
Youcat ->=geentekst=
1789
2148
2152
2261
2356
2485
Het is dus verkeerd te oordelen over de moraliteit van de menselijke daden door alleen te kijken naar de bedoeling die hen drijft, of naar de omstandigheden (milieu, sociale druk, dwang of noodzaak om te handelen, enz.) die er het kader van vormen. Er zijn daden die door en in zichzelf, onafhankelijk van de omstandigheden en de bedoelingen, altijd zwaar ontoelaatbaar zijn vanwege hun object; zoals godslastering, meineed, doodslag en overspel. Het is niet toegelaten kwaad te doen opdat er een goed uit voort zou komen.
Zie ook alinea's: -1789-[al:1789]
Zie ook alinea's: -1789-[al:1789]
Referenties naar alinea 1756: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1757-1761)
1757
Object, intentie en omstandigheden zijn de drie "bronnen" van de moraliteit van het menselijk handelen.
Referenties naar alinea 1757: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1758
Het gekozen object bepaalt het zedelijk karakter van de wilsdaad naargelang de rede het als goed of kwaad herkent en beoordeelt.
Referenties naar alinea 1758: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1759
"Men kan een slechte daad met een goede intentie niet rechtvaardigen". 6[[4989]] Het doel wettigt de middelen niet.
Referenties naar alinea 1759: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1760
De zedelijk goede daad veronderstelt tegelijkertijd de goedheid van het object, van het doel en van de omstandigheden.
Referenties naar alinea 1760: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1761
Youcat ->=geentekst=
Er zijn concrete gedragingen die altijd een verkeerde keuze zijn, omdat deze keuze een wanorde van de wil inhoudt, dit wil zeggen een moreel kwaad. Het is niet geoorloofd het kwade te doen, opdat er iets goeds uit voort zou komen.
Referenties naar alinea 1761: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 - De moraliteiten van de hartstochten (1762-1775)
1762
2520
2520
De menselijke persoon richt zich op de zaligheid door zijn welbewuste daden: de hartstochten of gevoelens die hij ervaart, kunnen hem op die zaligheid voorbereiden en ertoe bijdragen.
Referenties naar alinea 1762: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - De hartstochten (1763-1766)
1763
De term "hartstocht" behoort tot het christelijk erfgoed. De gevoelens of hartstochten duiden de emoties of bewegingen van het gevoelsvermogen aan, die ertoe leiden te handelen of niet te handelen met het oog op wat gevoeld of voorgesteld wordt als goed of als kwaad.
Referenties naar alinea 1763: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1764
368
368
De hartstochten zijn natuurlijke componenten van de menselijke psyche, ze vormen de plaats waar het gevoelsleven en het leven van de geest in elkaar overgaan en verzekeren de band tussen beide. Onze Heer duidt het menselijk hart aan als de bron waaruit de stroom van de hartstochten opborrelt. (Mc. 7, 21)[[b:Mc. 7, 21]]
Zie ook alinea's: -368-[al:368]
Zie ook alinea's: -368-[al:368]
Referenties naar alinea 1764: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1765
2302
2302
De hartstochten zijn talrijk. De meest fundamentele hartstocht is de liefde die veroorzaakt wordt door de aantrekkelijkheid van het goede. De liefde veroorzaakt het verlangen naar het afwezige goed en de hoop het te verkrijgen. Deze beweging wordt voltooid in de vreugde om het bezit van het goede. De vrees voor het kwade veroorzaakt haat, afwijzing en vrees voor het komende kwaad. Deze beweging wordt voltooid in de droefheid om het aanwezige kwaad of in de woede die zich er tegen verzet.
Referenties naar alinea 1765: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1766
1777
1777
"Liefde is het goede willen voor iemand". Summa Theologiae, Prima Secundae q. 26 a. 4[[t:ia-iiae q. 26 a. 4]] Alle andere gemoedsaandoeningen hebben hun bron in die oorspronkelijke beweging van het menselijk hart naar het goede. Alleen het goede moet bemind worden. 8,3,4[[905]] "De gevoelens zijn slecht als de liefde slecht is, goed als de liefde goed is". 14,7[[857]]
Zie ook alinea's: -1704-[al:1704]
Zie ook alinea's: -1704-[al:1704]
Referenties naar alinea 1766: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Hartstochten en moreel leven (1767-1770)
1767
1860
2339
2535
1860
2339
2535
In zichzelf zijn hartstochten noch goed, noch slecht. Ze krijgen slechts een morele kwalificatie in de mate waarin ze uitgaan van de rede en van de wil. De hartstochten worden vrijwillig genoemd "ofwel omdat ze bevolen worden door de wil ofwel omdat de wil er zich niet tegen verzet". Summa Theologiae, Prima Secundae q. 24 a. 1[[t:ia-iiae q. 24 a. 1]] Het behoort tot de volmaaktheid van het moreel of menselijk goed dat de hartstochten worden geregeld door de rede. Summa Theologiae Secunda Secundae q. 24 a. 3[[t:iia-iiae q. 24 a. 3]]
Zie ook alinea's: -1860-[al:1860]
Zie ook alinea's: -1860-[al:1860]
Referenties naar alinea 1767: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1768
1803
1865
2005
1803
1865
2005
De sterke gevoelens zeggen niets over de moraliteit of de heiligheid van de personen; ze zijn de onuitputtelijke bron van beelden en genegenheden waarin het morele leven zich uitdrukt. De hartstochten zijn moreel goed, wanneer ze bijdragen tot een goede daad, en slecht in het tegenovergestelde geval. De goede wil richt de gevoelsbewegingen die hij opvangt naar het goede en naar de zaligheid; de slechte wil bezwijkt onder de ongeordende hartstochten en maakt ze erger. De emoties en de gevoelens kunnen geïntegreerd worden in de deugden of tot ontaarding komen in de ondeugden .
Zie ook alinea's: -2005-[al:2005]-1803-[al:1803]-1865-[al:1865]
Zie ook alinea's: -2005-[al:2005]-1803-[al:1803]-1865-[al:1865]
Referenties naar alinea 1768: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1769
In het christelijk leven voltooit de heilige Geest zelf zijn werk door de hele persoon in beweging te brengen, met inbegrip van zijn lijden, angsten en droefheden, zoals blijkt uit de doodstrijd en het lijden van de Heer. In Christus kunnen de menselijke gevoelens hun voltooiing vinden in de goddelijke liefde en zaligheid.
Referenties naar alinea 1769: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1770
De morele volmaaktheid bestaat hierin dat de mens naar het goede toe wordt bewogen niet alleen door zijn wil maar ook door zijn zinnelijk streefvermogen, volgens het woord van de psalm: "Mijn hart en heel mijn wezen gaan juichend uit naar U, de God die leeft" (Ps. 84, 3)[b:Ps. 84, 3].
Zie ook alinea's: -30-[al:30]
Zie ook alinea's: -30-[al:30]
Referenties naar alinea 1770: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1771-1775)
1771
De term "hartstochten" duidt op de gemoedsaandoeningen of gevoelens. Door zijn emoties voorvoelt de mens het goede en vermoedt hij het kwade.
Referenties naar alinea 1771: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1772
De voornaamste hartstochten zijn liefde en haat, verlangen en vrees, vreugde, droefheid en woede.
Referenties naar alinea 1772: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1773
De hartstochten als gevoelsbewegingen zijn moreel noch goed noch slecht. Maar naargelang zij al dan niet onder de rede en de wil staan, worden ze moreel goed of kwaad.
Referenties naar alinea 1773: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1774
De gemoedsbewegingen en gevoelens kunnen geïntegreerd worden in de deugden of tot ontaarding komen in de ondeugden.
Referenties naar alinea 1774: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1775
De morele volmaaktheid bestaat erin dat de mens niet alleen door zijn wil, maar ook door zijn "hart" tot het goede bewogen wordt.
Referenties naar alinea 1775: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 - Het morele geweten (1776-1802)
1776
33
1706
1954
33
1706
1954
"In het diepste van zijn geweten ontdekt de mens een wet, die hij zichzelf niet stelt, maar waaraan hij moet gehoorzamen, en waarvan de stem, die hem steeds weer oproept om het goede te beminnen en het kwade te vermijden, op het juiste moment doorklinkt in de oren van zijn hart. (...) Want de mens heeft de door God geschreven wet in zijn hart. Het geweten is de meest verborgen kern en het heiligdom van de mens, waarin hij alleen is met God, wiens stem in hem weerklinkt". Gaudium et Spes, 16[[575|16]]
Zie ook alinea's: -1954-[al:1954]
Zie ook alinea's: -1954-[al:1954]
Referenties naar alinea 1776: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Het gewetensoordeel (1777-1782)
1777
2071
Youcat ->=geentekst=
2071
Aanwezig in het hart van de persoon, legt het morele geweten (Rom. 2,14-16)[[b:Rom. 2,14-16]] hem op het juiste moment op, het goede te doen en het kwade te mijden. Het beoordeelt ook de concrete keuzen, door de goede te prijzen en de kwade aan te klagen. (Rom. 1,32)[[b:Rom. 1,32]] Het getuigt van het gezag van de waarheid met verwijzing naar het hoogste goed waardoor de menselijke persoon wordt aangetrokken en waarvan hij de geboden ontvangt. Wanneer de voorzichtige mens naar het morele geweten luistert, kan hij God horen spreken.
Zie ook alinea's: -1766-[al:1766]-2071-[al:2071]
Zie ook alinea's: -1766-[al:1766]-2071-[al:2071]
Referenties naar alinea 1777: 2
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1778
Youcat ->=geentekst=
‘Post-abortussyndroom’ en het therapeutisch gebruik van stamcellen uit de navelstreng ->=geentekst=
Het morele geweten is een oordeel van de rede, waardoor de menselijke persoon de morele kwaliteit erkent van een concrete daad die hij gaat stellen of bezig is te stellen of gesteld heeft. In al wat hij zegt of doet, moet de mens trouw datgene volgen, waarvan hij weet dat het billijk en recht is. Door zijn gewetensoordeel ziet en erkent de mens de voorschriften van de goddelijke wet.
Het geweten is een wet van onze geest, maar die onze geest overtreft, die ons bevelen geeft, die verantwoordelijkheid en plicht betekent, vrees en hoop. (...) Het is de boodschapper van Hem die, zowel in de wereld van de natuur als in die van de genade, ons versluierd toespreekt, ons onderricht en ons regeert. Het geweten is de eerste van alle plaatsbekleders van Christus. Newman, Brief aan de hertog...Newman, Brief aan de hertog van Norfolk 5Zie ook alinea's: -1749-[al:1749]
Referenties naar alinea 1778: 3
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
‘Post-abortussyndroom’ en het therapeutisch gebruik van stamcellen uit de navelstreng ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1779
1886
1886
Iedereen moet thuis zijn bij zichzelf, zodat hij de stem van zijn geweten verstaat en volgt. Deze eis tot innerlijkheid is des te noodzakelijker, aangezien het leven ons dikwijls in een situatie plaatst die ons onttrekt aan reflectie, zelfonderzoek of inkeer:
Keer u naar uw geweten, ondervraag het. (...) Keert terug, broeders, naar de innerlijkheid en richt uw blik in al wat gij doet op de Getuige, op God. 8,9[[1182]]Zie ook alinea's: -1886-[al:1886]
Referenties naar alinea 1779: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1780
1806
1806
De waardigheid van de menselijke persoon impliceert en eist de onkreukbaarheid van het morele geweten . Het morele geweten omvat de waarneming van de beginselen van het morele geweten (synderesis), de toepassing ervan in de gegeven omstandigheden door een praktische onderscheiding van de redenen en de goederen, en tenslotte het oordeel over nog te stellen of reeds gestelde concrete daden. De waarheid over het morele goed, verduidelijkt in de wet van de rede, wordt praktisch en concreet erkend door het voorzichtig oordeel van het geweten. Men noemt die mens voorzichtig, die kiest volgens dat oordeel.
Zie ook alinea's: -1806-[al:1806]
Zie ook alinea's: -1806-[al:1806]
Referenties naar alinea 1780: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1781
Het geweten maakt het mogelijk de verantwoordelijkheid voor de gestelde daden op zich te nemen. Wanneer de mens kwaad doet, kan het juiste oordeel van het geweten in hem getuige blijven van de universele waarheid van het goede, evenals van de boosheid van zijn bepaalde keuze. De uitspraak van het gewetensoordeel blijft een onderpand van hoop en barmhartigheid. Door de begane fout bewust te maken, herinnert het gewetensoordeel aan de vergiffenis die moet gevraagd worden, aan het goede dat nog gedaan en de deugd die onophoudelijk beoefend moet worden, met de genade van God:
Dan mogen wij ook voor zijn aanschijn ons geweten geruststellen, ook als het ons veroordeelt, want God is groter dan ons hart en Hij weet alles (1 Joh. 3, 19-20)[b:1 Joh. 3, 19-20].Zie ook alinea's: -1731-[al:1731]
Referenties naar alinea 1781: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1782
2106
2311
2106
2311
De mens heeft het recht te handelen volgens zijn geweten en in vrijheid, ten einde persoonlijk morele beslissingen te nemen. "De mens mag niet gedwongen worden om tegen Zijn geweten in te handelen. Maar men mag hem ook niet beletten om volgens zijn geweten te handelen, vooral niet in godsdienstige aangelegenheden". Dignitatis Humanae, 3[[702|3]]
Zie ook alinea's: -2106-[al:2106]
Zie ook alinea's: -2106-[al:2106]
Referenties naar alinea 1782: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De vorming van het geweten (1783-1785)
1783
1458
2039
Stand for an Ethical Covid-19 Vaccine ->=geentekst=
1458
2039
Het geweten moet geïnformeerd en het morele oordeel verhelderd worden. Een goed gevormd geweten is juist en geloofwaardig. Het verwoordt zijn oordelen volgens de rede, in overeenstemming met het werkelijke goed, dat gewild wordt door de wijsheid van de Schepper. De opvoeding van het geweten is onmisbaar voor menselijke wezens die onderhevig zijn aan negatieve invloeden en bekoord worden door de zonde om de voorkeur te geven aan hun eigen oordeel en de gezagvolle onderrichtingen af te wijzen.
Zie ook alinea's: -2039-[al:2039]
Zie ook alinea's: -2039-[al:2039]
Referenties naar alinea 1783: 2
Youcat ->=geentekst=Stand for an Ethical Covid-19 Vaccine ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1784
1742
1742
De opvoeding van het geweten is een opdracht voor heel het leven. Vanaf de prille jeugd wordt het kind gevoelig gemaakt voor de kennis en de praktijk van de innerlijke wet die erkend wordt door het morele geweten. Een wijze opvoeding leert de deugd aan; ze voorkomt of geneest de vrees, het egoïsme en de hoogmoed, de valse schuldgevoelens en de zelfvoldaanheid, die voortspruiten uit menselijke zwakheden en fouten. De opvoeding van het geweten verzekert de vrijheid en verwekt de vrede van het hart.
Zie ook alinea's: -1742-[al:1742]
Zie ook alinea's: -1742-[al:1742]
Referenties naar alinea 1784: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1785
890
890
In de vorming van het geweten is het Woord Gods het licht op onze weg; wij moeten het ons eigen maken in geloof en gebed en het in praktijk brengen. Wij moeten ook ons geweten onderzoeken met de blik op het kruis van de Heer. Wij worden gesteund door de gaven van de heilige Geest, geholpen door het getuigenis of de raadgevingen van anderen en geleid door het gezagvolle onderricht van de Kerk. vgl: Dignitatis Humanae, 14[[[702|14]]]
Zie ook alinea's: -890-[al:890]
Zie ook alinea's: -890-[al:890]
Referenties naar alinea 1785: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - Kiezen volgens zijn geweten (1786-1789)
1786
Geplaatst voor een morele keuze, kan het geweten zich ofwel een juist oordeel vormen, dat overeenstemt met de rede en de goddelijke wet, ofwel integendeel een verkeerd oordeel, dat de mens ervan verwijdert.
Referenties naar alinea 1786: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1787
1955
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
1955
De mens wordt soms geconfronteerd met situaties die het moreel oordeel minder zeker en de beslissing moeilijk maken. Maar hij moet altijd zoeken naar wat juist en goed is en de wil van God onderkennen die uitgedrukt wordt in de goddelijke wet.
Zie ook alinea's: -1955-[al:1955]
Zie ook alinea's: -1955-[al:1955]
Referenties naar alinea 1787: 2
Youcat ->=geentekst=Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1788
1806
1806
Hiertoe spant de mens zich in, de gegevens van de ervaring en de tekenen van de tijd uit te leggen met behulp van de deugd van voorzichtigheid, de raadgevingen van bezonnen personen en dankzij de hulp van de heilige Geest en zijn gaven.
Zie ook alinea's: -1806-[al:1806]
Zie ook alinea's: -1806-[al:1806]
Referenties naar alinea 1788: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1789
1756
1970
1971
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
1756
1970
1971
Enkele regels kunnen in alle gevallen toegepast worden:
Zie ook alinea's: -1756-[al:1756]-1970-[al:1970]-1827-[al:1827]-1-[al:1]
- Nooit mag men kwaad doen, opdat er een goed uit volgt.
- De "gulden regel": "Alles wat gij wilt dat de mensen voor u doen, doet dat ook voor hen" (Mt. 7, 12)[b:Mt. 7, 12]. (Lc. 6, 31; Tobit. 4, 15)[[b:Lc. 6, 31; Tobit. 4, 15]]
- Liefde heeft altijd te maken met eerbied voor de naaste en zijn geweten: "Door te zondigen tegen de broeders en hun angstvallig geweten te kwetsen (...) zondigt gij tegen Christus" (1 Kor. 8, 12)[b:1 Kor. 8, 12]. "Het is goed zich te onthouden (...) wanneer uw broeder daardoor geërgerd wordt" (Rom. 14, 21)[b:Rom. 14, 21].
Zie ook alinea's: -1756-[al:1756]-1970-[al:1970]-1827-[al:1827]-1-[al:1]
Referenties naar alinea 1789: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - Het dwalend oordeel (1790-1794)
1790
2311
2311
De mens moet altijd gehoorzamen aan het zekere oordeel van zijn geweten. Zou hij welbewust tegen dit gewetensoordeel in handelen, dan zou hij zichzelf veroordelen. Maar het kan gebeuren dat het morele geweten onwetend is en een verkeerd oordeel velt over nog te stellen of reeds gestelde daden.
Referenties naar alinea 1790: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1791
Dikwijls is men voor deze onwetendheid persoonlijk verantwoordelijk. Zo is het "wanneer de mens zich weinig zorgen maakt over het zoeken naar het ware en goede, en het geweten door de gewoonte tot zondigen langzamerhand praktisch blind wordt". Gaudium et Spes, 16[[575|16]] In deze gevallen is de persoon schuldig aan het begane kwaad.
Zie ook alinea's: -1704-[al:1704]
Zie ook alinea's: -1704-[al:1704]
Referenties naar alinea 1791: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1792
133
133
Aan de oorsprong van de afwijkingen van het oordeel in het moreel handelen kunnen liggen: onwetendheid aangaande Christus en zijn Evangelie, het slechte voorbeeld van anderen, de slavernij van de driften, het beroep op een verkeerd begrepen autonomie van het geweten, het ontkennen van het gezag van de Kerk en haar onderricht, het gebrek aan bekering en liefde.
Zie ook alinea's: -133-[al:133]
Zie ook alinea's: -133-[al:133]
Referenties naar alinea 1792: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1793
Youcat ->=geentekst=
Wanneer daarentegen de onwetendheid onoverkomelijk is, of als het oordeel dwalend is zonder verantwoordelijkheid van het moreel subject, dan kan het kwaad dat door de persoon bedreven wordt, hem niet aangerekend worden. Dit neemt niet weg dat het een kwaad blijft, een gemis, een wanorde. Men moet dus werken om het moreel geweten te zuiveren van zijn dwalingen.
Zie ook alinea's: -1860-[al:1860]
Zie ook alinea's: -1860-[al:1860]
Referenties naar alinea 1793: 2
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1794
1751
1751
Een goed en zuiver geweten wordt verlicht door het waarachtig geloof. Want de liefde komt tegelijkertijd voort "uit een rein hart, een goed geweten en een ongeveinsd geloof" (1 Tim. 1, 5)[b:1 Tim. 1, 5]. (1 Tim. 3, 9; 2 Tim. 1, 3; 1 Petr. 3, 21; Hand. 24, 16)[[b:1 Tim. 3, 9; 2 Tim. 1, 3; 1 Petr. 3, 21; Hand. 24, 16]]
Hoe meer een juist geweten de overhand heeft, des te meer verwijderen personen en groepen zich van de blinde willekeur en leggen zij er zich op toe zich te conformeren aan de objectieve normen van de moraliteit. Gaudium et Spes, 16[[575|16]]Zie ook alinea's: -1751-[al:1751]
Referenties naar alinea 1794: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1795-1802)
1795
"Het geweten is de meest innerlijke kern en het heiligdom van de mens, waarin hij alleen is met God, wiens stem binnen in hem weerklinkt". Gaudium et Spes, 16[[575|16]]
Referenties naar alinea 1795: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1796
Het morele geweten is een oordeel van de rede waardoor de menselijke persoon de morele kwaliteit van een bepaalde daad erkent.
Referenties naar alinea 1796: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1797
Voor de mens die kwaad gedaan heeft, blijft de uitspraak van zijn geweten een onderpand van bekering en hoop.
Referenties naar alinea 1797: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1798
Een goed gevormd geweten is juist en waarachtig. Het formuleert zijn oordelen volgens de rede, in overeenstemming met het werkelijke goed dat gewild wordt door de wijsheid van de Schepper. Iedereen moet de middelen tot gewetensvorming gebruiken.
Referenties naar alinea 1798: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1799
Staande voor een morele keuze kan het geweten of een juist oordeel vellen, dat overeenstemt met de rede en de goddelijke wet, of integendeel een verkeerd oordeel dat zich ervan verwijdert.
Referenties naar alinea 1799: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1800
De mens moet altijd het zekere oordeel van zijn geweten volgen.
Referenties naar alinea 1800: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1801
Het morele geweten kan onwetend zijn of verkeerde oordelen vellen. Die onwetendheid en die dwalingen zijn niet altijd vrij van schuld.
Referenties naar alinea 1801: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1802
Het woord van God is een licht voor onze voeten. Wij moeten het ons eigen maken in geloof en gebed en het in praktijk brengen. Zo wordt het morele geweten gevormd.
Referenties naar alinea 1802: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 - De deugden (1803-1845)
1803
1697
1733
1768
Deugden in de ethiek van het leven ->=geentekst=
Ondeugden en deugden. 11. - Het deugdzaam handelen ->=geentekst=
1697
1733
1768
"Houdt uw aandacht gevestigd op al wat waar is, al wat edel is, wat rechtvaardig is en rein, beminnelijk en aantrekkelijk, op al wat deugd heet en lof verdient" (Fil. 4, 8)[b:Fil. 4, 8].
De deugd is een levenshouding, een vaste gesteltenis, om het goede te doen. Ze maakt het de mens mogelijk, niet alleen goede daden te stellen maar ook het beste van zichzelf te geven. De deugdzame mens streeft naar het goede met al zijn zintuiglijke en geestelijke krachten. Hij streeft het na en kiest ervoor in concrete daden.
De deugd is een levenshouding, een vaste gesteltenis, om het goede te doen. Ze maakt het de mens mogelijk, niet alleen goede daden te stellen maar ook het beste van zichzelf te geven. De deugdzame mens streeft naar het goede met al zijn zintuiglijke en geestelijke krachten. Hij streeft het na en kiest ervoor in concrete daden.
Het doel van een deugdzaam leven bestaat erin gelijkvormig te worden aan God. 1[[862]]Zie ook alinea's: -1733-[al:1733]-1768-[al:1768]
Referenties naar alinea 1803: 3
Youcat ->=geentekst=Deugden in de ethiek van het leven ->=geentekst=
Ondeugden en deugden. 11. - Het deugdzaam handelen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - De menselijke deugden (1804-1811)
1804
1697
1734
2223
2500
"Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
1697
1734
2223
2500
De menselijke deugden zijn standvastige houdingen, stabiele gesteltenissen, vervolmakingen van het verstand en wil, die tot levenshoudingen worden, onze daden regelen, onze hartstochten ordenen en ons gedrag leiden volgens de rede en het geloof. Ze verschaffen gemak, beheersing en vreugde om een moreel goed leven te leiden. De deugdzame mens is hij die in vrijheid het goede doet.
De zedelijke deugden zijn menselijke verworvenheden. Ze zijn vrucht en zaad van zedelijk goede daden; ze maken alle menselijke krachten bereid om deel te hebben aan de goddelijke liefde.
Zie ook alinea's: -2500-[al:2500]-1827-[al:1827]
De zedelijke deugden zijn menselijke verworvenheden. Ze zijn vrucht en zaad van zedelijk goede daden; ze maken alle menselijke krachten bereid om deel te hebben aan de goddelijke liefde.
Zie ook alinea's: -2500-[al:2500]-1827-[al:1827]
Referenties naar alinea 1804: 2
Youcat ->=geentekst="Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1805
1697
1697
Onderscheid van de kardinale deugden
Vier deugden vervullen een scharnierfunctie. Daarom worden ze "kardinaal" genoemd; alle andere deugden vinden hun plaats rond deze vier. Het zijn de voorzichtigheid, de rechtvaardigheid, de sterkte en de matigheid. "En als iemand de gerechtigheid liefheeft, de vruchten van de wijsheid zijn de deugden; matigheid leert zij en voorzichtigheid, rechtvaardigheid en sterkte" (Wijsh. 8, 7)[b:Wijsh. 8, 7]. Onder andere benamingen worden deze deugden in tal van passages van de Schrift geprezen.
Vier deugden vervullen een scharnierfunctie. Daarom worden ze "kardinaal" genoemd; alle andere deugden vinden hun plaats rond deze vier. Het zijn de voorzichtigheid, de rechtvaardigheid, de sterkte en de matigheid. "En als iemand de gerechtigheid liefheeft, de vruchten van de wijsheid zijn de deugden; matigheid leert zij en voorzichtigheid, rechtvaardigheid en sterkte" (Wijsh. 8, 7)[b:Wijsh. 8, 7]. Onder andere benamingen worden deze deugden in tal van passages van de Schrift geprezen.
Referenties naar alinea 1805: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1806
1697
1780
1788
Youcat ->=geentekst=
1697
1780
1788
De voorzichtigheid is de deugd die de praktische rede in staat stelt in alle omstandigheden het werkelijk goede te ontwaren en de juiste middelen te kiezen om het tot stand te brengen. "De schrandere kijkt uit waar hij gaat" (Spr. 14, 15)[b:Spr. 14, 15]. "Weest dus bezonnen en nuchter opdat gij kunt bidden" (1 Pt. 4, 7)[b:1 Pt. 4, 7]. De voorzichtigheid is de "juiste regel tot handelen" schrijft de heilige Thomas Summa Theologiae Secunda Secundae q. 47 a. 2[[t:iia-iiae q. 47 a. 2]] in navolging van Aristoteles. Ze mag niet verward worden met schuchterheid of vrees, en ook niet met dubbelhartigheid of veinzerij. Ze wordt auriga virtutum (leidsvrouw van de deugden) genoemd: ze leidt de andere deugden door hun te wijzen op regel en maat. Het is de voorzichtigheid die onmiddellijk het gewetensoordeel leidt. De voorzichtige mens bepaalt en ordent zijn gedrag volgens dit oordeel. Dankzij deze deugd kunnen wij zonder dwalen de morele principes toepassen op de concrete gevallen en overwinnen wij de twijfels omtrent het goede dat gedaan en het kwade dat vermeden moet worden.
Zie ook alinea's: -1788-[al:1788]-1780-[al:1780]
Zie ook alinea's: -1788-[al:1788]-1780-[al:1780]
Referenties naar alinea 1806: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1807
1697
2006
2095
2304
2401
2407
2411
2469
2472
Ondeugden en deugden. 13. - De rechtvaardigheid ->=geentekst=
1697
2006
2095
2304
2401
2407
2411
2469
2472
De rechtvaardigheid is de morele deugd die bestaat in de voortdurende en vaste wil om aan God en de naaste te geven waar ze recht op hebben. Rechtvaardigheid tegenover God wordt "deugd van godsvrucht" genoemd. Rechtvaardigheid ten opzichte van de mensen leidt ertoe de rechten van ieder te eerbiedigen en in de menselijke verhoudingen de harmonie tot stand te brengen die de rechtschapenheid bevordert ten opzichte van de personen en het algemeen welzijn. De rechtvaardige mens, die zo dikwijls vermeld wordt in de heilige boeken, onderscheidt zich door de tot houding geworden rechtschapenheid van gedachten en gedrag jegens zijn naaste. "Wees niet partijdig bij het rechtspreken: begunstig de arme niet en zie de rijke niet naar de ogen; spreek rechtvaardig recht over uw volksgenoten" (Lev. 19, 15)[b:Lev. 19, 15]. "Meesters, betracht jegens uw slaven recht en billijkheid in het besef dat ook gij een meester hebt in de hemel" (Kol. 4, 1)[b:Kol. 4, 1].
Zie ook alinea's: -2095-[al:2095]-2401-[al:2401]
Zie ook alinea's: -2095-[al:2095]-2401-[al:2401]
Referenties naar alinea 1807: 2
Youcat ->=geentekst=Ondeugden en deugden. 13. - De rechtvaardigheid ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1808
1697
2473
2848
"De hoop wordt niet teleurgesteld" (Rom. 5, 5) en maakt ons sterk in de beproeving ->=geentekst=
1697
2473
2848
De sterkte is de morele deugd die in moeilijkheden standvastigheid en volharding verzekert in het streven naar het goede. Ze bevestigt het besluit aan de bekoringen te weerstaan en de struikelblokken in het morele leven te overwinnen. De deugd van sterkte maakt het mogelijk de angst te overwinnen, zelfs voor de dood en de beproeving en de vervolgingen te trotseren. Ze stelt in staat om zó ver te gaan dat men zichzelf verloochent en het offer van zijn leven brengt om een rechtvaardige zaak te verdedigen. "Mijn kracht is de Heer en mijn lofzang: Hij heeft mij redding gebracht" (Ps. 118, 14)[b:Ps. 118, 14]. "Weliswaar leeft gij in de wereld in verdrukking, maar hebt goede moed: Ik heb de wereld overwonnen" (Joh. 16, 33)[b:Joh. 16, 33].
Zie ook alinea's: -2848-[al:2848]-2473-[al:2473]
Zie ook alinea's: -2848-[al:2848]-2473-[al:2473]
Referenties naar alinea 1808: 2
Ondeugden en deugden. 14. - De sterkte ->=geentekst="De hoop wordt niet teleurgesteld" (Rom. 5, 5) en maakt ons sterk in de beproeving ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1809
1697
2290
2341
2407
2517
Youcat ->=geentekst=
Ondeugden en deugden. 15. - De matigheid ->=geentekst=
1697
2290
2341
2407
2517
De matigheid is de morele deugd die de aantrekkingskracht van de genoegens tempert en evenwicht brengt in het gebruik van de geschapen goederen. Ze verzekert de beheersing van de wil over de instincten en houdt de verlangens binnen de grenzen van de betamelijkheid. De matige persoon richt de strevingen van zijn zinnen op het goede, behoudt een gezonde bescheidenheid en "laat zich niet meeslepen door eigen zin en kracht om te wandelen naar de begeerten van zijn hart" (Sir. 5, 2)[b:Sir. 5, 2]. (Sir. 37, 27-31)[[b:Sir. 37, 27-31]] De matigheid wordt dikwijls geprezen in het Oude Testament: "Loop niet achter uw begeerten aan en houd u ver van uw lusten" (Sir. 18, 30)[b:Sir. 18, 30]. In het Nieuwe Testament wordt ze "bezonnenheidingetogenheid" of "soberheid" genoemd. Wij moeten "bezonnen, rechtvaardig en vroom leven in deze tijd" (Tit. 2, 12)[b:Tit. 2, 12].
Goed leven is niets anders dan God beminnen met heel zijn hart, met heel zijn ziel en met al zijn krachten. Men behoudt voor Hem heel zijn liefde (door de matigheid) die door geen ongeluk aan het wankelen wordt gebracht (wat bij de sterkte hoort), die slechts Hem alleen gehoorzaamt (en dat is de rechtvaardigheid), die waakt om alle dingen te onderscheiden uit vrees verrast te worden door list of leugen (dit is de voorzichtigheid). 1,25,46[[2218]]Zie ook alinea's: -2341-[al:2341]-2517-[al:2517]
Referenties naar alinea 1809: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Ondeugden en deugden. 15. - De matigheid ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
N.v.d.r.: "Bezonnenheid" is de vertaling in de Willibrordvertaling 1975 van het "sobrie" in de Vulgaat, waar de Canisiusvertaling nog "ingetogenheid" gebruikt en wat dichter tegen "sobrie" aanligt dan "bezonnenheid".
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1810
1266
1697
2345
1266
1697
2345
De deugden en de genade
De menselijke deugden worden verworven door opvoeding, door weloverwogen daden en door een telkens vernieuwde volharding. Ze worden gezuiverd en verheven door de goddelijke genade. Met de hulp van God smeden zij het karakter en schenken gemak bij het doen van het goede. De deugdzame mens is blij ze in praktijk te brengen.
Zie ook alinea's: -1266-[al:1266]
De menselijke deugden worden verworven door opvoeding, door weloverwogen daden en door een telkens vernieuwde volharding. Ze worden gezuiverd en verheven door de goddelijke genade. Met de hulp van God smeden zij het karakter en schenken gemak bij het doen van het goede. De deugdzame mens is blij ze in praktijk te brengen.
Zie ook alinea's: -1266-[al:1266]
Referenties naar alinea 1810: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1811
1697
1697
Voor de mens die gewond is door de zonde is het niet gemakkelijk het moreel evenwicht te bewaren. De gave van het heil door Christus schenkt ons de nodige genade om te volharden in het zoeken naar de deugden. Iedereen moet steeds deze genade van licht en kracht vragen, tot de sacramenten naderen, meewerken met de Heilige Geest, zijn oproepen volgen om het goede te beminnen en zich te hoeden voor het kwaad.
Zie ook alinea's: -2015-[al:2015]
Zie ook alinea's: -2015-[al:2015]
Referenties naar alinea 1811: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De goddelijke deugden (1812-1829)
1812
1266
1697
1991
2656
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 1. Inleiding ->=geentekst=
1266
1697
1991
2656
De menselijke deugden hebben hun wortels in de goddelijke deugden die de menselijke vermogens geschikt maken voor de deelname aan de goddelijke natuur. (2 Pt. 1, 4)[[b:2 Pt. 1, 4]] Want de goddelijke deugden verwijzen rechtstreeks naar God. Ze stellen de Christenen in staat om in verbondenheid met de heilige Drie-eenheid te leven. Ze hebben de ene en drie-ene God als oorsprong, motief en einddoel.
Zie ook alinea's: -2086-[al:2086]-2656-[al:2656]-1266-[al:1266]
Zie ook alinea's: -2086-[al:2086]-2656-[al:2656]-1266-[al:1266]
Referenties naar alinea 1812: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 1. Inleiding ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1813
1697
2656
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 1. Inleiding ->=geentekst=
Ondeugden en deugden. 16. - Het genadeleven in de Geest ->=geentekst=
1697
2656
De goddelijke deugden funderen, bezielen en kenmerken het morele handelen van de Christen. Ze vervolmaken alle morele deugden en brengen die tot leven. Ze zijn door God ingestort in de ziel van de gelovigen om hen in staat te stellen te handelen als zijn kinderen en het eeuwig leven te verdienen. Ze zijn het onderpand van de tegenwoordigheid en het handelen van de heilige Geest in de menselijke vermogens. Er zijn drie goddelijke deugden: het geloof, de hoop en de liefde. (1 Kor. 13, 13)[[b:1 Kor. 13, 13]]
Zie ook alinea's: -2008-[al:2008]
Zie ook alinea's: -2008-[al:2008]
Referenties naar alinea 1813: 4
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 1. Inleiding ->=geentekst=
Ondeugden en deugden. 16. - Het genadeleven in de Geest ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1814
153
274
506
1697
2087
2609
2656
Ondeugden en deugden. 17. - Het geloof ->=geentekst=
153
274
506
1697
2087
2609
2656
Het geloof
Het geloof is de goddelijke deugd waardoor we in God geloven en in alles wat Hij ons gezegd en geopenbaard heeft, en dat de heilige Kerk ons voorhoudt te geloven, omdat Hij de waarheid zelf is. Door het geloof "vertrouwt de mens zich in vrijheid geheel aan God toe". Dei Verbum, 5[[576|5]] Daarom probeert de gelovige de wil van God te kennen en te volbrengen. "Die gerechtvaardigd is door het geloof zal leven" (Rom. 1, 17)[b:Rom. 1, 17]. Het levende geloof "handelt door de liefde" (Gal. 5, 6)[b:Gal. 5, 6].
Zie ook alinea's: -142-[al:142]-506-[al:506]
Het geloof is de goddelijke deugd waardoor we in God geloven en in alles wat Hij ons gezegd en geopenbaard heeft, en dat de heilige Kerk ons voorhoudt te geloven, omdat Hij de waarheid zelf is. Door het geloof "vertrouwt de mens zich in vrijheid geheel aan God toe". Dei Verbum, 5[[576|5]] Daarom probeert de gelovige de wil van God te kennen en te volbrengen. "Die gerechtvaardigd is door het geloof zal leven" (Rom. 1, 17)[b:Rom. 1, 17]. Het levende geloof "handelt door de liefde" (Gal. 5, 6)[b:Gal. 5, 6].
Zie ook alinea's: -142-[al:142]-506-[al:506]
Referenties naar alinea 1814: 2
Youcat ->=geentekst=Ondeugden en deugden. 17. - Het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1815
1697
2087
2656
Manifest van het geloof ->=geentekst=
1697
2087
2656
De gave van het geloof blijft in wie niet tegen haar heeft gezondigd. vgl: DH 1545[[[668|25]]] Maar "het geloof is dood zonder de daad" (Jak. 2, 26)[b:Jak. 2, 26]: zonder hoop en liefde verbindt het geloof de gelovige niet ten volle met Christus en maakt het de mens niet tot een levend lidmaat van Christus' lichaam.
Referenties naar alinea 1815: 2
Youcat ->=geentekst=Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1816
1697
2087
2471
2656
1697
2087
2471
2656
De volgeling van Christus moet niet alleen het geloof bewaren en ernaar leven, hij moet het ook belijden, ervan getuigen vanuit een diepe zekerheid, en het verspreiden: "Allen moeten bereid zijn om Christus tegenover de mensen te belijden en Hem te midden van vervolgingen die de kerk nooit bespaard zullen worden, op zijn kruisweg te volgen". Lumen Gentium, 42[[617|42]] vgl: Dignitatis Humanae, 14[[[702|14]]] De dienst en het getuigenis van het geloof zijn vereist voor het heil: "Ieder die Mij bij de mensen belijdt, hem zal ook Ik als de mijne erkennen bij mijn Vader die in de hemel is. Maar ieder die Mij zal verloochenen tegenover de mensen, hem zal ook Ik verloochenen tegenover mijn Vader die in de hemel is" (Mt. 10, 32-33)[b:Mt. 10, 32-33].
Zie ook alinea's: -2471-[al:2471]
Zie ook alinea's: -2471-[al:2471]
Referenties naar alinea 1816: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1817
274
1697
2090
2656
'Wij stellen onze hoop op de levende God’ (Tim. 4, 10) ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Ondeugden en deugden. 18. - De Hoop ->=geentekst=
Spes Non Confundit ->=geentekst=
274
1697
2090
2656
De hoop
De hoop is de goddelijke deugd waardoor wij naar het rijk der hemelen en het eeuwig leven verlangen als naar ons geluk, door ons vertrouwen te stellen in de beloften van Christus, hierbij niet steunend op onze krachten maar op de hulp van de genade van de heilige Geest. "Laten wij onwrikbaar vasthouden aan de belijdenis van onze hoop, want Hij die de beloften deed is betrouwbaar" (Heb. 10, 23)[b:Heb. 10, 23]. "Want Hij heeft de heilige Geest overvloedig over ons uitgestort door Jezus Christus onze Heiland. Zo zijn wij door zijn genade gerechtvaardigd en erfgenamen geworden van het eeuwige leven waar onze hoop op gericht is" (Tit. 3, 6-7)[b:Tit. 3, 6-7].
Zie ook alinea's: -1024-[al:1024]
De hoop is de goddelijke deugd waardoor wij naar het rijk der hemelen en het eeuwig leven verlangen als naar ons geluk, door ons vertrouwen te stellen in de beloften van Christus, hierbij niet steunend op onze krachten maar op de hulp van de genade van de heilige Geest. "Laten wij onwrikbaar vasthouden aan de belijdenis van onze hoop, want Hij die de beloften deed is betrouwbaar" (Heb. 10, 23)[b:Heb. 10, 23]. "Want Hij heeft de heilige Geest overvloedig over ons uitgestort door Jezus Christus onze Heiland. Zo zijn wij door zijn genade gerechtvaardigd en erfgenamen geworden van het eeuwige leven waar onze hoop op gericht is" (Tit. 3, 6-7)[b:Tit. 3, 6-7].
Zie ook alinea's: -1024-[al:1024]
Referenties naar alinea 1817: 5
Spe Salvi ->=geentekst='Wij stellen onze hoop op de levende God’ (Tim. 4, 10) ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Ondeugden en deugden. 18. - De Hoop ->=geentekst=
Spes Non Confundit ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1818
1697
1917
2090
2656
Youcat ->=geentekst=
1697
1917
2090
2656
De deugd van hoop beantwoordt aan het verlangen naar geluk dat God in elk mensenhart gelegd heeft; ze neemt in zich op alle hoop die het menselijk handelen bezielt; ze zuivert die om ze te richten op het rijk der hemelen; ze behoedt voor ontmoediging; ze is een steun bij verlatenheid; ze brengt vreugde in het hart in de verwachting van de gelukzalige eeuwigheid. Het vuur van de hoop beschermt tegen egoïsme en leidt naar het geluk van de liefde.
Zie ook alinea's: -27-[al:27]
Zie ook alinea's: -27-[al:27]
Referenties naar alinea 1818: 2
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1819
146
1697
2090
2656
Youcat ->=geentekst=
146
1697
2090
2656
De christelijke hoop herneemt en vervult de hoop van het uitverkoren volk. Deze hoop heeft haar oorsprong en voorbeeld in de hoop van Abraham die in Isaak de beloften van God vervuld zag en die gezuiverd werd door de beproeving van het offer. (Gen. 17, 4-8; Gen. 22, 1.18)[[b:Gen. 17, 4-8; Gen. 22, 1.18]] "Tegen alle hoop in heeft hij gehoopt, en geloofd dat hij vader zou worden van vele volkeren" (Rom. 4, 18)[b:Rom. 4, 18].
Zie ook alinea's: -146-[al:146]
Zie ook alinea's: -146-[al:146]
Referenties naar alinea 1819: 2
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1820
1697
1717
2090
2656
2772
Youcat ->=geentekst=
Laten we samen wandelen in de hoop ->=geentekst=
1697
1717
2090
2656
2772
De christelijke hoop wordt vanaf het begin van Jezus' prediking ontvouwd in de verkondiging van de zaligsprekingen. De zaligsprekingen tillen onze hoop omhoog naar de hemel als naar het nieuwe beloofde land; ze bakenen er de weg van af door de beproevingen heen, die de volgelingen van Jezus te wachten staan. Maar door de verdiensten van Jezus Christus en zijn lijden bewaart God ons in "de hoop die niet teleurgesteld wordt" (Rom. 5, 5)[b:Rom. 5, 5]. De hoop is het "anker voor de ziel", veilig en sterk, "zij dringt door binnen het heiligdom waar Jezus voor ons als voorloper is binnengegaan" (Heb. 6, 19-20)[b:Heb. 6, 19-20]. Ze is ook een wapen dat ons beschermt in de strijd om het heil: "toegerust met het pantser van geloof en liefde en met de helm der heilsverwachting" (1 Tess. 5, 8)[b:1 Tess. 5, 8]. Ze brengt ons vreugde zelfs in de beproeving: "Laat de hoop u blij maken, houdt stand in de verdrukking" (Rom. 12, 12)[b:Rom. 12, 12]. Ze drukt zich uit en voedt zich met het gebed, in het bijzonder met het Onze Vader, samenvatting van al wat de hoop ons doet verlangen.
Zie ook alinea's: -1716-[al:1716]-2772-[al:2772]
Zie ook alinea's: -1716-[al:1716]-2772-[al:2772]
Referenties naar alinea 1820: 3
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Laten we samen wandelen in de hoop ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1821
1037
1697
2016
2090
2656
Youcat ->=geentekst=
Laten we samen wandelen in de hoop ->=geentekst=
1037
1697
2016
2090
2656
Wij mogen dus op de hemelse heerlijkheid hopen die God beloofd heeft aan wie hem liefhebben (Rom. 8, 28-30)[[b:Rom. 8, 28-30]] en zijn wil volbrengen. (Mt. 7, 21)[[b:Mt. 7, 21]] In alle omstandigheden moet ieder hopen, met Gods genade, te "volharden tot het einde" (Mt. 10, 22)[[b:Mt. 10, 22]] vgl: DH 1541[[[668|21]]] en de vreugde van de hemel te verwerven als eeuwige beloning van God voor alle goede daden gesteld met de genade van Christus. In de hoop bidt de kerk dat "alle mensen gered mogen worden" (1 Tim. 2, 4)[b:1 Tim. 2, 4]. Ze verlangt ernaar in de hemelse heerlijkheid verenigd te worden met Christus, haar bruidegom:
Hoop mijn ziel, hoop. Ge kent de dag en het uur niet, Waak zorgvuldig, alles gaat snel voorbij, hoewel uw ongeduld twijfelachtig maakt wat zeker is, en lang maakt een zeer korte tijd. Bedenk dat ge, hoe meer ge strijdt, des te meer de liefde bewijst die ge God toedraagt en dat ge u eens des te meer zult verheugen met uw Welbeminde, in een geluk en een verrukking die nooit een einde kennen. 15,3[[5031]]Zie ook alinea's: -2016-[al:2016]-1037-[al:1037]
Referenties naar alinea 1821: 3
Spe Salvi ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Laten we samen wandelen in de hoop ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1822
735
1452
1697
2093
2656
735
1452
1697
2093
2656
De liefde
De liefde is de goddelijke deugd waardoor wij God beminnen boven alles en omwille van Hemzelf, en onze naaste als onszelf ter liefde Gods.
Zie ook alinea's: -1723-[al:1723]
De liefde is de goddelijke deugd waardoor wij God beminnen boven alles en omwille van Hemzelf, en onze naaste als onszelf ter liefde Gods.
Zie ook alinea's: -1723-[al:1723]
Referenties naar alinea 1822: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1823
1697
1970
2093
2656
1697
1970
2093
2656
Jezus maakt van de liefde het nieuwe gebod . (Joh. 13, 34)[[b:Joh. 13, 34]] Door de zijnen te beminnen "tot het uiterste" (Joh. 13, 1)[b:Joh. 13, 1] openbaart Hij de liefde van de Vader die Hij ontvangt. Door elkaar te beminnen volgen de leerlingen de liefde van Jezus na, die ze ook in zich ontvangen. Daarom zegt Jezus: "Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb ook Ik u liefgehad. Blijft in mijn liefde" (Joh. 15, 9)[b:Joh. 15, 9]. En ook nog: "Dit is mijn gebod dat gij elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad" (Joh. 15, 12)[b:Joh. 15, 12].
Zie ook alinea's: -1970-[al:1970]
Zie ook alinea's: -1970-[al:1970]
Referenties naar alinea 1823: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1824
1697
2093
2656
1697
2093
2656
De liefde, vrucht van de Geest en vervulling van de wet, onderhoudt de geboden van God en zijn Gezalfde: "Blijft in mijn liefde. Als gij mijn geboden onderhoudt, zult gij in mijn liefde blijven" (Joh. 15, 9-10)[b:Joh. 15, 9-10]. (Mt. 22, 40; Rom. 13, 8-10)[[b:Mt. 22, 40; Rom. 13, 8-10]]
Zie ook alinea's: -735-[al:735]
Zie ook alinea's: -735-[al:735]
Referenties naar alinea 1824: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1825
604
1697
1889
1931
2093
2656
604
1697
1889
1931
2093
2656
Christus is uit liefde voor ons gestorven, toen wij nog "vijanden" (Rom. 5, 10)[b:Rom. 5, 10] waren. De Heer vraagt ons om, zoals Hij, zelfs onze vijanden (Mt. 5, 44)[[b:Mt. 5, 44]] te beminnen, om onszelf te maken tot de naaste van degene die het verst (Lc. 10, 27-37)[[b:Lc. 10, 27-37]] van ons afstaat, de kinderen (Mc. 9, 37)[[b:Mc. 9, 37]] en de armen (Mt. 25, 40.45)[[b:Mt. 25, 40.45]] lief te hebben, zoals Hijzelf dit doet.
De apostel Paulus heeft een weergaloos beeld van de liefde geschetst: "De liefde is lankmoedig en goedertieren; de liefde is niet afgunstig, zij praalt niet, zij beeldt zich niets in. Zij geeft niet om de schone schijn, zij zoekt zichzelf niet, zij laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan. Zij verheugt zich niet over onrecht, maar vindt haar vreugde in de waarheid. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles duldt zij" (1 Kor. 13, 4-7)[b:1 Kor. 13, 4-7].Zie ook alinea's: -604-[al:604]
Referenties naar alinea 1825: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1826
1697
2093
2656
1697
2093
2656
"Als ik de liefde niet heb", zegt de apostel nog, "ben ik niets..." En al wat voorrecht is, dienst, zelfs deugd... "als ik de liefde niet heb, baat het mij niets" (1 Kor. 13, 1-4)[b:1 Kor. 13, 1-4]. De liefde staat boven alle deugden. Ze is de eerste van de goddelijke deugden: "Nu echter blijven geloof, hoop en liefde, de grote drie; maar de liefde is de grootste " (1 Kor. 13, 13)[b:1 Kor. 13, 13].
Referenties naar alinea 1826: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1827
158
815
826
953
1697
1789
1804
2093
2346
2656
Youcat ->=geentekst=
158
815
826
953
1697
1789
1804
2093
2346
2656
De beoefening van alle deugden wordt gevoed en geïnspireerd door de liefde. Deze is de "band der volmaaktheid" (Kol. 3, 14)[b:Kol. 3, 14]; ze is de vorm van de deugden; ze articuleert en ordent ze onderling; ze is bron en einddoel van hun christelijke praktijk. De liefde bevestigt en zuivert ons menselijk vermogen om te beminnen. Ze verheft het tot de bovennatuurlijke volmaaktheid van de goddelijke liefde.
Zie ook alinea's: -815-[al:815]-826-[al:826]
Zie ook alinea's: -815-[al:815]-826-[al:826]
Referenties naar alinea 1827: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1828
1697
1964
1972
2093
2656
1697
1964
1972
2093
2656
De praktijk van het morele leven, bezield door de liefde, geeft aan de christen de geestelijke vrijheid van de kinderen Gods. De christen staat niet meer voor God als een slaaf, met slaafse vrees, of als een huurling die zijn loon komt vragen, maar als een zoon die de liefde beantwoordt van Hem die "ons het eerst heeft liefgehad" (1 Joh. 4, 19)[b:1 Joh. 4, 19].
Ofwel keren wij ons af van het kwaad uit vrees voor de straf, en dan zijn we in de situatie van een slaaf, Ofwel laten wij ons aantrekken door de beloning, en dan gelijken wij op huurlingen. Ofwel is het omwille van het goede zelf en uit liefde voor Hem die ons beveelt te gehoorzamen (...) en dan zijn we in de gesteltenis van kinderen. prol. 3[[1192]]Zie ook alinea's: -1972-[al:1972]
Referenties naar alinea 1828: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1829
1697
2093
2540
2656
Zaligsprekingen 6. - "Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden" (Mt. 5, 7) ->=geentekst=
1697
2093
2540
2656
De vruchten van de liefde zijn vreugde, vrede en barmhartigheid; de liefde eist de weldadigheid en de broederlijke vermaning; ze is welwillendheid; ze wekt wederkerigheid op, blijft belangeloos en verdraagzaam; ze is vriendschap en gemeenschap:
De voltooiing van al onze werken is de liefde. Daar is het doel waarvoor wij hard lopen en we snellen op dit eindpunt toe. Daar aangekomen zullen we in haar rust vinden. 10,4: PL 35, 2057[[2001]]Zie ook alinea's: -2540-[al:2540]
Referenties naar alinea 1829: 2
Youcat ->=geentekst=Zaligsprekingen 6. - "Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden" (Mt. 5, 7) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De gaven en vruchten van de Heilige Geest (1830-1832)
1830
Barmhartigheid en Medelijden ->=geentekst=
Het morele leven van de Christenen wordt ondersteund door de gaven van de Heilige Geest. Dit zijn permanente gesteltenissen die de mens gehoorzaam maken om de ingevingen van de Heilige Geest te volgen.
Referenties naar alinea 1830: 2
Youcat ->=geentekst=Barmhartigheid en Medelijden ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1831
1266
1299
2217
1266
1299
2217
De zeven gaven van de Geest zijn: wijsheid, inzicht, raad, sterkte, kennis, vroomheid en ontzag voor God. In hun volheid behoren ze toe aan Christus, de Zoon van David. (Jes. 11, 1-2)[[b:Jes. 11, 1-2]] Ze voltooien de deugden van hen die ze ontvangen en brengen die tot volmaaktheid. Ze maken de gelovigen volgzaam om onverwijld te gehoorzamen aan de goddelijke ingevingen.
Uw geest, die goedertieren is, geleide mij op effen paden (Ps. 143, 10)[b:Ps. 143, 10]. Allen die zich laten leiden door de Geest van God, zijn kinderen van God (...). Maar als wij kinderen zijn, dan ook erfgenamen, en wel erfgenamen van God, tezamen met Christus (Rom. 8, 14.17)[b:Rom. 8, 14.17].Zie ook alinea's: -1266-[al:1266]-1299-[al:1299]
Referenties naar alinea 1831: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1832
736
736
De vruchten van de Geest zijn volmaaktheden die de Heilige Geest in ons bewerkt als eerstelingen van de eeuwige heerlijkheid. De kerkelijke traditie noemt er twaalf: "liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid, bescheidenheid, matigheid, kuisheid" ((Gal. 5, 22-23; vulg.))[b:Gal. 5, 22-23].
Zie ook alinea's: -736-[al:736]
Zie ook alinea's: -736-[al:736]
Referenties naar alinea 1832: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1833-1845)
1833
De deugd is een habituele en standvastige gesteltenis om het goede te doen.
Referenties naar alinea 1833: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1834
De menselijke deugden zijn stabiele gesteltenissen van het verstand en de wil die onze daden regelen, onze hartstochten ordenen en ons gedrag leiden volgens rede en geloof. Ze kunnen gegroepeerd worden rond vier kardinale deugden: voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte en matigheid.
Referenties naar alinea 1834: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1835
De voorzichtigheid maakt het de praktische rede mogelijk om in alle omstandigheden het werkelijk goede te ontwaren en om de juiste middelen te kiezen om dit te realiseren.
Referenties naar alinea 1835: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1836
De rechtvaardigheid bestaat in de constante en vaste wil om aan God en de naaste te geven wat hun toekomt.
Referenties naar alinea 1836: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1837
De sterkte maakt het mogelijk om in moeilijkheden de standvastigheid en de volharding op te brengen in het streven naar het goede.
Referenties naar alinea 1837: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1838
De matigheid tempert de aantrekkelijkheid van het zingenot en schenkt evenwicht in het gebruik van de geschapen goederen.
Referenties naar alinea 1838: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1839
De zedelijke deugden groeien door opvoeding, door weloverwogen daden en door volharding in de inspanning. De goddelijke genade zuivert en verheft ze.
Referenties naar alinea 1839: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1840
Youcat ->=geentekst=
De goddelijke deugden stellen de christenen in staat in verbondenheid met de heilige Drie-eenheid te leven. Ze hebben God als oorsprong, motief en einddoel, God gekend door het geloof, verhoopt en bemind om Zichzelf.
Referenties naar alinea 1840: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1841
Er zijn drie goddelijke deugden: het geloof, de hoop en de liefde. (1 Kor. 13, 13)[[b:1 Kor. 13, 13]] Ze vormen alle morele deugden en wekken die tot leven.
Referenties naar alinea 1841: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1842
Door het geloof geloven wij in God en geloven wij alles wat Hij ons geopenbaard heeft en dat de heilige Kerk ons voorhoudt te geloven.
Referenties naar alinea 1842: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1843
Door de hoop verlangen en verwachten wij van God in een vast vertrouwen het eeuwig leven en de genade om het te verdienen.
Referenties naar alinea 1843: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1844
Door de liefde beminnen wij God boven alles, en onze naaste als onszelf omwille van de liefde van God. Zij is de "band van volmaaktheid" (Kol. 3, 14)[b:Kol. 3, 14] en de vorm van alle deugden.
Referenties naar alinea 1844: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1845
De zeven gaven van de Heilige Geest, die aan de Christenen worden verleend, zijn: wijsheid, inzicht, raad, sterkte, kennis, vroomheid en ontzag voor God.
Referenties naar alinea 1845: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 8 - De zonde (1846-1876)
- I. - De barmhartigheid en de zonde (1846-1848)
1846
545
1365
1697
545
1365
1697
Het evangelie is de openbaring, in Jezus Christus, van de barmhartigheid van God voor de zondaars. (Lc. 15)[[b:Lc. 15]] De engel kondigt het Jozef aan: "Gij moet Hem Jezus noemen, want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden" (Mt. 1, 21)[b:Mt. 1, 21]. Zo is het ook met de Eucharistie, het Sacrament van de verlossing: "Dit is mijn Bloed van het Verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden" (Mt. 26, 28)[b:Mt. 26, 28].
Zie ook alinea's: -430-[al:430]-1365-[al:1365]
Zie ook alinea's: -430-[al:430]-1365-[al:1365]
Referenties naar alinea 1846: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1847
386
1697
Manifest van het geloof ->=geentekst=
386
1697
"God heeft ons geschapen zonder ons, Hij heeft ons niet willen redden zonder ons". 169,11,13[[880]] Het ontvangen van zijn barmhartigheid vraagt van ons de bekentenis van onze fouten. "Als wij beweren zonder zonde te zijn, bedriegen wij onszelf en woont de waarheid niet in ons. Als wij onze zonden belijden, is Hij zo getrouw en genadig, dat Hij onze zonden vergeeft en ons reinigt van alle kwaad" (1 Joh. 1, 8-9)[b:1 Joh. 1, 8-9].
Zie ook alinea's: -387-[al:387]-1455-[al:1455]
Zie ook alinea's: -387-[al:387]-1455-[al:1455]
Referenties naar alinea 1847: 2
Youcat ->=geentekst=Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1848
385
387
1432
1433
1697
385
387
1432
1433
1697
De heilige Paulus bevestigt: "Waar de zonde heeft gewoekerd, werd de genade mateloos". Maar om haar werk te doen moet de genade de zonde blootleggen om ons hart te bekeren en om te "heersen door de gerechtigheid, en (te) leiden tot eeuwig leven, dank zij Jezus Christus onze Heer" (Rom. 5, 20-21)[b:Rom. 5, 20-21]. Zoals een geneesheer een wonde onderzoekt alvorens haar te verzorgen, zo werpt God een helder licht op de zonde door zijn Woord en zijn Geest:
De bekering vraagt om het in het licht stellen van de zonde , ze bevat in zichzelf een inwendig oordeel van het geweten. Men kan er het bewijs in zien van het handelen van de Geest der waarheid in het binnenste van de mens, en dat wordt tegelijkertijd het begin van een nieuwe gave van de genade en de liefde: "Ontvang de Heilige Geest." Zo ontdekken we in het "in het licht stellen van de zonde" een dubbele gave : de gave van de juistheid van het geweten en de gave van zekerheid van de verlossing. De Geest van de waarheid is de Vertrooster. Dominum et vivificantem, 31[[7|31]]Zie ook alinea's: -385-[al:385]-1433-[al:1433]
Referenties naar alinea 1848: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De definitie van de zonde (1849-1851)
1849
311
1607
1732
Youcat ->=geentekst=
311
1607
1732
De zonde is een vergrijp tegen de rede, de waarheid en het juiste geweten; ze is een tekort aan echte liefde tot God en tot de mensen, omwille van een ontaarde gehechtheid aan bepaalde goederen. Ze kwetst de natuur van de mens en tast de menselijke solidariteit aan. Ze is omschreven als "een woord, een daad of een verlangen in tegenspraak met de eeuwige wet". 22[[2087]] Summa Theologiae, Prima Secundae q. 71 a. 6[[t:ia-iiae q. 71 a. 6]]
Zie ook alinea's: -311-[al:311]
Zie ook alinea's: -311-[al:311]
Referenties naar alinea 1849: 2
De Vader houdt van jullie (vgl. Joh 16,27) ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1850
392
397
431
615
1440
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
392
397
431
615
1440
De zonde is een belediging jegens God: "Jegens U alleen heb ik gezondigd, wat U tegenstaat heb ik gedaan" (Ps. 51, 6)[b:Ps. 51, 6]. De zonde keert zich tegen de liefde van God voor ons en wendt onze harten van Hem af. Zoals de eerste zonde is ze een ongehoorzaamheid, een opstand tegen God, door te willen worden "als goden", door het goede en het kwade te kennen en te bepalen (Gen. 3, 5)[b:Gen. 3, 5]. De zonde is ook "eigenliefde die zo ver gaat dat men God veracht". 14,28[[857]] Door deze hoogmoedige verheerlijking van zichzelf is de zonde diametraal tegengesteld aan de gehoorzaamheid van Jezus die het heil voltrekt. (Fil. 2, 6-9)[[b:Fil. 2, 6-9]]
Zie ook alinea's: -1440-[al:1440]-397-[al:397]-615-[al:615]
Zie ook alinea's: -1440-[al:1440]-397-[al:397]-615-[al:615]
Referenties naar alinea 1850: 4
De Vader houdt van jullie (vgl. Joh 16,27) ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1851
598
598
Juist in het lijden, waarin Christus' barmhartigheid haar gaat overwinnen, toont de zonde zich het duidelijkst door geweld en veelvuldigheid: ongeloof, moorddadige haat, verwerping en bespotting vanwege de leiders en het volk, de lafheid van Pilatus en de wreedheid van de soldaten, het voor Jezus zo pijnlijke verraad van Judas, de verloochening van Petrus en de vlucht van de leerlingen. Toch wordt juist op het moment van de duisternis en van de vorst dezer wereld, (Joh. 14, 30)[[b:Joh. 14, 30]] het offer van Christus de geheimzinnige bron waaruit onuitputtelijk de vergeving van onze zonden opborrelt.
Zie ook alinea's: -598-[al:598]-2746-[al:2746]-616-[al:616]
Zie ook alinea's: -598-[al:598]-2746-[al:2746]-616-[al:616]
Referenties naar alinea 1851: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De verscheidenheid der zonden (1852-1853)
1852
De verscheidenheid van de zonden is groot. De Schrift geeft hiervan verschillende lijsten. De Brief aan de Galaten stelt de werken van het vlees tegenover de vruchten van de Geest: "De uitingen van de zelfzucht zijn bekend, zoals ontucht, onreinheid, losbandigheid; afgodendienst, toverij; vijandschap, twist, afgunst, uitbarstingen van woede, intriges, ruzies, partijschappen, jaloersheden; drinkgelagen, orgieën en dergelijke. Ik waarschuw u zoals ik u al eerder gewaarschuwd heb: wie zich zo misdragen zullen het koninkrijk van God niet erven" (Gal. 5, 19-21)[b:Gal. 5, 19-21]. (Rom. 1, 28-32; 1 Kor. 6, 9-10; Ef. 5, 3-5; Kol. 3, 5.8; 1 Tim. 1, 9.10; 2 Tim. 3, 2-5)[[b:Rom. 1, 28-32; 1 Kor. 6, 9-10; Ef. 5, 3-5; Kol. 3, 5.8; 1 Tim. 1, 9.10; 2 Tim. 3, 2-5]]
Referenties naar alinea 1852: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1853
2067
2067
Zoals alle menselijke daden, kan men de zonden onderscheiden volgens hun object, of volgens de deugden waaraan zij door overdaad of gebrek tegengesteld zijn, of volgens de geboden waar zij zich tegen keren. Men kan ze ook ordenen naargelang ze te maken hebben met God, de naaste of zichzelf; men kan ze verdelen in geestelijke en vleselijke zonden, of nog, in zonden door gedachten, woorden, daden of verzuim. De wortel van de zonde ligt in het hart van de mens, in zijn vrije wil, volgens het onderricht van de Heer: "Uit het hart komen voort boze gedachten, moord, echtbreuk, ontucht, diefstal, vals getuigenis en godslastering. Die dingen zijn het die de mens bezoedelen" (Mt. 15, 19-20)[b:Mt. 15, 19-20]. In het hart woont ook de liefde die het beginsel is van de goede en zuivere daden, maar die gewond wordt door de zonde.Zie ook alinea's: -1751-[al:1751]-2067-[al:2067]-368-[al:368]
Referenties naar alinea 1853: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - De zwaarte van de zonde: doodzonde en dagelijkse zonde (1854-1864)
1854
Men moet de zonden beoordelen naar hun zwaarte. Het onderscheid tussen doodzonde en dagelijkse zonde, dat reeds aangetroffen wordt in de Schrift, (1 Joh. 5, 16-17)[[b:1 Joh. 5, 16-17]] is tot stand gekomen in de Overlevering van de Kerk. De ervaring van de mensen bevestigt dit.
Referenties naar alinea 1854: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1855
1395
1456
1395
1456
De doodzonde vernietigt de liefde in het hart van de mens door een zware inbreuk op Gods Wet; ze wendt de mens van God af, die zijn uiteindelijk doel en zijn zaligheid is, door aan een minder goed de voorkeur te geven boven Hem. De dagelijkse zonde laat de liefde bestaan, ook al beledigt en kwetst ze die.
Zie ook alinea's: -1395-[al:1395]
Zie ook alinea's: -1395-[al:1395]
Referenties naar alinea 1855: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1856
1446
Youcat ->=geentekst=
1446
De doodzonde valt in ons het levensprincipe aan dat de liefde is. Dit maakt een nieuw initiatief van Gods barmhartigheid noodzakelijk evenals een bekering van het hart, die normaal tot stand komt in het kader van het sacrament van boete en verzoening:
Wanneer de wil zich richt op iets dat uit zichzelf tegengesteld is aan de liefde, waardoor de mens op zijn einddoel gericht wordt, dan is die zonde op grond van haar object zelf doodzonde (...) of het nu gaat om een zonde tegen de liefde van God, zoals godslastering, meineed enz. (...) of tegen de liefde tot de naaste, zoals doodslag, overspel enz. (...). Soms echter richt de wil van de zondaar zich op iets dat in zichzelf weliswaar enige ongeordenheid bevat, maar toch niet tegengesteld is aan de liefde tot God en de naaste, zoals nutteloos gepraat of overbodig gelach enz. En dit zijn dan dagelijkse zonden. Summa Theologiae, Prima Secundae q. 88 a. 2[[t:ia-iiae q. 88 a. 2]]Zie ook alinea's: -1446-[al:1446]
Referenties naar alinea 1856: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1857
Om van een doodzonde te kunnen spreken, moeten drie voorwaarden tegelijk vervuld zijn: "Elke zonde die een zwaarwegende materie tot object heeft en die begaan wordt met volle kennis en weloverwogen toestemming, is een doodzonde". Reconciliatio et paenitentia, 17[[759|17]]
Referenties naar alinea 1857: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1858
2052
2072
2214
2052
2072
2214
Wat een zwaarwegende materie is, dat wordt verduidelijkt in de Tien Geboden[688], naar het woord van Jezus tot de rijke jongeling: "Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen, gij zult niemand tekort doen, eer uw vader en uw moeder" (Mc. 10, 19)[b:Mc. 10, 19]. De zwaarte van de zonden is meer of minder groot: moord is erger dan diefstal. De hoedanigheid van de benadeelde personen telt ook mee: geweld gebruiken tegen de ouders is op zich erger dan tegen een vreemde.
Zie ook alinea's: -2072-[al:2072]-2214-[al:2214]
Zie ook alinea's: -2072-[al:2072]-2214-[al:2214]
Referenties naar alinea 1858: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1859
Doodzonde vereist: volle kennis en volledige instemming . Ze veronderstelt de kennis van het zondig karakter van de daad, van zijn strijdigheid met de wet van God. Ze veronderstelt ook een voldoende vrije instemming om een persoonlijke keuze te zijn. Voorgewende onwetendheid en verharding van het hart (Mc. 3, 5-6; Lc. 16, 19-31)[[b:Mc. 3, 5-6; Lc. 16, 19-31]] verminderen het vrijwillig karakter van de zonde niet, maar vergroten dit.
Zie ook alinea's: -1734-[al:1734]
Zie ook alinea's: -1734-[al:1734]
Referenties naar alinea 1859: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1860
1767
1793
1767
1793
Onvrijwillige onwetendheid kan de toerekenbaarheid van een zware fout verminderen of zelfs wegnemen. Maar iedereen wordt verondersteld de principes van de morele wet te kennen, die geschreven staan in het geweten van elke mens. Emotionele impulsen, hartstochten kunnen het vrijwillig en bewuste karakter van de fout verminderen, zoals ook druk van buitenaf of pathologische stoornissen. Een zonde uit slechtheid, door een bewuste keuze voor het kwaad, is de zwaarste zonde.
Zie ook alinea's: -1735-[al:1735]-1767-[al:1767]
Zie ook alinea's: -1735-[al:1735]-1767-[al:1767]
Referenties naar alinea 1860: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1861
1033
1472
1033
1472
De doodzonde is een radicale mogelijkheid van de menselijke vrijheid zoals de liefde zelf. Ze brengt het verlies mee van de liefde en van de heiligmakende genade, dit wil zeggen van de staat van genade. Wanneer ze niet vrijgekocht wordt door het berouw en de vergiffenis van God, dan veroorzaakt de doodzonde de uitsluiting uit het koninkrijk van Christus en de eeuwige dood van de hel, want onze vrijheid heeft de macht keuzen te maken voor altijd, onomkeerbare keuzen. Ook al kunnen wij oordelen dat een daad op zichzelf een zware fout is, het oordeel over personen moeten wij overlaten aan de rechtvaardigheid en de barmhartigheid van God.
Zie ook alinea's: -1472-[al:1472]-1033-[al:1033]
Zie ook alinea's: -1472-[al:1472]-1033-[al:1033]
Referenties naar alinea 1861: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1862
Men begaat een dagelijkse zonde wanneer men in een lichte materie een voorschrift van de morele wet overtreedt, ofwel wanneer men ongehoorzaam is aan de morele wet in een zwaarwegende materie, maar zonder volle kennis of volledige instemming.
Referenties naar alinea 1862: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1863
1394
1394
De dagelijkse zonde verzwakt de liefde; ze geeft blijk van een ongeordende begeerte naar geschapen dingen; ze belet de vooruitgang van de ziel in de beoefening van de deugden en de praktijk van het zedelijk goede; ze verdient tijdelijke straffen. De vrijwillige dagelijkse zonde die zonder berouw blijft, brengt ons stilaan ertoe een doodzonde te bedrijven. Toch breekt de dagelijkse zonde het verbond met God niet. Ze is menselijk herstelbaar met Gods genade. "Ze berooft niet van de heiligmakende genade en van de liefde, en dus ook niet van de eeuwige zaligheid". Reconciliatio et paenitentia, 17[[759|17]]
Zolang de mens in dit vlees leeft, kan hij onmogelijk zonder zonde zijn, tenminste niet zonder lichte zonden. Maar deze zonden die wij licht noemen, houde men niet voor onschuldig: wanneer gij ze voor onschuldig houdt als gij ze weegt, beef wanneer ge ze telt. Vele lichte voorwerpen maken een grote massa; vele druppels vullen een stroom, vele korrels vormen een stapel. Wat is dan onze hoop? Allereerst, de biecht... 1,6, vert. (aanhef) Getijdenboek Lect. I,3,127[[1182]]Zie ook alinea's: -1394-[al:1394]-1472-[al:1472]
Referenties naar alinea 1863: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1864
2091
2840
2091
2840
"Daarom zeg Ik u: Iedere zonde en godslastering zal de mensen vergeven worden, maar lastering van de Geest zal niet vergeven worden." (Mt. 12, 31)[b:Mt. 12, 31] (Mc. 3, 29; Lc. 12, 10)[[b:Mc. 3, 29; Lc. 12, 10]] Er zijn geen grenzen aan Gods barmhartigheid, maar wie weloverwogen weigert om door het berouw de barmhartigheid van God te ontvangen, verwerpt de vergeving van zijn zonden en het heil dat aangeboden wordt door de Heilige Geest. vgl: Dominum et vivificantem, 46[[[7|46]]] Zo'n verharding kan leiden tot een volkomen verstoktheid en tot de eeuwige verwerping.
Zie ook alinea's: -2097-[al:2097]-1037-[al:1037]
Zie ook alinea's: -2097-[al:2097]-1037-[al:1037]
Referenties naar alinea 1864: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V. - De verspreiding van de zonde (1865-1869)
1865
401
1768
401
1768
De zonde schept een drang naar de zonde; ze veroorzaakt de ondeugd door het herhalen van dezelfde daden. Hieruit vloeien verkeerde neigingen voort die het geweten verduisteren en de concrete beoordeling van goed en kwaad aantasten. Zo streeft de zonde ernaar zichzelf te herhalen en te versterken, maar ze kan niet de morele zin tot in de wortel uitroeien.
Zie ook alinea's: -401-[al:401]-1768-[al:1768]
Zie ook alinea's: -401-[al:401]-1768-[al:1768]
Referenties naar alinea 1865: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1866
2539
2539
De ondeugden kunnen gerangschikt worden volgens de deugden waarmee ze strijdig zijn, of ze kunnen verbonden worden met de hoofdzonden die de christengemeenschap heeft onderscheiden in navolging van de heilige Johannes Cassianus vgl: 5, 2: CSEL 13, 121 (PL 49, 611)[[[1254]]] en de heilige Gregorius de Grote. vgl: 31, 45, 87: CCL 143B, 1610 (PL 76, 621)[[[847]]] Ze worden hoofdzonden genoemd omdat ze andere zonden, andere ondeugden, voortbrengen. Het zijn de hoogmoed, de gierigheid, de nijd, de gramschap, de onkuisheid, de gulzigheid, de traagheid of de lauwheid.
Zie ook alinea's: -2539-[al:2539]
Zie ook alinea's: -2539-[al:2539]
Referenties naar alinea 1866: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1867
2268
2409
2434
Youcat ->=geentekst=
2268
2409
2434
De catechetische traditie herinnert er ook aan dat er "zonden zijn die ten hemel schreien ". Het zijn: het bloed van Abel, (Gen. 4, 10)[[b:Gen. 4, 10]] de zonde van de Sodomieten, (Gen. 18, 20; Gen. 19, 13)[[b:Gen. 18, 20; Gen. 19, 13]] de klacht van het verdrukte volk in Egypte, (Ex. 3, 7-10)[[b:Ex. 3, 7-10]] de klacht van de vreemdeling, de weduwe en de wees, (Ex. 22, 20-22)[[b:Ex. 22, 20-22]] het onrecht tegenover de dagloner. (Deut. 24, 14-15; Jak. 5, 4)[[b:Deut. 24, 14-15; Jak. 5, 4]]
Zie ook alinea's: -2268-[al:2268]
Zie ook alinea's: -2268-[al:2268]
Referenties naar alinea 1867: 2
Evangelium Vitae ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1868
Moral reflections on vaccines prepared from cells derived from aborted human foetuses ->=geentekst=
De zonde is een persoonlijke daad. Bovendien zijn wij mede verantwoordelijk voor zonden die door anderen begaan worden als wij eraan meewerken :
- door rechtstreeks en vrijwillig mee te werken;
- door ze te bevelen, aan te raden, te loven of goed te keuren;
- door ze niet bekend te maken of te verhinderen dat ze bekend worden, wanneer men ertoe gehouden is;
- door hen die kwaad doen, te beschermen.
Zie ook alinea's: -1736-[al:1736]
- door rechtstreeks en vrijwillig mee te werken;
- door ze te bevelen, aan te raden, te loven of goed te keuren;
- door ze niet bekend te maken of te verhinderen dat ze bekend worden, wanneer men ertoe gehouden is;
- door hen die kwaad doen, te beschermen.
Zie ook alinea's: -1736-[al:1736]
Referenties naar alinea 1868: 2
Youcat ->=geentekst=Moral reflections on vaccines prepared from cells derived from aborted human foetuses ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1869
408
1887
Youcat ->=geentekst=
408
1887
Zo maakt de zonde de mensen tot medeplichtigen van elkaar, ze laat onder hen begeerlijkheid, geweld en onrecht heersen. De zonden veroorzaken sociale toestanden en roepen instellingen in het leven, die indruisen tegen de goddelijke goedheid. De "structuren van de zonde" zijn de uitdrukking en het gevolg van persoonlijke zonden. Ze brengen hun slachtoffers ertoe, op hun beurt kwaad te doen. In analoge zin zijn ze een "sociale zonde". vgl: Reconciliatio et paenitentia, 16[[[759|16]]]
Zie ook alinea's: -408-[al:408]-1887-[al:1887]
Zie ook alinea's: -408-[al:408]-1887-[al:1887]
Referenties naar alinea 1869: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1870-1876)
1870
Youcat ->=geentekst=
"God heeft allen in ongehoorzaamheid opgesloten om allen in te sluiten in zijn ontferming" (Rom. 11,32)[b:Rom. 11,32].
Referenties naar alinea 1870: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1871
De zonde is "een woord, een daad of een verlangen in tegenspraak met de eeuwige wet". 22: PL 42, 418[[2087]] Ze is een belediging van God. Ze stelt zich op tegen God in een ongehoorzaamheid die tegengesteld is aan de gehoorzaamheid van Christus.
Referenties naar alinea 1871: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1872
De zonde is een daad tegen de rede. Ze verwondt de natuur van de mens en ze tast de menselijke solidariteit aan.
Referenties naar alinea 1872: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1873
De wortel van alle zonden ligt in het hart van de mens. Hun soorten en zwaarte worden vooral bepaald volgens hun object.
Referenties naar alinea 1873: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1874
Het weloverwogen, dat wil zeggen willens en wetens, kiezen voor iets dat ernstig indruist tegen de goddelijke wet en de uiteindelijke bestemming van de mens, dat is doodzonde. Deze vernietigt in ons de liefde, en zonder de liefde is de eeuwige zaligheid niet mogelijk. Zonder berouw leidt ze tot de eeuwige dood.
Referenties naar alinea 1874: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1875
Een dagelijkse zonde is een morele ongeordendheid, die te herstellen is door de liefde die in ons blijft bestaan.
Referenties naar alinea 1875: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1876
De herhaling van zonden, zelfs van dagelijkse zonden, veroorzaakt ondeugden, waaronder de hoofdzonden.
Referenties naar alinea 1876: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tweede hoofdstuk - De menselijke gemeenschap (1877-1949)
1877
357
357
De roeping van de mensheid bestaat erin het beeld van God zichtbaar te maken en zich om te vormen tot het beeld van de ééngeboren Zoon van God. Dit is een persoonlijke roeping, omdat iedereen geroepen is om binnen te gaan in de goddelijke zaligheid; deze roeping betreft eveneens de gehele menselijke gemeenschap.
Zie ook alinea's: -355-[al:355]
Zie ook alinea's: -355-[al:355]
Referenties naar alinea 1877: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 - De persoon en de samenleving (1878-1896)
- I. - Het gemeenschapskarakter van de menselijke roeping (1878-1885)
1878
1702
1702
Alle mensen zijn geroepen tot hetzelfde doel: God zelf. Er bestaat een zekere gelijkenis tussen de eenheid van de goddelijke personen en de broederlijkheid die de mensen onder elkaar moeten stichten, in waarheid en in liefde. § 3[[575|24]] De liefde tot de naaste is niet te scheiden van de liefde tot God.
Zie ook alinea's: -1702-[al:1702]
Zie ook alinea's: -1702-[al:1702]
Referenties naar alinea 1878: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1879
1146
1936
1959
Youcat ->=geentekst=
1146
1936
1959
De menselijke persoon heeft sociaal leven nodig. Dit komt er niet van buitenaf bij, maar het is een eis van zijn natuur. De mens ontplooit zijn mogelijkheden door uit te wisselen met elkaar, door over en weer dienst te bewijzen en door te dialogeren met zijn broeders en zusters; zo beantwoordt de mens aan zijn roeping. vgl: § 1[[[575|25]]]
Zie ook alinea's: -1936-[al:1936]
Zie ook alinea's: -1936-[al:1936]
Referenties naar alinea 1879: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1880
771
2207
Youcat ->=geentekst=
771
2207
Een gemeenschap is een groep personen die op organische wijze met elkaar ver bonden zijn door een eenheidsprincipe dat elk van hen overstijgt. Een dergelijke gemeenschap, die zowel zichtbaar als geestelijk is, duurt voort in de tijd: ze neemt het verleden op en bereidt de toekomst voor. Door haar wordt elke mens "erfgenaam", ontvangt hij "talenten" die zijn identiteit verrijken en waarvan hij de vruchten moet laten gedijen. (Lc. 19, 13.15)[[b:Lc. 19, 13.15]] Terecht is iedereen verplicht zich in te zetten voor de gemeenschap waarvan hij deel uitmaakt, en tevens moet hij de gezagdragers respecteren die verantwoordelijk zijn voor het gemeenschappelijk welzijn.
Zie ook alinea's: -771-[al:771]
Zie ook alinea's: -771-[al:771]
Referenties naar alinea 1880: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1881
1905
1912
1929
2244
Youcat ->=geentekst=
1905
1912
1929
2244
Elke gemeenschap wordt bepaald door haar doel. Ze gehoorzaamt dus aan specifieke regels, maar "de menselijke persoon is en moet het uitgangspunt, het subject en het doel zijn van alle sociale instellingen". § 1[[575|25]]
Zie ook alinea's: -1929-[al:1929]
Zie ook alinea's: -1929-[al:1929]
Referenties naar alinea 1881: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1882
2202
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
2202
Sommige gemeenschappen, zoals het gezin en de staat, beantwoorden directer aan de menselijke natuur. Deze heeft zulke gemeenschappen nodig. Om de deelname van zoveel mogelijk mensen aan het sociale leven mogelijk te maken, moet de oprichting aangemoedigd worden van verenigingen en instellingen "ten dienste van economische, culturele, sociale, sportieve, recreatieve, beroepsmatige en politieke doelstellingen, zowel binnen de nationaal-politieke gemeenschappen als op wereldvlak". Mater et Magistra, 60[[90|60]] Deze "socialisatie" is eveneens de uitdrukking van de natuurlijke neiging die de mensen aanzet zich te verenigen om samen de doelstellingen te verwezenlijken die zij, steunend op hun individuele capaciteiten niet kunnen realiseren. Zij ontwikkelt de persoonlijke kwaliteiten, in het bijzonder de zin voor initiatief en verantwoordelijkheid. Ze helpt de rechten van de persoon te waarborgen. vgl: § 2[[[575|25]]] vgl: Centesimus Annus, 12[[[3|12]]]
Zie ook alinea's: -1913-[al:1913]
Zie ook alinea's: -1913-[al:1913]
Referenties naar alinea 1882: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1883
2209
2431
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Caritas in Veritate ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2209
2431
Deze socialisatie houdt ook gevaren in. Een al te grote inmenging van de staat kan de persoonlijke vrijheid en het persoonlijke initiatief bedreigen. De leer van de kerk heeft het subsidiariteitsbeginsel uitgewerkt. Dit houdt in dat "een hogere instantie niet tussenbeide mag komen in het interne leven van een lagere instantie door haar bevoegdheden te ontzeggen. Ze moet haar integendeel zo nodig steunen en helpen haar optreden te coördineren met andere elementen die de samenleving vormen, ten dienste van het algemeen welzijn." Centesimus Annus, 48[[3|48]] vgl: Quadragesimo Anno[[[652]]]
Zie ook alinea's: -2431-[al:2431]
Zie ook alinea's: -2431-[al:2431]
Referenties naar alinea 1883: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Caritas in Veritate ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1884
306
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
306
God heeft de uitoefening van heel zijn volmacht niet voor zich alleen willen behouden. Hij laat elk schepsel de functies uitoefenen die het volgens zijn eigen natuurlijke begaafdheden aankan. Deze wijze van besturen moet navolging vinden in het sociaal leven. Gods gedrag bij het besturen van de wereld getuigt van zijn grote eerbied voor de menselijke vrijheid. Dit zou de wijsheid van hen die de menselijke gemeenschappen besturen, moeten inspireren. Bestuurders moeten zich gedragen als dienaren van de goddelijke voorzienigheid.
Zie ook alinea's: -307-[al:307]-302-[al:302]
Zie ook alinea's: -307-[al:307]-302-[al:302]
Referenties naar alinea 1884: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1885
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Het subsidiariteitsbeginsel verzet zich tegen elke vorm van collectivisme. Het bakent de grenzen van inmenging door de staat af. Het heeft tot doel de betrekkingen tussen individuen en gemeenschappen te harmoniseren. Het streeft naar het tot stand brengen van een echte internationale orde.
Referenties naar alinea 1885: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De bekering en de gemeenschap (1886-1889)
1886
1779
2425
Youcat ->=geentekst=
1779
2425
De gemeenschap is onmisbaar voor de verwerkelijking van de menselijke roeping. Om dit doel te bereiken moet de juiste hiërarchie van waarden geëerbiedigd worden die "de fysieke en instinctieve dimensies ondergeschikt maakt aan de inwendige en geestelijke dimensies". Centesimus Annus, 36[[3|36]]
Het leven in gemeenschap moet allereerst gezien worden als een geestelijke realiteit. Het omvat immers de uitwisseling van inzichten in het licht van de waarheid, de uitoefening van rechten en de vervulling van plichten, de wedijver in het zoeken naar het morele goed, de deelname aan het edele genieten van het schone in al zijn rechtmatige uitingen, de standvastige wil om aan anderen het beste van zichzelf te schenken en het gemeenschappelijk verlangen naar bestendige geestelijke verrijking. Dit alles zijn waarden die het culturele leven, het economisch bestel, de sociale ordening, het politieke stelsel en bestuur, de wetgeving en alle andere uitingen van sociaal leven in zijn bestendige ontwikkeling moeten bevorderen en sturen. Pacem in Terris, 36[[53|36]]Zie ook alinea's: -1779-[al:1779]-2500-[al:2500]
Referenties naar alinea 1886: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1887
909
1740
1869
1942
2286
909
1740
1869
1942
2286
De verwisseling van de middelen en de doelen, vgl: Centesimus Annus, 41[[[3|41]]] die ertoe leidt dat men ofwel tot doel stelt wat slechts middel is om het te bereiken ofwel dat personen gezien worden als middel om een doel te verwezenlijken, doet onrechtvaardige structuren ontstaan die "een christelijk gedrag volgens de geboden van de goddelijke wetgever moeilijk en praktisch onuitvoerbaar maken". La Solennità, 6[[778|6]]
Zie ook alinea's: -909-[al:909]-1869-[al:1869]
Zie ook alinea's: -909-[al:909]-1869-[al:1869]
Referenties naar alinea 1887: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1888
407
1916
Youcat ->=geentekst=
407
1916
Men moet dan een beroep doen op de geestelijke en morele vermogens van de persoon en op de voortdurende eis tot innerlijke bekering, om de sociale veranderingen te bereiken die de mens werkelijk ten dienste staan. De voorrang die toegekend wordt aan de bekering van het hart neemt niet weg, maar gebiedt juist dat men verplicht is de instellingen en levensomstandigheden, wanneer deze tot zonde leiden, zo te veranderen dat ze overeenstemmen met de eisen van de rechtvaardigheid en het goede bevorderen in plaats van het te verhinderen. vgl: Lumen Gentium, 36[[[617|36]]]
Zie ook alinea's: -407-[al:407]-1430-[al:1430]
Zie ook alinea's: -407-[al:407]-1430-[al:1430]
Referenties naar alinea 1888: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1889
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Zonder hulp van de genade zouden mensen "de vaak smalle weg tussen de lafheid die toegeeft aan het kwaad en het geweld dat dit kwaad wil bestrijden doch het verergert" Centesimus Annus, 25[[3|25]] niet vinden. Het is de weg van de caritas, dat wil zeggen de liefde tot God en tot de naaste. De caritas is het grootste sociale gebod; ze eerbiedigt de ander en zijn rechten. Ze eist de praktijk van de rechtvaardigheid en zij alleen stelt ons daartoe in staat. Ze inspireert tot een leven van zelfgave: "Wie zijn leven tracht te redden, zal het verliezen en wie het verliest, zal het behouden" (Lc. 17, 33)[b:Lc. 17, 33].
Zie ook alinea's: -1825-[al:1825]
Zie ook alinea's: -1825-[al:1825]
Referenties naar alinea 1889: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1890-1896)
1890
Er is een zekere overeenkomst tussen de eenheid van de goddelijke personen en de broederlijkheid die de mensen onder elkaar moeten stichten.
Referenties naar alinea 1890: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1891
Om zich te ontwikkelen volgens zijn natuur heeft de menselijke persoon sociaal leven nodig. Sommige gemeenschappen, zoals het gezin en de staat, beantwoorden directer aan de menselijke natuur.
Referenties naar alinea 1891: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1892
"De menselijke persoon is het principe, het subject en het doel van alle sociale instellingen en moet dit ook zijn". § 1[[575|25]]
Referenties naar alinea 1892: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1893
Een brede deelname aan verenigingen en instellingen moet aangemoedigd worden.
Referenties naar alinea 1893: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1894
Volgens het subsidiariteitsbeginsel mag noch de staat, noch enig andere, grotere gemeenschap het initiatief en de verantwoordelijkheid van de personen en de gemeenschappen van het maatschappelijk middenveld willen vervangen.
Referenties naar alinea 1894: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1895
De gemeenschap moet de beleving van de deugden bevorderen en ze niets in de weg leggen. Een juiste hiërarchie van waarden moet haar bezielen.
Referenties naar alinea 1895: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1896
Waar zonde het sociaal klimaat bederft, moet men een beroep doen op de bekering van het hart en de genade van God. Liefde spoort aan tot rechtvaardige hervormingen. De sociale kwestie kan niet opgelost worden los van het Evangelie . vgl: Centesimus Annus, 5[[[3|5]]]
Referenties naar alinea 1896: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 - De deelname aan het sociale leven (1897-1927)
- I. - Het gezag (1897-1904)
1897
2197
2234
2266
2309
Youcat ->=geentekst=
2197
2234
2266
2309
"Leven in gemeenschap zou orde en vruchtbaarheid missen zonder de aanwezigheid van mensen met gezag bekleed, die het behoud van de instellingen waarborgen en die in voldoende mate zorgen voor het algemeen welzijn". Pacem in Terris, 46[[53|46]]
"Gezag" betekent die kwaliteit waardoor personen of instellingen wetten uitvaardigen en opdrachten geven aan mensen, van wie zij gehoorzaamheid verwachten.
Zie ook alinea's: -2234-[al:2234]
"Gezag" betekent die kwaliteit waardoor personen of instellingen wetten uitvaardigen en opdrachten geven aan mensen, van wie zij gehoorzaamheid verwachten.
Zie ook alinea's: -2234-[al:2234]
Referenties naar alinea 1897: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1898
2266
Youcat ->=geentekst=
2266
Elke menselijke gemeenschap heeft een gezag nodig dat haar bestuurt. vgl: Diuturnum illud[[[821]]] vgl: Immortale Dei[[[739]]] Het is geworteld in de menselijke natuur. Het is noodzakelijk voor de eenheid van "de staat". De rol van het gezag bestaat erin zoveel mogelijk het algemeen welzijn van de gemeenschap te verzekeren.
Referenties naar alinea 1898: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1899
2235
2266
Youcat ->=geentekst=
2235
2266
Het gezag dat door de morele orde vereist wordt, komt van God. "Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagdragers die boven hem staan. Want er is geen ander gezag dan dat van God. Ook het bestaande gezag is door God ingesteld. Wie zich dus verzet tegen het gezag, verzet zich tegen Gods verordening, en wie dit doen, roepen een vonnis over zich af" (Rom. 13, 1-2)[b:Rom. 13, 1-2].
Zie ook alinea's: -2235-[al:2235]
Zie ook alinea's: -2235-[al:2235]
Referenties naar alinea 1899: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1900
2238
2240
2636
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2238
2240
2636
De plicht van gehoorzaamheid draagt allen op de verschuldigde eer te betuigen aan het gezag en de personen die het uitoefenen, te omringen met respect en - al naargelang hun verdienste - met dankbaarheid en welwillendheid.
Van de hand van de heilige Paus Clemens van Rome is de oudste gebedstekst van de kerk voor de politieke leiders bekend: (1 Tim. 2, 12)[[b:1 Tim. 2, 12]] "Heer, geef hun gezondheid, vrede, eendracht en rust, opdat ze de door U gegeven macht onberispelijk uitvoeren. Heer, Gij, de hemelse koning der eeuwen, geef de mensenkinderen luister, eer en macht over al wat op aarde bestaat; Gij, Heer, leid hun plannen naar wat schoon en welgevallig is voor U, opdat ze in vrede en nederigheid de door U gegeven macht toegewijd uitoefenen en zo uw genade deelachtig worden". 61,1-2[[984]]Zie ook alinea's: -2238-[al:2238]-2240-[al:2240]
Referenties naar alinea 1900: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1901
2242
Youcat ->=geentekst=
2242
Terwijl het gezag als zodanig een verwijzing inhoudt naar een door God vastgestelde orde, "moet toch de nadere bepaling van de bestuursvorm en het aanwijzen van de bestuurders aan de vrije wil van de burgers overgelaten worden". § 3[[575|74]]
Verscheidenheid van politieke bestuursvormen is moreel toelaatbaar, voorzover zij het algemeen welzijn van de gemeenschap dienen. Bestuursvormen die indruisen tegen de natuurwet, de openbare orde en de fundamentele mensenrechten, kunnen niet het algemeen welzijn dienen van die volkeren waaraan ze zich opgedrongen hebben.
Zie ook alinea's: -2242-[al:2242]
Verscheidenheid van politieke bestuursvormen is moreel toelaatbaar, voorzover zij het algemeen welzijn van de gemeenschap dienen. Bestuursvormen die indruisen tegen de natuurwet, de openbare orde en de fundamentele mensenrechten, kunnen niet het algemeen welzijn dienen van die volkeren waaraan ze zich opgedrongen hebben.
Zie ook alinea's: -2242-[al:2242]
Referenties naar alinea 1901: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1902
1930
Youcat ->=geentekst=
1930
Het gezag ontleent zijn morele wettigheid niet aan zichzelf. Het mag zich niet op een heerszuchtige manier gedragen, maar moet voor het algemeen welzijn werken als "een morele kracht, die steunt op vrijheid en op het bewustzijn van de plicht en van de last die het op zich genomen heeft". § 2[[575|74]]
Een menselijke wet beantwoordt slechts aan het begrip van een wet, voorzover ze in overeenstemming is met de juiste rede; hieruit blijkt dat ze afgeleid is van de eeuwige wet. In zover ze echter afwijkt van de rede, moet ze een ongerechte wet genoemd worden; en in dat geval beantwoordt ze niet aan het begrip van een wet, maar eerder aan dat van een of ander geweld. Summa Theologiae, Prima Secundae q. 93 a. 3 ad 2[[t:ia-iiae q. 93 a. 3 ad 2]]Zie ook alinea's: -1930-[al:1930]-1951-[al:1951]
Referenties naar alinea 1902: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1903
2155
2242
2285
2406
2499
2155
2242
2285
2406
2499
Gezag wordt slechts wettig uitgeoefend, indien het streeft naar het algemeen welzijn van de betreffende groep en indien het hierbij middelen aanwendt die moreel toelaatbaar zijn. Zouden de leiders onrechtvaardige wetten uitvaardigen of maatregelen treffen die indruisen tegen de morele orde, dan kunnen deze beschikkingen het geweten niet verplichten. "In dat geval stort het gezag zelf geheel in elkaar: het ontaardt in onderdrukking". Pacem in Terris, 51[[53|51]]
Zie ook alinea's: -2242-[al:2242]
Zie ook alinea's: -2242-[al:2242]
Referenties naar alinea 1903: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1904
"Het is wenselijk dat elk gezag in evenwicht wordt gehouden door andere machten en bevoegdheden, die het binnen de juiste perken houden. Dit is het principe van de 'Rechtsstaat', waarin het hoogste gezag toekomt aan de wet en niet aan menselijke willekeur". Centesimus Annus, 44[[3|44]]
Referenties naar alinea 1904: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Het algemeen welzijn (1905-1912)
1905
801
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
801
Uit de sociale natuur van de mens volgt dat ieders afzonderlijk welzijn noodzakelijkerwijs in verband staat met het algemeen welzijn. Dit algemeen welzijn kan slechts bepaald worden door verwijzing naar de menselijke persoon:
"U moet niet eenzaam voor uzelf gaan leven alsof u al gerechtvaardigd bent, maar kom bij elkaar en zoekt naar wat voor de gemeenschap nuttig is". 4. 10: SC 172, 100-102 (Funk 1, 48)[[1659]]Zie ook alinea's: -801-[al:801]-1881-[al:1881]
Referenties naar alinea 1905: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1906
2109
2316
2494
Notities over de vrijheid en institutionele autonomie van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
2109
2316
2494
Onder het algemeen welzijn moet worden verstaan: "het totaal van die sociale voorwaarden, waardoor zowel groepen als individuen hun eigen volmaaktheid vollediger en sneller kunnen bereiken". § 1[[575|26]] vgl: § 1[[[575|74]]] Het algemeen welzijn raakt ieders leven. Het vraagt voorzichtigheid van de kant van elk individu en meer nog van de kant van de gezagdragers. Het omvat drie essentiële elementen:
Referenties naar alinea 1906: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Notities over de vrijheid en institutionele autonomie van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1907
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
Het veronderstelt allereerst eerbied voor de persoon als zodanig. In naam van het algemeen welzijn moet de openbare macht de fundamentele en onvervreemdbare rechten van de menselijke persoon eerbiedigen. De samenleving moet aan ieder lid de mogelijkheid bieden om de eigen roeping te verwerkelijken. In het bijzonder is het algemeen welzijn gelegen in de mogelijkheid de natuurlijke vrijheden uit te oefenen, die nodig zijn voor de ontplooiing van de menselijke roeping: "Het recht om te handelen volgens de juiste norm van zijn geweten, het recht op bescherming van zijn privé-leven en op een juiste vrijheid, ook op godsdienstig vlak". § 2[[575|26]]
Zie ook alinea's: -1929-[al:1929]-2106-[al:2106]
Zie ook alinea's: -1929-[al:1929]-2106-[al:2106]
Referenties naar alinea 1907: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1908
2431
2441
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Oeconomicae et pecuniariae quaestiones ->=geentekst=
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
2431
2441
Ten tweede vraagt het algemeen welzijn het sociaal welzijn en de ontwikkeling van de groep zelf . Ontwikkeling is de samenvatting van alle sociale plichten. Het komt aan het gezag toe in naam van het algemeen welzijn geschillen te beslechten bij uiteenlopende particuliere belangen. Het gezag moet echter aan iedereen toegang verschaffen tot al wat nodig is om een werkelijk menselijk leven te leiden: voedsel, kleding, gezondheidszorg, arbeid, onderwijs en cultuur, de nodige informatie, het recht om een gezin te stichten, enz. vgl: § 2[[[575|26]]]
Zie ook alinea's: -2441-[al:2441]
Zie ook alinea's: -2441-[al:2441]
Referenties naar alinea 1908: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Oeconomicae et pecuniariae quaestiones ->=geentekst=
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1909
2304
2310
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
2304
2310
Algemeen welzijn impliceert tenslotte vrede, d.w.z. de duurzaamheid en de veiligheid van een rechtvaardige orde. Dit veronderstelt dat de overheid met eerlijke middelen de veiligheid waarborgt van de gemeenschap en haar leden. Daarin ligt de grondslag voor het recht op wettige zelfverdediging van de enkeling en de gemeenschap.
Zie ook alinea's: -2304-[al:2304]-2310-[al:2310]
Zie ook alinea's: -2304-[al:2304]-2310-[al:2310]
Referenties naar alinea 1909: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1910
2244
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Notities over de vrijheid en institutionele autonomie van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
2244
Hoewel elke menselijke gemeenschap een algemeen welzijn bezit, dat haar in staat stelt zichzelf als zodanig te herkennen, toch is de politieke gemeenschap hiervan de meest volmaakte verwerkelijking. Het komt toe aan de staat, het algemeen welzijn van de burgerlijke gemeenschap, van de burgers en de gemeenschappen van het maatschappelijke middenveld, te verdedigen en te bevorderen.
Zie ook alinea's: -2244-[al:2244]
Zie ook alinea's: -2244-[al:2244]
Referenties naar alinea 1910: 7
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Notities over de vrijheid en institutionele autonomie van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1911
2438
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
2438
De menselijke afhankelijkheid wordt steeds sterker. Inmiddels omvat ze de hele wereld. De eenheid van de menselijke gemeenschap, samengesteld uit mensen met een gelijke natuurlijke waardigheid, houdt in dat er een universeel algemeen welzijn is. Dit gegeven vraagt om een organisatie van de gemeenschap van de naties, die in staat is in de verschillende noden van de mensen te voorzien, zowel voor het sociale terrein (voeding, gezondheid, opvoeding...) als voor sommige bijzondere noodsituaties die zich op een of andere plaats kunnen voordoen (b.v.: noodzakelijke verzorging van de algemene groei van ontwikkelingslanden, hulp in de ellendige situatie van vluchtelingen die over de hele wereld verspreid zijn, zorg voor emigranten en hun gezinnen)". § 2[[575|84]]
Zie ook alinea's: -2438-[al:2438]
Zie ook alinea's: -2438-[al:2438]
Referenties naar alinea 1911: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1912
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
Het algemeen welzijn is altijd gericht op de vooruitgang van de personen: "De ordening van de dingen dient onderworpen te zijn aan de ordening van de personen en niet andersom". § 3[[575|26]] Deze ordening heeft de waarheid als grondslag, ze wordt opgebouwd in rechtvaardigheid en wordt door de liefde bezield.
Zie ook alinea's: -1881-[al:1881]
Zie ook alinea's: -1881-[al:1881]
Referenties naar alinea 1912: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 6. Liefde en algemeen welzijn ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - Verantwoordelijkheid en participatie (1913-1917)
1913
1882
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1882
Participatie is de vrijwillige en edelmoedige deelname van de persoon aan het sociale leven. Het is nodig dat allen participeren, ieder volgens de plaats die hij inneemt en de rol die hij speelt, om het algemeen welzijn te bevorderen. Die plicht vloeit voort uit de waardigheid van de menselijke persoon.
Referenties naar alinea 1913: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1914
Youcat ->=geentekst=
Participatie komt allereerst tot stand op die vlakken waar men persoonlijke verantwoordelijkheid heeft: de mens neemt deel aan het welzijn van de anderen en van de gemeenschap door de zorg voor de opvoeding van zijn gezin en door zijn gewetensvolle arbeid. vgl: Centesimus Annus, 43[[[3|43]]]
Zie ook alinea's: -1734-[al:1734]
Zie ook alinea's: -1734-[al:1734]
Referenties naar alinea 1914: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1915
2239
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2239
Burgers moeten zoveel mogelijk actief deelnemen aan het openbaar leven . De vormen van deze participatie kunnen verschillen van land tot land, van cultuur tot cultuur. "Die handelwijze moet geprezen worden bij de volkeren, waar een zo groot mogelijk deel van de burgers in echte vrijheid deelneemt aan het behartigen van de openbare staatsaangelegenheden". § 3[[575|31]]
Zie ook alinea's: -2239-[al:2239]
Zie ook alinea's: -2239-[al:2239]
Referenties naar alinea 1915: 3
Activiteiten en het gedrag van de Katholieken op het gebied van de politiek ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1916
Youcat ->=geentekst=
De deelname van allen bij het tot stand brengen van het algemeen welzijn veronderstelt - zoals elke ethische plicht - een voortdurend hernieuwde bekering van de sociale partners. Fraude en andere duistere praktijken waardoor sommigen zich aan de wet en aan voorschriften van het sociale leven onttrekken, moeten met kracht veroordeeld worden, want ze druisen in tegen de eisen van de rechtvaardigheid. Men moet zich richten op de bevordering van instellingen die de levensvoorwaarden van de mensheid verbeteren. vgl: § 1[[[575|30]]]
Zie ook alinea's: -1888-[al:1888]-2409-[al:2409]
Zie ook alinea's: -1888-[al:1888]-2409-[al:2409]
Referenties naar alinea 1916: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1917
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Het is de taak van hen die het gezag uitoefenen, om de waarden te versterken die het vertrouwen van de leden van de groep opwekken en die hen aanzetten om zich ten dienste te stellen van hun medemensen. Participatie begint bij de . . dat het opvoeding en de cultuur. "Terecht kunnen wij ervan overtuigd zijn, toekomstig lot van de mensheid gelegen is in de handen van hen, die erin slagen aan de komende generaties motieven te geven om te leven en om te hopen". § 3[[575|31]]
Zie ook alinea's: -1818-[al:1818]
Zie ook alinea's: -1818-[al:1818]
Referenties naar alinea 1917: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1918-1927)
1918
"Er is geen gezag dan van God. Ook het bestaande gezag is door God ingesteld" (Rom. 13, 1)[b:Rom. 13, 1].
Referenties naar alinea 1918: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1919
Elke menselijke gemeenschap heeft gezag nodig om zich te handhaven en te ontwikkelen.
Referenties naar alinea 1919: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1920
Het staatsbestel en het openbaar gezag vinden hun bestaansgrond in de aard zelf van het mens-zijn en behoren op deze manier tot de door God vastgestelde orde. § 3[[575|74]]
Referenties naar alinea 1920: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1921
Het gezag wordt op legitieme wijze uitgeoefend, wanneer het zich erop toelegt het algemeen welzijn van de gemeenschap te bevorderen. Om dit te bereiken moeten moreel verantwoorde middelen aangewend worden.
Referenties naar alinea 1921: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1922
De verscheidenheid van politieke bestuursvormen is wettig, op voorwaarde dat zij bijdragen tot het welzijn van de gemeenschap.
Referenties naar alinea 1922: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1923
Het politieke gezag moet zich ontplooien binnen de perken van de morele orde en het moet de mogelijkheid waarborgen van de uitoefening van de vrijheid.
Referenties naar alinea 1923: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1924
Het algemeen welzijn omvat "het totaal van die sociale voorwaarden, waardoor zowel groepen als individuen hun eigen volmaaktheid vollediger en sneller kunnen bereiken". § 1[[575|26]]
Referenties naar alinea 1924: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1925
Het algemeen welzijn omvat drie essentiële elementen: de eerbied voor en het bevorderen van de fundamentele mensenrechten; de welvaart of de ontwikkeling van de geestelijke en tijdelijke goederen van de gemeenschap; de vrede en de veiligheid van de groep en van zijn leden.
Referenties naar alinea 1925: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1926
De waardigheid van de menselijke persoon vereist het nastreven van het algemeen welzijn. Iedereen moet zich inzetten voor de oprichting en ondersteuning van instellingen die de menselijke levensvoorwaarden verbeteren.
Referenties naar alinea 1926: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1927
De staat moet het algemeen welzijn van de burgerlijke gemeenschap verdedigen en bevorderen. Het algemeen welzijn van de hele menselijke gemeenschap vraagt om een internationale organisatievorm.
Referenties naar alinea 1927: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 - De sociale rechtvaardigheid (1928-1948)
1928
2426
2832
Youcat ->=geentekst=
2426
2832
De gemeenschap verzekert de sociale rechtvaardigheid, wanneer ze de voorwaarden schept voor verenigingen en afzonderlijke personen, om datgene te ontvangen wat hun toekomt volgens hun natuur en hun roeping. Sociale rechtvaardigheid is verbonden met het algemeen welzijn en de uitoefening van het gezag.
Zie ook alinea's: -2832-[al:2832]
Zie ook alinea's: -2832-[al:2832]
Referenties naar alinea 1928: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Eerbied voor de menselijke persoon (1929-1933)
1929
1881
1907
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1881
1907
Sociale rechtvaardigheid kan slechts bereikt worden wanneer de transcendente waardigheid van de mens gerespecteerd wordt. De persoon is het einddoel van de gemeenschap, die op hem is geordend:
Het verdedigen en bevorderen van de menselijke waardigheid zijn ons toevertrouwd door de Schepper. In alle mogelijke historische omstandigheden zijn de mannen en de vrouwen ervoor verantwoordelijk en zijn zij ertoe gehouden. Sollicitudo Rei Socialis, 47[[350|47]]Zie ook alinea's: -1881-[al:1881]
Referenties naar alinea 1929: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1930
1902
2273
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1902
2273
Eerbied voor de menselijke persoon houdt de eerbiediging in van de rechten die voortvloeien uit zijn waardigheid als schepsel. Deze rechten gaan aan de gemeenschap vooraf en dringen zich aan haar op. Ze vormen de grondslag voor de morele gerechtvaardigdheid van elk gezag: Wanneer een samenleving deze rechten kleineert of weigert ze in haar positieve wetgeving te erkennen, dan ondermijnt zij haar eigen morele legitimiteit. vgl: Pacem in Terris, 65[[[53|65]]] Zonder zo'n eerbied kan een gemeenschap slechts steunen op macht of geweld om te bereiken dat haar onderdanen haar gehoorzamen. Het komt de kerk toe, deze rechten bij de mensen van goede wil in herinnering te brengen, en ze te onderscheiden van misplaatste of valse pretenties.
Zie ook alinea's: -1700-[al:1700]-1902-[al:1902]
Zie ook alinea's: -1700-[al:1700]-1902-[al:1902]
Referenties naar alinea 1930: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1931
2212
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2212
Eerbied voor de menselijke persoon veronderstelt de eerbiediging van het principe: "Iedereen moet zijn naaste, zonder uitzondering, als een 'ander ik' beschouwen en daarbij vooral zorg dragen voor diens leven en voor de noodzakelijke middelen voor een menswaardig bestaan". § 1[[575|27]] Geen enkele wetgeving kan uit eigen kracht de angsten, de vooroordelen, de houdingen van hoogmoed en egoïsme doen verdwijnen die het vormen van werkelijk broederlijke gemeenschappen belemmeren. Zulke gedragingen houden slechts op door de naastenliefde, die in elke mens een "naaste", een broeder ziet.
Zie ook alinea's: -2212-[al:2212]-1825-[al:1825]
Zie ook alinea's: -2212-[al:2212]-1825-[al:1825]
Referenties naar alinea 1931: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1932
Youcat ->=geentekst=
De plicht elkaars naaste te worden en de ander daadwerkelijk te helpen, wordt nog dringender, wanneer deze naaste hulpbehoevend is, in welk opzicht dan ook. "Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan" (Mt. 25,40).
Zie ook alinea's: -2449-[al:2449]
Zie ook alinea's: -2449-[al:2449]
Referenties naar alinea 1932: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1933
2303
2838
Youcat ->=geentekst=
2303
2838
Deze plicht strekt zich ook uit tot diegenen die anders denken of handelen dan wij. Het onderricht van Christus vraagt zelfs de beledigingen te vergeven. Het gebod van de liefde, het gebod van de nieuwe wet, strekt zich ook uit tot alle vijanden. (Mt. 5,43-44)[[b:Mt. 5,43-44]] De bevrijding in de geest van het evangelie is onverenigbaar met de haat jegens de vijand als persoon, maar niet met het haten van het kwaad dat hij als vijand doet.
Zie ook alinea's: -2303-[al:2303]
Zie ook alinea's: -2303-[al:2303]
Referenties naar alinea 1933: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Gelijkheid en verschillen onder mensen (1934-1938)
1934
225
872
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
225
872
Alle mensen zijn geschapen naar het beeld van de ene God en allen zijn begiftigd met eenzelfde redelijke ziel. Daarom hebben zij dezelfde natuur en dezelfde oorsprong. Vrijgekocht door het offer van Christus, zijn allen geroepen tot deelname aan dezelfde goddelijke gelukzaligheid: allen hebben dus een gelijke waardigheid.
Zie ook alinea's: -225-[al:225]
Zie ook alinea's: -225-[al:225]
Referenties naar alinea 1934: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1935
357
Youcat ->=geentekst=
357
De gelijkheid tussen de mensen betreft wezenlijk hun persoonlijke waardigheid en de rechten die daaruit voortvloeien:
Elke vorm van discriminatie die de fundamentele rechten van de persoon raakt, hetzij in maatschappelijk, hetzij in cultureel opzicht, vanwege geslacht, ras, huidkleur, maatschappelijke situatie, taal of godsdienst moet overwonnen en afgeschaft worden als zijnde strijdig met Gods bedoelingen. § 2[[575|29]]Zie ook alinea's: -357-[al:357]
Referenties naar alinea 1935: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1936
1879
Youcat ->=geentekst=
1879
Bij zijn geboorte beschikt een mens niet over alles wat nodig is voor de ontplooiing van zijn leven in lichamelijk en geestelijk opzicht. Hij heeft anderen nodig. Er doen zich verschillen voor die samenhangen met de leeftijd, met de lichamelijke vermogens, de verstandelijke of morele aanleg, met de kansen die men gekregen heeft of met de verdeling van de rijkdommen. vgl: § 2[[[575|29]]] De "talenten" zijn niet gelijk verdeeld. (Mt. 25, 14-30; Lc. 19, 11-27)[[b:Mt. 25, 14-30; Lc. 19, 11-27]]
Zie ook alinea's: -1879-[al:1879]
Zie ook alinea's: -1879-[al:1879]
Referenties naar alinea 1936: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1937
340
791
873
1202
Youcat ->=geentekst=
340
791
873
1202
Deze verschillen behoren tot het plan van God, die wil dat ieder van een ander, datgene ontvangt wat hij nodig heeft, en dat mensen die over bijzondere "talenten" beschikken, deze inzetten voor wie er behoefte aan hebben. De verschillen moedigen personen aan en verplichten hen vaak tot edelmoedigheid, welwillendheid en tot delen; ze sporen de culturen aan elkaar te verrijken:
Ik geef niet alle deugden gelijkelijk aan allen. (...) Er zijn deugden waarvan Ik de ene aan iemand geef en de ander aan een tweede. (...) Aan de één geef Ik de naastenliefde; aan de ander de rechtvaardigheid; aan deze de nederigheid, aan een volgende een levendig geloof. (...) Wat de tijdelijke goederen betreft, die voor het menselijk leven noodzakelijk zijn, die heb Ik met de grootste ongelijkheid verdeeld en Ik heb niet gewild dat ieder zou bezitten wat hij nodig heeft. Zo krijgen de mensen noodgedwongen de gelegenheid de naastenliefde te beoefenen. (...) Ik heb gewild dat ze elkaar nodig hebben en dat zij mijn dienaars zouden zijn bij het uitdelen van de genaden en de giften die ze van Mij ontvangen hebben. 1,7[[918]]Zie ook alinea's: -340-[al:340]-791-[al:791]-1202-[al:1202]
Referenties naar alinea 1937: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1938
2317
2437
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 5. Solidariteit en de deugd van geloof ->=geentekst=
2317
2437
Er zijn ook onrechtvaardige ongelijkheden die miljoenen mannen en vrouwen treffen. Ze zijn in openlijke tegenspraak met het Evangelie.
De gelijke persoonlijke waardigheid vereist dat allen tot menselijker en billijker levensvoorwaarden komen. Want te grote economische en sociale ongelijkheden tussen leden of volkeren van de ene menselijke gemeenschap veroorzaken ergernis en zijn in tegenspraak met de sociale rechtvaardigheid, met de billijkheid, met de waardigheid van de menselijke persoon en ook met de sociale en internationale vrede. § 3[[575|29]]Zie ook alinea's: -2437-[al:2437]-2317-[al:2317]
Referenties naar alinea 1938: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 5. Solidariteit en de deugd van geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - Menselijke solidariteit (1939-1942)
1939
344
361
2213
2224
2402
2407
2829
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 5. Solidariteit en de deugd van geloof ->=geentekst=
344
361
2213
2224
2402
2407
2829
Het solidariteitsbeginsel, ook wel "vriendschap" of "sociale naastenliefde" genoemd, is een directe eis van de menselijke en christelijke broederlijkheid. vgl: Sollicitudo Rei Socialis, 38-40[[[350|38-40]]] vgl: Centesimus Annus, 10[[[3|10]]]
Een tegenwoordig wijd verspreide dwaling is de onachtzaamheid voor de wet van menselijke solidariteit en naastenliefde, opgelegd zowel door de gemeenschappelijke oorsprong en de gelijkheid van de redelijke natuur bij alle mensen, tot welk volk ze ook behoren, alsook door het verlossend offer, dat door Christus op het altaar van kruis aan zijn hemelse Vader gebracht is voor de zondige mensheid". Summi Pontificatus, [[650|]]Zie ook alinea's: -2213-[al:2213]-360-[al:360]
Referenties naar alinea 1939: 6
Deus Caritas Est ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 5. Solidariteit en de deugd van geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1940
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 5. Solidariteit en de deugd van geloof ->=geentekst=
Solidariteit uit zich allereerst in de verdeling van de goederen en voor het loon voor de arbeid. Ze veronderstelt ook de inzet ten behoeve van een meer rechtvaardige sociale orde, waarin spanningen beter verwerkt en conflicten door overleg gemakkelijker bijgelegd kunnen worden.
Zie ook alinea's: -2402-[al:2402]
Zie ook alinea's: -2402-[al:2402]
Referenties naar alinea 1940: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De wereld genezen - 5. Solidariteit en de deugd van geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1941
2317
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2317
Sociaal-economische problemen kunnen slechts opgelost worden met behulp van alle vormen van solidariteit: solidariteit tussen armen, tussen rijken en armen, tussen arbeiders, tussen werkgevers en werknemers in de ondernemingen, tussen naties en volkeren. Internationale solidariteit is een eis van morele aard. De wereldvrede hangt er ten dele van af.
Zie ook alinea's: -2317-[al:2317]
Zie ook alinea's: -2317-[al:2317]
Referenties naar alinea 1941: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1942
2632
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2632
De deugd van solidariteit reikt verder dan materiële zaken. Door de geestelijke gaven van het geloof te verspreiden heeft de kerk bovendien de ontwikkeling van de tijdelijke goederen begunstigd, waartoe ze dikwijls nieuwe wegen heeft geopend. Zo is in de loop van de eeuwen het woord van de Heer bewaarheid: "Zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid; dan zal dat alles u erbij gegeven worden" (Mt. 6,33).
Alsof niet in de ziel van de kerk al tweeduizend jaar het gevoel van collectieve verantwoordelijkheid van allen tegenover allen leefde en voortduurde, een verantwoordelijkheidsgevoel, waardoor de geesten gedreven werden en worden tot de heldhaftige naastenliefde van de landbouwende monniken, van de slaven-verlossers, van de ziekenverplegers, van de brengers van het geloof, van de beschaving en van de wetenschap in alle tijdperken en bij alle volken, ten einde sociale toestanden te scheppen, die in staat zijn voor allen een mens- en christenwaardig leven mogelijk en gemakkelijk te maken. Pius XII, Toespraak 1 juni...Pius XII, Toespraak 1 juni 1941Zie ook alinea's: -1887-[al:1887]-2632-[al:2632]
Referenties naar alinea 1942: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1943-1948)
1943
De gemeenschap verzekert de sociale rechtvaardigheid door de voorwaarden te scheppen die aan groepen en enkelingen de gelegenheid bieden te verwerven wat hun toekomt.
Referenties naar alinea 1943: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1944
Eerbied voor de menselijke persoon ziet de ander als een "ander ik" Dit veronderstelt eerbiediging van de fundamentele rechten die voortvloeien uit de waardigheid van de persoon.
Referenties naar alinea 1944: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1945
De gelijkheid onder de mensen steunt op hun persoonlijke waardigheid en op de rechten die hieruit voortvloeien.
Referenties naar alinea 1945: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1946
Verschillen tussen de mensen behoren tot het plan van God die wil dat wij elkaar nodig hebben. Verschillen moeten tot naastenliefde aansporen.
Referenties naar alinea 1946: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1947
De gelijkwaardigheid van de menselijke personen vraagt om inspanningen, om buitensporige sociale en economische verschillen te verkleinen en onrechtvaardige verschillen af te schaffen.
Referenties naar alinea 1947: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1948
Solidariteit is een eminent christelijke deugd. Ze verdeelt de geestelijke goederen nog meer dan de materiële.
Referenties naar alinea 1948: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Derde hoofdstuk - Het heil van God: Wet en genade (1949-2051)
1949
De mens, tot zaligheid geroepen maar door de zonde verwond, heeft het heil van God nodig. De goddelijke hulp komt tot hem in Christus door de wet die hem leidt en in de genade die hem ondersteunt.
Gij hebt altijd naar mij geluisterd; maakt dus nu, in mijn afwezigheid, met niet minder ernst werk van uw heil dan toen ik bij u was. God is het immers die zowel het willen als het doen bij u tot stand brengt, om zijn heilsplan te verwezenlijken (Fil. 2,12-13).
Referenties naar alinea 1949: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 - De morele wet (1950-1986)
1950
53
1719
Manifest van het geloof ->=geentekst=
53
1719
De morele wet is het werk van de goddelijke wijsheid. In bijbelse zin kan men haar omschrijven als een vaderlijke onderrichting, een opvoeding door God. Ze schrijft de mens de wegen en de gedragsregels voor die leiden naar de beloofde gelukzaligheid; ze verbiedt de wegen van het kwaad die de mens afwenden van God en zijn liefde. De morele wet is tegelijk krachtig in haar voorschriften en beminnenswaardig in haar beloften.
Zie ook alinea's: -53-[al:53]-1719-[al:1719]
Zie ook alinea's: -53-[al:53]-1719-[al:1719]
Referenties naar alinea 1950: 2
Youcat ->=geentekst=Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1951
295
301
306
1902
295
301
306
1902
De wet is een gedragslijn, uitgevaardigd door de bevoegde overheid met het oog op het algemeen welzijn. De morele wet veronderstelt een rationele orde die door de macht, de wijsheid en de goedheid van de Schepper tussen de schepselen vastgesteld is met het oog op hun welzijn en hun eindbestemming. Elke wet vindt haar eerste en uiteindelijke waarheid in de eeuwige wet. De wet wordt vastgesteld en uitgevaardigd door de rede als een participatie in de voorzienigheid van de levende God, Schepper en Verlosser van allen. "De ordening van de rede, ziedaar wat men de wet noemt". Libertas praestantissimum[[705]] Summa Theologiae, Prima Secundae q. 90 a. 1[[t:ia-iiae q. 90 a. 1]]
Zie ook alinea's: -306-[al:306]-301-[al:301]
Zie ook alinea's: -306-[al:306]-301-[al:301]
Referenties naar alinea 1951: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1952
De morele wet kent verschillende uitdrukkingen die alle onderling samenhangen; de eeuwige wet, die in God de bron is van alle wetten; de natuurwet; de geopenbaarde wet die de oude wet en de nieuwe of evangelische wet omvat; tenslotte de burgerlijke en kerkelijke wetten.
Referenties naar alinea 1952: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1953
578
578
De morele wet vindt haar volheid en haar eenheid in Jezus Christus. Hij is persoonlijk de weg van volmaaktheid. Hij is het einddoel van de wet, want Hij alleen onderwijst en schenkt de gerechtigheid van God: "Want Christus betekent het einde van de wet en gerechtigheid voor ieder die gelooft" (Rom. 10,4).
Zie ook alinea's: -578-[al:578]
Zie ook alinea's: -578-[al:578]
Referenties naar alinea 1953: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - De natuurlijke morele wet (1954-1960)
1954
307
1776
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
307
1776
De mens heeft deel aan de wijsheid en de goedheid van de Schepper. Deze geeft de controle over zijn daden en het vermogen om zichzelf te leiden met het oog op de waarheid en de goedheid. De natuurwet drukt het oorspronkelijke morele besef uit, waardoor het menselijke verstand kan onderscheiden wat goed is en wat kwaad, wat waarheid is en wat leugen:
De natuurwet staat geschreven in de ziel van allen en van ieder afzonderlijk, want ze is gelijk aan de natuurlijke rede die oplegt het goede te doen en die de zonde verbiedt (...). Dit voorschrift van de menselijke rede zou echter geen kracht van wet hebben, als het niet de stem en de vertolker zou zijn van een hogere rede, waaraan onze geest en onze vrijheid ondergeschikt moeten zijn. Libertas praestantissimum[[705]]Zie ook alinea's: -307-[al:307]-1776-[al:1776]
Referenties naar alinea 1954: 3
Ethiek en natuurwet ontmoeten elkaar in één Woord ->=geentekst=Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1955
1787
2070
Veritatis Splendor ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Ethiek en natuurwet ontmoeten elkaar in één Woord ->=geentekst=
De grondslagen van de natuurlijke zedenwet ->=geentekst=
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
De sociale ontologie van Thomas van Aquino en de natuurwet in perspectief ->=geentekst=
1787
2070
De "goddelijke en natuurlijke" § 1[[575|89]] wet toont de mens de weg die gevolgd moet worden om het goede te doen en zijn doel te bereiken. De natuurwet verwoordt de eerste wezenlijke voorschriften die het morele leven beheersen. Als spil heeft zij het verlangen naar en de onderwerping aan God, bron en rechter van al het goede, en het besef dat iedere mens in de medemens zijn gelijke vindt. Ze wordt in haar voornaamste voorschriften verwoord in de Tien Geboden[688]. Deze wet wordt natuurwet genoemd, niet omdat zij zou verwijzen naar de natuur van de redeloze wezens, maar omdat de rede die ze uitvaardigt, eigen is aan de menselijke natuur:
Waar zijn dan toch die gedragsregels neergeschreven als het niet is in het boek van dat licht dat men Waarheid noemt? Daar staat elke rechtvaardige wet geschreven, van daaruit vindt ze haar weg naar het hart van de mens die de gerechtigheid beoefent. De lichtende Waarheid vestigt zich niet in de mens, maar ze drukt haar stempel op hem, zoals een zegelring in was gedrukt wordt, zonder dat het zegel wijkt van de ring. 14,15,21[[905]] De natuurwet is niets anders dan het licht van de rede, in ons gestort door God; door haar weten wij wat we moeten doen en wat we moeten vermijden. Dit licht, of deze wet, is door God gegeven bij de Schepping. 1[[3059]]Zie ook alinea's: -1787-[al:1787]-396-[al:396]-2070-[al:2070]
Referenties naar alinea 1955: 9
Veritatis Splendor ->=geentekst=Veritatis Splendor ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Ethiek en natuurwet ontmoeten elkaar in één Woord ->=geentekst=
De grondslagen van de natuurlijke zedenwet ->=geentekst=
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Manifest van het geloof ->=geentekst=
De sociale ontologie van Thomas van Aquino en de natuurwet in perspectief ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1956
2261
Ethiek en natuurwet ontmoeten elkaar in één Woord ->=geentekst=
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2261
De natuurwet, aanwezig in het hart van ieder mens en vastgesteld door de rede, is universeel en haar geboden en gezag strekken zich uit over alle mensen. Ze drukt de waardigheid van de persoon uit en bepaalt de grondslag van zijn voornaamste rechten en plichten:
Er bestaat ongetwijfeld een echte wet, dat is de rechte rede; ze stemt overeen met de natuur, die verspreid is bij alle mensen; ze is onveranderlijk en eeuwig; haar voorschriften roepen op tot plichten; haar verbodsbepalingen wenden af van het kwaad. (...) Het is heiligschennis haar door een tegengestelde wet te vervangen; het is verboden ook maar één voorschrift ervan niet toe te passen; niemand is in staat haar helemaal af te schaffen. Cicero, Rep. 3,22,33Cicero, Rep. 3,22,33Zie ook alinea's: -2261-[al:2261]
Referenties naar alinea 1956: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Ethiek en natuurwet ontmoeten elkaar in één Woord ->=geentekst=
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1957
Ethiek en natuurwet ontmoeten elkaar in één Woord ->=geentekst=
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De toepassing van de natuurwet varieert sterk; zij kan een bezinning vragen die aangepast is aan de veelheid van levensvoorwaarden, naargelang van de plaatsen, de tijden en de levensomstandigheden. De natuurwet blijft echter bij de verscheidenheid van culturen als het ware een regel die mensen onderling verbindt en die - ondanks onvermijdelijke verschillen - gemeenschappelijke principes voorhoudt.
Referenties naar alinea 1957: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Ethiek en natuurwet ontmoeten elkaar in één Woord ->=geentekst=
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1958
2072
Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede ->=geentekst=
Ethiek en natuurwet ontmoeten elkaar in één Woord ->=geentekst=
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2072
De natuurwet is onveranderlijk vgl: Gaudium et Spes, 10[[[575|10]]] en bestendig te midden van alle historische wederwaardigheden; ze blijft bestaan te midden van de stroom van ideeën en zeden en ze steunt de voortgang ervan. De regels die een verwoording van de natuurwet zijn, blijven in essentie geldig. Zelfs als men ze tot in haar principes ontkent, dan nog kan men de natuurwet zelf niet vernietigen of wegnemen uit het hart van de mensen. Zij duikt steeds weer op in het leven van afzonderlijke personen en gemeenschappen:
Diefstal is zeker iets dat door uw wet gestraft wordt, Heer, ja al door de wet die in de harten van de mensen geschreven staat en die zelfs door hun zondigheid niet wordt uitgewist. 2,4,9 (vert. Wijdeveld 70)[[850]]Zie ook alinea's: -2072-[al:2072]
Referenties naar alinea 1958: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede ->=geentekst=
Ethiek en natuurwet ontmoeten elkaar in één Woord ->=geentekst=
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1959
Ethiek en natuurwet ontmoeten elkaar in één Woord ->=geentekst=
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Als zeer goed werk van de Schepper geeft de natuurwet een stevig fundament, waarop de mens het huis kan bouwen van de morele gedragsregels die zijn keuzen zullen bepalen. Zij is ook de onmisbare morele basis voor de opbouw van de menselijke gemeenschap. Tenslotte levert de natuurwet de noodzakelijke grondslag voor de burgerlijke wet, die zich met haar verbindt, hetzij door een bezinning die conclusies trekt uit haar principes, hetzij door toevoegingen van het positieve recht.
Zie ook alinea's: -1879-[al:1879]
Zie ook alinea's: -1879-[al:1879]
Referenties naar alinea 1959: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Ethiek en natuurwet ontmoeten elkaar in één Woord ->=geentekst=
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1960
37
2036
2071
2419
Ethiek en natuurwet ontmoeten elkaar in één Woord ->=geentekst=
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
37
2036
2071
2419
Niet iedereen ontdekt de voorschriften van de natuurwet op heldere en onmiddellijke wijze. In de huidige toestand heeft de zondige mens de hulp nodig van de genade en de openbaring, opdat de religieuze en morele waarheden ingezien kunnen worden "door allen en zonder moeilijkheid, met een vaste zekerheid en zonder vermenging met dwaling". Afsluitende H. Mis - WYD Toronto 2002, 3,4[[40|3.4]] De natuurwet biedt aan de geopenbaarde wet en aan de genade een basis, voorbereid door God en afgestemd op de werkzaamheid van de Geest.
Zie ook alinea's: -2071-[al:2071]-37-[al:37]
Zie ook alinea's: -2071-[al:2071]-37-[al:37]
Referenties naar alinea 1960: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Ethiek en natuurwet ontmoeten elkaar in één Woord ->=geentekst=
Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De oude wet (1961-1964)
1961
62
708
62
708
God, onze Schepper en Verlosser, heeft Israël gekozen tot zijn volk en heeft het zijn wet geopenbaard. Zo werd de komst van Christus voorbereid. De wet van Mozes verwoordt verschillende waarheden die voor de rede van nature toegankelijk zijn. Deze waarheden worden verklaard en krijgen gezag krachtens het verbond van het heil.
Zie ook alinea's: -62-[al:62]
Zie ook alinea's: -62-[al:62]
Referenties naar alinea 1961: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1962
708
2058
708
2058
De oude wet is de eerste vorm van de geopenbaarde wet. De morele voorschriften ervan zijn samengevat in de Tien Geboden[688]. De voorschriften van de decaloog (= tien woorden/geboden) leggen het fundament voor de roeping van de mens, gemaakt naar het beeld van God; ze verbieden wat ingaat tegen de liefde voor God en de naaste, en ze schrijven voor wat wezenlijk is. De decaloog[688] is een licht dat het geweten van elke mens aangereikt krijgt om hem de oproep en de wegen van God duidelijk te maken en om hem bescherming te bieden tegen het kwaad:
God heeft op de tafelen van de wet neergeschreven, wat de mensen niet lazen in hun hart. 57,1[[838]]Zie ook alinea's: -2058-[al:2058]
Referenties naar alinea 1962: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1963
708
1610
2542
Youcat ->=geentekst=
708
1610
2542
Volgens de christelijke traditie is de heilige, (Rom. 7, 12)[[b:Rom. 7, 12]] geestelijke (Rom. 7, 14)[[b:Rom. 7, 14]] en goede (Rom. 7, 16)[[b:Rom. 7, 16]] wet nog onvolmaakt. Als een pedagoog (Gal. 3, 24)[[b:Gal. 3, 24]] toont ze wat men moet doen, maar ze geeft uit zichzelf niet de kracht, de genade van de Geest, om het uit te voeren. Vanwege de zonde die ze niet kan wegnemen, blijft het een wet van slavernij. Volgens de heilige Paulus heeft ze vooral tot taak de zonde aan te klagen en zichtbaar te maken ; de zonde die voor hem is: "wet van begeerlijkheid" (Rom. 7)[[b:Rom. 7]] in het hart van de mens. Toch blijft de wet de eerste stap op de weg naar het Koninkrijk. Ze bereidt het uitverkoren volk en elke Christen voor op de bekering tot en het geloof in God als Verlosser. Ze geeft een onderricht dat altijd blijft bestaan als Woord van God.
Zie ook alinea's: -1610-[al:1610]-2542-[al:2542]-2515-[al:2515]
Zie ook alinea's: -1610-[al:1610]-2542-[al:2542]-2515-[al:2515]
Referenties naar alinea 1963: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1964
708
708
De oude wet is een voorbereiding op het Evangelie. "De wet is profetie en pedagogie van de dingen die nog komen". 4,15,1[[848]] Ze profeteert en voorzegt het werk van de bevrijding uit de zonde, die tot voltooiing zal komen met Christus; ze schenkt aan het Nieuwe Testament de beelden, de "typen", de symbolen om het leven volgens de Geest uit te drukken. De wet wordt tenslotte vervolledigd door het onderricht van de boeken der wijsheid en de profeten, die haar richten op het Nieuwe Verbond en het rijk der hemelen.
In de tijd van het Oude Verbond waren er mensen die de liefde en de genade van de Heilige Geest bezaten en die streefden naar de geestelijke en eeuwige beloften, waardoor ze verbonden waren met de nieuwe wet. Daarentegen zijn er in het Nieuwe Verbond vleselijke mensen, die nog verwijderd zijn van de volmaaktheid van de nieuwe wet: om ze op te wekken tot deugdzame daden waren er de vrees voor de straf en bepaalde tijdelijke beloften nodig, zelfs tijdens het Nieuwe Verbond. Hoe dan ook: als de oude wet al de liefde voorschreef, ze verleende niet de Heilige Geest door wie "de liefde in ons hart is uitgestort" (Rom. 5, 5)[b:Rom. 5, 5]. Summa Theologiae, Prima Secundae q. 107 a. 1 ad 2[[t:ia-iiae q. 107 a. 1 ad 2]].Zie ook alinea's: -122-[al:122]-128-[al:128]-1828-[al:1828]
Referenties naar alinea 1964: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De nieuwe of evangelische wet (1965-1974)
1965
64
459
577
2764
64
459
577
2764
Hier op aarde is de nieuwe of evangelische wet de vervolmaking van de goddelijke wet, zowel van de natuurwet als van de geopenbaarde wet. De nieuwe wet is het werk van Christus en ze komt vooral tot uitdrukking in de Bergrede. Deze wet is ook het werk van de Heilige Geest en daardoor wordt ze de innerlijke wet van de liefde: "Ik zal met het huis van Israël een nieuw verbond sluiten (...) mijn wetten prent Ik in hun geest en Ik grif ze in hun hart: Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn" (Heb. 8,8-10)[b:Heb. 8,8-10]. (Jer. 31,31-34)[[b:Jer. 31,31-34]]
Zie ook alinea's: -459-[al:459]-581-[al:581]
Zie ook alinea's: -459-[al:459]-581-[al:581]
Referenties naar alinea 1965: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1966
1999
1999
De nieuwe wet is de genade van de Heilige Geest die aan de gelovigen geschonken wordt door het geloof in Christus. Deze wet is werkzaam door de liefde, ze maakt gebruik van de Bergrede om ons te leren wat er te doen staat en van de sacramenten om ons de genade te schenken dit alles in feite te volbrengen:
Wie met aandacht en inzicht de Bergrede van onze Heer wil overwegen, zoals wij die in het evangelie volgens Matteüs lezen, zal er beslist de volmaakte grondwet van het christelijk leven vinden. (...) De Bergrede bevat alle voorschriften die nodig zijn voor het christelijk leven. 1,1[[7290]]Zie ook alinea's: -1999-[al:1999]
Referenties naar alinea 1966: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1967
577
577
De evangelische wet "vervult", (Mt. 5,17-19)[[b:Mt. 5,17-19]] verfijnt, overstijgt en leidt de oude wet zelfs naar de volmaaktheid. In de zaligsprekingen vervult ze de goddelijke beloften door ze te verheffen en te richten op het "rijk der hemelen". De evangelische wet is bedoeld voor diegenen die bereid zijn deze nieuwe hoop met geloof te ontvangen: de armen, de nederigen, de bedroefden, de zuiveren van hart, zij die vervolgd worden omwille van Christus. Zo toont zij de verrassende wegen van het Koninkrijk.
Zie ook alinea's: -577-[al:577]
Zie ook alinea's: -577-[al:577]
Referenties naar alinea 1967: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1968
129
2053
129
2053
De evangelische wet vervult de geboden van de wet. De Bergrede betekent in geen geval de afschaffing of ontkrachting van de oude wet. Zij brengt daarentegen de verborgen kracht ervan aan het licht en laat nieuwe eisen zien: ze openbaart heel de goddelijke en menselijke waarheid van de wet. De nieuwe wet voegt geen nieuwe uiterlijke voorschriften toe, maar ze vernieuwt de mens tot in zijn hart, de wortel van het handelen, waar hij kiest tussen wat zuiver en wat onzuiver is, (Mt. 15,18-19)[[b:Mt. 15,18-19]] waar het geloof, de hoop en de liefde en samen met hen de overige deugden gevormd worden. Het Evangelie brengt zo de oude wet tot haar voltooiing door de navolging van de volmaaktheid van de hemelse Vader, (Mt. 5,48)[[b:Mt. 5,48]] door het schenken van vergeving aan de vijanden en door het gebed voor de vervolgers, dit alles met de goddelijke mildheid als voorbeeld. (Mt. 5,44)[[b:Mt. 5,44]]
Zie ook alinea's: -129-[al:129]-582-[al:582]
Zie ook alinea's: -129-[al:129]-582-[al:582]
Referenties naar alinea 1968: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1969
1434
2447
2764
1434
2447
2764
De nieuwe wet beoefent de daden van de godsdienst : de aalmoes, het gebed en het vasten door deze te richten op de "Vader die in het verborgene ziet", tegen het verlangen in "om door de mensen gezien te worden". (Mt. 6,1-6.16-18)[[b:Mt. 6,1-6.16-18]] Het gebed van de nieuwe wet is het Onze Vader. (Mt. 6,9-13)[b:Mt. 6,9-13]
Zie ook alinea's: -1434-[al:1434]-2095-[al:2095]
Zie ook alinea's: -1434-[al:1434]-2095-[al:2095]
Referenties naar alinea 1969: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1970
1789
1823
Youcat ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
1789
1823
De evangelische wet houdt de beslissende keuze in tussen de "twee wegen" (Mt. 7,13-14)[[b:Mt. 7,13-14]] en het in praktijk brengen van de woorden van de Heer.' (Mt. 7,21-27)[[b:Mt. 7,21-27]] ze wordt samengevat in de gulden regel: "Alles wat gij wilt dat de mensen voor u doen, doet dat ook voor hen. Dit is wet en Profeten" (Mt. 7,12)[b:Mt. 7,12]. (Lc. 6,31)[[b:Lc. 6,31]]
Heel de evangelische Wet ligt vervat in het "nieuwe gebod " van Jezus (Joh. 13,34)[b:Joh. 13,34] dat wij elkaar moeten liefhebben zoals Hij ons heeft liefgehad. (Joh. 15,12)[[b:Joh. 15,12]]
Zie ook alinea's: -1696-[al:1696]-1789-[al:1789]-1823-[al:1823]
Heel de evangelische Wet ligt vervat in het "nieuwe gebod " van Jezus (Joh. 13,34)[b:Joh. 13,34] dat wij elkaar moeten liefhebben zoals Hij ons heeft liefgehad. (Joh. 15,12)[[b:Joh. 15,12]]
Zie ook alinea's: -1696-[al:1696]-1789-[al:1789]-1823-[al:1823]
Referenties naar alinea 1970: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1971
Bij de Bergrede van de Heer moet de morele catechese van de apostolische onderrichting gevoegd worden, zoals Rom. 12-15; 1 Kor. 12-13; Kol. 3-4; Ef. 4-5 enz. In deze leer wordt het onderricht van de Heer doorgegeven met apostolisch gezag, vooral door de uiteenzetting van de deugden die voortvloeien uit het geloof in Christus en die bezield worden door de liefde, de voornaamste gave: (...) Bemint elkander van de Heilige Geest. "Uw liefde moet ongeveinsd zijn hartelijk met broederlijke genegenheid (...) Laat de hoop u blij maken, houdt stand in de verdrukking, volhardt in het gebed. Draagt bij voor de noden van de heiligen, beoefent de gastvrijheid" (Rom. 12,9-13)[b:Rom. 12,9-13]. Deze catechese leert ons ook gewetensproblemen te behandelen in het licht van onze relatie met Christus en de Kerk. (Rom. 14; 1 Kor. 5,10)[[b:Rom. 14; 1 Kor. 5,10]]
Zie ook alinea's: -1789-[al:1789]
Zie ook alinea's: -1789-[al:1789]
Referenties naar alinea 1971: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1972
782
1828
782
1828
De nieuwe wet wordt een wet van liefde genoemd, omdat ze daden doet stellen vanuit de liefde die door de heilige Geest wordt ingestort, eerder dan uit vrees; een wet van genade , omdat ze de genade en de kracht geeft om te handelen door middel van het geloof en de sacramenten; een wet van vrijheid (Jak. 1,25; Jak. 2,12)[[b:Jak. 1,25; Jak. 2,12]] omdat ze ons bevrijdt van de rituele en juridische verplichtingen van de oude wet en ons aanzet om spontaan onder impuls van de liefde te handelen. Zij doet ons tenslotte overgaan van de staat van dienaar "die niet weet wat zijn Meester doet" naar de staat van vriend van Christus, want "Ik heb u alles meegedeeld wat ik van de Vader heb gehoord" (Joh. 15,15)[b:Joh. 15,15] of ook tot de staat van erfgenaam. (Gal. 4,1-7.21-31; Rom. 8,15)[[b:Gal. 4,1-7.21-31; Rom. 8,15]]
Zie ook alinea's: -782-[al:782]-1828-[al:1828]
Zie ook alinea's: -782-[al:782]-1828-[al:1828]
Referenties naar alinea 1972: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1973
915
2053
2103
915
2053
2103
De nieuwe wet omvat behalve haar geboden ook de evangelische raden . Het traditionele onderscheid tussen de geboden van God en de evangelische raden steunt op de samenhang met de liefde, de vervolmaking van het christelijke leven. De geboden zijn er om te verwijderen want niet strookt met de liefde. De raden beogen te verwijderen wat een belemmering kan zijn voor de ontwikkeling van de liefde, zelfs als dit op zichzelf niet strijdig met de liefde zou zijn. vgl: Summa Theologiae Secunda Secundae q. 184 a. 3[[[t:iia-iiae q. 184 a. 3]]]
Zie ook alinea's: -2053-[al:2053]-915-[al:915]
Zie ook alinea's: -2053-[al:2053]-915-[al:915]
Referenties naar alinea 1973: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1974
915
915
De evangelische raden openbaren de levende volheid van de liefde, die nooit voldaan is als ze niet steeds méér kan geven. De raden bewijzen de dynamiek van de liefde en stimuleren ons geestelijk elan. De volmaaktheid van de nieuwe wet bestaat wezenlijk in de geboden van de liefde tot God en tot de naaste. De raden tonen meer directe wegen en meer bruikbare middelen. Ze moeten beoefend worden volgens ieders roeping:
(God) wil niet dat iedereen alle raden onderhoudt, maar enkel de raden die in aanmerking komen volgens de verscheidenheid van personen, tijden, gelegenheden en krachten, zoals de liefde het vraagt; want zij is het die, als koningin van de deugden, van alle geboden, van alle raden en tenslotte van alle wetten en van alle christelijke daden, aan allen de rang, de orde, de tijd en de waarde geeft. 8,6[[1051]]Zie ook alinea's: -2013-[al:2013]
Referenties naar alinea 1974: 1
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (1975-1983)
1975
Volgens de Schrift is de wet een vaderlijk onderricht van God dat de mens de wegen naar het beloofde heil voorschrijft en dat de wegen naar het kwaad verbiedt.
Referenties naar alinea 1975: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1976
"De wet richt de rede op het algemeen welzijn. Ze wordt afgekondigd door degene die verantwoordelijk is voor de gemeenschap". Summa Theologiae, Prima Secundae q. 90 a. 4[[t:ia-iiae q. 90 a. 4]]
Referenties naar alinea 1976: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1977
Christus is het einddoel van de wet. (Rom. 10,4)[[b:Rom. 10,4]] Hij alleen onderwijst en schenkt de gerechtigheid van God.
Referenties naar alinea 1977: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1978
De natuurwet is een deelname van de mens, gevormd naar het beeld van zijn Schepper, aan de wijsheid en de goedheid van God. Ze drukt de waardigheid van de menselijke persoon uit en vormt de grondslag voor zijn fundamentele rechten en plichten.
Referenties naar alinea 1978: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1979
De natuurwet is onveranderlijk en blijft bestaan gedurende de geschiedenis. De regels die haar tot uitdrukking brengen, blijven in essentie geldig. De natuurwet is een noodzakelijke grondslag voor het opbouwen van morele regels en van de burgerlijke wet.
Referenties naar alinea 1979: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1980
De oude wet is het eerste stadium van de geopenbaarde wet. Haar morele voorschriften zijn samengevat in de Tien Geboden.
Referenties naar alinea 1980: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1981
Youcat ->=geentekst=
De wet van Mozes bevat verscheidene waarheden die op natuurlijke wijze toegankelijk zijn voor de rede. God heeft ze geopenbaard, omdat de mensen ze niet lazen in hun hart.
Referenties naar alinea 1981: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1982
De oude wet is een voorbereiding op het Evangelie.
Referenties naar alinea 1982: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1983
De nieuwe wet is de genade van de heilige Geest, ontvangen door het geloof in Christus en werkzaam door de liefde. Ze wordt vooral uitgedrukt in de bergrede van de Heer, en maakt gebruik van de sacramenten om ons de genade te schenken.
Referenties naar alinea 1983: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1984
De evangelische wet vervult, overstijgt en vervolmaakt de oude wet: haar beloften door de zaligsprekingen van het rijk der hemelen; haar geboden door de vernieuwing van het hart, de bron van het handelen.
Referenties naar alinea 1984: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1985
De nieuwe wet is een wet van liefde, een wet van genade, een wet van vrijheid.
Referenties naar alinea 1985: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1986
Buiten haar geboden bevat de nieuwe wet ook de evangelische raden. "De heiligheid van de Kerk wordt op bijzondere wijze bevorderd door de verschillende raden, die de Heer in het Evangelie aan zijn leerlingen ter beoefening voorstelt". Lumen Gentium, 42[[617|42]]
Referenties naar alinea 1986: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 - Genade en rechtvaardigheid (1987-2029)
- I. - De rechtvaardiging (1987-1995)
1987
654
734
1697
654
734
1697
De genade van de Heilige Geest heeft de kracht om ons te rechtvaardigen, d.w.z. ons te zuiveren van onze zonden en ons "de gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus" (Rom. 3, 22)[b:Rom. 3, 22] en door het Doopsel te schenken. (Rom. 6, 3-4)[[b:Rom. 6, 3-4]]
Indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven; want wij weten dat Christus, eenmaal van de doden verrezen, niet meer sterft: de dood heeft geen macht meer over Hem. Door de dood die Hij is gestorven, heeft Hij eens voor al afgerekend met de zonde; het leven dat Hij leeft, heeft alleen met God van doen. Zo moet ook gij uzelf beschouwen: als dood voor de zonde en levend voor God in Christus Jezus (Rom. 6, 8-11)[b:Rom. 6, 8-11].Zie ook alinea's: -734-[al:734]
Referenties naar alinea 1987: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1988
460
1697
460
1697
Door de kracht van de Heilige Geest hebben wij door te sterven aan de zonde deel aan het lijden van Christus en aan zijn verrijzenis door geboren te worden .. de ledematen van zijn lichaam, dat de Kerk is, (1 Kor. 12)[[b:1 Kor. 12]] tot een nieuw leven; wij zijn de ranken geënt op de wijnstok die Hijzelf is: (Joh. 15,1-4)[[b:Joh. 15,1-4]]
Het is door de Geest dat wij deel hebben aan God. Door deelname aan de Geest hebben wij deel aan de goddelijke natuur (...). Daarom zijn diegenen, in wie de Geest woont, vergoddelijkt. 1,24[[5747]]Zie ook alinea's: -654-[al:654]-460-[al:460]
Referenties naar alinea 1988: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1989
1423
1697
1423
1697
Het eerste werk van de genade van de Heilige Geest is de bekering die de rechtvaardiging tot stand brengt volgens de boodschap van Jezus bij het begin van het evangelie: "Bekeert u, want het Rijk der hemelen is nabij" (Mt. 4,17)[b:Mt. 4,17]. Bewogen door de genade keert de mens zich tot God en wendt hij zich af van de zonde; zo ontvangt hij vergiffenis en rechtvaardiging uit den hoge. "De rechtvaardiging houdt dus de vergeving van de zonden in, de heiliging en de vernieuwing van de inwendige mens". DH 1528[[668|7]]
Zie ook alinea's: -1427-[al:1427]
Zie ook alinea's: -1427-[al:1427]
Referenties naar alinea 1989: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1990
1446
1697
Catechesi sulla Lettera ai Galati: 9. La vita nella fede ->=geentekst=
1446
1697
De rechtvaardiging maakt de mens afkerig van de zonde die in strijd is met de liefde tot God, en ze zuivert zijn hart. De rechtvaardiging volgt op het initiatief van Gods barmhartigheid die vergeving aanbiedt. Ze verzoent de mens met God. Ze bevrijdt uit de slavernij van de zonde en ze geneest.
Zie ook alinea's: -1446-[al:1446]-1733-[al:1733]
Zie ook alinea's: -1446-[al:1446]-1733-[al:1733]
Referenties naar alinea 1990: 2
Youcat ->=geentekst=Catechesi sulla Lettera ai Galati: 9. La vita nella fede ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1991
1697
1697
De rechtvaardiging is tevens het ontvangen van Gods gerechtigheid door het geloof in Jezus Christus. De gerechtigheid wijst dan op de rechtvaardigheid van de goddelijke liefde. Met de rechtvaardiging worden geloof, hoop en liefde in ons hart gestort; ook wordt ons de gehoorzaamheid aan de goddelijke wil geschonken.
Zie ook alinea's: -1812-[al:1812]
Zie ook alinea's: -1812-[al:1812]
Referenties naar alinea 1991: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1992
294
617
1266
1697
2543
294
617
1266
1697
2543
De rechtvaardiging werd voor ons verdiend door het lijden van Christus die zich op het kruis geofferd heeft als een levende offerande, heilig en aangenaam voor God; zijn bloed is het instrument van verzoening geworden voor de zonden van alle mensen. De rechtvaardiging wordt geschonken door het Doopsel, het sacrament van het geloof. De rechtvaardiging maakt ons gelijkvormig aan de gerechtigheid van God die ons innerlijk tot rechtvaardigen maakt door de kracht van zijn barmhartigheid. De rechtvaardiging heeft de glorie van God en van Christus en de gave van het eeuwig leven tot doel: vgl: DH 1529[[[668|8]]]
Thans is echter, buiten de wet om, Gods gerechtigheid openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigenis afleggen, Gods gerechtigheid, die zich door het geloof in Jezus Christus meedeelt aan allen die geloven, zonder enig onderscheid. Want allen hebben gezondigd en allen zijn verstoken van de goddelijke heerlijkheid. En allen worden zij om niet door zijn genade gerechtvaardigd, krachtens de verlossing die in Christus Jezus is. Hem heeft God voor wie gelooft aangewezen als zoenoffer door zijn bloed. God wilde zo zijn gerechtigheid tonen, want Hij had in zijn verdraagzaamheid de zonden van het verleden laten passeren. Hij heeft zijn gerechtigheid willen tonen nu, in deze tijd, opdat zou blijken dat Hijzelf rechtvaardig is en rechtvaardig maakt ieder die leeft uit het geloof (Rom. 3, 21-26)[b:Rom. 3, 21-26].Zie ook alinea's: -617-[al:617]-1266-[al:1266]-294-[al:294]-2543-[al:2543]
Referenties naar alinea 1992: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1993
1697
2068
1697
2068
De rechtvaardiging brengt samenwerking tot stand tussen de genade van God en de vrijheid van de mens. Van de kant van de mens komt de rechtvaardiging tot uitdrukking in de instemming van het geloof met het Woord van God dat hem uitnodigt tot bekering, en in de samenwerking van de liefde onder aansporing van de heilige Geest die de mens voorkomt en beschermt:
Wanneer God het hart van de mens raakt door de verlichting van de Heilige Geest, blijft de mens niet werkeloos, als hij deze ingeving ontvangt: hij kan die zelfs afwijzen; hij kan echter evenmin door zijn vrije wil zonder de genade van God, naar de gerechtigheid voor Gods aanschijn toekeren. DH 1525[[668|5]]Zie ook alinea's: -2008-[al:2008]-2068-[al:2068]
Referenties naar alinea 1993: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1994
312
412
1697
312
412
1697
De rechtvaardiging is het meest verheven werk van Gods liefde, getoond in Jezus Christus en geschonken door de heilige Geest. De heilige Augustinus is van mening dat "de rechtvaardiging van de goddeloze een groter werk is dan de schepping van hemel en aarde", omdat "hemel en aarde voorbij zullen gaan, terwijl het heil en de rechtvaardiging van de uitverkorenen zullen blijven bestaan". 72,3[[859]] Hij is zelfs van mening dat de rechtvaardiging van de zondaars de schepping van de engelen in hun staat van gerechtigheid overtreft, doordat ze getuigt van een grotere barmhartigheid.
Zie ook alinea's: -312-[al:312]-412-[al:412]
Zie ook alinea's: -312-[al:312]-412-[al:412]
Referenties naar alinea 1994: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1995
1697
1697
De Heilige Geest is de innerlijke leermeester. Door de "innerlijke mens" (Rom. 7, 22; Ef. 3, 16)[b:Rom. 7, 22; Ef. 3, 16] geboren te laten worden, houdt de rechtvaardiging de heiligmaking van de hele mens in:
Zoals gij eertijds uw ledematen in dienst hebt gesteld van onreinheid en steeds grotere bandeloosheid, zo moet gij ze nu in dienst stellen van de gerechtigheid tot uw heiliging (...). Maar nu, bevrijd van de zonde en dienstknechten geworden van God, oogst gij heiligheid en tenslotte eeuwig leven. (Rom. 6, 19.22)[b:Rom. 6, 19.22]Zie ook alinea's: -741-[al:741]
Referenties naar alinea 1995: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De genade (1996-2005)
1996
51
153
654
1250
1428
2090
51
153
654
1250
1428
2090
Onze rechtvaardiging komt voort uit Gods genade. De genade is een gunst , een belangeloze hulp die God ons biedt om zijn oproep te beantwoorden: kinderen van God (Joh. 1, 12-18)[[b:Joh. 1, 12-18]] te worden, aangenomen zonen, (Rom. 8, 14-17)[[b:Rom. 8, 14-17]] deelhebbers aan de goddelijke natuur (2 Pt. 1, 3-4)[[b:2 Pt. 1, 3-4]] en aan het eeuwig leven. (Joh. 17, 3)[[b:Joh. 17, 3]]
Zie ook alinea's: -153-[al:153]
Zie ook alinea's: -153-[al:153]
Referenties naar alinea 1996: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1997
260
375
2784
260
375
2784
De genade is een deelname aan het leven van God en leidt ons binnen in de innigheid van het trinitair leven: door het Doopsel heeft de Christen deel aan de genade van Christus, hoofd van zijn lichaam. Als "aangenomen zoon" kan hij God voortaan "Vader" noemen in de eenheid met de enige Zoon. Hij ontvangt het leven van de Geest die hem de liefde ingeeft en de Kerk opbouwt.
Zie ook alinea's: -375-[al:375]-260-[al:260]
Zie ook alinea's: -375-[al:375]-260-[al:260]
Referenties naar alinea 1997: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1998
2010
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
2010
Deze roeping tot het eeuwig leven is bovennatuurlijk. Ze hangt helemaal af van het vrij geschonken initiatief van God, want alleen Hij kan zich openbaren en zichzelf schenken. De roeping tot het eeuwig leven gaat de vermogens van het verstand en de krachten van de wil van een mens te boven evenals die van elk schepsel. (1 Kor. 2,7-9)[[b:1 Kor. 2,7-9]]
Zie ook alinea's: -1719-[al:1719]
Zie ook alinea's: -1719-[al:1719]
Referenties naar alinea 1998: 2
Youcat ->=geentekst=Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1999
1966
1966
De genade van Christus is de vrije gave die God ons van zijn eigen leven geeft. Door de heilige Geest stort Hij deze gave in onze ziel uit om haar van de zonde te genezen en haar te heiligen: dat is de heiligmakende of vergoddelijkende genade, ontvangen in het Doopsel. Ze is in ons de bron voor de verdere heiliging: (Joh. 4, 14; Joh. 7, 38-39)[[b:Joh. 4, 14; Joh. 7, 38-39]]
Zo is dus wie in Christus is, een nieuwe schepping: het oude is voorbij, het nieuwe is al gekomen. En dit alles komt van God. Hij heeft ons door Christus met zich verzoend (2 Kor. 5, 17-18)[b:2 Kor. 5, 17-18].Zie ook alinea's: -1966-[al:1966]
Referenties naar alinea 1999: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2000
De heiligmakende genade is een blijvende gave, een vaste en bovennatuurlijke gesteldheid die de ziel vervolmaakt en haar in staat stelt met God te leven en vanuit zijn liefde te handelen. Men moet onderscheid maken tussen de habituele genade (ook wel: heiligmakende genade), d.w.z. een blijvende gesteldheid om te leven en te handelen volgens de goddelijke roeping, en de actuele genade (ook wel: genade van bijstand) waarmee men aanduidt dat God telkens opnieuw, zowel bij het begin van de bekering, als gedurende het proces van de heiliging, met zijn genade tussenbeide komt.
Referenties naar alinea 2000: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2001
490
1670
2670
490
1670
2670
De voorbereiding van de mens op het ontvangen van de genade is al een uitwerking van de genade. Deze voorbereiding is nodig om onze medewerking aan de rechtvaardiging door het geloof en aan de heiliging door de liefde, op te wekken en te steunen. God voltooit in ons wat Hij begonnen is, "want Hij staat aan het begin door zo op ons in te werken dat wij willen: Hij is het ook die het werk voltooit door met onze reeds bekeerde wil mee te werken". 17: PL 44, 901[[2228]]
Zeker, wijzelf handelen ook, maar we werken slechts mee met het handelen van God. Zijn barmhartigheid gaat aan ons immers vooraf, opdat wij genezen zouden worden; zij volgt ons echter ook, opdat wij - eenmaal genezen - ten leven gewekt zouden worden. Zij gaat ons vooraf, opdat wij geroepen zouden worden, zij volgt ons, opdat wij verheerlijkt zouden worden; ze gaat ons vóór, opdat we godvruchtig zouden leven, ze volgt ons, opdat wij voortdurend met God zouden leven, want zonder Hem kunnen wij niets doen. 31[[1636]]Zie ook alinea's: -490-[al:490]
Referenties naar alinea 2001: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2002
1742
2062
1742
2062
Het vrije initiatief van God vraagt om een vrij antwoord van de mens, want God heeft de mens geschapen naar zijn beeld; Hij heeft hem, met de vrijheid, het vermogen geschonken om Hem te kennen en te beminnen. Slechts in vrijheid kan de ziel komen tot de gemeenschap van de liefde. God raakt het hart van de mens onmiddellijk en beweegt het rechtstreeks. Hij heeft in de mens een verlangen gelegd naar de waarheid en naar het goede, dat Hij alleen kan vervullen. De beloften van "eeuwig leven" beantwoorden - boven elke hoop uit - aan deze verwachting:
Als Gij ter afsluiting van uw zeer goede werken gerust hebt op de zevende dag, dan wilde Gij ons op voorhand door de stem van uw boek zeggen, dat ook wij na beëindiging van onze werken - die "zeer goede werken" zijn, omdat Gij die ons gegeven hebt - op de sabbat van het eeuwig leven onze rust zullen vinden in U. 13, 36.51[[850]]Zie ook alinea's: -1742-[al:1742]-2550-[al:2550]
Referenties naar alinea 2002: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2003
799
1129
799
1129
De genade is eerst en vooral de gave van de heilige Geest zelf die ons rechtvaardigt en heiligt. De genade omvat echter ook de gaven die de heilige Geest ons schenkt om ons te betrekken bij zijn werkzaamheid, om ons bekwaam te maken tot medewerking aan het heil van anderen en aan de groei van het lichaam van Christus, de Kerk. Het zijn de sacramentele genaden , gaven die eigen zijn aan de verschillende Sacramenten. Het zijn bovendien de bijzondere gaven, die men ook charismata noemt naar de Griekse term die gebruikt wordt door de heilige Paulus en die betekent: gunst, onverschuldigde gave, weldaad. vgl: Lumen Gentium, 12[[[617|12]]] Wat hun aard ook moge zijn, soms buitengewoon zoals de gave der wonderen of van de talen, de charismata zijn altijd gericht op de heiligmakende genade en ze hebben het algemeen welzijn van de kerk tot doel. Ze staan ten dienste van de liefde die de Kerk opbouwt. (1 Kor. 12)[[b:1 Kor. 12]]
Zie ook alinea's: -1108-[al:1108]-1127-[al:1127]-799-[al:799]-80-[al:80]
Zie ook alinea's: -1108-[al:1108]-1127-[al:1127]-799-[al:799]-80-[al:80]
Referenties naar alinea 2003: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2004
Te midden van de bijzondere genaden is het gepast de genaden van staat te vermelden, die het uitoefenen van verantwoordelijkheden in het christelijk leven en van de bedieningen in de kerk vergezellen:
De geestelijke gaven die wij bezitten verschillen naar de bijzondere genade die ieder van ons is geschonken. Hebt gij de gave van de profetie ontvangen, gebruik die in overeenstemming met het geloof. Hebt gij de gave van dienst of van lering ontvangen, legt u dan toe op dienstbetoon of onderricht. Wie een opwekkend woord heeft, moet anderen bemoedigen. Wie iets heeft uit te delen, schenke het weg met mildheid. Als ge leiding geeft, doet het met ijver, als ge barmhartigheid bewijst, doet het met blijmoedigheid (Rom. 12,6-8)[b:Rom. 12,6-8].
Referenties naar alinea 2004: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2005
1768
H. Jeanne d'Arc ->=geentekst=
1768
Omdat de genade van bovennatuurlijke aard is, valt ze buiten onze ervaring en kan ze slechts gekend worden door het geloof. Wij mogen dus niet steunen op onze gevoelens of onze handelingen om daaruit af te leiden dat we gerechtvaardigd en gered zijn. vgl: DS 1533-1534[[[668|13]]] Het woord van de Heer luidt evenwel: "Aan hun vruchten zal men ze kennen" (Mt. 7, 20)[b:Mt. 7, 20]. Daarom biedt de overweging van Gods weldaden in ons leven en in het leven van de heiligen ons de waarborg dat Gods genade in ons werkzaam is en ons zo oproept tot een steeds groter geloof en tot een houding van vertrouwvolle armoede.
Een zeer mooi beeld van deze houding is te vinden in het antwoord dat de heilige Jeanne d'Arc gaf op een strikvraag van haar kerkelijke rechters: "Op de vraag of ze soms weet of ze in Gods genade is, antwoordt zij: 'Als ik er niet in ben, moge God mij erin brengen; als ik er wel in ben, moge Hij mij erin bewaren'." Actes du procès[[3238]]Zie ook alinea's: -1768-[al:1768]
Referenties naar alinea 2005: 2
Youcat ->=geentekst=H. Jeanne d'Arc ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De verdienste (2006-2011)
2006
1732
Zie ook alinea's: -1723-[al:1723]-1807-[al:1807]
1732
Gij wordt geprezen in uw heiligen: als Gij hun verdiensten bekroont, bekroont Gij uw eigen gaven. MR, Prefatie 1 van de...MR, Prefatie 1 van de heiligen, waarin aangehaald de "leermeester van de genade", H. Augustinus, Ps. 102,7, vert. Altaarmissaal (NL) 662; Missaal voor de Weekdagen (B), 296Een gemeenschap of vereniging is voor het werk van één van haar leden een vergoeding verschuldigd . Het is deze verschuldigde vergoeding die in het algemeen met de term "verdienste" wordt aangeduid. Dit werk wordt dan gezien als een weldaad of een wandaad, waarvoor iemand een beloning of een straf verdient. De verdienste vloeit voort uit de deugd van rechtvaardigheid in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel dat haar leidt.
Zie ook alinea's: -1723-[al:1723]-1807-[al:1807]
Referenties naar alinea 2006: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2007
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Tegenover God is er van de kant van de mens geen verdienste in de zin van een strikt recht. Tussen Hem en ons is de ongelijkheid grenzeloos, want wij hebben alles ontvangen van Hem, onze Schepper.
Zie ook alinea's: -42-[al:42]
Zie ook alinea's: -42-[al:42]
Referenties naar alinea 2007: 2
Youcat ->=geentekst=Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2008
155
475
970
1813
1993
155
475
970
1813
1993
Er kan in het christelijk leven sprake zijn van een menselijke verdienste bij God, omdat God uit eigen wil de mens heeft willen betrekken bij het werk van zijn genade . Het vaderlijk handelen van God komt steeds op de eerste plaats, omdat Hij de aanzet geeft; het vrije handelen van de mens komt op de tweede plaats, omdat hij zijn medewerking verleent. De verdiensten voor de goede werken moeten dan ook eerst aan Gods genade toegeschreven worden en vervolgens aan de gelovige. De verdienste van de mens komt trouwens ook aan God toe, want de goede daden van de mens komen, in Christus, voort uit de voorkomende genade en de hulp van de heilige Geest.
Zie ook alinea's: -306-[al:306]-155-[al:155]-970-[al:970]
Zie ook alinea's: -306-[al:306]-155-[al:155]-970-[al:970]
Referenties naar alinea 2008: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2009
604
604
Aangezien de aanneming tot kinderen ons door genade deelachtig maakt aan de goddelijke natuur, kunnen wij - overeenkomstig de belangeloze gerechtigheid van God - echte verdienste verwerven. Dit is een recht door genade, het volle recht van de liefde, dat ons "mede-erfgenamen" maakt van Christus en waardig om de "beloofde erfenis van het eeuwig leven" DS 1546[[668|26]] te verkrijgen. De verdiensten voor onze goede werken zijn gaven van de goddelijke goedheid. vgl: DS 1548[[[668|28]]] "De genade is voorafgegaan; nu geeft men wat verschuldigd is. (...) De verdiensten zijn gaven van God". 298,4-5[[880]]
Zie ook alinea's: -604-[al:604]
Zie ook alinea's: -604-[al:604]
Referenties naar alinea 2009: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2010
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Aangezien het initiatief in de orde van de genade bij God berust, kan niemand de eerste genade verdienen, die aan de oorsprong van de bekering, van de vergiffenis en van de rechtvaardiging ligt. Bewogen door de heilige Geest en de liefde kunnen wij daarna - voor onszelf en voor anderen - de genaden verdienen , die nuttig zijn voor onze heiliging, voor de groei van de genade en de liefde, alsook voor het verkrijgen van het eeuwig leven. Zelfs tijdelijke goederen, zoals gezondheid en vriendschap, kunnen overeenkomstig Gods wijsheid verdiend worden. Deze genaden en goederen zijn voorwerp van het christelijk gebed. Dit voorziet in onze behoefte aan de genade voor de verdienstelijke daden.
Zie ook alinea's: -1998-[al:1998]
Zie ook alinea's: -1998-[al:1998]
Referenties naar alinea 2010: 2
Youcat ->=geentekst=Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2011
492
953
1460
Divini Amoris Scientia ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
492
953
1460
De liefde van Christus is in ons de bron van al onze verdiensten bij God. Door ons met een werkzame liefde te verenigen met Christus, verzekert de genade ons de bovennatuurlijke hoedanigheid van onze daden en, als gevolg daarvan, hun verdiensten tegenover God en tegenover de mensen. De heiligen hebben steeds het levendig bewustzijn gehad dat hun verdiensten pure genade waren.
Na de ballingschap van deze aarde hoop ik te genieten van U in het vaderland, maar ik wil geen verdiensten verzamelen voor de hemel, ik wil werken voor Uw liefde alleen (...). In de avond van dit leven zal ik voor U verschijnen met lege handen, want ik vraag U niet, Heer, mijn daden te tellen. Al onze gerechtigheden zijn nog besmet in uw ogen. Ik wil me dus bekleden met uw eigen gerechtigheid en van Uw liefde het eeuwig bezit van Uzelf ontvangen... Acte d'offrande à l'Amour miséricordieux[[2460]]Zie ook alinea's: -492-[al:492]-1460-[al:1460]
Referenties naar alinea 2011: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Divini Amoris Scientia ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - De christelijke heiligheid (2012-2016)
2012
459
459
"God bevordert in alles het heil van die Hem liefhebben, (...) want die Hij te voren heeft gekend, heeft Hij ook te voren bestemd tot gelijkvormigheid met het beeld van zijn Zoon, opdat Deze de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. Die Hij heeft voorbestemd, heeft Hij ook geroepen. Die Hij riep heeft Hij gerechtvaardigd, en die Hij rechtvaardigde heeft Hij verheerlijkt (Rom. 8,28-30)[b:Rom. 8,28-30].
Zie ook alinea's: -459-[al:459]
Zie ook alinea's: -459-[al:459]
Referenties naar alinea 2012: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2013
825
1974
2227
2545
2813
825
1974
2227
2545
2813
"Voor iedereen is het duidelijk dat alle gelovigen, tot welke stand of staat zij ook behoren, tot de volheid van het christelijk leven en de volmaaktheid van de liefde geroepen zijn". Lumen Gentium, 40[[617|40]] Allen zijn tot heiligheid geroepen: "Weest volmaakt zoals uw hemelse Vader volmaakt is" (Mt. 5, 48)[b:Mt. 5, 48].
Met het oog op deze volmaaktheid dienen de gelovigen de krachten die ze naar de maat van de gave van Christus hebben ontvangen, te gebruiken om in alles de wil van de Vader te volbrengen en zich van ganser harte toe te wijden aan de verheerlijking van God en de dienst van de naaste. Zo bloeit de heiligheid van Gods Volk open in overvloedige vruchten, zoals glansrijk wordt duidelijk gemaakt in de geschiedenis van de kerk door het leven van zovele heiligen. Lumen Gentium, 40[[617|40]]Zie ook alinea's: -915-[al:915]-2545-[al:2545]-825-[al:825]
Referenties naar alinea 2013: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2014
774
774
De geestelijke vooruitgang streeft naar een steeds inniger vereniging met Christus. Die vereniging wordt "mystiek" genoemd, omdat ze deel heeft aan het mysterie van Christus door de sacramenten - "de heilige mysteries" - en, in Hem, aan het mysterie van de Heilige Drie-eenheid. God roept ons allen tot die innige eenheid met Hem, zelfs indien bijzondere genaden of buitengewone tekens van dit mystieke leven maar aan enkelen worden toevertrouwd, om zo de vrij geschonken gave aan allen te openbaren.
Zie ook alinea's: -774-[al:774]
Zie ook alinea's: -774-[al:774]
Referenties naar alinea 2014: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2015
407
921
1811
2340
2549
2725
407
921
1811
2340
2549
2725
De weg van de volmaaktheid gaat via het Kruis. Er is geen heiligheid zonder onthechting en zonder geestelijke strijd. (2 Tim. 4)[[b:2 Tim. 4]] Geestelijke vooruitgang houdt ascese in en versterving. Zij voeren trapsgewijs naar een leven in de vrede en in de vreugde van de zaligsprekingen:
Wie klimt houdt nooit op van begin naar begin te gaan; men houdt nooit op te beginnen. Wie klimt houdt nooit op te verlangen naar wat hij al kent. 8[[1150]]Zie ook alinea's: -407-[al:407]-2725-[al:2725]-1438-[al:1438]
Referenties naar alinea 2015: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2016
162
1274
1821
162
1274
1821
De kinderen van onze moeder de heilige Kerk hopen terecht op de genade van de volharding ten einde toe en de beloning door God, hun Vader, voor de goede werken die ze hebben volbracht met zijn genade in gemeenschap met Jezus. vgl: DS 1576[[[668|56]]] Levend volgens dezelfde leefregel delen alle gelovigen in de "gelukzalige hoop" van hen die door de goddelijke barmhartigheid verzameld worden in "de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, die van God uit de hemel neerdaalt, gekleed als een bruid die zich Voor haar man heeft getooid" (Openb. 21, 2)[b:Openb. 21, 2].
Zie ook alinea's: -162-[al:162]-1821-[al:1821]-1274-[al:1274]
Zie ook alinea's: -162-[al:162]-1821-[al:1821]-1274-[al:1274]
Referenties naar alinea 2016: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (2017-2029)
2017
Zaligsprekingen 5. - "Zalig die hongeren naar gerechtigheid" (Mt. 5, 6) ->=geentekst=
De genade van de Heilige Geest vertrouwt ons de gerechtigheid van God toe. De Heilige Geest verenigt ons door het geloof en het Doopsel met het lijden en de verrijzenis van Christus en doet ons zo delen in diens leven.
Referenties naar alinea 2017: 2
Youcat ->=geentekst=Zaligsprekingen 5. - "Zalig die hongeren naar gerechtigheid" (Mt. 5, 6) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2018
De rechtvaardiging heeft, evenals de bekering, twee kanten. Onder impuls van de genade keert de mens zich naar God toe en wendt hij zich af van de zonde. Zo ontvangt hij vergiffenis en gerechtigheid uit den hoge.
Referenties naar alinea 2018: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2019
De rechtvaardiging omvat de vergeving van de zonden, de heiliging en de vernieuwing van de innerlijke mens.
Referenties naar alinea 2019: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2020
Het lijden van Christus heeft voor ons de rechtvaardiging verdiend. Zij wordt ons geschonken door het doopsel. Ze maakt ons gelijkvormig aan de gerechtigheid van God die ons tot rechtvaardigen maakt. Ze heeft de heerlijkheid van God en van Christus en de gave van het eeuwig leven tot doel. Ze is het werk bij uitstek van de barmhartigheid van God.
Referenties naar alinea 2020: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2021
De genade is de hulp die God ons schenkt om te beantwoorden aan onze roeping om aangenomen kinderen van Hem te worden. Ze leidt ons binnen in de innigheid van het trinitair leven.
Referenties naar alinea 2021: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2022
Het goddelijk initiatief in het werk van de genade gaat vooraf aan het vrije antwoord van de mens. Het bereidt hem erop voor en wekt het op. De genade beantwoordt aan de diepe verlangens van de menselijke vrijheid; ze roept ze op tot medewerking en vervolmaakt ze.
Referenties naar alinea 2022: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2023
De heiligmakende genade is de vrij geschonken gave van Gods leven, die door de Heilige Geest in onze ziel uitgestort wordt om haar van de zonde te genezen en te heiligen.
Referenties naar alinea 2023: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2024
De heiligmakende genade maakt ons "welgevallig voor God". De charismata, bijzondere genaden van de Heilige Geest, zijn gericht op de heiligmakende genade en hebben het algemeen welzijn van de kerk tot doel. God is ook werkzaam in tal van genaden van bijstand die verschillen van de habituele genade die steeds in ons blijft.
Referenties naar alinea 2024: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2025
Wij hebben slechts verdienste bij God, omdat Hij de mens naar zijn vrije beslissing betrekt in het werk van zijn genade. De verdienste behoort op de eerste plaats toe aan Gods genade, op de tweede plaats aan de menselijke medewerking. De verdienste van de mens komt toe aan God.
Referenties naar alinea 2025: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2026
Op grond van ons aangenomen kindschap kan de genade van de Heilige Geest ons een werkelijke verdienste schenken volgens de vrij geschonken gerechtigheid van God. De liefde is in ons de voornaamste bron van verdienste tegenover God.
Referenties naar alinea 2026: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2027
Niemand kan de eerste genade verdienen die aan de oorsprong ligt van de bekering. Bewogen door de Heilige Geest kunnen wij voor onszelf en voor anderen de genaden verdienen die nodig zijn om tot het eeuwig leven te komen, evenals de noodzakelijke tijdelijke goederen.
Referenties naar alinea 2027: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2028
"De roeping tot de volheid van christelijk leven en tot de volmaaktheid van de liefde is gericht tot allen die in Christus geloven". Lumen Gentium, 40[[617|40]] "De christelijke volmaaktheid heeft slechts een grens: er geen te hebben".De vita Mosis in evangelium Matthaei[[1106]]
Referenties naar alinea 2028: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2029
"Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen" (Mt. 16, 24)[b:Mt. 16, 24].
Referenties naar alinea 2029: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 - De Kerk, moeder en opvoedster (2030-2051)
2030
169
1172
169
1172
De Christen vervult zijn roeping in de kerk in gemeenschap met alle gedoopten. Van de Kerk ontvangt hij het Woord van God dat de onderrichtingen bevat van de "Wet van Christus" (Gal. 6, 2)[b:Gal. 6, 2]. Van de Kerk ontvangt hij de genade van de sacramenten die hem ondersteunt op de "weg". Van de Kerk leert hij het voorbeeld van heiligheid; hij vindt het model en de bron hiervan in de allerheiligste maagd Maria; hij ontwaart die heiligheid in het authentiek getuigenis van hen die ernaar leven; hij ontdekt ze in de geestelijke traditie en in de lange geschiedenis van de heiligen die hem zijn voorgegaan en die de liturgie viert op het ritme van hun feesten en gedenkdagen ("Sanctorale").
Zie ook alinea's: -828-[al:828]-970-[al:970]-1172-[al:1172]
Zie ook alinea's: -828-[al:828]-970-[al:970]-1172-[al:1172]
Referenties naar alinea 2030: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2031
1368
1368
Het morele leven is een geestelijke eredienst. Wij "wijden onszelf aan God toe als een levende, heilige offergave die Hij kan aanvaarden", (Rom. 12,1)[[b:Rom. 12,1]] in het lichaam van Christus dat wij vormen, en in vereniging met het offer van zijn Eucharistie. In de liturgie en de viering van de sacramenten verenigen zich gebed en onderricht met de genade van Christus om het christelijk handelen te verlichten en te voeden. Zoals het gehele christelijk leven vindt het morele leven zijn bron en zijn hoogtepunt in het eucharistisch offer.
Zie ook alinea's: -1368-[al:1368]
Zie ook alinea's: -1368-[al:1368]
Referenties naar alinea 2031: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Moreel leven en kerkelijk leergezag (2032-2040)
2032
85
88
2246
2420
85
88
2246
2420
De Kerk, "pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15)[b:1 Tim. 3, 15], "heeft van de apostelen het plechtig gebod van Christus ontvangen om de heilswaarheid te verkondigen". Lumen Gentium, 17[[617|17]] "Het komt de Kerk toe overal en altijd de morele beginselen, ook met betrekking tot de sociale ordening, voor te houden en een oordeel uit te spreken over welke menselijke aangelegenheden ook, voor zover de grondrechten van de menselijke persoon of het geestelijk heil van de mensen dit vereisen". Codex Iuris Canonici, 747[[30|747]]
Zie ook alinea's: -85-87-[al:85-87]-888-889-[al:888-889]
Zie ook alinea's: -85-87-[al:85-87]-888-889-[al:888-889]
Referenties naar alinea 2032: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2033
84
85
88
84
85
88
Het leergezag ("magisterium") van de herders der Kerk in morele kwesties wordt gewoonlijk uitgeoefend in de catechese en de prediking, met behulp van theologen en geestelijke schrijvers. Zo wordt, onder de bescherming en de waakzaamheid van de herders, van geslacht op geslacht, het "depositum" van de christelijke moraal doorgegeven. Dit is samengesteld uit een karakteristiek geheel van regels, geboden en deugden, voortvloeiend uit het geloof in Christus en verlevendigd door de liefde. Deze catechese heeft traditioneel, naast het Credo[66] en het Onze Vader, ook de Tien Geboden[688] tot grondslag, die de morele levensprincipes voorhouden welke voor alle mensen gelden.
Zie ook alinea's: -84-[al:84]
Zie ook alinea's: -84-[al:84]
Referenties naar alinea 2033: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2034
85
88
Youcat ->=geentekst=
85
88
De paus en de bisschoppen zijn "authentieke, d.w.z. met het gezag van Christus beklede leraren, die aan het hun toevertrouwde volk het geloof verkondigen als waarheid die gelovig aanvaard en op het zedelijk leven toegepast moet worden". Lumen Gentium, 25[[617|25]] Het gewoon en universeel leergezag van de paus en van de bisschoppen in gemeenschap met hem, leert de gelovigen de waarheid die ze moeten geloven, de liefde die zij moeten beoefenen en de gelukzaligheid waarop zij mogen hopen.
Referenties naar alinea 2034: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2035
85
88
Manifest van het geloof ->=geentekst=
85
88
De hoogste graad van deelname aan het gezag van Christus wordt verzekerd door het charisma van de onfeilbaarheid. Dit reikt even ver als het depositum van de goddelijke openbaring; vgl: Lumen Gentium, 25[[[617|25]]] het strekt zich uit tot alle elementen van de leer, met inbegrip van de moraal, zonder welke de heilswaarheden van het geloof niet bewaard, verkondigd of toegepast kunnen worden. Mysterium Ecclesiae, 3[[437|3]]
Referenties naar alinea 2035: 2
Youcat ->=geentekst=Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2036
38
85
88
38
85
88
Het gezag van het magisterium strekt zich ook uit tot de specifieke geboden van de natuurwet, want hun naleving, gevraagd door de Schepper, is noodzakelijk voor het heil. Door de voorschriften van de natuurwet in herinnering te brengen, oefent het kerkelijk leergezag een wezenlijk onderdeel uit van zijn profetische taak die erin bestaat, aan de mensen te verkondigen wie zij in werkelijkheid zijn en hen eraan te herinneren wie zij voor God moeten zijn. vgl: Dignitatis Humanae, 14[[[702|14]]]
Zie ook alinea's: -1960-[al:1960]
Zie ook alinea's: -1960-[al:1960]
Referenties naar alinea 2036: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2037
85
87
88
Youcat ->=geentekst=
85
87
88
De Wet van God, toevertrouwd aan de Kerk, wordt aan de gelovigen onderwezen als weg van leven en waarheid. De gelovigen hebben dus het recht vgl: Codex Iuris Canonici, 213[[[30|213]]] onderricht te worden in de heilzame goddelijke voorschriften die het oordeel zuiveren en, met de genade, de verwonde menselijke rede genezen. Ze hebben de plicht de verordeningen en uitspraken van het wettige gezag van de Kerk na te leven. Zelfs als die van disciplinaire aard zijn, vragen deze bepalingen liefdevolle volgzaamheid.
Zie ook alinea's: -2041-[al:2041]
Zie ook alinea's: -2041-[al:2041]
Referenties naar alinea 2037: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2038
85
88
94
85
88
94
In haar taak van onderricht en toepassing van de christelijke moraal heeft de kerk de toewijding van de herders, de wetenschap van de theologen, de bijdrage van alle Christenen en mensen van goede wil nodig. Het geloof en de praktijk van het Evangelie geven aan ieder een ervaring van "leven in Christus", die hem verlicht en hem in staat stelt de goddelijke en menselijke werkelijkheden te waarderen volgens de Geest van God. (1 Kor. 2,10-15)[[b:1 Kor. 2,10-15]] Zo kan de Heilige Geest zich bedienen van de nederigsten om de geleerden en de hoogwaardigheidsbekleders te verlichten.
Zie ook alinea's: -2442-[al:2442]
Zie ook alinea's: -2442-[al:2442]
Referenties naar alinea 2038: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2039
85
88
1783
Youcat ->=geentekst=
85
88
1783
De bedieningen moeten uitgeoefend worden in een geest van broederlijke dienstbaarheid en toewijding aan de Kerk in naam van de Heer. (Rom. 12, 8.11)[[b:Rom. 12, 8.11]] Tegelijk moet iedereen die zijn persoonlijke daden aan een moreel gewetensoordeel onderwerpt, oppassen dat hij zich niet opsluit in een individualistische opvatting van het geweten. Het geweten moet naar best vermogen openstaan voor het beschouwen van het heil van allen, zoals dit tot uitdrukking komt in de morele wet, de natuurlijke en de geopenbaarde, en dus ook in de wet van de Kerk. en in het gezagvolle onderricht van het leergezag over morele kwesties. Het is niet gepast het persoonlijk geweten en de rede tegenover de morele wet of het leergezag van de Kerk te stellen.
Zie ook alinea's: -1783-[al:1783]
Zie ook alinea's: -1783-[al:1783]
Referenties naar alinea 2039: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2040
85
88
167
85
88
167
Zo kan even echte eerbiedige geest jegens de Kerk ontstaan bij de Christenen. Het is de normale uitbloei van de genade van het Doopsel die ons heeft verwekt in de schoot van de Kerk en ons tot ledematen van het lichaam van Christus gemaakt heeft. ln haar moederlijke zorgzaamheid schenkt de Kerk ons de barmhartigheid van God die al onze zonden overwint en die vooral werkzaam is in het Boetesacrament. Als een voorkomende moeder schenkt zij ons tevens in haar liturgie, iedere dag opnieuw, overvloedig het voedsel van het Woord en de Eucharistie van de Heer.
Zie ook alinea's: -167-[al:167]
Zie ook alinea's: -167-[al:167]
Referenties naar alinea 2040: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - De geboden van de Kerk (2041-2043)
2041
83
2037
83
2037
De geboden van de kerk liggen in deze lijn van een moreel leven dat verbonden is met het liturgisch leven en dat zich daarmee voedt. Het verplichtend karakter van deze positieve wetten, die uitgevaardigd worden door de herderlijke gezagdragers, beoogt aan de gelovigen het zeer noodzakelijk minimum te waarborgen wat betreft gebedsgeest, morele inzet en groei in liefde tot God en tot de naaste:
Referenties naar alinea 2041: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2042
1389
1457
2180
De viering van het Paastriduüm: Enkele aspecten van de liturgie van het lijden, sterven en verrijzen van de Heer ->=geentekst=
1389
1457
2180
Het eerste gebod ("Op zondagen en verplichte feestdagen deelnemen aan de eucharistie en zich van slaafse arbeid onthouden") vraagt van de gelovigen de dag te heiligen waarop de verrijzenis van de Heer herdacht wordt, evenals de voornaamste liturgische feesten die de mysteries van de Heer, de Maagd Maria en de heiligen eren; op de eerste plaats door deel te nemen aan de eucharistieviering, waartoe de christelijke gemeenschap zich verzamelt, en door zich te onthouden van die werkzaamheden en bezigheden die een dergelijke heiliging van deze dagen zouden kunnen verhinderen. vgl: Codex Iuris Canonici, 1246-1248[[[30|1246-1248]]] vgl: 3[[[574|(880)]]] vgl: 1.2.4[[[574|(881)]]] Het tweede gebod ("Ten minste eenmaal per jaar biechten") verzekert de voorbereiding op de Eucharistie door het ontvangen van het Sacrament van Boete en Verzoening, dat de bekering en vergeving van het Doopsel voortzet. Codex Iuris Canonici, 989[[30|989]] Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (719)[[574|(719)]]Zie ook alinea's: -1389-[al:1389]-2180-[al:2180]-2177-[al:2177]-1457-[al:1457]-1389-[al:1389]
Het derde gebod ("De heilige Communie ontvangen, op zijn minst in de paastijd") geeft de minimumeis aan wat betreft het ontvangen van het Lichaam en Bloed van de Heer in verband met de paasvieringen, die oorsprong en kern zijn van de christelijke liturgie. vgl: Codex Iuris Canonici, 920[[[30|920]]] vgl: 3[[[574|(708.881)]]]
Referenties naar alinea 2042: 2
Youcat ->=geentekst=De viering van het Paastriduüm: Enkele aspecten van de liturgie van het lijden, sterven en verrijzen van de Heer ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2043
1387
1438
2177
1387
1438
2177
Het vierde gebod ("Op door de Kerk vastgestelde dagen zich onthouden van het eten van vlees en het vasten in acht nemen") beschermt de tijden van ascese en boete die ons voorbereiden op de liturgische feesten en ons helpen de beheersing over onze instincten en de vrijheid van het hart te verwerven. vgl: Codex Iuris Canonici, 1249-1251[[[30|1249-1251]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (882)[[[574|(882)]]] Het vijfde gebod ("De Kerk in haar noden bijstaan") betekent dat de gelovigen verplicht zijn om naar hun mogelijkheden de Kerk in haar materiële noden bij te staan. vgl: Codex Iuris Canonici, 222[[[30|222]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, (25)[[[574|(25)]]] vgl: De Bisschopsconferenties kunnen bovendien voor hun gebied andere geboden uitvaardigen[[[30|455]]]Zie ook alinea's: -1387-[al:1387]-1438-[al:1438]-1351-[al:1351]
Referenties naar alinea 2043: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - Moreel leven en missionair getuigenis (2044-2046)
2044
852
905
1303
2422
852
905
1303
2422
De trouw van de gedoopten is een fundamentele voorwaarde voor de verkondiging van het Evangelie en voor de zending van de kerk in de wereld . Om aan de mensen de kracht van zijn waarheid en zijn uitstraling te tonen, moet de heilsboodschap waarachtig zijn door het levensgetuigenis van de Christenen. "Het christelijk levensgetuigenis als zodanig en de goede werken, verricht in een bovennatuurlijke geest, hebben de kracht om de mensen aan te trekken tot het geloof en tot God". Apostolicam Actuositatem, 6[[653|6]]
Zie ook alinea's: -852-[al:852]-905-[al:905]
Zie ook alinea's: -852-[al:852]-905-[al:905]
Referenties naar alinea 2044: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2045
828
2814
828
2814
Omdat zij ledematen zijn van het lichaam waarvan Christus het hoofd is, (Ef. 1, 22)[[b:Ef. 1, 22]] dragen de Christenen bij tot de opbouw van de Kerk door de standvastigheid van hun overtuiging en van hun zeden. De Kerk groeit, breidt zich uit en ontwikkelt zich door de heiligheid van haar gelovigen, vgl: Lumen Gentium, 39[[[617|39]]] totdat "de volmaakte Man tot stand komt, tot de gehele omvang van de volheid van de Christus" (Ef. 4, 13)[b:Ef. 4, 13].
Zie ook alinea's: -753-[al:753]-828-[al:828]
Zie ook alinea's: -753-[al:753]-828-[al:828]
Referenties naar alinea 2045: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2046
671
2819
671
2819
Door hun leven volgens Christus verhaasten de christenen de komst van het rijk Gods , het "koninkrijk van waarheid (...), recht en gerechtigheid, een koninkrijk van vrede". Prefatie van Christus Koning, vert. Altaarmissaal (NL); Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 487[[1209]] Daarom verwaarlozen zij hun binnenwereldse taken niet; trouw aan hun Meester vervullen zij die met rechtschapenheid, geduld en liefde.
Zie ook alinea's: -671-[al:671]-2819-[al:2819]
Zie ook alinea's: -671-[al:671]-2819-[al:2819]
Referenties naar alinea 2046: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (2047-2051)
2047
Het morele leven is een geestelijke eredienst. Het christelijk handelen wordt gevoed door de liturgie en de viering van de Sacramenten.
Referenties naar alinea 2047: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2048
De geboden van de Kerk hebben betrekking op het morele en christelijke leven in eenheid met de liturgie, die de voedingsbodem ervan is.
Referenties naar alinea 2048: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2049
Het leergezag van de kerkelijke herders met betrekking tot het morele leven wordt gewoonlijk uitgeoefend in de catechese en de prediking, op basis van de Tien Geboden[688], die de principes van het morele leven verwoorden; ze gelden voor alle mensen.
Referenties naar alinea 2049: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2050
De Paus en de bisschoppen verkondigen, als authentieke leraren, aan Gods volk het geloof dat geloofd moet worden en in de zeden toegepast. Het komt hun ook toe zich uit te spreken over morele kwesties die vallen onder de natuurwet en de rede.
Referenties naar alinea 2050: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2051
De onfeilbaarheid van het leergezag der herders strekt zich uit tot alle leerstellige elementen, met inbegrip van de morele, zonder welke de heilzame waarheden van het geloof niet kunnen worden bewaard, uiteengezet of beleefd.
Referenties naar alinea 2051: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- TWEEDE SECTIE - De Tien Geboden (2052-2557)
2052
Youcat ->=geentekst=
"Meester, wat moet ik doen...?"
"Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?" Aan de jonge man die hem deze vraag stelt, antwoordt Jezus eerst met hem voor te houden dat het noodzakelijk is God te erkennen als de enige die "goed" is, als het goed bij uitstek en als de bron van alle goed. Vervolgens zegt Jezus hem: "Als gij het leven wilt binnengaan, onderhoud dan de geboden". En daarop houdt Hij hem de geboden van de naastenliefde voor.. "Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen, eer uw vader en uw moeder". Tenslotte vat Jezus al deze geboden op een positieve wijze samen: "Gij zult uw naaste beminnen als uzelf" (Mt. 19, 16-19)[b:Mt. 19, 16-19].
Zie ook alinea's: -1858-[al:1858]
"Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?" Aan de jonge man die hem deze vraag stelt, antwoordt Jezus eerst met hem voor te houden dat het noodzakelijk is God te erkennen als de enige die "goed" is, als het goed bij uitstek en als de bron van alle goed. Vervolgens zegt Jezus hem: "Als gij het leven wilt binnengaan, onderhoud dan de geboden". En daarop houdt Hij hem de geboden van de naastenliefde voor.. "Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen, eer uw vader en uw moeder". Tenslotte vat Jezus al deze geboden op een positieve wijze samen: "Gij zult uw naaste beminnen als uzelf" (Mt. 19, 16-19)[b:Mt. 19, 16-19].
Zie ook alinea's: -1858-[al:1858]
Referenties naar alinea 2052: 2
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2053
1973
1973
Aan dit eerste antwoord voegt Jezus een tweede toe: "Wilt ge volmaakt zijn, ga dan naar huis, verkoop wat ge bezit en geef het aan de armen; daarmee zult ge een schat in de hemel bezitten. En kom dan terug om Mij te volgen" (Mt. 19, 21)[b:Mt. 19, 21]. Deze woorden zijn niet in strijd met het eerste antwoord. Jezus volgen omvat immers het onderhouden van de geboden. De wet wordt niet afgeschaft, (Mt. 5, 17)[[b:Mt. 5, 17]] maar de mensen worden uitgenodigd om die terug te vinden in de persoon van de Meester, die de volkomen vervulling van de wet is. In de drie synoptische Evangelies wordt de uitnodiging die Jezus richt tot de rijke jongeling om Hem te volgen als een gehoorzame leerling die de geboden onderhoudt, in verband gebracht met de oproep tot armoede en kuisheid. (Mt. 19, 6-12.21.23.29)[[b:Mt. 19, 6-12.21.23.29]] De evangelische raden zijn onlosmakelijk verbonden met de geboden.
Zie ook alinea's: -1968-[al:1968]-1973-[al:1973]
Zie ook alinea's: -1968-[al:1968]-1973-[al:1973]
Referenties naar alinea 2053: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2054
581
581
Jezus heeft de Tien Geboden[688] hernomen, maar Hij heeft ook getoond hoe de kracht van de Geest in de letter doorwerkt. Hij heeft een gerechtigheid gepredikt "die uitgaat boven die van de schriftgeleerden en de Farizeeën" (Mt. 5, 20)[b:Mt. 5, 20] en ook boven die van de heidenen. (Mt. 5, 46-47)[[b:Mt. 5, 46-47]] Hij heeft alle verplichtingen van de geboden ontvouwd. "Gij hebt gehoord, dat tot uw voorouders gezegd is: gij zult niet doden... Maar lk zeg u: al wie vertoornd is op zijn broeder zal strafbaar zijn voor het gerecht" (Mt. 5, 21-22)[b:Mt. 5, 21-22].
Zie ook alinea's: -581-[al:581]
Zie ook alinea's: -581-[al:581]
Referenties naar alinea 2054: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2055
129
129
Wanneer men Hem de vraag stelt: "Wat is het voornaamste gebod in de wet?" (Mt. 22, 36)[b:Mt. 22, 36], antwoordt Jezus: "Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand; dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee gelijkwaardig: gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de wet en de profeten" (Mt. 22, 37-40)[b:Mt. 22, 37-40]. (Deut. 6, 5; Lev. 19, 18)[[b:Deut. 6, 5; Lev. 19, 18]] De Tien Geboden[688] moeten dus verklaard worden in het licht van dit dubbele en unieke gebod van de liefde die de vervulling is van de wet:
"Want de geboden: gij zult niet echtbreken, niet doden, niet stelen, niet begeren, en alle andere kan men samenvatten in dit éne woord: bemin uw naaste als uzelf. De liefde berokkent de naaste geen enkel kwaad. Liefde vervult de gehele wet." (Rom. 13, 9-10)[b:Rom. 13, 9-10]Zie ook alinea's: -129-[al:129]
Referenties naar alinea 2055: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2056
700
700
De Tien Geboden in de heilige Schrift
Het woord "decaloog[688]" betekent letterlijk "tien woorden" (Ex. 34, 28; Deut. 4, 13; Deut. 10, 4)[b:Ex. 34, 28; Deut. 4, 13; Deut. 10, 4]. Deze "tien woorden" heeft God aan zijn volk gegeven op de heilige berg. Hij heeft ze geschreven "met zijn eigen vinger" (Ex. 31, 18; Deut. 5, 22)[b:Ex. 31, 18; Deut. 5, 22], in tegenstelling tot de andere voorschriften, die door Mozes werden opgetekend. (Deut. 31, 9.24)[[b:Deut. 31, 9.24]] Het zijn Gods woorden bij uitstek. Zij zijn ons bewaard gebleven in het boek Exodus (Deut. 5, 6-22)[[b:Deut. 5, 6-22]] en het boek Deuteronomium. (Deut. 5, 6-22)[[b:Deut. 5, 6-22]] Vanaf het Oude Testament verwijzen de heilige boeken naar "de tien woorden", (Hos. 4, 2 ; Jer. 7, 9; Ez. 18, 5-9)[[b:Hos. 4, 2 ; Jer. 7, 9; Ez. 18, 5-9]] maar pas in het nieuwe verbond in Jezus Christus zal hun volle betekenis geopenbaard worden.
Zie ook alinea's: -62-[al:62]-700-[al:700]
Het woord "decaloog[688]" betekent letterlijk "tien woorden" (Ex. 34, 28; Deut. 4, 13; Deut. 10, 4)[b:Ex. 34, 28; Deut. 4, 13; Deut. 10, 4]. Deze "tien woorden" heeft God aan zijn volk gegeven op de heilige berg. Hij heeft ze geschreven "met zijn eigen vinger" (Ex. 31, 18; Deut. 5, 22)[b:Ex. 31, 18; Deut. 5, 22], in tegenstelling tot de andere voorschriften, die door Mozes werden opgetekend. (Deut. 31, 9.24)[[b:Deut. 31, 9.24]] Het zijn Gods woorden bij uitstek. Zij zijn ons bewaard gebleven in het boek Exodus (Deut. 5, 6-22)[[b:Deut. 5, 6-22]] en het boek Deuteronomium. (Deut. 5, 6-22)[[b:Deut. 5, 6-22]] Vanaf het Oude Testament verwijzen de heilige boeken naar "de tien woorden", (Hos. 4, 2 ; Jer. 7, 9; Ez. 18, 5-9)[[b:Hos. 4, 2 ; Jer. 7, 9; Ez. 18, 5-9]] maar pas in het nieuwe verbond in Jezus Christus zal hun volle betekenis geopenbaard worden.
Zie ook alinea's: -62-[al:62]-700-[al:700]
Referenties naar alinea 2056: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2057
2084
2170
2084
2170
Om de "Tien Woorden[688]" te begrijpen moeten we ze eerst plaatsen in het kader van de uittocht, het grote verlossende optreden van God, dat het middelpunt is van het oude verbond. Of de "woorden" nu geformuleerd zijn als negatieve voorschriften, als verboden, of als positieve geboden (b.v. "Eer uw vader en uw moeder"), steeds geven de "tien woorden" de voorwaarden aan om een leven te leiden dat bevrijd is van de slavernij van de zonde. De decaloog is een weg ten leven:
Als gij Jahwe uw God bemint, zijn wegen gaat en zijn geboden, voorschriften en bepalingen nakomt, dan zult gij leven en talrijk worden (Deut. 30, 16)[b:Deut. 30, 16].Deze bevrijdende kracht van de Tien Geboden[688] blijkt onder meer uit het gebod van de sabbatrust, dat eveneens van toepassing is op vreemden en slaven:
Bedenk dat gij slaaf zijt geweest in Egypte en dat Jahwe uw God u met sterke hand en uitgestrekte arm uit dat land heeft geleid. (Deut. 5, 15)[b:Deut. 5, 15]Zie ook alinea's: -2084-[al:2084]-2170-[al:2170]
Referenties naar alinea 2057: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2058
1962
1962
De "tien woorden" zijn de samenvatting en de verkondiging van de wet van God: "Deze woorden heeft Jahwe op de berg met luider stem tot heel het vergaderde volk gesproken uit het vuur en de donkere wolk. Hij heeft daar niets meer aan toegevoegd. Hij heeft ze op twee stenen platen gegrift en die aan mij ter hand gesteld" (Deut. 5, 22)[b:Deut. 5, 22]. Daarom worden deze twee tafels "de verbondsakte" genoemd (Ex. 25, 16)[b:Ex. 25, 16]. Zij bevatten inderdaad de bepalingen van het verbond, gesloten tussen God en zijn volk. Deze "platen (tafels) van het verbond" (Ex. 31, 18; Ex. 32, 15; Ex. 34, 29)[b:Ex. 31, 18; Ex. 32, 15; Ex. 34, 29] moeten in "de ark" opgeborgen worden (Ex. 25, 16; Ex. 40, 1-2)[b:Ex. 25, 16; Ex. 40, 1-2].
Zie ook alinea's: -1962-[al:1962]
Zie ook alinea's: -1962-[al:1962]
Referenties naar alinea 2058: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2059
De "tien woorden" zijn door God uitgesproken bij een theofanie of Godverschijning - "Op de berg, midden in het vuur heeft Jahwe van aangezicht tot aangezicht met u gesproken" (Deut. 5, 4)[b:Deut. 5, 4]. Zij behoren tot de openbaring die God geeft van zichzelf en van zijn heerlijkheid. In zijn geboden geeft God zichzelf en laat Hij ook zijn heilige wil blijken. En daarin juist openbaart God zich aan zijn volk.
Zie ook alinea's: -707-[al:707]-2823-[al:2823]
Zie ook alinea's: -707-[al:707]-2823-[al:2823]
Referenties naar alinea 2059: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2060
62
62
Het geven van de geboden en van de Wet maakt deel uit van het verbond dat God met zijn volk heeft bezegeld. Volgens het boek Exodus werd de openbaring van de "tien woorden[688]" aan het volk geschonken tussen het aanbod (Ex. 19)[[b:Ex. 19]] van het verbond en het sluiten ervan (Ex. 24)[[b:Ex. 24]] - nadat het volk zich ertoe verbonden had alles te "doen" wat de Heer bevolen had en er ook aan te "gehoorzamen" (Ex. 24, 7)[b:Ex. 24, 7]. De decaloog wordt pas meegedeeld na een verwijzing naar het verbond. ("Jahwe, onze God, heeft op de berg Horeb met ons een verbond gesloten": (Deut. 5,2)[b:Deut. 5,2]).
Zie ook alinea's: -62-[al:62]
Zie ook alinea's: -62-[al:62]
Referenties naar alinea 2060: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2061
2086
2086
De geboden[688] krijgen hun volle betekenis binnen het verbond. Volgens de Schrift vindt het zedelijk handelen van de mens zijn volle betekenis in en door het verbond. Het eerste van de Tien Geboden[688] herinnert aan de oorspronkelijke liefde van God voor zijn volk:
Tot bestraffing van de zonde is men overgegaan van het paradijs van de vrijheid naar de slavernij van deze wereld, en juist om deze reden handelt de eerste zin van de decaloog, het eerste van de Tien Geboden Gods, over de menselijke vrijheid: "Ik ben Jahwe uw God, die u heb weggeleid uit Egypte, het slavenhuis" (Ex. 20, 2; Deut. 5, 6)[b:Ex. 20, 2; Deut. 5, 6]. 8,1[[3423]]Zie ook alinea's: -2086-[al:2086]
Referenties naar alinea 2061: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2062
De geboden in de strikte zin van het woord komen op de tweede plaats; ze laten ons zien wat het inhoudt aan God toe te behoren in een relatie zoals die door het verbond geschapen werd. Het morele leven is een antwoord op het liefdevol initiatief van God. Het betekent erkentelijkheid, hulde en dankzegging aan God. Het morele leven betekent ook medewerking aan de plannen die God in de geschiedenis wil verwezenlijken.
Zie ook alinea's: -142-[al:142]-2002-[al:2002]
Zie ook alinea's: -142-[al:142]-2002-[al:2002]
Referenties naar alinea 2062: 1
Geloof in het initiatief van God – het antwoord van de mens ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2063
Dat God een verbond en een dialoog met de mens aangaat, blijkt ook nog uit het feit dat alle geboden[688] in de eerste persoon gesteld zijn ("lk ben de Heer...") en zich richten tot een andere persoon ("Gij..."). In alle geboden van God wordt een persoonlijk voornaamwoord in het enkelvoud gebruikt om de aangesproken persoon aan te duiden. God laat op die wijze zijn wil kennen aan het gehele volk, maar tevens aan ieder persoonlijk:
De Heer legde ons het gebod van de liefde tot God op en leerde ons gerechtigheid te beoefenen tegenover de naaste, opdat de mens niet onrechtvaardig zou zijn of niet onwaardig tegenover God. Door de Tien Geboden[688] heeft God de mens voorbereid om zijn vriend te worden en om één van hart te zijn met zijn naaste (...) De woorden van de decaloog[688] blijven ook voor ons (Christenen) deze betekenis behouden. Ze zijn geenszins afgeschaft, maar werden verruimd en verdiept door de komst van de Heer in het vlees. 4,16,3-4[[848]]Zie ook alinea's: -878-[al:878]
Referenties naar alinea 2063: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2064
De Tien Geboden in de overlevering van de Kerk
Trouw aan de Schrift en in overeenstemming met het voorbeeld van Jezus, heeft de kerkelijke overlevering aan de decaloog[688] een uiterst belangrijke betekenis toegekend.
Trouw aan de Schrift en in overeenstemming met het voorbeeld van Jezus, heeft de kerkelijke overlevering aan de decaloog[688] een uiterst belangrijke betekenis toegekend.
Referenties naar alinea 2064: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2065
Vanaf de heilige Augustinus krijgen de "Tien Geboden[688]" een overwegend aandeel in het geloofsonderricht van de toekomstige dopelingen en de gelovigen. In de loop van de vijftiende eeuw ontstond de gewoonte om de geboden van de decaloog[688] positief te formuleren en in verzen weer te geven om ze gemakkelijk te kunnen onthouden. Deze vorm wordt nog steeds aangewend bij het leren van de Tien Geboden. De catechismussen van de Kerk hebben de christelijke moraal vaak in de volgorde van de "Tien Geboden[688]" uiteengezet.
Referenties naar alinea 2065: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2066
De indeling en de nummering van de geboden is in de loop van de geschiedenis wel eens gewijzigd. Deze catechismus volgt de indeling van de geboden zoals de heilige Augustinus die heeft vastgelegd en zoals ze in de katholieke Kerk traditioneel is geworden. De lutherse belijdenissen volgen dezelfde indeling. De Griekse Kerkvaders kennen een enigszins andere indeling, die in de orthodoxe kerken en in de gereformeerde gemeenten wordt gebruikt.
Referenties naar alinea 2066: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2067
1697
1853
1697
1853
De Tien Geboden[688] verwoorden datgene wat de liefde tot God en tot de naaste van de mens vereist. De eerste drie geboden handelen meer over de liefde tot God en de zeven andere over de liefde tot de naaste.
"Zoals de liefde twee geboden bevat, waartoe de Heer de wet en de profeten herleidt (...) zo zijn de tien geboden ingedeeld in twee tafels. Drie ervan werden op de ene tafel neergeschreven, zeven op de andere tafel. 33,2,2[[880]]Zie ook alinea's: -1853-[al:1853]
Referenties naar alinea 2067: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2068
888
1993
888
1993
Het Concilie van Trente[d:21] leert dat de Christenen de Tien Geboden[688] moeten onderhouden en dat ook de gerechtvaardigde mens daartoe verplicht is. vgl: Sessio VI - Decretum de iustificatione, 49-50[[[668|49-50]]] En het Tweede Vaticaans Concilie[d:4] bevestigt dit: "Als opvolgers van de apostelen ontvangen de bisschoppen uit de handen van de Heer (...) de zending om alle volkeren te onderwijzen en aan alle schepselen het Evangelie te verkondigen, opdat alle mensen, door het geloof, het Doopsel en het onderhouden van de geboden, de zaligheid zouden verwerven. vgl: Lumen Gentium, 24[[[617|24]]]
Zie ook alinea's: -1993-[al:1993]-888-[al:888]
Zie ook alinea's: -1993-[al:1993]-888-[al:888]
Referenties naar alinea 2068: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2069
2534
2534
De eenheid van de decaloog
De decaloog[688] vormt één ondeelbaar geheel. Elk van de "woorden" verwijst naar ieder ander en naar allen samen; zij veronderstellen elkaar. De twee tafels verduidelijken elkaar: zij vormen een organische eenheid. Een gebod overtreden betekent ook tegenover alle andere tekortschieten. (Jak. 2, 10-11)[[b:Jak. 2, 10-11]] Men kan zijn naaste niet eren zonder ook zijn Schepper te zegenen. Men kan God niet aanbidden zonder alle mensen, zijn schepselen, te beminnen. De Tien Geboden[688] verenigen het theologale en sociale leven van de mens.
Zie ook alinea's: -2534-[al:2534]
De decaloog[688] vormt één ondeelbaar geheel. Elk van de "woorden" verwijst naar ieder ander en naar allen samen; zij veronderstellen elkaar. De twee tafels verduidelijken elkaar: zij vormen een organische eenheid. Een gebod overtreden betekent ook tegenover alle andere tekortschieten. (Jak. 2, 10-11)[[b:Jak. 2, 10-11]] Men kan zijn naaste niet eren zonder ook zijn Schepper te zegenen. Men kan God niet aanbidden zonder alle mensen, zijn schepselen, te beminnen. De Tien Geboden[688] verenigen het theologale en sociale leven van de mens.
Zie ook alinea's: -2534-[al:2534]
Referenties naar alinea 2069: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2070
1955
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1955
De decaloog en de natuurwet
De Tien Geboden[688] maken deel uit van de goddelijke openbaring. Maar ze laten ons ook inzien waarin de ware "humaniteit" van de mens bestaat. Zij stellen de essentiële plichten in het licht en indirect ook de fundamentele rechten die onlosmakelijk met de natuur van de menselijke persoon verbonden zijn. De decaloog bevat een bevoorrechte uitdrukking van de "natuurwet".
De Tien Geboden[688] maken deel uit van de goddelijke openbaring. Maar ze laten ons ook inzien waarin de ware "humaniteit" van de mens bestaat. Zij stellen de essentiële plichten in het licht en indirect ook de fundamentele rechten die onlosmakelijk met de natuur van de menselijke persoon verbonden zijn. De decaloog bevat een bevoorrechte uitdrukking van de "natuurwet".
"Vanaf het begin had God de voorschriften van de natuurwet in het hart van de mensen gegrift. Hij beperkte zich aanvankelijk ertoe hun die in herinnering te brengen. Dit waren de tien geboden" 4,15,1[[848]].Zie ook alinea's: -1955-[al:1955]
Referenties naar alinea 2070: 3
Veritatis Splendor ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2071
1777
1960
1777
1960
Hoewel de voorschriften van de decaloog[688] toegankelijk zijn voor de rede alleen, zijn zij geopenbaard. Want om een volledige en zekere kennis van de verplichtingen van de natuurwet te verkrijgen had de zondige mensheid behoefte aan deze openbaring:
Zie ook alinea's: -1960-[al:1960]-1777-[al:1777]
"Omwille van de verduistering van de rede en de ontsporing van de wil van de mens in de staat van zonde, was een duidelijke verklaring van de geboden van de decaloog noodzakelijk geworden" 4,37,1,3[[908]].Wij kennen de tien geboden van God door de goddelijke openbaring die ons in de Kerk wordt voorgehouden, en door de stem van ons zedelijk geweten.
Zie ook alinea's: -1960-[al:1960]-1777-[al:1777]
Referenties naar alinea 2071: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2072
1858
1958
1858
1958
De verplichtende kracht van de decaloog
Omdat de Tien Geboden[688] de fundamentele plichten van de mens tegenover God en tegenover zijn naaste uitdrukken, brengen ze, in hun oorspronkelijke inhoud, zware verplichtingen aan het licht. Zij zijn fundamenteel onveranderlijk en gelden dus altijd en overal. Niemand kan ervan ontslaan. De Tien Geboden[688] zijn door God in het hart van de mensen gegrift.
Zie ook alinea's: -1858-[al:1858]-1958-[al:1958]
Omdat de Tien Geboden[688] de fundamentele plichten van de mens tegenover God en tegenover zijn naaste uitdrukken, brengen ze, in hun oorspronkelijke inhoud, zware verplichtingen aan het licht. Zij zijn fundamenteel onveranderlijk en gelden dus altijd en overal. Niemand kan ervan ontslaan. De Tien Geboden[688] zijn door God in het hart van de mensen gegrift.
Zie ook alinea's: -1858-[al:1858]-1958-[al:1958]
Referenties naar alinea 2072: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2073
Het nakomen van de geboden brengt ook nog verplichtingen mee, waarvan de materie op zichzelf licht is. Zo wordt door het vijfde gebod verboden zijn naaste met woorden te beledigen; maar dit kan enkel een zware fout worden wegens bepaalde omstandigheden of wegens de intentie van degene die ze uitspreekt.
Referenties naar alinea 2073: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2074
2732
2732
"Zonder Mij kunt gij niets doen"
Jezus zegt: "Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, zoals Ik in hem, die draagt veel vrucht, want los van Mij kunt gij niets" (Joh. 15, 5)[b:Joh. 15, 5]. De vrucht waarvan hier sprake is, is de heiligheid van een leven, dat vruchtbaar geworden is door de vereniging met Christus. Wanneer wij in Jezus Christus geloven, deel hebben aan zijn mysteries en zijn geboden onderhouden, komt de Verlosser zelf om in ons zijn Vader en zijn broeders, onze Vader en onze broeders, te beminnen. Dankzij de heilige Geest wordt zijn persoon de levende en innerlijke regel van ons handelen. "Dit is mijn gebod dat gij elkander liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad" (Joh. 15, 12)[b:Joh. 15, 12].
Jezus zegt: "Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, zoals Ik in hem, die draagt veel vrucht, want los van Mij kunt gij niets" (Joh. 15, 5)[b:Joh. 15, 5]. De vrucht waarvan hier sprake is, is de heiligheid van een leven, dat vruchtbaar geworden is door de vereniging met Christus. Wanneer wij in Jezus Christus geloven, deel hebben aan zijn mysteries en zijn geboden onderhouden, komt de Verlosser zelf om in ons zijn Vader en zijn broeders, onze Vader en onze broeders, te beminnen. Dankzij de heilige Geest wordt zijn persoon de levende en innerlijke regel van ons handelen. "Dit is mijn gebod dat gij elkander liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad" (Joh. 15, 12)[b:Joh. 15, 12].
Referenties naar alinea 2074: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (2075-2082)
2075
Manifest van het geloof ->=geentekst=
"Wat voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven? - Als gij het leven wilt binnengaan, onderhoud dan de geboden" (Mt. 19, 16-17)[b:Mt. 19, 16-17].
Referenties naar alinea 2075: 2
Youcat ->=geentekst=Manifest van het geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2076
Door zijn optreden en zijn verkondiging heeft Jezus de blijvende waarde van de decaloog[688] bevestigd.
Referenties naar alinea 2076: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2077
De decaloog[688] werd gegeven binnen het verbond dat God met zijn volk sloot. In en door dit verbond krijgen de geboden[688] van God hun ware betekenis.
Referenties naar alinea 2077: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2078
Trouw aan de Schrift en in overeenstemming met het voorbeeld van Jezus, heeft de kerkelijke overlevering aan de decaloog[688] een grondleggende belangrijkheid en betekenis toegekend.
Referenties naar alinea 2078: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2079
De decaloog[688] vormt een organische eenheid waarin elk "woord" of elk "gebod" naar het geheel verwijst. Eén gebod overtreden is de hele Wet overtreden. (Jak. 2, 10-11)[[b:Jak. 2, 10-11]]
Referenties naar alinea 2079: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2080
De decaloog is een bevoorrechte verwoording van de natuurwet. Wij kennen de decaloog[688] door de goddelijke openbaring en door de menselijke rede.
Referenties naar alinea 2080: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2081
De Tien Geboden[688] brengen in hun wezenlijke inhoud zware verplichtingen mee. Maar soms houdt het onderhouden van deze geboden verplichtingen in, waarvan de materie op zichzelf licht is.
Referenties naar alinea 2081: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2082
Door zijn genade maakt God het mogelijk dat wij kunnen uitvoeren, wat Hij ons gebiedt.
Referenties naar alinea 2082: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Eerste hoofdstuk - "Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand" (2083-2195)
2083
199
201
367
199
201
367
Jezus heeft de verplichtingen van de mens tegenover God samengevat in deze woorden: "Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand" (Mt. 22, 37)[b:Mt. 22, 37]. ((Vgl. Lc. 10, 27; "met al uw krachten"))[[b:Lc. 10, 27]] In deze woorden ligt de weerklank van de plechtige oproep: "Luister, Israël: Jahwe is onze God. Jahwe alleen" (Deut. 6, 4)[b:Deut. 6, 4].
God heeft als eerste zijn liefde betoond. In het eerste van de "Tien woorden" wordt herinnerd aan de liefde van de éne God. Vervolgens wordt door de geboden verklaard welk liefdesantwoord de mens aan zijn God moet geven.
Zie ook alinea's: -367-[al:367]-199-[al:199]
God heeft als eerste zijn liefde betoond. In het eerste van de "Tien woorden" wordt herinnerd aan de liefde van de éne God. Vervolgens wordt door de geboden verklaard welk liefdesantwoord de mens aan zijn God moet geven.
Zie ook alinea's: -367-[al:367]-199-[al:199]
Referenties naar alinea 2083: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 - Het eerste gebod: Ik ben de Heer uw God. Gij zult geen andere goden hebben ten koste van Mij. (2084-2141)
- I. - "Gij zult de Heer uw God aanbidden en Hem alleen dienen" (2084-2094)
2084
398
2057
Zie ook alinea's: -2057-[al:2057]-398-[al:398]
398
2057
Ik ben Jahwe uw God, die u heb weggeleid uit Egypte, het slavenhuis. Gij zult geen andere goden hebben, ten koste van Mij. Gij zult geen godenbeelden maken, geen afbeelding van enig wezen boven in de hemel, beneden op aarde of in de wateren onder de aarde. Gij zult u voor hen niet ter aarde buigen en hun geen goddelijke eer bewijzen (Ex. 20, 2-5)[b:Ex. 20, 2-5] . (Dt. 5, 6-9)[[b:Dt. 5, 6-9]] Er staat geschreven: "De Heer uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen" (Mt. 4, 10)[b:Mt. 4, 10].God laat zich kennen door te verwijzen naar zijn almachtig, welwillend en bevrijdend optreden in de geschiedenis van het volk, tot wie Hij zich richt: "Ik heb u weggeleid uit Egypte, het slavenhuis" (Dt. 5, 6)[b:Dt. 5, 6]. Het eerste woord bevat het eerste gebod van de Wet: "Gij zult de Heer uw God aanbidden en Hem dienen. (...) Gij moogt niet achter andere goden aanlopen" (Dt. 6, 13-14)[b:Dt. 6, 13-14]. De eerste oproep en rechtvaardige eis van God is, dat de mens Hem aanvaardt en Hem aanbidt.
Zie ook alinea's: -2057-[al:2057]-398-[al:398]
Referenties naar alinea 2084: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2085
200
200
De ene en ware God openbaart eerst zijn heerlijkheid aan Israël. (Ex. 19, 16-25; Ex. 24, 15-18)[[b:Ex. 19, 16-25; Ex. 24, 15-18]] De openbaring van de roeping en de waarheid van de mens is nauw verbonden met Gods openbaring. De mens is geroepen om God zichtbaar te maken door zijn handelen in overeenstemming met zijn geschapen zijn "naar het beeld en de gelijkenis met God":
Er zal nooit een andere God zijn, Tryphon, en er is nooit een andere geweest sinds alle eeuwigheid (...) dan degene die het heelal heeft geschapen en geordend. Wij zijn niet van mening dat onze God een andere is dan de uwe. Hij is het die onze vaderen uit Egypte geleid heeft "met krachtige hand en gestrekte arm" . Wij stellen onze hoop op geen andere, want die is er niet, maar op dezelfde God als gij, de God van Abraham, Isaak en Jakob. 11,1[[1006]]Zie ook alinea's: -200-[al:200]-1701-[al:1701]
Referenties naar alinea 2085: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2086
212
1812
2061
212
1812
2061
"Het eerste gebod omvat het geloof, de hoop en de liefde. Wie God zegt, spreekt over een onveranderlijk, steeds gelijk blijvend wezen, trouw en volkomen rechtvaardig. Daaruit volgt dat wij noodzakelijkerwijze zijn uitspraken moeten aanvaarden en Hem een absoluut geloof en vertrouwen moeten schenken. Hij is almachtig, barmhartig en oneindig geneigd om goed te doen. Wie zou niet op Hem al zijn hoop durven stellen? En wie zou Hem niet beminnen, wanneer hij de schatten van goedheid en tederheid beschouwt, die Hij aan ons heeft medegedeeld? Daarom gebruikt God de volgende aanhef en de volgende conclusie, wanneer Hij in de Schrift zijn voorschriften en geboden geeft: 'Ik ben de Heer"'. 3,2,4[[830]]
Zie ook alinea's: -212-[al:212]-2061-[al:2061]
Zie ook alinea's: -212-[al:212]-2061-[al:2061]
Referenties naar alinea 2086: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2087
143
143
Het geloof
Ons zedelijk leven vindt zijn oorsprong in het geloof in God, die ons zijn liefde meedeelt. De heilige Paulus spreekt over "de gehoorzaamheid van het geloof" (Rom. 1, 5; Rom. 16, 26)[b:Rom. 1, 5; Rom. 16, 26] als over een allereerste verplichting. In de "goddeloosheid" toont hij de oorsprong en de verklaring van elke zedelijke ontaarding. (Rom. 1, 18-32)[[b:Rom. 1, 18-32]] Onze verplichting tegenover God bestaat erin, in Hem te geloven en over Hem getuigenis af te leggen.
Zie ook alinea's: -1814-1816-[al:1814-1816]-143-[al:143]
Ons zedelijk leven vindt zijn oorsprong in het geloof in God, die ons zijn liefde meedeelt. De heilige Paulus spreekt over "de gehoorzaamheid van het geloof" (Rom. 1, 5; Rom. 16, 26)[b:Rom. 1, 5; Rom. 16, 26] als over een allereerste verplichting. In de "goddeloosheid" toont hij de oorsprong en de verklaring van elke zedelijke ontaarding. (Rom. 1, 18-32)[[b:Rom. 1, 18-32]] Onze verplichting tegenover God bestaat erin, in Hem te geloven en over Hem getuigenis af te leggen.
Zie ook alinea's: -1814-1816-[al:1814-1816]-143-[al:143]
Referenties naar alinea 2087: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2088
157
2119
157
2119
Het eerste gebod vraagt van ons dat wij ons geloof voeden en het met voorzichtigheid en waakzaamheid bewaren en dat wij alles verwerpen wat ermee in strijd is. Men kan tegen het geloof op verscheidene manieren zondigen:
De opzettelijke twijfel omtrent het geloof verwaarloost of verwerpt wat God heeft geopenbaard en de kerk voorhoudt te geloven. De onvrijwillige twijfel betekent de aarzeling om te geloven, de moeilijkheid om de opwerpingen tegen het geloof te boven te komen of ook nog een zekere angstvalligheid, verwekt door wat in het geloof duister is. Indien deze twijfel opzettelijk gekoesterd wordt kan hij leiden tot verblinding van de geest.
Zie ook alinea's: -157-[al:157]
De opzettelijke twijfel omtrent het geloof verwaarloost of verwerpt wat God heeft geopenbaard en de kerk voorhoudt te geloven. De onvrijwillige twijfel betekent de aarzeling om te geloven, de moeilijkheid om de opwerpingen tegen het geloof te boven te komen of ook nog een zekere angstvalligheid, verwekt door wat in het geloof duister is. Indien deze twijfel opzettelijk gekoesterd wordt kan hij leiden tot verblinding van de geest.
Zie ook alinea's: -157-[al:157]
Referenties naar alinea 2088: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2089
162
817
2732
Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
162
817
2732
Het ongeloof is de onverschilligheid ten opzichte van de geopenbaarde waarheid, of de vrijwillige weigering zijn instemming ermee te betuigen. "Ketterij wordt genoemd: het, na het ontvangen van het Doopsel, hardnekkig ontkennen of in twijfel trekken van een of andere waarheid die met goddelijk en katholiek geloof geloofd moet worden; apostasie: het volkomen afwijzen van het christelijk geloof; schisma: het zich onttrekken aan het gezag van de Paus of aan de gemeenschap met de onder zijn gezag staande kerkleden". Codex Iuris Canonici, 751[[30|751]]
Zie ook alinea's: -162-[al:162]-817-[al:817]
Zie ook alinea's: -162-[al:162]-817-[al:817]
Referenties naar alinea 2089: 2
Youcat ->=geentekst=Theologie vandaag: perspectieven, principes en criteria ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2090
227
2630
227
2630
De hoop
Wanneer God zich aan de mens openbaart en hem roept, kan deze op eigen kracht niet volledig aan de goddelijke liefde beantwoorden. Hij moet hopen dat God hem het vermogen zal geven Hem eveneens te beminnen en om te handelen in overeenstemming met de geboden van de liefde. De hoop is de vertrouwvolle verwachting van de goddelijke zegening en van de zalige aanschouwing van God; het is tevens de vrees Gods liefde te krenken en de straf uit te lokken.
Zie ook alinea's: -1817-1821-[al:1817-1821] -1996-[al:1996]
Wanneer God zich aan de mens openbaart en hem roept, kan deze op eigen kracht niet volledig aan de goddelijke liefde beantwoorden. Hij moet hopen dat God hem het vermogen zal geven Hem eveneens te beminnen en om te handelen in overeenstemming met de geboden van de liefde. De hoop is de vertrouwvolle verwachting van de goddelijke zegening en van de zalige aanschouwing van God; het is tevens de vrees Gods liefde te krenken en de straf uit te lokken.
Zie ook alinea's: -1817-1821-[al:1817-1821] -1996-[al:1996]
Referenties naar alinea 2090: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2091
Het eerste gebod heeft ook betrekking op de zonden tegen de hoop, te weten de wanhoop en het vermetel vertrouwen.
Door de wanhoop geeft de mens de hoop op dat hij van God zijn persoonlijk heil, de hulp om dit heil te verwerven of de vergeving van zijn zonden zal ontvangen. Hij verzet zich tegen Gods goedheid en zijn rechtvaardigheid - want de Heer is trouw aan zijn beloften -, en tegen zijn barmhartigheid.
Zie ook alinea's: -1864-[al:1864]
Door de wanhoop geeft de mens de hoop op dat hij van God zijn persoonlijk heil, de hulp om dit heil te verwerven of de vergeving van zijn zonden zal ontvangen. Hij verzet zich tegen Gods goedheid en zijn rechtvaardigheid - want de Heer is trouw aan zijn beloften -, en tegen zijn barmhartigheid.
Zie ook alinea's: -1864-[al:1864]
Referenties naar alinea 2091: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2092
2732
2732
Er zijn twee soorten van vermetel vertrouwen . Ofwel overschat de mens zijn eigen mogelijkheden (denkend dat hij zichzelf kan redden zonder hulp van boven), ofwel overschat hij de goddelijke almacht en barmhartigheid (hopend dat hij vergiffenis zal verkrijgen zonder bekering of de zaligheid zonder verdienste).
Zie ook alinea's: -2732-[al:2732]
Zie ook alinea's: -2732-[al:2732]
Referenties naar alinea 2092: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2093
De liefde
Het geloof in de liefde van God omvat de uitnodiging en de verplichting aan de goddelijke liefde te beantwoorden door een oprechte wederliefde. Het eerste gebod gebiedt ons God boven alles te beminnen en alle schepselen omwille van God. (Dt. 6, 4-5)[[b:Dt. 6, 4-5]]
Zie ook alinea's: -1822-1829-[al:1822-1829]
Het geloof in de liefde van God omvat de uitnodiging en de verplichting aan de goddelijke liefde te beantwoorden door een oprechte wederliefde. Het eerste gebod gebiedt ons God boven alles te beminnen en alle schepselen omwille van God. (Dt. 6, 4-5)[[b:Dt. 6, 4-5]]
Zie ook alinea's: -1822-1829-[al:1822-1829]
Referenties naar alinea 2093: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2094
2303
2733
2303
2733
Tegen de liefde voor God kan men op verscheidene wijzen zondigen: de onverschilligheid verzuimt of weigert oog te hebben voor de goddelijke liefde; ze miskent het attent karakter en de kracht ervan. De ondankbaarheid verzuimt of weigert erkentelijk te zijn voor de goddelijke liefde en ze met liefde te beantwoorden. De lauwheid betekent een aarzeling of een nalatigheid in het beantwoorden van de goddelijke liefde, ze kan ook de weigering bevatten om zich aan de beweging van de liefde over te geven. De luiheid of geestelijke traagheid (acedia) gaat zover dat ze weigert de vreugde die van God komt te aanvaarden en dat ze een afschuw krijgt van de goddelijke goedheid. De haat tegen God komt voort uit de hoogmoed. Haat richt zich tegen de liefde van God, loochent zijn goedheid en matigt zich aan Hem te verwensen, omdat Hij de zonde verbiedt en straffen oplegt.
Zie ook alinea's: -2733-[al:2733]-2303-[al:2303]
Zie ook alinea's: -2733-[al:2733]-2303-[al:2303]
Referenties naar alinea 2094: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - "Hem alleen zult gij eer bewijzen" (2095-2109)
2095
28
1807
1969
28
1807
1969
De goddelijke deugden van geloof, hoop en liefde vormen en bezielen de zedelijke deugden. Zo brengt de liefde ons ertoe alles aan God te geven wat wij, als schepselen, Hem moeten geven. De deugd van godsvrucht stelt ons tot deze houding in staat.
Zie ook alinea's: -1807-[al:1807]
Zie ook alinea's: -1807-[al:1807]
Referenties naar alinea 2095: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2096
28
2628
28
2628
De aanbidding
De aanbidding is de eerste uiting van de deugd van godsvrucht. God aanbidden betekent: Hem als God, erkennen, als Schepper en als Verlosser, als Heer en Meester van al wat bestaat, als oneindige en barmhartige Liefde. "De Heer uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen" (Lc. 4, 8)[b:Lc. 4, 8], zegt Jezus met een beroep op het boek Deuteronomium (Dt. 6, 13)[b:Dt. 6, 13].
Zie ook alinea's: -2628-[al:2628]
De aanbidding is de eerste uiting van de deugd van godsvrucht. God aanbidden betekent: Hem als God, erkennen, als Schepper en als Verlosser, als Heer en Meester van al wat bestaat, als oneindige en barmhartige Liefde. "De Heer uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen" (Lc. 4, 8)[b:Lc. 4, 8], zegt Jezus met een beroep op het boek Deuteronomium (Dt. 6, 13)[b:Dt. 6, 13].
Zie ook alinea's: -2628-[al:2628]
Referenties naar alinea 2096: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2097
28
1864
2628
2691
2703
2807
28
1864
2628
2691
2703
2807
God aanbidden betekent: in eerbied en volledige onderdanigheid erkennen "hoe nietig het schepsel is", want het bestaat enkel door God. God aanbidden betekent: Hem loven en prijzen en zichzelf vernederen, zoals Maria in haar lofzang, terwijl men met dankbaarheid erkent dat Hij grote dingen heeft gedaan en dat zijn naam heilig is. (Lc. 1, 46-49)[[b:Lc. 1, 46-49]] De aanbidding van de ene God bevrijdt de mens van zelfgenoegzaamheid, van de slavernij van de zonde en van de verafgoding van de wereld.
Zie ook alinea's: -2807-[al:2807]
Zie ook alinea's: -2807-[al:2807]
Referenties naar alinea 2097: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2098
28
2742
28
2742
Het gebed
De daden van geloof, hoop en liefde, zoals die door het eerste gebod worden opgelegd, komen tot voltooiing in het gebed. Onze geest verheffen tot God is een uitdrukking van onze aanbidding van God: het is het gebed van lof en dankzegging, van voorspraak en smeekbede. Het gebed is een onmisbare voorwaarde om aan Gods geboden te kunnen gehoorzamen. "Gij moet altijd bidden en daarin niet versagen" (Lc. 18, 1)[b:Lc. 18, 1].
Zie ook alinea's: -2558-[al:2558]
De daden van geloof, hoop en liefde, zoals die door het eerste gebod worden opgelegd, komen tot voltooiing in het gebed. Onze geest verheffen tot God is een uitdrukking van onze aanbidding van God: het is het gebed van lof en dankzegging, van voorspraak en smeekbede. Het gebed is een onmisbare voorwaarde om aan Gods geboden te kunnen gehoorzamen. "Gij moet altijd bidden en daarin niet versagen" (Lc. 18, 1)[b:Lc. 18, 1].
Zie ook alinea's: -2558-[al:2558]
Referenties naar alinea 2098: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2099
28
613
1540
28
613
1540
Het offer
Het is goed God offers op te dragen als teken van aanbidding en dankbaarheid, als teken van ons smeekgebed en van onze gemeenschap met Hem: "Een waar offer is elk werk waardoor wij met God worden verbonden in een heilige gemeenschap. Dat wil zeggen: elk werk dat gericht is op het hoogste goed dat ons echt gelukkig kan maken, is een waar offer". 10,6, vert. Getijdenboek Lect. II,6,123[[857]]
Zie ook alinea's: -613-[al:613]
Het is goed God offers op te dragen als teken van aanbidding en dankbaarheid, als teken van ons smeekgebed en van onze gemeenschap met Hem: "Een waar offer is elk werk waardoor wij met God worden verbonden in een heilige gemeenschap. Dat wil zeggen: elk werk dat gericht is op het hoogste goed dat ons echt gelukkig kan maken, is een waar offer". 10,6, vert. Getijdenboek Lect. II,6,123[[857]]
Zie ook alinea's: -613-[al:613]
Referenties naar alinea 2099: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2100
28
614
618
1365
2711
28
614
618
1365
2711
Om waarachtig te zijn moet het uiterlijke offer de uitdrukking zijn van een geestelijke offerande: "Wat ik offer, God, is mijn boetvaardigheid, een vermorzeld en vernederd hart wijst Gij niet af" (Ps. 51, 19)[b:Ps. 51, 19]. De profeten van het oude verbond hebben vaak de offers afgekeurd, die opgedragen werden zonder innerlijke betrokkenheid (Am. 5, 21-25)[[b:Am. 5, 21-25]] of zonder verband met de liefde tot de naaste. (Jes. 1, 10-20)[[b:Jes. 1, 10-20]] Jezus brengt de woorden van Hosea in herinnering: "Ik wil liever barmhartigheid dan offers" (Mt. 9, 13; Mt. 12, 7)[b:Mt. 9, 13; Mt. 12, 7]. (Hos. 6, 6)[[b:Hos. 6, 6]] Het enige volmaakte offer is dat van Christus, die zich op het kruis als een volmaakte offerande uit liefde voor de Vader, voor ons heil heeft opgedragen. (Heb. 9, 13-14)[[b:Heb. 9, 13-14]] Door ons bij zijn offer aan te sluiten kunnen wij van ons leven een offerande aan God maken.
Zie ook alinea's: -2711-[al:2711]-614-[al:614]-618-[al:618]
Zie ook alinea's: -2711-[al:2711]-614-[al:614]-618-[al:618]
Referenties naar alinea 2100: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2101
28
1064
1254
2147
2410
28
1064
1254
2147
2410
Beloften en geloften
In verschillende levensomstandigheden wordt van de christen gevraagd beloften te doen aan God. In het doopsel en het vormsel, het huwelijk en het wijdingssacrament liggen steeds beloften vervat. Uit persoonlijke devotie kan een christen ook aan God de belofte doen, een bepaalde daad, een gebed, een aalmoes of een bedevaart te zullen verrichten. De trouw aan de belofte, aan God gedaan, is een teken van de eerbied die men aan de goddelijke majesteit verschuldigd is en van de liefde jegens de getrouwe God.
Zie ook alinea's: -1237-[al:1237]-1064-[al:1064]
In verschillende levensomstandigheden wordt van de christen gevraagd beloften te doen aan God. In het doopsel en het vormsel, het huwelijk en het wijdingssacrament liggen steeds beloften vervat. Uit persoonlijke devotie kan een christen ook aan God de belofte doen, een bepaalde daad, een gebed, een aalmoes of een bedevaart te zullen verrichten. De trouw aan de belofte, aan God gedaan, is een teken van de eerbied die men aan de goddelijke majesteit verschuldigd is en van de liefde jegens de getrouwe God.
Zie ook alinea's: -1237-[al:1237]-1064-[al:1064]
Referenties naar alinea 2101: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2102
28
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
28
"Een gelofte, dit is een weloverwogen en vrijwillige belofte aan God gedaan met betrekking tot een mogelijk en beter goed, moet volbracht worden krachtens de deugd van godsdienstigheid". § 1[[30|1191]] De gelofte is een daad van godsvrucht, waarin de christen zichzelf aan God toewijdt of Hem een goed werk belooft. Door het vervullen van zijn geloften geeft hij dus aan God wat hij Hem heeft beloofd en toegewijd. In de Handelingen der Apostelen lezen wij hoe de heilige Paulus erom bekommerd was de geloften te vervullen, die hij gedaan had. (Hand. 18, 18; Hand. 21, 23-24)[[b:Hand. 18, 18; Hand. 21, 23-24]]
Referenties naar alinea 2102: 2
Youcat ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2103
28
914
28
914
De kerk kent een uitgesproken waarde toe aan de gelofte de evangelische raden te onderhouden: vgl: Codex Iuris Canonici, 654[[[30|654]]]
Zie ook alinea's: -1973-[al:1973]-914-[al:914]
Het is voor onze moeder, de Kerk, een reden tot vreugde, dat er in haar midden steeds vele mannen en vrouwen te vinden zijn die de ontlediging van de Verlosser van meer nabij navolgen en duidelijker voorhouden, door de armoede met de vrijheid van de kinderen van God te omhelzen en van hun eigen wil afstand te doen: zij onderwerpen zich namelijk omwille van God inzake volmaaktheid aan een mens in een mate die verder gaat dan het strikte gebod, om aan de gehoorzame Christus vollediger gelijkvormig te worden. Lumen Gentium, 42[[617|42]]In bepaalde gevallen kan de kerk, omwille van verantwoorde redenen, dispensatie van beloften en geloften verlenen. vgl: Codex Iuris Canonici, 692,1196-1197[[[30|692.1196-1197]]]
Zie ook alinea's: -1973-[al:1973]-914-[al:914]
Referenties naar alinea 2103: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2104
28
851
2467
Youcat ->=geentekst=
28
851
2467
De sociale plicht tot godsdienstigheid en het recht op godsdienstvrijheid
"Alle mensen zijn ertoe gehouden de waarheid, vooral wanneer deze betrekking heeft op God en op zijn kerk, te zoeken en haar, zodra zij haar kennen, aan te nemen en te bewaren". Dignitatis Humanae, 1[[702|1]] Deze plicht vloeit voort uit "de natuur van de mens zelf". Dignitatis Humanae, 2[[702|2]] Dit is niet in strijd met een "waarachtige eerbied" voor de verscheidene godsdiensten "die toch niet zelden een straal weerspiegelen van die Waarheid, welke alle mensen verlicht", Nostra Aetate, 2[[610|2]] noch met de plicht van naastenliefde die de christen aanspoort "om met liefde, voorzichtigheid en geduld om te gaan met de mensen die in dwaling leven of onwetend zijn omtrent het geloof". Dignitatis Humanae, 14[[702|14]]
Zie ook alinea's: -2467-[al:2467]-851-[al:851]
"Alle mensen zijn ertoe gehouden de waarheid, vooral wanneer deze betrekking heeft op God en op zijn kerk, te zoeken en haar, zodra zij haar kennen, aan te nemen en te bewaren". Dignitatis Humanae, 1[[702|1]] Deze plicht vloeit voort uit "de natuur van de mens zelf". Dignitatis Humanae, 2[[702|2]] Dit is niet in strijd met een "waarachtige eerbied" voor de verscheidene godsdiensten "die toch niet zelden een straal weerspiegelen van die Waarheid, welke alle mensen verlicht", Nostra Aetate, 2[[610|2]] noch met de plicht van naastenliefde die de christen aanspoort "om met liefde, voorzichtigheid en geduld om te gaan met de mensen die in dwaling leven of onwetend zijn omtrent het geloof". Dignitatis Humanae, 14[[702|14]]
Zie ook alinea's: -2467-[al:2467]-851-[al:851]
Referenties naar alinea 2104: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2105
28
854
898
2188
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
28
854
898
2188
Zowel individueel als sociaal hebben de mensen de plicht God een waarachtige eredienst te bewijzen. Dat is "de traditionele katholieke leer over de morele plicht van mensen en gemeenschappen tegenover de ware godsdienst en de enige kerk van Christus". Dignitatis Humanae, 1[[702|1]] Door zonder ophouden aan de mensen het Evangelie te verkondigen spant de Kerk zich ervoor in, dat ze in staat zouden zijn "de mentaliteit en de zeden, de wetten en de structuren van het milieu waarin ze leven van een christelijke geest te doordringen". Apostolicam Actuositatem, 13[[653|13]] Het is de sociale plicht van de christenen in ieder mens de liefde tot de waarheid en tot het goede te eerbiedigen en te stimuleren. Dit vraagt van hen dat ze de eredienst van de ene ware godsdienst zouden doen kennen, die in de katholieke en apostolische kerk te vinden is. vgl: Dignitatis Humanae, 1[[[702|1]]] De christenen zijn geroepen het licht der wereld te zijn. vgl: Apostolicam Actuositatem, 13[[[653|13]]] Op die manier bevestigt de kerk het koningschap van Christus over de hele schepping en in het bijzonder over de menselijke samenleving. vgl: Immortale Dei[[[739]]] vgl: Quas Primas[[[700]]]
Zie ook alinea's: -854-[al:854]-898-[al:898]
Zie ook alinea's: -854-[al:854]-898-[al:898]
Referenties naar alinea 2105: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2106
28
160
1180
1738
1782
1907
Youcat ->=geentekst=
28
160
1180
1738
1782
1907
"In godsdienstige aangelegenheden mag niemand gedwongen worden te handelen tegen zijn geweten in, noch belemmerd worden om, binnen passende grenzen, privé of publiek, alleen of samen met anderen, volgens zijn geweten te handelen". Dignitatis Humanae, 2[[702|2]] Dit recht steunt op de natuur zelf van de menselijke persoon, wiens waardigheid hem ertoe brengt vrijwillig de goddelijke waarheid, die de tijdelijke orde te boven gaat, te aanvaarden. Daarom: "blijft dit recht voortbestaan ook in hen die hun verplichting om de waarheid te zoeken en aan te hangen niet nakomen". Dignitatis Humanae, 2[[702|2]]
Zie ook alinea's: -160-[al:160]-1782-[al:1782]-1738-[al:1738]
Zie ook alinea's: -160-[al:160]-1782-[al:1782]-1738-[al:1738]
Referenties naar alinea 2106: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2107
28
Youcat ->=geentekst=
28
"Indien uit hoofde van bijzondere omstandigheden van bepaalde volkeren in de juridische ordening van de staat een bijzondere burgerlijke erkenning aan een bepaalde religieuze gemeenschap wordt toegekend, dan moet tegelijk het recht van alle burgers en van alle religieuze gemeenschappen op godsdienstvrijheid worden erkend en geëerbiedigd" Dignitatis Humanae, 6[[702|6]]
Referenties naar alinea 2107: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2108
28
1738
1740
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
28
1738
1740
Het recht op godsdienstvrijheid betekent geen morele toelating om een dwaalleer aan te hangen, vgl: Ci riesce[[[1019]]] noch een mogelijke vrijbrief voor de dwaling, vgl: Ci riesce[[[1019]]] maar wel een natuurlijk recht van de menselijke persoon op burgerlijke vrijheid, dit wil zeggen op vrijwaring van uiterlijke dwang, binnen juiste grenzen, in godsdienstzaken, vanwege de politieke overheid. Dit natuurrecht moet in de juridische ordening zo worden erkend dat het burgerrecht wordt. vgl: Dignitatis Humanae, 2[[[702|2]]]
Zie ook alinea's: -1740-[al:1740]
Zie ook alinea's: -1740-[al:1740]
Referenties naar alinea 2108: 4
Activiteiten en het gedrag van de Katholieken op het gebied van de politiek ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2109
28
2244
Youcat ->=geentekst=
28
2244
Het recht op godsdienstvrijheid kan uit zichzelf niet onbeperkt zijn vgl: Quod aliquantum[[[1020]]] en evenmin slechts beperkt worden door een "openbare orde" die op een positivistische of naturalistische wijze wordt opgevat. vgl: Quanta Cura[[[430]]] De "juiste grenzen" die aan dit recht inherent zijn, moeten voor elke sociale situatie bepaald worden door de politieke omzichtigheid, volgens de eisen van het algemeen welzijn, en bekrachtigd worden door de burgerlijke overheid volgens "juridische normen die in overeenstemming zijn met de objectieve morele orde". Dignitatis Humanae, 7[[702|7]]Zie ook alinea's: -2244-[al:2244]-1906-[al:1906]
Referenties naar alinea 2109: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - "Gij zult geen andere goden naast Mij hebben" (2110-2128)
2110
Youcat ->=geentekst=
Het eerste gebod verbiedt andere goden te eren dan de enige Heer, die zich aan zijn volk geopenbaard heeft. Het verbiedt het bijgeloof en de ongodsdienstigheid. Het bijgeloof is in zekere zin een ontaarde overdrijving van de godsvrucht; de ongodsdienstigheid is een ondeugd, tegengesteld aan de deugd van godsdienstigheid, door de afwezigheid ervan.
Referenties naar alinea 2110: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2111
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Het bijgeloof
Het bijgeloof is een ontsporing van het godsdienstig gevoel en van de daarmee gepaard gaande praktijken. Het kan ook de eredienst aantasten die wij aan de ware God bewijzen, wanneer men bij voorbeeld een, om zo te zeggen, magisch belang gaat toekennen aan bepaalde praktijken die op zichzelf toelaatbaar of noodzakelijk zijn. Wanneer men aan de louter materiële elementen van gebeden of sacramentele tekens een werkdadigheid gaat toeschrijven, los van de innerlijke gesteltenis die hierbij vereist is, vervalt men in bijgeloof. (Mt. 23, 16-22)[[b:Mt. 23, 16-22]]
Het bijgeloof is een ontsporing van het godsdienstig gevoel en van de daarmee gepaard gaande praktijken. Het kan ook de eredienst aantasten die wij aan de ware God bewijzen, wanneer men bij voorbeeld een, om zo te zeggen, magisch belang gaat toekennen aan bepaalde praktijken die op zichzelf toelaatbaar of noodzakelijk zijn. Wanneer men aan de louter materiële elementen van gebeden of sacramentele tekens een werkdadigheid gaat toeschrijven, los van de innerlijke gesteltenis die hierbij vereist is, vervalt men in bijgeloof. (Mt. 23, 16-22)[[b:Mt. 23, 16-22]]
Referenties naar alinea 2111: 3
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2112
210
2534
Youcat ->=geentekst=
210
2534
De afgodendienst
Het eerste gebod veroordeelt het polytheïsme of veelgodendom . Het vraagt van de mens in geen andere goden te geloven dan in God, geen andere godheden te vereren dan de enige God. De Schrift herinnert voortdurend aan het verwerpen "van afgodsbeelden van zilver en goud, door mensenhanden vervaardigd" die "een mond hebben maar niet spreken, ogen hebben en niet zien"... Deze bedrieglijke beelden misleiden de mens: "al even onnozel is hij die ze maakt en die nu vertrouwt op hun macht" (Ps. 115, 4-5.8)[b:Ps. 115, 4-5.8]. (Jes. 44, 9-20; Jer. 10, 1-16; Dan. 14, 1-30; Bar. 6; Wijsh. 13, 1-15, 19)[[b:Jes. 44, 9-20; Jer. 10, 1-16; Dan. 14, 1-30; Bar. 6; Wijsh. 13, 1-15, 19]] God daarentegen is de "levende God" ((Joz. 3, 10; Ps. 42, 3; enz.))[b:Joz. 3, 10; Ps. 42, 3], die leven geeft en die in de geschiedenis optreedt
Zie ook alinea's: -210-[al:210]
Het eerste gebod veroordeelt het polytheïsme of veelgodendom . Het vraagt van de mens in geen andere goden te geloven dan in God, geen andere godheden te vereren dan de enige God. De Schrift herinnert voortdurend aan het verwerpen "van afgodsbeelden van zilver en goud, door mensenhanden vervaardigd" die "een mond hebben maar niet spreken, ogen hebben en niet zien"... Deze bedrieglijke beelden misleiden de mens: "al even onnozel is hij die ze maakt en die nu vertrouwt op hun macht" (Ps. 115, 4-5.8)[b:Ps. 115, 4-5.8]. (Jes. 44, 9-20; Jer. 10, 1-16; Dan. 14, 1-30; Bar. 6; Wijsh. 13, 1-15, 19)[[b:Jes. 44, 9-20; Jer. 10, 1-16; Dan. 14, 1-30; Bar. 6; Wijsh. 13, 1-15, 19]] God daarentegen is de "levende God" ((Joz. 3, 10; Ps. 42, 3; enz.))[b:Joz. 3, 10; Ps. 42, 3], die leven geeft en die in de geschiedenis optreedt
Zie ook alinea's: -210-[al:210]
Referenties naar alinea 2112: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2113
398
2289
Youcat ->=geentekst=
Geboden 4. - “Gij zult geen andere goden hebben, ten koste van Mij” ->=geentekst=
398
2289
Met afgoderij worden niet enkel de verkeerde erediensten van het heidendom bedoeld. Afgoderij blijft een bestendige bekoring tegen het geloof. Zij bestaat erin te vergoddelijken wat geen God is. Er is sprake van afgodendienst, zodra de mens een schepsel vereert in plaats van God; het kunnen goden zijn of demonen (zoals b.v. in het satanisme) of macht, genot, ras, voorouders, de staat, het geld, enz. "Gij kunt niet God dienen én de Mammon" zegt Jezus (Mt. 6, 24)[b:Mt. 6, 24]. Talloze martelaren zijn gestorven, omdat zij weigerden "het Beest" (Openb. 13-14)[[b:Openb. 13-14]] te aanbidden of zelfs de eredienst ervan voor te wenden. De afgodendienst verwerpt de unieke heerschappij van God; ze is dus onverenigbaar met de gemeenschap met God. (Gal. 5, 20; Ef. 5, 5)[[b:Gal. 5, 20; Ef. 5, 5]]
Zie ook alinea's: -398-[al:398]-2534-[al:2534]-2289-[al:2289]-24-[al:24]
Zie ook alinea's: -398-[al:398]-2534-[al:2534]-2289-[al:2289]-24-[al:24]
Referenties naar alinea 2113: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Geboden 4. - “Gij zult geen andere goden hebben, ten koste van Mij” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2114
Youcat ->=geentekst=
Geboden 4. - “Gij zult geen andere goden hebben, ten koste van Mij” ->=geentekst=
Het leven van de mens vindt zijn eenheid in de aanbidding van de Enige. Het gebod om de enige Heer te aanbidden, brengt eenvoud in het mensenleven en redt het van een oneindige versnippering. De afgodendienst is een ontaarding van de godsdienstzin die de mens is aangeboren. Afgodendienaar is hij, "die aan wat dan ook, in plaats van aan God, het onverwoestbare begrip 'God' toekent".2,40[[1007]]
Referenties naar alinea 2114: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Geboden 4. - “Gij zult geen andere goden hebben, ten koste van Mij” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2115
305
Youcat ->=geentekst=
305
Waarzeggerij en magie
God kan de toekomst aan zijn profeten of aan andere heiligen openbaren. De juiste christelijke houding tegenover de toekomst houdt niettemin in dat men volledig vertrouwt op de goddelijke voorzienigheid en elke ongezonde nieuwsgierigheid laat varen. Onvoorzichtigheid kan in dit opzicht een gebrek aan verantwoordelijkheidszin betekenen.
Zie ook alinea's: -305-[al:305]
God kan de toekomst aan zijn profeten of aan andere heiligen openbaren. De juiste christelijke houding tegenover de toekomst houdt niettemin in dat men volledig vertrouwt op de goddelijke voorzienigheid en elke ongezonde nieuwsgierigheid laat varen. Onvoorzichtigheid kan in dit opzicht een gebrek aan verantwoordelijkheidszin betekenen.
Zie ook alinea's: -305-[al:305]
Referenties naar alinea 2115: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2116
Youcat ->=geentekst=
Men moet alle vormen van waarzeggerij verwerpen: een beroep doen op de Satan of op demonen, het oproepen van geesten van overledenen of andere praktijken, waarvan ten onrechte wordt aangenomen dat zij de toekomst "ontsluieren". (Dt. 18, 10; Jer. 29, 8)[[b:Dt. 18, 10; Jer. 29, 8]] Het raadplegen van horoscopen, de astrologie, het handlezen, het verklaren van voortekens en van aanwijzingen van het lot, de fenomenen van helderziendheid, het gebruiken van mediums verraden alle het verlangen, macht te krijgen over de tijd, de geschiedenis en uiteindelijk over de mensen en eveneens een verlangen verborgen machten voor zich te winnen. Dit alles is in strijd met de eerbied en het respect, vermengd met liefdevolle vrees, die wij aan God alleen verschuldigd zijn.
Referenties naar alinea 2116: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2117
Youcat ->=geentekst=
Alle praktijken van magie of toverij, waardoor men ernaar streeft de occulte krachten te beheersen om ze aan zich dienstbaar te maken en een bovennatuurlijke macht te verkrijgen over zijn naaste -zelfs al was het om diens gezondheid te redden- zijn ernstig in strijd met de deugd van godsvrucht. Deze praktijken zijn nog meer te veroordelen, wanneer ze vergezeld gaan van de bedoeling schade te berokkenen aan de medemens of wanneer zij een beroep doen op de tussenkomst van boze geesten. Ook het dragen van amuletten is af te keuren. Het spiritisme gaat vaak vergezeld van waarzeggerij of magie. Daarom waarschuwt de kerk de gelovigen om zich ervan te onthouden. Het gebruik van zogenaamde traditionele medicijnen wettigt noch het aanroepen van boze geesten noch het misbruiken van de lichtgelovigheid van sommige mensen.
Referenties naar alinea 2117: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2118
Youcat ->=geentekst=
De ongodsdienstigheid
Het eerste gebod van God keurt de belangrijkste zonden van goddeloosheid af: het uitdagen van God in woorden of werken, de heiligschennis en de simonie.
Het eerste gebod van God keurt de belangrijkste zonden van goddeloosheid af: het uitdagen van God in woorden of werken, de heiligschennis en de simonie.
Referenties naar alinea 2118: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2119
274
540
Youcat ->=geentekst=
274
540
God uitdagen houdt in: door woorden of daden, de goedheid van God of zijn almacht op de proef stellen. Zo wil de Satan Jezus ertoe verleiden dat Hij zich van de tempel naar beneden zou werpen en door deze daad God zou verplichten om in te grijpen (Lc. 4, 9)[[b:Lc. 4, 9]] Jezus plaatst daar het woord van God tegenover: "Gij zult de Heer uw God niet tarten" (Dt. 6, 16)[b:Dt. 6, 16]. De uitdaging die in deze bekoring verborgen is, tast het respect en het vertrouwen aan, dat wij aan onze Schepper en Heer verschuldigd zijn. Dit houdt steeds een twijfelen in aan Gods liefde, zijn voorzienigheid en zijn macht. (1 Kor. 10, 9; Ex. 17, 2-7; Ps. 95, 9)[[b:1 Kor. 10, 9; Ex. 17, 2-7; Ps. 95, 9]]
Zie ook alinea's: -394-[al:394]-2088-[al:2088]
Zie ook alinea's: -394-[al:394]-2088-[al:2088]
Referenties naar alinea 2119: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2120
1183
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1183
Van heiligschennis spreekt men, wanneer iemand de sacramenten of andere liturgische handelingen, personen, voorwerpen of plaatsen, die aan God zijn toegewijd, ontwijdt of onwaardig behandelt. De heiligschennis is een zware zonde, vooral wanneer ze begaan wordt tegen de Eucharistie, omdat in dit Sacrament het lichaam zelf van Christus substantieel voor ons aanwezig is. vgl: Codex Iuris Canonici, 1367,1376[[[30|1367.1376]]]
Zie ook alinea's: -1374-[al:1374]
Zie ook alinea's: -1374-[al:1374]
Referenties naar alinea 2120: 3
Utrum verbum "abicere" ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2121
1578
Youcat ->=geentekst=
1578
Simonie kan men omschrijven als het kopen of verkopen van geestelijke goederen. Simon, de tovenaar, wilde de geestelijke macht kopen, die hij bij het optreden van de apostelen had vastgesteld; Petrus gaf hem ten antwoord: "Wees ten ondergang gedoemd, jij met je geld, omdat je gemeend hebt de gave Gods voor geld te kunnen krijgen" (Hand. 8, 20)[b:Hand. 8, 20]. Zo sloot Petrus zich aan bij Jezus' uitspraak: "Voor niets hebt gij ontvangen, voor niets moet gij geven" (Mt. 10, 8)[b:Mt. 10, 8]. ((Vgl. Jes. 55, 1; reeds hier))[[b:Jes. 55, 1]] Het is onmogelijk zich geestelijke goederen toe te eigenen en zo op te treden als ware men meester of bezitter ervan, aangezien zij hun oorsprong hebben in God. Men kan ze slechts om niet van Hem verkrijgen.
Zie ook alinea's: -1578-[al:1578]
Zie ook alinea's: -1578-[al:1578]
Referenties naar alinea 2121: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2122
Youcat ->=geentekst=
"Buiten de bijdragen die door de bevoegde overheid zijn vastgesteld, mag de bedienaar niets vragen voor de toediening van de sacramenten, waarbij steeds veilig gesteld moet worden dat behoeftigen niet van de hulp van de sacramenten verstoken blijven om reden van hun armoede". Codex Iuris Canonici, 848[[30|848]] De bevoegde overheid bepaalt de "bijdragen" krachtens het principe dat het gelovige volk moet bijdragen in het onderhoud van de kerkelijke bedienaars. "De arbeider is zijn onderhoud waard" (Mt. 10, 10)[b:Mt. 10, 10]. (Lc. 10, 7; 1 Kor. 9, 5-18; 1 Tim. 5, 17-18)[[b:Lc. 10, 7; 1 Kor. 9, 5-18; 1 Tim. 5, 17-18]]
Referenties naar alinea 2122: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2123
29
Youcat ->=geentekst=
29
Het atheïsme
"Velen van onze tijdgenoten zien de intieme levensverbondenheid van God met de mens helemaal niet in of verwerpen deze expliciet. Daarom dient het atheïsme gerekend te worden tot de meest ernstige problemen van deze tijd". § 1[[575|19]]
Zie ook alinea's: -29-[al:29]
"Velen van onze tijdgenoten zien de intieme levensverbondenheid van God met de mens helemaal niet in of verwerpen deze expliciet. Daarom dient het atheïsme gerekend te worden tot de meest ernstige problemen van deze tijd". § 1[[575|19]]
Zie ook alinea's: -29-[al:29]
Referenties naar alinea 2123: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2124
29
Youcat ->=geentekst=
29
Onder de naam atheïsme treffen wij heel verschillende fenomenen aan. Een veel voorkomende vorm is het praktisch materialisme dat zijn behoeften en ambities beperkt tot het "hier en nu". Het atheïstisch humanisme denkt ten onrechte dat de mens "zichzelf tot doel is en de enige ontwerper en uitvoerder van zijn geschiedenis". § 1[[575|20]] Een andere vorm van hedendaags atheïsme verwacht de bevrijding van de mens van een economische en sociale bevrijding; "men is dan van mening dat de godsdienst van nature deze bevrijding in de weg staat, voor zover hij de mens, door zijn hoop op een toekomstig en bedrieglijk leven te richten, juist van de uitbouw van de aardse woonstede af zou schrikken". § 2[[575|20]]
Zie ook alinea's: -1049-[al:1049]
Zie ook alinea's: -1049-[al:1049]
Referenties naar alinea 2124: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2125
29
Youcat ->=geentekst=
29
Voor zover het atheïsme het bestaan van God verwerpt of afwijst, is het een zonde tegen de deugd van godsvrucht. (Rom. 1, 18)[[b:Rom. 1, 18]] De toerekenbaarheid van deze fout kan sterk verminderd worden omwille van de intenties en de omstandigheden. In het ontstaan en de verspreiding van het atheïsme "kunnen de gelovigen een niet gering aandeel hebben in zoverre men van hen moet zeggen, dat zij door het verwaarlozen van de geloofsopvoeding, hetzij door misleidende uiteenzettingen van de leer, hetzij zelfs door een gebrekkig godsdienstig, moreel en sociaal leven, het ware gezicht van God en de godsdienst veeleer verhullen dan onthullen". § 3[[575|19]]
Zie ook alinea's: -1535-[al:1535]
Zie ook alinea's: -1535-[al:1535]
Referenties naar alinea 2125: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2126
29
154
Youcat ->=geentekst=
29
154
Vaak steunt het atheïsme op een valse opvatting van de menselijke autonomie, die men zover doorvoert dat men elke vorm van afhankelijkheid van God afwijst. § 1[[575|20]] Toch "is de kennis van God op geen enkele wijze in tegenspraak met de waardigheid van de mens, daar een dergelijke waardigheid juist in God haar fundament en voltooiing heeft". § 3[[575|21]] De Kerk weet "dat haar boodschap overeenstemt met de meest verborgen verlangens van het menselijk hart". § 7[[575|21]]
Zie ook alinea's: -396-[al:396]-154-[al:154]
Zie ook alinea's: -396-[al:396]-154-[al:154]
Referenties naar alinea 2126: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2127
29
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
29
Het agnosticisme
Men treft het agnosticisme in velerlei vormen aan. In bepaalde gevallen weigert de agnosticus God te loochenen; hij neemt integendeel het bestaan aan van een transcendent wezen, dat zich echter niet zou kunnen openbaren en waarover dus niemand iets zou weten te zeggen. In andere gevallen wil de agnosticus zich niet uitspreken over het al of niet bestaan van God; het is immers onmogelijk, zo zegt hij, dit bestaan te bewijzen en zelfs het te bevestigen of te ontkennen.
Zie ook alinea's: -36-[al:36]
Men treft het agnosticisme in velerlei vormen aan. In bepaalde gevallen weigert de agnosticus God te loochenen; hij neemt integendeel het bestaan aan van een transcendent wezen, dat zich echter niet zou kunnen openbaren en waarover dus niemand iets zou weten te zeggen. In andere gevallen wil de agnosticus zich niet uitspreken over het al of niet bestaan van God; het is immers onmogelijk, zo zegt hij, dit bestaan te bewijzen en zelfs het te bevestigen of te ontkennen.
Zie ook alinea's: -36-[al:36]
Referenties naar alinea 2127: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2128
29
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
29
In het agnosticisme is soms een verlangen aanwezig om God te ontdekken, maar het kan ook het teken zijn van onverschilligheid, van een vlucht voor de laatste vraag van het menselijk bestaan en van een gemakzuchtig moreel bewustzijn. Het agnosticisme komt al te vaak neer op een praktisch atheïsme.
Zie ook alinea's: -1036-[al:1036]
Zie ook alinea's: -1036-[al:1036]
Referenties naar alinea 2128: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. - "Gij zult geen godenbeelden maken..." (2129-2132)
2129
476
1159
2500
476
1159
2500
Gods verordening bracht het verbod met zich mee door mensenhand enige afbeelding van God te maken. Het boek Deuteronomium geeft hiervan de verklaring: "Omdat gij geen gestalte gezien hebt, toen Jahwe u bij de Horeb uit het vuur heeft toegesproken, moet gij zorgen u niet te bezondigen door beelden te maken van welke gestalte dan ook..." (Dt. 4, 15-16)[b:Dt. 4, 15-16]. Het is de volkomen transcendente God die zich aan Israël heeft geopenbaard. "Hij is alles" maar tegelijkertijd "is Hij groter dan al zijn werken" (Sir. 43, 27-28)[b:Sir. 43, 27-28]. Hij is de oorsprong van alle geschapen schoonheid (Wijsh. 13, 3)[b:Wijsh. 13, 3].
Zie ook alinea's: -300-[al:300]-2500-[al:2500]
Zie ook alinea's: -300-[al:300]-2500-[al:2500]
Referenties naar alinea 2129: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2130
476
1159
476
1159
Toch heeft God, al in het Oude Testament, het bevel of de toestemming gegeven afbeeldingen te maken, die op symbolische wijze de komst van het mensgeworden Woord zouden voorbereiden: de bronzen slang bijvoorbeeld, (Num. 21, 4-9; Wijsh. 16, 5-14; Joh. 3, 14-15)[[b:Num. 21, 4-9; Wijsh. 16, 5-14; Joh. 3, 14-15]] de ark van het verbond en de cherubijnen. (Ex. 25, 10-22; 1 Kon. 6, 23-28; 1 Kon. 7, 23-26)[[b:Ex. 25, 10-22; 1 Kon. 6, 23-28; 1 Kon. 7, 23-26]]
Referenties naar alinea 2130: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2131
476
1159
476
1159
Steunend op het mysterie van het mensgeworden Woord heeft het zevende Oecumenisch Concilie, gehouden in Nicea (787)[d:222], tegen de iconoclasten, de beeldenverering goedgekeurd: van Christus, maar ook van Gods Moeder, van de engelen en van alle heiligen. Want door mens te worden heeft de Zoon van God een nieuwe "ordening" wat betreft beelden ingesteld.
Zie ook alinea's: -476-[al:476]
Zie ook alinea's: -476-[al:476]
Referenties naar alinea 2131: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2132
476
1159
476
1159
De christelijke beeldenverering is niet in strijd met het eerste gebod dat de afgodenbeelden veroordeelt. Want "de eer die aan het beeld wordt bewezen, is bestemd voor degene die afgebeeld wordt" 18,45[[881]] en "wie het beeld vereert, vereert daarin de persoon die erin afgebeeld wordt". Sessio VII - Definitio de sacris imaginibus, 1[[965|1]] vgl: Sessio XXV - De invocatione, veneratione et reliquiis Sanctorum et sacris imaginibus[[[736]]] vgl: Sacrosanctum Concilium, 126[[[570|126]]] vgl: Lumen Gentium, 67[[[617|67]]] De eer aan de afbeelding van heiligen bewezen is een "respectvolle verering" en geen aanbidding. Die komt alleen aan God toe:
"Gezegd moet worden dat de godsdienstige verering niet bewezen wordt aan de afbeeldingen, voorzover deze op zichzelf als bepaalde dingen beschouwd worden, maar op de afbeeldingen voorzover ze ons leiden naar de mensgeworden God. De beweging echter die naar de afbeelding gaat, voorzover zij afbeelding is, blijft niet staan bij de afbeelding zelf, maar gaat uit naar datgene waarvan ze de afbeelding is". Summa Theologiae Secunda Secundae q. 81 a. 3 ad 3[[t:iia-iiae q. 81 a. 3 ad 3]]
Referenties naar alinea 2132: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (2133-2141)
2133
"Gij zult de Heer uw God beminnen met heel uw hart, met heel uw ziel en met al uw krachten" (Dt. 6, 5)[b:Dt. 6, 5].
Referenties naar alinea 2133: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2134
Het eerste gebod roept de mens op om in God te geloven, op Hem te hopen en Hem boven alles te beminnen.
Referenties naar alinea 2134: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2135
"De Heer uw God zult gij aanbidden" (Mt. 4, 10)[b:Mt. 4, 10]. God aanbidden, tot Hem bidden, Hem de eredienst bewijzen die Hem toekomt, de geloften en beloften die men Hem gedaan heeft volbrengen, dit alles zijn handelingen, die tot de deugd van godsvrucht behoren en die beantwoorden aan het eerste gebod.
Referenties naar alinea 2135: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2136
De mens heeft zowel individueel als sociaal de plicht een waarachtige eredienst aan God te bewijzen.
Referenties naar alinea 2136: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2137
De mens moet "zijn godsdienst vrij kunnen belijden, privé en publiek". Dignitatis Humanae, 15[[702|15]]
Referenties naar alinea 2137: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2138
Het bijgeloof is een ontsporing van de eredienst die wij aan de ware God bewijzen. Het manifesteert zich vooral in de afgodendienst alsook in de verschillende vormen van waarzeggerij en magie.
Referenties naar alinea 2138: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2139
God op de proef stellen in woorden of daden, heiligschennis en simonie zijn zonden van ongodsdienstigheid die door het eerste gebod verboden worden.
Referenties naar alinea 2139: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2140
Het atheïsme is een zonde tegen het eerste gebod, voorzover het bestaan van God erdoor verworpen of geloochend wordt.
Referenties naar alinea 2140: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2141
De verering van heiligenbeelden steunt op het mysterie van de menswording van het Woord van God en is niet in strijd met het eerste gebod.
Referenties naar alinea 2141: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 - Het tweede gebod: Gij zult de Naam van de Heer uw God niet lichtvaardig gebruiken. (2142-2167)
- I. - De naam van de Heer is heilig (2142-2149)
2142
2807
Zie ook alinea's: -2807-2815-[al:2807-2815]
2807
"Gij zult de naam van Jahwe uw God niet lichtvaardig gebruiken" (Ex. 20, 7; Deut. 5, 11)[b:Ex. 20, 7; Deut. 5, 11]. Gij hebt gehoord dat tot onze voorouders gezegd is: Gij zult geen valse eed doen (...)Het tweede gebod schrijft ons voor de naam van de Heer te eerbiedigen . Evenals het eerste gebod behoort het tweede tot de deugd van godsvrucht en het regelt in het bijzonder ons woordgebruik in verband met alles wat heilig is.
Maar ik zeg u in het geheel niet te zweren (Mt. 5, 33-34)[b:Mt. 5, 33-34].
Zie ook alinea's: -2807-2815-[al:2807-2815]
Referenties naar alinea 2142: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2143
203
2807
2811
203
2807
2811
Onder alle woorden van de openbaring is één woord heel bijzonder: namelijk de openbaring van zijn naam. God vertrouwt zijn naam toe aan degenen die in Hem geloven: Hij openbaart zich aan hen in zijn persoonlijk mysterie. De gave van zijn naam behoort tot het domein van het intieme vertrouwen. "De naam van de Heer is heilig". Daarom mag de mens er geen misbruik van maken; Hij moet hem in zijn geheugen bewaren, in de stilte van een liefdevolle aanbidding. (Zach. 2,17)[[b:Zach. 2,17]] Alleen om hem te zegenen, te loven en te prijzen zal hij hem in de mond nemen. (Ps. 29,2; Ps. 96, 2; Ps. 113, 1-2)[[b:Ps. 29,2; Ps. 96, 2; Ps. 113, 1-2]]
Zie ook alinea's: -203-[al:203]-435-[al:435]
Zie ook alinea's: -203-[al:203]-435-[al:435]
Referenties naar alinea 2143: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2144
2807
2807
De eerbied, waarmee men de naam gebruikt, vertolkt de eerbied die men aan het mysterie van God zelf verschuldigd is en aan heel de sacrale werkelijkheid, die deze naam oproept. Het gevoel voor het sacrale vloeit voort uit de deugd van godsvrucht:
Zijn de gevoelens van vrees en eerbied werkelijk christelijke gevoelens of niet? Redelijkerwijze kan daaraan niemand twijfelen. Het zijn gevoelens die wij op een zeer intense wijze zouden ervaren, als wij de soevereine God zouden zien. Het zijn gevoelens die wij zouden hebben, indien zijn aanwezigheid voor ons werkelijkheid zou worden. In de mate dat wij geloven dat Hij aanwezig is, moeten wij ze ook ervaren. Ze niet ervaren, betekent dat wij ons niet realiseren, niet geloven dat Hij aanwezig is. Par. V,2 (London: Longmans, Green and Co., 1907), 21-22[[939]]
Referenties naar alinea 2144: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2145
427
2807
427
2807
De gelovige moet getuigenis afleggen van de naam van de Heer en wel zo dat hij niet toegeeft aan de angst om zijn geloof te belijden. (Mt. 10,32; 1 Tim. 6,12)[[b:Mt. 10,32; 1 Tim. 6,12]] De prediking en de catechese moeten doordrongen zijn van aanbidding en eerbied voor de naam van onze Heer Jezus Christus.
Zie ook alinea's: -2472-[al:2472]-427-[al:427]
Zie ook alinea's: -2472-[al:2472]-427-[al:427]
Referenties naar alinea 2145: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2146
2807
2807
Het tweede gebod verbiedt het misbruik van de naam van God , dit wil zeggen elk ongepast gebruik van de naam van God, van Jezus Christus, van de maagd Maria en van de heiligen:
Referenties naar alinea 2146: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2147
2807
2807
Beloften die men onder aanroeping van Gods naam aan derden gedaan heeft, doen een beroep op de eer, de trouw, de waarheidsliefde en de autoriteit van God. Zij moeten naar billijkheid geëerbiedigd worden. Ze ontrouw zijn, is de naam van God misbruiken en in zekere zin God tot een leugenaar maken. (1 Joh. 1,10)[[b:1 Joh. 1,10]]
Zie ook alinea's: -2101-[al:2101]
Zie ook alinea's: -2101-[al:2101]
Referenties naar alinea 2147: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2148
2807
2807
Godslastering is rechtstreeks in strijd met het tweede gebod. Men spreekt van godslastering, wanneer iemand tegen God - inwendig of uitwendig - woorden van haat spreekt, Hem verwijten maakt, Hem uitdaagt, kwaad spreekt van God, in zijn woorden blijk geeft van een gebrek aan eerbied tegenover Hem, of de naam van God misbruikt. De heilige Jakobus berispt degenen "die de schone naam (van Jezus) lasteren, welke over hen is aangeroepen" (Jak. 2,7)[b:Jak. 2,7]. Het verbod van godslastering betreft ook uitspraken tegen de kerk van Christus, de heiligen of gewijde voorwerpen. Het is eveneens godslasterlijk de naam van God te gebruiken om misdadige praktijken te verhullen, om volkeren te onderwerpen, om mensen te folteren of te doden. Misbruik maken van de naam van God om een misdaad te begaan, lokt het verwerpen van de godsdienst uit.
De godslastering is in strijd met de eerbied die men aan God en zijn heilige naam verschuldigd is. Het is op zichzelf een zware zonde. vgl: Codex Iuris Canonici, 1369[[[30|1369]]]
Zie ook alinea's: -1756-[al:1756]
De godslastering is in strijd met de eerbied die men aan God en zijn heilige naam verschuldigd is. Het is op zichzelf een zware zonde. vgl: Codex Iuris Canonici, 1369[[[30|1369]]]
Zie ook alinea's: -1756-[al:1756]
Referenties naar alinea 2148: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2149
2807
2807
Vloeken, waarin de naam van God voorkomt, zonder de bedoeling God te lasteren, getuigen van een gebrek aan eerbied tegenover de Heer. Het tweede gebod verbiedt ook het magisch gebruik van de goddelijke naam.
De naam van God is groot, wanneer men deze uitspreekt met de eerbied, verschuldigd aan zijn grootheid en majesteit. De naam van de Heer is heilig, wanneer men hem met eerbied noemt in de vrees, Hem te beledigen. 2,45,19[[7290]]
Referenties naar alinea 2149: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Het ijdel gebruik van de naam van de Heer (2150-2155)
2150
2807
2807
Het tweede gebod verbiedt de meineed . Een eed doen of zweren is God tot getuige nemen van hetgeen men zegt. Het is Gods waarachtigheid inroepen als waarborg voor zijn eigen waarachtigheid. Bij de eed wordt de naam van de Heer als waarborg gebruikt. "Gij moet de Heer uw God vrezen, Hem dienen en zweren bij zijn naam" (Deut. 6, 13)[b:Deut. 6, 13].
Referenties naar alinea 2150: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2151
2807
2807
Het is onze plicht tegenover God de meineed af te keuren. Als Schepper en Heer is God richtsnoer van alle waarheid. Het woord van de mensen is dan in overeenstemming of in strijd met God, die de waarheid zelf is. Wanneer de eed waar en wettig is, stelt hij het verband in het licht tussen het woord van de mensen en de waarheid van God. De meineed roept God aan als getuige van een leugen.
Zie ook alinea's: -215-[al:215]
Zie ook alinea's: -215-[al:215]
Referenties naar alinea 2151: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2152
2476
2807
2476
2807
Eedbreuk begaat hij die onder ede een belofte aflegt, zonder de bedoeling die te houden, of hij die onder ede iets beloofd heeft en die zich nadien niet aan zijn belofte houdt. Eedbreuk betekent een zwaar gebrek aan eerbied tegenover de Heer van alle beloften. Zich onder ede tot een slechte daad verplichten, is in strijd met de heiligheid van de naam van God.
Zie ook alinea's: -2476-[al:2476]-1756-[al:1756]
Zie ook alinea's: -2476-[al:2476]-1756-[al:1756]
Referenties naar alinea 2152: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2153
2466
2807
2466
2807
In de Bergrede heeft Jezus het tweede gebod als volgt toegelicht: "Gij hebt gehoord dat tot onze voorouders gezegd is: 'Gij zult geen valse eed doen, maar gij zult voor de Heer uw eden houden'. Ik echter zeg u in het geheel niet te zweren (...) Maar uw ja moet ja zijn en uw neen, neen; en wat daar nog bijkomt is uit den boze" (Mt. 5,33-34.37)[b:Mt. 5,33-34.37]. (Jak. 5,12)[[b:Jak. 5,12]] Jezus leert ons dat elke eed een verwijzing naar God inhoudt en dat Gods aanwezigheid en waarheid in al onze woorden in ere gehouden moet worden. Het spaarzaam verwijzen naar God in ons taalgebruik is een teken van onze eerbiedige aandacht voor zijn aanwezigheid; elke uitspraak van ons kan zijn aanwezigheid bevestigen of er spot mee drijven.
Zie ook alinea's: -2466-[al:2466]
Zie ook alinea's: -2466-[al:2466]
Referenties naar alinea 2153: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2154
2807
2807
De kerkelijke traditie heeft in de lijn van de heilige Paulus (2 Kor. 1,23; Gal. 1,20)[[b:2 Kor. 1,23; Gal. 1,20]] de woorden van Jezus zo opgevat dat zij ze niet in strijd acht met het afleggen van een eed in een belangrijke en rechtvaardige zaak (b.v. voor de rechtbank). "Een eed, dit is de aanroeping van de goddelijke naam tot getuige van de waarheid, kan niet afgelegd worden tenzij in waarheid, oordeel en gerechtigheid". § 1[[30|1199]]
Referenties naar alinea 2154: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2155
2807
2807
De heiligheid van de naam van God vereist dat men er geen gebruik van maakt voor onbelangrijke zaken, dat men geen eed doet in omstandigheden die van dien aard zijn, dat men dit zou kunnen uitleggen als een goedkeuring van een instantie, die deze eed ten onrechte zou vragen. Wanneer de eed geëist wordt door een onwettige burgerlijke overheid, mag hij geweigerd worden. Hij moet geweigerd worden, wanneer hij gevraagd wordt voor doeleinden, die strijdig zijn met de menselijke waardigheid of met de eenheid van de kerkgemeenschap.
Zie ook alinea's: -1903-[al:1903]
Zie ook alinea's: -1903-[al:1903]
Referenties naar alinea 2155: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - De christelijke naam (2156-2159)
2156
2807
Youcat ->=geentekst=
2807
Het sacrament van het Doopsel wordt toegediend "in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest" (Mt. 28, 19)[b:Mt. 28, 19]. In het Doopsel heiligt de naam van de Heer de mens, en als Christen ontvangt hij in de kerkgemeenschap zijn naam. Het kan de naam zijn van een heilige, dit wil zeggen van een mens die als leerling van Christus een leven heeft geleid van voorbeeldige trouw aan zijn Heer. Het patroonschap van een heilige reikt de mens een voorbeeld van liefde aan en geeft hem de verzekering van diens voorspraak. De "doopnaam" kan ook geïnspireerd zijn door een christelijk mysterie of een christelijke deugd. "Ouders, peetouders en pastoor dienen ervoor te zorgen dat geen naam gegeven wordt die aan het christelijk gevoel vreemd is". Codex Iuris Canonici, 855[[30|855]]
Zie ook alinea's: -232-[al:232]-1267-[al:1267]
Zie ook alinea's: -232-[al:232]-1267-[al:1267]
Referenties naar alinea 2156: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2157
234
1235
1668
2807
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
234
1235
1668
2807
Een Christen begint zijn dag, zijn gebeden en zijn werkzaamheden met het kruisteken, "in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen". De gedoopte wijdt de dag aan Gods heerlijkheid en doet een beroep op de genade van de Verlosser, die hem in staat stelt te handelen in de Geest, als kind van de Vader. Het kruisteken sterkt ons in bekoringen en in moeilijkheden.
Zie ook alinea's: -1235-[al:1235]-1668-[al:1668]
Zie ook alinea's: -1235-[al:1235]-1668-[al:1668]
Referenties naar alinea 2157: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2158
2807
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
2807
God noemt iedereen bij zijn naam. (Jes. 43,1; Joh. 10,3)[[b:Jes. 43,1; Joh. 10,3]] De naam van elke mens is heilig. De naam is de icoon (de afbeelding) van de persoon. Hij vraagt om eerbiediging als teken van de waardigheid van degene die hem draagt.
Referenties naar alinea 2158: 3
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2159
2807
Youcat ->=geentekst=
2807
De naam die men gekregen heeft, raakt ook de eeuwigheid. In het komende rijk zal het mysterievolle en unieke karakter van elke persoon, getekend met de naam van God, in volle glans oplichten. "Aan de overwinnaar (...) zal ik een wit steentje geven en daarop gegrift een nieuwe naam, die niemand kent dan hij, die hem ontvangt" (Openb. 2, 17)[b:Openb. 2, 17]. "Zie daar stond het Lam op de berg Sion en met Hem honderdvierenveertigduizend. Die droegen zijn naam en de naam van Zijn Vader op hun voorhoofd geschreven" (Openb. 14, 1)[b:Openb. 14, 1].
Referenties naar alinea 2159: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (2160-2167)
2160
"Heer onze God, hoe ontzagwekkend is uw naam op aarde" (Ps. 8, 2)[b:Ps. 8, 2].
Referenties naar alinea 2160: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2161
Het tweede gebod schrijft ons voor de naam van de Heer te eerbiedigen. De naam van de Heer is heilig.
Referenties naar alinea 2161: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2162
Het tweede gebod verbiedt elk ongepast gebruik van de naam van God. Men spreekt van godslastering, wanneer iemand de naam van God, van Jezus Christus, van de Maagd Maria en van de heiligen beledigend gebruikt.
Referenties naar alinea 2162: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2163
De meineed roept God aan als getuige van een leugen. De eedbreuk is een zware tekortkoming tegenover de Heer, die steeds trouw is aan zijn beloften.
Referenties naar alinea 2163: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2164
"Zweer niet bij de Schepper noch bij een schepsel, tenzij het gebeurt in waarheid, noodzaak en eerbied". 38[[2749]]
Referenties naar alinea 2164: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2165
Youcat ->=geentekst=
Bij het Doopsel krijgt de Christen zijn naam in de kerkgemeenschap. De ouders, peetouders en pastoor moeten erop toezien dat aan de dopeling een christelijke voornaam gegeven wordt. Het patroonschap van een heilige geeft de Christen een voorbeeld van liefde en verzekert hem van zijn gebed.
Referenties naar alinea 2165: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2166
Youcat ->=geentekst=
De Christen begint zijn gebeden en zijn werken met een kruisteken "in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen".
Referenties naar alinea 2166: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2167
God noemt iedereen bij zijn naam (Jes. 43,1)[[b:Jes. 43,1]]
Referenties naar alinea 2167: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 - Het derde gebod: Denk aan de sabbat: die moet heilig voor u zijn (2168-2195)
- I. - De dag van de sabbat (2168-2173)
2168
345
Zie ook alinea's: -346-347-[al:346-347]
345
Denk aan de sabbat; die moet heilig zijn voor u. Zes dagen zult gij werken en alle arbeid verrichten. Maar de zevende dag is de sabbat voor de Heer uw God. Dan moogt gij geen enkele arbeid verrichten (Ex. 20,8-10)[b:Ex. 20,8-10]. (Deut. 5,12-15)[[b:Deut. 5,12-15]] De sabbat is gemaakt om de mens, maar niet de mens om de sabbat. De Mensenzoon is dus Heer ook van de sabbat (Mc. 2,27-28)[b:Mc. 2,27-28].Het derde gebod van de decaloog herinnert aan de heiligheid van de sabbat: "de zevende dag is een sabbat, een volstrekte rustdag, gewijd aan Jahwe" (Ex. 31,15)[b:Ex. 31,15].
Zie ook alinea's: -346-347-[al:346-347]
Referenties naar alinea 2168: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2169
346
346
De Schrift herinnert in dit verband aan de schepping : "In zes dagen immers heeft Jahwe de hemel, de aarde, de zee met al wat er in is gemaakt. Maar de zevende dag heeft Hij gerust en zo de sabbat gezegend en tot een heilige dag gemaakt" (Ex. 20, 11)[b:Ex. 20, 11].
Referenties naar alinea 2169: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2170
2057
2057
De Schrift onthult in de dag des Heren ook nog een herdenking van de bevrijding van Israël uit de Egyptische slavernij: "Bedenk dat gij slaaf zijt geweest in Egypte en dat Jahwe uw God u met sterke hand en uitgestrekte arm uit dat land heeft geleid. Daarom heeft Hij u geboden de sabbat te onderhouden (Deut. 5, 15)[b:Deut. 5, 15].
Zie ook alinea's: -2057-[al:2057]
Zie ook alinea's: -2057-[al:2057]
Referenties naar alinea 2170: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2171
God heeft de sabbat aan Israël gegeven om die als een teken van het onverbreekbare verbond te onderhouden. (Ex. 31,16)[[b:Ex. 31,16]] De sabbat hoort toe aan de Heer, hij blijft als een heilige dag gereserveerd voor de lofprijzing van God, van zijn scheppingswerk en van zijn heilzaam optreden ten gunste van Israël.
Referenties naar alinea 2171: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2172
348
2184
348
2184
Het handelen van God staat model voor het handelen van de mens. Als God op de zevende dag "rustte om op adem te komen" (Ex. 31, 17)[b:Ex. 31, 17], moet de mens ook "zijn werk laten liggen" en de anderen, vooral de armen, de kans geven om "op adem te komen" (Ex. 23, 12)[b:Ex. 23, 12]. De sabbat doet ons de dagelijkse arbeid onderbreken en stelt een rustpauze in. Het is een dag van protest tegen de slavernij van de arbeid en de cultus van het geld. (Neh. 13, 15-22; 2 Kron. 36, 21)[[b:Neh. 13, 15-22; 2 Kron. 36, 21]]
Zie ook alinea's: -2184-[al:2184]
Zie ook alinea's: -2184-[al:2184]
Referenties naar alinea 2172: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2173
582
582
Het Evangelie vermeldt talrijke incidenten, waarbij Jezus ervan beschuldigd wordt de wet van de sabbat te overtreden. Maar nooit doet Jezus afbreuk aan de heiligheid van die dag. (Mc. 1,21; Joh. 9,16)[[b:Mc. 1,21; Joh. 9,16]] Met gezag geeft Hij aan wat er de juiste interpretatie van is: "De sabbat is gemaakt om de mens, maar niet de mens om de sabbat" (Mc. 2,27)[b:Mc. 2,27]. Met echt mededogen kent Christus zich het recht toe "om op de sabbat goed te doen veeleer dan kwaad, iemand te redden liever dan hem te doden" (Mc. 3,4)[b:Mc. 3,4]. De sabbat is de dag van de Heer van alle barmhartigheid en van de eer van God. (Mt. 12,5; Joh. 7,23)[[b:Mt. 12,5; Joh. 7,23]] "De Mensenzoon is Heer van de sabbat" (Mc. 2,28)[b:Mc. 2,28].
Zie ook alinea's: -582-[al:582]
Zie ook alinea's: -582-[al:582]
Referenties naar alinea 2173: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- ii. - De dag des Heren (2174-2188)
2174
349
1166
349
1166
De dag van de Verrijzenis: de nieuwe schepping
Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt, laat ons hem vieren in blijdschap (Ps. 118, 24)[b:Ps. 118, 24].Jezus is verrezen uit de doden, "de eerste dag van de week" (Mt. 28, 1; Mc. 16, 2; Lc. 24, 1; Joh. 20, 1)[b:Mt. 28, 1; Mc. 16, 2; Lc. 24, 1; Joh. 20, 1]. Als "eerste dag" brengt de dag van Christus' verrijzenis ons de oorspronkelijke schepping in herinnering. Als "achtste dag", die volgt op de dag van de sabbat, (Mc. 16, 1; Mt. 28, 1)[[b:Mc. 16, 1; Mt. 28, 1]] verwijst hij naar de nieuwe schepping, die met Christus' Verrijzenis een aanvang nam. Voor de christenen is hij de eerste geworden van alle dagen, het eerste feest van alle feesten, de dag des Heren (Hè kuriakè hèmera, dies dominica), de "zon(ne)dag".
Wij komen samen op de dag van de zon, omdat het de eerste dag is (na de joodse sabbat, maar ook de eerste dag) waarop God de materie uit de chaos te voorschijn gehaald heeft en de wereld heeft geschapen, en omdat op diezelfde dag Christus uit de doden is opgestaan. 1,67[[1026]]Zie ook alinea's: -638-[al:638]-349-[al:349]
Referenties naar alinea 2174: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2175
1166
Laudato Si' ->=geentekst=
1166
De zondag - vervulling van de sabbat
De zondag is duidelijk onderscheiden van de sabbat, waarop hij wekelijks chronologisch volgt; hij komt voor de christenen in de plaats van de voorgeschreven sabbatviering. De zondag brengt de geestelijke waarheid van de joodse sabbat in het Pasen van Christus tot vervulling en is een aankondiging van de eeuwige rust van de mens bij God. Want de eredienst van de wet was een voor bereiding op het Christusmysterie, en wat daar gebeurde was een zekere voorafbeelding met betrekking tot Christus: (1 Kor. 10,11)[b:1 Kor. 10,11]
De zondag is duidelijk onderscheiden van de sabbat, waarop hij wekelijks chronologisch volgt; hij komt voor de christenen in de plaats van de voorgeschreven sabbatviering. De zondag brengt de geestelijke waarheid van de joodse sabbat in het Pasen van Christus tot vervulling en is een aankondiging van de eeuwige rust van de mens bij God. Want de eredienst van de wet was een voor bereiding op het Christusmysterie, en wat daar gebeurde was een zekere voorafbeelding met betrekking tot Christus: (1 Kor. 10,11)[b:1 Kor. 10,11]
Zij die leefden volgens de oude ordening der dingen zijn nu gekomen tot een nieuwe verwachting; zij onderhouden niet meer de sabbat, maar wel de dag des Heren waarop ons leven gezegend is door Hem en door zijn dood. 9,1[[989|+26]]Zie ook alinea's: -1166-[al:1166]
Referenties naar alinea 2175: 2
Youcat ->=geentekst=Laudato Si' ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2176
1166
1166
Door de viering van de zondag wordt het morele voorschrift onderhouden dat van nature in het hart van de mensen is gegrift: "God een eredienst bewijzen, die zichtbaar is, die in het openbaar geschiedt en regelmatig gehouden wordt als een teken van de wereldwijde weldaad aan de mensen bewezen". Summa Theologiae Secunda Secundae q. 122 a. 4[[t:iia-iiae q. 122 a. 4]] De viering van de dag des Heren vervult het morele voorschrift van het oude verbond, waarvan zij het ritme en de geest overneemt, door elke week de Schepper en de Verlosser van zijn volk te huldigen.
Referenties naar alinea 2176: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2177
1166
1343
2042
2698
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
1166
1343
2042
2698
De zondagse Eucharistieviering
De zondagsviering van de dag des Heren en van de Eucharistie van de Heer staan in het centrum van het leven van de kerk. "De zondag, waarop het Paasmysterie gevierd wordt, moet uit apostolische traditie in de gehele kerk als de oorspronkelijk geboden feestdag onderhouden worden". § 1[[30|1246]]
De zondagsviering van de dag des Heren en van de Eucharistie van de Heer staan in het centrum van het leven van de kerk. "De zondag, waarop het Paasmysterie gevierd wordt, moet uit apostolische traditie in de gehele kerk als de oorspronkelijk geboden feestdag onderhouden worden". § 1[[30|1246]]
"Zo ook moeten onderhouden worden de dag van de geboorte van Onze Heer Jezus Christus, van de Openbaring, van de Hemelvaart en van Christus' Allerheiligste Lichaam en Bloed, van de Heilige Maria, de Moeder van God, van haar Onbevlekte Ontvangenis en Tenhemelopneming, van de Heilige Jozef, van de Heilige Apostelen Petrus en Paulus en tenslotte van Allerheiligen". § 1[[30|1246]]Zie ook alinea's: -1167-[al:1167]-2043-[al:2043]
Referenties naar alinea 2177: 4
Dies Domini ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2178
1166
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
1166
Deze gewoonte van de Christenen om samen te komen dateert van het begin van de apostolische tijd. (Hand. 2,42-46; 1 Kor. 11,17)[[b:Hand. 2,42-46; 1 Kor. 11,17]] De brief aan de Hebreeën herinnert eraan "niet weg te blijven van onze bijeenkomsten, zoals sommigen gewoon zijn te doen; maar laten wij elkaar moed inspreken" (Heb. 10,25)[b:Heb. 10,25].
De traditie bewaart de herinnering aan een aansporing, die nog altijd actueel is: "vroeg naar de kerk gaan, tot de Heer naderen en zijn zonden belijden, in het gebed tot inkeer komen (...) de heilige en goddelijke liturgie bijwonen, zijn gebed beëindigen en niet vertrekken vóór de wegzending (...). Wij hebben het vaak gezegd: deze dag is u gegeven voor gebed en rust. Het is de dag die de Heer heeft gemaakt. Laat ons hem vieren in blijdschap". de die Domenica 2 en 6: PG 86/1, 416C en 421C[[1320]]Zie ook alinea's: -1343-[al:1343]
Referenties naar alinea 2178: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2179
1166
1567
2226
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
1166
1567
2226
"De parochie is een bepaalde gemeenschap van christen- gelovigen, in een particuliere kerk duurzaam opgericht, waarover de herderlijke zorg, onder het gezag van de diocesane bisschop, aan een pastoor als haar eigen herder is toevertrouwd". § 1[[30|515]] Het is de plaats waar alle gelovigen, door de viering van de zondagse eucharistie, verzameld kunnen worden. De parochie maakt de christenen vertrouwd met de gewone vorm waarin het liturgische leven wordt uitgedrukt; zij brengt hen samen in deze viering; zij onderricht hen in de verlossende heilsleer van Christus en beoefent de liefde van de Heer in de werken van barmhartigheid:
Gij kunt thuis niet bidden zoals in de kerk, waar wij met velen zijn, waar wij uit één hart ons gebed naar God richten. Daar is iets meer aanwezig: de eenheid van geest, de eensgezindheid van de zielen, de band van de liefde, de gebeden van de priesters. 3,6: PG 48, 725[[2146]]Zie ook alinea's: -1567-[al:1567]-2691-[al:2691]-2226-[al:2226]
Referenties naar alinea 2179: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2180
1166
2042
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
1166
2042
De zondagsplicht
Het kerkelijk gebod bepaalt de wet van de Heer en drukt deze uit: "Op zondag en op andere verplichte feestdagen zijn de gelovigen verplicht aan de mis deel te nemen". Codex Iuris Canonici, 1247[[30|1247]] "Aan het voorschrift om aan de mis deel te nemen voldoet wie de Mis bijwoont, overal waar deze in een katholieke ritus gevierd wordt ofwel op de feestdag zelf ofwel op de avond van de voorafgaande dag". § 1[[30|1248]]
Zie ook alinea's: -2042-[al:2042]-1389-[al:1389]
Het kerkelijk gebod bepaalt de wet van de Heer en drukt deze uit: "Op zondag en op andere verplichte feestdagen zijn de gelovigen verplicht aan de mis deel te nemen". Codex Iuris Canonici, 1247[[30|1247]] "Aan het voorschrift om aan de mis deel te nemen voldoet wie de Mis bijwoont, overal waar deze in een katholieke ritus gevierd wordt ofwel op de feestdag zelf ofwel op de avond van de voorafgaande dag". § 1[[30|1248]]
Zie ook alinea's: -2042-[al:2042]-1389-[al:1389]
Referenties naar alinea 2180: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2181
1166
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
1166
De Eucharistie op zondag is de grondslag en de bezegeling van het hele christelijk leven Daarom ook zijn de Christenen verplicht om aan de Eucharistie deel te nemen op de vastgestelde dagen, tenzij ze verontschuldigd zijn vanwege een ernstige reden (zoals ziekte, zorg voor zuigelingen) of ervan ontslagen zijn door hun eigen pastoor. vgl: Codex Iuris Canonici, 1245[[[30|1245]]] Zij die willens en wetens deze verplichting verwaarlozen, begaan een zware zonde.
Referenties naar alinea 2181: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2182
1166
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
1166
De deelname aan de gemeenschappelijke viering van de Eucharistie op zondag is en een getuigenis van dat men toebehoort en trouw is aan Christus en zijn kerk. De gelovigen tonen op die wijze hun gemeenschap in het geloof en in de liefde. Zij getuigen gezamenlijk van Gods heiligheid en van hun hoop op het heil. Onder leiding van de Heilige Geest bemoedigen zij elkaar.
Zie ook alinea's: -815-[al:815]
Zie ook alinea's: -815-[al:815]
Referenties naar alinea 2182: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2183
1166
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
1166
"Indien bij het ontbreken van een gewijde bedienaar of om een andere ernstige reden de deelneming aan de eucharistische viering onmogelijk is, wordt ten zeerste aanbevolen dat de gelovigen deelnemen aan de liturgie van het woord, als er een in de parochiekerk of in een andere gewijde plaats volgens de voorschriften van de diocesane bisschop gevierd wordt, of dat zij zich gedurende de nodige tijd aan het gebed wijden, persoonlijk of in het gezin of bij gelegenheid in groepen van gezinnen". § 2[[30|1248]]
Referenties naar alinea 2183: 2
Youcat ->=geentekst=H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2184
1166
2172
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
1166
2172
Dag van genade en werkonderbreking
Zoals God "rustte op de zevende dag van al het werk dat Hij verricht had" (Gen. 2, 2)[b:Gen. 2, 2] zo wordt het leven van de mens bepaald door het ritme van werken en rusten. De instelling van de dag des Heren draagt ertoe bij dat allen kunnen genieten van voldoende rust en vrije tijd voor de verzorging van hun gezinsleven en van hun cultureel, sociaal en godsdienstig leven. vgl: § 2[[[575|67]]]
Zie ook alinea's: -2172-[al:2172]
Zoals God "rustte op de zevende dag van al het werk dat Hij verricht had" (Gen. 2, 2)[b:Gen. 2, 2] zo wordt het leven van de mens bepaald door het ritme van werken en rusten. De instelling van de dag des Heren draagt ertoe bij dat allen kunnen genieten van voldoende rust en vrije tijd voor de verzorging van hun gezinsleven en van hun cultureel, sociaal en godsdienstig leven. vgl: § 2[[[575|67]]]
Zie ook alinea's: -2172-[al:2172]
Referenties naar alinea 2184: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2185
1166
2428
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
1166
2428
Op zondag en op de andere verplichte feestdagen dienen de gelovigen zich te onthouden van werken en bezigheden die een beletsel zijn voor de eredienst die aan God gebracht moet worden, voor de vreugde die past bij de dag des Heren, voor het beoefenen van goede werken of voor de nodige ontspanning van geest en lichaam. vgl: Codex Iuris Canonici, 1247[[[30|1247]]] De behoeften van het gezin of een groot sociaal belang vormen aanvaardbare excuses ten aanzien van het voorschrift van de zondagsrust. Maar de gelovigen dienen erop toe te zien dat deze excuses geen gewoonte gaan worden, die nadelig is voor de godsdienst, voor het gezinsleven en de gezondheid
De liefde voor de waarheid zoekt de zalige ontspanning, de dwang van de liefde aanvaardt de verantwoorde arbeid. 19,19[[875]]Zie ook alinea's: -2428-[al:2428]
Referenties naar alinea 2185: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2186
1166
1351
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
1166
1351
De Christenen die over vrije tijd beschikken, mogen hun broeders en zusters niet vergeten die dezelfde noden en dezelfde rechten hebben, maar die, omwille van hun armoede en ellende, niet kunnen rusten De zondag is een dag, die naar goede gewoonte door de christelijke vroomheid gewijd wordt aan goede werken en nederig dienstbetoon aan zieken, hulpbehoevenden of bejaarden De christenen heiligen de zondag ook wanneer ze aan hun familie en vrienden de tijd en de zoog schenken, die ze op de andere dagen van de week moeilijk aan hen kunnen besteden De zondag is een tijd van bezinning, stilte, cultuur en meditatie; daardoor wordt de groei van het innerlijk en christelijk leven bevorderd.
Zie ook alinea's: -2447-[al:2447]
Zie ook alinea's: -2447-[al:2447]
Referenties naar alinea 2186: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2187
1166
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
1166
Het vraagt een gezamenlijke inspanning om de zondagen en feestdagen te heiligen. Elke Christen moet vermijden aan anderen, zonder noodzaak, verplichtingen op te leggen, die hen zouden beletten de dag des Heren te vieren. Wanneer de gewoonten (sport, restaurants, enz.) en de sociale verplichtingen (openbare diensten, enz.) sommigen tot werk op zondag verplichten, dan rust toch op ieder de verantwoordelijkheid om te zorgen voor voldoende vrije tijd. De gelovigen moeten, met zin voor maat en naastenliefde, erop letten dat buitensporigheden en geweldplegingen vermeden worden, die soms door massamanifestaties worden veroorzaakt. Ondanks de economische druk moeten de openbare instanties ervoor zorgen dat alle burgers kunnen beschikken over een tijd, bestemd voor rust en voor de eredienst aan God. De werkgevers hebben een soortgelijke verplichting ten opzichte van hun werknemers.Zie ook alinea's: -2289-[al:2289]
Referenties naar alinea 2187: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2188
1166
Youcat ->=geentekst=
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
1166
Met eerbiediging van de religieuze vrijheid en van het algemeen welzijn van allen moeten de christenen de zondagen en feestdagen van de kerk als wettelijke feestdagen laten erkennen Zij moeten aan iedereen een openlijk voorbeeld geven van gebed, van eerbied en vreugde en zij moeten hun tradities verdedigen als een kostbare bijdrage tot het geestelijk leven van de menselijke samenleving Als de wetgeving van het land of andere redenen tot arbeid op zondag verplichten, moet men er toch voor zorgen dat deze dag beleefd wordt als de dag van onze verlossing, die ons laat deelnemen "aan de feestelijke samenkomst", "aan de plechtige vergadering van de eerstgeborenen die in de hemel zijn ingeschreven" (Heb. 12, 22-23)[b:Heb. 12, 22-23]
Zie ook alinea's: -2105-[al:2105]
Zie ook alinea's: -2105-[al:2105]
Referenties naar alinea 2188: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
H. Mis 4. - Waarom op zondag naar de Mis gaan? ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2189
"Onderhoud de sabbat, die moet heilig voor u zijn" (Deut. 5,12)[b:Deut. 5,12] "De zevende dag is een volstrekte rustdag, gewijd aan Jahwe" (Ex. 31, 15)[b:Ex. 31, 15].
Referenties naar alinea 2189: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IN HET KORT (2189-2195)
2190
De sabbat stelde de voltooiing voor van de eerste schepping; hij werd vervangen door de zondag die aan de nieuwe schepping herinnert, die met de verrijzenis van Christus is begonnen.
Referenties naar alinea 2190: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2191
De Kerk viert de dag van Christus' verrijzenis op de achtste dag, die terecht de dag des Heren, of zondag, wordt genoemd. vgl: Sacrosanctum Concilium, 106[[[570|106]]]
Referenties naar alinea 2191: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2192
Youcat ->=geentekst=
"De zondag (...) moet in de gehele Kerk als de oorspronkelijke geboden feestdag onderhouden worden". § 1[[30|1246]] "Op zondag en op andere verplichte feestdagen zijn de gelovigen verplicht aan de mis deel te nemen". Codex Iuris Canonici, 1247[[30|1247]]
Referenties naar alinea 2192: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2193
Youcat ->=geentekst=
"Op zondag en op andere verplichte feestdagen dienen de gelovigen zich te onthouden van werken en bezigheden die een beletsel zijn voor de eredienst aan God, voor de vreugde die voor de dag des Heren gepast is, of voor de nodige ontspanning van geest en lichaam". Codex Iuris Canonici, 1247[[30|1247]]
Referenties naar alinea 2193: 2
Youcat ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2194
De instelling van de zondag draagt ertoe bij dat allen "kunnen genieten van voldoende rust en vrije tijd voor de verzorging van hun gezinsleven, van hun cultureel, maatschappelijk en godsdienstig leven". § 3[[575|67]]
Referenties naar alinea 2194: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2195
Iedere Christen moet vermijden om anderen lasten op te leggen die hen zouden verhinderen om de dag des Heren te onderhouden.
Referenties naar alinea 2195: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tweede hoofdstuk - "Gij zult uw naasten beminnen als uzelf" (2196-2557)
2196
2264
2822
En de heilige Paulus herinnert eraan: "Wie zijn naaste bemint heeft de wet vervuld. Want de geboden: gij zult niet echtbreken, niet doden, niet stelen, niet begeren en alle andere kan men samenvatten in dit ene woord: bemin uw naaste als uzelf. De liefde berokkent de naaste geen enkel kwaad. Liefde vervult de gehele wet" (Rom. 13,8-10)[b:Rom. 13,8-10].
Zie ook alinea's: -2822-[al:2822]
2264
2822
Jezus zegt aan zijn leerlingen: "bemint elkander zoals Ik u bemind heb" (Joh. 13,34)[b:Joh. 13,34].Als antwoord op de vraag naar het eerste gebod zei Jezus: "Het eerste is: Hoor Israël! De Heer onze God is de enige Heer Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel, geheel uw verstand en geheel uw kracht Het tweede is dit: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Er is geen ander gebod voornamer dan deze twee" (Mc. 12,29-31)[b:Mc. 12,29-31].
En de heilige Paulus herinnert eraan: "Wie zijn naaste bemint heeft de wet vervuld. Want de geboden: gij zult niet echtbreken, niet doden, niet stelen, niet begeren en alle andere kan men samenvatten in dit ene woord: bemin uw naaste als uzelf. De liefde berokkent de naaste geen enkel kwaad. Liefde vervult de gehele wet" (Rom. 13,8-10)[b:Rom. 13,8-10].
Zie ook alinea's: -2822-[al:2822]
Referenties naar alinea 2196: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 - Het vierde gebod: Eer uw vader en uw moeder (2197-2257)
2197
Zie ook alinea's: -1897-[al:1897]
Eer uw vader en uw moeder. Dan zult gij lang leven op de grond die Jahwe uw God u schenkt (Ex. 20, 12)[b:Ex. 20, 12]. Hij was hen onderdanig (Lc. 2, 51)[b:Lc. 2, 51].Het vierde gebod staat aan het begin van de tweede tafel. Het duidt de volgorde in de liefde aan God heeft gewild dat wij, na Hem, onze ouders zouden eren, aan wie wij het leven te danken hebben en die ons de kennis van God hebben doorgegeven. Wij zijn verplicht om al diegenen te eren en te eerbiedigen, die God tot ons welzijn met zijn gezag heeft bekleed.
De Heer Jezus heeft zelf het belang van dit "gebod van God" in herinnering gebracht (Mc. 7, 8-13)[b:Mc. 7, 8-13]. De apostel leert: "Kinderen gehoorzaamt uw ouders in de Heer: zo hoort het. 'Eer uw vader en uw moeder', zo luidt het eerste gebod, waaraan een belofte verbonden is: 'opdat het u wel ga en gij lang moogt leven op aarde"' (Ef. 6, 1-3)[b:Ef. 6, 1-3]. (Deut. 5, 16)[[b:Deut. 5, 16]]
Zie ook alinea's: -1897-[al:1897]
Referenties naar alinea 2197: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2198
Dit gebod is positief geformuleerd als een plicht die men moet vervullen. Het kondigt de volgende geboden al aan die betrekking hebben op een bijzondere eerbied voor het leven, het huwelijk, de aardse goederen, het gegeven woord. Het vormt één van de pijlers van de sociale leer[d:48] van de Kerk.
Zie ook alinea's: -2419-[al:2419]
Zie ook alinea's: -2419-[al:2419]
Referenties naar alinea 2198: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2199
Het vierde gebod richt zich uitdrukkelijk tot de kinderen wat betreft hun relatie met hun vader en moeder, omdat dit de meest universele relatie is. Het betreft eveneens de verwantschapsbetrekkingen met de leden van de familie. Het vraagt om eer, genegenheid en erkentelijkheid te betuigen aan grootouders en voorouders. Het bestrijkt tenslotte ook het domein van de plichten van leerlingen tegenover hun leermeesters, van werknemers ten opzichte van de werkgevers, van ondergeschikten tegenover hun meerderen, van burgers tegenover hun vaderland en tegenover degenen die het beheren of besturen. Dit gebod impliceert en veronderstelt eveneens de plichten van ouders, voogden, meesters, meerderen, personen in de rechtspraak, bestuurders en van al diegenen, die gezag over personen of gemeenschappen uitoefenen.
Referenties naar alinea 2199: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2200
Het onderhouden van het vierde gebod brengt zijn beloning met zich mee: "Eer uw vader en uw moeder, dan zult gij lang leven op de grond die Jahwe, uw God, u schenkt" (Ex. 20, 12; Deut. 5, 16)[b:Ex. 20, 12; Deut. 5, 16] Het ontzag voor dit gebod verschaft niet enkel geestelijke vruchten maar ook de tijdelijke weldaden van vrede en voorspoed Het niet opvolgen van dit gebod brengt daarentegen grote schade toe aan de gemeenschap en aan de menselijke personen.
Zie ook alinea's: -2304-[al:2304]
Zie ook alinea's: -2304-[al:2304]
Referenties naar alinea 2200: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. - Het gezin in Gods plan (2201-2206)
2201
1626
1626
De natuur van het gezin
De huwelijksgemeenschap heeft haar grondslag in de wederzijdse instemming van de echtgenoten. Het huwelijk en het gezin zijn geordend op het welzijn van de echtgenoten en op de voortplanting en op de opvoeding van de kinderen. De liefde van de echtgenoten en de geboorte van kinderen doen tussen de leden van eenzelfde gezin persoonlijke banden en oorspronkelijke verantwoordelijkheden ontstaan.
Zie ook alinea's: -1625-[al:1625]
De huwelijksgemeenschap heeft haar grondslag in de wederzijdse instemming van de echtgenoten. Het huwelijk en het gezin zijn geordend op het welzijn van de echtgenoten en op de voortplanting en op de opvoeding van de kinderen. De liefde van de echtgenoten en de geboorte van kinderen doen tussen de leden van eenzelfde gezin persoonlijke banden en oorspronkelijke verantwoordelijkheden ontstaan.
Zie ook alinea's: -1625-[al:1625]
Referenties naar alinea 2201: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2202
Een man en een vrouw, verenigd in het huwelijk, vormen samen met hun kinderen een gezin. Deze instelling gaat aan elke erkenning door het openbaar gezag vooraf; ze staat erboven. Men moet deze gemeenschap als het normale referentiepunt beschouwen, waarnaar de verschillende vormen van verwantschap beoordeeld moeten worden.
Zie ook alinea's: -1882-[al:1882]
Zie ook alinea's: -1882-[al:1882]
Referenties naar alinea 2202: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2203
Door de man en de vrouw te scheppen heeft God het menselijk gezin ingesteld en het begiftigd met zijn grondwet. De leden ervan zijn personen met eenzelfde menselijke waardigheid. Omwille van het algemeen welzijn van zijn leden en van de samenleving is met het begrip 'gezin' een veelheid van verantwoordelijkheden, rechten en plichten verbonden.
Zie ook alinea's: -369-[al:369]
Zie ook alinea's: -369-[al:369]
Referenties naar alinea 2203: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2204
533
1656
Youcat ->=geentekst=
533
1656
Het christelijk gezin
"Het christelijk gezin is een specifieke vorm en realisatie van de kerkgemeenschap; daarom (...) moet het als een 'huiskerk' beschouwd worden". Familiaris Consortio, 21[[267|21]] vgl: Lumen Gentium, 11[[[617|11]]] Het is een gemeenschap van geloof, van hoop en van liefde; in de Kerk krijgt het gezin een heel bijzonder belang, zoals blijkt in het Nieuwe Testament. (Ef. 5, 21 - 6, 4; Kol. 3, 18-21; 1 Pt. 3, 1-7)[[b:Ef. 5, 21 - 6, 4; Kol. 3, 18-21; 1 Pt. 3, 1-7]]
Zie ook alinea's: -533-[al:533]
"Het christelijk gezin is een specifieke vorm en realisatie van de kerkgemeenschap; daarom (...) moet het als een 'huiskerk' beschouwd worden". Familiaris Consortio, 21[[267|21]] vgl: Lumen Gentium, 11[[[617|11]]] Het is een gemeenschap van geloof, van hoop en van liefde; in de Kerk krijgt het gezin een heel bijzonder belang, zoals blijkt in het Nieuwe Testament. (Ef. 5, 21 - 6, 4; Kol. 3, 18-21; 1 Pt. 3, 1-7)[[b:Ef. 5, 21 - 6, 4; Kol. 3, 18-21; 1 Pt. 3, 1-7]]
Zie ook alinea's: -533-[al:533]
Referenties naar alinea 2204: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2205
2335
2367
Youcat ->=geentekst=
2335
2367
Het christelijk gezin is een gemeenschap van personen, een spoor en een beeld van de gemeenschap van de Vader en de Zoon in de Heilige Geest. Het voortbrengen en opvoeden van kinderen weerspiegelt de scheppende activiteit van de Vader. Het gezin is geroepen om deel te nemen aan het gebed en het offer van Christus. Het dagelijkse gebed en het lezen van Gods Woord zullen de liefde in het gezin laten groeien. Het christelijk gezin verkondigt de blijde boodschap en werkt missionerend.
Zie ook alinea's: -1702-[al:1702]
Zie ook alinea's: -1702-[al:1702]
Referenties naar alinea 2205: 2
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2206
1632
1632
De onderlinge verhoudingen in het gezin verwekken een affiniteit van gevoelens, van genegenheid en interesse, wat vooral voortkomt uit het wederzijds respect van de personen. Het gezin is een bevoorrechte gemeenschap, geroepen om tot "een gezamenlijk beraad te komen van de echtgenoten en eveneens tot een zorgzame samenwerking van de ouders bij de opvoeding van de kinderen". § 1[[575|52]]
Referenties naar alinea 2206: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. - Het gezin en de samenleving (2207-2213)
2207
2388
Youcat ->=geentekst=
2388
Het gezin is de oorspronkelijke cel van het maatschappelijk leven . Het is de natuurlijke gemeenschap waarin man en vrouw geroepen zijn om zichzelf te geven in liefde en in het doorgeven van het leven. Het gezag, de stabiliteit en de onderlinge verhoudingen in de schoot van het gezin vormen de grondslag voor de vrijheid, de veiligheid en de broederlijkheid in de schoot van de samenleving. Het gezin is de gemeenschap waarin men van kindsbeen af de zedelijke waarden kan leren kennen, kan beginnen God eer te bewijzen en kan leren de vrijheid op een goede wijze te gebruiken. Het leven in gezinsverband is de inleiding in het sociale leven.
Zie ook alinea's: -1880-[al:1880]-372-[al:372]-1603-[al:1603]
Zie ook alinea's: -1880-[al:1880]-372-[al:372]-1603-[al:1603]
Referenties naar alinea 2207: 2
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2208
Het gezin moet zo leven, dat de leden leren zorg en verantwoordelijkheid te dragen voor jongeren en ouderen, voor zieken, gehandicapten en armen. Tal van gezinnen zijn op een gegeven ogenblik niet in staat deze hulp te verlenen. Het is dan de taak van andere personen, andere gezinnen, en zo nodig van de samenleving om in die noden te voorzien: "Zuivere en onbevlekte vroomheid in de ogen van onze God en Vader is dit: wezen en weduwen opzoeken in hun nood en zichzelf vrijwaren voor de besmetting van de wereld" (Jak. 1, 27)[b:Jak. 1, 27]
Referenties naar alinea 2208: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2209
2372
2372
Het gezin moet geholpen en verdedigd worden door gepaste sociale maatregelen. Als gezinnen niet in staat zijn om hun taken uit te voeren, hebben andere maatschappelijke instellingen de plicht om hulp te bieden en het gezin als instelling te ondersteunen. Volgens het subsidiariteitsbeginsel moeten de grotere gemeenschappen zich hoeden inbreuk te maken op de rechten van het gezin of zich te mengen in het gezinsleven.
Zie ook alinea's: -1883-[al:1883]
Zie ook alinea's: -1883-[al:1883]
Referenties naar alinea 2209: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2210
1603
Youcat ->=geentekst=
1603
Het belang van het gezin voor het leven en welzijn van de samenleving vgl: § 1[[[575|47]]] brengt een bijzondere verantwoordelijkheid mee voor die samenleving, waar het gaat om de ondersteuning en de versterking van het huwelijk en het gezin. Het burgerlijk gezag moet het als een zwaarwegende taak beschouwen om "het ware wezen van het huwelijk en het gezin te erkennen, te beschermen en te bevorderen, de openbare zedelijkheid te verdedigen en het welzijn van de gezinnen te begunstigen". vgl: § 2[[[575|52]]]
Referenties naar alinea 2210: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2211
Youcat ->=geentekst=
De politieke gemeenschap heeft als plicht het gezin in ere te houden en bij te staan en met name het te verzekeren van:
- de vrijheid om een gezin te stichten, kinderen te krijgen en die op te voeden in overeenstemming met de eigen morele en godsdienstige overtuigingen;
- de bescherming van de bestendigheid van de huwelijksband en van het gezin als instelling;
- de vrijheid om zijn geloof te belijden, het door te geven, zijn kinderen erin op te voeden met de daartoe vereiste middelen en instellingen;
- het recht op privé-bezit, de vrijheid van ondernemerschap, het recht op arbeid, op huisvesting en emigratie;
- het recht op medische verzorging, op bijstand voor bejaarden, op kinderbijslag, volgens de instellingen van de afzonderlijke landen;
- de bescherming van veiligheid en gezondheid, met name tegen gevaren van drugs, pornografie, alcoholisme;
- de vrijheid om samen met andere gezinnen verenigingen op te richten om zo bij de publieke overheid vertegenwoordigd te kunnen zijn. vgl: Familiaris Consortio, 46[[[267|46]]]
Referenties naar alinea 2211: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2212
1931
2281
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
1931
2281
Het vierde gebod werpt ook een licht op de andere verhoudingen in de samenleving . In onze broers en zussen zien wij de kinderen van onze ouders; in onze neven en nichten de afstammelingen van onze voorouders; in onze medeburgers de zonen en dochters van ons vaderland; in de gedoopten de kinderen van onze moeder de kerk; in ieder mens een zoon of dochter van Hem die "Onze Vader" genoemd wil worden. Zo zien wij in dat onze relaties met onze medemens beleefd kunnen worden als persoonlijke relaties. Onze medemens is geen "individu" in de grote massa; hij is "iemand" die bijzondere aandacht en respect verdient, omdat we zijn oorsprong kennen.
Zie ook alinea's: -225-[al:225]-1931-[al:1931]
Zie ook alinea's: -225-[al:225]-1931-[al:1931]
Referenties naar alinea 2212: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2213
1939
Youcat ->=geentekst=
1939
De menselijke gemeenschappen bestaan uit 'personen' . Een goed bestuur mag zich niet beperken tot het waarborgen van de rechten, het vervullen van de plichten en het trouw uitvoeren van de verbintenissen. Rechtvaardige verhoudingen tussen werkgevers en werknemers, tussen bewindslieden en burgers, veronderstellen een natuurlijke welwillendheid in overeenstemming met de waardigheid van de menselijke personen, die bekommerd zijn om rechtvaardigheid en broederlijkheid.
Zie ook alinea's: -1939-[al:1939]
Zie ook alinea's: -1939-[al:1939]
Referenties naar alinea 2213: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. - Plichten van de leden van het gezin (2214-2231)
2214
532
1657
1858
532
1657
1858
Plichten van de kinderen
Het vaderschap van God is de oorsprong van het menselijk vaderschap; (Ef. 3, 14)[[b:Ef. 3, 14]] daarop steunt de eer, die de mens aan zijn ouders verschuldigd is. De eerbied, zowel van de minderjarige als van de volwassene kinderen, voor hun vader en hun moeder, (Spr. 1, 8; Tobit. 4, 3-4)[[b:Spr. 1, 8; Tobit. 4, 3-4]] wordt gevoed door de natuurlijke eerbied, die ontstaat door de band die hen verenigt. Het goddelijk gebod vraagt om deze genegenheid. (Ex. 20, 12)[[b:Ex. 20, 12]]
Zie ook alinea's: -1858-[al:1858]
Het vaderschap van God is de oorsprong van het menselijk vaderschap; (Ef. 3, 14)[[b:Ef. 3, 14]] daarop steunt de eer, die de mens aan zijn ouders verschuldigd is. De eerbied, zowel van de minderjarige als van de volwassene kinderen, voor hun vader en hun moeder, (Spr. 1, 8; Tobit. 4, 3-4)[[b:Spr. 1, 8; Tobit. 4, 3-4]] wordt gevoed door de natuurlijke eerbied, die ontstaat door de band die hen verenigt. Het goddelijk gebod vraagt om deze genegenheid. (Ex. 20, 12)[[b:Ex. 20, 12]]
Zie ook alinea's: -1858-[al:1858]
Referenties naar alinea 2214: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2215
532
1657
532
1657
Het respect voor de ouders (de kinderlijke piëteit) is gebaseerd op de erkentelijkheid voor hen die door de gave van het leven, door hun liefde en hun werk, de kinderen ter wereld gebracht hebben en hun de kans gege