BRUSSEL (KerkNet/CNS) - De verwijzing naar godsdienst in de Chinese grondwet, goedgekeurd tijdens het laatste partijcongres, roept vele vragen op, maar de meeste waarnemers lijken het erover eens dat het opnemen van de term 'godsdienst' een belangrijke stap vooruit is. De Chinese grondwet dateert uit 1921, maar tot het jongste partijcongres was daarin geen sprake van godsdienst. Volgens Ye Xiaowen van het Bureau voor Religieuze Zaken toont de aanpassing dat de Chinese communistische partij oprecht werk wil maken van godsdienstvrijheid. Een katholieke bisschop van de door Peking gecontroleerde Patriottische Vereniging noemt de aanpassing logisch, maar voegt eraan toe dat die in de praktijk weinig verschil zal maken. Toch betekent de aanpassing volgens een ondergrondse bisschop wel degelijk een belangrijke stap vooruit: "De Chinese overheid erkent daarmee dat godsdienst tot de verdere ontwikkeling van het land kan bijdragen." Anderen waarschuwen dan weer voor overdreven optimisme. De pro-Peking krant 'Wen Wei Po' uit Hongkong bestempelde het Vaticaan recent nog als de derde macht, na de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, en hekelde buitenlandse krachten die de onafhankelijkheid van Taiwan verdedigen. Een Chinese onderzoeker verklaarde tegenover CNS: "De communistische partij vreest dat het Vaticaan zich zal aansluiten bij het protest van andere landen tegen China." Hij ziet in het opnemen van het woord godsdienst in de Chinese grondwet vooral een manoeuvre om meer controle te krijgen over de religieuze gemeenschappen.
Om RK Documenten te kunnen verbeteren is uw reactie zeer waardevol. Heeft u aanmerkingen of suggesties voor verbeteringen of bent u een fout tegen gekomen? Laat het ons weten.