Geloofsbelijdenis van de apostelen
| Credo van Nicea - Constantinopel
|
Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde.
| Ik geloof in één God de almachtige Vader Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is.
|
En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer,
| En in één Heer, Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God, vóór alle tijden geboren uit de Vader. God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God. Geboren, niet geschapen, één in wezen met de Vader, en door wie alles geschapen is. Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil uit de hemel neergedaald.
|
die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria,
| Hij heeft het vlees aangenomen door de Heilige Geest uit de Maagd Maria en is mens geworden.
|
die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven,
| Hij werd voor ons gekruisigd, Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is begraven.
|
die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden
| Hij is verrezen op de derde dag, volgens de Schriften.
|
die opgestegen is ten hemel, zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader,
| Hij is opgevaren ten hemel: zit aan de rechterhand van de Vader.
|
vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden.
| Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden en aan zijn rijk komt geen einde.
|
Ik geloof in de Heilige Geest;
| Ik geloof in de Heilige Geest die Heer is en het leven geeft die voortkomt uit de Vader en de Zoon; die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten.
|
de heilige katholieke Kerk, | Ik geloof in de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk. |
de gemeenschap van de heiligen; | |
de vergeving van de zonden; | Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden. |
de verrijzenis van het lichaam; | Ik verwacht de opstanding van de doden |
en het eeuwig leven. | en het leven van het komend rijk. |
Amen.
| Amen.
|