De rol van de ouders van gedoopten: het geloof bewaren, doen groeien en ervan getuigen

Dierbare ouders,

U heeft voor uw kinderen het geloof gevraagd, het geloof dat in het doopsel gegeven wordt. Geloof: dat betekent een leven van geloof, want geloof moet beleefd worden, de weg van het geloof moet gegaan worden en van het geloof moet getuigd worden. Geloof is niet ’s zondags het Credo opzeggen wanneer we naar de Mis gaan: het is dat niet alleen.
Geloof is de waarheid geloven: God de Vader die Zijn Zoon en de Heilige Geest gezonden heeft, die u het leven geeft.
Geloof is ook vertrouwen hebben in God: en dat moet u hen leren, door uw voorbeeld, door uw leven.
Geloof is licht: tijdens de doopceremonie zal men u een brandende kaars geven, zoals in de eerste tijden van de Kerk. Daarom heette het doopsel toen “verlichting”, want het geloof verlicht het hart, laat de dingen in een ander licht zien.
U heeft het geloof gevraagd: door het doopsel geeft de Kerk het geloof aan uw kinderen en u heeft tot taak het te doen groeien, het te bewaren en ervan te getuigen voor alle anderen.
Dat is de betekenis van deze ceremonie. Alleen dit wou ik u zeggen: het geloof bewaren, doen groeien en ervan getuigen voor de anderen.

En dan … begint het concert! de kindjes wenen, nvdr de kindjes wenen, nvdr: (…) Jezus heeft dat ook gedaan, weet u? Ik denk dat Jezus’ eerste prediking in de kribbe was toen Hij geweend heeft, (…).

Vergeet niet: u heeft het geloof gevraagd, aan u de taak het geloof te bewaren, te doen groeien, en moge het voor ons allen een getuigenis zijn : ook voor ons priesters, bisschoppen, voor iedereen. Dank u.