Decreet over de aanroeping van de H. Geest

De aanroepingen ter ere van God, van onze Heer Jezus Christus en van de H. Maagd Maria, die in het begin ontstaan waren als eerherstel van de beledigingen hun heilige namen aangedaan, hebben daarna eerder het karakter van lofprijzingen verkregen. Opdat nu in dit smeekgebed geheel de Drievuldigheid haar lofprijzing en smeking zal ontvangen, zijn er meerdere verzoeken tot de H. Vader Paus Paulus VI gericht om hier een bijzondere aanroeping tot de H. Geest aan toe te voegen.

Zijne Heiligheid nu heeft deze wensen welwillend aanvaard en besloten, dat in de lofprijzingen tot eerherstel, die beginnen met de aanroeping ,Gezegend zij God', na de aanroeping ,Gezegend zij Jezus in het aller heiligst Sacrament des altaars' op de achtste plaats wordt gezegd: ,Gezegend zij de Heilige Geest de Vertrooster'.

Niettegenstaande alles wat hiermee in strijd mocht zijn.

Gegeven te Rome uit het Secretariaat van de H. Congregatie der Riten, 25 april 1964.

Arcadius M. Card. Larraona, Prefect
Henricus Dante, Archiep. Carpasien, Secretaris