De priester, bedienaar en middelaar tussen God en de mensen
x
Informatie over dit document
De priester, bedienaar en middelaar tussen God en de mensen
Paus Paulus VI
29 juni 1975
Pauselijke geschriften - Homilieën
1975, Waarheid en Leven
In deze homilie belicht Paus Paulus VI het katholiek priesterschap als roeping, wijding en zending.
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
29 juni 1975
12 november 2018
211
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Paus Paulus hield onderstaande indrukwekkende homilie bij gelegenheid van de wijding van 359 diakens uit alle delen van de wereld tot priester. Deze plechtigheid vond plaats op het St. Pietersplein, op 29 juni 1975, als onderdeel van de Heilig jaarviering. Het was de feestdag van de HH. Apostelen Petrus en Paulus, alsook de 12de verjaardag van de Pauskroning van de H. Vader Isegnamenti, XIII, 1975,.. Isegnamenti, XIII, 1975, 701-706. In deze toespraak belicht de Paus het katholiek priesterschap als roeping, wijding en zending.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Broeders en zonen!
Het groot aantal wijdingen, die wij gedurende deze plechtigheid zullen toedienen, vergunt ons niet voldoende tijd voor een passende en evenredige homilie... Maar toch kunnen wij niet stilzwijgend voorbijgaan aan drie woorden, die de intrinsieke waarheid omtrent het mysterie van de priesterwijding kort in zich samenvatten. Deze woorden houden wij u op eenvoudige wijze voor als drie hoofdstukken, die gijzelf op uw levensweg voortdurend indachtig moet zijn en verdiepen.
Het groot aantal wijdingen, die wij gedurende deze plechtigheid zullen toedienen, vergunt ons niet voldoende tijd voor een passende en evenredige homilie... Maar toch kunnen wij niet stilzwijgend voorbijgaan aan drie woorden, die de intrinsieke waarheid omtrent het mysterie van de priesterwijding kort in zich samenvatten. Deze woorden houden wij u op eenvoudige wijze voor als drie hoofdstukken, die gijzelf op uw levensweg voortdurend indachtig moet zijn en verdiepen.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Roeping
Het eerste woord luidt, zoals gij weet, "roeping". Geroepen door God, geroepen door Christus, geroepen door de Kerk. Welke ook de manier is geweest, waarop die roeping heeft weerklonken, zowel in het diepste innerlijk van uw geweten, als in de uiterlijke werkelijkheid van uw ervaring, eenieder van u moet zich dit feit herinneren, dat een stempel drukt op uw bestaan: de goddelijke uitverkiezing, die op uw persoon is gevallen. Een woord van Jezus is uit het Evangelie afgedaald naar uw menselijk bestaan: "lk heb u uitverkozen" (Joh. 15, 16) [b:Joh. 15, 16]. Tot eenieder van u heeft Christus gezegd: "Kom, volg Mij" (Mt. 19, 21) [b:Mt. 19, 21]. Voor u allen heeft ook dezelfde vriendelijke en bevrijdende, maar tevens gebiedende stem weerklonken: "Kom en volg Mij: Ik zal u tot mensenvissers maken" (Mt. 4, 19) [b:Mt. 4, 19].
O, gelukkig zijt gij, veelgeliefde zonen en broeders! Gelukkig zijt gij, die de genade, de wijsheid en de moed hebt gehad om naar deze beslissende uitnodiging te luisteren en haar te aanvaarden. Zij heeft de normale en verleidelijke plannen van uw leven omvergeworpen. Zij heeft u weggerukt uit de kring van uw dierbaren (Mt. 19, 27-29) [b:Mt. 19, 27-29]. Zij heeft zelfs van u gevraagd te verzaken aan de echtelijke liefde, om in u een uitzonderlijke volheid van liefde te doen opbloeien voor het Rijk der hemelen, d.w.z. voor het geloof en voor de liefde tot uw broeders en zusters in het geloof (Mt. 19, 12) [b:Mt. 19, 12]. Zij heeft zeldzame wezens van u gemaakt, die u krachtens het priesterlijk merkteken meer doen gelijken op engelen dan op mensen van deze wereld. (Mt. 22, 30; 1 Kor. 7, 8) [[b:Mt. 22, 30; 1 Kor. 7, 8]] Zij heeft u een exclusieve geesteshouding ingestort en zelfs opgelegd (Gal. 5, 16) [[b:Gal. 5, 16]], die niettemin alles kan begrijpen en naar zijn juiste waarde weet te schatten (1 Kor. 2, 14 vv.) [[b:1 Kor. 2, 14 vv.]] (Joh. 14, 17) [[b:Joh. 14, 17]]; en door uw offer te aanvaarden, heeft zij u betrokken in het opwindend avontuur van de navolging van Christus. (Mt. 8, 19; Lc. 22, 35) [[b:Mt. 8, 19; Lc. 22, 35]]
0, gelukkig zijt gij! Denkt altijd na over dit verheven geluk van uw roeping; en vreest nooit dat gij u vergist hebt in uw keuze, die immers geïnspireerd werd door een verheven charisma van wijsheid en liefde. (Mt. 19, 11) [[b:Mt. 19, 11]] (1 Kor. 12, 4 vv.) [[b:1 Kor. 12, 4 vv.]] Ziet ook niet meer achterwaarts! Dit leert Jezus zelf u: "Wie zijn hand aan de ploeg slaat en achterwaarts ziet, is niet geschikt voor het koninkrijk Gods" (Lc. 9, 62) [b:Lc. 9, 62]. Dit is de wet van de roeping: een totaal en definitief 'ja'.
Het eerste woord luidt, zoals gij weet, "roeping". Geroepen door God, geroepen door Christus, geroepen door de Kerk. Welke ook de manier is geweest, waarop die roeping heeft weerklonken, zowel in het diepste innerlijk van uw geweten, als in de uiterlijke werkelijkheid van uw ervaring, eenieder van u moet zich dit feit herinneren, dat een stempel drukt op uw bestaan: de goddelijke uitverkiezing, die op uw persoon is gevallen. Een woord van Jezus is uit het Evangelie afgedaald naar uw menselijk bestaan: "lk heb u uitverkozen" (Joh. 15, 16) [b:Joh. 15, 16]. Tot eenieder van u heeft Christus gezegd: "Kom, volg Mij" (Mt. 19, 21) [b:Mt. 19, 21]. Voor u allen heeft ook dezelfde vriendelijke en bevrijdende, maar tevens gebiedende stem weerklonken: "Kom en volg Mij: Ik zal u tot mensenvissers maken" (Mt. 4, 19) [b:Mt. 4, 19].
O, gelukkig zijt gij, veelgeliefde zonen en broeders! Gelukkig zijt gij, die de genade, de wijsheid en de moed hebt gehad om naar deze beslissende uitnodiging te luisteren en haar te aanvaarden. Zij heeft de normale en verleidelijke plannen van uw leven omvergeworpen. Zij heeft u weggerukt uit de kring van uw dierbaren (Mt. 19, 27-29) [b:Mt. 19, 27-29]. Zij heeft zelfs van u gevraagd te verzaken aan de echtelijke liefde, om in u een uitzonderlijke volheid van liefde te doen opbloeien voor het Rijk der hemelen, d.w.z. voor het geloof en voor de liefde tot uw broeders en zusters in het geloof (Mt. 19, 12) [b:Mt. 19, 12]. Zij heeft zeldzame wezens van u gemaakt, die u krachtens het priesterlijk merkteken meer doen gelijken op engelen dan op mensen van deze wereld. (Mt. 22, 30; 1 Kor. 7, 8) [[b:Mt. 22, 30; 1 Kor. 7, 8]] Zij heeft u een exclusieve geesteshouding ingestort en zelfs opgelegd (Gal. 5, 16) [[b:Gal. 5, 16]], die niettemin alles kan begrijpen en naar zijn juiste waarde weet te schatten (1 Kor. 2, 14 vv.) [[b:1 Kor. 2, 14 vv.]] (Joh. 14, 17) [[b:Joh. 14, 17]]; en door uw offer te aanvaarden, heeft zij u betrokken in het opwindend avontuur van de navolging van Christus. (Mt. 8, 19; Lc. 22, 35) [[b:Mt. 8, 19; Lc. 22, 35]]
0, gelukkig zijt gij! Denkt altijd na over dit verheven geluk van uw roeping; en vreest nooit dat gij u vergist hebt in uw keuze, die immers geïnspireerd werd door een verheven charisma van wijsheid en liefde. (Mt. 19, 11) [[b:Mt. 19, 11]] (1 Kor. 12, 4 vv.) [[b:1 Kor. 12, 4 vv.]] Ziet ook niet meer achterwaarts! Dit leert Jezus zelf u: "Wie zijn hand aan de ploeg slaat en achterwaarts ziet, is niet geschikt voor het koninkrijk Gods" (Lc. 9, 62) [b:Lc. 9, 62]. Dit is de wet van de roeping: een totaal en definitief 'ja'.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Wijding
Dan is er een tweede woord, en dit is geheel goddelijk. Hoe dit te noemen? Het canonieke recht noemt het 'priesterwijding'. Maar wat betekent 'priesterwijding', wat brengt het mee? Wat is de uitwerking van deze sacramentele daad, wat bepaalt haar wezen, waarin bestaat haar waarheidsgehalte, de bovennatuurlijke nieuwheid van de huidige plechtigheid? Slaan wij terdege acht! Hier ligt het brandpunt, niet slechts van deze plechtigheid, maar van heel het mysterie van de Kerk. Het betreft hier niets minder dan de overdracht van vormen van geestelijke macht, die de Heilige Geest zelf instort in de uitgelezen leerling, die Hij heeft verheven tot de rang van dienaar Gods, voor Christus in de Kerk. Herinnert u de verrezen Christus, die tot zijn leerlingen sprak, terwijl Hij over hen blies: "Ontvangt de Heilige Geest!" (Joh. 20, 22) [b:Joh. 20, 22]. Een contact, een inprenting, een merkteken modelleerde toen - en doet dit nog steeds -, hem die het sacrament van de Priesterwijding ontvangt. Daardoor wordt de gewijde in staat gesteld om 'de geheimen van God' uit te delen. (1 Kor. 4, 1; 1 Pt. 4, 10) [[b:1 Kor. 4, 1; 1 Pt. 4, 10]]
Broeders en zonen, vergeten wij nooit deze heel bijzondere betrekking, die de Priesterwijding tot stand brengt tussen ons en God: wij worden voertuigen van de goddelijke werking. "De Priesterwijding", zegt Sint Thomas, "brengt voornamelijk het mededelen van macht mee". iiia q. 34 a. 2 ad 2 [[t:iiia q. 34 a. 2 ad 2]] Deze macht overschrijdt uit zich de menselijke mogelijkheid: zij kan alleen uit God voortvloeien en aan de bediening van de mens worden toevertrouwd. Denkt hier aan de macht om te consacreren en te offeren, om het Lichaam en Bloed van Hem, onze Zaligmaker, uit te reiken en om de zonden te vergeven en te behouden Sessio XXIII - Doctrina de sacramento ordinis [[695|2]].
Als dit alles zo is - en het is zo -, dan mag onze geest nooit ophouden zich te verbazen. Wij moeten verslonden zijn in de beschouwing van het mysterie van onze wijding, zoals wij ons ook nooit voldoende bewust kunnen zijn van wat de Heer in ons bewerkt heeft. Heel ons leven zal niet voldoende zijn om onze meditaties te voltooien over de onuitputtelijke rijkdom van de grote dingen, die Gods macht en goedheid in ons hebben gewrocht. Met Onze Lieve Vrouw zullen wij altijd zeggen: "Fecit mihi magna qui potens est": "De Heer heeft grote dingen aan mij gedaan!" (Lc. 1, 49) [b:Lc. 1, 49].
Dan is er een tweede woord, en dit is geheel goddelijk. Hoe dit te noemen? Het canonieke recht noemt het 'priesterwijding'. Maar wat betekent 'priesterwijding', wat brengt het mee? Wat is de uitwerking van deze sacramentele daad, wat bepaalt haar wezen, waarin bestaat haar waarheidsgehalte, de bovennatuurlijke nieuwheid van de huidige plechtigheid? Slaan wij terdege acht! Hier ligt het brandpunt, niet slechts van deze plechtigheid, maar van heel het mysterie van de Kerk. Het betreft hier niets minder dan de overdracht van vormen van geestelijke macht, die de Heilige Geest zelf instort in de uitgelezen leerling, die Hij heeft verheven tot de rang van dienaar Gods, voor Christus in de Kerk. Herinnert u de verrezen Christus, die tot zijn leerlingen sprak, terwijl Hij over hen blies: "Ontvangt de Heilige Geest!" (Joh. 20, 22) [b:Joh. 20, 22]. Een contact, een inprenting, een merkteken modelleerde toen - en doet dit nog steeds -, hem die het sacrament van de Priesterwijding ontvangt. Daardoor wordt de gewijde in staat gesteld om 'de geheimen van God' uit te delen. (1 Kor. 4, 1; 1 Pt. 4, 10) [[b:1 Kor. 4, 1; 1 Pt. 4, 10]]
Broeders en zonen, vergeten wij nooit deze heel bijzondere betrekking, die de Priesterwijding tot stand brengt tussen ons en God: wij worden voertuigen van de goddelijke werking. "De Priesterwijding", zegt Sint Thomas, "brengt voornamelijk het mededelen van macht mee". iiia q. 34 a. 2 ad 2 [[t:iiia q. 34 a. 2 ad 2]] Deze macht overschrijdt uit zich de menselijke mogelijkheid: zij kan alleen uit God voortvloeien en aan de bediening van de mens worden toevertrouwd. Denkt hier aan de macht om te consacreren en te offeren, om het Lichaam en Bloed van Hem, onze Zaligmaker, uit te reiken en om de zonden te vergeven en te behouden Sessio XXIII - Doctrina de sacramento ordinis [[695|2]].
Als dit alles zo is - en het is zo -, dan mag onze geest nooit ophouden zich te verbazen. Wij moeten verslonden zijn in de beschouwing van het mysterie van onze wijding, zoals wij ons ook nooit voldoende bewust kunnen zijn van wat de Heer in ons bewerkt heeft. Heel ons leven zal niet voldoende zijn om onze meditaties te voltooien over de onuitputtelijke rijkdom van de grote dingen, die Gods macht en goedheid in ons hebben gewrocht. Met Onze Lieve Vrouw zullen wij altijd zeggen: "Fecit mihi magna qui potens est": "De Heer heeft grote dingen aan mij gedaan!" (Lc. 1, 49) [b:Lc. 1, 49].
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zending
Roeping, wijding! En ziehier het derde woord, dat heel de plechtigheid, die zich hier thans voltrekt, kort samenvat. Dit woord luidt: 'zending'! Wij weten dit heel goed, maar laten wij ons op dit ogenblik ten volle doordringen van de betekenis en de eisen van het katholiek priesterschap. Het priesterschap is niet voor hem die ermee onderscheiden werd; het is niet slechts een persoonlijke waardigheid; het is geen doel op zichzelf. Het priesterschap is dienstbetoon, het is klaar staan voor de anderen, het is middelaarschap tussen God en het volk. Het priesterschap is bestemd voor de Kerk, voor de gemeenschap, voor onze broeders en zusters; het is bestemd voor de wereld. Ook in dit opzicht heeft dit woord van Christus een grondwettelijke waarde: "Vrede zij u!", zo sprak Hij tot Zijn Apostelen, op de avond zelf van Zijn verrijzenis: "Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend lk u" (Joh. 20, 21) [b:Joh. 20, 21]. Het priesterschap is apostolisch, het priesterschap is missionair. Het priesterschap is het uitoefenen van bemiddeling. Het priesterschap is wezenlijk sociaal. Doch ziehier hoe Jezus - om ons als het ware te ontrukken aan de roes die het sacramenteel mysterie thans in ons heeft teweeggebracht -, hieraan nog dit programmatisch en overrompelend bevel toevoegt: "Gaat en brengt de Blijde Booschap aan alle volkeren" (Mt. 28, 19) [b:Mt. 28, 19]. Ook in dit opzicht moet op blijvende wijze een groeiproces van zelfbesef deel uitmaken van uw priesterlijke geest. Eenieder van u moet bij zichzelf herhalen: 'Ik ben bestemd voor de dienst aan de Kerk, voor de dienst aan het volk'. Het priesterschap is naastenliefde. Wee hem die de mening zou koesteren, dat hij het tot egoïstisch voordeel kan uitbuiten!
Roeping, wijding! En ziehier het derde woord, dat heel de plechtigheid, die zich hier thans voltrekt, kort samenvat. Dit woord luidt: 'zending'! Wij weten dit heel goed, maar laten wij ons op dit ogenblik ten volle doordringen van de betekenis en de eisen van het katholiek priesterschap. Het priesterschap is niet voor hem die ermee onderscheiden werd; het is niet slechts een persoonlijke waardigheid; het is geen doel op zichzelf. Het priesterschap is dienstbetoon, het is klaar staan voor de anderen, het is middelaarschap tussen God en het volk. Het priesterschap is bestemd voor de Kerk, voor de gemeenschap, voor onze broeders en zusters; het is bestemd voor de wereld. Ook in dit opzicht heeft dit woord van Christus een grondwettelijke waarde: "Vrede zij u!", zo sprak Hij tot Zijn Apostelen, op de avond zelf van Zijn verrijzenis: "Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend lk u" (Joh. 20, 21) [b:Joh. 20, 21]. Het priesterschap is apostolisch, het priesterschap is missionair. Het priesterschap is het uitoefenen van bemiddeling. Het priesterschap is wezenlijk sociaal. Doch ziehier hoe Jezus - om ons als het ware te ontrukken aan de roes die het sacramenteel mysterie thans in ons heeft teweeggebracht -, hieraan nog dit programmatisch en overrompelend bevel toevoegt: "Gaat en brengt de Blijde Booschap aan alle volkeren" (Mt. 28, 19) [b:Mt. 28, 19]. Ook in dit opzicht moet op blijvende wijze een groeiproces van zelfbesef deel uitmaken van uw priesterlijke geest. Eenieder van u moet bij zichzelf herhalen: 'Ik ben bestemd voor de dienst aan de Kerk, voor de dienst aan het volk'. Het priesterschap is naastenliefde. Wee hem die de mening zou koesteren, dat hij het tot egoïstisch voordeel kan uitbuiten!
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De totale wegschenking van eigen leven opent voor de edelmoedige priester een nieuwe grandioze horizon: het panorama van de mensheid. Misschien heeft de priester - wanneer hij zich op een gegeven moment realiseert dat hij zich omwille van zijn roeping heeft verwijderd van zijn eigen sociaal milieu en bestemd werd voor een sterk gespecialiseerde activiteit, zoals die van het religieus dienstbetoon feitelijk is -, eraan getwijfeld of hij nog wel ooit direct en effectieve contacten zal kunnen hebben met de eigentijdse maatschappij of met de personen die haar samenstellen. Maar dan moet hij thans zijn oordeel herzien. Als er één dienstwerk is, dat van zijn beoefenaar eist dat hij ten volle geëngageerd wordt in de veelzijdige en rumoerige ervaring van de maatschappij - méér nog dan dat van een leraar, een arts of een politicus -, dan is dat het dienstbetoon van de priester. Tot u zegt de Heer: "Gij zijt het zout der aarde, gij zijt het licht der wereld" (Mt. 5, 13-15) [b:Mt. 5, 13-15].
Een zekere verwantschap, een warme belangstelling, een noodzakelijkheid die aangeboren is in het besef van zijn eigen wezen als priester, - dwingt de bediening van het woord, van de genade, van de liefde, zich beschikbaar te stellen voor ieder gesprek, voor iedere uitnodiging die eerlijk tot hem gericht wordt; doch zij dwingt hem ook om zelf het pastoraal initiatief te nemen en op zoek te gaan naar eenieder die hem, willens of onwillens, nodig heeft. Deze actieve, apostolische houding (Mt. 18, 12) [[b:Mt. 18, 12]] moet heden ten dage meer dan ooit naar voren treden in de figuur van de priester: een duidelijk bovennatuurlijk medevoelende en bezorgde liefde moet zijn ambt kenmerken, in het bijzonder inzake een daadwerkelijke bevordering van de sociale gerechtigheid, overeenkomstig de geest en de richtsnoeren van de christelijke sociologie. Deze houding moet haar inspiratie en haar kracht putten uit het Evangelie en uit de school van het leergezag der Kerk, en niet uit andere bronnen, die vreemd zijn aan de christelijke beginselen. "De liefde van Christus dringt ons" (2 Kor. 5, 14) [b:2 Kor. 5, 14] en geen andere stimulans kan haar vervangen of overtreffen.
Een zekere verwantschap, een warme belangstelling, een noodzakelijkheid die aangeboren is in het besef van zijn eigen wezen als priester, - dwingt de bediening van het woord, van de genade, van de liefde, zich beschikbaar te stellen voor ieder gesprek, voor iedere uitnodiging die eerlijk tot hem gericht wordt; doch zij dwingt hem ook om zelf het pastoraal initiatief te nemen en op zoek te gaan naar eenieder die hem, willens of onwillens, nodig heeft. Deze actieve, apostolische houding (Mt. 18, 12) [[b:Mt. 18, 12]] moet heden ten dage meer dan ooit naar voren treden in de figuur van de priester: een duidelijk bovennatuurlijk medevoelende en bezorgde liefde moet zijn ambt kenmerken, in het bijzonder inzake een daadwerkelijke bevordering van de sociale gerechtigheid, overeenkomstig de geest en de richtsnoeren van de christelijke sociologie. Deze houding moet haar inspiratie en haar kracht putten uit het Evangelie en uit de school van het leergezag der Kerk, en niet uit andere bronnen, die vreemd zijn aan de christelijke beginselen. "De liefde van Christus dringt ons" (2 Kor. 5, 14) [b:2 Kor. 5, 14] en geen andere stimulans kan haar vervangen of overtreffen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
"Slaat uw ogen op", zo zeggen wij u dus met de eigen woorden van Christus, "en ziet naar de velden, hoe zij reeds wit staan voor de oogst" (Joh. 4, 35) [b:Joh. 4, 35]. Wij willen het wagen, u met profetisch accent het apostolisch panorama voor te houden, dat voor eenieder van u openligt: de wereld heeft u nodig! De wereld wacht op u! Ook in de vijandige kreet die zij u soms naroept, verraadt de wereld haar honger naar waarheid, naar gerechtigheid, naar vernieuwing, die alleen uw dienstwerk tot verzadiging kan brengen. Leert het (misschien dikwijls onrechtvaardige) verwijt, dat de wereld de boodschapper van het Evangelie voor de voeten werpt, op te nemen als een uitnodiging! Leert luisteren naar de verzuchting van de arme, naar de onschuldige stem van het kind, naar de bedachtzame kreet van de jeugd, naar de klacht van de vermoeide arbeider, naar de zucht van de lijdende mens en naar de kritiek van de denker! "Wilt niet vrezen": "Nolite timere", heeft de Heer herhaaldelijk gezegd . (Mt. 10, 23; Lc. 12, 32) [[b:Mt. 10, 23; Lc. 12, 32]] De Heer is met u (Mt. 28, 20) [[b:Mt. 28, 20]]; en de Kerk, uw moeder en leermeesteres helpt u en heeft u lief. Zij verwacht van u dat Christus door uw trouw en uw zielenijver zijn opbouwend heilswerk kan voortzetten.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Besluit
Laten wij besluiten met een eresaluut aan de Apostel Petrus (wiens feest wij vandaag vieren, hier naast zijn glorievolle graftombe). Laten wij dit doen door zijn priesterlijke aansporing ter harte te nemen:
Laten wij besluiten met een eresaluut aan de Apostel Petrus (wiens feest wij vandaag vieren, hier naast zijn glorievolle graftombe). Laten wij dit doen door zijn priesterlijke aansporing ter harte te nemen:
"De priesters onder u vermaan ik dus: ik, die hun medepriester ben, de getuige ook van Christus' lijden, en hun deelgenoot van de heerlijkheid, die geopenbaard zal worden: weidt Gods kudde, die aan uw zorgen is toevertrouwd; niet uit dwang, maar gewillig, zoals het God behaagt; niet uit winzucht maar uit toegenegenheid; niet als dwingelanden over de u toevertrouwde groepen, maar als voorbeeld der kudde. Dan zult gij de onverwelkbare krans der glorie behalen, wanneer de opperste Herder verschijnt" (1 Pt. 5, 1-4) [b:1 Pt. 5, 1-4]. Amen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/211-de-priester-bedienaar-en-middelaar-tussen-god-en-de-mensen-nl