De Katholieke Kerk in het Midden-Oosten: gemeenschap en getuigenis - ‘De menigte die het geloof had aangenomen was één van hart en één van ziel’ (Hand. 4, 32)
x
Informatie over dit document
De Katholieke Kerk in het Midden-Oosten: gemeenschap en getuigenis - ‘De menigte die het geloof had aangenomen was één van hart en één van ziel’ (Hand. 4, 32)
Instrumentum Laboris voor de Bijzondere Bisschoppensynode voor het Midden-Oosten
Msgr. Nikola Eterovic
Bisschoppensynodes
6 juni 2010
Curie
2010, Algemeen Secretariaat van de Bisschoppensynode en Libreria Editrice Vaticana / SRKK, Utrecht
Vert.: drs. H.M.G. Kretzers
Vert.: drs. H.M.G. Kretzers
6 juni 2010
6 september 2010
3710
nl
Referenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Voorwoord
“Gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria en tot het uiteinde der aarde” (Hand. 1, 8) [b:Hand. 1, 8]. De belofte van de Heer Jezus, gedaan voordat Hij naar de hemel opsteeg, wordt in de geschiedenis van de Kerk verwezenlijkt. Vanuit Jeruzalem, waar het paasmysterie van de dood en de verrijzenis van Jezus Christus in vervulling is gegaan, heeft het Evangelie zich niet alleen in Judea en Samaria verbreid, maar in de hele wereld en daarbij ook de heidenvolken bereikt. De drijvende kracht achter deze weg van de Kerk is de Heilige Geest, een gave van de verrezen Heer. Immers, na zijn overwinning op de dood verscheen Jezus aan zijn leerlingen en richtte tot hen de gewone groet van de joden: “Vrede zij u” (Joh. 20, 20) [b:Joh. 20, 20], die herinnerde aan de volheid van de gaven van God. In hetzelfde Evangelie volgens Johannes schonk Hij hun, binnenkomend terwijl de deuren gesloten waren, de gave van de Heilige Geest: “Hij blies over hen en zei hun: ‘Ontvangt de Heilige Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, maar wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven’” (Joh. 20, 22-23) [b:Joh. 20, 22-23].
De gebeurtenis vervulde de leerlingen, “die zich verheugden de Heer te zien” (Joh. 20, 20) [b:Joh. 20, 20], van vreugde. Deze ontmoeting, bezegeld met de uitstorting van de Geest, veranderde hun leven radicaal. Zij die “uit vrees voor de Joden” (Joh. 20, 19) [b:Joh. 20, 19] waren opgesloten in het cenakel, traden naar buiten en “verkondigden vrijmoedig het woord Gods” (Hand. 4, 31) [b:Hand. 4, 31]. Geleid door Simon Petrus begonnen de apostelen openlijk de Blijde Boodschap van het leven, de dood en de verrijzenis van hun Meester en Heer te verkondigen: “Deze Jezus heeft God doen verrijzen en daarvan zijn wij allen getuigen” (Hand. 2, 32) [b:Hand. 2, 32]. In het centrum van het Christelijk kerygma staat de tegenwoordigheid van de verrezen en levende Heer te midden van de gemeenschap van de gelovigen.
Daarom vindt de kerkgemeenschap haar bron in het paasmysterie. De leerlingen verkondigen het unaniem “door de naam van Jezus, de Nazoreeër, die gij gekruisigd hebt, maar die God uit de doden heeft doen opstaan” (Hand. 4, 10) [b:Hand. 4, 10]. Het gevolg van de eerste verkondiging van Petrus was de bekering van ongeveer 3000 personen (Hand. 2, 41) [[b:Hand. 2, 41]]. Door middel van het doopsel werden zij ledematen van de Kerk, de gemeenschap van de leerlingen van Jezus Christus. De verandering die in hen had plaatsgevonden, was de vrucht van de Heilige Geest, die voor hen de horizonten opende van het Christelijk geloof en hun houding jegens de naaste veranderde, zoals de heilige Lucas getuigt: “De menigte die het geloof had aangenomen, was één van hart en één van ziel en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde, integendeel, zij bezaten alles gemeenschappelijk” (Hand. 4, 32) [b:Hand. 4, 32].
Gemeenschap gaat samen met getuigenis. Immers, om de opvolger van Judas te kiezen deelt de apostel Petrus aan ongeveer 120 broeders de criteria voor zijn uitverkiezing mede: “Dus moet een van de mannen die tot ons gezelschap behoorden gedurende de tijd dat de Heer Jezus onder ons verkeerde, vanaf het doopsel van Johannes tot de dag waarop Hij van ons werd weggenomen, met ons een getuige worden van zijn verrijzenis” (Hand. 1, 21-22) [b:Hand. 1, 21-22]. De Christen moet getuige (martys) zijn van de verrezen en levende Heer in het heden van de kerkgemeenschap.
Het is veelbetekenend dat de uitstorting van de Geest en de gave van de vrede niet de afwezigheid garandeert van moeilijkheden, tegenstellingen en vervolgingen. Aan het begin van hun openbaar optreden werden de apostelen gevangen genomen en in de gevangenis gezet (Hand. 4, 1-22) [[b:Hand. 4, 1-22]]. Zij waren echter “verheugd dat ze waardig bevonden waren smaad te lijden omwille van de Naam” (Hand. 5, 41) [b:Hand. 5, 41]. De eerste Christenen handelden in enigszins ongunstige omstandigheden. Zij kregen te maken met de tegenstand en de vijandschap van de religieuze autoriteiten van het eigen volk. Zij waren zich er echter van bewust dat “men God meer moet gehoorzamen dan de mensen” (Hand. 5, 29) [b:Hand. 5, 29]. Bovendien was hun vaderland bezet, ingevoegd in het machtige Romeinse Rijk. In dergelijke, geenszins gemakkelijke, omstandigheden verkondigden zij in zijn geheel het Woord van God, dat overeenkomstig het onderricht van Jezus de liefde voor allen bevatte: “Bemint uw vijanden en bidt voor wie u vervolgen” (Mt. 5, 44) [b:Mt. 5, 44]. Daarom hebben de apostelen in het lot van de Meester gedeeld door met het martelaarschap van hun trouw aan de Heer van het leven te getuigen. Men zou kunnen denken dat de gave van de verrezen Heer niet zozeer de vrede betrof die er zou moeten bestaan onder de mensen, als wel de vrede onder de kinderen Gods: “Vrede laat Ik u na, mijn vrede geef Ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef Ik hem u” (Joh. 14, 27) [b:Joh. 14, 27]. De leerlingen moeten deze vrede beleven en verkondigen ook temidden van vervolgingen. In de bergrede heeft de Heer Jezus samen met degenen die vrede brengen, ook hen die treuren, hen die worden vervolgd en die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, hen die worden beledigd en worden belasterd omwille van Hem, zalig genoemd (Mt. 5, 3-12) [[b:Mt. 5, 3-12]]. Tegelijkertijd heeft Hij de leerlingen uitgenodigd: “Verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de hemel”.
De huidige situatie in het Midden-Oosten is in vele opzichten gelijk aan die waarin de eerste Christelijke gemeenschap van het Heilig Land leefde en waar geïnspireerde mensen de boeken van het Nieuwe Testament hebben geschreven. Als deze worden gelezen met het vuur van de Heilige Geest, nodigen zij uit tot een Christelijk getuigenis, persoonlijk en in de gemeenschap, vooral de gelovigen die in het land van Jezus wonen, waar zij sinds bijna 2000 jaar in dikwijls ongunstige omstandigheden met woorden en met het voorbeeld van hun leven het mysterie van Jezus van Nazareth verkondigen: “Hij is verrezen, Hij is niet hier” (Mc. 16,6); Hij is “de levende” (Openb. 1, 18) [b:Openb. 1, 18], “de Alfa en de Omega, de eerste en de laatste, de oorsprong en het einde” (Openb. 22, 13) [b:Openb. 22, 13].
Deze Bijbelse reminiscenties blijken zeer actueel te zijn bij de voorbereiding van de Bijzondere Vergadering voor het Midden-Oosten van de Bisschoppensynode [d:267], die zal plaatsvinden van 10 tot 24 oktober 2010 met als thema: De katholieke Kerk in het Midden-Oosten: gemeenschap en getuigenis. ‘De menigte die het geloof had aangenomen was één van hart en één van ziel’ (Hand. 4, 32) [b:Hand. 4, 32]. In deze geest is dit Instrumentum laboris gemaakt, een stuk dat voor de vergadering van de synode tot stand is gekomen op grond van de uitwerking van de talrijke antwoorden op de vragenlijst van de Lineamenta die zijn binnengekomen van de bisschoppensynodes van de oosterse katholieke Kerken sui iuris, de bisschoppenconferenties, de dicasteries van de Romeinse Curie, de Unie van Generaal-Oversten, evenals van zeer veel individuele personen en kerkelijke groeperingen. Wij danken van harte de leden van de Presynodale Raad voor het Midden-Oosten, die met edelmoedige toewijding hebben deelgenomen aan de opstelling van het Instrumentum laboris, dat nu in vier talen wordt gepubliceerd: Arabisch, Frans, Engels en Italiaans. Het is een groot voorrecht dat de Heilige Vader Benedictus XVI het Instrumentum laboris wil overhandigen aan de vertegenwoordigers van het episcopaat van het Midden-Oosten, van alle verschillende tradities, tijdens zijn apostolisch bezoek aan Cyprus. Het betreft wederom een veelbetekenende geste van de bijzondere zorg van de bisschop van Rome voor de geliefde Kerken in het Midden-Oosten. Gegeven het feit dat zij ook lid zijn van de Presynodale Raad van het Midden-Oosten, wil deze geste ook een dankbetuiging zijn voor de geboden samenwerking, een gelukkig vooruitlopen op de synodale werkzaamheden die te Rome zullen beginnen op 10 oktober 2010 met de plechtige eucharistische concelebratie, door de Paus voorgezeten.
Wij vertrouwen de goede afloop van de synodale werkzaamheden toe aan het gebed van de talrijke gelovigen in het Midden-Oosten en heel de katholieke Kerk. In het bijzonder roepen wij de voorspraak in van de vele getuigen-martelaren van het Heilige Land. Wij rekenen ook op de voorspraak van de heilige Maagd Maria en haar bruidegom de heilige Jozef, het paar uit het Midden-Oosten dat in hun eigen land Gods Zoon heeft grootgebracht. Wij vragen hen om ons geestelijk nabij te blijven en zo de heilige Kerken van God in het Midden-Oosten, die tussen de vreugden van de hemel en de kwellingen van de wereld (Hand. 14, 22) [[b:Hand. 14, 22]] op weg zijn, te beschermen.
De gebeurtenis vervulde de leerlingen, “die zich verheugden de Heer te zien” (Joh. 20, 20) [b:Joh. 20, 20], van vreugde. Deze ontmoeting, bezegeld met de uitstorting van de Geest, veranderde hun leven radicaal. Zij die “uit vrees voor de Joden” (Joh. 20, 19) [b:Joh. 20, 19] waren opgesloten in het cenakel, traden naar buiten en “verkondigden vrijmoedig het woord Gods” (Hand. 4, 31) [b:Hand. 4, 31]. Geleid door Simon Petrus begonnen de apostelen openlijk de Blijde Boodschap van het leven, de dood en de verrijzenis van hun Meester en Heer te verkondigen: “Deze Jezus heeft God doen verrijzen en daarvan zijn wij allen getuigen” (Hand. 2, 32) [b:Hand. 2, 32]. In het centrum van het Christelijk kerygma staat de tegenwoordigheid van de verrezen en levende Heer te midden van de gemeenschap van de gelovigen.
Daarom vindt de kerkgemeenschap haar bron in het paasmysterie. De leerlingen verkondigen het unaniem “door de naam van Jezus, de Nazoreeër, die gij gekruisigd hebt, maar die God uit de doden heeft doen opstaan” (Hand. 4, 10) [b:Hand. 4, 10]. Het gevolg van de eerste verkondiging van Petrus was de bekering van ongeveer 3000 personen (Hand. 2, 41) [[b:Hand. 2, 41]]. Door middel van het doopsel werden zij ledematen van de Kerk, de gemeenschap van de leerlingen van Jezus Christus. De verandering die in hen had plaatsgevonden, was de vrucht van de Heilige Geest, die voor hen de horizonten opende van het Christelijk geloof en hun houding jegens de naaste veranderde, zoals de heilige Lucas getuigt: “De menigte die het geloof had aangenomen, was één van hart en één van ziel en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde, integendeel, zij bezaten alles gemeenschappelijk” (Hand. 4, 32) [b:Hand. 4, 32].
Gemeenschap gaat samen met getuigenis. Immers, om de opvolger van Judas te kiezen deelt de apostel Petrus aan ongeveer 120 broeders de criteria voor zijn uitverkiezing mede: “Dus moet een van de mannen die tot ons gezelschap behoorden gedurende de tijd dat de Heer Jezus onder ons verkeerde, vanaf het doopsel van Johannes tot de dag waarop Hij van ons werd weggenomen, met ons een getuige worden van zijn verrijzenis” (Hand. 1, 21-22) [b:Hand. 1, 21-22]. De Christen moet getuige (martys) zijn van de verrezen en levende Heer in het heden van de kerkgemeenschap.
Het is veelbetekenend dat de uitstorting van de Geest en de gave van de vrede niet de afwezigheid garandeert van moeilijkheden, tegenstellingen en vervolgingen. Aan het begin van hun openbaar optreden werden de apostelen gevangen genomen en in de gevangenis gezet (Hand. 4, 1-22) [[b:Hand. 4, 1-22]]. Zij waren echter “verheugd dat ze waardig bevonden waren smaad te lijden omwille van de Naam” (Hand. 5, 41) [b:Hand. 5, 41]. De eerste Christenen handelden in enigszins ongunstige omstandigheden. Zij kregen te maken met de tegenstand en de vijandschap van de religieuze autoriteiten van het eigen volk. Zij waren zich er echter van bewust dat “men God meer moet gehoorzamen dan de mensen” (Hand. 5, 29) [b:Hand. 5, 29]. Bovendien was hun vaderland bezet, ingevoegd in het machtige Romeinse Rijk. In dergelijke, geenszins gemakkelijke, omstandigheden verkondigden zij in zijn geheel het Woord van God, dat overeenkomstig het onderricht van Jezus de liefde voor allen bevatte: “Bemint uw vijanden en bidt voor wie u vervolgen” (Mt. 5, 44) [b:Mt. 5, 44]. Daarom hebben de apostelen in het lot van de Meester gedeeld door met het martelaarschap van hun trouw aan de Heer van het leven te getuigen. Men zou kunnen denken dat de gave van de verrezen Heer niet zozeer de vrede betrof die er zou moeten bestaan onder de mensen, als wel de vrede onder de kinderen Gods: “Vrede laat Ik u na, mijn vrede geef Ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef Ik hem u” (Joh. 14, 27) [b:Joh. 14, 27]. De leerlingen moeten deze vrede beleven en verkondigen ook temidden van vervolgingen. In de bergrede heeft de Heer Jezus samen met degenen die vrede brengen, ook hen die treuren, hen die worden vervolgd en die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, hen die worden beledigd en worden belasterd omwille van Hem, zalig genoemd (Mt. 5, 3-12) [[b:Mt. 5, 3-12]]. Tegelijkertijd heeft Hij de leerlingen uitgenodigd: “Verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de hemel”.
De huidige situatie in het Midden-Oosten is in vele opzichten gelijk aan die waarin de eerste Christelijke gemeenschap van het Heilig Land leefde en waar geïnspireerde mensen de boeken van het Nieuwe Testament hebben geschreven. Als deze worden gelezen met het vuur van de Heilige Geest, nodigen zij uit tot een Christelijk getuigenis, persoonlijk en in de gemeenschap, vooral de gelovigen die in het land van Jezus wonen, waar zij sinds bijna 2000 jaar in dikwijls ongunstige omstandigheden met woorden en met het voorbeeld van hun leven het mysterie van Jezus van Nazareth verkondigen: “Hij is verrezen, Hij is niet hier” (Mc. 16,6); Hij is “de levende” (Openb. 1, 18) [b:Openb. 1, 18], “de Alfa en de Omega, de eerste en de laatste, de oorsprong en het einde” (Openb. 22, 13) [b:Openb. 22, 13].
Deze Bijbelse reminiscenties blijken zeer actueel te zijn bij de voorbereiding van de Bijzondere Vergadering voor het Midden-Oosten van de Bisschoppensynode [d:267], die zal plaatsvinden van 10 tot 24 oktober 2010 met als thema: De katholieke Kerk in het Midden-Oosten: gemeenschap en getuigenis. ‘De menigte die het geloof had aangenomen was één van hart en één van ziel’ (Hand. 4, 32) [b:Hand. 4, 32]. In deze geest is dit Instrumentum laboris gemaakt, een stuk dat voor de vergadering van de synode tot stand is gekomen op grond van de uitwerking van de talrijke antwoorden op de vragenlijst van de Lineamenta die zijn binnengekomen van de bisschoppensynodes van de oosterse katholieke Kerken sui iuris, de bisschoppenconferenties, de dicasteries van de Romeinse Curie, de Unie van Generaal-Oversten, evenals van zeer veel individuele personen en kerkelijke groeperingen. Wij danken van harte de leden van de Presynodale Raad voor het Midden-Oosten, die met edelmoedige toewijding hebben deelgenomen aan de opstelling van het Instrumentum laboris, dat nu in vier talen wordt gepubliceerd: Arabisch, Frans, Engels en Italiaans. Het is een groot voorrecht dat de Heilige Vader Benedictus XVI het Instrumentum laboris wil overhandigen aan de vertegenwoordigers van het episcopaat van het Midden-Oosten, van alle verschillende tradities, tijdens zijn apostolisch bezoek aan Cyprus. Het betreft wederom een veelbetekenende geste van de bijzondere zorg van de bisschop van Rome voor de geliefde Kerken in het Midden-Oosten. Gegeven het feit dat zij ook lid zijn van de Presynodale Raad van het Midden-Oosten, wil deze geste ook een dankbetuiging zijn voor de geboden samenwerking, een gelukkig vooruitlopen op de synodale werkzaamheden die te Rome zullen beginnen op 10 oktober 2010 met de plechtige eucharistische concelebratie, door de Paus voorgezeten.
Wij vertrouwen de goede afloop van de synodale werkzaamheden toe aan het gebed van de talrijke gelovigen in het Midden-Oosten en heel de katholieke Kerk. In het bijzonder roepen wij de voorspraak in van de vele getuigen-martelaren van het Heilige Land. Wij rekenen ook op de voorspraak van de heilige Maagd Maria en haar bruidegom de heilige Jozef, het paar uit het Midden-Oosten dat in hun eigen land Gods Zoon heeft grootgebracht. Wij vragen hen om ons geestelijk nabij te blijven en zo de heilige Kerken van God in het Midden-Oosten, die tussen de vreugden van de hemel en de kwellingen van de wereld (Hand. 14, 22) [[b:Hand. 14, 22]] op weg zijn, te beschermen.
Nikola Eterovi?
Titulair aartsbisschop van Cibale
Algemeen secretaris
Vaticaanstad, 6 juni 2010
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- === Inleiding
1
De aankondiging van het samenroepen van de Bijzondere Vergadering voor het Midden-Oosten van de Bisschoppensynode is met grote instemming ontvangen in heel de Kerk en in het bijzonder in de landen van het Midden-Oosten, die zich uitstrekken van Egypte tot Iran. De positieve weerklank werd veroorzaakt door het zeer actuele thema van de synodale vergadering [d:267] die zal plaatshebben van 10 tot 24 oktober 2010: De katholieke Kerk in het Midden-Oosten: gemeenschap en getuigenis. “De menigte die het geloof had aangenomen, was één van hart en één van ziel” (Hand. 4, 32) [b:Hand. 4, 32]. Vervolgens is het belang naar voren gebracht van het feit dat de Heilige Vader Benedictus XVI deze gebeurtenis persoonlijk heeft willen aankondigen op 19 september 2009 in de vergadering met de patriarchen en grootaartsbisschoppen van het oosten.
De Paus heeft zo de vraag ingewilligd van talrijke medebroeders in het bisschopsambt die ten opzichte van de netelige, delicate kerkelijke en maatschappelijke situatie hebben voorgesteld een synodale vergadering bijeen te roepen. De bisschop van Rome, die zorg heeft “voor alle Kerken” (2 Kor. 11, 28) [b:2 Kor. 11, 28], heeft een bijzondere zorg voor de Kerken in het Heilige Land, dat Jezus heeft geheiligd met zijn tegenwoordigheid en zijn werken, die het hoogtepunt hebben gevonden in het paasmysterie. De Paus zelf heeft zijn liefde voor het Heilige Land kunnen versterken gedurende zijn apostolische reizen naar Turkije [d:173], vanaf 28 november tot 1 december 2006, en vervolgens, van 8 tot 15 mei 2009, naar Jordanië, Israël en Palestina [d:260]. Het is ook veelbetekenend dat de Paus aan de vertegenwoordigers van het episcopaat van het Midden-Oosten het Instrumentum laboris zal overhandigen in de loop van zijn apostolisch bezoek aan Cyprus op 6 juni 2010.
De Paus heeft zo de vraag ingewilligd van talrijke medebroeders in het bisschopsambt die ten opzichte van de netelige, delicate kerkelijke en maatschappelijke situatie hebben voorgesteld een synodale vergadering bijeen te roepen. De bisschop van Rome, die zorg heeft “voor alle Kerken” (2 Kor. 11, 28) [b:2 Kor. 11, 28], heeft een bijzondere zorg voor de Kerken in het Heilige Land, dat Jezus heeft geheiligd met zijn tegenwoordigheid en zijn werken, die het hoogtepunt hebben gevonden in het paasmysterie. De Paus zelf heeft zijn liefde voor het Heilige Land kunnen versterken gedurende zijn apostolische reizen naar Turkije [d:173], vanaf 28 november tot 1 december 2006, en vervolgens, van 8 tot 15 mei 2009, naar Jordanië, Israël en Palestina [d:260]. Het is ook veelbetekenend dat de Paus aan de vertegenwoordigers van het episcopaat van het Midden-Oosten het Instrumentum laboris zal overhandigen in de loop van zijn apostolisch bezoek aan Cyprus op 6 juni 2010.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Gedurende deze reizen heeft de Heilige Vader Benedictus XVI belangrijke toespraken gehouden voor de Kerken sui iuris van het Midden-Oosten, daarbij de tekenen van de tijden lezend in het licht van Gods Woord en dit toepassend op de huidige toestand van de afzonderlijke landen. Om op een juiste wijze de tegenwoordige situatie van de katholieke Kerk in het Midden-Oosten te begrijpen is het noodzakelijk, behalve zijn verlicht onderricht, overeenkomstig de antwoorden op de Lineamenta die van de Kerken afzonderlijk zijn binnengekomen, de documenten voor ogen te houden van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4], van het opeenvolgende onderricht van de pausen en de Heilige Stoel over de afzonderlijke thema’s, evenals het Wetboek van de Canones van de Oosterse Kerken [574] en het Wetboek van Canoniek Recht [30]. Eveneens zijn van belang de uitspraken van de Raad van de Katholieke Patriarchen van het Oosten, vooral hun pastorale brieven. Vanzelfsprekend komt het primaat toe aan de Heilige Schrift, die lamp blijft voor de voeten van de gelovigen en op het pad van de Kerk (Ps. 119, 105) [[b:Ps. 119, 105]].
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Doel van de Synode
3
Uit talrijke antwoorden op de vragenlijst van de Lineamenta blijkt dat de gelovigen duidelijk het dubbele doel van de Bijzondere Vergadering voor het Midden-Oosten van de Bisschoppensynode [d:267] hebben gezien: a) de christenen in hun identiteit bevestigen en versterken door middel van Gods Woord en de sacramenten; b) de kerkgemeenschap tussen de Kerken sui iuris nieuw leven inblazen, opdat zij een getuigenis kunnen geven van authentiek, vreugdevol en aantrekkelijk christelijk leven. Vanzelfsprekend hebben de katholieken bij deze reflectie rekening gehouden met de aanwezigheid in de regio van de andere Kerken en kerkgemeenschappen. Dit bewustzijn leest men duidelijk in alle antwoorden, een teken van het steeds meer groeiende belang van het oecumenische gevoel van de particuliere Kerken en van de individuele gelovigen. Zij zetten zich met de genade van de Heilige Geest ervoor in om het gebod van Jezus in de praktijk te brengen: “Opdat zij allen één mogen zijn... opdat de wereld gelove” (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21]. De oecumenische dimensie maakt overal deel uit van het christelijk getuigenis, vooral in de landen van het Midden-Oosten.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
In een regio waar sinds eeuwen gelovigen van drie monotheïstische godsdiensten samenwonen, is het voor de Christenen essentieel joden en moslims goed te kennen om met hen te kunnen samenwerken op religieus, maatschappelijk en cultureel gebied voor het welzijn van heel de maatschappij. De godsdienst, vooral van degenen die één God belijden, moet steeds meer een drijfveer worden van vrede, eendracht en gemeenschappelijke inzet bij het bevorderen van de geestelijke en materiële waarden van de mens en de gemeenschap. Het gaat om een getuigenis dat sympathie zal ontmoeten en het verlangen zal opwekken om gelovigen te worden, leden van een gemeenschap die, ook al weent en treurt zij, in de hoop leeft dat een dergelijke droefenis zal verkeren in vreugde (Joh. 16, 20) [b:Joh. 16, 20]. Het is de verrezen Heer die de zijnen heeft beloofd: “Vraagt en gij zult verkrijgen, opdat uw vreugde volkomen zij” (Joh. 16, 24) [b:Joh. 16, 24].
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Om een dergelijke roeping goed te vervullen is het nodig de gemeenschap te versterken op alle niveaus van de katholieke Kerk in het Midden-Oosten, te beginnen bij iedere Kerk sui iuris. Vanzelfsprekend zouden ook de gemeenschapsbanden moet worden versterkt met de andere Kerken en kerkgemeenschappen, de eerbiedwaardige orthodoxe Kerken en de gemeenschappen die in de reformatie zijn ontstaan. De gemeenschap richt zich vervolgens tot alle mensen van goede wil, de verantwoordelijken op maatschappelijk, economisch, cultureel en politiek niveau inbegrepen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Met leden van de Kerken sui iuris wordt bedoeld gelovigen als individuele personen en als leden van de respectievelijke gemeenschappen. Samen met de gelovigen van de Latijnse ritus, die aanwezig zijn in het Midden-Oosten, zijn zij het belangrijkste referentiepunt van de synodale vergadering. Hun herders, verenigd rond de bisschop van Rome, de universele herder van de Kerk, zullen de vreugde en het lijden, de hoop en de angst van deze christenen voor ogen houden om heel hun bestaan te verlichten door het licht van het evangelie. Deze verwachting blijkt duidelijk uit de antwoorden die het Algemeen Secretariaat van de Bisschoppensynode hebben bereikt. De synodevaders worden daarom niet alleen uitgenodigd om de situatie in de afzonderlijke landen te presenteren, om de positieve en negatieve aspecten ervan te analyseren, maar ook en vooral om de christenen de redenen te geven van hun tegenwoordigheid in een maatschappij die overwegend islamitisch is (of dit nu Arabisch, Turks of Iraans is), of joods in de staat Israël. De gelovigen verwachten van hun herders de duidelijke motieven te leren kennen om hun zending in ieder land (opnieuw) te ontdekken. Dat kan geen andere zijn dan authentieke getuigen te zijn van de verrezen Christus in de kracht van de Heilige Geest, die tegenwoordig is in zijn Kerk, in de landen waar zij zijn geboren en waar zij leven en die niet alleen worden gekenmerkt door maatschappelijke en politieke ontwikkeling, maar helaas ook door conflicten en instabiliteit.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Reflectie, geleid door de Heilige Schrift
7
Onze reflectie zal worden geleid door de Heilige Schrift, die in onze streken en in onze talen (Hebreeuws, Aramees en Grieks) is geschreven, in een culturele en literaire omgeving en uitdrukkingswijze die wij als de onze voelen. Het Woord van God wordt in de Kerk gelezen. De Schrift is tot ons gekomen via de kerkgemeenschappen, zij is overgeleverd en overdacht in onze heilige liturgieën. Zij is een onontbeerlijk referentiepunt om de zin van onze aanwezigheid, gemeenschap en getuigenis in de huidige context van onze landen te ontdekken.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Er is een grote dorst naar het Woord van God, maar het lezen ervan is niet zo verbreid als zou moeten. Men constateert dat het ontbreekt aan een inleiding in het precieze begrip van de betekenis ervan. Daarom dienen alle initiatieven te worden bemoedigd die ertoe bijdragen om het lezen en de verspreiding van het evangelie (publicaties, internet) te bevorderen. Vooral van degenen die door de keuze van hun roeping zijn geroepen tot het dagelijks bidden van het getijdengebed, wordt gevraagd zich ervan bewust te zijn dat zij gehouden zijn aan het contact met het Woord van God door hun plicht van getuigenis en plaatsvervangend smeekgebed (pro populo). In het voetspoor van de traditie van de oude woestijnvaders en het oosterse monnikendom constateert men de noodzaak dat verzen van het evangelie en andere Bijbelboeken van buiten worden geleerd (ruminatio) en een drijfveer worden van overweging.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Het lijkt belangrijk erop te wijzen dat de betekenis van de Schrift erin bestaat ons het stramien te laten zien van een uniek goddelijk plan dat zich ontwikkelt in de tijd en dat wij heilsgeschiedenis noemen. Concreet betekent dit de continuïteit, de hechte band tussen Oude en Nieuwe Testament bevestigen. Men dient niet te vergeten dat het meest originele en één makende aspect van de christelijke exegese is gelegen in haar christologisch karakter. In de Schrift zoeken en lezen de Vaders Christus, die de sleutel is die het Oude Testament opent. Hij is de exegeet (men denke aan de Emmaus-episode), maar ook de exegese ervan, omdat volgens het christelijk denken van de eerste eeuwen Hij het is over wie de Schrift spreekt. Volgens de oude traditie van de Vaders wordt dit christologisch lezen ook het identiteitsprincipe van de christenen bij de bestudering van de oudtestamentische teksten. Het is de taak van de herders om te benadrukken dat - volgens de uitdrukking van de heilige Augustinus - “het Nieuwe Testament verborgen is in het Oude, en het Oude zichtbaar is in het Nieuwe”. 1,73: PL 34,623; “Novus in vetere latet et in novo vetus patet” [[2606]]
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Juist omdat het het boek van de christelijke gemeenschap is, is het alleen binnen de gemeenschap mogelijk de tekst van de bijbel op de juiste manier te verstaan. De traditie vormt daarom een hermeneutische sleutel tot de geopenbaarde tekst. Deze traditie is het begin geweest van het begrijpen van de Schrift of het kerkelijk klimaat om het Woord van God te lezen. Dit klimaat, waarin zich een bepaald taalgebruik ontwikkelt, verschaft ons de fundamentele elementen om tot de Schrift te naderen en willekeurige interpretaties te vermijden. Vooral in onze gebieden in het oosten dient het bewustzijn te worden ontwikkeld dat het lezen van het Woord van God niet zonder de overlevering van onze Kerken kan.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Het Woord van God geeft richting, zin en betekenis aan het leven, het verandert het radicaal, het geeft wegen van hoop erin aan en garandeert het vitale evenwicht van onze drievoudige relatie met God, met onszelf en met anderen. De exegese van het Woord van God is de bron van de theologie, de moraal, de spiritualiteit. Het is echter noodzakelijk zich ervoor te hoeden de bijbel te beschouwen als een receptenboek waarin de oplossing kan worden gevonden voor alle problemen. Het doel ervan is de Christen te ondersteunen in zijn levenskeuzes, in zijn aardse tocht en een licht te werpen op zijn toekomst die in de hemel is, met respect voor zijn vrijheid.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Bovendien helpt het Woord van God om de uitdagingen van de wereld van vandaag onder ogen te zien. Daarom zijn wij van mening dat het bedoeld is om vooral de keuzes van de gemeenschap te verlichten en dat het ook de Christenen moet inspireren die betrokken zijn bij de oecumenische, interreligieuze dialoog en politieke activiteiten. Het dient eveneens het referentiepunt te zijn van de Christenen bij de opvoeding van hun kinderen, in het bijzonder voor de ervaring van vergeving en liefde. Ten slotte acht men het gepast op te merken dat de woorden van het Evangelie niet alleen zijn gericht tot de Christenen, maar ook waarheden bevatten die alle mensen van goede wil en die op zoek zijn naar God kunnen leren kennen.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 De Katholieke Kerk in het Midden-Oosten
- Artikel 1 De situatie van de Christenen in het Midden-Oosten
- Paragraaf 1 Korte historische uitweiding: eenheid in verscheidenheid
13
De geschiedenis van het Christendom in het Midden-Oosten is belangrijk, niet alleen voor de Christenen die er leven, maar ook voor de Christenen van de hele wereld. Uit de antwoorden die ons hebben bereikt, blijkt dat deze geschiedenis helaas weinig bekend is. Het is dus noodzakelijk enkele van de meest belangrijke aspecten ervan te onderstrepen.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Alle particuliere Kerken, of het nu het Midden-Oosten betreft of de rest van de wereld, gaan terug op de Kerk van Jeruzalem, verenigd door de Heilige Geest op de dag van Pinksteren. Het betreft een belangrijke gebeurtenis van de goddelijke Voorzienigheid, die haar heilsplan heeft willen openbaren in dit gedeelte van Azië.
“God leidde de aartsvaders (Gen. 12) [[b:Gen. 12]] en riep Mozes om zijn volk naar de vrijheid te brengen (Ex. 3, 10) [[b:Ex. 3, 10]]. Tot het volk dat Hij voor zich had gekozen, sprak Hij door middel van vele profeten, rechters, koningen en onverschrokken vrouwen van geloof. In ‘de volheid van de tijd’ (Gal. 4, 4) [b:Gal. 4, 4] zond Hij zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus, de Heiland, die mens werd als Aziaat!” Ecclesia in Asia [[1132|1]]
“God leidde de aartsvaders (Gen. 12) [[b:Gen. 12]] en riep Mozes om zijn volk naar de vrijheid te brengen (Ex. 3, 10) [[b:Ex. 3, 10]]. Tot het volk dat Hij voor zich had gekozen, sprak Hij door middel van vele profeten, rechters, koningen en onverschrokken vrouwen van geloof. In ‘de volheid van de tijd’ (Gal. 4, 4) [b:Gal. 4, 4] zond Hij zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus, de Heiland, die mens werd als Aziaat!” Ecclesia in Asia [[1132|1]]
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De Kerk splitste zich in de 5e eeuw na de concilies van Efeze [d:249] (431) en Chalcedon (451) vooral op grond van Christologische kwesties. Deze eerste splitsing deed de Kerken ontstaan die vandaag bekend staan onder de naam “Assyrisch Apostolische Kerk van het Oosten” (Kanîsat al-Mashriq of Kanîsah al-Ashshûriyyah) en de “Oosters-orthodoxe Kerken”, dat wil zeggen de Koptische, Syrische en Armeense Kerken, die “monofysitisch” werden genoemd.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Dikwijls vonden dergelijke afscheidingen ook plaats om politiek-culturele redenen, zoals de middeleeuwse (Syrische en Arabische) theologen stellen en duidelijk laten zien. De Christologische problemen zijn in onze dagen overwonnen door de gemeenschappelijke Christologische verklaringen tussen Pausen en patriarchen/katholiko’s van de orthodoxe (Koptische, Syrische en Armeense) Kerken en de Assyrische Kerk van het Oosten.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Later vond vanaf de 11e eeuw het zogenaamde Grote Schisma plaats, dat Rome van Constantinopel scheidde. Hier is opnieuw volstrekt duidelijk dat politieke-culturele motieven de belangrijkste rol hebben gespeeld, nog afgezien van de feitelijk en geografisch bestaande scheiding tussen oost en west: de volken ervan kenden elkaar steeds minder.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Al deze scheidingen bestaan nog immer in het Midden-Oosten; zij zijn de bittere vrucht van het verleden. Maar ook de Geest is werkzaam in de Kerken om hen tot elkaar te brengen en de obstakels weg te doen vallen voor een zichtbaar, door Christus gewilde eenheid, opdat zij één zijn in hun veelvoud, naar het beeld van de Drie-eenheid, en elkaar wederzijds verrijken met hun respectievelijke tradities. “Opdat zij allen één mogen zijn zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U: dat ook zij in Ons mogen zijn, opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt” (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21]. Deze tradities zijn tegelijkertijd een rijkdom voor de universele Kerk.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Apostoliciteit en missionaire roeping
19
Uit de ontvangen antwoorden blijkt duidelijk de roeping die eigen is aan de Kerken van het Midden-Oosten. Onze Kerken zijn van apostolische oorsprong en onze landen zijn de wieg van het Christendom geweest. Het zijn landen, gezegend door de aanwezigheid van Christus zelf en van de eerste generaties christenen. Het is duidelijk dat het een verlies voor de universele Kerk zou zijn, indien het Christendom zou moeten verzwakken of verdwijnen juist daar waar het is geboren. Wij hebben hier een zware verantwoordelijkheid: niet alleen het Christelijk geloof bewaren in deze heilige gebieden, maar nog meer de geest van het Evangelie in deze Christelijke volken en hun relaties met de niet-Christelijke behouden en de herinnering aan de oorsprong levend houden.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Daar zij apostolisch zijn, hebben onze Kerken de bijzondere zending het Evangelie te brengen in heel de wereld, zoals is geschied in de loop van de geschiedenis. Daarentegen moeten wij vandaag constateren dat dit evangelisch élan vaak wordt geremd en de vlam van de Geest schijnt te zijn verzwakt. Door onze geschiedenis en onze cultuur staan wij cultureel en spiritueel dicht bij miljoenen mensen. Daarom is het aan ons met hen de boodschap van liefde van het Evangelie die wij hebben ontvangen, te delen en hun een sprankje van de hoop te geven die in ons is door de Geest die in onze harten is gestort (Rom. 5, 5) [[b:Rom. 5, 5]].
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Onder leiding van de bisschoppen moeten pastores en priesters in de pastorale zorg zich ervan bewust zijn dat hun taak niet alleen bestaat in het heden te zorgen voor hun gemeenschap. Zij hebben ook een taak met betrekking tot de toekomst en dat vereist dat zij een roepingenpastoraal realiseren die tot uitdrukking komt in ontmoetingen met jongeren, de praktijk van de geestelijke leiding, de vorming van gebedsgroepen voor roepingen. Ook binnen de kerkelijke bewegingen moet er uitdrukkelijker op roeping worden gewezen. Als de Kerk niet werkt aan roepingen, is zij bestemd om te verdwijnen. Het lijkt van fundamenteel belang dat priesters direct contact hebben met de Christelijke gezinnen om hun de roeping als een geschenk van God voor te houden.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
In de dorpen georganiseerde missies, gebedsgroepen en apostolische bewegingen, maar vooral de voorbereiding binnen de zeer vele gezinnen die de eigen kinderen bemoedigen op Gods roepstem antwoord te geven, zijn steunpilaren van onschatbare waarde om de roepingenpastoraal leven in te blazen. Jongeren zoeken een sterke spiritualiteit, zoals men bemerkt bij retraites. Ondanks dit alles tekent zich een roepingencrisis af, waarvan de oorzaken talrijk zijn: emigratie van gezinnen, daling van geboorten en het feit dat jongeren in een omgeving leven die steeds meer tegen de evangelische waarden indruist. Het gebrek aan eenheid onder de leden van de geestelijkheid vormt een reële belemmering voor en het tegengestelde van een getuigenis, hetgeen niet ertoe uitnodigt om voor het priesterleven te kiezen. De menselijke en spirituele vorming van priesters en religieuzen laat soms te wensen over. Op de seminaries blijkt de aanwezigheid van voorbeeldige spirituaals die samen met de seminaristen leven, van fundamenteel belang.
De beste manier om roepingen op te wekken is ongetwijfeld het persoonlijk getuigenis en de levensvreugde van de gewijden, maar ook het gemeenschappelijk getuigenis van een gelukkige samenwerking tussen congregaties, religieuze orden en bisschoppen en ten slotte een begrijpen en presenteren van de roeping als een volheid van leven en dienst aan de samenleving. Incoherentie tussen het gepredikte woord en het gegeven getuigenis kan geen roepingen opwekken voor het religieuze en contemplatieve leven. De terugkeer naar de bronnen en de persoon van Christus is de beste garantie voor een nieuw élan betreffende een religieuze en contemplatieve roeping.
De beste manier om roepingen op te wekken is ongetwijfeld het persoonlijk getuigenis en de levensvreugde van de gewijden, maar ook het gemeenschappelijk getuigenis van een gelukkige samenwerking tussen congregaties, religieuze orden en bisschoppen en ten slotte een begrijpen en presenteren van de roeping als een volheid van leven en dienst aan de samenleving. Incoherentie tussen het gepredikte woord en het gegeven getuigenis kan geen roepingen opwekken voor het religieuze en contemplatieve leven. De terugkeer naar de bronnen en de persoon van Christus is de beste garantie voor een nieuw élan betreffende een religieuze en contemplatieve roeping.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
In onze Kerken bidden en werken talrijke lokale of internationale religieuze congregaties - mannen en vrouwen - samen. Hun dienstwerk in de wijngaard van de Heer is van onschatbare waarde. Zij hebben echter meer ondersteuning nodig om op hun beurt de gelovigen te kunnen ondersteunen in hun roeping en in hun engagement op alle gebieden van het openbare leven.
Hoewel het contemplatieve leven, de pijler van iedere ware wijding, aanwezig is in enkele van onze eparchieën/bisdommen vanwege orden van een universeel karakter, is dat opvallend afwezig in het merendeel van de mannen- en vrouwencongregaties van de oosterse katholieke Kerken sui iuris, aanwezig in het Midden-Oosten.
Hoewel het contemplatieve leven, de pijler van iedere ware wijding, aanwezig is in enkele van onze eparchieën/bisdommen vanwege orden van een universeel karakter, is dat opvallend afwezig in het merendeel van de mannen- en vrouwencongregaties van de oosterse katholieke Kerken sui iuris, aanwezig in het Midden-Oosten.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 De rol van de Christenen in de maatschappij ondanks hun zeer geringe aantal
24
Ondanks hun verschillen hebben onze Arabische, Turkse en Iraanse samenlevingen gemeenschappelijke kenmerken: de traditie en de hiermee overeenkomende levenswijze prevaleren, in het bijzonder wat familie en opvoeding betreft; confessionalisme kenmerkt de relaties onder de Christenen, evenals de relaties met de niet-Christenen, en weerspiegelt zich diepgaand in mentaliteit en gedrag. Godsdienst drukt als element van identificatie niet alleen een verschil uit, maar kan ook verdelen en dienstbaar gemaakt worden aan het doel om buitensluiting en vijandigheid te creëren. Het is goed eraan te herinneren dat de christenen “inheemse burgers” zijn en dat zij daarom ten volle behoren tot de maatschappelijke structuur en de identiteit zelf van hun respectievelijke landen. Hun verdwijnen zou een verlies inhouden voor het pluralisme dat altijd de landen van het Midden-Oosten heeft gekenmerkt. Zonder de Christelijke stem zouden de samenlevingen in het Midden-Oosten verarmd blijken te zijn.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De situaties in de verschillende landen van het Midden-Oosten verschillen zeer van elkaar en volgens de antwoorden zijn de mogelijkheden van de Kerk om een bijdrage te leveren aan hun sociaal-culturele ontwikkeling afhankelijk van verschillende factoren, zoals het type Christelijke aanwezigheid, de respectievelijke verhouding van de Katholieken tot de andere groepen en natuurlijk de eigen aard van het politieke staatsbestel, de rechtsorde, de maatschappij en de cultuur in het algemeen. Over het algemeen moeten de Katholieken echter samen met de andere Christelijke burgers, maar ook hervormingsgezinde intellectuele moslims, de beste bijdrage kunnen leveren in het verdiepen van het begrip “positieve laïciteit” vgl: Het is essentieel het onderscheid te benadrukken tussen politiek en godsdienst [[[3724]]] van de staat. Zo kunnen zij helpen om het theocratische karakter van het bestuur te verzachten en meer gelijkheid onder de burgers van verschillende godsdiensten mogelijk te maken door het bevorderen van een gezonde, positief seculiere democratie die de rol van de godsdienst, ook in het openbare leven, ten volle erkent met volledig respect voor het onderscheid tussen religieuze en wereldlijke orde.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De Kerk gebruikt de technologie en de moderne communicatiemiddelen (sms, website, internet, televisie en radio) ten dienste van de bisdommen en eparchieën om de Christelijke boodschap te verspreiden, de uitdagingen die daaraan tegengesteld zijn onder ogen te zien en met de gelovigen van de diaspora te communiceren. Om dit doel te bereiken zendt zij haar priesters op studie naar het buitenland, vooral naar Rome, opdat zij worden gevormd in kerkelijke zin en de theologie te verdiepen, vooral op het Pontificio Istituto Orientale.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Op deze wijze onderstrepen sommigen de bijdrage van de oosterse Christenen aan hun landen door duidelijk te maken dat een persoon zichzelf niet ten volle kan verwezenlijken los van zijn sociale natuur, dat wil zeggen zijn bestaan “met” en “voor” de ander. Het algemeen welzijn is niet een zaak die ver van hem afstaat, evenmin als de vele vormen van menselijke socialiteit: gezin, groepen, verenigingen, steden, regio’s, staten, gemeenschappen van volken en naties. Ieder is op de een of andere wijze betrokken bij de inzet voor het algemeen welzijn, in het voortdurend zoeken naar het welzijn van de ander, als was het dat van henzelf. Een dergelijke verantwoordelijkheid komt vooral het politiek gezag toe, op ieder niveau waar het dit uitoefent, daar het geroepen is het geheel van voorwaarden te scheppen die in ieder menselijk wezen de algehele ontwikkeling van zijn persoon mogelijk maken en bevestigen. vgl: Mater et Magistra [[[90|65]]]
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Hoewel de Christenen in het Midden-Oosten bijna overal een onbeduidende minderheid zijn, stralen zij daar waar het maatschappelijk en politiek mogelijk is, toch een actieve dynamiek uit. Het gevaar is gelegen in een zich terugtrekken in zichzelf en in angst voor de ander. Tegelijkertijd is het nodig het geloof en de spiritualiteit van onze gelovigen te versterken en de maatschappelijke band onderling te verstevigen zonder te vervallen tot een getto-mentaliteit.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De Kerk werkt op de eerste plaats aan het bevorderen van het gezin en de verdediging van de waarden die het beschermen tegen de verschillende gevaren die in onze tijd de heiligheid en de stabiliteit ervan bedreigen. Zij komt in de huidige demografische context eveneens op voor kinderrijke gezinnen.
Om aan de opbouw van de maatschappij in het algemeen bij te dragen houdt de Kerk de sociale leer van de Kerk [d:48] voor aan hen die betrokken zijn bij maatschappelijke kwesties om een alternatief en een oplossing te bieden voor de geweldspiraal die voortkomt uit de situaties van onrecht, nog verergerd door etnisch-religieuze conflicten. Opvoeding blijft de grootste investering. Onze Kerken en onze scholen zouden de minder bevoorrechten meer kunnen helpen.
Om aan de opbouw van de maatschappij in het algemeen bij te dragen houdt de Kerk de sociale leer van de Kerk [d:48] voor aan hen die betrokken zijn bij maatschappelijke kwesties om een alternatief en een oplossing te bieden voor de geweldspiraal die voortkomt uit de situaties van onrecht, nog verergerd door etnisch-religieuze conflicten. Opvoeding blijft de grootste investering. Onze Kerken en onze scholen zouden de minder bevoorrechten meer kunnen helpen.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Het is echter vooral dankzij de charitatieve activiteiten, die zich niet alleen richten op Christenen, maar ook op moslims en Joden, dat de werkzaamheid van onze Kerken ten gunste van het gemeenschappelijk welzijn bijzonder tastbaar is. Dat is mogelijk dankzij de edelmoedige hulp, afkomstig van de liefde van de Kerk over de hele wereld, evenals van de concrete bijstand van de lokale Kerken. In dit verband vormt de pastoraal in de gezondheidszorg een bevoorrechte omgeving om de rol te onderstrepen van de Christenen in de maatschappij. Wat dit betreft, is het juist om de bewonderenswaardige activiteit toe te juichen van de religieuzen en vooral van de godgewijde vrouwen die een vooraanstaande rol spelen in de werken van naastenliefde en de pastoraal in de gezondheidszorg ten dienste van allen.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Tenslotte is het goed te herinneren aan de transparantie van het beheer van het geld van de Kerk, vooral door priesters en bisschoppen, om wat wordt gegeven voor persoonlijk gebruik te scheiden van wat aan de Kerk toebehoort. In verband hiermee is het eveneens belangrijk het erfgoed van de Kerk te behouden. Ook met het doel een tegenwoordigheid van de Christenen in het Midden-Oosten te garanderen.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De uitdagingen die de Christenen onder ogen moeten zien
- Paragraaf 1 De politieke conflicten in de regio
32
De antwoorden op de vragen van de Lineamenta komen met elkaar overeen wat betreft de beschrijving van de huidige politiek-maatschappelijke situaties. De politieke conflicten die in de regio aan de gang zijn hebben immers een rechtstreekse invloed op het leven van de christenen, als burgers en als Christenen, omdat zij hun situatie bijzonder kwetsbaar en instabiel maken.
De Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden maakt het dagelijks leven moeilijk voor de vrijheid van beweging, de economie en het maatschappelijk en godsdienstig leven (toegang tot de heilige plaatsen, die afhankelijk is van militaire toestemming, om veiligheidsredenen verleend aan de een, geweigerd aan de ander). Bovendien rechtvaardigen enkele fundamentalistische christelijke groeperingen het politieke onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan door zich te baseren op de Heilige Schrift, hetgeen de positie van de Arabische christenen nog hachelijker maakt.
De Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden maakt het dagelijks leven moeilijk voor de vrijheid van beweging, de economie en het maatschappelijk en godsdienstig leven (toegang tot de heilige plaatsen, die afhankelijk is van militaire toestemming, om veiligheidsredenen verleend aan de een, geweigerd aan de ander). Bovendien rechtvaardigen enkele fundamentalistische christelijke groeperingen het politieke onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan door zich te baseren op de Heilige Schrift, hetgeen de positie van de Arabische christenen nog hachelijker maakt.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
In Irak heeft de oorlog de krachten van het kwaad in het land ontketend binnen de politieke stromingen en de religieuze gezindten. De strijd heeft slachtoffers gevergd onder alle Irakezen, maar vooral de Christenen zijn zwaar getroffen, aangezien zij de kleinste en zwakste Iraakse gemeenschap vertegenwoordigen. Ook momenteel nog houdt de wereldpolitiek hiermee niet voldoende rekening.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
In Libanon zijn de Christenen verdeeld op politiek en godsdienstig vlak en niemand heeft een plan dat bij allen welkom is. In Egypte stelt de groei van de politieke islam enerzijds en het, gedeeltelijk noodgedwongen, gebrek aan engagement bij de Christenen ten opzichte van de burgermaatschappij anderzijds hun leven bloot aan een reeks moeilijkheden. Bovendien dringt deze islamisering ook door middel van de massamedia en de school door in de gezinnen en verandert daarmee de mentaliteit, die onbewust islamiseert. In talrijke landen drijft het autoritarisme, dat wil zeggen de dictatuur, de bevolking met inbegrip van de Christenen ertoe alles in stilte te verdragen om het wezenlijke te redden. In Turkije veroorzaakt het huidige begrip “laïciteit” bovendien problemen voor de volledige godsdienstvrijheid in het land.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
“Ten opzichte van deze verschillende werkelijkheden blijft de een standvastig in zijn geloof en in zijn inzet in de maatschappij door alle offers samen te delen en een bijdrage te leveren aan het gemeenschappelijk sociaal plan. De ander verliest daarentegen de moed en heeft geen vertrouwen meer in de maatschappij en in haar vermogen de gelijkheid onder alle burgers te garanderen. Daarom ziet hij af van ieder engagement en trekt hij zich terug in zijn Kerk en haar instellingen, levend in geïsoleerde kernen, zonder enige interactie met de maatschappij”. Raad van de Katholieke.. Raad van de Katholieke Patriarchen van het Oosten, 10e pastorale brief over de Arabische Christenen tegenover de hedendaagse uitdagingen “Gods liefde is in ons hart uitgestort door de Heilige Geest die ons werd geschonken”, Uitgave Algemeen Secretariaat, Bkerké, §13 ev.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Vrijheid van godsdienst en geweten
36
Alvorens het te hebben over vrijheid van geweten zou het belangrijk zijn in het algemeen te spreken over de rechten van de mens in het Midden-Oosten. Het criterium van ieder politiek en maatschappelijk systeem moet immers het welzijn van de menselijke persoon zijn en alle systemen zijn opgezet om deze te dienen. Met menselijke persoon bedoelen wij heel de persoon, geest en lichaam, individu en gemeenschap. De rechten van de persoon ontlenen hun heilig karakter aan de heiligheid van God, die hem heeft geschapen en hem heeft gewild als rentmeester van rechten en plichten en hem een levend bewustzijn heeft gegeven, door middel waarvan hij de waarheid kan zoeken en vrij daartoe kan komen. Er is een tegenstelling tussen de rechten van de persoon en die van God. Daarom respecteert wie het schepsel niet respecteert, God niet. De talrijke maatschappelijke problemen, die allen tegenkomen, vormen een groot terrein van gemeenschappelijke initiatieven en programma’s ten dienste van de menselijke persoon, het respecteren van zijn rechten en de bevestiging van zijn waardigheid. Vgl. Raad van de Katholieke.. Vgl. Raad van de Katholieke Patriarchen van het Oosten, 3e pastorale brief over de coëxistentie tussen moslims en christenen in de Arabische wereld “Samen voor God voor het welzijn van de persoon en de maatschappij”, Uitgave Algemeen Secretariaat, Bkerké, 1994, §36. Vrede, gerechtigheid en stabiliteit in de regio zijn onontbeerlijke voorwaarden om de rechten van de mens in het Midden-Oosten te bevorderen.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
In het oosten wil vrijheid van godsdienst gewoonlijk zeggen vrijheid van eredienst. Het betreft dus niet de vrijheid van geweten, dat wil zeggen de vrijheid om te geloven of niet te geloven, een godsdienst alleen of in het openbaar te praktiseren en dus de vrijheid om van godsdienst te veranderen. In het oosten is godsdienst in het algemeen een sociale of zelfs nationale, niet een individuele keuze. Van godsdienst veranderen wordt beschouwd als verraad aan de maatschappij, de cultuur en de natie, die voornamelijk is gebouwd op een religieuze traditie.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Bekering tot het christelijk geloof wordt gezien als de vrucht van een berekenend proselitisme, niet van een authentieke religieuze overtuiging. Voor de moslim wordt zij vaak door de wetten van de staat verboden. Ook de christen ondervindt druk en verzet, hoewel veel lichter, van de kant van de familie of de stam, maar hij blijft vrij om van godsdienst te veranderen. In enkele gevallen heeft bekering tot de islam niet plaats uit religieuze overtuiging, maar om persoonlijke belangen, vooral om zich te kunnen bevrijden van eigen verplichtingen ten opzichte van moeilijkheden van huiselijke aard. Soms kan zij zich ook voordoen onder druk van islamitisch proselitisme. Sommige antwoorden op de Lineamenta bevestigen het resoluut afwijzen van christelijk proselitisme, ook al wordt daarbij opgemerkt dat dit openlijk wordt gepraktiseerd door enkele ”evangelische” gemeenschappen. In feite heeft de kwestie van de verkondiging een dieper gaande reflectie nodig, die aan de verschillen in begrippen en houding bij moslims en christenen aandacht besteedt. Een eerlijke dialoog zou dit onderwerp ter sprake moeten brengen om tot een gemeenschappelijke houding te komen, die het recht van iedere persoon en zijn volledige vrijheid van geweten respecteert, tot welke godsdienst hij ook behoort.
Het standpunt van de Kerk over dit onderwerp is door de Heilige Vader tot uitdrukking gebracht: “Wie in de naam van de Kerk liefdadigheid beoefent, zal nooit proberen de ander het geloof van de Kerk op te dringen. Hij weet dat de liefde in haar zuiverheid en onbaatzuchtigheid het beste getuigenis is voor de God in wie wij geloven en die ons tot liefde brengt”. c. [[715|31]]
Het standpunt van de Kerk over dit onderwerp is door de Heilige Vader tot uitdrukking gebracht: “Wie in de naam van de Kerk liefdadigheid beoefent, zal nooit proberen de ander het geloof van de Kerk op te dringen. Hij weet dat de liefde in haar zuiverheid en onbaatzuchtigheid het beste getuigenis is voor de God in wie wij geloven en die ons tot liefde brengt”. c. [[715|31]]
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Om de voorwaarden te begunstigen die noodzakelijk zijn voor een dergelijke ontwikkeling in de mentaliteit en de samenleving, onderstrepen sommigen het belang om verder te gaan met de opvoeding in de vrijheid, het respect voor de vrijheid van de ander en het overwinnen van confessionele belangen voor een grotere gerechtigheid en gelijkheid ten opzichte van het recht, kort gezegd, in een “positieve laïciteit”. Anderen wensen dat men politieke en kerkelijke initiatieven onderneemt op internationaal niveau of ook dat men bij de politieke leiders aandringt op respect voor de vrijheid van godsdienst en geweten.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Op het vlak van de opvoeding beschikt de katholieke Kerk in sommige landen van het Midden-Oosten over grote mogelijkheden: haar scholen en universiteiten ontvangen duizenden studenten van iedere godsdienst en maatschappelijke rang, Christenen, moslims, druzen en Joden, zoals ook haar ziekenhuiscentra en sociale diensten doen. Het is vanzelfsprekend dat het tegelijkertijd nodig is de opvoeders aan de hierboven vermelde instellingen te blijven vormen. Op zuiver kerkelijk vlak dringen sommigen erop aan dat er pastorale activiteiten worden ontplooid die de evangelische waarden van het respect voor deze vrijheden verkondigen en hiervan getuigen door bijvoorbeeld in onze parochies de Werelddag voor de Rechten van de Mens beter te benutten. De communicatiemiddelen vervullen hier een rol van fundamenteel belang om deze geest te verbreiden.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 De Christenen en de ontwikkeling van de hedendaagse islam
41
“De groei van de politieke islam is vanaf de jaren ’70 een opvallend verschijnsel, dat zijn weerslag heeft op de regio en de situatie van de Christenen in de Arabische wereld. Deze politieke islam omvat verschillende godsdienstige stromingen die de Arabische, Turkse of Iraanse samenlevingen en al degenen die er leven, moslims en niet-moslims, een islamitische wijze van leven zouden willen opdringen. Voor deze stromingen is de oorzaak van alle kwaad het zich verwijderen van de islam. De oplossing is dus een terugkeer naar de islam van het begin. Vandaar de slogan: “De islam is de oplossing” (...). Met dit doel aarzelen sommigen niet hun toevlucht te nemen tot geweld”. Raad van de Katholieke.. Raad van de Katholieke Patriarchen van het Oosten, 3e Pastorale Brief over de coëxistentie tussen moslims en Christenen in de Arabische wereld “Samen voor God voor het welzijn van de persoon en de maatschappij”, Uitgave Algemeen Secretariaat, Bkerké 1994, §7.
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Een dergelijke houding betreft vóór alles de moslimsamenleving, maar heeft ook gevolgen voor de christelijke tegenwoordigheid in het oosten. Dergelijke extremistische stromingen zijn derhalve een bedreiging voor allen, Christenen en moslims, en wij moeten die gezamenlijk onder ogen zien.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Emigratie
43
Vóór alles dient eraan te worden herinnerd dat een synodale vergadering een in wezen pastoraal doel heeft en dat deze alleen indirect en zijdelings spreekt over de maatschappelijke en politieke problemen van de landen. Dit gezegd zijnde, dient men aandacht te schenken aan het verschijnsel van de emigratie. De emigratie van christenen en niet-christenen uit het Midden-Oosten is begonnen tegen het einde van de 19e eeuw. De twee hoofdoorzaken zijn van politieke en economische orde. De religieuze verhoudingen waren niet al te best, maar het systeem van de “millet” (ethnisch-religieuze gemeenschappen) had de christenen binnen hun gemeenschap een zekere bescherming gegarandeerd, hoewel het de conflicten van godsdienstige en tribale aard niet altijd verhinderde. Deze emigratie is tegenwoordig toegenomen als gevolg van het Israëlisch-Palestijns conflict en de instabiliteit die dat heeft veroorzaakt in de hele regio, terwijl de maatschappelijke situatie in Irak en de politieke instabiliteit in Libanon aan de toename van het verschijnsel hebben bijgedragen.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
In het spel van de internationale politiek wordt vaak het bestaan van de christenen genegeerd, die de eerste slachtoffers ervan zijn; dit is een van de hoofdoorzaken van de emigratie. Hier zou men moeten handelen en de Kerk wordt uitgenodigd om zich in deze zin te engageren met de middelen en de mensen die zij ter beschikking heeft, voor het welzijn van allen.
Een van de oorzaken van emigratie is de economische toestand. Bij de huidige politieke situatie in het Midden-Oosten is het moeilijk een economie te creëren die een levenspeil kan verschaffen dat voor de hele maatschappij waardig is. De Kerk kan van haar kant op dit vlak enkele maatregelen nemen om de emigratie terug te dringen, maar het is aan de staat zelf de noodzakelijke maatregelen te nemen. Bovendien zijn in verschillende landen van het Midden-Oosten de beperking van de culturele en religieuze vrijheid, van de gelijkheid van kansen en rechten en de weinige mogelijkheden om actief deel te nemen aan het politieke leven belangrijke redenen voor de christenen om te emigreren.
Een van de oorzaken van emigratie is de economische toestand. Bij de huidige politieke situatie in het Midden-Oosten is het moeilijk een economie te creëren die een levenspeil kan verschaffen dat voor de hele maatschappij waardig is. De Kerk kan van haar kant op dit vlak enkele maatregelen nemen om de emigratie terug te dringen, maar het is aan de staat zelf de noodzakelijke maatregelen te nemen. Bovendien zijn in verschillende landen van het Midden-Oosten de beperking van de culturele en religieuze vrijheid, van de gelijkheid van kansen en rechten en de weinige mogelijkheden om actief deel te nemen aan het politieke leven belangrijke redenen voor de christenen om te emigreren.
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Met andere woorden, alleen vrede en democratie, gepaard gaande met een voldoende economische, en dus ook maatschappelijke en culturele ontwikkeling van de landen waartoe de Christenen behoren, kunnen een omgeving en voorwaarden scheppen waarin christenen, gezinnen en individuen, zich niet meer gedwongen voelen te emigreren, zoals nu het geval is. Hier zouden de particuliere Kerken in het westen een belangrijke rol kunnen spelen in de mate waarin zij de mogelijkheid zouden hebben de regeringen van de respectievelijke landen ontvankelijk te maken voor een politiek die geschikt is om bij te dragen aan de ontwikkeling van de landen in het Midden-Oosten op alle niveaus.
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Er is een ander aspect dat kan helpen om de emigratie te beperken: de christenen, te beginnen bij de herders, zich meer bewust maken van de betekenis van hun aanwezigheid en van de noodzaak zich hier en nu te engageren in het openbare leven. Iedereen is in zijn eigen land brenger van de boodschap van Christus in de samenleving, ook al betekent dat moeilijkheden en vervolgingen.
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Anderzijds dient men emigratie te benutten als kans voor ondersteuning voor onze landen en Kerken. De betrekkingen met de geëmigreerde christenen lopen natuurlijk via de sterke familiebanden, die de volken van deze regio kenmerken. De Kerken dragen ertoe bij om deze banden te handhaven dankzij het zenden van priesters naar de landen van emigratie; dezen staan in samenwerking met de plaatselijke Kerken en de plaatselijke ordinaris de geëmigreerde gezinnen geestelijk bij. Sommigen vragen dat de bisschoppen de gelovigen vaker bezoeken, vooral voor de gemeenschappen die geen eigen ordinaris hebben, om zo de band met de gelovigen van de oosterse katholieke Kerken in de landen van emigratie meer dan op zuiver liturgisch gebied te versterken.
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Bovendien kan men, al naar gelang land of stad, ook de kerkelijke en niet-kerkelijke verenigingen ondersteunen die helpen om de betrekkingen en de banden met de gemeenschappen van herkomst levend en doeltreffend te houden. Zo stellen sommigen voor om vormen van jumelage aan te gaan: toeristisch, cultureel, universitair en materieel; maar ook stellen zij voor om immigranten aan te sporen in hun land van herkomst onroerend goed te verwerven.
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 De Christelijke internationale immigratie naar het Midden-Oosten
49
In de landen van het Midden-Oosten doet zich een nieuw en belangrijk verschijnsel voor: verschillende landen ontvangen geëmigreerde werknemers, honderdduizenden Afrikanen en Aziaten. Meestal betreft het vrouwen die als huishoudelijke hulp werken om hun kinderen een menswaardigere opvoeding en een menswaardiger leven te geven. Deze personen zijn dikwijls het voorwerp van sociaal onrecht van de kant van de staten die hen ontvangen, en van uitbuiting en seksueel misbruik, hetzij van de kant van bureaus die hen laten komen, hetzij van de kant van de werkgevers. Bovendien worden de internationale wetten en conventies niet gerespecteerd.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Volgens de ontvangen antwoorden stelt deze immigratie ook vragen aan onze Kerken. Hier ligt een pastorale verantwoordelijkheid om deze mensen te begeleiden, zowel op religieus, als op sociaal vlak. Deze immigranten moeten vaak het hoofd bieden aan drama’s en de Kerk doet alles wat in haar macht is, al naar gelang haar middelen. Parallel hieraan is een onderwijs van onze christenen in de sociale leer van de Kerk en de maatschappelijke gerechtigheid noodzakelijk en onontbeerlijk om ieder houding van superioriteit, dat wil zeggen van minachting, te vermijden.
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Antwoorden van de Christenen in hun dagelijkse leven
51
De antwoorden onderstrepen het belang van het christelijk getuigenis op alle niveaus. Wat dit betreft, vormen in het Midden-Oosten “de evangelische waarden van het monniksleven, waarvan de oorsprong teruggaat tot het begin van het christendom”, Vita Consecrata [[758|6]] een schat van onschatbare waarde, hetzij voor de katholieke Kerk, hetzij voor de orthodoxe Kerken. Het contemplatieve leven vervult ook zijn eigen zending met het gebed van voorspraak voor de samenleving: voor meer gerechtigheid in politiek en economie, meer solidariteit en respect in familierelaties, meer moed om onrecht aan de kaak te stellen, meer oprechtheid om zich niet te laten meeslepen in de intriges van de civitas of in het zoeken naar persoonlijke belangen. Helaas blijkt uit verschillende antwoorden dat tegenwoordig het contemplatieve leven weinig aanwezig is in de oosterse katholieke Kerken sui generis, terwijl het in het Latijns patriarchaat van Jeruzalem van grote betekenis is.
Ook het actieve religieuze leven, zowel van de seculiere instituten, als van de gemeenschappen van apostolisch leven, oorspronkelijk ontstaan in het westen vgl: Vita Consecrata [[[758|9-11]]], heeft zich in het Christelijke oosten verbreid met veelbetekenende vruchten van evangelisch getuigenis. Het is in wezen gewijd aan de verkondiging van het Evangelie, aan menselijke ondersteuning op het gebied van de gezondheid, opvoeding en cultuur, evenals aan de oecumenische en religieuze dialoog. Volgens enkele antwoorden worden de mensen van het godgewijde leven uitgenodigd om de verleiding tot passiviteit te overwinnen, evenals om persoonlijke belangen achter te stellen bij de eisen van het geloof. Zij zijn geroepen om met een voorbeeldig Christelijk leven getuigen te zijn van het in praktijk brengen van de geloften van gehoorzaamheid, kuisheid en armoede door steeds beter Jezus Christus, voorbeeld van iedere volmaaktheid, te volgen.
Ook het actieve religieuze leven, zowel van de seculiere instituten, als van de gemeenschappen van apostolisch leven, oorspronkelijk ontstaan in het westen vgl: Vita Consecrata [[[758|9-11]]], heeft zich in het Christelijke oosten verbreid met veelbetekenende vruchten van evangelisch getuigenis. Het is in wezen gewijd aan de verkondiging van het Evangelie, aan menselijke ondersteuning op het gebied van de gezondheid, opvoeding en cultuur, evenals aan de oecumenische en religieuze dialoog. Volgens enkele antwoorden worden de mensen van het godgewijde leven uitgenodigd om de verleiding tot passiviteit te overwinnen, evenals om persoonlijke belangen achter te stellen bij de eisen van het geloof. Zij zijn geroepen om met een voorbeeldig Christelijk leven getuigen te zijn van het in praktijk brengen van de geloften van gehoorzaamheid, kuisheid en armoede door steeds beter Jezus Christus, voorbeeld van iedere volmaaktheid, te volgen.
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Dit is de ethiek die alle leden van het volk van God, herders, gewijde personen en leken, zich moeten voornemen te beleven overeenkomstig de eigen roeping, zeer consequent in het leven als individu en in de gemeenschap, in onze maatschappelijke, charitatieve en educatieve instellingen, opdat ook onze gelovigen steeds meer authentieke getuigen zijn van de verrijzenis in de maatschappij. Met dit doel komt in verschillende antwoorden de wens naar voren dat de vorming van onze geestelijkheid en gelovigen, de homilieën en de catechese de gelovige een authentieke betekenis aan zijn geloof geven en het bewustzijn van de eigen rol in de maatschappij in naam van ditzelfde geloof. Wij moeten hem leren God te zoeken en te zien in ieder ding en iedere mens en ons inspannen om Hem tegenwoordig te stellen in onze maatschappij, in onze wereld door middel van het in praktijk brengen van persoonlijke en maatschappelijke deugden: gerechtigheid, eerlijkheid, rechtschapenheid, gastvrijheid, solidariteit, openhartigheid, zuiverheid van zeden, trouw etc.
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
Met dit doel dienen de inspanningen die reeds worden gedaan, te worden verdubbeld om de noodzakelijke “kaders” te ontdekken en te vormen, priesters, religieuzen, leken - mannen en vrouwen -, opdat zij in onze samenleving ware getuigen zijn van God de Vader en de verrezen Jezus en van de Heilige Geest, die Hij heeft gezonden aan zijn Kerk om hun broeders en zusters in deze moeilijke tijden te bemoedigen, om het netwerk van de maatschappelijke structuur te handhaven en bij te dragen tot de opbouw van onze civitas.
Referenties naar alinea 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 De Kerkgemeenschap
54
De katholieke Kerk, “die het mystiek lichaam van Christus is, bestaat uit gelovigen die organisch zijn verenigd in de Heilige Geest door hetzelfde geloof, door dezelfde Sacramenten en eenzelfde bestuur en die, door zich te verenigen in verschillende vaste gemeenschappen, verbonden door de hiërarchie de particuliere Kerken of riten vormen. Onder hen is een bijzondere gemeenschap van kracht, zodat de verscheidenheid niet alleen de eenheid van de Kerk niet schaadt, maar haar zelfs manifesteert”. Orientalium Ecclesiarum [[701|2]]
Wanneer men uitgaat van de ontvangen antwoorden, blijkt duidelijk dat de gelovigen zich bewust zijn van het feit dat de christelijke gemeenschap als fundament het model heeft van het goddelijk leven in het mysterie van de Drie-eenheid. God is liefde (1 Joh. 4, 8) [[b:1 Joh. 4, 8]] en de relaties tussen de goddelijke personen zijn liefdesrelaties. Zo is de gemeenschap in de Kerk onder alle ledematen van het Lichaam van Christus gebaseerd op liefdesrelaties: ”Zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U: dat ook zij in Ons mogen zijn” (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21]. Het is noodzakelijk dat wij binnen iedere Kerk onder elkaar de gemeenschap zelf beleven van de heilige Drie-eenheid. Het leven van de Kerk en de Kerken van het oosten moet een gemeenschap van leven in liefde zijn naar het voorbeeld van de eenheid van de Zoon met de Vader en de Geest. Ieder is lidmaat van het Lichaam waarvan Christus het hoofd is.
Wanneer men uitgaat van de ontvangen antwoorden, blijkt duidelijk dat de gelovigen zich bewust zijn van het feit dat de christelijke gemeenschap als fundament het model heeft van het goddelijk leven in het mysterie van de Drie-eenheid. God is liefde (1 Joh. 4, 8) [[b:1 Joh. 4, 8]] en de relaties tussen de goddelijke personen zijn liefdesrelaties. Zo is de gemeenschap in de Kerk onder alle ledematen van het Lichaam van Christus gebaseerd op liefdesrelaties: ”Zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U: dat ook zij in Ons mogen zijn” (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21]. Het is noodzakelijk dat wij binnen iedere Kerk onder elkaar de gemeenschap zelf beleven van de heilige Drie-eenheid. Het leven van de Kerk en de Kerken van het oosten moet een gemeenschap van leven in liefde zijn naar het voorbeeld van de eenheid van de Zoon met de Vader en de Geest. Ieder is lidmaat van het Lichaam waarvan Christus het hoofd is.
Referenties naar alinea 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Gemeenschap in de Katholieke Kerk en tussen de verschillende kerken
55
Deze gemeenschap binnen de katholieke Kerk komt vooral tot uitdrukking door twee tekens: het doopsel en de eucharistie in de gemeenschap met de bisschop van Rome, de opvolger van Petrus, coryfee van de apostelen (hâmat ar-Rusul), “het blijvend en zichtbaar beginsel en fundament van de eenheid in geloof en gemeenschap” Lumen Gentium [[617|18]]. Het Wetboek van de Canones van de Oosterse Kerken [574] heeft op het vlak van de wet deze gemeenschap van leven in de ene Kerk van Christus gecodificeerd. Ook de Congregatie voor de Oosterse Kerken [d:107] en de verschillende decasteries van de Romeinse Curie staan ten dienste van deze gemeenschap.
Op het vlak van de interkerkelijke betrekkingen tussen katholieken wordt in ieder land deze gemeenschap tot uitdrukking gebracht door de Vergadering van Patriarchen en Bisschoppen, opdat het christelijk getuigenis oprechter, geloofwaardiger en vruchtbaarder is. Om de eenheid in verscheidenheid te bevorderen is het noodzakelijk het confessionalisme te overwinnen in wat het aan beperkts en overdrevens heeft, de geest van samenwerking tussen de verschillende gemeenschappen te bemoedigen, de pastorale activiteit te coördineren en spirituele wedijver en niet rivaliteit te stimuleren. Men zou kunnen voorstellen dat er van tijd tot tijd (bijvoorbeeld iedere vijf jaar) een vergadering het hele episcopaat in het Midden-Oosten bijeenbrengt.
Op het vlak van de interkerkelijke betrekkingen tussen katholieken wordt in ieder land deze gemeenschap tot uitdrukking gebracht door de Vergadering van Patriarchen en Bisschoppen, opdat het christelijk getuigenis oprechter, geloofwaardiger en vruchtbaarder is. Om de eenheid in verscheidenheid te bevorderen is het noodzakelijk het confessionalisme te overwinnen in wat het aan beperkts en overdrevens heeft, de geest van samenwerking tussen de verschillende gemeenschappen te bemoedigen, de pastorale activiteit te coördineren en spirituele wedijver en niet rivaliteit te stimuleren. Men zou kunnen voorstellen dat er van tijd tot tijd (bijvoorbeeld iedere vijf jaar) een vergadering het hele episcopaat in het Midden-Oosten bijeenbrengt.
Referenties naar alinea 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
In de stad gebeurt het dat de gelovigen van de verschillende Kerken sui iuris de dichtstbij zijnde katholieke Kerk bezoeken of die waarin zij zich het meest op hun gemak voelen; men beveelt hun echter aan trouw te blijven aan de eigen gemeenschap van herkomst, waarin zij zijn gedoopt. Overigens is het een goede zaak dat Christenen zich lid voelen van de katholieke Kerk in het Midden-Oosten en niet alleen lid van een particuliere Kerk.
Referenties naar alinea 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Gemeenschap tussen Bisschoppen, geestelijkheid en gelovigen
57
De gemeenschap tussen verschillende leden van eenzelfde Kerk of patriarchaat komt tot stand naar het voorbeeld van de gemeenschap met de universele Kerk en met de opvolger van Petrus, de bisschop van Rome. Op het niveau van de patriarchale Kerk komt de gemeenschap tot uitdrukking middels de synode, die de bisschoppen van heel een gemeenschap rond de patriarch, vader en hoofd van zijn Kerk, verenigt. Op het niveau van de eparchie/het bisdom komt rond de bisschop de gemeenschap van de geestelijkheid, de religieuzen, evenals van de leken, tot stand. Het gebed, de liturgie van de eucharistie en het luisteren naar Gods Woord zijn de momenten die de Kerk verenigen vgl: Orientalium Ecclesiarum [[[701|9]]] en haar terugbrengen tot het wezenlijke, het evangelie. Het komt de bisschop toe te zorgen voor het harmoniseren van het geheel.
Referenties naar alinea 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
De dienaren van Christus, de gewijde mensen - mannen en vrouwen - en allen die proberen Hem van meer nabij te volgen, hebben een grote geestelijke en morele verantwoordelijkheid in de gemeenschap: zij moeten model en voorbeeld voor anderen zijn. De gemeenschap verwacht van hen dat zij concreet en voorbeeldig de waarden van het evangelie beleven. Men zal zich niet erover verbazen te constateren dat veel gelovigen van hen een grotere eenvoud van leven, een reële onthechting met betrekking tot geld en de gemakken van de wereld, een stichtelijke beoefening van de kuisheid en een transparante zuiverheid van zeden verwachten. Deze synode [d:267] wil behulpzaam zijn bij een dergelijk eerlijk gewetensonderzoek met het doel om de sterke punten te bevorderen en te ontwikkelen en de moed te hebben om de zwakke punten te verbeteren.
Referenties naar alinea 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
Wij moeten het model van de oergemeenschap opnieuw vinden:
“De menigte die het geloof had aangenomen, was één van hart en één van ziel en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde; integendeel, zij bezaten alles gemeenschappelijk. Met kracht en klem legden de apostelen getuigenis af van de verrijzenis van de Heer Jezus en rijke genade rustte op hen allen. Er was geen enkele noodlijdende onder hen” (Hand. 4, 32-34) [b:Hand. 4, 32-34].
Die Christenen vormden een authentieke gemeenschap, waarin de mensen zich met elkaar solidair voelden, niet alleen in het gebed, maar ook in het dagelijks leven. Onze Kerken hebben dergelijke gemeenschappen nodig, die vaak de grenzen van de parochies overschrijden.
“De menigte die het geloof had aangenomen, was één van hart en één van ziel en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde; integendeel, zij bezaten alles gemeenschappelijk. Met kracht en klem legden de apostelen getuigenis af van de verrijzenis van de Heer Jezus en rijke genade rustte op hen allen. Er was geen enkele noodlijdende onder hen” (Hand. 4, 32-34) [b:Hand. 4, 32-34].
Die Christenen vormden een authentieke gemeenschap, waarin de mensen zich met elkaar solidair voelden, niet alleen in het gebed, maar ook in het dagelijks leven. Onze Kerken hebben dergelijke gemeenschappen nodig, die vaak de grenzen van de parochies overschrijden.
Referenties naar alinea 59: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
De synode [d:267] moet de gelovigen bemoedigen om hun rol van gedoopten meer op zich te nemen door pastorale initiatieven te bevorderen, vooral wat het maatschappelijk engagement betreft, samen met de herders van de Kerk. Zij beveelt de geestelijkheid tevens aan om dit engagement van de gelovigen te respecteren en te bemoedigen.
Referenties naar alinea 60: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
Apostolische verenigingen en bewegingen met een internationale dimensie moeten zich steeds meer aanpassen aan de mentaliteit en het leefmilieu dat hun door de kerkelijke traditie en door die van het land dat hen opneemt, worden geboden. Sommigen stellen voor dat dergelijke verenigingen, evenals de congregaties van westerse oorsprong, zich de oosterse traditie eigen maken en zich voeden met de spiritualiteit van het oosten, evenals dat zij zorg ervoor dragen werkzaam te zijn in gemeenschap met de bisschop en hun kennis verdiepen van de tradities, de cultuur en vooral de taal van het land.
Referenties naar alinea 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 Het Christelijk getuigenis
- Artikel 1 Getuigenis afleggen in de Kerk: catechese
- Paragraaf 1 Een catechese voor vandaag door goed voorbereide gelovigen
62
Christen zijn betekent getuige zijn van Jezus Christus, van zijn dood en zijn verrijzenis, evenals ook van zijn tegenwoordigheid, in de genade van de Heilige Geest, te midden van de gelovigen, in de Kerk en in de wereld. De katholieken van het Midden-Oosten “worden ertoe uitgenodigd door Christus zelf. ‘En de hoop wordt niet teleurgesteld, want Gods liefde is in ons hart uitgestort door de Heilige Geest die ons werd geschonken’ (Rom. 5, 5) [b:Rom. 5, 5]. Zo zullen de gelovigen van Jezus Christus, vernieuwd door God, voor al hun broeders en zusters getuigen van zijn liefde worden”. Een nieuwe hoop voor Libanon [[3726|1]] Een dergelijk getuigenis wordt aan anderen overgedragen door middel van werken en, vooral mystagogische, catechese.
Catechese streeft ernaar het geloof te doen kennen en te beleven, maar zij moet zijn gericht op jongeren en volwassenen als personen en als gemeenschappen van gelovigen. Wat de jongeren betreft, zouden zijzelf catechisten van jongeren kunnen worden, maar zij hebben een specifieke voorbereiding in deze nodig op grond van de vele moeilijkheden die er bestaan in het ontplooien van deze bijzondere, vormende activiteit. Catechetische activiteit is ook een taak van de ouders, die erop zullen moeten worden voorbereid om deze op zich te nemen in het gezin en ook binnen de parochies. Buiten het gezin zijn de belangrijkste plaatsen voor catechetische vorming de school, de apostolische bewegingen, de basisgemeenschappen, die een sterke steun kunnen geven aan het geloofsonderricht.
Catechese streeft ernaar het geloof te doen kennen en te beleven, maar zij moet zijn gericht op jongeren en volwassenen als personen en als gemeenschappen van gelovigen. Wat de jongeren betreft, zouden zijzelf catechisten van jongeren kunnen worden, maar zij hebben een specifieke voorbereiding in deze nodig op grond van de vele moeilijkheden die er bestaan in het ontplooien van deze bijzondere, vormende activiteit. Catechetische activiteit is ook een taak van de ouders, die erop zullen moeten worden voorbereid om deze op zich te nemen in het gezin en ook binnen de parochies. Buiten het gezin zijn de belangrijkste plaatsen voor catechetische vorming de school, de apostolische bewegingen, de basisgemeenschappen, die een sterke steun kunnen geven aan het geloofsonderricht.
Referenties naar alinea 62: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
De talrijke antwoorden hebben het belang onderstreept van de catechese om het geloof te leren kennen en over te dragen. De op jongeren gerichte catechese heeft het bijzondere doel in hen de behoefte op te wekken aan een geestelijke leidsman die met hen initiatieven deelt van geestelijke vorming en concreet Christelijk leven, hen helpt obstakels en achterdocht te overwinnen die voortkomen uit het samenleven met mensen van een andere menselijke en religieuze vorming, en een solide coherentie te betrachten tussen catechismus [1] en praktijk om de scheiding tussen geleefde waarheid en geleefd leven weg te nemen. In de parochies, in de culturele instellingen, op de universiteiten, op de katholieke scholen is het noodzakelijk methodes en momenten te vinden die geschikt zijn voor dit soort vormende activiteiten met het oog op een efficiënte catechese die rekening houdt met de werkelijke problemen en de actuele uitdagingen van de jongeren.
Referenties naar alinea 63: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
64
Natuurlijk kan geen enkele activiteit zich ontwikkelen als er gekwalificeerde mensen ontbreken om het geloof over te dragen. Voor deze taak zullen zij een voldoende kennis van de theologie en de spiritualiteit, eigen aan de Kerk waartoe zij behoren, moeten verwerven. Het zal bovendien noodzakelijk zijn eraan te herinneren dat de catechese, als zij zich ertoe beperkt de waarheid uit te leggen, niet de gehoopte vruchten zal brengen, omdat zij het nodig heeft te worden bevestigd door het getuigenis van het leven. De catechist is vóór alles een getuige van het Evangelie.
Referenties naar alinea 64: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Catechesemethoden
65
Efficiënt catechetisch onderricht kan zich vandaag de dag niet beperken tot de mondelinge overdracht van de theologische leer of de moraal. Van buiten leren heeft altijd zijn positieve rol, evenals ook het onderricht door middel van beeldmateriaal, vooral in onze tijd, die aan visuele informatie de voorkeur geeft boven andere vormen van overdracht van de waarheid. De hulp die een geschreven tekst kan bieden, is echter onvervangbaar. Daarom zijn teksten ook onmisbaar op de scholen waar catechismus en godsdienstonderricht wordt gegeven. Van groot belang in de catechese zijn vanzelfsprekend de liturgische teksten, evenals de taal van de iconen.
Referenties naar alinea 65: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
Een verdere methode van onderwijs en leren is de dialoog en de discussie in niet te grote groepen, waarin ieder iets kan zeggen en kan luisteren, spontaan en zonder invloeden van buiten af. Om het geloofsonderricht aan jongeren te bevorderen worden verschillende initiatieven genomen om mensen bij elkaar te brengen, zoals scouting of groepen op het gebied van liturgie, muziek of anderszins, maar soms ontbreekt er een efficiënte didactische activiteit om het geloof te verdiepen, die nu juist haar plaats zou moeten vinden in deze vormingscentra. Men stelt voor om dergelijke activiteiten, daar waar zij niet bestaan, in het leven te roepen, omdat zij een waardevolle hulp zijn bij het vormen of verstevigen van het geloof bij jongeren en volwassenen.
Referenties naar alinea 66: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
67
Het is duidelijk dat de nieuwe communicatiemiddelen zeer efficiënt zijn om te getuigen van het Evangelie: internet (in het bijzonder voor jongeren), radio en televisie. Onze Kerken moeten de jongeren ertoe aanzetten om zich op deze terreinen te laten opleiden en ervoor te zorgen dat zij zich voor dit werk inzetten. “La Voix de la Charité” (Sawt al-Mahabba) en TéléLumière/Noursat worden zeer geapprecieerd, vooral daar waar de Christelijke media niet kunnen bestaan.
Referenties naar alinea 67: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
68
Wanneer men in gemeenschappen leeft waarin conflicten van allerlei aard talrijk zijn, moet de catechese de jongeren erop kunnen voorbereiden om zich daar in te zetten, sterk in het geloof en in het licht van het gebod van de liefde. Wat wil zeggen liefde voor de vijand? Hoe dit beleven? Hoe het kwaad overwinnen met het goede? Het is nodig aan te dringen op een inzet in het openbaar leven als Christen met het licht, de kracht en de zachtmoedigheid van het eigen geloof.
Referenties naar alinea 68: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
69
Gezien de talrijke, op godsdienst, familieclans en politieke groeperingen gebaseerde splitsingen, moeten de jongeren worden gevormd om deze interne barrières en vijandigheden te overwinnen en Gods gelaat te zien in ieder menselijk wezen om samen te werken en een gemeenschappelijke, gastvrije stad op te bouwen. Dit alles moet in de catechese worden benadrukt, vooral in onze katholieke scholen, die de jongeren erop voorbereiden om aan een toekomst te bouwen die niet bestaat uit conflicten en instabiliteit, maar uit samenwerking en vrede.
Referenties naar alinea 69: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Een liturgie; vernieuwd en trouw aan de traditie
70
De liturgie “is”, zoals het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] verklaart, “het hoogtepunt waarnaar de Kerk in al haar handelen streeft en tevens de bron waaruit al haar kracht voortvloeit” Sacrosanctum Concilium [[570|10]]. In het bijzonder brengt de goddelijke liturgie in alle oosterse Kerken haar centraliteit tot uitdrukking, onder andere door een ruime en rijke verscheidenheid in de vormen van de eredienst. Het zoeken naar harmonie in de riten, die het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] van harte aanbeveelt vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|34]]], kan een nauwgezette overweging van dit thema, dat zo belangrijk is in het Christelijke oosten, verhelderen. Juist omdat de liturgie een aspect is dat zo sterk is geworteld in de oosterse cultuur, kan men tegenwoordig haar vermogen om het geloof van de gelovigen levend te houden en ook de belangstelling te wekken bij hen die zich hebben verwijderd, of zelfs van hen die niet geloven, niet onderschatten.
Referenties naar alinea 70: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
71
Wat dit betreft, komt uit niet weinig antwoorden de wens naar voren om zich in te spannen voor een vernieuwing die, hoewel zij sterk geworteld blijft in de traditie, rekening houdt met de moderne wijze van voelen en de huidige spirituele en pastorale behoeften. Andere antwoorden laten enkele gevallen van vernieuwing zien door middel van het instellen van een commissie van deskundigen voor de hervorming van de liturgie.
Referenties naar alinea 71: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
72
Het belangrijkste aspect van de liturgische vernieuwing die men tot nu toe heeft gerealiseerd, bestaat in de vertaling in de landstaal, voornamelijk het Arabisch, van de liturgische teksten en de devotionele gebeden, opdat het volk kan deelnemen aan de viering van de geloofsgeheimen. Wat dit betreft, is het passend op te merken dat de overgrote meerderheid van mening is aan de oorspronkelijke taal de landstaal toe te voegen, terwijl er weinigen zijn die de voorkeur eraan geven de oorspronkelijke liturgie te handhaven.
Referenties naar alinea 72: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
73
Uit de antwoorden komt ook de noodzaak naar voren om zich in tweede instantie in te zetten voor een aanpassing van de liturgische teksten die zouden moeten worden gebruikt voor de vieringen met jongeren en kinderen. In deze zin zou het doel zijn het vocabulaire te vereenvoudigen door het op een geschikte wijze aan te passen aan de wereld en de beelden van deze categorieën gelovigen. Daarom zou het niet eenvoudig het vertalen van de oude teksten betreffen, maar het zich daardoor laten inspireren om deze te herformuleren overeenkomstig een diepgaande kennis van het ontvangen cultische erfgoed, waarbij dan rekening wordt gehouden met een bijgewerkt beeld van de huidige wereld. Zoals terecht wordt aangegeven, zou deze taak moeten worden verricht door een interdisciplinaire groep, waarvoor liturgisten, theologen, sociologen, herders en leken die betrokken zijn bij de de liturgische pastoraal, worden bijeengeroepen.
Referenties naar alinea 73: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
74
De meningen ten gunste van een liturgische vernieuwing strekken zich ook uit tot het gebied van de volksvroomheid. Immers, enkele antwoorden wijzen erop dat het goed is de devotionele gebeden te herzien en wel zo dat zij worden verrijkt met theologische en Bijbelse teksten, hetzij uit het Oude, hetzij uit het Nieuwe Testament. In deze zin zou de betreffende rijke ervaring en de gedane inspanning in de Latijnse Kerk een grote hulp kunnen zijn.
Referenties naar alinea 74: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
75
Ten slotte zou een eventuele hervorming van de liturgie rekening moeten houden met de oecumenische dimensie. In deze zin zou de liturgie, zoals door verschillende antwoorden die naar de Lineamenta [3725] verwijzen vgl: Lineamenta voor de Bijzondere Bisschoppensynode over het Midden-Oosten [[[3725|(60)]]], een vruchtbare plaats voor een geregelde samenwerking kunnen worden tussen katholieken en orthodoxen. In het bijzonder stellen enkele antwoorden inzake de netelige kwestie van de communicatio in sacris de vorming voor van een gemengde katholieke-orthodoxe commissie om de weg naar een oplossing te vinden. Wat dit thema betreft, dient de geldende canonieke wetgeving niet te worden verwaarloosd
Referenties naar alinea 75: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Oecumene
76
Het gebed voor de eenheid, waarmee Jezus is begonnen (Joh. 17) [[b:Joh. 17]], moet door de leerlingen van de Heer te allen tijde worden voortgezet. Het herstellen van de christelijke eenheid heeft als fundament het onderricht van de Heer. “Deze verdeeldheid is duidelijk in strijd met de bedoeling van Christus; zij is ook een ergernis voor de wereld en de hoog verheven taak van de evangelieverkondiging aan alle schepselen wordt erdoor geschaad” Unitatis Redintegratio [[618|1]]. Een nauwe band verenigt apostolische zending en oecumene. “Opdat allen één mogen zijn... opdat de wereld gelove” (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21]. Overigens hebben alle Kerken de bijbel gemeenschappelijk, de twee eerste Concilies [d:59], de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel [66], het eerste millennium van het Christendom (met de Byzantijnen), de Sacramenten en de verering van de heiligen, in het bijzonder de Theotokos, de maagd Maria. vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|844]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium [[[574|(641)]]]
Referenties naar alinea 76: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
77
De relaties met de Christenen van de andere Kerken en kerkgemeenschappen zijn gestoeld op het Doopsel, dat een objectieve band van gemeenschap en eenheid tot stand brengt en ook enkele werkzaamheden mogelijk en noodzakelijk maakt, zoals deelname aan het gemeenschappelijke gebed, oecumenische vorming in de verschillende instellingen, vooral in de seminaries, het zorgen voor steun ten behoeve van de bestudering van de Bijbel en de Vaders, solidariteit met de broeders en de zusters die in moeilijke omstandigheden leven, zoals die er zijn in Irak en het Heilige Land. De grootste urgentie is dat het godsdienstonderwijs expliciet ook de oecumene bevat, krachtens welke door allen het doel wordt gedeeld om geen publicaties te bevorderen die de andere godsdiensten beledigen of verontrusten.
Referenties naar alinea 77: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
78
De oecumene vraagt om een oprechte inspanning om vooroordelen te overwinnen, te werken met het oog op een beter wederzijds begrip met het doel de volheid te bereiken van de zichtbare gemeenschap in geloof, sacramenten en apostolisch dienstwerk. “De oecumenische dialoog heeft het kenmerk van een gemeenschappelijk zoeken naar de waarheid, vooral over de Kerk”. Ut Unum Sint [[73|33]]
Deze dialoog speelt zich af op verschillende niveaus. Op officieel niveau heeft de Heilige Stoel in samenwerking met de katholieke Kerken initiatieven genomen met alle Kerken van het oosten. Men is ook aan het reflecteren over de rol van de bisschop van Rome voor de zichtbare eenheid van het christendom. Paus Johannes Paulus II erkent in de encycliek Ut Unum Sint [73] vgl: en in het bijzonder 93.95 [[[73|88-96]]] de verantwoordelijkheid “om een vorm te vinden voor de uitoefening van het primaatschap die openstaat voor een nieuwe situatie vgl: Ut Unum Sint [[[73|95]]], maar zonder van het wezenlijke van zijn opdracht op welke wijze ook af te zien”, daarbij de dubbele Latijnse en oosterse canonieke traditie voor ogen houdend. Het gaat erom authentieke methodes te vinden in het omgaan met de respectievelijke tradities, de verhouding tussen de beide wetgevende lichamen en de concreet daaruit volgende verwezenlijking ervan. De inzet voor de oecumenische dialoog “geldt absoluut niet alleen voor de Heilige Stoel, maar ook voor de plaatselijke of particuliere Kerken vgl: Ut Unum Sint [[[73|31]]]”.
Deze dialoog speelt zich af op verschillende niveaus. Op officieel niveau heeft de Heilige Stoel in samenwerking met de katholieke Kerken initiatieven genomen met alle Kerken van het oosten. Men is ook aan het reflecteren over de rol van de bisschop van Rome voor de zichtbare eenheid van het christendom. Paus Johannes Paulus II erkent in de encycliek Ut Unum Sint [73] vgl: en in het bijzonder 93.95 [[[73|88-96]]] de verantwoordelijkheid “om een vorm te vinden voor de uitoefening van het primaatschap die openstaat voor een nieuwe situatie vgl: Ut Unum Sint [[[73|95]]], maar zonder van het wezenlijke van zijn opdracht op welke wijze ook af te zien”, daarbij de dubbele Latijnse en oosterse canonieke traditie voor ogen houdend. Het gaat erom authentieke methodes te vinden in het omgaan met de respectievelijke tradities, de verhouding tussen de beide wetgevende lichamen en de concreet daaruit volgende verwezenlijking ervan. De inzet voor de oecumenische dialoog “geldt absoluut niet alleen voor de Heilige Stoel, maar ook voor de plaatselijke of particuliere Kerken vgl: Ut Unum Sint [[[73|31]]]”.
Referenties naar alinea 78: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
79
Geschikte en noodzakelijke componenten zijn gebed, heiliging, bekering, uitwisseling van geschenken overeenkomstig het onderricht van Johannes Paulus II, in een relatie van wederkerigheid, gegarandeerd door een geest van vriendschap, wederzijdse liefde, respect, solidariteit, maatschappelijke gerechtigheid. Deze houding wordt bevorderd en maakt men zich eigen door middel van onderwijs en ook het efficiënt gebruik van de media, maar vooral door de naastenliefde te beoefenen inzake materiële goederen, de gezondheidszorg en een zo groot mogelijke hulpverlening vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium [[[574|(902-908)]]].
Referenties naar alinea 79: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
80
Een essentieel instrument van de oecumene is de dialoog die zich met een positieve houding moet ontwikkelen om het wederzijds begrip te vergroten door wantrouwen te overwinnen en te werken voor de verdediging van de religieuze waarden, door samen te werken aan projecten van maatschappelijk nut, door het begrip tussen de gelovigen van de verschillende landen te bevorderen en hun levensomstandigheden te verbeteren. Gegeven het historisch onbegrip, is het noodzakelijk over te gaan tot een loutering van het geheugen door de geesten te bevrijden van de verschillende vooroordelen door elkaar te accepteren, door samen te werken voor de gemeenschappelijke dingen.
Referenties naar alinea 80: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
81
Dit werk van loutering strekt zich ook uit tot de gelovigen van de verschillende Kerken en kerkgemeenschappen, die er behoefte aan hebben te worden bemoedigd om te delen in bepaalde ervaringen van de andere Kerken, zoals daar kunnen zijn ogenblikken van smart of van feest, door voor hun Kerk te wensen wat ook wij voor die van ons verlangen. Bovendien zal de viering van de Sacramenten van Biecht, Eucharistie, Ziekenzalving in een Kerk die verschilt van de eigen Kerk, in gevallen waarin is voorzien door de canonieke verordeningen, nuttig zijn. vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium [[[574|(641)]]] vgl: Oecumenisch Directorium [[[1089|(102-107)]]]
Referenties naar alinea 81: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
82
Op het vlak van het ambt zijn een bron van oecumenische opbouw de samenwerking tussen de hoofden van de verschillende Kerken, het apostolisch werk zelf, de gebedsontmoetingen tussen herders, seminaristen, bewegingen, instellingen, gewijde personen, evenals ook concrete bepalingen, zoals de gemeenschappelijke pastoraal bij gemengde huwelijken, het coördineren van charitatieve activiteiten, de steun aan de Raad van Kerken van het Midden-Oosten in de activiteiten op het gebied van de dialoog, die met liefde en nederigheid moet worden gevoerd en ook op de katholieke scholen moet worden uitgebreid. Twee tekens zijn van bijzonder belang: de uniformering van de Christelijke feesten (Kerstmis en Pasen) en het gezamenlijk beheren van de plaatsen in het Heilige Land. De manier van het beheren in liefde en wederzijds respect van de heilige plaatsen van de Christenheid in het Heilige Land door de twee orthodoxe Kerken die samen met de Custodie van het Heilig Land verantwoordelijk zijn voor deze plaatsen, is een getuigenis voor de Kerken van de regio, evenals voor de Kerken van de wereld.
Referenties naar alinea 82: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
83
Bovendien draagt tot de wederzijdse gemeenschap onder de Christenen hun inzet bij om hun situatie en de zin van hun tegenwoordigheid in het Midden-Oosten beter te leren kennen door aandachtig naar elkaar te luisteren en profijt te halen uit de verschillen. Theologische samenwerking die aandacht heeft voor de verschillende kerkelijke tradities, samenwerking in het bestuderen van de bijbel en in de catechese, het ontwikkelen van een oecumenische cultuur door middel van cursussen, congressen, prediking, onderwijs in de kerkgeschiedenis in oecumenisch perspectief zijn instrumenten die de geest van de dialoog bevorderen door de diepe beweegredenen ervan te openbaren.
Ten slotte, daar de tegenwoordigheid van Christelijke media in de Hebreeuwse taal zwak is, ook al tonen de burgerlijke Hebreeuwse media een zekere openheid voor Christelijke thema’s, ziet men de noodzaak om Hebreeuws sprekende Christenen te vormen en die dan in te zetten in de sector van de media. Het zou eveneens noodzakelijk zijn meer aandacht te besteden aan de vorming van Christelijke, Arabisch sprekende journalisten.
Ten slotte, daar de tegenwoordigheid van Christelijke media in de Hebreeuwse taal zwak is, ook al tonen de burgerlijke Hebreeuwse media een zekere openheid voor Christelijke thema’s, ziet men de noodzaak om Hebreeuws sprekende Christenen te vormen en die dan in te zetten in de sector van de media. Het zou eveneens noodzakelijk zijn meer aandacht te besteden aan de vorming van Christelijke, Arabisch sprekende journalisten.
Referenties naar alinea 83: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
84
De betrekkingen met onze Christelijke, niet-Katholieke broeders en zusters kunnen ook worden verbeterd door lokaal toegankelijke activiteiten, zoals het deel uitmaken van broederschappen die leden accepteren onafhankelijk van de godsdienst waartoe ze behoren. Proselitisme dat gebruik maakt van middelen die niet conform het Evangelie zijn, dient te worden veroordeeld en men moet herhalen dat meer dan ooit een loutering van het geheugen noodzakelijk is die alle Christenen helpt om hun blik te richten naar voren en naar omhoog, op de Heer die allen tot zich trekt (Joh. 12, 32) [[b:Joh. 12, 32]].
Referenties naar alinea 84: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Betrekkingen met het Jodendom
- Paragraaf 1 Vaticanum II: het theologische fundament van de band met het Jodendom
85
De relatie van de katholieke Kerk met het Jodendom vindt in het Tweede Vaticaanse Concilie [d:4] een fundamenteel referentiepunt dat niet mag ontbreken in het synodale debat. De betrekkingen van de Kerk met de niet-Christelijke godsdiensten vormen het specifieke thema van de verklaring Nostra Aetate [610], waarin een belangrijke plaats wordt gegeven aan het volk van het geslacht van Abraham door de grootheid van het gemeenschappelijke geestelijke erfgoed dat Christenen en Joden verenigt, te herwaarderen en de wederzijdse kennis en achting door bijbels-theologische studies in de broederlijke dialoog te bevorderen. vgl: Nostra Aetate [[[610|4]]]
Referenties naar alinea 85: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
86
De geest van bovengenoemde verklaring [610] van het Concilie [d:4] past echter in een veel bredere context, daar hij twee andere dogmatische constituties van hetzelfde Concilie [d:4] veronderstelt: de een over de Kerk, Lumen Gentium [617], en de ander over de openbaring, Dei Verbum [576]. Zo worden in het eerste document de verschillende beelden van de Kerk in het Nieuwe Testament voorafgegaan door de oudtestamentische voorafbeeldingen vgl: Lumen Gentium [[[617|6]]], terwijl het volk van God wordt voorgesteld als dat van het Nieuwe Verbond als voortzetting van het volk van het Oude Testament vgl: Lumen Gentium [[[617|9]]]. Door echter “vooreerst het volk waaraan de verbonden en de beloften gegeven werden en waaruit Christus naar het vlees is voortgekomen” vgl: Lumen Gentium [[[617|16]]], tot de volken te rekenen die tot volk van God zijn gewijd, wordt de zorg en de goede gesteldheid duidelijk van de Kerk in de relaties met het Jodendom.
Referenties naar alinea 86: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
87
Ook het tweede document van het Concilie [d:4], Dei Verbum [576], laat door het Oude Testament te beschouwen als evangelische voorbereiding vgl: Dei Verbum [[[576|3]]] en integraal deel van de heilsgeschiedenis vgl: Dei Verbum [[[576|14]]] het belang zien van het volk waaraan het eerste verbond werd toevertrouwd. Een dergelijke fundamentele aanzet maakt duidelijk hoe essentieel, hoewel niet gemakkelijk, voor de Kerk de dialoog is met de “oudste broeders en zusters”.
Referenties naar alinea 87: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 De huidige leer van de Kerk
88
Deze theologisch-pastorale beginselen dienen als basis voor de verschillende initiatieven van dialoog die de Kerk in de laatste tijd heeft ondernomen, waaronder de instelling te Jeruzalem van de Interreligieuze Raad voor Religieuze Instellingen, van de Commissie voor de Dialoog met de Joden van het Latijns Patriarchaat, evenals de dialoog op het niveau van de Heilige Stoel met het grootrabbinaat van Israël . Ook het document van de Commissie voor de Betrekkingen met het Jodendom [d:92] vgl: Wij herinneren ons: een beschouwing over de Shoah (document) [[[263]]] vormt een duidelijk teken van het standpunt van de Kerk ten opzichte van het Joodse volk.
Referenties naar alinea 88: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
89
De joods-christelijke betrekkingen hebben te lijden onder het Israëlisch-Palestijns conflict. De Heilige Vader heeft in dezen duidelijk het standpunt van de Heilige Stoel tot uitdrukking gebracht tijdens de twee welkomstceremonies ter gelegenheid van zijn apostolisch bezoek aan het Heilige Land. In Bethlehem zei hij op 13 mei 2009: “Mijnheer de president, de Heilige Stoel ondersteunt het recht van uw volk op een soeverein Palestijns vaderland in het gebied van uw voorvaderen, veilig en in vrede met zijn buren, binnen internationaal erkende grenzen.” Begroetingsceremonie Bethlehem [[3355|2]] En in de toespraak op de luchthaven Ben Goerion van Tel Aviv op 11 mei 2009 wenste hij “dat beide volken in vrede kunnen leven in een vaderland dat van hen is binnen de veilige en internationaal erkende grenzen” vgl: Begroetingsceremonie Tel Aviv [[[3373|5]]].
Referenties naar alinea 89: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 De wens naar en de moeilijkheid van de dialoog met het Jodendom
90
Op dezelfde lijn zitten ook de antwoorden op de Lineamenta die verschillende nuances aangeven betreffende het onderwerp in kwestie overeenkomstig culturele, geografische en maatschappelijke verschillen die de relatie van de Kerk met het jodendom laat zien. Terwijl duidelijk een algemene houding van afwijzing van antisemitisme naar voren komt, meermaals en op verschillende wijzen tot uitdrukking gebracht, is het in dezen ook duidelijk dat in alle kerkelijke milieus van het Midden-Oosten het anti-judaïsme is overwonnen door de pastorale richtlijnen van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4], althans op theoretisch vlak. De huidige negatieve houdingen onder de Arabische volken en het joodse volk lijken veeleer van politieke aard te zijn, te wijten aan de situatie van conflict en politieke vijandigheden. Tegelijkertijd lijkt de mening tamelijk verbreid te zijn dat antizionisme veeleer een politieke stellingname is en bijgevolg te beschouwen is als vreemd aan ieder kerkelijke discours. De Christen is geroepen in deze hele situatie een geest van verzoening, gebaseerd op gerechtigheid en gelijkheid voor beide partijen, in te brengen. Anderzijds nodigen de Kerken in het Midden-Oosten ertoe uit om het onderscheid tussen religieuze en politieke realiteit te handhaven.
Referenties naar alinea 90: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
91
In de antwoorden zijn er verschillende verwijzingen geweest naar pastorale initiatieven die, ook al zijn zij veeleer van lokale aard en vinden zij plaats op het niveau van kleine groepen, het vurig verlangen van de gelovigen en hun herders openbaren om de dialoog met het jodendom te openen. Vóór alles wordt gewezen op het gebed in gemeenschap, hoofdzakelijk te beginnen bij de psalmen, en het lezen en overwegen van de Bijbelteksten. Het gebed schept een goede gesteldheid bij beide partijen, die het mogelijk maakt de Geest aan te roepen om de gaven te vragen van vrede, wederzijds respect, verzoening, wederzijdse vergeving en wederzijdse hulp bij het opbouwen van goede interreligieuze betrekkingen.
Referenties naar alinea 91: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
92
Dit initiatief zorgt volgens enkele antwoorden echter voor problemen, aangezien, zoals bekend, bepaalde Bijbelverzen worden onderworpen aan misleidende interpretaties overeenkomstig een “cultuur van geweld”. Desondanks is het duidelijk dat het lezen van het Oude Testament alleen maar kan helpen om de joodse godsdienst beter te leren kennen. Wat dit betreft, dienen twee belangrijke documenten van de Pauselijke Bijbelcommissie [d:128] over het lezen van de Heilige Schrift niet te worden vergeten: “ Interpretatie van de Bijbel in de Kerk [2510]” en “ Het Joodse volk en zijn heilige geschriften in de Christelijke Bijbel [2582]”.
Referenties naar alinea 92: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
93
In deze zin is de bedoeling prijzenswaardig om ook de kennis van de tradities van het jodendom te verdiepen door een serieuze bestudering vanuit historisch en theologisch standpunt, vooral op universitair niveau in de theologische faculteiten. Dit zou op de eerste plaats de mogelijkheid bieden om de verschillende oosterse kerkelijke tradities beter te leren kennen op grond van hun historische relaties met de joodse tradities. Op de tweede plaats zou de bovenvermelde verdieping een zeer verhelderende horizon openen om het Nieuwe Testament beter te leren kennen.
Referenties naar alinea 93: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
94
Heel de huidige Joodse realiteit biedt verschillende mogelijkheden van samenwerking. Daarom is het bestaan van het patriarchaal vicariaat voor de Hebreeuws sprekende christenen een grote hulp. Enkele antwoorden onderstrepen het belang van de patriarchale vicariaten in Jeruzalem, evenals van de oosterse katholieke Kerken sui generis. Een andere wens die naar voren komt, is die van een vredige, maatschappelijke samenleving die een gemeenschappelijk realiseren van de vrede in de regio mogelijk maakt.
Referenties naar alinea 94: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 De betrekkingen met de moslims
95
Ook de betrekkingen van de katholieke Kerk met de moslims hebben hun fundament in de verklaring van het Tweede Vaticaans Concilie Nostra Aetate [610], die onder andere stelt: “De Kerk ziet ook met waardering naar de moslims, die de ene God aanbidden, de levende en uit zichzelf bestaande, de barmhartige en almachtige, de Schepper van hemel en aarde, die gesproken heeft tot de mensen” vgl: Nostra Aetate [[[610|3]]]. Op grond hiervan zijn er in de jaren volgend op het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] talrijke ontmoetingen geweest op verschillende niveaus tussen vertegenwoordigers van de beide godsdiensten. In dezen is de programmatische verklaring van paus Benedictus XVI aan het begin van zijn pontificaat veelbetekenend. Tijdens de ontmoeting met de vertegenwoordigers van enkele islamitische gemeenschappen in Duitsland heeft de Heilige Vader gezegd: “De interreligieuze en interculturele dialoog tussen Christenen en moslims kan niet worden gereduceerd tot iets optioneels. Zij is immers een noodzaak van levensbelang, waarvan onze toekomst grotendeels afhangt” Ontmoeting met vertegenwoordigers van enkele moslimgemeenschappen [[604]]. Veelbetekenend waren in dit verband twee gestes van paus Benedictus XVI: zijn bezoek aan de Blauwe Moskee van Istanboel [d:173] (Turkije) op 30 november 2006 en die aan de Al-Hussein Bin Talal-moskee in Amman [d:260] (Jordanië) op 11 mei 2009.
De antwoorden onderstrepen het belang van de dialoog die wordt bevorderd door de Pauselijke Raad voor Interreligieuze Dialoog [d:99]. In de antwoorden wordt de wens naar voren gebracht dat deze dialoog in steeds bredere kringen van gelovige moslims opgang maakt.
De antwoorden onderstrepen het belang van de dialoog die wordt bevorderd door de Pauselijke Raad voor Interreligieuze Dialoog [d:99]. In de antwoorden wordt de wens naar voren gebracht dat deze dialoog in steeds bredere kringen van gelovige moslims opgang maakt.
Referenties naar alinea 95: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
96
De relatie tussen christenen en moslims heeft verschillende beweegredenen. Enerzijds zijn wij burgers van eenzelfde land en eenzelfde vaderland, die taal en cultuur delen, en ook vreugde en verdriet van onze landen. Anderzijds zijn wij als christenen in en voor onze samenlevingen getuigen van Christus en van het evangelie. In de loop van zijn apostolisch bezoek aan het Heilige Land [d:260] heeft Paus Benedictus XVI nog een reden aangegeven. Ondanks de verscheidenheid van oorsprong hebben wij gemeenschappelijke wortels (...). De islam is ontstaan in een omgeving waarin zowel het jodendom als de verschillende vertakkingen van het Christendom tegenwoordig waren: joods christendom, Antiocheens christendom, Byzantijns christendom; en al deze omstandigheden weerspiegelen zich in de traditie van de Koran, zodat wij zeer veel gemeenschappelijk hebben, zowel in oorsprong als wat betreft het geloof in de ene God. Daarom is het belangrijk enerzijds bilaterale dialogen te hebben met de Joden en de islam - en vervolgens ook een dialoog op drie fronten” Over de eerste indrukken van de reis naar het Heilig Land [[2956]]. In de dialoog met de moslims is ook van bijzonder belang het rijke erfgoed van de Arabisch-christelijke literatuur, die men meer zou moeten waarderen.
De relaties tussen Christenen en moslims zijn van tijd tot tijd moeilijk, vooral vanwege het feit dat moslims geen onderscheid maken tussen godsdienst en politiek, hetgeen christenen in de hachelijke situatie van niet-burgers brengt, terwijl zij reeds van ver vóór de komst van de islam burgers van deze landen zijn. De sleutel tot het succes van een coëxistentie van christenen en moslims hangt af van het erkennen van de godsdienstvrijheid en van de rechten van de mens.
De relaties tussen Christenen en moslims zijn van tijd tot tijd moeilijk, vooral vanwege het feit dat moslims geen onderscheid maken tussen godsdienst en politiek, hetgeen christenen in de hachelijke situatie van niet-burgers brengt, terwijl zij reeds van ver vóór de komst van de islam burgers van deze landen zijn. De sleutel tot het succes van een coëxistentie van christenen en moslims hangt af van het erkennen van de godsdienstvrijheid en van de rechten van de mens.
Referenties naar alinea 96: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
97
De Christenen zijn geroepen om op een steeds authentiekere wijze door te dringen tot de maatschappij waarvan zij lid zijn, en zich niet te isoleren in getto’s en een defensieve houding aan te nemen. Zij moeten zich niet terugtrekken in zichzelf, iets wat typisch is voor minderheden. Veel gelovigen dringen aan op het feit dat Christenen en moslims zijn geroepen samen te werken om de maatschappelijke gerechtigheid, de vrede en de vrijheid te bevorderen en de rechten van de mens en de waarden van leven en gezin te verdedigen.
Referenties naar alinea 97: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
98
Vandaar de noodzaak te werken aan de toekomst door de jonge generaties op scholen en universiteiten te vormen. Daarom stelt men een herziening voor van de schoolboeken en vooral van het godsdienstonderwijs, opdat zij vrij zijn van ieder vooroordeel en stereotyp beeld met betrekking tot de ander. Het is eveneens essentieel dat de jongeren gemeenschappelijk - moslims en Christenen - actie ondernemen ten dienste van de samenleving en dat er een ware vriendschap tussen hen ontstaat. Op deze wijze zal de godsdienst zich voordoen als een factor van cohesie en niet van verdeeldheid.
Referenties naar alinea 98: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
99
De dialoog van “de waarheid in liefde” (Ef. 4, 15) [b:Ef. 4, 15] bestaat er niet in het geloof van de ander aan te nemen, maar te proberen om wederzijds het standpunt ervan te begrijpen, ook al weet men dat onze dogma’s diepgaand verschillen. Deze dialoog in waarheid brengt ons zo tot een wederzijdse kennis en schept een ruimte voor vrijheid en respect. Dezelfde dialoog in waarheid zet ons ertoe aan al datgene wat er aan positiefs is in de islamitische godsdienst en moraal, vooral het vaste geloof in God, te waarderen en de overtuiging ervan te respecteren.
Referenties naar alinea 99: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 Het getuigenis in de civitas
100
Wat de bijdrage van de christenen in de maatschappij betreft, zijn er vandaag in onze landen twee uitdagingen die allen, zonder onderscheid, onder ogen moeten zien: Christenen, Joden, islamieten en druzen. Ten opzichte van de conflicten en de militaire operaties zijn de uitdagingen van vrede en geweld van groot belang. Spreken over vrede en werken voor de vrede, terwijl oorlog en geweld zich verspreiden, is een uitdaging. De oplossing van de conflicten ligt in handen van degene die oorlog bevordert. Geweld ligt in handen van de sterke, maar ook van de zwakke die om zich te bevrijden eveneens het risico loopt zijn toevlucht te nemen tot gemakkelijk toegankelijk geweld. Verschillende van onze landen leven in oorlog en heel de regio lijdt direct eronder, sinds generaties. Deze situatie wordt uitgebuit door het meest radicale mondiale terrorisme.
Referenties naar alinea 100: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
101
Onze landen identificeren maar al te vaak het westen met het Christendom. Ook al is het waar dat het westen een christelijke traditie heeft en ook al is het waar dat zijn wortels Christelijk zijn, het is ook duidelijk dat de huidige westerse regeringen laïcistisch zijn en de politiek zich er niet laat inspireren door het christelijk geloof, ja zelfs bepaalde uitdrukkingen daarvan bestrijdt. Het feit echter dat de moslimwereld niet gemakkelijk onderscheid maakt tussen politieke en religieuze aspecten, schaadt de Kerk in de regio van het Midden-Oosten zeer, omdat de openbare islamitische opinie de Kerk associeert met welke politieke keuze van de westerse staten dan ook. Het is belangrijk de betekenis uit de leggen van laïciteit en de gewettigde autonomie van de aardse werkelijkheden, zoals die wordt geleerd door het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] vgl: Gaudium et Spes [[[575|36]]].
Referenties naar alinea 101: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
102
In deze omstandigheden bestaat de bijdrage van de christenen erin de evangelische waarden te laten zien en te beleven, maar ook het woord van waarheid (qwal al-haqq) te spreken tot de sterken die onderdrukken of een politiek volgen die tegen de belangen van het land ingaat, en ook tot hen die onderdrukking met geweld beantwoorden. De pedagogiek van de vrede is realistisch, ook al loopt zij het risico door de meesten te worden afgewezen: zij heeft ook meer mogelijkheden om te worden aanvaard, gezien het feit dat geweld zowel van de sterken als van de zwakken in de regio van het Midden-Oosten alleen maar heeft geleid tot mislukkingen en een algemene patstelling. Onze bijdrage, die veel moed vereist, is onontbeerlijk.
Referenties naar alinea 102: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 De dubbelzinnigheid van de moderniteit
103
De moderniteit dringt steeds meer door in de maatschappij, ook via de televisienetten en internet, en doet daarbij in de burgermaatschappij en onder de christenen nieuwe waarden ingang vinden, maar heeft ook een verlies van waarden ten gevolge. Daarom presenteert zij zich als een dubbelzinnige werkelijkheid.
Enerzijds heeft zij een aantrekkelijk gezicht, dat materieel welzijn belooft, zelfs een bevrijding van onderdrukkende culturele of geestelijke tradities. De moderniteit is overigens ook strijd voor gerechtigheid en gelijkheid, verdediging van de rechten van de zwaksten en gelijkheid tussen alle mannen en vrouwen, gelovig en niet-gelovig, erkenning van de rechten van de mens, waarden die een teken zijn van een geweldige vooruitgang voor de mensheid.
Enerzijds heeft zij een aantrekkelijk gezicht, dat materieel welzijn belooft, zelfs een bevrijding van onderdrukkende culturele of geestelijke tradities. De moderniteit is overigens ook strijd voor gerechtigheid en gelijkheid, verdediging van de rechten van de zwaksten en gelijkheid tussen alle mannen en vrouwen, gelovig en niet-gelovig, erkenning van de rechten van de mens, waarden die een teken zijn van een geweldige vooruitgang voor de mensheid.
Referenties naar alinea 103: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
104
Anderzijds doet de moderniteit zich aan de gelovige moslim voor met een atheïstisch en immoreel gezicht. Hij beleeft haar als een culturele invasie die hem bedreigt door zijn hele systeem van waarden te verstoren. Hij weet niet hoe hij haar het hoofd moet bieden: sommigen strijden hiertegen met al hun krachten. De moderniteit trekt aan en stoot tegelijkertijd af. Onze rol in onze scholen, evenals via de media, is mensen te vormen die in staat zijn het positieve van het negatieve te scheiden om zo alleen het beste te behouden.
Referenties naar alinea 104: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
105
De moderniteit is ook een risico voor Christenen. Onze samenlevingen worden op dezelfde wijze bedreigd door de afwezigheid van God, door het atheïsme en het materialisme, en nog meer door het relativisme en het indifferentisme. Het is noodzakelijk dat wij ons de plaats van God herinneren in het burgerlijke en het persoonlijke leven en dat wij ons meer wijden aan het gebed, als getuigen van de Geest, die opbouwt en verenigt. Dergelijke risico’s kunnen, evenals extremisme, gemakkelijk onze gezinnen, samenlevingen en Kerken verwoesten.
Referenties naar alinea 105: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Moslims en Christenen moeten samen de gemeenschappelijke weg afleggen
106
Vanuit dit standpunt bezien, moeten moslims en Christenen een gemeenschappelijke weg afleggen. Wij behoren tot het Midden-Oosten en daarmee identificeren wij ons, wij zijn er een wezenlijk onderdeel van als burgers die de verantwoordelijkheden delen om op te bouwen en te saneren. Bovendien is het voor ons, als christenen, een opdracht. Vandaar de dubbele verplichting het kwaad in onze samenlevingen van politieke, juridische, economische, maatschappelijke of morele orde te bestrijden en ertoe bij te dragen om een meer rechtvaardige, solidaire en menselijke samenleving op te bouwen.
Referenties naar alinea 106: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
107
Door zo te doen treden wij in het voetspoor van de generaties christenen die ons zijn voorgegaan: hun bijdrage aan de samenleving is sinds eeuwen immens geweest op het vlak van de opvoeding, de cultuur en maatschappelijke werken. Zij hebben een wezenlijke rol gespeeld in het culturele, economische en politieke leven van hun land. Zij zijn de pioniers geweest van de wedergeboorte van de Arabische natie.
Referenties naar alinea 107: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
108
Op de dag van vandaag is hun aanwezigheid in de politiek beperkter, vooral op grond van hun verminderd aantal. Hun rol wordt echter erkend in de samenleving, waar de Kerk tegenwoordig is dankzij de talrijke kerkelijke en religieuze instellingen, en deze tegenwoordigheid wordt over het algemeen gewaardeerd. Het is te wensen dat de lekenchristenen zich steeds meer inzetten in de samenleving.
Referenties naar alinea 108: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
109
In de staten met een islamitische meerderheid bestaat geen laïciteit, met uitzondering van Turkije. De islam is over het algemeen de staatsgodsdienst, de belangrijkste bron van de wetgeving, geïnspireerd door de sharia. Wat de voorrechten van de persoon betreft (gezin en nalatenschap in enkele landen) bestaan bijzondere statuten voor de christelijke gemeenschappen, waarvan de christelijke rechtbanken worden erkend en de beslissingen worden toegepast. Iedere grondwet bevestigt de gelijkheid van de burgers ten opzichte van de staat. De godsdienstige opvoeding is verplicht in privé- en openbare scholen, maar zij is niet altijd gegarandeerd voor Christenen.
Referenties naar alinea 109: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
110
In enkele landen is de staat islamitisch en wordt de sharia niet alleen toegepast in het privéleven, maar ook in het maatschappelijk leven, ook voor niet-moslims, met als gevolg een miskenning van de rechten van de mens. Wat de vrijheid van godsdienst en geweten betreft: deze zijn over het algemeen onbekend in een islamitisch milieu, dat de vrijheid van eredienst erkent, maar niet de vrijheid om een godsdienst anders dan die van de islam te verkondigen en nog minder de islam te verlaten. Bovendien nemen met de groei van het islamitisch integralisme bijna overal de aanvallen op het Christendom toe.
Referenties naar alinea 110: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 De specifieke en onvervangbare bijdrage van de Christenen
111
De Christen heeft een specifieke en onvervangbare bijdrage binnen de samenleving waarin hij leeft om deze te verrijken met de waarden van het evangelie. Hij is getuige van Christus en van de nieuwe waarden, door Hem aan de mensheid gebracht. Daarom moet onze catechese tegelijkertijd gelovigen en burgers vormen die in de verschillende sectoren van de samenleving werkzaam zijn. Een politiek engagement zonder de waarden van het evangelie is een contra-getuigenis en doet meer kwaad dan goed. Op verschillende punten vallen deze waarden, vooral de rechten van de mens, samen met die van de moslim en daarmee wekken zij belangstelling om deze samen te bevorderen.
Referenties naar alinea 111: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
112
In het Midden-Oosten bestaan verschillende conflicten, waarvan de belangrijkste brandhaard het Israëlisch-Palestijns conflict is. De Christen heeft een bijzondere bijdrage te leveren op het gebied van gerechtigheid en vrede. Daarom is het onze plicht om het geweld, waar dat ook vandaan komt, moedig aan de kaak te stellen en een oplossing voor te stellen die alleen maar tot stand kan komen via een dialoog.
Referenties naar alinea 112: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
113
Bovendien is het, terwijl men enerzijds gerechtigheid eist voor de onderdrukte, anderzijds noodzakelijk de boodschap van verzoening, gebaseerd op wederzijdse vergeving, ingang te doen vinden. De kracht van de Heilige Geest stelt ons in staat te vergeven en om vergeving te vragen. Alleen deze houding kan een nieuwe mensheid scheppen. Ook het openbaar gezag heeft behoefte aan deze geestelijke opening, die hun een nederige en belangeloze christelijke bijdrage kan verschaffen. De Geest toestaan binnen te dringen in de harten van mannen en vrouwen die in onze regio lijden onder conflictsituaties, dat is een specifieke bijdrage van de Christen en de beste dienst die hij zijn samenleving kan bewijzen.
Referenties naar alinea 113: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
114
En aangezien de situaties in de verschillende landen onderling zeer verschillen, zullen ook de toepassingen verschillend zijn. Vóór alles is het noodzakelijk het publiek en de christenen zelf op te voeden om nauwkeurig de bijdrage te overwegen die zij kunnen leveren in de verschillende sectoren van het leven en in de burgerlijke en politieke instellingen, omdat de Christenen weten dat het hun taak is het algemeen welzijn en de gemeenschappelijke problemen, zoals armoede, onderwijs, strijd tegen geweld en terrorisme, ter harte te nemen. Zij hebben projecten voor vrede, voor een harmonieuze samenleving, voor het aangaan van relaties en betrekkingen tussen individuen en volkeren. In de maatschappij is het immers onze taak te onderrichten en op te roepen tot openheid en niet tot fanatisme. Wij moeten echter met vreedzame middelen eisen dat onze rechten door de burgerlijke autoriteiten worden erkend.
Referenties naar alinea 114: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
115
Op maatschappelijk vlak is ons belangrijkste getuigenis dat van de onbaatzuchtige gave van de liefde voor de mens, tot uitdrukking komend in maatschappelijke dienstverlening, zoals scholen, ziekenhuizen, klinieken, academische instellingen, door allen te ontvangen en onze liefde voor allen te verkondigen met het oog op een betere samenleving. Onze charitatieve activiteit zonder te discrimineren voor de armsten en de gemarginaliseerden is de duidelijkste manier om de christelijke leer te verbreiden. Deze dienstverlening wordt vaak alleen door onze instellingen gegarandeerd.
Referenties naar alinea 115: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
116
Evangelisatie in een islamitische samenleving kan alleen maar plaats vinden door middel van het leven van onze gemeenschappen, maar een vereiste is wel dat deze ook wordt gegarandeerd door de juiste bemoeienis van buiten af. In ieder geval bestaat onze meest veeleisende taak in het beleven van het geloof in onze activiteiten. Naar de waarheid handelen en haar met liefde en moed verkondigen is pas werkelijk zich engageren. Het meest efficiënte getuigenis is meer onze daden laten spreken dan onze woorden door ons Christen-zijn trouw te beleven en solidariteit te tonen onder alle Christelijke instellingen en zo een krachtig getuigenis te geven van wat wij zijn en beleven.
Referenties naar alinea 116: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
117
Wij Christenen moeten niet blijven steken in oppervlakkigheid, wij moeten de diepte ingaan om alles wat in het Heilige Land heeft plaatsgevonden, zoals het leven van Christus en de apostelen, geloofwaardig te maken door een volwassen geloof moedig te beleven, ook ten koste van offers. Het gebed, de innerlijke eensgezindheid in de Kerk, het bevorderen van de eenheid onder de Christenen overeenkomstig de geest van het Evangelie, het innerlijke leven, het deelnemen aan de liturgie zijn echte daden van een overtuigd en waar getuigenis, waarop allen, vooral de jongeren, moeten worden voorbereid met methodes die passen bij hun leeftijd en cultuur.
Referenties naar alinea 117: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Conclusie
117a
Welke toekomst voor de christen in het Midden-Oosten?
“Weest niet bevreesd, kleine kudde!”
“Weest niet bevreesd, kleine kudde!”
Referenties naar alinea 117a: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Welke toekomst voor de Christenen in het Midden-Oosten
118
Wij danken de vertegenwoordigers van de particuliere Kerken van het Midden-Oosten van harte. Zij hebben, ook al hadden ze maar beperkte tijd tot hun beschikking, zeer ter zake doende antwoorden gegeven op de Vragenlijst van de Lineamenta, die zijn uitgewerkt in onderhavig Instrumentum laboris. Uit deze bijdragen wordt men de bezorgdheid gewaar met betrekking tot de moeilijkheden van het huidige ogenblik, maar tegelijkertijd ook de op het christelijk geloof gebaseerde hoop op een betere toekomst, vol kinderlijk vertrouwen op de goddelijke Voorzienigheid.
De geschiedenis heeft ervoor gezorgd dat wij een kleine kudde werden. Wij kunnen door ons gedrag echter weer terugkeren tot een tegenwoordigheid die meetelt. Sinds decennia hebben de achterwege gebleven oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict, het niet respecteren van het internationaal recht en de rechten van de mens en het egoïsme van de grootmachten het evenwicht in de regio gedestabiliseerd en de bevolking het geweld opgedrongen dat haar tot wanhoop dreigt te brengen. Het gevolg van dit alles is emigratie, vooral van de Christenen. Ten opzichte van deze uitdaging en ondersteund door de universele christelijke gemeenschap, is de christen in het Midden-Oosten geroepen de eigen roeping ten dienste van de samenleving te aanvaarden; dit zal een van de belangrijkste factoren zijn van onze tegenwoordigheid en ons getuigenis in onze landen.
De geschiedenis heeft ervoor gezorgd dat wij een kleine kudde werden. Wij kunnen door ons gedrag echter weer terugkeren tot een tegenwoordigheid die meetelt. Sinds decennia hebben de achterwege gebleven oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict, het niet respecteren van het internationaal recht en de rechten van de mens en het egoïsme van de grootmachten het evenwicht in de regio gedestabiliseerd en de bevolking het geweld opgedrongen dat haar tot wanhoop dreigt te brengen. Het gevolg van dit alles is emigratie, vooral van de Christenen. Ten opzichte van deze uitdaging en ondersteund door de universele christelijke gemeenschap, is de christen in het Midden-Oosten geroepen de eigen roeping ten dienste van de samenleving te aanvaarden; dit zal een van de belangrijkste factoren zijn van onze tegenwoordigheid en ons getuigenis in onze landen.
Referenties naar alinea 118: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
119
Ook al kunnen herders en gelovigen soms toegeven aan moedeloosheid, dan moeten wij ons toch herinneren dat wij leerlingen zijn van de verrezen Christus, overwinnaar van de zonde en van de dood. Wij hebben dus een toekomst en moeten deze in de hand nemen. Dat zal grotendeels van de wijze afhangen waarop wij zullen weten samen te werken met de mensen van goede wil met het oog op het gemeenschappelijk welzijn van de samenleving waarvan wij lid zijn. Tot de christenen van het Midden-Oosten kan men op vandaag nog steeds opnieuw zeggen: “Weest niet bevreesd, kleine kudde!”, jij hebt een zending, van jou zal de groei van jouw land en de vitaliteit van jouw Kerk afhangen, en dat zal alleen plaatsvinden met vrede, gerechtigheid en gelijkheid onder alle medeburgers!”.
Referenties naar alinea 119: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De hoop
120
De hoop die is geboren in het Heilige Land, bezielt sinds 2000 jaar alle volken en mensen in moeilijkheden in de wereld. Te midden van moeilijkheden en uitdagingen blijft zij een onuitputtelijke bron van geloof, liefde en vreugde om de getuigen te vormen van de verrezen Heer, die altijd tegenwoordig is te midden van de gemeenschap van zijn leerlingen.
Referenties naar alinea 120: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
121
Hoop betekent echter enerzijds zijn vertrouwen stellen in de goddelijke Voorzienigheid, die waakt over de loop van de geschiedenis van alle volken; anderzijds wil handelen samen met God zeggen “Gods medewerkers” (1 Kor. 3, 8) [b:1 Kor. 3, 8] zijn, al het mogelijke doen om aan deze ontwikkeling met de genade van God een bijdrage te leveren in alle aspecten van het openbare leven van onze samenlevingen, vooral voor alles wat de rechten en de waardigheid van de mens en de religieuze vrijheid betreft.
Referenties naar alinea 121: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
122
Wanneer wij ons verlaten op Gods Voorzienigheid, dan betekent dat ook van onze kant een grotere gemeenschap. Dat wil zeggen meer onthechting, meer bevrijding van de doornen die Gods woord verstikken Vgl. de parabel van de.. Vgl. de parabel van de zaaier, bijvoorbeeld in Mt. 13,7 en parallellen. , en zijn genade in ons. Zoals de heilige Paulus aanbeveelt: “Bemint elkander hartelijk met broederlijke genegenheid. Acht anderen hoger dan uzelf. Laat uw ijver niet verflauwen, weest vurig van Geest, dient de Heer. Laat de hoop u blij maken, houdt stand in de verdrukking, volhardt in het gebed” (Rom. 12, 10-12) [b:Rom. 12, 10-12]. En Christus zegt tot ons: “Wanneer gij een geloof bezit, ook al is dit klein als een mosterdzaadje, dan kunt ge tot deze berg zeggen: verplaats u van hier naar daar, en hij zal zich verplaatsen. Niets zal u onmogelijk zijn” (Mt. 17, 20) [b:Mt. 17, 20] (Mc. 11, 21) [[b:Mc. 11, 21]].
Referenties naar alinea 122: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
123
Dit zijn de gelovigen aan wie onze Kerken behoefte hebben, zowel op het niveau van onze leiders en vaders, als op dat van onze gelovigen -, gelovigen die getuigen zijn, zich ervan bewust dat getuigen van de waarheid ertoe kan leiden dat men wordt vervolgd. Moge ons de maagd Maria, aanwezig met de apostelen op Pinksteren, helpen om mannen en vrouwen te zijn, bereid om de Geest te ontvangen en werkzaam te zijn met zijn kracht! Mogen de particuliere Kerken van het Midden-Oosten vandaag nog steeds ingaan op de uitnodiging die de Moeder van Jezus te Kana in Galilea tot de knechten richtte: “Doet wat Hij u zeggen zal” (Joh. 2, 5) [b:Joh. 2, 5].
Referenties naar alinea 123: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/3710-de-katholieke-kerk-in-het-midden-oosten-gemeenschap-en-getuigenis-nl