Meditatie - Opening WJD Rome 2000
x
Informatie over dit document
Meditatie - Opening WJD Rome 2000
Paus Johannes Paulus II
15 augustus 2000
Pauselijke geschriften - Toespraken
15 augustus 2000
26 maart 2015
104
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
Beste vrienden die met alle mogelijke middelen zoveel kilometers hebben afgelegd om hier naar Rome te komen, naar de graven van de apostelen, laat mij mijn ontmoeting met jullie beginnen met het stellen van een vraag: wat zijn jullie komen zoeken ? Jullie zijn hier om jullie Jubileum te vieren: het Jubileum van de jonge Kerk. Jullie reis is niet zomaar een reis: als jullie op weg zijn gegaan, is dat niet om redenen van vertier of cultuur. Laat mij daarom de vraag herhalen: wat zijn jullie komen zoeken ? Of beter nog, wie zijn jullie komen zoeken ? Het antwoord kan alleen maar zijn: julie zijn gekomen om Jezus Christus te zoeken ! Jezus Christus is echter als eerste jullie komen zoeken. Het Jubileum vieren heeft in feite geen andere betekenis dan Jezus Christus te vieren en te ontmoeten, het Woord dat vlees geworden is en onder ons is komen wonen. De woorden uit de Proloog van Johannes die zojuist zijn verkondigd, vormen in zekere zin zijn "visitekaartje". Zij nodigen ons uit om onze blik op zijn mysterie te richten. Deze woorden vormen een bijzondere boodschap die tot jullie wordt gericht, beste jongeren: "in het begin was het Woord en het woord was bij God en het woord was God" (Joh 1,1-2). Terwijl hij aantoont dat het woord één in wezen met de Vader is, het eeuwige Woord dat als God uit God en licht uit licht voortgebracht wordt, brengt de evangelist ons in het hart van het Goddelijk leven, maar ook naar de bron van de wereld: dit Woord staat in feite aan het begin van de gehele schepping: "Alles is door Hem geworden en zonder Hem is niets geworden van wat geworden is" (Joh 1,3). Heel de geschapen wereld was, voordat zij werkelijkheid werd, door God gedacht en door Hem gewild met een eeuwig liefdesplan. Als wij dus de wereld ten diepste beschouwen, waarbij wij ons laten verwonderen door de wijsheid en de schoonheid die God in overvloed heeft geschonken, kunnen wij reeds hierin een afspiegeling zien van dit Woord welke de bijbelse openbaring ons ten volle openbaart in het gelaat van Jezus van Nazaret. In zekere zin is de schepping Zijn eerste "openbaring".
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De Proloog vervolgt dan: "In Hem was leven, en dat leven was het licht der mensen. En het licht schijnt in de duisternis maar de duisternis nam het niet aan" (Joh 1,4-5). Voor de evangelist is het leven het licht, en de dood - het tegenovergestelde van het leven - de duisternis. Door middel van het Woord is ieder leven op aarde ontsprongen en in het Woord vindt zij haar definitieve vervulling. Terwijl hij het leven met het licht laat samenvallen, heeft Johannes ook dat bijzondere leven voor ogen dat niet eenvoudigweg uit de biologische functies van het menselijk organisme bestaat, maar dat geraakt wordt door de deelname aan het leven van Christus zelf. De evangelist schrijft: "Het ware Licht, dat iedere mens verlicht kwam in de wereld." (Joh 1,9). Deze verlichting werd aan de mensheid geschonken in de nacht van Betlehem, toen het eeuwig Woord van de Vader een lichaam aannam van de Maagd Maria, mens werd en in deze wereld werd geboren. Sindsdien ervaart iedere mens, die door middel van het geloof aan het geheim van dit gebeuren deelneemt, in bepaalde mate deze verlichting. Christus zelf zal op een dag zeggen, als Hij zich voorstelt als het licht der wereld: "Zolang gij het licht hebt, gelooft in het licht, opdat gij kinderen van het licht moogt zijn" (Joh 12,36). Het is een aansporing die de leerlingen van Christus van generatie aan generatie aan elkaar doorgeven, waarbij zij het proberen toe te passen in het leven van alledag. Met betrekking tot deze aansporing schrijft Paulus: "Leeft dan ook als kinderen van het licht, en de vrucht van het licht kan alleen maar zijn: goedheid, gerechtigheid, waarheid" (Ef 5,8-9).
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De aankondiging "het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond" (Joh 1,14) vormt het hart van de Proloog van Johannes. Even daarvoor had de evangelist verklaard: "Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet. Aan allen echter die Hem wèl aanvaardden, aan hen die in zijn Naam geloven, gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden." (Joh 1,11-12).
Beste vrienden, behoren jullie tot degenen die Christus hebben aanvaard ? Jullie aanwezigheid hier is al een antwoord. Jullie zijn in dit Jubileum van tweeduizend jaar van Christus' geboorte naar Rome gekomen om in jullie zelf de levenskracht die in Hem is te ontvangen. Jullie zijn gekomen om de waarheid omtrent de schepping opnieuw te ontdekken en om opnieuw verwonderd te zijn over de wijsheid en de schoonheid van de geschapen wereld. Jullie zijn gekomen om in jullie het bewustzijn van de waardigheid der mens, geschapen naar Gods beeld en gelijkenis te hernieuwen. "Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene van de Vader ontvangt, vol genade en waarheid" (Joh 1,14). Een hedendaagse filosoof heeft het belang van de dood in het leven van de mens benadrukt, zodanig zelfs dat hij de mens als een "voor de dood bestemd wezen" bestempelt. Het Evangelie daarentegen laat duidelijk zien dat een voor het leven bestemd wezen is. De mens is door God geroepen om aan het Goddelijk leven deel te nemen. De mens is een wezen dat tot de heerlijkheid is geroepen. In deze dagen, die jullie samen in Rome doorbrengen in het kader van de Wereldjongerendagen, zullen jullie elkaar moeten helpen om steeds duidelijker de heerlijkheid te zien die eigen is aan de Zoon van God, en waartoe wij geroepen zijn in Hem door de vader. Daarom moet jullie geloof in Christus groeien en sterk worden.
Beste vrienden, behoren jullie tot degenen die Christus hebben aanvaard ? Jullie aanwezigheid hier is al een antwoord. Jullie zijn in dit Jubileum van tweeduizend jaar van Christus' geboorte naar Rome gekomen om in jullie zelf de levenskracht die in Hem is te ontvangen. Jullie zijn gekomen om de waarheid omtrent de schepping opnieuw te ontdekken en om opnieuw verwonderd te zijn over de wijsheid en de schoonheid van de geschapen wereld. Jullie zijn gekomen om in jullie het bewustzijn van de waardigheid der mens, geschapen naar Gods beeld en gelijkenis te hernieuwen. "Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene van de Vader ontvangt, vol genade en waarheid" (Joh 1,14). Een hedendaagse filosoof heeft het belang van de dood in het leven van de mens benadrukt, zodanig zelfs dat hij de mens als een "voor de dood bestemd wezen" bestempelt. Het Evangelie daarentegen laat duidelijk zien dat een voor het leven bestemd wezen is. De mens is door God geroepen om aan het Goddelijk leven deel te nemen. De mens is een wezen dat tot de heerlijkheid is geroepen. In deze dagen, die jullie samen in Rome doorbrengen in het kader van de Wereldjongerendagen, zullen jullie elkaar moeten helpen om steeds duidelijker de heerlijkheid te zien die eigen is aan de Zoon van God, en waartoe wij geroepen zijn in Hem door de vader. Daarom moet jullie geloof in Christus groeien en sterk worden.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Van dit geloof wil ik ten overstaan van jullie getuigenis afleggen, jonge vrienden, op het graf van de apostel Petrus, die ik door Gods wil als Bisschop van Rome ben opgevolgd. Vandaag wil ik jullie als eerste zeggen dat ik vast geloof in Christus Jezus onze Heer. Ja, ik geloof en ik maak de woorden van de apostel Paulus: "voor zover ik nu leef in het vlees, leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf heeft overgeleverd voor mij" (Gal. 2, 20) [b:Gal. 2, 20], tot de mijne. Ik herinner mij dat ik als kind in ons gezin leerde bidden en op God vertrouwen. Ik herinner mij de atmosfeer van de parochie St. Stanislaus Kostka , waar ik in Deniki (Krakow) deel van uitmaakte. Zij werd geleid door de paters Salesianen, van wie ik de basisvorming voor het christelijk leven heb ontvangen Vervolgens kan ik de ervaringen van de oorlog en van jaren als arbeider in de fabriek niet vergeten. De definitieve rijping van mijn priesterroeping vond plaats in de tijd van de Tweede Wereldoorlog, gedurende de bezetting van Polen. Het drama van de oorloggaf aan het rijpingsproces van mijn levenskeuze een bijzondere kleur. In dit verband openbaarde zich steeds duidelijker een licht: de Heer wil dat ik priester word ! Ik herinner met ontroering dat moment van mijn leven, toen ik op 1 november 1946 's morgens de priesterwijding ontving. Mijn Credo blijft onveranderd in mijn huidige dienst aan de Kerk. Toen mij op 16 oktober 1978, na de verkiezing tot de Zetel van Petrus werd gevraagd: "Neemt u het aan ?", heb ik geantwoord: "In geloofsgehoorzaamheid aan mijn Christus, in vertrouwen op de Moeder van Christus en de Kerk neem ik - ondanks zoveel gebreken - het ambt aan " Redemptor Hominis [[237|2]] . Sindsdien probeer ik mijn taak te verrichten door iedere daglicht en kracht te putten uit het geloof dat mij aan Christus bindt. Mijn geloof, zoals dat van Petrus en dat van ieder van jullie, is echter niet alleen mijn werk, en mijn instemming met de waarheid van Christus en van de Kerk. Het geloof is wezenlijk en vooral het werk van de Heilige geest, en diens genadegave. De Heer schenkt mij, evenals ieder van jullie, Zijn Geest om ons te laten zeggen "Ik geloof", terwijl Hij zich van ons bedient om daarvan getuigenis af te leggen in iedere uithoek van de aarde.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Beste vrienden, waarom heb ik jullie aan het begin van jullie Jubileum dit getuigenis willen aanbieden ? Ik heb het gedaan om duidelijk te maken dat de weg van het geloof door alles gaat wat wij meemaken. God werkt in de concrete en persoonlijke gebeurtenissen van ieder van ons: door deze gebeurtenissen, soms op een werkelijk mysterieuze wijze, manifesteert zich aan ons het "vleesgeworden" Woord, dat onder ons is komen wonen. Beste jongeren, laat niet toe dat de tijd die de Heer jullie schenkt, voorbijgaat als ware alles een toeval. Johannes heeft gezegd dat alles in Chrsitus is geschapen. Hebt daarom een sterk geloof in Hem. Hij leidt het levensverhaal van ieder perssonlijk zoals hij de geschiedenis van de wereld leidt. Christus respecteert zeker onze vrijheid, maar in alle vreugdevolle of bittere gebeurtenissen van het leven houdt Hij niet op te vragen om in Hem te geloven, in Zijn Woord, in de werkelijkheid van de Kerk, in het eeuwige leven! Denkt daarom nooit dat jullie onbekend zijn in Zijn ogen, zoals nummers in een anonieme massa. Ieder van jullie is kostbaar voor Christus, ieder is persoonlijk gekend en teder bemind, ook al geeft men er zich geen rekenschap van.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Beste vrienden, werpt jullie met de brandende ijver van jullie jeugd op het derde millennium, beleeft op intense wijze de gelegenheid die de Wereldjongerendagen jullie bieden in deze Kerk van Rome, die vandaag meer dan ooit jullie Kerk is. Laat jullie vormen door de Heilige Geest. Zoekt de ervaring van het gebed, waarbij jullie de Geest tot jullie hart laat spreken. Bidden betekent een beetje van de eigen tijd aan Christus wijden, zich toevertrouwen aan Hem, in een stille luisterhouding blijven voor Zijn Woord, het laten weerklinken in het hart. Schept momenten van stilte, gebed en inkeer in deze dagen, als waren zij één lange week van geestelijke oefeningen. Vraagt de Heilige Geest om jullie geesten te verlichten, vraagt de Geest de gave van een levend geloof, dat voor altijd een betekenis aan jullie leven moge geven, terwijl dat wordt ingelijfd in Jezus, het vleesgeworden Woord. De Allerheiligste Maagd Maria, die Christus heeft voortgebracht door het werk van de Heilige geest, Maria Salus Populi Romani en Moeder van alle volkeren, de heiligen Petrus en Paulus en alle andere heiligen en martelaren van deze Kerk en van jullie kerken, mogen jullie bijstaan op jullie weg.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/104-meditatie-opening-wjd-rome-2000-nl