Negli Ultimi Sei Anni
x
Informatie over dit document
Negli Ultimi Sei Anni
Kerstrede tot kardinalen, bisschoppen en prelaten van de Romeinse Curie - Over het bovennationale karakter van de Kerk
Paus Pius XII
24 december 1945
Pauselijke geschriften - Radiotoespraken
1955, Ecclesia Docens 0753, p. 62-73 Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Vert.: Drs. R. van Kempen C.ss.R.
Vert.: Drs. R. van Kempen C.ss.R.
24 december 1945
1 juli 2020
2379
nl
Referenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Inleiding
1
{...}
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
{...}
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
{...}
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
{...}
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het aanstaande consistorie. Zijn kenmerken
5
Zoals reeds is meegedeeld, zullen wij, als het God belieft, voor de eerste keer, sinds het de Heer heeft behaagd ons ondanks onze onwaardigheid tot het pausschap te verheffen, tot de creatie overgaan van nieuwe leden van het heilig college. Verleden jaar hebben wij in onze kersttoespraak op de ernstige en menigvuldige moeilijkheden gewezen, die ons helaas tot dan toe hadden verhinderd de vele vacatures in de Romeinse curie aan te vullen. Wat een vreugde zal het derhalve voor ons zijn, ons hier binnenkort omringd te zien van een zo aanzienlijk getal nieuwe kardinalen, die door hun uitmuntende deugden en door hun erkende verdiensten ons bijzonder waardig leken om tot het heilig purper te worden verheven! Deze uitzonderlijke gebeurtenis verdient naar ons inzicht door enkele bijzondere beschouwingen te worden toegelicht.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het aantal toekomstige kardinalen
6
Allereerst merken wij op, dat het heilig college door 6 deze benoeming voltallig zal zijn. U weet, dat onze voorganger Sixtus V z.g. in zijn constitutie Postquam Verus [4872] van 3 December 1586 er op wees, dat in vroeger tijd het heilig college te beperkt was geweest, in de laatste tijd daarentegen te talrijk; hij stelde daarom het getal kardinalen vast op 70, naar het voorbeeld van de 70 oudsten van Israël. (Ex. 24, 1.9) [[b:Ex. 24, 1.9]] Tevens verbood hij in zeer strenge termen dit getal te overschrijden, om welke reden ook, zelfs om de dringendste. Ongetwijfeld waren de pausen, die hem opvolgden, door deze bepalingen niet gebonden in geval zij het dienstig oordeelden dit getal te vermeerderen of te verminderen; het blijkt evenwel niet, dat ooit iemand van hen van die wet is afgeweken, die nog een uitdrukkelijke bevestiging heeft gekregen in canon 231 van het wetboek van het kerkelijk recht [2620|(231)]. De voltalligheid van het heilig college met 70 kardinalen is in de 17e en 18e eeuw tamelijk dikwijls een feit geweest; in de 19e eeuw integendeel nooit, en tot nu toe ook niet in de 20e eeuw. Om een enkel voorbeeld aan te halen, willen wij herinneren aan het geheim consistorie van 17 Mei 1706, waarin Clemens XI zoveel kardinalen wilde creëren als nodig was om het getal zeventig vol te maken, nl. twintig: “Wij hebben de bedoeling zoveel kardinalen te creëren, nl. twintig, als op het ogenblik aan uw getal 70 ontbreken." Rome 1722, 32 [[7252]] En toen een van de nieuwbenoemden, Gabriele Filippucci, van deze verheven waardigheid afzag, nam Clemens XI in het volgend consistorie van 7 Juni van datzelfde jaar die afstand aan, maar benoemde dadelijk voor de opengevallen plaats Michelangelo Conti, die later onder de naam van Innocentius XIII zijn onmiddellijke opvolger werd. Rome 1722, 38 [[7252]] Wij hebben willen terugkeren tot dit aloud gebruik, waardoor het ledental van het heilig college volledig wordt, maar tegelijkertijd de door Sixtus V gestelde grens wordt geëerbiedigd. Wij betreuren het, dat het vasthouden aan deze grens ons heeft verhinderd, in deze onze eerste benoeming vele andere prelaten en religieuzen op te nemen, in het bijzonder van de curie en van de geestelijkheid van Rome, die vooral wegens hun jarenlange diensten aan de H. Stoel het zeker ook verdienden.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Des te passender leek het ons deze grens niet te overschrijden, omdat nooit een zo groot aantal nieuwe kardinalen, nl. 32, in één consistorie werd gecreëerd.
De twee talrijkste benoemingen tot nu toe hadden plaats onder de pausen Leo X en Pius VII, die in één enkel consistorie 31 kardinalen creëerden. Leo X nl. had in het consistorie van 26 Juni 1517 zijn voornemen te kennen gegeven om 27 kardinalen te benoemen, maar benoemde er in het daaropvolgende van 1 Juli van hetzelfde jaar 31. Arch. consist., Acta.. Arch. consist., Acta vicecancell. 2, ff. 39-40 En toen Pius VII na zijn terugkeer in Rome zijn zorg ging wijden aan het heilig college, dat door de smartelijke gebeurtenissen van die tijd sterk in aantal was verminderd, creëerde hij in het geheim consistorie van 8 Maart 1816 eveneens 31 kardinalen, waarvan hij er 21 afkondigde en 10 in petto hield. vgl: Habita in consist. secr. [[[7253]]]
De twee talrijkste benoemingen tot nu toe hadden plaats onder de pausen Leo X en Pius VII, die in één enkel consistorie 31 kardinalen creëerden. Leo X nl. had in het consistorie van 26 Juni 1517 zijn voornemen te kennen gegeven om 27 kardinalen te benoemen, maar benoemde er in het daaropvolgende van 1 Juli van hetzelfde jaar 31. Arch. consist., Acta.. Arch. consist., Acta vicecancell. 2, ff. 39-40 En toen Pius VII na zijn terugkeer in Rome zijn zorg ging wijden aan het heilig college, dat door de smartelijke gebeurtenissen van die tijd sterk in aantal was verminderd, creëerde hij in het geheim consistorie van 8 Maart 1816 eveneens 31 kardinalen, waarvan hij er 21 afkondigde en 10 in petto hield. vgl: Habita in consist. secr. [[[7253]]]
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De nationaliteit van de kardinalen
8
Een tweede kenmerk van deze benoeming zal de verscheidenheid van naties zijn, waartoe de toekomstige kardinalen behoren. Wij hebben in deze benoeming een zo groot mogelijk aantal rassen en volkeren vertegenwoordigd willen zien, opdat het heilig college daardoor een levend beeld zou zijn van de universaliteit van de Kerk. Gelijk wij in de afgelopen jaren van ons pontificaat niettegenstaande de oorlog, ja beter als gevolg van de oorlog, mensen uit alle naties en uit de verste landen naar de eeuwige stad zagen komen, zo zullen wij nu, na afloop van het wereldconflict, als het de Heer behaagt, de troost hebben, nieuwe leden van het heilig college uit alle vijf werelddelen rondom ons bijeen te zien. Rome zal daardoor in waarheid de eeuwige stad blijken, de universele stad, de stad die het hoofd van de wereld is, de stad bij uitnemendheid, de stad waarvan allen burgers zijn, de stad die de zetel is van de plaatsbekleder van Christus en waarheen de blikken zich richten van heel de katholieke wereld; en Italië, het gezegende land, dat dit Rome in zijn midden herbergt, zal er niet minder om zijn, integendeel, het zal in de ogen van alle volkeren schitteren als deelgenoot van die grootheid en die universaliteit.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het bovennationale karakter van de Kerk
9
De katholieke Kerk, wier middelpunt Rome is, is krachtens haar wezen zelf bovennationaal. Dit heeft een dubbele zin, negatief en positief. De Kerk is moeder, onze moeder de H. Kerk, een ware moeder, de moeder van alle naties en volkeren en evenzeer van alle mensen afzonderlijk; en juist omdat zij moeder is, is zij niet en kan zij niet uitsluitend van dit of dat volk zijn, en ook niet van het éne volk meer en van het andere minder, maar van allen gelijkelijk. Zij is moeder en daarom is zij nergens een vreemdelinge en kan het ook nergens zijn; zij leeft of moet ten minste krachtens haar natuur leven bij alle volkeren. Bovendien, vormt een moeder met haar man en kinderen een gezin, de Kerk daarentegen is een nog veel inniger eenheid, veel meer dan een gezin, nl. het mystieke Lichaam van Christus. De Kerk is dus bovennationaal, omdat zij een ondeelbaar en universeel geheel is.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De ondeelbare eenheid van de Kerk
10
De Kerk is een ondeelbaar geheel, omdat Christus met Zijn Kerk onverdeeld en ondeelbaar is. Christus, als Hoofd van de Kerk, is, om een diepzinnige gedachte van de H. Augustinus te gebruiken totus Christus, de gehele Christus. 341, c. 1: ML 39, 1493 [[880]] Deze geheelheid van Christus betekent volgens de heilige leraar de ondeelbare eenheid van Hoofd en lichaam in plenitudine Ecclesiae, "in de volheid van de Kerk", in die levensvolheid van de Kerk, die alle gebieden en alle tijden van de verloste mensheid, zonder uitzondering, verbindt.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De Kerk staat in het centrum van heel de menselijke geschiedenis; zij leeft op een terrein, dat heftig wordt bewogen en omgewoeld door elkaar tegenwerkende krachten en door tegenstrijdige tendensen; zij is daar blootgesteld aan allerlei rechtstreekse aanvallen op haar ondeelbare eenheid. Maar hecht gegrondvest als zij is door die diepe wortels, wordt zij hierdoor niet geschokt; integendeel, uit haar eigen leven van volkomen eenheid kan zij in de verscheurde en verdeelde mensheid steeds nieuwe genezende en eenmakende krachten uitstralen en uitstorten, krachten van de eenmakende goddelijke genade, krachten van de eenmakende Geest, waar allen naar hongeren, waarheden die altijd en overal geldig blijven, vurige idealen, die altijd en overal leven.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Daaruit blijkt, dat het altijd een heiligschennende aanslag was en is op de totus Christus, op de Christus in zijn geheelheid, en tevens een rampzalige aanslag op de eenheid van het menselijk geslacht, wanneer men probeerde en nog probeert de Kerk als het ware de gevangene en de slavin te maken van dit of dat volk in het bijzonder, haar op te sluiten binnen de enge grenzen van één natie of ook haar daaruit te verbannen. Deze verminking van de eenheid van de Kerk heeft het echte en volle levensgoed van de volkeren, die er het slachtoffer van zijn, verminderd en vermindert het nog; en des te erger" naarmate deze toestand langer duurt.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Maar het individualisme van naties en staten in de laatste eeuwen heeft niet alleen getracht de eenheid. van de Kerk aan te tasten, haar samenvoegende en eenmakende krachten te verzwakken en te belemmeren, krachten die toch eens een essentieel aandeel hebben gehad in de vorming van de West-Europese eenheid. Een verouderd liberalisme heeft, zonder de Kerk en tegen haar in, eenheid willen scheppen door middel van een laïcistische cultuur en een geseculariseerd humanisme. Als vrucht van zijn ontbindende actie en tevens als zijn vijand zag het zich hier en daar opgevolgd door het totalitarisme. Kortom, wat was na weinig meer dan een eeuw het resultaat van al die pogingen zonder en vaak tegen de Kerk? Het graf van de gezonde menselijke vrijheid; gedwongen organisaties; een wereld die in grove gewelddadigheid en barbaarsheid, in verwoesting en ruïnes, maar boven al in rampzalige onenigheid en gemis aan veiligheid haars gelijke niet heeft gekend.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
In een tijd van verwarring, zoals de onze, moet de Kerk, in haar eigen belang en in het belang van de mensheid, al het mogelijke doen om haar ondeelbare en onverdeelde eenheid te doen gelden. Zij moet heden meer dan ooit bovennationaal zijn. Deze geest moet allen en alles doordringen en doortrekken, haar zichtbaar hoofd, het heilig college, heel de actie van de H. Stoel, op wie nu vooral belangrijke plichten rusten, niet alleen met betrekking tot het heden, maar meer nog met betrekking tot de toekomst.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Het gaat hier vooral om iets van de geest, om het juiste begrip van dit bovennationaal karakter, dat men niet moet afmeten of bepalen naar mathematische verhoudingen of op streng statistische basis met betrekking tot de nationaliteit van de afzonderlijke personen. In de lange perioden, waarin door een beschikking van Gods voorzienigheid het Italiaanse volk meer dan andere aan de Kerk haar hoofd heeft gegeven en veel medewerkers in het centraal bestuur van de H. Stoel, heeft de Kerk in haar geheel genomen altijd haar bovennationaal karakter ongeschonden bewaard. Ja zelfs hebben niet weinig omstandigheden er toe bijgedragen om dit karakter juist langs deze weg te behoeden voor gevaren, die zich anders sterker hadden kunnen doen gevoelen. Men denke bijv. aan de strijd om de hegemonie van de nationale staten van Europa en van de grote dynastieën in de voorbije eeuwen.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Ook na de verzoening van Kerk en staat door de Lateraanse verdragen is de Italiaanse geestelijkheid, in haar geheel genomen, een trouwe steun en verdedigster gebleven van het bovennationaal karakter van de Kerk, zonder daardoor te kort te doen aan de natuurlijke en wettelijke vaderlandsliefde. Wij wensen en bidden, dat het zo moge blijven, speciaal bij de jongere geestelijken in Italië en in heel de katholieke wereld; in alle geval eist de precaire toestand van het ogenblik een bijzondere zorg en bescherming voor dit bovennationaal karakter en deze ondeelbare eenheid van de Kerk.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De universaliteit van de Kerk
17
De Kerk is bovennationaal, omdat zij in eenzelfde liefde alle naties en volkeren omvat, maar zij is dit ook, gelijk wij reeds hebben aangegeven, omdat zij .nergens een vreemdelinge is. Zij leeft en ontwikkelt zich in alle landen van de wereld; en alle landen van de wereld dragen bij tot haar leven en ontwikkeling. Eens bloeide het kerkelijk leven, voor zover het zichtbaar is, weelderig vooral in de landen van het oude Europa; vandaar uit verspreidde het zich als een majestueuze stroom naar wat men kon noemen de randgebieden van de wereld; tegenwoordig echter vertoont het zich als een uitwisseling van leven en krachten tussen alle ledematen van het mystiek Lichaam van Christus op aarde. Niet weinig streken in andere werelddelen zijn reeds lang over de periode van de missie.vorm in hun kerkelijke organisatie heen, worden bestuurd door een eigen hiërarchie en geven aan heel de Kerk geestelijke en stoffelijke goederen, die zij vroeger alleen maar ontvingen.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Openbaart zich in deze vooruitgang en verrijking van het bovennatuurlijk en natuurlijk leven van de mensheid niet de ware betekenis van het bovennatuurlijke karakter van de Kerk? Zij zweeft door dit bovennationaal karakter niet boven de volkeren in een ontoegankelijke en ongenaakbare verte; maar gelijk Christus midden tussen de mensen stond, zo staat ook de Kerk, waarin Hij Zijn leven voortzet, midden tussen de volkeren. Gelijk de Zoon van God een ware menselijke natuur aannam, zo ook neemt de Kerk de volheid in zich op van al wat waarachtig menselijk is en verheft het tot een bron van bovennatuurlijke kracht, waar en hoe zij het ook vindt.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Zo gaat in de Kerk van tegenwoordig altijd meer in vervulling, wat de H. Augustinus verheerlijkte in zijn Stad Gods. De Kerk, schreef hij, "roept haar burgers uit alle volkeren; in alle talen brengt zij haar gemeenschap van pelgrims op aarde bijeen; zij bekommert zich niet om verschil in gewoonten, in wetten of instellingen; niets van dit alles heft zij op of vernietigt zij, maar bewaart het veeleer en bouwt er op voort. Ook dat, wat in de onderscheiden naties verschillend is, wordt toch gericht op een en hetzelfde doel, de vrede op aarde, als het maar niet de dienst belemmert van de éne, hoogste en ware God". l. 19, c. 17: ML 41, 646 [[857]]
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Als een machtige vuurtoren straalt de Kerk in haar universele eenheid haar licht uit in de duistere tijden. die wij beleven. Niet minder donker was de tijd, waarin de grote leraar van Hippo zag, hoe de wereld, die hem zo lief was, begon onder te gaan. Dit licht gaf hem toen moed en in de glans ervan begroette hij als in een profetisch visioen de nieuwe dageraad van een schoner dag. Zijn liefde voor de Kerk, die geen andere was dan zijn liefde voor Christus, was zijn geluk en zijn troost. Mogen allen, die thans bij het leed en de gevaren van hun vaderland gelijke smarten lijden als Augustinus, ook gelijk hij verkwikking en steun vinden in hun liefde voor de Kerk, dat universele huis, dat volgens Gods belofte tot het einde van de tijden zal blijven bestaan!
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Wij van onze kant verlangen vurig dit huis altijd hechter te maken, altijd beter bewoonbaar voor allen zonder uitzondering. Daarom willen wij niets achterwege laten, dat op zichtbare wijze het bovennationaal karakter van de Kerk kan uitdrukken, als teken van haar liefde tot Christus, die zij ziet en dient in de rijkdom van haar leden over heel de wereld verspreid.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/2379-negli-ultimi-sei-anni-nl