Waarde broeders,
Wat zou ik u bij deze ontmoeting dan wel kunnen en willen zeggen? We zijn ongetwijfeld allemaal nog onder de indruk van de voorbije gebeurtenissen.
Eerst en vooral wil ik de kardinaal-deken danken voor de nobele dingen die hij tegen mij heeft gezegd, en die ook uw eigen gevoelens vertolkten. Speciaal dank ik u voor het bijzondere vertrouwen dat u in mijn eenvoudige persoon heeff gesteld door me te kiezen tot opvolger van Petrus op de stoel van Rome. Dat uw keuze mij tot plaatsbekleder van Christus op aarde en tot zichtbaar hoofd van de Kerk heeft gemaakt, kan enkel in het licht van het geloof sereen en vertrouwvol worden aanvaard.
Waarde broeders, uw beslissing om een niet-Italiaan tot Bisschop van Rome te kiezen was een daad van vertrouwen en tegelijk van grote moed. Meer kan men er niet van zeggen: voor een dergelijke beslissing van het heilig College kan men enkel het hoofd buigen.
Misschien nooit meer dan in deze periode, waarin de Kerk tot tweemaal toe getroffen werd door het verlies van haar universele herder, hebben de Christenen kunnen merken en ondervinden hoe belangrijk, delicaat en verantwoordelijk de taak van het heilig College van de kardinalen wel is. En nooit meer dan in deze periode - met een werkelijke voldoening moeten we het erkennen - hebben de gelovigen zo'n bijzondere genegenheid en waardering, en een even welwillend begrip getoond voor de leden van dit hoge College. Het duidelijkste, ontroerendste en meest spontane bewijs daarvan is dat ze voor u zo luid en lang hebben geapplaudisseerd aan het einde van de mis vóór de pauskeuze en bij een bekendmaking van de verkiezing.
De gelovigen beseffen wel degelijk, vereerde broeders, dat het purper waar u mee bent bekleed, het teken is van de "trouw totterdood" die u de Paus plechtig hebt gezworen. Uw kleed heeft de kleur van bloed dat herinnert aan het bloed dat apostelen, bisschoppen en kardinalen in de loop der eeuwen voor Christus hebben gestort. Ik denk op dit ogenblik aan de grote Bisschop John Fisher, die - zoals u weet - tot kardinaal werd benoemd terwijl hij in de gevangenis zat wegens zijn trouw aan de Paus van Rome. In de ochtend van 22 juni 1535, net vóór de bijl van de beul hem ging onthoofden, riep hij tot de menigte: "Christenvolk, ik trotseer de dood voor het geloof in de Heilige Katholieke Kerk van Christus".
Ik zou er durven aan toevoegen dat er in onze tijd ook heel wat kardinalen zijn aan wie de ervaring van de gevangenis, het lijden en de vernedering omwille van Christus niet gespaard is gebleven.
Moge de eretitel en de belangrijkste verdienste van het Kardinaalseollege altijd juist deze onwrikbare trouw aan de bruid van Jezus zijn.
Tijdens deze korte ontmoeting zou ik nog een ander element willen onderstrepen: de zin voor broederlijkheid die de laatste tijd in het Kardinaalscollege steeds duidelijker en hechter wordt: "Hoe aangenaam en weldadig is het als broeders samen te zijn." Het heilig College heeft in korte tijd twee keer te maken gekregen met een van de delicaatste problemen in de Kerk, de pauskeuze. Bij die gelegenheden is de authentieke universaliteit van de Kerk duidelijk aan het licht getreden. Men heeft aan de werkelijkheid de woorden van de heilige Augustinus kunnen testen: "Zelf spreekt de Kerk de talen van alle volkeren; verspreid over alle landen, spreekt de kerk alle talen."
Ervaringen, vereisten, complexe kerkelijke problemen zijn gevarieerd en vaak uiteenlopend. Maar die verschillen hebben altijd - en het zal zeker zo blijven - bestaan binnen de eensgezindheid van één enkel geloof - waaraan ons dezelfde bisschop van Hippo herinnert wanneer hij de schoonheid en gevarieerdheid onderstreept van het "kleed van de koningin" de Kerk: "Deze talen zijn de schakeringen in het kleed van deze koningin. Zoals alle verschillende tinten van het gewaad een harmonische eenheid vormen, zo monden ook alle talen uit in hetzelfde geloof."
Het valt me niet moeilijk ook diepe dank te betuigen aan de heilige Vader Paulus VI omdat hij het heilig College zo'n ruime, internationale, intercontinentale dimensie heeft willen geven. De leden komen nu immers van uit de verste hoeken van de wereld. Daardoor wordt niet alleen de universaliteit van de Kerk beklemtoond, maar ook het universeel karakter van de stad Rome.
Over enkele dagen zult u terugkeren naar uw eigen verantwoordelijke posten, de meesten naar hun bisdommen, anderen naar de posten bij de curie. Met steeds grotere inzet zult u zich weer verder gaan wijden aan het pastorale werk, met de verantwoordelijkheden, zorgen en offers die dat meebrengt, maar ook gesterkt door Gods genade en door de geestelijke vreugde die hij U, zijn trouwe dienaars, heeft geschonken. Maar wees, ook aan het hoofd van uw respectievelijke kerken, steeds liefdevol bezorgd om al de kerken door te beleven en te realiseren wat Vaticanum II aanbeveelt: "Mogen de Bisschoppen, als wettelijke opvolgers van de apostelen en als leden van het Bisschoppencollege, altijd eensgezind zijn met elkaar en mogen zij bezield zijn met zorg voor al de kerken, het feit indachtig dat ieder van hen, door Gods beschikking en door de plicht van hun apostolisch ambt, samen met alle andere Bisschoppen, in zekere zin borg moet staan voor de Kerk."
Over u allen en over de gelovigen die aan uw pastorale ijver zijn toevertrouwd, alsmede aan iedereen, die u lief is, roep ik de genade van Christus af en de waakzame bescherming van Maria, de moeder van de Kerk; en geef ik u met grole genegenheid mijn apostolische zegen. Ik zou het eerst willen doen voor u, en daarna ook met u allen samen: "De Kerk moge in elke plaats door de nieuwe Bisschop van Rome gezegend zijn, maar ook door het hele heilige College, waarvan de leden uit alle hoeken van de wereld komen en zo dicht bij hem staan."