Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Vandaag hervatten we onze analyse van vorige week over het wederzijdse verband tussen wat ‘ethisch’ en wat ‘erotisch’ is. Onze overwegingen volgen het patroon van de woorden die Christus sprak in de Bergrede, waar Hij verwijst naar het gebod “Gij zult geen echtbreuk plegen” en waar Hij tegelijk de ‘begeerte’ (de ‘begerige blik’) definieert als ‘echtbreuk in het hart’. Wij zien uit deze overwegingen dat die ‘ethos’ verbonden is met de ontdekking van een nieuwe orde van waarden.
Het is noodzakelijk om voortdurend in wat ‘erotisch’ is de sponsale betekenis van het lichaam en de echte waardigheid van de gave terug te vinden. Dit is de taak van de menselijke geest, een taak van ethische aard. Als hij deze taak niet vervult, houden de aantrekkingskracht van de zintuigen en de passie van het lichaam op bij loutere begeerte, verstoken van enige ethische waarde en ervaart de mens, man en vrouw, deze volheid van de ‘eros’ niet, die het streven betekent van de menselijke geest naar wat waar, goed en schoon is, waardoor wat ‘erotisch’ is ook waar, goed en schoon wordt. Daarom is het onontbeerlijk dat de
ethos de fundamentele vorm van de
eros wordt.
Referenties naar alinea 1: 1
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De vorige overwegingen zijn nauw verbonden met het probleem van spontaneïteit. Er wordt vaak gedacht dat de ethos de spontaneïteit wegneemt van wat erotisch is in het leven en gedrag van de mens. Om deze reden eist men dat de ethos wordt losgekoppeld ‘ten gunste’ van de eros. Ook de woorden van de Bergrede lijken dit ‘goed’ te belemmeren. Alleen is deze mening onjuist en in ieder geval oppervlakkig. Door dit halsstarrig goed te keuren en te handhaven zullen wij nooit de volledige dimensie van de eros bereiken, en dat zal onvermijdelijk gevolgen hebben op het gebied van de ‘praxis’, dat wil zeggen in ons gedrag en ook in de concrete ervaring van de waarden. Wie de ethos van Matteüs 5:27-28 aanvaardt, moet weten dat hij ook geroepen is tot volledige en volwassen spontaneïteit van de betrekkingen die uit de blijvende aantrekkingskracht van de mannelijkheid en de vrouwelijkheid ontspringen. Zulke spontaneïteit is de geleidelijke vrucht van de onderscheiding van de opwellingen van het hart.
Referenties naar alinea 2: 1
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De woorden van Christus zijn veeleisend. Zij eisen van de mens dat hij zich in de sfeer waarin de betrekkingen met personen van het andere geslacht worden gevormd, volledig en diep bewust zou zijn van zijn eigen handelingen en vooral van zijn innerlijke handelingen, dat hij rekening zou houden met zijn innerlijke opwellingen van zijn eigen ‘hart’, zodat hij onderscheid kan maken en ze op een volwassen manier kan beoordelen. Christus’ woorden eisen dat de mens in deze sfeer, die uitsluitend tot het lichaam en de zintuigen lijkt te behoren – dat wil zeggen tot de uiterlijke mens – erin zou slagen echt een innerlijke mens te zijn, dat hij zou moeten gehoorzamen aan het goed gevormd geweten, dat hij de ware meester zou zijn van zijn eigen intieme opwellingen als een bewaker die over een verborgen bron waakt, en tenslotte dat hij uit al die opwellingen wat past voor de ‘zuiverheid van het hart’ zou kunnen puren, door gewetensvol en consistent deze persoonlijke zin van de sponsale betekenis van het lichaam op te bouwen, die de intieme ruimte van de vrijheid van de gave opent.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Als de mens dus wil beantwoorden aan de oproep uitgedrukt in Matteüs 5:27-28, moet hij met doorzettingsvermogen en consistentie leren wat de betekenis van het lichaam is, de betekenis van de vrouwelijkheid en de mannelijkheid. Hij moet dit niet alleen leren doorheen een uiterlijke abstractie (hoewel dit ook noodzakelijk is) maar vooral op het gebied van de innerlijke reacties van zijn ‘hart’. Dit is een ‘wetenschap’ die niet alleen uit boeken kan worden geleerd, omdat het hier in de eerste plaats gaat om de diepe kennis van de menselijke innerlijkheid. Op het gebied van deze kennis leert de mens een onderscheid te maken tussen wat de veelvormige rijkdom van de mannelijkheid en de vrouwelijkheid uitmaakt die afkomstig is van hun eeuwige oproep en creatieve aantrekking, en wat anderzijds alleen het teken van de begeerte draagt. En hoewel deze varianten en nuances van de innerlijke bewegingen van het ‘hart’ binnen bepaalde grenzen met elkaar kunnen worden verward, moet gezegd worden dat de innerlijke mens door Christus is geroepen om een volwassen en volledige beoordeling te verwerven die hem in staat stelt de verschillende bewegingen van zijn eigen hart te onderscheiden en te beoordelen. Hieraan moet worden toegevoegd dat deze taak kan worden uitgevoerd en dat ze echt de mens waardig is. In feite heeft het onderscheidingsvermogen waarover we het hier hebben, een essentiële relatie met de spontaneïteit. De subjectieve structuur van de mens toont op dit vlak een specifieke rijkdom en een duidelijk onderscheid. Bijgevolg is één zaak bijvoorbeeld een nobele bevrediging, terwijl een andere seksuele begeerte is; wanneer seksueel verlangen gekoppeld is aan een nobele bevrediging, verschilt het van een louter eenvoudige begeerte. Op analoge wijze is, wat betreft het gebied van de directe reacties van het ‘hart’, de seksuele opwinding heel anders dan de diepe emotie waardoor niet alleen de innerlijke gevoeligheid maar de seksualiteit zelf reageert op de totale uitdrukking van de vrouwelijkheid en de mannelijkheid. Het is niet mogelijk om dit onderwerp hier verder te ontwikkelen. Maar het is zeker dat, als wij belijden dat Christus’ woorden volgens Matteüs 5:27-28 streng zijn, ze dit ook zijn in de zin dat ze in zich de diepe eisen inzake de menselijke spontaneïteit bevatten.
Referenties naar alinea 4: 2
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Geboden 11 / A - Geen echtbreuk plegen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Een dergelijke spontaneïteit kan niet in alle bewegingen en opwellingen bestaan, die uit louter vleselijke lust voortvloeien, verstoken van een keuze en een adequate hiërarchie. Het is juist dankzij de zelfbeheersing dat de mens tot deze diepere en meer volwassen spontaneïteit komt, waarmee zijn ‘hart’ door de beheersing van de instincten de spirituele schoonheid van het teken herontdekt, dat gevormd is door het menselijk lichaam in zijn mannelijkheid en vrouwelijkheid. In de mate dat deze ontdekking zich versterkt in het geweten als overtuiging en in de wil, als oriëntatie – zowel van de mogelijke keuzes als de gewone verlangens – wordt het hart deelnemer om zo te zeggen van een andere spontaneïteit, waarvan de ‘vleselijke mens’ geen of bijna geen kennis heeft. Er is geen twijfel dat wij door Christus’ woorden volgens Matteüs 5:27-28 juist geroepen zijn tot een dergelijke spontaneïteit. Misschien is het belangrijkste gebied van de praxis – wat betrekking heeft op de meest ‘innerlijke’ handelingen – precies dat, wat geleidelijk de weg naar een dergelijke spontaneïteit voorbereidt. Dit is een enorm onderwerp, waarop we later zullen moeten terugkomen, wanneer we ons erop zullen toeleggen aan te tonen wat de ware natuur is van de evangelische ‘zuiverheid van hart’. Op dit ogenblik sluiten we af door te zeggen dat de woorden van de Bergrede waarmee Christus de aandacht van zijn luisteraars van toen en nu vestigt op de ‘begeerte’ (de ‘begerige blik’), indirect de weg tonen naar de volwassen spontaneïteit van het menselijk ‘hart’ dat zijn edele verlangens en aspiraties niet verstikt, maar ze integendeel bevrijdt en in zekere zin ondersteunt. Laat, wat wij gezegd hebben over de wederzijdse relatie tussen wat ‘ethisch’ is en wat ‘erotisch’ is, volgens de ethos van de Bergrede, voor vandaag volstaan.
Referenties naar alinea 5: 1
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/6295-het-probleem-van-de-erotische-spontaneiteit-nl