Responsum ad propositum dubium: transseksueel en peetouderschap

{...}

Met betrekking tot deze specifieke probleemstelling, informeer ik u van de onmogelijkheid in deze dat het toegestaan wordt. Het transseksueel gedrag toont op publieke wijze een houding die indruist tegen het morele gebod om het probleem van seksuele identiteit op te lossen in overeenstemming met iemands eigen geslacht.

Daarom is het evident dat deze persoon niet beschikt over de vereiste leefwijze die overeenstemt met het geloof en met de positie van peetouder. (Kerkelijk Wetboek Canon 874 §1 nr. 3) [30|874] Daarom is deze persoon niet geschikt om toegelaten te worden tot de positie van peetvader of peetmoeder.

Er is wat dit betreft geen sprake van discriminatie, maar alleen de vaststelling dat er sprake is van een objectief tekort in de vereisten, die vanuit hun aard noodzakelijk zijn voor het aanvaarden van de kerkelijke verantwoordelijkheid als peetouder.

{...}