Informatie over dit document
Hoop 17. - Geeft rekenschap van de hoop die in u leeft. (vgl. 1 Pt. 3, 8-17)
Catechesereeks over de christelijke hoop - Sint Pietersplein
Pauselijke geschriften - Audiënties
2017, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vert. uit het Frans (samenvatting volgens Zenit.org): maranatha-gemeenschap; alineaverdeling en -nummering: redactie
Toon meerReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzicht
Extra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord
Reageer op dit document
Deel op social media
Inhoudsopgave
- Inhoud
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
De eerste Brief van de apostel Petrus is van uitzonderlijk gewicht! Hij moet één, twee, drie keer gelezen worden om het uitzonderlijk belang ervan te begrijpen: hij geeft veel troost en vrede en laat vermoeden hoezeer de Heer altijd aan onze zijde staat en ons nooit in de steek laat, vooral in de meest delicate en moeilijke omstandigheden van ons leven. Maar wat is het geheim van deze brief en meer in het bijzonder van de passage die wij zojuist beluisterd hebben? Het is een vraag. Ik weet dat u vandaag het Nieuwe Testament zal nemen en de eerste Brief van Petrus zal opzoeken en zeer langzaam lezen, om het geheim en de kracht van deze brief te begrijpen. Wat is het geheim van deze brief?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Het geheim komt van het feit dat deze brief rechtstreeks geworteld is in Pasen, in de kern van het mysterie dat wij gaan vieren, en dat hij zo heel het licht en de vreugde laat vermoeden die uit de dood en de verrijzenis van Christus opwellen. Christus is werkelijk verrezen en het is een mooie groet die wij met Pasen kunnen uitwisselen: “Christus is verrezen! Christus is verrezen!”, zoals zo vele volken doen. Ons in herinnering brengen dat Christus verrezen is, dat Hij onder ons leeft, dat Hij in ieder van ons leeft en woont. Daarom nodigt de heilige Petrus ons met klem uit Hem in ons hart te aanbidden. Daar heeft de Heer Zijn verblijf genomen op het ogenblik van ons doopsel en van daaruit blijft Hij ons vernieuwen, ons en ons leven, door ons te vervullen met Zijn liefde en de volheid van de Geest. Ziedaar waarom de apostel ons aanbeveelt rekenschap te geven van de hoop die in ons is : onze hoop is geen begrip, geen gevoel, geen gsm, geen rijkdom! Onze hoop is een persoon, een persoon, het is de Heer Jezus die wij levend en aanwezig zien in onszelf en onze broeders, want Christus is verrezen. Wanneer de Slavische volken elkaar begroeten, zeggen zij in de Paastijd in de plaats van ‘goeie dag’ en ‘goeie avond’: “Christus is verrezen!”, Christos voskrese!
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Dan begrijpen wij dat we deze hoop niet zozeer moeten verantwoorden op theoretisch niveau, met woorden, maar vooral door ons levensgetuigenis, hetzij in de christengemeenschap, hetzij erbuiten. Als Christus leeft en in ons woont, in ons hart, dan moeten wij er ook voor zorgen dat Hij zich kan zichtbaar maken, dat we Hem niet verbergen, dat Hij in ons werkzaam kan zijn. Dat betekent dat de Heer Jezus steeds meer ons voorbeeld moet worden, ons levensmodel, en dat wij ons moeten leren gedragen zoals Hij zich gedroeg. Doen wat Jezus deed. Bijgevolg kan de hoop die in ons woont, niet in ons verborgen blijven, in ons hart: dat zou zwakke hoop zijn die de moed niet heeft naar buiten te treden en zich te laten zien; maar onze hoop, zoals dat blijkt uit Psalm 33 die Petrus citeert, moet noodzakelijk uit haar gevangenis komen, en de uitgelezen en onvergelijkbare vorm aannemen van zachtmoedigheid, eerbied en welwillendheid voor de naaste, tot en met het ronduit vergeven van degenen die ons kwaad berokkenden. Iemand zonder hoop kan niet vergeven, kan iemand niet troosten door te vergeven en kan evenmin getroost zijn door iemand te vergeven. Jezus heeft dit gedaan en blijft dat doen doorheen degenen die Hem plaats geven in hun hart en leven, bewust dat kwaad niet overwonnen wordt door kwaad maar door nederigheid, barmhartigheid en zachtmoedigheid. Maffiosi denken dat kwaad kan overwonnen worden door kwaad en zo wreken zij zich en doen zij de vele dingen die wij allemaal kennen. Maar zij weten niet wat nederigheid, barmhartigheid en zachtmoedigheid zijn. Waarom niet? Omdat leden van de maffia zonder hoop zijn. Denk daaraan.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Ziedaar waarom de heilige Petrus zegt: “hoeveel beter is het, (...) te lijden voor het goede dat men doet dan straf te ondergaan voor misdrijven” . Hij zegt niet dat het goed is te lijden maar dat wanneer wij lijden voor het goede, wij in gemeenschap zijn met de Heer, die het aanvaard heeft te lijden en gekruisigd te worden voor ons heil. Wanneer ook wij dan in de geringste of belangrijkste situaties van ons leven, aanvaarden voor het goede te lijden, is het alsof wij rondom ons graantjes van de verrijzenis zaaien, levensgraantjes, en dat wij in het duister het licht van Pasen laten stralen. Daarom roept de apostel ons op steeds zegen af te roepen als wij iemand van antwoord dienen : zegen is geen formaliteit, niet alleen een teken van hoffelijkheid, maar een groot geschenk dat wij als eerste ontvangen hebben en dat wij met onze broeders kunnen delen. Het is Gods liefde verkondigen, een mateloze liefde, die nooit uitgeput raakt, nooit verkleint, en die het ware fundament van onze hoop is.
Dierbare vrienden, begrijpen wij dan waarom de apostel Petrus ons “zalig” noemt als wij voor de gerechtigheid moeten lijden? Dat is niet alleen omwille van een morele of ascetische reden, maar telkens wij voor de laatsten en marginalen kiezen, of geen kwaad met kwaad vergelden maar vergeven, zonder wraak - telkens wij vergeven en zegenen, schitteren wij als levende en lichtende tekens van hoop en worden wij een instrument van troost en vrede, naar Gods hart. Zo maken wij voortgang door zachtmoedigheid, nederigheid, beminnelijkheid en het goede ook te betonen aan wie niet van ons houden of die ons kwaad berokkenen. Laten wij dan voortgaan!
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Andere catecheses in deze reeks, zie dossier
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/5847-hoop-17-geeft-rekenschap-van-de-hoop-die-in-u-leeft-vgl-1-pt-3-8-17-nl