Inhoudsopgave
- Inhoud
Dierbare broeders en zusters, goede dag.
’t Is vandaag een beetje een slechte dag, maar jullie zijn dapper, gefeliciteerd! Laten we hopen dat we vandaag samen kunnen bidden.
Bij het voorstellen van de Kerk aan de mensen van onze tijd had het een fundamentele waarheid voor ogen, die we nooit mogen vergeten: de Kerk is geen statische werkelijkheid, vaststaand, doel op zichzelf, maar ze is voortdurend doorheen de geschiedenis op tocht naar het ultieme en wonderbaarlijke doel dat het Rijk der hemelen is. Hiervan is de Kerk op aarde de kiem en de aanvang. Wanneer we ons op dat perspectief oriënteren, stellen we vast dat onze verbeelding stopt omdat ze nauwelijks in staat is de schittering te vatten van het mysterie dat onze zintuigen overstijgt. Spontaan komen bij ons enkele vragen op: wanneer gebeurt die uiteindelijke overgang? Hoe zal die nieuwe dimensie er uitzien waar de Kerk intreedt? Wat zal er dan met de mensheid gebeuren? En met de schepping die ons omgeeft? Dit zijn geen nieuwe vragen. De leerlingen van Jezus hebben ze toen al gesteld: “Maar wanneer zal dit gebeuren? Wanneer zal de Geest triomferen over de schepping, over het geschapene, over alles…” Het zijn menselijke vragen, oude vragen. Ook wij stellen deze vragen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De conciliaire Constitutie zegt, met het oog op deze vragen die al van altijd in het hart van de mens opklinken: “De tijd van de voleinding van aarde en mensheid kennen wij niet en we weten niet, hoe het heelal zal worden omgevormd. Wel is de gestalte van deze wereld als misvormd door de zonde aan het voorbijgaan, maar er wordt ons geleerd, dat God ons een nieuwe woonplaats en een nieuwe aarde zal toebereiden, waarin gerechtigheid zal heersen en waarvan de gelukzaligheid alle vredewensen die in de harten van de mensen opkomen, zal vervullen”. Ziehier het doel waarop de Kerk is gericht: het is, zoals de Bijbel zegt, het “nieuwe Jeruzalem”, het “Paradijs”. Meer dan een plaats gaat het om een “staat” van de ziel waardoor onze diepste verwachtingen op overdadige wijze zullen vervuld worden en ons wezen als schepselen en als kinderen van God zijn volle rijpheid zal bereiken. Eindelijk zullen we op volmaakte wijze, zonder enige begrenzing bekleed zijn met de vreugde, de vrede en de liefde van God en we zullen van aangezicht tot aangezicht bij Hem zijn. Hoe mooi is het dit te bedenken, aan de Hemel te denken. Allen zullen we daar zijn, allen. Dat is mooi en het geeft kracht aan de ziel.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
In dit perspectief is het mooi te zien hoe er tussen de Kerk in de Hemel en die op tocht op aarde een continuïteit en fundamentele verbondenheid bestaat. Zij die reeds voor het aanschijn van God zijn, kunnen ons inderdaad steunen en voor ons ten beste spreken, voor ons bidden. Anderzijds worden ook wij voortdurend uitgenodigd goede werken, gebeden en de Eucharistie op te dragen om de kwellingen te verlichten van de zielen die nog in verwachting zijn van de gelukzaligheid zonder einde. Immers, in christelijk perspectief, bestaat het onderscheid niet zozeer tussen zij die reeds overleden zijn en zij die nog niet overleden zijn, maar tussen wie in Christus is en wie dat niet is! Dat is het beslissende element, werkelijk beslissend voor onze redding en voor ons geluk.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Tegelijkertijd leert de Heilige Schrift ons dat de vervulling van dit wonderbaarlijke plan niet anders kan dan betrekking hebben op de hele werkelijkheid die uit het denken en uit het hart van God is voortgekomen. De apostel Paulus zegt het uitdrukkelijk wanneer hij stelt ”ook de schepping zal verlost worden uit de slavernij der vergankelijkheid en delen in de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods” . Andere teksten gebruiken het beeld van de “nieuwe hemel” en van de “nieuwe aarde” in de zin dat het heelal vernieuwd zal worden en eens en voor altijd bevrijd zal worden van alle kwaad en van de dood zelf. Wat in het vooruitzicht wordt gesteld, als voltooiing van een omvorming die in werkelijkheid reeds bezig is sinds de dood en de verrijzenis van Christus, is dus een nieuwe schepping en niet de vernietiging van de kosmos en van alles wat ons omgeeft, maar het bestaat in het tot volheid brengen van zijn, van waarheid, van schoonheid. Dat is het plan dat God, Vader, Zoon en Heilige Geest van eeuwigheid wil verwerkelijken en nu reeds verwerkelijkt.
Geliefde vrienden, wanneer we stilstaan bij de verbazingwekkende werkelijkheid die ons te wachten staat, beseffen dat behoren tot de Kerk werkelijk een wonderlijk geschenk is dat in zich een zeer hoge roeping bergt. Laten we dan aan de Maagd Maria, de Moeder van de Kerk, vragen dat ze altijd onze tocht beschermt en ons helpt, zoals zij, midden onze broeders een blij teken te zijn van vertrouwen en van hoop.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/5726-de-kerk-16-op-pelgrimstocht-naar-het-rijk-nl