Er is echter ook het licht dat ’s avonds brandt in de huizen van de stad, in de bescheiden woningen in de periferie of in de dorpen en zelfs in de krotten: het straalt en verwarmt lichaam en ziel. Dit licht wordt in het gebeuren van het huwelijk van de echtgenoten ontstoken met de ontmoeting: het is een gave, een genade die tot uitdrukking komt – zoals Genesis zegt -, wanneer de twee gezichten “tegenover” elkaar zijn, in “overeenstemmende, dat wil zeggen gelijke en wederzijdse” hulp. De liefde van man en vrouw leert ons dat ieder van beiden behoefte heeft aan de ander om zichzelf te zijn, waarbij hij of zij wel verschillende blijft in zijn of haar identiteit, die zich opent en openbaart in wederzijdse gave. Dit brengt de vrouw van het Hooglied op suggestieve wijze tot uitdrukking: “Mijn lief is van mij en ik ben van hem (...); ik ben van mijn lief en mijn lief is van mij” .
De reis begint, wil deze ontmoeting authentiek zijn, met de verloving, een tijd van verwachting en voorbereiding. Zij wordt ten volle verwezenlijkt in het sacrament waarop God zijn zegel, zijn tegenwoordigheid en genade drukt. Deze weg kent ook zijn seksualiteit, tederheid, schoonheid, die ook langer duren dan de jeugdige kracht en frisheid. De liefde neigt er van natuur naar voor altijd te zijn, zelfs zijn leven te geven voor de persoon die men liefheeft. In dit licht volhardt de echtelijke, ene en onlosmakelijke liefde ondanks de zovele moeilijkheden van de menselijke beperking; zij is een van de mooiste, zij het ook gewoonste wonderen.
Deze liefde verbreidt zich door de vruchtbaarheid en het vermogen leven te schenken, dat niet alleen voortplanting is, maar ook gave van het goddelijk leven in het doopsel, opvoeding en catechese van de kinderen. Het is tevens het vermogen leven, genegenheid, waarden, een mogelijke ervaring te bieden aan wie geen leven heeft kunnen voortbrengen. De gezinnen die dit schitterend avontuur beleven, worden een getuigenis voor allen, in het bijzonder voor de jongeren.
Gedurende deze tocht, die soms een pad over grote hoogten is met moeite en vallen, is er altijd de aanwezigheid en de begeleiding van God. Het gezin ondervindt dit in de liefde en de dialoog tussen man en vrouw, tussen ouders en kinderen, tussen broers en zussen. Vervolgens beleeft het dit in het luisteren naar het woord van God en in het gemeenschappelijk gebed, een kleine oase van de geest, die iedere dag enkele ogenblikken kan worden geschapen. Er is derhalve de dagelijkse inzet van de opvoeding tot het geloof en het goede en mooie leven van het evangelie, tot heiligheid. Deze taak wordt vaak met grote liefde en toewijding ook gedeeld en uitgeoefend door grootvaders en grootmoeders. Zo presenteert het gezin zich als een authentieke huiskerk, die zich verbreedt tot het gezin van de gezinnen dat de universele Kerk is. De christelijke echtgenoten zijn vervolgens geroepen ook voor de jonge paren leraren van het geloof en in de liefde te worden.
Er is vervolgens een andere uitdrukking van broederlijke gemeenschap en dat is die van de naastenliefde, de gave, de laatsten, de gemarginaliseerden, de armen, de eenzamen, de zieken, de vreemdelingen, andere gezinnen in crisis nabij tezijn, zich bewust van het woord van de Heer: “Het is zaliger te geven dan te ontvangen” . Het is een geven van goederen, van gezelschap, van liefde en barmhartigheid, en ook een getuigenis van waarheid, liefde, levenszin.
Het hoogtepunt dat alle draden van de gemeenschap met God en de naaste doet samenkomen en samenvat, is de zondagse eucharistie, wanneer het gezin met heel de Kerk aan tafel gaat met de Heer. Hij geeft zich aan ons allen, pelgrims in de geschiedenis naar het doel van de laatste ontmoeting, wanneer “Christus alles in allen is” . Daarom hebben wij in de eerste fase van onze synodale weg nagedacht over de pastorale begeleiding en de nadering tot de sacramenten van hen die zijn gescheiden en opnieuw zijn gehuwd.