Woensdag van de Goede Week
x
Informatie over dit document
Woensdag van de Goede Week
Paus Paulus VI
25 maart 1970
Pauselijke geschriften - Audiënties
1970, Archief van Kerken 25e jrg. nr. 21 pag. 473-477
25 maart 1970
12 november 2018
5447
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
Beminde zonen en dochters!Woensdag van de Goede Week. Tijdens dit voorspel op het drama van Pasen lijkt het ons niet mogelijk over iets anders te spreken dan over de positie die wij als mensen en als Christenen innemen tegenover het mysterie dat dit drama, het paasdrama, inhoudt en beduidt en hernieuwt: het mysterie van ons heil. Een mysterie van goddelijke en menselijke aard; een mysterie dat de diepten bereikt van de onpeilbare redenen achter Gods rechtvaardigheid en Gods goedheid; een mysterie van Christus, 'die geen zonde heeft gekend, (en God) heeft Hem voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij door Hem Gods eigen heiligheid zouden worden' (2 Kor. 5, 21) [b:2 Kor. 5, 21]; een mysterie waarin het lijden, deze schijnbaar zinloze vijand van ons bestaan, wordt omgezet in kostbare waarde van onze vrijkoop; het mysterie van de zegevierende dood, van de nederlaag ter wille van de zegepraal van een nieuwe, een hogere vorm van bestaan. In dit mysterie ligt de knoop waarin ieder vraagstuk van het menselijk lotsgebeuren ligt verstrikt en wordt opgelost, of wij het weten of niet, of wij het geloven of niet; we zijn er allen bij betrokken.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hier moet nu een fundamentele verklaring worden afgelegd: allemaal hebben we behoefte aan redding vgl: Lumen Gentium [[[617|53]]] (1 Tim. 2, 4) [[b:1 Tim. 2, 4]]; bij onze geboorte zijn we al schipbreukelingen in dit onvermijdelijk avontuur; wie het vergeet, is blind; wie het weigert, is verloren. Wij moeten ons laten redden.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Daaruit vloeit een tweede logische gevolgtrekking voort: wij moeten besef hebben voor deze behoefte; dat wil zeggen, wij moeten besef hebben van het kwaad; van ons eigen kwaad, van het kwaad in de wereld. Dat is geen wanhopig pessimisme: het is realisme; en voor ons, omdat wij geloven in het heil dat Christus de Heiland ons schenkt, is het de oprechte en heilzame diagnose die voorafgaat aan de therapie van het heil. We zullen er goed aan doen, inzake dit aspect van de menselijke werkelijkheid, onze ideeën te verhelderen. Die ideeën ondergaan de slechte gevolgen van een tweevoudige verwarring, veroorzaakt enerzijds door een onnozel, aprioristisch optimisme waaraan we gewend zijn geraakt door het moderne naturalisme; en anderzijds veroorzaakt door een kwel1end pessimisme, uit de kwalijke school van een zeker soort existentialisme, dat genadeloos de radicale ellende heeft onthuld van de menselijke ervaring, maar er geen andere troost voor heeft weten te vinden dan die van een berustend fatalisme of van een bedwelmend hedonisme. Wat zullen wij dan doen om in de lichtbron te geraken van het christelijk heil? Wij zullen dat licht aanvaarden. Door op ons de stralen te projecteren van Gods blik, onthult het aan onze eigen ogen ons veelvuldige verderf. Het geeft ons, gelijk gezegd, een voorafgaand, heilzaam besef van het kwaad. Ons welzijn begint met het kennen van ons kwaad. En dat is, helaas, als een oceaan die ons overstroomt: 'een vloed is mij over het hoofd geslagen; ik heb gezegd: ik ben verloren!', zo klinkt de stem van Jeremias. Die zullen we horen kreunen in de Klaaggezangen, waarbij het officie van de goede week vibreert van onvergelijkelijke emoties. Het zal goed zijn, dat hun huiveringen van troosteloos realisme dezer dagen ons gemoed doen trillen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar hier vatten wij in twee hoofdstukken deze kennis van het kwaad samen: zij moet ons in de juiste gesteltenis brengen om deel te nemen aan het mysterie van het Paasheil.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De erfzonde. Een erfenis voor iedere mens
De erfzonde. Het eerste hoofdstuk raakt ons allen persoonlijk. Het gaat over het ergste kwaad: de zonde. Ook deze heeft een grandioos verleden, dat ons allen meesleept in de rampzalige nalatenschap van de beruchte erfzonde: eerste oorzaak van de dood en van die psychisch-ethische evenwichtsstoornissen die ons zedelijk leven vertroebelen. (Rom. 5) [[b:Rom. 5]] Het doopsel heeft ons verlost van deze fatale ramp, maar ons niet geheel genezen van de gevolgen ervan, op hun beurt oorsprong van al die andere rampen die wijzelf in onze koppige kortzichtigheid bevorderen. En dat zijn onze persoonlijke zonden, eveneens doodsvijanden van ons ware leven, dat bestaat in de een-wording met God, enige en allereerste bron van het leven. Een moeilijke, maar niet te vermijden redenering. Wij modernen zijn bezig het zondebesef te verliezen. Onze vereerde voorganger Pius XII heeft eens gezegd: 'Misschien is het de zwaarste zonde van de wereld van vandaag, dat de mensen begonnen zijn het zondebesef te verliezen'. Discorsi, VIII blz. 288 Discorsi, VIII blz. 288 En het is te begrijpen waarom. Verliest men eenmaal het besef van God en het zicht op onze betrekkingen met Hem - terwijl deze betrekkingen (de zedenwet) voortdurend van groot belang zijn op het gebied van ons handelen en dus van ons verantwoordelijk gedrag te zijnen opzichte -, dan verdwijnt ook het zondebesef. De mens meent zichzelf te hebben bevrijd, maar in feite heeft hij zich bevrijd van het kompas dat richting geeft aan zijn bewuste, vitale zelfontplooiing: hij blijft alleen achter, zonder de absolute beginselen waarmee hij goed van kwaad kan onderscheiden en aan de plicht haar transcendentele levenskracht geven; zonder God kan alles geoorloofd worden. vgl. Dostojewski vgl. Dostojewski Maar een duister, een niet te onderdrukken gevoel van onwaardigheid en van onvermogen sluipt de geest binnen van wie voortaan handelt zonder op God betrokken te zijn. Dit alleen zou voldoende moeten zijn om de ontmoeting met Christus niet af te wijzen, maar integendeel met onuitsprekelijke vreugde te aanvaarden: Hij alleen immers geeft ons tegelijkertijd het besef van de zonde en het besef van zijn barmhartige, zegevierende verzoening.
De erfzonde. Het eerste hoofdstuk raakt ons allen persoonlijk. Het gaat over het ergste kwaad: de zonde. Ook deze heeft een grandioos verleden, dat ons allen meesleept in de rampzalige nalatenschap van de beruchte erfzonde: eerste oorzaak van de dood en van die psychisch-ethische evenwichtsstoornissen die ons zedelijk leven vertroebelen. (Rom. 5) [[b:Rom. 5]] Het doopsel heeft ons verlost van deze fatale ramp, maar ons niet geheel genezen van de gevolgen ervan, op hun beurt oorsprong van al die andere rampen die wijzelf in onze koppige kortzichtigheid bevorderen. En dat zijn onze persoonlijke zonden, eveneens doodsvijanden van ons ware leven, dat bestaat in de een-wording met God, enige en allereerste bron van het leven. Een moeilijke, maar niet te vermijden redenering. Wij modernen zijn bezig het zondebesef te verliezen. Onze vereerde voorganger Pius XII heeft eens gezegd: 'Misschien is het de zwaarste zonde van de wereld van vandaag, dat de mensen begonnen zijn het zondebesef te verliezen'. Discorsi, VIII blz. 288 Discorsi, VIII blz. 288 En het is te begrijpen waarom. Verliest men eenmaal het besef van God en het zicht op onze betrekkingen met Hem - terwijl deze betrekkingen (de zedenwet) voortdurend van groot belang zijn op het gebied van ons handelen en dus van ons verantwoordelijk gedrag te zijnen opzichte -, dan verdwijnt ook het zondebesef. De mens meent zichzelf te hebben bevrijd, maar in feite heeft hij zich bevrijd van het kompas dat richting geeft aan zijn bewuste, vitale zelfontplooiing: hij blijft alleen achter, zonder de absolute beginselen waarmee hij goed van kwaad kan onderscheiden en aan de plicht haar transcendentele levenskracht geven; zonder God kan alles geoorloofd worden. vgl. Dostojewski vgl. Dostojewski Maar een duister, een niet te onderdrukken gevoel van onwaardigheid en van onvermogen sluipt de geest binnen van wie voortaan handelt zonder op God betrokken te zijn. Dit alleen zou voldoende moeten zijn om de ontmoeting met Christus niet af te wijzen, maar integendeel met onuitsprekelijke vreugde te aanvaarden: Hij alleen immers geeft ons tegelijkertijd het besef van de zonde en het besef van zijn barmhartige, zegevierende verzoening.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
We staan midden in het volle, authentieke Christendom; we staan voor de eerste fase van de Paasviering: het berouw, de inkeer, de pijnlijke, maar weldoende oprechtheid tegenover zichzelf en tegenover God: het sacrament van de biecht. Met de verloren zoon staan we op de drempel van het vaderhuis: 'Vader, ik heb misdaan tegen de hemel en tegen u; ik ben niet meer waard uw zoon te heten' (Lc. 15, 18-19.21) [b:Lc. 15, 18-19.21]. Dit is het: een kennis van het kwaad die de poort opent voor de herovering van het goede. Er zou veel, heel veel over te zeggen zijn. Dat weet u ongetwijfeld reeds.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Opmerken, betreuren, herstellen
Tweede hoofdstuk van deze pijnlijke wetenschap: het vele kwaad dat er in de wereld is, opmerken en bij het opmerken betreuren en zoveel mogelijk herstellen. Wie kan er een complete lijst van opstellen? Wie de omvang ervan meten? Wie mag zich onschuldig achten? 'Wij weten', schrijft de apostel Johannes, 'dat. .. de gehele wereld in de macht ligt van het kwaad' (1 Joh. 5, 19) [b:1 Joh. 5, 19]. Ook van dit kwaad met zijn duizend facetten moeten we op de hoogte zijn. Enerzijds kunnen we niet instemmen met degenen die hun felle aanklachten alleen richten tegen het kwaad buiten henzelf en buiten hun verantwoordelijkheid, terwijl ze het 'me a culpa' vergeten voor hun eigen zonden en hun eigen medeverantwoordelijkheid (een houding die tegenwoordig heel vaak voorkomt). En anderzijds kunnen we degenen niet bijvallen die het zedelijke besef beperken tot het terrein van hun persoonlijke geweten en onverschillig staan tegenover de kwalen, de smarten, de behoeften waar de samenleving onder lijdt, ook al betreffen deze negatieve factoren meer de tijdelijke dan de louter godsdienstige aangelegenheden. Het Paasfeest verplicht ons ook dit beeld van het menselijk bestaan in ogenschouw te nemen. Ze zijn er nog, de zedelijke kwalen die Christus' aardse leven hebben verwoest: de goddeloosheid, de huichelarij, het onrecht, de gemeenheid, de misdadigheid, de wreedheid, de lafheid, de menselijke zwakheid enz. En even goed als ook zij reliëf krijgen door het lijden van de gekruisigde Christus, kunnen en moeten zij een stroom ondergaan van inkeer, verlossing, wedergeboorte vanuit het Paasmysterie.
Tweede hoofdstuk van deze pijnlijke wetenschap: het vele kwaad dat er in de wereld is, opmerken en bij het opmerken betreuren en zoveel mogelijk herstellen. Wie kan er een complete lijst van opstellen? Wie de omvang ervan meten? Wie mag zich onschuldig achten? 'Wij weten', schrijft de apostel Johannes, 'dat. .. de gehele wereld in de macht ligt van het kwaad' (1 Joh. 5, 19) [b:1 Joh. 5, 19]. Ook van dit kwaad met zijn duizend facetten moeten we op de hoogte zijn. Enerzijds kunnen we niet instemmen met degenen die hun felle aanklachten alleen richten tegen het kwaad buiten henzelf en buiten hun verantwoordelijkheid, terwijl ze het 'me a culpa' vergeten voor hun eigen zonden en hun eigen medeverantwoordelijkheid (een houding die tegenwoordig heel vaak voorkomt). En anderzijds kunnen we degenen niet bijvallen die het zedelijke besef beperken tot het terrein van hun persoonlijke geweten en onverschillig staan tegenover de kwalen, de smarten, de behoeften waar de samenleving onder lijdt, ook al betreffen deze negatieve factoren meer de tijdelijke dan de louter godsdienstige aangelegenheden. Het Paasfeest verplicht ons ook dit beeld van het menselijk bestaan in ogenschouw te nemen. Ze zijn er nog, de zedelijke kwalen die Christus' aardse leven hebben verwoest: de goddeloosheid, de huichelarij, het onrecht, de gemeenheid, de misdadigheid, de wreedheid, de lafheid, de menselijke zwakheid enz. En even goed als ook zij reliëf krijgen door het lijden van de gekruisigde Christus, kunnen en moeten zij een stroom ondergaan van inkeer, verlossing, wedergeboorte vanuit het Paasmysterie.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Daarom zijn we verplicht een blik te werpen op de wanorde en het lijden die een onderdeel vormen van het historische en sociale panorama op dit ogenblik van het moderne leven. Die blik alleen reeds vervult ons met grenzeloos verdriet, dat voor ons echter grenzeloze liefde wordt voor onze broeders en zusters en grenzeloos vertrouwen in de verlossende charisma's van de dood en de opstanding van de Heer Jezus.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Het kruis, onze 'enige hoop'
Hoe kan men ongevoelig blijven tegenover wat er zich thans in de wereld afspeelt? Er zijn zoveel van deze pijnlijke doornen, dat wij ervan afzien er een geordende volledige opsomming van te geven. Dit alleen willen we zeggen: we worden vooral getroffen door de oorlogsconflicten in het Midden-Oosten en het Verre Oosten, die in plaats van te worden bijgelegd, steeds feller en langduriger worden; we maken ons grote zorgen - het zijn immers onredelijke verschijnselen en sinistere voortekenen voor de toekomst - over de toenemende bewapening, die soms een aanzienlijk deel uitmaakt van de handel tussen de industriële grootmachten en zwakkere volkeren die een heel ander soort leveranties nodig zouden hebben; beschamende restanten van het verleden lijken ons de racistische onverdraagzaamheid en de kwaadaardige discriminatie op volkenkundig en sociaal gebied; ook geloven we niet, dat vrijheids- en rechtvaardigheidsidealen kunnen volstaan om het geweld te billijken, de vendetta, represailles, daden van terrorisme en guerrilla's, die zich dikwijls richten tegen het rechtmatig gezag of tegen een weerloze bevolking; we kunnen ze slechts betreuren en de hoop uitspreken, dat ze, omwille van de eer zelf van enige naties die ons dierbaar zijn, door de feiten worden weerlegd, al die gevallen van politiële folteringen die men hun toeschrijft en waarover zoveel wordt gesproken: ook wijzelf zijn, niet zonder positieve goede hoop, enige malen tussenbeiden gekomen, zoals onze plicht van ons eiste; wij horen met diepe smart van de onduldbare clandestiene, maar ongelukkig genoeg uitstekend georganiseerde smokkel in verdovende middelen, die voor de lichamelijke gezondheid niet minder verderfelijk zijn dan voor de psychische en morele gezondheid en die zelfs, ja vooral onder de jeugd worden verspreid; onterend voor een beschaafde samenleving lijkt ons de ontvoering van personen om er een koopprijs van te maken voor veile en wraakzuchtige afpersingen; zwaar op het hart liggen nog altijd de omstandigheden van economische en culturele onderontwikkeling bij volkeren die in opkomst zijn en bij niet weinige klassen in de samenleving; en veel verdriet doet ons nog altijd het feit - ook al moeten we het stilzwijgend dulden -, dat de godsdienstvrijheid wordt geweigerd in sommige streken waar zij, niettegenstaande alle luid uitgebazuinde beginselen, niet voldoende burgerrecht vindt en soms zelfs geen enkele burgerlijke en private verademing om het christelijk geloof op vreedzame wijze te belijden. Al deze kwalen vormen een des te ernstiger wanklank in het Paasmysterie, omdat ze misdadig en betreurenswaardig worden door een factor van welbewust overleg. Bij deze benauwende horizon zouden we ook de blik moeten slaan op het mateloze gebied van onvrijwillig lijden dat een groot deel van de mensheid treft:
aan de zieken, de armen, de gevangenen, de wezen, de weduwen. ...
aan allen die lijden en wenen, zouden we de troost willen doen toekomen die het kruis aan de menselijke smarten biedt:
een verlossende zin, een motief dat er waarde aan verleent....
Hoe kan men ongevoelig blijven tegenover wat er zich thans in de wereld afspeelt? Er zijn zoveel van deze pijnlijke doornen, dat wij ervan afzien er een geordende volledige opsomming van te geven. Dit alleen willen we zeggen: we worden vooral getroffen door de oorlogsconflicten in het Midden-Oosten en het Verre Oosten, die in plaats van te worden bijgelegd, steeds feller en langduriger worden; we maken ons grote zorgen - het zijn immers onredelijke verschijnselen en sinistere voortekenen voor de toekomst - over de toenemende bewapening, die soms een aanzienlijk deel uitmaakt van de handel tussen de industriële grootmachten en zwakkere volkeren die een heel ander soort leveranties nodig zouden hebben; beschamende restanten van het verleden lijken ons de racistische onverdraagzaamheid en de kwaadaardige discriminatie op volkenkundig en sociaal gebied; ook geloven we niet, dat vrijheids- en rechtvaardigheidsidealen kunnen volstaan om het geweld te billijken, de vendetta, represailles, daden van terrorisme en guerrilla's, die zich dikwijls richten tegen het rechtmatig gezag of tegen een weerloze bevolking; we kunnen ze slechts betreuren en de hoop uitspreken, dat ze, omwille van de eer zelf van enige naties die ons dierbaar zijn, door de feiten worden weerlegd, al die gevallen van politiële folteringen die men hun toeschrijft en waarover zoveel wordt gesproken: ook wijzelf zijn, niet zonder positieve goede hoop, enige malen tussenbeiden gekomen, zoals onze plicht van ons eiste; wij horen met diepe smart van de onduldbare clandestiene, maar ongelukkig genoeg uitstekend georganiseerde smokkel in verdovende middelen, die voor de lichamelijke gezondheid niet minder verderfelijk zijn dan voor de psychische en morele gezondheid en die zelfs, ja vooral onder de jeugd worden verspreid; onterend voor een beschaafde samenleving lijkt ons de ontvoering van personen om er een koopprijs van te maken voor veile en wraakzuchtige afpersingen; zwaar op het hart liggen nog altijd de omstandigheden van economische en culturele onderontwikkeling bij volkeren die in opkomst zijn en bij niet weinige klassen in de samenleving; en veel verdriet doet ons nog altijd het feit - ook al moeten we het stilzwijgend dulden -, dat de godsdienstvrijheid wordt geweigerd in sommige streken waar zij, niettegenstaande alle luid uitgebazuinde beginselen, niet voldoende burgerrecht vindt en soms zelfs geen enkele burgerlijke en private verademing om het christelijk geloof op vreedzame wijze te belijden. Al deze kwalen vormen een des te ernstiger wanklank in het Paasmysterie, omdat ze misdadig en betreurenswaardig worden door een factor van welbewust overleg. Bij deze benauwende horizon zouden we ook de blik moeten slaan op het mateloze gebied van onvrijwillig lijden dat een groot deel van de mensheid treft:
aan de zieken, de armen, de gevangenen, de wezen, de weduwen. ...
aan allen die lijden en wenen, zouden we de troost willen doen toekomen die het kruis aan de menselijke smarten biedt:
een verlossende zin, een motief dat er waarde aan verleent....
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Maar laten we hier eindigen. En laten we, met een gemoed vervuld van besef voor onze morele, fysieke en materiële kwalen, ons begeven naar de 'enige hoop': het kruis van Christus; niet langer een zegeteken van de dood, maar van een herrezen leven. Laat dit het Paasfeest zijn, met onze apostolische zegen.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/5447-woensdag-van-de-goede-week-nl