U zou me kunnen zeggen: maar de Kerk bestaat uit zondaars, dat zien we elke dag. En het is waar; wij zijn een Kerk van zondaars; en wij, zondaars, zijn geroepen ons door God te laten transformeren, vernieuwen, heiligen. In de geschiedenis was er de bekoring van sommigen die beweerden: de Kerk is alleen de Kerk van de zuiveren, van hen die helemaal coherent zijn en de anderen moeten van haar verwijderd worden. Dat is niet waar, dat is een ketterij. De Kerk, die heilig is, weigert geen zondaars – zij weigert ons niet, niemand van ons; zij weigert ze niet omdat zij ons allen roept – zij verwelkomt iedereen, zij staat open voor hen die het meest veraf zijn, zij roept heel de wereld op zich door de barmhartigheid, de tederheid en de liefde van de Vader te laten omhelzen, die iedereen de mogelijkheid biedt Hem te ontmoeten, op weg te gaan naar de heiligheid. ‘Maar, vader, ik ben een zondaar, ik heb zware zonden gedaan, hoe kan ik voelen dat ik deel uitmaak van de Kerk?’ Mijn dierbare broeder, dierbare zuster, dat is juist wat de Heer verlangt, dat ge Hem zegt: Heer, ik ben hier, met mijn zonden. Is hier iemand onder u zonder zonden? Is er iemand? Niemand. Niemand onder ons; iedereen draagt zonden met zich mee, maar de Heer wil ons horen zeggen : ‘vergeef mij, help mij vooruit te komen, transformeer mijn hart!’. En de Heer kan de harten omvormen.De God die wij in de Kerk ontmoeten, is geen onverbiddelijke rechter, maar de Vader uit de parabel van het Evangelie. Ge kunt de zoon zijn die het huis verlaten heeft, die tot op de bodem geraakt is door zich van God te verwijderen. Als ge de kracht hebt om te zeggen: ik wil terug naar huis, zult ge de deur open vinden. God komt u tegemoet omdat Hij altijd op u wacht, God verwacht u altijd. God neemt u in de armen, Hij omhelst u en viert feest. Zo is de Heer, zo is de tederheid van onze Vader. De Heer wil dat wij deel uitmaken van een Kerk die haar armen weet te openen om heel de wereld te verwelkomen, die niet het huis is van een klein getal, maar ieders huis, waar iedereen kan vernieuwd, getransformeerd, geheiligd worden door Zijn liefde, zowel de sterksten als de zwaksten, zondaars, onverschilligen, zij die zich ontmoedigd en verloren voelen. De Kerk biedt iedereen de mogelijkheid de weg van de heiligheid te gaan, die de weg is van de christen: zij laat ons Jezus Christus ontmoeten in de sacramenten, vooral in Biecht en Eucharistie; zij deelt ons Gods Woord mee, zij laat ons leven in naastenliefde, in Gods liefde voor iedereen. Stellen wij ons dan de vraag: laten wij ons heiligen? Zijn wij een Kerk die zondaars roept en met open armen ontvangt, die moed geeft, hoop, of zijn wij een Kerk die op zichzelf besloten is? Zijn wij een Kerk waar Gods liefde beleefd wordt, waar men aandacht heeft voor de anderen, waar de enen voor de anderen bidden?